Chemie magazine 2009 - maart

64
Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 03 25 maart 2009 ‘Meer innovatie houdt Europese chemie gezond’ Maria van der Hoeven: Magazine

description

Maandblad van de VNCI

Transcript of Chemie magazine 2009 - maart

Page 1: Chemie magazine 2009 - maart

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 03 25 maart 2009

‘Meer innovatiehoudt Europesechemie gezond’

Maria van der Hoeven:

Magazine

Page 2: Chemie magazine 2009 - maart

Imagine. Integrate. Innovate.

Alleen branchespecifi eke automatisering

zorgt voor chemie tussen

bedrijfsprocessen en ICT

Een volwaardige, fl exibele,fl betaalbare en bovendien

gebruiksvriendelijke ERP-oplossing die naadloos

alle bedrijfsfuncties in de semi-procesindustrie

integreert. Dat is Q-SPI, de “Solution for Process

Industry” van Qurius.

Q-SPI is gebaseerd op het ERP pakket Microsoft

Dynamics en biedt naast een krachtige

basisstructuur uitgebreide branchespecifi eke

functionaliteiten. Zo kunnen bedrijven in de semi-

procesindustrie sneller en efficiënterffi reageren op

ontwikkelingen in de markt.

Van Voordenpark 1a, 5301 KP Zaltbommel. Postbus 258, 5300 AG Zaltbommel

+31 (0)418 68 35 00, [email protected], www.qurius.nl

Page 3: Chemie magazine 2009 - maart

FO

TO: O

PE

LN

ED

ER

LA

ND

‘Meer innovatier en onderzoek zijn de sleutel tot het behoud vaneen gezonde chemische industrie in Europa. Maar ookr het verant-woordw gebruik van natuurlijke bronnen en een level playing fieldop het gebied van energie en grondstoffen zijn dé succesfactorenvoorv eenr concurrerende en duurzame industrie. En tot slot heeftde chemische industrie een open markt nodig met eerlijke con-currentie om in de wereld competitief te kunnen zijn.’ Dit zijn vol-gens minister Mariar van der Hoevenr de belangrijkste aanbevelin-gen in het eindrapport van de HLG (High Level Group on theCompetitiveness of the European Chemicals Industry). René vanSloten van Cefic en Ben van Beurden van Shell Chemicals warenook bij het overleg betrokken.

Belangrijke rol Europese chemie

50

24

Groene chemie bij CrodaIndustrial Specialties30‘We willen meer enr meer toer naar productenr met een hogeretoegevoegdet waarde. Hiermee dragen we ook bij aan de innova-tie bij polymeren en coatings’, zegt Maarten Heybroek van CrodaIndustrial Specialities in Gouda. En hij vervolgt: ‘Wij bedrijvenhier voorr 95r procent groene en kennisintensieve chemie.’Crodagebruikt onder anderer olie van koolzaad, kernen van palmpitten,zonnebloemen en soja als grondstof voor allerleir oleochemica-liën.

Vakbonden willenmaatwerk bij recessieVakbondsbestuurders Egbert Schellenberg (FNVBondgenoten) en CNV-collega Evert Jan van de Mheenzijn eensgezind over der vraag hoe de chemie sterkeruit de crisis kan komen dan ze er inging.r Van de Mheen:‘Goede mensen vasthouden, bijvoorbeeld met gebruik-making van arbeidspools, en specialiseren.’Schellenberg: ‘Investeer inr mensen en speel in opnieuwe markten. Als er onvoldoender verwerkingsca-paciteit is voor ingezameldr plastic, investeer daarr danrin.’

30

03 25 maart 2009

maart 2009 Chemie magazine 3

Inhoudd

Page 4: Chemie magazine 2009 - maart

Ze kunnen niet leven zonder hun omgeving te beschadigen.Maar u wel. Met bewezen sustainability management software van SAS.

www.sas.com/nl

Olifanten eten duizenden bomen kaal

Page 5: Chemie magazine 2009 - maart

Column 11-‘Chemie kan wel wat patriottisme gebruiken’, stelt VNCI-

manager dienstverleningr en ondernemingsklimaat ReinCoster. Hij wil meer tempor in de besluitvorming rond devergunningen in Nederland

Veiligheid, gezondheid en milieu 17- Workshops over explosieveiligheidr

Onderwijs en innovatie 19- Nationaal technologieplatform duurzame chemie

Actueel 21- Imagocampagne chemie ingetogen van start

Het woord is aan.... 54- Peter Hoogenboomr van adviesbureau DLV PlantV over boe-r

ren die de chemie in gaan.

Column 57- Hoogleraar Bertr Meijer pleitr voor steedsr beter inr plaats

van steeds meer

Uitgelicht 34- Algaelink levert wereldwijd algenreactoren

Opinie 36- ‘Eind in zicht voor asbestdiafragma’sr bij chloorproductie

In beeld 38- De chemici van morgen

Plantmanager 42- ‘Veiligheid moet logisch zijn, niet lastig’, aldus Jan Jaap

van der Bij,r genomineerde voor Plantmanagerr ofr the year

Kennis en ervaring 44- Miljoenen verdienen door aanvragenr tariefschorsing

Infographic 48- Olieprijs maskeert lagere productie chemie

11

38

59

Groene Chemie 59- Alternatieven voor chemicaliën in leerindustrie

Nieuws 61- Leden tevreden over VNCI

Personalia en agenda 62

Opinie 07- VNCI-directeur Coletter Alma:

Ongekende vraaguitval

03 25 maart 2009

maart 2009 Chemie magazine 5

Inhoudddd

VNCI

Feiten en Visies

Trends

Achtergrond

Page 6: Chemie magazine 2009 - maart

SPIEeen gezamenlijke ambitie

Ass

et M

anag

emen

t

Bui

ldin

g Sy

stem

s

Con

trol

ec E

ngin

eeri

ng

Indu

stri

e

Infr

a

Met het oog op de toekomstEen onderneming kan in de 21e eeuw past echt succesvol zijn als deze ookduurzaam is. Om dit te bewerkstelligen zoekt SPIE continu naar oplossingendie werken en blijven werken. Systemen en procedures die kostenreducerend,maar vooral veilig zijn, als het even kan daarbij zelfs de verwachtingen van opdrachtgevers overtreffen. Uiteraard met ontzag voor het milieu. SPIE biedteen compleet pakket multitechnische diensten aan de industriële, commerciëleen institutionele branche. Samen met de klanten ontwerpen en bouwen onzespecialisten innoverende oplossingen die ertoe bijdragen dat onze infra -structuur, industrie en onze leef- en werkwereld erop vooruitgaan.

De bundeling van onze krachtenMet het inschakelen van SPIE staat er een stevig team gemotiveerde specia-listen en vakmensen voor u klaar. Vanzelfsprekend kan elke divisie ook eenberoep doen op de kennis en ervaring van één van de andere divisies.

SPIE-Asset ManagementAdvies over en realisatie van de hoogst mogelijkeeconomische waarde van productiefaciliteitenvoor eigenaars en gebruikers.

SPIE-Building SystemsAdvies, ontwerp, realisatie en onderhoud vanelektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties.

SPIE-Controlec EngineeringAdvies en onafhankelijke, technische, multidisci-plinaire oplossingen op het gebied van engineering& design, procurement, project -en construction management.

SPIE-IndustrieAdvies, ontwerp, installatie, start-up, onderhoud,projectmanagement, processautomatisering eninspectie op het gebied van mechanische technie-ken, piping, luchtconditionering, elektrotechniek,meet- en regeltechniek en analysersystemen.

SPIE-InfraOntwerp, realisatie, inspectie, service en onder-houd op de terreinen: energie, verkeer en vervoer,telecommunicatie en hoogspanningslijnen.

SPIE NEDERLANDHuifakkerstraat 15 • 4815 PN Breda • Postbus 2265 • 4800 CG Bredatel. +31 (0)76 544 54 44 • [email protected] • www.spie-nl.com

Page 7: Chemie magazine 2009 - maart

VNCI-directeur Colette Alma

ederland verkeert in een diepe recessie, zo concludeerde hetCentraal Planbureau (CPB) onlangs. De economische krimp dit jaar zal de grootste zijn sinds de Tweede Wereldoorlog en het isonduidelijk of het dieptepunt al voorbij is.

Chemische bedrijven hebben in ieder geval nog steeds met een ongekende vraaguitval te maken, bleek afgelopen maand tijdens een belronde van de VNCI. Daarbij gaat het met name om bedrijven die zich richten op de automo-biel-, kunststoffen-, rubber- en papierindustrie, en in iets mindere mate op de bouw en aanverwante sectoren.

De gevolgen daarvan lezen we dagelijks in de krant: werktijdverkorting,reorganisaties, banenverlies, tijdelijke sluiting van fabrieken en investerin-gen die op de lange baan worden geschoven.

Deze moeilijke periode vraagt dan ook een aantal gerichte ondersteunings-en stimuleringsmaatregelen van de overheid. Het liefst maatregelen die niets ‘extra’ kosten en voor een duurzame toekomst toch al nodig waren. Denk bijvoorbeeld aan het stimuleren van huizenisolatie en de ontwikkeling van hybride en elektrische auto’s. Maar ook maatregelen die de kaspositie van bedrijven verlichten zouden tot het pakket moeten behoren, zoals ver-snelde afschrijving van investeringen tot over de laatste vijf jaar en uitstel voor afdrachten aan de overheid. En waar mogelijk een lastenverlichting, bijvoorbeeld in de vorm van een verlaging van de kosten die het Europeesagentschap voor chemische stoffen in rekening brengt voor REACH.

Daarnaast zou de overheid terughoudendheid moeten betrachten metnieuwe wet- en regelgeving die kosten voor de bedrijfstak met zich mee-brengt. De chemische industrie heeft toch al de handen vol aan REACH, GHS en het verminderen van broeikasgasemissies. Het is nu niet de tijd om deindustrie extra te belasten door kosten te veroorzaken voor een verfi jning van regels voor zaken die in essentie al goed zijn geregeld. Tot slot is het een absolute randvoorwaarde dat de fi nanciële markt adequaat werkt, zodatgezonde bedrijven fi nanciering krijgen.

Want het is van cruciaal maatschappelijk belang dat de chemische industrie versterkt uit deze crisis komt. De maatschappij heeft immers een goed func-tionerende en gezonde chemische industrie nodig om de omslag naar een duurzame economie te maken, lezen we in het omslagverhaal van deze maand. De High Level Group on the Competitiveness of the European Chemi-cal Industry, een groep vooraanstaande Europeanen, waaronder minister Maria van der Hoeven van EZ, heeft hiertoe een serie aanbevelingen voor delange termijn gedaan.

In de ogen van de HLG is de versterking van innovatie en onderzoek de sleu-tel tot het behoud van een gezonde chemische industrie in Europa. Het ver-antwoord gebruik van natuurlijke bronnen en een level playing fi eld op het gebied van energie en grondstoffen zijn eveneens belangrijke voorwaarden, net als een open markt met eerlijke concurrentie om in de wereld competi-tief te kunnen zijn.

Volgens Maria van der Hoeven laat het HLG-rapport zien, dat de chemie totop het hoogste politieke niveau erkenning krijgt voor de belangrijke plaats die zij inneemt in onze economie. Als toeleverancier van technologie en pro-ducten is zij van groot belang voor de voorziening van basisbehoeften alswater, voedsel, energie en zorg. Maar ook om de omslag te maken naar een werkelijk duurzame economie, is de bijdrage van onze sector essentieel.

En dat zou een extra reden voor de overheid moeten zijn tijdig de juiste maat-regelen te nemen om de branche door deze zware tijden heen te loodsen.. p

Ongekende vraaguitvalN

Opinie VNCI

maart 2009 Chemie magazine 7

Page 8: Chemie magazine 2009 - maart

istorisch

Stankoverlast

Rijnmond

8 Chemie magazine maart 2009

Page 9: Chemie magazine 2009 - maart

In 2008 ontving DCMR Milieudienst bijna4.700 meldingen over stank. Dit isaantal jaren. In2007 binnen enin 2006 ca. 7.500klachten Heuvel, directeurvan tweeoorzaken. bedrijven,die vaak van

DCMR genomen.De meeraandachtstankoverlast ogenblikneemt elektronischeneuzen, snel enobjectief waarde kan dan meteen ingrijpen(zie foto).

gebied

G

S

41

maart 2009 Chemie magazine 9

Page 10: Chemie magazine 2009 - maart

VAPRO MAAKT VAN STILSTAND

VOORUITGANGM E E R W E T E N ? K I J K O P VA P R O . N L O F B E L M E T 0 7 0 – 3 3 7 8 3 0 0 .

CRISIS ?WERKTIJDVERKORTING ?

OPLEIDINGS- EN SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN ?

Page 11: Chemie magazine 2009 - maart

Column

at is heel mooi, want enige vorm van patriottisme kan deNederlandse chemische industrie wel gebruiken. De omvangrijkevraaguitval in de afgelopen maanden als gevolg van de economischerecessie, maakt pijnlijk duidelijk hoezeer der onnodig ingewikkelderegelgeving de industrie hindert. Dat is lastig bij economische voor-spoed, maar eenr levensgroot probleem als bij een stagnatie van deafzet, de continuïteit van de onderneming in gevaar komt.r

Daarbij gaat het niet om het feit dat er eenr stringente regelgeving is, ondermeer opr het terrein van het milieu. Ook is het geen halszaak dat Nederlandgraag het beste jongetje van de klas wil zijn als het gaat om het naleven van deBrusselse missiven. Nee, het werkelijke probleem zit in de lange keten van dewet naar der uitvoering en de handhaving daarvan. Daar missenr ondernemersnadrukkelijk het patriottisme; het wij-gevoel van de chemie en de overheden.

Ook in de bestrijding van de huidige recessie bestaat de neiging bij velen om allezegen van boven te verwachten. Den Haag is aan zet om in Delfzijl ofZeeuws-Vlaanderen de bedrijvigheid weer aanr de praat te krijgen. Naar goedrambtelijk gebruik wordt dat beleid aan de muur gespijkerdr en aan de voet vande keten wachten provincies en lagere overheden vol spanning, bewegingsloosaf wat er gaatr gebeuren. Toegegeven, dat is wat gechargeerd, maar juistr nu hetwat minder gaat,r valt pas op hoezeer sommiger procedures vertragend werken,of zelfs contraproductief zijn. Het zou verstandig zijn de hele systematiek vanvergunningverlening eens tegen het licht te houden en te beoordelen op beoogdresultaat en effectiviteit.

Een mooi voorbeeld is de aanvraag voor eenr subsidie voor eenr installatie vanwarmtekrachtkoppeling (WKK). Zoals bekend een installatie die zowel vanuitkostenoptiek als vanuit milieuoverwegingen zeer aantrekkelijkr is. Een telefoon-tje naar SenterNovem,r formulier invullenr en aan de slag ermee. Helaas ligt hierechter eenr paarse krokodil op de loer omr de aanvrager vanr de WKK-subsidie destuipen op het lijf jagen. De aanvraag is namelijk pas mogelijk, zodra de bouw-vergunning en de milieuvergunning zijn afgegeven. Geen moment eerder.Waarom? Zo wordt voorkomen dat niet-serieuze aanvragen ook in behandelingmoeten worden genomen. Dat is natuurlijk een ontmoedigingsbeleid in optimaforma. Terwijl innovatie-investeringen juist als stimulans voor der economie enbehoud van werkgelegenheid van grote waarde zijn, raken deze al snel verstriktin de red tape. En de WKK-subsidie is maar eenr voorbeeld van tal van vergelijk-bare ongerijmdheden tussen nationaal beleid en lokale uitvoering.

Autoriteiten op elk niveau moeten in de huidige economische neergang allemedewerking verlenen om de benodigde vergunningen rond te maken. Dat kanoverigens prima zonder der noodzakelijke zorgvuldigheid uit het oog te verliezen.Vanuit een gevoel van patriottisme zou alles op alles moeten worden gezet omhet tempo van besluitvorming op te voeren. Dat kost niets, maar levertr de over-heden veel goodwill op en werkt mee aan het scheppen van een ‘sense ofurgency’ wat de chemische industrie in deze tijd zo goed kan gebruiken.

Rein Coster, VNCI-speerpuntmanager dienstverleningr en ondernemingskli-maat. p

Chemie kan wel watpatriottisme gebruikenStaatssecretaris van Economische Zaken, Frank Heemskerk,k riepbegin maart de Nederlanders op in eigen land op vakantie te gaanen zo nationale economie te ondersteunen. Is dat geen verkaptevorm van verwerpelijk protectionisme,k waren de aanvankelijk ver-kbaasde reacties. Nee, aldus de behendige politicus, deze oproepvalt in de categorie ‘patriottisme’.

D

Rein Coster

Rein Coster

maart 2009 Chemie magazine 11

Page 12: Chemie magazine 2009 - maart
Page 13: Chemie magazine 2009 - maart

Global Product Strategy

Meer vertrouwenr inchemische producten

De Europese Unie hanteert hoge standaarden voor hetr veilig enverantwoord gebruik vank chemische stoffen. Denk bijvoorbeeldk aande REACH- en GHS-wetgeving. Dat is echter nietr altijd het geval inde rest van de wereld. De Global Product Strategy (GPS)y van dewereldwijde chemische industrie moet hier veranderingr in gaanbrengen.

’Nog te vaak giftige stoffen inspeelgoed’, kopte een lande-

lijke krant eind vorig jaar naarraanleiding van een onderzoekvan het Duitse consumentenma-gazine ÖKO-TEST. In de aanloopnaar Sinterklaasr had het bladallerlei speelgoed getest. En watbleek? Bijna de helft van de 68onderzochte soorten speelgoedzat vol stoffen die hier nietr inthuis horen en die in Europa allang niet meer opr deze wijze opde markt mogen wordengebracht.Deze en andere berichten komenhet imago van de chemischeindustrie natuurlijk niet tengoede. En dat terwijl de branchein Europa niet alleen metstrenge wet- en regelgeving,zoals REACH en GHS heeft temaken, maar ookr nog eens opvrijwillige basis door middelr vande Global Charter, continustreeft naar verbeteringenr op hetgebied van veiligheid, gezond-heid en milieu. Daarnaast gaatde Global Charter inr op actuelemaatschappelijke uitdagingen,zoals duurzame ontwikkeling,verbeterd ketenbeheer, meertransparantie en een betereonderlinge harmonisatie, enmeer samenhangr tussen de 53deelnemende landen.

Wereldwijde standaardHet feit dat er verschillenderstandaarden voor chemicaliën-rmanagement worden gehan-teerd, was voor der wereldwijdechemische industrie, verenigd inde International Council ofChemical Associations (ICCA),reden om tijdens een internatio-nale VN-conferentie over chemi-rcaliënmanagement in februari2006 in Dubai af te spreken om

meer aandachtr te besteden aanhet veilig en verantwoordgebruik van chemische stoffen inproducten.‘De chemische industrie geefthier inr feite op vrijwillige basis alinvulling aan door ProductrStewardship, het productge-richte onderdeel van de GlobalCharter’, stelt VNCI-beleidsme-dewerker Sjoerdr Looijs, die hetonderwerp in zijn portefeuillleheeft. ‘Daarbij nemen bedrijvenhun verantwoordelijkheid voorde manier waaropr hun afnemersmet chemische productenomgaan. Bijvoorbeeld doornauwkeurig aan te geven opwelke wijze ze het beste metchemicaliën om kunnen gaan.’Daarbij gaat het volgens Looijsmet name om chemische bedrij-ven in de westerse, ontwikkeldewereld. ‘Chemische productenkomen echter ookr uit landenwaar der regels nu eenmaal min-der strengr zijn. De westerseproducenten hebben hier moeitermee omdat zij bijvoorbeeld doorstringente wet- en regelgeving inEuropa meer geldr voor hunr pro-ducten moeten vragen. Daardoorkomt hun concurrentiepositie enimago in gevaar. Reden voorICCA omA hier wereldwijdr meerlijn in te brengen.’

Geen extra belastingMaar watr betekent GPS nu voorhet gemiddelde chemischebedrijf in Nederland? De zoveel-ste ‘vrijwillige’ belasting? Dat isvolgens Sjoerd Looijs zeker nietrhet geval. ‘Bedrijven hebben hetimmers al druk genoeg met deinvoering van REACH en GHS.Daarom is bij de ontwikkelingvan GPS de Europese wet- enregelgeving op stoffengebied

nadrukkelijk als inspiratiegebruikt. Bedrijven kunnen degegevens die ze voor REACHrmoeten aanleveren, tevens voorhet GPS-programma gebruiken.Doel is om deze informatie in detoekomst via een speciale web-site te ontsluiten.’De ICCA isA momenteel drukbezig met de productie van eenhandleiding voor chemischerbedrijven waarin staat hoe zeGPS het beste kunnen invoeren.Die is met name voor kleinererbedrijven bedoeld. Daarnaast is

er inmiddelsr een proef gestartom de werkbaarheid van GPS tetesten. De tweede internationaleVN-conferentie over chemicali-renmanagement vindt overigensin mei plaats in Genève. p

Meer informatie: VNCI-beleidsme-dewerker Sjoerd Looijs, tel. 070-3378747, e-mail: [email protected]

De Duitse vereniging van de chemische industrie (VCI) heeft) onlangst een specialeuitgave over der Global Product Strategyt uitgebrachty

Duurzaam ondernemen

maart 2009 Chemie magazine 13

Page 14: Chemie magazine 2009 - maart

All-round Industrial Services

Clients: (petro)chemical industry oil & gas steel/metal production power plants waste incinerators tank terminals food industry government / institutions

www.mourik.com

Standnr. 1408 - Hal 1

Ind

Page 15: Chemie magazine 2009 - maart

Tijdens de algemene ledenver-gadering van het VHCP (Ver-

bond voor Handelarenr in Chemi-sche Producten) op 16 maart jl.werd een nieuw tijdperkw ingeluidin de samenwerking tussen deVNCI en het VHCP voor Respon-rsible Care. Het uit 1997 date-rende partnership was namelijktoe aan vernieuwing, omdat hetprogramma is uitgebreid met deGlobal Charter. De secretarisvan het VHCP, Robert Stuyt,bracht in het kort het afgelopendecennium in beeld, waarin veelis gerealiseerd in het kader vanrveiligheid, gezondheid en milieu.De VNCI en het VHCP hebben dewereldwijde afspraken van deGlobal Charter vertaaldr naar derNederlandse situatie. Met deondertekening van de nieuweovereenkomst, door WernerrFuhrmann (vice-voorzitter VNCI)ren Piet van der Slikker (voorzitterVHCP), gaan beide partijen devolgende tien jaar tegemoet,rwaarin ze gezamenlijk aanResponsible Care nog meer

inhoud geven. Voor der sector isrdit een belangrijke drager voorrde verbetering van het imago vande chemie. Het programma geeftinhoud aan wat er inr de wereld

van chemie gebeurt. Vice-voor-zitter Wernerr Fuhrmann:r ‘Hetgezamenlijk oppakken van eenproject in het kader vanr duur-zaamheid is een goed initiatief

om het merk dat ResponsibleCare wereldwijd is, ook inNederland nog meer ter verster-ken.’ p

VHCP en VNCI ondertekenen nieuwe overeenkomst

Responsible Care krijgt nog meer inhoudr

In het rapport staan tal van activiteitenbeschreven die onder der paraplu van de

GlobalCharter vallen.r Cijfers over der milieupres-taties van de chemische industrie enandere onderwerpen staan voortaan ech-ter opr de website van de vereniging. Vol-gens VNCI-beleidsmedewerker SjoerdrLooijs is daar bewustr voor gekozen.r ‘Nukunnen we nieuwe gegevens meteeninvoeren, waardoor der informatie veelactueler isr dan voorheen.’Verder heeftr de VNCI in het nieuwe rapportde aanbevelingen meegenomen uit de in2007 en 2008 begonnen stakeholderdia-loog: gesprekken met mensen en organi-saties uit de samenleving die op verschil-lende manieren tegen de chemie

aankijken. Deze dialoog maakt onderdeeluit van de stap naar meerr transparantie.rDe uitkomsten daarvan zijn voor der VNCIeen belangrijke draad voor nur en de toe-komst. Daarom laat de VNCI vanaf 2010alle aangeleverde informatie opResponsible Care-gebied van enkele lidbe-drijven steeksproefsgewijs verifiëren dooreen externe accountant. Daarnaast gaat devereniging binnenkort in gesprek met destakeholders om te kijken of hun aanbeve-lingen goed in het rapport zijn verwerkt.De kwantitatieve gegevens per themar zijnte vinden op: www.vnci.nl/rc p

Meer informatie: VNCI-beleidsmedewerkerSjoerd Looijs, tel. 070-3378747, e-mail:[email protected]

Actuele cijfers op websiteVNCI publiceert Responsible Care-rapportDe VNCI heeft half maart een volledig vernieuwd Responsible Care-rapport uitge-bracht. Actuele cijfers over der vermindering van emissies, procesveiligheid, transporten andere onderwerpen zijn voortaan te vinden op de website van de vereniging.

VHCP-voorzitter Pietr vant der Slikker en VNCI-vice-voorzitter Wernerr Fuhrmannr

Duurzaam ondernemen

maart 2009 Chemie magazine 15

Page 16: Chemie magazine 2009 - maart
Page 17: Chemie magazine 2009 - maart

Workshops over explosieveiligheidr

Uit onderzoek van de Arbeidsinspectie in2007 en 2008 blijkt dat veel bedrijven de

risico’s op het gebied van mechanische ont-stekingsbronnen niet goed in kaart hebbengebracht. Wanneer err bijvoorbeeldr te veelwrijving ontstaat in pompen, ventilatoren enroerwerken, kunnen vonken voor groter pro-blemen zorgen. Dat explosieveiligheid eenbelangrijk onderwerp is voor BRZO-r enARIE-bedrijven hebben we kunnen zien aanBP in Texas.Tijdens de start-up van een destillatiekolomkwam een brandbaar vloeistof-dampmeng-rsel vrij. Door der daarop volgende explosie enbrand raakten 180 mensen gewond en zijnvijftien mensen overleden.Uiteraard willen de VNCI en de VerenigingNederlandse Petroleum Industrie (VNPI) dekansen op een dergelijk ongeval inNederland zoveel mogelijk voorkomen.Daarom vinden er der komende maanden inverschillende delen van het land in totaal vijfworkshops plaats, waarin de deelnemersgeïnformeerd worden over der manier waaroprmen de risico’s met betrekking tot mechani-sche ontstekingsbronnen op een gestructu-reerde manier kanr beoordelen en maatrege-len kan nemen om die risico’s teminimaliseren.

Binnenkort uitnodigingTijdens de eerste workshop op 16 april gevenmedewerkers van SABIC Innovative Plasticsen Koch HC Partnership een presentatie inhet Dow Communicatiew Centrum inTerneuzen, over der wijze waarop zij invullinghebben gegeven aan dit deel van de Atex-137explosieveiligheidsrichtlijn. De EuropeseCommissie heeft deze regels opgesteld omveilig te kunnen werken op plekken waar eenrkans is op explosie.De workshops vinden plaats in de vijf regio-nale veiligheidsnetwerken die de laatstejaren mede door der VNCI zijn opgezet. Vol-gens VNCI-beleidsmedewerker MaccorKorteweg Maris heeft de vereniging met deoprichting van deze netwerken invulling

gegeven aan de wens van het ministerie vanSociale Zaken en Werkgelegenheid om deveiligheid in de chemische sector nogr verderte verhogen. ‘Bedrijven van elkaar latenrleren: dat is de insteek van deze bijeenkom-sten’, aldus Korteweg Maris.Bedrijven die al lid zijn van een regionaal

netwerk ontvangen binnenkort een uitnodi-ging om gratis aan de workshop deel tenemen. Alle overige BRZO- en ARIE-bedrijven die geen lid zijn van de VNCI of eenregionaal netwerk, kunnen ook een invitatietegemoet zien. p

De VNCI en de VNPI organiseren de komende maanden samen met de Arbeidsinspectie inverschillende regio’s vijf workshops. Daarin leren de deelnemers van elkaar opr welkemanier zer explosierisico’s kunnen beheersen.

VNCI en Arbeidsinspectie werken samen

Belangstellenden kunnen de workshops opde volgende vijf plaatsen bezoeken:

Regio Zuid-West Nederland, DowCommunicatie Centrum, Terneuzen (www.bzwmasterclassveiligheid.nl)

Regio Limburg, DSM Research,

Geleen (www.vnci.nl) Regio Amsterdam, Kamer van

Koophandel Amsterdam (www.oram.nl) Regio Rotterdam, Delta-

linqs University, EIC, Rozenburg (www.deltalinqs.nl)

Regio Delfzijl, TxU-project,Chemiepark Delfzijl (www.Txu.nl)

Meer informatie: Macco Korteweg Maris, tel.070-3378748 of e-mail: [email protected]

Waar vinden de workshops plaats?

moeten ook hunk laad- en losstation van brandbare vloeistoffen beoordelen op explosieveiligheid

Veiligheid, gezondheid en milieu

maart 2009 Chemie magazine

Page 18: Chemie magazine 2009 - maart

www.achema.de

4,000 EXHIBITORS � 180,000 ATTENDEES � 30,000 EXECUTIVES � 100 COUNTRIES � 900 LECTURES

Be part of the bigger picture ...... and see innovations of today for the solutions of tomorrow

The global appeal of ACHEMA gives you a competitive edge by allowingyou to see the bigger picture.

ACHEMA attracts engineers, chemists and decision makers from around theworld to a single venue to showcase solutions, share ideas and interface acrosstechnology disciplines.

ACHEMA's multi-theme approach provides a fresh global perspective oncutting-edge products and technologies that will improve product yields,enhance quality, optimize raw materials’ use and reduce energy costs.

Be better prepared for the challenges to come – Attend ACHEMA.

� CHEMICAL ENGINEERING� BIOTECHNOLOGY� ANALYTICAL TECHNIQUES� FLUID HANDLING� PROCESS AUTOMATION� PHARMACEUTICAL TECHNOLOGY� THERMAL AND MECHANICAL PROCESSES� SAFETY� ADVANCED MATERIALS� ENVIRONMENTAL PROTECTION� RESEARCH� SPECIAL SHOW:

INNOVATIVE CONCEPTS FOR THE USE OF RESOURCES

www.dechema.de

THE WORLD FORUM OF THE PROCESS INDUSTRIES

Page 19: Chemie magazine 2009 - maart

Nationaal technologie platform voor duurzamer chemie

Regiegroep Chemie en universiteitenreduceren aantal opleidingsplaatsen

SusChem Nederland heeft als doel deinternationale dimensie van de actielijnen

van de Regiegroep te coördineren en synergiete zoeken met buitenlandse projecten enprogramma’s. Zo hoopt SusChem Nederlandmeer onderzoeksgeldr voor Nederlandserprojecten binnen te halen uit Europese fond-sen, zoals het Zevende Kaderprogramma. Ditis een van de grootste internationale subsi-dieprogramma’s voor onderzoekr en technolo-gieontwikkeling ter wereld.r Het programmais de motor voorr onderzoekr en innovatie bin-nen de EU.De Europese chemische industrie heeft doormiddel van het technologieplatform voorduurzame chemie (SusChem) inmiddels 625miljoen euro aan onderzoeksgeld voor ver-rschillende projecten in de wacht gesleept,bleek onlangs tijdens een bijeenkomst inPraag. Een daarvan is het zogeheten Smart

Energy Home-project,y een internationaalsamenwerkingsverband van onder meerrPhilips en BASF. Doel van het project is ommet een aantal betrekkelijk eenvoudigemaatregelen, zoals slimme isolatie en ver-lichting, het energieverbruik in gebouwenterug te dringen. Die zijn alleen al in Europagoed voor 40r procent van het totale jaarlijkseenergieverbruik.

InnovatielijnenDe chemische industrie speelt hierbij eenbelangrijke rol door der ontwikkeling vaninnovatief isolatiemateriaal, zoals Micronalvan BASF. Dat zijn gipsplaten waarin kleinemet was gevulde balletjes zijn verwerkt.Overdag absorberen de balletjes de warmteom die vervolgens ’s avonds weer afr te geven.Verder werktr een aantal bedrijven aan deontwikkeling van slimme coatings voor

ramen. Maar ookr op het gebied van verlich-ting is nog veel winst te behalen. Zo werktPhilips aan een nieuwe generatie ledverlich-ting die niet alleen veel minder energier ver-bruikt, maar ookr meer enr warmer lichtr geeft.De drie gebieden waar SusChemr zich opricht, namelijk materialen, industriële bio-technologie, reactie- en procestechnologie,vallen binnen de innovatielijnen van deRegiegroep Chemie. Daarom is de keuzegemaakt om SusChem Nederland op te rich-ten als een onderdeel van de RegiegroepChemie. Bestuursvoorzitter Gerardr van Har-ten van Dow Beneluxw neemt de leiding vanSusChem Nederland op zich.Volgens VNCI-speerpuntmanager Onderwijsren Innovatie, Nelo Emerencia, zal SusChemNederland er voorr zorgenr dat Nederlandsebedrijven en kennisinstellingen meer gebruikrkunnen gaan maken van het Europese onder-zoeksgeld. p

Meer informatie: Nelo Emerencia,tel. 070-3378726, e-mail: [email protected]

De Regiegroep Chemie heeft in samenwerkingmet de Vereniging van Universiteiten het aantalopleidingsplaatsen voor scheikundeopleidingenteruggebracht van tien naar zeven. Dat wasnodig omdat er jaarlijks te weinig studenten aaneen universitaire opleiding chemie beginnen,stelt VNCI-speerpuntmanager Onderwijs enInnovatie Nelo Emerencia.

De totale instroom van studenten in bètatechni-sche studies in het hoger onderwijs mag dansinds 2000 met 16,9 procent zijn gestegen, feit isdat er nog steeds veel te weinig jongeren begin-nen aan een universitaire studie chemie, om tienopleidingsplaatsen in stand te houden. Redenvoor de Regiegroep Chemie om in nauw overlegmet de vereniging van universiteiten (VSNU) hetaantal opleidingsplaatsen te reduceren van tiennaar zeven. Verder stimuleren de twee organisa-ties universiteiten om nauwer met elkaar samente werken. Dat heeft bijvoorbeeld geresulteerd inde opleiding Moleculair Science and Technology,een gezamenlijk initiatief van de universiteitLeiden en Delft. p

Meer informatie: VNCI-speerpuntmanager Onderwijsen Innovatie, Nelo Emerencia, tel. 070-3378726,e-mail: [email protected]

De VNCI richt binnen het kader vanr de Regiegroep Chemie het nationale technologie plat-form SusChem Nederland op. Het platform zal deel uitmaken van het Europese technolo-gieplatform voor duurzamer chemie, SusChem.

Meer Europees onderzoeksgeld naar Nederland

Van tien naar zeven opleidingen

Innovatie

maart 2009 Chemie magazine 19

Page 20: Chemie magazine 2009 - maart

09000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000009000000000000000000099999999999999999999999999999990909090900000900000999999909090909090909090909090909999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999999event

28 MAY 2009 Amsterdam RAI

accelerate your career at

accelerate your career at

Are you a highly educated student or professional in Life Sciences, Chemistry, Food or Pharma?Are you planning the next small step or giant leap in your career? Then visit BCF Event.

BCF Event off ers you:An interactive career fair; meet future employers and colleagues!Company presentations; get to know the sector!Workshops on e.g. job application and networking; improve your skills!CV checks; learn to present yourself!Career coaching by professional career coaches!

••••• www.bcfevent.nl

BCFeventBCFevent

BioEventventventventrEventEErEventCareerEventeerEventreerEvenreerEvenreerEvenCC rEventerEventrEventEvent

FoodFoodntntnttttEventEvEEE ntntntntEvenEerErEEerEverEareerEeeareareerEerECaCCaCa rEvenC rEveareerCareerEvent

ChemistryChemistrynttntEventvvvv ntentntnterEvenee EEEvEveeeeeerEvenCaaaCaC erEvee EEEEeeareeareeareareeaaa eeaa rEvareerCareerEvent

Main Sponsors

o-Sponsors

Partners

DUTCH SEPARATION TECHNOLOGY INSTITUTE

NETWORKFORFOOD EXPERTS

BCFBCFBCFFjobsobsjobsjobsjjFFBCFjobs

Exhibitors, amongst others (status 16 March 2009)

The Career Event for Life Sciences, Chemistry, Food & Pharma!BCFeventBCFevent

Uw logo hier?www.bcfevent.nl

Uw logo hier?www.bcfevent.nl

Uw logo hier?www.bcfevent.nl

Uw logo hier?www.bcfevent.nl

Uw logo hier?www.bcfevent.nl

Uw logo hier?www.bcfevent.nl

Uw logo hier?www.bcfevent.nl

Uw logo hier?www.bcfevent.nl

Page 21: Chemie magazine 2009 - maart

Imagocampagne chemie ingetogen van startGeen feest, wel de start van eenimagocampagne voor der chemie.Onder der noemer ‘Chemier is overal’gaat deze maand een project vanstart dat het beeld van de sectormeer inr overeenstemming moetbrengen met de werkelijkheid. ‘Eeninvestering’, noemt hoofd Communi-catie van de VNCI, Jan Willem Vreuls,het. ‘Als de sector sterkerr uitr de cri-sis wil komen dan ze er ínr ging, danspeelt het imago ook eenk rol.’

Het lijkt tegenstrijdig om midden ineen recessie met een imagocam-

pagne te beginnen. Toch heeft de che-mie er dezer maand het startschot voorgegeven. ‘Als de sector sterkerr uitr decrisis wil komen dan ze er ínging,rspeelt het imago ook een rol’, lichthoofd Communicatie van de VNCI, JanWillem Vreuls, die keuze toe. ‘Eenimagocampagne is een investering.Als de recessie op enig moment voor-bij is, dient de vergrijzingsgolf zichweer inr volle hevigheid aan. De che-mie moet dan weer strijdenr metandere bedrijfstakken om gekwalifi-ceerde mensen voor der sector terbehouden, of te interesseren. Daar-naast zullen op landelijk en lokaalniveau nieuwe vergunningen verkre-gen moeten worden. Dan is het goedals er meerr wederzijdsr begrip en min-der argwaanr is. Het leven gaat door narde crisis. Dus hebben we besloten omde campagne doorgang te laten vin-den. Een concessie die we doen is datwe de campagne niet zijn begonnenmet een groot feest. Dat is een beetjemisplaatst in de huidige omstandighe-den.’Op initiatief van de Regiegroep Chemiewerden in 2007 en 2008 al de eerstestappen op weg naar eenr imagocam-pagne gezet. Uit onderzoek bleek dathet beeld van de sector der afgelopen30 jaar nietr wezenlijk was gewijzigd.Drie decennia geleden werd debedrijfstak vooral geassocieerd metmilieuschandalen. Nu daarvan geensprake meer isr en de chemische indu-strie zich presenteert als een trans-parante, veilige, duurzame bedrijfs-tak, zou het imago verbeterd moetenzijn, maar datr is niet het geval. Desector voeltr dat nadrukkelijk als eenprobleem. Een campagne moet ener-zijds de trots van chemici op hun pres-taties versterken en anderzijds debuitenwereld duidelijk maken dat defeiten veranderd zijn. Het gekozencampagnethema maakt duidelijk waar

‘Geen reden voor feestje tijdens recessie’

de sector voorr staatr en met welkenieuwe ontwikkelingen ze bezig is.

Afwijken van bestaande padenVreuls: ‘De vorm waarin we dat doen,wijkt af van de bestaande paden. Aan-vankelijk hadden we het idee dat decampagne zich in eerste instantiemoest richten op de mensen die actiefzijn in de chemische industrie, inonderzoek of onderwijs. Daar zijnr wedeels van afgestapt. Uiteraard roepenwe chemici wel op om als ambassa-deur voorr der sector opr te treden, maarwe richten ons ook direct op de bui-tenwereld. We doen dat minder voor-rspelbaar, dus niet met bestaande pro-ducten en bestaande beelden van dechemie. Als iemand in zijn hoofd heeftzitten dat chemie vies en vervuilend is,dan zal hij of zij worden getriggerddoor der gekozen vorm, waarin helderekleuren en het neerzetten van schijn-bare tegenstellingen centraal staan.De uitingen, die onder meerr inr devorm van posters en zogenoemdeboemerangkaarten worden verspreid,maken duidelijk dat de sector toe-rkomstgericht is, en ze zet de aange-sprokene aan tot verder lezenr enhopelijk ook tot nadenken.’

Dat verder lezenr en nadenken voorsommigen niet overbodig zijn, bleek inde testfase van de campagne. Eenaantal proefpersonen had moeite omde afzender vanr de campagne tebenoemen, minimaal één deelnemerhad geen benul van wat chemieinhoudt. Hij bevroedde dat het eensamentrekking was van de eersteletters van een aantal grootwinkelbe-drijven.Er isr dus nog wat werk te verrichten.De campagneposters worden dezemaand verspreid, daarnaast start debijbehorende website (chemieisoveral.nl). Voor jongerer doelgroepen wordenYoutube-achtige filmpjes geplaatst opde website en in navolging van de‘online game’ rond de ‘Dag van de che-mie 2008’ wordt ook nu de mogelijk-heid geboden via internet een spel tespelen. De campagne wordt gepre-senteerd onder der noemer‘Chemie is overal’ en loopt in eersteinstantie tot in 2011. p

Bij dej campagne zijn de beelden origineel, dusgeen voorspelbare beelden van bestaandeproducten en installaties

‘Het levent gaat doort nar decrisis. Dus hebben webesloten om de campagnedoorgang te laten vinden’,verklaart Jant Willem Vreuls,hoofd Communicatied van deVNCI

Actueel

maart 2009 Chemie magazine 21

Page 22: Chemie magazine 2009 - maart
Page 23: Chemie magazine 2009 - maart

Afvalwaterzuiveringsinstallatie

VCA Petrochemiecertificaat

Website Dovac

De Nederlands-Duitse zonnecellenproducent Solland Solar uitr

Heerlen/Aken heeft in augustus 2007EnviroChemie uit Haarlem deopdracht gegeven om voor haarrnieuwe productielijn de afvalwaterzui-veringsinstallatie te bouwen.Vanaf heden is Solland Solar inr staatop jaarbasis voor 170r MWp aan zonne-cellen te produceren. Tot voor der uit-

breiding lag de capaciteit nog op 60MWp/j. Voor der uitbreiding bouwdeSolland Solar eenr extra productiehalop het Duitse deel van het bedrijventerrein Avantis, de thuisbasis van deonderneming halverwege Heerlen enAken. p

Meer informatie: www.sollandsolar.com

Dovac heeft een vernieuwde web-site,

online bdelen vowers.De websnieuwd egoed oveproductproductnische gzien en tOok ovetie of onproductinformawebsite. p

BBIS Industrial Services is onlangs gecerti-ficeerd volgens de geheel nieuwe VCA-

norm, namelijk VCA PetrochemieA 2008/05.Het bedrijf was al vele jaren gecertificeerdvolgens de ISO 9001-2000 en VCA** norm. Deonderneming is gespecialiseerd in industri-ele isolatie, steigerbouw, rope access,lawaaibeheersing, tracing, asbestverwijde-ring en vuurbescherming.

De VCA PetrochemieA 2008/05 richt zichvooral op:- ketenaansprakelijkheid;- borgen van de VCA-eisen op de werkvloer

bij onderaanneming;- gestructureerde selectie en beoordeling

van onderaannemers;- gedragsprogramma;- risico-onderkenning door middelr van Last

Minute Risk Analysisk (LMRA) en StartWerk Analyse.k pp

MeerMeerr informatie:informatie: www.bis-is.comwww.bis-is.com

Meer actueel nieuwsover chemie en dechemische industrie?Ga dan naar www.vnci.nl voor het dagelijksnieuws uit de sector enonze wekelijksenieuwsbrief.

maart 2009 Chemie magazine 23

Page 24: Chemie magazine 2009 - maart

Chemische bedrijven spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van accu’s voor elektrische auto’s

Page 25: Chemie magazine 2009 - maart

‘Zonder chemiegeen duurzamesamenleving’

René van Sloten van Cefic:

eFO

TO:O

PE

LN

ED

ER

LA

ND

De High Level Group on the Competitiveness ofthe European Chemicals Industry (HLG) heeftonlangs zijn eindrapport uitgebracht. MinisterMaria van der Hoeven van Economische Zaken,René van Sloten van Cefic en Ben van Beurdenvan Shell Chemicals waren bij het overlegbetrokken. Wat zien zij als de belangrijksteuitkomsten van de HLG? ERIK TE ROLLER

en van de belangrijksteb uit-komsten an v de HLG staat infeite oord verwo in de titel vanhet pport:eindra TheEuropean ChemicalsIndustry -y Enabler ofr a

Sustainable . Future Met andere woor-den: een duurzame samenleving zon-der chemier is nkbaar’, onden zegt Renévan Sloten bij Cefic (Europese koepelvan de chemische ndustrie)in verant-woordelijk voor ustriepolitiek.indur ‘Dechemie speelt een belangrijke b rol bijhet oplossen van le al grote problemenop het gebied van nergie, e voedsel engezondheid. De enlede van de HLG zijnhet daar unaniemr ver o eens.r De vol-gende vraag is: e hoe kunnen we ervoorzorgen dat Europa leidendl blijft in dechemie, zodat de plossingen op inEuropa en niet erselde ontwikkeld hoe-ven te worden? Dit alles a betekent eenofficiële erkenning van de Europesechemie door aller etrokkenbe enbelanghebbende artijen. pa En dat isvoor der torchemiesect vanr onschat-

bare waarde, ook vanwege het imago.’Om succesvol te blijven moet de che-mische industrie nog meer aanr onder-zoek en ontwikkeling doen. VanSloten: ‘Dat is niet alleen een kwestievan meer geld,r maar ookr van meersamenwerking tussen bedrijven, uni-versiteiten en andere organisaties. Ende overheid kan het klimaat voor inno-rvatie bevorderen door der regelgevingdaarop aan te passen en door der dia-loog over nieuwer technologieën testimuleren. Dat zijn allemaal vereis-ten voor eenr goed innovatieklimaat.’

Geïntegreerd beeldDe HLG heeft volgens Van Sloten eentotaalbeeld verschaft van de belang-rijkste factoren die het concurrentie-vermogen van de Europese chemiebeïnvloeden. ‘Tot nu toe werd er secrgekeken naar REACH,r de Europeseemissiehandel, de handelspolitiek enander beleid.r In de HLG hebben we eengeïntegreerd beeld kunnen neerzettenvan hoe alles met elkaar samenhangt.’r

‘Ook hebben we geconstateerd, dat dechemische industrie weliswaar toene-rmende concurrentie ondervindt vanuitopkomende industrielanden, maarsterk staat door der integratie van deproductie in chemieclusters, zoalsbijvoorbeeld in de Rijnmond, bijAntwerpen en in het Roergebied. Daarkomt nog bij dat we dichtbij onze klan-ten zitten. De producenten in hetMidden-Oosten hebben het voordeelvan lage grondstofkosten en modernefabrieken, maar zittenr verder vanr hunklanten af. De conclusie is dan ook datwe de clusters verder moetenr ver-sterken onder meerr doorr der netwer-ken van pijpleidingen uit te breiden’,verklaart Van Sloten.

Groene grondstoffen‘Verder merktenr sommige lidstatenen de ngo’s op dat de chemische indu-strie niet genoeg doet met hernieuw-bare grondstoffen. ‘Vanuit de chemiehebben we erop gewezen, dat hetreëel is ervan uit te gaan dat de che-

‘E

maart 2009 Chemie magazine 25

Thema

Page 26: Chemie magazine 2009 - maart

mie in de komende decennia nogzeker voorr 70%r tot 75% op fossielegrondstoffen gebaseerd zal zijn. Er isrechter welr ruimte voor eenr grotereinzet van hernieuwbare grondstoffen.Maar der EU zelf werpt hier groter bar-rières voor op.r Voor bioethanolr voorchemische toepassingen, bijvoor-beeld, hanteren de Verenigde Stateneen importtarief van 1,9 procent, ter-wijl de Europese Unie de importenmin of meer blokkeertr met eenimportheffing van 50 tot 60 procentom de Europese markt te bescher-men. Er isr wel een douaneregeling dielagere heffingen voor chemischrgebruik mogelijk maakt, maar dierbiedt bedrijven te weinig zekerheid omte beslissen over grootschaliger inves-teringen voor der inzet van bioethanol.En Europese bioethanol is te duur enrdaardoor geenr alternatief. Bij anderehernieuwbare grondstoffen zien wesoortgelijke problemen. Door hetrgemeenschappelijk landbouwbeleidzijn de prijzen van suiker enr koolhy-draten hier aanzienlijkr hoger danr opde wereldmarkt. Daarom zijn er zelfsrbedrijven die fabrieken in Europa heb-ben gesloten en verplaatst naar der VSen Canada, waar der groene grondstof-fen wel tegen wereldmarktprijzen zijnte krijgen. Met dit voorbeeld hebbenwe duidelijk gemaakt hoe de Europeselandbouwpolitiek van invloed is op deinzet van hernieuwbare grondstoffen.Wij willen wel meer vanr die grondstof-fen inzetten, maar danr moet Europa

ervoor zorgenr dat die tegen wereld-marktprijzen beschikbaar zijn.’r

Versnelde uitvoeringVolgens van Sloten zijn de aanbevelin-gen nog steeds actueel ondanks deeconomische crisis. Van Sloten: ‘Ceficheeft pas in een brief aan de EuropeseCommissie benadrukt, dat de econo-mische crisis juist noopt tot versneldeuitvoering van bepaalde aanbevelin-gen. De EU hoeft voor steunr aan dechemiesector geenr nieuwe plannen temaken, maar kanr direct putten uit hetmateriaal van de HLG. We hoevengeen rechtstreekse hulp, maar welrsteun voor innovatie-r en demonstra-tieprojecten en een goed kader omr inte kunnen werken.’De bedoeling is dat de boodschap vande HLG de politici in verschillende lan-den bereikt. ‘De VNCI zal het rapportin Nederland bij regering, parlementen ministeries onder der aandachtbrengen. Günter Verheugen,r vice-voorzitter vanr de EuropeseCommissie, heeft gezegd, dat de aan-bevelingen geïmplementeerd zullenworden. Cefic zal daarom vragen omeen concreet actieplan met mijlpalen.De EU-ministerraad voor Concurren-rtievermogen bespreekt de resultatenvan de HLG in mei en zal op zijn beurtaanbevelingen doen.’

Strategische agendaVolgens Van Sloten gaat het nietalleen om een rapport met aanbeve-

lingen. ‘De HLG geeft ons als chemi-sche industrie een strategischeagenda voor der komende vier totr vijfjaar. Als industrie hebben we aange-geven welke problemen spelen op hetgebied van concurrentie en wat daar-aan verbeterd kan worden. In de HLGhebben we consensus bereikt overwaar wer naar toer willen. We kunnenons daar der komende tijd steeds opberoepen.’Ook de ngo’s hebben hun inbrenggehad en concrete tekstvoorstellenaangedragen. ‘Zij vinden dat er meerrmaatschappelijk draagvlak moet zijnen dat de chemische industrie daarommeer aanr risicobeheer moetr doen enaan het winnen van het vertrouwenvan alle stakeholders. Daar zijnr wehet mee eens. Vooral bij nieuwe tech-nologie is het van belang om de dia-loog aan te gaan om daarmee vol-doende draagvlak te krijgen’, aldusVan Sloten.Hij concludeert dat de uitkomst van deHLG ver bovenr de verwachting is. Deconclusies zijn concreet en krachtiggeformuleerd. ‘Belangrijk is vooraldat het een gezamenlijk stuk is vanvertegenwoordigers van overheden,bedrijven en andere organisaties endat iedereen het onderschrijft. Daarmogen we best trots op zijn.’ p

De Europese Unie heeft groot belang bij eenchemische industrie van wereldklasse dieinnovatief is en bijdraagt aan duurzame groeien werkgelegenheid. De innovaties van dezesector zijn onmisbaar bij het aanpakken vande grote vraagstukken rond energie, klimaat-verandering, water, voedsel en gezondheid.Het is van uitermate groot belang dat hetpotentieel van deze sector de volle ruimtekrijgt en dat onze samenleving begrijpt dat deEuropese chemische industrie niet achteruitkijkt, maar een van de dynamische drijfverenis voor innovatieve oplossingen, die goed zijnvoor mens en klimaat. De chemische indu-strie is voor de Europese Unie een waardevolbezit.’ Dit is de verklaring die de EU-commis-saris voor ondernemingen & industrie gaf bijhet uitkomen van het eindrapport van de HighLevel Group (HLG) on the Competitiveness ofthe European Chemicals Industry op 19februari jongstleden. De HLG telde 27 ledenvariërend van ministers, hoogstaande verte-genwoordigers van lidstaten, vertegenwoor-

digers van de Europese chemische industrieen haar afnemers, universiteiten, vakbonden,milieu- en consumentenorganisaties.Verheugen was voorzitter. De HLG is tussenseptember 2007 en februari 2009 verschei-dene malen bijeen geweest. De leden werdengeassisteerd door zogenoemde sherpa’s, diezorgen voor de kwantitatieve en kwalitatieveinput, en de verslaglegging.

De High Level Group herkent drie grote uitda-gingen voor de Europese chemische industrie:1 de toenemende schaarste aan energie en

grondstoffen;2 de klimaatverandering en milieuproblemen

in het algemeen;3 sterke concurrentie vanuit opkomende

industrielanden.

In zijn conclusies noemt de High Level Groupdrie sleutelfactoren die bepalen of de chemi-sche industrie succesvol kan blijven:-Meer innovatie en research plus het verster-

ken van netwerken (kennisuitwisseling) enclusters (samenwerking bij productie). Deinnovatie moet in kwaliteit, kwantiteit eneffectiviteit omhoog .-Een verantwoord gebruik van natuurlijkebronnen en een gelijk speelveld bij het inko-pen van energie en grondstoffen. Constanteinspanningen zijn nodig om de efficiency ver-der te verbeteren en tot nieuwe innovatieveoplossingen te komen. Verder moet de indu-strie toegang hebben tot groene grondstoffentegen wereldmarktprijzen.-Open wereldmarkten met eerlijke concur-rentie te bereiken door onder andere tariefs-verlagingen en een nieuwe internationalesectorale overeenkomst voor chemicaliën.

Uitgebreide informatie over de bevindingenen aanbevelingen van de HLG plus een uitge-breide beschrijving van de Europese chemi-sche industrie zijn te vinden op http://ec.europa.eu/enterprise/chemicals (klik links opHigh Level Group).

‘Chemische industrie is waardevol bezit’EU-commissaris Günter Verheugen:

René van Sloten van Cefic

26 Chemie magazine maart 2009

Page 27: Chemie magazine 2009 - maart

Namens Nederland nam ministerMaria van der Hoevenr vanEconomische Zaken deel aan de HighLevel Group on the Competitivenessof the European Chemicals Industry.In onderstaand interview bliktw zijterug op de uitkomsten van de HighLevel Group.

Wat ziet u als de belangrijkste uitkomstvan de HLG on Chemicals?‘De uitkomst is in essentie dat de che-mie erkenning krijgt voor der belang-rijke plaats die zij inneemt in onzeeconomie. Zij is als toeleverancier vanrtechnologie en producten van grootbelang voor basisvoorzieningenr alswater, voedsel, energie en zorg. Ookerkent de High Level Group, dat dechemie een belangrijke rol speelt bijde overschakeling naar eenr duurzameeconomie.’‘Het tweede essentiële punt is, dat dechemiebedrijven als direct belang-hebbenden, samen met de toeleve-ranciers, overheden, EU-Commissie,kennisinstellingen en afnemers heb-ben gekeken naar der vraag hoe we desamenleving in 2015 of 2020 willeninrichten en hoe we daar opr kunnenanticiperen. Die invalshoek is weervertaald naar der chemische industrieen het traject dat elk van de betrokkenpartijen moet doorlopen om daar terkomen.’

Welke aanbevelingen vindt u de belang-rijkste?‘De belangrijkste aanbevelingen zittenals kernwaarden in het eindrapportverwerkt: in de eerste plaats zijnmeer innovatier en onderzoek de sleu-tel tot het behoud van een gezondechemische industrie in Europa in deperiode van 2015 tot 2020. Ten tweedezijn het verantwoord gebruik vannatuurlijke bronnen en een level play-ing field op het gebied van energie engrondstoffen dé succesfactoren vooreen concurrerende en duurzameindustrie. En ten derde heeft de che-mische industrie een open marktnodig met eerlijke concurrentie om inde wereld competitief te kunnen zijn.’

Wat heeft u in het overleg naar vorengebracht?‘Bij een proces als dat van de HLGgaat het niet zozeer omr de vraag “watheb ik ingebracht en wat vind ik daar-van terug in de eindtekst”. Veelbelangrijker vindr ik, dat we een open

discussie hebben kunnen voeren endat deze discussie de basis heeftgevormd voor eenr gemeenschappelijkgedragen stuk. Een stuk dat duidelijkaangeeft waar wer voor staanr en waarwe naar toer moeten. Ik heb me ervooringezet, dat alle facetten aan bodkwamen bij de discussies in dediverse subgroepen. Nederland is bijdie discussies nadrukkelijk aanweziggeweest. Ik ben er tevredenr over datrde zaken die wij belangrijk vonden eninbrachten, bij herhaling terugkeer-den in de HLG-bijeenkomsten. Zekregen met andere woorden de aan-dacht die ze verdienden.’

Bent u van plan naar aanleiding van deaanbevelingen bepaalde maatregelen tenemen?‘Laat ik beginnen te zeggen, dat deHLG geen blauwdruk levert voor hoerwij moeten handelen. De HLG geefteen roadmap op hoofdlijnen enschetst daarin een toekomstperspec-tief. Het maakt duidelijk hoe zakenmet elkaar samenhangenr en hoe zeelkaar beïnvloeden.r Alle betrokkenpartijen zullen daar gezamenlijkr uit-werking aan moeten geven. Het isveel te gemakkelijk om aan de EU ofde Rijksoverheid te vragen: “Leg mijals chemische industrie even uit hoeu ervoor zorgtr dat ik die doelstellingkan bereiken”. Overigens heeftNederland op een aantal aanbevelin-gen al een voorschot genomen. Zoheeft het Innovatie Platform de che-mie al als een van de sleutelgebiedenaangewezen. En de Regiegroep Che-mie heeft met zijn plannen al eenaanzet gegeven voor der uitwerkingvan de innovatiedoelstellingen die deHLG noemt. Ook hebben wij als EZ albijdragen toegezegd, zoals aan hetPolymers Innovation Programme,een van de programma’s van deRegiegroepChemie. Maar datr is slechts eenbegin. Op een aantal punten moetenwe de zaken nog verder uitwerken.rHet is echter nietr de bedoeling dat ikeerst maatregelen afkondig en datandere partijen daar vervolgensr actieop moeten nemen. Juist de HLG heeftaangegeven dat afstemming ensamenwerking essentieel zijn. Ookheeft de HLG naar vorenr gebracht,dat heel veel zaken onderling samen-hangen en daarom in een gemeen-schappelijke context moeten wordenopgepakt. De HLG heeft dus een

goede basis gelegd voor construc-rtieve samenwerking gericht op detoekomst.’

Wat merken de chemiebedrijven hier nuconcreet van?‘Veel! Ook zij zaten als partij aan tafel.Dus zullen ook zij samen met alleandere partijen, zoals overheden,instellingen en afnemers de doelstel-lingen van de HLG verder moetenruitwerken. De chemiebedrijven heb-ben hier immersr het meeste belangbij en vormen de spil van dit hele ver-haal. Dat betekent niet afwachten enzien wat anderen doen, maar initiatiefrnemen, samenwerking zoeken envanuit de industrie oplossingen pro-beren te vinden voor der problemenwaar wer tegenaan lopen bij hetnastreven van de doelen voor der peri-ode 2015-2020. Als overheid hebbenwij, ook door onzer deelname aan deHLG, laten weten dat we hierop aan-gesloten willen zijn. En juist de HLGgeeft ons hiervoor der onderbouwing.’

Met welke maatregelen denkt u de indu-strie te kunnen helpen om groenegrondstoffen in te zetten?‘Het terugdringen van de emissies enhet op grotere schaal inzetten vangroene grondstoffen zijn bepalendvoor hetr bereiken van de klimaatdoel-stellingen. Hierbij spelen echterdiverse afwegingen. Terecht heeft deRegiegroep Chemie hier eenr duide-lijke doelstelling voor geformuleerd:rde chemische industrie wil hetgebruik van fossiele brandstoffen in2030 gehalveerd hebben. Deze doel-stelling onderschrijf ik. Maar ikronderken tegelijkertijd dat dit geenrecht-toe-recht-aan-traject is. Hierbijspelen diverse belangen en afwegin-gen een rol, ook vanuit de chemischeindustrie en ook vanuit de positie vanEuropa in de wereld en hoe wij omwillen gaan met de natuur. De helediscussie over der Europese emissie-handel en de discussie in EU-verbandover grondstoffenr spelen hierbij mee.’

Hoe stelt u zich op bij het bewaken vaneen gelijk speelveld?‘De HLG heeft ons de basis gegevenom dit in een breder perspectiefr tezien en op basis daarvan internatio-naal stappen te zetten om de doelstel-ling te bereiken. Hierbij is ook nadruk-kelijk aangegeven dat bredereafstemming noodzakelijk is.’

Minister Mariar van der Hoevenr van EZ:

‘Concurrentiekracht, milieu enenergie hangen met elkaar samen’

Minister Mariar van derHoeven van EZ e

FO

TO: P

ET

VAN

DE

LUIJ

TGA

AR

DE

N

maart 2009 Chemie magazine 27

Thema

Page 28: Chemie magazine 2009 - maart

Ben van Beurden van Shell Chemicals:

‘Mensen zijn de belangrijkste “grondstoffen”van de chemie’

‘Het belangrijkste resultaat van hetoverleg in de High Level Group onChemicals is de erkenning van allestakeholders dat een sterkeEuropese chemische industrie eensterke economische en duurzametoekomst voor Europar mogelijkmaakt. De chemie biedt oplossingenvoor vraagstukkenr op het gebied vanenergie, klimaatsverandering engrondstoffen’, zegt Ben vanBeurden, executive vice presidentvan Shell Chemicals, een van dedeelnemers aan het overleg.

Waar gingen de belangrijkste discussiesover?‘Over klimaatveranderingr en emissie-handel. Ook Europa heeft te makenmet een groeiende vraag naar energieren moet tegelijk de klimaatverande-ring tegengaan. Deze discussies von-den plaats tijdens een zeer kritischerfase van het wetgevingsproces enleidden tot een precedent. Voor hetreerst is ambitieuze regelgeving inbalans gebracht met het concurren-tievermogen van de Europese chemi-sche industrie op de lange termijn.’

Krijgen de aanbevelingen ook een fol-low-up?‘De HLG is vooral succesvol geweestdoor zijnr focus op praktische, werk-bare uitkomsten. Inmiddels voert deindustrie met de Europese Commis-sie constructieve gesprekken oversleutelonderwerpen als logistiek. Inde komende maanden werken beidepartijen aan de invoering van de aan-bevelingen. Zo heeft Cefic een jaar-lijkse ontmoeting met het DirectoraatOndernemingen & Industrie van deEU-Commissie voorgesteld, waarbijde concurrentie-analyse van de HLGbijgewerkt kan worden. Ook heeft de

industrie zelf actie ondernomen doorte kijken naar der mogelijkheden omhet SusChem-programma uit te brei-den, zodat we op het gebied vanduurzame chemie sneller kunnenrinnoveren.’

Wat merken de chemiebedrijven hierallemaal van?‘De HLG heeft gekeken naar strategi-rsche vraagstukken, die de nodige tijdvragen om opgelost te worden enwaarbij aanzienlijke politieke hinder-nissen genomen moeten worden.Maar daarnaastr zijn er ookr hele prak-tische zaken aan de orde geweest.Een voorbeeld: aangezien chemiebe-drijven in clusters opereren, hebbenze allemaal met transport van goede-ren te maken. Het harmoniseren vanvergunningen, het gewicht van voer-tuigen en dergelijke scheelt nietalleen in de kosten, maar ookr in demilieu-effecten. Dit zijn de terreinenwaarop bedrijven zullen merken datze baat hebben bij de gesprekken diewe voeren met de EU-Commissie ennatuurlijk de regeringen van de EU-landen. We zetten de dialoog als indu-striesector graagr voort, ook metandere stakeholders. Belangrijkdaarbij is dat hierbij de kwesties optafel komen, waar der chemische indu-strie tegenaan loopt. Langs die wegkunnen we komen tot zinvolle eneffectieve wetgeving die de aanwezig-heid van een sterke chemische indu-strie in Europa op lange termijnondersteunt.’

Wat heeft u in de discussies naar vorengebracht?‘Vooral suggesties op het gebied vanenergie en logistiek. Ik ben blij dat deCommissie er veler van heeft overge-nomen. Met de name de volgende drie

spreken mij aan. Daarbij gaat het bij-voorbeeld om het belang om deafvang en opslag van CO2 (CCS) bijchemische fabrieken te stimulerenmet proef- en demonstratieprojecten,maar ookr de noodzaak een busines-sklimaat te creëren dat concurrerendis met die van de opkomende econo-mieën en niet beperkt wordt doordrastische reductiedoelstellingenvoor broeikasgassen.r Ook ben ik blijmet het behoud van de mogelijkheidom chemische stoffen te verplaatsten.Samen met het streven naar eenr noghogere veiligheid en efficiency vany hettransportsysteem is dat voor der che-mische industrie essentieel om con-currerend te blijven.’

Welke bottlenecks moeten meteen weg-genomen worden?‘Er isr een aantal prioriteiten, in hetbijzonder der verdere invoering vanREACH en de Europese emissiehan-del. Het belangrijkste is dat de over-heid bij wijziging van de wetgevingsteeds kijkt hoe de gezondheids- enmilieudoelstellingen in evenwichtgebracht kunnen worden met hetbehoud van de concurrentiekracht ende reputatie van de Europese chemi-sche industrie.’

Moet de chemische industrie niet meerinvesteren in innovatie?‘De Europese chemie speelt een sleu-telrol bij het leveren van oplossingen,vooral bij het tegengaan van klimaats-verandering. Ze kan daarbij voortbou-wen op een lange traditie van innova-tie en doorgaan met het uitbreiden vanhaar R&D-basis.r Tegelijk moeten wedoorgaan met investeringen om onzeinstallaties steeds efficiënter termaken. Ook moeten we investeren p

Bespreekt u de aanbevelingen ook metcollega-minister Cramer?‘ Natuurlijk komen de uitkomsten vande HLG on Chemicals ter sprake.rCollega Cramer heeftr sterker nog,rindirect een inbreng gehad bij de dis-cussies in de HLG via de EU-Commis-saris voor milieuzaken.r We moetenechter vooralr beseffen dat de HLGgeen pasklare oplossingen voor pro-r

blemen heeft aangedragen. De groepheeft vooral een verband gelegd tus-sen zaken, ook met het oog op de toe-komst. Milieu, concurrentiekracht enenergie zijn zaken die met elkaar termaken hebben en in hun samenhangworden meegenomen. De vragendaarover liggenr niet alleen bij de over-heden, maar ookr bij de bedrijven enhun afnemers. De HLG schetst een

goede toekomst waarin ook plaats isvoor der chemie. Maar hetr realiserenhiervan vraagt wel om de nodigeacties. De economisch crisis zit op hetmoment tegen, maar datr mag geenreden zijn om ons te beperken tot dekorte termijn. Juist bij kortetermijn-knelpunten is het goed om het vizier terrichten op de lange termijn.’ p

Ben van Beurden vanShell Chemicals

28 Chemie magazine maart 2009

Page 29: Chemie magazine 2009 - maart
Page 30: Chemie magazine 2009 - maart

‘Overheid moetgroene bedrijvenmeer koesteren’

‘Wij bedrijven hier voor 95procent groene en

kennisintensieve chemie.Daarvoor hebben we ons nooit op

de borst geklopt. Maar nu ersteeds meer aandacht is voor

groene activiteiten, doen wijgraag een boekje open’, zegt

Maarten Heybroek, VicePresident Oleochemicals,

Polymers & Coatings van CrodaIndustrial Specialities Europe in

Gouda. Erik te Roller

Maarten Heybroek van CrodaIndustrial Specialities in Gouda:

FO

TO’S

:CA

SP

ER

RIL

A

30 Chemie magazine maart 2009

Page 31: Chemie magazine 2009 - maart

et groene aspect van onzeproducten is in zekere zin eenbijkomstigheid, die welsteeds belangrijker wordt’,rverklaart Hans Ridderikhoff,Technical Marketing Manager

Polymers & Coatings van CrodaIndustrial Specialities Europe. ‘Onzeproducten zijn voornamelijk perfor-mance producten. Ze helpen onzeklanten de eigenschappen van hunproducten te verbeteren. De drijfveervan onze klanten om onze productenete opekopen sis da dan ooook dede b jd agebijdrage d edie

onze producten aan de performance

van hun producten leveren. Hetgroene aspect komt op de tweedeplaats, maar maaktr onze productenwel aantrekkelijker.’

Hoe ziet de productie er globaal uit?Ridderikhoff: ‘We maken allerlei che-micaliën op basis van natuurlijke oliënen vetten. Eerst splitsen we de vettenen oliën in glycerine en vetzuren. Deglycerine zuiveren we en verkopen wedoor. De vetzuren scheiden we vanelkaar. Daarna hydrogeneren we ze,en scheiden de pproducten door destil-rlatie en fractionering. Op die manier

ontstaat er eenr aantal tussenproduc-ten, zoals stearinezuren, oliezuren envetzuren. Die zetten we met behulpvan amines om in amides, met behulpvan alcoholen in esters, en met behulpvan polymerisatie in isostearine-zurenen gepolymeriseerde vetzuren. Wemaken, kortom, allerlei halffabricatendie van vetzuren zijn afgeleid.’

Waar worden de producten voorgebruikt?‘We willen meer enr meer toer naarpproducten met een ghogere g toege-voegde waarde’, zegt Heybroek. ‘Hier-

‘H

e

maart 2009 Chemie magazine 31

Page 32: Chemie magazine 2009 - maart

mee dragen we ook bij aan de innova-tie bij polymeren en coatings.Vetzuren kun je namelijk inzetten alsbiogebaseerde bouwstenen voor poly-ramides, polyurethanen en polyesters.Vetzuren met lange ketens van bij-voorbeeld 36 koolstofatomen en tweezuurgroepen of alcoholgroepen kun jeinbouwen in polymeren, en daarmeede eigenschappen verbeteren.’

Ridderikhoff: ‘We leveren dit bijvoor-beeld voor synthetischr rubber, waar-van onder anderer rubberenbeschermkappen en kabels wordengemaakt voor onderdelenr van auto’sonder der motorkap. Het apolaire vet-zuur maaktr het rubber waterafstotendren ook hydrolysebestendig, dat wilzeggen bestendig tegen vocht. En hetdraagt ertoe bij dat het rubber flexibelrblijft, zowel bij hitte als extremekoude. Met ons product verhoogt deklant het werkzame bereik en levens-duur vanr rubbers, waaronder thermo-rplastische copolyester elastomeren.rVan vetzuren maken we ook dimerenvoor polyurethaanlakkenr voor houtr opwaterbasis. Als je parket hiermeelakt, behoudt het een natuurlijkeglans en blijft de nerf goed zichtbaar.Het is misschien iets minder hardr dan

synthetische lak, maar welr flexibeler,waardoor err minderr snelr krassen opkomen.’

Zijn de biogebaseerde producten ookduurder?Heybroek: ‘Biogebaseerde productenzijn soms duurder danr petrochemi-sche producten, maar der prijs is nietonze insteek. Het gaat vooral om deperformance van onze producten. Deperformance maakt een eventuelehogere prijs weer goed.’r

Zijn synthetische producten niet kwalita-tief beter?Heybroek: ‘In de perceptie van de con-sument moeten er bijr groene produc-ten altijd concessies gedaan wordenaan de kwaliteit, maar datr is niet zo.Onze producten zijn vaak even goed ofzelfs beter enr hebben als extra bonusdat ze groen zijn. Het belangrijksteblijft echter, dat onze producten eenprestatievoordeel opleveren. Daaromkopen onze klanten ze. De consument

vindt groen mooi meegenomen, maarwil er vooralsnogr niet extra voor beta-rlen. Wel kiest de consument vaak voorgroen als het product even duur enrgoed is als het niet-groene alternatief.Voor der fabrikant is het daarom aan-trekkelijk om te vermelden dat ergroene grondstoffen in het productverwerkt zijn.’

Ridderikhoff: ‘In de verfindustrie is heteen ander verhaal.r Bij de decoratieveverven liggen er nieuwer kansen voorde biogebaseerde grondstoffen van-wege de Europese richtlijn, die ver-langt dat het gehalte aan organischeoplosmiddelen in verven vanaf 1 janu-ari 2010 veel lager is.r Verffabrikantenkunnen dat voor eenr deel opvangendoor vervenr te maken op basis vanwatergedragen dispersies in combi-natie met oppervlakte-actieve stoffen.Hiervoor leverenr wij bepaalde vetzu-ren. Ook leveren we biobased polyolenvoor polyurethaan,r watergedragenverf, die daardoor veelr sneller droogt.r

‘Biogebaseerde productenzijn even goed’

32 Chemie magazine maart 2009

Interview

Page 33: Chemie magazine 2009 - maart

Voor fabrikantenr die hun producten inserie moeten verven, bespaart dat tijden geld’, aldus Ridderikhoff.

Heybroek: ‘We helpen onze klantenhet aandeel van materialen gebaseerdop hernieuwbare grondstoffen, tevergroten. Zij kunnen dat weer alsrextra verkoopargument gebruiken.Producten maken met behulp vangroene grondstoffen is een hot themaen de aandacht daarvoor zour kunnenvervliegen. Toch denk ik dat het eentrend is, die blijft. Tegenwoordig moetje als bedrijf wel een groene strategiehebben, als je op termijn tenminstemee wil blijven doen.’

Wat merken jullie van de economischerecessie?Ridderikhoff: ‘Gek genoeg merken wedat een aantal van onze klanten juistmeer interesser heeft voor langeter-rmijnontwikkelingen. Nu ze vanwegede terugval in de vraag minder aanrtechnical service hoeven te doen, hou-den ze op de researchafdelingen meertijd over voorr nieuwer ontwikkelingen.Daardoor hebbenr wij het juist drukkergekregen. Er isr vooral interesse voortoepassing van onze producten bijlijmen, kunststoffen en elastomeren.De verfindustrie moet sowieso door-gaan met research en ontwikkelingvanwege de Europese richtlijn vooroplosmiddelen.’

Werken jullie ook aan biopolymeren?Heybroek: ‘Wij hebben contacten metverschillende instituten, maar doenrinnovatie vooral op eigen kracht envoor eigenr rekening. Bij biopolymerenspeelt de prijs een belangrijke rol,vooral als ze voor verpakkingsmateri-raal gebruikt worden. Toen een vat olievorig jaar 150r dollar kostte,r nam deinteresse voor groener stoffen en bio-polymeren ineens flink toe. Maar nurde olieprijs weer lagerr is,r is de drukvan de ketel. Voorlopig blijven wij onsconcentreren op de high performanceproducten, producten die door hunreigenschappen hun prijs meer danrgoed maken. Het ontwikkelen vanbiopolymeren voor der grote volumeslaten we aan anderen over.’

Welke nieuwe ontwikkelingen zijn er?‘Nieuw zijnw bijvoorbeeld onze oil gel-ling polymers (OGP’s), dit is een bioge-

baseerde verdikker dier onder andererwordt toegepast in geconcentreerdeluchtverfrissers , vloeibare reini-gingsmiddelen en geurkaarsen. Waarandere gelsystemen te kort schieten,functioneren Croda’s OGP’s uitste-kend in combinatie met oliegeba-seerde geurstoffen. De producentheeft daardoor meerr vrijheidr bij hetkiezen van geurtypen.’

Wat merken jullie van de opkomst vanbiodiesel?‘Onze grondstoffen zijn triglycerides.Die worden sinds enkele jaren ookgebruikt als grondstof voor biodiesel.rDoor der opkomst van biodiesel zijn deprijzen van onze grondstoffen, zoalsraapolie, soja-olie en palmolie, enormgestegen. Dit heeft een grote impactgehad op de winstgevendheid vanonze industrie’, legt Heybroek uit. ‘Hetwrange is dat de biodieselindustriemet belastinggeld is gestimuleerd endat wij het zonder steunr moeten doen.Wij maken netjes winst en hebben ookgeen subsidie nodig. De intentie vande overheid om biodiesel te stimule-ren begrijpen we heel goed. Maar deruitvoering van dit beleid heeft geleidtot “collateral damage”, met anderewoorden schade aan een andere sec-tor dier niet was voorzien.’

‘We hebben ons intussen aangepastaan de nieuwe realiteit, hoewel we vanmening blijven dat de inzet van plant-aardige oliën voor biobrandstoffenrverkeerd is. Als je kijkt naar der hoe-veelheid energie die nodig is om kool-zaad, soja, etcetera te verbouwen, teoogsten, te transporteren en te ver-werken, dan gaat er bijr een ton bio-brandstof meer energier in, dan er bijrverbranding weer uitkomt.r De over-heid kan zich beter richtenr op detweede generatie biogrondstoffen. Engroene bedrijven als de onze zou zemeer moetenr koesteren en de ruimtegeven om te groeien’, aldus Heybroek.

Hoe gaat het nu?‘In 2008 heeft Croda 60 procent meerwinst behaald dan in het jaar daar-rvoor. In het vierde kwartaal kregen weechter ter maken met vraaguitval inindustriële sectoren als de auto-indu-strie en de bouw. De vraag vanuit desectoren gewasbeschermingsmidde-len, farma, cosmetica en verzorging

bleef daarentegen op peil. Momenteelzien we nog geen verbetering in deindustriële sectoren’, licht Heybroektoe.

Hoe ziet de toekomst van Croda eruit?‘Croda verkeert in een goede positie.We zijn financieel sterk en zeer welr instaat om te profiteren van trends,zoals de vraag naar meerr natuurlijkerproducten en hogere perfor-mance. Daarom verwachten we alsbedrijf sterker uitr de storm te komen.Verder isr ons groene imago goed voorde werving van nieuw personeel.wJonge mensen willen graag vooreen groen bedrijf werken’, aldusHeybroek. p

Wat maaktCroda in Gouda?Croda gebruikt onder andere olie van koolzaad,kernen van palmpitten, zonnebloemen en soja alsgrondstof voor allerlei oleochemicaliën. HetGoudse bedrijf heeft een omzet van enkele hon-derden miljoenen euro’s per jaar en telt circa 400werknemers.

In 1858 begon de Stearine Kaarsenfabriek Goudamet de productie van stearine kaarsen, die gelei-delijk plaats maakte voor chemie op basis vannatuurlijke oliën en vetten. In 1980 werd de kaar-senproductie (toen twee procent van de omzet)aan Bolsius verkocht.

Begin jaren zestig kwam het bedrijf in handen vanUnilever-Emery (een samenwerkingsverbandtussen Unilever en het Amerikaanse vetzurenbe-drijf Emery). In 1961 werd het volledig eigendomvan Unilever en kreeg het de naam Unichema. In1997 verkocht Unilever het bedrijf aan de BritseICI, die het in 2006 onder de naam Uniqema weerdoorverkocht aan de Britse Croda InternationalPlc (opgericht in 1920), een zelfstandig beursge-noteerd bedrijf met een omzet van bijna één mil-jard euro, dat wereldwijd actief is in specialtychemicals. Sinds januari 2008 opereert deGoudse fabriek onder de naam Croda. De Goudselocatie is gespecialiseerd in producten voor poly-meren en coatings.

maart 2009 Chemie magazine 33

Interview

Page 34: Chemie magazine 2009 - maart

Algaelink in Roosendaal heeft tot nu toeenkele tientallen zogenoemde fotobio-reactoren verkocht aan klanten in meerdan 20 landen. Producenten van voe-dingsmiddelen, diervoeding en biobrand-stoffen gebruiken de reactoren om algente kweken. De algen leveren waardevollestoffen op voor voedingsmiddelen,r dier-voeding (bijvoorbeeld voor viskweke-rrijen), bioplastics en biobrandstoffen.Daarnaast zetten steeds meer gemeen-rtes en zuiveringsschappen de fotobiore-actoren in om afvalwater ter ontdoen van

nitraten en fosfaten. Het mes snijdt daar-bij aan twee kanten: de algen ontdoen hetafvalwater vanr nutriënten en zetten dieom in stoffen die geld opleveren. Algae-link is bezig de fotobio-reactoren verderop te schalen. De algen hebben zonlicht,warmte en CO2 nodig. Het kweken vanalgen is daarom enigszins te vergelijkenmet het kweken van groente en fruit inkassen. CEO Peter vanr Dorpel van Algae-link is een van de sprekers op de VNCI-jaarvergadering op 4 juni in de NieuweKerk in Den Haag.

Algaelink levert algenreactoren over de hele wereld

34 Chemie magazine maart 2009

Page 35: Chemie magazine 2009 - maart

maart 2009 Chemie magazine 35

Uitgelicht

Page 36: Chemie magazine 2009 - maart

n 1999 werd het gebruik van asbest in deEuropese Unie verboden. Daarbij werd éénuitzondering gemaakt, en dat was voor hetrgebruik van asbestdiafragma’s voor hetr elek-trolytisch ontleden van keukenzout in chlooren natronloog als onderdeel van het epi-

chloorhydrineproces. Hoewel deze ‘derogatie’ruim een jaar geledenr (1 januari 2008) nog eensformeel is bevestigd, is onlangs besloten dat het

gebruik van asbestdiafragma’s toch op de lijstkomt voor uitfasering.r Niet meteen, maar welr optermijn.Tot 2011 krijgen lidstaten de gelegenheid om eenrapport in te dienen over der beschikbaarheid vanalternatieven, over der hoeveelheid asbestdia-fragma’s en de voorziene einddatum voor dezertoepassing. Vervolgens gaat de EuropeseCommissie een dossier voorbereiden,r dat vol-gens het ministerie VROM moet leiden tot eenverbod. ‘Dan zijn we vermoedelijk wel weer eenrjaar ofr acht verder’, zegt Cees Luttikhuizen vanhet ministerie van VROM, die namens Nederlandin de werkgroep zat die het besluit heeft geno-men. ‘Als je nagaat dat het besluit in feite al in1999 is genomen, is dat nog tamelijk coulant.’Desondanks is Ton Bruin, EHS RegulatoryAffairs Leader vanr Dow Beneluxw niet erg geluk-kig met de gang van zaken. Volgens hem zijn ergoede gronden om het gebruik van asbest dia-fragma’s toe te blijven staan, omdat de voordelenvan het proces groot zijn en de risico’s beheers-baar. Dow gebruiktw asbest diafragma’s in zijnfabriek in Stade (Duitsland) als onderdeel vaneen proces waarbij propyleenoxide en epichloor-hydrine worden gemaakt. De propyleenoxide iseen belangrijke grondstof voor Dowr Beneluxw inTerneuzen, dat tevens de leverancier isr van de inStade gebruikte propyleen.

Laag energieverbruikBruin: ‘Voor der normale productie van chloor enrgeconcentreerde natronloog is met membraan-electrolyse een asbestvrij alternatief voorhan-den. Dat gebruiken wij ook. Het bijzondere vanhet chloorhydrine proces is echter datr daarbijeen lage concentratie natronloog wordtgemaakt, die rechtstreeks wordt ingezet in hetvervolgproces. Voor dezer specifieke toepassingzijn nog geen bruikbare alternatieven beschik-baar. Daarom heeft de Europese Unie ook eenuitzondering gemaakt voor der levensduur vanr deinstallaties, of tot toepasbare alternatieven zijnontwikkeld.’‘Het voordeel van asbestdiafragma’s is het lageenergieverbruik. Zou je in plaats daarvangebruikmaken van membraanelektrolyse - degeaccepteerde technologie - dan zou niet alleen

I

Sommige chloorproducentenniet blij met Europees besluit

Aan het gebruik van asbestdiafragma’svoor de productie van chloor moet optermijn een einde komen, zo heeft de

Europese Commissie half februaribesloten onder druk van vakbeweging

en een aantal lidstaten. Een aantalchloorproducenten, waaronder Dow, is

niet blij met dat besluit. Joost van Kasteren

De Dow-site in Stade (Duitsland) levert) propyleenoxidet aan de vestiging in Terneuzen

Eind in zicht voorasbestdiafragma

36 Chemie magazine maart 2009

Page 37: Chemie magazine 2009 - maart

de energierekening omhoog gaan, maar danrmoeten we ook het proces voor der productie vanpropyleenoxide en EPI drastisch aanpassen. Datgaat naar schattingr een half miljard euro kostenvoor eenr bestaande installatie, en dan is devraag of het procédé nog rendabel is.’Dow isw niet het enige maar welr het grootstebedrijf dat gebruik maakt van asbestdiafragma’s.Ook Solvay gebruikty deze vorm van elektrolyse inzijn fabriek in Rheinberg, net over derNederlandse grens. En ook het Poolse Zachemen een aantal bedrijven in Bulgarije gebruikennog asbest. In totaal gaat het om meer danr 300ton. Volgens Bruin zijn de risico’s zeer gering.r Deenige kans op blootstelling van de werknemersis als de asbest vervangen moet worden, zo eensin de tien jaar. Verder moetr de asbest natuurlijkworden gewonnen, maar aldusr Bruin: ‘Wegebruiken asbest uit Noord-Amerika, en demijnbouw daarw vindtr plaats onder striktr gecon-troleerde omstandigheden.’

Geen goede alternatievenBruin heeft een punt als hij zegt dat hij de gangvan zaken wat merkwaardig vindt. Zoals gezegdbesloot de Europese Commissie ruim een jaargeleden formeel dat de derogatie – die voor tienrjaar goldr – verlengd mocht worden. De discus-sies daarover werdenr overigens al in 2007 afge-rond. Daarbij ging men er nogr van uit dat het intotaal om drie installaties ging; twee in Duitslanden een in Polen. Later bleekr dat ook in de nieuwelidstaat Bulgarije een aantal installaties noggebruik maakt van asbest diafragma’s.Een belangrijk argument voor verlengingr wasindertijd dat er ondanksr alle inspanningen (200mensjaar onderzoek,r 30 octrooien) nog geengoede alternatieven bestonden voor hetr gebruikvan asbest, met name voor elektrolyser met eenlaag voltage. Een ander argumentr was dat hetgebruik van asbest over der hele levensduur nietrleidde tot gevaarlijke blootstelling van werkne-mers. Ook hadden en hebben de lokale autoritei-ten geen problemen met de veiligheid van deinstallaties en worden de vereiste vergunningenverstrekt of verlengd. Bruin: ‘Die argumentengelden nog steeds en toch maakt de EuropeseCommissie een draai van 180 graden.’De aanleiding voor dier ‘draai’ was het plan van deEuropese Commissie in 2008 om de derogatievoor asbestr diafragma’s een-op-een over ternemen in Annex XVII van REACH. Volgens deETUC (European Trade Union Confederation)dreigde de tijdelijke uitzondering daardoor minrof meer permanentr te worden. In de bewoordin-gen van de Europese Commissie zou het gebruikvan asbest namelijk mogelijk blijven tot het eindvan de levensduur vanr de desbetreffende fabrie-ken, en dat kan, ondanks de zoektocht naaralternatieven, nog geruime tijd duren.

Uitzonderingen niet toestaanVolgens de ETUC zijn er tweer redenen om dat tevoorkomen. De ene is dat de Europese Unie zichvolstrekt ongeloofwaardig maakt in de wereldals ze enerzijds pleit voor eenr totaal verbod opasbest, terwijl ze anderzijds zelf asbest blijftimporteren en gebruiken. De tweede reden is dat

Opinie

’Operatie geslaagd,patiënt overleden’

Dirk van Well, secretarisStoffenbeleid en Chloorzakenvan de VNCI: ‘Het asbestdia-fragma wordt niet gebruikt voorindustriële chloorproductie,maar op dit moment alleen nogvoor de productie van epichloor-hydrine in bestaande inrichtin-gen. Van een ongelijk speelveldis dus geen sprake. Andere pro-ductiemethoden zijn, vanwegekosten-, energie- en anderemilieuoverwegingen veel mindergunstig. Een slechte zaak. Hieris sprake van regelgeving om deregelgeving en wordt volledigvoorbijgegaan aan wat de doel-stelling van het stoffenbeleid zoumoeten zijn: duurzame veiligeproductie en gebruik van chemi-sche producten. Duurzaamheidsaspecten, zoals energiege-bruik en milieuwinst, wordenniet in de beschouwing betrok-ken, en dat is jammer. Typischeen voorbeeld van ‘operatiegeslaagd, patiënt overleden.’

Totale verwijderingasbestVerklaring Nederland na devaststelling van Annex XVII in devergadering van het REACH-comité van 20/2/2009:Nederland feliciteert deCommissie met de vaststellingvan Annex XVII tijdens deze bij-eenkomst. Het streven vanNederland in dit herzieningspro-ces richtte zich op een haalbareen beter handhaafbare AnnexXVII. Het uitgangspunt daarbijwas harmonisatie (van regelge-ving) in de EU als geheel, gerichtop een hoog niveau van bescher-ming van mens en milieu. Met devaststelling van Annex XVII is datdoel voor een groot deel bereikt.Desondanks is dat doel niet totonze volle tevredenheid gereali-seerd voor een aantal onderde-len van de Annex, met name deel6 over asbest. We zijn vanmening dat alle inspanningen ende toekomstige besluitvormingin de EU gericht moeten blijvenop de totale verwijdering vanasbest in alle lidstaten.

met een semi-permanente uitzondering debodem onder REACHr wordt uitgehaald, omdat decriteria voor substitutier van een gevaarlijke stofworden afgezwakt tot het beschikbaar zijnr vaneen alternatief dat economisch haalbaar is.r Deopstelling van de ETUC werd overigens nietgesteund door der Duitse (IGBCE) en de Europese(EMCEF) vakbond van werkers in de chemischeindustrie.De stilzwijgende opname van de derogatie voorasbest diafragma’s in REACH ging ook een aan-tal lidstaten te ver, waaronder Nederland.r Vol-gens eerdergenoemde Cees Luttikhuizen van hetministerie van VROM druist de derogatie in tegenhet streven om binnen de Europese markt eengelijk speelveld te creëren voor ondernemingen.r‘De laatste tien, vijftien jaar hebbenr veel bedrij-ven veel geld geïnvesteerd in nieuwe membraan-technieken voor der productie van chloor. Uit oog-punt van gelijke condities kun je het dan nietmaken om uitzonderingen toe te staan. Temeerniet, omdat we al tien jaar geledenr hebben beslo-ten tot een kwik- en asbestvrije chloorelektro-lyse.’ Van het argument van Bruin dat het aan-passen van de fabriek in Stade een half miljardeuro gaat kosten, juist omdat het procédé isingebed in andere procedés, is Luttikhuizen nietonder der indruk. ‘Het zijn grote installaties, dushet gaat bij investeringen altijd om grote bedra-gen. Daar moetr je niet van schrikken. Als jeervan uit gaat dat zo’n installatie ook weer 30r of40 jaar meer gaat, dan wordt het ineens een heelander plaatje.r Ik denk eerder datr men in Stadebevreesd is dat een nieuwe installatie niet inDuitsland gebouwd zal worden, maar ergensranders.’

AlternatiefOok het argument dat er nogr geen alternatievenzijn voor asbest,r maakt geen indruk.Luttikhuizen: ‘Er isr een alternatief waar alr twin-tig jaar ervaringr mee is en dat is membraan-elektrolyse. Misschien is dat niet optimaal voorde productie van propyleenoxide, maar hetr kanwel. Verder isr er eenr Amerikaans bedrijf datdiafragma’s produceert, die je kunt gebruiken inplaats van asbest en die zijn gemaakt van zirco-nium en teflon (Polyramix). Ze zijn nog niet hele-maal uitontwikkeld - zo is er bijvoorbeeldr onze-kerheid over der standtijd en daarmee over derkosten van onderhoud - maar daarr hebbenrbedrijven de komende vijf à zes jaar ruimr de tijdvoor.’‘Dow inw Stade heeft de afgelopen 30, 40 jaar zeerrveel onderzoek gedaan naar alternatiever materi-alen voor asbestdiafragma’s,r waaronder ookr dezirconium/teflon combinatie’, zegt Bruin. ‘Geenvan de alternatieven bleek in de specifieke opzetvan het proces voldoende bruikbaar. Dat neemtniet weg dat we nieuwe alternatieven zorgvuldigzullen blijven bestuderen.’Al met al ziet het er volgensr het ministerie vanVROM naar uitr dat de uitzonderingspositie voorasbest diafragma’s zijn langste tijd heeft gehad.De argumenten van de kant van de bedrijvenlijken niet op te wegen tegen de vastbeslotenheidvan een meerderheid van de lidstaten dat asbestde wereld uit moet. p

maart 2009 Chemie magazine 37

Page 38: Chemie magazine 2009 - maart

38 Chemie magazine maart 2009

Page 39: Chemie magazine 2009 - maart

De chemici van morgenOp 11 maart 2009 organiseerde basisschool de Dijsselbloemuit Voorburg samen met Stichting C3, een chemieochtend. Dehele school deed mee. Het was een groot succes zo blijkt uit de volgende beelden.

FO

TO'S

: CA

SP

ER

RIL

A

maart 2009 Chemie magazine 39

In beeld

Page 40: Chemie magazine 2009 - maart

Foto 1: Kinderen uit groep 4 ontwikkelen de beste bellenblaas.

Foto 2: Leerlingen uit groep 1/2 maken een gipsen voetafdruk.

Foto 3: De kinderen uit groep 1/2 stapelen vloei-stoffen.

Foto 4: De bruisballen van groep 7 liggen tedrogen.

Foto 5: De meiden van groep 5/6 maken lipgloss van frambozen.

Foto 6: In groep 8 ontwerpen de leerlingen huneigen T-shirt.

Foto 7: Groep 3 maakt verf van eigeel.Foto 8: De hele school doet mee met de bubbel-

gumtest.

3

1 2

40 Chemie magazine maart 2009

Page 41: Chemie magazine 2009 - maart

maart 2009 Chemie magazine 41

Chemieochtend smaakt naar meer

8

In beeld

Page 42: Chemie magazine 2009 - maart

n juni 2006 werd Jan-Jaap van derBij aangesteld als plantmanagervan de Lexan Finishing fabriek.Een fabriek met 150 operators enongeveer 30r mensen in dagdienst,waar verdeeldr over vijftienr lijnen

voornamelijk de kunststoffen Lexanen Cycoloy wordeny gemaakt.Van der Bijr is als plantmanager ver-rantwoordelijk voor allesr wat er speeltrqua organisatie, equipment, output,service, kwaliteit en veiligheid. Sindszijn aanstelling is de output van defabriek met tien procent verhoogd.‘Als je meer outputr wil, ga je traditio-neel gezien meer lijnenr inbouwen,maar wijr hebben met het team vooralgekeken naar der mogelijkheden omhet huidige machinepark te optimali-seren. Hiervoor zijnr engineers nodigdie creatief kunnen denken. Maar ookrploegleiders en operators moeten meteen hogere capaciteit kunnenomgaan.’Om een grotere output te realiseren,zijn de juiste mensen op de juiste pleknodig, zegt Van der Bij,r maar ditr isvolgens hem niet altijd het geval. ‘Wehadden een aantal zeer ervarenrploegleiders die al zo’n 20 à 30 jaar inrhet vak zaten, maar dier waren watminder veranderingsgezind.r Daaromheb ik deze ploegleiders een anderefunctie gegeven om zo met nieuweploegleiders, die voortdurend op zoekzijn naar nieuwer mogelijkheden enverbeteringen, een start te maken. Opdeze manier hebbenr we niet alleen decapaciteit kunnen verhogen, maar ookrde service naar der klanten toe kunnenverbeteren.’

I

‘Veiligheid moet logisch zijn, Plantmanager Jan-Jaapr van der Bijrvan SABIC Innovative Plastics:

In tijden van economische terugval is het nietgemakkelijk om een plant te leiden. ‘Je kunt hethoofd naar beneden laten hangen of met z’nallen de situatie zo goed mogelijk het hoofd bie-den en alle kansen benutten. Ik kies resoluutvoor dit laatste’, zegt Jan-Jaap van der Bij,plantmanager bij SABIC Innovative Plastics inBergen op Zoom. Evi Husson

IMA

NFA

SE

bewaard waardoor operatorsr steedsaf en aan moesten lopen. Door nur bijiedere machine een kast te plaatsenwaarin het gereedschap is opgebor-gen en waar anderer voorzieningen zijngeplaatst, in plaats van op één cen-trale plek in de ruimte, gaat mindertijd verloren. Het is bovendien veiligeren de operators zijn minder moe.r Zevoelen zich er prettigerr bij.’rLean manufacturing is bij SABIC vier ofrvijf jaar geledenr ook toegepast, maarhet was op dat moment meer opge-rlegd. ‘Het vorige lean-team bekeek éénlijn per keerr omr alles lean te maken.De operator dier daar zat,r had het goedvoor elkaar,r maar zor werkt het niet. Jemoet een vloer collectiefr aanpakken,zodat elke operator dezelfder middelenkrijgt’, zegt Van der Bij.r

HandschoenenautomaatProcedures moeten niet alleen logischen eenvoudig zijn, maar ookr veilig.Voordat hij plantmanager werd,r wasVan der Bijr Safety Healthy en Environ-mental (SHE) manager. Voor hemrstaat veiligheid altijd op de eersteplaats. ‘Mijn achtergrond heeft mijgeleerd dat veiligheid logisch moetzijn, niet lastig. Als iets lastig is om uitte voeren, kun je disciplinaire maatre-gelen nemen, maar zodrar je je rugkeert, kun je erop rekenen dat voor dergemakkelijkste weg wordt gekozen.’‘Je moet daarnaast ook durven kijkenof veilige procedures eenvoudigerkunnen. Als je een eenvoudigeremethode hebt gevonden, moet jebereid zijn een nieuwe procedure teschrijven, ook al kost dit moeite. Bijveiligheid mag je nooit stil staan, jemoet altijd proberen te verbeteren’,meent Van der Bij.r Een voorbeeld vaneen innovatief systeem is het gebruikvan een automaat voor werkhand-rschoenen. Van een veiligheidsmede-werker kwamr het idee om handschoe-nen net als broodjes uit een automaatte halen. Van der Bij:r ‘Veiligheid isbelangrijk, maar zowelr people alsprofit moeten goed zijn. De automaatzorgt ervoor datr de medewerkers zichbewust worden van de kosten – ano-niem graaien kan niet meer, zoalsvoorheen wel gebeurde – en we kun-nen nagaan wie veel en wie weinighandschoenen gebruikt. Uiteindelijk iser 80r procent minder handschoenen-r

Die betere service was meer danr wen-selijk, vertelt Van der Bij.r ‘Vanuit demarkt kregen we feedback dat delevering van ons product niet altijdbetrouwbaar was.r Over der kwaliteitzijn onze klanten erg tevreden, maarze willen daarnaast ook exact wetenwanneer zer hun bestelling ontvangen.Op dit punt was nog aanzienlijke ver-betering mogelijk. Via verschillendeaanpassingen en projecten, maar ookrdankzij een goede communicatie, heb-ben we een betrouwbaarheid vanmeer danr 90 procent kunnen bereiken.Voorheen lag dit percentage rond de60 procent. Wanneer ikr zie dat we eenprobleem hebben, gaat het erom demensen de juiste informatie te ver-schaffen. Je moet het team de midde-len geven om de juiste beslissing tekunnen nemen.’

Operators minder moeOm de capaciteit te verhogen zondergrote investeringen heeft Van der Bijrmet zijn team onder anderer de tijd-spanne die nodig is om van batch tewisselen, verlaagd van 147 minutennaar 90r minuten. Hierdoor draaitr demachine meer enr wordt de productieverhoogd zonder extrar kosten. ‘Wepassen het lean manufacturingsysteem toe. We proberen alles zoeenvoudig mogelijk te maken, zodathet werk veiliger, efficiënter, prettigeren effectiever kanr gebeuren. Dus, hetwerk slimmer organiseren.r Bij dezebatchwissel bijvoorbeeld, moet bijiedere extruder inr de lijn, een hoesworden vervangen. Hoezen en materi-aal werden eerst op een centrale plek

42 Chemie magazine maart 2009

Page 43: Chemie magazine 2009 - maart

verbruik, en weten we perfect welkwerk smerig is en welk werk niet,zodat we daarop kunnen anticiperen.’

Begrip procedures belangrijkNaast logica en eenvoud is ook hetbegrip van procedures belangrijk.Wanneer operatorsr niet begrijpenwaarom iets op een bepaalde maniermoet gebeuren, is de kans volgensVan der Bijr groter datr procedures nietworden gevolgd. ‘Er zijnr bijvoorbeelduitgebreide en minder uitgebreidermethodes om machines schoon temaken, afhankelijk van het eindpro-duct of de klant. Wat ik wil bereiken, isdat de operator begrijptr waarom hijeen bepaalde methode moet volgen,zodat hij meer genegenr is om de juistemethode te kiezen. Hier probeerr ikr ditjaar nogr meer aandachtr aan te beste-den.’Ook visualisatie is belangrijk. Opera-tors kijken soms niet verder danr dat zekorrels maken en dit wil Van der Bijrveranderen. ‘Ik wil bijvoorbeeld metalle operators met de bus naar eenrklant in de buurt om te laten zien water metr onze korrels gebeurt. Daarnagaan we terug, naar onzer technology-afdeling waar zer specifiek kunnen zienen voelen wat onze machines doen.Als de operator begrijptr hoe hij dingenkan beïnvloeden en ziet hoe demachine werkt, dan gaat hij er zekerranders over nadenken.r Hij zal overi-gens ook sneller ofr gemakkelijker zijnrfamilie en omgeving kunnen vertellenwat hij doet, wat het imago van de che-mie alleen maar tenr goede komt.’

Melding serieus nemenOok op andere gebieden wil Van derBij het team, zijn mensen, nauwbetrekken. ‘Ik loop actief rond om tezien en toe te zien, en zo nodig kan iksturen of coachen. Maar alsr alles goedloopt, dan maak ik nog steeds eenpraatje om te zien hoe het gaat. Hetteam is mijn kracht. Als er ietsr mis-gaat, moeten ze dat meteen kunnenmelden. Zo krijgen we ongeveer 800rconcernmeldingen per jaarr waarr vaakractie op moet worden ondernomen.Omdat het voor onzer maintenancemanager eenr te grote workload wasom snel de meldingen van de con-cerns op te lossen, hebben we wat wenoemen een ‘rood mannetje’ inge-

huurd, die in dienst van veiligheidalleen maar bezigr is met het oplossenvan deze meldingen. In achttienmaanden heeft hij er zo’nr 600 kunnenoplossen. Iedere week is er “eenr mel-ding van de week” waar eenr beloningaan is gekoppeld, maar hetr belang-rijkste voor der operator isr dat zijnmelding serieus wordt genomen, endat het probleem meteen wordt opge-lost.’

Slecht nieuws vertellenDe focus van Van der Bijr ligt dit jaar oprcommunicatie, kosten en kwaliteit, enminder opr technische aspecten,omdat de huidige economischeomstandigheden zich daar nietr toelenen. ‘Dit jaar wilr ik de link leggentussen wat de operator doetr en wathet gaat kosten. We trainen operatorsover watr veilig is, wat onze kosten zijnen wat zij zelf kunnen doen of beden-ken om minder kostenr en meer pro-rduct te maken.’Vorige zomer liepenr de orders bijSABIC terug. Een deel van de uitzend-krachten is toen vertrokken, en per 1rnovember 2008r waren er geenr uit-zendkrachten meer, zodat kostenkonden worden bespaard. Een aantalwerkzaamheden die normaal gespro-ken wordt uitgevoerd door inhuur-rkrachten in maintenance, heeft hetbedrijf bovendien zelf in handen geno-

niet lastig’

- Technische Bestuurs-kunde aan Universiteitvan Twente, afgestu-deerd in 1996.

- Consultant voor kleinadviesbureau in Bergenop Zoom (wordt laterDeloitte & ToucheTomatsu).

- In 1998 begonnen bijGeneral Electric Plasticsin Bergen op Zoom alsSHE-specialist.

- Diverse functies binnenSHE, in Bergen op Zoomen Amerika:Global Black Belt SHEEuropean SHE programmanagerSite SHE manager

- In juni 2006 begonnen alsplantmanager van LexanFinishing.

LoopbaanJan-Jaap van der Bij

En door werktijdverkortingr –vanaf 18 januari – is tijd besteed aanhet trainen van operators, specialistenen engineers om er zor na de crisis alsbedrijf sterker uitr te komen. Dezemoeilijke periode baart iedereen zor-gen, maar Vanr der Bijr wil de indianen-verhalen voor zijn.r ‘In de communica-tie hierover benr ik heel open. Wat ikniet wil, is dat de informele communi-catie voor gaatr lopen op de formelecommunicatie. Ik stuur geenr e-mailmet de mededeling dat het slechtgaat, maar vertelr iedereen face toface, in mijn eigen woorden, hoe hetgaat. Dit doe ik trouwens al veel lan-ger, niet alleen in een moeilijke peri-ode. Ik ben transparant, vertel hoe weervoor staanr en doe zelf exit-inter-views. Iedereen weet daardoor con-rtinu waar hijr aan toe is. Wat wij alsteam nu moeten doen, is de kostenzoveel mogelijk drukken, de serviceverbeteren en de veiligheid op nulhouden. We zijn een team en we willener samenr uitkomen en we gaan vooralniet in de kantine zitten en niets doen.Mensen maken zich wel zorgen, maardat doe ik ook. De keus is het hoofdnaar benedenr of het hoofd omhoog.Mijn keus is het hoofd omhoog, en demeeste mensen hier doenr mee. Maardat betekent wel, heel veel communi-ceren en er geenr doekjes om winden,want anders krijg je geruchten.’ p

De VNCI (Chemie magazine) en het bladPetrochem zijn op zoek naar kandidaten voor deverkiezing van ‘Plantmanager of the Year’. Zijwillen vooral veel weten over zijn maatschappe-lijke betrokkenheid en zijn kwaliteiten. Hoe moti-veert hij mensen?Hoe zet hij samen met zijn team de installatieoptimaal in, op het gebied van flexibiliteit, effi-ciëntie, veiligheid en beschikbaarheid?Is de plantmanager zich bewust van zijn rol in dechemie en draagt hij dat uit? De bekendmakingvan de winnaar vindt plaats tijdens het avondpro-gramma van het Deltavisiecongres 2009 inRotterdam: VNCI-directeur Colette Alma maaktdeel uit van de jury. De overige juryleden zijn nogniet bekend. De verkiezing is een initiatief van hetblad Petrochem en de VNCI, in samenwerkingmet de Rotterdamse belangenbehartigings-organisatie Deltalinqs en het Havenbedrijf Rot-

terdam. De wedstrijd wil bijdragen aan een posi-tief imago van de Nederlandse procesindustriedoor de inspanning en prestaties van plantmana-gers op het gebied van onder andere veiligheid,gezondheid, milieu en productiviteit, te benoe-men en te waarderen. Zo verschijnen er ondermeer interviews met de genomineerden én dewinnaar in Petrochem en Chemie magazine.

Iedereen die een goede plantmanager in zijnomgeving kent, kan dat tot 3 april laten wetenaan: [email protected] of het hoofdCommunicatie van de VNCI,Jan-Willem Vreuls, tel. 070-3378730, e-mail:[email protected]

Wie wordt de nieuwe Plantmanager of the Year?

maart 2009 Chemie magazine 43

Plantmanager

Page 44: Chemie magazine 2009 - maart

Chemische bedrijven kunnen volgensbeleidsmedewerker Annelies Maris van het

ministerie van Economische Zaken miljoeneneuro’s per jaar besparen door een

tariefschorsing aan te vragen. Dat betekent datze geen invoerrechten hoeven te betalen voor

grondstoffen en halffabrikaten die in de EU niet,of slechts in onvoldoende hoeveelheden,

beschikbaar zijn. Adriaan van Hooijdonk

Bedrijven kunnen miljoenen besparendoor tariefschorsingr aan te vragen

Lab in Amsterdam waarde douane de juistegoederencode van hetdouanetarief vaststeltf

44 Chemie magazine maart 2009

Page 45: Chemie magazine 2009 - maart

e grote chemische concernsweten volgens Annelies Marisvan het ministerie vanEconomische Zaken (EZ) hunweg wel te vinden in de wereldvan de tariefschorsingen. Vande 21 aanvragen in de meest

recente ronde, die ingaat op 1 januari2010, zijn er maarr liefstr vijftien afkom-stig van chemische bedrijven. Daarbijgaat het voornamelijk om wereldwijdopererende spelers, zoals AirProducts, Eastman en AkzoNobelIndustrial Chemicals. De afgelopenjaren hebben deze en andere onder-nemingen miljoenen euro’s bespaarddoor gebruikr te maken van de moge-lijkheid om geen invoerrechten tebetalen voor grondstoffenr en halffa-brikaten die in de EU niet of slechts inonvoldoende hoeveelheden beschik-baar zijn.rDe VNCI maakt er volgensr managerdienstverlening en ondernemingskli-

maat, Rein Coster, dan ook veel werkvan om haar ledenr te wijzen op dezeinteressante besparingsmogelijkheid.‘Tijdens de relatiemanagementbezoe-ken komt het onderwerp standaardaan de orde, maar ookr tijdens leden-bijeenkomsten besteden we er aan-rdacht aan.’Toch hebben zowel Rein Coster alsrAnnelies Maris het idee dat met namede kleinere bedrijven niet altijd evengoed op de hoogte zijn van de moge-lijkheid om een tariefschorsing aan tevragen. Daarom intensiveren beidepartijen de voorlichting over hetronderwerp. Het past ook goed in detijdsgeest om hier meerr aandachtr aante besteden, stelt Maris. ‘Want voorsommige bedrijven is de besparing opdit moment meer danr welkom.’

Uitvoerig onderhandelingsspelDe Europese Commissie heeft hetsysteem van tariefschorsingen jarengeleden ingevoerd om de economie testimuleren. Door der import vangrondstoffen en halffabrikaten die inde EU niet of slechts in onvoldoendemate beschikbaar zijnr niet te belasten,worden in de ogen van Brussel inno-vatie en werkgelegenheid gestimu-leerd. De eindproducten die metbehulp hiervan tot stand komen, heb-ben immers een veel hogere toege-voegde waarde en er zijnr werknemersnodig om ze te realiseren.In de praktijk vindt er eenr uitvoerigonderhandelingsspel plaats, voordatde bedrijven van een tariefschorsinggebruik kunnen maken. AnneliesMaris werkzaam bij het ministerie vanEconomische Zaken, weet daar allesrvan. Een paar keerr perr jaarr vergadertrze met collega’s uit de verschillendelidstaten over aanvragenr van de meestuiteenlopende bedrijven. Momenteelis ze druk bezig met de aanvragenvoor der ronde die op 1 januari 2009ingaat. Bedrijven hebben voor 1r febru-ari 2008 hun aanvragen moeten indie-

nen. Volgens Maris duurt het tien totelf maanden om de aanvraag te ver-werken, en dat betekent dat de eerstebesprekingen in Brussel in mei vandit jaar beginnen.r

Geen invoerrechtenEen van de bedrijven die gebruik heeftgemaakt van de mogelijkheid om geeninvoerrechten te betalen, isAkzoNobel Industrial Chemicals. Vol-gens technologiemanager TonrManders ging het daarbij om deimport van speciale Japanse reacto-ren die nodig zijn bij de productie vanchloor opr basis van het membraan-electrolyseproces. ‘Deze technologieis in Japan ontwikkeld, omdat daar derproblemen rond het kwikelektrolyse-proces veel eerder aanr het licht kwa-men dan in Europa. Het kwik kwam inde voedselketen terecht en omdatJapanners veel vis eten, wilden ze hieruiteraard van af. Daarom is een nieuwproces ontwikkeld om chloor termaken, waarbij gebruik werd gemaaktvan membraanelektrolyse. Daarvoorheb je echter welr een speciale reactornodig, die vervolgens ook door derJapanners is ontwikkeld.’De Europese Commissie heeft inmid-dels al weer jarenr geleden beslotenom ook in Europa de productie vanchloor opr basis van het kwikelectroly-seproces uit te faseren. Daarom wildeAkzoNobel Industrial Chemicals voorhaar fabriekenr in Rotterdam enDelfzijl, die inmiddels ook overge-schakeld zijn op membraanelektro-lyse, de Japanse reactoren importe-ren zonder invoerrechtenr te betalen.Er wordenr echter ookr Europese pro-ducten gemaakt (o.a. in Duitsland). DeJapanse technologie is echter inrbepaalde aspecten beter danr deEuropese technologie. Daarnaast is inRotterdam in begin jaren tachtig aleen fabriek gebouwd op basis vanJapanse technologie. AkzoNobelIndustrial Chemicals was toen een

D

Chemie laatgeld liggen

maart 2009 Chemie magazine 45

Kennis en ervaring

Page 46: Chemie magazine 2009 - maart

van de eerste die deze technologieging toepassen in Europa.‘Samen met EZ hebben we vervolgensin Brussel het argument ingebrachtdat de Japanse reactoren veel ener-gie-efficiënter zijn,r en dat het vrijwelonmogelijk is om met Japanse tech-nologie en andere technologie in eenfabriek te opereren. Dat argument isgeaccepteerd, waardoor wer uiteinde-lijk geen invoerrechten hebbenbetaald.’

GeldigheidsduurAir Productsr maakt volgens Martinvan Orsouw alw ruim 25 jaar gebruikrvan de mogelijkheid om voor bepaalderproducten geen invoerrechten te beta-len. De aanvragen zelf zijn niet moei-lijk en de standaardinstructies zijnduidelijk. ‘Zijn we echter nietr zeker vanrbepaalde zaken, dan is er altijdriemand beschikbaar bijr het ministerievan Economische Zaken. We kijkenniet alleen regelmatig naar mogelijkrnieuwe aanvragen, maar ookr of debestaande vrijstellingen nog wel aande voorwaarden voldoen, of wat onzeverwachtingen zijn. We hebben jaren-lang een vrijstelling gehad voor enkelerproducten waarvan bij aanvraag deinvoerrechten meer danr 20.000 europer jaarr bedroegen.r Dat is de onder-grens die de EU hanteert. De geldig-heid van een vrijstelling is inmiddelsaangepast naar drier jaar enr de autori-teiten controleren daarnaast ook ofdeze ondergrens nog wel gehaaldwordt. Zo niet, dan worden deze vrij-stellingen weer ingetrokken.r Bij onswas dit ook het geval voor enkeler pro-ducten. In één geval omdat we de pro-ductie van de VS naar Europar ver-plaatst hebben en in enkele anderegevallen vanwege nieuwe technologi-sche ontwikkelingen, waardoor betererproducten op de markt komen en deproducten waarvoor wer een vrijstel-ling hadden, langzaam uit de marktgehaald worden. Dit is een geleidelijken langdurig proces, omdat onzeklanten deze innovaties eerst uitvoe-rig willen testen voordat zoiets in hunproductieproces opgenomen wordt.Het is daarom belangrijk hier internrregelmatig naar ter kijken om tijdigmogelijk nieuwe aanvragen in te die-nen. Een vertraging van zes maandenis immers zes maanden verlies vaninvoerrechten.’

Minder invoeren‘Door der huidige crisis zijn er momen-rteel steeds meer bedrijvenr die minderinvoeren waardoor ze,r net als bij Air

Products voor dezer producten hetgeval was, de ondergrens van 20.000euro niet halen. Daardoor kanr deschorsing komen te vervallen. Daarmoeten bedrijven zeer goedr op letten.Het ministerie van EconomischeZaken is hierbij echter eenr zeerbehulpzame partner gebleken.r De lijstvan mogelijk aflopende vrijstellingenwordt op hun website gepubliceerd,

zodat hierop tijdig actie ondernomenkan worden als men het hier nietr meeeens is. Het ministerie begeleidt daar-naast ook de mogelijke oppositie hier-tegen’, aldus Orsouw.Verder moetenr ze volgens hem ooknauwlettend in de gaten houden of zeeen product op de juiste manieromschrijven. ‘De BelastingdienstDouane publiceert de omschrijving diein de vrijstellingsaanvraag wordt inge-diend in het zogenoemde “gebruiksta-rief”, maar alsr bedrijf wil je natuurlijkniet zomaar jer chemische formule opstraat gooien. Dan kan iedereen jeproduct namaken, en dat is niet debedoeling. Een correcte omschrijvingis echter ergr belangrijk om achterafgeen boete opgelegd te krijgen. Indienbij een mogelijke analyse door der dou-ane het product niet overeenkomt methet product waarvoor eenr vrijstellinggeldt, dan worden de invoerrechtenalsnog met terugwerkende kracht eneen mogelijke boete teruggevorderd.Het is een langdurig, kostbaar enringewikkeld proces om zoiets weer tercorrigeren’, aldus Van Orsouw.

Bedrijf zelf verantwoordelijkCees Maagdenberg, Director Interna-rtional Trade, Compliance & CustomAffairs van het Europese hoofdkantoorvan Eastman in Capelle aan denIJssel, maakt ‘waar mogelijk’r gebruikvan de mogelijkheid om geen invoer-rechten te betalen. Het Amerikaansebedrijf importeert vooral veel grond-stoffen uit de Verenigde Staten, maarook steeds meer uitr Azië. Alhoewel hijerg tevreden is over der ondersteuningvan het ministerie van EZ, plaatst hijwel een aantal kanttekeningen bij deprocedure. ‘Zo hebben we verledenjaareen schorsing aangevraagd voor

een bepaalde kunststofsoort op basisvan cellulose. Dit materiaal is bij uit-stek geschikt voor medischer toepas-singen en wordt uitsluitend doorEastman op de markt gebracht. Ikverwachtte dan ook niet dat andereproducenten bezwaar zoudenr aante-kenen. Maar datr bleek niet het geval.Volgens een andere producent zouPVC net zo bruikbaar zijn.r Uiteraard

hebben we deze zaak aan EZ voorge-legd, maar zijr konden ook niet meerdan aangeven dat we er inr onderlingoverleg maar uitr moesten zien tekomen. Daar hebr ik zo mijn twijfelsover, en daarom pleit ik ervoor datr deprocedure wordt aangepast, zodat deaanvrager enr de opponent gelijkekansen krijgen. Dat is in mijn ogen nuniet het geval.’Annelies Maris kan zich wel iets voor-stellen bij de kritiek van Eastman.‘Maar eenr bedrijf is er tochr echt zelfverantwoordelijk voor omr met dejuiste argumenten te komen, als erdoor eenr concurrent bezwaar wordtraangetekend. Maar hetr helpt natuur-lijk wel als je genoeg expertise kuntmobiliseren. En wat dat betreft zijn wijin Nederland met het douanelabora-torium goed geoutilleerd. Daar wer-rken ruim 60 specialisten, waarondereen aantal chemici, die bedrijven opverschillende manieren kunnenondersteunen als er bijvoorbeeldronenigheid bestaat over der juistebeschrijving van een chemische stof.Daarmee onderscheidt Nederlandzich van andere landen, waar der over-heid juist aan het bezuinigen is op ditsoort faciliteiten.’ p

Voor meerr informatier over ditr onderwerptkunnen belangstellenden contact opne-tmen met Reint Coster vanr de VNCI, 070-3378718 of8 viaf e-mail: [email protected]

Meer informatier over tariefschorsingenren het aanvraagformuliert vindtr ut op dewebsite van het ministeriet vanEconomische Zaken:www.ez.nl/tariefschorsingen

‘Door de crisis voeren steeds meerbedrijven veel minder producten in’

46 Chemie magazine maart 2009

Page 47: Chemie magazine 2009 - maart
Page 48: Chemie magazine 2009 - maart

De omzet van de chemische industrie is vorig jaar lichtgestegen, blijkt uit de infografiek. De stijging is ech-

ter voornamelijk te danken aan de gemiddeld hoge olie-prijs die in de afzetprijzen is doorberekend. En dat mas-keert de feitelijke gang van zaken, namelijk een terugvalin de productie. Hoe lang die nog aanhoudt, is lastig tevoorspellen. Het CBS had bij het ter perse gaan van ditnummer nog geen cijfers over de productie van januari.Daarentegen wel over de omzet. Die daalde met 37 pro-cent. Maar uit een recente belronde van de VNCI blijktdat de bedrijvigheid sporadisch geleidelijk weer iets aanlijkt te trekken. Zo lijkt de geur- en smaakstoffensectorminder hard geraakt te zijn dan andere sectoren. Ookkunstmestbedrijven starten operaties weer op onderinvloed van de beperkt toenemende vraag als gevolg vanseizoensinvloeden. p

Olieprijs maskeertlagere productie chemie

48 Chemie magazine maart 2009

Infographic

Page 49: Chemie magazine 2009 - maart

van der Flier B.V.Hoofdstraat 579686 VG Beertat. 0597 - 33 16 19f. 0597 - 33 12 26e. [email protected] www.vanderflierbv.nl

DE BODEM VAN NEDERLAND KOMT ALSMAAR VOLLER TE LIGGEN MET KABELS EN LEIDINGEN,ZEKER ALS WE KIJKEN NAAR DE CHEMIEPARKEN. STEEDS VAKER KOMT HET VOOR DAT KABELS

EN LEIDINGEN GERAAKT WORDEN EN DAT COMPLETE INSTALLATIES PLAT KOMEN TE LIGGEN.DIT KAN GROTE GEVAREN EN KOSTEN MET ZICH MEEBRENGEN. TEVENS KAN DEZE

TECHNIEK ZEER GOED GEBRUIKT WORDEN BIJ DIVERSE SANERINGSACTIVITEITEN.

GRONDZUIGTECHNIEK, VEILIGER DAN GRAVEN

“Als het om veiligheid draait”

Page 50: Chemie magazine 2009 - maart

et deed wat raar aan: begin dit jaar stonden dekranten vol over kredietcrisis en economischecrisis, tegelijkertijd viel de salarisbetaling overjanuari voor de meeste mensen niet tegen.Koopkrachtstijgingen van drie tot vier procentwaren geen uitzondering. Voor een deel was die

het gevolg van inflatiecorrectie en het wegvallen van deWW-premie, voor een ander deel een uitvloeisel vancao-afspraken van vóór de crisis. In de praktijk levertdat soms vreemde verschillen op: contracten met eenlooptijd van twee jaar zijn tot stand gekomen in een peri-ode van relatieve bloei, onderhandelingen die starttenten tijde van de crisis zijn belast door de ontwikkelingenvan de afgelopen maanden. Uiteraard is dat geen nieuwverschijnsel, maar de uitgangsposities voor de onder-handelingen waren en zijn deze keer in relatief korte tijdwel erg uiteenlopend.Voor de vakbeweging, die de onderhandelingen in debedrijven voert of coördineert, is dat een extra compli-catie: bedrijven wijzen op de soms penibele situatiewaarin zij verkeren, maar de eigen achterban wijst oploonstijgingen van collega’s bij de buurman. Hoe gaanvakbondsonderhandelaars in de dagelijkse praktijk metdie spagaat om?

Maatwerk leveren in

FNV en CNV houden ‘binnen bepaaldegrenzen’ rekening met recessie

Tegenstellingen oproepen is goed voor deledenaanwinst van de vakbeweging, is de

cynische vaststelling vanvakbondsbestuurder Egbert Schellenberg

(FNV Bondgenoten), maar hij geeft devoorkeur aan een verantwoorde opstelling.Hetzelfde geldt voor zijn CNV-collega Evert

Jan van de Mheen. ‘Met kwaaie koppentegenover elkaar zitten, lijkt me in deze

omstandigheden niet verstandig.’ Eendubbelinterview: hoe gaat de vakbeweging

om met de crisis in de chemie? Jos de Gruiter

H

50 Chemie magazine maart 2009

Page 51: Chemie magazine 2009 - maart

crisistijd

e

Voor Egbert Schellenberg, bestuurder Industrie bij FNVBondgenoten in het Rijnmondgebied, en onderhandelaarbij diverse grote chemieconcerns, is het nauwelijks eenonderwerp. Begin dit jaar nog sloot hij cao’s af met loon-stijgingen tussen de 2,75 en 3 procent. ‘Dat ligt ietsonder de 3,5 procent die in andere bedrijven is betaald,maar er ontstaat op deze wijze geen onoverkomelijkeafstand.’Bovendien is een uitkomst tussen de 2,5 en 3 procentgoed verdedigbaar, vindt hij. ‘De inflatie bedroeg in 20082,5 procent, dus als we daar tot een half procentje bovenzitten, is dat zeer gematigd. Dan kun je niet zeggen datwij geen rekening houden met de omstandigheden.’

Hard makenDe vakbeweging heeft ook een reputatie op dat vlak, vindtzijn collega Evert Jan van de Mheen, vakgroepbestuurderbij de CNV Bedrijvenbond.V ‘Als het gaat om rekening hou-den met externe omstandigheden, hebben vakbonden eengoed track recordk . Maar hetr kan niet zo zijn dat we op denullijn gaan zitten, omdat het opeens slecht gaat. Er zijnrook bedrijven die naar verhoudingr weinig last van de crisishebben. We kijken dus wel naar der omstandigheden, maardan per bedrijf.r Waarbij je ons niet hoeft te vertellen dat

een grondstoffenleverancier voorr der autobranche het evenheel moeilijk heeft.’Schellenberg: ‘Natuurlijk houden we rekening metomstandigheden, maar bedrijvenr moeten wel hard kunnenmaken dat het slecht gaat. Het argument dat 2009 slechterwordt dan 2008, is onvoldoende. Maar alsr bedrijven metharde cijfers kunnen aantonen dat het echt heel slechtgaat, dan gaan we uiteraard in gesprek en kijken we wat wekunnen doen binnen bepaalde grenzen. Aan de andere kantmoeten bedrijven zich realiseren dat het in de chemie van2004 tot en met het derde kwartaal van 2008 goed isgegaan. In die periode is veel van het verdiende geld gaanzitten in rentelasten - want er isr sinds 2000 veel vreemdvermogen in de bedrijven gepompt – en er isr een belangrijkdeel naar der aandeelhouders gegaan. Er isr dus weinigovergebleven om te reserveren voor conjunctureelr slech-tere tijden. Dan kan het niet zo zijn dat de rekening eenzij-dig bij de werknemer wordtr gelegd en de AmerikaansePavlovreactie van ‘salary freeze’y en mensen eruit, volgt.Dat is slecht te verkopen als bij de buurman een contractloopt van 3,5 procent. En ik verwacht van een innovatievebedrijfstak toch wel een creatievere oplossing dan eenPavlovreactie.’Van de Mheen: ‘Temeer daarr zo’nr reactie ons dwingt meteenzelfde voorspelbare reactie te komen. Dan zit je dusmet kwaaie koppen tegenover elkaar.r Lijkt me in dezeomstandigheden niet verstandig.’Schellenberg: ‘Tegenstellingen oproepen is goed voor derledenaanwinst van de vakbeweging, maar alsr we kijkennaar der macro-economische omstandigheden is het raarals we zo met elkaar omgaan,r zeker alsr we naar hetr verle-

Schellenberg:‘De realiteitszin istoegenomen’

Van de Mheen: ‘Als hetgaat omt rekeninghouden met externetomstandigheden,hebben vakbonden eengoed trackd record’k

FO

TO’S

: GE

RA

RD

TIL

/HO

LLA

ND

SE

HO

OG

TE

maart 2009 Chemie magazine 51

Maatschappij

Page 52: Chemie magazine 2009 - maart

den kijken, naar hoer dingen in ons poldermodel werdenopgelost.”De FNV-bestuurder wijstr ook op de recente imagocam-pagne van de chemiesector. ‘Een van de redenen om die tebeginnen is het probleem dat bedrijven ondervinden omgekwalificeerde mensen naar der bedrijfstak te halen. Doehet effect van zo’n campagne dan niet teniet door voorr dernullijn te pleiten, maar spreekr uit dat je vindt dat jouw men-wsen hun koopkracht moeten behouden. Een kind snapt datloonmatiging niet het instrument is om de economie aan tezwengelen. Bedrijven moeten de koopkracht van hunmedewerkers handhaven. Dat betekent niet dat ze 3,5 pro-cent moeten betalen, maar der nullijn hanteren is een slechtsignaal, zeker, zoals bij een enkel bedrijf het geval is, alsmedewerkers op de ene locatie op de nullijn wordengehouden en collega’s op een andere vestiging 3,5 procenterbij krijgen, omdat hun cao al langer loopt.r Dat is contra-productief. Je hoeft in deze tijd niet te strooien met geld,maar jer kunt wel normaal doen.’‘Bovendien is deze crisis anders dan eerdere, in die zin datde arbeidsmarkt veel krapper is.r Die lijkt even ruim, maarals we op wat langere termijn kijken, zien we dat de vergrij-zing tot 2020 problemen gaat veroorzaken.’

LacherigDe FNV-bestuurder merktr dat dit besef deze keer aanwezigris. ‘In de periode 2000-2002 ging het ook slecht’, herinnerthij zich. ‘Een aantal bedrijven moest de poort sluiten en erstonden dus ook procesoperators op straat. Toen wij in dieperiode waarschuwden voor der komende vergrijzingsgolf,werd daar watr lacherig op gereageerd: waar háddenr we hetover? Als een bedrijf een vacature had, stonden er immersrgenoeg gegadigden op de stoep. Nu blijkt dat we het toenbij het rechte eind hadden, zie je een andere reactie. Ik hoortenminste niemand zeggen dat er straksr wel een bedrijfomvalt en dat de overblijvers dan kunnen putten uit eenvijver ontslagenr werknemers. De realiteitszin is toegeno-men. En terecht: de chemie zal de komende tien jaar termaken hebben met een krappe arbeidsmarkt. We ziendaarom dat geprobeerd wordt de kwalitatieve bezetting instand te houden: als het in 2010 weer volopr gaat draaien,hebben bedrijven die mensen immers hard nodig. Je kuntniet het risico nemen om ze te ontslaan en straks opnieuwte gaan werven. De kans dat je oud-werknemers terug-haalt, is niet zo groot, en als je nieuwe mensen binnenhaalt,duurt het twee tot drie jaar voordatr ze op hetzelfde niveauzitten als de ervaren operator dier is vertrokken.’Het instrument bij uitstek dat is ontwikkeld om te voorko-men dat gekwalificeerde medewerkers verdwijnen, dieover eenr jaar misschienr weer broodnodigr zijn, is werktijd-

verkorting. In de chemie wordt er opr bescheiden schaalgebruik van gemaakt.Van de Mheen kent een paar voorbeelden.r ‘Het zijn vooralkleinere bedrijven die een aanvraag hebben ingediend. Eris ook een groter bedrijfr dat de regeling vooral gebruikt omeen signaal te laten uitgaan. Het probleem is dat het vaakmoeilijk is om de gewenste cijfers boven water ter krijgen.Ik ken bedrijven die zijn afgehaakt, omdat de accountants-kosten zo hoog waren dat de baten niet opwogen tegen delasten. De regeling loopt over eenr half jaar af,r maar ikr hebnog geen enkele bedrijf horen zeggen dat die periode langgenoeg is om de problemen het hoofd te bieden. Ik denk dateen langere looptijd noodzakelijk is. Daarnaast zou deel-tijd-werktijdverkorting een oplossing zijn.’Schellenberg: ‘Je maakt wel opmerkelijke dingen mee. Ikzie mensen vertrekken bij bedrijven die werktijdverkortinghebben aangevraagd en gekregen, omdat ze geen zin heb-ben om lang met hun duimen te draaien. Het is leuk om heteen paar dagenr rustig te hebben, maar alsr die periode lan-ger duurt,r gaat het kriebelen. Bovendien zien mensennatuurlijk wel in dat hun werkgever nietr uit luxe om werk-tijdverkorting heeft gevraagd. Ze houden er rekeningr meedat het de voorbode is van een reorganisatie.’Grote ontslaggolven ziet hij echter nogr niet aankomen: ‘Erwordt hier enr daar eenr inkrimping aangekondigd, maarvooralsnog gaat dat om de bezetting op hoofdkantoren. Deproductielocaties blijven voor eenr belangrijk deel nog bui-ten schot. Dat is ook wel logisch, want die draaien vaak alop een minimumbezetting.’De bondsbestuurders zien wel dat de werktijdverkortingvrijwel overal wordt gebruikt voor hetr (bij)scholen vanmedewerkers. Van de Mheen: ‘Dat gebeurt absoluut, maarhoofdzakelijk intern. Bedrijven zijn erg voorzichtig met hunliquiditeitspositie. Dat wil overigens niet zeggen dat hetslechte cursussen zijn.’

SterkerOver der vraag hoe de chemie sterker uitr crisis kan komendan ze er inging,r zijn de bondsbestuurders eensgezind. Vande Mheen: ‘Goede mensen vasthouden, bijvoorbeeld metgebruikmaking van arbeidspools, en specialiseren. In zijnalgemeenheid kun je zeggen dat bedrijven die bulkchemieleveren het moeilijker hebbenr dan de fabrikanten van spe-cialties. Gebruik de recessieperiode dus om die kant op tegaan.’Schellenberg: ‘Investeer inr mensen en speel in op nieuwemarkten. Ik hoor geluidenr dat we gebruikt plastic inzame-len, maar geenr verwerkingscapaciteit hebben om het tehergebruiken. En dus wordt het verbrand. Ik vind dat eenweinig creatieve oplossing. Als er onvoldoender verwer-kingscapaciteit is, investeer daarr danr in. Wat kun je doenmet de zwavel die nu niet wordt afgenomen door der bouw?Zoek daar toepassingenr voor. Dat soort zaken. Ons eigenafvalprobleem oplossen. Dat maakt de chemie sterker. Debedrijfstak is hoogontwikkeld, goed georganiseerd, veiligen de arbeidsomstandigheden zijn er beterr danr in veelandere sectoren. Als je die kracht handhaaft en koppeltaan de wil om oplossingen te zoeken voor eenr paar groterproblemen, kom je sterker uitr de crisis dan je er ínr ging.’In elk geval zal het met de loonkostenontwikkeling welmeevallen, verwacht Schellenberg. ‘Ik verwacht voor 2010reen aanzienlijk lagere looneis, want over 2009r zal de infla-tie zeer beperktr blijven.’ p

Maatschappij

‘Ik verwacht over2010 een aanzienlijk

lagere looneis’

52 Chemie magazine maart 2009

Page 53: Chemie magazine 2009 - maart
Page 54: Chemie magazine 2009 - maart

Peter Hoogenboom:‘Boeren houden zichmeer en meer bezig

met de vergisting vanmest’

toe.r De vezels vinden zelfs toe-passing in de interieurs van dureauto’s, vanwege hun warmte- envochtregulerende eigenschappen’,vervolgt Hoogenboom.

Groene bouwstenen’Verder verbouwenr boeren gewassenvoor der bioethanol- en biodieselpro-ductie. Het bijproduct glycerine kanvergist worden tot methaan of alsgroene bouwsteen dienen voor aller-rlei chemicaliën. Glycerine is eenbekende chemische bouwsteen enkomt nu vooral van de olieraffinade-rijen. Je ziet dus steeds meer che-rmie-activiteiten op het platteland. Deagrarische sector isr niet meer alleenrleverancier vanr voedsel, maar ookrvan gas, elektriciteit, biogrondstoffen,halffabricaten en chemische bouw-stenen, zoals glycerine’, verklaartHoogenboom.DLV PlantV neemt deel aan eendemonstratieproject. ‘We gaan nahoe we op boerderijschaal gewassenoptimaal kunnen benutten. Het orga-nisch restmateriaal kun je opwerken.Eerst haal je de hoogwaardige mate-rialen eruit, en de rest gebruik je voorenergiewinning. Mest kun je voor 80rprocent omzetten in biogas. Er blijftr

e Nederlandse landbouw-sector verandert’,r zegtHoogenboom. ‘De boerenhouden zich meer enr meerbezig met de vergisting vanmest, of de covergisting van

mest in combinatie met de reststro-men van de voedingsmiddelenindu-strie. Dat levert biogas op waarmeeze hun wkk-installatie kunnen stoken.Het overschot aan elektriciteit leve-ren ze aan het openbare net. En hetsurplus aan biogas kunnen ze opwer-ken tot aardgas door der CO2 uit hetgas te verwijderen. Die CO2 is weergewild in de glastuinbouwsector. Erzijn echter maarr tweer boerderijen diegroen aardgas aan het gasnet leve-ren. De Gasunie ligt namelijk dwars,omdat zij vreest dat de calorischewaarde van het groene gas te veelkan afwijken van het normale aard-gas. Duitsland ligt op dat gebied voor.Daar doenr ze niet moeilijk over groenrgas.’‘Ook keren de natuurvezels terug.Honderd jaar geledenr werden ze ver-drongen door der synthetische vezels,maar der laatste tijd neemt de belang-stelling voor vezelsr van vlas, hennepen brandnetel voor toepassingr incomposiet- en isolatiematerialen

‘D

Peter Hoogenboom vanadviesbureau DLV Plant:

‘Boeren produceren naast voedsel steeds meernatuurvezels, groene grondstoffen en elektriciteit.Daarbij komt de nodige kennis van chemie entechniek om de hoek kijken. Boeren ontwikkelenzich als het ware tot chemieboeren, die ooktoeleverancier van de chemische industrie kunnenzijn’. Dat zegt Peter Hoogenboom van hetadviesbureau DLV Plant. Erik te Roller

een compostachtige substantie overdie rijk is aan vezels en nutriënten.De vezelachtige dikke fractie daarvankun je als brandstof- of als bodemver-beteraar inzetten.r De dunne fractie,die nutriënten en ammonia bevat, kunje als vloeibare kunstmest gebruikenof inzetten voor der productie vanalgen. In het Friese Hallum proberenwe momenteel de algenproductie uitbij een melkveehouderij. De mestdient als voedsel voor der algen. Sen-terNovem, het ministerie van Land-bouw, Natuur enr Voedselkwaliteit(LNV) en een samenwerkingsverbandin Noord-Nederland steunen dit pro-ject.’

Belangstelling chemie‘Het opwerken van de mest en hetscheiden van de stoffen vindt steedsmeer bijr de boer zelfr plaats. Op diemanier voorkomr je dat je grote volu-mes van laagwaardige reststromenmoet transporteren, en dus met rela-tief hoge transportkosten te makenkrijgt. De boer kanr de algen voorbe-werken tot bijvoorbeeld plantaardigeoliën en specifieke stoffen zoals bèta-carotenen. Al met al zullen er derkomende jaren steeds meer installa-rties op het erf van de boerderij komen

‘Boeren gaan in

54 Chemie magazine maart 2009

Page 55: Chemie magazine 2009 - maart

De installatie om biogaste zuiveren tot aardgast

te staan: voor vergisting,r scheiding enopwerking. Geleidelijk aan ontwikkeltde boer zichr hiermee ook tot leveran-cier vanr grondstoffen en halffabrica-ten voor der chemische industrie.’Het Platform Groene Grondstoffenfungeert volgens Hoogenboom bijdeze ontwikkelingen vooral als klank-bord. Daarnaast stimuleert het minis-terie van LNV dezeV projecten gerichtop de ontwikkeling van een groene enduurzame landbouw. Verder steltrSenterNovem geld beschikbaar voorrhet energiedeel van de demonstratie-projecten op basis van de regelingEnergie OnderzoekSubsidie (EOS). De grote chemiebe-drijven in Nederland volgen de ont-wikkelingen met belangstelling, maarnemen volgens Hoogenboom nog nietdeel aan projecten op de boerderij.‘Iedereen verwacht dat de boer zijnrafval steeds meer zelfr gaat verwer-ken. Maar der huidige regelgevingstaat dat in de weg: ze remt de bouwvan chemische installaties op deboerderij af onder hetr motto ‘geenindustriële activiteiten op het platte-land’. Ook mogen kolommen, zoalssilo’s, bij boerderijen volgens debouwbepaling niet hoger zijnr dantwaalf meter. Dat beperkt de moge-

lijkheden van bijvoorbeeld destillatievan ethanol. Dan moet je overgaan optwee kolommen. Maar zor gaat datvaak met innovatie. Zodra het gaat omactiviteiten buiten de geijkte kaders,kom je in conflict met bestaanderegels. Maar waaromr zouden we inNederland niet overgaan op het schei-den van stoffen op de boerderij? Datvoorkomt onnodig transport en spaarthet milieu.’

Agrariër als partnerEen vergistinginstallatie kost 2,5 tot 5miljoen euro. ‘Dat lijkt veel geld, maarvoor eenr groot boerenbedrijf is dat tebehappen. Een grotere hindernisvormt het voortraject, waarbij je metallerlei procedures bij verschillendeoverheidsinstanties te maken heb. Definanciën vormen meestal niet hetstruikelblok.’Hoogenboom verwacht dat steedsmeer boerenr vergistinginstallaties enwkk-installaties zullen aanschaffen.‘Het aantal boeren neemt af, terwijl delandbouwproductie gelijk blijft. Ditbetekent dat de schaalgrootte toe-neemt. Steeds meer boerderijenr heb-ben hierdoor der kritische massa omdit soort investeringen te kunnendoen. De chemische industrie laat de

boer vooralsnogr alleen doorploegen.Dat valt ook wel te begrijpen, omdatchemie en landbouw totw nu toe tweeheel verschillende werelden waren.Toch zijn de ontwikkelingen op deboerderij interessant voor der chemie.Met het oog op de toekomst doen che-miebedrijven er goedr aan de agrariërsteeds meer alsr partner ter zien. DLVPlant kan de boer bijr al deze ontwik-kelingen met raad en daad bijstaan.En wij kunnen ook helpen de brug teslaan tussen boerderij en chemiebe-drijf’, aldus Hoogenboom. p

de chemie’

De silo’s voor der opslag van gehakselde maïsplanten, die grondstof voorf der vergisting zijn

maart 2009 Chemie magazine 55

Het woord is aan...

Page 56: Chemie magazine 2009 - maart
Page 57: Chemie magazine 2009 - maart

D samenr te werken sta je sterker, weet de Groningeral eeuwenlang. Gelukkig heeft de Nederlandse chemiedeze boerenwijsheid ook omarmd. De Regiegroep Che-mie, onder leidingr van Rein Willems, brengt alle part-ners samen om het sleutelgebied chemie te laten

groeien en bloeien. Gedurende de vele jaren van hoogconjunc-tuur, waarbij groei, innovatie en duurzaamheid zo’n belangrijkerol spelen, is dat initiatief gestart. Maar nur de economie zo plot-seling tot stilstand is gekomen, zal de samenwerking zijn krachtmoeten tonen.

Massaal hebben we de – historisch gezien – ongehoorde groeibewonderd en er vanr genoten. Deze groei is echter sindsr de jarennegentig mede het gevolg van de buitensporige kredietverstrek-king. Omdat de fi nanciëlefi instellingen deze kredieten ook als bezit-tingen hebben gebruikt om de groei verder ter stimuleren, is eenwereldwijde recessie het gevolg van het ontploffen van de fi nanci-fiele zeepbel. Omdat de kredieten moeten verminderen en de groeiweer normaler proporties zal krijgen, ben ik ook een aanhanger vanrde stroming in de economische en financiëlefi wereld, die de toe-komst als somber afschildert.r Omdat de enorme groei van de laat-ste 15 jaar onsr ook nog heeft gewezen op onze onhoudbare ecologi-sche voetafdruk, staan we voor eenr ongelofelijke uitdaging om eenduurzame toekomst te creëren voor onzer ecologie en economie.Juist daarom moeten we nu samenwerken om niet te verzuipen.

Gelukkig worden recessies bij uitstek gekenschetst door innova-rtieve doorbraken, radicale veranderingen en paradigmaverschui-vingen. Degenen die dat vandaag durven, zijn de spekkopers vanmorgen. Door der jaren heen heeft de chemie laten zien dat zesteeds meer productenr en eigenschappen kan realiseren metminder grondstoffenr en energie. De chemie als meester inr duur-zaamheid door ‘meerr metr minder’. Maar wer zijn nog lang nietklaar enr de uitdagingen zijn enorm. We zullen het niet meer inrkleine stappen moeten zoeken of genoegen nemen met eenoranje afvalbak voor plastics,r of een ‘biobased building block’. Wezullen ons de tijd moeten gunnen om te investeren in een duur-zame toekomst waar technologier weer ietsr mag kosten.

Voor dezer duurzame toekomst is heel veel onderzoek nodig. Dechemische industrie zal de R&D moeten verhogen en zelfs in dekomende jaren vele afgestudeerde en gepromoveerde jongeluiaannemen. Ook de universiteiten moeten hun activiteiten intensi-veren; alleen dan kunnen we onze toekomst veiligstellen. Stel datwe het niet doen? Het aantal studenten scheikunde en chemischetechnologie is historisch laag. Als voor henr die nu klaar zijnr deWW wachtW na zes tot tien jaar studie,r weet ik niet welke gevolgendat zal hebben. Het kan toch niet zo zijn dat we in Nederland geenchemie meer hebben?r Zodra we dan uit het dal klimmen, kunnenwe samen zorgen voor eenr toekomst met meer rechtmatigerwaardetoekenning voor innovatiever technologieën. Ik denk hierbijaan een veel langere octrooibescherming en een adequate belo-ning voor der uitvinders. De huidige technologieën zijn te goedkoopgeworden en laten duurzame alternatieven moeilijk introduceren.Ik daag elke chemicus uit om ‘out-of-the-box’ ideeën te genere-ren, die leiden tot de broodnodige doorbraaktechnologieën. Wegaan straks niet voor steedsr meer, maar voorr steedsr beter. p

Koppelde schoapenverzoepen nait

Bert Meijer is hoogleraar aan deTechnische Universiteit Eindhoven

Bert MeijerColumn

maart 2009 Chemie magazine 57

Page 58: Chemie magazine 2009 - maart

ER VALT NOG GENOEG TE LEREN

CURSUSSEN EN OPLEIDINGEN OM BIJ TE BLIJVEN EN DOORTE GROEIEN IN UW LOOPBAAN.Associate Degree (AD) Chemische Technologie

Duaal HBO Chemische Technologie

open onderwijsmodule korte cursussen

[email protected] www.cvnt.nl.

Page 59: Chemie magazine 2009 - maart

‘De leerindustrie maakt veelgebruik van fillers om eengroter stukr van de dieren-huid te kunnen omzetten inleer vanr een uniforme kwa-

liteit’, vertelt René de Bok, managerresearch & development van Smit &Zoon. ‘De meest gebruikte en effi-ciënte fillers zijn gebaseerd op harsenvan melamine of dicyaandiamide ofbeide, gecondenseerd met formalde-hyde. Een nadeel is dat deze bij nor-maal gebruik van het leer, onderinvloed van vocht en temperatuur,deels hydrolyseren, waardoor formal-rdehyde vrijkomt. Vandaar datr we opzoek zijn naar alternatievenr die geenformaldehyde afsplitsen.’‘Naast de vullende harsen gebruikt deleerindustrie ook nalooistoffen diegebaseerd zijn op condensaten vanfenol en formaldehyde. Zij vormencrosslinks met de vezels in het leer enrdragen op die manier bijr aan desterkte van het materiaal. Ook dezestoffen willen we graag vervangendoor geschikter groene alternatieven’,aldus de Bok.

Zetmeelderivaten‘Bij de vervanging van de fillers den-ken we aan zetmeelderivaten. Hetmoet mogelijk zijn om die technologiein drie tot vijf jaar marktrijpr te maken.En bij de vervanging van condensatenop basis van fenol en formaldehydedenken we aan furaan, een bijproductvan een fermentatieproces. Vanfuraan kunnen weer furaanharsenrgemaakt worden. Met de inzet van

Smit & Zoon is meerdere alternatieven op het spoor

Groene vervangersleerchemicaliën

Gro emiemm

Smit & Zoon met vestigingen inWeesp en Amersfoort begon in 1821met de handel in stokvis & oliën.Vanuit die handel startte het bedrijflater de productie en verkoop vanlederchemicaliën voor het sturenvan diverse eigenschappen van leer,zoals zachtheid, sterkte en gevoel.Nu behoort het bedrijf, dat ca. 130werknemers telt, tot een van degrootste leveranciers in de wereldvan zogenoemde wet-end chemica-liën voor de leerindustire. Het is ookeen van de twintig bedrijven die eensubsidie van het ministerie vanLandbouw, Natuurbeheer enVoedselkwaliteit krijgt van tussen de40.000 en 100.000 euro, om teonderzoeken of het haalbaar is omnieuwe hoogwaardige non-foodproducten te maken op basis vangroene grondstoffen.

Smit & Zoon

met det Wageningen Universiteit onderzoektt Smitt &t Co hoe leer veredeldr kand worden metformaldehyde- en fenolvrije biopolymeren

furaanchemie kunnen we mogelijkover vierr totr vijf jaar nieuwer productenop de markt brengen. Doel is dus omformaldehyde- en fenolvrije biopoly-meren te vinden die geschikt zijn voorde veredeling van leer. Die technologiekan ook interessant zijn voor derpapier- en houtindustrie’.Smit & Zoon voert het onderzoek uit,samen met de WageningenUniversiteit, afdeling Agrotechnologyand Food Innovations (A&F) ‘Debedoeling is dat we in een laborato-rium aantonen dat het principe werkten dat we ook antwoord geven op devraag, of deze al dan niet gemodifi-ceerde biopolymeren binnen enkelejaren tegen acceptabele prijzengeproduceerd kunnen worden. Hetalternatief kan nog zo schitterend zijn,maar alsr het veel duurder is,r verkoopje het niet. Als de uitkomst van hethaalbaarheidsonderzoek positief is,dan komen we dit najaar mogelijkr inaanmerking voor eenr vervolgsubsidievan enkele tonnen in euro’s, om detechnologie verder ter ontwikkelen’,aldus De Bok.De subsidie van het ministerie vanLandbouw, Natuur enr Voedsel-kwaliteit is afkomstig van het SmallBusiness Innovation Research (SBIR)

programma, een programma waarook de ministeries van EconomischeZaken, Volkshuisvesting, RuimtelijkeOrdening en Milieu, en Verkeer enrWaterstaat bij betrokken zijn. p

De leerindustrie gebruikt vanoudsher chemicaliën die

formaldehyde kunnen afgeven endie voor een deel gebaseerd zijn op

fenol. Zijn er ook ‘groene’alternatieven? Het bedrijf Smit &

Zoon zoekt dat uit en is al meerderealternatieven op het spoor. Erik te Roller

maart 2009 Chemie magazine 59

Page 60: Chemie magazine 2009 - maart
Page 61: Chemie magazine 2009 - maart

Eind vorig jaar is een schrifte-lijke enquête naar de VNCI-

leden verstuurd om inzicht tekrijgen in de inhoudelijke kwali-teit van de werkzaamheden ende contacten met de medewer-kers. De reacties vielen niettegen, want in totaal ontving devereniging 83 van de 279 ver-zonden vragenlijsten, een res-pons van 30 procent. Ledenbeoordeelden de inhoudelijkekwaliteit met een 7,28, terwijl decontacten met de VNCI een 7,7kregen. Tegelijkertijd wil demeerderheid dat de VNCI meerresultaat bij overheden boekt.Volgens hoofd CommunicatieJan Willem Vreuls ligt dit waar-schijnlijk aan de manier waaropde vereniging over haar lobby-activiteiten bericht. ‘De criticas-

ters van de chemische industriegeven immers vaak hoog opover de lobbykwaliteiten van debranche. Daarbij ging het recentvooral over het behaalde resul-taat op het gebied van de CO2-emissiehandel. Wellicht bestaater bij de leden een andere ver-wachting van het beïnvloedenvan politieke processen’, steltVreuls. ‘De realiteit is echter datdeze processen buitengewoontaai en langdurig kunnen zijn.Goed onderbouwde standpun-ten en voorstellen kunnen daar-bij ten onder gaan in een schim-mig politiek spel. Daarom gaanwe meer aandacht besteden aande manier waarop we de effec-ten van onze belangenbeharti-ging inzichtelijk maken.’‘Verder krijgen de kleinere

leden meer invloed op de wijzewaarop de VNCI haar standpun-ten formuleert. Ook de commu-nicatie vanuit beleids- en werk-groepen moet de komende tijdverder verbeteren. Daarnaastheeft de vereniging de gebruiks-vriendelijkheid van het ledennetsterk verbeterd. Uit reacties vangebruikers bleek dat met name

het zelf onthouden van de inlog-codes een behoorlijke drempelvoor het gebruik vormde. Ditprobleem is inmiddels opgelost.De VNCI wil de enquête eind2009 herhalen. p

Meer informatie: Jan WillemVreuls, tel. 070-3378730,e-mail: [email protected]

Leden tevreden over VNCIDe VNCI-leden zijn tevreden tot zeer tevreden over het functione-ren van de vereniging. Tegelijkertijd willen ze dat de organisatiemeer resultaat bij overheden boekt, blijkt uit een recente schrif-telijke enquête.

Effect lobby beter inzichtelijk maken

VNCI start marktplaatsvoor personeelChemiebedrijven kunnen sinds beginmaart via het ledennet van de VNCI per-soneel uitwisselen met collegabedrijven.De VNCI is deze dienst gestart vanwegede economische crisis, waardoor som-mige bedrijven minder werk hebben danhun personeel aan zou kunnen.

B akmensent-er

s het inte-emersen.en. Bedrij-nn omarnaastn die op

Het overzicht van vraag evinden op het VNCI-ledenschermdegaderstukmatie kun

edrijven ooover der de eco

z nderling ingewisseld kunnen w

s

daonderwerp. p

Meer informatie: Rein Coster, tel. 070-3378718, e-mail: [email protected]

Werk?Werk!

maart 2009 Chemie magazine 61

Page 62: Chemie magazine 2009 - maart

Redactie:Adriaan van Hooijdonk (hoofdredacteur)e-mail: [email protected] de Gruitere-mail: de [email protected]

Adres redactie:Loire 150 2491 AK Den Haag,tel. 070-3378787, fax. 070-3203903

Eindredactie:Orbitaal Speeches & Publications,Haarlem

Vaste medewerkers:Rob Cloosterman, dr. ir. Astrid van deGraaf, drs. Ingeborg van Honschooten,ir. Joost van Kasteren, ir. Marlies Lukkes,ir. Erik te Roller, drs. Esther Rasenberg,dr. Annemarie Vroom ten WoldeVormgeving:Basisvormgeving, art-direction enopmaak: Curve, Haarlem, Henk Stoffels,Joachim Mahn en Julian Huiswoud

Advertentie-exploitatie:Mooijman Marketing & Sales,Julius Röntgenstraat 17, 2551 KSDen Haag, tel. 070-323 40 70Fax 070-323 71 96e-mail: [email protected] vallen buiten deverantwoordelijkheid van de redactie.

Druk:ALFA BASE publicatie processors B.V.Alphen aan den Rijn

Abonnementenadministratie:Nieuwe abonnementen/mutaties alleenschriftelijk opgeven bij: Judith van derLugt via e-mail: [email protected] alle VNCI-leden, alsmede ledenvan aangesloten lidverenigingen, isChemie magazine gratis.Abonnementen eindigen per eindmaart. Als niet vóór 1 maart wordtopgezegd, loopt het abonnement nogeen jaar door.Abonnementsprijs per jaar (incl. btw)80 euro in Nederland en België100 euro in de overige landenChemie magazine verschijnt 11 x perjaar op woensdagOvername van artikelen en/of foto’s uitChemie magazine is alleen toegestaanna voorafgaande schriftelijke toestem-ming van de redactie. In de meestegevallen zal die graag worden gegeven.

Beeld cover:Hollandse Hoogte

Internet: www.vnci.nlISSN: 1572-2996

27 maartBijeenkomst MiddelgroteBedrijven, Montfoort (KasteelMontfoort)

7 aprilBeleidsgroep Energie enKlimaat, Den Haag (VNCI)

15 aprilDagelijks Bestuur/AlgemeenBestuur, Den Haag (VNCI)

17 aprilBeleidsgroep Communicatie,De Meern (BASF)

22 aprilOverleg Klavertje 4, Breda(Novotel)

12 meiBeleidsgroep Onderwijs &Innovatie, Breda (Novotel)

12 meiWerkgroep Arbeidshygiëne,Bergen op Zoom (SABIC)

12 meiWerkgroep Milieuzorg,Den Haag (VNCI)

15 meiWerkgroep Arbeidshygiëne,Den Haag (VNCI)

19 meiBeleidsgroep Energie enKlimaat, Utrecht (Econcern)

20 meiWerkgroep Responsible CareGlobal Charter, Den Haag(VNCI)

Regiegroep ChemieHet team dat de Regiegroep Chemieondersteunt bij het realiseren van dedoelstellingen, is per 15r maart uitge-breid met Mark Kas. Voorlopig gaatKas zich bezighouden met de actie-lijnen kennisinfrastructuur, publiek-private samenwerkingsverbanden,zoals DPI, DSTI en ACTS, en de com-municatie rond de RegiegroepChemie.

Mark Kas (1961) is tien jaar werkzaamrbij NWO (Nederlandse Organisatievoor Wetenschappelijkr Onderzoek)als senior beleidsmedewerkerr enrdisciplinecoördinator voorr der ICT. Hetvolledige ondersteunende team vande Regiegroep Chemie bestaat daar-mee naast Mark Kas uit: ReinWillems, Nelo Emerencia (VNCI),Theun Graafland en Jacques Joosten.

VNCI Agenda

NVPUAndré Donders volgt JaapAdrian op als directeur vanr deNVPU, de NederlandseVereniging van PolyurethaanHardschuim-Fabrikanten.Donders, voormalig directeurvan de Vereniging Afvalbedrij-ven en de VerenigingNederlandse Afvalonderne-mingen, werkte eerder onderrandere bij VNO-NCW.

AkzoNobelMaarten van den Bergh heeftin verband met gezondheids-klachten, eind februari zijnfunctie als president-commis-saris van AkzoNobel neerge-legd. Hij blijft ook niet aan alslid van de raad van commissa-rissen. Onder Vanr den Bergh,die eerder inr het bestuur vanrShell zat, verhuisde het hoofd-kantoor vanr Arnhem naar derAmsterdamse Zuidas, werdOrganon verkocht en hetBritse chemie- en verfbedrijfICI overgenomen. VoormaligHeineken-topman KarelVuursteen, sinds 2002 com-missaris bij AkzoNobel, ver-vangt Van den Bergh.

Mark Kask

Maarten van den Bergh

Karel Vuursteenl

62 Chemie magazine maart 2009

VNCI Colofon

Page 63: Chemie magazine 2009 - maart
Page 64: Chemie magazine 2009 - maart