Chemie Magazine februari 2015

56
3D-printen: kansen voor de chemie Willem Sederel (BBP) gelooft in suikerbiet DSM helpt Wajongers aan een baan SNELLER VAN VINDING NAAR MARKT Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie jaargang 57 2 19 februari 2015 INNOVATIENETWERK CHEMIE KOMT UIT DE STEIGERS

description

Het maandblad van de VNCI

Transcript of Chemie Magazine februari 2015

Page 1: Chemie Magazine februari 2015

3D-printen: kansen voor de chemie

Willem Sederel (BBP) gelooft in suikerbiet

DSM helpt Wajongers aan een baan

SNELLER VAN VINDING NAAR MARKT

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • jaargang 57 • 2 • 19 februari 2015

INNOVATIENETWERK CHEMIE KOMT UIT DE STEIGERS

CM1502_01_A_Cover.indd 1 12-02-15 16:15

Page 2: Chemie Magazine februari 2015

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES

Loire 150 Postbus 24090 2490 AB Den Haag

T 070 337 83 01 F 070 320 51 86 E [email protected] I www.vapro-trainingen.nl

Maak je ambities waar met VAPRO trainingen!

De trainingen van VAPRO zijn zo opgezet dat je de opgedane kennis direct in de praktijksituatie inzet. Ze vormen een uitdagende mix van theorie en praktijk. De docenten maken gebruik van moderne, herkenbare en inspirende werkvormen. Daarmee is het effect van een training maximaal en blijvend.

Leren is doen!

Ons aanbod richt zich op de expertgebieden:

1. HRD/personeelsontwikkeling

2. Persoonlijke effectiviteit

3. Leidinggeven, operationeel management en communiceren

4. Begeleiden, beoordelen en examineren VAPRO-model

5. Procesoptimalisatie

6. Duurzaamheid, veiligheid en milieu

7. Vaktechnische trainingen

Ga naar VAPRO-Trainingen.nl

voor actuele data en locaties

501227_ADV.indd 2 13-02-15 11:00

Page 3: Chemie Magazine februari 2015

INHOUD

februari 2015 Chemie Magazine 3

Een fijnmazige innovatie-infrastructuur, bestaande uit een lan-delijk netwerk van Coci’s, Ilabs, CIV’s en CoE’s, moet het proces vanaf fundamenteel onderzoek tot succesvolle commerciële toe-passing versnellen. Want innovatie is dé sleutel voor continuïteit. Nieuwe bedrijvigheid creëert banen, economische groei en nieuwe producten en technieken die helpen om maatschappe-lijke problemen op te lossen.

16

02 | 19 februari | 2015

VERSNELDE INNOVATIE

‘ DUURZAME BEDRIJVIGHEID HEEFT GROOTSCHALIGHEID NODIG’

De suikerbiet maakt de biobased economy in Nederland kansrijk, vindt Wil-lem Sederel, de nieuwe voorzitter van het Biorenewables Business Platform. Tegelijkertijd zet het BBP in op bioraffinage van houtpellets. Volgens Sede-rel heeft duurzame bedrijvigheid nu grootschaligheid nodig. “Dat is een grote uitdaging voor de komende jaren.”34

CM1502_03-05_inhoud.indd 3 12-02-15 16:15

Page 4: Chemie Magazine februari 2015

Bij DuPont in Dordrecht worden in negen fabrieken

o.a. kunstharsen, koelmaterialen en Tefl on ge produ-

ceerd. De productie gaat 24 uur per dag, 7 dagen

per week door. Op het terrein van DuPont vind je

al 35 jaar onafgebroken vakmensen van Croon.

Ze staan niet alleen klaar om reparaties uit te

voeren, maar ook om storingen te voor komen.

Naast onderhoud doen wij ook nieuw bouw pro-

jecten. Van het vernieuwen van verlichting tot

de installatie van grote 500 kW compressoren.

Voor het vaste team zijn er elke dag weer nieuwe

uitdagingen. Wilt u meer weten over het groot-

ste in elektrotechniek gespecialiseerde bedrijf,

met meer dan 130 jaar ervaring? Kijk op croon.nl

ontwerp . realisatie . maintenance croon.nl

We kwamen hier in 1974 en zijn geen minuut

meer weggeweest

0540.00.671 advertentie Dupont 185x267.indd 1 29/01/15 14:41501227_ADV.indd 4 13-02-15 11:00

Page 5: Chemie Magazine februari 2015

INHOUD

februari 2015 Chemie Magazine 5

Starterslening voor acht universitaire start-ups

Latexfalt-directeur Bert Jan Lommerts over werken in de chemie

Biotech Campus Delft wordt biotechnologie-bolwerk

48

30

DSM helpt mensen met arbeidsbeperking aan een baan

24

20

7

7

910111315

16

20

24

26

28

30

34

38

42

44

46

48

5353545454

Voorwoord Colette AlmaInnovatieEvenementen

NIEUWSFuranen uit suikersGebruik plastic tasjes kan omlaagWie volgt Frans Scheeren op?Nieuwe richtlijn redt proefdierenStrengere regels voor explosieven-precur-soren

ACHTERGRONDInnovatieInnovatienetwerk komt uit de steigersArbeidsmarktBert Jan Lommerts over zijn werk bij LatexfaltArbeidsmarktDSM helpt Wajongers aan een baanMilieuNieuwe wet- en regelgeving op VNCI Milieu-dagWetenswaardigLevensreddende chemie: de airbagInnovatieBeloftevolle universitaire start-upsBiobasedWillem Sederel over de groene chemieInnovatie3D-printen vindt weg naar de chemieEnergieVEMW voorkomt kostenstijgingenUitgelichtICL opent Europees hoofdkantoor in A’damDuurzaamheidQCP bouwt fabriek voor circulaire kunststofBiotechDSM Delft is klaar voor de toekomst

VNCI NieuwsBedrijvenMensenVolgende maandColofon

02 | 19 februari | 2015

CM1502_03-05_inhoud.indd 5 12-02-15 16:15

Page 6: Chemie Magazine februari 2015

KAN UW REPUTATIE ONZE VERANTWOORDELIJKHEID WORDEN?

Veiligheid - Kwaliteit - Milieu

Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectie- en keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden.

Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam en Akersloot en logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 14 landen vestigingen heeft.

Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken? Neem een kijkje op onze website:

WWW.VINCOTTE.NL

YOUR REPUTATION IS MINE.

Industrieel onderhoud_210x297_NL.indd 1 08/02/12 09:00501227_ADV.indd 6 13-02-15 11:00

Page 7: Chemie Magazine februari 2015

Voorwoord

EVENEMENTEN

et Chemie Magazine houden we u op de hoogte van wat er speelt in de chemische industrie. In dit num-mer vindt u opvallend veel bijdra-gen die te maken hebben met inno-

vatie. Is dat toeval, duidt het op een specifi eke voorliefde van de hoofdredacteur, of is er simpel-weg veel gaande in de wereld van chemie-inno-vatie? Ik mag hopen het laatste. De concurrentiepositie van de Nederlandse chemie, in vergelijking met spelers van buiten Europa, is een bron van grote zorg. En innovatie biedt in deze omstandigheden een nieuw perspectief. Daarom zijn we blij dat het landelijk netwerk van Coci’s, Ilabs, CIV’s en CoE’s, dat de innovatie in de chemiesector op een hoger plan moet brengen (zie artikel op pagina 16), zijn vruchten begint af te werpen. Het achter-liggende idee van deze innovatie-infrastructuur is dat het succesvol doorontwikkelen van een onderneming met een levensvatbaar product meer kans heeft door een goede uitgangspositie. Hieruit zijn al een aantal successen voortgeko-men, zoals Isobionics en BioTorTech.In dit nummer (op pagina 30) ook aandacht voor een aantal universitaire start-ups die een star-terslening hebben ontvangen. Het gaat onder meer om recycling van 3D-printerafval en een pleister die pijnloos medicijnen toedient. Hebben

deze start-ups de potentie om uit te groeien tot een van de nieuwe pijlers waar de sector op kan drijven? Het is goed dat we hun alle kansen daar-toe bieden. Al iets verder in de ontwikkeling is Quality Circular Polymers (pagina 46), dat op Chemelot samen met leidende technologiepart-ners een fabriek bouwt met een geavanceerd procedé voor het verwerken van kunststof afval. Nog veel verder is DSM Delft (pagina 48), dat samen met de TU Delft de Biotech Campus Delft vormt, het wereldberoemde bolwerk van bio-technologische innovatie.Voor mij is een belangrijke vraag momenteel of de sector snel genoeg kan innoveren, en inno-vatieve bedrijven en vernieuwde bedrijfsactivi-teiten snel genoeg kan laten groeien om de teruggang in bestaande activiteiten te com-penseren. Dat de chemische industrie een fundamentele (duurzaamheids)transitie doormaakt, met de bijbehorende innovaties, staat voor mij vast. Maar we moeten niet vergeten dat de bestaande industrie de vruchtbare grond vormt waarop die innova-ties kunnen gedijen. Alleen al vanuit dit per-spectief moeten we de bestaande industrie koesteren.

Colette Alma, directeur VNCI

M

5.3 Strategie Summit Industrie 201524 uur lang staat voor 65 captains of indu-stry uit de hightech-, agro/food-, maak-, life sciences- en chemie-industrie ‘smart entrepreneurship’ centraal. Met volop aandacht voor praktijkcases van voorlo-pers. Met keynotes, rondetafelsessies en korte 1-op-1-kennismakingen is er veel ruimte voor informele netwerkmomen-ten en kennisdeling. VNCI-leden krijgen 50 procent korting.Locatie: Landgoed Duin & Kruidberg, Santpoort.Organisatie: Jaarbeurs

25.3 VNCI Milieudag 2015Actuele ontwikkelingen op milieugebied, waaronder nieuwe en gewijzigde wetge-ving, zoals de Omgevingswet en het Acti-viteitenbesluit. Verder aandacht voor

onder meer BRZO+, Programmatische Aanpak Stikstof, ISO 14001, zeer zorg-wekkende stoffen en omgaan met open-baarheid van inspectieresultaten. De dag is bedoeld voor milieucoördinatoren van VNCI-lidbedrijven.Locatie: Jaarbeurs UtrechtOrganisatie: VNCI

31.3 Jaarvergadering VVVFAlgemene jaarvergadering van de VVVF, met onder meer trendwatcher Adjiedj Bakas. Om 10.30 uur begint het openbare gedeelte, met aansluitend een lunch voor VVVF-leden en relaties, daarna is er een besloten gedeelte.Locatie: Hilton Royal Parc, SoestduinenOrganisatie: VVVF

9.4 Biobased Industry 2015Hét congres over de strategische ontwik-kelingen in de biobased industry. Met excursie naar de Bioprocess Pilot Faci-lity. Sprekers zijn onder meer Kees de Gooijer (TKI-BBE), Willem Sederel (Bio-based Delta), Jeroen Koot (BioMCN), Sven Thormählen (Corbion) en Colette Alma (VNCI).Locatie: Theater De Veste, DelftOrganisatie: Management Producties

INNOVATIE

VERGADERINGEN VNCI25.2 BG Innovatie5.3 BAC5. 3 BG VGM5.3 WG Logistieke Veiligheid11.3 WG Arbeidsveiligheid13.3 WG Arbeidshygiëne17.3 BG Energie en Klimaat20.3 BG Communicatie

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN

februari 2015 Chemie Magazine 7

CM1502_07_C_Voorwoord-agenda2.indd 7 12-02-15 16:14

Page 8: Chemie Magazine februari 2015

VEILIGHEIDSSIGNALERINGLEIDINGMARKERING

PROCESS IDENTIFICATIETANKMARKERING

ONTRUIMINGSPLATTEGRONDENANTI-SLIP SYSTEMENEX ZONE MARKERINGVERKEERSPLANNEN

Y��� ����-����i�� p�� ���

�� �i�� �r��ect�

BLOMSMA-SAFETY.COM

www.m-tech-nederland.nl

Milieu en Omgevings-vergunning vergt kennis

Roermond Produktieweg 1g6045 JC Roermond

T +31 475 420 [email protected]

Breda Reduitlaan 33 - Unit 0.104814 DC Breda

T +31 767 630 661 [email protected]

Nederland België

Brussel Clovislaan 821000 Brussel

T +32 2 734 02 65 [email protected]

Hasselt Maastrichtersteenweg 2103500 Hasselt

T +32 11 223 240 [email protected]

Gent Industrieweg 118 / 49032 Gent

T +32 9 216 80 00 [email protected]

Namen Route de Hannut 555004 Namur

T +32 81 226 082 [email protected]

m-tech is gespecialiseerd in :– Omgevingsvergunningen– Managementsystemen– Veiligheidsrapportages en -studies– Milieue� ectrapportages en -studies– Ruimtelijke ordening– Waterwet– IPPC– ADR-regelgeving– Afval- en bodemwetgeving– Geluid, geur, luchtkwaliteit, stikstofdepositie– Bestuursrechtelijke procedures– Natuurbescherming

m-tech_2014_scm_adv180x132_final.indd 1 12/02/14 15:41

501227_ADV.indd 8 13-02-15 11:00

Page 9: Chemie Magazine februari 2015

Actueel

ROADMAP KATALYSE VOOR DUURZAME TOEKOMSTIn de onlangs verschenen roadmap ‘Catalysis – Key to a sustainable future’ beschrijven onderzoekers uit weten-schap en bedrijfsleven welke belang-rijke bijdragen de Nederlandse kata-lyse nu levert en de komende tien tot twintig jaar gaat leveren aan oplos-singen voor maatschappelijk uitda-gingen.

Meer dan 85 procent van alle chemische producten wordt geproduceerd via katalytische

processen. Dit maakt de katalyse een cruciale discipline binnen de chemi-sche sector, die direct bijdraagt aan het ontwikkelen en maken van nieuwe materialen voor bijvoorbeeld energie-opslag, biobased economy, transport en gezondheid. De roadmap beschrijft hoe de grond-stoffen van de toekomst het best inge-zet en verwerkt kunnen worden tot (bulk)chemicaliën en brandstoffen, hoe katalysatoren gebruikt kunnen worden voor de productie van bio-actieve moleculen en materialen, en hoe reacties, katalysatoren, reactoren en productieprocessen nog beter geïntegreerd kunnen worden. Alle voorgestelde gebieden worden gedre-ven door de ambitie om schone, effi -ciënte productieprocessen te creëren die economisch rendabel zijn.Het eerste exemplaar werd op 12 janu-ari 2015 aangeboden aan Gerard van Harten, boegbeeld van de Topsector Chemie, een van de opdrachtgevers voor de roadmap. p

Catalysis – Key toa Sustainable Future

Science and Technology Roadmap for Catalysis in the Netherlands

January 2015

PILOTOPSTELLING VOOR FURANEN UIT SUIKERSHet Vlaamse VITO, bedrijven op de Green Chemistry Campus en TNO willen binnen het samenwerkingsverband Biorizon in 2025 commerci-ele productie van furanen uit suikers voor industriële partners moge-lijk maken. De realisatie van een mini-pilotopstelling brengt dit doel een stap dichterbij.

De samenwerkende partijen in het OP Zuid-project Biorizon richten zich op de winning van aromaten uit plantaardig materiaal, belangrijke grondstoffen voor de chemische industrie. Daarvoor

bestaan diverse methoden, maar tot nu toe lukte het niet om de bio-aro-maten volcontinu te produceren en in grote hoeveelheden commercieel rendabel te maken. “Op basis van literatuur en patentanalyses selec-teerden we een aantal productieroutes, waarmee we er op laboratori-umschaal in slaagden om suikers om te zetten in furanen en daar ver-volgens aromaten van te maken”, vertelt Joop Groen van TNO. “In eerste instantie produceerden we enkele milligrammen in een glazen maat-kolfje. Met de kennis die we daarmee hebben opgedaan wordt nu een mini-pilotopstelling gebouwd met een continuproces. Dan kunnen we 1 tot 10 liter per uur maken.”

Biorizon wil binnen vijf jaar in de mondiale top-5 staan van onderzoeks-programma’s naar biobased aromaten. Groen: “Wat wij binnen dit pro-ject realiseerden is met name te danken aan het principe van open inno-vatie. Inmiddels hebben we ook de krachten gebundeld met WUR/FBR en op het gebied van furaan-conversie naar aromaten ook met Avantium. We richten ons vooral op aromaten die de industrie het meest vraagt. De deelnemende industrie bepaalt tenslotte in hoge mate wat we doen en hoe we de prioriteiten stellen.”OP Zuid is een gezamenlijk subsidieprogramma van de provincies Lim-burg, Noord-Brabant en Zeeland, samen met een aantal steden. Het wordt mede gefi nancierd uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwik-keling (EFRO). p

DOORBRAAK MET CRAMBE ABYSSINICADankzij een doorbraak van Wageningen UR maakt de aan koolzaad verwante plant crambe abyssinica niet langer een cocktail van vet-zuren maar enkel eruca- en oliezuur, relevant voor de industrie.

De onderzoekers gebruikten daarvoor een relatief nieuwe methode van mutatieveredeling. Met die vetzuren komen smeermiddelen en coatings maar ook waardevolle polymeren als nylon binnen handbe-reik. De Europese industrie raakt zo minder afhankelijk van tropische kokosolie, palmpitolie én van fossiele aardolie. “De chemische indus- trie zit met smart te wachten op plantaardige oliën met minder ver-schillende soorten vetzuren”, zegt onderzoeke r Rolf Blaauw. p

februari 2015 Chemie Magazine 9

CM1502_08-11_D_actueel2.indd 9 12-02-15 16:14

Page 10: Chemie Magazine februari 2015

GEBRUIK PLASTIC TASJES KAN OMLAAG Door beprijzing, hergebruik en juist weggooigedrag kan het gebruik van plastic tasjes omlaag. Dit blijkt uit een onderzoek van het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) naar de wijze waarop de milieudruk van draag-tassen kan worden teruggedron-gen. De milieu-impact is het kleinst als de tas vaker wordt gebruikt, is gemaakt van gerecy-cled plastic en wordt ingezameld voor recycling.

In de materiaalstudie ‘DoorTAS-tend’ vergeleek het KIDV twintig draagtassen, gemaakt van ver-

schillende materialen en in drie formaten. Big shoppers en middel-grote draagtassen van duurzame materialen blijken de minste milieudruk met zich mee te bren-gen, omdat ze worden hergebruikt. De meest duurzame materialen voor kleine (hemd)tassen, die een-malig worden gebruikt, blijken HDPE en bioplastics. Verder heb-ben tassen van gerecycled materi-aal een lagere milieu-impact dan tassen gemaakt van nieuw materi-aal.

Niet meer gratisIn de pilotstudie ´Mag het een tasje minder zijn?’ is onderzocht welke maatregelen het gedrag beïnvloe-den. Toen winkeliers klanten vroe-

gen ‘Kan het zo mee?’ en mensen moesten betalen voor een tasje, daalde het aantal tasjes met 48 stuks, tot 77 procent. Het voorstel van staatssecretaris Mansveld van IenM om plastic tasjes niet langer gratis weg te geven, zal volgens het KIDV dan ook effect sorteren. Zij kondigde eerder aan het gebruik van eenmalige plastic draagtasjes te willen uitbannen. Het KIDV beveelt aan om de uitgifte van het aantal draagtassen te reduceren, hergebruik te stimuleren, te kiezen voor draagtassen met de minste milieudruk en het juiste weggooi-gedrag te stimuleren.

In de EU is afgesproken dat in 2019 jaarlijks tot 90 tasjes per persoon mogen worden gebruikt, in 2025 moet dat zijn teruggebracht tot 40. Nederland, dat in 2010 op 71 tasjes per persoon zat, is hierin al goed op weg. Anders dan in veel andere landen verstrekken supermarkten in Nederland al geen gratis hemd-tasjes meer bij de kassa. Verder is het hergebruik in Nederland groot: in de pilotstudie zei 88 procent van de ondervraagden een kunststof-tas meer dan één keer te gebrui-ken. Ook is er bewustwording ten aanzien van het weggooigedrag, met een goede infrastructuur voor de inzameling. p

TWITTER

VVD Loppersum @VVDLoppersumSuiker als olievervanger in de chemische industrie, een nieuw

akkerbouwperspectief: www.nu.nl/.../chemische-industrie-gaat-investeren-in-groene-chemie.html

Arne Mast @arnemastBen al vanaf dag 1 fan van Che-mie Aktueel. Er is weer een

nieuwe! Opgaven en opdrachten voor #scheikunde #onderwijs www.chemie-aktueel.nl

Inspectie SZW @InspectieSZWInspectie SZW controleert dit jaar opnieuw op gevaarlijke

stoffen en arbeidsveiligheid.http://tinyurl.com/lgbxppk

Toon Mertens @Mertens Toon“Laatste loodjes wegen het zwaarst” is chemisch correct,

atoommassa van 207,5 M maakt Pb wel een kanjer x

Stichting C3@StichtingC3Hoe verrijk je een taalles in het

basisonderwijs met chemie? Lees het in ons NVOX-artikel uit het december-nummer: http://bit.ly/1LbbEQg

boone @LukaBooneElke maandagavond chaos in

groepsgesprekken met de klas over de taak van chemie #heintje

ChemieNieuws @chemienieuws#chemie #nieuws: Raadsel

exploderend natrium is opgelost: Het is nog steeds een hoogtepunt in de schoolse sche... http://bit.ly/1K1e5Dx

10 Chemie Magazine februari 2015

CM1502_08-11_D_actueel2.indd 10 12-02-15 16:14

Page 11: Chemie Magazine februari 2015

INSPIREER DE CHEMIE!Ook dit jaar reikt de VNCI de Responsible Care-prijs uit. Met deze prijs wil de VNCI zichtbaar maken op welke manier chemiebedrijven wer-ken aan het verbeteren van hun prestaties op de gebieden veiligheid, gezondheid, milieu, duurzaam ondernemen en/of ketenbeheer.

De RC-prijs wordt toegekend aan chemie-bedrijven die door unieke projecten of initiatieven hun prestaties op bovenge-

noemde gebieden steeds verder verbeteren. De prijs bestaat uit een glazen sculptuur, een certi-fi caat, een mediapresentatie van het project tijdens de jaarvergadering van de VNCI, media-

aandacht en toestemming om gebruik te maken van de titel ‘Winnaar Responsible Care-prijs’. De winnaar dingt tevens mee naar de internationale Responsible Care-award van de Europese bran-chevereniging Cefi c. p

Projecten of initiatieven moeten uiterlijk 4 maart 2015 zijn aangemeld. Meer informatie en aanmel-den: www.vnci.nl/chemie/responsible-care-prijs

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site).

WIE VOLGT FRANS SCHEEREN OP?De verkiezing voor de Plant Mana-ger of the Year is weer geopend. Kandidaten kunnen tot 10 maart worden aangemeld. Daarna beoordeelt een vakkundige jury ze op maatschappelijke betrok-kenheid, leiderschap en commu-

nicatieve vaardigheden.

De jaarlijkse verkiezing is een initiatief van het Petrochem Platform en

de VNCI, in samenwerking met Deltalinqs en het Haven-bedrijf Rotterdam. Hoewel de verkiezing zich nooit heeft beperkt tot de chemie, wil de organisatie dit jaar ook andere sectoren oproepen om kandidaten aan te melden, zoals de raffi -nage-, tankopslag- en de olie- en gassector, en

andere procesindus-trieën, zoals papier en food. Met dat doel ondersteunen nu ook Votob (tankopslag) en het kennisplat-form Duurzaam Geproduceerd de

verkiezing.De verkiezing draagt bij aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspan-ning en prestaties van plantmana-gers te benoemen en te waarde-ren. De focus ligt op veiligheid, gezondheid, milieu, productiviteit en duurzaamheid. Om dit voor het voetlicht te brengen, verschijnen er interviews met de genomineerden en de winnaar in Petrochem en Chemie Magazine. Ook wordt van de fi nalisten een videoreportage gemaakt. Tijdens het congres Del-tavisie 2015 op 4 juni presenteren de fi nalisten zich aan het publiek en wordt de winnaar bekendge-maakt.

Kandidaten kunnen worden aange-meld bij Irene van Luijken, hoofd communicatie van de VNCI (070 337 87 30, [email protected]) of bij Wim Raaijen, hoofdredacteur Petrochem (020 312 20 81, [email protected]). Vermeld hierbij naam, contactgegevens en de redenen waarom u vindt dat deze plantmanager in aanmerking komt voor de prijs. p

Plant Manager of the Year 2014 Frans Scheeren.

februari 2015 Chemie Magazine 11

CM1502_08-11_D_actueel2.indd 11 12-02-15 16:14

Page 12: Chemie Magazine februari 2015

02-2014 Chemie Magazine AZO N1 nl. Pfade 100x297 03.03.14.indd 1 08.02.14 13:20

Transportservice van huis uit

Internationaal Transportbedrijf

L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11

E [email protected]

I www.vanderlee.nl

501227_ADV.indd 12 13-02-15 11:00

Page 13: Chemie Magazine februari 2015

Stoffen

RIVM PLEIT VOOR ÉÉN-GENERATIETEST

NIEUWE RICHTLIJN REDT PROEFDIEREN Onderzoek van het RIVM laat zien dat er met een nieuwe test veel minder proef-dieren nodig zijn. De zogeheten één-generatiestudie levert bovendien meer informatie op dan haar voorganger. Tekst: Inge Janse

Voor het testen van het effect op vruchtbaarheid van chemicaliën zijn volgens het Rijksinstituut voor

Volksgezondheid en Milieu (RIVM) veel minder proefdieren nodig dan nu het geval is. Dit concludeert het RIVM na onderzoek in opdracht van de ministeries van IenM, VWS en EZ. Bij de traditioneel toegepaste twee-generatietest worden mannetjes- en vrouwtjesdieren blootgesteld aan de che-mische stof, waarna gekeken wordt of zij gezonde nakomelingen kunnen krijgen én of die nakomelingen dat ook kunnen. Vol-gens reproductietoxicoloog Aldert Piersma van het RIVM is die tweede stap niet nodig. In de praktijk blijkt namelijk dat eventuele effecten in de tweede generatie vrijwel nooit ernstiger zijn dan die in de eerste generatie. Er is daarom geen toege-voegde waarde voor de veiligheidsevalu-atie.Piersma en zijn collega’s kwamen hierach-ter door voor vijfhonderd twee-generatie-studies te bepalen of die tweede generatie écht iets toevoegde. Hun conclusie: nee, achteraf is dit in al deze studies nooit nodig gebleken. Het halveren van het aantal generaties kan een enorm verschil maken, weet Piersma. “Stappen we over op een één-generatiestudie, dan scheelt dat al snel 1200 proefdieren.” Bovendien geeft een nieuwe, uitgebreide één-generatietest een veel beter beeld van de schadelijke effecten van de stof, doordat die nauwkeu-

riger naar hormonale effecten, hersenont-wikkeling en het afweersysteem kijkt. “Je slaat dus twee vliegen in één klap: meer informatie en minder proefdieren.”

DuurderHelaas heeft ieder voordeel zijn nadeel, want de nieuwe test kan duurder uitpak-ken dan de traditionele variant. “Je moet meer analyses doen, meer preparaten maken, meer investeren in apparatuur en meer mensen aan het werk zetten”, zegt de toxicoloog. Dat neemt niet weg dat er al meerdere chemiebedrijven aan het test-traject meededen, waaronder Dow Chemical en BASF. Bovendien kunnen de hogere kosten zichzelf terugverdienen via een afname van nadelige gezondheidseffec-ten en de daaraan gekoppelde vermindering van zorgkosten.Of en wanneer de nieuwe test zijn intrede in de wetgeving doet, durft Piersma niet te voorspellen, hoewel de eerste signalen positief zijn. “De Organisation for Economic Co-opera-tion and Development heeft de nieuwe test als internationale test-richtlijn geaccepteerd. Ook heeft de Europese Unie de test opgeno-men in de Testmetho-den Verordening en als concept in de Reach-verordening. Bovendien zijn er al contract-researchor-ganisaties die de test

in huis hebben, zoals TNO en WIL Research. De huidige versie van Reach biedt tegelijkertijd de optie om alternatie-ven te gebruiken, mits die wetenschappe-lijk goed zijn onderbouwd én geschikt zijn voor de risicobeoordeling en de gevaarsin-deling.” Voor Piersma is het daarom een uitgemaakte zaak: “Doe altijd deze één-generatiestudie, dat levert veel meer in- formatie op voor de veiligheidsevaluatie.” p

TWEE DIERSOORTENVeel chemicaliën, met name farmaceutische stoffen, moeten verplicht in twee diersoorten getest worden om te achterhalen of zij aangeboren afwijkingen ver-oorzaken in embryo’s. Piersma (RIVM) en collega’s zijn druk bezig om ook deze proefdiertest kritisch tegen het licht te houden; zij bekijken in vierhonderd van deze studies of de tweede diersoort écht een verschil maakt. Piersma: “Wat zou de conclusie zijn als je alleen een studie in de rat of in het konijn had? Welke van de twee werkt wanneer het beste? En welke volgorde is het han-digst?” De onderzoeker hoopt voor de zomer de eerste resultaten hiervan bekend te maken.

maken, meer investeren in apparatuur en meer mensen aan het werk zetten”, zegt de toxicoloog. Dat neemt niet weg dat er al meerdere chemiebedrijven aan het test-traject meededen, waaronder Dow Chemical en BASF. Bovendien kunnen de hogere kosten zichzelf terugverdienen via een afname van nadelige gezondheidseffec-ten en de daaraan gekoppelde vermindering van zorgkosten.Of en wanneer de nieuwe test zijn intrede in de wetgeving doet, durft Piersma niet te voorspellen, hoewel de eerste signalen positief zijn. “De Organisation for Economic Co-opera-tion and Development heeft de nieuwe test als internationale test-richtlijn geaccepteerd. Ook heeft de Europese Unie de test opgeno-men in de Testmetho-den Verordening en als concept in de Reach-verordening. Bovendien zijn er al contract-researchor-ganisaties die de test

Veel chemicaliën, met name farmaceutische stoffen, moeten verplicht in twee diersoorten getest worden om te achterhalen of zij aangeboren afwijkingen ver-oorzaken in embryo’s. Piersma (RIVM) en collega’s zijn druk bezig om ook deze proefdiertest kritisch tegen het licht te houden; zij bekijken in vierhonderd van deze studies of de tweede diersoort écht een verschil maakt. Piersma: “Wat zou de conclusie zijn als je alleen een studie in de rat of in het konijn had? Welke van de twee werkt wanneer het beste? En welke volgorde is het han-digst?” De onderzoeker hoopt voor de zomer de eerste resultaten hiervan

FO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

februari 2015 Chemie Magazine 13

CM1502_13_f_Stoffen.indd 13 12-02-15 15:59

Page 14: Chemie Magazine februari 2015

Your Partner for Design and Turnkey Realization of GMP FacilitiesDiscover your benefits: Whether greenfield,

expansion or optimization – our specialists

develop high quality solutions for your projects

in The Netherlands and all around the globe.

Consulting Engineering Construction Validation TFM

M+W Process IndustriesA Company of the M+W Groupwww.pi.mwgroup.net

Niet voldoeN aaN ReaCH bReNgt uw bedRijfsCoNtiNuïteit iN gevaaR!Bent u Bereid dat risico te nemen?Bij het werken met chemische stoffen moet u al aan veel regels voldoen. de gevolgen van reacH worden steeds duidelijker nu ook de gebruikers de effecten zien en merken. inspecties door de overheid kunnen leiden tot boetes, vertraging bij import, zelfs stopzetten van activiteiten… daarom:

Hou de controle over uw bedrijf!

tno triskelion kan er samen met u voor zorgen dat u aan alle verplichtingen voldoet. Wat wij aanbieden is o.a.:-- inspectie van uw reacH implementatiesysteem-- Hulp bij voldoen aan maatregelen uit veiligheidsbladen-- evalueren van risico’s met nano-deeltjes-- risico’s van humane- en milieublootstelling in kaart brengen-- opstellen van veiligheidsbladen en exposure scenario’s-- assisteren in reacH autorisatie/sVHc processen-- nieuwe stoffen registraties en/of dossier updates

Voor meer informatie zie onze websitewww.triskelion.nl/chemistry of neem contact met ons op.tel: 088 866 1620 / e-mail: [email protected]

TNO.13.724 adv vnci 180 x 130.indd 1 03-05-13 16:04

501227_ADV.indd 14 13-02-15 11:00

Page 15: Chemie Magazine februari 2015

Veiligheid

STRENGERE REGELS VOOR POTENTIËLE GRONDSTOFFEN EXPLOSIEVEN

HULP BIJ TERRORISMEBESTRIJDINGIn 2015 treedt nieuwe wet- en regelgeving in werking rondom chemicaliën die kun-nen worden gebruikt voor explosieven. Deze verplicht bedrijven tot extra contro-les bij de verkoop en tot het melden van verdacht gedrag. Ook wordt de verkoop aan particulieren beperkt.Tekst: Igor Znidarsic

Mede door de vrije verkrijgbaarheid van grondstoffen en de gemakke-lijk te vinden kennis, zijn zelfge-

maakte explosieven een voorkeurswapen voor terroristen en andere criminelen. Bij de meeste terroristische aanslagen in West-Europa is gebruikgemaakt van zelf vervaardigde explosieven. De EU heeft daarom in 2013 een verordening aangeno-men over het op de markt brengen en het gebruik van een aantal chemicaliën die kunnen worden gebruikt voor explosieven (zie kader Grondstoffen). Sinds september 2014 is deze verordening van toepassing in Nederland. De aanvullende Nederlandse wet- en regelgeving is medio 2015 gereed.

Meld verdachte transactiesDe verordening verplicht bedrijven tot extra controles bij de verkoop van deze producten en tot het melden van verdachte transacties en verdwijningen en diefstal. Volgens de Nationaal Coördinator Terro-rismebestrijding en Veiligheid (NCTV) heeft de waakzaamheid van bedrijven in het recente verleden een belangrijke rol gespeeld in het ontdekken en verstoren van voorbereidingen voor aanslagen en andere criminele activiteiten. Het verplicht melden betreft alle produc-ten die de genoemde chemicaliën in pure vorm of als hoofdingrediënt bevatten of als onderdeel van een simpel mengsel (min-der dan vijf ingrediënten). Voor producten die de stoffen bevatten in een concentratie lager dan 1 procent en voor minerale meststoffen die geen stikstofpercentage (N) vermelden, zijn geen maatregelen nodig. Wie een transactie of verdwijning verdacht vindt, moet echter niet aarzelen

om ook voor deze producten een melding te doen, aldus de NCTV.

Verkoop aan particulierenDaarnaast beperkt de verordening de ver-koop van een aantal stoffen met een groot risico aan particulieren. Na inwerkingtre-ding van de Nederlandse wet- en regelge-ving in 2015, mogen producten die de vol-gende stoffen bevatten in concentraties boven de grenswaarde, alleen verkocht worden aan particulieren die in het bezit zijn van een vergunning:

Stof Grenswaarde Waterstofperoxide 12% Nitromethaan 30% Salpeterzuur 3% Kaliumchloraat 40% Kaliumperchloraat 40% Natriumchloraat 40% Natriumperchloraat 40%

Ook mogen particulieren deze stoffen niet in bezit hebben, gebruiken of importeren (voor gebruik en bezit geldt een over-gangsperiode: tot en met 2 maart 2016 is bezit zonder vergunning toegestaan). Eti-ketten dienen bovendien te vermelden dat de aankoop, het voorhanden hebben en het gebruik door particulieren aan beperkin-gen onderhevig is (dit geldt alleen voor producten die mogelijk aan particulieren worden aangeboden). p

Meer informatie:www.nctv.nl/onderwerpen/tb/Tools/[email protected]

GRONDSTOFFEN VOOR EXPLOSIEVEN WAARVOOR MELDING NODIG IS:• Waterstofperoxide• Nitromethaan• Salpeterzuur• Kaliumchloraat, kaliumperchloraat,

natriumchloraat, natriumperchloraat• Aceton• Hexamine• Zwavelzuur• Ammoniumnitraat • Calciumammoniumnitraat (CAS)• Kaliumnitraat, natriumnitraat,

calciumnitraat (kalksalpeter)

VOORBEELDEN VAN VERDACHT GEDRAG ZIJN WANNEER EEN KLANT:• nerveus overkomt, gesprekken ver-

mijdt of niet het gebruikelijke type klant is

• ongebruikelijke hoeveelheden of combinaties van producten wil kopen

• niet weet hoe het product normaal gebruikt wordt

• niet wil vertellen waarvoor hij of zij het product gaat gebruiken

• alternatieve producten of producten met een lagere concentratie weigert

• alleen contant wil afrekenen, vooral bij grote hoeveelheden

• weigert om informatie over identiteit of adres te geven wanneer dit gevraagd wordt

• het product op ongebruikelijke wijze wil laten verpakken of vervoeren

MELDPUNT VERDACHTE TRANSACTIES CHEMICALIËNVerdachte transacties, verdwijningen en diefstal kunnen 24 uur per dag telefonisch worden gemeld bij het Meldpunt Verdachte Transacties Chemicaliën:

088 154 00 00Maandag t/m vrijdag 9.00-17.00 uur ook via [email protected] (aange-zien e-mailmeldingen alleen tijdens kantooruren worden opgevolgd).

februari 2015 Chemie Magazine 15

VeiligheidVeiligheidVeiligheid

FO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

CM1502_15_G_Veiligheid.indd 15 12-02-15 16:20

Page 16: Chemie Magazine februari 2015

ILLU

STR

ATI

E: R

OY

WO

LF

S

De aanstaande opening van innovatielabo-ratoria in Leiden, Utrecht, Groningen en Enschede en de voorziene komst van star-terscentra in Oss en Arnhem, vormen het voorlopige sluitstuk van een netwerk van Coci’s, Ilabs, CoE’s en CIV’s. Deze fijnmazige, landelijke infrastructuur moet innovatie in de chemie naar een hoger plan tillen.Tekst: Henk Engelenburg

INNOVATIENETWERK KOMT UIT DE STEIGERS

Verspreid over Nederland vinden we inmiddels tien Innovation labs (Ilabs) bij universiteiten en zeven starterscentra, ofwel

Centres for Open Chemical Innova-tion (Coci’s), nabij chemiebedrijven. Met de Ilabs krijgen alle universitei-ten met een of meer opleidingen (bio)chemie, chemische technologie en aanpalende disciplines een ‘hot-spot voor nieuwe bedrijvigheid’ in de achtertuin. Vindingen die grote kan-sen bieden op commercialisering kunnen in een jong bedrijf in een Ilab verder worden ontwikkeld. Is de laboratoriumfase eenmaal gepas-seerd, dan volgt verhuizing naar een Coci, om de productie op te schalen en de weg naar de markt te vinden.De eerste Ilabs zijn de afgelopen jaren neergezet als aparte eenhe-den, maar sommige, zoals die in Delft, Zwolle, Groningen en Nijme-gen, vormen een combinatie met een regionale Coci. Die staan op hun beurt in verbinding met de Centres of Expertise (CoE, hbo) en Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV, mbo). Zo kunnen het hbo- en mbo-onderwijs hun pakket aan vaardig-heden actualiseren, aangezien dat door de snelle toename van high-tech productie-installaties onvol-

HOTSPOTS VOOR NIEUWE BEDRIJVIGHEID SLAAN BRUG TUSSEN VINDING EN MARKT

doende aansluit op de praktijk, en een bijdrage leveren aan het bedrijfsleven (zoals lifelong learning).Met de oprichting van Ilabs en Coci’s is zo in enkele jaren een fi jnmazige, landelijke innovatie-infrastructuur ontstaan. Deze infrastructuur moet de bestuurders en de ‘bewoners’ van de locaties met elkaar in verbin-ding brengen, opdat ze van elkaar leren en er innovatie-‘ecosystemen’ ontstaan om concrete, kansrijke innovaties te ondersteunen. Het adagium ‘zien ondernemen, doet ondernemen’ moet staande praktijk worden en de kloof tussen vinding en markt overbruggen. Om dit op gang te brengen, zullen dit jaar en de komende jaren steeds meer pro-jecten starten waarin Ilabs en Coci’s samenwerken. In 2018 moet dit alles volgens de Topsector Chemie twin-tig startende en tien groeiende bedrijven hebben opgeleverd die aanwijsbaar zijn geholpen door het innovatienetwerk. Overdreven ambitieus lijkt dit niet, gezien de vele bedrijven die nu al uit het net-werk zijn voortgekomen (zie kader).

SlaagkansHet achterliggende idee van deze innovatie-infrastructuur is dat een betere uitgangspositie de slaagkans

vergroot van het starten en succes-vol doorontwikkelen van een onder-neming met een levensvatbaar pro-duct. Dat is in de chemie niet eenvoudig. De onderzoeker, veelal geen ervaren manager, moet plot-seling vele ballen in de lucht hou-den, zoals het patenteren en verder ontwikkelen van zijn vinding, de groei van zijn bedrijf, het speuren naar fi nanciering en het opschalen van laboratorium- naar industriële schaal. Bovendien duurt een innova-tietraject in de chemie doorgaans tien tot vijftien jaar. Financiers zijn dan allang afgehaakt, als ze niet al bij voorbaat zijn afgeschrikt door de complexiteit van de productinnova-tie. Het netwerk van Ilabs en Coci’s

16 Chemie Magazine februari 2015

CM1502_16-19_COCI2.indd 16 12-02-15 16:20

Page 17: Chemie Magazine februari 2015

Innovatie

ILLU

STR

ATI

E: R

OY

WO

LF

S

INNOVATIENETWERK KOMT UIT DE STEIGERS

IlAB

ILAB i.o.

COCI

COCI i.o.

COE EN CIV

Nieuwe bedrijvigheid creëert banen, economische groei en nieuwe producten en technieken die helpen om maatschappelijke problemen op te lossen

februari 2015 Chemie Magazine 17

CM1502_16-19_COCI2.indd 17 12-02-15 16:20

Page 18: Chemie Magazine februari 2015

18 Chemie Magazine februari 2015

stelt dat de brug tussen fundamen-teel onderzoek en commercie in de jaren 60, 70 en 80 smal was. Grote (chemie)bedrijven detacheren in die tijd wetenschappelijk geschoolde medewerkers op universiteiten en hogescholen om onderzoek te doen voor de onderneming. Of ze werken intensief samen met een kennisin-stelling, zoals het Shell-lab in Rijs-wijk dat doet met de TU Delft. Als ondernemingen zich in de jaren negentig terugtrekken op hun kern-activiteiten en voortdurend kosten-besparende maatregelen doorvoe-ren, groeit hun behoefte om inspanningen, kosten en strategie van fundamenteel onderzoek te delen. Het antwoord komt met de Technologische Topinstituten: publiek-private samenwerkingsver-banden voor precompetitief funda-menteel onderzoek voor de partici-perende bedrijven. Die rationalisatie begint bij de overheid een aantal jaren later, om een einde te maken aan de praktijk dat ministeries inno-vatiegelden van de overheid links en

rechts uitdelen zonder doordachte strategie en coördinatie.

InnovatieplatformIn 2005 stelt het kabinet het Innova-tieplatform (IP) in, een clubje topon-dernemers en ministeriële beleids- makers. Het is de eerste serieuze poging tot industriepolitiek en het aanbrengen van focus in de innova-tiesubsidies. Het IP benoemt enkele economische ‘sleutelgebieden’, waaronder chemie. Sleutelgebied chemie hervormt vervolgens de kennisinfrastructuur door in overleg met de decanen van de chemiefa-culteiten het aantal chemieopleidin-gen terug te brengen van tien naar acht. Ook wordt afgesproken het aantal instromende chemiestuden-ten structureel te verhogen en voortaan niet langer op meer dan twee plekken aan hetzelfde onder-zoek te werken.De volgende stap is de oprichting van Ilabs en Coci’s, ondersteund door de CIV’s en CoE’s. Toch is de infrastructuur voor open innovatie nog niet compleet, meent Willems, waarbij hij refereert aan de kers-verse Wetenschapsvisie waarin het ministerie van OCW bepleit dat uni-versiteiten meer richting toegepast onderzoek bewegen. Hij ziet daar niets in. Universiteiten zijn primair opleiders die veel fundamenteel onderzoek doen. Dat onderzoek is hard nodig vanwege de behoefte aan

ondersteunt de onderzoekers/ondernemers door laagdrempelig huisvesting en labfaciliteiten te bie-den, en fi nancieringsbronnen, tech-nische competenties, ondernemer-schapscoaching en advies van naburige kennisinstellingen. Heeft de onderzoeker zijn vinding kunnen doorontwikkelen tot een opschaal-baar product, dan biedt een Coci de benodigde faciliteiten voor opscha-ling. Voor de (internationale) uitrol kan de ondernemer het netwerk van de gevestigde chemische multina- tional(s) op de Coci-locatie aan-spreken.

Het ontstaanHet idee van de Ilabs en de Coci’s ontstond in 2006, vervolgens heeft het Topteam Chemie, dat de Topsec-tor Chemie aanstuurt, het plan uit-gewerkt. De vraag lijkt legitiem waarom een al lang bestaande sec-tor pas toen op dit idee kwam. Rein Willems, tussen 2007 en 2012 boeg-beeld van de chemiesector (daar-voor directeur van Shell Nederland),

BEDRIJVEN VOORTGEKOMEN UIT ILABS EN COCI’SIn het Ilab Amsterdam hebben zich al vijf bedrijven gevestigd, in het Ilab Zwolle vier en in het Ilab Nijmegen acht. Voorbeelden van bedrijven die uit de Ilabs zijn voortgekomen: fl owchemie-bedrijf Future Chemistry (Nijmegen), Dutchfi ets (Zwolle) en E-stone (Amster-dam), dat een duurzame batterij voor de stationaire opslag van duurzame energie ontwik-kelt. Uit de Coci Brightlands Chemelot Campus zijn de bedrijven Kriya Materials en Isobio-nics voortgekomen en uit de Green Chemistry Campus de bedrijven BioTorTech, Nettenergy en Progression Industry, dat een laagroetende dieselbrandstof ontwikkelt.

April vorig jaar opende Gerard van Harten (links), boegbeeld van de Topsector Chemie, het Innovation Lab Biobased Products Wagenin-gen (Ilab Wageningen), het eerste Ilab in Nederland dat zich richt op de biobased economy.

CM1502_16-19_COCI2.indd 18 12-02-15 16:20

Page 19: Chemie Magazine februari 2015

Innovatie

grote doorbraken. Grote bedrijven zijn bereid (fi nancieel) te participe-ren in precompetitief aanpalend onderzoek.Willems constateert dat universitei-ten nu al onder druk van de overheid zo veel doen aan toegepast onder-zoek dat ze eigenlijk concurreren met TNO en andere kennisinstitu-ten. Hij bepleit daarom een verster-king van de positie van kennisin-stituten zoals TNO in de innova-tieprogramma’s van de Ilabs en Coci’s. Dit naar Duits voorbeeld. “De decaan van het Frauenhof Institut is ook decaan van de universiteit”, aldus Willems. “Zo wordt concur-rentie vermeden en kan ieder zijn rol spelen. Het Institut doet het onderzoek en de universiteit de opleidingen.”Hij krijgt bijval van Latexfalt-direc-teur Bert Jan Lommerts, die het mkb vertegenwoordigt binnen het Topteam Chemie. Hij meent dat de Topsector Chemie de onderzoeks-programma’s meer op de inzet van TNO moet toesnijden. Mkb-bedrij-ven willen namelijk vooral betrok-ken zijn bij de ontwikkeling van pro-ducten en niet zozeer bij het fundamentele onderzoek dat vooraf-gaat.

Potentiële investeerdersWat de Ilabs en de Coci’s in deze fase nog meer nodig hebben is zichtbaarheid, zegt Floris Rutjes, hoogleraar synthetisch organische chemie aan de Radboud Universiteit. “Zichtbaarheid van die bedrijfjes voor studenten in de moleculaire opleidingen.” De studenten vinden het volgens Rutjes tamelijk moeilijk om zelf een bedrijf te beginnen. “Je hebt immers eerst (promotie)onder-zoek nodig met een uitvinding, ver-volgens een patent en ten slotte labruimte en geld om iets te begin-nen.”Zichtbaarheid van de bedrijfjes is volgens hem ook nodig om potenti-ele investeerders aan te trekken. Want het starten van nieuwe bedrijf-jes is nu sterk afhankelijk van de regionale inbedding. “De ontwikke-lingsmaatschappijen in Limburg, Gelderland en Brabant hebben redelijk veel geld, maar in Noord-Holland en Utrecht is het heel karig”, aldus de hoogleraar. Wellicht

WAT ZIJN ILABS, COCI’S, COE’S EN CIV’S?Ilabs (Innovation labs), gehuisvest op de cam-pus van de universiteiten, zijn faciliteiten voor onderzoekers die een vinding naar de markt willen brengen. Is een vinding het lab ont-groeid, dan volgt verhuizing naar een bedrij-venterrein, naar een Centre for Open Chemical Innovation (Coci). Daar zijn startende bedrijfjes samengebracht, de innovatie kan er worden versneld en opgeschaald. Een Ilab is er voor starters, een Coci-locatie voor (snelle) groei-ers. De Ilabs en Coci’s worden door het Top-team Chemie ‘benoemd’. De op de locaties bij-eengebrachte ondernemingen zijn thematisch georganiseerd. Open innovatie is de norm, waarbij kennisbronnen zoals universiteiten, hogescholen en kennisinstituten zijn aangeslo-ten. In de Centres of Expertise (CoE, hbo) en Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV, mbo) werken ondernemers, wetenschappers, docen-ten en studenten samen aan het bevorderen van de kwaliteit van het technisch onderwijs. De CoE’s zetten in op praktijkgericht onderzoek en bij CIV’s staat interactie met het werkveld centraal. Er zijn inmiddels tien CoE’s en CIV’s.

zegt dat iets over de prestatiever-schillen tussen de Ilabs en Coci’s. Nijmegen en Eindhoven doen het volgens Rutjes erg goed, met een groot aantal spin-offs in de afgelo-pen jaren. In Amsterdam en Utrecht loopt dat minder hard.De fi jnmazige, landelijke innovatie-infrastructuur is in enkele jaren tot stand gekomen dankzij de inzet van een kleine groep mensen, onder wie Nelo Emerencia, Maarten van Gils, Floris Rutjes, Willem Sederel, Jolien Stevels en Onno de Vreede. Rutjes noemt dit innovatiesysteem van groot belang voor Nederland. De economie leunt bij het creëren van economische waarde immers steeds meer op valorisatie. En inno-vatie is ook voor de chemiesector dé sleutel voor continuïteit. Nieuwe bedrijvigheid creëert banen, econo-mische groei en nieuwe producten en technieken die helpen om maat-schappelijke problemen op te los-sen. Bovendien draagt innovatie in de sector ook bij aan innovatie in andere Topsectoren. p

ILABS

PLAATS NAAM THEMA KENNISINSTELLING

Nijmegen Mercator III en Novio Tech Campus

Organische chemie Radboud Universiteit en Hogeschool Arnhem-Nijmegen

Eindhoven Catalyst Organische chemie en procestechno-logie

TU Eindhoven

Amsterdam ILCA (Innovation Lab Chemistry Amster-dam)

Kraamkamer chemie Universiteit van Amsterdam en Vrije Universiteit

Delft Biotech CampusDelft

Industriële biotechnologie (fermentatie)

TU Delft

Zwolle Green PAC Valley (Polymer Science Park)

Kunststoffen, garens en vezels Hogeschool Windesheim

Wageningen iLab Wageningen Biobased products Wageningen UR

ILABS IN OPRICHTING

Groningen iLab Groningen Raakvlak met Topsectoren Chemie en Energie

Rijksuniversiteit Groningen, procestechnologie en orga-nische chemie

Enschede iLab Enschede Raakvlak met Topsectoren Chemie en High Tech Systemen en Materialen

Universiteit Twente, duurzame procestechnologie

Leiden iLab Leiden Raakvlak met Topsectoren Chemie en Life sciences & health

Universiteit Leiden, chemische biologie

Utrecht iLab Utrecht Raakvlak met Topsectoren Chemie en Life sciences & health

Universiteit Utrecht, biochemie (valorisatie al redelijk ontwikkeld) en katalyse (pioniersfase)

COCI’S

PLAATS NAAM THEMA BEDRIJF OP LOCATIE

Bergen op Zoom Green Chemistry Campus

Agro en chemie SABIC Innovatieve plastics

Geleen Chemelot Campus Bouwsteen- en polymeersynthese DSM

Rotterdam Plant One Procestechnologie Huntsman

Delft Biotech Campus Delft

DelftIndustriële biotechnologie (fermentatie)

DSM Delft

Emmen Green PAC Valley Kunststoffen, garens en vezels Stenden Hogeschool en Nuon

POTENTIËLE COCI-LOCATIES

Oss Pivot Park Raakvlak met Topsectoren Chemie en Life sciences & health

MSD/Aspen

Arnhem IndustriePark Kleefse Waard

Raakvlak met Topsectoren Chemie en Energie

Akzo Nobel/Teijin Aramid

februari 2015 Chemie Magazine 19

CM1502_16-19_COCI2.indd 19 12-02-15 16:20

Page 20: Chemie Magazine februari 2015

20 Chemie Magazine februari 2015

‘De toekomst vormgeven is het allermooiste Dat er is’In een moordtempo klom Bert Jan Lommerts, algemeen directeur van Latexfalt, op van zoon van een zandboer tot een van de gezichten van de Nederlandse chemie. Maar ook de opkomende economieën gaan profiteren van zijn kennis en kunde.Tekst: Inge Janse

Bert Jan LommertsALGEMEEN DIRECTEUR bij Latexfalt

fo

to: C

as

pe

r r

iLa

Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.

CM1502_20-23_O_werken in chemie.indd 20 12-02-15 15:58

Page 21: Chemie Magazine februari 2015

februari 2015 Chemie Magazine 21

Arbeidsmarkt

1 Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam?Ik ben Bert Jan Lommerts, 54 jaar oud, van huis uit che-

misch technoloog en sinds 1999 algemeen directeur van Latexfalt. Ik ben hier binnengekomen via een headhunter, want er moesten drie kleine concurrenten gaan fuseren. Mijn eerste taak was om de organi-satie samen te smeden, wat ik deed door heel veel te babbelen. Waar willen we heen met elkaar? En waarom is die fusie nodig?

2Wat vertel je je kleindoch-ter als zij vraagt wat voor werk je doet?Wij maken heel erg goede

lijm waarmee je wegen, fietspaden en vloeren kan maken. Met die lijm kunnen we boetseren door stenen aan elkaar te plakken. Die lijm van ons ligt op de snelweg van Abcoude tot Eindhoven op vrijwel elke vier-kante meter, zoals in de hechtlaag, toplaag of overgang van een voeg.Wat ík daarbij doe? Mijn dochters moesten ooit voor een personeels-blad een tekening maken over wat hun vader volgens hen doet. (Lom-merts wijst lachend druk alle kan-ten op) Jij moet dit doen! Jij moet dat doen! Regelen dus.

3Hoe ben je in deze baan terechtgekomen?Ik ben opgegroeid in Win-schoten, waar ik naar de

lagere en middelbare school ging en een 100 procent bètapakket had. De wereld snappen is gewoon mooi. Na mijn examen ben ik de lerarenoplei-ding gaan doen in scheikunde en wiskunde. Ik had toen ook het bedrijf van mijn vader over kunnen nemen. Ik ben de zoon van een zandboer, dus wij leverden grind en zand aan asfaltmolens en de wegenbouw. Toen ik zeventien werd, vroeg mijn vader of ik het bedrijf wilde overne-men. ‘No way,’ zei ik toen, ‘ik ga de wereld verbeteren!’ Daarom ben ik e

Bert Jan Lommerts: ‘Waar ik heel trots op ben, is dat we

hier jong talent weten aan te trekken, waaronder veel vrou-welijke technici. Deze genera-

tie geeft het bedrijf een nieuwe vorm en garandeert zo de

toekomst van Latexfalt.’

CM1502_20-23_O_werken in chemie.indd 21 12-02-15 15:59

Page 22: Chemie Magazine februari 2015

22 Chemie Magazine februari 2015

Dat is mooi om te voelen en te zien. Dit lukt door ons model waarin ik PhD’s binnenhaal die één dag in de week naar een universiteit naar keuze mogen. Je krijgt zo een heel goede interactie met de universitei-ten én er komt knowledge naar Latexfalt toe.

6Wat drijft je in je werk?De toekomst vormgeven, dat is het allermooiste dat er is. Ik heb daar heel veel posi-

tieve passie voor. Wie weet gaan we over een poosje allemaal in zelfstu-rende autootjes over de weg rijden. Hoe ga je daar als bedrijf op inspe-len? De grootste bijdrage aan de wereldverbetering komt namelijk van ondernemers, van mensen die wat dóén. Zo hebben we net de Europese Responsible Care-prijs gewonnen omdat we levensduur van wegdek kunnen opkrikken van tien naar zestien jaar. Zo ga ik niet met de mainstream van duurzaamheid mee, maar denk ik out of the box, zoals over een nieuwe verjongings-crème voor wegen. (lachend) Ik kan hier mijn revolutionaire karakter aardig kwijt.

7Wat levert je werk je op?Hier werken levert me vooral meer energie op dan dat het me kost. soms ben ik op mijn

werk echt op mijn best. Zo was ik maandag bij Rijkswaterstaat om onze RC-prijs en de regelgeving te bespreken. Daar moet ik dan de hele keten masseren om in beweging te komen. Dan loopt het, dan leeft het, dan zijn de mensen enthousiast. Je krijgt dan dat ‘Yes, we can!’-gevoel. Financieel zit ik boven de Balken- ende-norm, dus ik verdien respec-tabel. Maar dat geld is vooral de

‘De echte grote kick krijg ik als de keten van onderwijs, onderzoek, ontwikkeling en ondernemerschap resulteert in euro’s’

gepromoveerd. Op mijn 33ste werd ik plantmanager van de Twaron-fabriek, en daarna werkte ik drie jaar voor Merck. Toen ik 37 was, had ik dus een achtergrond in R&D, pro-ductie en logistieke businesscon-cepten. Ik dacht: laat ik nu maar eens general management gaan doen. Vandaar dat ik nu hier zit.

4Wat vind je zo leuk aan wat je doet?Ik ben algemeen directeur van een bedrijf in het mkb

met 85 man. Dat geeft mij veel mogelijkheden om de vier O’s op te zetten en te verbinden: onderwijs, onderzoek, ontwikkeling en onder-nemerschap. De echte grote kick krijg ik als die keten resulteert in euro’s. Dat is mijn grote drijfveer. Bovendien heb ik hier écht veel breedte, maar ook voldoende diep-gang om de analytische, weten-schappelijke of grensverleggende zaken vorm te geven. En het werkt, want het gaat goed met Latexfalt. Erg goed.

5Op welke eigen prestatie ben je het meest trots?Dat we er zijn en dat we als organisatie tellen. Vroeger,

als drie kleine bedrijven met te wei-nig power, kwamen we niet makke-lijk bij andere aan tafel. Nu worden we erkend als trendsetter door heel veel grote aannemers en concul-lega’s, maar ook door de weten-schap en de overheid.Waar ik ook heel trots op ben, is dat we hier jong talent weten aan te trekken, waaronder veel vrouwelijke technici. Deze generatie, mensen die tussen de 27 en 35 zijn, geeft het bedrijf een nieuwe vorm en garan-deert zo de toekomst van Latexfalt.

scheikunde gaan studeren.Hierna besloot ik om er nog een paar jaar aan vast te plakken voor mijn universitaire graad, en dat werd chemische technologie in Gro-ningen. Daarna kwam ik erachter dat ik de producten van de chemie nóg interessanter vond dan de pro-cessen, dus toen ben ik in de pro-ductontwikkeling gegaan bij Akzo-Nobel. Ik deed daar een paar leuke uitvindingen, die heb ik opgeschre-ven, en daar ben ik cum laude op

CURRICULUM VITAE

NaaM Bert Jan LommertsLeeftiJD54WooNpLaatsHeerhugowaard (“Maar ik heb een pied-à-terre in Amsterdam, daar zijn we bijna niet weg te slaan. Je hebt daar zo’n mooi leven. Met Lijn 2 naar het Leidseplein, dat soort zaken.”)HUWeLiJKse staatGetrouwdKiNDereNTwee biologische dochters en één geadopteerde zoon uit Brazilië, plus grootvader van een ‘prach-tige kleindochter van zeven maanden oud’. Ook in het bezit van twee schoonzonen. (“Het was even wennen, maar daar ben ik nu overheen. Het zijn goeie kerels geworden.”)opLeiDiNGeNMiddelbare school (Winschoten), bachelor schei-kunde en wiskunde en master chemische techno-logie (Rijksuniversiteit Groningen) en promotie polymeerchemie (Rijksuniversiteit Groningen, onder de professoren Albert Pennings en Paul smith).NeVeNaCtiViteiteNIs lid van de Topsector Chemie, het dagelijks bestuur van de VNCI en het gebiedsbestuur che-mische wetenschappen van NWO. Fungeert als penningmeester van de stichting Hoogewaard Bedrijvig. Heeft een eigen adviesbureau (Reddy solutions) en is sinds kort manager van zijn Bra-ziliaanse schoonzoon, die professioneel golfer wil worden.WerKGeVersstartte in 1986 bij AkzoNobel als onderzoeker naar vezels, werd in 1995 plantmanager van de Twaron-fabriek, werkte vanaf 1997 bij Merck als directeur human health supply chain en ging in 1999 aan de slag bij Latexfalt als algemeen direc-teur.

CM1502_20-23_O_werken in chemie.indd 22 12-02-15 15:59

Page 23: Chemie Magazine februari 2015

februari 2015 Chemie Magazine 23

randvoorwaarde waardoor ik een infrastructuur om mij heen kan bou-wen om hier te knallen. Zo heb ik een appartement in Amsterdam gekocht, waardoor ik dichter bij mijn dochters en mijn werk zit. Dat scheelt mij dagelijks anderhalf uur reistijd, waardoor ik meer energie kan stoppen in dit bedrijf.

8Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage?Zonder ons zijn er minder

goede en minder geluidsreduce-rende wegen. Ook zou er minder asfalt gerecycled worden. En de wereld van het wegennet zou min-der kleurrijk zijn, want wij maken bijna alle kleurproducten die je op de Nederlandse fietspaden tegen-komt. Onze massa is misschien klein, maar onze impact is hoog en we kunnen snel inspelen op veran-deringen. Bovendien diversifiëren we onze producten. Zo maken we ook coating voor touwen. Het oude teren van netten hebben we in een moderner jasje gestoken.

9Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet?Mijn werk hier is nog niet af. Maar soms zou ik wel weer

docent willen worden. Niet fulltime hoor, en bij voorkeur ook niet in Nederland. Het liefst zou ik in een opkomende economie investeren in de keten van onderwijs, onderzoek, ontwikkeling en ondernemerschap. Ik zou ook wel de links met de uni-versiteiten willen versterken en daar wat meer met de jeugd bezig zijn.

10Hoe zie je jezelf over tien jaar?Ik zie mezelf dan bui-ten deze handel. Mijn

vrouw heeft namelijk een fairtrade-organisatie opgezet waarvoor zo’n 350 mensen, voornamelijk dames, werken in de sloppenwijken van Brazilië. Zij maken daar producten voor de wereldwinkel. Haar organi-satie is het afgelopen jaar met 50 procent gegroeid, en daar ben ik supertrots op. Wat ik daarom graag wil doen, is haar over tien jaar daarin ondersteunen. Ik kan bijvoor-

Arbeidsmarkt

fo

to: C

as

pe

r r

iLa

WIE Is Bert Jan Lommerts NAAsT ZIJN WERk?Bert Jan werkt soms mee als logistiek medewerker (‘dozensjou-wer’) in het groothandelscentrum van zijn echtgenote. ook verdiept hij zich in het maken van films. (“We hebben allemaal oude fami-liefilms, en die wil ik assembleren tot wat toonbaars.”)

?beeld de inkoop verder vormgeven met een semi-commerciële, profes-sionele insteek. Als ze mij dan ten-minste nog nodig heeft, want tegen die tijd heeft mijn vrouw waarschijn-lijk meer expertise dan ik! (lacht) p

CM1502_20-23_O_werken in chemie.indd 23 12-02-15 15:59

Page 24: Chemie Magazine februari 2015

PARTICIPATIEWET: MEER BANEN VOOR ARBEIDSBEPERKTEN, ÓÓK IN DE CHEMIE

INVESTERING IN DE ‘P’ VAN PEOPLEPer 1 januari regelt de Participatiewet dat gemeenten men-sen met een arbeidsbeperking moeten ondersteunen bij het vinden van een baan. De marktsector moet eind 2016 zes-duizend extra banen gerealiseerd hebben en honderddui-zend in 2026. DSM hielp al veel Wajongers aan een baan. Tekst: Marloes Hooimeijer

FO

TO: J

EF

FR

EY

BO

S

werknemersbeleid verlangen. Er zijn ook steeds meer bewijzen dat het loont. Blinden die evident beter scoren in callcenters dan zienden bijvoorbeeld.” Als extra prikkel hebben sociale partners met elkaar afgesproken dat er in de marktsector in 2026 honderdduizend extra banen gerea-liseerd moeten zijn (de ‘garantieba-nen’). Eind 2016 is de eerste tussen-tijdse peiling en moet de teller op zesduizend staan. Het gaat dan om mensen die vanwege hun beperking niet in staat zijn het minimumloon te verdienen. Als die zesduizend niet wordt gehaald, treedt de Quotum-wet in werking en wordt een ver-plicht percentage vastgesteld voor bedrijven met meer dan 25 mede-werkers. Voor iedere niet ingevulde werkplek geldt een boete van 5000 euro. Van Boggelen: “Overigens tellen de nieuwe arbeidsplekken voor mensen met een arbeidsbe-perking die wél meer dan het mini-mumloon kunnen verdienen, zoals geldt voor circa een kwart van de Wajongers, ook mee.”

taalt bij ziekte. De gemeente kan ook vergoedingen bieden voor aan-passingen op de werkplek, zoals aangepaste computers of bureaus, of voor de inzet van een jobcoach die de werknemer begeleidt en de werkgever ondersteunt. MVOMaar waarom zou een chemiebe-drijf werk maken van het creëren van werkplekken voor arbeidsbe-perkten? “Was maatschappelijk verantwoord ondernemen voorheen vooral een kwestie van de ‘groene kant’ van duurzaamheid, nu is er ook steeds meer oog voor de peo-ple-kant”, zegt Bert van Boggelen, kwartiermaker bij de Normaalste zaak, een netwerk van bedrijven die werk maken van ‘inclusief werkge-ven’. “Dat komt van binnenuit, maar ook van buitenaf: in de keten is er steeds meer aandacht voor. Doordat klanten het verwachten, overheden bij aanbestedingen een social return-verplichting opleggen en grote bedrijven van leveranciers een maatschappelijk verantwoord

 De Participatiewet is sinds begin dit jaar een feit. Gemeenten zijn verant-woordelijk om mensen met ‘een afstand tot de

arbeidsmarkt’ die nog wel (gedeel-telijk) kúnnen werken, aan het werk te helpen. Het gaat om doelgroepen die voorheen onder de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoor-ziening en de Wajong (jonggehandi-capten) vielen. Zij kunnen een uitke-ring vanuit de Participatiewet krijgen, maar zullen ondertussen door gemeenten worden verplicht inspanningen te doen om (weer) aan het werk te komen. De gemeenten moeten hierbij ondersteunen, onder meer door het voor werkgevers aantrekkelijk te maken geschikte werkplekken te bieden. Hiervoor zijn diverse moge-lijkheden, zoals de loonkostensub-sidie, waarmee de werkgever het loon van een arbeidsgehandicapte kan aanvullen tot het wettelijk mini-mumloon. Een doorbetaalde proef-tijd of een no-riskpolis, die bepaalt dat de gemeente het loon doorbe-

24 Chemie Magazine februari 2015

CM1502_24-25_DSM Wajong.indd 24 12-02-15 16:19

Page 25: Chemie Magazine februari 2015

Arbeidsmarkt

DSM laat zien dat het kan en biedt sinds 2009 ruimte aan Wajongers. “Het past goed bij de eerste ‘p’ uit onze strategie people, planet, pro-fi t”, zegt Thomas Eussen, talent-manager DSM Nederland. Afgelo-pen jaar gingen er ruim dertig Wajongers aan de slag en voor dit jaar beoogt het bedrijf een verge-lijkbaar aantal. Ze werken er in allerlei functies, van juridisch ondersteuner en ICT’er tot labo-rant. Er werken er zelfs drie als operator (zie kader), al is het van-wege alle veiligheidseisen iets moeilijker om ze op een fabrieks-site te plaatsen.

Voor vol aangezienIedereen is er blij mee, zo stelt Eussen. “De Wajongers voelen zich onderdeel van het bedrijf en wor-den voor vol aangezien. En de busi-nessgroepen benaderen ons nu ook steeds vaker zelf met de vraag of we nog kandidaten hebben. Ze zien dat de Wajongers qua presta-ties niet onderdoen voor andere medewerkers, dat ze heel graag

willen werken en een positief effect hebben op het hele team.”

WerkbedrijvenOm de garantiebanen te realiseren, is tussen sociale partners afgesproken om 35 regionale Werkbedrijven in te richten waar werkgevers terecht kun-nen. De gemeenten hebben daarin de lead en ook het UWV is vaak aange-sloten. “Al zijn ze nog niet overal ope-rationeel”, zegt Van Boggelen. “Als dat nog niet zo is, kunnen de gemeente of het UWV de juiste ingang voor werkgevers zijn. Of ze kunnen zich wenden tot een gespecialiseerd reïntegratiebureau en ook reguliere uitzendbureaus doen steeds meer op dit gebied.” DSM krijgt de kandidaten tot op heden vooral binnen via reïn-tegratiebureau Jobstap en het UWV. “Van de kandidaten die zij aan ons voorstellen, is ongeveer de helft geschikt voor DSM. We gaan met die mensen in gesprek en kijken waar hun kwaliteiten liggen.” p

Meer informatie: www.werkgeversgaaninclusief.nl

‘ Ik mocht hier als aankomend ope-rator aan de slag’

Na de lts elektrotechniek besloot Rico van Bergen (36 jaar) de mts elektro-techniek te volgen. Maar tijdens zijn eerstejaarsstage (1996) kreeg hij een bedrijfsongeval, waardoor hij van elke vinger aan zijn rechterhand nu twee-derde moet missen. Hij belandde in de Wajong en vond maar geen baan met de ‘uitdaging’ die hij zocht. Totdat het reïntegratiebureau hem in 2011 voor-stelde bij de acrylonitril-fabriek (ACN) van DSM Fibre Intermediates. “Na dat gesprek mocht ik er voor een proefperiode van zes maanden aan de slag als aankomend operator en start- te ik met de opleiding Vapro-B”, vertelt Van Bergen. Met behoud van Wajong-uitkering, zodat beide partijen konden kijken of het zou bevallen en het werk geschikt was voor iemand met zijn be- perking. “Je moet kunnen voldoen aan alle veiligheidseisen op de site; de vei-ligheid van je collega’s kunnen waar-borgen. In het begin was er wat scepsis en vroegen collega’s zich af of ik de werkzaamheden wel zou kunnen doen, zoals het afsluiten van een leiding met bouten en moeren. Ja dus. Ik laat me niet kennen, wil alles zelf kunnen en vind altijd een geschikte oplossing. Er hoefden voor mij ook geen aanpassin-gen op de werkplek te worden gedaan.” Inmiddels heeft hij een vast contract. “Rico doet al zijn werkzaamheden op een volwaardige manier”, benadrukt Patricia Damvelt, hr business partner ACN bij DSM. Kortom: twee partijen blij. Van Bergen: “Door mijn vaste baan kan ik een stabiele toekomst opbou-wen, met een eigen huis en zo. En er zijn bij DSM genoeg doorgroeimogelijk-heden: naar allroundoperator en C-operator.”

Rico van Bergen werkt voor de acrylonitril-fabriek van DSM.

Thomas Eussen (DSM):

‘De businessgroepen zien dat de Wajongers qua pres-taties niet onderdoen voor andere medewerkers, dat ze heel graag willen werken en een positief effect hebben op het hele team.’

februari 2015 Chemie Magazine 25

CM1502_24-25_DSM Wajong.indd 25 12-02-15 16:19

Page 26: Chemie Magazine februari 2015

Actuele ontwikkelingen in wet- en regelgeving tijdens vnci MilieudAg

Milieubeleid in beweging

de omgevingswet, het Activiteitenbesluit, de wet open overheid – de chemie krijgt de komende tijd te

maken met allerlei nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving op milieugebied. dit is dan ook een van

de thema’s tijdens de vnci Milieudag op 25 maart.Tekst: Adriaan van Hooijdonk

Chemiepark Delfzijl huisvest veel IPPC-bedrijven, bedrijven met een grote milieu-impact, waaronder veel VNCI-leden. Voor

hen resulteert het Activiteitenbesluit in een lastenverzwaring.F

oto

: Je

FF

re

y B

os

26 Chemie Magazine februari 2015

CM1502_26-27_J_Milieudag.indd 26 12-02-15 16:19

Page 27: Chemie Magazine februari 2015

Milieu

niet alleen op nationaal, maar ook op Europees niveau is het milieube-leid in beweging. Zo ont-vouwde staatssecretaris

Mansveld van Infrastructuur en Milieu vorig jaar haar plannen om het milieubeleid te moderniseren. De milieu-uitdagingen van de 21ste eeuw vragen volgens haar om een moderne, eigentijdse aanpak. Pij-lers van die modernisering van het beleid zijn een actievere internatio-nale samenwerking, het aanpassen van wetten en het vereenvoudigen van de regelgeving. Ook de Euro-pese Commissie, onder leiding van voorzitter Juncker, heeft een milieu-werkprogramma gelanceerd, een plan dat overigens nog niet goedge-keurd is door het Europees Parle-ment en de Raad van ministers. De Europese en nationale ontwik-kelingen in het milieubeleid komen aan bod tijdens de Milieudag op 25 maart, door de VNCI georganiseerd op initiatief van de Werkgroep Mili-euzorg. In een van de presentaties komt de nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving aan de orde, zoals de Omgevingswet, die tientallen wet-ten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen op het gebied van milieu, ruimte, natuur en water samenvoegt. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Tweede Kamer. Het is nog niet helemaal duidelijk hoe de Omgevingswet in de praktijk voor de chemische industrie zal uitpakken. Een belangrijk punt vindt de VNCI dat er voldoende ruimte wordt gebo-den voor ontwikkeling van bedrijfs-activiteiten, zodat leden snel hun processen kunnen aanpassen als de markt daar aanleiding toe geeft. “Er komen nog belangrijke aanvullingen in volgende modules van de wet en in uitvoeringsregels”, vertelt VNCI-beleidsmedewerker Juridische Zaken Jos Roosen, die op de Milieu-dag tekst en uitleg zal geven over de wet. “Daarom zijn de vermeende voordelen nog moeilijk in te schat-ten. Zo is het bijvoorbeeld nog onduidelijk waar lagere overheden

straks precies over mogen beslis-sen.” Pas bij de inbouw van voor de chemie belangrijke onderwerpen, zoals bodem, water, natuur, lucht, afval en stoffen, kan de VNCI goed zien of er écht meer samenhang ontstaat tussen beleid, besluitvor-ming en regelgeving.

ComplexiteitWaar chemiebedrijven de komende tijd ook rekening mee moeten hou-den is een wijziging van het Activitei-tenbesluit. Hierin staan algemene milieuregels waaraan bedrijven zich moeten houden. Is dit het geval, dan hebben zij voor deze onderwerpen geen vergunning meer nodig. Voor veel bedrijven betekent dit vereen-voudiging en lastenvermindering. Maar volgens Roosen resulteert het voor IPPC-bedrijven (bedrijven met een grote milieu-impact, waaronder veel VNCI-leden) juist in een lasten-verzwaring en een ondoorzichtige situatie. Dit komt doordat de vereen-voudigde regels geen recht doen aan de complexiteit van chemiebe-drijven. Verder krijgen chemiebedrijven te maken met nieuwe ontwikkelingen in de openbaarheid van informatie. De Tweede Kamer behandelt momenteel het voorstel voor de Wet open overheid, die de Wet openbaar-heid van bestuur moet vervangen. Het wetsvoorstel gaat ervan uit dat alle informatie bij de overheid open-baar is en stelt afschaffing van de absolute geheimhouding van bedrijfs- en fabricagegegevens voor. Bovendien moet er een elektro-nisch, gemakkelijk toegankelijk openbaar register komen dat deze informatie bevat. Ook vermindering van regeldruk, de Clean Air Package, het EU Council-werkprogramma en de Waste frame-work directive komen tijdens de Mili-eudag aan de orde. p

Om de informatie over wet- en regel-geving zo goed mogelijk te laten aan-sluiten bij de wensen van de leden zijn onderwerpsuggesties welkom: [email protected]

interactieve workshops sprekers uit het bedrijfsleven en de overheid discussiëren met de deelnemers over actuele ontwikkelingen. doel: vnci-leden informeren en input verzamelen om beleidsstandpunten vast te stellen.

Knelpunten BRZO+ in kaartVNCI-speerpuntmanager VGM Peter Bareman geeft een workshop over BRZO+, een nieuw overleg tussen overheid en bedrijfsleven. Doel van dit overleg is onder meer om knelpunten bij de uitvoering van BRZO in kaart te brengen en oplossingen aan te dragen. Ideeën uit de work-shop worden meegenomen naar het overleg

Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) De PAS is een nieuw instrument op het gebied van de natuurwetgeving. De workshop, onder leiding van Berend Hoekstra (Tauw), geeft een toelichting over de opzet en de uitvoering in de praktijk.

Wegwijs in de wereld van zeer zorg-wekkende stoffenLonneke van Leeuwen (RIVM) en Dirk van Well (VNCI) geven een toelichting over de conse-quenties van de voorschriften van het Activitei-tenbesluit op de emissie van zeer zorgwek-kende stoffen.

Omgaan met openbaarheid van inspectieresultaten Een lidbedrijf schetst op welke wijze het omgaat met ‘openbaarheid van inspectieresul-taten’, een trend die steeds vaker opgeld doet in overheidsland.

ISO 14001 en 19600Dick Hortensius (NEN) heeft de ontwikkeling van de ISO 14001-norm (milieumanagement) gevolgd en heeft in Nederland de stakeholders gecoördineerd die zich bezighielden met her-ziening van de norm. René Dijkmans (SABIC) is specialist op ISO 19600 (compliance manage-ment). Dick en René leiden de aanwezigen door de nieuwe normen.

En zwaar milieu incident?Wat voor impact heeft een zwaar milieu-inci-dent op de bedrijfsvoering? Edwin de Roij (VNCI) weet uit ervaring wat er dan op je afkomt.

aanMeldenDe VNCI Milieudag 2015 vindt plaats op 25 maart in de Jaarbeurs Utrecht (Beatrixge-bouw) en is bedoeld voor milieucoördinatoren van VNCI-lidbedrijven. Aanmelden: www.vnci.nl/nieuws/evenementenMeer info: N. Dijkhuizen, [email protected], 070 3378744

februari 2015 Chemie Magazine 27

CM1502_26-27_J_Milieudag.indd 27 12-02-15 16:19

Page 28: Chemie Magazine februari 2015

Ieder jaar stappen wereldwijd duizenden mensen uit hun auto na een botsing die hun zonder airbag het leven gekost zou heb-ben. Vooral in combinatie met autogordels helpt de ‘plofzak’ op grote schaal dodelijke verwon-dingen te voorkomen. Razend-snelle chemie speelt daarbij een cruciale rol. Een airbag signa-leert, reageert en beschermt in minder dan de helft van de tijd die het je kost om met je ogen te knipperen.

De levensreddende werking begint bij de sensoren in de buurt van de bumper (en bij zij-airbags ook aan die kant van de auto). Ze registreren voortdurend de bewe-ging van de auto en signaleren plotselinge, buitensporige vertra-gingen. Het zijn micro-elektrome-chanische systemen uit silicium, gefabriceerd met technologie uit de wereld van de elektronica. Chemische processen als fotoli-thografi e en etsen spelen daarbij een belangrijke rol (microbewer-ken van silicium levert niet alleen airbagsensoren op, maar ook bewegingssensoren voor spel-computer of smartphone).

Het duurt ongeveer 20 millisecon-den (ms) voordat een airbagsen-sor de ernst van de botsing vast-stelt. Dan krijgt de plofzak het signaal ‘kom in actie!’ Vervolgens is er geen tijd meer te verliezen.

Explosieve chemie zorgt razend-snel voor de productie van tiental-len liters stikstofgas. Dit gas is veilig; stikstof vormt immers ook het hoofdbestanddeel van de lucht die we inademen. Bovendien is stikstof chemisch gezien uiterst stabiel. Daardoor hebben veel stikstofhoudende verbindingen de neiging uit elkaar te vallen tot stikstofgas. Soms gaat dat uit elkaar vallen bijna vanzelf, zoals bij nitroglycerine in dynamiet. De stoffen in de airbag (natriumazide, nitroguanidine of ammoniumnitraat, met hulpstof-fen) zijn van zichzelf veel stabieler en hebben een ‘zetje’ nodig. Een vonk maakt de gebonden stikstof vrij. En dan gebeurt het: het gas spuit met grote kracht de zak in, die met een snelheid van zo’n 300 kilometer per uur richting bestuurder ploft.

De zak is geweven uit nylon, een lichte maar sterke synthetische vezel die gemakkelijk energie opneemt en zo de plofkracht dempt. Talkpoeder, dat het uitvou-wen vergemakkelijkt, schiet als een witte mist de auto in. Binnen 40 milliseconden is de zak vol, precies op tijd om het weerloze hoofd op te vangen. Als een veilig kussen, omdat de stikstof via gaten aan de achterzijde weer uit de zak verdwijnt. Binnen 60 mil-liseconden is zo een leven gered. Lang leve de chemie! p

BINNEN60 MS EEN LEVEN GERED

DE CHEMIE VAN DE AIRBAG

28 Chemie Magazine februari 2015

CM1502_28-29_L_Wetenswaardig.indd 28 12-02-15 15:58

Page 29: Chemie Magazine februari 2015

Wetenswaardig

fo

to: h

ol

la

nd

se

ho

og

te

februari 2015 Chemie Magazine 29

CM1502_28-29_L_Wetenswaardig.indd 29 12-02-15 15:58

Page 30: Chemie Magazine februari 2015

sTarTerslening voor achT BelofTevolle sTarT-uPs

OPSTAP NAAR COMMERCIEEL SUCCES 3D-printerafval dat weer een

grondstof wordt. live meekij-ken met eiwitten en DnA. en een pleister die pijnloos medi-cijnen toedient. Dit en meer wordt mogelijk door de star-tersleningen van de overheid voor universitaire start-ups. Tekst: Inge Janse

A cht universitaire start-ups kregen half januari goed nieuws te horen van staats-secretaris Sander Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zij ontvangen een starterslening van 250.000 euro om

hun plannen verder te realiseren. De ministeries van OCW en EZ denken dat deze bedrijven wetenschappe-lijke kennis om kunnen zetten in commercieel succes, en helpen daar graag een handje bij. Uit de keuze van de winnende start-ups-projecten blijkt dat chemie een belangrijke rol speelt voor innovatief Nederland. Drie voorbeelden.

30 Chemie Magazine februari 2015

CM1502_30-32_X_Startups.indd 30 12-02-15 16:19

Page 31: Chemie Magazine februari 2015

Innovatie

Mylife TechnologiesBeteR en piJnvRiJ pRiKKenAls het aan Pieter Jan Vos ligt, is over een aantal jaar de tijd voorbij dat een vaccinatieprik of suikerspuit pijn doet. Onder de noemer MyLife Technologies (een spin-off van de Universiteit Twente) ontwikkelen de CEO en zijn drie collega’s een pleister met minuscule naalden die het medicijn pijnloos in de huid aanbrengen. De star-terslening is bedoeld om deze pleister te ontwikkelen, maar volgens Vos is dit slechts één van de vele moge-lijkheden die de onderliggende technologie mogelijk

maakt. Die techniek bestaat uit een klein keramisch plaatje waarop per vierkante centimeter tientallen tot honderden micronaalden zitten. Deze bevatten poriën van tientallen nanometers groot met daarin het gewenste geneesmiddel. Vos benadrukt dat de huid een prachtig orgaan kan zijn om geneesmiddelen in toe te dienen, vooral vaccins. “De micronaalden zijn enkele honderden micrometers lang. Zo overbruggen zij de barrière van de buitenste huidlaag en reiken zij tot in de dermis en epidermis. Hier bevinden zich de cellen die een cruciale rol spelen in de afweerreactie van het lichaam.” Deze ideale toedieningsplek betekent waar-schijnlijk ook dat vaccins effectiever werken, waardoor lagere doses nodig zijn. Ook kan het ervoor zorgen dat eerder afgeschreven vaccins alsnog goed blijken te werken, aangezien ze op deze plek meer effect sorte-ren. Een ander groot voordeel is dat de naalden waar-schijnlijk geen pijn doen, wat ideaal is voor mensen met needle phobia. Minder weerstand betekent dat meer mensen zich sneller preventief laten vaccineren, bij-voorbeeld jonge meisjes tegen baarmoederhalskanker. Daarnaast is zelf medicijnen inspuiten niet voor ieder-een weggelegd, terwijl de pleister door veel mensen probleemloos aangebracht kan worden.Met de starterslening wil het bedrijf via een proof of con-cept-studie aantonen dat de techniek werkt. “Zo laten we zien dat toediening in de epidermis betrouwbaar en reproduceerbaar is. Dat traject vormt de laatste stap voordat we in een kliniek kunnen gaan testen op men-sen. Zo verwachten we farmaceutische bedrijven te interesseren voor gezamenlijke verdere ontwikkeling.” e

‘ We verwachten farmaceutische bedrijven te interesseren’

3DPPM 3D-pRinteRs voeDen Met AFvAlMet slechts drie man vast in dienst wil 3DPPM uit Eindhoven een groots ding doen: restafval van 3D-printers opwerken tot nieuwe grondstof. Dat klinkt triviaal, maar bij het zogeheten Selective Laser Sintering (SLS, wereldwijd de meest gebruikte indus-triële methode) blijft maar liefst 90 procent van de nylon grondstof ongebruikt over. Doodzonde, vindt CEO en business developer Olaf van Duren. Gelukkig kan 3DPPM via een chemisch proces van eigen recep-tuur deze berg stof omzetten in direct herbruikbaar nylon. Zijn collega-oprichter Ferdi Verboom kwam op het idee voor het proces tijdens zijn studie chemische technologie aan de TU Eindhoven. Van Duren legt uit hoe het werkt: “Bij SLS leg je een laag heel fi jn kunst-stof poeder neer, waarna je met een laser de deeltjes aan elkaar sintert. Elke keer volgt er een nieuwe laag poeder en zo bouw je een product. Al het poeder dat niet gebruikt is, is door de hitte in de printer veran-derd en daarom niet direct herbruikbaar. Wij hebben een proces ontwikkeld dat dit afvalmateriaal opwerkt zodat het alsnog weer bruikbaar is voor dezelfde 3D-printer.”De starterslening gebruikt 3DPPM om het chemische proces zo te verbeteren dat de opgewerkte nylon van constante en gewenste kwaliteit is. Lukt dat, dan kan

het bedrijf geld gaan verdienen, weet de CEO. “Wij willen onze technologie inzetten als betaalde dienst voor klanten die een 3D-printerpark hebben. Wij halen daar het afvalpoeder op, behandelen het en brengen het terug als grondstof.”3DPPM verwacht met zijn technologie de opkomst van 3D-printers te faciliteren, zegt Van Duren. “De mate-riaalkosten voor deze printers zijn hoog in vergelijking met die voor traditionele fabricagetechnieken. Door restafval op te werken zorg je voor lagere kosten, waardoor de prijs van 3D-producten voor de consu-ment omlaag gaat. Hierdoor gaan de volumes omhoog en groeit de markt. Zo dragen wij ons steen-tje bij aan de revolutie van de 3D-printermarkt.”

‘ Door restafval op te werken zorg je voor lagere kosten’

februari 2015 Chemie Magazine 31

CM1502_30-32_X_Startups.indd 31 12-02-15 16:19

Page 32: Chemie Magazine februari 2015

De overige vijf winnaars

solarswing energyDeze start-up van de Radboud Universiteit biedt transparante, energie-opwekkende zonwering voor in glazen gevels en over-kappingen. Hierdoor komt er meer licht binnen én is er min-der energie nodig om airco’s te laten draaien. Het eerste wer-kende prototype verschijnt deze zomer.

arTPreD Een door onderzoekers van het Erasmus MC ontdekte methode maakt het mogelijk om via een urinetest te bepalen of een ivf-behandeling gaat werken, iets wat voorheen veel lastiger was. ARTPred gebruikt de lening om op grotere schaal te testen of de methode écht goed werkt.

nerDalize sTarT-uP Bij de Rijksuniversiteit Gronin-gen zijn wetenschappers op het idee gekomen om de koelbe-hoefte van grote rekencentra te combineren met de verwarming van huizen. De start-up wil de computers bij burgers neerzet-ten om tegelijkertijd te ‘data crunchen’ én het huis te ver-warmen.

oncoDrone Een in het Radboudumc ontwik-kelde stof kan de ontwikkeling van prostaat- en borstkanker-cellen tot gevaarlijke uitzaai-ende eenheden afremmen. Oncodrone zet het geld in om meer te weten te komen over het gedrag en de giftigheid van de stof.

MaDaM TheraPeuTics Nieuwe inzichten van het LUMC en AMC bieden mogelijkheden om resistent geworden bacte-riën alsnog aan te pakken. Madam Therapeutics gebruikt een kunstmatige peptide die bacteriën en schimmels kan doden of inactiveren. De finan-ciering dient voor klinische stu-dies naar de bestrijding van de MSRA-ziekenhuisbacterie.

luMicks live zicht op hoe eiwitten DnA AAntAstenLumicks groeit hard, vertelt directeur Olivier Heyning. “Vorig jaar waren we met z’n vieren, nu met zeven, en bin-nenkort met negen à tien man.” De reden: er is veel animo vanuit de markt voor de microscoop die de spin-off van de Vrije Universiteit in Amsterdam maakt. “Topinstituten uit de hele wereld tonen interesse.” Die komt niet uit de lucht vallen. Lumicks maakt namelijk de eerste microscoop ter wereld die live de interactie laat zien tussen DNA en mole-culen. Om dat te realiseren, wordt DNA op kleine glazen bolletjes vastgezet. Een vloeistofstroom zorgt ervoor dat eiwitten langskomen en op het DNA inwerken, waarna de onderzoeker met een optische pincet het beweeglijke DNA goed in beeld kan krijgen. Die methode is cruciaal om beter te begrijpen hoe bijvoor-beeld kanker ontstaat. Huidige technieken zoals elektro-nenmicroscopie leveren onderzoekers enkel statische beelden van het proces. Heyning, trots: “Onze microscoop kan wél live beelden maken. Geen enkele andere partij heeft dit zo goed werkend gekregen. De microscoop heeft daarom ook veel belangrijke wetenschappelijke publica-ties opgeleverd.”Met de inzichten die de Lumicks-microscopen bieden, kunnen ook veel betere medicijnen ontwikkeld worden voor ziekten die via het DNA ontstaan, zoals kanker, alz-heimer en tuberculose. Bovendien kan de techniek ook eigenschappen in kaart brengen van de filamenten die een cel zijn structuur geven. Omdat de techniek net nieuw is, vindt Heyning het lastig om in te schatten voor welke vel-den Lumicks verder een rol gaat spelen. “Maar het spreekt voor zich dat de techniek heel breed heel belang-rijk gaat zijn.” De starterslening van 250.000 euro is voor de start-up een mooi bedrag om een demonstratie-apparaat te bouwen, want de ontwikkeling en productie zijn bijzonder kostbaar. Niettemin zoekt de directeur al naar nieuw geld. “Het op de markt zetten van de microscoop is een heel erg dure fase, daar heb je al snel zo’n 2 miljoen euro voor nodig. Europese investeerders zijn alleen heel erg conservatief. Er moet voldoende bewijs zijn voordat zij instappen. Daar kan de overheid bij helpen.” p

‘ Het op de markt zetten van de microscoop is een heel erg dure fase’

32 Chemie Magazine februari 2015

CM1502_30-32_X_Startups.indd 32 12-02-15 16:19

Page 33: Chemie Magazine februari 2015

Havep moet je hebben...

Bescherming

Draagcomfort

Duurzaam

Visitekaartje voor bedrijf

TEL MAAR OP!

Visitekaartje voor bedrijf

T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E [email protected]

JohnSenior operator

PaulShiftleader

MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN ?KIJK OP WWW.HAVEP.COM/CHEMIE

Voor ons is er geen twijfel

mogelijk als het om werkkleding

gaat. Wij werken er elke dag in,

dus wij weten waar we het over

hebben. Als je alle kwaliteiten

van HaVeP bij elkaar optelt en

je kijkt ook naar prijs, service

en levering, kom je tot maar één

conclusie: HaVeP moet je hebben.

APPR

OVED BY

PROFESSIONA

LS

Adv A4 Havep Chemie-2014-V1-II.indd 1 10-03-14 17:04501227_ADV.indd 33 13-02-15 11:00

Page 34: Chemie Magazine februari 2015

Willem Sederel, voorzitter BBP: momentum groene chemie Benutten

‘ Suikerbieten zijn nog maar het begin’

Fo

to: j

er

oe

n m

oe

rd

ijk

Willem Sederel: ‘De studie van Deloitte heeft zonneklaar duidelijk gemaakt dat voor bio-massa een redelijke grondstofpositie beschik-baar kan zijn op basis van suikerbieten.’

34 Chemie Magazine februari 2015

CM1502_34-37_Willem Sederel2.indd 34 12-02-15 16:19

Page 35: Chemie Magazine februari 2015

Biobased

De suikerbietenstudie van Deloitte heeft volgens Willem Sederel, de nieuwe voorzitter van het Biorenewables Business Platform, een ‘window of opportu-nity’ gecreëerd voor de biogeba-seerde economie. nederland heeft hierin sterke troefkaarten in handen. “het doel is nu om een commerciële en dus winstge-vende bioraffinage-installatie gefinancierd te krijgen.”Tekst: Henk Engelenburg

W illem Sederel, voorzitter van Biobased Delta in Zuidwest-Nederland, is sinds 1 januari ook voorzitter van het landelijke Biorenewables Business Platform (BBP). Dit platform moet de biogeba-

seerde economie in Nederland stimuleren, waarbij de vervanging van fossiele grondstoffen en het benutten van kansen voor bedrijven hand in hand gaan.De nieuwbakken BBP-voorzitter Sederel heeft zijn loopbaan achter de rug bij onder meer Sabic en General Electric, maar is nu – op 64-jarige leeftijd – nog lang niet uitgewerkt. “Ik ging begin vorig jaar met vervroegd pensioen, maar ik werk nu nog evenveel. Met de bioge-baseerde economie is mijn hobby mijn werk geworden. Bovendien trek ik nu veel met jongelui op, dat is verfris-send en het houdt me jong.”

Zijn die twee bestuursfuncties wel te combineren?“Om conflicterende belangen te vermijden tussen beide organisaties neemt Rop Zoetemeyer, momenteel vice-voorzitter van Biobased Delta, eind dit jaar de voorzit-tershamer over. Ik word bij Biobased Delta gewoon bestuurslid en ik zal mijn profiel in Zuidwest-Nederland sterk verminderen om via het Biorenewables Business Platform een nationale rol te vervullen en geloofwaar-dig te zijn voor alle regio’s in Nederland.”

Is de algemene opinie nog vooral sceptisch over de groene chemie?“Biobased Delta, waarin Zeeland, Brabant en nader-hand ook Zuid-Holland samenwerken, heeft veel werk verzet om scherper te krijgen hoe de grootchemie kan verduurzamen. Daarnaast zijn er vele initiatieven in het midden- en kleinbedrijf met natuurlijke vezels, algen en wieren. Allemaal nuttig, maar iedereen beseft dat de chemie het daarmee niet gaat redden. De studie van Deloitte van het afgelopen najaar heeft echter een omslag teweeggebracht. De studie heeft zonneklaar duidelijk gemaakt dat voor biomassa een redelijke grondstofpositie beschikbaar kan zijn op basis van sui-kerbieten.”

Moet dan de hele bedrijfstak op suikerbieten gaan draaien?“Suikerbieten zijn nog maar het begin. Bij de chemie kun je niet met één grondstof aankomen. De chemie heeft een broertje dood aan volatiliteit en verlangt voor alles leveringszekerheid. De bedrijven willen liefst ook grondstoffen die als een commodity aan een markt genoteerd staan en waarvan de noteringen met andere grondstoffen kunnen worden vergeleken. Daarom maken we naast de suikerbieten ook serieus werk van grootschalige bioraffinage op basis van houtpellets (houtkorrels en -snippers, red.). We hebben daar het afgelopen jaar op gestudeerd, we zijn druk bezig met het uitrekenen en het raakt redelijk uitgekristalliseerd.”

Wat vindt u van de miljardensteun in Nederland voor bij- en meestook van houtsnippers in energiecentrales?“Houtpellets als bij- en meestook voor energiecentra-les ter vermindering van de CO2-uitstoot is een tussen-oplossing. Accepteer het als een transitiescenario. Je kunt niet in één keer een slag maken van de laagwaar-digste naar de hoogwaardigste vormen van bioraffi-nage, de zogenoemde cascadering. We moeten eerst een platform creëren door de grote stromen houtpel-lets te kennen, te beheersen en de logistieke systemen beschikbaar te krijgen. Om cellulose uit hout te winnen, is grootschalige import van duurzaam geproduceerde houtpellets nodig uit verschillende delen van de wereld. De logistieke platforms van de havens spelen hier een grote rol in. Je zult zien dat die in vijf tot tien jaar een transitie maken van fossiel naar biogebaseerd. Als dat platform is ontwikkeld, kun je cascadering toepassen, bijvoorbeeld door te beginnen de lignine in het hout in te zetten als een waardevolle biomassa.”

Wat is uw standpunt over het stimuleren van het gebruik van biomassa als grondstof?“Het ministerie van Economische Zaken staat nu open voor businesscases, daar kan de industrie dus mee komen. Dat is beter dan eerst allerlei principiële dis-cussies te gaan voeren. De discussie gaat momenteel over duurzaam gecertificeerd hout uit Noord-Amerika en Canada. Om dat rond te krijgen moeten we er effort insteken en niet accepteren dat het niet meteen moge-lijk is. Wellicht is het een goed idee om de vraag van

februari 2015 Chemie Magazine 35

CM1502_34-37_Willem Sederel2.indd 35 12-02-15 16:19

Page 36: Chemie Magazine februari 2015

biobaSed delta Binnen Biobased delta werken multinationals, het mkb, overheden en kennisinstellingen uit Zuidwest-nederland aan de biobased economy. die regio is koploper op dit gebied. er is een grote agro- en chemiesec-tor, daarnaast ligt Zuidwest-nederland gunstig op de as Antwerpen-rotterdam en zijn er verschillende diepzeehavens aanwezig. dit alles maakt van Biobased delta een ondernemende, onderscheidende en toepassingsgerichte regio. Bundeling van de aanwezige krachten zorgt voor groei van de biogebaseerde economie.

‘Bij chemie kun je niet met één grondstof aankomen. Daarom maken we ook serieus werk van bioraffinage op basis van houtpellets’

zijn nog te veel twee aparte werelden, terwijl perfecte verbindingen mogelijk zijn. De biotech kan met zijn fer-mentatietechnieken met enzymen en micro-organis-men verbindingen maken met de chemie die kunnen leiden tot nieuwe waardeketens met producten met een hoge toegevoegde waarde. Ook het ontsluiten van bio-massa door cellulose te hydrolyseren naar suikers gebeurt enzymatisch. Voor het fermenteren van hout-pellets zitten we echter te wachten op minder gevoelige micro-organismen, die een hydrolysaat en de lignine kunnen omzetten. Het onderzoek richt zich daar nu op.Daarnaast heeft duurzame bedrijvigheid vooral ook grootschaligheid nodig. Er gebeurt nu veel goed werk op pilot- en demonstratieschaal, maar de commerciële duurzame productie, zoals van barnsteenzuur en zelfs bio-ethanol, is met 200.000 ton nog maar bescheiden van omvang binnen de chemie. Dat fors verder brengen is een grote uitdaging voor de komende jaren.”

Er is ook veel kapitaal nodig om de groene chemie van de grond te krijgen?“Om de suikerbietencase rond te rekenen moet je uit-gaan van een verwerkingscapaciteit van 1 miljoen ton suikers, afkomstig van 6 miljoen ton suikerbieten. Dat brengt voor de hele keten, dus inclusief de fabriek voor melkzuur, bio-ethanol en andere downstream fabrie-ken, ongeveer 1,5 miljard euro aan investeringen met zich mee. De geschatte hoeveelheid suiker die extra op de markt komt als effect van het vrijlaten van de suiker-prijzen in 2017, is berekend op 5 miljoen ton in Noord-west-Europa, waarvan Nederland wellicht 3 miljoen ton kan verwerken. Waarmee je komt op enkele miljarden euro’s aan benodigd investeringskapitaal.Biomassa uit hout laat zich minder gemakkelijk winnen. Je moet hout door middel van stoom opblazen om de bestanddelen te scheiden. Er moet dus veel energie in. Tegenover 1 miljoen ton aan droge biomassa staat een investering van 1 miljard euro voor de bioraffinage en de downstream waardeketen.Dan heb je nog het hele opschalingsproces. Bioraffinage gebeurt momenteel in fabrieken met een capaciteit van maximaal 200.000 ton, maar je zou naar 2 miljoen ton willen en liefst zelfs 4 miljoen ton, de omvang waarmee de grootste papierfabrieken draaien. Al met al belopen de investeringskosten van het cluster circa 800 miljoen euro, namelijk 200 tot 250 miljoen voor bioraffinage, 400 miljoen voor de 400.000 ton suikers naar melkzuur, bio-

Nederland, België, Denemarken en Duitsland naar gecertificeerd hout te bundelen, omdat je de leveran-ciers dan vanuit een groter cluster benadert.”

Wat is de huidige stand van zaken in de biogebaseerde economie?“Lokaal en regionaal bruist het van de initiatieven. Zoals proeven met biogebaseerde bitumen, vangrails, verpak-kingen, koppelingen tussen chemie en glastuinbouw, energie uit reststromen. De totale bijdrage is nog bescheiden, maar vergeet niet dat het gaat om toepas-singen, gericht op de korte termijn en dicht op de markt.Daarnaast is er de agenda van de grote chemie. Daar zijn we volop aan het rekenen. We trekken immers een grote broek aan. Ik weet hoe ongelooflijk efficiënt de Europese chemie is georganiseerd, met zijn geoptimali-seerde logistiek waarbij bedrijven elkaar over de schut-ting beleveren en onderling verbonden zijn met pijplei-dingen. Punt is dat alle grote bedrijven begrijpen dat ze richting duurzaamheid moeten bewegen, maar wie zet de eerste stap? De chemie is van nature heel voorzich-tig. Veiligheid, risicomanagement en vertrouwen staan voorop.”

De Commissie Corbey stelt dat de tijd van veel praten voorbij is. Dat er nu concrete stappen moeten worden gezet. Wat vindt u?“Eens. De suikerbietenstudie heeft een momentum gecreëerd, een window of opportunity. Er is gevoel van urgentie om in elk geval de komende paar jaar een aan-tal grote businesscases uit te werken en te laten landen. Maar dan moet een aantal zaken worden aangepakt. Er moet meer gestuurd worden op het verbinden van industriële biotechnologie en klassieke katalyse. Het

36 Chemie Magazine februari 2015

CM1502_34-37_Willem Sederel2.indd 36 12-02-15 16:19

Page 37: Chemie Magazine februari 2015

bioreneWableS buSineSS Platform Het Biorenewables Business Platform (BBP) stimuleert een duurzame ontwikkeling van de biobased economy in nederland, waarbij de ver-vanging van fossiele grondstoffen en het benutten van kansen voor het bedrijfsleven samengaan. Het streven is een vervanging van minimaal 30 procent van de behoefte aan fossiele bronnen door groene grond-stoffen in 2050. om dit te realiseren richt het platform zich op het iden-tificeren en aanjagen van biobased business-initiatieven met een toe-gevoegde waarde voor de nederlandse economie en op het scheppen van de juiste kaders hiervoor.

ethanol en andere (fermentatie)producten, plus nog eens 150 tot 200 miljoen euro voor de 400.000 ton lignine die wordt verwaard.”

Waar moet al dat kapitaal vandaan komen?“Voor de grootschalige demonstratieprojecten zou de overheid moeten helpen om de eerste stappen te zetten, bijvoorbeeld met investeringssubsidies. Verder kijken we naar Europees geld. Voorop staat dat de chemiebe-drijven die ten minste Europees opereren, zullen moe-ten gaan investeren. Echter op voorwaarde dat er eerst een goede balans is tussen risico’s en proposities. Het is daarbij reëel om verscheidene scenario’s door te reke-nen. Ik heb zelf 30 tot 35 jaar in chemiefabrieken gewerkt en de ervaring leert dat het nooit meezit. Dat geldt natuurlijk ook voor de businesscases voor duur-zaamheid. Je kunt er bijvoorbeeld van uitgaan dat de vraag naar houtsnippers gaat stijgen en de prijs daar-mee zeker 30 tot 50 procent. Blijven de businesscases bij die prijzen nog overeind? Daar moeten we nu al reke-ning mee houden.” De suikerbieten gaan als speerpunt functioneren?“Inderdaad. Als in 2017 de quota voor suikers verdwij-nen, heeft Nederland sterke troefkaarten om met sui-ker een belangrijke positie op te bouwen in Noordwest-Europa. In het buitenland is de opbrengst aan suikerbieten gemiddeld 4 ton per hectare. Onze boeren halen door de vruchtbare bodem, het beste zaad en de uitstekende teelttechnieken gemiddeld 16 ton. De beste boeren zitten boven de 20 ton en gaan naar 25 ton per hectare. Wij halen 2,5 pak suiker uit elke vierkante meter en kunnen dan ook de goedkoopste suiker ter wereld gaan maken. Als we erin slagen om dat grote potentieel aan suiker beschikbaar te maken, kunnen de kosten concurreren op wereldmarktprijs.

Biobased

Fo

to: j

er

oe

n m

oe

rd

ijk

Het doel is nu om vanuit de vraagkant een commerciële en dus winstgevende bioraffinage-installatie gefinan-cierd te krijgen. We denken aan een publiek-privaat consortium en financiering door een bank, wellicht een pensioenfonds.We zijn nu bezig om partijen hiervoor op te lijnen, te beginnen om contracten aan te gaan voor 200.000 ton suiker, zodat ze daar hun eigen ding mee kunnen doen. Dan heb je concrete business, dan weet je hoe groot de bioraffinage uiteindelijk moet zijn en dan kun je met de energiesector gaan praten over de afname van lignine. Omdat daar in het bioraffinageproces door suikerwin-ning veel zuurstof uit gehaald is, heeft de lignine een hogere verbrandingswaarde. Ze krijgen dan in plaats van houtsnippers lignine om bij te stoken.Omdat de marge toeneemt naarmate je verder de keten ingaat, wil men doorgaans liever downstream investe-ren in plaats van upstream. Vandaar dat we álle partijen proberen te betrekken. Dus behalve chemiebedrijven ook havenbedrijven, de leveranciers van biomassa en ook de energiecentrales."

februari 2015 Chemie Magazine 37

CM1502_34-37_Willem Sederel2.indd 37 12-02-15 16:19

Page 38: Chemie Magazine februari 2015

38 Chemie Magazine februari 2015

miek. Vooral in de gezondheidszorg zijn al toepassingen te vinden. Een van de meest succesvolle is het kleine gehoorapparaat voor in het oor. Het rolt op maat uit de 3D-prin-ter, na een scan van oor en gehoor-gang. En sensationeel was de opera-tie dit jaar in het UMC Utrecht waarbij een Nederlandse vrouw een geprinte kunstschedel kreeg. Haar eigen schedel werd door een zeld-zame botaandoening steeds dikker.

Nadelen3D-print-futuristen voorzien niet alleen geprinte huisraad, gadgets en protheses, maar ook geprinte kunst-organen en vliegtuigen met panora-madak dankzij een geprint kunststof skelet. Sommige 3D-goeroes voor-spellen zelfs een industriële revolu-tie dankzij de 3D-printer. Zij stellen dat fabrieken zullen verdwijnen omdat straks iedereen een eigen minifabriek bezit.Zeg nooit nooit, maar de techniek heeft een aantal fundamentele en praktische nadelen die dit onwaar-schijnlijk maken. Bij 3D-printen is het bijvoorbeeld kiezen tussen reso-lutie en snelheid. Wie een product wil met een glad, streeploos opper-vlak, of fi jne details, moet zeer dunne laagjes printen. Dat gaat langzaam. Op een hip smartphone-hoesje staat een thuisprinter al snel

NIEUWE PRODUCTIETECHNIEK VINDT WEG NAAR CHEMIE

3D-PrINTeN: HYPe ÉN KaNS3D-printen is een ware hype. Maar de productie techniek biedt ook serieus nieuwe mogelijkheden. Complexe warmtewis- selaars maken uit één stuk, bijvoorbeeld. En een nieuwe afzetmarkt voor kunststoffen.Tekst: Marga van Zundert

 Dooreengevlochten buizen, een bol in een bol, een buis in een buis, of een compleet scharnier –complexe vormen zijn

met een 3D-printer veel eenvoudi-ger te creëren, vaak in één stuk. Dankzij die mogelijkheid om ‘onmo-gelijke vormen’ te maken is de 3D-printer razendsnel het favoriete gereedschap geworden van kunste-naars, designers en hobbyisten. Want een mal, gietvorm of urenlang precisie frezen, schaven en vijlen is niet langer nodig.Inmiddels is er geen beurs of tech-niekfestival meer waar de bezoeker niet een vrolijk spuitende 3D-printer tegenkomt. Geen techniekblad waar het woord 3D-printen niet in valt. Catchy foto’s helpen een handje mee: miniatuurbeeldjes van de koninklijke familie in Madurodam, een stoel in vijftig puzzelstukjes, krullerige lampenkappen en smart-phonehoesjes. Ook exotische of ver-ontrustende toepassingen halen het nieuws, zoals de geprinte pizza, een pistool uit de printer en het Amster-damse project om een compleet grachtenpand te printen.Maar naast alle kunstige gadgets zijn er ook serieuze toepassingen. Want 3D-printers printen niet alleen huis-tuin-en-keuken-kunststof, maar ook metaal, nylon of kera-

UIt ÉÉn StUK D riemaal zo lang gaat de 3D-geprinte gasbrander mee die de Leuvense start-up Layerwise ontwierp voor lampenfabrikant Havells-Sylvania. De brander bestaat uit één stuk terwijl het oude model meer dan twintig onderdelen telde. De langere levensduur is te danken aan het integrale koelsysteem en het robuuste materiaal: een nikkelchroomlegering. De branders zijn 20 procent duurder in aanschaf, maar in gebruik 60 procent goedkoper dankzij minder onder-houd en langere levensduur. Pionier in metaalprinten Layerwise is vorig jaar overgenomen door het Ameri-kaanse 3D-Systems. Het bedrijf ontwikkelde bijvoor-beeld ook een compacte warmtewisselaar voor een klant in de chemiesector. Die bestaat uit minder dan tien in plaats van vierhonderd onderdelen.

CM1502_38-40_P_Innovatie-3Dprinting.indd 38 12-02-15 16:22

Page 39: Chemie Magazine februari 2015

februari 2015 Chemie Magazine 39

Innovatie

NIEUWE PRODUCTIETECHNIEK VINDT WEG NAAR CHEMIE

3D-PrINTeN: HYPe ÉN KaNStien uur te draaien. Dat betekent niet alleen een investering qua tijd, maar ook in energie.Materialen zijn geoptimaliseerd voor spuitgieten, frezen of andere ‘klas-sieke’ productietechnieken. Onder-zoek naar de beste materialen voor 3D-printen is nog net zo jong als de techniek zelf. Het aaneen smelten van dunne draden kunststof zorgt bijvoorbeeld voor een mindere ver-strengeling van de macromoleculen op de ‘raakvlakken’ dan in de kern van de draad: een fundamenteel verschil met spuitgieten. Ook bij het printen van metaal en keramiek is

WAt VInDEn DE DESKUnDIgEn?Paul Breedveld, hoogleraar biomedical engineering aan de TU Delft: “Ik ben enthousiast en kritisch tegelijk. 3D-printen gaat niet alles overnemen. Het wordt op dit moment heel erg gehypet. Computerge-stuurd frezen was een tijdje geleden ook in. Die technologie kreeg ook gewoon een plekje te midden van alle andere fabricagetechnieken.” Rob Snoeijs, CMO Layerwise 3DSystems in Leuven:“3D-printing is fundamenteel verschillend van bestaande methodes. De afgelopen jaren heeft de techniek achtereenvolgens zijn waarde bewezen in prototyping, fi jnmechanica, medische implantaten en elek-tronica. 2015 kan het jaar van de chemie worden.”Jeremy Rifkin, topeconoom, auteur van The third industrial revolution: “De millenniumgeneratie zal straks prima met de 3D-printer overweg kunnen. Ze zullen met hun eigen producten de maakindustrie ont-wrichten.”

e

De Nieuw-Zeelandse ontwerper Jake Evill Anno heeft een antwoord gevonden op de jeukende en stinkende gipsverban-den die voor vele kinder-trauma’s hebben gezorgd: het 3D-geprinte exoskelet Cortex. Het is opgebouwd uit glasvezel, is superlicht, recyclebaar, esthetisch én je kunt ermee onder de douche.

nIEUWE mAtErIALEn ABS, PLA en nylon zijn de meest gebruikte polymeren in kunst-stof 3D-printen. De materialen zijn nog nauwelijks geoptimali-seerd voor dit doeleinde. En de keuze aan materialen is nog beperkt. PET printen is bijvoor-beeld nog niet mogelijk omdat het smeltpunt hoger ligt dan de printkoppen aankunnen. Ook in krimpgedrag kunnen materialen worden verbeterd. Verder vraagt de markt om biobased, recycle-bare en composteerbare print-bare kunststoffen. De Eindhovense start-up 3DPPM werkt aan een businessplan om nylonpoeder uit de 3D-printer te kunnen recyclen. Nylonpoeder dat niet wordt uitgehard, kan niet puur herbruikt worden voor een volgend product. De kwaliteit van het printmateriaal neemt af door de warmte die vrijkomt tijdens het printproces. 3DPPM ontwikkelt een ‘verjongingskuur’ waardoor het nylonpoeder wel opnieuw gebruikt kan worden. “Recyclen betekent een enorme kostenbesparing”, aldus 3DPPM.

de structuur van het aaneen gesmolten materiaal op microni-veau anders. Met andere woorden: in kwaliteit moeten de producten nog worden geoptimaliseerd. Ten slotte is 3D-printen zeker nog geen kant-en-klaar-techniek. Een 3D-printer moet voor elk product specifi ek en met vakkennis worden ingesteld. In de praktijk is het dus veel mensenwerk en dus duur.

MarktkansenMaar ondanks de genoemde nade-len is 3D-printen ook in de industrie al niet meer weg te denken. In het

FO

TO: E

VIL

L D

ES

IGN

CM1502_38-40_P_Innovatie-3Dprinting.indd 39 12-02-15 16:22

Page 40: Chemie Magazine februari 2015

40 Chemie Magazine februari 2015

Een ‘klassieke’ microreactor bestaat uit vlakke kanalen in glas, vaak omgeven door een koelsysteem. Vloeiendere vor-men voorkomen dode hoeken en kunnen zorgen voor efficiëntere menging, reactie en koeling.

Admatec is een start-up in 3D-keramiekprinten, voortgeko-men uit een onderzoeksproject van keramiekspecialist Formatec en ECN. “De vormvrijheid van 3D-printen gecombineerd met keramiek dat bestendig is tegen hoge temperaturen en corrosieve stoffen, biedt veel perspectief voor microreactoren”, aldus het jonge bedrijf. Admatec is in gesprek met een bekend Nederlands chemiebe-drijf over verdere ontwikkeling.

maken van kunststof prototypes is 3D-printen zo snel en flexibel dat het de ‘strijd’ al gewonnen heeft. En voor unieke producten die op maat of naar persoonlijke smaak moeten worden gemaakt, is de 3D-printer vaak de snelste en ook goedkoopste optie. 3D-printen in metaal heeft nog een extra pluspunt. Er is aan-zienlijk gewicht te besparen dankzij de grote vormvrijheid voor ontwer-pers. Vooral de luchtvaartindustrie ziet hierdoor marktkansen. In 2013 won een Indonesische ingenieur een ontwerpwedstrijd van GM met een straalmotor die maar liefst 84 pro-cent lichter, maar even sterk en betrouwbaar is als het klassiek gefreesde model.

GeneeskundeSerieuzere toepassingen van 3D-printen beginnen hun weg ook te vinden in de geneeskunde. Gebits- implantaten en in ear-gehoorappa-raten worden op grote schaal geproduceerd met de 3D-printer. Lichtgewicht ‘gips’ (kunststof) met gaten is een nieuwe ontwikkeling. En pinnen en schroeven om een

Laagje voor Laagje3D-printen is het computergestuurd laagje voor laagje maken van een product. Dat voorwerp is ingescand of in een com-puterprogramma getekend (3D-model-ling). Waarna het mathematisch is opge-deeld in vele volume-elementen. De printer print deze elementen en ‘schrijft’ zo de contouren van het product. De bekendste 3D-printmethode is ‘draad-printen’. Een printerkop spuit dunne dra-den (in vaktermen: filamenten) van een materiaal met grote precisie op elkaar. Officiële namen zijn fused deposition moul-ding en fused filament fabrication. Het draadprinten is vooral bekend van thuis-printers en fablabs. Een grote industriële toepassing is rapid prototyping: het maken van een of enkele exemplaren van een nieuw of aangepast product. Groot voor-deel is dat er geen (dure) mal nodig is, en dat het prototype ter plekke kan worden gemaakt, getest en opnieuw verbeterd.De andere basistechniek in 3D-printen is het laagje voor laagje uitharden van een poeder of vloeistof. Selective laser sintering en digital light processing maken gebruik van (laser)licht om onder andere metaal-, keramiek- of nylonpoeder ‘aaneen te smelten’. Zodra een laagje is uitgehard, wordt een vers laagje poeder of vloeistof over de laag uitgespreid en op de juiste plek uitgehard. Ook kunststofharsen kun-nen op deze manier worden geprint met licht (stereolithografie).Overigens heet 3D-printen officieel addi-tive manufacturing (AM). Wat letterlijk ver-taald zoveel betekent als ‘maken door toevoeging’. De technologie is eind jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld in de VS vanuit de stereolithografie. Rond het jaar 2000 verschenen de eerste 3D-kunst-stofprinters, die de afgelopen jaren zijn doorgedrongen tot de fablabs, het tech-nieklokaal op school en de huiskamer. Deze printers, die vaak als zelfbouwpak-ket worden geleverd, hebben 3D-printen tot een ware hype gemaakt. Achter de schermen is vooral selective laser sintering doorontwikkeld voor industriële toepas-singen.

Innovatie

‘3D-printing is fundamenteel verschillend van bestaande methodes. 2015 kan het jaar van de chemie worden’

door scoliose gebogen ruggengraat te ondersteunen worden steeds vaker op maat geprint, voorafgaand aan de operatie. Wat heeft de 3D-printer de chemie te bieden? Rollen reactoren, pom-pen, kleppen en sensoren straks uit de printer? Print een analist zijn pipetten en of titerplaten in de toe-komst uit voor elk experiment? Wordt de chemie grootleverancier van printmaterialen? Een rondje chemiebedrijven en ingenieursbu-reaus bellen bewijst dat het zover nog lang niet is. Voor praktische voorbeelden van 3D-printen in de chemie moeten we nog bij start-ups zijn. Zij ontwerpen en printen bij-voorbeeld compacte, efficiënte warmtewisselaars in één stuk en ontwikkelen recyclebaar nylonpoe-der voor in de 3D-printer (zie kaders). De industriële revolutie is nog ver weg. Maar er is een zeer tot de ver-beelding sprekende productieme-thode toegevoegd aan het palet van de maakindustrie, waar ook de che-mische industrie haar voordeel mee zal doen. p

Draadprinten

EffIcIëntErE mEngIng

CM1502_38-40_P_Innovatie-3Dprinting.indd 40 12-02-15 16:22

Page 41: Chemie Magazine februari 2015

NETZSCH Pompen Nederland B.V

Tel.: +31 30 230 7160Fax: +31 30 230 [email protected]

Full Service in Place (FSIP)

Simple, fast service without dismantling

Replace lobes and seals in minutes Cartridge seal design for

maximum fl exibility Easy to clean, manually or

clean-in-place (CIP)

NETZSCH TORNADO® T2 Rotary Lobe Pumps

501227_ADV.indd 41 13-02-15 11:00

Page 42: Chemie Magazine februari 2015

VEMW VoorkoMt kostEnstijgingEn Voor industriE

Rekening niet dooRschuiven In 2014 wist de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) diverse kostenstijgingen voor haar leden te voorkomen. “Energiegebruikers krijgen vaak ten onrechte de rekening gepresenteerd”, zegt directeur Hans Grünfeld. Vier voorbeelden van VEMW-successen afgelopen jaar waar ook VNCI-leden van profiteren. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

Besparing op tarieven netBeheerHet Energieakkoord voorziet in de aanleg van grote windparken op zee, wat miljarden euro’s aan investerin-gen kost. TenneT, de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet, werd verantwoordelijk voor de aan-leg van de benodigde infrastructuur. Daardoor dreigden de kosten voor de aanleg van de infrastructuur van de windparken doorberekend te worden aan energieverbruikers door de tarieven fors te verhogen. “Onacceptabel”, stelt VEMW-direc-teur Hans Grünfeld. “Daarom heb-ben wij bij het ministerie van Econo-mische Zaken succesvol voor een andere oplossing gepleit. EZ over-weegt nu de investeringen voor de infrastructuur uit de Stimulerings-regeling Duurzame Energieproduc-tie te betalen. Een exorbitante kos-tenstijging voor onder meer de chemische industrie is daarmee afgewend.” Daarnaast toonde de Autoriteit Con-sument en Markt (ACM) zich in 2014 ontvankelijk voor het pleidooi van VEMW dat de tarieven van de net-werkbeheerders in de vorige peri-ode te hoog waren vastgesteld. Hierdoor dalen de TenneT-tarieven met zo’n 14 procent.

Boven-dien ver-dwijnt het systeemdien-stentarief en verrekenen netbe-heerders vanaf 2015 alle kosten via het transporttarief. Goed nieuws voor ondernemingen die zelf ener-gie opwekken met warmtekracht-koppeling-centrales (WKK), zoals Air Liquide. “Wij betalen straks een lager tarief”, stelt Jaap Oldenziel van Air Liquide. “Ook heeft VEMW een fikse verhoging van de Belas-ting op Leidingwater (BoL) voorko-men. Verder speelt de vereniging een belangrijke rol in discussies over de betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet. Vorig jaar is in juni door een fout van de netbeheerder 80 procent van de installaties in de Botlek uitgevallen. Air Liquide heeft hiervoor de wettelijk verplichte minimale schadevergoeding van 609 euro ontvangen. De werkelijke schade is natuurlijk veel hoger. Samen met VEMW werken wij eraan dat de netwerkbeheerder de fout erkent en overgaat tot een realisti-sche schadevergoeding.”

stRategische samenweRking

De VNCI heeft een strate-gisch samenwerkingsverband met VEMW voor het behartigen

van de belangen van VNCI-leden op het gebied van

energie en water.

Kosten trans-portzeKerheid verlaagdChemiebedrijven die gas verbrui-ken, willen uiteraard weten of er voldoende transportcapaciteit is om in hun toekomstige behoefte te voorzien. Daarom heeft VEMW zich hard gemaakt voor het veiligstellen van voldoende transportcapaciteit voor bedrijven die een directe aan-sluiting hebben op het landelijke gastransportnet, en dat zonder langjarige verplichtingen met Gas-unie Transport Services (GTS) aan te gaan. “GTS wilde in eerste instantie dat chemiebedrijven de gewenste transportcapaciteit vijf jaar vooruit zouden boeken. Maar dat kost veel

42 Chemie Magazine februari 2015

CM1502_42-43_Scorecard.indd 42 12-02-15 16:21

Page 43: Chemie Magazine februari 2015

Energie

geBreK aan inspraaK voorKomenVorig jaar is het ministerie van Economische Zaken gestart met de voorbereidingen voor een nieuwe Energiewet. Hierin worden de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet samen-gevoegd tot één nieuwe wet. Daarnaast wil de overheid de wetten stroomlijnen, optima-liseren en moderniseren (STROOM). VEMW kreeg het eerste concept afgelopen zomer voorgelegd. “Daar plaatsten wij nogal wat vraagtekens bij”, benadrukt Grünfeld. “Zo verdwenen allerlei rechten van afnemers, waaronder de mogelijkheid om inspraak te leveren bij beslissingen van netbeheerders. Gelukkig zijn veel geschrapte rechten van afnemers, waaronder het leveren van inspraak en de mogelijkheid van toetsing bij de rechter, dankzij onze inspanningen weer terug in het voorstel.” Een van de VNCI-leden die de ontwikkelin-gen met belangstelling volgen, is ESD-SIC. Joost Demmink, die bij het bedrijf werkt,

benadrukt dat het om complexe vraagstuk-ken gaat. Vraagstukken waarvan de techni-sche details zelfs voor een grootverbruiker als ESD-SIC moeilijk zijn te doorgronden. “Wij hebben een kleine staf en zijn daarom heel content met de belangenbehartiging van VEMW. Uiteraard vinden wij het een goede zaak dat het gebrek aan inspraak is opgelost en dat beroepsmogelijkheden tegen beslissingen van netbeheerders blij-ven bestaan.” Grünfeld stelt dat de kapitaalintensieve che-miebedrijven volledig blootstaan aan de grillen van de markt. “Daarom vinden wij het niet terecht dat energieproducenten of netbeheerders risico’s uit de weg gaan of deze proberen over te hevelen naar de ener-giegebruikers. Die krijgen vaak ten onrechte de rekening gepresenteerd. Dat is niet bevorderlijk voor de internationale concur-rentiepositie van onze leden.”

geen vergoeding voor instandhou-ding overcapaciteitDe opkomst van duurzame energie zorgt ervoor dat energieproducen-ten steeds vaker hun kolen- en gas-centrales uit moeten zetten. Toch wilden de producenten dat de markt een capaciteitstarief zou betalen om de installaties in stand te houden. Soms kan het immers gebeuren dat er niet genoeg wind of zon is om duurzame energie op te wekken. “Maar het is natuurlijk niet te verko-pen dat de afnemers moeten opdraaien voor verkeerde investe-ringskeuzes van de energieprodu-centen. Wanneer een chemiebedrijf te veel capaciteit heeft, kan het de kosten ook niet op zijn klanten ver-halen”, stelt Grünfeld. “Daarom hebben wij samen met onze leden nagedacht over een alternatief. Ook hebben we externe hulp ingeroepen. Vervolgens heeft VEWM met de leden een beleidsvisie opgesteld met zes noodzakelijke criteria waar-aan een marktmodel moet voldoen. Verder hebben wij steun gezocht bij andere partijen, zoals TenneT, het ministerie van Economische Zaken en ngo’s.” Inmiddels heeft VEMW volgens Grünfeld zo veel steun voor haar plannen gekregen dat de introductie van het capaciteitstarief (en daar-mee een capaciteitsmarkt) van de baan is. Energieproducenten krijgen dus geen vergoeding voor instand-houding van overcapaciteit. “Dat scheelt heel veel kosten voor de energiegebruikers. In het buiten-land hebben we gezien dat de intro-ductie van een capaciteitsmarkt kan leiden tot een extra toeslag van ongeveer 10 procent boven op de commodityprijs”, aldus de VEMW-directeur. p

geld en gaat ten koste van het werk-kapitaal van de ondernemingen”, licht Grünfeld toe. “Daarom hebben wij bij GTS met succes gepleit voor een andere oplossing. Chemiebe-drijven hoeven nu hun transportca-paciteit slechts voor één jaar vooruit te contracteren. Dat vertaalt zich in een reductie van de garantstelling met tienduizenden euro’s tot enkele tonnen per aansluiting op het lande-lijke net.” Air Products is een van de chemiebedrijven die hier direct voordeel van hebben, weet Andor Savelkouls van deze producent van industriële gassen. Hij benadrukt

dat zekerheid over de beschikbaar-heid van de benodigde transportca-paciteit van aardgas essentieel is om de fabrieken draaiende te hou-den. “Wanneer je een langjarige verplichting aangaat, moet je hier in de boeken geld voor reserveren. Dat kapitaal kun je niet voor andere doeleinden gebruiken, zoals inves-teringen in nieuwe projecten. Daar komt bij dat wij, net als andere che-miebedrijven, niet goed kunnen inschatten hoeveel product onze klanten in vijf jaar gaan afnemen. Maar voor één jaar is dat veel beter te doen”, concludeert hij.

‘ Het is natuurlijk niet te verkopen dat afnemers opdraaien voor verkeerde investeringskeuzes van energieproducenten’

februari 2015 Chemie Magazine 43

CM1502_42-43_Scorecard.indd 43 12-02-15 16:21

Page 44: Chemie Magazine februari 2015

ICL heeft eind januari in Amsterdam een nieuw Europees hoofdkantoor geopend. In de bijna 5500 vierkante meter kan-toorruimte naast het World Fashion Center in Amsterdam-Zuid komen ook de wereldwijde inkooporganisatie en het shared service-center. Gezamenlijk zijn de nieuwe activiteiten goed voor driehonderd arbeidsplaatsen.

ICL (Israel Chemicals Ltd) is met zijn internationale hoofdkantoor in Tel Aviv een beursgenoteerde multinational die kunstmest, metalen en materialen voor specifieke toepassingen ontwikkelt en produceert. De meeste klanten bevinden

zich in de landbouw en de voedingsindus-trie. Ook levert het bedrijf chemicaliën aan fabrikanten van brandwerende pro-ducten of producten met een bepaalde chemische samenstelling, zoals fosfaat-houdende verven en broomfilters om de kwikuitstoot van kolencentrales te beperken. In Nederland heeft ICL al ves-tigingen in Heerlen, Waardenburg, Ter-neuzen en Amsterdam.

“Al sinds de dagen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie is Amsterdam – is Nederland – een internationaal cen-trum van economische activiteit, met alles wat daarbij hoort: een hoge kwali-

teit van dienstverlening, uitstekende infrastructuur, hoogopgeleide vakmen-sen, een aantrekkelijke woonomgeving en nog veel meer”, aldus premier Rutte tijdens de openingshandeling, die hij ver-richtte samen met president en CEO Ste-fan Borgas. “Dat maakt ons aantrekkelijk als vestigingsplaats voor buitenlandse bedrijven. En andersom maken al die buitenlandse bedrijven onze open, inter-nationaal georiënteerde economie ook weer sterker en dynamischer.” Rutte feliciteerde ook de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), “dat hier een belangrijke rol in heeft gespeeld.” p

ICL opent europees hoofdkantoor In amsterdam

Fo

to: D

ing

en

a M

ol

/ H

ol

la

nD

se

Ho

og

te

44 Chemie Magazine februari 2015

CM1502_44-45_R-Uitgelicht.indd 44 12-02-15 15:58

Page 45: Chemie Magazine februari 2015

uitgelicht

Een medewerkster van ICL heeft een selfie gemaakt met premier Rutte tijdens de opening van het nieuwe Europese hoofdkantoor van ICL.

februari 2015 Chemie Magazine 45

CM1502_44-45_R-Uitgelicht.indd 45 12-02-15 15:58

Page 46: Chemie Magazine februari 2015

QCP wil ConCurreren oP kwaliteit én Prijsmet fabriek voor CirCulaire kunststof

Kunststofrecycling 2.0QCP gaat op Chemelot Industrial Park samen met leidende technologiepartners een nieuwe fabriek voor duurzame kunststof bouwen. Met het geavanceerde procedé voor het verwerken van kunststof afval mikt QCP op de automobiel-, de elektrotechnische en de verpakkingsindustrie. Tekst: Joost van Kasteren

bedraagt in eerste instantie 35.000 ton per jaar, maar moet in vijf jaar uitgroeien tot 100.000 ton en uitein-delijk, verwacht Meessen, naar het dubbele daarvan. “Scheiden aan de bron is belang-rijk”, stelt Marcel van Enckevort, account & application development manager van QCP. “Hoe eerder gescheiden, hoe beter de kwaliteit. Nagescheiden afval kunnen we ver-werken, maar het kost meer moeite om de gewenste specificaties te realiseren, met name met betrek-king tot geur.”

Betrouwbare leverancierAls gevolg van het Europese en Nederlandse afvalstoffenbeleid komt in de nabije toekomst steeds meer huishoudelijk afval beschik-baar, omdat storten van (plastic) afval verboden wordt en verbranden wordt ontmoedigd. Industrieel plas-tic afval is wat makkelijker in te zamelen en te verwerken dan huis-houdelijk afval, maar Meessen ver-

kwaliteit en op prijs.”Begin dit jaar ging de eerste spade de grond in op het terrein van Che-melot voor een fabriek waar poly-ethyleen en polypropyleen com-pounds gemaakt zullen worden op basis van ingezameld plastic van vooral huishoudens, in Nederland en omliggende landen. Volgens plan start de productie in het vierde kwartaal van dit jaar. De capaciteit van de volautomatische fabriek

‘W e willen circulaire kunststoffen naar the next level bren-gen”, zegt Huub Meessen, een van

de oprichters en CEO van QCP, Qua-lity Circular Polymers. “Geen regra-nulaat dat alleen maar bruikbaar is als grondstof voor bermpalen of bloembakken, maar secundaire kunststoffen die de concurrentie aankunnen met virgin materiaal. Op

Huub Meessen (l.) en Marcel van Enckevort op het terrein waar de fabriek gebouwd wordt.

46 Chemie Magazine februari 2015

CM1502_46-47_U_Kunstoffabriek.indd 46 12-02-15 15:58

Page 47: Chemie Magazine februari 2015

Duurzaamheid

Kunststofrecycling 2.0wacht dat daar steeds minder van beschikbaar komt de komende jaren, omdat de bedrijven het steeds meer zelf gaan inzetten.Het plastic afval wordt ingezameld en voorgesorteerd door SITA, speci-alist op het gebied van duurzame verwerking van ingezameld afval en een van de aandeelhouders van QCP. “Strategisch gezien heel belangrijk,” zegt Meessen, “want daardoor zijn we voor de aanvoer van onze grondstof niet afhankelijk van de grillen van de markt. Dat betekent dat we ook een betrouw-bare leverancier zullen zijn voor onze toekomstige afnemers, waar-onder een aantal grote internatio-nale bedrijven.”Voorgesorteerd polyethyleen en polypropyleen ‘afval’ komt straks in balen naar de fabriek in Geleen. Daar wordt het in eerste instantie verder verkleind en worden de laat-ste restjes niet-polyolefinen en andere ongerechtigheden verwij-derd. Vervolgens is het tijd de flakes

(snippers) te wassen met koud en warm water en zepen, en zo lijmres-ten en andere ongewenste stoffen te verwijderen. Meessen: “Die kunnen later problemen geven in het eind-product.”

Kleuren scheidenQCP scheidt de schone flakes op kleur met behulp van een CCD-lij-nencamera. Deze is gekoppeld aan een reeks openingen waar een luchtstroompje uit komt. In principe is het mogelijk om specifieke kleu-ren te scheiden. Van Enckevort: “Vooralsnog scheiden we de kunst-

‘Het is best snel gegaan’Afvalverwerker SITA is een van de aandeelhouders van QCP. Andere aandeelhouders zijn de oprichters: Huub Meessen, Marc Houtermans en Raf Bemelmans. Verder neemt het regionale ontwikkelingsfonds LIOF deel in het bedrijf, evenals Chemelot Ventures, waarin DSM, Rabo-bank, LIOF en de Provincie Limburg samenwerken. De firma Langen uit Elsloo financiert het gebouw, de Rabo-bank het vreemd vermogen. De investering in de eerste fase van de fabriek bedraagt 35 miljoen euro, een bedrag dat oploopt tot 75 miljoen in 2020 voor de geplande capaciteit van 100.000 ton kunststof per jaar. “Het heeft even geduurd voordat we alle partijen bij elkaar hadden”, zegt Meessen. “Het is natuurlijk crisis en bovendien heeft de recycling-business geen al te best imago. Toch is het best snel gegaan. Eind 2012 hebben we het plan opgeschreven. Daarna zijn we met EY (voor-heen Ernst & Young, red.) in mei 2013 de boer op gegaan om te zoeken naar investeerders. Aan het eind van dat jaar was het financiële plaatje rond en in april vorig jaar zijn we formeel van start gegaan. Dan krijg je natuurlijk allerlei praktische zaken, zoals het zoeken van een aan-nemer voor de bouw, het kiezen en aanschaffen van de verschillende machines en technische installaties, het vergunningentraject en wat er allemaal nog meer komt kijken bij de bouw van een fabriek.”

Hotspot cHemelotIn eerste instantie hadden de oprichters twee loca-ties op het oog: een in Genk (België) en Chemelot in Limburg. Dat de keus op de laatste locatie viel, had voor een deel te maken met logistieke overwegin-gen: het terrein is goed bereikbaar per rail, water en weg. Maar het had vooral te maken met het feit dat Chemelot zich heeft ontwikkeld tot een belang-rijke ‘polymeren-hotspot’ in Europa. Meessen: “Het is de concentratie van kennis en kunde, maar ook van laboratoria en andere voorzieningen, zoals een afvalwaterzuivering, die maken dat wij als het ware in een gespreid bed komen. Bovendien is er voldoende ruimte om te zijner tijd door te groeien naar 200.000 ton per jaar.”

‘ We zijn voor de aanvoer van onze grondstof niet afhankelijk van de grillen van de markt’

stof flakes in licht en donker. De lichte fractie kan bij onze klanten naar een veelvoud van kleuren wor-den bijgestuurd en de donkere frac-tie zal met name in toepassingen met grijs- en zwartkleuren worden gebruikt.”Vervolgens gaan de flakes in de eerste van twee extruders, die ze omsmelt, homogeniseert en de smelt filtreert. Omdat de menging onder vacuüm gebeurt, wordt de kunststof tegelijkertijd ontdaan van gassen en geurtjes. De tweede extruder ontgast de smelt nogmaals en ‘compoundeert’ die, waarbij er toeslagstoffen aan worden toege-voegd om aan de specificaties van de klant te kunnen voldoen. Mees-sen: “Met die compoundering zijn we vrij uniek in de wereld van circu-laire polymeren; de meeste bedrij-ven doen dat niet. Wij doen het wel om aan de eisen van de klant te vol-doen.”Met dit geavanceerde procedé voor het verwerken van kunststof afval mikt QCP op het hoge einde van de markt, dat wil zeggen de automo-bielindustrie, de elektrotechnische industrie en de verpakkingsindus-trie. “In principe is onze fabriek ook geschikt voor het produceren van grondstoffen voor voedselverpak-kingen”, besluit Meessen. p

FO

TO: J

OH

n K

LIJ

nE

n

februari 2015 Chemie Magazine 47

CM1502_46-47_U_Kunstoffabriek.indd 47 12-02-15 15:58

Page 48: Chemie Magazine februari 2015

BIOTECH CAMPUS DELFT (BIJNA) KLAAR VOOR BIOTECHNOLOGISCHE TOEKOMST

BioteCHnologie-BolWerk in WordingDe Biotech Campus Delft, gevestigd op de terreinen van de TU Delft en DSM Delft, ontwikkelt zich tot een biotechnologie-bolwerk op wereldniveau. Waar de TU de motor is achter het fundamenteel onderzoek, zorgt DSM voor de toepassing en opschaling. De DSM-locatie wordt momenteel omgevormd tot een vestigingsgebied voor biotechnologische innovatie. De eerste externe partij heeft zich er al gevestigd: de proeffabriek Bioprocess Pilot Facility. Een nieuw lab is in aanbouw. Tekst: Igor Znidarsic

ratie-biobrandstof uit maisresten wordt geproduceerd. Koning Wil-lem-Alexander was bij de opening.

Hightech gebouwEind 2013 kreeg de Biotech Campus Delft door de Topsector Chemie de status van Center for Open Chemi-cal Innovation (COCI) en iLab toege-kend. Open innovatie betekent dat je externe partijen verwelkomt, en daar bereiden de TU Delft, die fl ink aan het vernieuwen is, en DSM zich nu op voor. Het nieuwe bestem-mingsplan maakt dit mogelijk.De recente bouwactiviteiten omvat-ten onder meer een nieuwe ‘sproei-drooginstallatie’ voor gistextracten (zie kader) en de bouw van een nieuw lab voor het DSM Biotechno-logy Center, als vervanging van een oud lab dat niet meer voldoet aan de huidige eisen. 350 onderzoekers gaan in het transparante hightech gebouw in een nieuwe infrastruc-tuur nagenoeg papierloos en op fl explekken werken. Teeuwisse legt uit: “Teams bestaande uit verschil-lende disciplines zitten een

van kaas, bio-ethanol uit landbouw-resten – het wordt allemaal moge-lijk gemaakt dankzij ‘Delft’. Wat 145 jaar geleden begon als de Neder-landse Gist- en Spiritusfabriek, is na de overname van Gist-Brocades door DSM in 1998 en diverse reorga-nisaties uitgegroeid tot een van de grootste biotechnologie-sites ter wereld, waar micro-organismen zoals schimmels, gisten, enzymen en bacteriën aan de basis staan van vele producten en innovaties. Deze Biotech Campus Delft bestaat fysiek uit de DSM-locatie en het Science-park Technopolis (grotendeels eigendom van de TU Delft). De hele waardeketen is er gevestigd, van fundamenteel onderzoek en proces-ontwikkeling aan de TU Delft en bij DSM, tot opschaling in de proeffa-briek BPF en industriële productie bij DSM en elders in de regio. Zo heeft DSM afgelopen jaar mede dankzij de in Delft ontwikkelde ken-nis, en samen met het Amerikaanse biotechbedrijf POET, in Iowa (VS) de eerste fabriek ter wereld geopend waar op grote schaal tweedegene-

 ’Welkom op de Biotech Campus Delft’. Dat lezen bezoekers straks op een grote boog boven de

ingang van de DSM-site in Delft. Locatiedirecteur Frank Teeuwisse vertelt het niet zonder trots. “Het mag best gezien worden dat we hier dingen aan het uitvinden zijn waar we de komende honderd jaar heel blij mee zullen zijn. Dat mag best wat smoel hebben.” Hij wijst op de maquette de antibioticafabriek aan, een van de grootste ter wereld, de eigen afvalwaterzuivering, nieuwe en geplande gebouwen en de nog braakliggende terreinen. In het ver-leden was er weleens twijfel of de door woonwijken omgeven site wel hier kon blijven. Maar inmiddels is de overheid doordrongen van de waarde, zowel voor de regio als voor de BV Nederland. “Men beseft nu dat we hier iets unieks hebben, wat voor de toekomst erg belangrijk is.”Glutenvrij bier, lactosevrije zuivel-producten, antibiotica, het rijzen van brood, stremsel voor de productie

48 Chemie Magazine februari 2015

CM1502_48-50_M_DSM Delft.indd 48 12-02-15 16:21

Page 49: Chemie Magazine februari 2015

Biotech

Henk Noorman, hoogleraar biopro-cess design and integration aan de TU Delft en corporate scientist bij DSM. “Twee zijn gebaseerd op fermenta-tie en opzuivering, en draaien al tientallen jaren. Het derde is gericht op food-applicaties. Het vierde onderdeel, dat binnenkort van start gaat, richt zich op omzetting van biomassa in suikers, die we weer in de fermentatie kunnen gebruiken.

bepaalde periode bij elkaar om samen een oplossing te vinden en gaan dan weer uit elkaar. Om de interactie te bevorderen is een aan-tal vakmatige disciplines op een logische wijze gegroepeerd.”En vorig jaar is de uitbreiding van de proeffabriek Bioprocess Pilot Faci-lity (BPF) opgeleverd, eigendom van Corbion, DSM en de TU Delft. Het is de eerste externe partij op de loca-tie. Met name vanwege deze onder-zoeksfaciliteit, die open innovatie mogelijk maakt, is aan de Biotech Campus Delft ook de iLab-status toegekend. BPF bestaat uit vier delen, vertelt

We beheersen er het hele proces van biomassa tot eindproduct, wat uniek is in de wereld. We kunnen nu opschalen naar zo’n 40 kilo droge biomassa per uur.”

UitvindingenHet is volgens Noorman de combi-natie van processen die BPF zo uniek maakt. “Juist op de grensvlak-ken ontstaan de nieuwe uitvindin-

‘ Uiteindelijk kan biotechnologie een aantal potentiële maatschappelijke problemen oplossen’

e

‘De Bioprocess Pilot Facility is een katalysator die de ontwikkeling van de campus versnelt.’

350 onderzoekers gaan in een nieuwe infrastructuur nagenoeg papierloos en op flexplekken werken.

februari 2015 Chemie Magazine 49

CM1502_48-50_M_DSM Delft.indd 49 12-02-15 16:21

Page 50: Chemie Magazine februari 2015

gen.” Waar DSM volgens hem ook goed in is, is een uitvinding ver-markten. “Dat is niet altijd even voor de hand liggend.”Inmiddels vinden veel partijen die de biobased route willen verkennen hun weg naar BPF. Dat maakt BPF volgens Teeuwisse ‘een katalysator die de ontwikkeling van de campus versnelt’. Hij verwacht dat een aan-tal van deze partijen zich in de toe-komst op de Biotech Campus Delft zal vestigen. Omdat het besluitvor-mingsproces nog gaande is kan hij geen namen noemen, “maar het zijn allemaal partijen met een goede reputatie”, verzekert hij. “Ze doen hier toch al onderzoek, en als ze dan iets nieuws willen bouwen en wij bieden ze hier alle faciliteiten, is de stap snel gemaakt. Als je een milieuvergunning, beveiliging, afval-

Milieuvriendelijk drogenDe gistextracten, natuurlijke smaakingrediënten voor hartige voe-dingsmiddelen, die DSM in Delft produceert, worden gebruikt in onder meer instant-noedels, bouillonblokjes en kant-en-klaarmaaltijden. Omdat ze ontstaan in een nat productieproces, moeten ze nog worden gedroogd. Voorheen werden ze daarvoor met vrachtwagens getrans-porteerd naar verschillende bedrijven. Sinds de ingebruikname van DSM’s eigen droger eind 2013 is dat niet meer nodig, wat een besparing oplevert van een miljoen vrachtwagenkilometers, met de bijbehorende CO2-uitstoot. Daarnaast werkt de droogtoren efficiënter dan gemid-deld, onder meer vanwege warmteterugwinning.

relatie Met oMgevingBehalve aan een goede relatie met de overheid werkt DSM Delft, dat aan vele kanten inge-sloten is door woonwijken en in één hoek zelfs grenst aan de historische binnenstad, ook voortdurend aan een goede rela-tie met de directe omgeving. Zo wordt twee keer per jaar in een oplage van 25.000 exemplaren Delft Nieuws verspreid onder omwonenden, (oud-)medewer-kers en gebruikers van de loca-tie. Ook worden er geregeld (goed bezochte) omwonenden-avonden georganiseerd. Op klachten over geur of geluid wordt binnen 24 uur feedback gegeven. Geregeld bezoekt Teeuwisse hoogstpersoonlijk een klager of nodigt die uit op de locatie, met gebak. Openheid staat hoog in het vaandel: “Als hier een brandweerauto of een ambulance het terrein op rijdt, staat in korte tijd de reden op onze website.”Het aantal bezoekers dat hij per jaar rondleidt is een van de per-soonlijke doelstellingen van Teeuwisse. “We vinden dat we na 145 jaar een beetje recht hebben om hier te zitten, en we denken ook dat we goede dingen doen, maar aan de andere kant: als de omgeving je niet accepteert, heb je een probleem. Mede daarom investeren we veel in de goede relatie met onze omgeving.”

waterzuivering of een riool nodig hebt, ben je hier aan het juiste adres.” Wie daar geen behoefte aan heeft, kan terecht op het Technopo-lis-terrein.

SamenwerkingVolgens Teeuwisse moet nog een aantal hordes worden genomen vóór biotechnologie op grote schaal de traditionele chemie kan vervan-gen. “Maar uiteindelijk kan biotech-nologie een aantal potentiële maat-schappelijke problemen oplossen. En Delft zal daar een grote rol in spelen.” De bedoeling is dan ook om de Biotech Campus Delft uit te bou-wen tot een ‘biotechnologie-bol-werk’, waar samenwerken het credo is. “De ontwikkelingen en de vraag naar producten gaan zo snel dat je het niet meer alleen redt”, aldus

Noorman. “Je moet vaak dingen met bedrijven en onderzoekspartijen samen doen. De meeste grote pro-jecten van de laatste jaren hebben we met partners gedaan.”De Biotech Campus Delft kunnen we dus gerust een nationale trots noe-men. Helaas is dat in Nederland nog niet tot iedereen doorgedrongen. “Ik moet aan Nederlanders vaak uitleg-gen wat we hier doen”, zegt Teeuw-isse. “In het buitenland, van China tot Amerika, hoeft dat nooit. Daar kijken ze met bewondering naar ons. Je ziet nu ook dat Amerikaanse bedrijven in de biobased economy de weg vinden naar Delft. We hebben hier in Delft in tientallen jaren een stevige basis neergezet en een grote kennisvoorsprong opgebouwd. En dat wordt gezien.” p

50 Chemie Magazine februari 2015

CM1502_48-50_M_DSM Delft.indd 50 12-02-15 16:21

Page 51: Chemie Magazine februari 2015

Een stap in jouw carrière maken?Ga dan voor de opleiding Hogere Veiligheidskundeen/of Arbeidshygiëne

Kies je voor PHOV, dan kies je voor kwaliteit!

• docenten uit de praktijk en autoriteiten op hun vakgebied

• praktijkgericht met opdrachten binnen het eigen bedrijf

• PHOV al 25 jaar toonaangevend in veiligheidskunde

16 april 2015 (middag-avondopleiding):

Arbeidshygiëne, Hogere Veiligheidskunde,

Hogere Veiligheidskunde-Arbeidshygiëne gecombineerd

Al afgestudeerd HVK’er of AH’er? Volg dan:

8 september 2015 (avondopleiding): Specialisatie HVK voor Arbeidshygiënisten

11 januari 2016 (avondopleiding): Specialisatie Arbeidshygiëne voor HVK’ers

Meer informatie: www.phov.nl

Voor persoonlijk studieadvies: 030 231 82 12, [email protected]

PHOV al 25 jaar een begrip in veiligheidskundig onderwijs

PHOV_150102_ChemieMag_HVK_AH_185x130.indd 1 28-01-15 13:56

501227_ADV.indd 51 13-02-15 11:00

Page 52: Chemie Magazine februari 2015

BHT2012-005 adv BHT NL Automatie.indd 2 16-02-2012 17:27:35

www.hiltra.com

PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen

RUIM 30 JAAR EXPERTISE

[email protected] - 0342-404160

Verkoop en Verhuur

phone (31) 10.7541 600 | [email protected] | www.leschaco.com

Leschaco Nederland B.V.Hoogvlietsekerkweg 164NL 3194 AM Rotterdam-Hoogvliet

Forwarding is our passion.Since 1879.

Leschaco –

your specialist

for supply chain

solutions.

We offer

integrated,

intercontinental

logistics with

responsible care

for the chemical

industry.

DigitaalDigitaal veiligheids- veiligheids-paspoortpaspoort ingevoerd ingevoerd

Lignine: de grondstof van de toekomstVisiedocument basis voor dialoog onderwijs en industrie

‘ OVERSTAP NAAR BIO GAAT TE TRAAG’

JOHAN SANDERS (WAGENINGEN UR)

MaandbladMaandblad van van de de VerenigingVereniging van van de de Nederlandse Nederlandse Chemische Chemische Industrie Industrie •• 03 03 •• 19 19 maart maart 2014 2014

NEEM EEN GRATISABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE

Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

Genomineerden

Responsible Care-prijs

BRZO-inspectierapporten

openbaar

Wat beloven de

Europese verkiezingen?

EEmsdElta focust op biobasEd

ActieplAn voor chemiecluster

positief ontvAngen

MaandbladMaandblad van van de de VerenigingVereniging van van de de Nederlandse Nederlandse Chemische Chemische Industrie Industrie •• 04 04 •• 24 24 april april 2014 2014

Croda hergebruikt eigen proceswater

Veilig werken in besloten ruimte Opleiding Applied Science in lijn met transitieplan

Chemieopleidingen doen het goed

MaandbladMaandblad van van de de VerenigingVereniging van van de de Nederlandse Nederlandse Chemische Chemische Industrie Industrie •• 05 05 •• 21 21 mei mei 2014 2014

JA, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS) h Chemie magazine abonnementh Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief)

Bedrijfsnaam/OrganisatieNaamFunctieAdresWoonplaatsE-mail

Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: [email protected] Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/

Stopper Chemie 105x148.indd 1 15-05-14 14:54

501227_ADV.indd 52 13-02-15 11:00

Page 53: Chemie Magazine februari 2015

VNCI

Nyrstar in Budel heeft een produc-tierecord gevestigd. De fabriek produceerde in het afgelopen half-jaar 144.000 ton zink, 2 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Gebruik van zink is een kosteneffectieve manier om staal te beschermen tegen corrosie.

Momentive Specialty Chemicals (MSC) draagt sinds 15 januari weer de oude naam: Hexion. Het bedrijf veranderde de naam in MSC na de fusie in 2010 met Momentive Per-formance Materials, dat afgelopen oktober failliet ging. Het faillisse-ment had geen effect op MSC.

Indorama breidt haar PTA-fabriek in de Rotterdamse Europoort uit. Met de nieuwe RTO-unit (Regenera-tive Thermal Oxidizer) gaat de capa-citeit van 350 naar 600 kiloton per jaar. De uitbreiding is na de zomer gereed.

Solvay bouwt een nieuwe produc-tie- en vulinstallatie voor water-stofperoxide in het Limburgse Linne-Herten. Het gaat om water-stofperoxide voor de farmaceuti-sche industrie, die het gebruikt als desinfecteer- en ontsmettingsmid-del. De nieuwe faciliteit is in juli klaar.

De Australische producent van gewasbeschermingsmiddelen Nufarm sluit zijn fabriek in de Bot-lek. Het bedrijf wil de kosten in Europa verlagen, om zo de concur-rentiepositie te verbeteren en de perspectieven voor groei te vergro-ten. DSM gaat extra investeren in de faciliteit in Massachusetts voor productie van harsen op waterba-sis. Daarmee wil het bijdragen aan een transformatie van de coating-markt naar gezonde en milieu-vriendelijke technologieën.

HerkeNNeN gebrekeN ketelwageNSDe VNCI heeft in samenwerking met goederenvervoerder DB Schenker een update gepubliceerd van de handreiking voor het herkennen van gebreken aan spoorketelwagens. In de uitgave wor-den technische details en voorschriften voor veilig vervoer van gevaarlijke stof-fen over het spoor toegelicht

ZIeNSwIjZe PaSDe VNCI heeft in VNO-NCW-verband een aantal keren overleg gevoerd met het ministerie van EZ over de Program-matische Aanpak Stikstof (PAS) en haar zorgen geuit over de uitvoering van het programma, de regelgeving die hier-voor wordt ontwikkeld en het bijbeho-rende instrumentarium. Onlangs heeft de VNCI in samenwerking met VNO-NCW en het Havenbedrijf Rotterdam een formele zienswijze ingediend, met suggesties voor verbeteringen

roaDMaP katalySe In de onlangs verschenen roadmap ‘Catalysis – Key to a sustainable future’ beschrijven onderzoekers uit weten-schap en bedrijfsleven de belangrijke bijdragen die de Nederlandse katalyse nu levert en de komende tien tot twintig jaar gaat leveren aan oplossingen voor maatschappelijk uitdagingen. Het eer-ste exemplaar werd aangeboden aan Gerard van Harten, boegbeeld van de Topsector Chemie, een van de opdrachtgevers voor de roadmap.

reaCtIe oP ProefSCHrIft kluINDe VNCI heeft met instemming kennis-genomen van de brief die het kabinet naar de Tweede Kamer heeft gestuurd als reactie op het proefschrift Handha-ving en regelnaleving in de Nederlandse chemische industrie van Marieke Kluin. In de brief wordt onder meer verwezen naar de (verbeter)acties die (petro)che-mische bedrijven in gang hebben gezet met het programma Veiligheid Voorop, dat eind 2011 is ontwikkeld door de ver-schillende chemiebranches, waaronder de VNCI. Verder geeft het kabinet aan dat de overheid inzet op kwaliteitsver-betering op het gebied van vergunning-verlening en toezicht.

Dag VaN De CHeMIeDit jaar is er weer een Dag van de Che-mie, en wel op zaterdag 26 september. Dan openen chemiebedrijven en -orga-nisaties hun poorten voor bezoekers. Het evenement wordt tweejaarlijks georganiseerd door de VNCI. Het doel is om de kennis van chemie bij het grote publiek te vergroten en het imago van de chemie te verbeteren. Ook kan de omgeving kennismaken met de organi-saties en de chemie.

februari 2015 Chemie Magazine 53

VNCI NIeuwS

beDrIjVeN

CM1502_52_VNCI2.indd 53 12-02-15 16:21

Page 54: Chemie Magazine februari 2015

Service

MENSEN

Chemie Magazine is het maandbladvan de Vereniging van de Nederlandse Chemi-sche Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

RedactieIgor Znidarsic (hoofdredacteur)Marloes Hooimeijer (eindredactie)

Contact redactieLoire 150, 2491 AK, Den HaagT 070 337 87 28, F 070 320 39 03E [email protected]

MedewerkersHenk Engelenburg, Adriaan van Hooijdonk, Inge Janse, Joost van Kasteren, Emma van Laar, Casper Rila, Erik te Roller, Marga van Zundert

VormgevingCurve Mags and More, Haarlem

Advertentie-exploitatieMooijman Marketing & Sales,Julius Röntgenstraat 17,2551 KS Den Haag,T 070 323 40 70, E [email protected] vallen buiten de verantwoordelijk-heid van de redactie

DrukMediaCenter Rotterdam

AbonnementenWie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via [email protected] of www.vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: [email protected] of 070 337 87 28. OvernameOvername van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schrifte-lijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld coverRoy Wolfs

ISSN 1572-2996

COLOFON

VNCI ONLINEWWW.VNCI.NL Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland

WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

TWITTER.COM/VNCI De VNCI op Twitter met het laat-ste nieuws, vacatures en reac-

tiemogelijkheden op alle berichten

WW.VNCI.NL/LINKEDIN Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemi-

sche industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

POLYMER SCIENCE PARKMireille Kinket is sinds 1 januari de nieuwe directeur van het Polymer Science Park in Zwolle, een open-innovatiecentrum voor toegepaste kunststoftechnologie. Zij nam het stokje over van Wim Zwetsloot, directeur a.i. Kinket is chemisch technoloog. Zij heeft ruime ervaring in het bedrijfsleven en is ook werkzaam geweest bij de provincie Overijs-sel. Zij zal leiding geven aan de verdere ontwikkeling en groei van activiteiten rond het Polymer Science Park.

DELTALINQSPer 1 februari 2015 is Bas Janssen de nieuwe directeur van Deltalinqs, de ondernemersorganisatie voor haven en industrie in Rotterdam. Hij volgt Cees Jan Asselbergs op, die nog twee jaar als adviseur verbonden blijft aan de organisatie. Janssen zal zich met name richten op het beleidsplan 2016-2018, de service aan de Deltalinqs-leden en het ver-sterken van de concurrentiekracht van de Rotterdamse bedrijven.

NCVMonica van Ee is sinds 8 januari de nieuwe voorzitter van de Neder-landse Cosmetica Vereniging (NCV). Zij volgt Frank Pierik op, die voorzit-ter was van 2011 tot 2014. Van Ee is directeur van H annah Skin Improve-ment Research Company in Voorthuizen. Zij is al jaren actief betrokken bij de NCV, onder andere als voorzitter van de Groep Distributie Schoon-heidsspecialisten en lid van de Commissie Beleid & Strategie.

MKB STEUNPUNT GESTARTPROFESSOR CEES VAN RIEL OVER REPUTATIE CHEMIEDE SUCCESSEN VAN NFIA ESTHER GROENEVELD (BASF) OVER WERKEN IN DE CHEMIEENERGIE BESPAREN MET MAXSYSEN NOG VEEL MEER…

VOLGENDE MAAND (19 MAART)

54 Chemie Magazine februari 2015

CM1502_54_service2.indd 54 12-02-15 16:21

Page 55: Chemie Magazine februari 2015

is a part of AD International

adinternationalbv.com

Custom Manufacturing, Blending and Toll servicesAD Productions is a service business that allows customers to benefi t from AD International’s state of the art manufacturing expertise.

Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can benefi t from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.

AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certifi cation.

Custom Manufacturing, Blending and Toll servicesAD Productions is a service business that allows customers to benefi t from AD International’s state of the art manufacturing expertise.

Overview of production capabilities

Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees) Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags)

Possibility to fi ll product from 0,5 liter up till road tankers or Iso ContainersPossibility to fi ll product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers

Production capabilities

Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | [email protected]

serv

ices

Senior ProjectleiderKwaliteit en klantgerichtheid staan voorop voor deze producent van biologische geneesmiddelen en vaccins gevestigd in midden Nederland.

De afdeling Supply Chain is op zoek naar een senior projectleider met kennis van en ervaring met projectmanagement, verwante applicatiesoftware en relevante wet- en regelgeving. Vanuit een diepgaande en brede inhoudelijke en methodologische kennis in de sector van farmaceutische productie beschik je over vaardigheden in het leiden van complexe en multidisciplinaire projecten en in het opstellen van projectplannen. Dit in combinatie met een ruime ervaring in het leiding geven aan meerdere, bij het project betrokken, partijen en ervaring op het gebied van (technische) investeringsprojecten.

Heb je interesse? Kijk dan op onze website voor meer informatie en neem contact op!

Midden Nederland

matching the best in chemistry & life sciences

www.cls-services.nlrecruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food

Dedicated to Excellence

501227_ADV.indd 55 13-02-15 11:00

Page 56: Chemie Magazine februari 2015

Lloyd’s Register and variants of it are trading names of Lloyd’s Register Group Limited, its subsidiaries and affiliates. Copyright © Lloyd’s Register Group Services Limited. [2013] A member of the Lloyd’s Register group. Genoemde prijzen zijn geldig in 2015 en excl. BTW

Naadloos over naar ISO 14001:2015

Improving performance,reducing risk

Voor alle ISO-normen gaat de structuur flink op de schop. Eén gemeenschappelijke structuur voor het eenvoudig integreren van verschillende managementsystemen, dat is het idee. Wat is nieuw en wat gaat dit voor uw organisatie betekenen?

Pak nu uw kans met onze praktische tips & trucs tijdens onze workshops en trainingen om de nieuwe elementen in te voeren in uw managementsysteem.

September 2015 lijkt nog ver weg, maar begin op tijd met de voorbereidingen om een naadloze overgang zeker te stellen: - het plannen van specifieke trainingen op het gebied van Annex SL/High Level Structure- gap analyse en workshops specifiek op de voor u van toepassing zijnde norm: transitietraining ISO 14001:2015, ISO/DIS 14001:2015, ISO/DIS 9001:2015, enz.

Voor een uitgebreider uiteenzetting van wat er staat te gebeuren bezoek: www.lrqa.nl/herziening_iso_normen

LRQA, uw partner voor

certificatie en trainingen.

• AnnexSL

• HighLevelStructure

• StructuurISO14001

• Watisnieuw?

• Watmoet,watmag?

• Naadlozetransitie

• GAPAnalyse

• CoachingvoorIntegratie

ManagementSystemen

Transitietraining ISO 14001:2015 (gebaseerd op ISO/DIS 14001:2014)

1-daags / € 495incl. locatiekosten, lunch, hand out & orginele versie van de ISO/DIS 9001:2014

Regio Midden 10 maart 2015Regio West 9 juni 2015

Gap-analysenieuweISO-normen

Om een goed beeld te krijgen van de impact van de nieuwe ISO 14001/9001 norm op uw managementsysteem, kunnen wij een gap analyse uitvoeren.

Een Gap Analyse helpt u inzicht te krijgen in de status van uw managementsysteem: in hoeverre voldoet het systeem al aan de eisen van de betreffende norm? Aan het einde van de Gap analyse wordt er een rapportage en een eerste opzet voor een plan van aanpak opgeleverd. Elke Gap Analyse is maatwerk en uitvoerbaar vanaf € 1100,- (excl. BTW).

WorkshopISO/DIS14001:2015

1/2-daags / € 150incl. locatiekosten, inlooplunch, hand out & normblad ISO/DIS 14001:2014

Regio Midden 21 april 2015Regio West 16 juni 2015

WorkshopISO9001:2015

1/2-daags / € 150incl. locatiekosten, inlooplunch, hand out & normblad ISO/DIS 9001:2014

Regio West 25 maart 2015Regio Midden 21 april 2015Regio West 10 juni 2015

T +31 (0)10 201 [email protected] • www.lrqa.nl

LR_2015-004-Chemie-2.indd 1 12-02-15 18:03501227_ADV.indd 56 13-02-15 11:00