Chemie magazine juni 2011

56
TU Eindhoven stopt duale opleiding Ambitieuze doelen topteam Chemie Relatie chemie-pers kan beter Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 06 29 juni 2011 BIOBASED ECONOMY BENUT COMPLEXITEIT BIOMOLECULEN Magazine

description

Maandblad van de VNCI

Transcript of Chemie magazine juni 2011

Page 1: Chemie magazine juni 2011

TU Eindhoven stopt duale opleiding

Ambitieuze doelen topteam Chemie

Relatie chemie-pers kan beter

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 06 29 juni 2011

BIOBASED ECONOMY BENUT COMPLEXITEIT

BIOMOLECULEN

Magazine

Page 2: Chemie magazine juni 2011

Het rendement van uw bedrijf komt de komende jaren stevig onder druk te staan. Bestaand

personeel vergrijst en nieuwe vakmensen worden schaarser. Dat dit geen vergezocht

doemscenario meer is blijkt uit de onafhankelijke onderzoeken in deze Vapro-fi le. Maar wij

stellen niet alleen de harde realiteit aan de orde, wij geven ook een praktische oplossing.

U kunt de fi le gratis aanvragen via www.vapro.nl/fi le of bel 070 301 10 86.

BBinneen ddrrie jjaarr bennt u mmakkkelliijjkerr te verrvvanggen

daann uww vaakmmeenseen.

Page 3: Chemie magazine juni 2011

INTERVIEW

06 29 juni 2011

Biobased economy kan een grote economische groeisector worden in Nederland. We moeten dan wel tot omdenken, ook op maatschappelijk niveau, bereid zijn.20

‘ Vertrouwen moetje verdienen’BERT JAN LOMMERTS 24

juni 2011 Chemie magazine 3

INHOUD

Page 4: Chemie magazine juni 2011
Page 5: Chemie magazine juni 2011

En verder...INHOUD

Edith Romp (Teijin Aramid) gekozen tot Plant Manager of the Year

Proeffabriek Plant One geopend

Topteam Chemie blij met eerste toezeggingen minister

16

28

38

OPINIE 07‘Eenduidigheid en transparantie zijn kernbegrippen bij het creëren van een gunstig publieksbeeld,’ aldus VNCI-directeur Colette AlmaAgenda 07

TRENDSWetenswaardig 08Tachtig tot negentig procent lichtere kabels met Twaron-vezelsVeiligheid 11Risico’s beter beheersen met managementsystemenResponsible Care 13 Responsible Care-prijs 2011 naar SABICOnderwijs & Innovatie 15Jacob van Hengst wint Nationale Scheikundeolympiade

ACHTERGRONDDuurzaamheid 30Moeizame relatie chemie en persIn beeld 34Dag van de ChemieVNCI 42VNCI-jaarvergadering 2011Evenement 47Internationaal Jaar van de Chemie

FEITEN EN VISIESMarkt 49Herstel chemie zet doorGroene ondernemer 51Forse emissie- en brandstofreductie door gebruik vlieger

Column Igor Znidarsic 53Bedrijven 53Service 54

44 ‘ Als de industrie meer ingenieurs wil, wat heeft zij daar dan voor over?’

06 29 juni 2011

juni 2011 Chemie magazine 5

Page 6: Chemie magazine juni 2011

SPIEeen gezamenlijke ambitie

SPIE-Technology biedt oplossingen om maximale waarde te behalen uit uw productiemiddelen. Waarde die wij zien in o.a. veiligheid, milieu, winst en betrouwbaarheid van uw installaties. Wij bieden u hiervoor hulp bij het uitdenken en implementeren van vernieuwende onderhoudsstrategieën, ontwikkelen van nieuwe software voor het efficiënter besturen, registreren of inspecteren van uw assets en kunnen wij uw partner zijn voor het overnemen van de gehele verantwoordelijkheid voor het onderhoud.

Wij denken hiertoe altijd mee vanuit de doelstellingen van de klant zoals winst, veiligheid, milieu en de betrouwbaarheid van uw installaties. Wij benaderen uw situatie vanuit een brede expertise en ervaring en zijn open voor verschillende vormen van samenwerking.

SPIE Nederland biedt een compleet pakket multitechnische diensten aan de industriële, commerciële en institutionele branche. De divisie SPIE-Technology kan ook een beroep doen op de kennis en ervaring van een van de andere divisies van SPIE Nederland: SPIE-Building Systems, SPIE-Controlec Engineering, SPIE-Industry en SPIE-Infra.

SPIE-Technology I De Brauwweg 74-82 I 3125 AE Schiedam I T +31(0)10 409 04 00 I www.spie-nl.com

SPIE-Technology

Page 7: Chemie magazine juni 2011

AGENDA

p de afgelopen VNCI-jaarvergadering werden we er opnieuw mee geconfronteerd tijdens de presentatie van de resultaten van het onderzoek naar de mening over chemie en de chemische indus-trie van de Nederlanders. Nog steeds blijkt onze industrie een beeld van onveiligheid en vervuiling op te roepen, waardoor ook de algemene waardering voor onze sector, bijvoorbeeld als werk-

gever, minpunten oploopt. De publieksenquête was duidelijk daarover, geeft veel stof tot nadenken en vereist actie, ongeacht of het beeld nu terecht is of niet.

Dit publieksbeeld staat ook ver af van het streefbeeld dat het topteam Che-mie onlangs schetste: dat van een schone en duurzame chemie, die slimme producten maakt. Wij zijn blij dat de Nederlandse overheid al bij de presen-tatie van de actieagenda duidelijk heeft gemaakt dat ze de topsectoren steunt door een aantal toezeggingen te doen die urgente praktijkproblemen aanpakken.

De uitdaging is echter niet alleen om het streefbeeld in de praktijk te berei-ken, maar ook om het publieksbeeld daarmee in lijn te brengen. In mijn ogen zijn eenduidigheid en transparantie de kernbegrippen bij het creëren van een gunstig publieksbeeld over de veiligheid van onze industrie. Het gaat hierbij om eenduidige regels en afspraken en openheid over onze vei-ligheidsprestaties. Allereerst is dat een opdracht voor de sector zelf.

Toch kan ook de overheid hierin helpen. Een voorbeeld. Op het gebied van veiligheid van stoffen werden in Europa onlangs de CLP-regels afgespro-ken, waarbij eenduidigheid geschapen werd over de gevaarscategorie van stoffen. Tot nu toe hanteert het ministerie van SZW echter nog zijn eigen classifi caties, waardoor in de communicatie in de keten de verwarring kan ontstaan over de gevaarseigenschappen van stoffen en hoe daarmee om te gaan. Een verwarring die schadelijk is voor de veiligheid, voor het publieks-beeld daarover en voor het vestigingsklimaat in Nederland.

Om het streefbeeld voor de chemie te bereiken, is niet alleen eenduidigheid en transparantie van de sector zelf nodig maar ook van de overheid, middels geharmoniseerde regelgeving. p

STREEFBEELD O

25 juni t/m 4 septemberChemie aan zeeNEMO, Amsterdamwww.e-nemo.nl

24 en 25 augustusNationale CO2-platformRotterdamwww.iir.nl

10 septemberChemieloopTerneuzenwww.chemieloop.nl

VNCI

31 augustus WG ArbeidsveiligheidLocatie nog niet bekend 

6 septemberBG InnovatieNovotel, Breda 

7 septemberBG Veiligheid, Gezondheid en Milieu Locatie nog niet bekend 

8 september WG Arbeidshygiëne SABIC IP, Bergen op Zoom

9 september BG Communicatie VNCI, Den Haag 

VNCI-directeur

Colette Alma

Agenda / Voorwoord

juni 2011 Chemie magazine 7

Page 8: Chemie magazine juni 2011

8 Chemie magazine juni 2011

Twaron-kabelTwaron-kabel

Page 9: Chemie magazine juni 2011

juni 2011 Chemie magazine 9

Wetenswaardig

In harde offshore omstandigheden hebben boorbedrijven altijd vertrouwd op stalen kabels. Stalen kabels zijn echter zwaar en nemen veel ruimte in, waardoor ze alleen met een kraan gebruikt kunnen worden. De Friese kabelproducent FibreMax heeft nu een sterke en toch lichtgewicht kabel ontwikkeld die tachtig tot negentig procent lichter is dan een stalen kabel met dezelfde sterkte. De kabel is gemaakt van Twaron-vezels, ontwikkeld door Teijin Aramid.

Het boorbedrijf Swift Drilling zal de kabels binnenkort gebruiken bij het boren naar olie en gas in de Noordzee. De kabels zijn nodig om onderdelen van een nieuwe boorput naar de zee-bodem te laten zakken en omhoog te hijsen over een diepte van 40 meter. Omdat er geen kraan beschikbaar is, moeten alle handelingen tijdens het koppelen en ontkoppelen van de kabels handmatig gedaan worden. Dankzij de nieuwe kabel kan dat. Waar een stalen kabel 400 kilo weegt, weegt de Twaron-kabel slechts 40

kilo. De kabel kan door twee man gehanteerd worden, zonder kraan.

ResistentieBehalve dat de kabel lichtgewicht en supersterk is, heeft deze ook een ver-waarloosbare rek en is resistent voor corrosie. Een ander voordeel is dat het risico op letsel geminimaliseerd wordt. Als stalen kabels beschadigd raken, vormen de uitstekende draad-jes ‘vishaken’ waaraan mensen zich kunnen openhalen. Twaron is een zeer sterke, lichte para-

aramidevezel (poly-paraphenylene terephthalamide), ontwikkeld en geproduceerd door Teijin Aramid. De vezel heeft een hoge modulus, is ther-misch stabiel en is zeer goed bestand tegen schokken en chemicaliën. In de kabel van FibreMax zijn de vezels niet gedraaid of gevlochten (zoals bij de meeste kabels en touwen), maar lig-gen parallel aan elkaar. Bij deze ‘end-less winding’-techniek worden de vezels voortdurend rond twee eind-stukken gewonden, net zo lang tot de gewenste sterkte is bereikt. p

FO

TO: F

OTO

STU

DIO

C

%FO

TO: F

IBR

E M

AX

Page 10: Chemie magazine juni 2011

Van 1 literflesjes tot duizenden liters per minuut.

Alle gassen voor chemie, farmacie en raffinage. Internationale knowhow

van Linde Gas als gevolg van continue research en ruim een eeuw ervaring.

Standaard gassen en gasmengsels tot hoogzuivere receptuurgassen.

In welke leveringsvorm dan ook. U zegt ’t maar.

Voor elk proces waarin gassen nodig zijn, biedt Linde Gas Benelux de

betrouwbaarste oplossing.

Linde Gas – ideas become solutions.

Naar een perfecte chemie

tussen u en onze gassen-portfolio.

Linde Gas Benelux B.V.

Havenstraat 1, Postbus 78, 3100 AB Schiedam

Tel. 0 , Fax 010 246 15 06, [email protected], www.lindegasbenelux.com88 262 62 62

Sample fulfi llment made simple...and more profi table!

We deliver comprehensive globalchemical sample fulfi llment services:

Page 11: Chemie magazine juni 2011

RISICO’S BETER BEHEERSEN MET MANAGEMENTSYSTEMENIn hoeverre kunnen bedrijven het naleven van wet- en regelgeving op veiligheid- en milieugebied zelf organiseren en controleren? Maakt een managementsysteem het (na)leven daarbij gemakkelijker? Die vragen kwamen aan de orde tijdens het symposium ‘Managementsystemen en Toezicht’ van de Erasmus Universiteit in Rotterdam, waar-aan vertegenwoordigers van overheid, bedrijfsleven en onderwijs deelnamen. Tekst: Erik te Roller

 AkzoNobel loopt in Nederland voorop met de invoering van een geïntegreerd managementsysteem in zijn chloor- en natronloogfabriek in Delfzijl. Het wachten is

nog op het afkomen van een nieuwe milieuvergunning van de Provincie Groningen, die een vorm van toezicht mogelijk maakt die beter aansluit bij dit managementsysteem. Vol-gens Henri Lopes Cardozo, projectmanager QHSE&S, heeft het bedrijf in samenspraak met de overheid geanalyseerd wat op veiligheids- en milieugebied de werkelijke risico’s zijn. Op basis hiervan is een raamwerk van veiligheids- en milieu-doelstellingen opgesteld waarbinnen het bedrijf straks vol-gens de nieuwe milieuvergunning moet opereren. ‘Hoe en met welke middelen we aan de doelstellingen voldoen, is onze verantwoordelijkheid. De overheid toetst alleen of we binnen het raamwerk blijven,’ aldus Cardozo.

Plug-in-modelMet dit managementsysteem heeft AkzoNobel tevens de managementsystemen op een groot aantal deelgebieden geïntegreerd, zoals voor integriteit van de installaties, inci-dentenonderzoek, arbeidsveiligheid, productenbeleid en duurzaamheid. Het gaat om een zogenoemd plug-in-model volgens de nieuwe ISO Guide 83 die dit najaar gereed moet komen. Niet toevallig heeft Lopes Cardozo in de groep geze-ten die ISO hierover heeft geadviseerd. Een tweede groep van het NEN heeft dit model omgewerkt tot een voorstel voor een zogenoemde high level structuur voor managementsysteem-standaarden.

ToezichtJan ten Doeschate van het programma Lande-lijke Aanpak Toezicht Ricisobeheersing Bedrijven geeft aan dat het toezicht van de overheid in de toekomst waar mogelijk afgestemd zal worden op de management-systemen van de bedrijven. Hoe kan de overheid ervan op aan dat een manage-mentsysteem goed functioneert? ‘Het moet gericht zijn op het beheersen van de risico’s en een plan-do-check-act-cyclus bevatten zodat een bedrijf de eigen de veilig-heids- en milieuprestaties doelmatig verbetert en na

incidenten zelfcorrigerende maatregelen neemt,’ zegt Martin de Bree, onderzoeker aan de Erasmus Universiteit. Aan zo’n systeem kan de overheid eisen stellen via wetgeving, vergun-ningen of toezichtbeleid. Ze kan toezicht uitoefenen door de managementsystemen te laten certificeren door private keu-ringsbureaus, door ze zelf te inspecteren of dit door derden te laten doen, bijvoorbeeld regionale uitvoeringsdiensten. En bij incidenten dient de overheid het bedrijf bij een goed wer-kend systeem tijd te gunnen om de zaken op orde te brengen en pas met sancties te komen als dat niet gebeurt.

CultuurGerard Mertens, hoogleraar Financial Accounting in Rotter-dam, waarschuwt dat controlesystemen in het algemeen staan of vallen door de manier waarop mensen ermee omgaan. Belangrijk is daarom ook dat de overheid achter de managementsystemen kijkt naar hoe de cultuur is. Kan de overheid straks nog alle risico’s in een bedrijfstak overzien? Paul van Lieshout van de Arbeidsinspectie: ‘Als dat niet meer kan, betekent dat het faillissement van de overheid. De inspectie moet voldoende kennis van zaken hebben en hou-den. Ze kan niet alleen vertrouwen op de certificatie van managementsystemen.’

OverstappenMaakt een managementsysteem de zaken niet nodeloos complex? ‘Bij de VNCI vinden we dat bedrijven eerst moeten zorgen dat ze Responsible Care goed voor elkaar hebben,’ zegt Sjoerd Looijs, Senior Advisor Responsible Care and Sustai-nability van de VNCI. ‘Vandaaruit is het gemakkelijker om eventueel over te stappen op een managementsysteem. Daar zijn ze dan ook qua cultuur aan toe. Voorwaarde is wel dat de vergunning wordt aangepast. Als daar namelijk nog tiental-len middelenvoorschriften in staan en het bedrijf daarvan afwijkt, is het juridisch gezien al snel in overtreding.’ p

Controlesystemen staan of vallen door de manier waarop mensen ermee omgaan

juni 2011 Chemie magazine 11

Veiligheid

FO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

Page 12: Chemie magazine juni 2011

Please contact RECCEN at 0184-425141 or apply for the job at [email protected]: Product Line Manager Plasticizer Europe

Product Line Manager Europe Plasticizer Product

Emerald Kalama Chemical is a global player and market leader providing a broad range of

products produced by toluene oxidation: like benzyl alcohol, benzaldehyde, benzoic acid,

sodium benzoate and plasticizers. With highly diversified endmarkets.

The position is situated in the head office Geleen. The production plant is situated in Rotter-

dam Botlek and Kalama USA.

Responsibilities:

Skills:

Compensation package conform to market: salary, bonus, excellent secundary benefits.

contact RECCEN.

Page 13: Chemie magazine juni 2011

RC-RAPPORT 2010 VERSCHENENDe focus van het zojuist verschenen RC-rapport 2010 ligt op de taken en verantwoorde-lijkheden die de VNCI heeft op het gebied van Responsible Care. In de volgende editie zullen de verantwoordelijkheden die de lidbedrijven hebben op het gebied van Respon-sible Care worden uitgelicht. ‘Regels en voorschriften alleen kunnen de industrie op de lange termijn niet veiliger of beter maken; het nemen van verantwoordelijkheid door de sector is hierbij vooral noodzakelijk. Dat is de essentie van Responsible Care,’ aldus VNCI-directeur Colette Alma.

Naast de opsplitsing van taken en verantwoordelijkheden van de lidbedrijven en de vereni-ging is het moment van verschijnen van het RC-rapport vervroegd. Dit gebeurde op aange-ven van KPMG om de actualiteit te verbeteren, maar ook om het rapport meer in lijn te brengen met het jaarverslag.‘Responsible Care is nooit af,’ stelt VNCI-directeur Colette Alma. ‘Dat is eigen aan de opzet, namelijk de wens om voortdurend verbeterslagen te maken. Maar we zijn goed op weg. De VNCI krijgt een steeds helderder beeld van hoe de sector op de diverse RC-thema’s pres-teert. Prestaties die bovendien worden geverifi eerd, waardoor we als industrie onze betrouwbaarheid controleerbaar willen aantonen.’ Het meten van de prestaties, plus de discussies die de VNCI jaarlijks met stakeholders voert, zijn volgens Alma een belangrijk middel om proactief te kunnen zijn. p

De prijs werd in ontvangst genomen door (v.l.n.r.) Michel Wintraecken, Manager Sourcing & Contracting, Frank Claus, Supply Chain Director, en Henk Bril, Expert Transport Safety

SABIC WINT RESPONSIBLE CARE-PRIJS 2011 SABIC is de winnaar van de Responsible Care-prijs 2011. Dat werd op 15 juni bekend-gemaakt tijdens de VNCI-jaarvergadering. Het chemiebedrijf ontving de prijs vanwege zijn inspanningen om het vervoer van gevaarlijke stoffen zo veilig mogelijk te maken. SABIC heeft een veiligheidsbeleid geïmplementeerd dat verdergaat danwet- en regelgeving. Daarnaast betrekt SABIC haar dienstverleners actief in het verbeteren van de logistieke keten. Twee concrete voorbeelden zijn de ‘Rail Safety Policy’ en het voorschrijven van Responsi-ble Care voor vervoerders. Met de invoe-ring van dit vernieuwde veiligheidsbeleidis SABIC volgens de jury trendsetter in transportveiligheid.

 Volgens de jury en het grote publiek heeft SABIC een standaard gezet. De ‘Rail Safety Policy’ betekent onder meer dat

het bedrijf alleen nog maar wagons huurt die voorzien zijn van zogenoemde crashbuffers. Dit vrijwillige gebruik van stootblokken zorgt ervoor dat de impact van botsingen kleiner is, waardoor de kans op calamiteiten afneemt. Daarnaast schrijft de ‘Rail Safety Policy’ voor dat de gebruikte wagons maxi-maal 20 jaar oud zijn. Ook dit komt de veilig-heid van het vervoer ten goede.

Responsible CareDe uitverkiezing levert het bedrijf een trofee en een kans op de Europese Responsible Care-prijs op.Het Responsible Care-pro-

gramma is een wereldwijd initiatief van de chemische industrie dat erop gericht is de prestaties van bedrijven op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu en duurzaam-heid continu te verbeteren. Met de Responsi-ble Care-prijs wil de VNCI Responsible Care breed onder de aandacht brengen. Sinds 1999 reikt de branchevereniging de prijs uit aan de meest toonaangevende en inspirerende bij-drage. Dit jaar waren er negen inzendingen en kon het publiek voor het eerst invloed uitoefenen op de uitslag via een online ver-kiezing. De onafhankelijke RC-jury, bestaande uit vertegenwoordigers van over-heid, MVO Nederland en chemiebedrijven, nam deze uitslag mee in haar uiteindelijke beslissing.

Eervolle vermeldingenEervolle vermeldingen gingen naar AkzoNo-bel en Nyrstar Budel. AkzoNobel verdient

volgens de jury samen met Twence de eer-volle vermelding voor het project ‘STAN (Stoomleiding Twence AkzoNobel)’. Via een twee kilometer lange stoomleiding levert afvalverwerker Twence in Hengelo rest-warmte aan zoutproducent AkzoNobel. Voor Twence betekent dit een hogere energie-effi ciency, terwijl AkzoNobel minder afhan-kelijk is van aardgas en minder CO2 uitstoot. Nyrstar Budel krijgt van de jury een eervolle vermelding voor het project ‘Educatieve Vei-ligheidsdag’. Het bedrijf organiseerde deze op 3 november 2010 voor leerlingen, docenten en ouders van de basisscholen uit de regio. De veiligheidsdag liet bezoekers zien hoe er veilig gewerkt wordt in de fabriek en wat het belang van zink is voor ons dagelijks welzijn. Daarnaast was een quiz over verkeersveilig-heid onderdeel van de educatieve middag en ontvingen alle basisscholen in de buurt vei-ligheidshesjes voor hun leerlingen. p

FO

TO: C

AS

PE

R R

ILA

juni 2011 Chemie magazine 13

Responsible Care

Page 14: Chemie magazine juni 2011

Amsterdam Groningen Heerenveen Helmond Hengelo Maastricht Utrecht Zwolle

Fresenius Kabi is gespecialiseerd in infusietherapie en klinische voeding en marktleider in Europa, Azië en Latijns-Amerika. Met ruim 21.000 medewerkers, 55 productielocaties en 55 verkoop-organisaties wereldwijd, biedt het bedrijf baanbrekende oplos-singen voor therapieën in de zorg. Emmer-Compascuum is met 500 medewerkers, behalve een productielocatie voor transfusie-disposables, het kenniscentrum voor technologie- en process-ontwikkeling van de businessunit Global Operations Medical Devices Transfusion Technology. Fresenius Kabi is een succes-volle onderneming die internationaal én in Nederland vele jaren groei toont. Zie ook: www.fresenius-kabi.nl

U bent verantwoordelijk voor nieuwe of alternatieve materia-len (pvc/non pvc) voor de productie van en verwerking tot blood processing systems en de toepassing hiervan in bloedbanken en ziekenhuizen. U heeft aantoonbare leidinggevende kwaliteiten. U houdt zich bezig met het voorbereiden, uitvoeren en leiden van projecten voor het optimaliseren van de productieproces-sen en producten. Daarnaast formuleert, motiveert en verdedigt u projectvoorstellen. U rapporteert aan de director Technology & Engineering. U heeft een hbo/wo achtergrond in Plastics/Mechanical Engineering en ervaring in een productieomgeving van medical devices. U beheerst de Engelse en Duitse taal.

Om te solliciteren reageert u via onze website met behulp van het referentienummer R0746. Voor meer informatie neemt u contact op met: kantoor Zwolle, mevr. C.A. Klein, 06 - 22 42 23 13. Het functieprofi el en de tijdsplanning vindt u op onze website.

projectmanager plastics

Kleuren Labelling, GHS klaar

Voordelen van onze producten:- Software is GHS klaar- Direct printen van uw laptop, PC of MAC- Geen cliché en stans kosten- Nooit lange levertijden- Wijzigingen zonder problemen in te voeren- Printen naar behoefte – geen overlevering mogelijk- Geen uitgebreide voorraad van etiketten meer nodig

De CX1200e en de FX1200e.Voor het printen van kleine tot grote runs etiketten met variabel informatie. De CX1200e digitale etiketten printer en de FX1200e stansunit met laminator voor al uw etiketten toepassingen. Tot 216 mm. breed in hoge foto kwaliteit. Van tien tot vele duizenden etiketten in 1 run.

FOUT

GOED

Afbeeldingen, teksten, barcodes,vervaldata, instructies – alles onder controle!

LX900e kleuren etiketten printer. Zeer hoge kwaliteit en snel. Print elk etiket tot een breedte van 209 mm. breed in dezelfde hoge foto kwaliteit. Van één label tot honderden etiketten in een run.

Bekijk onze product video’s op: www.primeralabel.eu/CX1200ewww.primeralabel.eu/FX1200ewww.primeralabel.eu/LX900e

Voor meer informatie bezoek www.logilabel.com

Het alom bekende oranje gevaren symbool moet zijn veranderd per 1 december 2010.Door het gebruiken van Primera’s kleuren

etiketten printers zal de overgang probleemloos zijn.

Page 15: Chemie magazine juni 2011

Peter Nagler

JACOB VAN HENGST WINT NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE Jacob van Hengst uit Barendrecht, van het Johan de Witt Gymnasium in Dordrecht, heeft de 32ste Nationale Schei-kundeolympiade gewonnen. De twintig beste havo/vwo-leerlingen van Nederland met scheikunde in hun profiel streden dit jaar van 3 tot en met 10 juni bij AkzoNobel in Sas-senheim om de eerste plaats. Naast Jacob van Hengst vie-len drie andere deelnemers in de prijzen: Daan van de Weem (Stedelijk Gymnasium Nijmegen), Huaiping Yuan (OSG Bataafse Kamp, Hengelo) en Elmar Bijlsma (Staring College, Lochem).

 Belangrijke prijzen waren te winnen. Zo vertegenwoordi-gen de vier winnaars Nederland volgende maand bij de 43ste Internationale Chemieolympiade in Ankara, Tur-

kije, waaraan meer dan zeventuig landen deelnemen. Ook krijgen ze een geldprijs van de Vereniging van de Neder-landse Chemische Industrie (VNCI) en een grafische reken-machine TI-Nspire. In de slotweek hebben de twintig deelne-mers laten zien dat ze breed geïnteresseerd zijn en sociaal vaardig. Zo bespelen zeven leerlingen een muziekin-strument en ruim de helft geeft aan dat sport een favoriete bezigheid is. Ze hebben de hele week als één team met elkaar opgetrokken, samengewerkt bij het verwerken van de leer-stof en elkaar gezien als collega’s in plaats van concurrenten.

SpeerpuntenDe Nationale Scheikundeolympiade vindt jaarlijks plaats en is onder meer bedoeld om aandacht te vragen voor bèta in het algemeen en het chemisch vakgebied in het bijzonder. Leer-lingen interesseren en enthousiasmeren voor science en technologie en getalenteerde leerlingen uitdagen te excelle-ren, zijn speerpunten van deze olympiade. In twee schrifte-lijke voorrondes worden de twintig beste leerlingen geselec-teerd uit ruim 3000 deelnemers. Deze komen een week bijeen om te strijden voor de eerste plaats. Tijdens deze week volgen de leerlingen bij AkzoNobel theorie- en praktijkles-sen, onder meer op het gebied van organische chemie, anor-ganische chemie, analyse, fysische chemie, kwantumchemie

en spectrometrie. De week is afgesloten met een theorie- en een practicumtoets.

OndersteuningDe Nationale Scheikundeolympiade is een initiatief van SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Het eve-nement wordt ondersteund door het ministerie van OCW, de VNCI, de Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen (NVON), het Gemeentelijk Gymnasium Hilversum, de Rijksuniversiteit Groningen, de Technische Universiteit Eindhoven, de Vrije Universiteit Amsterdam, het Instituut voor Toetsontwikkeling (CITO) en de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging (KNCV). Noordhoff Uit-gevers en Texas Instruments stellen prijzen beschikbaar. De prijsuitreiking werd dit jaar verzorgd door Gert van den Berg, directeur AkzoNobel Nederland, en Klaas Kruithof, director Research, Development & Innovation. p

Innovatieve ideeën voor duurzame chemie kunnen veel sneller in de markt gezet worden dan nu het geval is. Daarvoor is alleen wel een radicaal nieuwe benadering van innovatie nodig. Die kernboodschap werd maandag 17 mei gepropageerd tijdens de jaarlijkse SusChem-bijeenkomst, die dit-maal plaatsvond in de Amsterdamse Beurs van Berlage. Sprekers waren onder meer Waldemar Kütt, Europees commissaris voor Onderzoek, Inno-vatie en Wetenschap, en Renée Bergkamp, directeur-generaal van het ministerie van EL&I.

 De beoogde nieuwe manier van innoveren kenmerkt zich volgens SusChem door ‘grootschalige samenwerkingen die de innovatie gelijk-tijdig in meerdere fases van de waardeketen stimuleren.’ Volgens

SusChem-bestuurslid Peter Nagler kan dit alleen als publieke en particuliere initiatieven samen optrekken. De nieuwe innovatiemethode is volgens het technologieplatform cruciaal om zijn beoogde rol te spelen bij de vier door SusChem vastgestelde kritieke maatschappelijke uitdagingen in Europa: effi-ciënt omgaan met grondstoffen, Europese burgers en bedrijven goed om laten gaan met de beperkte watervoorraad, steden slim gebruik laten maken van energieopslag en gebouwrenovatie, en nieuwe grondstoffen ontwikkelen en beter recyclen. ‘Door publiekprivate samenwerking kan de kwaliteit van leven in Europa verbeterd worden en kan de hele samenleving profiteren. Ook leidt samenwerken tot nieuwe markten en kansen voor verschillende bedrijfssectoren,’ zo concludeerde Nagler namens SusChem. p

’RADICAAL NIEUWE BENADERING VAN INNOVATIE NODIG’

v.l.n.r. Elmar Bijlsma, Huaiping Yuan, Daan van de Weem en Jacob van Hengst

juni 2011 Chemie magazine 15

Onderwijs & Innovatie

Page 16: Chemie magazine juni 2011

De Rotterdamse haven groeit de komende twintig jaar en maakt een aantal structurele veranderingen door. ‘De raffinage en chemische industrie staan aan de vooravond van tran-sitie naar meer biobased productie, energie wordt in 2030 schoner opgewekt en op basis van meer verschillende bronnen, en in het transport wordt de container steeds belangrij-ker,’ aldus president-directeur Hans Smits van het Havenbedrijf Rotterdam. ‘Om die contai-ners probleemloos te kunnen verwerken, moet de efficiency van het transport omhoog en moet een netwerk van logistieke knooppunten in binnen- en buitenland ontwikkeld wor-den. Onze ambitie is dat de haven in 2030 wereldwijd koploper is op het gebied van effi-ciency en duurzaamheid.’

 Het Havenbedrijf doet deze uitspraken op basis van een studie naar de lange-termijnontwikkeling van het haven- en

industriecomplex. Smits ziet zowel voor de logistieke als de industriekant van de haven een gezonde toekomst. ‘Die twee versterken elkaar. In onze visie is de haven in 2030 een combinatie van wat we noemen een Global Hub en Europe’s Industrial Cluster. De Global Hub staat voor de draaischijf voor goederen binnen Europa en tussen Europa en andere continenten. Het gaat daarbij om nu al in

Rotterdam aanwezige goederensoorten zoals containers en olieproducten, maar ook om nieuwe als LNG, biomassa en CO2.’In de olie- en chemiesector vormen volgens Smits niet de andere Noordwest-Europese havens de concurrentie maar productieloca-ties in Houston, Singapore en steeds vaker het Midden- en Verre Oosten. ‘Wil Rotterdam ook in 2030 een vitaal petrochemisch cluster hebben, dan moeten we zorgen dat de indus-trie hier kan concurreren op dat mondiale niveau. Dat vereist het opschroeven van de

efficiency en daarbij is verknoping tussen bedrijven in Rotterdam en Antwerpen nood-zakelijk. De industrie in de regio kan dan functioneren als één geïntegreerd complex. Transitie naar meer biobased productie is nodig om ons voor te bereiden op het post-aardolietijdperk.’

EnergieDe haven krijgt ook een belangrijker functie in de zorg voor de beschikbaarheid van ener-gie. Wordt nu nog 15 procent van de Neder-landse elektriciteit in Rotterdam opgewekt, in 2030 is dat 25 procent. Smits: ‘Maar dat moet wel duurzamer, dus met afvang en opslag van CO2, en ook op basis van bio-massa en LNG.’De visie zet nadrukkelijk in op een duurzame ontwikkeling van de haven. Zo wil men ervoor zorgen dat logistieke ketens die via Rotterdam lopen de efficiëntste ter wereld zijn en mede daardoor de laagste ecologi-

62% NEDERLANDERS ONBEKEND MET CHEMISCHE STOFFEN IN COLA

Chemie blijft in de toekomst belangrijk voor onze samenleving, zeggen ruim zes op de tien Nederlanders. De helft van de Neder-

landers denkt dat de toepassing van chemische technologie tot meer duurzaamheid leidt, zoals betere recycling, schonere uit-

laatgassen en energiezuinigere huizen. Daartegenover staat dat circa driekwart van de Nederlanders vindt dat chemische fabrie-

ken hun luchtvervuiling meer moeten aanpakken. Dit blijkt uit onderzoek van de Vereniging van de Nederlandse Chemische

Industrie (VNCI).

 Driekwart van de Nederlan-ders zijn neutraal of (zeer) positief over chemische

bedrijven. Zes op de tien Neder-landers vindt chemiebedrijven vooral belangrijk voor onze eco-nomie en 59% vindt dat de samenleving niet zonder chemi-sche stoffen kan. Daarnaast is 60% van de Nederlanders posi-tief of neutraal over veiligheids-

maatregelen van chemische fabrieken voor omwonenden.

Dubbele perceptieNederlanders hebben een ‘dub-bele’ perceptie ten aanzien van de chemische industrie: aan de ene kant zien ze het belang in van de industrie voor zowel de econo-mie als voor de producten die onmisbaar zijn in het dagelijks

‘ ROTTERDAMSE HAVEN IN 2030 WERELDWIJD KOPLOPER’ F

OTO

: HO

LL

AN

DS

E H

OO

GTE

16 Chemie magazine juni 2011

Page 17: Chemie magazine juni 2011

FO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

DUPONT DORDRECHT BELOOND VOOR BEPERKING WATERVERBRUIKDuPont in Dordrecht heeft het verbruik van drinkwater in de koeltoren van de Delrin Chemical-fabriek met 20 procent verlaagd. Het bedrijf heeft hier-voor de GE ecomagination Leadership Award ontvangen.

 Koelwatersystemen zijn in veel fabrieken, waaronder chemische verwer-kingsfaciliteiten, onmisbaar voor de productie, maar ze verbruiken een aanzienlijke hoeveelheid water. Een essentieel aspect van industriële

verwerking is het handhaven van de efficiëntie van het koelsysteem terwijl het waterverbruik wordt verminderd. DuPont heeft de besparing gevonden in samenwerking met GE (General Electric, een mondiaal technologie-, elektro-nica- en dienstenconcern). Door de introductie van de speciale technologie GenGard kan in de Delrin Chemical Area koeltoren efficiënter met water wor-den omgegaan. De technologie biedt de mogelijkheid om water in het koel-proces te gebruiken dat van mindere kwaliteit is, waarbij ondertussen de corrosie- en vervuilingsproblemen kunnen worden vermeden. Dit levert besparingen op in de totale operationele kosten en verbetert de efficiëntie van het koelsysteem, resulterend in grotere productiedoorzet, waterbespa-ring en de mogelijkheid om alternatieve waterbronnen te gebruiken.

EfficiëntiestijgingDe stijging in efficiëntie heeft de inname van vers water verlaagd met 91.000 m3 per jaar, een daling van 20 procent in drinkwaterverbruik voor het koelwa-ter, gelijk aan het waterverbruik van 650 Nederlandse huishoudens. Het pro-ject staat in lijn met de duurzaamheidsdoelstellingen van DuPont, onder meer om het waterverbruik met ten minste 30 procent te verlagen over de

komende tien jaar op productielocaties waar de toevoer van vers water schaars of beperkt is. Het project heeft ook de veiligheid op het terrein verbeterd door de zuurleveringen

per truck te verlagen van 130 naar 15 per jaar. Dit heeft bovendien een positief effect op het verlagen van de CO2-

uitstoot. GE’s ecomagination Leadership Award erkent de prestaties van

industriële gebruikers die milieu- en industriële bedrijfsdoel-stellingen in aanzienlijke mate overtreffen en verbeteren, terwijl de industriële eisen in evenwicht blijven. DuPont kreeg de prijs vanwege de opmerkelijke besparingen in waterverbruik, chemi-caliën en afval. Uniek is dat deze DuPont-fabriek voor de tweede keer met de award beloond wordt, terwijl slechts 0.1 procent van GE’s klanten hiervoor in aanmerking komt.

Uitgebreid paletDu Pont de Nemours (Nederland) maakt deel uit van het wereld-wijde E.I. Du Pont de Nemours and Company. DuPont, in ruim 90 landen actief, biedt een uitgebreid palet innovatieve producten en diensten op het gebied van landbouw en voedingsmiddelen, bouw en constructie, communicatie en vervoer. p

sche footprint per tonkilometer hebben. De energieproductie wordt de komende decen-nia minder afhankelijk van fossiele brand-stoffen door de inzet van biomassa, wind- en zonne-energie. Kolen blijven nodig voor de energiezekerheid, maar door afvang van CO2 bij de elektriciteitscentrales wordt de kli-maatverandering tegengegaan. Smits: ‘Groei is de beste stimulans voor ontwikkeling en innovatie. Daarom ben ik ervan overtuigd dat transitie naar een duurzamer haven én groei hand in hand gaan.’ De grootste bottleneck voor het realiseren van de Havenvisie is volgens Smits de bereik-baarheid van de regio: ‘Ik weiger te accepte-ren dat we niet weten te voorkomen dat we over tien jaar in de file staan.’ Hij pleit ten eerste voor het beter benutten van het wegennet door verkeersmanagement toe te passen, ten tweede moet het Rijk herpriori-teren en geld vrijmaken voor projecten als de Blankenburgtunnel en de A4-Zuid, en ten derde stelt hij voor in deze regio het gebruik van de weg te gaan beprijzen. ‘Overal in de wereld is dat een goed middel om het weg-verkeer te verminderen en beter te spreiden over de dag.’

Belang innovatieHet huidige economische belang van de haven laat zich uitdrukken in een (in)directe toegevoegde waarde van € 22,2 miljard (3,3 procent van het BNP) en een (in)directe werkgelegenheid voor 145.000 personen. Daarnaast is er een strategische waarde die vooral bestaat uit de bijdrage aan de interna-tionale bereikbaarheid en daarmee de ver-sterking van Nederland als handelsland. Gelet op de (mondiale) concurrentie maakt Smits zich vooral zorgen over het organise-rend vermogen en het tempo waarin in Nederland ingespeeld kan worden op kansen en bedreigingen: ‘Innovatie is hard nodig, zowel het grootschalig toepassen van nieuwe technieken, als het slimmer en doortasten-der organiseren van besluitvorming. Daarbij is ook aanpassing en een sterke vereenvou-diging van de regelgeving een harde nood-zaak. Het tempo waarmee we in dit land din-gen realiseren moet drastisch omhoog.’ p

leven. Aan de andere kant asso-cieert een meerderheid de indus trie met milieuvervuiling en ziet maar een kwart de chemie als een goede werkgever. ‘Het is de uitdaging voor de komende jaren om dit beeld meer te laten aansluiten bij de werkelijkheid,’ zegt VNCI-directeur Colette Alma. ‘De werkelijkheid is dat de sector de status van “grote ver-vuiler” ver achter zich heeft gela-ten en dat de chemie als innova-

tieve topsector een ideale werkgever is voor wie mee wil werken aan oplossingen voor de toekomst.’ Dat chemische stoffen voor de productie van gezonde voeding gebruikt worden, is onbekend bij driekwart van de Nederlanders. Bij de vraag of chemie nodig is bij de vervaardi-ging van voedsel denkt 48% aan vitaminepillen en 38% aan cola. Zeven op de tien Nederlanders weten niet dat ‘mayonaise’

gezonder is dankzij chemische stoffen. Voor 92% is het onbe-kend dat chemische stoffen nodig zijn voor mineraalwater.

InnovatiefDe helft van de Nederlanders vindt dat chemische bedrijven innovatief zijn. De meerderheid is het eens met de stellingen dat er kogelwerende vesten zijn dankzij chemische technologie (68%), dat auto’s energiezuiniger rijden

dankzij chemische materialen (53%) en chemische materialen huizen brandveiliger maken (51%). Ook ziet bijna de helft van de Nederlanders een rol voor chemie weggelegd om luchtver-vuiling aan te pakken en produc-ten beter recyclebaar te maken.

Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de VNCI tergelegenheid van het Jaar vande Chemie. p

Actueel

juni 2011 Chemie magazine 17

Page 18: Chemie magazine juni 2011

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site).

WWW

EDITH ROMP BESTE PLANTMANAGEREdith Romp van Teijin Aramid is verkozen tot Plant Manager of the Year 2011. Dit gebeurde op 20 mei tijdens Deltavisie 2011, het industriecongres van de Rijn/Schelde-delta. Romp is met haar verkiezing het komende jaar het boegbeeld van de proces-industrie.

man van Lyondell Europe, Cor Kloet, direc-teur van Spie Nederland, Colette Alma, alge-meen directeur van de VNCI, Eward Hofstede, Plant Manager of the Year 2009, plantmanager van DSM Schoonebeek, inmid-dels Managing Director Operations AVEBE, en Dik Schipper, Plant Manager of the Year 2010 van Dow Terneuzen.

Twee kandidaten overNa een afvalronde van vijf naar twee kandi-daten versloeg de gedreven Edith Romp van Teijin Aramid, Peter van Diepen van Shell Pernis. Volgens juryvoorzitter Benders wist Van Diepen als charismatisch en inspirerend plantmanager met zijn focus op gedragscul-tuur een adhoc organisatie met slechte per-formance om te buigen in een innovatieve en opnieuw competitieve organisatie. Toch koos de jury Romp als winnaar omwille van onder meer de verbetertrajecten die zij met haar managementteam heeft weten te realiseren.

GOUD‘Edith heeft een uitmuntend technisch en organisatorisch inzicht. Via haar continue verbetertraject GOUD zijn belangrijke verbe-teringsstappen gemaakt op HSE-kosten- en

productiemanagementgebied,’aldus Ben-ders. ‘Snelle resultaten worden bereikt door met multifunctionele teams op twee sporen te werken, aan kortetermijn- en aan lange-termijnverbeteringen. Structurele cultuuras-pecten borgen het traject van continue ver-betering.’ Volgens haar collega’s heeft Romp oog voor de mens en luistert zij goed naar de medewerkers. Bij het ontvangen van de award droeg zij de prijs op aan ‘het hele managementteam’.De verkiezing is een initiatief van de VNCI en het blad Petrochem. p

 Doel van de wedstrijd is om de procesin-dustrie in de schijnwerpers te zetten. In aanmerking voor de prijs komen kandi-

daten die het afgelopen jaar op een innova-tieve manier de veiligheid, gezondheid, milieu of productiviteit bij hun werkgever verbeterd hebben. Er waren dit jaar vijf plantmanagers genomineerd: Erik-Jan Westerink van Dela-mine uit Delfzijl, Jelle de Jong van Relius Nederland uit Deurne, Peter van Diepen van Shell Pernis, Nancy De Prest van Yara uit Sluiskil en Edith Romp van Teijin Aramid.

JuryledenDe jury, die de finalisten bezocht, was vol lof over de kwaliteit, inzet en performance die de kandidaten in hun fabrieken de afgelopen jaren hebben gebracht. De jury bestond uit juryvoorzitter Jos Benders, voormalig top-

CHEMISCHE INDUSTRIE RICHT BLIK OP 2030-2050De VNCI presenteert dit najaar een visie voor de Nederlandse chemiesector in 2030-2050, enerzijds om de relevante stakehol-ders te kunnen overtuigen van het belang van de chemische industrie en anderzijds om de koers uit te zetten voor de chemische industrie in de toekomst.

 ‘Het VNCI-bestuur heeft geconstateerd dat het beeld van de chemiesector bij de stakeholders nogal verschilt en

door de financiële wereld zelfs gekarakteri-seerd wordt als een “aflopende zaak”,’ zegt VNCI-directeur Colette Alma. Dit staat vol-gens haar haaks op bijvoorbeeld de benoe-ming van chemie tot innovatieve topsector en op de binnen de sector breed gedragen visie dat chemie kan bijdragen aan de oplossing van een aantal belangrijke maatschappelijke (wereld)vraagstukken.

DraagvlakOm de toekomst van de chemische industrie in Nederland te borgen, is draagvlak en begrip nodig bij de belangrijke stakeholders. Een van de doelen van de Visie 2030-2050 is dan ook de stakeholders met krachtige argu-menten te overtuigen van het belang van de chemiesector. Voor een breed gedragen visie heeft de VNCI alle leden uitgenodigd om deel te nemen en hun expertise in

te brengen.Het proces wordt begeleid en gefaciliteerd door Deloitte. Het organisatieadviesbureau brengt de kennis in die in recente wereld-wijde studies is opgedaan. In de eerste fase van het proces wordt op basis van beschik-bare documenten binnen en buiten de che-mische industrie gekeken naar het industri-ele landschap, de verschillende spelers en de kansen en bedreigingen voor de chemi-sche industrie. Deze analyses vormen samen met de input van de VNCI-leden de basis voor de visie.

WorkshopsDe VNCI-leden gaven hun input onder meer tijdens de strategische workshops afgelopen maand. Hierin gaven experts uit de industrie hun visie op een breed scala aan onderwer-pen. Er werd onder meer gekeken naar welke nieuwe technologieën, producten en grondstoffen mogelijk zijn in 2030 en 2050. Voor de zomer vinden ook nog vijf interviews plaats met sleutelfiguren uit de Nederlandse chemische industrie en daarnaast een aantal zogenoemde Round Tables met de top van chemiebedrijven. Gaande het proces worden de leden van alle onderdelen van het visie-proces op de hoogte gehouden om een zo breed mogelijk draagvlak te creëren.

BasisvisieDe analyses van Deloitte en de output van de workshops, de interviews en de Round Tables vormen de basis waarop de Visie 2030-2050 wordt ontwikkeld. De visie wordt tijdens een conferentie in het najaar van 2011 gepresen-teerd aan de VNCI-leden en andere belang-hebbenden.Het visieproces maakt ook gebruik van de agenda die door het topteam Chemie als onderdeel van het topsectorenbeleid wordt ontwikkeld, alsmede van de voorstudie en de daaruit te ontwikkelen routekaart die de mogelijkheden voor een 50 procent reductie van CO2-emissie door de chemische indus-trie en haar waardeketens in kaart brengt.‘Dit visieproces is ook van belang voor de agenda van de topsector chemie,’ zo geeft Colette Alma aan. ‘Immers, deze agenda bepaalt mede de ontwikkelingsmogelijkhe-den van de chemie in Nederland.’ Volgens Alma is het visieproces ‘van majeur belang’ voor de chemie in Nederland. ‘De uitkomst zal in het komende decennium de leidraad zal zijn voor de ontwikkeling van de sector.’ p

18 Chemie magazine juni 2011

Page 19: Chemie magazine juni 2011

Atlas Copco is een begrip op het gebied van perslucht en loopt voorop als het gaat om kwaliteit, betrouwbaarheid en innovatie. Ons doel is uw productie te optimalise ren en uw bedrijfsproces kosten te verlagen. Wij maken ons sterk om u de beste energie-besparende persluchtoplossingen te bieden. Zo leveren we samen een bijdrage aan een gezonde toekomst voor onze wereld. Wilt u weten wat onze persluchtoplossingen kunnen betekenen voor de verlaging van uw energieverbruik en CO2-uitstoot? Neem dan vrijblijvend contact met ons op. Op basis van uw specifieke situatie krijgt u een advies op maat.

Atlas Copco Compressors NederlandMerwedeweg 7, 3336 LG Zwijndrecht Postbus 200, 3330 AE Zwijndrecht Tel (078) 6230 230 Fax (078) 6100 670www.atlascopco.nl

Een hogere productiviteit en lagere bedrijfsproceskosten De energiebesparende persluchtoplossingen van Atlas Copco:

Page 20: Chemie magazine juni 2011

FO

TO E

N B

EE

LD

BE

WE

RK

ING

: CH

RIS

BO

NIS

BENUT COMPLEXITEIT BIOMOLECULENVoor Nederland kan de biobased economy – de omzetting van groene grondstoffen in nuttige producten – een grote economische groeisector worden. Maar dat lukt alleen als we bereid zijn tot omdenken over de hele linie, niet alleen op moleculair maar ook op maatschappelijk niveau, zeggen Alle Bruggink en Herman van Wechem, lid van de Wetenschappelijke en Technische Commissie (WTC). Tekst: Joost van Kasteren

WTC-rapport ‘Naar een groene energie en groene materialen’

20 Chemie magazine juni 20

Page 21: Chemie magazine juni 2011

D

e

van steenkool als grondstof voor che-micaliën; later werden dat olie en aardgas. Wereldwijd wordt circa twee procent van alle fossiele koolstof gebruikt voor chemie en materialen. Kijken we alleen naar aardolie, dan is dat ongeveer acht procent.’Vanwege de hoge toegevoegde waarde van bijvoorbeeld kunststoffen zal er volgens sommigen de komende eeuw meer dan voldoende aardolie en aard-gas beschikbaar zijn voor de chemi-sche industrie. Herman van Wechem kan zich de redenering voorstellen, maar betwijfelt of dat zo is.‘Je kunt wel zeggen dat de chemische

industrie zich blijft baseren op olie en aardgas, maar als de rest van de wereld zich richt op groene grond-stoffen, zul je er toch in ieder geval over na moeten denken. Uiteindelijkis de vraag wat kosteneffectiever is:kunststoffen uit groene grondstoffen of kunststoffen uit aardolie, waarbijde maatschappelijke kosten steeds belangrijker worden.’

Transitie in fasenVooralsnog zijn groene grondstoffen duurder dan aardolie en aardgas. Dat stelt de WTC voor een dilemma. In haar rapport pleit ze voor een transitie naar ‘biobased’ in fasen, waarbij de bedrijfstak chemie (via de biobrand-stoffen) in eerste instantie gekoppeld blijft aan de petrochemie. Dat betekent dat de groene grondstoffen, de bio-massa, moet worden afgebroken tot de bekende building blocks van de bulk-chemie: kleine moleculen bestaande uit 1 tot 4 koolstofatomen (C1–C4) en BTX (benzeen, tolueen en xyleen). Althans als we ze in bestaande instal-laties willen verwerken. Vooralsnog lijkt dat – zeker in West-Europa – onvermijdelijk, denkt Van Wechem. ‘De chemische industrie in Nederland is volwassen. De installaties zijn groten-deels afgeschreven en zullen nog wel een tijd operationeel zijn. Immers, optimaliseren is goedkoper dan inves-teren in compleet nieuwe installaties. Dat betekent dat je biomassa moet

GRONDSTOFFEN BIO-ETHANOL De grondstoffen voor bio- ethanol zijn onder meer:

Suiker uit suikerbiet, suikerriet en melasse (restproduct bij suikerfabricage);Zetmeel uit maïs, granen (tarwe, rijst, gerst), (zoete)aardappelen en cassave;Cellulose uit olifantsgras, hout en niet-verteerbare delen van voedselgewassen zoals sten-gels en bladeren;Op dit moment worden vooral suiker en zetmeel benut. De verwerking van cellulose tot bio-ethanol beperkt zich (nog) tot laboratorium en proef-fabriek.

e Wetenschappelijke en Tech-nische Commissie (WTC) publiceerde onlangs de Ken-nis- en Innovatieagenda voor de biobased economy onder de titel ‘Naar een groene

energie en groene materialen’. In het rapport stelt de WTC dat de chemische industrie op den duur geheel los zal komen van de fossiele energie en steeds nauwer verweven zal raken met de landbouw. ‘Sinds het einde van de negentiende eeuw zit de chemische industrie op de bagagedrager van de energiesector,́ stelt Alle Bruggink. ‘In eerste instantie maakten we gebruik

Duurzaamheid

Page 22: Chemie magazine juni 2011

alles te maken met de bescherming van de Europese boeren.Volgens Bruggink is de wet- en regel-geving in Nederland en de Europese Unie ‘doordrenkt van olie’. ‘De Neder-landse agrofoodsector produceert anderhalf keer meer reststoffen dan voedsel. Die reststromen zou je heel goed kunnen gebruiken om er groene grondstoffen van te maken, maar als je dat wilt doen, loop je tegen allerlei regels aan. Dat maakt het er allemaal niet eenvoudiger op.’Zelfs al zouden building blocks uit groene grondstoffen op termijn goed-koper zijn dan uit aardolie of aardgas, dan moeten we niet op de bagagedra-ger van de energiesector blijven zitten, maar plaatsnemen op de bagagedra-ger van de agrofoodsector, stelt de WTC. Niet meer groene grondstoffen afbreken tot eenvoudige building blocks maar de complexiteit van biomolecu-len benutten. ‘Harvesting complexity’, zoals Bruggink het noemt. ‘We zijn het al zo gewoon, dat we het ons niet eens meer realiseren, maar eigenlijk is het raar om de zuurstof uit ethanol te halen om er een simpele bouwsteen als etheen van te maken. Verderop in het proces moeten we weer alle moge-lijke moeite doen om dat zuurstof-atoom via katalytische oxidatie in te bouwen. Groene grondstoffen worden pas echt interessant als we de com-plexiteit van biomoleculen daad-werkelijk gaan benutten in plaatsvan ze af te breken.’

Oogsten van complexiteitAls voorbeeld van het oogsten van complexiteit noemt hij de proeffabriek van Avantium die dit jaar operationeel moet worden voor de productie van PEF, poly-ethyleen-furanoaat, een biologisch alternatief voor PET. De bouwsteen voor PEF is een ethyleen-furanoaat, een monomeer dat wordt gemaakt van zetmeel. Avantium heeft laten zien dat PEF betere eigenschap-pen heeft dan PET als barrière voor zuurstof, koolzuur en water, waarmee het zeer geschikt is als materiaal voor frisdrankflessen, maar ook als vezel voor textiel, vloerbedekking en andere toepassingen. Het oogsten van com-plexiteit vergt volgens Bruggink een ander soort chemie. ‘Ik heb dat een meer ‘holistische’ chemie genoemd. In plaats van je grondstof af te breken tot eenvoudige moleculen en daarmee

vervolgens weer ingewikkelde mole-culen te bouwen, moet je kijken naar wat de natuur levert en of je daar iets moois van kunt maken. In feite zouden chemici meer moeten gaan denken als levensmiddelentechnologen. Die weten ook allerlei ingrediënten te maken uit biomassa zonder de functio-naliteit af te breken.’

Indirecte concurrentieEen belangrijk argument tegen bio-brandstoffen is dat de productie ervan concurreert met de productie van voedsel. Zo zou de stijging van de voedselprijzen in 2008 en ook weer dit voorjaar in ieder geval voor een deel zijn veroorzaakt doordat maïs en tarwe worden omgezet in bio-ethanol. Naast rechtstreekse concurrentie is er sprake van indirecte concurrentie doordat de voedselproductie en de productie van biobrandstoffen beslag leggen op landbouwareaal, water en fossiele meststoffen, zoals fosfaat. Als het gaat om de productie van groene grondstoffen voor de chemische indus trie gaat die redenering niet op, denkt Van Wechem. ‘De hoeveelheden die daarvoor nodig zijn, vormen maar een fractie van de hoeveelheden die nodig zijn om in onze behoefte aan brandstof te voorzien. Bovendien levert de productie van voedsel vol-doende reststromen op om te voorzien in onze toekomstige behoefte aan groene grondstoffen voor chemie en materialen. In onze filosofie concur-reert de productie van groene grond-stoffen niet met de voedselproductie, maar is er een afgeleide van.’

AlgenBruggink voegt er aan toe dat groene grondstoffen niet per se afkomstig hoeven te zijn van de grondgebonden landbouw. ‘Er wordt al op grote schaal geëxperimenteerd met algen, micro-organismen die net als planten zon-licht en CO2 omzetten in eiwitten, vet-ten, koolhydraten en allerlei andere nuttige stoffen. Die kun je in zee laten groeien. Een ander voorbeeld is het onderzoek van Joost Texeira de Mattos en Klaas Hellingwerf met cyanobacte-riën. Hun aanpak heeft inmiddels geleid tot de oprichting van Photanol, een ‘spin out’ van de Universiteit van Amsterdam. Ze weten de cyanobacte-riën zo te dresseren dat ze zonlicht en CO2 rechtstreeks omzetten in alco-

NAAR GROENE CHEMIE EN MATERIALENVoor het optimaal tot waarde brengen van groene grondstoffen is de chemische industrie onontbeerlijk, concludeert de WTC in haar rapport ‘Naar een groene chemie en groene materialen’. Terwijl landen als de Verenigde Staten en Brazilië de nadruk leggen op energie uit biomassa ligt het voordeel voor Nederland in de omzetting van biomassa in chemicaliën en mate-rialen. Daar is wel een transitie voor nodig van petro-chemie naar groene chemie.

Die zou volgens de WTC in drie stappen moeten gebeuren:

het benutten van biomassa in de petrochemische infrastructuur;het benutten van de potentie van katalyse, enzy-men en fermentatie;het benutten van de al aanwezige complexiteit van biomoleculen.

Met elke stap wordt duidelijk dat er nog heel veel ken-nis nodig is voor een dergelijke transitie; technische kennis om de functionaliteit van complexe moleculen optimaal te kunnen benutten en kennis van economie en samenleving voor het ontwikkelen van duurzame productieketens die de voedselvoorziening niet in gevaar brengen.

‘ Chemici moeten meer gaan denken als levensmiddelentechnologen’

omzetten in eenvoudige moleculen die de eenvoudige moleculen uit aardolie en aardgas kunnen vervangen.’Bruggink verwacht dat groene bulk-chemicaliën wegens de hogere kosten voorlopig alleen verkoopbaar zijn als niche-product (biomethanol bijvoor-beeld) en als grondstof voor chemi-sche specialiteiten en gevoelige con-sumentenproducten, zoals ‘groene’ frisdrankflesjes of biologisch afbreek-bare textielvezels.

VeranderingDe situatie kan echter veranderen als de kosten van de CO2-uitstoot verder stijgen en het speelveld voor fossiele en groene grondstoffen gelijk wordt getrokken. Nu is het nog zo dat een producent van bio-etheen een heffing moet betalen op de grondstof bio-ethanol die hij uit bijvoorbeeld Brazilië importeert. Zijn conculega die etheen maakt uit nafta afkomstig van aardolie uit Saoedi-Arabië hoeft geen import-heffing te betalen. Die hoge tariefmu-ren voor groene grondstoffen hebben

22 Chemie magazine juni 2011

Page 23: Chemie magazine juni 2011

FO

TO: C

HR

IS B

ON

IS B

EE

LD

BE

WE

RK

ING

: RO

Y W

OL

FS

‘ De chemische industrie in Nederland is volwassen’

holen en organische zuren.Hoewel de perspectieven gunstig zijn, worstelt de WTC nog met een aantal dilemma’s. Een ervan is al genoemd: hoe kun je meerijden op de bagage-drager van de petrochemie terwijl de building blocks uit groene grondstoffen waarschijnlijk duurder zijn dan die uit aardolie en aardgas?Een tweede dilemma dat daarmee samenhangt, is hoe de kennis- en innovatieagenda voor groene chemie en materialen moet worden ingevuld. Bruggink: ‘Als je kennisontwikkeling concentreert op het benutten van bio-logische functionaliteit, dan krijg je waarschijnlijk een prachtige technolo-gische onderzoeksagenda, met het risico dat je daarin blijft steken.’Om dat te voorkomen en omdat er de komende jaren weinig geld beschik-baar is voor onderzoek en innovatie pleiten Bruggink en Van Wechem voor een andere aanpak. Niet kiezen voor een prachtige onderzoeksagenda, maar stimuleren wat er nu al gebeurt. Bruggink: ‘In Nederland zijn we er heel goed in om van een goed plan een beter plan te maken en van goed onderzoek nog beter onderzoek. Ondertussen dreigen de mooie bloe-men die er al zijn te verpieteren.’Om die bloemen verder op te kweken, moet je wel weten waar ze staan. Dat

inzicht ontbreekt nog, aldus Bruggink. ‘In ons rapport hebben we een aantal voorbeelden opgenomen, maar wat ontbreekt, is een echte inventarisatie. Het maken daarvan lijkt me een mooie taak voor de brancheverenigingen.’

OmdenkenEen inventarisatie van de bloemen die nu al bloeien, is echter niet voldoende. Van Wechem: ‘We hebben ook nog geen criteria om hun toekomstige potentie vast te stellen. Worden het mooie vruchten die het zaad voor vol-gende generaties leveren? Of sterven ze een voortijdige dood? Het beant-woorden van die vraag kun je niet alleen aan technologen overlaten. Daarvoor heb je ook economen nodig voor het economisch perspectief en sociale wetenschappers om de maat-schappelijke aspecten in kaart te brengen. De biobased economy vergt dus omdenken over de hele linie, niet alleen op moleculair niveau, maar ook op maatschappelijk niveau.’ p

Alle Brugginkwas R&D-directeur Corporate Research Life Science Products DSM en hoogleraar Industrial Organic Chemistry aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Herman van Wechemwas Global manager I&R van Shell Global Solutions en is voorzit-ter van het Dutch Polymer Institute.

juni 2011 Chemie magazine 23

Duurzaamheid

Page 24: Chemie magazine juni 2011

‘ We hebben DE WERELD veel te bieden’

Focus op groene en innovatieve economie in 2050

FO

TO: C

AS

PE

R R

ILA

24 Chemie magazine juni 2011

Page 25: Chemie magazine juni 2011

Dankzij de chemie is Nederland in 2050 het groenste land ter wereld en behoren we tot de top drie van innovatieve economieën. Die ambitieuze doelen heeft het topteam Chemie neergelegd bij minister Verhagen (EL&I). Transparantie, een open mind en sociale innovatie zijn de voor-waarden waaraan moet worden voldaan om die ambitie te realiseren, zegt topteamlid Bert Jan Lommerts (Latexfalt). En biobased gaat het aanzien van de chemie wezenlijk veranderen.Tekst: Jos de Gruiter

fgelopen maand bood het vierkoppig topteam Chemie zijn bevindin-gen aan minister Verha-gen van Economische Zaken, Landbouw &

Innovatie (EL&I) aan. In korte tijd produceerden hoogleraar anor-ganische chemie en katalyse Bert Weckhuysen van de Univer-siteit Utrecht, directeur-gene-raal Ondernemen en Innovatie Renée Bergkamp van het minis-terie van EL&I en algemeen directeur Bert Jan Lommerts van chemiebedrijf Latexfalt in Koudekerk aan de Rijn onder voorzitterschap van ex-VNCI-

voorzitter Rein Willems, een rap-port met aanbevelingen om de

chemische industrie in het kader van het topsectorenbeleid van het kabinet tot verdere ontplooiing te brengen.In eerdere afl everingen liet Chemie magazine Renée Bergkamp en Bert Weckhuysen aan het woord. De top-ambtenaar liet weten een toekomst te zien waarin kleine bedrijven, grote bedrijven en kennisinstituten inten-sief samenwerken om in onze druk-bevolkte delta veilige oplossingen te vinden die inpasbaar zijn in de ruim-telijke ordening. Bert Weckhuysen hield een pleidooi voor het funda-mentele onderzoek. Chemie magazine

noteerde uit zijn mond: ‘Als we ook op lange termijn de vruchten van onder-zoek willen plukken, zullen we de boom, het fundamentele onderzoek, goed moeten soigneren.’Ondernemer dr. ir. Bert Jan Lom-merts van Latexfalt (vloeren, wegen-bouw, daken en industriële produc-ten) wijst op het belang van het MKB in de chemie als (honk)vaste waarde in de bedrijfstak en pleit voor ‘sociale innovatie’ die, wanneer ze slaagt, de revenuen van technologische innova-tie met een factor vier kan vermenig-vuldigen.

Voor de buitenwereld bestaat de chemi-sche industrie uit DSM, AkzoNobel, Shell, Dow, Sabic en andere grote pro-ducenten. Hoe komt de algemeen directeur van een relatief kleine speler als Latexfalt in het topteam Chemie verzeild?‘Een man als Rein Willems kent de chemie als geen ander en weet pre-cies waar de knelpunten voor grote bedrijven zitten. Maar Nederland telt tientallen kleinere chemiebedrijven die het uitstekend doen op hun mark-ten. De keuze is waarschijnlijk op Latexfalt gevallen omdat wij bij uit-stek een innovatiegedreven onderne-ming zijn, die nauwe contacten onderhoudt met universiteiten. Daar-naast speelt het misschien een rol

dat ik heb opgetreden voor de Stich-ting Innovatiebeleid en Communicatie tijdens een bijeenkomst waar secre-taris-generaal Chris Buijink van het ministerie van Economische Zaken - nu EL&I - aanwezig was. Dat leidde tot een bezoek aan ons bedrijf en een gesprek over innovatie en samen-werking met kenniscentra. Zoiets zal een rol spelen. Daarnaast, zeg ik met enige terughoudendheid, zijn er in de chemie te weinig innovatiegedreven MKB-ers.’

Hoe hebt u het proces in het topteam ervaren?‘Als vruchtbaar en inspirerend. We hebben twee plenaire sessies en diverse achterbanraadplegingen gehouden. Daarnaast krijg ik zelf regelmatig e-mails met suggesties en reacties vanuit het MKB. Natuur-lijk hebben we niet alle ideeën inte-graal kunnen overnemen, maar de keuzes die we gemaakt hebben, kan ik goed onderbouwen. De chemie was natuurlijk al ver met het denkproces over de toekomst van de bedrijfstak. We hebben de Regiegroep en het Businessplan Chemie. Daarin staan onze ambities al verwoord. De uitda-ging voor het topteam was: meer-waarde toevoegen aan het werk dat al is gedaan.’

A

e

juni 2011 Chemie magazine 25

Topteam

Page 26: Chemie magazine juni 2011

‘ De huidige uitdaging vraagt om een andere benadering’

mogelijk gemaakt om vanuit de zol-derkamer de hele wereld te bereiken, een chemisch proces is straks vanuit de achtertuin te doen. Dat gaat op termijn de chemie veranderen.’

De aanbevelingen van het topteam gaan sterk in de richting van biobased. Wat zal de rol van Nederland zijn in die tran-sitie? Gastspreker Stigson van de VNCI-jaarvergadering wijst erop dat Europa in de ‘green race’ nu al achterligt op China.‘Aan wetenschap en industrie ligt het niet. Wageningen is top, de chemie is top, maar de agropolitiek moet op de schop. We betalen zestig procent importheffing op ethanol. Dat is een geweldige handicap. Het protectio-nisme in de landbouw moet op de helling. Maar we moeten ook kijken naar onze mogelijkheden en onmoge-lijkheden. Wij hebben geen landbouw-gronden van de omvang die Canada en Amerika hebben, om maar iets te noemen. Het heeft dus weinig zin dat we ons richten op de productie van bio bulkchemie. Maar op het gebied van biobased fine chemicals liggen geweldige kansen. Dat is veel kennis-intensiever en daar kan Nederland toegevoegde waarde creëren. Ik zeg het vaak in mijn eigen bedrijf: andere landen zijn betere geëquipeerd om grote volumes aardappelen en rijst te produceren, maar wij leveren het zout en de peper, de toevoegingen die het eten op smaak brengen. ‘

Het topteam formuleert ambities voor 2050 en noemt dynamiek en draagvlak belangrijke voorwaarden om die ambi-ties te realiseren. Dan komt steevast het imago van de chemische industrie om de hoek kijken. Hoe belangrijk blijft het creëren van een beter imago, een bre-der draagvlak in Nederland?‘Van essentieel belang. Maar dat geldt niet alleen voor het imago. De cul-tuurverandering waarvoor wij pleiten, vraagt om transparantie en een open mind. Die zijn minstens zo belangrijk. Wat het imago betreft: zodra het besef doordringt dat de chemie bijdraagt aan een betere wereld, zullen mensen ons volgen en volgt het betere imago vanzelf.’

Dat is gelukt?‘In mijn ogen wel. De uitkomst is: we moeten meer dynamiek en elan bren-gen in de hele keten. Chemische reacties komen tot stand als dingen in aanraking met elkaar komen, dus moeten we interfaces creëren tussen universiteiten, grote bedrijven, kleine bedrijven en de overheid. Daarin zit het innovatiepotentieel en de dyna-miek tussen die vier partijen moet groter worden. We richten ons vaak op technologische innovaties, maar die kun je met een factor vier verme-nigvuldigen als je ze combineert met sociale innovatie.’

Sociale innovatie?‘Open, transparant en communicatief met elkaar samenwerken, een gemeenschappelijk doel formuleren, elkaar aanvullen, werken vanuit een collectief belang.’

Een cultuuromslag?‘Totaal. We zijn er in Nederland goed in om barrières op te werpen, met patenten te zwaaien en om een level playing field te vragen, maar de hui-dige uitdaging vraagt om een andere benadering. Een planeconomie, die centraal geleide economieën als China zich kunnen permitteren, is in Nederland onmogelijk. We moeten ons dus richten op een aanpak die bij ons past: we zijn creatief, open minded en we zijn gewend met andere cultu-ren samen te werken. Bedrijven sla-gen daarin, dus als we zo’n aanpak over de hele sector ontwikkelen, heb-ben we goede kansen om een stevige plaats in de mondiale economie in te nemen.’

Wat is de belangrijkste uitdaging?‘De horizon niet op vijf of tien jaar na nu zetten, zoals we gewend zijn, maar verder kijken. Wij praten over een gezamenlijk doel in 2050. Dan moeten we het meest ‘groene’ land van de wereld zijn en in de top drie van inno-vatie economieën zitten. Dat zijn ambities die uitstijgen boven de gebruikelijke termijnen voor strategi-sche plannen. We zijn in Nederland goed in het creëren van kennis, maar

minder goed in het genereren van waarde. Die twee moeten bij elkaar komen en elkaar versterken. We moeten durven investeren in techno-logische en sociale innovatie op de zeer lange termijn. Jonge studenten zien dat beter in dan veel mensen uit mijn generatie. Ik ben wat dat betreft hoopvol gestemd.’

Wat is voor u de kernboodschap van het rapport?‘Voor mij is de belangrijkste bood-schap dat we de kracht van interfaces vergroten via pps-constructies - bij-voorbeeld flexibele bilaterale pps-samenwerkingsverbanden -, dat de dynamiek toeneemt en dat we inves-teren in kennis en human capital.’

Waren de topteamleden unaniem in hun aanbevelingen?‘De enige discussie ging over de vraag of we voldoende meerwaarde boden ten opzichte van eerdere adviezen van de Regiegroep Chemie. Uiteindelijk hebben we elkaar daarin gevonden.’

Is het topsectorenbeleid de goede weg om die ambities waar te maken?‘Ik vind het een compliment aan het kabinet waard dat in elk geval een keuze is gemaakt. Nederland heeft veel chemische kennis. En chemie is nodig voor alle veranderingsproces-sen waarvoor de wereld staat. Ener-gietransitie kun je vergeten zonder chemische kennis. Hetzelfde geldt voor life sciences en de agro/foodsec-tor. Chemie maakt innovatie in andere sectoren mogelijk. De grote gemene deler bij dat alles is biobased. Bio-based is sectoroverlappend, maar is op zijn plaats in de chemie. Biobased zal ook het aanzien van de chemie veranderen. In de toekomst kun je geld verdienen met chemie in je ach-tertuin. Als je weet wat hoogwaardige katalysatoren zijn, hoe je ermee moet werken, dan kun je, desnoods met inschakeling van derden voor de leve-ring van hulpstoffen, bijna op micro-schaal biobased chemieproducten produceren. Er zal dus zeker een diversificatie van de chemische indus-trie plaatsvinden. De ICT heeft het

26 Chemie magazine juni 2011

Page 27: Chemie magazine juni 2011

‘ Biobased is op zijn plaats in de chemie’

En wordt de chemie vriendelijker beje-gend door de overheid en toezichthou-ders, bijvoorbeeld als het gaat om milieu-vergunningen, -inspecties en vestigingseisen?‘Het heeft allemaal te maken met ver-trouwen. Als de chemie aantoont dat ze te vertrouwen is, dan wordt dat beloond. Maar vertrouwen moet je verdienen. De keuze van het kabinet voor de chemie als topsector betekent dat het besef is doorgedrongen dat we in ons land de maakindustrie nodig hebben om onze welvaart op peil te houden en dat de chemische industrie een kansrijke sector van de maakindu-strie is. Daarmee begint het. De maak-industrie is de afgelopen 25 jaar ver-waarloosd. We dachten dat we onze boterham in de dienstensector konden verdienen. Het is aan de late kant, maar we erkennen dat dat niet zo is. Incidenten als met Chemie-pack ver-groten het vertrouwen niet en leiden tot overregulering in de chemie, maar uiteindelijk moeten we naar de situatie waarin zelfregulering vanzelfsprekend wordt. Ik vraag me af hoe lang ambte-naren het inspectiewerk nog aankun-nen. Alles wordt complexer en specia-listischer. In een situatie waarin de overheid Shell audit, zou het niet onre-alistisch zijn als Shell andere, kleinere bedrijven audit.’

Er ligt een mooi rapport. Hoe sluit u uit dat het bij verstandige woorden blijft? ‘Dat kunnen we niet uitsluiten. Als topteam kun je een rapport schrijven dat draagvlak heeft in industrie en wetenschappelijke wereld, maar daarna gaat het de politieke molen in. Wat er dan van overblijft, is ongrijp-baar. Ik denk dat het een goed rapport is, dat het een bijdrage levert aan het op de kaart zetten van twee belangrijke elementen: een open mind structuur en een langetermijnvisie. Het is meer dan een verlanglijst van de chemische industrie, we zeuren niet over een te hoge administratieve lastendruk of lastige regelgeving. Met opzet hebben we ervoor gekozen om het niet hoofd-zakelijk over geld en subsidie te heb-ben. Het is een stuk geworden dat ambitie en visie in zich heeft en dat

FO

TO: C

AS

PE

R R

ILA

heeft willen verwoorden. We hebben doelen geformuleerd en voorwaarden genoemd waaraan we moeten voldoen om die doelen te realiseren. Dat is een beetje on-Nederlands. Chinees bijna. Daar lees je in de krant dat de leiders China in 2020 het meest innovatieve land ter wereld willen maken. Zo’n focus leidt tot resultaat. Dat moeten wij ook kunnen, we hebben de wereld veel te bieden. En wat betreft de vraag of er

iets mee wordt gedaan: ik denk dat we niet ontkomen aan deze ambitie. Het alternatief is dat we accepteren dat de generaties na ons worden opgezadeld met een Nederland dat we nooit gekend en nooit nagestreefd hebben. Met soms een niet te vermijden dip zijn we er toch steeds in geslaagd ons welvaartsniveau op te krikken. Het zou nieuw zijn om ons neer te leggen bij een stabiel of afnemend welvaartsniveau.’ p

juni 2011 Chemie magazine 27

Topteam

Page 28: Chemie magazine juni 2011

lant One is wat later van start gegaan dan gepland, omdat een bouwvergunning voor de spinklerinstallatie lang op zich liet wachten,’ zegt Karin Hus-

mann, directeur van Plant One. Het deert haar niet, want inmiddels is de eerste klant al aan het werk, zijn twee andere begonnen met voorbereidingen en voert zij gesprekken met diverse potentiële klanten. Ze verwacht dat de hal van 10.000 m2 met kavels van 500 tot maximaal 2400 m2 over drie jaar vol zijn. ‘De bedoeling is ook dat onder-wijsinstellingen hier terecht kunnen voor stageplaatsen, onderzoekplekken voor afstudeerders en promovendi, en voor de opleiding van bijvoorbeeld operators. Als er voldoende klanten zijn, nemen we ook zelf operators in dienst, die in ploegendienst meerdere installaties tegelijk 24 uur per dag kunnen bedienen. Dat scheelt de klan-ten weer tijd en geld,’ aldus Husmann. Klanten betalen nu voor het huren van de ruimte per vierkante meter, voor elektriciteit, stoom, perslucht en water en daarnaast voor de gezamenlijke milieuvergunning.De hal staat op het terrein van Hunts-man in de Botlek. Ze dateert uit 1962 en behoorde oorspronkelijk tot de

Perspex-fabriek van het vroegere chemieconcern ICI.

Lineair innovatiemodel’Plant One is één van de centra voor open innovatie in Nederland en gespe-cialiseerd in procestechnologie,’ aldus VNCI-directeur Colette Alma in haar toespraak bij de opening van Plant One. Ze constateert dat het lineaire innovatiemodel, waarin kennis recht-streeks vertaald wordt tot commerci-eel succes voor een individueel bedrijf, in deze tijd niet meer zo goed werkt. Samenwerking tussen bedrijven is essentieel en Plant One biedt de mogelijkheid om met meerdere par-tijen tegelijk aan een ontwikkeling te werken. Ze ziet open innovatie als cruciaal voor de overgang naar duur-zame chemie. Er is namelijk een ver-snelling van de innovatie nodig om het doel van de Nederlandse chemische industrie van 50 procent minder CO2-uitstoot in 2030 te kunnen halen. ‘Veel-belovende vindingen in het lab moet je snel kunnen commercialiseren, maar dat kan niet in één stap. Je hebt ruimte nodig om te experimenteren en te bewijzen dat een installatie of proces op grotere schaal werkt. Normaal moet je enkele maanden tot een jaar

‘P

Plant One van startBedrijven of kennisinstellingen die snel een nieuw duurzaam proces of apparaat willen uittesten, kunnen daarvoor terecht bij de eind mei geopende Plant One in Rotterdam. De proeffabriek beschikt namelijk over een koepelvergunning, zodat de milieuvergunning al is geregeld. Dat levert een tijdswinst van enkele weken tot wel een jaar op, wat bij innovatie van groot belang is. Tekst: Erik te Roller

wachten op een vergunning. Bij Plant One hoeft dat niet omdat er een koe-pelvergunning is. Als het eenmaal gaat lopen, hoop ik dat de overheid, die Plant One met de start geholpen heeft, de smaak te pakken krijgt en meer van dit soort initiatieven gaat ondersteu-nen,’ aldus Alma.

Valley of DeathAlgemeen bekend is, dat veel innova-ties sneuvelen op de weg van het labo-ratorium naar commerciële toepas-sing. In deze tussenfase, ook wel de Valley of Death genoemd, is extra geld nodig voor experimenten in proeffa-brieken en demonstratie-installaties. Partijen willen doorgaans eerst zeker-heid hebben dat de processen of

‘ Open innovatie cruciaal voor overgang naar duurzame chemie’

28 Chemie magazine juni 2011

Page 29: Chemie magazine juni 2011

OPLOSMIDDELEN ENERGIEZUINIG ONTWATERENHet Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) heeft een methode ontwikkelt om water uit oplosmiddelen te verwijderen met behulp van HybSi® membraantechnologie. Jaap Vente, groepsleider membraantechnologie van ECN: Air Products in de Botlek krijgt bijvoorbeeld een waterige brandstof van de buren en kan daar met deze installatie goedkoop zuivere brandstof voor eigen gebruik van maken. Normaal verwijder je water uit oplos-middelen met behulp van destillatie, maar bij bijvoorbeeld alcohol kom je niet verder dan 95,5 procent, omdat damp en vloeistof dan dezelfde samenstelling hebben. Met een hulpstof kun je verder komen, maar dat vergt extra destillaties en dus energie. Wij gebruiken keramische buizen die voorzien zijn van een laagje hybride silica van 100 nanometer dik om oplosmiddel en water te scheiden, wat veel minder energie kost. Dit gaan we drie tot vier maanden uittesten op een schaal van 20 kubieke meter. Dat kan niet in Petten, maar wel in Plant One dankzij de koepelvergun-ning. Daarna willen we de demonstratie vervolgen met oplosmid-delen voor andere klanten.’ ECN heeft uitgerekend dat door toe-passing van de nieuwe membraantechnologie ongeveer één tiende van de beoogde vermindering van de CO2-uitstoot in de procesindustrie bereikt kan worden alsmede een energiebespa-ring van 6 petajoule per jaar, vergelijkbaar met het energiege-bruik van de gemeente Eindhoven.

CO2 AFVANGEN EN TOEPASSENTNO beproeft in Plant One een installatie die CO2 uit de lucht kan afvangen. De bedoeling is om de CO2 daarna chemisch of met behulp van algen om te zetten in nuttige producten. De afvang-technologie is op demonstratieschaal beschikbaar maar nog te duur om industrieel in te zetten. ‘Bij Plant One wil TNO de techno-logie op grotere schaal uittesten en verder ontwikkelen voor com-merciële toepassing,’ zegt Joris IJzermans, programmamanager procesintensificatie van TNO. ‘Verder willen we graag samen met andere partijen aan het benutten van de CO2 werken en daarbij andere installaties aan de afvanginstallatie schakelen. Plant One biedt een ideaal platform om zo met diverse partners verschil-lende processen uit te testen.’

AFVAL DECENTRAAL OMZETTEN IN ENERGIECHP Technology heeft een proces ontwikkeld om huisvuil en indus trieel afval bij relatief lage temperaturen te vergassen. Dat levert brandbaar gas op, dat gebruikt kan worden voor het continu opwekken van stoom en elektriciteit. Daarnaast blijven as (mine-ralen) en metalen over, die beide hergebruikt kunnen worden. Voordeel van de lage temperatuur is dat de metalen niet versmel-ten, waardoor ze zonder problemen gerecycled kunnen worden. ‘Op deze manier kun je afval decentraal en kleinschalig omzetten in bruikbare energie tegen betrekkelijk lage investerings- en onderhoudskosten. Dat is veel aantrekkelijker dan de huidige manier van verwerken, waarbij je in feite betaalt om je energie te laten weghalen,’ zegt Bob Busser, Managing Director van CHP Technology. Het bedrijf gaat in Plant One een demonstratie-instal-latie bouwen en verwacht in de zomer van 2012 te kunnen begin-nen met het certificeren van verschillende afvalstromen, waarbij het bedrijf niet alleen achter de juiste procescondities voor elke stroom probeert te komen, maar vooral ook wil aantonen dat hier-mee een positief operationeel resultaat kan worden behaald.

installaties commercieel levensvat-baar zijn voordat ze de experimenten willen financieren, maar deze experi-menten dienen juist om de levensvat-baarheid aan te tonen. Een kip-ei-verhaal dus. Plant One moet helpende risico’s en kosten van het testenen demonstreren van duurzame inno-vaties in de procestechnologie te ver-minderen. Plant One is een initiatief van het Rot-terdam Climate Initiative, het Haven-bedrijf Rotterdam, Deltalinqs en TNO, opgericht door Carbons Stars (een bedrijf dat duurzame ondernemingen opzet) en met de nodige subsidies van de gemeente Rotterdam, Provincie Zuid-Holland en het ministerie van EL&I van start gegaan. p

Tijdens de openingshandeling voegde minister Verhagen van EL&I twee vloeistoffen bij elkaar, waarna zich schuim vormde. Rechts: Karin Husmann, directeur van Plant One

juni 2011 Chemie magazine 29

Innovatie

Page 30: Chemie magazine juni 2011

e pers is alleen geïnteresseerd in negatief nieuws, positieve dingen komen nooit in de krant.’ Een verzuchting voor aan de borreltafel, maar met een kern van waarheid. De relatie tussen media en bedrijfsleven is niet optimaal. Waar het om nieuws uit de chemie gaat, komt er de complicatie bij dat

de gemiddelde journalist bij de eerste gelegenheid schei-kunde uit zijn vakkenpakket heeft verwijderd en dus weinig op heeft met chemische processen en producten. Chemie is gevaarlijk en vies en die aanname klinkt vaak door in de krantenkolommen. Een brand zoals die bij Chemie-Pack bevestigt dat beeld. Na Seveso en Bhopal is het nooit meer goedgekomen tussen journalisten en de chemische indu-strie. Is het onwil? Onkunde? Gebrek aan vertrouwen? Dat laatste zeker, denkt Jos van Damme van kunstmestprodu-cent Yara uit Sluiskil (540 man). ‘De sector wordt per defi-nitie gewantrouwd. Als er in de chemie iets gebeurt, is het wereldwijd op de televisie. Dat past in het beeld van men-sen dat er steeds iets gebeurt. Je kunt wel uitleggen wat je aan preventie doet en hoe veilig je bent, maar een incident heeft altijd meer impact. Bovendien krijgen op zulke momenten mensen zonder kennis van zaken een microfoon onder hun neus geduwd en zeggen dan de vreselijkste din-gen die nergens op gebaseerd zijn maar wel blijven han-gen.’ Het is een worsteling, heeft hij inmiddels geaccep-teerd. ‘Een enkele keer blijkt achteraf dat tijdens een incident niet alles is verteld. Dat leidt tot wantrouwen. Zorg dus dat je transparant bent, ook buiten incidenten om. En niet alleen in de richting van de pers, ook in die van buurt-bewoners en lokale en provinciale bestuurders.’

‘DRealiseer je dat de pers een andere perceptie van nieuws heeft dan jij. Dit is het advies van

Jos van Damme (Yara) om teleurstellingen over contacten met de pers te voorkomen.

Misschien helpt het de moeizame relatie tussen chemische industrie en media te

verbeteren. Transparantie lijkt de kern van een vruchtbaar persbeleid. Tekst: Jos de Gruiter

Relatie chemie–pers: weinig vertrouwen

‘ BEDRIJVEN ZIJN SOMS

Van Damme (Yara)

‘Als er iets mis is, is er iets mis, daar

moet je niet omheen draaien’

FO

TO: D

UO

FO

TO

30 Chemie magazine juni 2011

Page 31: Chemie magazine juni 2011

e

CommunicatieVan Damme is lid van het managementteam van Yara en onder meer belast met communicatie. ‘Ik doe het er een beetje bij,’ bagatelliseert hij zelf, maar hij investeert veel in contacten met de media. Dat werpt zijn vruchten af, is zijn overtuiging. Op 1 april kwam de locatie van Yara op tragi-sche wijze in het nieuws: twee Bosnische medewerkers aan een turn key-project onder regie van een Duits bedrijf kwamen om het leven. ‘Ik heb geen klachten over de manier waarop de pers daarmee is omgegaan,’ blikt hij terug. ‘De feiten klopten en de toon was gepast terughou-dend.’ Daar staat tegenover dat het verhaal een staartje kan hebben. ‘Rond het ongeluk vertelden provincie en de Arbeidsinspectie dat Yara bekend staat als een betrekkelijk veilig bedrijf. De pers heeft BRZO-rapportages opge-vraagd. Daarin staat dat er de afgelopen vijf jaar 25 over-tredingen zijn geweest. Daar kun je een leuke kop van maken. Dat moet je zien aankomen.’Toch was die kennis geen reden voor Yara om bezwaar aan te tekenen tegen het vrijgeven van de gegevens. ‘De chemie is nog wel eens bang zich aan koud water te branden,’ meent hij. ‘Je moet zo’n rapport eigenlijk meteen integraal op je website zetten, met de reactie van het bedrijf ernaast. Als er iets mis is, is er iets mis, daar moet je niet omheen draaien. Maar geef tegelijkertijd aan dat je aan verbetering werkt. Bedrijven zijn daarin soms te krampachtig. Tegen-woordig komt alles naar buiten, dus je kunt maar beter meteen opening van zaken geven, al is dat in gevallen dat sprake is van strafrechterlijk onderzoek soms ook wel weer lastig.’

‘Teleurstellende ervaringen hebben ook te maken met verschillen in perceptie,’ is zijn ervaring. ‘Bedrijven vergis-sen zich nog wel eens in de nieuwswaarde van hun berich-ten. Ik heb bijvoorbeeld een keer trots een investering van 400 miljoen aangekondigd. Dan denk je: iedereen blij. Vraagt een journalist van de regionale omroep: Wat bete-kent het voor de werkgelegenheid? Dus ik leg uit dat het op korte termijn banen kost, maar op langere termijn het behoud van het bedrijf betekent, dus werkgelegenheid veiligstelt. Bij de montage van de uitzending was die toe-voeging weggeknipt en luidde de boodschap: veertig banen op de tocht bij Yara Sluiskil.’

BrandjeAlgemeen directeur Cas König van siliciumcarbidefabriek ESD-SIC in Farmsum (100 man) heeft wisselende ervarin-gen met de pers. Op de economieredactie van het Dagblad van het Noorden zitten bekwame journalisten is zijn erva-ring, maar met de reporters van het klassieke ‘plaatselijke sufferdje’ heeft hij wel eens verschillen van inzicht.‘Begin februari hadden wij een klein brandje, dat snel werd geblust door twee van onze eigen mensen. Niets aan de hand, maar een omwonende had een steekvlam gezien en de brandweer gebeld. Die is onverrichterzake vertrokken, maar toen kreeg ik de pers aan de telefoon. De journalist vond het een onderwerp en wilde langskomen. Ik heb het hem afgeraden; het was een brandje van niks en het vuur was al uit. Hij heeft er toch een stukje van gemaakt, dat tot mijn verbazing werd overgenomen door De Telegraaf. Dan sta je landelijk bekend als bedrijf waar brand woedt.’ Het

TE KRAMPACHTIG’

König (ESD-SIC)

‘Journalisten realiseren zich vaak niet wat de gevolgen kunnen zijn

van hun berichtgeving’

FO

TO: J

AN

BU

WA

LD

A

juni 2011 Chemie magazine 31

Duurzaamheid

Page 32: Chemie magazine juni 2011

feit dat het het eerste incident bij een chemiebedrijf was na de grote brand bij Chemie-Pack zal een rol gespeeld heb-ben, realiseert hij zich, ‘maar het moet niet zo zijn dat elk brandje nieuws is.’Een eerdere confrontatie met de media had vervelender gevolgen. Nadat ESD-SIC in 2009 de productie door de cri-sis vele maanden had moeten stilleggen, ging König het cao-overleg in met een pakket maatregelen waarvan lan-ger werken en een bijdrage aan de pensioenopbouw deel uitmaakten. ‘Een vakbondsvertegenwoordiger had die maatregelen opgeteld en intern verkondigd dat het een loonoffer van 25 procent zou betekenen. De pers kreeg hier lucht van. Zonder die kennis met mij te delen, vroeg een journalist van RTV Noord mij om een reactie, die vervol-gens zodanig werd gemonteerd dat mijn reactie misplaatst leek.’ De gevolgen waren desastreus. ‘We waren op dat moment bezig met een kredietverlenging. Na uitzending van dat item stopte de bank de gesprekken.’König stuurt een enkele keer na foute of tendentieuze berichten in de media een persbericht om zijn kant van het verhaal te vertellen, maar zulke berichten worden niet overgenomen, is zijn ervaring. ‘Net zo min als persberich-ten over nieuwe investeringen.’ Journalisten realiseren zich vaak niet wat de gevolgen kunnen zijn van hunberichtgeving.’

ReputatieschadeYara heeft een andere oplossing. Van Damme: ‘Als iets alleen een beetje onhandig is opgeschreven, verspillenwe er geen tijd aan, maar als we van mening zijn dat een artikel ons reputatieschade bezorgt, kopen we redactie-ruimte en plaatsen daarin ons weerwoord.’ Geen optimale oplossing, erkent hij: ‘De krantenlezer heeft best in de gaten dat het een betaalde visie is, maar ik weet geen betere oplossing.’König en Van Damme zijn zich er beiden van bewust dat de media een belangrijke intermediaire rol vervult tussen bedrijf en samenleving. ‘Om die reden is het belangrijk dat de pers een waarheidsgetrouw beeld van ons neerzet,’ weet König. ‘Daarom investeer ik in contacten met de media en is transparantie van het grootste belang. Een bedrijf dat onzichtbaar is in de media roept wantrouwen op. Uiteindelijk is dat slecht voor het draagvlak en dus voor de continuïteit van het bedrijf.’Van Damme verzamelt zo nu en dan reacties van lezers op websites van digitale media, zoals de webversie van de Provinciale Zeeuwse Courant. ‘Mijn collega’s in het managementteam zetten daar wel vraagtekens bij, maar de reacties leveren bij elkaar een beeld op van de perceptie van ons bedrijf. En vergis je niet: de perceptie van de man in de straat is van groot belang voor het draagvlak van een onderneming.’ESD-SIC en Yara hebben geen van beide een geïntegreerd mediabeleid. Bij ESD-SIC beperkt het beleid zich ertoe dat König als enig woordvoerder namens het bedrijf de pers te woord staat. Hij heeft zich aangemeld voor de mediatrai-ning die Brain Box in opdracht van de VNCI verzorgt. Het

management van Yara Sluiskil heeft zo’n training al gevolgd. ‘Daar hebben we veel aan gehad,’ vindt Van Damme, ‘maar voor één probleem hebben we nog geen oplossing. Dat is als er verslaggevers buiten de poort staan en medewerkers om commentaar vragen. We willen nie-mand verbieden om met de pers te praten, maar we zou-den wel graag zien dat iedereen naar de woordvoerder verwijst.’ In elk geval informeert Van Damme alle mede-werkers via het interne net over al zijn perscontacten. ‘Zodat iedereen het bedrijfsstandpunt kent. Dat is minstens zo belangrijk als goede contacten met de media.’ p

OVER KORTE (TELEFONISCHE) INTERVIEWSEen journalist neemt geen bestelling op: erken zijn afwijkende verantwoordelijkheid.Vertel de waarheid, vertel de hele waarheid, vertel haar in een vroeg stadium en doe het zelf.Wees bereid toe te lichten. Vermijd de term ‘geen commentaar’. Vertel wat en waarom, zeg niet slechts ‘ja’ en ‘nee’. Blijf zakelijk. Praat nooit ‘off the record’. Zeg de media hebben, niet de media heeft.

OVER PERSBERICHTENHoud het kort en zakelijk, maximaal één vel A4.Begin met het nieuws, beantwoord direct het wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.Plaats een pakkende kop als aandachttrekker (maar reken erop dat de journalist een andere kop boven het stuk zet).Sluit af met een ‘noot voor de redactie’ met daarin de gegevens van contactpersonen.Zorg dat die beschikbaar zijn voor nadere toelichting.Schrijf objectief en feitelijk: het is geen reclamebrochure.

OVER KRANTENINTERVIEWSDenk vooraf na óf en waarom wordt ingestemd met een inter-view.Denk vooraf na over de boodschap die u kwijt wilt.Bespreek vooraf de mogelijkheid het artikel vóór publicatie te mogen inzien, ga ermee akkoord dat uitsluitend feitelijke onjuistheden worden gecorrigeerd.Reageer per omgaande als de journalist het artikel ter lezing toestuurt: hij heeft te maken met een deadline.Trek geen uitspraken terug.

OVER RADIO- EN TELEVISIE-INTERVIEWSSpreek af welke vragen de journalist gaat stellen.Denk erom dat de camera voortdurend kan lopen en de micro-foon steeds open kan staan.Beeld en lichaamstaal zijn vele malen belangrijker dan wat u zegt, dus kom vriendelijk en redelijk over.Geef antwoord op de vragen en probeer de eigen boodschap daarin mee te nemen.Voor de televisie: draag effen kleding.Houd het simpel, gebruik geen vaktermen en ingewikkelde zin-nen.Vraag na afloop of u het opgenomen stuk mag horen of zien.Vraag of het stuk wordt gemonteerd.Wees niet teleurgesteld als slechts een enkele zin de uitzending haalt.Sterker: bedenk één sterke zin die uw boodschap in één keer duidelijk maakt. De journalist zal er graag gebruik van maken.

TIPS‘ De chemie is nog wel eens bang zich aan koud water te branden’

32 Chemie magazine juni 2011

Page 33: Chemie magazine juni 2011
Page 34: Chemie magazine juni 2011

DAG VAN DE CHEMIE

Tijdens de Dag van de Che-mie konden jong en oud een kijkje nemen in de keukens van grote en kleine chemie-bedrijven. De bedrijven organiseerden workshops, demonstraties en rondlei-dingen door de laboratoria en fabrieken. Er kwamen 58.000 bezoekers op af (18.000 meer dan bij de vorige editie), waaronder veel omwonenden die wel-eens wilden zien wat er ach-ter die doorgaans gesloten fabriekspoorten gebeurt. Ook lieten werknemers hun gezinsleden met hun werk kennismaken. De vele kinde-ren werden vermaakt met kleurplaten, springkussens, vragenenquêtes en Kid’s Labs waar zij proefjes kon-den doen.Op Chemiepark Delfzijl ston-den in een grote tent stands met vertegenwoordigers van verschillende bedrijven. Bezoekers konden zien hoe grondstoffen die gemaakt worden op het park terug te vinden zijn in alledaagse producten. Kinderen en belangstellenden keken niet alleen naar verschillende chemische proefjes, maar mochten zelf ook experi-menten doen, door bijvoor-beeld in een levensgrote zeepbel te stappen.Bij Dow in Terneuzen legden werknemers in een gallery walk aan de bezoekers uit

wat er zoal met producten van Dow wordt gemaakt. Bijvoorbeeld verpakking voor kaas; die is vaak lastig open te krijgen, omdat vocht en zuurstof in de verpakking niet samen mogen komen. Dow ontwikkelt een plastic dat aan alle voorwaarden voldoet en makkelijk teopenen is. Veel bedrijven legden de nadruk op het thema veilig-heid, waaronder Kemira in Rotterdam. Het bedrijf liet de omwonenden zien hoe het de veiligheid waarborgt. Bij BASF in De Meern konden bezoekers uit onder meer de omliggende woonwijken alles te weten komen over het gebruik van katalysato-ren in bijvoorbeeld tanden-borstels en bij de productie van margarine.Sabic IP in Bergen op Zoom vierde haar 40ste verjaardag met medewerkers en hun familieleden, omwonenden en gepensioneerden. Terwijl kinderen zich vermaakten in het spookhuis en met spel-letjes van de bedrijfsbrand-weer liet het personeel van-uit een boemeltreintje het industrieterrein zien. De Dag van de Chemie wordt om het jaar georganiseerd om de kennis over de sector bij het grote publiek te ver-groten en de belangstelling van jongeren voor chemie te stimuleren. e

Op zaterdag 21 mei organiseerde de VNCI de zeventiende editie van de Dag van de Chemie. Zeventig chemie-bedrijven, onderzoekinstellingen, waterschappen en laboratoria in heel Nederland openden hun deuren voor het publiek. De 58.000 bezoekers maakten de dag tot een groot succes.

Foto’s: Casper Rila, Frans Paalman, Krijn Kraaijeveld en BASF

34 Chemie magazine maart 2011

Page 35: Chemie magazine juni 2011

Veel bedrijven hadden een spring-kussen neergezet (Huntsman)

In beeld

juni 2011 Chemie magazine 35

Page 36: Chemie magazine juni 2011

1

7 8

2

3

4

36 Chemie magazine juni 2011

Page 37: Chemie magazine juni 2011

Foto 1: Shell Moerdijk Foto 2: Onder de noemer ‘Zie de Chemie’ vierden Huntsman, Air Liquide, Lucite, Invista, Tebodin en Evides, allen gevestigd op havennummer 5210 in de Botlek, hun 50-jarige samenwerkingFoto 3: Shell Moerdijk gebruikt fretten en een valk om de overlast van

konijnen en meeuwen tegen te gaanFoto 4: Laboratorium van BASF in De MeernFoto 5: Topattractie bij DSM in Zwolle was de bobsleebaan, waar de bezoekers zich even bobsleeër konden wanen. DSM, partner van het NOC*NSF, liet zien hoe het bedrijf heeft meegewerkt aan de Olympische bobsleeFoto 6: Uitleg over de productie van MDI (methylene-diphenyl-diisocyanate)

bij Huntsman. De stof wordt onder andere gebruikt voor pur-schui-men, verven en spaanplant

Foto 7: Wijzonol Bouwverven bracht bij DSM Zwolle het eindproduct verf onder de aandacht. Kinderen konden een interieur inschilderen met een watergedragen muurverf en de kleurencirkel van Itten namakenFoto 8: Bij veel bedrijven konden bezoekers zich even uitleven als brand- weerman of -vrouw (Shell Moerdijk)Foto 9: PUR-schuim gemaakt in het Huntsman-chemielab door Laura

9

5

6

In beeld

juni 2011 Chemie magazine 37

Page 38: Chemie magazine juni 2011

en mkb-innovatiefonds van 500 miljoen euro en een fis-cale aftrek voor investeringen in research en development. Die toezegging deed minister Verhagen van Economische

Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I) namens het kabinet aan de tien top-teams van wetenschappers en onder-nemers. Slechts een paar maanden na de verkiezing van de topsectoren pre-senteerden de tien teams hun adviezen aan minister Verhagen. Begin februari werden energie, life sciences, high tech, water, logistiek, tuinbouw en uitgangsmaterialen, agrofood, crea-tieve industrie en chemie uitgeroepen tot topsectoren. Voor deze sectoren werd gekozen vanwege hun sterke internationale positie en hun potentie om bij te dragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Aan deze sectoren werd ‘hoofdkantoren’ toegevoegd, vanwege de mogelijkheid het economische imago van Nederland te versterken en te zorgen voor werk-gelegenheid. Om invulling te geven aan nieuwe beleidsagenda’s voor de secto-ren is per sector een topteam, met

E

TOPTEAM PRESENTEERT ACTIEAGENDA

Op 17 juni hebben de tien teams van de verkozen topsectoren hun

adviezen gepresenteerd op het ministerie van Economische

Zaken, Landbouw & Innovatie. Minister Verhagen nam de

rapporten in ontvangst en gaf alvast een eerste reactie. Leider

van het Topteam Chemie, Rein Willems, is blij met de eerste toezeggingen de van minister.

Tekst: Emma van Laar

Rapport New Earth, New Chemistry benoemt ambities, kansen en uitdagingen

vertegenwoordigers van het bedrijfsle-ven, mkb, wetenschap en overheid, in het leven geroepen. Deze topteams hebben sectorale actieagenda’s opge-steld waarin ze aangeven hoe hun sec-tor kan uitblinken op de wereldmarkt. In de agenda’s is geschetst waar de sector sterk in is, welke kansen en bedreigingen de sector ziet en wat de gezamenlijke visie, ambitie en doelen zijn. Op basis daarvan is in beeld gebracht welke acties het bedrijfsleven en de kennisinstellingen op moeten pakken en waar de teams een rol voor de overheid zien. Voor het bevorderen van deze tien sectoren stelt de over-heid in totaal 1,5 miljard euro beschik-baar.

Hogere versnellingDe tien topteams en hun plannen wer-den voorgesteld aan de hand van een korte film en interview met het boeg-beeld van het team. Kort daarna volgde de officiële overhandiging van de rap-porten aan minister Verhagen. Hij gaf aan dat we aan de vooravond van grote veranderingen staan. ‘Deze ontwikke-lingen hebben grote invloed op onze

BE

EL

DB

EW

ER

KIN

G: R

OY

WO

LF

S

38 Chemie magazine juni 20

Page 39: Chemie magazine juni 2011

e

concurrentiepositie, onze welvaart en onze economische groei. En ze bieden kansen voor innovatieve oplossingen, ondernemerschap, groei en meer wel-vaart. Als we erin slagen om kennis en ondernemerschap beter aan elkaar te koppelen, ligt de wereld aan onze voe-ten’, aldus minister Verhagen. ‘We mogen heel trots zijn op onze hoge positie op de internationale ranglijsten. Maar die posities zijn niet vanzelfspre-kend. Ons private onderzoek en ont-wikkeling blijft achter bij de rest van Europa. Daarnaast kunnen weten-schappers en ondernemers veel meer gebruikmaken van elkaars kennis en kwaliteiten en zo kansen grijpen en overschakelen naar een hogere ver-snelling. Om dat te bereiken, heeft het kabinet wetenschappers en onderne-mers samen aan het stuur gezet en topteams gevraagd oplossingen te formuleren voor deze kennisintensieve sectoren. En dit is goed gelukt.’

ChemieBoegbeeld van het chemische team is Rein Willems, voorzitter van de Regie-groep Chemie en voormalig directeur

van Shell Nederland. Het team bestaat verder uit Bert Weckhuysen (hoogle-raar anorganische chemie en katalyse, UU), Bert Jan Lommerts (algemeen directeur Latexfalt) en Renée Berg-kamp (directeur-generaal innovatie bij EL&I). Rein Willems werd tijdens de presentatie gevraagd hoe de tekorten op de arbeidsmarkt binnen de chemie kunnen worden opgelost. Willems: ‘Er lopen binnen de chemie allerlei pro-gramma’s die moeten zorgen voor meer technische krachten. Over drie of vier jaar moet het aantal studenten verdubbeld zijn. Met de Human Capital Agenda proberen we het dreigend tekort aan goed opgeleide, chemische geschoolde werknemers sectorbreed aan te pakken.’ In de actieagenda van de topsector Chemie, met de naam New Earth, New Chemistry, maakt het Topteam duidelijk wat de ambities, kansen en uitdagingen voor de sector zijn. De actieagenda stelt twee centrale ambities voor de lange termijn: in 2050 staat Nederland wereldwijd bekend als hét land van de groene chemie en staat Nederland in de mondiale top drie van producenten van slimme materialen. Daarnaast is er volgens het team een absolute noodzaak om door middel van hoogwaardig grensverleggend weten-schappelijk onderzoek nieuwe gebie-den van wetenschap en innovatie open te leggen, waar in de toekomst nieuwe ambities op kunnen worden geba-seerd. De actieagenda bevat vier actie-pakketten met concrete actiepunten op het gebied van ondernemerschap, innovatie en concurrentiekracht;

onderzoek en onderwijs; interactie bedrijven–kennisinstellingen en rand-voorwaarden.

Rol mkbDe agenda continueert en actualiseert de succesvolle koers uit het verleden, ingezet door de Regiegroep Chemie, met één scherpe aanpassing: een grote nadruk op de rol van het mkb. Het Topteam heeft concrete acties en doelstellingen omschreven voor de bedrijvensector, kennisinstellingen en de overheid. Voor bedrijven is dat bij-voorbeeld dat de bijdrage van chemie aan het BBP jaarlijks gemiddeld een tot twee procent hoger is dan de gemid-delde groei van andere sectoren. Daar-naast moet de sector chemie het busi-nessplan biobased economy gaan coördineren en zorgen voor implemen-tatie van meerjarenafspraken rondom energie-effi ciëntie. Van kennisinstel-lingen wordt verwacht dat ze het Sec-torplan Natuur- en Scheikunde uitvoe-ren en aanscherpen. Bovendien moet toptalent naar Nederland worden getrokken. Ook het stroomlijnen van publiek–private samenwerking op het gebied van de biobased economy behoort tot de actiepunten van de ken-nisinstellingen, net als het bevorderen van de instroom van studenten in de chemie. De overheid wordt op haar beurt gevraagd om te zorgen voor zekerheid van tijdige vergunningverle-ning en het realiseren van beschik-baarheid van kosteneffectieve duur-zame biomassa. Daarnaast zou de overheid samen met de chemische

‘In 2050 staat Nederland wereldwijd bekend als hét

land van de groene chemie’

Topsector

juni 2011 Chemie magazine 39

Page 40: Chemie magazine juni 2011

sector nieuwe innovaties moeten ondersteunen. Ook dient ze bij te dra-gen aan de strategische acquisitie van buitenlandse bedrijven die de sector versterken.

SectoroverstijgendNaast de sectorspecifi eke adviezen vragen de teams in een gezamenlijke brief aandacht voor sectoroverstij-gende zaken. Ze stellen dat inhoude-lijke raakvlakken tussen de topsecto-ren kansen bieden voor innovatie en groei, zoals de biobased economy, ICT en nanotechnologie. Daarnaast ziet het Nederlandse bedrijfsleven kans om koploper op het gebied van duurzaam-heid te worden. Ten tweede is de teams duidelijk geworden dat het voor het succes van de sectoragenda’s nodig is om op een aantal gemeenschappelijke thema’s de bakens te verzetten. Het gaat daarbij om onderwijs, onderzoek, ondernemerschap en internationale marktbewerking. Bedrijfsleven, over-heid en kennisinstellingen moeten op die thema’s de handen krachtig ineen-slaan, benadrukken de teams in hun brief. Daarbij vinden ze dat van een drietal basisvoorwaarden dient te wor-den uitgegaan: de vraag vanuit het bedrijfsleven in de topsectoren moet leidend zijn, de overheid moet daar op een samenhangende wijze met duide-lijke regie op inspelen en er moet wederzijds worden geïnvesteerd in een vruchtbare langjarige samenwerking tussen publieke en private partijen. De gezamenlijke analyse van de teams is dat de huidige aansturing van onder-wijs, onderzoek, exportbeleid te veel vanuit de overheid plaatsvindt (aanbod-gestuurd) in plaats van op basis van de behoeften van het bedrijfsleven (vraag-gestuurd). In de brief worden dan ook per thema een aantal aanbevelingen en een aanpak geschetst om de topsecto-ren optimaal te kunnen laten functio-neren. De brief, ondertekend door de tien boegbeelden, wordt afgesloten met een commitment aan de uitvoering van de agenda’s en de wens de private R&D-inspanning in de topsectoren substantieel te verhogen en zo bij te dragen aan het bereiken van de Neder-landse R&D-doelstellingen van 2,5 procent BBP in 2020.

Eerste reactieMinister Verhagen was zeer tevreden over de inzet van de teams en de agen-da’s. Net als de teams ziet hij in dat voor het scheppen en verzilveren van kansen in de topsectoren de rol van het mkb belangrijk is. Voor Prinsjesdag volgt de volledige reactie van het kabi-net op de voorstellen van de topteams, maar de minister ging bij de presenta-tie al in op een paar prominente punten uit de agenda’s. Over de vraag om aan-dacht voor durfkapitaal zei Verhagen: ‘Investeringen in onderzoek en ontwik-kelingen zijn risicovol, waardoor fi nan-ciering moeilijk te krijgen is. Vooral mkb’ers hebben daar last van en kunnen goede ideeën niet omzetten in slimme producten voor de markt. Daar gaan we wat aan doen. We gaan mkb-bedrijven per 2012 een steun in de rug geven met een nieuw Innovatiefonds mkb, een fonds van 500 miljoen euro.’ Dit fonds is bedoeld om innova-tieve ondernemers geld te lenen voor innovatieve projec-ten. Uitgangspunt is dat dit risicokapitaal bij succesvolle innovaties weer wordt terug-betaald, zodat met het geld weer nieuwe innovatieve projecten kunnen worden ondersteund. Een tweede punt waarop Verhagen rea-geerde, was het voorstel om ondernemingsinvesteringen in R&D fi scaal aftrekbaar te maken. ‘Het kabinet heeft in het Coalitieak-koord 500 miljoen gereserveerd voor lastenverlichting bedrijfsleven. Ik vind uw voorstel om R&D fi scaal te stimuleren een aantrekkelijke invulling’, aldus Verhagen. Hij beloofde het samen met staats-secretaris Weekers (Financiën) te gaan uitwerken. Ook besprak hij de samenwerking in de topsectoren tussen kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid en de mogelijke rol van Technologische Topinstituten daarin. Verhagen: ‘Ik zeg toe dat de fi nanciering van de Topinstituten ook in 2012 wordt zekergesteld. En dat uw voorstellen mede bepalend zijn voor de toekom-

stige fi nanciering van onderzoek. Publiek–private constructies worden een vast onderdeel van onze kennisin-frastructuur.’

Content‘Ik ben erg blij met de eerste reactie van de minister’, vertelt Rein Willems na afl oop van de overhandiging van de rapporten. ‘Ik denk dat we met name zeer content kunnen zijn met de toe-zegging om de PPS-en (publiek–pri-vate samenwerkingen) te stimuleren. PPS-en maken een belangrijk onder-deel uit van onze actieagenda.’ p

De actieagenda is te downloaden via www.rijksoverheid.nl

TOPSECTORENDe topteams van de tien topsectoren bestaan uit een boegbeeld uit de sector, een mkb’er, een wetenschap-per en een topambtenaar. De boegbeelden zijn:

ENERGIE: Jeroen van der VeerLIFE SCIENCES: Roel FonvilleHIGHTECH: Amandus LundqvistWATER: Koos van OordTUINBOUW EN UITGANGSMATERIALEN: Timo HugesAGROFOOD: Cees ‘t HartCREATIEVE INDUSTRIE: Victor van der ChijsLOGISTIEK: Leo van Wijk HOOFDKANTOREN: Sjoerd van KeulenCHEMIE: Rein Willems

‘ Over drie of vier jaar moet het aantal studenten verdubbeld zijn’

40 Chemie magazine juni 2011

Page 41: Chemie magazine juni 2011

Breken ...

Geavanceerde stortgoedtechnologie

... transporteren, doseren, mengen, zeven: GERICKE

beschikt over de kennis en de technieken voor iedere

denkbare processtap of totaaloplossing. Wij leveren al

meer dan 115 jaar machines en complete systemen als

optimale toepassing in stortgoed gerelateerde processen.

Wij bieden u onze kennis en kwaliteit in com binatie met

onze betrouwbaarheid, effi ciënte en wereldwijde service.

CH-8105 RegensdorfT +41 (0)44 871 36 36

FR-95100 ArgenteuilT +33 (0)1 39 98 29 29

www.gericke.net

DE-78239 RielasingenT +49 (0)7731 92 90

NL-3870 CA HoevelakenT +31 (0)33 25 42 100

[email protected]

Singapore 787813T +65 64 52 81 33

GB-Ashton-under-LyneLancashire, OL6 7DJT +44 (0)161 344 1140

Postbus 899, 5000 AW Tilburg - Hectorstraat 23, 5047 RE Tilburg - Tel: 013 5839440 - Fax: 013 5358315 - E-mail: [email protected]

Tijdelijk of semi permanent

behoefte aan extra warmte

en/of energie?

Uw bron van informatie bij

het kopen of huren van

ketelinstallaties voor stoom,

warm en heet water.

Verhuur• warmwaterketels tot 8 MW• heetwaterketels tot 12 MW• automatische expansie-inrichtingen• stoomketelunits tot 28 barg van 400 kg/hr tot 16.000 kg/st• ontgassers, voedingswatertanks, ontharders• olietanks 3, 5, 10 en 20m3• in container, buitenopstelling of romneyloodsen

Services• 24 uurs storingsdienst• leidingwerkmontage• onderhoud• engineering

Milieuzorg• Low-NOx installaties• geluidsbesparende omhuizingen• CE normering

www.ecotilburg.com

Page 42: Chemie magazine juni 2011

42 Chemie magazine juni 2011

De green race naar een biobased economy is volop gaande. Chemiebedrijven moeten daarom zo snel mogelijk aanhaken om de boot niet te missen. Dat hield Björn Stigson, president van de World Business Council for Sustainable Development, de bezoekers van de VNCI-jaarvergadering 2011 voor.

‘Voor een veilig en duurzaam leefklimaat’, dat was het thema van de VNCI-jaarvergade-ring 2011 op 15 juni, traditiegetrouw gehouden in de Nieuwe Kerk in Den Haag. Zo’n 260 genodigden waren naar de Hofstad afgereisd om de verschillende presentaties bij te wonen maar vooral ook om elkaar weer eens te ontmoeten. In zijn jaarrede schetste VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann een positief beeld van de chemie. De sector staat, na omhoog gekrabbeld te zijn uit de economi-

sche crisis, voor de uitdaging om de komende decennia de biobased economy mede moge-lijk te maken. Hoofdspreker Björn Stigson benadrukte daarna dat de transitie naar een duurzame economie onvermijdelijk is omdat anders de eco footprint simpelweg te groot wordt. ‘Het gaat om de toekomt van mijn kleinkinderen,’ zei hij.

CatwalkNa de presentatie van de resultaten van het VNCI-onderzoek naar kennis en houding van Nederlanders over de chemische industrie en producten was het tijd voor de bekendma-king van de winnaar van de Responsible Care-prijs: Sabic (zie elders in deze editie). Een ander hoogtepunt was de Catwalk Che-mistry, waarbij VNCI-medewerkers als vol-waardige modellen over het podium para-

deerden om de nieuwste proceskleding te showen of de rol van chemie in een brand-weerpak, race-overall en kogelwerend vest te benadrukken. Tijdens de jaarvergadering kwam naast duurzaamheid ook veiligheid aan bod. Drie deskundigen discussieerden onder aanvoering van dagvoorzitter Inge Diepman met elkaar en het publiek over de consequenties van nanotechnologie en het belang van de bedrijfscultuur voor een veilige werkomgeving. Dit naar aanleiding van de tijdens de jaarvergadering gepresenteerde VNCI-NWO-publicatie ‘Chemie: voor een veilig en duurzaam leefklimaat’, waarin acht Nederlandse wetenschappers aan het woord komen. Het jaarlijkse samenzijn werd beslo-ten met een hapje en een drankje, waar het vooral bij de traditionele haringkar weer dringen was. p

VNCI-JAARVERGADERING

GREEN RACE IS GESTART

1 2

7 8

Page 43: Chemie magazine juni 2011

juni 2011 Chemie magazine 43

Foto 1: De kerkbanken stromen volFoto 2: VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann Foto 3: Hapjes en drankjesFoto 4: VNCI-directeur Colette Alma Foto 5: Björn Stigson Foto 6: NetwerkmomentFoto 7: VNCI-medewerkster Claudia showt labkledingFoto 8: De haring gleed er weer makkelijk inFoto 9: Dagvoorzitter Inge Diepman met Jost Post (NIFV), Marcel van Raaij (RIVM) en Evert Schouten (VWA)Foto 10: Netwerkmoment

3

5

6

4

9

10

VNCI-jaarvergadering

Page 44: Chemie magazine juni 2011

TU Eindhoven stopt duale opleidingDe TU Eindhoven is met de duale opleiding voor chemische ingenieurs gestopt. ‘Het is niet mogelijk deze opleiding voor een kleine groep van 7 tot 10 studenten in stand te houden’, verklaart Oaufae el Fahmi van de faculteit Scheikundige Technologie. Henny Herps, werkzaam bij DSM, droomde er als jongen al van ingenieur te worden. Hoewel hij de hts heeft gedaan, is zijn droom dankzij de duale opleiding waargemaakt. Tekst: Erik te Roller

25 hbo-ers hebben ingenieursdiploma op zak

n 2003 lanceerde de TU Eindho-ven in samenwerking met de VNCI de duale opleiding om hbo-chemici van bedrijven in staat te stellen in drie en een half jaar een ingenieurstitel te behalen. ‘Er

was behoefte aan meer ingenieurs. Ook paste deze opleiding in het stre-ven om het kennisniveau binnen de bedrijven te verhogen. Aanvankelijk was er maar één afstudeerrichting, namelijk voor procestechnologie. In 2007 was de VNCI blij verrast toen de universiteit hier ook de afstudeerrich-ting polymeertechnologie aan toe-voegde,’ verklaart Nelo Emerencia, speerpuntmanager Onderwijs & Inno-vatie van de VNCI.Sinds 2003 zijn 63 hbo-ers met de opleiding gestart waarvan 16 na korte tijd afhaakten, waarschijnlijk omdat ze de combinatie van werk, studeren en privéleven te zwaar vonden. In totaal 37 zijn doorgegaan, waarvan inmid-dels 25 een diploma op zak hebben. De rest verwacht binnen een jaar af te studeren.

ArgumentDe VNCI is verbaasd dat de universi-teit de lage inschrijving nu als argu-ment voor de stopzetting aanvoert. ‘Eerder heeft de universiteit dergelijke geluiden niet laten horen. En gezien

de huidige lage instroom van studen-ten vanuit het vwo zou je mogen ver-wachten dat de docenten juist meer tijd hebben om de duale studenten te begeleiden,’ aldus Emerencia.Oaufae el Fahmi, beleidsmedewerker van de faculteit Scheikundige Techno-logie, erkent dat er grote behoefte is aan ingenieurs: ‘Toch merken we niet dat werkgevers in de industrie hun medewerkers aanmoedigen om de duale opleiding te volgen. De studen-ten hebben vaak privé de afweging gemaakt om de opleiding te volgen. Als de industrie meer ingenieurs wil, wat heeft zij daar dan voor over?’Emerencia geeft toe dat de procesin-dustrie de duale opleiding niet actief heeft opgepakt. ‘Toch leggen de bedrijven de duale studenten niets in de weg. Ze accepteren dat ze 15% van hun werktijd afwezig zijn, betalen meestal ook de kosten van de oplei-ding en werken dus wel degelijk mee.’

Brede opleidingUit een recente pan-Europese enquête van Cefic blijkt dat Europese chemiebedrijven vooral behoefte heb-ben aan ingenieurs die breder zijn opgeleid: ingenieurs die ook kennis van de business hebben en persoon-lijke vaardigheden hebben ontwikkeld, zodat zij goed kunnen samenwerken

met mensen van andere disciplines en mensen uit andere bedrijfstakken. Emerencia: ‘De vraag is nu hoe de universiteiten aan die wens tegemoet kunnen komen. Van de zomer gaat de VNCI alle universiteiten in Nederland enquêteren over hun wensen ten aan-zien van de opleidingen in de chemie. Daar zullen best verschillen tussen de wensen van de industrie en de univer-siteiten uit naar voren komen. Dat gaan we vervolgens bespreken. Voor wat betreft de duale opleiding gaat het over vragen als hoe de bedrijven er toen over dachten, hoe ze er nu over denken en hoe de potentiële studenten erover denken. Er zijn nog steeds hbo’ers die graag ingenieur willen worden en niet alleen extra deelcerti-ficaten willen halen.’Emerencia wacht eerst de enquêtere-sultaten af om daarna het gesprek met de TU Eindhoven voort te zetten. ‘Tijdens een mini-symposium in Eind-hoven waren we het erover eens dat de stekker zich niet ver van het stop-contact bevindt.’

I

‘ Tijdens mijn studie heb ik mij een ander niveau van denken eigen gemaakt’

44 Chemie magazine juni 2011

Page 45: Chemie magazine juni 2011

e

FO

TO: C

AS

PE

R R

ILA

TOCH NOG INGENIEURHENNY HERPS, Sustainability Manager van DSM Fibre Intermediates, begon met de opleiding in 2007 en stu-deerde precies na twee jaar minus één dag af. ‘Vanwege mijn ervaring ging ik sneller door de studie,’ vertelt Herps. Hij hoorde voor het eerst van de opleiding toen hij Piet Lemstra sprak, de voormalige decaan van de Schei-kundige Faculteit van de TU Eindhoven. Lemstra, een goede bekende van hem, vertelde dat naast de afstu-deerrichting chemische technologie ook de richting poly-meren en composieten van start ging, de richting die aansloot bij Herps’ werk. Als jongen droomde hij er al van ingenieur te worden, maar om ‘sociaal-economische redenen’ ging hij naar de hts en niet naar de universiteit. ‘Later dacht ik erover, maar was het praktisch niet mogelijk om mijn werk bij DSM met een dagopleiding in Eindhoven te combineren, te meer daar ik in het zuide-lijkste puntje van Nederland woon. De duale opleiding bood de ideale gelegenheid om alsnog aan deze studie te beginnen.’Herps (56), is 36 jaar in dienst bij DSM. De helft van zijn loopbaan heeft hij bij Fibre Intermediates (grondstoffen voor vezels) gewerkt, onder andere bij de research, pro-ductie, onderhoud en engineering. ‘De laatste tien jaar verzorgde ik de technische marketing voor caprolactam, een grondstof voor nylon 6, waarbij ik de verwerkers van caprolactam adviseerde. Meestal kon ik alle vragen beantwoorden, maar soms schoot mijn kennis te kort. Ik besefte, dat ik met meer diepgaande kennis de crux van bepaalde vraagstukken gemakkelijker zou kunnen ach-

terhalen. Naast de jongensdroom was dit een tweede reden voor mij om de duale opleiding te volgen.’In de regel volgde hij elke woensdag colleges en werk-colleges van half twee ’s middags tot acht uur ’s avonds. Regelmatig maakte hij ook gebruik van de videocolleges. ‘Die kun je op elk moment van de dag bekijken en als je iets niet direct begrijpt, kun je een bepaalde passage herhalen’, aldus Herps. Studeren deed hij in zijn vrije tijd en praktisch werk was alleen nodig voor zijn afstudeer-project, dat hij uitvoerde in het laboratorium van DSM en bij het Belgische onderzoekinstituut voor textiel, Centex-bel. Van DSM kreeg hij ruim baan voor zijn studie, waar-bij zijn studiedagen werden ingepast in een verlofrege-ling. Toen hij twee jaar geleden zijn ingenieurstitel behaalde leverde dit niet meteen promotie of een hoger salaris op. Hij relativeert dat: ‘Als je kunt zwemmen, wil je ook een zwemdiploma hebben. En op je 56ste is carrière en sala-ris van een andere orde dan wanneer je jong bent.’ Lang heeft Herps zijn nieuwe kennis op het gebied van capro-lactam niet kunnen toepassen. Tijdens de crisis haalde DSM een streep door de technical services en ging zijn baan verloren. ‘Ik heb echter de indruk, dat ik mede dankzij mijn opleiding gemakkelijker de overstap naar de functie van Sustainability Manager heb kunnen maken. Ook in mijn nieuwe functie profiteer ik van de opleiding. Tijdens mijn studie heb ik mij een ander niveau van den-ken eigen gemaakt en ook een andere aanpak van pro-blemen. Dat komt goed van pas.’

‘ Als je kunt zwemmen, wil je ook eenzwemdiploma hebben’

juni 2011 Chemie magazine 45

Onderwijs

Page 46: Chemie magazine juni 2011

PLAN OM INSTROOM CHEMIESTUDENTEN OP PEIL TE BRENGENOm de dramatisch gedaalde instroom van chemiestudenten weer op peil te krijgen, moet de chemische industrie een grote advertentiecampagne voeren en aan onge-veer 700 studenten per jaar een beurs geven, wat neerkomt op 10 miljoen euro verspreid over vijf jaar. Dit plan heeft pro-fessor Jaap Schoutenin een brief voorge-legd aan het Team Topsector Chemie.

Alle hens aan dekVolgens Schouten, sinds 1 april decaan van de Scheikundige Faculteit van de TU Eind-hoven, moet chemiesector nu ‘alle hens aan dek roepen’. Voor het cursusjaar 2010/2011 hebben zich in Nederland 21 procent minder studenten voor chemie en chemische tech-nologie ingeschreven en de vooraanmeldin-gen laten voor het jaar 2011/2012 een ver-dere daling zien. In Eindhoven ging het in september 2010 om slechts 54 eerstejaars-studenten. Alle initiatieven van de universi-teiten en bedrijven ten spijt, lukt het niet om meer jongeren warm te maken voor de che-mie, stelt Schouten vast.Duitsland zat tien tot vijftien jaar geleden

met hetzelfde probleem. Toen heeft de Duitse chemische industrie een grote advertentiecampagne op touw gezet, waarin toonaangevende Duitse chemische weten-schappers in paginagrote advertenties in landelijke dagbladen uitspraken hebben gedaan over het belang van de chemie. Samen met andere activiteiten heeft dit geleid tot een aanzienlijke stijging van de instroom. Aan de technische universiteit van Dortmund bijvoorbeeld, die normaal plaats heeft voor 200 eerstejaarsstudenten, heb-ben zich onlangs 800 studenten voor chemie en chemische technologie opgegeven.

Landelijke campagneSchouten stelt voor per direct een dergelijke landelijke campagne te voeren. Daarnaast dient de VNCI in samenwerking met de Nederlandse universiteiten een fonds voor eerstejaars chemiestudenten in het leven te roepen van bijvoorbeeld 10 miljoen euro verspreid over vijf jaar. Het gaat dan om 700 beurzen per jaar. Chemiestudenten krijgen de standaardbeurs van 2500 euro op basis van een motivatiebrief ter grootte van een

A4. De 20 procent beste eerstejaarsstuden-ten, geselecteerd op basis van hun vwo-resultaten (circa 140 per jaar), krijgen een topbeurs van 3500 euro op voorwaarde dat ze eveneens een motivatiebrief schrijven en dat hun gemiddelde cijfer voor bètavakken op hun vwo-eindlijst bijvoorbeeld een 8 of meer is. Op deze manier keert het fonds jaarlijks circa 1,9 miljoen euro uit. ‘De ambi-tie van de chemiesector moet zijn om dit al in 2012 in te laten gaan,’ schrijft Schouten.De VNCI keert tot nu toe elk jaar erken-nings- en aanmoedigingsprijzen uit aan scholieren. Vanaf dit jaar krijgt de top vier finalisten van de Nationale Scheikunde Olympiade een onvoorwaardelijk ‘beloning’ van 250 euro. Daarnaast keert de VNCI aan de top drie van de eerstejaars scheikunde-studenten (hbo/wo) een aanmoedigingsprijs van 2500 euro uit. Daarmee hebben deze studenten in ieder geval de bekostiging van hun tweede jaar binnen. p

46 Chemie magazine juni 2011

Page 47: Chemie magazine juni 2011

Internationaal Jaar van de Chemie2011 is uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Chemie. Het hele jaar door vinden activiteiten plaats om chemie te promoten als oplossing van vraagstukken rond energie, huisvesting, gezondheid, voedsel, infrastructuur en economie. Een greep uit het aanbod.

MADAME CURIE & HET GEHEIM VAN DE SIDDE-RENDE STRAALOMSCHRIJVING: Muziektheaterpro-gramma over Marie Curie, die bezig is met een belangrijke formule (röntgen-straling) als zij ontvoerd wordt. Iedereen is ongerust, ze zou binnen enkele dagen in Zweden de Nobelprijs in ontvangst nemen. Dan worden Madame Curie en een van haar ontvoerders verliefd (Che-mie!) en weten ze met behulp van een onzichtbaarheidserum te ontsnappen.TIJD EN PLAATS: Vanaf maart, onder andere in het Zeeheldentheater in Den Haag.DOELGROEP: Jeugd bovenbouw.ORGANISATIE EN INFO: Briza, [email protected].

CURIE-LEZINGEN CYCLUSOMSCHRIJVING: Acht bijeenkomsten waarin twee tot vier topwetenschappers en topindustriëlen lezingen houden rondom het thema “Chemie in de Wereld”. Onderwerpen: duurzame ener-gie, arts & sciences, astrochemie, chemie & gezondheid, chemie & voeding, biona-notechnologie, chemie voor kinderen, medicijnen op maat, forensische chemie, et cetera.TIJD EN PLAATS: Het hele jaar. Locaties worden nader bekendgemaakt. DOELGROEP: Studenten, Young Profes-sionals, wetenschappers, R&D-mana-gers, NGO’s en beleidsmakers.ORGANISATIE EN INFO: KNCV i.s.m. Industrielinqs.

THE C-TEAM: WE ARE CHEMISTRYOMSCHRIJVING: Expositie over het mysterieuze C-Team, vijf briljante, maar enigszins excentrieke wetenschappers, die voor ieder probleem een chemische

oplossing weten. Bezoekers gaan zelf aan de slag met de “uitvindingen”: ze kunnen een melodie op het schetenorgel compo-neren of het schoonheidsgeheim van zeep ontdekken. TIJD EN PLAATS: Discovery Center Continium, Kerkrade. Van 27 februari tot en met 18 september.DOELGROEP: Jongeren.ORGANISATIE EN INFO: www.continium.nl.

CHEMISTRY- CREATING NEW WORLDSOMSCHRIJVING: Twintig toonaangevende kunstenaars uit acht landen laten zich inspireren door uitvindingen van weten-schappers, met speciale aandacht voor human chemistry. Zij visualiseren de chemische denkwereld in twintig glas-en lichtinstallaties. De werken zijnmonumentaal, kleurrijk en transparant. Enkele lichtinstallaties zijn interactief. Voor kinderen is een schoolprogramma ontwikkeld en voor studenten, weten-schappers en technologen het internatio-nale symposium The Art and Science of Glass.TIJD EN PLAATS: 3 tot en met 26 juni. Boulevard en duinen van Kijkduin.DOELGROEP: Iedereen, van jong tot oud.ORGANISATIE EN INFO: Stichting Biën-nale Kijkduin, [email protected], www.biennalekijkduin.nl.

ZOMERTENTOONSTELLING NEMOOMSCHRIJVING: Interactieve zomerten-toonstelling die laat zien dat alles is opgebouwd uit atomen en moleculen, die ook met elkaar reageren. Als je weet hoe de deeltjes werken en met elkaar reage-ren, kun je bepaalde wensen uit laten komen. Je kunt materialen nog sterker maken of limonade nog lekkerder laten

smaken. Of je kunt zorgen dat we minder afval krijgen. De tentoonstelling “Chemie aan zee” laat zien welke chemische processen er allemaal op het strand te vinden zijn. Er is een surfshop, een cock-tailbar, een frietkraam en wc’s met vieze praatjes.TIJD EN PLAATS: Van 25 juni t/m 4 sep-tember. Nemo, Amsterdam.DOELGROEP: Kinderen 8+ en geïnteres-seerde volwassenen.ORGANISATIE EN INFO: Nemo en VNCI, www.e-nemo.nl.

JUNIOR FIRST LEGO LEAGUE OMSCHRIJVING: Kinderen worden gemotiveerd om de wereld om hen heen te ontdekken en te merken dat ook zij invloed op de wereld hebben. Ze verken-nen de grensverleggende wereld van de Biomedische Technologie door innova-tieve manieren te ontdekken om letsel te genezen, genetische aanleg te overwin-nen en de mogelijkheden van het mense-lijk lichaam te maximaliseren, met als insteek een gelukkiger en gezonder leven. TIJD EN PLAATS: Inschrijven kan vanaf september.DOELGROEP: Kinderen tussen 6 en 9 jaar (afkomstig van scholen, scouting, vrien-denclubs of familie). ORGANISATIE EN INFO: www.juniorfi rstlegoleague.nl, [email protected].

CHEMIELOOPOMSCHRIJVING: Loopevenement in Zeeland over een indrukwekkend fabriek-sterrein en door het prachtige Zeeuwse landschap. Er zijn drie varianten: de halve marathon van Dow, de 10 kilometer van AkzoNobel en een Kinderloop. DOELGROEP: Iedereen (jong en oud,

lopers en toeschouwers).TIJD EN PLAATS: Zaterdag 10 septem-ber, Terneuzen.ORGANISATIE EN INFO: VNCI. www.chemieloop.nl, [email protected].

EVENT FOR NEXT GENERATIONS OMSCHRIJVING: Vervolg op het succes-volle Energy for Next Generations. Het evenement bevindt zich nog in de con-ceptfase, maar mogelijke thema’s zijn: schaarste van grondstoffen (Materials for Next Generations) en voeding (Food for Next Generations). TIJD EN PLAATS: Najaar, locatie is nog niet bekend (mogelijk de Beurs van Ber-lage, Amsterdam).DOELGROEP: De industrie, beleidsma-kers en overheden, docenten, studenten, Young Professionals en de pers.ORGANISATIE EN INFO: KNCV, overige partners, congresorganisatie en concept-ontwikkeling i.s.m. Industrielinqs. 

Meer informatie: www.chemistry2011.orgwww.jaarvandechemie.nl

WWW

Jaar van de Chemie

juni 2011 Chemie magazine 47

Page 48: Chemie magazine juni 2011

ER VALT NOG GENOEG TE LEREN

DEELTIJD- EN DUALE OPLEIDINGEN OM DOOR TE GROEIEN IN UW LOOPBAANDeeltijd en duale hbo-studies in Chemistry en Life Sciences:

www.hu.nl

Page 49: Chemie magazine juni 2011

Het jaar 2011 is goed van start gegaan voor de chemische industrie in Nederland. CBS-cijfers over het eerste kwartaal van 2011 laten een pro-ductiegroei zien van bijna 3 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2010. Chemiebedrijven zijn over het algemeen positief gestemd en zien zowel kansen als bedreigingen voor de rest van het jaar. Veel bedrijven overwegen te investeren, ervan uitgaande dat de onzekerheden in de markt beperkt blijven. Of 2011 ook daadwerkelijk een beter jaar wordt dan 2010 hangt mede af van economische en geopolitieke ontwikkelingen in de wereld. Dit zei VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann tijdens de voorjaarspersconferentie.Tekst: Igor Znidarsic

 De omzet van de chemische industrie steeg in het eerste kwartaal van 2011 met 22 procent ten opzichte van het

eerste kwartaal van vorig jaar. Deze stijging is behalve aan de productiegroei vooral te dan-ken aan de hogere afzetprijzen. Het CBS meldt dat ondernemers in de chemische industrie aangeven in 2011 73 procent meer te investe-ren dan in 2010, toen het investeringsniveau gezakt was van 1,4 (2009) naar 0,9 miljard euro. De geplande investeringen laten een gemengd beeld zien. Bedrijven noemen onder andere optimalisatie, R&D, effi ciencyverbete-ring en deels uitgestelde (uitbreiding-)investe-ringen.In 2010 toonde de chemische industrie al een stevig herstel. Na een forse dip in 2009 nam de productie in 2010 toe met ruim 7 procent.

De omzet steeg in 2010 met 25 procent tot 47 miljard euro terwijl de afzetprijzen met 20 procent stegen.

GevoeligheidDit herstel zette zich in het eerste kwartaal van 2011 voort. Of 2011 als geheel een goed jaar wordt, hangt vooral af van de mate waarin de gevolgen van een aantal geopolitieke en eco-nomische ontwikkelingen beheerst kunnen worden, zoals de eurocrisis, de naweeën van de aardbeving in Fukushima, de infl atie in China, de onrust in het Midden-Oosten en mogelijk nieuwe onverwachte gebeurtenissen op het wereldtoneel. De chemische industrie is gericht op export en daardoor uiterst gevoelig voor deze ontwikkelingen, valutaschommelin-gen en fl uctuerende olie- en grondstofprijzen.

Positieve impulsVoor Nederland verwacht de VNCI een posi-tieve impuls van de kabinetsplannen in het kader van het topsectorenbeleid. Minister Verhagen (EL&I) heeft de chemische industrie aangewezen als een van de negen innovatieve topsectoren waarop het beleid zich de komende jaren richt. De VNCI ziet innovatie als de sleutel om de industrie in Europa concur-rerend te houden. Voor innovatie in de chemi-sche industrie is een aantrekkelijk en consi-stent ondernemingsklimaat noodzakelijk. De Nederlandse chemische industrie zet daarom in op groei in een speelveld met gelijke kansen en mogelijkheden. p

HERSTEL CHEMIE ZET DOOR

‘ Als we naar duurzame productieprocessen willen in de Europese chemie moeten we nu beginnen’

IMPORTHEFFINGEN Een obstakel op weg naar de biobased economy is vol-gens Fuhrmann de Euro-pese invoerheffi ng van 60 procent op bio-ethanol, terwijl ruwe olie niet belast is. Hierdoor blijft het produ-ceren uit aardolie goedko-per. Zonder deze importhef-fi ngen zou bio-ethanol nu al concurrerend zijn. De che-miebedrijven hoeven hun installaties niet of nauwe-lijks aan te passen. Volgens Fuhrmann kan bio-ethanol gebruikt worden zonder een aanslag te doen op de voed-selketen, mits in Brazilië aparte gronden worden ingericht voor de biomassa-productie. De VNCI dringt in Brussel aan op het afschaf-fen van de invoerrechten, zo vertelde VNCI-directeur Colette Alma. Maar het is een traag proces omdat de kwestie onderdeel is van een complex geheel. Daarom pleit de VNCI voor een vrijstelling alleen voor ethanol als grondstof en niet als brandstof. ‘Als we naar duurzame productieproces-sen willen in de Europese chemie moeten we nu beginnen. Anders gebeurt het elders,’ aldus Alma.

FO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

juni 2011 Chemie magazine 49

Markt

Page 50: Chemie magazine juni 2011

AutomatischefficiëntFocus : Optimaal voeden van mengers en processen

Verzeker uw voorsprongBetrouwbare en economische

oplossingen voor de automatisering

van uw grondstoffen en processen:

www.azo.be

AZO N.V.Katwilgweg 15B-2050 AntwerpenTel.: +32-3-250 16 00Fax : +32-3-252 90 [email protected]

Leschaco Nederland B.V. | Hoogvlietsekerkweg 164 | NL 3194 AMRotterdam-Hoogvliet | [email protected] | www.leschaco.com

LESCHACO –

your specialist

for supply chain

solutions.

We offer

integrated,

intercontinental

logistics with

responsible care

for the chemical

industry.

Logistics –

and beyond.

Since 1879.

Experienced. Dedicated. Customized.

phone +31

(10) 2953 153

Page 51: Chemie magazine juni 2011

en vlieger hoog in de lucht kan voor een daling van het diesel-verbruik en de CO2-uitstoot in de scheepsvaart zorgen. SkySails, een in Ham-burg gevestigd bedrijf, heeft een voortstu-

wingssysteem ontwikkeld gebaseerd op een vlieger. De vlieger bevindt zich op 100 tot 420 meter boven het schip en kan hierdoor gebruikmaken van hogere windsnelheden en zelfs vijf tot 25 keer zo veel energie leveren dan gewone zeilen. De kite zit met een stevig touw vast aan het dek. ‘Dat is waar DSM komt kijken,’ vertelt Nico Gerardu, lid Raad van Bestuur DSM. ‘Om de kracht van de vlieger efficiënt te kunnen omzetten in trekkracht heeft het vliegersysteem een sterk maar lichtgewicht touw nodig. Stalen

Forse emissie- en brandstofreductie door gebruik vlieger

VAREN MET WIND

Groene chemie

kabels zijn te zwaar en conventionele touwen zijn bij lange na niet sterk en duurzaam genoeg om weerstand te bieden aan de krachten van de wind en de zee. Wij hebben met Dyneema de sterkste vezel ter wereld in huis. Het is vijftien maal sterker dan staal, licht en bovendien zeer goed bestand tegen corrosieve chemicaliën, schuren en wrijving.’

SamenwerkingGerardu: ‘We zoeken continu naar technieken en projecten waarbij we onze innovaties kunnen inzetten. Sky-Sails zocht een partner die ervoor kon zorgen dat de vlieger kon vliegeren in de lucht en vanaf het schip te contro-leren was. Onze specialisten hebben in samenwerking met Gleistein Ropes een touw van Dyneema voor de vlieger gemaakt.’ DSM is op verschillende manieren bij het project betrokken. Het levert niet alleen het materiaal voor het touw, maar heeft ook een venturing investering in SkySails gedaan. ‘Dit is een veelbelovende techniek met een duurzame grond-

slag. Hier komen innovatie en duur-zaamheid samen, en dat zijn precies twee pijlers van de bedrijfsbrede groeistrategie van DSM. We hebben vertrouwen in de innovatieve moge-lijkheden van het SkySails systeem en het gebruiken van de kracht van wind op grotere hoogte.’

BesparingDeze ontwikkeling heeft voordelen op twee vlakken, volgens Gerardu: het scheelt in de kosten en is bovendien milieuvriendelijk. ‘Het SkySails-vlie-gersysteem kan de brandstofcon-sumptie en de emissie van CO2 redu-ceren met maximaal 35 procent. Aangezien negentig procent van het transport wereldwijd plaatsvindt met behulp van schepen, is er flink winst te behalen. Drie procent van de wereldwijde CO2-uitstoot is afkomstig van de scheepvaart en de hoeveelheid broeikasgassen die een gemiddeld vrachtschip op een dag uitstoot, is gelijk aan de CO2-emissie van een gezin gedurende een heel jaar.’ Als het vliegersysteem in de hele sector gebruikt zou worden, daalt de CO2-uitstoot met 150 miljoen ton per jaar, vergelijkbaar met de jaarlijkse uit-stoot van België of Nederland.

ToekomstGerardu vertelt dat de techniek goed ontvangen is. ‘De reacties zijn positief. Er zijn steeds meer rederijen en transporteurs geïnteresseerd. De technologie is veelbelovend en heeft veel potentieel. Schippers moeten er mee leren omgaan, maar het contro-lesysteem is makkelijk onder de knie te krijgen. Het is geweldig dat we met deze technologie een platform in han-den hebben dat een bijdrage levert aan de reductie van CO2 -uitstoot wereldwijd. In dit geval met Dyneema in het hart van het kitesysteem. Mis-schien kan de vlieger zelf op den duur ook van deze vezel worden gemaakt,’ stelt Gerardu. p

Vervoer van handelswaar werd vroeger letterlijk gedreven door de wind, later namen dieselmotoren het werk over. Door de toenemende zorgen over de impact van de scheepvaartindustrie op het klimaat, de stijgende brandstof-prijzen en ontwikkelingen binnen de windtechnologie zou er zo een nieuw windtijdperk kunnen ontstaan. DSM speelt hier samen met SkySails op in.Tekst: Emma van Laar

´Technologie met potentieel’

E

juni 2011 Chemie magazine 51

Page 52: Chemie magazine juni 2011

NOTOX’ 10 steps to REACH compliance

REACH Are you ready for the future?

CONTACT US NOWand we help you

submit your registration in time.

NOTOX B.V.P.O. Box 3476 5203 DL ’s-Hertogenbosch

The Netherlands [email protected] w w . n o t o x . n l

Transportservice van huis uit

Internationaal Transportbedrijf

L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11

E [email protected]

I www.vanderlee.nl

GEVAARLIJK GOED VERPAKT ?!

CarePack Holland heeft het grootste assortiment

UN-gekeurde verpakkingen

voor gevaarlijke stoffen

- monsterverpakkingen - jerrycans

- dozen, standaard maten - blikken

- dozen, op maat - vaten

- 4GV-dozen - palletboxen

- medische verpakkingen - flessen

- transportbakken - zakken

CarePack Holland BV - Tel 020-3540787 - Fax 020-3540650

Em ail info@ carepack.nl - W ebsite www.carepack.nl

Page 53: Chemie magazine juni 2011

Sinds kort poets ik mijn tanden met een heel ander gevoel dan voorheen. Dat begon op de Dag van de Chemie. Omdat ik nog niet zo lang in de wondere wereld der chemie vertoef, heb ik tot voor kort nooit geweten dat ik hemelsbreed vijf kilometer van een chemische fabriek vandaan woon. Die staat in De Meern en is van BASF. De fabriek grenst nage-noeg aan de Strijkviertelplas, waar ik wel eens verkoeling heb gezocht op een hete zomerdag. Toch is de aanwezigheid van de chemiefabriek ondanks de koeienletters ‘BASF’ nooit tot mijn bewustzijn doorgedrongen. Zo zie je maar weer: waar je niet op gefocust bent, zie je simpelweg niet.(U heeft tijdens een bedrijfstraining vast wel eens dat film-pje van Simons en Chabris bekeken en geteld hoe vaak de basketbal wordt overgespeeld. Nee? Zoek op YouTube op ‘selective attention test’ en verbaas u erover hoe selectief en beperkt ons visuele waarnemingsvermogen is.)De BASF-locatie was op de Dag van de Chemie open voor het publiek, en deze gelegenheid om eens te kijken wat men daar zoal uitspookt, wilde ik zowel privé als beroepsmatig niet voorbij laten gaan. Aldus fietste ik op die zonnige zater-dag op m’n gemak richting De Meern. Terwijl vrouw en kin-deren zich overgaven aan typisch zaterdagse verplichtingen als boodschappen doen en hockeyen, liet ik me in het labo-ratorium allerlei geavanceerde apparaten uitleggen, aan-schouwde spannende chemische reacties, hield ik me in het Kids’ Lab in om de kinderen niet te hulp te schieten (zelf doen!) en uiteraard volgde ik de hele rondleiding door de fabriek, de technische dienst en het magazijn, waarbij ik de gids de oren van het hoofd vroeg.In De Meern worden trouwens katalysatoren gemaakt. Die zijn nodig voor de productie van een zeer uiteenlopende reeks stoffen en producten, waaronder margarine (om die smeerbaar te maken) en biodiesel. Het meest is me de elektrische tandenborstel bijgebleven. De batterij kan bij het opladen waterstof afgeven. Die kan zich dan in de tan-denborstel ophopen en de ellende is niet te overzien als daar een vonkje bij komt. Dus wat doen de Brauns en de Orals? Ze plaatsen een katalysator in de tandenborstel die de waterstof neutraliseert. Het gaat om een wit dingetje, van een metaaloxide heb ik begrepen, ter grootte van een strijkkraal. Een reeks ratelende machines spuugt ze in De Meern non-stop uit. Sinds ik dit weet, is het mijn standaardvoorbeeld als ik mensen moet uitleggen dat chemie werkelijk overal is en dat je er niet zonder kunt. Zonder chemie ontploft je tanden-borstel in je gezicht! Hoe nuttig wil je het hebben? p

TANDENBORSTELHOOFDREDACTEUR

Igor Znidarsic is hoofdredacteur van

Chemie magazine

‘Zonder chemie

ontploft je tanden-borstel’

FO

TO: C

AS

PE

R R

ILAJOINT V ENTURE

Eind mei ondertekenden BASF en INEOS Industries een overeenkomst die de vor-ming van de joint venture Styrolution regelt. De twee bedrijven willen hun acti-viteiten op het gebied van styreenmono-meer, polystyreen, ABS, styreenbutadi-eenblokcopolymeer en andere styreencopolymeren en copolymeer-blends onderbrengen in de nieuwe onder-neming. Niet inbegrepen bij de transactie is polystyreenschuim.

PA RTNERSCH A PAkzoNobel is een partnerschap aange-gaan met het Chinese bedrijf Quangxi CAVA Titanium Industry dat titaandioxide levert. De Chinese partner is kortgeleden opgericht om een titaandioxidefabriek te bouwen met een capaciteit van 100.000 ton per jaar. AkzoNobel verwacht snelle groei op de wereldmarkt voor verf, gro-tendeels in het oosten van Azië. Het bedrijf heeft in China nu al 27 productielocaties, goed voor 6700 banen en een omzet van 1,3 miljard euro per jaar.

TOESTEMMING ECDe Europese Commissie heeft toestem-ming gegeven voor een joint venture van DSM en het Chinese Sinochem. De bedrij-ven kondigden de samenwerking eind vorig jaar aan. De samenwerking heeft betrekking op de productie van antibiotica en andere producten voor de behandeling van infecties.

FIN A NCIERINGAvantium heeft 30 miljoen euro aan finan-ciering opgehaald voor het bouwen en opereren van de testfabriek in Geleen. Vijf miljoen is afkomstig van het ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie. Op basis van Avantium’s baanbrekende YXY-technologie zal de fabriek Furanics-bouwstenen voor groene materialen pro-duceren. Om de aandeelhoudersbasis in lijn te brengen met de strategie van de onderneming zal een deel van het opge-haalde geld gebruikt worden om de aan-deelhouders DFJ Esprit, AlpInvest, East-man, EDBI en Pfizer uit te kopen.

B E D R I J V E N

juni 2011 Chemie magazine 53

Column

Page 54: Chemie magazine juni 2011

Colofon

VOLGENDE MAAND IN CHEMIE MAGAZINE (VERSCHIJNT 25 AUGUSTUS)

Redactie: Igor Znidarsic (Hoofdredacteur)

e-mail: [email protected]

Jos de Gruiter

e-mail: de [email protected]

Adres redactie:Loire 150, 2491 AK Den Haag,

tel. 070-3378787, fax. 070-3203903

Eindredactie: drs. Marieke Moraal

(Moraal Media)

Vaste medewerkers:drs.ing. Inge Janse, ir. Joost van Kaste-

ren, drs. Emma van Laar, ir., Gerard van

Nifterik , Casper Rila, ir. Erik te Roller,

drs. Esther Rasenberg, Marga van

Zundert

Vormgeving:Basisvormgeving, art-direction en

opmaak: Curve, Haarlem, Joachim Mahn

Advertentie-exploitatie:Mooijman Marketing & Sales,

Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS

Den Haag, tel. 070-323 40 70

Fax 070-323 71 96

e-mail: [email protected]

Advertenties vallen buiten deverantwoordelijkheid van de redactie.

Druk:Ten Brink, Meppel

Abonnementenadministratie:Nieuwe abonnementen/mutaties alleen

schriftelijk opgeven bij: [email protected].

Voor alle VNCI-leden, alsmede leden

van aangesloten lidverenigingen, is

Chemie magazine gratis.

Abonnementen eindigen per eind

maart. Als niet vóór 1 december wordt

opgezegd, loopt het abonnement nog

een jaar door.

Abonnementsprijs per jaar (incl. btw)80 euro in Nederland en België

100 euro in de overige landen

Chemie magazine verschijnt

11 x per jaar

Overname van artikelen en/of foto’s uit

Chemie magazine is alleen toegestaan

na voorafgaande schriftelijke toestem-

ming van de redactie. In de meeste

gevallen zal die graag worden gegeven.

Beeld cover: Chris Bonis

Internet: www.vnci.nl

ISSN: 1572-2996

SUCCES STRATEGISCHE ACQUISITIE UNIT CHEMIE

PI-QUICKSCANS: ERVARINGEN EN VERVOLGSTAPPENVISIE 2030-2050DSM KIJKT NAAR ‘HUMAN FACTOR’ BIJ ONGEVALLENANALYSE

AKZO NOBEL IC BEREIKT 40 PROCENT AFVALREDUCTIE CHLOR ALKALIEN NOG VEEL MEER...

MENSEN

AKZONOBELHans Wijers, CEO van Akzo Nobel, verlaat bij de algemene vergadering van aandeel-houders in het voorjaar van 2012 de onderneming. De reden voor zijn vertrek is niet bekend. Hij wordt opgevolgd door Ton Büchner (45), momenteel bestuursvoorzitter van het Zwitserse Sulzer. Büchner heeft de Nederlandse nationaliteit. Hij studeerde civiele techniek in Delft en werkt sinds 1994 bij Sulzer. Daarvoor werkte hij in de olie- en gasindustrie. Wijers trad in 2003 aan als topman van Akzo. Onder zijn leiding richtte het bedrijf zich meer op de productie van verf.

KNAWRUG-hoogleraar Organische Chemie en Akademiehoogleraar prof.dr. Ben Feringa is sinds 1 juni vicepresident van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Weten-schappen (KNAW). Op 26 september worden twee RUG-hoogleraren geïnstalleerd als KNAW-lid: Lodi Nauta, hoogleraar geschiedenis van de filosofie, bij de afdeling Letterkunde en Oscar Kuipers, hoogleraar moleculaire genetica, bij de afdeling Natuurkunde.

STTIr. Rein Willems is benoemd tot voorzitter van de Stichting Toekomstbeeld der Tech-niek (STT). Hij volgt ir. Wiebe Draijer (McKinsey) op die deze functie de afgelopen zes jaar heeft vervuld. Praktische verkenningen doen die de link leggen tussen de uitda-gingen waarvoor de wereld staat en de beslissingen die politici, beleidsmakers en ondernemers daarvoor nu moeten nemen, zo ziet Willems de rol van STT. Willems is ook voorzitter van de Regie Groep Chemie en van het Topteam Chemie.

NCVTijdens de jaarvergadering hebben de leden van de Nederlandse Cosmetica Vereni-ging (NCV) Tom van Giesen (Cosinta Service), bij zijn afscheid van het bestuur, benoemd tot erelid van de vereniging. Van Giessen heeft zich jarenlang ingezet als NCV-bestuurslid met name ten behoeve van de leveranciers aan de schoonheids-specialisten. De NCV is de branchevereniging van fabrikanten en importeurs van producten voor de persoonlijke verzorging, zoals shampoo, deodorant, zonnecos-metica en geuren.

Hans Wijers

Rein Willems

54 Chemie magazine juni 2011

Service

Page 55: Chemie magazine juni 2011

chemistry, blends & knowledge

AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formulerenen mengen van chemische vloeistoffen en poeders

Markweg Zuid 274794 SN HeijningenPostbus 1024793 ZJ Fijnaart

T +31 (0)167 - 526 900F +31 (0)167 - 526 [email protected]

AD Productions B.V.

Page 56: Chemie magazine juni 2011