Business nationaal 5

16
BUSINESS NATIONAAL I BUSINESS Arko van Brakel ‘Nederland moet weer gaan dromen’

description

zakeleijk katern wat verschijnt in de landelijke regionale uitgeve's van de Buisiness bladen

Transcript of Business nationaal 5

Page 1: Business nationaal 5

B U S I N E S S N A T I O N A A L I

BUSINESS

Arko van Brakel‘Nederland moet weer

gaan dromen’

Page 2: Business nationaal 5

ik voor ondernemerschap en leiderschap in Nederland.’ En dat lijkt nodig, want ons land bevindt zich in een crisis. Toch? ‘Crisis is een zwaar woord. Zo slecht heb-ben we het niet, tenminste niet financieel. We rijden nog steeds in nieuwe auto’s en trekken er in de herfstvakantie weer mas-saal op uit.’ Waar de schoen wel wringt is het gebrek aan lef en initiatief. ‘Dat komt door een combinatie van zekerheid en faal-angst. Zolang we niet met de rug tegen de muur staan, kiezen we voor continuïteit in plaats van in beweging te komen. Dat heeft ook te maken met het feit dat “falen” in onze samenleving een negatieve connotatie heeft. Ten onrechte, dat zeker. Ik heb juist ontzettend veel geleerd van mijn flops. In die zin wordt het tijd om milder te reageren op initiatieven die niet meteen een succes worden. Daarom ben ik zo blij met de Fenix Award; een prijs voor ondernemers die na hun faillissement een nieuw bedrijf zijn begonnen en dus uit de as herrezen zijn. Dat stimuleert, want ondernemerschap is echt een kwestie van vallen en een keer extra opstaan.’

Authentieke ventNaast op ondernemerschap richt Van Brakel namens De Baak zijn pijlen op leiderschap. Ook op dat punt wijzigt het beeld snel. ‘Internet heeft de wereld

B U S I N E S S N A T I O N A A LI I

Profiel

TEKST MART RIENSTRA

Het vallen en opstaan van Arko van Brakel

‘Door te ondernemen, kom ik tot de beste versie van mijzelf’

Ondernemerschap is een manier van leven. Dat is de volle overtuiging van Arko van Brakel. Na baantjes als bedrijfsleider en hotelrecensent startte hij ooit internet- provider EuroNet, om het na enkele jaren met veel winst te verkopen aan Wanadoo. Van Brakel was amper 30 en financieel onafhankelijk. Maar de entrepreneur kon niet stilzitten en zette het internet-oplei-dingsbedrijf PuntEDU op. Alweer een voltreffer, zoals hij ook verwachtte met Jamby te cashen. Maar deze voorloper van YouTube was echt te vroeg en spatte na een kortstondig leven uit elkaar. In 2000, tijdens een workshop in Den Bosch was het even ‘over en sluiten’ voor de toen 31-jarige Van Brakel. Hij zakte in elkaar en had een burn-out.

Waardevolle footprintHet duurde enige tijd voordat inspiratie weer vat op hem kreeg. Dat gebeurde na een training van de Amerikaanse manage-mentgoeroe Anthony Robbins. ‘Ik kreeg daar een beslissend inzicht over mijzelf: dat ondernemerschap voor mij een levensvoor-waarde is. Door te ondernemen, kom ik tot de beste versie van mijzelf. En dat is wat ik wil, alleen dan kan ik straks een waarde-volle footprint achterlaten. Niet vanuit de behoefte mij te bewijzen, wel vanuit de wens dat het er allemaal toe gedaan heeft.

Dat ik voor bepaalde mensen een inspire-rend voorbeeld ben geweest, een steuntje in de rug.’Als je Van Brakel zo hoort praten, is het nauwelijks verbazingwekkend dat juist hij nu de scepter zwaait over een opleidings- instituut dat zo graag leading wil zijn in ondernemerschap en leiderschap. Toch twijfelde hij sterk toen hij door het bestuur van De Baak uitgenodigd werd te komen praten over de opvolging van Harry Starren. ‘Ik vond het een groot compliment, maar had op voorhand al besloten beleefd voor de eer te bedanken. Waarom zou ik dit gaan doen? Ik was druk, succesvol en deed mijn ding lekker op mijn manier.’

Zekerheid en faalangstMaar wat knelde, was zijn missie. ‘Ik heb ooit besloten van Nederland het meest ondernemende land ter wereld te maken. Vanuit deze nieuwe positie is de kans van slagen een stuk groter.’ En dus is hij sinds 1 september de opvolger van een man die jarenlang zijn stempel drukte op De Baak en ‘inspirerend Nederland’. ‘Los van de vele overeenkomsten zijn er ook verschil-len tussen Harry en mij. Ik ben en voel mij echt een ondernemer, heb bedrijven gehad, ben succesvol geweest, maar ben ook bijna al mijn geld kwijtgeraakt. Dat alles heeft mij gevormd, van daaruit handel ik en sta

Arko van Brakel is de opvolger van Harry Starren als directeur van De Baak. Hij maakte in de afgelopen decennia naam als entrepreneur, auteur en spreker. Voor velen is Van Brakel het ultieme boegbeeld van ondernemerschap. Alleen daarom al lijkt de 44-jarige de juiste man op de juiste plek. Hoewel hij aanvankelijk twijfelde over zijn nieuwe functie is Van Brakel nu blij, gemotiveerd en vol ideeën. Vooral over Nederland als ondernemersland. ‘We moeten weg uit onze comfortzone, terug naar wie we zijn en wat we willen. Terug naar onze dromen: Nederland ondernemersland.’

Page 3: Business nationaal 5

veranderd en transparant gemaakt. Infor-matie is nu voor iedereen toegankelijk. Het gaat er dus niet meer om wie de informatie in bezit heeft maar wie deze het beste kan duiden.’ Voorbeelden van moderne leiders die richting geven aan data en op basis daarvan een beweging in gang zetten, zijn er voldoende. Op micro- en macroniveau. ‘Ook in de politiek zie ik ze, zoals Diederik Samsom onlangs naar voren is gestapt. Een authentieke vent die ergens voor staat en vertrouwen uitstraalt. Hetzelfde geldt voor Mark Rutte; beide kerels handelen vanuit hun intrinsieke respect voor mensen en “leven hun visie”.’Ook in het bedrijfsleven komt hij geloof-waardige leiders tegen. ‘Mensen die zuiver zijn, een idee hebben over waar het met de wereld naar toe moet en daaraan vast houden, ongeacht wat anderen er van denken.’ Is Van Brakel zelf ook zo’n leider? ‘Ik voel mij eerder een inspirator. Mijn kracht zit in het mensen raken, aan het denken zetten en enthousiasmeren. Bijvoorbeeld voor een gezond leven. Ik geloof in een gezond lichaam, een gezonde geest en het resultaat ervan: vitaliteit. Nederland moet vitaler worden, dat is voor mij bijna een religieuze overtui-ging. Als we daar in slagen, komen we vanzelf meer in beweging; letterlijk en figuurlijk. Wat dat betreft zie ik graag de Olympische Spelen in 2028 naar ons land komen. Als je ziet wat de impact is van sport en topsporters op kinderen, dat is onvoorstelbaar. Zo’n Usain Bolt is fenome-naal; in zijn eentje zorgt hij ervoor dat overal in de wereld jongens en meisjes aan atletiek gaan doen, in beweging komen. Over leiders gesproken… Alleen jammer dat hij geen Nederlander is.’ ‘Ik heb ontzettend veel geleerd van mijn flops.’

B U S I N E S S N A T I O N A A L I I I

Page 4: Business nationaal 5
Page 5: Business nationaal 5

BedriJfsProfiel

Kennis en inzicht zijn sleutels tot succes

Meer controle over je bedrijf

Samen met compagnon Richard van Dongen richtte Snijders in 2010 OXplus op. Beide heren hebben een jarenlange ervaring op het gebied van onderhoud- en servicemanagement, waarbij de focus ligt op facility management en rolling stock. Van Dongen: ‘Het managen van infrastructuur en doorstromingen, verhoogde veiligheidseisen, kwalitatief onderhoud en betrouwbaarheid spelen in beide specialisaties een grote rol. Als er bijvoorbeeld onverwacht een installatie of trein uitvalt, heeft dit vaak enorme fi nanciële gevolgen voor onze klanten.’ Op het gebied van rollend materieel mag OXplus zich inmiddels expert noemen. ‘Vanuit de hele wereld worden we ingevlogen om onze kennis en kunde op het gebied van rolling stock te delen,’ aldus Snijders.

Enterprise Asset Management SystemEén van de beschikbare tools voor het effi ciënt beheren van activa zijn de Enterprise Asset Management (MAXIMO)- en Facility Management (TRIRIGA) Systemen. Snijders: ‘Dit zijn geavan-ceerde IT-systemen voor het onderhoud van bedrijfsmiddelen, gebouwen en voertuigen. Het helpt de inkoop- en voorraadkosten te verlagen en de bezettingsgraad te verhogen. Tegelijkertijd wordt de productiviteit van de medewerkers verhoogd en de levensduur van complexe en dure activa gemaximaliseerd. Hierdoor kan de winst worden vergroot.’ Voor de technische inrichting werkt OXplus samen met een aantal vaste partners (waaronder IBM), waardoor zij zich volledig op de bedrijfsvoering en procesverbetering kan rich-ten. ‘Wij bieden in het hele traject begeleiding en ondersteuning: van advisering en analyse tot en met de implementatie,’ aldus Van Dongen.

Vertaalslag OXplus maakt de vertaalslag van doelstellingen naar actie op de werkvloer. Van Dongen: ‘Het communiceren met een directeur gaat ons net zo makkelijk af als met een servicemonteur. Alle tien de leden van het OXplus-team hebben hun sporen verdiend in de industrie waarbinnen zij werkzaam zijn. Hierdoor weten onze profes-sionals als geen ander welke problemen er zich kunnen voordoen en hoe men hierop moet anticiperen. Daarnaast is ons team bereid om een stap extra te zetten en eigenaar te worden van het probleem van de klant. We willen geen uren, maar het verschil maken.’

OXplus Management Consultancy helpt (inter)nationale bedrijven zoals de NS, Boskalis en Siemens met het automatiseren en optimalise-ren van hun businessprocessen. ‘Wij brengen risico’s, kosten, verliezen en prestaties in kaart. Hierdoor wordt de business van een bedrijf voorspelbaar, transparant en meetbaar. Kennis en inzicht zijn de sleutels tot succes,’ aldus managing director Henri Snijders.

oXplusPostelstraat 595211 DX ‘s-HertogenboschT Richard van Dongen: 06-54793897 Henri Snijders: 06-53501905 E [email protected] www.oxplus.com @OXplus

Richard van Dongen en Henri Snijders

B U S I N E S S N A T I O N A A L V

Page 6: Business nationaal 5

B U S I N E S S N A T I O N A A LVI

TreNds

TEKST HANS HAJÉE

Nederland maakt kennis met de esCo

Geen tovermiddel, wel zeer kansrijk

In sommige landen is het een vertrouwd instrument, maar Nederland is voor de Energy Service Company nog vrijwel onontgonnen terrein. Het gaat om een contractvorm waarbij de eigenaar of gebruiker van een gebouw de energie-voorziening uitbesteedt aan een externe partij. Deze partner – de ESCo – neemt installaties, energiebeheer en -manage-ment over. Op basis van een meerjarig prestatiecontract wordt de integrale energiedienstverlening teruggeleverd aan de opdrachtgever.

OnbemindEen ESCo kent geen vaste vorm. Het is meestal een consortium van een aantal technische bedrijven en een financier. De uitvoering van de installaties en andere

afspraken zoals financiering en looptijd is maatwerk, afhankelijk van de aard van het object en de eisen en wensen van de eigenaar/gebruiker. Met een ESCo kunnen gebouwen zuiniger worden gemaakt zonder dat het een meerinvestering vergt van de opdrachtgever. De energiebesparende maat-regelen worden terugverdiend door een lagere energierekening. De voordelen van een ESCo zijn dus evident. Waarom zijn ze nog geen gemeengoed in Nederland? ‘Onbekend maakt onbemind,’ stelt Harry Sterk, voorzitter van ESCoNetwerk.nl. ‘Deels hangt het samen met het feit dat in landen als Duitsland al jarenlang veel meer nadruk ligt op duurzaamheid en groene energie. Dat levert een vruchtbare voe-dingsbodem op voor ESCo’s. Ook ging het ons tot voor kort economisch zo voor de

wind dat wellicht onvoldoende aanleiding was om te onderzoeken of installaties beter en goedkoper zouden kunnen.’

DoorbraakDie drijfveren zijn er nu wel. ‘Hoe wrang het ook klinkt, voor ESCo’s kan de crisis een doorbraak in Nederland betekenen. Door de geldkrapte neemt bij zowel publieke als private partijen het animo toe voor alternatieven waarbij de kwaliteit op peil blijft en de kosten dalen.’ Ook ziet Sterk een toenemende concentratie op kerntaken. ‘Steeds meer organisaties stellen zich de vraag of het aanleggen, onderhouden en exploiteren van instal- laties wel tot hun core business behoort.’ In samenhang daarmee vindt besluit- vorming over installaties en energievoor-ziening hoger in de organisatie plaats. ‘Voorheen was dat veelal de verantwoor-delijkheid van het facilitair management of technische dienst. Nu zien organisaties het als een strategisch onderdeel van het huisvestingsvraagstuk. Integrale uitbeste-ding is steeds vaker een optie, want hierdoor komen meer middelen en mens-kracht beschikbaar voor de kerntaken.’

Langjarige verbindingenEen ESCo is ook een manier om de energievoorziening integraal te verduur- zamen en zo invulling te geven aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid. ‘Verder past de samenwerkingsvorm naadloos in het streven van steeds meer organisaties om duurzamer met hun toeleveranciers om te gaan. Een relatie waarin het alleen draait om de laagste prijs en leveranciers na een opdracht zo snel mogelijk de deur weer achter zich

Om ze tijdsbestendig te maken, moeten plannen bij een ESCo goed doordacht zijn.

Page 7: Business nationaal 5

B U S I N E S S N A T I O N A A L VII

Alle voorwaarden voor een snelle

opmars zijn aanwezig

dichttrekken, heeft amper meerwaarde. Daarom wordt meer en meer gezocht naar langjarige verbindingen waarbij leveranciers de verantwoordelijkheid voor de installaties en het functioneren ervan overnemen, inclusief een prestatieprikkel. De expertise van marktpartijen wordt in een vroeg stadium aangesproken en de samenwerking heeft een lange horizon. Een ESCo waarbij plannen goed door-dacht moeten zijn om ze tijdsbestendig te maken, is dus een schoolvoorbeeld van professioneel opdrachtgever- en opdracht-nemerschap. Alle partijen worden gedwongen tot dieper nadenken en worden er dus beter van.’

Rotterdamse pilotRotterdam beet in Nederland het spits af met een ESCo voor het verduurzamen van negen gemeentelijke zwembaden. Dit levert jaarlijks bijna 2.000 ton minder CO2-uitstoot op en zorgt voor een verhoging van de water- en luchtkwaliteit. De pilot moet leiden tot 34% besparing op de energiekosten, wat neerkomt op een bedrag van 3,4 miljoen euro. Een ESCo is geschikt voor alle objecten met grote installaties zoals ziekenhuizen, scholen en verzorgingshuizen. In tegen-stelling tot een PPS kunnen ook private opdrachtgevers gebruik maken van de nieuwe samenwerkingsvorm. De verwachting is wel dat overheden er erg warm voor zullen lopen. ‘Decentrale overheden krijgen waarschijnlijk te maken met de Wet Houdbaarheid Overheids-financiën, waardoor het lasti-ger wordt grote projecten zelf te financie-ren of ineens grote afschrijvingen op projecten te doen. Je merkt mede daardoor

dat de belangstelling voor PPS en dus ook ESCo’s sterk toeneemt.’

IJzersterke triggerOndanks alle voordelen waarschuwt Sterk voor teveel euforie. ‘Een ESCo is geen tovermiddel. Als geen passende business case voorligt of onvoldoende middelen of zekerheden beschikbaar zijn, is het geen reëel alternatief. Ook de interne organisatie speelt een rol. Het is goed mogelijk dat een partij uit strategische overwegingen installaties zelf wil beheren, al kan een derde partij dat efficiënter en goedkoper. Ook in zo’n geval is een ESCo geen optie.’

Maar dat na Rotterdam veel ESCo’s zul-len volgen, leidt volgens Sterk geen twij-fel. ‘Het uitgangspunt – geld besparen met behoud of zelfs verbetering van kwaliteit, inclusief integrale verduurzaming van de installaties – blijft een ijzersterke trigger. De potentiële markt is enorm en de tijd is rijp, mede door de economische situatie. Dat de startbijeenkomst van het ESCo-netwerk binnen twee dagen overtekend was, onderstreept dit eens te meer.’

Met een Energy Service Company (ESCo) kunnen opdrachtgevers zonder extra kosten hun pand verduurzamen en het energieverbruik beperken. De opdrachtnemer financiert en managet de energie-installaties in ruil voor een langjarige prestatievergoeding. Opdrachtgevers hebben minder vermogensbeslag, geen verrassingen en kunnen zich focussen op kerntaken, opdracht-nemers profiteren van een stabiele cashflow. Al levert niet elk object een geschikte business case op, de verwachtingen rond ESCo’s zijn hooggespannen. ‘Alle voorwaarden voor een snelle opmars zijn aanwezig.’

GEEN PROMOTIETEAMHet ESCo-netwerk ging op 17 september officieel van start en komt voort uit het al langer bestaande PPS Netwerk Nederland. Ruim twintig organi-saties werken samen om meer bekendheid te geven aan de nieuwe samenwerkingsvorm. ‘Naast marktpartijen als instal- lateurs, financiers en adviseurs maken ook publieke opdracht-gevers deel uit van het netwerk,’ verduidelijkt Sterk. ‘Agentschap NL is een strate- gische partner en ook de Rijksgebouwendienst onderkent het belang van ESCo’s.’ De directeur benadrukt dat het nieuwe netwerk geen promotie-team is. ‘Ons belangrijkste doel is om samen met gebruikers wederzijdse kansen te identificeren en te benutten. We zoeken naar gemeenschap-pelijke waarde en brengen proposities is kaart. Er kan relatief eenvoudig inzichtelijk worden gemaakt of een object zich leent voor een ESCo. Daar helpen wij bij, onder meer door een quick scan, een databank met voorbeelden, seminars en workshops.’ Meer informatie via www.esconetwerk.nl.

Page 8: Business nationaal 5

B U S I N E S S N A T I O N A A L

l i T e r A T U U rHEBBES!Door Adriaan Oomen

Er zijn maar een paar Apple’s, stelt Adriaan Oomen in Hebbes!: bedrijven met zoveel kracht en macht dat zij primair van zichzelf kunnen uitgaan. Maar dit zijn witte raven. Gewone ondernemende stervelingen redden

het zeker niet met deze bena-dering. Marktgericht positioneren is voor hen de eni-ge manier om succesvol te zijn. Ofwel: stel de klant bij alles wat je doet cen-traal. Daarom vindt Oomen dat

de unique selling points vaak overgewaar-deerd worden. Hij ziet dat zelfs als een achterhaalde marketingtheorie. Want al zijn USP’s belangrijk, doorslaggevend is de UBP, de unique buying proposition: wat en waarom willen klanten kopen? Om daar inzicht in te krijgen, draait het volgens Oomen om de 3 B’s: behoefte, belofte en bewijs. Die helpen om uit te vinden en ver-volgens duidelijk te maken waarom klanten voor jou moeten kiezen en niet voor een ander.

144 pag. ISBN 978-90-5261-942-2. Prijs € 24,95. Sdu Uitgevers.

PAARS MANAGEMENTDoor Lou Van Beirendonck

Een paars kabinet zit er – hoogstwaar-schijnlijk – niet in. Wel breekt Lou Van Beirendonck een lans voor paars manage-ment. Een mix van blauw en rood, waarbij de eerste kleur staat voor de missie van een

organisatie. Rood manage-ment daarente-gen stelt mensen en hun talenten centraal. Om dit potentiële spanningsveld tot een harmo-nisch samenspel te maken, is volgens Van

Beirendonck ander peoplemanagement nodig, een ander HRM. Grote uitdaging daarbij is de vergrijzing, waardoor schaar-ste aan geschikte medewerkers in de toekomst onvermijdelijk lijkt. Het is dus cruciaal om de bedrijfsmissie in overeen-stemming te brengen met de passie van de werknemers. De auteur geeft inzichten en tips die moeten leiden tot een symbiose van organisatie- en mensgericht manage-ment, vanaf werving en selectie tot het moment dat een medewerker afscheid neemt.

167 pag. ISBN 978-90-7743-256-3. Prijs € 16,99. Scriptum.

DE KRACHT VAN DUURZAAM VERANDERENDoor Anne-Marie Rakhorst

Anne-Marie Rakhorst is al jarenlang een warm pleitbezorgster voor duurzaam ondernemen. Zij is ervan overtuigd dat het lineaire groeimodel plaats zal maken voor een circulaire economie. Organisaties die zich aan weten te passen aan de veranderde eisen plukken daar de vruchten van door loyalere stakeholders en meer rendement. De kracht van duur-zaam veranderen is het vierde boek van de voormalig zakenvrouw van het jaar. Met deze uitgave wil ze organisaties opnieuw inspireren en helpen bij verduurzaming. Goed voorbeeld doet goed volgen. Daarom bevat het boek veel voorbeelden, oplossingen en best practices. Rakhorst sprak daartoe met een groot aantal kopstukken van bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en politiek in binnen- en buitenland. Onder meer Desso, DSM, Marks & Spencer en Unilever geven een kijkje in de keuken en laten zien hoe zij het duurzame verschil willen maken.

232 pag. ISBN 978-90-5594-224-4. Prijs € 29,95. Search Knowledge/Scriptum.

BENEDICTIJNS LEIDERSCHAPDoor Yvonne Nieuwenhuijs

Cultuurhistoricus en trainer Yvonne Nieuwenhuijs geeft inzicht in het leider-schap van Benedictus van Nursia, een monnik die bijna 15 eeuwen geleden leefde. Hij leerde zichzelf kennen, vond

zijn weg en inspi-reerde vervolgens anderen om dat-zelfde te doen. Daartoe stelde hij een handlei-ding op voor het gezamenlijke kloosterleven, de regel van Benedictus. Een van de onderde-len: een strikt

ritme van acht uur bidden, werken en slapen. De regel vormde de grondslag voor de orde der Benedictijnen die zich in korte tijd over Europa verspreidde. Nieuwenhuijs kenschetst Benedictus als een authentiek leider met een groot inzicht in de menselijke aard. Een eigenschap die ook voor hedendaagse leiders onmisbaar is. Benedictijns Leiderschap maakt de Benedictijnse regel inzichtelijk, zodat de lezers die in hun eigen situatie kunnen toepassen.

176 pag. ISBN 978-90-2590-164-6. Prijs € 19,95. Uitgeverij Ten Have.

organisatie. Rood manage-ment daarente-gen stelt mensen en hun talenten centraal. Om dit potentiële spanningsveld tot een harmo-nisch samenspel te maken, is volgens Van

zijn weg en inspi-reerde vervolgens anderen om dat-zelfde te doen. Daartoe stelde hij een handlei-ding op voor het gezamenlijke kloosterleven, de regel van Benedictus. Een van de onderde-len: een strikt

het zeker niet met deze bena-dering. Marktgericht positioneren is voor hen de eni-ge manier om succesvol te zijn. Ofwel: stel de klant bij alles wat je doet cen-traal. Daarom vindt Oomen dat

Door Anne-Marie Rakhorst

Anne-Marie Rakhorst is al jarenlang een warm pleitbezorgster voor duurzaam ondernemen. Zij is ervan overtuigd dat het lineaire groeimodel plaats zal maken voor een circulaire economie. Organisaties die zich aan weten te passen aan de veranderde eisen plukken daar de vruchten van door loyalere stakeholders en meer rendement. De kracht van duur-zaam veranderen is het vierde boek van de voormalig zakenvrouw van het jaar. Met deze uitgave wil ze organisaties opnieuw inspireren en helpen bij verduurzaming. Goed voorbeeld doet goed volgen. Daarom bevat het boek veel voorbeelden, oplossingen en best practices. Rakhorst sprak daartoe met een groot aantal kopstukken van bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en politiek in binnen- en buitenland. Onder meer Desso, DSM, Marks & Spencer en Unilever geven een kijkje in de keuken en laten zien hoe zij het duurzame verschil willen maken.

VIII

Page 9: Business nationaal 5

l i T e r A T U U r

www.companytranslations.nl

Your global translation partner

w w w . r e p a y p a y r o l l . n l

Wilt u een eigen onderneming starten? Of bent u een ondernemer die de bakens wil verzetten? Wilt u een vliegende start maken en niet het wiel opnieuw uitvinden? Denk dan eens aan franchise. Als ondernemer wilt u graag verzekerd zijn van een marktpotentieel waarmee u een succesvolle organisatie kunt opbouwen. Repay Payroll kan u dat bieden. Payrolling is namelijk een markt met explosieve groeikansen. Het is een van de weinige branches met dit uitzonderlijk gunstige perspectief.

Zoekt u ondernemingskansen?

Wat is Payrolling? Dankzij payrolling kan een bedrijf zijn loonadministratie en het juridisch werk-geverschap overdragen aan een payroll-organisatie. Een ideale formule. Toch is slechts 2% van de beroepsbevolking in dienst van een payrollorganisatie. Dat aandeel zal substantieel groeien, want verantwoord ondernemen is meer dan een goed HR-beleid. Het vergt ook een goede risicobeheersing. En dat is waar franchise-nemers van Repay Payroll bedrijven in ondersteunen. Zeker voor starters en het MKB, waar het aantrekken van mede-werkers vaak moeilijke beslissingen zijn, is payrolling de ideale manier om een flexibele schil van arbeidskrachten op te bouwen. Wie is Repay Payroll? Repay Payroll biedt sinds 2005 payroll-diensten aan in het MKB. Met meer dan 7 jaar ervaring in het payrollvak zijn wij uitgegroeid tot marktleider. Met een landelijk netwerk van franchisenemers kunnen wij deze marktpositie versterken en uitbreiden, waardoor wij de beste

organisaties. Zij hebben een HBO werk- en denkniveau, wonen in de regio en kennen de taal en handelscultuur van hun potentiële relaties. Kennis van HRM is meegenomen, maar niet noodzakelijk.

prijskwaliteitverhouding bieden en de concurrentie op ruime afstand houden. De formule van Repay Payroll Als franchisenemer van Repay Payroll kunt u uw commerciële talenten maximaal inzetten voor het werven en onderhouden van relaties. Wij ondersteunen u daarbij met een uitgebreid opleidingsprogramma, zodat u verzekerd bent van de nodige kennis en vaardigheden om uw markt-gebied te bedienen. Maar dat is nog niet alles, want al uw backofficewerkzaam-heden worden verzorgd door Noad Service Center. Dit is een onderdeel van Royal NOAD, de franchisegever van Repay Payroll. Uw investering voor de opstart van deze franchiseformule met uitstekende rende-mentsvooruitzichten bedraagt 50.000 euro en zal zich ruimschoots terugverdienen. Wat maakt een franchisenemer van Repay Payroll succesvol? Onze franchisenemers zijn gedreven ondernemers die graag netwerken en die oprecht geïnteresseerd zijn in mensen en

Franchisenemers Renee de Gruijter (Den Haag) en Jeff Hudig (Breda)

Bent u geïnteresseerd? Kijk dan eens op www.noadfranchise.com of neem con-tact op met Jaap Sanders van Well via 08800 21650, hij vertelt u graag meer.

Page 10: Business nationaal 5

B U S I N E S S N A T I O N A A LX

CAse

TEKST CEES LOUWERS

rijksgebouwendienst bestaat 90 jaar

Trendsetter in dynamische markt

De Rijksgebouwendienst (Rgd) viel tot voor kort onder het ministerie van VROM, maar maakt sinds 2011 deel uit van Binnenlandse Zaken. Een eeuwfeest in de huidige vorm zit er niet in. Samen met het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf wordt een fusie voorbereid. De nieuwe organisatie zal opereren onder de naam Rijksvastgoedbedrijf.

Flexibele portefeuilleDe vastgoedportefeuille van de Rgd bestaat voor 60% uit kantoren: mini- steries, rechtbanken, belastingkantoren en andere ambtenarenhuisvesting. Bij het overige deel is sprake van specifieke panden: denk aan gevangenissen, musea en archieven, maar ook aan paleizen als Noordeinde en Huis ten Bosch.De Rgd heeft een strategie vastgesteld om te komen tot een ideale kantoren-voorraad. Hierbij gaat het zowel om eigendom als huur. De dienst streeft er-naar om een strategische kern van kan-toorpanden te beheren die voor lange tijd in gebruik blijft. Daarnaast is ruimte voor kortere periode nodig. Strategische objecten zijn veelal eigendom, de flexi-bele behoefte wordt vooral gehuurd. Op die manier kunnen groei en krimp worden opgevangen.

Vraag neemt afDe portefeuillestrategie voor de Rgd-kantoren wordt uitgewerkt in masterplannen, één voor Den Haag (in 2011 bepaald) en twaalf voor de provincies (vastgesteld eind 2013). Hierin vindt afstemming plaats tussen aanbod en vraag. De laatste zal onver-mijdelijk afnemen. Er zijn minder ambtenaren en ook het aantal vierkante meters per persoon daalt. Ter illustra-tie: in het masterplan Den Haag zijn voor de rijkskantoren in 2020 ruim 400.000 vierkante meters minder voorzien dan in 2011. Dat komt bij-voorbeeld omdat de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Milieu samen gehuisvest worden in het gebouw van het voormalige minis-terie van VROM. Het huidige onder-komen van Buitenlandse Zaken wordt verkocht en ook het ministerie van Sociale Zaken brengt de Rgd op de markt. Voor Den Haag zijn de gevol-gen groot. Forse extra leegstand betekent een dito uitdaging, zeker in de huidige markt.

MeebewegenPrimaire doelstelling van de Rgd is de zorg voor een adequate huisvesting tegen zo laag mogelijke kosten.

De Rijksgebouwendienst is al 90 jaar verantwoordelijk voor de huisvesting van de rijksoverheid. En een belangrijke speler op de landelijke vastgoedmarkt, met in een gemeente als Den Haag zelfs een dominante rol. De dienst neemt haar verantwoordelijkheid als trendsetter op het gebied van duur-zaamheid en nieuwe samenwerkingsvormen serieus.

De wintertuin van het gerenoveerde ministerie van Financiën, de eerste PPS voor rijkshuisvesting in Nederland.

Page 11: Business nationaal 5

B U S I N E S S N A T I O N A A L XI

Daarbij beweegt zij mee met markt- ontwikkelingen en de veranderende behoeften van gebruikers. Maar de rijksdienst loopt volgens Alex Vermeulen ook graag voorop: ‘Toen het milieu een hot item werd, hingen wij energielabels op en bedachten andere maatregelen om ons milieu te sparen,’ aldus de Rgd-directeur in zijn speech ter gelegenheid van het 90-jarig jubileum op 6 september in het Muiderslot. ‘Toen het marktdenken belangrijk werd, kwamen we met nieuwe publiek-private samenwer-kingscontracten. Ook bij vernieuwingen in de bouw is de Rgd voortrekker geweest. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de nieuwe geïntegreerde inspecties van gebouwen en prestatiemeting.’

Innovatieve samenwerkingAl geruime tijd initieert de Rgd publiek-private samenwerking (PPS) voor gebouwgebonden huisvestings-projecten. Hieraan liggen meerdere overwegingen ten grondslag. Zo hecht de dienst aan transparantie en een

optimaal eindresultaat van het bouw-proces. Een PPS voorziet hierin. Ook richt de samenwerkingsvorm zich op de totale huisvestingsvraag: een inte-grale aanpak van ontwerp tot langjarig beheer. Het eerste project voor rijks-huisvesting in Nederland dat op basis van PPS tot stand kwam, was de reno-vatie van het ministerie van Financiën. Het verouderde gebouw onderging een ingrijpende revitalisering. De gevel werd vernieuwd, installaties, inrichting en indeling aangepast. Ook is een aan-tal binnentuinen gecreëerd. Eind 2008 werd het gerenoveerde ministerie opgeleverd. Het betreft een zogenaamd Design, Build, Finance, Maintain en Operate (DBFMO) contract met een looptijd van 25 jaar. Hierbij zijn marktpartijen niet alleen verantwoor-delijk voor financiering, ontwerp en bouw van een object, maar ook voor het onderhoud en levering van de facilitaire diensten gedurende de loop-tijd. Deze innovatieve samenwerkings-vorm leverde bij het ministerie van Financiën een kostenbesparing van 15% op in vergelijking met een traditionele aanbesteding.

MeerwaardeIn vervolg op het eerste succesvolle voorbeeld zijn meer projecten door de Rgd als PPS aanbesteed. Bij alle rijks-huisvestingsprojecten met een te ver-wachten investering van 25 miljoen euro en meer wordt onderzocht of een PPS kwalitatieve en kwantitatieve meerwaarde heeft ten opzichte van de traditionele aanpak. Recent werd het Nationaal Militair Luchtvaartmuseum

in Soesterberg toegewezen aan een consortium met onder meer bouwer Heijmans en installateur Burgers Ergon. Andere voorbeelden zijn het nieuwe gebouw van de Hoge Raad in Den Haag – gegund in november – en de nieuwbouw van het RIVM (Utrecht), waarvoor de selectiefase is gestart.

GreenCalcOok op het gebied van duurzaamheid wil de Rgd een voortrekkersrol spelen. Dat gebeurt door gebouwen energie-zuiniger te maken en te kiezen voor duurzaam materiaalgebruik conform GreenCalc. Met dit instrument wordt de duurzaamheid van een gebouw of gebied in kaart gebracht, rekening-houdend met materiaal-, water- en energiegebruik. Inmiddels staan verscheidene rijksgebouwen in de GreenCalc-top 10, waaronder – op nummer 3 – het kantoor van Rijkswaterstaat in Terneuzen. De bestaande voorraad gebouwen wordt eveneens verduurzaamd. Voorbeelden zijn het eerdergenoemde ministerie van Financiën en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. En ook de gebruikers van rijksgebouwen worden gestimuleerd om in te zetten op duurzaamheid. Met een pakket aan maatregelen helpt de Rgd hen om de door het kabinet gestelde energie- besparingsdoelstellingen te halen.

Foto

Fel

ice

Buon

adon

na (D

NA-

beel

dban

k)

Rijkswaterstaat in Terneuzen: nummer 3 in de duurzame top 10.

Gebruikers worden gestimuleerd om

in te zetten op duurzaamheid

Page 12: Business nationaal 5

B U S I N E S S N A T I O N A A LXII

In het streven naar verduurzaming zijn eindgebruikers volgens Facility Management Nederland en de Dutch Green Building Council (DGBC) uitermate belangrijk. Reden waarom beide organisaties pogen hen bewust te maken van de rol die zij kunnen spelen en hen aan te moedigen om hierin hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. FMN en DGBC doen dat

onder meer door het verzorgen van op de gedragscode toegesneden work-shops. Tijdens die bijeenkomsten wordt facility managers geleerd hoe zij als gebruiker invloed kunnen uit- oefenen op de duurzaamheid van de eigen gebouwen, hoe de bedrijfs- voering valt te verduurzamen en hoe collega’s te motiveren zijn om bewuster te werken.

Geen keurmerkFMN-voorzitter Wim Ledder beklem-toont dat de gedragscode geen keur-merk is. ‘Wij toetsen niet of een organisatie duurzaam opereert. Wij willen slechts stimuleren dat organisa-ties het meenemen in hun dagelijkse business en de kennis die ze daarbij opdoen, beschikbaar stellen aan de rest van de wereld. Bij ondertekening van

Het stimuleren en versnellen van de verduurzaming van gebouwen en de werkomgeving. Die ambitieuze doelstelling hebben beroepsvereniging Facility Management Nederland (FMN) en de Dutch Green Building Council vervat in een gedragscode voor duurzame eindgebruikers. Sinds de lancering van het fenomeen in het najaar van 2011 hebben zeven bedrijven de code onder- tekend. Wat FMN (ruim 2.400 leden) betreft, worden dat er snel meer.

THeMA

TEKST PAUL DE GRAM

fMN wil snel meer ondertekenaars gedragscode eindgebruikers

Gebouwen en werkomgeving moeten duurzamer

Dagschoonmaak is duurzamer: verlichting, cv en airconditioning hoeven ’s avonds niet aan te blijven.

Page 13: Business nationaal 5

B U S I N E S S N A T I O N A A L XIII

de code committeer je je als organisa-tie aan het delen van kennis over verduurzaming van je bedrijfsvoering en gebouwen. Vanaf volgend jaar vragen wij de organisaties om best practices op de verschillende onder-werpen, die een plek krijgen op onze website www.fmn.nl. Zo willen wij bevorderen dat nuttige kennis en busi-ness cases niet binnen de eigen muren blijven. Wij doen niets met papier; op de site komt een inspiratiedossier dat organisaties helpt bij het vormen van hun eigen businesscase. Verder kun-nen de leden directe inhoudelijke vragen stellen aan onze Kenniskring Duurzaam. Tenslotte willen wij een interactief medium opzetten, zodat ook organisaties elkaar kunnen vinden om kennis te delen.’

MisverstandVolgens Ledder is het een misverstand te denken dat duurzaam ondernemen geld kost. ‘Duurzaam ondernemen is een economische, ecologische en sociale balans en kan dus nooit econo-misch onvoordelig zijn. Wel is het belangrijk dat je de economische visie verbreedt. Investeringen in duurzame maatregelen zijn wellicht hoger, maar wanneer je daar een terugverdientijd aan kunt hangen (ook al duurt die vijf jaar), dan ga je er uiteindelijk op vooruit ten opzichte van de huidige situatie. Zeker ervan uitgaande dat grondstoffen vanwege schaarste almaar duurder worden.’‘Duurzaamheid’, weet de FMN-voorman, ‘vraagt om een langetermijn-visie. Nu je werkomgeving en

processen inrichten op hoe de komen-de tien jaar van de organisatie eruit gaat zien. Dus flexibiliteit is belang-rijk, duurzame materialen die lang meegaan, geen verspilling van grondstoffen, kwaliteit in plaats van kwantiteit. Dat is op lange termijn bezuinigen. Er zijn tegenwoordig bovendien tal van oplossingen voor de investeringsvraagstukken. Met prestatiecontracten kun je leveranciers betrekken bij het investeren in duur- zame innovatie.’

SamenwerkenLedder noemt het voor verduur- zaming van belang dat alle ondersteu-nende afdelingen met elkaar samen- werken en groene toepassingen afstemmen: ICT (apparatuur en systemen), HR (personeelsbeleid, werving en selectie, arbeidsvoorwaar-den, opleiding, mobiliteitsbeleid), financiën (digitale factuurstroom), huisvesting (locaties huur en koop). ‘Uiteindelijk is de facility manager betrokken bij de uitvoering van maat-regelen – gebouwbeheer en installa-ties, ruimtebeheer, werkprocessen,

TIEN GEDRAGSREGELS

Ondertekenaars van de ge-dragscode voor duurzame eindgebruikers van FMN en DGBC committeren zich aan navolgende tien gedragsregels:

1. Onze organisatie is verant- woordelijk voor de verduurza- ming van onze werkomgeving.

2. Wij maken onze medewerkers door gedragsverandering bewust van de bijdrage die zij kunnen leveren aan de verduurzaming van hun eigen werkomgeving.

3. Wij hanteren duurzaamheids- eisen voor de panden die wij gebruiken.

4. Wij laten alleen een nieuw pand ontwikkelen als er geen bestaand alternatief is.

5. Wij nemen als gebruiker (en als huurder) verantwoordelijk- heid voor een pand dat wij achterlaten, voor zover mogelijk.

6. Wij bekijken onze huisves- tingslasten integraal, zodat ruimte is voor investeringen in duurzaamheidsmaatregelen.

7. Wij voeren een actief milieu- beleid.

8. Wij meten en verbeteren de fysieke werkomgeving van onze medewerkers.

9. Wij delen en promoten onze kennis en ervaring over de duurzaamheid van onze werk- omgeving.

10. Wij voeren actief beleid, of ontwikkelen dat voor de verduurzaming van onze werkomgeving.

Verbreed het draagvlak en creëer

betrokkenheid

Page 14: Business nationaal 5

B U S I N E S S N A T I O N A A LXIV

facilitaire diensten, materiaalgebruik – en de samenwerking met leveranciers.’De FMN-voorzitter drukt hen op het hart huisvestingslasten integraal te bezien, waardoor langetermijnin- vesteringen mogelijk worden. ‘Verleng je economische visie. Betrek leveran-ciers bij je doelstellingen, zoek samen-werking. Zij zijn specialist op hun vakgebied, maak daar gebruik van. Ook prestatiecontracten maken het mogelijk dat alle partijen verdienen aan duurzame investeringen. Regel effectieve en doeltreffende oplossin-gen voor je bedrijfsvoering. Vaak zitten er onnodig veel handelingen in processen. Laat medewerkers mee- denken in oplossingen. Verbreed het draagvlak en creëer betrokken-heid. Kortom, maak duurzaam onder-nemen vast onderdeel van het werk.’

OmarmdSchoonmaakconcern CSU (ruim 14.000 vaste medewerkers, 34 vesti-gingen) heeft de gedragscode voor duurzame eindgebruikers van FMN en DGBC kortgeleden formeel omarmd. Het bedrijf is al geruime tijd actief op

het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Tijdens de uitreiking van de Golden Service Awards begin dit jaar ontving het concern daarvoor de MVO-award. CSU onderstreept met zijn handteke-ning nu ook de rol van de eindgebrui-ker. Facilicom Facility Solutions, NewDirections, Van Doorne, Dell, Procore en Bouwinvest deden dat al eerder.De belangrijkste uitdaging was vol-gens commercieel directeur Ruud van Swieten om op een praktische manier met ISO 26000 aan de slag te gaan, passend bij de ‘niet praten maar poetsen’ mentaliteit van de onderneming. Door concrete en vaak alledaagse maatregelen maakt het schoonmaakbedrijf duurzaam handelen begrijpbaar en toepasbaar voor ieder-

THeMA

een. ‘Op kantoren hebben we verlich-ting met sensoren en onze elektrische apparatuur heeft een spaarstand. Verder werken we met virtuele ser-vers, gebruiken we groene stroom en waterbesparende kranen op de eigen vestigingen. Printercartridges en tele-foons worden gescheiden ingezameld. Door wastemanagement en afval- scheiding zorgen we dat eindgebrui-kers bewuster omgaan met afval,’ aldus Van Swieten, die benadrukt voorstander te zijn van dagschoon-maak. ‘Verlichting, cv en aircon- ditioning in gebouwen hoeven dan ’s avonds niet aan te blijven. Doordat gebouwgebruikers getuige zijn van ons werk ontstaan wederzijdse betrokken-heid, waardering en begrip. Bovendien is de veiligheid van onze mensen beter gewaarborgd.’

FMN-voorzitter Wim Ledder: ‘Duurzaam ondernemen is een economische, ecologische en sociale balans en kan dus nooit economisch onvoordelig zijn.’

Commercieel directeur Ruud van Swieten van CSU ontvangt uit handen van Kenniskring Duurzaam-voorzitter Yvette Watson het certificaat, behorend bij de gedragscode voor duurzame eindgebruikers.

Page 15: Business nationaal 5

De totale oplage van BUSINESS

Nationaal, het landelijk katern

van de 22 Business-uitgaven,

bedraagt ruim 100.000 exemplaren.

Door een meeleesfactor van

drie personen bereikt elke editie

van BUSINESS Nationaal meer

dan 300.000 zakelijke beslissers.

Adverteren in BUSINESS Nationaal

is werken aan zakelijk succes.

Want zaken doe je met

elkaar in de regio!

Facts & figures:- Toonaangevend sinds 1984

- Oplage 100.000+

- Bereik 300.000+

- Verschijning 6x per jaar

- Sterke regionale binding

Amsterdam BusinessAmsterdamAmstelveenSchipholDiemen e.o.

Arnhem BusinessArnhemDuivenOosterbeek e.o.

Drechtsteden BusinessDordrechtSliedrechtGorinchem e.o.

Driesteden BusinessApeldoornDeventerZutphen e.o.

Flevoland & Gooi enEemland BusinessAlmereLelystadHilversumAmersfoort e.o.

Haaglanden BusinessDen HaagZoetermeerLeidschendamWassenaar e.o.

Kennemer BusinessHaarlemBeverwijkIJmond e.o.

Midden-Brabant BusinessTilburgWaalwijkOisterwijk e.o.

Nijmegen BusinessNijmegenMaldenBoxmeer e.o.

Noord-LimburgBusinessGennepVenloRoermond e.o.

Noord-NederlandBusinessAssenGroningenLeeuwarden e.o.

Noordoost-BrabantBusiness‘s-HertogenboschOssVeghel Eindhoven e.o.

Oost-GelderlandBusinessDoetinchemWinterswijkZevenaar e.o.

Rijnmond BusinessRotterdamSpijkenisseSchiedamVlaardingen e.o.

Rijnstreek BusinessLeidenAlphen aan den RijnBodegravenLisse e.o.

Rivierenland BusinessTielZaltbommelLeerdam e.o.

Twente BusinessEnschedeHengeloAlmeloOldenzaal e.o.

Utrecht BusinessUtrechtNieuwegeinHoutenZeist e.o.

Vallei BusinessEdeWageningenVeenendaal e.o.

West-Brabant BusinessBredaRoosendaalEtten-LeurOosterhoutBergen op Zoom e.o.

Zeeland BusinessVlissingenGoesTerneuzenZierikzee e.o.

Zwolle BusinessZwolleKampenHardenbergSteenwijk e.o.

Arnhem

Tilburg

Breda 's Hertogenbosch

Venlo

Winterswijk

Enschede

NijmegenTiel

Ede

Dordrecht

Apeldoorn

Utrecht

Leiden

Almere

Rotterdam

's Gravenhage

Middelburg

Zwolle

Assen

GroningenLeeuwarden

Amsterdam

Amersfoort

Haarlem

Alkmaar

Maastricht

B U S I N E S S N A T I O N A A L I

BUSINESS

Arko van Brakel‘Nederland moet weer

gaan dromen’

BusinessNationaal5.indd 1 09-10-12 14:41

www.business-nationaal.nl voor zakelijk succes!

Business Nationaal: Landelijk bereik via dé 22

regionale BUsiNess-magazines

Page 16: Business nationaal 5

Women on Wings is een Nederlandse organisatie die ondernemende vrouwen

in India een vliegende start geeft. Women on Wings werkt zonder subsidies.

Ze bereikt haar resultaten omdat vrienden en bedrijven het werk van

Women on Wings omarmen. De 1000 euro vraag: Geeft u ook met duizend

euro in geld of diensten Women on Wings vleugels? Kijk op womenonwings.nl/

getinvolved hoe u dat kunt doen. En wat Women on Wings ervoor terugdoet.

Gaat u voor de 1000 euro vraag?

Business nationaal juni 2010.indd 9 03-06-2010 14:18:30