Schoolplan 2011 - 2014

76
Zernike College Schoolplan 2011 - 2014

description

Schoolplan 2011 - 2014

Transcript of Schoolplan 2011 - 2014

Page 1: Schoolplan 2011 - 2014

Zernike College Schoolplan 2011 - 2014

Page 2: Schoolplan 2011 - 2014

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Voorwoord

Het schoolplan is een belangrijk strategisch document van de school.

Het omschrijft de visie en het beleid voor een periode van vier jaar. Dat is een

geen eenvoudige opgave in een omgeving, die snel verandert. Natuurlijk is er

behoefte aan zekerheid, aan een vaste koers, maar er moet ook ruimte zijn

voor flexibiliteit. Onderwijs is geen kant-en-klaar product, maar is voortdurend

in beweging. Ouders vertrouwen erop dat de school in staat is goed en actueel

onderwijs te geven in een veilige en moderne omgeving. Onze taak is het hun

zonen en dochters goed voor te bereiden op de toekomst, nu en de komende

vier jaar. Het Zernike College is dat vertrouwen waard.

Het maken van dit schoolplan was een intensief en leerzaam proces. Op veel

manieren is de hele school - docenten, onderwijs ondersteunend personeel,

ouders en leerlingen- bij de totstandkoming ervan betrokken geweest. Dit traject

heeft ertoe geleid dat we het profiel van de school en de locaties duidelijker

hebben gekregen. We bieden leerlingen kansen en leren ze kiezen. We zijn een

ondernemende school met oog voor verandering en vernieuwing. We geven

onderwijs aan leerlingen met (bijna) ieder advies en bieden extra ruimte aan

zorg en uitblinkers. En dat doen we met professionele passie, kennis en kunde.

Er zijn ook financiële zorgen voor de toekomst. Daar moeten we samen met

het bestuur oplossingen voor zien te vinden.

Ons streven was een bondig en toegankelijk document te maken, dat niet in

een lade verdwijnt. We vinden dat we daarin zijn geslaagd. Het is een bijzonder

document geworden. Het bestaat uit meerdere onderdelen: een boek met het

officiële, formele leerplan én een versie vanuit het perspectief1 van leerlingen,

een fotoboek met de visie van leerlingen op de toekomst van het Zernike College

en met citaten van docenten en leerlingen uit de debatten en panelgesprekken

én uit de essays met als titel ‘Als ik de baas van het Zernike was...’.

1) De leerlingversie is vooral anders doordat het dunner is en toegankelijker.

Page 3: Schoolplan 2011 - 2014

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Het document is als het ware een reisgids van de school. Je leert op

verschillende manieren de ambities van het Zernike College ontdekken.

En dat past heel goed in onze visie: eigenwijs onderwijs, de school als

ontdekkingsreis. Het leerplan laat zien dat we trots zijn op onze school,

op onze leerlingen en onze medewerkers.

Het Zernike College is op de toekomst voorbereid!

Dirk Dijkstra,

rector Zernike College

Groningen, januari 2011

Page 4: Schoolplan 2011 - 2014

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

InhoudsopgaveInleiding 7

1. HetZernikeCollege 8

Het Zernike College en het schoolbestuur O2G2 8

De Missie en uitgangspunten van het Zernike College 9

2. SamenwerkingenOmgeving 12

Plaats op de onderwijsmarkt 12

Relatie met de basisscholen 13

Samenwerking met het Noorderpoort 13

Hanzehogeschool en RUG 14

Academische opleidingsschool 14

Zorgstructuur 15

Technasium en universum 15

Playing for Success 16

Ouders als pedagogische partners 17

Internationalisering 17

3. HetonderwijsophetZernikeCollege 19

Onderwijs en samenleving 19

Kansen en kiezen 20

Ruimte voor uitblinken 22

ICT en onderwijs 24

Zorg 25

Decanaat 26

Strategische doelen 26

4. Kwaliteitsbeleid 29

Kwaliteit en kwaliteitszorg 29

Externe kwaliteitszorg 30

Interne kwaliteitszorg 31

Inhoudelijke accenten 31

Strategische doelen 32

Page 5: Schoolplan 2011 - 2014

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

5. Personeelsbeleid 33

De docent centraal 33

Actief taakbeleid 34

Professionalisering 35

Functiemix en entreerecht 37

Strategische doelen 38

6. Huisvesting,financiënenorganisatie 39

Huisvesting 39

Financiën 40

Organisatie 41

7. LocatiesvanhetZernikeCollege 43

Locatie Helperbrink Montessori, Groningen 43

Locatie Rummerinkhof, Haren 45

Locatie Julianalaan, Zuidlaren 47

Locatie Vondellaan, Harm Jan Zondag, Groningen 49

Locatie Westerse Drift, Atheneum plus, Haren 50

Locatie Westerse Drift, bovenbouw regulier en Montessori 52

havo/atheneum, Haren

8. Managementsamenvatting 55

Bijlagen:

A Cultuurprofiel 59

B LOOT-school 61

C Technasium 63

D Opbrengstenoordeel 65

E Organogram 66

F Totaaloverzicht personeel 67

G Ontwikkeling totaal aantal leerlingen 68

H Personeelsopbouw 69

I Docenten per salarisschaal in fte 2010 69

J Visie stichtingsbestuur openbaar onderwijs groep Groningen 70

K Leerlingenzorg op het Zernike College 72

Page 6: Schoolplan 2011 - 2014
Page 7: Schoolplan 2011 - 2014

7

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Inleiding2 Voor u ligt het schoolplan 2011-2014 van het Zernike College, een brede

scholengemeenschap voor atheneum, havo en vmbo in de stad Groningen,

Haren en Zuidlaren. Het schoolplan is een meerjaren strategisch beleidsplan

van de school en is wettelijk vereist (art. 24 wvo)3. Het beschrijft de missie en

visie van de school, de strategische uitgangspunten en doelen voor de komende

vier jaren. Het jaarplan en de jaarbegroting zijn de uitwerkingen van het

schoolplan in concrete activiteiten en budgetten op jaarbasis. Het jaarverslag

bestaat uit een financiële en inhoudelijke terugblik op het jaarplan. Het bevat

de verantwoording over de inzet van de middelen in relatie tot de doelen en

het verslag van de behaalde resultaten op die doelen. En daarnaast is er de

jaarlijkse schoolgids. Dat document bevat alle relevante informatie van het

onderwijs en alle regelingen van het Zernike College voor ouders en leerlingen

van een bepaald schooljaar. Het schoolplan is geschreven vanuit het perspectief

van de missie van de school ‘Eigenwijs onderwijs, de school als ontdekkingsreis’

en is gerelateerd aan het strategisch beleidsplan van de stichting Openbaar

Onderwijsgroep Groningen (O2G2) “Samen sterk voor goed en innovatief

onderwijs’4. In het eerste deel staan de missie en visie van de school centraal,

de relatie met de directe omgeving en strategische partners en de algemene

strategische doelen op het gebied van onderwijs, kwaliteit, personeel, ict,

huisvesting, financiën en organisatie. In het tweede deel gaan we in op het

profiel van de onderbouw van de juniorlocaties én de bovenbouwlocatie

havo/atheneum. Het Zernike College werkt samen met het Noorderpoort in het

vmbo. Het Noorderpoort heeft de verantwoordelijkheid voor de bovenbouw van

het vmbo. Voor verdere informatie hierover verwijzen we naar het schoolplan

van het Noorderpoort. We hebben een aantal bijlagen opgenomen, die op

hoofdonderwerpen extra informatie bieden.

Tot slot: de school beschikt over een website waar alle relevante documenten

van het Zernike College zijn te downloaden: www.zernike.nl

2) Overal waar in dit schoolplan ‘hij’ staat, kan ook ‘zij’ gelezen worden. Overal waar ouders staat, kan

ook ouders/verzorgers gelezen worden.

3) “Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid over de kwaliteit van het onderwijs dat binnen

de school wordt gevoerd, en omvat in elk geval het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het

beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.”

4) In juli 2010 is een eerste versie verschenen van het strategisch beleidsplan 2011-2015 van O2G2

Page 8: Schoolplan 2011 - 2014

8

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

H1 Het Zernike College1. Het Zernike College en het schoolbestuur O2G2Het Zernike College5 maakt deel uit van de stichting6 Openbaar Onderwijsgroep

Groningen. De stichting komt voort uit de gemeente Groningen en is in januari

2010 van start gegaan met 21 scholen voor basisonderwijs, drie scholen voor

speciaal onderwijs en vijf scholen voor voortgezet onderwijs7. In totaal geven

de openbare scholen aan 15.000 leerlingen onderwijs en zijn er ca. 2000

medewerkers. Het Zernike College is met 3000 leerlingen en 350 medewerkers

de grootste school in de onderwijsgroep. De missie van het bestuur luidt:

‘Samen sterk voor goed en innovatief onderwijs’. De Openbaar Onderwijsgroep

Groningen staat voor een pluriform onderwijsaanbod met doorlopende leerlijnen

en leerroutes. Uitgangspunt is dat de school het maximale uit het kind haalt.

Dit vraagt om samenwerking van alle scholen in het belang van het kind. Er is

een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor kwalitatief goed onderwijs en een

gezonde organisatie. Scholen ondersteunen elkaar daarin en de ondersteunende

diensten faciliteren maximaal. Professionals in de school – docenten, directeuren,

rectoren en onderwijs ondersteunend personeel – krijgen maximaal de ruimte

om onderwijs vorm te geven. Daadkracht en ondernemerschap zijn kenmerkend

voor de scholen van het openbaar onderwijs Groningen. De missie en visie van

het Zernike College en de uitwerking ervan in dit schoolplan sluiten goed aan

op deze bestuurlijke uitgangspunten. In de schoolplanperiode wil het Zernike

College verder professionaliseren. In de eerste plaats betekent dat investeren in

5) Frederik Zernike (Amsterdam, 16 juli 1888 - Amersfoort, 10 maart 1966) was een Nederlands

natuurkundige die in 1953 de Nobelprijs voor de Natuurkunde ontving voor zijn uitvinding van de

fasecontrastmicroscoop. Met dit instrument, een aanvulling op de gewone microscoop, kan het

inwendige van levende cellen zichtbaar worden gemaakt.

6) De stichting Openbaar Onderwijs Groep Groningen (O2G2) is per 1 januari 2010 de rechtsopvolger van

de gemeente Groningen als bestuur van het openbare onderwijs in de stad Groningen.

7) Het Reitdiep College, het Werkman College, het Praedinius Gymnasium, de Star Numan School en

het Zernike College.

Page 9: Schoolplan 2011 - 2014

9

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

de kwaliteit en vakkennis van de medewerkers. We maken ruimte voor scholing,

deskundigheidsbevordering en onderzoek in de school. Dat vertalen we per

locatie in opleidingsdoelen in het jaarplan. Professionaliseren betekent ook

ruimte voor eigen verantwoordelijkheid en resultaatgericht samenwerken in

teams en secties. Een ieder heeft daarin zijn rol en is daarop aan te spreken.

Professioneel betekent ook dat de school duidelijke keuzes maakt, de doelen

helder formuleert en realiseert en zorgt voor een gezonde bedrijfsvoering. De

directie van de school zorgt voor draagvlak van de keuzes en verantwoordt

de realisatie in de cyclus van schoolplan, jaarplan en jaarverslag. Samen met

het schoolbestuur zal er uitgebreid aandacht zijn voor de ontwikkeling van

leiderschap in de organisatie.

2. De missie en uitgangspunten van het Zernike College Het Zernike College is een ondernemende school, die garant staat voor

modern en goed onderwijs in een uitdagende en inspirerende leeromgeving

die rekening houdt met verschillen tussen leerlingen. We vinden het belangrijk

dat leerlingen plezier hebben in school, keuzes leren maken en zich gaandeweg

verantwoordelijk voelen voor hun eigen schoolloopbaan en hun keuze voor de

toekomst. Daarom krijgen leerlingen veel kansen om hun ambities te ontdekken

en te ontwikkelen. Maar dat lukt alleen met een actieve werkhouding van

leerlingen. De inzet en kwaliteit van de docenten bepalen de kwaliteit van de

school. De medewerkers voelen zich betrokken bij de school en bij elkaar en

zijn er primair voor de leerlingen. Ouders zijn actief betrokken bij de school en

hebben vertrouwen in de koers. Deze uitgangspunten leiden tot de volgende

missie van het Zernike College:

Zernike College: eigenwijs onderwijs, de school als ontdekkingsreis

Page 10: Schoolplan 2011 - 2014

10

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

De uitgangspunten en missie werken we in vier begrippenparen uit.

1. OpenbaarénuitdagendOpenbaarHet Zernike College is een brede openbare scholengemeenschap

voor atheneum, havo en vmbo die open staat voor iedereen, ongeacht geloof,

huidskleur of geaardheid, zowel voor de leerlingen als voor de medewerkers.

Leerlingen kunnen na de basisschool met elk advies (met uitzondering van

praktijkonderwijs) terecht op het Zernike College.

UitdagendvoorleerlingenHet Zernike College geeft goed onderwijs met

uitdagende, activerende en didactisch afwisselende onderwijsprogramma’s.

Leerlingen kunnen diverse leerroutes volgen die rekening houden met

verschillen in tempo, niveau, leerstijl en leerbehoefte van leerlingen.

Het Zernike College is uitdagend voor de medewerkers en speelt in op hun

kwaliteiten en talenten. We geven ruimte voor ontwikkeling en ontplooiing door

een actief taakbeleid voor medewerkers.

2.KansenénkiezenKansenHet Zernike College wil dat leerlingen het maximale uit zichzelf halen.

Plezier in school en leren, goede prestaties en ontdekken wat je kunt, staan

centraal.

KiezenHet Zernike College leert leerlingen van vmbo tot en met atheneum

keuzes maken: keuzevakken, projecten, actieve taken, profielen, leerwegen,

sectoren etc. In de onderbouw met structuur en begeleiding, later meer

zelfstandig, afhankelijk van de leerling.

3.GrooténkleinschaligGrootHet Zernike College is een grote scholengemeenschap en heeft daarom

een groot aanbod van vakken, projecten, culturele activiteiten, excursies etc. We

hebben een ruim aanbod voor alle leerlingen, geven extra zorg waar nodig en

stimuleren leerlingen die uitblinken in sport, cultuur of kennis.

KleinschaligHet Zernike College kiest voor onderwijs op vijf juniorlocaties en

één bovenbouwlocatie met een studiehuis en een Montessori-bovenbouw. Elke

locatie heeft zijn eigen gezicht en sfeer. Iedere docent heeft als mentor een

aantal leerlingen onder zijn hoede. Hij zorgt voor aandacht en feedback voor

leerlingen. Hij begeleidt ze in keuzes en is eerste contactpersoon voor ouders.

4.GrenzeloosénvertrouwdGrenzeloosHet Zernike College overschrijdt de schoolse grenzen met het

buitenschoolse leren door de maatschappelijke stage, pre-university college,

Cambridge Engels, de cultuurmarathon en excursies. De uitwisseling met

buitenlandse scholen in de bovenbouw geeft een internationale dimensie aan

Page 11: Schoolplan 2011 - 2014

11

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

het onderwijs. We maken intensief gebruik van de elektronische leeromgeving en

multimedia. We zorgen voor een goede doorstroom van onder- naar bovenbouw

en het vervolgonderwijs in mbo, hbo en universiteit.

VertrouwdAlle locaties van het Zernike College bieden een overzichtelijk en

veilig leer- en leefklimaat dat past bij de leeftijd van de leerlingen. De school

biedt extra zorg als dat nodig is. De groei naar zelfstandigheid van leerlingen

staat voorop. Op alle locaties gelden dezelfde basisregels voor gedrag van

leerlingen en leerkrachten. We vinden sociale cohesie of sociale binding tussen

alle lagen van de schoolbevolking belangrijk voor een goed functionerende

school. Het versterkt de sfeer en de veiligheid en draagt bij aan wederzijds

respect.

Page 12: Schoolplan 2011 - 2014

12

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Hoofdstuk 2 Samenwerking en omgeving1. Plaats op de onderwijsmarktDe laatste tien jaar heeft het Zernike College een constante groei doorgemaakt

van het aantal leerlingen9. Het concept van kleinschalige juniorlocaties

met herkenbare onderwijsprofielen en aparte bovenbouwlocaties zijn een

succesvolle formule voor ouders en leerlingen. We bedienen een belangrijk

deel van de voortgezet onderwijsmarkt van het zuiden van de stad Groningen,

Haren en Noord-Drenthe. Samen met het Noorderpoort zorgen we voor goed

vmbo-onderwijs voor zo’n 600 leerlingen. De demografische prognose10

voor de komende tien jaar laten zien dat de groei in de stad blijft, maar in

Haren en Noord-Drenthe sprake is van stagnatie en zelfs teruggang. Dat kan

gevolgen hebben voor de instroom in de juniorlocaties Zuidlaren en Haren.

De belangrijkste concurrenten van het Zernike College zijn het Maartens College

uit Haren (met name het tweetalig onderwijs) en het dr. Nassau College uit

Assen. De vestiging van het dr. Nassau College in Gieten is ook een concurrent

van met name de locatie Zuidlaren vanwege de kleinschaligheid en de tl-

examens op locatie. Het Groene Lyceum in Eelde is een nieuwe concurrent voor

het havo. De nieuwe Dalton juniorlocatie Belcampo en de centrumlocatie van

het Werkman College in de stad Groningen concurreren met het Montessori

Juniorcollege. De categoriale gymnasia in de stad – het Praedinius en het Willem

Lodewijk – zijn concurrenten van de atheneum plus opleiding in Haren. We gaan

uit van onze kracht als Zernike College. We zijn trots op onze goede resultaten

voor een brede groep leerlingen. We verwachten dat het Zernike College in de

schoolplanperiode een lichte groei doormaakt en zal stabiliseren op ca. 3050

leerlingen.

9) Van ca. 1534 leerlingen in 1993 naar 2118 in 2000 tot 3023 leerlingen in 2010. Tijdens de open dagen

komen gemiddeld 5000 bezoekers op de Zernike locaties. Zie bijlage.

10) Zie jeugd- en onderwijsmonitor 2009 van provincie Groningen en Drenthe.

Page 13: Schoolplan 2011 - 2014

13

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

2. Relatie met basisscholenElke juniorlocatie van het Zernike College bedient een eigen leerlingmarkt.

Er is intensief contact met de toeleverende basisscholen, zowel tijdens de fase

van aanmelding en intake als daarna. De prestaties van de leerlingen worden

tot en met het derde leerjaar aan de basisschool gerapporteerd. Het Zernike

College hecht aan een goede formele overdracht van gegevens van leerlingen

(de ‘koude’ overdracht). Net zo belangrijk is het individuele contact met de

basisschool op het moment dat de leerling zich heeft aangemeld (de ‘warme’

overdracht). Er vindt in principe over elke leerling een gesprek plaats tussen de

leerkracht groep acht en de juniorlocatie en altijd met de ouders. Elke leerling

die in het eerste jaar begint op het Zernike College maakt een instroomtoets

(niet op HJZ). Op basis daarvan maken we een individueel profiel. Dat vormt

samen met de warme overdracht van de basisschool de basis voor het intensieve

mentoraat in de eerste twee leerjaren van de onderbouw. Het Zernike College

zoekt voor elke leerling naar een passende plaats in de school. Indien plaatsing

van een leerling met een zorgvraag niet mogelijk is, zorgt het Zernike College

voor een alternatief.

3. Samenwerking met het NoorderpoortHet Zernike College werkt al meer dan tien jaar intensief samen met het

ROC Noorderpoort. Het Zernike College is verantwoordelijk voor de onderbouw

van het vmbo, het Noorderpoort voor de bovenbouw. De inhoudelijke

samenwerking tussen vmbo en mbo in het onderwijsprogramma en de aandacht

voor het terugdringen van schooluitval ná het vmbo zijn de belangrijkste

doelen. Daarnaast biedt de samenwerking goede doorstroommogelijkheden

van tl naar havo. Het Noorderpoort richt zich de laatste jaren steeds meer

op zijn belangrijkste opdracht: het mbo. Gezien de steeds grotere verschillen

in cao’s en andere regelgeving streven de besturen en directies van beide

scholen naar overdracht van het vmbo-deel van het Noorderpoort aan de

stichting Openbaar Onderwijsgroep Groningen en het Zernike College. Tot dat

moment van overdracht geeft het Noorderpoort het beleid op de bovenbouw

van het vmbo vorm. We verwachten daarom dat in de schoolplanperiode de

verantwoordelijkheid voor het hele openbare vmbo in het zuiden van de stad

Groningen bij het Zernike College van de stichting Openbaar Onderwijsgroep

Groningen komt te liggen11.

11) Ca. 600 Noorderpoort-leerlingen worden dan extra bij het Zernike ingeschreven.

Page 14: Schoolplan 2011 - 2014

14

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

4. Hanzehogeschool en Rijksuniversiteit GroningenHet Zernike College streeft naar een intensieve samenwerking met de

Hanzehogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Uit de praktijk blijkt

dat ca. 60% van de gediplomeerden van de school kiest voor een vervolgstudie

in de stad.

In de ‘vensters voor verantwoording’ rapporteren we de gegevens van de

schoolloopbaan van de Zernike-leerlingen op de Hanzehogeschool en de RUG.

We hebben met de Hanzehogeschool een uitwisselingsprogramma van docenten:

Navette.12 De kwaliteit van het onderwijs op school verbeteren we door een beter

inzicht in wat gevraagd wordt op het hbo.

En omgekeerd krijgt het hoger beroepsonderwijs (hbo) zo een kijkje in de keuken

van het voortgezet onderwijs. Jaarlijks doen twee docenten van het Zernike

mee aan dit programma. Daarnaast hebben we een samenwerking met het

Prins Claus Conservatorium van de Hanzehogeschool. Muziektalenten op het

Zernike College worden gescout en begeleid in de Jong talent Werkplaats. Het

doel is dat deze talenten meer ruimte krijgen zich te ontwikkelen en eventueel

te laten doorstromen naar de vooropleiding van het conservatorium. Met de

RUG werken we samen aan een nieuw leerplan voor cultuur onder de titel

‘cultuur in de spiegel’. In de toekomst willen we samenwerkingsprojecten met de

Hanzehogeschool en de RUG organiseren rond programmaonderdelen waarin

kennis en onderzoeksvaardigheden gecombineerd worden.

5. Academische OpleidingsschoolHet Zernike College is samen met drie andere openbare scholen voor voortgezet

onderwijs in de stad geaccrediteerd als academische opleidingsschool13. Het

academische karakter zit vooral in de onderzoekscomponent die verbonden is

aan het opleiden in de school. Jaarlijks organiseren de openbare vo-scholen een

studiemiddag voor coaches van lio’s. Dan worden gemeenschappelijke ‘good

12) Navette staat voor een uitwisseling tussen docenten en is een initiatief van het platform aansluiting

vo-hbo. De Hanzehogeschool Groningen, de gemeente Groningen en 22 scholen uit het voortgezet

onderwijs, werken samen aan de verbetering van de aansluiting tussen havo en hbo.

13) Het NVAO heeft op 24 november 2009 een positief advies gegeven aan het ministerie van Onderwijs

over de aanvraag van de scholen voor voortgezet onderwijs als academische opleidingsschool. Het CFi

heeft op 15 december 2009 subsidie voor een looptijd van vier jaar verstrekt.

Page 15: Schoolplan 2011 - 2014

15

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

practices’ uitgewisseld. Het Zernike College investeert veel tijd en energie aan

het opleiden van docenten in het tweedegraads (lerarenopleiding Noordelijke

Hogeschool Leeuwarden, Windesheim, educatieve minoren) en eerstegraads

gebied (Universitair Opleidingscentrum Groningen)14. Drie schoolopleiders en

drie docentcoaches zorgen jaarlijks voor een leerrijke schoolomgeving voor ca.

zestig studenten en stagiaires. Samen met een lector van de NHL en drie andere

vo-scholen uit Friesland en Drenthe vormt het Zernike College een kenniskring

voor duurzaam innoveren en praktijkgericht onderzoek. Daarmee ontwikkelen we

onderzoekscapaciteit onder het eigen personeel en kunnen we in de toekomst zelf

onderzoek doen naar de effectiviteit van onze onderwijskundige projecten.

6. ZorgstructuurHet Zernike College maakt deel uit van het samenwerkingsverband 2.0315, samen

met de andere openbare vo-scholen, het Parcival College en het Noorderpoort.

Wij maken gebruik van de Reboundvoorziening, het OPDC en de faciliteiten

van het samenwerkingsverband. De school participeert actief in het overleg

van zorgcoördinatoren. In de schoolplanperiode zal in het kader van passend

onderwijs een taak- en middelenverdeling tussen samenwerkingsverband en

scholen uitgewerkt en vastgesteld worden. De zorg in de school is georganiseerd

in zorgadviesteams (ZAT’s), die overleg hebben met externe zorgverleners.

In de toekomst zal het centrum voor jeugd en gezin de externe zorgpartner

van de school worden. De school is aangesloten op de verwijsindex Zorg voor

Jeugd Groningen en Drenthe. Dit is een digitaal systeem waarmee problemen bij

kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar vroegtijdig kunnen worden gesignaleerd

en waarmee de hulpverlening goed kan worden afgestemd.

7. Technasium en Universumprogramma16 Het Zernike College maakt samen met vier andere scholen in de provincie

Groningen sinds 2006 deel uit van het pioniersnetwerk van de stichting

14) De directeur van de locatie Helperbrink maakt deel uit van de programmaraad van de RUG.

15) De directeur van de locatie Rummerinkhof maakt deel uit van het stichtingsbestuur van het

samenwerkingsverband. 2.03.

16) Scholen werken in het Universum Programma aan het vernieuwen van hun bètatechnisch onderwijs

door middel van het kompas, en delen hun kennis en ervaring met elkaar en andere scholen. Daarmee

leveren zij een bijdrage aan de doelstelling van het Platform Bèta Techniek om 15% meer jongeren te

laten kiezen voor een bètatechnische vervolgopleiding.

Page 16: Schoolplan 2011 - 2014

16

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Technasium17. Het technasium is een onderwijsstroom voor atheneum en havo.

In de formule van het technasium staat het nieuwe examenvak ‘onderzoek

en ontwerpen’ (o&o) centraal. Het vak wordt gegeven vanaf klas 1 tot aan het

eindexamen. Het technasium koppelt denken aan doen. Theoretische kennis

wordt verder ontwikkeld door opdrachten uit de dagelijkse praktijk. Dit draagt

bij aan meer betrokkenheid bij bètatechniek. Kernwoorden zijn ‘samenhang en

samenwerking’. Op de juniorlocatie Rummerinkhof en de bovenbouwlocatie

Westerse Drift vindt technasiumonderwijs plaats. Het universumprogramma

van het Zernike College is erop gericht om op de juniorlocaties de kwaliteit van

het bètaonderwijs te verbeteren. Eén van de doelen van het technasium en het

universumprogramma is dat meer meisjes en leerlingen van het havo met aanleg

voor bètavakken kiezen voor één van beide natuurprofielen18.

8. Playing for SuccessPlaying for Success is een initiatief waarmee leerlingen in de leeftijd van

9 tot 14 jaar hun prestaties in taal, rekenen en ICT verbeteren. Het gaat om

onderpresterende kinderen: ‘gewone’ leerlingen die minder presteren dan ze

kunnen en soms achterblijven op het gemiddelde niveau. Het Zernike College

doet met andere scholen in de stad Groningen mee aan dit project. Playing for

Success draagt bij aan het opheffen van deze leerachterstanden. Daarnaast

levert het project een belangrijke bijdrage aan het zelfvertrouwen én een

positiever zelfbeeld van de leerling. Het project heeft zijn oorsprong in Engeland.

Playing for Success brengt deze leerlingen op een uitdagende en inspirerende

plek buiten school waar ze zoveel mogelijk positieve leerervaringen opdoen: het

voetbalstadion van FC Groningen. Hier werken ze samen met andere leerlingen

aan diverse opdrachten. Het Zernike College levert de projectleider.

17) Voor meer informatie over de inhoud en de uitbreiding van het aantal scholen d met het

Technasium, zie de website: www.technasium.nl

18) Profielkeuze

Havo Atheneum Havo Atheneum Havo Atheneum

2008 2008 2009 2009 2010 2010

Profiel CM 31% 22% 27% 19% 19% 9%

Profiel EM 39% 36% 43% 36% 51% 36%

Profiel NG 20% 28% 23% 33% 21% 41%

Profiel NT 10% 14% 6% 12% 9% 14%

Page 17: Schoolplan 2011 - 2014

17

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

9. Ouders als pedagogische partnersMet de keuze voor het Zernike spreken ouders het vertrouwen uit in de kwaliteit

van het onderwijs, de sfeer en de veiligheid van de school.

Het Zernike College vindt daarom de actieve betrokkenheid van ouders bij school

belangrijk. De school speelt een belangrijke rol in de groei naar volwassenheid

van leerlingen. De sociale, emotionele en intellectuele ontwikkeling van kinderen

in deze leeftijdsfase is cruciaal. De recente inzichten over het puberbrein19

zijn belangrijk voor de inrichting van het onderwijs. Ook de verschillen in

leerprestaties tussen meisjes en jongens zijn belangrijk. We hebben geen

pasklare antwoorden, maar we willen in de schoolplanperiode met ouders in

gesprek over deze problematiek. Op elke locatie worden ouders actief betrokken

bij de school door thema-avonden, ouderraden en speciale ouderbulletins.

Het Zernike College heeft met ouders van leerlingen met een persoonsgebonden

budget20 goede afspraken gemaakt om deze budgetten effectief in te zetten ter

ondersteuning van het leren van deze leerlingen. Ouders zullen actief

betrokken worden bij het maken van het zorgprofiel van het Zernike College.

In de medezeggenschapsraad spelen ouders een actieve rol.

10. InternationaliseringHet Zernike College organiseert in de vierde klas van havo en atheneum een

uniek internationaal uitwisselingsproject. De Zernike leerlingen ontmoeten in de

week voor de herfstvakantie leerlingen uit één van de twaalf partnerscholen21.

De nadruk ligt op het leren kennen van een andere cultuur en taal en sociale

contacten. De leerlingen logeren in gastgezinnen. Eind april van het schooljaar

komen alle buitenlandse leerlingen naar het Zernike. De hele week staat in het

19) Tot voor enkele jaren geleden ging de wetenschap ervan uit dat het brein volgroeid was op

twaalfjarige leeftijd. Inmiddels is onder meer met behulp van MRI-scans aangetoond dat de ontwikkeling

van de hersenen doorloopt tot na het 20ste levensjaar. In de vroege en late puberteit vinden de

grootste veranderingen plaats, vooral in de voorste hersendelen, de zogenoemde prefrontale cortex. Dit

gebied heeft alles te maken met de plannings- en controlefuncties. (bron: J/M voor ouders).

20) Het gaat hier vooral om ouders van leerlingen van de locatie Harm Jan Zondag. De inzet van de

budgetten vindt niet plaats in het onderwijs, maar in de ondersteuning en coaching van leerlingen door

externe begeleiders van stichting Horizon.

21) De volgende steden doen mee: Barcelona, Aix-les-Bains, Basel, Örebro, Brescia, Bratislava, Vesprem,

Poprad, Beasain, Kalisz, Frankfurt, Berlijn.

Page 18: Schoolplan 2011 - 2014

18

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

teken van cultuur, workshops, sport en ontspanning. Deze activiteit wordt door

de ouders, de school en de Europese Unie gefinancierd. Het Zernike College

neemt actief deel aan Comenius-projecten, die worden ondersteund door het

Europees Platform voor het onderwijs. Zo bestaat er in atheneum 5 studiehuis

de mogelijkheid om op Eurokamp te gaan in Straatsburg, waar gedurende een

week samen met Duitse en Italiaanse leerlingen aan Europese projecten wordt

gewerkt. Voor de Montessori bovenbouw worden er onder de Comenius-vlag

lessen ontwikkeld voor Studium Generale. Doel van deze lessen is om leerlingen

in contact te brengen met leeftijdsgenoten uit andere Europese landen. Er wordt

gezamenlijk gewerkt aan onderwerpen rond het thema ‘Europe; from different

pasts to a common future?’

Page 19: Schoolplan 2011 - 2014

19

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Hoofdstuk 3 Onderwijs op het Zernike College

1. Onderwijs en samenlevingDe veranderingen in de samenleving gaan snel. Op het onderwijs wordt

steeds vaker een beroep gedaan om bij te dragen aan oplossingen. De politiek

vertaalt deze eisen in concrete opdrachten. Onderwerpen als werken aan

actief burgerschap, het tegengaan van de etnische en sociale tweedeling

van de samenleving, het omgaan met verschillen en zorgproblematiek in de

klas (passend onderwijs) zijn daarvan voorbeelden. De socialisatiefunctie

van het onderwijs wordt steeds belangrijker. Het leren omgaan met elkaar,

het accepteren van etnische en religieuze verschillen en het effectief kunnen

communiceren zijn belangrijke vaardigheden in elke (beroeps)situatie. Bovendien

is aandacht voor acceptatie van verschillen in sexuele geaardheid (weer)

nodig. Daarnaast wordt duurzaamheid een steeds belangrijker maatschappelijk

onderwerp. Duurzaamheid is aan de orde bij alle keuzes en beslissingen die

iedereen elke dag maakt. In het onderwijs gaat het erom de jongeren van nu

bewust te maken van die keuzes omdat het gaat om de toekomst van onze

samenleving. Maar we leiden jonge mensen ook op om bij de kennis van

morgen en overmorgen te kunnen. Daarom moeten we blijven nadenken over

de inrichting en innovatie van ons onderwijs. En dat stelt eisen aan de kwaliteit

van de medewerkers en de organisatie. Ook de inzet van ICT wordt steeds

belangrijker om bij te blijven. Bij de keuzes die we maken moeten we ons steeds

afvragen of ze effect hebben. Onderzoek zal daarom steeds belangrijker worden.

Vanaf 2011 is de maatschappelijke stage verplicht in het voortgezet onderwijs. De

stage zorgt voor oriëntatie op de samenleving en stimuleert actief burgerschap

en sociale integratie. In de maatschappelijke stage (30 uur in totaal) gaat het om

vrijwilligerswerk. De school voert de regie, maar er is ook ruimte voor initiatief

van leerlingen. Op alle juniorlocaties is de stage ingevoerd. De tijd besteed aan

de stage geldt als onderwijstijd. Ook in het voortgezet onderwijs staan rekenen

Page 20: Schoolplan 2011 - 2014

20

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

en taal voortaan centraal. Dat is de ambitie waar de overheid samen met scholen

voor staat. Leerlingen verdienen een goede toekomst. Daarom moet de kennis in

de vakken taal en rekenen op een hoger niveau worden gebracht. We verwachten

dat nieuwe wetgeving inzake onderwijstijd spoedig klaar is. Het zal inhouden dat

de norm 1000 klokuren per jaar wordt, incl. 40 uur maatwerk en 700 klokuren

voor examenjaren. De dialoog met ouders over de zinvolle invulling van de

onderwijstijd, wordt een belangrijke opdracht voor de school.

2. Kansen en kiezen Ouders en leerlingen hebben wat te kiezen op het Zernike College. We hebben

vijf juniorlocaties22 en één bovenbouwlocatie (en twee bovenbouwlocaties

vmbo in samenwerking met het Noorderpoort)23 in de stad Groningen,

Haren en Zuidlaren. De juniorlocaties hebben een brede instroom van vmbo

(inclusief leerwegondersteuning) tot en met atheneum. De organisatie van het

onderwijs in ‘dakpanklassen’24 en algemene schoolse activiteiten (excursies,

muziekavonden, sportdagen, theaterproducties, cultuurmarathon) zorgen voor

een cultuur van gezamenlijkheid en betrokkenheid op elkaar, zonder uitsluiting.

Elke juniorlocatie heeft een eigen onderwijskundig profiel en sfeer. Het onderwijs

is zo gestructureerd dat de leerlingen in de eerste twee leerjaren intensief

begeleid worden door mentoren. Voor de leerlingen vervult hij een spilfunctie

in de school, zeker in de onderbouw. Hij begeleidt en leert zijn leerlingen in het

maken van keuzes en bereidt ze voor op de groei naar zelfstandigheid. Na het

tweede jaar is het duidelijk in welke schoolsoort de leerling verder gaat. Er zijn

dan geen dakpanklassen meer (wel op het HJZ). De leerlingen van het vmbo

stromen dan door naar de bovenbouw, de leerlingen van het havo en atheneum

gaan door naar het derde leerjaar. Daarover vindt overleg plaats met de ouders.

Het doel is dat leerlingen vanaf het derde leerjaar steeds meer zelfstandig hun

22) Locatie Montessori Helperbrink, locatie Harm Jan Zondag, locatie Rumerinkhof,

locatie Atheneumplus, locatie Zuidlaren.

23) Locatie van Schendelstraat en locatie van Iddekingeweg zijn de twee vmbo-bovenbouwlocaties van

het Noorderpoort en locatie Westerse Drift voor bovenbouw havo/atheneum.

24) Een dakpanklas is een klas waar leerlingen zitten met verschillen schooladviezen. Het Zernike

College is van mening dat leerlingen vanaf hun twaalfde jaar de kans moeten krijgen om hun talenten

te ontdekken. In een dakpanklas wordt op hoogste niveau les gegeven. De toetsen zijn op het niveau

van de leerling. Deze klassen bieden de mogelijkheid binnen de klas op- of af te stromen, altijd in

overleg met de ouders. Op de locaties Zuidlaren, HJZ en Montessori krijgen vmbo-bb leerlingen op hun

eigen niveau les, vaak gecombineerd met leerwegondersteuning. In het derde jaar is de keuze van de

schoolsoort bepaald. Op de juniorlocatie Atheneumplus is sprake van homogene instroom.

Page 21: Schoolplan 2011 - 2014

21

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

leerwerk leren indelen en een goede profielkeuze voor de bovenbouw leren

maken. Kansen bieden betekent voor het Zernike dat leerlingen in de eerste

twee jaar van de onderbouw leren wat ze (aan)kunnen. Maar ook daarna biedt

de school volop kansen voor de leerlingen om hun talenten te ontdekken en

uit te bouwen. Daarom willen we voor tl-leerlingen de aansluiting op het havo

open houden door de htl-route. Zo willen we doorstroom naar een hoger

onderwijsniveau – het zogenaamde ‘stapelen‘ – voor vmbo-leerlingen mogelijk

maken. Het Zernike College vindt dat aan het einde van het tweede leerjaar

de leerlingen op de juiste plek moeten zitten en het niveau hebben bereikt dat

bij hen past. De normen voor de overgang in de onderbouw zijn aangepast en

de aandacht voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde is vergroot

met het oog op de nieuwe exameneisen. Extra begeleiding en ondersteuning

bieden we in keuze-uren. De doorstroomresultaten in de onderbouw zijn al

jaren voldoende tot goed, maar we zien een dalende tendens, met name in het

havo. Het Zernike wil daarom dat een aantal docenten in bovenbouw van havo

en atheneum enkele lessen geeft in jaar drie van de onderbouw. Verder wordt

de omvang van de toetsstof in de tweede helft van het derde jaar op het niveau

gebracht van de bovenbouw. Zo willen we een betere aansluiting met en een

betere doorstroom in de bovenbouw bereiken.

Vmbo-leerlingen van de onderbouw van de juniorlocaties stromen door naar

sectoren in de twee bovenbouwlocaties van het vmbo in de stad Groningen.

Daar werken we samen met het ROC Noorderpoort. De leerlingen van vmbo-bb

en kb maken de keuze voor een vervolgopleiding op basis van het programma

‘praktische sector oriëntatie’ in de onderbouw. In de bovenbouw van het vmbo

wordt op twee locaties onderwijs gegeven: de locatie van Iddekingeweg met

techniek breed, grafimedia (niveau bb en kb) en vmbo-tl en op de locatie van

Schendelstraat met zorg en welzijn,consumptief en commerciële/administratieve

dienstverlening (niveau bb en kb). De tl-leerlingen kunnen kiezen voor de

mbo-stroom of de havo-stroom. In de mbo-stroom is er een speciaal programma

voor loopbaanoriëntatie op een grote verscheidenheid aan Noorderpoort

opleidingen. In de havo- stroom volgen de leerlingen een extra vak en is er

extra aandacht voor wiskunde. Ook kunnen leerlingen kiezen voor de tl-richting

Kunst en Media. Deze richting biedt leerlingen een kans zich inhoudelijk voor

te bereiden op de mbo-opleidingen in de richting van kunst en media, vrije tijd

en welzijn, en biedt tevens aansluiting op de een beperkt aantal profielen op

de havo. Het Zernike College streeft naar een doorstroom van ca. 20% van

vmbo-tl naar de havo en ca. 75 % naar het Noorderpoort mbo. Daartoe volgen

leerlingen basisberoeps- en kaderberoepslessen in het mbo, onder andere die

van Techniek en Zorg en Welzijn. De directie van de bovenbouw heeft voor de

komende jaren de ambitie om de doorgaande leerlijnen kwalitatief verder uit

te bouwen. Concreet streeft men naar een score van een acht op dit item in

Page 22: Schoolplan 2011 - 2014

22

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

het leerlingentevredenheidsonderzoek onder derde klasleerlingen en onder

afgestudeerden die in het mbo of op de havo zitten.

In de bovenbouwlocatie van Haren geven we havo- en atheneum-onderwijs.

Er zijn twee stromen: het studiehuis voor havo en atheneum en de Montessori-

opleiding havo en atheneum. Deze opleiding is gestart in augustus 2009 en sluit

aan op de Montessori juniorlocatie Helperbrink uit de stad Groningen. De keuze

voor één van de vier profielen in de bovenbouw vindt plaats aan het eind van

het derde leerjaar van de juniorlocatie. Daarmee hebben we een uniek aanbod

van voortgezet onderwijs in Groningen en Drenthe. Veel leerlingen kiezen

het profiel economie en maatschappij. We willen met de specifieke aandacht

voor cultuur in de school en het technasium de focus van de leerlingen ook

op het cultuurprofiel25 en de beide natuurprofielen richten, zonder het belang

van het em-profiel te verwaarlozen. Van de bovenbouwleerlingen is 70%26

tot nu toe tevreden over de aansluiting onderbouw-bovenbouw. Dat vinden

we onvoldoende. We willen dat tenminste 80% van de leerlingen tevreden

is. De grootte van de bovenbouw maakt het mogelijk dat leerlingen uit veel

vakkencombinaties kunnen kiezen. Daarnaast is er een groot aanbod van

keuzevakken. Dat past bij onze visie op kansen en kiezen. De doorstroom in

het vmbo zonder uitval of afstroom is voldoende, maar de onvertraagde route

naar het diploma vanaf het derde jaar in het havo en atheneum is onvoldoende

volgens de normen van de inspectie27. Dat wordt veroorzaakt door zittenblijven

en afstromen in de verschillende leerjaren. In de schoolplanperiode doen we

gericht onderzoek naar deze problematiek. Ondanks deze negatieve score

benadrukt het Zernike College dat het behalen van het diploma net zo belangrijk

is als het tempo waarin dat gebeurt.

3. Ruimte voor uitblinken op het Zernike CollegeHet Zernike College heeft als scholengemeenschap de status van cultuurprofiel-

school28. Op elke locatie besteden we in elke klas veel aandacht aan cultuur in

het reguliere onderwijsprogramma. We doen mee aan het project ‘cultuur in

25) Zie bijlage visie Zernike College als cultuurprofielschool “Mijn viool voelt lichtblauw”.

26) Resultaat uit langjarig onderzoek van het Zernike naar tevredenheid van bovenbouwleerlingen

27) Op de website van de inspectie www.onderwijsinspectie.nl van het onderwijs zijn de resultaten van

het Zernike College op de vier opbrengsten te lezen.

28) De directeur van de locatie Helperbrink maakt deel uit van het Landelijk Bestuur Cultuurprofielscholen.

Page 23: Schoolplan 2011 - 2014

23

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

de spiegel’ samen met de RUG. Samen met een tiental scholen voor primair

en voortgezet onderwijs in Rotterdam en Groningen experimenteren we met

verschillende vormen van cultuuronderwijs. Het resultaat zal een doorlopende

leerlijn cultuuronderwijs zijn. Het Zernike College is in 2010 begonnen met

het scholierentheaterfestival. Dit initiatief zal verder uitgebouwd worden met

de andere deelnemende scholen. De jaarlijkse cultuurmarathon is een uniek

programma in het voorjaar. Leerlingen werken samen in workshops cultuur,

sport, creativiteit en zorgen voor een unieke belevenis in de school. Ook

muziektalenten komen aan hun trekken op het Zernike College. We werken

samen met het conservatorium in de stad Groningen en scouten talenten voor

de vooropleiding. Bovendien hebben we het hele jaar verschillende podia waarop

producties getoond worden. De Zernike XXL-band is een bijzondere groep

wisselende muzikanten, die het beste van eigentijdse muziek laat horen.

De school heeft tevens de LOOT-status. Leerlingen met een door NOC*NSF en

sportbonden erkend sporttalent hebben op het Zernike College de mogelijkheid

om sport met school te combineren. Elke leerling krijgt een sportmentor. Hij

begeleidt de leerling met het afstemmen van school en sport. We starten in

het eerste jaar van twee juniorcolleges met hockeyfaciliteiten. Leerlingen,

die voldoen aan de criteria ‘districttalent’ 29 van de hockeybond, krijgen drie

keer per week van professionele trainers training onder schooltijd. Zij kunnen

doorgroeien als talenten met de LOOT-status. De brede hockeyklas ook met

LOOT-leerlingen van andere scholen gaat nog twee jaar door. We maken met

het Werkman College, dat ook de status heeft van LOOT-school, afspraken

over publiciteit en speciale projecten. We willen in de schoolplanperiode extra

initiatieven nemen om te voldoen aan de nieuwe eisen30 van de stichting LOOT

om de LOOT-status te behouden. Leerlingen die uitblinken in leren kunnen

ook terecht op het Zernike College. Op het juniorcollege in Zuidlaren en de

locatie Westerse Drift in Haren hebben we de stroom ‘atheneum-extra’ en

atheneumplus. Leerlingen komen hier aan hun trekken met verdieping en

verbreding in (extra) vakken. In de bovenbouw atheneum kunnen leerlingen

kiezen voor een vervolg van de atheneumplus-opleiding. We gaan onderzoek

doen naar de relatie tussen onderwijsprestaties en excellentie op het gebied

29) 14 leerlingen geselecteerd door de KNHB, gaan in september 2010 beginnen in het eerste jaar van

de onderbouw. Het project is in nauw overleg met de ouders.

30) Vanaf 1 maart 2010 geldt het nieuwe statustoekenningssysteem van NOC*NSF. De toekenning

van de LOOT-status is hiermee gekoppeld aan de talentendatabase van NOC*NSF. De database van

NOC*NSF wordt gevuld door de sportbonden; zij leveren de namen van hun talenten aan bij NOC*NSF.

Als een leerling van een sportbond de status van [B] Belofte, [NT] Nationaal Talent of [IT] Internationaal

Talent heeft gekregen, dan komt de leerling in aanmerking voor de LOOT-faciliteiten. LOOT-faciliteiten

zijn alleen verkrijgbaar op één van de 29 LOOT-scholen.

Page 24: Schoolplan 2011 - 2014

24

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

van muziek, sport en cognitie. De onderzoekskring ‘duurzaam innoveren en

praktijkgericht onderzoek’ richt zich de komende jaren op dit onderwerp .

4. ICT en onderwijsHet Zernike College heeft op ICT-gebied een lange historie. Tien jaar geleden is

op de juniorlocatie Helperbrink gestart met een laptop-klas. Het idee was dat

we leerlingen met een eigen laptop eenvoudig konden faciliteren voor actueel

en goed onderwijs. Het idee was goed, maar de techniek was nog niet zover dat

het plan probleemloos uitgevoerd kon worden. We zijn nu een stuk verder. Er is

steeds meer digitale inhoud beschikbaar. Glasvezel31 biedt veel mogelijkheden

en capaciteit voor het onderwijs. Apparatuur is beter, betrouwbaarder en

betaalbaarder geworden. Het Zernike College is bezig met een inhaalslag van

digi-borden en lcd-schermen in de klas. De mediatheken op locaties zijn steeds

meer multimediaal uitgerust. De ontwikkeling van leermiddelen en open-source-

aanbod gaat steeds sneller. Maar vooral: de leerlingpopulatie is steeds meer aan

multimediagebruik gewend en erin getraind. De organisatie van de school en

het onderwijs kunnen niet meer zonder digitale techniek, ICT-programma’s en

professionele ICT-ondersteuning. Dat maakt ons beter, maar ook kwetsbaar.

Uit de jaarlijkse ICT-monitor 4-in-balans blijkt dat de ICT-ontwikkeling in het

VO traag verloopt. Visie, deskundigheid, digitaal leermateriaal en techniek

moet in ontwikkeling gelijk opgaan ofwel in balans zijn. Eerder was de

ontwikkeling op veel scholen techniek gedreven, nu is het noodzaak om dat

vanuit een onderwijskundige visie te doen. Ook op het Zernike stagneert

de doorontwikkeling in de breedte. Er zijn grote verschillen in inzet van ICT

middelen tussen vaksecties vast te stellen. Uit de ICT monitor blijkt dat voor een

verdere implementatie een belangrijke rol is weggelegd bij de schoolleiding. Zij

moet als geen ander op de hoogte zijn van de onderwijskundige mogelijkheden

die het gevolg zijn van de stand van de techniek. Verwacht mag worden dat

binnen vier jaar leerlingen allemaal zelf een draagbaar elektronisch apparaat

bezitten. Nu al geven leerlingen in de bovenbouw havo/atheneum aan dat het

schoolse en thuis leren via de inzet van de elektronische leeromgeving (elo) met

elkaar verbonden moet worden.

Het Zernike College gebruikt ‘It’s Learning’ als elektronische leeromgeving.

Het is een geschikt platform waar digitaal leermiddelen kunnen worden

aangeboden. Docenten en leerlingen kunnen op dat platform eenvoudig

met elkaar communiceren. Het daadwerkelijk gebruik zal in de praktijk flink

31) Het project Edugl@s van de gemeente Groningen voorziet in de aansluiting op glasvezel van alle

scholen in de stad en directe omgeving.

Page 25: Schoolplan 2011 - 2014

25

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

gestimuleerd moeten worden. We verwachten dat we lesuitval vanwege ziekte

beter kunnen opvangen met gedigitaliseerd lesmateriaal. Bovendien hoeft

bij ziekte van leerlingen geen achterstand te ontstaan. Er kan eenvoudig

gecommuniceerd worden door docenten en (mede)leerlingen. Ouders hebben

toegang tot de studieresultaten van hun kind via Magister. Het Zernike College

vindt dat ICT niet in de plaats kan komen te staan van de docent. Het directe

contact van de docent met de leerling en de waarde van de sociale interactie

in de klas zijn en blijven zeer waardevol voor het plezier en leerprestaties van

leerlingen. Een belangrijk aandachtspunt is het gebruik van digitale middelen

door de docent. Op dit moment is dat nog onvoldoende om de ICT-ambities te

kunnen waarmaken. Het schoolbestuur wil gaan investeren in ICT als middel

voor onderwijsvernieuwing en het onderwijs beter te laten aansluiten bij de

veranderende samenleving. Het Zernike College zal zeker gebruik maken van

deze investeringen.

Jaarlijks investeert de school grote bedragen in werkboeken. Er zijn scholen

die het schoolboeken- en werkboekenbeleid drastisch omgooien. Werkboeken

worden vervangen door werkbladen die ook via scholennetwerken op dit

moment op verschillende plaatsen ontwikkeld worden. Het is waarschijnlijk ook

juridisch mogelijk om bestaande werkboeken per leerling (voor eigen gebruik)

te digitaliseren mits er een papieren versie (onbeschreven) op de achtergrond

aanwezig is. In de schoolplanperiode willen we het jaarlijks vervangen van

werkboeken drastisch terugbrengen door o.a. de inzet van digitale werkbladen

of gedigitaliseerde werkboeken.

In de schoolplanperiode beginnen we met een pilot met I-pad en/of e-reader

om leermiddelen (teksten, opdrachten, diagnostische toetsen) digitaal aan te

bieden. Deze pilot zal duidelijk moeten maken wat de voor- en nadelen zijn van

digitalisering van leermiddelen.

5. ZorgPassend onderwijs staat voor de deur32. Het Zernike College speelt daar al op in

door het toelaten van leerlingen met een ‘beperking’ en ‘bijzondere talenten’33 in

het reguliere onderwijs. We ontwikkelen samen met het samenwerkingsverband,

externe partners in de zorg en ouders een realistisch zorgprofiel voor de

school. We streven naar een pedagogisch- didactische omgeving waarin

32) De verwachting is dat per augustus 2012 de zorgplicht wettelijk is geregeld.

33) Op de locatie Harm Jan Zondag worden leerlingen toegelaten met gedragspsychiatrische

problematiek en cognitieve vermogens op havo en atheneum niveau. Het doel is dat deze leerlingen

in de bovenbouw een regulier havo of atheneum diploma halen.

Page 26: Schoolplan 2011 - 2014

26

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

verschillen tussen leerlingen geen belemmering zijn. Zorg vindt vooral in de

klas plaats als onderdeel van het onderwijs. Het klassenmanagement van

de docent is een belangrijke sleutel voor succes. Het Zernike College heeft

daarnaast zorgcoördinatie op elke locatie en zorgadviesteams per gemeente.

De medewerkers van het zorgcentrum bieden extra zorg voor leerlingen, die

dat nodig hebben. De toename van de zorgproblematiek van leerlingen in de

school betekent dat er meer geïnvesteerd moet gaan worden in de kennis

en vaardigheden van de medewerkers. Het individuele handelingsplan en de

persoonlijke begeleiding van de leerling zijn belangrijke instrumenten om

adequate zorg voor de leerlingen te bieden. Het beschikbare budget34 uit de

rugzakgelden en zorggelden van het samenwerkingsverband wordt vooral

ingezet in individuele begeleiding, professionele ondersteuning, klassengrootte

en tijdelijke plaatsing bij Rebound. De gelden voor leerwegondersteuning zitten

vooral in kleinere klassen en in het maken en/of gebruiken van individuele

handelingsplannen. Het speerpuntgeld van het samenwerkingsverband gaat

naar het beleid ‘gezonde en veilige school’ op de locaties, aandacht voor dyslexie

en extra ZAT-bijeenkomsten. De school is aangesloten op de verwijsindex

Zorg voor Jeugd Groningen en Drenthe. Dit is een digitaal systeem waarmee

problemen bij kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar vroegtijdig kunnen worden

gesignaleerd en waarbij de hulpverlening goed op elkaar kan worden afgestemd.

Het zorgbeleid van het Zernike College is in een apart zorgplan verwoord (zie

ook de bijlage).

6. DecanaatDe school heeft de keuze gemaakt voor een decanaat met professioneel

opgeleide studie- en beroepskeuzebegeleiders. Zij ondersteunen de mentoren

in de school bij de begeleiding van de leerlingen. In bijzondere gevallen

ondersteunt het decanaat de leerling zelf en is er overleg met de ouders. In de

onderbouw gaat het vooral om de voorbereiding op de sectorkeuze van het

vmbo en de profielkeuze van havo en atheneum. In de bovenbouw gaat het om

hulp bij de studie- en beroepskeuze, studiefinanciering, inschrijven bij DUO35 of

een jaar studeren en/of werken in het buitenland.

Strategischedoelenonderwijs

1. De Montessori-opleiding in de bovenbouw van havo en atheneum is

ontwikkeld en in uitvoering.

34) Zie schoolplan hoofdstuk 6, paragraaf 2 financiën.

35) DUO is Dienst Uitvoering Onderwijs (voormalige IBG-groep)

Page 27: Schoolplan 2011 - 2014

27

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

2. De maatschappelijke stage is belangrijk voor het werken aan actief

burgerschap. Daarom is op alle juniorlocaties en voor alle onderwijssoorten

van het Zernike College de maatschappelijke stage ingevoerd.

3. De school wil een betere aansluiting tussen onder- en bovenbouw. Daarom

geeft een aantal docenten van de bovenbouw ook een aantal lessen in jaar 3

van de onderbouw.

4. Voor een betere aansluiting tussen onder- en bovenbouw is de toetsstof in

het tweede deel van jaar drie van de onderbouw qua omvang vergelijkbaar

met de eerste helft van het vierde jaar van de bovenbouw.

5. Om het cultuurprofiel van de school verder te ontwikkelen beschikt de school

over een doorlopende leerlijn in het cultuurprogramma.

6. Om de doorstroomresultaten vanaf het derde leerjaar naar het eindexamen

van havo en atheneum op voldoende niveau te brengen doet de school

gericht onderzoek naar de oorzaken van zittenblijven en afstromen vanaf het

derde leerjaar.

7. De school wil de LOOT-status behouden volgens de nieuwe normen van de

Stichting LOOT.

8. De school doet onderzoek naar de relatie tussen excellentie en

schoolprestaties.

9. De school wil dat docenten het gebruik van ICT integreren in hun

werkzaamheden. Elke docent is actief op de elektronische leeromgeving van

It’s Learning.

10. De school wil dat het management de brede inzet van ICT kan sturen en

begeleiden. Daar is het nodig dat alle leden van het management goed op

de hoogte zijn van ICT-ontwikkelingen in het vo.

11. De school wil dat alle docenten zich bekwamen in het gebruik van

ICT-middelen. Daarom moet elke docent in de gelegenheid zijn gesteld

didactische scholing te volgen op ICT-gebied.

12. De school wil onderzoeken op welke wijze leermiddelen digitaal kunnen

worden aangeboden. Daarom wordt een pilot met het aanbieden van

leermiddelen met een e-book/i-pad uitgevoerd en geëvalueerd.

13. De school wil leerlingen met zorgproblematiek zoveel mogelijk in het

onderwijs een plek geven. De school streeft daarom naar maatwerk

bij de doorstroom naar de bovenbouw.

14. De school wil dat tl-leerlingen ook een reëel perspectief hebben op

doorstroom naar het havo. De school streeft daarom naar een doorstroom

van minimaal 20% vmbo-tl naar het havo.

15. De school wil naar vermogen voldoen aan de eisen van passend onderwijs.

De school ontwikkelt daarom i.s.m. het samenwerkingsverband een

zorgprofiel voor het Zernike algemeen en per locatie met inbreng van

ouders.

Page 28: Schoolplan 2011 - 2014

28

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

16. De school voldoet aan de wettelijke regeling inzake onderwijstijd.

De school overlegt daarom met ouders en leerlingen jaarlijks over de wijze

waarop de wettelijk geregelde onderwijstijd op het Zernike op een zinvolle

wijze wordt ingevuld.

Page 29: Schoolplan 2011 - 2014

29

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Hoofdstuk 4 Kwaliteitsbeleid

1. Kwaliteit en kwaliteitszorgHet Zernike College hoort bij de beste scholen van het voortgezet onderwijs in

Noord-Nederland36. Met het programma ‘vensters voor verantwoording’ kunnen

we volgen of we die positie ook blijven waarmaken. De belangrijkste maatstaf

voor ons is dat leerlingen, ouders en medewerkers tevreden zijn over het

onderwijs en de school als arbeidsorganisatie. Iedere twee jaar zal als onderdeel

van het kwaliteitsbeleid de tevredenheid van leerlingen, medewerkers en ouders

worden onderzocht. De resultaten daarvan zijn een belangrijke input voor (het

wijzigen van) doelstellingen en het jaarplan.

De doelen van de school en de prestaties van leerlingen zijn heel belangrijk.

Maar er is meer: plezier in school, motivatie, veiligheid en betrokkenheid zijn net

zo belangrijk. Leerlingen brengen in een belangrijke ontwikkelingsfase van hun

leven veel tijd op school door. In deze fase leggen leerlingen de basis voor hun

toekomst. De kwaliteit van de school is dat we oog hebben voor een ieder, voor

beperkingen en talenten én verschillen waarderen. Het openbare karakter van

onze school komt daarin naar voren. Wij willen dat iedere leerling zich veilig en

thuis voelt op het Zernike. Bij kwaliteitszorg moet het altijd gaan om de vraag:

wat merkt de leerling ervan, wordt het leren van de leerling erdoor verbeterd?

Het Zernike College vindt het belangrijkste in kwaliteitszorg37 dat we doen wat

we beloven. Daar willen we aan gehouden worden.

36) Uit de recente gegevens van de onderwijsinspectie en dagblad Trouw valt af te leiden dat het

Zernike op de vier door de inspectie belangrijk geachte opbrengsten (doorstroom onderbouw,

doorstroom bovenbouw, verschil schoolexamen en centraal examen en gemiddeld resultaat centraal

examen) bij de beste tien vergelijkbare scholen in het Noorden hoort.

37) In kwaliteitszorg gaat om het verbeteren, borgen en verantwoorden van kwaliteit in het primaire

proces, het onderwijs, de zorg voor leerlingen en alle ondersteunende processen. We doen dat

in samenspraak met leerlingen, ouders, externe partners en overheid. We werken doelgericht en

integraal, cyclisch en systematisch aan kwaliteit.

Page 30: Schoolplan 2011 - 2014

30

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

2. Externe kwaliteitszorgDe onderwijsinspectie ziet namens de overheid toe op de kwaliteit van ons

onderwijs. Dat toezicht is risicogericht: scholen met veel risico’s krijgen meer

toezicht, scholen met minder risico’s minder. Het risicoprofiel wordt bepaald op

basis van opbrengsten, schooldocumenten en signalen uit de omgeving van de

school. De inspectie kijkt niet in de eerste plaats naar de school of de vestiging

als geheel, maar naar de opbrengsten per onderwijssoort (de leerwegen

binnen het vmbo, het havo en het atheneum). Alle onderwijssoorten van het

Zernike College vallen onder het basistoezicht38. En dat willen we zo houden.

De Montessori-opleiding van het Zernike College is lid van de landelijk vereniging

van Montessori-scholen (CVMO). De vereniging visiteert regelmatig de scholen

en houdt zo vinger aan de pols van het Montessori-onderwijs. De Montessori-

bovenbouw van het Zernike zal in de schoolplanperiode worden gevisiteerd.

Ook het technasium wordt extern geauditeerd. Om de vier jaar vindt dit traject

plaats op basis waarvan het predikaat ‘technasium’ voor vier jaar wordt verleend.

3. Interne kwaliteitszorgHet draagvlak voor kwaliteitszorg is de laatste jaren in de school steeds meer

ontstaan. Kwaliteitszorg is een gedeelde verantwoordelijkheid in de school:

kerndirectie, teamleider, docent, ondersteunend personeel. Ieder heeft zijn rol.

In het jaarplan omschrijven we per vestiging de concrete doelen, werkwijzen en

verwachte resultaten. En in het jaarverslag leggen we verantwoording af van wat

we bereikt hebben.

Bovenschools maken we jaarlijks een programma kwaliteitszorg. Daarin staan

de activiteiten van kwaliteitszorg die we op alle vestigingen doen. Het Zernike

College gaat meedoen met het systeem ‘vensters voor verantwoording’.

De grote sprong voorwaarts is dat we met dit systeem op de belangrijkste

thema’s (onderwijs, kwaliteit, personeel) actuele en transparante informatie

over opbrengsten bieden. We kunnen ontwikkelingen zien door de jaren

heen en we kunnen vergeleken worden met collega-scholen. De dialoog

met leerlingen, ouders, externe partners en overheid over deze gegevens

vinden we het belangrijkst. De huidige onderzoeken naar tevredenheid

van leerlingen, personeel en ouders kunnen we in dit systeem inpassen.

Zo leggen we verantwoording af over wat we doen. Het Zernike College heeft

38) Zie www.onderwijsinspectie.nl of site www.zernike.nl voor de actuele opbrengstenkaart van het

Zernike College.

Page 31: Schoolplan 2011 - 2014

31

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

de afgelopen jaren ervaring opgedaan met zelfevaluatie en auditing.

We maken gebruik van de vo-spiegel om onderzoeksgegevens te verzamelen.

In de schoolplanperiode willen we hiermee verder gaan, zodat tussen

locaties een cultuur van collegiale visitatie gaat ontstaan. De kwaliteit van de

administratieve ondersteuning van het onderwijs hangt in belangrijke mate

af van de kwaliteit van de ICT-programma’s. Ouders, leerlingen en docenten

moeten op elk gewenst moment inzage hebben in de studieresultaten. En het

systeem moet managementinformatie kunnen genereren bijvoorbeeld op het

terrein van in-, door- en uitstroom. Het op orde hebben van deze systemen

is voor het Zernike College een belangrijke prioriteit. Aan het einde van de

schoolplanperiode zal een evaluatie plaatsvinden van het schoolplan.

4. Inhoudelijke accentenEen door de staatssecretaris ingestelde Expertgroep39 pleit voor voorgeschreven

tussenniveaus voor taal en rekenen tijdens de hele schoolcarrière van leerlingen

in het Nederlandse onderwijs. Jongeren die het mbo en hbo binnenstromen

blijken op dit moment veel moeite te hebben met lezen, spellen en rekenen.

De kansen van leerlingen op een optimale schoolloopbaan worden vergroot als

ze minimunniveaus voor taal en rekenen beheersen. Daarom willen we beleid

ontwikkelen – zeker voor de onderbouw van het vmbo – om extra aandacht

voor taal te integreren in het onderwijs. De locaties Helperbrink en HJZ nemen

hierin het voortouw. Hetzelfde geldt voor de rekenvaardigheden. Vanaf 201340

moet elke vo-leerling tijdens het eindexamen een vaardigheidsproef doen

in rekenen. We maken een programma voor rekenen dat de leerlingen goed

voorbereidt op de landelijke referentieniveaus. Het Zernike College heeft

eerder al de overgangsnormen in de onderbouw aangescherpt in verband met

de nieuwe exameneisen voor de kernvakken Engels, Nederlands en wiskunde.

In de schoolplanperiode moeten leerlingen van de bovenbouw gemiddeld

een voldoende halen voor het centraal examen en mogen zij maximaal één

onvoldoende halen op de vakken Engels, Nederlands of wiskunde. In het laatste

jaar van de schoolplanperiode zal de rekentoets als onderdeel van het centraal

examen worden ingevoerd.

39) De expertgroep taal en rekenen o.v.v. voormalig hoofdinspecteur van het voortgezet onderwijs

Hein Meijerink heeft in 2008 het advies ‘over de drempels met taal en rekenen’ uitgebracht aan de

staatsecretaris van Bijsterveldt.

40) Het min. van OCW heeft voor taal en rekenen per wet referentieniveaus per schoolsoort

vastgesteld, die gelden vanaf augustus 2010. Eindexamenleerlingen van het schooljaar 2013 - 2014 gaan

voor het eerst de rekentoets als onderdeel van het examen afleggen.

Page 32: Schoolplan 2011 - 2014

32

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Strategischedoelenkwaliteit

1. De school wil voldoen aan de inspectienormen van doorstroom in de

onderbouw.

2. Elke locatie werkt eigen standaard uit van kwaliteit in lessen (structuur,

didactiek, pedagogiek, inhoud).

3. De school wil de aansluiting tussen de eigen onder- en bovenbouw op een

goede manier organiseren. De school stelt zich ten doel dat 80% van de

leerlingen in het vierde jaar van de bovenbouw tevreden is over deze

aansluiting.

4. De school wil met behulp van het schoolplan, jaarplan en jaarverslag meer

samenhang realiseren tussen de beleidsterreinen onderwijs, personeel,

kwaliteit en organisatie.

5. De school wil systematisch aandacht voor kwaliteitszorg op de school.

Daarom wordt voor het Zernike College – eerst centraal en later op de

locaties - het systeem van kwaliteitszorg met behulp van ‘vensters voor

verantwoording’ ingevoerd. Daarnaast werkt de school met zelfevaluatie,

collegiale visitatie en de vo-spiegel.

6. De school wil actief in gesprek met ouders, leerlingen en personeel over

de kwaliteit van het onderwijs van het Zernike College. Daarom organiseert

de school één keer per schooljaar een dialoog over kwaliteit van de school

op basis van de gegevens uit het systeem ‘vensters voor verantwoording’.

7. De school wil goed contact met de scholen van het basisonderwijs door

te investeren in warme overdracht bij de overgang van leerlingen van het

basisonderwijs naar voortgezet onderwijs.

8. De school wil een positief resultaat bereiken met de externe visitatie van

de Montessori-opleiding in de bovenbouw door het CVMO op basis van

interne zelfevaluatie en auditing.

9. De school wil voldoen aan de nieuwe referentieniveaus van taal en rekenen.

Daarom ontwikkelt de school een taalprogramma en een programma ter

voorbereiding op de rekentoets als onderdeel van het examen 2013 - 2014.

10. De school wil leerlingen op het juiste niveau plaatsen in jaar drie. Daarom

doet de school onderzoek naar de relatie tussen advies basisschool, citoscore

en plaatsing in jaar drie.

11. De school wil een positief resultaat op de technasiumaudit realiseren op

basis waarvan verlenging van het predikaat ‘technasium’ wordt verkregen.

12. De doelen van het schoolplan worden op het eind van de schoolplanperiode

geëvalueerd.

Page 33: Schoolplan 2011 - 2014

33

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Hoofdstuk 5 Personeelsbeleid

1. De docent centraalDe missie van het Zernike College ‘Eigenwijs onderwijs, de school als

ontdekkingsreis’ is er voor de leerlingen en voor de medewerkers. Er is ruimte

voor innoveren en experimenteren met nieuwe onderwijsvormen, er is ruimte

voor onderzoek en talentontwikkeling. Het Zernike College wil in de schoolplan-

periode zijn marktaandeel behouden en versterken. Dat betekent dat het

onderwijsaanbod in alle opzichten aantrekkelijk, van hoge kwaliteit en divers

moet zijn voor de leerlingen. De verschillende profielen van de juniorlocaties

en het onderscheid tussen junior- en bovenbouwlocatie maken dit mogelijk.

De leerlingprognose laat zien dat we in de schoolplanperiode een lichte groei

doormaken en stabiliseren op 3050 leerlingen. Daarnaast verwachten we

dat de financiële situatie niet rooskleurig zal zijn vanwege bezuinigingen,

stijgende personele lasten en tekorten op stichtingsniveau. Dit betekent dat

we een behoedzaam aanstellingsbeleid moeten voeren, meer met tijdelijke

contracten moeten werken en goed zicht moeten hebben op de kwantitatieve

en kwalitatieve ontwikkeling van het personeelsbestand. Het Zernike College

wil ondanks deze tegenwind een aantrekkelijk werkgever blijven voor de

medewerkers.

Goed onderwijs staat voor het Zernike College gelijk aan goede docenten.

Verschillen tussen medewerkers zijn een belangrijke uitgangspunt en

inspiratiebron voor personeelsbeleid. De rol van het ondersteunend personeel in

de school is van cruciaal belang en wordt vaak onderschat. Het Zernike College

vindt dat niet terecht. Op het Zernike College zijn zij een essentiële schakel in

de kwaliteit van de organisatie en de ondersteuning van de docenten en het

onderwijs. Conciërges, mediathecarissen en administratieve medewerkers

vervullen ook een belangrijke rol in de pedagogische relatie met de leerlingen.

Het Zernike College biedt een veilige en persoonlijke leeromgeving van hoge

kwaliteit. Docenten moedigen leerlingen aan om hun talenten maximaal te

ontwikkelen en om optimale prestaties te leveren. Dit betekent dat we moeten

inzetten op het verder scholen en professionaliseren van de medewerkers:

Page 34: Schoolplan 2011 - 2014

34

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

onderwijsondersteunend personeel, docenten en management. Dit maakt van

het Zernike College een aantrekkelijke arbeidsorganisatie. En dat is belangrijk

in een tijd waar de arbeidsmarkt voor onderwijspersoneel steeds meer onder

druk komt te staan. In het convenant ‘leerkracht’ zijn tussen de sociale partners

afspraken gemaakt om het beroep van docent aantrekkelijker te maken (zie

paragraaf 4). Het investeren in docenten door opleiding (op allerlei niveaus)

is daarom van groot belang. Het Zernike College is samen met de andere

drie Groningse openbare scholen voor voortgezet onderwijs geaccrediteerd

als academische opleidingsschool. Samen met de RUG en de NHL wordt het

opleiden van nieuwe docenten verbonden met het doen van praktijkgericht

onderzoek. Zo kunnen we onderwijsinnovatie beter verantwoorden en borgen in

de school. En we verwachten dat we op deze manier toekomstige medewerkers

meer kunnen boeien en beter aan ons kunnen binden.

2. Actief taakbeleidUit het onderzoek naar tevredenheid van medewerkers van het Zernike als

arbeidsorganisatie41 bleek dat 90% tevreden is over de school: de school krijgt

een dikke zeven! Per locatie zijn speerpunten opgesteld, die in het jaarplan van

de school terug te zien zullen zijn.

De informatievoorziening, de werkdruk en de gesprekscyclus zijn onderwerpen

die in het onderzoek Zernikebreed naar voren zijn gebracht als knelpunten.

De informatievoorziening zal per locatie worden verbeterd door bijvoorbeeld

digitale wekelijkse nieuwsbrieven voor medewerkers. De gesprekscyclus tussen

leidinggevende en docenten zal worden ingevoerd. We streven naar een jaarlijks

voortgang/popgesprek. Een belangrijk instrument om de werkdruk aan te

pakken is het taakbeleid. Onder taakbeleid verstaan we de optimale afstemming

tussen het takenpakket van de school en de capaciteiten en de beschikbare tijd

van de medewerkers. Zo willen we de organisatiedoelen van de school en de

ontwikkelingsdoelen van het individuele personeelslid realiseren. Taakbeleid is

vooral een verdelingsvraagstuk van middelen van de school. We kunnen daarom

niet alle ambities realiseren en moeten keuzes maken. De middelen worden

steeds schaarser, bijvoorbeeld omdat niet alle financiële consequenties van

de CAO in de bekostiging worden meegenomen. Ook worden middelen steeds

vaker weggezet in kortlopende projecten. In het onderzoek naar tevredenheid

van medewerkers van 2009 kwam naar voren dat iets meer dan 40% van de

41) In december 2009 is een onderzoek naar tevredenheid onder medewerkers over het Zernike als

arbeidsorganisatie gehouden. De respons bedroeg 64%. De resultaten zijn verwerkt i.s.m. het bureau

Gamma van de RUG.

Page 35: Schoolplan 2011 - 2014

35

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

medewerkers ontevreden is over de werkdruk42 op school. Hetzelfde onderzoek

laat ook zien dat medewerkers tevreden zijn over regelmogelijkheden en

afwisseling in het werk. Dat zijn twee aspecten die bij afwezigheid juist veel

werkdruk verklaren. De piekdrukte en de volle klassen lijken de belangrijkste

redenen. Het verzuimpercentage ligt iets boven de 5% en dat vinden we

aanvaardbaar. In de gesprekscyclus tussen leidinggevende en docenten

besteden we aandacht aan de beleving van de werkdruk van elke medewerker,

vooral wanneer er een vermoeden is van disbalans tussen draagkracht en

draaglast, bijvoorbeeld bij een hoge verzuimfrequentie. Op dit onderwerp

wordt nauw samengewerkt met de arbodienst. In het debat over taakbeleid

met medewerkers kwam duidelijk naar voren dat men centraal vastgesteld

en transparant taakbeleid op Zernike-niveau ondersteunt. Het is de uitdaging

aan het management een taakbeleid43 te ontwikkelen waar de belangen van

medewerker en van de organisatie goed op elkaar zijn afgestemd. Het taakbeleid

kent een viertal onderdelen die in samenhang zijn uitgewerkt:

• taakomvangbeleid: omschrijving van de taken en de daarvoor beschikbare

financiën, vertaald in formatieruimte,

• taakverdelingsbeleid: de criteria voor de evenwichtige verdeling van taken

over medewerkers,

• taakbelastingbeleid: algemene maatregelen voor optimalisering van het

werkklimaat, gericht op doelgroepen,

• belastbaarheidbeleid: specifieke maatregelen voor optimalisering van het

werkklimaat, rekening houdend met individuele factoren.

Het taakbeleid is een belangrijk sturingsmiddel voor onderwijsuitvoering en

ontwikkeling. Het Zernike College wil daarom de regie houden over het eigen

taakbeleid van de school op basis van de visie van de school, de leerlingaantallen

en bestuurlijke afspraken.

3. ProfessionaliseringHet Zernike College wil een lerende organisatie zijn. Zo’n organisatie is typerend

voor professionals. Op het Zernike besteedt een grote meerderheid van

docenten een aantal dagen per jaar aan deskundigheidsbevordering. Dit betreft

42) De bonden hebben in 2010 een enquête uitgevoerd i.v.m. de werkdruk. 67% van de respondenten

kiest voor het vastleggen van de lessentaak in de CAO. De afspraak met de VO-raad is dat deze uitkomst

in de nieuwe cao van het VO wordt vastgelegd.

43) Jaarlijks stelt het Zernike het formatieplan en het taakbeleid vast voor het kalenderjaar i.o.m.

beleidsgroep en mr.

Page 36: Schoolplan 2011 - 2014

36

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

vooral korte cursussen en training. Daarnaast besteden docenten ook veel tijd

aan deskundigheidsbevordering buiten werktijd. Het Zernike streeft er naar

dat een medewerker jaarlijks gemiddeld tien dagdelen besteedt aan scholing

en deskundigheidsbevordering. In het bekwaamheidsdossier wordt jaarlijks

opgenomen waar deze tijd aan besteed is44.

Een voorwaarde voor het leren van docenten is dat de schoolleiding van het

Zernike College en de medewerkers nut en noodzaak van professionalisering

zien. Dat geldt zeker voor het zogenaamde informele leren. Leren op de

werkplek vraagt om medewerkers die in staat zijn en bereid zijn om te leren

en een werkomgeving die leren mogelijk maakt45. Zo’n leerrijke werkomgeving

is ook inspirerend voor lio’s en beginnende leerkrachten. Zij voelen zich dan

gesteund en begeleid in hun leerproces. Als academische opleidingsschool

zijn we dat aan onszelf verplicht. Tegelijkertijd kunnen we als opleidingschool

bij vacatures goed functionerende lio’s aan ons binden. Dat geeft ons een

voorsprong op scholen, die minder investeren in opleiden.

Professionaliseren is niet (alleen) een kwestie van ambitie of van wensen en

ideeën. De visie en de doelen van professionalisering worden mede ontleend

aan het werk en de ontwikkeling daarin. Docenten moeten daarbij in hun

werk de noodzaak voelen om zich te professionaliseren. Het Zernike wil

docenten stimuleren zelf onderwijsmateriaal te maken aanvullend of in plaats

van lesmateriaal uit de methode. Zo kunnen gemakkelijker vakoverstijgende

projecten gemaakt worden en is de school minder afhankelijk van de werkboeken

die bij de methoden horen. Zo hebben we ook meer grip op kwaliteit. We

activeren de kennis in school en bevorderen de samenwerking tussen docenten.

Het is belangrijk dat de ambitie om te professionaliseren gedeeld wordt, dat het

niet alleen een individuele, maar ook een collectieve ambitie is. Professionals

zijn daarin afhankelijk van elkaar. Ze zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de

kwaliteit en kunnen elkaar daarop aanspreken. Het Zernike College wil docenten

stimuleren in een team vast te stellen wat de doelstellingen en knelpunten

zijn in professionalisering. Als daarover duidelijke afspraken bestaan kunnen

collega’s elkaar ook daarop aanspreken. Het Zernike College wil het gewenste

professioneel gedrag en de daarbij behorende kwaliteiten concreet benoemen

en vastleggen. Wij willen ook benoemen wat we waarderen in professionaliteit

van de medewerker. Dit doen we in de gesprekscyclus, bijvoorbeeld met behulp

van de competentiekaart. Openheid en communicatie over de gebieden waarop

een leraar het goed doet en over zijn individuele kwaliteiten, zijn belangrijk.

44) Volgens de wet BIO is de school hiertoe ook verplicht.

45) Uit onderzoek van Piety Runhaar, die bij de Universiteit van Twente is gepromoveerd op een

onderzoek naar professionalisering. Jaarlijks hebben we als Zernike College ca. 15 to 20 lio’s in huis,

naast minoren en ander kortlopende stages van HBO en universiteit.

Page 37: Schoolplan 2011 - 2014

37

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Dat kunnen we realiseren door docenten te beoordelen op basis van

professionele bekwaamheidseisen. Docenten die zich positief onderscheiden

willen we daarvoor belonen, bijvoorbeeld door middel van extra cursussen,

ontwikkeltaken of een studiereis. Professionalisering gaat ook over het

management46 van de school. Leidinggeven vereist bekwaamheden die niet

alleen al doende geleerd worden, maar waar ook in geschoold moet worden.

Het Zernike College wil vooral op het terrein van de gesprekscyclus in de

schoolplanperiode een grote stap maken. Het voeren van voortgangsgesprekken

en het uiteindelijk beoordelen van medewerkers moeten een normale gang van

zaken worden in de school.

4. Functiemix en entreerechtHet Zernike College is eraan gehouden de ‘functiemix‘ in te voeren. De

‘functiemix’ is de verdeling van leraren (in voltijdbanen, fte’s) over de

verschillende salarisschalen. Schoolbesturen krijgen extra geld van het

ministerie om leraren promotie te kunnen geven naar hogere leraarsfuncties,

met bijbehorende beloning. De basis voor de promotieruimte ligt in het verschil

tussen de nulsituatie in 2008 en de streefsituatie in 2011 en 2014. Het gaat

in deze maatregel uitsluitend om docentfuncties. Op bestuursniveau is een

notitie ‘functiemix’ gemaakt, die kaders stelt voor de uitvoeringsplannen op

de scholen. Voor het Zernike College betekent het dat een inhaalslag gemaakt

moet worden. Daarmee willen we twee doelen bereiken: de kwaliteit van de

lessen krijgt een andere dimensie en de aansluiting tussen onder- en bovenbouw

verbetert. Het entreerecht is een afspraak tussen sociale partners waarin is

vastgelegd dat eerstegraders die structureel les geven in de bovenbouw van

havo of atheneum – ongeacht de omvang – in de Ld-schaal worden geplaatst.

Het Zernike College gaat er vanuit dat de financiële consequenties van de

functiemix en het entreerecht door het rijk worden vergoed. Deze maatregelen

en de consequenties zullen in een uitvoeringsplan beschreven worden. De (p)

mr is hierin de belangrijkste gesprekspartner en heeft instemmingsrecht op dit

uitvoeringsplan.

46) De teamleiders van het Zernike volgen regelmatig gezamenlijk een scholing. Het Zernike College

neemt ook deel aan het programma ‘managementoriëntatie’ van O2G2.

Page 38: Schoolplan 2011 - 2014

38

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Strategischedoelenpersoneel

1. De school wil interne onderzoekscapaciteit tot zijn beschikking hebben.

Daarom participeert de school in het traject ‘duurzaam innoveren en

praktijkgericht onderzoek’ i.s.m. NHL met als resultaat drie opgeleide docent-

onderzoekers en concrete onderzoeken naar kwaliteitsverbetering.

2. De functiemix is ingevoerd conform de cao.

3. De school wil beginnende docenten meer aandacht geven om te groeien

in het werk. Daarom is er extra contacttijd van de schoolopleiders voor de

begeleiding.

4. Permanent hoge werkdruk leidt uiteindelijk tot uitval. Het verlagen van

de werkdruk en het terugdringen van verzuimfrequentie heeft daarom hoge

prioriteit bij het vaststellen van het taakbeleid en de gesprekscyclus tussen

leidinggevende en medewerker.

5. De school wil de wet beroepen in het onderwijs (wet bio) goed uitvoeren.

Daarom wordt de gesprekscyclus tussen leidinggevende en personeel

ingevoerd. Deze cyclus bestaat uit een jaarlijks voortgangs- dan wel

popgesprek, dat is gebaseerd op basis van een door de docent gevuld

dossier.

6. De school wil dat docenten zich voortdurend blijven scholen. Dat past bij een

professionele taakopvatting. Daarom wil de school dat docenten gemiddeld

10 dagdelen op jaarbasis aan scholing en deskundigheidsbevordering

besteden. Zij leggen de resultaten vast in het eigen dossier.

7. De school wil in verband met de professionalisering van docenten

ruimte scheppen in het taakbeleid voor de ontwikkeling van lesmateriaal en

vakoverstijgende projecten.

8. De school gaat de competenties van docenten benoemen op basis van een

landelijke en bestuurlijke standaard.

9. Docenten beschrijven hun verworven competenties in het persoonsdossier.

10. Jaarlijks worden opleidingsdoelen per locatie vastgesteld als onderdeel van

het jaarplan.

Page 39: Schoolplan 2011 - 2014

39

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Hoofdstuk 6 Huisvesting, financiën en organisatie

1. HuisvestingDe keuze voor het organisatieprincipe van aparte junior- en bovenbouwlocaties

is gebaseerd op een heldere visie op onderwijs. Deze keuze maakt de organisatie

complexer, het beheer duurder en zorgt voor de inzet van meer personeel.

Huisvesting is een verantwoordelijkheid van de lokale overheid, onderhoud en

beheer is van het bestuur. Zolang de decentralisatie van huisvestingsgelden

niet is geregeld, is het Zernike College afhankelijk van de huisvestingpolitiek

van drie gemeenten. Het gaat dan vooral om gebouwen, huur en faciliteiten

voor lichamelijke opvoeding. In de schoolplanperiode staan twee grote

huisvestingprojecten centraal. De nieuwbouw van de bovenbouw van havo/

atheneum in Haren en de uitbreiding van de juniorlocatie Montessori in de stad

Groningen. Op beide locaties zijn deze projecten van groot belang omdat de

huidige huisvesting onder de maat is om de onderwijsambities waar te maken.

De recente uitbreiding van de bovenbouwlocatie Haren met vijf noodlokalen

onderstreept de noodzaak tot structurele oplossing. B&W en de raad van Haren

onderkennen de problematiek. We verwachten dat in de schoolplanperiode beide

projecten worden afgerond. Uit recent onderzoek47 komt naar voren dat het

binnenklimaat in scholen veel te wensen overlaat. Dat geldt ook voor het Zernike

College. Dit beïnvloedt prestaties van leerlingen en docenten in negatieve zin en

veroorzaakt lichamelijke klachten. Met kleine en gerichte investeringen kunnen

snel resultaten geboekt worden. Maar ook het tijdig openen van ramen en

47) Zie het rapport van de rijksbouwmeester van der Pol ‘gezond en goed:scholenbouw in

topconditie’2009

Page 40: Schoolplan 2011 - 2014

40

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

luchten van lokalen door docenten en leerlingen kan soelaas bieden.

De verwachte overdracht van het vmbo van het Noorderpoort naar de stichting

openbaar onderwijsgroep Groningen heeft ook gevolgen voor huisvesting. De

huidige gebouwen zijn in het bezit van het Noorderpoort. Beide schoolbesturen

zoeken naar een geschikte oplossing voor de huisvesting van het vmbo. De

vmbo-leerlingen en de medewerkers hebben recht op een accomodatie waar

goed beroepsonderwijs gegeven kan worden.

2. FinanciënHet Zernike College voert tot nu toe een gezond financieel beleid en is zelfs in

staat gebleken een bescheiden reserve op te bouwen. Dat is vooral te danken

aan de voortdurende groei van het aantal leerlingen. We beschouwen de

locaties niet als afzonderlijke budgeteenheden. De inkomsten worden centraal

op Zernike-niveau genomen. De uitgaven voor medewerkers beslaan circa 80

procent van de begroting. Elk jaar wordt een plan van personele inzet gemaakt

per locatie. Op basis van het profiel van de locatie en de leerlingpopulatie vindt

een verevening plaats in kosten, bijvoorbeeld door een gunstiger klassengrootte

op de ene locatie ten opzichte van de andere. Daarnaast is er een actief, centraal

taakbeleid voor de school. De kerndirectie stelt de personele inzet per locatie

vast. Op basis van dit taakbeleid en de personele inzet wordt het personele

deel van de begroting vastgesteld. Daarnaast is er het materiële deel van de

begroting. Op deze wijze neemt de kerndirectie financiële verantwoordelijkheid

voor de keuzes per locatie. Het budget voor zorg en het zorgplan worden

Zernikebreed vastgesteld. Er zijn inkomsten van het samenwerkingsverband48.

Daarnaast zijn er inkomsten uit leerwegondersteuning en uit leerlinggebonden

financiering (rugzakje). Deze gelden worden vooral gebruikt voor de individuele

coaching en begeleiding van de leerlingen op basis van een individueel

handelingsplan. Daarnaast wordt het budget gebruikt voor de inzet van

deskundigheid van medewerkers van het zorgcentrum, administratie, verkleining

van de klassen en noodzakelijke materiële aanpassingen. Het Zernike College

zet ook in op zorgcoördinatie op locatie en dyslexiebeleid. Het bestuur van de

stichting openbaar onderwijsgroep heeft de aangesloten scholen de opdracht

gegeven jaarlijks een sluitende begroting te presenteren. De reden hiervoor is

de ongunstige financiële positie van het gehele openbare onderwijs. Het Zernike

48) Op basis van het aantal vmbo-leerlingen in jaar 3 en 4 krijgt de school van het samenwerkings-

verband een bedrag voor versterking van de zorgstructuur in de school en speerpunten in de zorg.

In 2010 ging het om 24.500 euro. De inkomsten van lgf-gelden bedragen in 2011 170.000 euro.

De verwachting is dat het aantal leerlingen met lgf zal stijgen.

Page 41: Schoolplan 2011 - 2014

41

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

College verwacht voor de toekomst een ongunstig financieel beeld. Dat komt

onder andere door het niet volledig bekostigen door het rijk van cao-afspraken,

de autonome stijging van de personele lasten ten opzichte van de gemiddelde

vergoeding van personeelslasten en het wegvallen van de bekostiging

voor kwaliteitszorg. Op korte termijn zal de school een plan maken om de

oplopende tekorten van de school in de nabije toekomst weg te werken. In de

schoolplanperiode zoeken we naar mogelijkheden om inkomsten en uitgaven van

de cultuurmarathon en de internationale uitwisseling, die beide van groot belang

zijn voor het profiel van het Zernike College, met elkaar in balans te brengen.

3. OrganisatieOrganisatorische rompslomp belemmert steeds vaker het gewone lesgeven49.

De docent moet zich vooral bezig kunnen houden met het onderwijs en met

de leerlingen. Feit is dat het primaire proces steeds complexer geworden is en

niet beperkt blijft tot lesgeven. Het Zernike College maakt met actief taakbeleid

duidelijk waar de beschikbare middelen aan besteed worden. De organisatie50

van het onderwijs is op de locaties neergelegd bij teams van docenten. De teams

zijn verticaal samengesteld. Teamwork en accent op onderwijsontwikkeling

komen tegemoet aan de eis van professionalisering van de organisatie. Op

elke locatie is een deel van de donderdagmiddag vrij geroosterd voor teams,

subteams en secties. Het organisatietalent en de sturing van de teamleider

in de teams zijn twee belangrijke factoren voor het succes van de teams.

Uit het onderzoek naar tevredenheid van de medewerkers komt naar voren

dat zij tevreden zijn over deze sturing. Naast de teams zijn er subteams en

projectgroepen met specifieke ontwikkelopdrachten. Secties stellen de keuze

van lesmethoden vast. Vanaf het derde leerjaar spelen de secties een steeds

belangrijker rol in het onderwijs, vooral in de vaststelling van de doorgaande

leerlijn tussen onder- en bovenbouw en van vmbo naar havo. Deze structuur van

teams, subteams en secties zal in deze schoolplanperiode nog verder ontwikkeld

moeten worden om duidelijkheid in bevoegdheid en verantwoordelijkheid

te krijgen. Elke locatie wordt aangestuurd door de gebouwdirectie, waarin

de teamleiders met de vestigingsdirecteur zitting hebben. De kerndirectie

bestaat uit de rector met de vijf vestigingsdirecteuren, aangevuld met de

vestigingsdirecteur van de bovenbouw van het vmbo van het Noorderpoort.

Het hoofd administratie en de directiesecretaris ondersteunen dit overleg.

In de kerndirectie is sprake van portefeuilleverdeling (financiële zaken, personele

49) Belangrijkste thema uit het onderwijsdebat van de Volkskrant 2009.

50) Zie organogram Zernike College

Page 42: Schoolplan 2011 - 2014

42

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

zaken, zorg, LOOT, kwaliteitszorg, opleiding, technasium). De directiesecretaris

is belast op projectbasis met kwaliteitszorg, huisvesting (nieuwbouw) en

de stuurgroep Zernike Noorderpoort. De inspraak en medezeggenschap

is georganiseerd in de beleidsgroep en medezeggenschapsraad. De

beleidsgroep bestaat uit vertegenwoordigers van elk team en het oop, en

adviseert de kerndirectie over elk voorgenomen beleidsvoorstel, dat naar

de mr gaat. De rector overlegt elke twee maanden namens het bestuur met

de medezeggenschapsraad. De rector heeft namens de school zitting in het

overleg van rectoren, dat tweewekelijks spreekt met het CvB van de stichting.

Het Zernike zoekt actief naar verbindingen met andere openbare vo-scholen en

het stafbureau op basis van de eigen deskundigheid bv. op het terrein van ICT,

facilitair management en kwaliteitszorg.

Page 43: Schoolplan 2011 - 2014

43

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Hoofdstuk 7 locaties van het Zernike College

Locatie Helperbrink Montessori GroningenAtheneum, havo jaar 1,2 en 3, vbo bb t/m tl, Lo, jaar 1 en 2

PROFIEL

Het onderwijs van het Montessori Juniorcollege in Groningen is gebaseerd

op de ideeën van Maria Montessori en andere reformpedagogen van het

vernieuwingsonderwijs, zoals Helen Parkhurst (Dalton) en Peter Petersen

(Jenaplan). Het Zernike College heeft deze onderwijsvorm gemoderniseerd met

het concept ‘werkplaats - atelier’ in de eerste twee jaren van de onderbouw.

Ons onderwijs plaatst de leerling centraal in het leerproces. Alle activiteiten

die bijdragen aan de ontwikkeling van zelfstandigheid en zelfredzaamheid

worden gestimuleerd. Het motto is: ‘Leer mij het zelf te doen’. We vinden het

belangrijk dat leerlingen zichzelf kunnen zijn in een veilige en vertrouwde

leeromgeving. Leerlingen worden hierbij actief betrokken bijvoorbeeld via het

leerlingenparlement en via peermediation. In de eerste twee leerjaren werkt de

locatie met een dubbelmentoraat. Twee mentoren zijn verantwoordelijk voor

de klas en verzorgen de mentorlessen. Binnen deze lessen wordt aandacht

besteed aan het zelfstandig leren werken, het zelfstandig leren en het

plannen van de toetsen en keuzewerktijduren. Uiteraard komen ook algemene

studievaardigheden aan bod. De mentorlessen zijn een sociaal trefpunt van de

mentoren en hun groep. Bovendien heeft de mentor regelmatig een gesprek

met elke leerling afzonderlijk over de stand van zaken op cognitief en sociaal-

emotioneel gebied. Op het juniorcollege kunnen leerlingen met elk advies van

de basisschool geplaatst worden. Het advies van de basisscholen – ondersteund

door de cito-toets – wordt als richtlijn gebruikt. In jaar 1 en 2 onderscheiden

we atheneum/havo-klassen, havo/tl-klassen, tl/kb-klassen en bb-klassen. Aan

het einde van leerjaar 2 resp. 3 wordt definitief gekozen voor de bovenbouw

vmbo resp. de Montessoribovenbouw havo/atheneum in Haren. De locatie heeft

Page 44: Schoolplan 2011 - 2014

44

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

de licentie leerwegondersteuning. Deze gelden worden vooral ingezet in extra

aandacht voor deze leerlingen en individuele handelingsplannen.

ONDERWIJS

In het curriculum zijn de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. De overige

vakken worden zo veel mogelijk in samenhang of geperiodiseerd aangeboden.

In de eerste twee leerjaren is er een compleet aanbod van atelieropdrachten.

De leerlingen besteden wekelijks drie uur (jaar1) en vier uur (jaar 2) aan deze

opdrachten. We hebben de volgende leergebieden:

• natuurkunde, scheikunde, biologie, verzorging en techniek als leergebied

science;

• Frans, Duits en Spaans als leergebied moderne vreemde talen;

• aardrijkskunde, geschiedenis, filosofie en economie als leergebied mens en

maatschappij;

• muziek, tekenen, handvaardigheid en drama als leergebied kunst en cultuur;

• lichamelijke opvoeding

Circa 70% van de leertijd werken de leerlingen in de werkplaats aan

bovenstaande vakken en leergebieden. Hierbij zijn het verwerven van een

stevige kennisbasis, verrijking, remediëring en keuzeverantwoordelijkheid

belangrijke kenmerken. Daarnaast worden in de ateliers vakoverstijgende en

uitdagende opdrachten aangeboden. Authentiek leren, bijvoorbeeld onderzoek

bij science, en buitenschools leren zijn hierbij kernbegrippen. In de ateliers

gaat het om verwerven en toepassen van kennis, opdoen van vaardigheden en

persoonlijke ontwikkeling. Extra aandacht is er voor de ontwikkeling van inhoud

en didactiek in de ateliers en de rol van de docent. In het derde leerjaar is de

keuze voor de schoolsoort gemaakt. Op de locatie is er dan meer aandacht voor

voorbereiding op de bovenbouw, profielkeuze en huiswerkbegeleiding.

STRATEGISCHEDOELENLOCATIEHELPERBRINKMONTESSORI

1. De locatie wil inzicht in de effectiviteit en de opbrengsten van de

atelieropdrachten en de keuzelessen.

2. De locatie wil de takenstructuur, toetsing, normering en determinatie,

inclusief de opzet van een early warning systeem evalueren.

3. De locatie wil een doorlopende leerlijn jaar 1 t/m het eindexamenjaar

ontwikkelen.

4. De locatie streeft aan het einde van de schoolplanperiode naar een

maximaal doorstromingspercentage van havo 3 naar havo 4 met als

ondergrens 85%.

5. De locatie wil de inzet leerlingen en ouders bij het onderwijs vergroten.

6. De locatie wil een grotere instroom van leerlingen met advies atheneum en

vmbo-bb.

Page 45: Schoolplan 2011 - 2014

45

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

7. De locatie wil samen met het bestuur O2G2 en de gemeente Groningen

verbouw en nieuwbouw realiseren van het huidige schoolgebouw.

8. De locatie wil samen met leerlingen werken aan de realisatie van een

gezonde schoolkantine.

9. De locatie wil samen met de locatie HJZ een programma taalbeleid

ontwikkelen conform de gewenste landelijke referentieniveaus.

Locatie Rummerinkhof Haren atheneum, havo met technasium – jaar 1 , 2 en 3 vmbo-tl/kb – jaar 1 en 2

ONDERWIJS

De kleinschalige omgeving van de Rummerinkhof maakt een soepele overgang

van de basisschool naar het voortgezet onderwijs mogelijk: een veilig

schoolklimaat staat centraal. Wij bieden leerlingen een mix van uitdagend,

afwisselend en activerend onderwijs. Leerlingen met een advies vmbo kb t/m

atheneum zijn hier welkom. In het eerste en tweede jaar wordt het vakonderwijs

aangeboden in dakpanklassen op het niveau van de leerling. Aan het einde

van het tweede jaar zorgen wij ervoor dat de leerlingen op de juiste plek zitten

qua niveau. Hierin speelt de mentor een belangrijke rol. Nederlands, Engels en

wiskunde zijn kernvakken. Als moderne vreemde talen bieden we in het eerste en

tweede jaar, Frans, Duits en Spaans aan. In de eerste klas hebben alle leerlingen

in de eerste periode wekelijks les in studievaardigheden. In het mentoruur is er

aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling. Ook wordt er

in het mentoruur aandacht besteed aan het presteren volgens verwachting van

het advies van het basisschoolteam. De mentor zorgt voor een open en direct

contact met het thuisfront.

In alle leerjaren is er een keuzeprogramma, waarin de mogelijkheid geboden

wordt om ondersteuning te krijgen voor de vakken waar het (nog) niet zo goed

gaat. De leerling maakt een keuze uit het aanbod, in overleg met zijn mentor,

vakleerkracht en ouders. Hierin leggen we voorzichtig enige verantwoording bij

de leerling.

PROFIEL

Het Junior College in Haren onderscheidt zich met twee bijzondere stromen:

Meerstructuurinhetvmbo Op de Rummerinkhof krijgen de vmbo klassen les

volgens een opzet met meer structuur. De leerlingen krijgen twee jaar lang les

van dezelfde docenten en in het eerst jaar volgen de leerlingen de theorievakken

in een vast lokaal. Daarnaast werk de leerlingen met een weektaak en hebben

ze een andere lessentabel met minder theorie- en meer praktijkvakken. Deze

klassen beginnen en eindigen de week met een mentorles, waarin onder andere

Page 46: Schoolplan 2011 - 2014

46

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

de weektaak wordt besproken. Ook krijgen ze per week twee studielessen. De

week eindigt met een ‘huiswerkuur’: onder begeleiding van een van de mentoren

maken de leerlingen hun werk van de week af. Op deze manier slagen we erin

om de overstap van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs voor deze

leerlingen minder groot te maken.

Technasium Leerlingen in het technasium volgen zes uur per week het vak

Onderzoek & Ontwerpen. In dit vak werken leerlingen in groepjes gedurende

zeven weken aan projecten waarin ze de kans krijgen om behalve leerling,

ook architect, milieudeskundige, jeugdarts of ruimtekundige/astronaut te zijn.

Onder begeleiding van docenten ervaren zij hoe het is om te werken voor een

externe opdrachtgever. De opdrachtgever biedt een actuele case aan als project,

geeft feedback op het werkproces en beoordeelt, samen met docenten, het

eindproduct. Het technasium bereidt leerlingen voor op een technische studie in

het hbo of wo. Daarom mogen alleen leerlingen uit de atheneum/havo-klassen

aan het technasium deelnemen.

STRATEGISCHEDOELENLOCATIERUMMERINKHOFHAREN

1. De locatie streeft, aan het einde van de schoolplanperiode, naar een

maximaal doorstromingspercentage van havo 3 naar havo 4 met als

ondergrens 85%.

2. De locatie wil vanwege de groei in het leerlingenaantal van de afgelopen

twee schooljaren de grenzen van de groei – rekening houdend met de

bestaande onderwijsruimte en werkdruk – onderzoeken.

3. De locatie wil meer tijd uittrekken voor spreekvaardigheid in de vreemde

talen.

4. De locatie wil de kwaliteit van het mentoraat en de mentorlessen verhogen.

Daarom is er een training voor alle mentoren met een mogelijke follow-up in

de erop volgende jaren.

5. De locatie wil dat het rendement van keuzelessen wordt verhoogd. Daarom

gaan we met het hele team werken aan de kwaliteit van de inhoud van de

keuzelessen en de kwaliteit van de verwijzing van de leerling naar bepaalde

keuzelessen.

6. De locatie wil met het technasium in de onderbouw voorbereiden op het

vervolg van het technasium in de bovenbouw en daar een op de

praktijkgerichte brug slaan naar HBO en WO.

Page 47: Schoolplan 2011 - 2014

47

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Locatie Zuidlarenatheneum, havo – jaar 1, 2 en 3 atheneum-X-tra – jaar 1, 2 en 3 vmbo/vmbo-op-

maat – jaar 1 en 2 lwoo

PROFIEL

Op de juniorlocatie Zuidlaren zijn leerlingen met advies vmbo-bb (inclusief lwoo)

tot en met atheneum-extra welkom. De brede instroom en kleinschalige setting

zorgen voor een open en veilige sfeer, gebaseerd op respect voor

elkaar. Het Zernike College heeft gekozen voor accent op drie kernvakken

Nederlands, Engels en wiskunde. Naast het vakonderwijs in de overige vakken

en keuzelessen heeft de locatie vakoverstijgende projecten. Het hele jaar

hebben leerlingen uit het eerste en tweede jaar twee uur per week projecten,

bv. science, moderne vreemde talen en cultuur waarin samenhang tussen vakken

centraal staat. De expressievakken muziek, tekenen, drama, beeldende vorming,

lichamelijke opvoeding en de computerles geven de leerlingen de gelegenheid

om creatief en actief bezig te zijn. De locatie besteedt veel aandacht aan het

aanleren van studievaardigheden, huiswerkplanning, proefwerkvoorbereiding

en gebruik van hulpmiddelen als encyclopedie, woordenboek en atlas. Dat

gebeurt in het mentoraat, de eerste periode van keuzelessen en tijdens de

lessen informatievaardigheden, Daarnaast wordt tijdens de mentorlessen

gewerkt met de methode Breingeheimen. Hierin is veel aandacht voor de sociale

omgeving en gedrag. In het derde jaar van atheneum-3 wordt Cambridge Engels

op vrijwillige basis aangeboden. Havo-leerlingen kunnen met ingang van het

schooljaar 2011 - 2012 vanaf de eerste klas kiezen voor First Lane English. Dit

houdt in dat zij geen twee uur, maar vier uur Engels per week hebben. Als zij

drie jaar Fast Lane English volgen kunnen zij in de bovenbouw eventueel het

First Certificate Cambridge English halen (een internationaal erkend dilpoma).

Cognitief getalenteerde leerlingen kunnen zich verder ontwikkelen in de

Atheneum X-tra klas. Met ingang van schooljaar 2011-2012 gaan we van start met

een TL sportklas. Er is daarnaast aandacht voor vmbo-op-maat-leerlingen, die

meer praktisch gericht zijn en meer gebaat zijn bij een kleine setting. De meeste

leerlingen hebben onderwijs in dakpanklassen in de eerste twee jaar van de

onderbouw. Er is dan nog voldoende gelegenheid om te switchen qua niveau.

ONDERWIJS

De school vindt het belangrijk dat leerlingen, naast het Engels, met drie

andere moderne vreemde talen kennismaken. Engels, Frans, Duits en Spaans

worden in het eerste jaar gegeven, behalve in de stroom vmbo-op maat en de

tl sportklas (we bieden geen Spaans aan in dit programma). Leerlingen leren

de vaardigheden die horen bij het digitale rijbewijs. De locatie heeft de stroom

Page 48: Schoolplan 2011 - 2014

48

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

atheneum-X-tra. De nadruk ligt op een uitgebreider vakkenaanbod: vier moderne

vreemde talen, filosofie, cultuur en informatiekunde zijn verplichte vakken. De

doelgroep bestaat uit getalenteerde en gemotiveerde leerlingen met een positief

atheneumadvies van de basisschool en een hoge cito-score. Het onderwijs in

de diverse vakken is in de digitale leeromgeving ingebed. De locatie heeft voor

vmbo-leerlingen een op-maat klas. Deze klas is een stroom waarbij leerlingen

een brede oriëntatie op de beroepspraktijk krijgen. De verbinding tussen praktijk

en theorie staat in het onderwijs centraal. De nadruk in deze stroom ligt op het

werken aan zelfvertrouwen van de leerlingen en zin in leren. We gaan uit van

de kwaliteiten van de individuele leerlingen. Een beperkt aantal docenten geeft

het onderwijs. Daardoor ontstaat er een sfeer van veiligheid. Iedere leerling

wordt gekend en werkt op basis van gestructureerde weektaken. Aan de lwoo-

leerlingen in het vmbo wordt extra zorg en begeleiding gegeven op basis van een

individueel handelingsplan,

De tl sportklas is geschikt voor tl leerlingen die affiniteit hebben met breedte-

sport. Deze klas krijgt 6 uur sport in de week, reguliere klassen hebben 3 uur

les lo per week. De leerlingen krijgen de cognitieve vakken ‘s morgens en de

‘doe’ vakken ’s middags. Na de ochtend lessen is er een half uur verwerkingstijd,

daarna hebben de leerlingen lo, drama, techniek, tekenen, muziek of een

sportclinic. De tl sportklas leidt op tot een volwaardig tldiploma, waarbij

doorstroom naar de havo mogelijk blijft.

STRATEGISCHEDOELENLOCATIEZUIDLAREN

1. De locatie wil dat leerlingen en medewerkers tevreden zijn over hun opleiding

en werk. De uitdaging is een toename van 25% ten opzichte van de score van

het tevredenheidonderzoek van de locatie in 2009.

2. De locatie wil dat het onderwijs op de locatie ICT-rijker wordt en dat

it’s learning door leerlingen en medewerkers intensiever gebruikt wordt.

3. De locatie streeft, aan het einde van de schoolplanperiode, naar een

maximaal doorstromingspercentage van havo 3 naar havo 4 met als

ondergrens 85%.

4. De locatie wil de verbinding tussen theorie en praktijk in het vmbo-onderwijs

centraal stellen. Daarom willen we het pedagogisch-didactisch model van het

concept vmbo-op-maat ook toepassen op de vmbo kb-tl klassen.

5. De locatie wil een betere aansluiting tussen onder- en bovenbouw van de

havo. Daarom gaan we een eigen didactisch onderwijskundig model

ontwikkelen, dat o.a. uitgaat van persoonlijke aandacht waar veel

havo-leerlingen behoefte aan blijken te hebben .

6. De locatie wil de instroom van basisschoolleerlingen uit de regio op peil

houden ondanks de voorspelde terugloop in leerlingenaantallen. Wij streven

naar een stabiele instroom van 130 leerlingen.

Page 49: Schoolplan 2011 - 2014

49

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Locatie Vondellaan Harm Jan Zondag, Groningenatheneum, havo, tl - jaar 1, 2, 3 en 4, vmbo bb en kb - jaar 1 en 2 incl. lwoo

PROFIEL

De locatie Harm Jan Zondag is een brede, reguliere school waar leerlingen met

advies vmbo-bb tot en met atheneum welkom zijn. De locatie kenmerkt zich door

thuiswerkvrij onderwijs en actieve individuele zorg. De school heeft zich de laatste

drie jaar ook speciaal toegelegd op leerlingen met een gedragspsychiatrische

stoornis, die cognitief op havo/atheneum functioneren. Samen met ouders en met

inzet van de extra financiële middelen wordt gezocht naar een geschikte leerroute.

De directie en personeel zorgen voor een veilige, prettige en gestructureerde

leeromgeving. Het gehele leerproces vindt op school plaats en daarbij past het

werken in eigen tempo. De school houdt zo zicht op de vorderingen van elke

leerling en kan snel en adequaat ingrijpen als dat nodig mocht zijn.

De leerlingen zijn medeverantwoordelijk voor de rust en orde in de lokalen,

in de gangen en in de kantine. Zij leren daarbij elkaar aan te spreken en te

motiveren om op een goede manier met hun leeromgeving om te gaan.

De sociale veiligheid in school is zo geborgd. Er is extra aandacht voor de sociaal

emotionele ontwikkeling en de groei naar zelfstandigheid van leerlingen.

Het mentoraat vervult hierin een belangrijke rol. We streven naar twee mentoren

per klas die lesgeven en een mentorles, een mentorwerkuur en een ‘huiswerkuur’

(two-uur) verzorgen. De mentor onderhoudt de contacten met de ouders en met

de docenten die lesgeven aan de leerling. Er is een oudercommissie die actief

betrokken is bij de school.

ONDERWIJS

Het onderwijs is ingericht volgens het dakpanmodel. Verschillende niveaus zitten

bij elkaar in de klas. Hierdoor is het mogelijk dat een leerling opstroomt naar

een hoger niveau, maar in de eigen groep blijft zitten. Ook bij afstroom naar

een lager niveau kan dat. De leerling wordt uitgedaagd om het niveau te halen

dat bij hem past. Naast reguliere klassen heeft de locatie speciale lwoo-groepen

met maximaal zestien leerlingen. Daar wordt zeer gestructureerd les gegeven

door een klein gespecialiseerd docententeam. Iedere klas heeft een eigen lokaal.

Een aantal vakken is geïntegreerd, bijvoorbeeld aardrijkskunde, geschiedenis en

economie. Dit systeem zorgt ervoor dat de overstap van de leerlingen van de

basisschool naar het voortgezet onderwijs natuurlijk verloopt. Elke lwoo-leerling

heeft een individueel handelingsplan.

Combinatiegroepen van maximaal twintig leerlingen, bestaande uit reguliere

Page 50: Schoolplan 2011 - 2014

50

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

tl, havo-atheneumleerlingen en tl, havo-atheneumleerlingen met

ASS-problematiek53 met een RENN 4-indicatie krijgen inclusief onderwijs.

We hebben dakpanklassen voor tl/havo en havo/atheneum. De tl-leerlingen uit

de tl/havo-klas doen examen op de HJZ. In een kleine setting met veel structuur

en begeleiding kunnen de leerlingen optimaal leren en presteren. Tl-leerlingen

met Renn-4 indicatie hebben allen een individueel handelingsplan en de ouders

zijn op de hoogte van de inhoud van dit plan. Zij stromen door na hun tl-examen

naar het studiehuis havo/atheneum of mbo. In de tweede klas vmbo is er in het

programma praktische sector oriëntatie (pso) veel aandacht voor de keuzes in

de bovenbouw van het vmbo. De leerlingen krijgen praktijklessen op de twee

bovenbouwlocaties van het vmbo.

ZORGOPMAAT

Soms heeft een leerling extra aandacht nodig, waar in de les geen tijd voor is.

Leerlingen die vastlopen in hun aanpak van leren kunnen met remedial teaching

(rt) worden geholpen. Sommigen leerlingen hebben baat bij een training sociale

vaardigheden (sova) en training faalangstreductie. Andere leerlingen maken gebruik

van de dyslexieregeling, die recht geeft op extra voorzieningen en een beoordeling

die bij hen past. De locatie beschikt over een interne time-out voorziening, die

bedoeld is voor leerlingen die extra (bij)sturing in hun gedrag nodig hebben. Alle

zorg wordt geleverd via het zorgteam, dat bestaat uit een zorgcoördinator, een

leerlingbegeleider, een remedial teacher, een ambulant begeleider, de teamleider

en een orthopedagoog. Bij elke vorm van zorg is de mentor de contactpersoon voor

ouders en het zorgteam. Voor alle leerlingen van de HJZ met een PGb bestaat de

mogelijkheid deel te nemen aan het coachingtraject.

STRATEGISCHEDOELENLOCATIEHARMJANZONDAG

1. De locatie wil dat ict een belangrijker rol spelt in het onderwijs en organisatie

van het onderwijs. Het dagelijks gebruik van de elektronische leeromgeving

‘It’s learning’’ door medewerkers en leerlingen is verdubbeld t.o.v. 2010.

2. De locatie wil dat de leerlingen na het tweede jaar op de juiste plek zitten.

De systematiek van determinatie en differentiatie van leerlingen is verbeterd

aantoonbaar door afname van afstroom in de bovenbouw van HJZ-leerlingen

onder de 5% van totale uitstroom naar de bovenbouw.

3. De locatie wil de kwaliteit van het mentoraat en de mentoraatlessen van

nieuwe en herintredende mentoren verhogen door middel van scholing.

53) Het gaat hier om leerlingen met gediagnosticeerde psychiatrische problematiek in gedrag.

Het zijn veelal leerlingen met en rugzakje en pgb. ASS wil zeggen een aan het autismeverwante

spectrum stoornis.

Page 51: Schoolplan 2011 - 2014

51

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

4. HJZ wordt een expertisecentrum op het gebied van deskundigheid met lwoo

en ASS—klassen.

5. De locatie streeft ernaar dat de leerlingpopulatie voor tenminste de helft

bestaat uit leerlingen zonder bijzondere zorgvraag.

6. De locatie wil samen met de locatie Helperbrink een programma taalbeleid

ontwikkelen conform de gewenste landelijke referentieniveaus.

Locatie Westerse Drift, Atheneum plus Harenatheneum plus - jaar 1 tot en met 6

PROFIEL

De atheneumplus-opleiding is bedoeld voor getalenteerde leerlingen die

open staan voor uitdagingen. De nadruk ligt op een zwaarder en uitgebreider

vakkenaanbod: vier moderne vreemde talen; wetenschap, onderzoek en

ontwerpen (wo+); filosofie en cultuur. Op de basisschool vallen deze leerlingen

op door hun grote interesse in de leerstof en hun motivatie om te leren. Op het

atheneum plus worden leerlingen aangemoedigd meer te doen dan de verplichte

basisstof. Het is de ambitie het plusprogramma in de bovenbouw uit te breiden

met meer mogelijkheden tot verbreding en/of verdieping. Het gaat dan om een

extra vak of de keuze uit twee van de drie deelvakken: pre-university college

(PUC), Cambridge certificate (CAE) of Cultuur en Wetenschap. Docenten met

ruime ervaring in de bovenbouw atheneum geven de lessen. De lessen worden

gegeven in het gebouw van de bovenbouw havo/atheneum in Haren. In de

mentorlessen van jaar 1 en 2 wordt aandacht besteed aan het aanleren van

studievaardigheden, sociale vaardigheden en het groepsproces. In jaar 3 ligt het

accent meer op de profielkeuze voor de bovenbouw.

ONDERWIJS

In de onderbouw is het vakkenaanbod er op gericht om zo breed mogelijk de

leerlingen uit te dagen. De komende jaren gaat het docententeam aan de slag

om de differentiatie in de leerstof, het tempo en de didactiek, verder uit te

bouwen. Scholing van het docententeam is een onderdeel van dit traject.

Daarnaast wordt een aantal trajecten binnen de onderbouw ontwikkeld om

talenten op te sporen en leerlingen aan te moedigen om mee te doen aan

zwaardere programma’s of wedstrijden. Enkele voorbeelden zijn: Kangoeroe

wedstrijd bij wiskunde en vervolgens de doorstroom naar de wiskunde

Olympiade, en het Cambridge First Certificate of English (FCE) te behalen in

jaar 3.

Page 52: Schoolplan 2011 - 2014

52

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

In de bovenbouw zullen de mogelijkheden om een verzwaard programma te

doen verruimd zijn. Een atheneum plus leerling heeft nu aan het eind van jaar

drie de volgende keuzes:

• Een extra vak en/of de twee hieronder beschreven deelvakken

• Deelvak 1: Cambridge Certificates (vervolg certificaat: Certificate of Advanced

English (CAE))

• Deelvak 2: PrePUC- en PUC-modules (modules van de Open Universiteit)

Een derde deelvak, het schoolexamenvak Cultuur en Wetenschap is in

ontwikkeling. Er zal modulair gewerkt gaan worden aan verschillende thema’s.

Enkele thema’s zijn al ontwikkeld en zullen in een pilot worden getoetst.

STRATEGISCHEDOELENATHENEUMPLUS

1. De opleiding wil dat het plusniveau zichtbaar aanwezig is in het curriculum.

Daarom wordt elk jaar het verdiepende element van elk vak geëvalueerd.

2. De opleiding wil dat er voldoende te kiezen valt voor de leerlingen. Docenten

zullen daarom verschillende mogelijkheden tot differentiatie aanbieden.

3. De opleiding wil het plusniveau in de bovenbouw van het atheneum veder

ontwikkelen. Daarom kunnen leerlingen in de bovenbouw ook kiezen

voor verbreding van het vakkenpakket met het vak Cultuur en Wetenschap,

Cambridge Engels en pre-university modules.

Locatie Westerse Drift: Studiehuis en Montessori-bovenbouwPROFIEL

Na de onderbouw vervolgen de leerlingen hun schoolloopbaan aan de

bovenbouwvestiging Westerse Drift. De leerlingen van de Montessori-

juniorlocatie te Groningen stromen door naar de Montessori-bovenbouw

havo/atheneum (in 2009 gestart). Leerlingen van de overige juniorlocaties

stromen door naar het Studiehuis havo/atheneum. Leerlingen die hun diploma

vmbo-tl hebben gehaald in de htl-stroom kunnen doorstromen naar het havo.

Ook in de bovenbouw heeft iedere leerling een mentor. De mentor heeft

een centrale rol bij de begeleiding van de leerling. Daarbij gaat het om

studiebegeleiding (leren, resultaten, voortgang) en sociaal-emotionele

begeleiding. Ook heeft de mentor een rol bij beroeps- en studiekeuze

(in samenwerking met het decanaat). In vergelijking met de situatie in de

onderbouw is de mentor wat meer op afstand, de leerling leert gaandeweg zelf

meer verantwoordelijkheid voor de studie te dragen. Zowel studiebegeleiding

Page 53: Schoolplan 2011 - 2014

53

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

als loopbaanoriëntatie maken deel uit van het vrije deel van de opleiding. Een

ander belangrijk onderdeel daarvan is de internationale uitwisseling waar iedere

leerling in het vierde leerjaar aan deelneemt. Evenals op de juniorlocaties is het

overleg tussen mentoren/docenten georganiseerd in teams. Op de Westerse Drift

zijn dit de teams havo 4/5, atheneum 4/5/6 en Montessori-bovenbouw. Naast in

deze teams wordt er op de Westerse Drift in subteams gewerkt. Deze subteams

hebben het karakter van een werkgroep en werken elk aan een bepaald

onderwijsinhoudelijk thema. Het werken in subteams is gestart in het schooljaar

2009-2010. De secties zijn verantwoordelijk voor de keuze van de lesmethoden

en de verticale leerlijn. Een bijzonder gegeven voor de nabije toekomst is het

betrekken van een nieuwe bovenbouwlocatie.

ONDERWIJS

Op de Westerse Drift is het onderwijs vorm gegeven op basis van de volgende

algemene uitgangspunten:

Wij willen een school zijn die:

• leerlingen en personeel een veilige, eigen omgeving biedt

• leerlingen motiverend onderwijs biedt

• met een gevarieerd aanbod van onderwijsactiviteiten

• waarin leerlingen zelf keuzes maken

• leerlingen een goede begeleiding biedt (gevraagd én ongevraagd)

• leerlingen zicht geeft op eigen kennen, kunnen en kwaliteiten

• leerlingen opleidt tot competente starters in HBO of WO

In de praktijk betekent dit dat het onderwijs zich kenmerkt door een

activerende didactiek, het aanbieden van keuzelessen, en het (samen) leren

werken aan projectmatige opdrachten. Een studiejaar bestaat uit 1600 SBU

(studiebelastinguren). Dit betekent dat een leerling gemiddeld 40 uur per

week met school bezig is. Van die 40 uur is ongeveer 24 uur contacttijd.In het

schooljaar 2011-2012 zal de nieuwe slaag-/zakregeling van toepassing zijn. Deze

is ook vertaald naar de overgangsregelingen jaar 4 – jaar 5 – jaar 6. Ook wordt

voor een aantal vakken het examenprogramma vernieuwd (maatschappijleer,

economie, biologie, natuurkunde en scheikunde).

In het Studiehuis bestaan de lessen in de vakken uit kernlessen en keuzelessen.

In de kernlessen krijgt de leerling alle relevante leerstof van een vak aangeboden

en maakt de leerling zich vaardigheden eigen. Alle vakken bieden verschillende

keuzelessen aan, bijvoorbeeld vakverrijkende activiteiten, vakbegeleiding

of remediërende lessen. Bij het kiezen van de keuzelessen wordt de leerling

begeleid door de mentor. Daarnaast werken leerlingen in een vakoverstijgende

Page 54: Schoolplan 2011 - 2014

54

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

setting samen aan projectopdrachten. Vaak zijn dit ‘echte’ opdrachten uit

samenleving en wetenschap, waarbij een externe opdrachtgever betrokken is.

Op zowel havo als atheneum gebeurt dit in het Zernike-technasium (studiehuis

en Montessori) en op havo in het competentiegerichte onderwijsproject ‘2FM’

(volgens de Prince 2-projectsystematiek).

In de Montessori-bovenbouw is het onderwijs gebaseerd op de karakteristieken

van het Voortgezet Montessori Onderwijs. Het onderwijs is vormgegeven in een

drietal verschillende lesvormen. De klasselessen zijn inspirerende en activerende

vaklessen waarin vakinhoud en aanpak van het leren aan de orde zijn. Naast

(vrijwel) elke klasseles kiest de leerling zelf een begeleidingsles, ook dit is een

vakles. Voor de klasse- en begeleidingsles speelt de ‘leerwijzer’ een centrale rol.

Dit is een ‘spoorboekje’ bij het vak, voortbouwend op de werkwijzer/takenkaart

van het Montessori Junior College. Naast de profielvakken wordt het vakgebied

‘Studium Generale’ aangeboden, dit is specifiek voor de Montessori-bovenbouw.

Bij Studium Generale werken de leerlingen samen aan een aantal (vak)

integratieve modules, passend bij de ontwikkelingsfase van de leerling. Tenslotte

heeft een leerling elke week een mentorles en keuzewerktijd. In de keuzewerktijd

worden specifieke vakondersteuning of –verrijking aangeboden, maar ook zaken

als extra begeleiding, schoolkrant, leerlingenraad en podiumpresentaties.

STRATEGISCHEDOELENSTUDIEHUISENMONTESSORIBOVENBOUW

HAVO/ATHENEUM

1. De locatie wil dat de bovenbouw van de Montessori-havo en atheneum

duidelijk op de onderwijskaart in het noorden komt te staan.

2. De locatie wil de kwaliteit van de Montessori-bovenbouw en studiehuis

borgen. Het doel is dat beide examenresultaten behalen die vergelijkbaar

zijn met de landelijke examenresultaten van vergelijkbare voortgezet

onderwijsscholen.

3. De locatie wil in de schoolplanperiode ver- of nieuwbouw realiseren, die meer

ruimte biedt voor leren en onderwijzen en waar de pedagogisch didactische

kenmerken van de bovenbouw Montessori, studiehuis en Atheneum plus

herkenbaar zijn.

4. De locatie wil de structuur en de organisatie van het onderwijs verder

ontwikkelen op basis van het werken met teams en subteams. Het resultaat

moet zijn dat naar de mening van de deelnemende docenten aantoonbaar

positieve invloed op de kwaliteit en de inhoud van het onderwijsprogramma.

5. De locatie wil dat leerlingen in hoge mate tevreden zijn over de aansluiting

tussen onder- en bovenbouw van het Zernike College. We zijn tevreden met

een score van tenminste 80% op de enquête tevredenheid van leerlingen in

het vierde jaar.

Page 55: Schoolplan 2011 - 2014

55

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

Hoofdstuk 8 Management-samenvattingMissie van het Zernike College is: ‘Eigenwijs onderwijs, de school als

ontdekkingsreis’.

Deze missie wordt uitgewerkt in vier begrippenparen: openbaar en uitdagend,

kansen en kiezen, groot en kleinschalig, grenzeloos en vertrouwd.

In het schoolplan komen het onderwijskundig beleid, het kwaliteitsbeleid en het

personeelsbeleid aan de orde en beschrijven we de plannen voor de toekomst.

Dit schoolplan is uitvoerig besproken met medewerkers, ouders en leerlingen.

We vinden het proces van het maken van het schoolplan net zo belangrijk als

het uiteindelijke resultaat. Deze aanpak heeft geleid tot een grote betrokkenheid

en draagvlak in de school van het te voeren beleid. Het schoolplan bevat een

beschrijving van de huidige situatie en geeft de koers aan voor de komende vier

jaar. De uitwerking van deze koers gebeurt in de jaarplannen voor het Zernike

algemeen en per locatie. Dat biedt ook de mogelijkheid nieuwe inzichten of

gewijzigde omstandigheden actueel te verwerken. De school houdt vast aan

de door het bestuur vastgestelde structuur van juniorcolleges en studiehuis en

Montessori bovenbouw en vmbo bovenbouw in aparte locaties. Dit past goed bij

de drie begrippenparen die we geformuleerd hebben: openbaar en uitdagend,

groot en kleinschalig en grenzeloos en vertrouwd. Daar voegen we nu aan toe:

kansen en kiezen. Uit discussies met alle betrokkenen is gebleken dat dit een

wezenlijk kenmerk is van onze school.

We verwachten dat de school in de schoolplanperiode een lichte groei

doormaakt: nu telt de school 3023 leerlingen. Dit aantal zal stabiliseren bij 3050

leerlingen. Dit aantal kan nog toenemen als de door ons gewenste overname

van de vmbo-bovenbouw van het Noorderpoort in deze periode gerealiseerd

wordt. We verwachten in toenemende mate concurrentie tussen scholen

op een dalende leerlingmarkt. Het Zernike College heeft als ondernemende

school de afgelopen jaren veel nieuwe ontwikkelingen in gang gezet. In de

schoolplanperiode willen we meer aandacht besteden aan het borgen van deze

ontwikkelingen. We noemen een aantal voorbeelden:

Page 56: Schoolplan 2011 - 2014

56

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

We werken intensief samen met basisscholen aan een goede aansluiting

voor leerlingen door middel van de ‘warme’ overdracht. We handhaven onze

inspanningen voor een onderwijsaanbod waarin we iedere leerling uitdagen

om te presteren. Er is ruimte voor uitblinken op het Zernike College. We

geven inhoud aan atheneum plus in onder- en bovenbouw en atheneum Xtra

in Zuidlaren. We zijn cultuurprofielschool, hebben een cultuurmarathon en

werken samen met het prins Claus Conservatorium. We zijn LOOT-school met

faciliteiten voor topsporters met speciale aandacht voor hockeytalenten. De

school participeert in het samenwerkingsverband 2.03 om vorm te geven

aan passend onderwijs. We zijn een gecertificeerde technasiumschool met

afdelingen op de Rummerinkhof en de Westerse Drift. We participeren in het

pioniersnetwerk technasium. We doen mee met Playing for Succes waarin het

de bedoeling is dat onderpresterende leerlingen hun prestaties in taal, rekenen

en ICT verbeteren. Verder werken we samen met een twaalftal Europese

scholen in het kader van gemeenschappelijke projecten en een uitwisseling in

de vierde klas van het havo en het atheneum. De ouders spelen een grote rol in

de driehoek: leerling, mentor en ouder. Op de Harm Jan Zondag is samen met

ouders ruimte in het onderwijsprogramma gemaakt voor leerlingen met een

gedrag psychiatrische stoornis. We vinden betrokkenheid van ouders met school

belangrijk. We communiceren met ouders via nieuwsbrieven, ouderblad, website

en ouderavonden op de vestigingen. Daarnaast is een aantal ouders actief in

oudercommissies. Samen met andere VO scholen van O2G2 zijn we academische

opleidingsschool. Op onze school worden zowel eerste- als tweedegraads

docenten opgeleid. We werken samen met de Hanzehogeschool en de RUG aan

een goede inhoudelijke aansluiting van de lesprogramma’s, zowel in vakinhoud

als in studievaardigheden.

Speerpunten van beleid zijn de komende periode:

1. Het taal- en rekenbeleid heeft een hoge prioriteit en wordt een belangrijk

thema binnen de school. De vakken wiskunde, Engels en Nederlands zijn

onze kernvakken. Alle vaksecties zijn mede verantwoordelijk voor de

doorgaande leerlijn. De organisatie in onderwijskundige teams blijft

gehandhaafd, maar wordt verder uitgebouwd door te werken met subteams

en werkgroepen met bijzondere taken.

2. Het Montessori-studiehuis is ontwikkeld en in uitvoering. We gaan op basis

van een zelfevaluatie en auditing het traject in van externe visitatie van

de bovenbouw door het Centrum voor Voortgezet Montessori Onderwijs

(CVMO).

3. We willen meer aandacht voor het op het juiste niveau plaatsen van de

leerling in de onderbouw. Essentieel hierbij is een betere determinatie

Page 57: Schoolplan 2011 - 2014

57

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

waarbij het doel is dat alle leerlingen in klas 3 op de goede plaats zitten.

We willen de aansluiting tussen juniorcolleges en studiehuis/Montessori

studiehuis, juniorcolleges en vmbo-bovenbouw en vmbo-htl en havo 4

verbeteren. Uiteraard is er altijd de mogelijkheid – conform het motto ‘kansen

en kiezen’ – voor een leerling met een andere ontwikkelingsfasering om over

te stappen.

4. De digitale wereld van leerlingen en personeel verandert zeer snel. Als school

spelen we daar al op in, maar we willen verder. We zetten in op meer gebruik

van digitale leermiddelen om de kwaliteit van het onderwijs te vergroten. Dat

doen we door docenten te scholen en een pilot digitalisering leermiddelen te

starten.

5. Aandacht voor kwaliteitsbeleid. We willen tot de beste scholen van

Noord-Nederland blijven horen volgens de normering van de inspectie.

We willen een jaarlijkse gesprekscyclus invoeren tussen medewerkers en

leidinggevenden. De functiemix voor personeel wordt uitgevoerd. We zullen

leerlingen, ouders en personeel regelmatig enquêteren. We zullen deze

resultaten samen met andere kwaliteitsparameters publiceren op onze

website in het systeem ‘vensters voor verantwoording’.

6. Voor de bovenbouw havo en atheneum wordt vervangende (nieuw)

bouw gerealiseerd. Onze inzet is om de missie en visie van de school, de

pedagogische en didactische uitgangspunten en sterke kanten van de huidige

locatie vorm te geven in een duurzaam en flexibel gebouw.

We willen aanvullende nieuwbouw realiseren op de locatie Helperbrink.

Hierdoor moet het voor iedere leerling die voor onze Montessori-afdeling

kiest mogelijk worden die te volgen.

7. We willen onderzoek een duidelijk herkenbare plek in de school geven, zodat

we zelf in staat zijn na te gaan of de gewenste resultaten worden bereikt

met onderwijsvernieuwingen. Ook willen we beter inzicht in de opbrengsten

van de school. Dit doen we samen met de NHL en drie collega-scholen in het

noorden.

8. Passend Onderwijs vraagt van ons dat we ouders en leerlingen duidelijk

maken welke zorg we kunnen bieden. Maar ook waar we onze grens trekken

en verwijzen naar andere scholen. We maken een zorgprofiel in overleg met

scholen van het samenwerkingsverband en ouders, waarin duidelijk naar

voren komt wat het Zernike College kan betekenen voor leerlingen met een

zorgvraag.

9. Randvoorwaarde voor al onze plannen is de financiële haalbaarheid. De

verwachting is dat we onvoldoende middelen zullen ontvangen en dat we

moeten bezuinigen. We proberen deze speerpunten zoveel mogelijk overeind

te houden.

Page 58: Schoolplan 2011 - 2014

58

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014

BijlagenA CultuurprofielB LOOT-schoolC TechnasiumD OpbrengstenoordeelE OrganogramF Totaaloverzicht personeel G Ontwikkeling totaal aantal leerlingen H Personeelsopbouw I Docenten per salarisschaal in fte 2010 J Visie stichtingsbestuur openbaar onderwijs groep GroningenK Leerlingenzorg op het Zernike College

Page 59: Schoolplan 2011 - 2014

59

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

A Cultuurprofiel op het Zernike College

Visie:

‘Mijn viool voelt lichtblauw.’

Uit Mijn viool voelt lichtblauw, uitgave van het Jeugdcultuurfonds 2010.

Cultuur is geen ‘ding’ maar gedrag, het is iets wat mensen beweegt.

Cultuureducatie daagt de leerling uit om zijn grenzen te verkennen. Wij bedoelen

hiermee het herkennen en accepteren van een grens van je eigen cultuur of die

van een ander en het leren omgaan met verandering.

In de zoektocht naar eigenheid van elke leerling geven we aandacht aan het

ontwikkelen van het zelfbewustzijn. Dit doen we door de leerlingen zoveel

mogelijk kennis te laten maken met verschillende media en disciplines. En door

gebruik te maken van verschillende invalshoeken binnen cultuureducatie zoals:

waarneming, verbeelding, conceptualisering en analyse.

Door deze vier vaardigheden constant te gebruiken in de vorm van verschillende

media en disciplines leert de leerling niet alleen wie Piet Mondriaan is, maar ook

wie de Piet Mondriaan in hem is. Zo sluiten we aan bij de ontdekkingsreis die elke

leerling maakt. Cultuur is niet alleen een product maar ook een proces.

Het Zernike College is een school met verschillende locaties. Elke locatie heeft

zijn eigen visie. Iedere leerling kan zich ergens in vinden. Het Zernike College

kiest voor een grote scholengemeenschap omdat het zich bewust is van het feit

dat ieder mens uniek is. Er is de mogelijkheid tot eigenheid binnen een school.

Onze visie op cultuureducatie sluit naadloos aan bij de missie van de school:

Eigenwijs onderwijs, de school als ontdekkingsreis

Cultuurprofielschool

Sinds 2008 is het Zernike College een cultuurprofielschool.

Waarom we cultuurprofielschool zijn is dat op het Zernike College naast de

reguliere kunstvakken drama, muziek, beeldend, tekenen, handenarbeid we ook

aandacht schenken aan andere culturele activiteiten. Zowel binnen schools als

buitenschools.

Te noemen vallen:

• Organisatie binnen school van cultuurcoördinatoren, genaamd koudkunstje

Page 60: Schoolplan 2011 - 2014

60

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

• Samenwerkingsproject met de RUG: cultuur in de spiegel.

• Visieplan op kunst en cultuur.

• CultuurMarathon, vierdaagse workshopweek met kunst , cultuur en sport

workshops.

• Muziekavond (jaarlijks schoolbreed Open Podium voor popmuziek), Night of

the Classics (jaarlijks schoolbreed Open Podium voor klassieke muziek),

eindexamenpresentatie HAVO 5 en Atheneum 6, presentaties per locatie:

Broodje Montessori (HB), Afternoon Music (WD), Afternoon Music Junior

(RH).

• JTW activiteiten: XXL: schoolbrede band, Vocal Power: laagdrempelig koor

per locatie, afsluitend concert van het JTW seizoen.

• Leerlingen worden ge-scout voor muziek: in samenwerking met het

conservatorium wordt gekeken naar activiteiten waarbij de leerling zich nog

meer kan ontwikkelen. Leerlingen worden ook vanuit het Zernike begeleid

bij het meedoen aan bijv. de compositiewedstrijd van het Nederlands Blazers

Ensemble.

• In samenwerking met de Culturele Raad van Haren: bezoeken van concerten

door de leerlingen met een verwerking d.m.v. een workshop of gastles.

• Provinciaal scholierentheaterfestival, voor scholen in de provincie Groningen

is er een theaterfestival door Petra Agricola, docent drama, opgericht.

• Buitenschoolse activiteiten als theaterstuk onder leiding van

dramadocent(en).

• We halen kunst binnen de school, bijvoorbeeld door workshopdocenten,

en we gaan naar cultuur en kunstuitingen, zoals een bezoek aan een musea,

voorstellingen, concerten.

Page 61: Schoolplan 2011 - 2014

61

B Zernike College per 1 augustus 2008 LOOT-school

LOOTstaatvoorLandelijkOverlegOnderwijsenTopsport

Een LOOT-school is een door NOC*NSF erkende school, die toestemming heeft

van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen om, indien nodig,

voor jonge talentvolle sporters af te wijken van het normale rooster om hen in

staat te stellen studie en topsport optimaal te combineren. Afhankelijk van het

niveau mag een LOOT-school individuele sporters onderwijs op maat bieden

en voor de absolute topsporter zonodig zelfs het examen over twee leerjaren

spreiden.

Je kunt er voortgezet onderwijs volgen met een aangepast programma, zodat

de vele noodzakelijke trainingen de studieprestaties, een gezond levensritme en

een evenwichtige sociale ontwikkeling niet in de weg hoeven te staan.

De LOOT scholen werken samen met:

• NOC/NSF

• Ministerie van OC en W

• Ministerie VWS

• Olympische Steunpunten

• Sportbonden

• Platform Topsport en Onderwijs Groningen

Het Zernike werkt nauw samen met de eerste LOOT-school van Groningen,

het Röling College (nu deel uitmakend van het Werkman College).

De sportbonden bepalen of je voldoet aan de criteria van de LOOT-status. Met

deze status krijgen leerlingen meer ruimte om in hun sport te groeien en als

het even kan de top te bereiken. En wel zo dat de schoolopleiding ook succesvol

verloopt. Dat is een niet eenvoudige opgave. Voor de leerling niet maar voor de

school ook niet. Immers er moet soms ruimte gemaakt worden in het lesrooster

of in het proefwerkrooster. Dat vereist nauw overleg tussen alle betrokkenen,

de leerling, de ouders en de school. Per locatie is een topsportmentor

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

Page 62: Schoolplan 2011 - 2014

62

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

beschikbaar om dit proces goed te begeleiden. Dhr. Peter Nannenberg treedt

als schoolcoördinator op. Voor informatie is hij bereikbaar op telefoonnummer

0617288860.

Binnen de school wordt een topsportprotocol gehanteerd.

Page 63: Schoolplan 2011 - 2014

63

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

C Technasium

Op het Zernike College kun je kiezen voor het Technasium. Je werkt dan tijdens

het vak Onderzoek en Ontwerpen (O&O) aan echte opdrachten op het terrein

van natuur, techniek en gezondheid. Een instelling of bedrijf vraagt je om een

bepaalde opdracht uit te voeren, waarbij je in de rol treedt van iemand die een

bepaald beroep uitoefent.

Zo kan een gemeente je de opdracht geven om een brug te ontwerpen. Als

constructeur die werkt bij een ingenieursbureau wordt van je verwacht om een

degelijk, in de omgeving passend bouwwerk te maken.

Tijdens de uitvoering van een dergelijk project ervaar je wat er bij zo’n opdracht

komt kijken en doe je kennis op over interessante onderwerpen. Al doende leer

je ook je werk in te delen en samen te werken.

Deformule

Het technasium is een formule voor beter bètaonderwijs. Het technasium is een

onderwijsstroom voor atheneum en havo. Dat het een succesformule is mag

blijken uit het feit dat er inmiddels zes technasiumnetwerken in Nederland actief

zijn.

Samenwerking met beroepspraktijk en vervolgopleiding is een vast onderdeel

van projectopdrachten, die bij onderzoek en ontwerpen worden gegeven.

Het technasium werkt met competenties die zijn geformuleerd vanuit

beroepspraktijk en vervolgopleiding.

Het technasium verbindt denken met doen en schept optimale voorwaarden

voor het ontstaan van samenhang in de beleving van een leerling. Een leerling

krijgt op het technasium ruim de gelegenheid om kennis te maken met de

moderne wereld van bèta en techniek.

HettechnasiumvakOnderzoekenOntwerpen

Het Zernike College is met vier andere scholen in de provincie Groningen vanaf

het begin betrokken bij de vormgeving en de ontwikkeling van het technasium.

In het schooljaar 2006 – 2007 is het Zernike gestart met het Technasiumvak

Onderzoek & Ontwerpen in klas 1 en in klas 4 havo.

In de onderbouw vinden de technasiumlessen plaats op het Junior College

Haren aan de Rummerinkhof. Op deze locatie is een technasiumwerkplaats

gerealiseerd. Hier kunnen leerlingen overleggen, plannen, met gereedschap

Page 64: Schoolplan 2011 - 2014

64

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

aan de slag en zijn ICT voorzieningen beschikbaar.

In de bovenbouw aan de Westerse Drift kunnen leerlingen in het NG of NT

profiel kiezen voor het profielkeuzevak Onderzoek & Ontwerpen. In 2008 zijn de

eerste havoleerlingen na het uitvoeren van de meesterproef geslaagd met een

technasiumcertificaat.

Vanaf het schooljaar 2008 – 2009 kunnen ook atheneum leerlingen in hun

natuurprofiel het vak Onderzoek & Ontwerpen opnemen.

TechnasiumophetZC

Als je in het eerste leerjaar in een van de havo/atheneum klassen zit van

het Junior College Haren, dan maak je kennis met technasiumopdrachten.

Eerst krijg je een aantal trainingen die je voorbereiden op een project; de

vaardigheidstrainingen. Vervolgens werk je in een team aan twee opdrachten.

Spreekt deze werkwijze je aan en zit je op het Junior College Haren, dan kun je

in de klassen 2 & 3 kiezen voor het vak Onderzoek & Ontwerpen. Dit vak neemt

de plaats in van keuzeuren. Als je de ondersteuning van de keuzelessen voor

andere vakken nodig hebt, kun je beter geen O&O kiezen.

Het technasium biedt leerlingen ook de mogelijkheid om in te stromen in de

tweede fase. In de bovenbouw ligt het accent op verdieping van kennis en

oriëntatie op beroepen. Je bent dan ook in de gelegenheid om de colleges

te volgen, die speciaal voor de technasiumleerlingen worden gegeven op

de Hanzehogeschool of de RUG. In het examenjaar ga je zelfstandig een

opdrachtgever zoeken, en een opdracht uitwerken, uitvoeren en het resultaat

presenteren. Dit wordt de meesterproef genoemd. De meesterproef wordt mede

opgesteld en beoordeeld door een deskundige van buiten de school. Dat kan

iemand zijn uit de beroepspraktijk of van een vervolgopleiding.

Page 65: Schoolplan 2011 - 2014

65

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

D Opbrengstenoordeel

Bevoegd gezag Stichting Openbaar Onderwijs Groep Groningen

Bevoegd gezagnr. 42510

Naam school Zernike College Haren

Adres Westerse Drift 98

BRIN 20ER

Plaats 9752 LK Haren Gn

OPBRENGSTENOORDEEL vmbo b vmbo k vmbo (g)t havo atheneum

voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende

PERONDERDEEL

Rendementonderbouw

Oordeel voldoende

Van3eleerjaarnaar

diplomazonderzittenblijven vmbo b vmbo k vmbo (g)t havo atheneum

Oordeel voldoende voldoende voldoende onvoldoende onvoldoende

Gemiddeldcijfercentraal

examen-relatief vmbo b vmbo k vmbo (g)t havo atheneum

Oordeel voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende

Cijferschoolexamenminus

cijfercentraalexamen vmbo b vmbo k vmbo (g)t havo atheneum

Oordeel gering gering gering gering gering

verschil verschil verschil verschil verschil

Gemiddeldcijfercentraal

examen-absoluut vmbo b vmbo k vmbo (g)t havo atheneum

Oordeel boven boven boven boven boven

de norm de norm de norm de norm de norm

Page 66: Schoolplan 2011 - 2014

66

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

OOP

Teamleiders

Docenten

E Organogram Zernike College

OOP

Vestigings-

directeur

Montessori

Juniorcollege

Vestigings-

directeur

Juniorcollege

Haren

Vestigings-

directeur

Westerse Drift

Haren

Vestigings-

directeur

Juniorcollege

Zuidlaren

Vestigings-

directeur

Harm Jan Zondag

Juniorcollege

Schooldirecteur

NP VMBO

bovenbouw

Groningen

CVB O2G2

Directieberaad

Rectoren O2G2

GMR

Rector MR

Directie-

secretaris

Administratie

Leerlingen/

financiën

Personeels-

zaken

Manager

bedrijfsvoering

Teamleiders

Docenten

OOP OOP

Teamleiders Teamleiders

Docenten Docenten

OOP OOP

Teamleiders Teamleiders

Docenten Docenten

De kerndirectie

van het Zernike

College bestaat

uit de rector en de

vestigingsdirecteuren.

De beleidsgroep met

vertegenwoordigers

van alle Zernike-teams.

Page 67: Schoolplan 2011 - 2014

67

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

F Totaaloverzicht personeeltotaal overzicht personeel in fte’s en euro’s van 2011 t/m 2014

2011 2012 2013 2014

kpl omschrijving Fte euro Fte Euro Fte euro Fte euro

9 Vervanging 4,756 247.4443 4,31 233,028 4,215 234,841 4,115 236,523

tijdens ziekte

11 Vervanging bij 1,052 55,671 1,58 84,622 1,658 91,266 1,6 90,766

zwangerschap

19 Betaald ouder- 1,334 78,538 1,76 103,146 1,798 106,790 1,682 102,199

schapsverlof

25 Werktijdfactor 1,609 99,270 1,80 111,619 1,925 120,823 1,925 123,507

gedetacheerd

40 Directie 18,1 1.592,518 18,1 1.607,325 18,1 1.612,622 18,1 1.623,308

50 Onderwijzend 126,1 7.411,325 129,9 7.768,806 129,9 7.885,036 128,8 7,926,387

personeel

55 Onderwijzend 30,8 2.150,927 30,8 2.178,779 30,8 2,203,213 30 2.168,333

personeel

60 Onderwijzend 16,2 1.374,385 15,98 1.355,430 15,98 1.358,802 15,98 1.358,802

personeel

65 lio 5,33 262.000 5,33 276,293 5,33 290,491 5,33 320,212

90 OOP 54,4 2.532,844 54,4 2.549,232 55,57 2.605,510 54,05 2.642,040

95 Wwb banen 5,38 165,095 5,38 165,527 5,38 166,020 4,49 140,731

551 boekenfonds 0,35 15,392 0,35 15,483 0,35 15,573 0,35 15,573

Overige 2,48 135,685 2,48 139,123 2,48 141,618 2,48 144,245

projecten

totaal 267,92 16.121,095 272,24 16.588,503 273,54 16.832,605 268,91 16.792,628

Page 68: Schoolplan 2011 - 2014

68

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

G Ontwikkeling totaal aantal leerlingenaantal in schooljaren

3.500

3.000

2.500

2.000

1.500

1.000

500

0

1.6

97

2.2

98

95

-96

02

-03

96

-97

03

-04

09

-10

97-

98

04

-05

10-1

1

98

-99

05

-06

11-1

2

99

-00

06

-07

12-1

3

00

-01

07-

08

13-1

4

01-

02

08

-09

14-1

5

1.74

6

2.3

71

2.8

94

1.8

59

2.4

16

3.0

23

1.8

91

2.4

43

3.12

3

1.918

2.5

22

3.12

9

2.11

8

2.7

74

3.10

1

2.19

6

2.8

59

3.0

79

Page 69: Schoolplan 2011 - 2014

69

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

H Personeelsopbouwaantal per leeftijd

I Docenten per salarisschaal in fte 2010in percentage

70

60

50

40

30

20

10

0

17 46

15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65 >

22

39

39

28

40

027

240

63

70

60

50

40

30

20

10

0

68

,1

LB LC LD

39

11,8

Page 70: Schoolplan 2011 - 2014

70

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

J Visie stichtingsbestuur openbaar onderwijs groep Groningen

“Het openbaar onderwijs mag nu en in de toekomst voor niemand drempels

hebben. Elke ouder moet zijn kind op het openbare onderwijs kunnen plaatsen,

ongeacht levensbeschouwing, handicap of milieu en ieder kind moet alle kansen

krijgen om eruit te halen wat er in zit.”

In het openbaar onderwijs verwerven leerlingen, naast kennis en vaardigheden,

ook waarden (houdingen, meningen, gedrag), in het bijzonder waarden op het

gebied van rechtvaardigheid en sociale betrokkenheid. De maatschappelijke

voorbereiding richt zich daarbij op actieve participatie, als kritisch en

democratisch burger, in een pluriforme en multiculturele samenleving. De

borging van de openbare identiteit en de kwaliteit van het openbaar onderwijs

is zo belangrijk dat deze in de statuten van de nieuwe stichting wordt vastgelegd.

Missie

De missie is het garanderen van het karakter en de inrichting van het openbaar

onderwijs. Kernbegrippen daarbij zijn: brede toegankelijkheid, maatschappelijke

voorbereiding, actieve pluriformiteit, actieve participatie, maar ook een

voldoende breed, gevarieerd en innovatief onderwijsaanbod van openbaar

onderwijs in de stad.

Doelen

Het doel is om een gezonde, vitale en toekomstgerichte organisatie over te

dragen aan de nieuwe stichting. Een stichting die staat voor een krachtig

openbaar onderwijs.

Hierbij gelden de volgende criteria en randvoorwaarden.

a. Borging van de openbare grondslag, visie en missie in de statuten.

b. Borging van een heldere transparante verantwoordelijkheidsstructuur in de

statuten op basis van het Good governance model.

c. Borging van een heldere organisatiestructuur (duidelijkheid over de

scheiding van functies, bevoegdheden en verantwoordelijk heden) in het

bestuurs- en directie statuut.

d. Borging van een heldere staf- en lijn ondersteuning in het functiebouwwerk.

Page 71: Schoolplan 2011 - 2014

71

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

e. Borging van een gezonde financiële huishouding.

f. Realisatie van een stafbureau

g. Borging kwaliteitsbeleid

De complexiteit van de werkzaamheden die voor het realiseren van deze doelen

nodig zijn vraagt om een heldere en planmatige aanpak. Een projectmatige

aanpak ligt daarom voor de hand. In het volgende hoofdstuk presenteren wij het

projectplan.

Page 72: Schoolplan 2011 - 2014

72

K De leerlingenzorg op het Zernike College

Hoe sluit de leerlingenzorg/begeleiding aan bij de missie van het Zernike College

‘Eigenwijs onderwijs, de school als ontdekkingsreis’? Feitelijk draait alles om de

vraag: hoe kunnen we ertoe bijdragen dat onze leerlingen aan het eind van de

reis kunnen zeggen: ik heb eruit gehaald wat erin zat.

Natuurlijk lukt dat het best als het kind zich goed heeft kunnen ontwikkelen,

zowel cognitief als sociaal-emotioneel.

DESTART

Het Zernike College streeft ernaar de leerling een plek te geven die past bij

zijn didactische mogelijkheden. Tijdens de aanmeldingsprocedure worden deze

mogelijkheden bekeken door een aantal instrumenten in te zetten:

• het onderwijskundig rapport van de basisschool (het zgn. POVO formulier)

met daarin o.a. de citoscore, een advies van de basisschool en zorgpunten op

sociaal emotioneel gebied en leergedrag.

• een dossieranalyse op zorgpunten.

• een intakegesprek.

Hierna volgt plaatsing op het niveau welke het best bij de leerling past.

DEMENTOR

Op alle locaties speelt de mentor van leerling een centrale rol bij de ontwikkeling

van de leerling

Hij/zij volgt en bewaakt de vorderingen van de leerlingen, zowel op cognitief- als

sociaal emotioneel gebied. De mentor is daarbij afhankelijk van gegevens uit de

aanmeldingsprocedure en signalen van de lesgevers, de teamleiders, ouders,

medeleerlingen, externe instanties en de leerling zelf.

Tijdens het schooljaar zijn er verspreid over het jaar momenten om met

collega’s van gedachte te wisselen over de vorderingen. Dit gebeurt tijdens

leerlingenbesprekingen en/of rapportbesprekingen.

Als de mentor signalen bereikt waarbij er twijfel ontstaat of zijn leerling de

verwachte mogelijkheden niet of onvoldoende benut kan hij/zij deze twijfel delen

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

Page 73: Schoolplan 2011 - 2014

73

met zijn teamleider. Signalen die leiden tot deze twijfel zijn vaak: resultaten,

werkhouding, leergedrag, huiswerkattitude, onzekerheid, ongeoorloofd verzuim,

meer dan gemiddeld ziekteverzuim, internaliserende – en externaliserende

problematiek, thuisproblematiek, sociale onhandigheden, pesten.

DELEERLINGENZORG

Intern

De mentor en/of de teamleider kunnen naar aanleiding van de geconstateerde

signalen gebruik maken van deskundigheid van de zorgcoördinator. Op elke

locatie is een zorgcoördinator minimaal 2 dagen per week beschikbaar. De

zorgcoördinator maakt gebruik van een zorgteam. Dit zorgteam wisselt per

locatie van samenstelling. Deze samenstelling is afhankelijk van de aanwezige

expertise op de locatie. Het zorgteam komt minimaal een keer per twee

weken bij elkaar. Tijdens deze bijeenkomsten worden afspraken gemaakt over

de begeleiding van de leerling. En het volgen van de ingezette zorg m.b.v.

handelingsplannen.

Een belangrijk aspect van de begeleiding is de communicatie met alle

betrokkenen (de mentor, de ouders)

Op het Zernike College heeft men de beschikking over een orthopedagoog/

gz psycholoog, een orthopedagoog, 3 medewerkers remedial teaching,

4 leerlingbegeleiders, 2 dyslexiecoaches. De zorgcoördinator is verantwoordelijk

voor de interne zorgstructuur, o.a. de contacten met de verzuim coördinatoren

en is het gezicht voor de externe contacten. De zorgcoördinatoren zijn verdeeld

over de locaties en hebben naast deze taak, een lesgevende- of een taak in de

individuele leerlingbegeleiding. Daar waar nodig is het mogelijk het decanaat te

betrekken bij de leerlingenzorg.

Een of meer vertrouwenscontactpersonen zijn op elke locatie aanwezig, maar

deze maken niet rechtstreek deel uit van de leerlingenzorg. Zij kunnen, daar

waar dit nodig is, wel een beroep doen op de leerlingen zorg.

Het Zernike College maakt gebruik van het zorgadviesteam (ZAT), hierin

participeren externe partners: de leerplichtambtenaar, de schoolarts, het

maatschappelijk werk en op sommige locatie de jeugdagent of Lentis. Vanuit

de school zijn vertegenwoordigd: een leidinggevende, de orthopedagoog. De

zorgcoördinator is de voorzitter. Het ZAT komt 5 a 6 per jaar bijeen. Specifieke

individuele-, maar ook algemene leerlingen problematiek wordt hier besproken.

Leerlingenmeteenindicatielwoo

Leerlingen met een indicatie leerwegondersteuning (LWO) kunnen worden

toegelaten op de Zernike junior locaties. De school vraagt de indicaties aan bij

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

Page 74: Schoolplan 2011 - 2014

74

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

de regionale verwijzingscommissie (RVC) m.b.v. de gegevens die aangeleverd

worden door de basisschool. Bij de intake wordt altijd de afweging gemaakt of

het Zernike College kan voldoen aan de te verwachten zorgvraag. Eventueel

wordt verwezen naar een school of OPDC die de benodigde zorg wel of beter

aan kan. De leerlingen met een lwoo beschikking worden afhankelijk van de

locatie geplaatst in een lwoo klas of in een gecombineerde klas met bb/kb

leerlingen. De docenten die lesgeven aan deze klassen zijn geschoold in het

omgaan met deze doelgroep. Er wordt planmatig gewerkt. Deze plannen worden

vastgelegd en gevolgd in een individueel handelingsplan. In deze klassen is

meer aandacht voor structuur, studievaardigheden en maakt men gebruik

van oefeningen op sociaal emotioneel gebied. Leerlingen met de indicatie

praktijkonderwijs worden niet toegelaten.

Leerlingenmeteencluster(rugzak)indicatie

Op de locaties zitten leerlingen met een cluster indicatie uit de REC’s

2,3 en 4. De leerlingen hebben deze indicaties op de basisschool gekregen of

zijn aangevraagd gedurende de periode op het Zernike College. De meeste

clusterleerlingen komen uit het cluster 4 en zijn toegekend aan leerlingen met

een stoornis is het autistisch spectrum, leerlingen met ODD, AD(H)D,

Gilles de la Tourette, e.d.

De mentor is het eerste aanspreekpunt in de ondersteuning voor alle

clusterleerlingen. Deze wordt daar vanuit de rugzak voor gefaciliteerd met

een klokuur per week. De zorg coördinator en de ambulante begeleider van

de desbetreffende clusters helpen de mentor hierbij. Deze hulp bestaat uit

voorlichting richting de docenten teams, de ouders; observatie en adviezen in

de omgang met de leerling. Bij de intake is veel aandacht voor de specifieke

zorgpunten van de leerling. De ambulante begeleider wordt hierbij betrokken.

Deze leerlingen worden gevolgd via het individuele handelingsplan en per

8 week wordt geëvalueerd met ouders, school en de ambulante begeleider.

Leerlingenmetdyslexieofdyscalculi

De school heeft beleid voor leerlingen met dyslexie en dyscalculi. De

uitgangspunten voor het dyslexiebeleid zijn beschreven in de dyslexiebrochure.

Voor dyscalculi wordt een beleidsbrochure geschreven in 2011. De school

kan onderzoek doen naar dyslexie en dyscalculi . De orthopedagoog kan de

diagnose stellen. Met de verklaring dyslexie/dyscalculi heeft de leerling recht

op een aantal faciliteiten, zoals verlenging van toetsduur, schoolonderzoeken

en examen; gerelateerde fouten worden anders beoordeeld, gebruik van

hulpmiddelen (na overleg met de orthopedagoog).

Page 75: Schoolplan 2011 - 2014

75

Zernike College | Schoolplan 2011 - 2014 BIJLAGEN

Extern

Het Zernike College werkt samen met diverse externe zorg ‘aanbieders’,

rechtstreeks of via de centra voor jeugd en gezin (CJG). De leerplichtambtenaar

en de schoolarts houden spreekuur op de locaties. En er is een goede

samenwerking met het schoolmaatschappelijk werk Hier gaat een preventieve

werking vanuit. Daarnaast is er contact met bureau jeugdzorg (BJZ),

maatschappelijke diensten (MJD, Noordermaat), orthopedische onderzoeks- en

begeleiding bureaus, Lentis, Accare, politie, de reboundvoorziening, de rec’s van

de clusters 2, 3 en 4.

Het Zernike College maakt deel uit van het samenwerkingsverband 2.03.

Op het gebied van de leerlingenzorg worden door de zorg coördinatoren van

de deelnemende scholen gesproken over nieuwe ontwikkelingen en school

overstijgende problematiek, b.v. de overgang POVO, de overstap van VO naar

VO school, enz.

De school is aangesloten als signaalgever bij de verwijsindex zorg voor jeugd

Groningen en Drenthe.

Page 76: Schoolplan 2011 - 2014

colo

fon

Uitg

ave

| Zer

nike

Col

lege

Reda

ctie

| Ze

rnik

e Co

llege

i.s.m

. Wou

t Sor

gdra

ger C

omm

unic

atie

Ont

wer

p | G

ravi

s, N

ynke

Viss

er

Dru

kwer

k | D

rukk

erij

Tien

kam

p

© Z

erni

ke C

olle

ge, 2

011

Post

bus 1

49, 9

750

AC H

aren

ww

w.z

erni

keco

llege

.nl