Buitengewoon deel 4
-
Upload
saxion-top-talent -
Category
Documents
-
view
257 -
download
0
description
Transcript of Buitengewoon deel 4
saxion.nl/buitengewoon
Saxion Programma Excelleren
Deel 4 :
Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Sirius Programma, excellentie in het hoger onderwijsLange Voorhout 20,2514 EE Den Haagw: www.siriusprogramma.nl
Saxion Programma ExcellerenM.H. Tromplaan 287513 AB Enschedet: 053 – 487 14 99w: saxion.nl/buitengewoon
Sirius Programma: Excellentie in het hoger onderwijs Het Sirius Programma stelt hogescholen en univer-siteiten in staat de beste studenten uit te dagen het beste uit zichzelf te halen. Het doel is inzicht te verkrijgen in hoe excellentie het beste bereikt kan worden en welke belemmerin-gen hiervoor in de huidige situatie bestaan. Het grootste deel van het budget is beschikbaar voor het bachelortraject dat in 2008 van start is gegaan (€ 48,8 miljoen). Het mastertraject met een budget van € 12,2 miljoen start in 2010. Het Ministerie van OCW financiert het Sirius Programma, dat een onderdeel van het Plat-form Bèta Techniek is.
Saxion Programma Excelleren
SaxionProgramma Excelleren
april 2013
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen
(Sirius)
Colofon
Saxion Programmateam Excelleren
� Marike Lammers - programmamanager
� Trijntje van Dijk - lid programmateam
� Marc van Kempen - lid programmateam
� Raymond ter Woord - programmasecretaris
� Odiel Mennink – lid programmateam
� Nanda Nijhuis - lid programmateam
� Robin Rijpma – lid programmateam, Fast Forward Trainee
� Dineke Steenkamp - managementassistente
Stuurgroep Saxion Programma Excelleren
� i.o.v. Wim Boomkamp - Voorzitter College v. Bestuur Saxion
� Hans Weusthof – voorzitter stuurgroep
� Rob Admiraal
� Caroline van de Molen
� Eva Boonk – honours student
� Sjoerd Werkhoven – honours student
Saxion Honours Council
� Kathy van Eijkelenburg - directeur TriMM interactieve media
� Mirjam Luizink - technisch-commercieel directeur MESA+
Instituut, Universiteit Twente
� Eric Nijkamp - directeur eigenaar NyStaete Group, venture capital en
private equity
� Peter Sleegers - hoogleraar Universiteit Twente, vakgroep
Onderwijsorganisatie en Management
� Peter Turpijn - voorzitter raad van bestuur GGZ-organisatie Mediant
Adres:
� Saxion
M.H. Tromplaan 28
7513 AB Enschede
t: 053 - 487 14 99
Sirius Programma, excellentie in het hoger onderwijs
Lange Voorhout 20,
2514 EE Den Haag
www.siriusprogramma.nl
2
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
colofon
Auteurs:
� Janina Banis MSc
Onderzoeker lectoraat Strategisch HRM, promovendus
� Drs. Trijntje van Dijk MLD MSc
Saxion programmateam Excelleren
� Simone van der Donk MSc
Onderzoeker lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs
� Dr. Mark Gellevij MSc
Lector Innovatief en Effectief onderwijs
� Drs. Marc van Kempen
Saxion programmateam Excelleren
� Ir. Marike Lammers
Programma manager Excelleren
� Jolise ’t Mannetje MSc
Onderzoeker lectoraat Innovatief en Effectief onderwijs
� Robin Rijpma MS c
Saxion programmateam Excelleren
� Dr. Karin Truijen
Onderzoeker lectoraat Innovatief en Effectief onderwijs
� Dr. Ruud Welten
Lector Ethiek
� Mr. Raymond ter Woord
Saxion programmateam Excelleren
� Redactie: Marike Lammers, Nanda Nijhuis, Raymond ter Woord
� Eindredactie: Marike Lammers
� Vormgeving: Maarten Swart
� Foto’s: It’s a Léonie ..................................................................to voorkant
van boven naar onderen op de foto
� 1. Anne Hospers : student HP Marketing and International
Management
� 2. Manon Reinders : student HP Health Care and Social Work
� 3. Elsemiek Geerdink : student HP Health Care and Social Work
� 4. Daan Engelen : student HP Liberal Arts and Science
� 5. Vincent Gelink : student HP Sapere Aude! Durf te denken
� 6. Kerstin Stremlau: student HP Liberal Arts and Science
� 7. Wendy Schutten : student HP Excellence in Finance and
Management
� 8. Celeste Waanders : student HP Sapere Aude! Durf te denken
� 9. Eva Boonk : student HP Liberal Arts and Science
� 10. Kevin Lukens : student HP Sapere Aude! Durf te denken
3 colofon
colo
fon
Foto’s zijn gemaakt tijdens
bijeenkomst ‘Club Honours’ in de
Spinnerij Oosterveld Enschede op
6 november 2012,
en seminar ‘Talent is niet van
gisteren’ op 30 januari 2013 bij
Saxion in Deventer.
Inhoud � Voorwoord ...................................................................................5
� Deel I ..........................................................................................9
� 1. Het HBO in een vloeibare samenleving ...................................11
� 1.1 . Smart missiles ....................................................................12
� 1.2 . Onzekerheid ......................................................................14
� 1.3 . De mythe van het meetbare ...............................................14
� 2. Bruggenbouwers tussen domeinen .........................................17
� 2.1 . Samenvatting ......................................................................17
� 2.2 . De ultieme excellentie: trans - disciplinair competent .........18
� 2.3 . Profiel Reflective Professional ..............................................21
� 3. Wie is de Saxion honours student ? ........................................27
� 4. Wie is de Saxion Honours docent ? ........................................33
� 4.1 . Fase 1: Verkenning van honours docentschap binnen Saxion 33
� 4.2 . Fase 2: Vervolg onderzoek ..................................................36
� 5. Uitkomsten werkveldonderzoek : Saxion Programma Excelleren 39
� 5.1 . Kwalitatief onderzoek .........................................................39
� 5.2 . Kwantitatief onderzoek .......................................................39
� 6. Validatie van Honours Programma’s: procesinrichting ............41
� 6.1 . Inleiding..............................................................................41
� 6.2 . Het Reflective Professional Honours Programma ..................42
� 6.3 . Monitoren van Honours Programma’s..................................42
� 6.4 . Opzet validatie ....................................................................43
� 6.5 . De zes experimenteerdoelen gedefinieerd voor validatie .....47
� 6.6 . Het samenstellen van een validatie-team .............................48
� 6.7 . De resultaten van monitoren en valideren ...........................48
� 6.8 . Conclusies ..........................................................................49
� Deel II .......................................................................................53
� 7. Excellentie: vergelijking Saxion Honours Programmes-studenten . 55
� 7.1 . De waardering van HP’s in een cijfer ...................................56
� 7.2 . Selectieprocedure voor de HP’s ..........................................56
� 7.3 . De opzet en inhoud van het HP ...........................................60
� 7.4 . De rol van de student in de HP’s..........................................70
� 7.5 . De docenten in het HP .........................................................74
� 7.6 . De mogelijke opbrengsten van het HP .................................81
� 7.7 . Kenmerken van de HP’s .......................................................92
� 7.8 . Slotwoord ...........................................................................94
� 7.9 . Literatuur ............................................................................94
4 inhoud
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
vo
orw
oord
Voorwoord
Tijdens de voorbereiding van deze vierde publicatie over de ontwik-
keling van het excellentie onderwijs bij Saxion, realiseerde ik mij
meer dan ooit welke aspecten van deze ontwikkeling mij inspireren
en uitdagen. Ik hoop dat de lezer aan deze uitgave dezelfde inspi-
ratie ontleent en met mij de uitdaging aan wil gaan het excellentie
onderwijs voor talentvolle studenten nog een stap verder te brengen.
Saxion is ooit gestart met een handjevol enthousiaste docenten en
studenten. In drie jaar tijd is er een groei van de ‘community’
rondom excelleren geweest naar circa 250 betrokken studenten,
ruim 50 docenten, 9 honours programma’s en tal van excellentie-
trajecten. Afgelopen jaar heeft de eerste grote bijeenkomst plaats-
gevonden waarin honourstudenten en –docenten uit de verschil-
lende programma’s over de hele hogeschool, met elkaar van
gedachten hebben gewisseld. Dit heeft geresulteerd in een geza-
menlijk Magazine Club Honours (zie ook publicatie op saxion.nl/
buitengewoon). Dit jaar hopen we dat er ook een fysieke commu-
nity ruimte beschikbaar komt om een intensieve ontmoeting tussen
honours studenten en docenten van de diverse disciplines te
stimuleren.
Heel inspirerend is de wijze waarop inmiddels meer dan 10 stu-
dent-ambassadeurs (zie foto voorzijde) voor honours programma’s
bezig zijn met een grootse wervingsactie onder hun medestuden-
ten (vooral de eerstejaars). Hun inbreng is verfrissend!
Dit jaar staat in het kader van samenwerking tussen de diverse
honours programma’s. Na drie jaar ontwikkelen en uitvoeren van
programma’s is de tijd rijp om de opbrengst te oogsten en te delen
met elkaar. De samenwerkingsprojecten richten zich op het in kaart
brengen van het ontwikkelde honours onderwijs, dat de transdisci-
plinaire ontwikkeling van de student tot Reflective Professional in 3
loops tot doel heeft. Vervolgens wordt ook een gezamenlijke wijze
van assesment voor honours opgezet. Er is een project gestart
om honours docentenprofessionalisering samen uit te werken.
Hier wordt gebruikt gemaakt van de eerste inzichten in honours
docentenprofiel(en) van Saxion, die in deze uitgave zijn te lezen.
Ook wordt geëxperimenteerd met een vrije minor, toegankelijk
voor honours studenten, gericht op transdisciplinair samenwerken
met - en voor - de maatschappij.
Door:
Marike Lammers
5 voorwoord
Saxion kent naast honours onderwijs ook meer verdiepende excel-
lentietrajecten. Deze worden verder uitgewerkt door alle academies
en nieuwe trajecten worden ontwikkeld. Daarmee ontstaat er een
nog ruimer aanbod voor excellentie onderwijs. De talentvolle stu-
denten krijgen nog meer te kiezen!
Met al deze ontwikkelingen worden de programmaresultaten steeds
meer zichtbaar en de kwaliteit is veelbelovend! De zes programma-
resultaten die aan het einde van de programmaperiode (eind 2013)
worden opgeleverd zijn:
1. Startprofiel van Reflective Professional dat leidt tot instroom van
bovengemiddelde talenten, in excellente studieprogramma’s.
2. Profiel medewerker resp. docent die excellente studenten kan
begeleiden tot Reflective Professional.
3. Vakdidactiek en onderwijsvormen geschikt voor honours routes
en programmes.
4. Vakinhouden geschikt voor honours routes en programmes
5. Uitstroom van studenten, die voldoen aan het profiel van de
startende Reflective Professional.
6. Inzicht in welk onderwijsklimaat bovengemiddelde getalenteer-
de studenten daadwerkelijk trekt, motiveert, bindt en uitdaagt
en hoe dit bereikt kan worden.
In deel I van dit boekje, in hoofdstuk 1 zal Ruud Welten uiteen-
zetten hoe de ‘vloeibare’ maatschappij behoefte heeft aan anders
opgeleide beroepsbeoefenaars. In hoofdstuk 2 wordt transdisci-
plinaire ontwikkeling in 3 loops toegelicht en zijn bijbehorende
reflectieve vraagstellingen toegevoegd. In hoofdstuk 3, 4 en 5
worden de eerste onderzoeksopzetten en resultaten weergegeven
van respectievelijk selectiecriteria van honoursstudenten, honours
docentenprofiel(en), en uitkomsten van beroepenveldonderzoek.
In hoofdstuk 6 is de procesinrichting van het validatie proces
opgenomen. Op dit moment zijn 8 van de 12 Honours Programmes
gevalideerd en wordt daarmee een beeld verkregen van de ontwik-
keling van de Honours Programmes t.a.v. de zes resultaatgebieden
die dit programma gaan opleveren. De kwaliteit van de honours-
programmes worden vastgesteld èn er wordt informatie verkregen
over de best practices die de bouwstenen zullen vormen voor de
verduurzaamde Honours Programmes. Voor de zomer 2013 zullen
alle Honours Programmes bij Saxion gevalideerd zijn.
6
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
voorwoord
In deel II is de rapportage opgenomen van een uitgebreide vergelij-
king van de lopende Honours Programmes bij Saxion, gebaseerd op
input van honours studenten.
Graag delen we deze inzichten vanuit het Saxion Programma Excel-
leren (Sirius) en hopen hiermee het honours onderwijs in Nederland
een stapje verder te helpen! Ik wens u veel leesplezier toe.
Marike Lammers
Marike Lammers en HP Alumni
Pola Hirschmann
7 voorwoord
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
8
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
voorwoord
SaxionProgramma Excelleren
H 1 - Het HBO in een vloeibare samenleving
H 2 - Bruggenbouwers tussen domeinen
H 3 - Wie is de Saxion honours student?
H 4 - Naar docentprofiel(en) in Saxion Honours programma’s
H 5 - Uitkomsten werkveldonderzoek Saxion Programma Excelleren
H 6 - Validatie van Honours Programma’s: procesinrichting
I9
I d
eel
Deel I
4 januari 2013:
congres HP docenten:
Alwin Oude Lansink
Martha Bijkerk
Martin Oyevaar
10
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Deel I
1. Het HBO in een vloeibare samenleving
In Scienceguide van 7 februari j.l. heeft Ruud Welten zijn visie
gegeven op het huidige HBO onderwijs en de snel veranderde
maatschappij. Studenten moeten niet enkel een vak leren, maar het
vermogen ontwikkelen om zich aan te kunnen passen en kennis-
domeinen te overschrijden. Het honours onderwijs bij Saxion richt
zich daarop door honours studenten op te leiden tot ‘Reflective
Professionals’.
Wat is de rol van het hoger beroepsonderwijs in een wereld waarin
het fenomeen ‘beroep’ slechts nog een echo is uit vervlogen tijden?
Welke rol zou het HBO moeten spelen in een samenleving waarin
haar studenten worden geconfronteerd met een structurele onze-
kerheid over hun toekomst?
De maatschappij is zodanig ingrijpend en in hoog tempo aan het
veranderen, dat ze volgens socioloog en filosoof Zygmunt Bauman
(1925), emeritus van de universiteiten van Leeds en van Warschau,
niet meer begrepen kan worden in termen van vaste structuren,
maar als een ‘vloeibare samenleving’.
Hoewel het hoger beroepsonderwijs niet het hoofdthema is, bevat
zijn jongste boek On Education, dat in feite bestaat uit een reeks kor-
te interviews, veel inzichten die in samenhang met zijn publicaties
sinds Liquid Modernity (2000) van grote waarde kunnen zijn om het
hoger beroepsonderwijs van vandaag een spiegel voor te houden.
Een poging daartoe: Nog geen twee decennia geleden was het nog
redelijk te veronderstellen dat studenten de kennis en vaardighe-
den die ze in hun opleiding verwierven zouden gaan verzilveren in
de beroepspraktijk.
Men kon er redelijkerwijs van uitgaan dat afgestudeerden zich
dankzij een gedegen hoger beroepsopleiding een solide plaats op
de arbeidsmarkt wisten te veroveren. Dat dit beeld vandaag een
achterhaalde voorstelling van zaken geeft, is beslist niet slechts te
wijten aan de economische recessie.
In onze vloeibare samenleving, aldus Bauman, wordt ons leven niet
langer bepaald door een traject van een levenslange, eenduidige
beroepspraktijk. Grenzen tussen vakdisciplines, functies en ken-
nisdomeinen zijn vloeibaar geworden en nemen, al voortvloeiend,
steeds nieuwe vormen aan. Studenten in het hoger beroepsonder-
wijs van nu zouden, in plaats van te worden ingewijd in een traditie
van een vakgebied, zich moeten voorbereiden op de verregaande
flexibiliteit die de huidige tijd vereist.
1
Door:
Ruud Welten,
Saxion lector Ethiek
11 het hbo in een vloeibare samenleving
1 h
oofd
stuk
Want in onze tijd verdwijnen niet alleen banen, maar complete
traditionele beroepen. In plaats daarvan overschrijden we in ons
werkzame leven onophoudelijk de grenzen van kennisvelden en
markten. Niet alleen neemt het aantal vaste contracten op de ar-
beidsmarkt in hoog tempo af, werk wordt tegenwoordig begrepen
in termen van kortlopende projecten. En wie een project met succes
voltooit, moet alweer bezig zijn met een volgend project dat, wat
toepassing en kennis betreft, niet vanzelfsprekend in de lijn ligt van
het voorgaande project.
Tegen de achtergrond van deze snelle golfbewegingen van de vloei-
bare samenleving, dreigt het HBO slechts nog een mastodont te
worden uit tijden waarin een beroepspraktijk duidelijk in te kaderen
was.
Praktische kennis kon in de mal van een opleiding gegoten wor-
den, om vervolgens te stollen tot solide eenheid, beroep genaamd.
Het is waar dat veel opleidingen niet meer in termen van beroepen
denken, maar van praktische kennisdomeinen. Maar deze kennisdo-
meinen blijven vaak streng afgebakend, vastgelegd in bijzondere,
meetbare competenties. De ene soliditeit wordt ermee ingeruild
voor een andere.
1.1 Smart missiles
Wanneer leerdoelen daadwerkelijk samenvallen met competenties
die de afgestudeerden voorbereiden op de beroepspraktijk, dan
kunnen leerprojecten keurig van te voren worden geprepareerd en
in afvinkbare eenheden worden omgezet. Echter, in een vloeibare
samenleving is een dergelijke constructie slechts contraproductief.
Het maakt studenten log en inflexibel, en verstoken van de creati-
viteit en visie die de vloeibare markt van vandaag vereist. Bauman
vergelijkt dit met doelrakketten. Op het moment dat zo’n raket de
lucht ingaat, is zijn doel duidelijk. Maar een raket van deze soort
mist haar doel, zodra dat doel zelf begint te bewegen, aldus Bau-
man. Hij zal immers slechts de aanvankelijk geplande locatie raken.
In de vloeibare samenleving veranderen de doelen van plaats en in-
houd, al op het moment dat de raketten de lucht ingaan. Het vizier
moet dus niet alleen meebewegen, maar in staat zijn te anticiperen
en het voormalige doel te vergeten.
Zo zouden we kunnen stellen dat het HBO haar doel mist wanneer
ze studenten op een solide manier voorbereidt op beroepen die
echter zelf in hoog tempo aan het veranderen of verdwijnen zijn,
12 het hbo in een vloeibare samenleving
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
terwijl tegelijkertijd juist nieuwe kansen, veelal cross-overs tussen
voorheen gescheiden kennisdomeinen, zich aandienen.
Om doelen te raken in een vloeibare samenleving, zijn slimme ra-
ketten nodig. In de vloeibare samenleving is het doelloos geworden
om studenten enkel nog ‘een vak te leren’, want op het moment
dat de student de arbeidsmarkt betreedt, is zijn kennis achterhaald.
Wat studenten daarentegen moeten verwerven, is het vermogen
zich aan te passen en kennisdomeinen te overschrijden.
En dit gaat verder dan het af en toe organiseren van een college of
workshop waarin studenten de grenzen van hun eigen vak over-
schrijden. De smart missiles kunnen zich zo snel aanpassen omdat
ze in staat zijn volledig van koers te veranderen, en dat vereist dat
ze vergeten wat ze aanvankelijk hadden geleerd.
Het denken in praktische kennisdomeinen, in plaats van in traditio-
nele beroepen, voldoet dus niet meer. Zolang het beroepsonderwijs
soliditeit blijft nastreven, wordt de student niet op zijn rol in een
vloeibare samenleving voorbereid. Integendeel.
Er is in veel gevallen geen sprake meer van kennis die van de oude-
re generatie naar een nieuwe wordt doorgegeven, maar andersom:
op het gebied van bijvoorbeeld techniek, mode, nieuwe media, ICT,
of design, zijn het de ouderen die leren van jongeren. Is het dan
nog wel geloofwaardig wanneer kennis standaard wordt aangeleerd
door een oudere generatie? Dit vereist een nieuwe, zelf vloeibaar
geworden invulling van kennisverwerving. Moeten we blijven den-
ken en handelen in gildetermen van de meester en de leerling, dus
van de leraar die de student onderwijst?
Het is waar dat de relevantie van de vloeibaarheid van de samenle-
ving wellicht niet alle opleidingen aangaat, maar zeker waar mark-
ten en toepassingsgebieden zelf in een vloeibare situatie terecht
zijn gekomen, zoals onder andere economie, facility management,
toerisme en hotellerie, communicatie en journalistiek, kunst of
sociaal agogisch werk, daar wordt het onverantwoordelijk om op-
leidingen te laten berusten in het oude. En de markt van vandaag is
morgen achterhaald.
13 het hbo in een vloeibare samenleving
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
1.2 Onzekerheid
De voorheen begerenswaardige soliditeit en zekerheid heeft plaats-
gemaakt voor flexibiliteit en mobiliteit, die past bij de manier hoe
we in het leven staan. Dit heeft een grote mate van vrijheid opge-
leverd. Wanneer de vader vroeger boer was, dan was de kans groot
dat de zoon dat ook zou worden. Maar het individu van vandaag
laat zich niet vormen door traditie. Dat betekent aldus Bauman ook
dat we de zekerheden die de solide maatschappij ons vroeger gaf,
zijn kwijtgeraakt.
In plaats daarvan leven we nu in een voortdurende onzekerheid, die
zelf vloeibaar is, omdat ze steeds nieuwe vormen aanneemt.
Waar de directeur van het bedrijf er vroeger vanuit kon gaan dat
hij dat jaren achtereen zou zijn, daar is de CEO van nu degene die
wordt ontslagen zodra hij niet meer aan de verwachtingen voldoet.
De hoge mate van vrijheid in de vloeibare samenleving leidt tot een
structurele onzekerheid, die ons drijft te vluchten op kleine eiland-
jes tussen al deze vloeibaarheid.
Er is durf, moed, creativiteit, ondernemerschap en visie voor nodig
om als professional in een steeds veranderende samenleving te
fungeren. Docenten moeten een kernrol moeten spelen in het
enthousiasmeren van studenten, die op hun beurt de maatschappe-
lijke verantwoordelijkheid die eigen is aan hun werkvelden, moeten
leren koesteren.
1.3 De mythe van het meetbare
Maar in plaats van sensitiviteit voor de vloeibare samenleving te
stimuleren, valt de HBO-praktijk vaak terug op meetinstrumenten,
die een laatste, niet zelden wanhopige poging zijn om een schijn
van soliditeit te behouden. Het cijfer voor de scriptie is opgeblazen
tot een bureaucratie waarin alle resultaten moeten worden gemeten
en vastgesteld.
Elk stukje kennis of gedrag van de studenten moet een plaats
krijgen in tabellen met uitgemeten competenties. Docenten zijn
voortaan de boekhouders van deze bureaucratie, die de verstolling
van het onderwijs slechts bevordert.
14 het hbo in een vloeibare samenleving
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Problemen in het HBO worden behandeld als organisatieproble-
men, in plaats van dat ze aanleiding geven tot zelfonderzoek, met
tot gevolg: nog meer controle en bureaucratie. En zo ontstaat een
monster dat de schijn van transparantie en solide kwaliteitsbeheer-
sing moet geven, terwijl het in werkelijkheid de praktijk van de
interactie tussen studenten en docenten, tussen onderzoekers en
het werkveld slechts frustreert.
Studenten worden daarmee opgeleid tot passieve consumenten, die
slechts het moment afwachten waarop ze het felbegeerde diploma
in handen krijgen, zonder dat ze zijn voorbereid op de verregaande
vloeibaarheid die deze samenleving vereist.
De organisatie van het huidige beroepsonderwijs loopt het gevaar
een mammoettanker te worden, dobberend op de een vloeibare sa-
menleving, en in het slechtste geval, langzaam maar zeker zinkend,
terwijl de afgestudeerden doelloos op de golven van de oceaan
blijven rondzwemmen.”
� Zygmunt Bauman (2000), Liquid Modernity. Polity Press
� Zygmunt Bauman (2005), Work, Consumerism and the New Poor.
Open University Press.
� Zygmunt Bauman (2012), On Education. Conversations with Ric-
cardo Mazzeo. Polity Press.
HP docenten in debat
November 2012
15 het hbo in een vloeibare samenleving
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
HP studenten in debat
November 2012
16 het hbo in een vloeibare samenleving
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
2. Bruggenbouwers tussen domeinen
-Transdisciplinaire Ontwikkeling in 3 loops-
2.1 Samenvatting
Binnen de Saxion University of Applied Sciences wordt het profiel
van de Reflective Professional als doel gesteld bij de ontwikkeling
en implementatie van de Honours Programmes. Studenten werken
aan zes competenties en ontwikkelen zich via drie niveaus of loops
om uiteindelijk trans-disciplinaire professionals te worden.
Bedrijven en instellingen vinden het belangrijk dat deze Reflective
Professionals de grotere vraagstukken uit de eigen discipline op
innovatieve wijze aanpakken, vanuit werkwijzen en oplossingen van
andere disciplines. Dit doen zij door het creëren van nieuwe
producten, professies, of paradigma shifts op branche niveau.
Hierna wordt ten eerste de bedoeling van trans-disciplinariteit
toegelicht.
Dit is in lijn met het betoog van Ruud Welten in ‘Het HBO in een
vloeibare samenleving’. De maatschappij vraagt ‘cross-overs’ tus-
sen voorheen gescheiden kennisdomeinen en steeds weer nieuwe
verdieping in nieuwe kennisdomeinen. Transdisciplinariteit in het
profiel van de Reflective Professional geeft hier een ontwikkelmoge-
lijkheid voor.
Vervolgens is het Profiel van de Reflective professional opgenomen.
Voor de lezer is het, na de toelichting op de wens van het bedrijfs-
leven, de uitdaging dit profiel te lezen vanuit het perspectief van
een branche organisatie van een topsector, die een nieuw lid van
een innovatie-denktank met trans-disciplinair denkvermogen, wil
werven.
Tot slot bevat dit artikel een set van inspirerende, reflectieve vraag-
stellingen voor student en begeleider bij de ontwikkeling van de
student door de drie niveaus of loops.
2
door:
Trijntje van Dijk
17
2 h
oofd
stuk
bruggenbouwers tussen domeinen
2.2 De ultieme excellentie: trans - disciplinair competent
De geconsulteerde experts uit het bedrijfsleven definieerden de
kenmerken van het profiel van de Reflective Professional vanuit de
behoeften van de maatschappij. De steeds complexere (toekom-
stige) vraagstukken in de maatschappij en van bedrijven en organi-
saties kunnen niet meer opgelost worden vanuit mono-disciplinaire
kennis en vaardigheden alleen. Alhoewel mono-disciplinaire kennis
en vaardigheden een absolute voorwaarde zijn om als vak-profes-
sional goed te kunnen functioneren is er meer nodig om nieuwe
oplossingen, concepten, professies en strategieën te ontwikkelen
voor de branche. De experts constateerden dat een verzameling
van mono-disciplinair denkende professionals ofwel een multi-dis-
ciplinair werkend team waarbij elke professional vanuit een mono
perspectief denkt, de branches niet de gewenste vernieuwing zal
brengen.
Een trans-disciplinaire, Reflective Professional moet open staan
voor benaderingen en oplossingen van andere disciplines, en van
hieruit nieuwe toepassingen ontwikkelen. Van deze professional
wordt verwacht dat hij aanzet tot het creëren van nieuwe produc-
ten, professies, of paradigma shifts op branche niveau. De experts
uit het bedrijfsleven definieerden de kenmerken van het profiel van
de Reflective Professional daarmee met als basis een trans-discipli-
naire toepassing.
De interpretatie van de term discipline moet gezien worden vanuit
de economisch maatschappelijke visie van het beroepenveld, ofwel
hoe zij de human capital taart van Nederland inrichten. Om de
experts en de vraagstukken in onze economie en maatschappij te
begrijpen is het daarom noodzakelijk te begrijpen hoe de economie
vanuit het perspectief van disciplines wordt gekenmerkt.
Als kennis- en onderwijs-instituut moeten we kennis nemen van de
taal en semantiek die op nationaal niveau gebruikt wordt om de
human capital taart te versnijden. Immers, in de context van het
onderwijsinstituut zijn wij regionaal en nationaal gewend aan de
inrichting volgens de traditionele scholen binnen de onderwijs con-
text. En de kenniscentra worden geacht deze te ondersteunen.
Om een paradigma shift bij studenten te veroorzaken hebben we
zelf ook een ander perspectief nodig. Om de versnijding van de
human capital taart te begrijpen geven de experts vanuit maat-
schappij en bedrijfsleven aan waar de innovatie zich op zou moeten
richten. In Nederland wordt human capital gepresenteerd in termen
van topsectoren. Dit zijn Agri&Food, Creatieve Industry, Energy, Life
sciences & Health, Water, High Tech, Logistics, en Chemie.
Vanuit dit brede perspectief spreken de experts. Hoe worden de
18 bruggenbouwers tussen domeinen
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
mono-disciplinaire professional en de multi- disciplinaire profes-
sional nu ervaren en wat is de innovatie-uitdaging voor de univer-
sities of applied sciences? Deze vraagstelling om enige uitleg komt
overigens niet voort uit het bedrijfsleven maar is een vraag waar
het onderwijs mee worstelt. Uit de raadpleging van nationale of in-
ternationale woordenboeken of multimediale bronnen komen geen
duidelijke betekenisgevingen of definities voort in relatie tot een
professionele interpretatie.
De enige, bruikbare, uitleg wordt gegeven in de online Oxford dic-
tionary: (noun) branch of knowledge, typically one studied in higher
education: sociology is a fairly new discipline.
Echter, tijdens een raadpleging van een socioloog, merkte de socio-
loog enigszins korrelig op dat sociologie meer is dan een discipli-
ne. En zo verzandt een gesprek om op verzoek van de buitenwereld
een stap vooruit te komen in een schoolvoorbeeld van professio-
nele identiteit en grenzendiscussie. Wat wel geconstateerd kan wor-
den is dat de betekenis van discipline neigt naar het idee van een
“a school of thought”. De worden mono (een), multi (meer, divers),
and trans (over, vice versa) behoeven geen nadere uitleg omdat dit
eenvoudige particles zijn, vaak direct voortkomend uit het Latijn
en algemeen gebruikte elementen zijn in de West-Europese talen.
Bovendien zijn deze woorden normaal gedachtengoed in formele
publicaties, zoals verder op duidelijk zal worden.
De mono-disciplinaire professional:
� is opgeleid binnen zijn of haar specifieke professie en
� is in staat om solitair, binnen de professie te functioneren.
De multi-disciplinaire professional:
� is opgeleid binnen zijn of haar specifieke professie en
� is in staat om samen te werken met andere professionals omdat
hij puur vanuit de eigen professie een deel van het multi-disci-
plinaire product oplevert.
Beide types professionals kunnen traditionele en excellente produc-
ten en oplossingen opleveren, vanuit de traditionele onderwijspro-
gramma’s. De geraadpleegde experts constateren dat een nieuw
type professional gewenst is, bijvoorbeeld omdat:
De trans-disciplinaire professional:
� oorspronkelijk is opgeleid voor de specifieke professie van zijn
of haar keuze en,
� ontevreden is over het vermogen van de specifieke professie,
� zich expliciet bewust is van de tekortkomingen en uitdagingen
van de professie op branche niveau,
19 bruggenbouwers tussen domeinen
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
� een intrinsieke motivatie heeft voor verder onderzoek en het
overschrijden van grenzen in professionele kennis en vaardighe-
den,
� professionals inspireert uit eigen en andere disciplines met
nieuwe benaderingen en stimuleert professies en branches tot
nieuwe ontwikkelingen,
� naar nieuwe oplossingen zoekt met een nieuwe maatschappe-
lijke (keten)betekenis,
� aannames beschouwt en strategie evalueert op basis van metho-
dologische benaderingen,
� met professionele distantie reflecteert, vanuit een nieuw denk-
raam,
� en een paradigma shift veroorzaakt.
Om dit te bereiken, zal de trans-disciplinair professional:
� inspiratie zoeken, wellicht beginnend als een zich verwonderen-
de en reflectieve mono-disiplinaire professional;
� een netwerk om zich heen vormen van professionals uit vol-
strekt andere professies en sectoren;
� nieuwe concepten en ontwikkelingen uitwisselen;
� nieuwe concepten ontwikkelen om de professie verder te bren-
gen of om een nieuwe professie op te starten.
In Kennis roept om toepassing, topsectoren en de hogescholen,
Stichting Innovatie Alliantie, 2011, Den Haag, pagina 9, worden
academische universiteiten en universiteiten of applied sciences
gekenmerkt. De Stichting Innovatie Alliantie daagt de universities of
applied sciences uit om transdisciplinair te werken en zich te richten
op modus 2.
Modus 1 Modus 2
Is produced in academic con-text
Is produced in context of ap-plied science
Is evaluated in peer group Is evaluated by extended peer group
Is disciplinary Is transdisciplinary
Is homogenous Is heterogenous
Is not reflexive Is reflexive
tabel 2.1 modus 1 en modus 2
20 bruggenbouwers tussen domeinen
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Zoals als tweede genoemd, vervolgt de Stichting Innovatie Alliantie
het betoog door het doel van trans-disciplinariteit te kenschetsen.
Alle topsectoren en hun verzoeken voor innovatie worden expli-
ciet in de sectorcontext benoemd. Het is voor deze contexten en
onderwerpen dat de trans-disciplinair professional, met Modus 2
kenmerken, nodig is.
Tot zover de toelichting van trans-disciplinariteit. Vervolgens is het
Profiel van de Reflective Professional opgenomen, waarvan trans-
disciplinariteit een essentieel onderdeel vormt. Voor de lezer is het,
na de toelichting op de wens van het bedrijfsleven, de uitdaging dit
profiel te lezen vanuit het perspectief van een branche organisatie
van een topsector, die een nieuw lid van een innovatie-denktank
met trans-disciplinair denkvermogen, wil werven.
2.3 Profiel Reflective Professional
Hierna volgen de kenmerken van het profiel van de Reflective Pro-
fessional. De uitdaging voor een mono-disciplinair denkende lezer
is nu het onderstaande te lezen als competentiebeschrijvingen
uit een vacaturetekst van een branche organisatie. Denk aan een
branche organisatie die vanuit een topsector bezig is een innovatie
denktank samen te stellen en daarbij professionals wil recruten
die boven hun professie uitstijgen en die het lef hebben in andere
contexten te innoveren.
1. Vakinhoudelijk grensoverstijgend: De Reflective Professional
is enerzijds gespecialiseerd en anderzijds breed georiënteerd.
Hij/zij beschikt over een breed denkframe en het vermogen
om kennis creatief te combineren met complexe systemen en
vraagstukken uit de beroepspraktijk. Zoekt uitdagende vraag-
stukken in kenniscentra of gerenommeerde bedrijven. Is in staat
om regionale en internationale vergelijkingen te maken. Interna-
tionale oriëntatie is min of meer vanzelfsprekend, omdat vrijwel
alle beroepen een internationale component kennen.
2. Professioneel inspirerend: De Reflective Professional kan de
ontwikkeling van de eigen professie binnen een historische
en wijsgerige context duiden. Beschikt over metacognitieve
vaardigheden zoals analyseren, doelen stellen, plannen en
evalueren, als metaprocessen om de professie te stimuleren tot
verdere ontwikkeling. Hij/zij wil kennis ontwikkelen en kennis
delen. Een hoogwaardig netwerk behoort tot het standaardin-
strumentarium. Leert snel en inspireert collega-professionals tot
verdere, nieuwe ontwikkelingen.
21 bruggenbouwers tussen domeinen
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
3. De professionele leerreis en maatschappelijk bewustzijn: Naast
de gemotiveerdheid van een bachelor, is de Reflective Profes-
sional initiatiefrijk en op zoek naar nieuwe oplossingen met
maatschappelijke betekenis. Crossmultidisciplinair denken en
verantwoordelijkheid kunnen en willen nemen, en overtuigend
kunnen communiceren, brengen hem/haar op nieuwe concepten
voor professionals, bedrijven en branches. Zijn/haar professio-
nele leven is een leerreis (Senge, zie referentielijst 1) waarbij de
reis als ‘dance of change’ intrigerender is dan de bestemming
en waarbij hij/zij zich bewust is van de professionele positie bin-
nen een team, organisatie of de maatschappij.
4. Methodologische kwaliteit en wetenschappelijke attitude: Naast
de bachelorhouding om evidence-based te werken en onder-
bouwde afwegingen te maken, heeft de Reflective Professional
de neiging om voortdurend de gebruikte strategieën te evalu-
eren. Dit wordt gevoed door een sterk analytisch-intellectueel
vermogen en interesse in theoretische verdieping, om te komen
tot nieuwe professionele en maatschappelijke ontwikkelingen.
5. Excellent reflexief vermogen: De Reflective Professional heeft
het vermogen vanuit een buitengewoon perspectief te reflecte-
ren en te excelleren. Professionele distantie is voorwaardelijk
voor het kunnen plaatsen van vraagstukken in een alternatief
kader. Hij/zij heeft het vermogen tot een ‘paradigmashift’. De
Reflective Professional heeft de neiging en het vermogen tot re-
flectie vanuit gesystematiseerde ervaring en theoretische model-
len, is in staat om de grote vraagstukken van een professie op
micro-, meso- en macroniveau te benoemen en er een standpunt
over in te nemen. Creëert en articuleert steeds weer de eigen
leervraag en die van de professionele omgeving. Vraagt maar
creëert ook uitdagingen en nieuwe paradigma’s.
6. Gedifferentieerde profielontwikkeling: De Reflective Professional
zal zich doorgaans binnen een specifiek profiel ontwikkelen en
daarin hoogwaardig functioneren en zich onderscheiden. Dat
kan in bijvoorbeeld de sfeer van ondernemerschap, leidinggeven
of onderzoek zijn. Hij/zij is een vernieuwer in de beroepsprak-
tijk, heeft een bepaalde sensitiviteit voor nieuwe trends in de
maatschappij of de wereld, bepaalt professioneel verantwoor-
delijk en vernieuwend positie, creëert nieuwe kennis om bewust
het systeem te verbeteren (double loop learning) of zelfs een
branche of markt te veranderen (triple loop learning). Creëert
de dynamiek van innovatie. Ziet leren als een maatschappelijke
strijd om de toekomst. De Reflective Professional onderscheidt
zich door een specifieke combinatie van kwaliteiten die tot
excellente prestaties leidt. Hierna staan twee gevolgen van pro-
fessionele excellentie, nieuwe businessmodellen, geïnspireerd
vanuit verschillende disciplines en met civiel effect.
tabel 2.2 Reflectieve vraagstel-
ling voor student en begeleiders,
voor de ontwikkeling door de
drie niveaus of loops
22 bruggenbouwers tussen domeinen
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Refl
ect
ieve v
raag
stell
ing
vo
or
stu
den
t en
beg
ele
iders
, vo
or
de o
ntw
ikkeli
ng
do
or
de d
rie n
iveau
s o
f lo
ops
Pre
-lo
op
:D
e ge
koze
n ba
chel
or o
plei
ding
m
et g
elijk
en is
nie
t gen
oeg:
ik w
il bu
iteng
ewon
e on
twik
kelin
g en
vi
nd h
et p
rofie
l van
de
Refle
ctiv
e Pr
ofes
sion
al in
tere
ssan
t.
Ik w
il ov
er d
e gr
enze
n va
n m
ijn
vak
heen
kijk
en: v
akin
houd
elijk
ov
erst
ijgen
dIk
wil
met
and
ere
disc
iplin
es
netw
erke
n: p
rofe
ssio
neel
insp
i-re
rend
Ik w
il ze
lf m
ijn le
erric
htin
g be
pale
n en
iets
voo
r de
maa
tsch
appi
j bet
e-ke
nen
met
nie
uwe
tren
ds u
it an
dere
di
scip
lines
: pro
fess
ione
le le
er r
eis
en
maa
tsch
appe
lijk
bew
ustz
ijn
Ik s
tel h
oge
eise
n: m
etho
dolo
gisc
he
kwal
iteit
en w
eten
scha
ppel
ijke
attit
ude
Ik d
enk
na e
n on
twik
kel e
en n
ieuw
e vi
sie:
sin
gle,
dou
ble
en tr
iple
loop
re-
flect
ieve
rmog
en.
Ik o
ntw
ikke
l mijn
eig
en p
rofie
l.
Lo
op
1: M
on
o-d
isci
pli
nair
Verd
iept
zic
h in
eig
en d
isci
plin
e (s
ingl
e lo
op) m
et a
ls d
oel h
et
bevr
agen
en
herd
efini
ëren
van
de
Prof
essi
onel
e Ik
Wat
ben
ik?
Wat
ga
ik w
orde
n?W
at w
ordt
mij
gele
erd
te z
ijn?
Wat
wil
ik z
elf z
ijn?
Lo
op
2
Tra
ns
dis
cip
lin
air
De
Refle
ctiv
e Pr
ofes
sion
al i
ncor
-po
reer
t een
con
text
met
nie
uwe
disc
iplin
es.
Bouw
t een
net
wer
k.Cr
eëer
t nie
uwe
kenn
is o
m b
ewus
t he
t sys
teem
te v
erbe
tere
n (d
oubl
e lo
op le
arni
ng)
Wat
is h
et d
oel v
an d
e pr
ofes
sie
(van
mijn
pro
fess
ie in
dit
land
)?
In w
elke
fase
bev
indt
zic
h he
t pr
ofiel
van
de
(nie
t mijn
) pro
fes-
sie?
In w
elke
fase
bev
indt
mijn
pr
ofes
sion
eel p
rofie
l zic
h? W
at
is h
et d
oel v
an m
ijn p
erso
onlij
ke
prof
essi
onel
e id
entit
eit i
n de
hu
idig
e si
tuat
ie?
Hoe
kan
mijn
pro
fess
iona
litei
t van
be
teke
nis
gem
aakt
wor
den
voor
de
prof
essi
onal
s om
mij
heen
, die
nu
mijn
team
en
late
r m
ijn o
rgan
isat
ie
zijn
?W
at w
il ik
zijn
, pro
fess
ione
el g
espr
o-ke
n, a
ls ik
van
bet
eken
is w
il zi
jn
voor
mijn
med
estu
dent
en u
it an
dere
pr
ofes
sies
en
disc
iplin
es?
Wat
heb
ik n
odig
van
mijn
med
estu
den-
ten,
uit
ande
re d
isci
plin
es, e
n w
at h
eb ik
m
ijn m
edep
rofe
ssio
nals
en
mijn
pro
fes-
sie
te b
iede
n?M
et in
acht
nem
ing
van
het b
oven
staa
nde,
w
aar
bren
gt h
et k
ritis
ch d
enke
n m
ij en
w
aar
wil
ik d
at h
et k
ritis
ch d
enke
n m
ij he
en le
idt?
Lo
op
3 T
ran
s d
isci
pli
nary
ap
-p
lian
ceD
e Re
flect
ive
Prof
essi
onal
cre
ëert
ee
n ni
euw
e pr
ofes
sie.
Cre
ëert
ni
euw
e ke
nnis
om
bew
ust e
en
bran
che
of m
arkt
te v
eran
dere
n.
Creë
ert d
e dy
nam
iek
van
inno
va-
tie (N
onak
a en
Tak
euch
i). L
eren
is
een
maa
tsch
appe
-lijk
e st
rijd
om
de to
ekom
st (H
amel
en
Prah
alad
).
Wat
zijn
de
vraa
gstu
kken
die
m
ijn p
rofe
ssie
moe
t adr
esse
ren
in d
e ko
men
de g
ener
atie
?W
at z
ou e
r ge
beur
en a
ls e
r op
de
uitd
agin
g cr
eatie
f ger
eflec
-te
erd
wor
dt v
anui
t toe
pass
inge
n ui
t and
ere
disc
iplin
es?
Als
ik h
et v
erha
al v
an e
en s
ucce
s-vo
lle p
rofe
ssio
nal u
it ee
n an
dere
di
scip
line
belu
iste
r, w
at is
de
acht
er-
ligge
nde
man
ier
van
denk
en e
n w
at
kan
daar
mee
ged
aan
wor
den
in m
ijn
prof
essi
e?W
aar
zoud
en d
e ve
rsch
illen
de s
cena
-rio
’s to
e le
iden
?W
at z
ou d
e ni
euw
e ef
fect
ivite
it zi
jn
van
de p
rofe
ssie
?
Hoe
het
idee
te c
omm
unic
eren
?H
oe c
onse
nsus
te b
ouw
en v
oor
de in
-no
vatie
?H
oe h
et id
ee r
ealis
eerb
aar
te m
aken
?H
oe te
kom
en v
an d
e tr
aditi
onee
l goe
de
oplo
ssin
g na
ar d
e ni
euw
e ef
fect
ieve
pr
ofes
sie?
Na d
e l
oo
ps.
Ik
vol
g ni
et o
ude
refle
ctie
mod
el-
len
over
de
inte
ract
ie tu
ssen
be
roep
sbe-
oefe
naar
en
clië
nt. I
k m
aak
geen
nie
uwe
busi
ness
uit
oude
bus
ines
s m
odel
len.
Ik o
nt-
wik
kel m
ijn e
igen
refl
ectie
mod
el
tran
s-di
scip
linai
r en
in c
o-cr
eatie
.
Wat
hee
ft h
et te
am, o
rgan
isat
ie,
of d
e pr
ofes
sie
nodi
g?W
at is
mijn
pro
fess
ione
le m
is-
sie?
Wat
is e
r ni
euw
in d
e sc
hool
en
denk
wijz
e va
n an
dere
dis
cipl
ines
?W
at k
an o
p cr
eatie
ve w
ijze
wor
den
toeg
epas
t of g
ecom
bine
erd
wor
den
tot n
ieuw
e co
ncep
ten?
Wel
ke n
ieuw
e fo
rmul
e of
pro
fess
ie k
an
door
co-
crea
tie m
et m
ede
Refle
ctiv
e Pr
ofes
sion
als
gem
aakt
wor
den?
Mijn
refl
ectie
mod
el le
idt t
ot tr
iple
loop
in
nova
tie, n
ieuw
e pr
ofes
sies
, bed
rijfs
-pr
oces
sen
en o
plos
sing
en.
23 bruggenbouwers tussen domeinen
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Zie: http://www.orionprogramma.nl/docs/SiriusVOR-HOExcellenceResearch-
Development2011/publicatie-saxion-programma-excelleren-deel-2.pdf
Referenties
� Benammar, K., Schaik, M. van, Sparreboom, I., Vrolijk, S., &
Wortman, O. (2006). Reflectietools. Den Haag: Lemma.
� Bulthuis, Petra en Trijntje van Dijk (2012). Buitengewoon,
Saxion Programma Excelleren, deel 3: Verbinden wat er zo nog
niet was…, 2. Branding the Reflective Professional, Afstuderen
reflective Professional: Excellent verzwaard afstuderen. Saxion
Hogescholen.
� Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma
Excelleren, deel 1: opstartfase, 2.3 Eindprofiel Reflective Profes-
sional. Saxion Hogescholen.
� Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma
Excelleren, deel 2: De Reflective Professional en Ontwerpprinci-
pes voor Honours Programmes, Verkennend onderzoek inzake
student, docent en leeromgeving, 2. Deel1: De Reflective Profes-
sional, 2.1 De Reflective Professional: Saxion definities. Saxion
Hogescholen.
� Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma
Excelleren, deel 2: De Reflective Professional en Ontwerpprinci-
pes voor Honours Programmes, Verkennend onderzoek inzake
student, docent en leeromgeving, 2. Deel1: De Reflective Profes-
sional, 2.1 Competentieset Uitstroomniveau Reflective Professio-
nal. Saxion Hogescholen.
� Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma
Excelleren, deel 2: De Reflective Professional en Ontwerpprinci-
pes voor Honours Programmes, Verkennend onderzoek inzake
student, docent en leeromgeving, 2. Deel1: De Reflective Profes-
sional, Competentieset Instroomniveau Reflective Professional.
Saxion Hogescholen.
� Dijk, Trijntje van, (2012). Buitengewoon, Saxion Programma
Excelleren, deel 3: Verbinden wat er zo nog niet was…, 2. Bran-
ding the Reflective Professional, 2.1 Het ontwikkelproces van de
Reflective Professional. Saxion Hogescholen.
� Dijk, Trijntje van (december 2012). The Reflective Professional
Honours Programme of the Dutch Saxion Universities. Journal
of the National Collegiate Honors Council (JNCHC), Saint George
Island, Florida.
� Dijk, Trijntje van (november 2012) What are the dreams and re-
alities of diversity in honors? National Collegiate Honors Council
(JNCHC), Boston.
� H.J. Hartman, H.J. (1990). Teaching Metacognitively, Metacogni-
tion in Learning and Instruction. New York: Basic Books.
24 bruggenbouwers tussen domeinen
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
� Korthagen, F. and Vasalos, A. (2005). Levels in reflection: core
reflection as a means to enhance professional growth. Utrecht:
IVLOS Institute of Education, Utrecht University
� Landheer, J.M.F. (2009). Hoe passen veranderingsmanagers
reflecteren-op-actie toe ten behoeve van hun effectiviteit?
Heerlen: Doctoraalscriptie Open Universiteit.
� Nonaka, I (1991). The knowledge-creating company. Harvard
Business Review, November-December, 96-104.
� Nonaka, I., & Takeuchi, H. (1995). The knowledge creating com-
pany: How Japanese companies create the dynamics of innova-
tion. New York: Oxford University Press.
� Prahalad, C. K., & Hamel, G. (1990). The core competence of the
organization. Harvard Business Review, May-June, 79-91.
� Schön, D. A. (1983). The reflective practitioner. How
professionals think in action. New York: Basic Books.
� Schön, D. A. (1987). Educating the reflecting practitioner. San-
Fransisco: Jossey-Bass Inc. publishers.
� Senge, P. M. (1994). The fifth discipline. The art & practice of
the learning organization. New York: Currency Doubleday.
� Stichting Innovatie Alliantie, (2011). Kennis roept om toepassing,
topsectoren en de hogescholen. Delta, Den Haag.
� Susskind, Lawrence, Sarah McKearnan, Jennifer Thomas-Larmer
(1999). The Consensus Building Handbook, A comprehensive
guide to reaching agreement. Thousand Oaks, California: The
Consensus Building Institute, Sage Publications, Inc,.
� Wijnalda, M. (2010). Organizational Learning of Lerende Organi-
satie: een vergelijkende literatuurstudie. Tilburg: Doctoraalscrip-
tie Universiteit van Tilburg.
25 bruggenbouwers tussen domeinen
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
November 2012
workshop docenten en studenten
26 bruggenbouwers tussen domeinen
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
3. Wie is de Saxion honours student ?
“People can be divided into three groups: Those who make things
happen, those who watch things happen, and those who wonder
what happened.”
- Nicholas Murray Butler (1862-1947) - Nobel Peace Prize winner
In het studiejaar 2011-2012 zijn verschillende honours program-
ma’s binnen Saxion van start gegaan met het opleiden van toekom-
stige Reflective Professionals. Programma’s hebben selectiecriteria
en selectieprocedures bedacht met als doel die studenten te
selecteren die meer kunnen en meer willen dan de reguliere
bachelor student en zo de potentie hebben een - Innovatieve – Re-
flective Professional te worden. Maar wat is nu een Reflective
Professional in de dop? Hoe herken je deze? Dat is wat we graag
zouden willen weten.
Hoewel er verschillen zijn in de selectiecriteria en instrumenten die
honours programma’s hanteren, zijn er ook grote overeenkomsten.
Zo vinden de meeste programma’s vooral voldoende en het juiste
soort motivatie van belang en daarnaast een hoog intellectueel
niveau. Deze kenmerken meten zij dan vaak met (eerdere) studiere-
sultaten, een intakegesprek en door het bekijken van het CV. Uit
een onderzoek van Gellevij, Banis – den Hertog, Van der Donk, ’t
Mannetje en Truijen (2012) naar de Saxion honours programma’s
blijkt dat geselecteerde studenten over het algemeen tevreden zijn
met de selectieprocedures, al wordt deze bij de meeste program-
ma’s niet als streng beoordeeld. De vraag die we door onderzoek
willen beantwoorden is of deze manier van selecteren ook daadwer-
kelijk een ander type student oplevert dan de reguliere bachelor
student, want dat is immers de bedoeling van selectie.
Om die vraag te kunnen beantwoorden hebben wij gekeken of
honours studenten verschillen van niet-honours studenten. Hier-
voor hebben we een instrument ontwikkeld dat 7 verschillende
kenmerken meet. Deze kenmerken hebben allemaal voorspellende
waarde voor professionele prestaties. Vier ervan hebben bovendien
voorspellende waarde voor innovatief gedrag. Innovatief gedrag
is kenmerkend voor een Reflective Professional denken we. Dit is
immers een professional die zich staande weet te houden in een
weerbarstige werkomgeving waar verandering de standaard is en
van mensen gevraagd wordt niet alleen steeds op die verandering
in te spelen, maar er zelf ook actief aan bij te dragen
3
door:
Janina Banis
27 wie is de saxion honours student ?
3 h
oofd
stuk
Wij veronderstellen dat innovatief gedrag bestaat uit proactief en
creatief gedrag en dat deze twee gedragingen excellente professi-
onals onderscheidt van gewone professionals. Creatief en proactief
gedrag zijn voor bedrijven van belang om concurrentievoordeel te
behalen en leiden tot persoonlijke innovatie. Er zijn 4 kenmerken
die innovatief gedrag voorspellen. Deze kenmerken zijn (1) proac-
tieve persoonlijkheid, (2) locus of control, (3) openheid voor nieuwe
ervaringen en (4) creatieve self-efficacy. Iemand met een proactieve
persoonlijkheid herkent kansen, grijpt ze ook en oefent actief in-
vloed uit op zijn omgeving. Iemand met een interne locus of control
heeft het gevoel invloed te hebben op zijn eigen leven en omstan-
digheden. Iemand met openheid voor nieuwe ervaringen heeft
behoefte om nieuwe ervaringen op te doen en doet dat met plezier.
Iemand met creatieve self-efficacy, ten slotte, heeft er vertrouwen in
dat hij creatieve ideeën kan bedenken.
De overige 3 kenmerken die we in het onderzoek meenemen -
(5) consciëntieusheid, (6) extraversie en (7) academische self-
efficacy - voorspellen wel prestaties in de klassieke zin, maar leiden
niet direct tot innovatief gedrag. Consciëntieusheid is een stabiele
en robuuste voorspeller voor prestatie. Het beschrijft de neiging
om te organiseren, vol te houden en te houden aan standaarden
en procedures. Extraversie is met name een goede voorspeller van
prestaties wanneer het werk sociale interactie vereist. Extraversie
beschrijft de neiging om contact te zoeken met de omgeving met
enthousiasme, zelfverzekerdheid en energie. Academische self-
efficacy, ten slotte, beschrijft iemands vertrouwen in studie gerela-
teerde activiteiten.
In ons onderzoek hebben wij honours studenten uit verschillende
programma’s (Liberal Arts & Science, Talents for Natural Leader-
ship, Sapere Aude, Excellent People Management, Life Science,
Engineering and Design, Academische Pabo en Excelleren is onder-
nemen) vergeleken met niet-honours studenten met dezelfde of
vergelijkbare studieachtergrond, op de 7 beschreven kenmerken.
Onze groep honours bestaat uit 48 studenten en de reguliere groep
uit 116 studenten. We verwachten dat honours studenten bedui-
dend hoger scoren op alle 7 kenmerken dan niet-honours studen-
ten. Is dat ook zo?
Helaas, honours studenten blijken op 4 kenmerken helemaal niet
te verschillen van niet-honours studenten. Zo beschikken zij niet in
hogere mate over een proactieve persoonlijkheid dan niet-honours
studenten; hebben zij geen hogere interne locus of control; zijn zij
niet extraverter; en beschikken zij niet over een hogere creatieve
self-efficacy.
28 wie is de saxion honours student ?
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
We hebben alleen verschillen gevonden tussen honours studenten
en niet-honours studenten voor de andere 3 kenmerken, te weten
openheid voor nieuwe ervaringen, consciëntieusheid en academi-
sche self-efficacy. Maar ook deze verschillen zijn niet zo groot. Van
deze kenmerken is alleen openheid voor nieuwe ervaringen voor-
spellend voor innovatief gedrag en dat was nu juist wat we graag
bij honours studenten zouden zien.
Teleurstellend? Niet echt, maar wel opmerkelijk. Het lijkt erop dat
de manier waarop er nu geselecteerd is hetzelfde type student
oplevert als dat van de reguliere bachelor populatie. Daar is niets
mis mee, maar het legt wel een zware druk op de programma’s, zij
moeten nu immers al het verschil maken. En als we eerlijk zijn, hun
manier van selecteren heeft zonder uitzondering slecht gewerkt, of
niet soms?
We moeten nog voorzichtig zijn met dergelijke conclusies. Een
eerste verklaring zou kunnen zijn dat in het studiejaar 2011-2012
niet alle studenten goed op de hoogte waren van het bestaan of het
voordeel van honours programma’s. Bovendien voelde wellicht niet
elke talentvolle (potentiële Reflective Professional) student zich ge-
roepen om een honours programma te volgen. Dit bij elkaar maakt
dat programma’s vaak niet de luxe hadden om een heel specifiek
type student te selecteren uit een grote stroom aanmeldingen.
Een tweede mogelijke verklaring is dat programma’s vinden dat elk
type student de potentie heeft een Reflective Professional te wor-
den. Als dat je overtuiging is, is selecteren op specifieke persoons-
kenmerken niet relevant. De selectieprocedure hoeft in dat geval
alleen gericht te zijn op het regelen van praktische zaken en het
afstemmen van verwachtingen.
Maar een derde verklaring kan wel degelijk zijn dat honours pro-
gramma’s niet de juiste selectiecriteria hanteren, of niet de juiste
middelen en procedure hebben om die criteria objectief te meten.
En tenslotte gebiedt eerlijkheid ons te zeggen dat een vierde en
laatste verklaring kan zijn dat honours studenten wel degelijk op
essentiële kenmerken verschillen die excellente prestaties voor-
spellen, maar dat deze kenmerken niet gemeten worden met ons
instrument.
Het zijn mooie eerste resultaten van ons onderzoek. Maar om te
achterhalen wat nu precies de verklaring is voor de resultaten die
wij hebben gevonden en te testen of de kenmerken die wij meten
nu echt de kenmerken zijn die er toe doen, volgen wij beide groe-
pen studenten 4 jaar lang. We brengen in kaart hoe hun innovatieve
29
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
wie is de saxion honours student?
gedrag zich ontwikkelt door de jaren heen en of zij daadwerkelijk
excelleren in hun professionele leven, na hun studie. Dat vraagt
veel van de studenten en de programma’s. Maar je ziet nu al resul-
taat; de huidige selectieprocedures hebben weinig effect. Door te
blijven volgen kunnen we straks vertellen of honours programma’s
überhaupt moeten selecteren en zo ja, op welke kenmerken.
Tot die tijd blijft het spannend hoe onze honours studenten het
zullen doen in hun programma’s en hoe zij na hun studie in de
praktijk zullen presteren. Wij houden jullie graag op de hoogte van
ons onderzoek. Voor uitgebreide informatie over dit onderzoek kijk
je op http://buitengewoon.saxion.nl/over-buitengewoon/recen-
tepublicaties/. Daar staat een uitgebreide paper en kun je precies
zien hoe het onderzoek is opgezet en welke analyses werden uit-
gevoerd. Voor de zomer verwachten wij bovendien de analyses van
studiejaar 2012-2013 klaar te hebben. Deze analyses stellen ons in
staat om te kijken of de nieuwe groep honours studenten meer of
minder onderscheidend is dan de vorige lichting. Ook biedt het mo-
gelijkheden om het type student per programma te identificeren.
Op dit moment hebben 124 honours studenten deelgenomen aan
het onderzoek van studiejaar 2012-2013. Ook die resultaten zetten
we op de site, zodat iedereen de voortgang kan volgen.
Wil je meer weten over de theoretische achtergrond van ons onder-
zoek, dan staan hieronder wat literatuursuggesties.
30 wie is de saxion honours student ?
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Referenties
� Amabile, T. M. (1998). How to kill creativity. Harvard Business
Review, 77–87.
� Barron, F., & Harrington, D. M. (1981). Creativity, Intelligence,
and personality. Annual Review Psychology, 32, 439–76.
� Conard, M. a. (2006). Aptitude is not enough: How perso-
nality and behavior predict academic performance. Journal
of Research in Personality, 40 (3), 339–346. doi:10.1016/j.
jrp.2004.10.003
� Cummings, A., & Oldham, G. R. (1997). Enhancing Creativity:
Managing work contexts for the high potential employee. Califor-
nia Managament Review, 40 (I), 22–39.
� Dollinger, S. J., Urban, K. K., & James, T. A. (2004). Creativity
and Openness: Further Vailidation of Two Creative Product Mea-
sures. Creativity Research Journal, 16 (1), 35–47.
� Dweck, C. S. (2007). Mindset: The new psychology of success.
Ballantine Books.
� Hennessey, B. a, & Amabile, T. M. (2010). Creativity. Annual
review of psychology, 61, 569–98. doi:10.1146/annurev.
psych.093008.100416
� Judge, T. A., Higgins, C. A., Thoresen, C. J., & Barrick, M. R.
(1999). The big five personality traits, general mental ability,
and career success across the life span. Personnel Psychology,
52 (3), 621–652.
� Kim, T., Hon, A. H. Y., & Lee, D.-R. (2010). Proactive Personality
and Employee Creativity : The Effects of Job Creativity Require-
ment and Supervisor Support for Creativity. Creativity Research
Journal, 22 (1), 37–45. doi:10.1080/10400410903579536
� Major, D. a, Turner, J. E., & Fletcher, T. D. (2006). Linking pro-
active personality and the Big Five to motivation to learn and
development activity. The Journal of applied psychology, 91 (4),
927–35. doi:10.1037/0021-9010.91.4.927
� Seibert, S. E., Kraimer, M. L., & Crant, J. M. (2001). What do
proactive people do? A longitudinal model linking proactive
personality and career success. Personnel Psychology, 54 (4),
845–874.
� Sternberg, R. J., & Davidson, J. E. (2005). Conceptions of gifted-
ness,. New York: Cambridge University Press.
31
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
wie is de saxion honours student ?
November 2012
workshop docenten en studenten
32 wie is de saxion honours student ?
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
4. Wie is de Saxion Honours docent ?
De vormgeving van de honours programma’s binnen Saxion doet
een sterk beroep op de professionaliteit van docenten. Voor veel
docenten betekent het een nieuw perspectief op opleiden waarbij
een breder competentierepertoire is vereist en nieuwe competen-
ties moeten worden ontwikkeld. Onderzoek naar wat nu specifieke
docentcompetenties zijn in het honours onderwijs in het HBO, is
nog nauwelijks voorhanden. Om de competenties van de honours
docent te concretiseren wordt op dit moment een onderzoek
uitgevoerd waarin zowel theoretische inzichten als opvattingen van
docenten, studenten en experts binnen Saxion hebben geleid tot
een invulling van een honours docentenprofiel. Uitgangspunt in het
onderzoek was dat in de omslag naar honoursonderwijs een
expliciet appèl gedaan wordt op andere, of aanvullende competen-
ties van docenten dan die nodig zijn voor het reguliere bachelor
onderwijs.
Het doel van het onderzoek naar honours docentprofielen was: het
onderscheiden en concretiseren van de competenties van de
honours docenten ten opzichte van reguliere bachelor docenten.
Het onderzoek vindt plaats in twee fasen. De eerste fase (2012)
bestond uit een verkenning waarin beschikbare literatuur, en
studenten en docenten binnen het Saxion honours onderwijs
geraadpleegd werden. De tweede fase (2013) bestond uit het
ontwikkelen van het profiel van de honours docent en het voorleg
gen van dit profiel aan experts en ervaringsdeskundigen middels
een Delphi-methode.
4.1 Fase 1: Verkenning van honours docentschap binnen Saxion
In een verkennende studie in 2012 is geprobeerd zicht te krijgen
op het verschil in algemene docentcompetenties tussen de regu-
liere bachelor docenten en de honours docenten binnen Saxion. Om
uiteindelijk in een tweede studie te kunnen komen tot een compe-
tentieprofiel waaraan de honours docent moet voldoen om studen-
ten effectief te kunnen begeleiden in de honours programma’s.
Omdat een vaststaand competentieprofiel voor HBO docenten niet
beschikbaar is, is voor het opstellen een vragenlijst voor studen-
ten en docenten eerst een verkenning uitgevoerd door middel van
gesprekken met betrokkenen binnen Saxion. Zo heeft één mede-
werker van de dienst HRM diverse gesprekken gevoerd met bijvoor-
beeld de directeuren van de verschillende academies.
4
Door:
Karin Truijen & Mark Gellevij
Karin Truijen
Mark Gellevij
33
4 h
oofd
stuk
wie is de saxion honours docent ?
Daarnaast is op basis van een aantal onderzoeksartikelen naar
competenties in het HBO geprobeerd zicht te krijgen op essentiële
docentcompetenties. Het doel van de gesprekken en het bestude-
ren van de literatuur was niet om een definitief competentieprofiel
te formuleren, maar algemene competenties te identificeren (zie
tabel 4.1) die vervolgens zijn voorgelegd aan studenten (n=112) en
docenten (n=29) van de Saxion Honours Programma’s (n=8) door
middel van een vragenlijst.
Algemene docentcompetenties
Communicatieve vaardigheden
De docent communiceert op een positieve manier met de studenten
Conceptueel denken De docent analyseert en bespreekt abstracte concepten (onder-werpen) met studenten
Student ontwikkelen De docent draagt bij aan de groei en ontwikkeling van studenten
Innovatief gedrag De docent bedenkt en realiseert originele ideeën
Zelfreflectie De docent kijkt terug op zijn of haar handelen, en evalueert zijn of haar handelen
Samenwerken De docent geeft samen met andere docenten en studenten invul-ling aan het onderwijs
In deze eerste verkennende studie zijn gesloten en open vragen
opgenomen. We hebben de studenten en docenten door middel van
een gesloten stelling gevraagd om per competentie aan te geven
in hoeverre ze een verschil zien tussen de bachelor docent en de
honours docent (antwoord categorieën: geen verschil, HP docenten
doen dit beter of HP docenten doen dit minder goed).
Ten tweede is door middel van een open vraag aan de studenten
en docenten gevraagd of ze per competentie een voorbeeld konden
geven waaruit het verschil blijkt. Vervolgens hebben we ze ge-
vraagd om de honours docenten op basis van de zes competenties
een cijfer te geven (van 1 tot 10). Ten slotte hebben we ze gevraagd
of de honours docenten de competenties nog verder zouden moe-
ten ontwikkelen (ja versus nee
Deze verkenning van verschillen tussen bachelor docenten en
honours docenten binnen Saxion leverde een beschrijvend over-
zicht op per Honours Programma, en zijn per Honours Programma
gepresenteerd. Op deze manier kregen de verschillende Honours
Programma’s zicht op het verschil in algemene competenties tussen
bachelor en honours docenten. Ook hebben we de studenten en
docenten door middel van een open vraag gevraagd of ze per com-
petentie een voorbeeld konden geven waaruit het verschil blijkt. Op
basis van het samenvoegen van voorbeelden die de verschillende
studenten en docenten gaven van competenties zijn vaardigheden
tabel 4.1 Algemene docent-
competenties
34 wie is de saxion honours docent ?
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
vastgesteld. Niet het aantal voorbeelden over dezelfde competentie
was bepalend voor het formuleren van een vaardigheid, maar het
specifieke van het voorbeeld. Soms is een vaardigheid vastgesteld
op één, andere keren op basis van meerdere voorbeelden (zie tabel
4.2). Onderstaande tabel, met de bijbehorende competenties en
vaardigheden geeft een eerste aanzet om te komen tot een docent-
profiel van de honours docent.
Competentie: Vaardigheden:
Communicatieve vaardigheden
� Interpersoonlijke communicatie voorbeeld: vraagt naar denkproces student
� Interactie voorbeeld: stimuleert discussie met studenten
� Feedback voorbeeld: richt feedback op individuele student
� Taalvaardigheid voorbeeld: beheerst Engels goed
Conceptueel denken � Abstraheren voorbeeld: legt verbindingen tussen verschillende vakgebieden
� Schakelen voorbeeld: vertaalt concepten naar concrete acties
� Uitdiepen voorbeeld: is in staat om concepten te verduidelijken en uit te diepen
Student ontwikkelen � Coaching voorbeeld: bespreekt toekomst plannen met student
� Persoonlijke betrokkenheid
Zelfreflectie � Vernieuwend denken en handelen voorbeeld: brengt nieuwe innovatieve modellen in
� Uitproberen en verbeteren voorbeeld: experimenteert met nieuwe lesmethodes
� Reflecteren op persoonlijk functioneren voorbeeld: vraagt om feedback van studenten en kijkt kritische naar eigen handelen
� Reflecteren op onderwijs voorbeeld: gaat in gesprek met studenten over mogelijke verbe-terpunten
Samenwerken � Samenwerking met studenten voorbeeld: werkt intensief samen met studenten
� Samenwerking met collega docenten voorbeeld: werkt intensief samen met collega docenten
35 wie is de saxion honours docent
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Competentie: Vaardigheden:
Aanvullende competenties � Pedagogische/didactisch handelen voorbeeld: is sterk in het begeleiden en sturen op resultaten
� Internationale oriëntatie voorbeeld: zet internationalisering optimaal in
� Onderzoeksvaardigheden voorbeeld: beheerst onderzoeksvaardigheden
� Persoonlijkheid voorbeeld: is gepassioneerd
� Docent-student relatie voorbeeld: is in staat om studenten te inspireren
� Netwerken voorbeeld: is omgevingsgevoelig en werkt nauw samen met bedrijfsleven
� Opleidingsniveau Voorbeeld: is academisch opgeleid
4.2 Fase 2: Vervolg onderzoek
Vanuit de voorbeelden en ervaringen van studenten en docenten
binnen Saxion en de literatuur uit fase 1 hebben we het concept
profiel voor de honours docent verder ontwikkeld. Buiten de be-
vindingen uit fase 1 is het profiel ook gebaseerd op, en afgeleid
van het profiel van de Reflective Professional. Het profiel van de
Reflective Professional wordt binnen Saxion als einddoel voor de
studenten van de Honours Programma’s gezien. Het bestaat uit de
volgende zes competenties: vakinhoudelijk grensoverstijgend, pro-
fessioneel inspirerend, professionele leerreis en maatschappelijk
bewustzijn, methodologische kwaliteit en wetenschappelijke atti-
tude, excellent reflectief vermogen en gedifferentieerde profielont-
wikkeling. In het competentieprofiel van de honours docent wordt
ervan uit gegaan dat de docent in deze zes domeinen opereert.
Door middel van een Delphi-onderzoek zijn de meningen van ex-
perts en ervaringsdeskundigen geïnventariseerd. De respondenten-
groep voor dit Delphi-onderzoek is samengesteld uit experts vanuit
het Sirius Programma netwerk, hogescholen, universiteiten, onder-
wijsadvies bureaus en de lectoren, docenten en studenten binnen
de Honours Programma’s van Saxion. Het doel van het Delphi-
onderzoek was om consensus te bereiken binnen de respondenten-
groep over de docentcompetenties. Dat gebeurde in twee ronden.
In de eerste ronde zijn verschillende competenties voorgelegd. Bij
elke competentie hebben we een aantal vaardigheden benoemd.
We hebben de experts en ervaringsdeskundigen gevraagd om de
vaardigheden op twee aspecten te beoordelen.
36 wie is de saxion honours docent ?
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Ten eerste is gevraagd in hoeverre ze de vaardigheid belangrijk
vinden voor een honours docent binnen Saxion (schaal 1-5, zeer
onbelangrijk tot essentieel).
Ten tweede is gevraagd in hoeverre ze de vaardigheid belangrijker
vinden voor een honours docent dan voor een reguliere bachelor
docent (minder belangrijk, even belangrijk of belangrijker). Op
basis van deze eerste ronde, is overeenstemming bereikt over de
inhoud van het competentieprofiel van de honours docent. Daar-
naast is het profiel op basis van opmerkingen van de respondenten-
groep aangescherpt.
Echter, in de eerste ronde was nog geen overeenstemming bereikt
over het verschil tussen competenties voor een honours docent
en een reguliere bachelor docent. Oftewel er is uit de eerste ronde
geen overeenstemming gevonden over de vraag in hoeverre de
aan de respondentengroep voorgelegde vaardigheden belangrijker
worden gevonden voor een honours docent dan voor een reguliere
bachelor docent. Daarom hebben we in een tweede Delphi-ronde
per vaardigheid nogmaals gevraagd in hoeverre de respondenten-
groep de vaardigheid belangrijker vindt voor een honours docent
dan voor een reguliere bachelor docent. Zodat we het competen-
tieprofiel voor de honours docent verder konden uitwerken. Uit
de tweede ronde blijkt dat de respondentengroep het eens is over
het feit dat er nauwelijks verschil is tussen competenties voor een
reguliere bachelor docent en een honours docent. Slechts enkele
aan de respondentengroep voorgelegde vaardigheden worden als
onderscheidende vaardigheden gezien, bijvoorbeeld de vaardig-
heid “Is in staat om onderzoeksresultaten te publiceren” wordt als
belangrijker gezien voor een honours docent dan voor een regu-
liere bachelor docent. Het merendeel van de vaardigheden wordt
voor zowel de reguliere bachelor docent als honours docent als
even belangrijk ervaren. Het uiteindelijke honours docenten profiel
is dus nauwelijks onderscheidend van een regulier bachelor profiel.
Wel kan Saxion dit competentieprofiel gebruiken als handvat voor
verdere professionalisering. Het kan als basis gezien worden voor
verdere professionalisering van honours docenten binnen Saxion
en kan helpen bij het ontwikkelen van activiteiten en instrumenten
op dit gebied. Honours docenten kunnen via het competentieprofiel
zien over welke vaardigheden ze al beschikken en op welke punten
ze zich verder kunnen ontwikkelen.
37 wie is de saxion honours docent
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
November 2012
Netwerk etentje Excelleren
38 wie is de saxion honours docent ?
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
5. Uitkomsten werkveldonderzoek Saxion Programma Excelleren
In het studiejaar 2012-2013 is een tweede werkveldonderzoek uit-
gevoerd. Er is zowel een kwalitatief als een kwantitatief onderzoek
uitgevoerd.
5.1 Kwalitatief onderzoek
Verschillende relaties van diverse Honours Programmes (HP) zijn
hiervoor benaderd. Uiteindelijk hebben 12 personen van diverse
organisaties aan dit onderzoek deelgenomen. Door middel van
face-to-face interviews is een aantal vragen behandeld. De belang-
rijkste bevindingen zijn (kort) samengevat:
Het overgrote deel van de geïnterviewden vindt dat er een dui-
delijk verschil bestaat tussen de honoursstudent en de reguliere
bachelorstudent. De honoursstudent heeft een andere attitude:
hij of zij is gemotiveerder, gedrevener, nieuwsgieriger, heeft een
bredere interesse en is kritischer dan de reguliere student of stu-
dente. Daarnaast zijn ze vernieuwender, communicatief vaardi-
ger, geven ze meer blijk van zelfreflectie en weten ze eerder waar
ze naar toe willen. De geïnterviewden herkennen en waarderen
het profiel van de ‘Reflective Professional’ en willen graag deze
studenten faciliteren bij hun verdere ontwikkeling. Zij denken dan
bijvoorbeeld aan het aanbieden van leerplekken of traineeships.
5.2 Kwantitatief onderzoek
Een groot aantal organisaties is door studenten benaderd voor een
enquête over de Honours Programmes (HP) van Saxion. In totaal
hebben 46 personen een vragenlijst ingevuld. De belangrijkste
bevindingen zijn (kort) samengevat:
Veel geïnterviewden waren nog niet op de hoogte van de HP van
Saxion en hadden zelf ook nog geen ervaring met excellente stu-
denten binnen hun eigen bedrijf. Volgens de geïnterviewden zijn
‘excellente’ studenten voornamelijk de studenten die ambitieus en
gedreven zijn en vooral niet gemakzuchtig of passief. De meer-
waarde van een excellente student ligt volgens de geïnterviewden
bij de bredere professionalisering van de student en zijn of haar
mogelijkheid tot een grotere creativiteit en complexiteit in hande-
len. Veel respondenten stellen ook dat het CV belangrijk is bij het
solliciteren. Een kleine meerderheid van de geïnterviewden stelt
5
Door:
Marc van Kempen en
Robin Rijpma
Marc van Kempen
Robin Rijpma
39 uitkomsten werkveldonderzoek saxion programma excelleren
5 h
oofd
stuk
Januari 2013:
Netwerkborrel congres
dat zij bereid zijn om mee te helpen aan de ontwikkeling van de
programma’s. Een groot deel van de respondenten zegt echter
dat zij het belangrijk vinden dat kenniscentra binnen Saxion een
rol krijgen bij de ontwikkeling van de programma’s.
Uit zowel het kwalitatieve als het kwantitatieve onderzoek blijkt dat
de geïnterviewden het belangrijk vinden dat studenten zich zowel
praktisch als theoretisch goed ontwikkelen en zich breed (of trans-
disciplinair) dienen te ontwikkelen, voordat zij deel gaan nemen
aan de (veranderende) arbeidsmarkt.
40 uitkomsten werkveldonderzoek saxion programma excelleren
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
6. Validatie van Honours Programma’s: procesinrichting
6.1 Inleiding
Saxion kent in het kader van het Saxion Programma Excelleren Ho-
nours Programma’s (gebaseerd op het domeinoverstijgende profiel
van de Reflective Professional) en Excellentietrajecten (verdiepend
binnen het eigen domein). Hieronder wordt de validatie beschreven
van de Honours Programma’s.
Na drie jaar van experimenteren met 16 Reflective Professional
Honours Programma’s, is er door Saxion als University of Applied
Sciences een validatieproces opgestart. Alle programma’s konden
experimenteren op zes resultaatgebieden, namelijk selectie-instru-
menten, het docentprofiel, het didactisch concept, de inhoud van
het Honours Programma, het studentprofiel van de Reflective
Professional en het onderwijsleerklimaat. De experimenten werden
gemonitord door het programmateam, om goed zicht te krijgen op
de resultaten. Ook werden de programma’s ondersteund door het
onderzoeksprogramma van een onderzoeksteam, dat zich vooral
richt op selectie, het docentprofiel, het didactisch concept en het
profiel van de Reflective Professional. Na deze periode van experi-
menteren werd een validatieproces opgezet. Het doel is een beeld
te krijgen van in hoeverre de programma’s zich in de richting van
de beoogde doelen hebben ontwikkeld. Hiervoor werd een validatie-
team met de vereiste expertise samengesteld en werden validatie-
instrumenten ontwikkeld. De validatieresultaten zouden informatie
moeten geven over best practices en een kwalitatief beeld moeten
opleveren over in hoeverre de programma’s zich in de beoogde
richting ontwikkelen. In het volgende wordt het Saxion Programma
Excelleren toegelicht en wordt aangegeven hoe de monitoring is
opgezet, wat de experimenteergebieden waren, hoe gevalideerd
werd, hoe het validatieteam werd ingericht, wat de resultaten van
de validatie waren. Het betreft hier een weergave van de voorlopige
stand van zaken van de procesinrichting, omdat het valideren van
Honours Programma’s nog in volle gang is.
6
Door:
Trijntje van Dijk en
Raymond ter Woord
Trijntje van Dijk
Raymond ter Woord
41 validatie van honours programma’s: procesinrichting
6 h
oofd
stuk
6.2 Het Reflective Professional Honours Programma
Honours Programma’s richten zich op het profiel van de Reflective
Professional. Dit is ontworpen in samenwerking met het beroepen-
veld. Het profiel heeft zes basiskenmerken, te weten:
1. vakinhoudelijk grensoverstijgend;
2. professioneel inspirerend;
3. de professionele leerreis en maatschappelijk bewustzijn;
4. methodologische kwaliteit en wetenschappelijke attitude;
5. excellent reflexief vermogen;
6. gedifferentieerde profielontwikkeling.
Deze zes basiskenmerken helpen studenten zich om te ontwikke-
len via drie verschillende niveaus of loops. In de eerste loop is de
focus mono-disciplinair op de persoonlijke discipline om de profes-
sionele persoonlijkheid te onderzoeken en te herdefiniëren. In de
tweede loop beweegt de student zich over de grenzen van de eigen
discipline naar andere disciplines en maakt de student zich nieuwe
disciplines eigen. In de derde loop beweegt de student zich over
de grenzen van de eigen discipline om nieuwe kennis, professies
en systemen te creëren en te zoeken naar een trans-disciplinaire
toepassing. Het profiel is het antwoord op de behoefte aan een pro-
fessional die paradigma veranderingen kan veroorzaken, professies
uit vastgelopen situaties kan tillen, en waar nodig nieuwe profes-
sies kan ontwerpen.
6.3 Monitoren van Honours Programma’s
Het Saxion Programma Excelleren heeft tot doel succesvolle
Honours Programma’s voor talentvolle studenten te realiseren.
Hiervoor was kennis en inzicht nodig op elk van de zes resultaat-
gebieden. Met het oog hierop werd besloten in de periode 2010 -
2012 Honours Programma’s te ontwikkelen die tevens de opdracht
kregen op de resultaatgebieden te experimenteren. De verschillen-
de Honours Programma’s kenden verschillende startfases. Sommige
gebruikten bestaande excellente programma’s als basis en probeer-
den deze te transformeren naar Honours Programma’s. Andere pro-
jecten ontwikkelden volledig nieuwe programma’s of droegen delen
van programma’s nieuw aan. De eis was dat programma’s parallel
zouden lopen aan de reguliere bachelor programma’s voor een pe-
riode van ongeveer drie jaar en dat zij tot andere competenties dan
die van de bachelor zouden opleiden, namelijk de competentieset
van de Reflective Professional.
42 validatie van honours programma’s: procesinrichting
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Vanaf het begin zijn de teams die de Honours Programma’s ontwik-
kelen en uitvoeren structureel geïnformeerd over de te bereiken
doelen en bevraagd over de voortgang van de ontwikkeling van
hun programma en de resultaten van de experimenten. De onder-
zoekers stelden gefaseerd hun onderzoeksresultaten ter beschik-
king. Thematische netwerkbijeenkomsten werden georganiseerd
om ervaringen en producten te delen. Conferenties werden geor-
ganiseerd en bezocht. Producten en ervaringen werden landelijk
gedeeld en gepubliceerd. Na drie jaar ontwikkelen van Honours
Programma’s, experimenteren, onderzoeken en kennisdelen gaat
het Saxion Programma Excelleren in 2013 volgens plan de volgende
fase in: het oogsten van de resultaten en het op basis daarvan
ontwerpen en implementeren van verduurzaamde Honours Pro-
gramma’s. In deze fase worden de uitkomsten van de experimenten
en de onderzoeken bij elkaar gebracht.
Validatie als vorm van kwaliteitsborging speelt hierin een belang-
rijke rol, gezien de daarmee te bereiken doelen:
1. een beeld te krijgen van de ontwikkeling van de Honours Pro-
gramma’s, in vergelijking met de te bereiken doelen op elk van
de zes resultaatsgebieden;
2. de kwaliteit van de Honours Programma’s te kunnen vaststel-
len met het oog op twee vragen: “Heeft het programma in deze
vorm bestaansrecht” en “mag de kwalificatie with honours op
het bachelor getuigschrift van de betreffende studenten aan het
programma worden verbonden?”;
3. informatie op te leveren over best practices. Deze best practices
vormen dan de bouwstenen voor de verduurzaamde Honours
Programma’s.
De validatie levert zo een duidelijke bijdrage aan de gewenste
synergie van kennis en inzichten, onder meer omdat het profiel van
de Reflective Professional als centraal sturingsconcept een essenti-
eel onderdeel vormt van de validatiecriteria.
6.4 Opzet validatie
In de ontwikkel- en experimenteerfase van Honours Programma’s
stond monitoring door het Saxion programmateam centraal. De va-
lidatie is mede gebaseerd op een kritische reflectie van en door het
betreffende Honours Programma zelf. Voor elk van zes experimen-
teerdoelen (resultaatgebieden) werd een validatiecriterium gedefini-
eerd in een kritisch reflectie format. Elk Honours Programma werd
gevraagd dit format vooraf in te vullen en samen met bewijsmidde-
len naar de validatiecommissie te sturen. Als bewijsmiddelen dien-
43 validatie van honours programma’s: procesinrichting
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
den alle documenten die inzage geven in opzet en uitvoering van
het Honours Programma op elk van de onderstaande zes criteria,
inclusief documenten als opdrachten voor studenten, de beoorde-
lingsformats daarvoor en de gegeven beoordelingen. De validatie-
commissie gebruikte twee instrumenten om tot haar bevindingen,
conclusies en adviezen te komen:
1. Documentenonderzoek.
2. Gesprekken met alle betrokkenen (studenten, docenten, ont-
wikkelaars en coördinatoren, verantwoordelijk management,
werkveldvertegenwoordigers).
Zoals uit onderstaande tabel blijkt speelt het profiel van de Reflec-
tive Professional een belangrijke rol bij elk van de zes criteria.
Criteria
R 1 Criterium: Selectie-instrumentenHet Honours Programme richt zich op studenten met buitenge-woon talent zoals omschreven in het profiel van de Reflective Professional en kent operationele selectiecriteria in lijn met dit profiel.
P: Kent het Honours Programme een wervings- en selectieplan, gericht op het toelaten van studenten met de juiste, door het Honours Programme gedefinieerde kenmerken afgeleid van het profiel van de Reflective Professional?
D: Blijkt uit gespreksverslagen en/of gemotiveerde toelatingsbe-sluiten e.d. de mate van uitvoering van het plan?
C: Welke vragen roept de kernachtige kritische reflectie van het HP op?
A: Welke acties voor verdere ontwikkeling volgen uit de voor-gaande drie stappen voor het betreffende Honours Programme?
P = Plan
D = Do
C = Check
A = Act
44 validatie van honours programma’s: procesinrichting
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Criteria
R2 Criterium: DocentenprofielHet Honours Programme zet vanuit een weloverwogen team-samenstelling docenten in met een profiel dat past bij honours studenten en bij een Honours Programme, dat opleidt tot een Reflective Professional.
P: Heeft het Honours Programme de wenselijke kenmerken van de docenten beschreven in een profiel, op docent- en teamniveau, passend bij honours studenten bij een Honours Programme, dat opleidt to een Reflective Professional?
D: Blijkt uit skillslijsten, Team ontwikkelingsplannen (TOP’s) of vergelijkbare documenten, in welke mate de docenten vol-doen aan het wenselijke profiel en/of langs welke weg zij gaan voldoen?
C: Welke vragen roept de kernachtige kritische reflectie van het HP op?
Aandachtspunt: Zie ook de evaluaties van docenten door de ho-nours studenten ism de metakring (enquêtes).
A: Welke acties voor verdere ontwikkeling volgen uit de voor-gaande drie stappen voor het betreffende Honours Programme?
R3 Criterium: UitvoeringHet Honours Programme gebruikt een onderscheidend didactisch concept, ingezet om de studenten op het niveau van de Reflective Professional te brengen.
P: Heeft het Honours Programme het onderwijsconcept zodanig beschreven, dat duidelijk wordt hoe het didactisch concept in-gezet wordt bij de ontwikkeling van de Reflective Professional?
D: Blijkt de toepassing van het onderwijsconcept uit de beschrij-ving per leerjaar, de toetsen en de toetsproducten?
C: Welke vragen roept de kernachtige kritische reflectie van het HP op?
Aandachtspunt: De metakringleden onderzoeken of studenten voldoende uitgedaagd worden door het gehanteerde didactisch concept, om zich te ontwikkelen tot Reflective Professional. Dit blijkt uit evaluaties door studenten, ism de metakring.
A: Welke acties voor verdere ontwikkeling volgen uit de voor-gaande drie stappen voor het betreffende Honours Programme?
45 validatie van honours programma’s: procesinrichting
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Criteria
R4 Criterium: InhoudDe inhoud van het programma is actueel zoals hieronder gedefi-nieerd en draagt bij aan de ontwikkeling tot Reflective Professio-nal. Actueel betekent hier dat de inhoud aansluit bij de nieuwste ontwikkelingen in het beroepenveld en bij te verwachten ontwikke-lingen, geïdentificeerd op basis van een analyse van maatschap-pelijke trends en ontwikkelingen op aanpalende domeinen.
P: Wordt het proces beschreven van de betrokkenheid van be-roepenveld en lectoren bij de voortdurende actualisering van de transdisciplinaire inhoud van het Honours Programma dat opleidt tot Reflective Professional?
D: Blijkt uit agenda’s en verslagen van overleg met lectoren en beroepenveld de voortdurende actualisering van de transdis-ciplinaire inhoud van het programma? Wordt de inhoud vanuit het profiel van de Reflective Professional systematisch getoetst aan de inzichten van betrokken lectoren en het beroepenveld?
C: Welke vragen roept de kernachtige kritische reflectie van het HP op?
A: Welke acties voor verdere ontwikkeling volgen uit de voor-gaande drie stappen voor het betreffende Honours Programme?
R5 Criterium: Profiel Reflective ProfessionalOp alle zes kenmerken is het concept van de Reflective Profes-sional uitgewerkt naar een concretisering binnen het Honours Programme en zijn de kenmerken en richtlijnen voor het afstude-ren als Reflective Professional verwerkt in het programma en de toetsing.
P: Zijn de uitwerking van de zes kenmerken van het profiel van de Reflective Professional op het uitstroomniveau en richtlijnen voor het afstuderen opgenomen in de toetsplannen?
D: Blijkt de uitvoering van de toetsplannen uit de assessments en de toetsen?
C: Welke vragen roept de kernachtige kritische reflectie van het HP op?
Aandachtspunt: De Honours Council heeft de uitwerkingen van het uitstroomniveau en operationele criteria goedgekeurd.
A: Welke acties voor verdere ontwikkeling volgen uit de voor-gaande drie stappen voor het betreffende Honours Programme?
46 validatie van honours programma’s: procesinrichting
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Criteria
R6 Criterium: OnderwijsklimaatInzicht in welk onderwijsklimaat bovengemiddelde getalenteerde studenten daadwerkelijk trekt, motiveert, bindt en uitdaagt en hoe dit bereikt kan worden.
P: Is als onderdeel van het totaalconcept een plan gemaakt om een specifiek onderwijsklimaat te creëren waarin de Reflective Professionals (zowel studenten als alumni) uit diverse discipli-nes zich uitgedaagd voelen om optimaal te presteren?
D: Is het plan om dit onderwijsklimaat gestalte te geven aantoon-baar effectief uitgevoerd?
C: Welke vragen roept de kernachtige kritische reflectie van het HP op?
Aandachtspunt: De student ervaart het onderwijsklimaat als dus-danig uitdagend en motiverend dat hij ook na het afstuderen aan de community verbonden wil blijven.
A: Welke acties voor verdere ontwikkeling volgen uit de voor-gaande drie stappen voor het betreffende Honours Programme?
Het validatieproces is mede gedefinieerd door de Honours Council,
samengesteld uit vertegenwoordigers van het Saxion werkveld (uit
de diverse domeinen). De Honours Council voert ook de regie over
de validatie, in die zin dat de validatiecommissie eerst aan de Coun-
cil rapporteert. Nadat deze heeft vastgesteld dat het validatieproces
volgens plan en transparant is verlopen en dat zij kan instemmen
met de validatierapporten, worden de rapportages van de validatie-
commissie naar alle betrokkenen gestuurd.
6.5 De zes experimenteerdoelen gedefinieerd voor validatie
De zes experimenteerdoelen zijn de hierboven beschreven resul-
taatsgebieden. Voor elk doel is een validatiecriterium geformuleerd,
dat te beschouwen is als een kwaliteitseis die Saxion stelt aan haar
Honours Programma’s. Het criterium is geformuleerd als een soort
one-liner voor het Honours Programma team om aan te werken.
Daarnaast werd een vierstaps checklist gegeven met de bedoeling
de Plan, Do, Check, Act-processen te expliciteren en de Honours
Programma’s te stimuleren tot kritische reflectie. De Plan- en Do-
vragen zijn uniek voor elk experimenteer-onderwerp en de Check-
en Act-vragen zijn dezelfde.
47 validatie van honours programma’s: procesinrichting
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
6.6 Het samenstellen van een validatie-team
Er werd een validatiecommissie samengesteld met daarin de
expertise die nodig is om te bepalen of het betreffende Honours
Programma zich ontwikkelt in de richting van de doelen, om te be-
palen of het programma voldoet aan de kwaliteitseisen en om best
practices te identificeren. Voorzitter van de commissie is het hoofd
van het Saxion Bureau Kwaliteitszorg, die tevens de wenselijke
audit-expertise inbrengt. Met het oog op het resultaatsgebied van
het docentprofiel maakt de directeur van HRM van de hogeschool
deel uit van de commissie. Daarnaast zijn er vier leden in het vali-
datieteam die samen specifieke expertise hebben op het gebied van
de verschillende resultaatsgebieden. Een daarvan is expert op het
gebied van het competentieprofiel van de Reflective Professional,
twee leden zijn als ontwikkelaar / coördinator nauw betrokken bij
twee Honours Programma’s en één lid is als lector verbonden aan
een van de Honours Programma’s. Voor de administratieve, com-
municatieve en organisatorische aspecten van de validatie, werd de
commissie ondersteund door een ambtelijk secretaris en manage-
ment-assistente.
Geen van de leden van de commissie namen deel aan de validatie,
indien die het eigen Honours Programma betrof.
6.7 De resultaten van monitoren en valideren
Tijdens het monitoren van de verschillende Honours Programma’s
op de zes experimenteergebieden bleek al dat sommige Honours
Programma’s zich sterk ontwikkelden op een of meer resultaats-
gebieden en dat andere programma’s meer moeite hadden de
afgesproken doelen te halen. Bovendien bleken specifieke Honours
Programma’s sterk te zijn in de ontwikkeling van de student tot Re-
flective Professional in een specifieke fase van de niveaus van deze
ontwikkeling. De studenten dienen zich namelijk te ontwikkelen in
drie niveaus of loops om het eindniveau van de Reflective Profes-
sional te bereiken. Tijdens het validatieproces zijn verschillende
Honours Programma’s in detail doorgelicht op het totaal van de
validatiecriteria en daarmee op de resultaatsgebieden c.q. experi-
menteerdoelen. In de rapportage per programma verwoordde de
commissie haar bevindingen, conclusies en adviezen. De conclusies
werden door de commissie per validatiecriterium ondersteund met
drie kleuren: de kleur groen betekent dat aan de betreffende kwa-
liteitseisen volledig wordt voldaan, de kleur oranje betekent dat er
nog veel verbeterd moet worden en de kleur rood betekent dat de
situatie kritisch is en dat vitale aspecten ontbreken. De rapportages
bevatten feedback voor de programma-ontwikkelaars, de acade-
48 validatie van honours programma’s: procesinrichting
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
miedirecteuren verantwoordelijk voor de Honours Programma’s,
de Honours Council, de stuurgroep en het programmateam en het
College van Bestuur.
De uitkomsten van de validatie tot nu toe zijn in lijn met de bevin-
dingen vanuit de monitoring: sterke en zwakke aspecten van de
gevalideerde Honours Programma’s worden duidelijk zichtbaar.
De informatie die de validatie oplevert is goed bruikbaar voor de
Honours Programma’s zelf om verbeterplannen op te baseren en
levert ook nadrukkelijk een bijdrage aan het bepalen van wat de
Honours Programma’s gezamenlijk in het kader van de gewenste
verduurzaming moeten oppakken, afstemmen en realiseren.
Kortom, de validatie maakt de best practices nog beter zichtbaar en
legt de vinger op de zere plek(ken).
De reacties op de concept- en eindrapportages van de validatiecom-
missie tonen aan dat het validatieproces en de -uitkomsten door
iedere betrokkene heel serieus wordt genomen. Er is afgesproken
dat elk programma voor de aspecten met een score oranje of rood
een verbeterplan maakt. De programma’s met een kritische score
zullen nog in 2013 een tweede validatie ondergaan, voordat ook zij
de status van definitief gevalideerde programma’s krijgen.
6.8 Conclusies
Hoewel nog niet alle programma’s gevalideerd zijn (8 van de 12
geplande validaties zijn inmiddels uitgevoerd), kunnen vooralsnog
de volgende conclusies worden getrokken:
1. Met validatie van Honours Programma’s in deze vorm worden de
geformuleerde doelen inderdaad gehaald:
a. Er wordt een beeld verkregen van de ontwikkeling van de
Honours Programma’s, vergeleken met de te bereiken doelen
op elk van de zes resultaatsgebieden.
b. De kwaliteit van de Honours Programma’s kan worden vast-
gesteld met het oog op twee vragen: Heeft het programma in
deze vorm bestaansrecht en mag de kwalificatie with honours
op het bachelor getuigschrift van de betreffende studenten
aan het programma worden verbonden?
c. Er wordt informatie verkregen over best practices. Deze best
practices vormen vervolgens de bouwstenen voor de verduur-
zaamde Honours Programma’s.
2. Essentieel voor het draagvlak voor de uitkomsten van de vali-
datie is een gedegen en transparante opzet van de validatie. De
regierol van de Honours Council bleek een stimulans voor dit
draagvlak, net als de samenstelling van het validatieteam.
49 validatie van honours programma’s: procesinrichting
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
3. De huidige werkwijze kan bijna 1:1 overgenomen worden door
‘de staande organisatie’, dat wil zeggen opgenomen worden in
het kwaliteitszorgsysteem van de hogeschool, mits het validatie-
team voldoende ‘honours’ expertise bevat.
4. Dit laatste geldt ook voor de excellentietrajecten. Hoewel de
diversiteit daarvan groter is dan die van Honours Programma’s, is
het ook voor deze trajecten goed mogelijk vergelijkbare validatie-
criteria c.q. kwaliteitseisen te formuleren.
Zodra alle Honours Programma’s (definitief) zijn gevalideerd zal
definitief de balans worden opgemaakt, inclusief een analyse van het-
geen sterk en zwak is aan het hier gepresenteerde validatieproces.
Tot nu toe lijkt dit proces ons wel te brengen wat we ervan hadden
verwacht.
Referentielijst.
� Benammar, K, Schaik, M. van, Sparreboom, I., Vrolijk, S., & Wort-
man, O. (2006). Reflectietools. Den Haag: Lemma.
� Bulthuis, Petra en Trijntje van Dijk (2012). Buitengewoon, Saxion
Programma Excelleren, deel 3: Verbinden wat er zo nog niet
was…, 2. Branding the Reflective Professional, Afstuderen reflec-
tive Professional: Excellent verzwaard afstuderen. Saxion Hoge-
scholen.
� Dijk, Trijntje van, Marike Lammers, Raymond ter Woord (2012).
Validatieproces Saxion Programma Excelleren v1.2
� Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma Excel-
leren, deel 1: opstartfase, 2.3 Eindprofiel Reflective Professional.
Saxion Hogescholen.
� Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma Excel-
leren, deel 2: De Reflective Professional en Ontwerpprincipes voor
Honours Programmes, Verkennend onderzoek inzake student,
docent en leeromgeving, 2. Deel1: De Reflective Professional, 2.1
De Reflective Professional: Saxion definities. Saxion Hogescholen.
� Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma Excel-
leren, deel 2: De Reflective Professional en Ontwerpprincipes voor
Honours Programmes, Verkennend onderzoek inzake student,
docent en leeromgeving, 2. Deel1: De Reflective Professional, 2.1
Competentieset Uitstroomniveau Reflective Professional. Saxion
Hogescholen
� Dijk, Trijntje van, (2011). Buitengewoon, Saxion Programma Excel-
leren, deel 2: De Reflective Professional en Ontwerpprincipes voor
Honours Programmes, Verkennend onderzoek inzake student,
docent en leeromgeving, 2. Deel1: De Reflective Professional,
Competentieset Instroomniveau Reflective Professional. Saxion
Hogescholen.
50 validatie van honours programma’s: procesinrichting
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
� Dijk, Trijntje van, (2012). Buitengewoon, Saxion Programma
Excelleren, deel 3: Verbinden wat er zo nog niet was…, 2. Bran-
ding the Reflective Professional, 2.1 Het ontwikkelproces van de
Reflective Professional. Saxion Hogescholen.
� Dijk, Trijntje van (december 2012). The Reflective Professional
Honours Programme of the Dutch Saxion Universities. Journal
of the National Collegiate Honors Council (JNCHC), Saint George
Island, Florida.
� Dijk, Trijntje van (november 2012) What are the dreams and re-
alities of diversity in honors? National Collegiate Honors Council
(JNCHC), Boston.
� H.J. Hartman, H.J. (1990). Teaching Metacognitively, Metacogni-
tion in Learning and Instruction. New York: Basic Books.
� Korthagen, F. and Vasalos, A. (2005). Levels in reflection: core
reflection as a means to enhance professional growth. Utrecht:
IVLOS Institute of Education, Utrecht University
� Landheer, J.M.F. (2009). Hoe passen veranderingsmanagers
reflecteren-op-actie toe ten behoeve van hun effectiviteit? Heer-
len: Doctoraalscriptie Open Universiteit.
� Nonaka, I (1991). The knowledge-creating company. Harvard
Business Review, November-December, 96-104.
� Nonaka, I., & Takeuchi, H. (1995). The knowledge creating com-
pany: How Japanese companies create the dynamics of innova-
tion. New York: Oxford University Press.
� Prahalad, C. K., & Hamel, G. (1990). The core competence of the
organization. Harvard Business Review, May-June, 79-91.
� Schön, D. A. (1983). The reflective practitioner. How professio-
nals think in action. New York: Basic Books.
� Schön, D. A. (1987). Educating the reflecting practitioner. San-
Fransisco: Jossey-Bass Inc. publishers.
� Senge, P. M. (1994). The fifth discipline. The art & practice of
the learning organization. New York: Currency Doubleday.
� Stichting Innovatie Alliantie, (2011). Kennis roept om toepassing,
topsectoren en de hogescholen. Delta, Den Haag.
� Susskind, Lawrence, Sarah McKearnan, Jennifer Thomas-Larmer
(1999). The Consensus Building Handbook, A comprehensive
guide to reaching agreement. Thousand Oaks, California: The
Consensus Building Institute, Sage Publications, Inc,.
� Wijnalda, M. (2010). Organizational Learning of Lerende Organi-
satie: een vergelijkende literatuurstudie. Tilburg: Doctoraalscrip-
tie Universiteit van Tilburg.
51 validatie van honours programma’s: procesinrichting
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
52 validatie van honours programma’s: procesinrichting
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
SaxionProgramma Excelleren
H 7 - Excellentie - Vergelijking Saxion Honours Programmes - studenten
II53
II d
eel
Deel II
Januari 2013
Fishbowl gesprek tijdens
conferentie ‘Talent is niet van
gisteren’
54
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Deel II
Mark Gellevij
Janina Banis Simone van der Donk Jolise ‘t Mannetje Karin Truijen
7. Excellentie - Vergelijking Saxion Honours Programmes - studenten
In mei en juni 2012 is een vragenlijst afgenomen bij studenten van
acht Saxion Honours Programmes (HP) om de kenmerken van deze
HP’s in kaart te brengen. Voor elk afzonderlijk HP is een rapport op-
gesteld met de uitkomsten van deze vragenlijsten. In dit hoofdstuk
worden de meest opmerkelijke vergelijkingen tussen HP’s weerge-
geven.
Achtereenvolgens wordt verslag gedaan van resultaten op vragen
over:
1. de waardering van het HP in een cijfer;
2. de selectieprocedure voor het HP;
3. de opzet en inhoud van het HP;
4. je eigen rol als student in het HP;
5. de docenten in het HP;
6. de mogelijke opbrengsten van het HP;
7. kenmerken van het HP.
Dit hoofdstuk is bedoeld om de HP’s op bovenstaande aspecten in-
zicht te geven waar ze nu staan om zich van daaruit (waar gewenst)
verder te kunnen versterken en ontwikkelen. Het doet daartoe
verslag in beschrijvende zin. Het toont de verwerkte uitkomsten
van de vragenlijsten en opvallende zaken worden genoemd. In dit
hoofdstuk wordt regelmatig verwezen naar een literatuurstudie.
Deze staat in een eerdere uitgave (deel 3) uit deze reeks.
Er worden in deze rapportage regelmatig gemiddelden (gem) en
standaard deviaties (sd) genoemd. De standaard deviatie is een
maat voor de spreiding van de gegeven antwoorden. Is de stan-
daard deviatie laag, dan betekent dit dat er weinig spreiding is.
De respondenten waren het dan grotendeels met elkaar eens.
De afgenomen studentenvragenlijst is opvraagbaar bij de onder-
zoekers.
7
Door:
Mark Gellevij, lector innovatief
en effectief onderwijs
Onderzoekers
Janina Banis-Den Hertog
Simone van der Donk
Jolise ’t Mannetje
Karin Truijen
55 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
7 h
oofd
stuk
7.1 De waardering van HP’s in een cijfer
Om een eerste vergelijkende indruk te krijgen staan in tabel 7.1
gegevens over de respons op de vragenlijsten en de waardering
van de studenten van de acht onderzochte HP’s.
HP Respons aantal(%) jaar Cijfer HP vooraf1(laag)-10(hoog)
Cijfer HP achteraf1(laag)-10(hoog)
ABO - ondernemen = excelleren
9 (100%) 1 8.22 (.44) 8.44 (.73)
ABO - Talents for natural leadership
8 (100%) 1 8.38 (.74) 8.13 (.84)
ABR 16 (73%) 1&2 6.81 (.98) 7.06 (.93)
AMA 5 (71%) 1 5.60 (.89) 5.40 (1.14)
APO 20 (90%) 1&2 7.33 (.59) 7.11 (.76)
LA&S 30 (81%) 1&2 7.70 (.75) 7.83 (.53)
LED 5 (83%) 1 6.60 (1.14) 6.60 (.89)
MIM 12 (92%) 1 8.42 (.52) 8.42 (.67)
Note: Verschillen tussen cijfers voor en na afname van de vragenlijst zijn niet statistisch significant. Derdejaars studenten zijn niet meegenomen in de analyses.
7.2 Selectieprocedure voor de HP’s
In dit deel worden de ervaringen van studenten met de selectiepro-
cedure van hun HP besproken zoals die uit de enquête naar voren
zijn gekomen. Als eerste wordt weergegeven uit welke selectie
instrumenten de selectieprocedure volgens studenten bestaat.
Daarna wordt de tevredenheid van studenten over die instrumenten
weergegeven en ten slotte wordt getoond hoe tevreden studenten
in het algemeen zijn met de selectieprocedure van hun HP.
In tabel 7.2 zijn voor de verschillende HP’s de percentages studen-
ten opgenomen die aangeven dat een bepaald selectie instrument
deel uitmaakt van de selectieprocedure. Pas wanneer meer dan
50% van de studenten aangeeft dat een selectie instrument wordt
gebruikt, gaan we ervan uit dat dit instrument daadwerkelijk on-
derdeel is van de selectie. De percentages boven de 50 zijn steeds
vetgedrukt.
tabel 7.1 Respons op de vragen-
lijst, jaargroep en cijfer voor
afname en na afname (gem(sd))
van de vragenlijst voor het HP
56 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Onderzoeksgroep Sirius
Saxion
Lector
Dr. Mark Gellevij
Onderzoekers
Janina Banis-Den Hertog MSc
Simone van der Donk MSc
Jolise ’t Mannetje MSc
Dr. Karin Truijen
Selectie instrumenten ABO ABR AMA APO LA&S LED MIM TFNL
Presentatie 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 50 % 13 %
Vooropleiding 0 % 6 % 0 % 100 % 10 % 0 % 0 % 6 %
Aanbevelingsbrief 55 % 25 % 100 % 0 % 80 % 0 % 0 % 0 %
Studieresultaten 78 % 81 % 60 % 6 % 70 % 100 % 83 % 0 %
Psychologische testen 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 38 %
Creatieve testen 100 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 38 %
Assessment 11 % 0 % 0 % 0 % 0 % 20 % 75 % 13 %
Aanmeldingsformulier 33 % 25 % 20 % 17 % 20 % 0 % 0 % 13 %
Gesprek 100 % 88 % 0 % 33 % 97 % 80 % 100 % 100 %
CV 100 % 50 % 60 % 0 % 73 % 20 % 100 % 38 %
Essay O % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 %
Motivatiebrief 100 % 88 % 80 % 0 % 100 % 20 % 100 % 88 %
Uit tabel 7.2 blijkt dat de HP’s een combinatie van selectie in-
strumenten gebruiken om hun studenten te selecteren. De meest
voorkomende selectie instrumenten zijn een motivatiebrief, een
persoonlijk gesprek en studieresultaten. Daarnaast worden een CV
en een motivatiebrief ook door meerdere HP’s ingezet bij selectie.
Het enige HP dat slechts gebruikmaakt van één selectie instrument
is de APO. De APO selecteert uitsluitend op basis van vooropleiding
en is daarmee ook het enige HP dat vooropleiding mee laat wegen
in de selectieprocedure. Verder valt op dat alleen MIM gebruik
maakt van een assessment om studenten te selecteren. De ABO
is weer het enige HP dat gebruik maakt van creatieve testen in de
selectieprocedure.
Op basis van aan de enquête voorafgaande interviews met ontwik-
kelaars hadden we een beeld gevormd van de selectieprocedures
van de verschillende HP’s. Dit beeld blijkt niet altijd overeen te
komen met de ervaringen van studenten zoals die in tabel 7.2 zijn
weergegeven. Hieronder worden opmerkelijke verschillen benoemd.
In het interview met ABO is er niet aangegeven dat een aanbevelings-
brief onderdeel uitmaakt van de selectie. De meerderheid van de ABO
studenten (55%) geeft echter aan dat een aanbevelingsbrief hoorde
bij de selectie voor hun HP. Voor ABR geldt dat in het interview een
motivatiebrief niet aan de orde is gekomen bij het bespreken van de
selectieprocedure. 88% van de ABR studenten geeft echter aan dat zij
een motivatiebrief hebben moeten schrijven. Bij LA&S is het CV niet
genoemd als selectie instrument. 73 % van de LA&S studenten geeft
aan dat een CV onderdeel is van selectie. Ten slotte is bij LED tijdens
het interview niet gesproken over studieresultaten, terwijl deze vol-
gens LED studenten wel onderdeel vormen van de selectie (100%).
tabel 7.2 Percentage studenten
dat aangeeft dat een selectie
instrument wordt gebruikt bij
selectie HP
57 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
In het interview met het AMA HP is genoemd dat een persoonlijk
gesprek deel uitmaakt van de selectieprocedure. Geen enkele stu-
dent geeft echter aan dat er een persoonlijk gesprek heeft plaatsge-
vonden tijdens de selectie. Voor de APO geldt dat de ontwikkelaar
aangaf dat er een intakegesprek met alle studenten wordt gehou-
den. Slechts 33% van APO studenten geeft echter aan dat zij een
persoonlijk gesprek hebben gehad tijdens de selectie.
Tenslotte verwachtten we op basis van interviews dat bij MIM en
TFNL een presentatie onderdeel is van de selectieprocedure. Het
inzetten van een presentatie wordt echter slechts door enkele
studenten bevestigd (MIM=50%, TFNL=13%). Bij MIM is dit resultaat
wellicht te verklaren doordat studenten de presentatie mogelijk als
assessment interpreteerden.
Selectie instrumenten ABO ABR AMA APO LA&S LED MIM TFNL
Vooropleiding 2,11 2,94 3,4 4,33 2,83 2,4 2,92 2,38
Aanbevelingsbrief 3,78 3,5 3,8 2,44 3,67 2 2,83 2,63
Studieresultaten 4,33 4 4,6 3,39 3,83 4 3,08 2,88
Psychologische testen 2,67 2,88 2,6 2,56 2,73 3,2 2,83 3,25
Assessment 2,78 3 3 2,5 2,93 3,8 3,17 2,5
Creatieve testen 4,56 2,81 3 2,39 2,7 3 3,17 3,38
Aanmeldingsformulier 2,89 2,63 3,4 3,5 2,87 3,4 3,17 2,75
Gesprek 4,89 4,63 4 3,89 4,77 3,8 3,67 5
CV 3,56 3,25 3,4 2,44 3,17 3,4 3,25 3,13
Essay 2,33 2,81 2,8 2,22 2,77 2,6 2,75 2,25
Motivatiebrief 4,33 4,19 4,6 3,11 4,37 4,2 3,75 4,38
figuur 7.1 Mate van tevre-
denheid (1(laag)-5(hoog)) van
studenten over selectie instru-
menten
tabel 7.3 Mate van tevreden-
heid (1(laag)-5(hoog)) van
studenten over selectie instru-
menten
58 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
In figuur 7.1 en tabel 7.3 is de tevredenheid van studenten over
de verschillende selectie instrumenten weergegeven. Uit figuur
7.1 kunnen we opmaken dat studenten met name een persoonlijk
gesprek en een motivatiebrief waarderen als onderdeel van hun
selectieprocedure. Een essay wordt door vrijwel alle studenten van
de verschillende HP’s zeer laag gewaardeerd. Over het belang van
vooropleiding en studieresultaten lopen de meningen van studen-
ten uit verschillende HP’s uiteen.
Wanneer we figuur 7.1 naast tabel 7.2 leggen, valt op dat studenten
met name die selectie instrumenten hoog waarderen die ook bin-
nen de selectieprocedure van hun HP worden ingezet. Zo waarderen
studenten van de APO (zie figuur 7.1) vooropleiding beduidend
hoger dan studenten uit andere HP’s en alleen de APO gebruikt
studieresultaten als selectie instrument. Voor ABO geldt dat alleen
dit HP creatieve testen gebruikt bij selectie en dat ook alleen ABO
studenten creatieve testen zeer hoog waarderen (zie figuur 7.1).
Organizational justice theorie (Greenberg, 1987) wordt gebruikt om
te evalueren hoe tevreden men is over een selectieprocedure.
Bij tevredenheid over de selectieprocedure verwachten we op basis
van deze theorie dat studenten hoog scoren op alle stellingen in
tabel 7.4 en figuur 7.2. De stelling ‘De selectieprocedure is streng’
is toegevoegd vanuit ons literatuuronderzoek waaruit blijkt dat
honoursstudenten het prettig vinden als er hoge eisen aan ze ge-
steld worden.
figuur 7.2 Mate van tevreden-
heid (1(laag)-5(hoog)) van studen-
ten over de selectieprocedure van
hun HP
59 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
HP’s ABO ABR AMA APO LA&S LED MIM TFNL
Selectieprocedure eerlijk 4,33 3,63 2,4 3,72 4,07 4 4,42 4,5
Selectieprocedure goed 4,22 3,38 2 3,72 3,9 4,2 4,42 4,25
Selectieprocedure streng 3,44 2,31 1,4 2,78 2,57 2,6 3,83 3,13
Selectieprocedure transparant 4,22 3,44 2,6 3,11 3,27 3,4 3,25 3,88
Selectieprocedure biedt kans mezelf te bewijzen
4 3,38 2,2 2,5 3,53 3,4 4,5 4
Tijdens selectieprocedure goed behandeld.
4,78 4 3,2 3,39 4,47 4,6 4,75 4,88
Selectieprocedure past bij karakter HP. 4,56 3,38 2,4 3,39 3,9 4,4 4,33 4,5
In figuur 7.2 is weergegeven hoe tevreden studenten zijn over de
selectieprocedure van hun HP. Uit figuur 7.2 blijkt dat de selectie-
procedures van de verschillende HP’s over het algemeen positief
worden gewaardeerd. De selectieprocedures zijn over het algemeen
echter niet erg streng, terwijl we verwachtten dat studenten dat wel
zouden waarderen. Alleen de selectieprocedures van ABO, MIM en
TFNL worden door de studenten als (enigszins) streng gezien. De
overige selectieprocedures scoren lager dan 3 (dus mee oneens of
zeer mee oneens). De strengheid van de selectie lijkt echter voor
deze studenten niet erg bepalend voor de tevredenheid over de se-
lectie. Zo vinden LED studenten hun selectieprocedure niet streng,
maar wel goed.
AMA HP studenten geven aan op bijna alle punten niet tevreden te
zijn over de selectieprocedure. Ten slotte valt op dat hoewel APO
HP studenten over het algemeen tevreden zijn over de selectiepro-
cedure, zij niet het gevoel hebben zichzelf tijdens de procedure te
kunnen bewijzen.
7.3 De opzet en inhoud van het HP
In dit deel worden de resultaten weergegeven van vragen naar de
opzet van het HP. Aan de studenten is onder meer gevraagd hoe
het programma eruit ziet en hoe het HP is georganiseerd. Hierin
wordt een link gelegd tussen de ervaring met het huidige pro-
gramma en zoals de studenten de ideale situatie zouden zien. Er
wordt steeds vermeld welke vraag is gesteld, waarna de resultaten
in een figuur worden weergegeven. Daarna wordt ingegaan op het
algemene beeld en de uitzonderingen op dit beeld. Waar mogelijk
worden deze resultaten gespiegeld aan verwachtingen vanuit onze
literatuurstudie.
tabel 7.4 Mate van tevreden-
heid (1(laag)-5(hoog)) van stu-
denten over de selectieprocedure
van hun HP
60 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Gerichtheid en programma - Op basis van de interviews met de
ontwikkelaars van de verschillende HP’s, was de verwachting dat
de HP’s duidelijk één focus zouden hebben: richten op de beroeps-
praktijk, richten op de persoonlijke ontwikkeling of richten op het
academisch leren denken en werken. Uit de resultaten van de vra-
genlijst blijkt dat studenten over het algemeen aandacht voor meer
dan één van deze foci ervaren; figuur 7.3 en tabel 7.5 brengen in
beeld hoe deze foci van de HP’s verschillen.
Mogelijke focus ABO ABR AMA APO LA&S LED MIM TFNL
Focus op beroepspraktijk 4.22 3.25 2.60 4.11 2.33 3.80 3.92 4.88
Focus op persoonlijke ontwikkeling 4.78 3.75 3.00 3.56 4.67 4.00 4.58 4.88
Focus op academisch denken en werken 4.00 3.94 3.80 3.61 4.10 4.00 3.67 3.38
Zoals in figuur 7.3 en tabel 7.5 te zien is, focust geen van de
programma’s duidelijk op één van de drie gebieden. Bij MIM, ABO,
LA&S (persoonlijke ontwikkeling), AMA (academisch denken en
werken) en APO (beroepspraktijk) heeft één van de drie gebieden
wel de meeste aandacht. Bij LA&S en TFNL valt op dat één van de
gebieden duidelijk veel minder aandacht krijgt, respectievelijk de
beroepspraktijk en het academisch werken. In het algemeen geldt
dat in de meeste HP’s de drie foci allemaal behoorlijke aandacht
krijgen. Uitzonderingen zijn een mindere mate van focus op de be-
roepspraktijk binnen LA&S en de AMA (score onder de 3, dus mee
oneens of zeer mee oneens).
figuur 7.3 Focus van het HP
(1(laag)-5(hoog))
tabel 7.5 Focus van het HP
(1(laag)-5(hoog))
61 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Vanuit onze literatuurstudie is de verwachting dat studenten in
een HP graag een vast programma aangeboden willen krijgen, met
daarin vrije ruimte voor hun eigen invulling. In figuur 7.4 is te zien
dat 71% van de studenten het huidige programma ook als zodanig
ervaart. Vierentachtig procent van de studenten heeft als ideaal-
beeld dat een HP een vast programma heeft, waarin ruimte is voor
vrije invulling. Als we kijken naar de verschillen tussen de huidige
en ideale situatie, kan geconcludeerd worden dat de invulling van
het HP als het aan de studenten ligt nog wel wat vrijer zou mogen.
Het blijkt, volgens onze literatuurstudie, in een HP van belang te
zijn om de student centraal te stellen en niet het programma of de
inhoud van het programma. Gemiddeld over alle HP’s staat vol-
gens 68% van de studenten inderdaad de student centraal. Zoals in
figuur 7.5 te zien is zijn hier grote verschillen tussen HP’s. Bij de
APO en AMA staat volgens de studenten de inhoud of het program-
figuur 7.4 Structuur en invul-
ling programma huidig en ideaal
HP
figuur 7.5 Programma of de in-
houd centraal in het programma
62 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
ma meer centraal dan de student. Ook bij ABR staat niet overtuigd
de student centraal, al is dit percentage wel boven de 50%.
Contactmomenten, ruimte en aanwezigheid – De honours com-
munity en de bevordering daarvan is een item waar de laatste tijd
het nodige onderzoek naar is gedaan. Zoals in onze literatuurstudie
te lezen is blijkt daaruit dat het belangrijk is de honours studenten
een vaste eigen ruimte te geven, om zo het groepsgevoel te bevor-
deren. Aan de studenten is daarom gevraagd of de bijeenkomsten
in een vaste ruimte plaatsvinden en of zij dit belangrijk vinden.
Van de totale groep studenten geeft 81% aan dat de bijeenkomsten
voornamelijk in een vaste ruimte plaatsvinden.
Vervolgens is de studenten de volgende stelling voorgelegd: ‘Ik
vind het belangrijk dat we één vaste ruimte hebben/krijgen voor
onze contactmomenten’. Zoals in figuur 7.6 te zien is, is slechts
de helft van de studenten het hier mee eens of zeer mee eens. De
andere helft van de studenten vindt dit niet belangrijk of neutraal
belangrijk. Hoewel er over alle HP’s gezien in hoge mate aan de
voorwaarde van een vaste ruimte wordt voldaan, zien de studenten
zelf dat blijkbaar in meerderheid niet als een belangrijke voorwaar-
de voor het succes van een HP.
Inhoud en opzet – Hoewel er vaak wordt gedacht dat excellente
studenten per definitie minder contacturen nodig hebben dan
‘gemiddelde’ studenten, blijkt uit onze literatuurstudie dat excel-
lente studenten juist meer contacturen wensen. Aan de studenten
is daarom gevraagd of hun HP voldoende contacturen heeft.
figuur 7.6 Belang van vaste
ruimte voor het HP
63 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
In de antwoorden op deze vraag (zie figuur 7.7) is een aantal
uitschieters te zien. Bij ABO, ABR, LA&S, MIM en TFNL vindt een
grote meerderheid dat er voldoende contacturen zijn (mee eens
of zeer mee eens). Bij AMA vindt een ruime meerderheid dat er
onvoldoende contacturen zijn (mee oneens). Bij de overgebleven
programma’s, APO en LED, zijn de scores rond neutraal, aan de
positieve kant.
Zoals overal in het onderwijs, moeten de doelen ook in honourson-
derwijs bekend zijn bij de studenten. Aan de studenten is gevraagd
of de doelen helder zijn.
Zoals in figuur 7.8 te zien is, geeft 55% aan dat de doelen helder
zijn (mee eens of zeer mee eens). In totaal geeft 24% aan dat de
doelen niet helder zijn (mee oneens of zeer mee oneens). Enkele
programma’s wijken behoorlijk af van dit gemiddelde beeld. In
positieve zin (dus meer studenten vinden de doelen helder) vallen
figuur 7.7 Mijn HP heeft vol-
doende contacturen
figuur 7.8 De doelen zijn helder
64 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
ABO (89%) en MIM (100%) op. In negatieve zin (minder studenten
vinden de doelen helder) vallen ABR (25%) en AMA (20%) op. De
overige HP’s vertonen een beeld dat redelijk vergelijkbaar is met
het gemiddelde.
HP’s zijn onder meer bedoeld om de studenten uit te dagen het
beste uit zichzelf te halen. Vanwege de specifieke kenmerken van
honours studenten, moeten de HP’s duidelijk anders zijn dan de
reguliere opleidingen. Er is daarom aan de studenten gevraagd
in hoeverre zij het HP duidelijk anders vinden dan hun reguliere
opleiding.
Zoals in figuur 7.9 te zien is, vindt maar een zeer klein percentage
het HP niet of nauwelijks verschillen van de reguliere opleiding.
Een grote meerderheid (totaal 81%) van de studenten geeft aan het
‘eens’ of ‘zeer eens’ te zijn met de stelling dat het HP duidelijk an-
ders is dan de reguliere opleiding. Ook hier is gekeken of afzonder-
lijke opleidingen erg afwijken van dit gemiddelde beeld. Uit deze
analyse zijn geen opmerkelijke afwijkingen gekomen.
In aansluiting op het verschil met de reguliere opleiding, moet een
HP zich niet richten op het aanleren van kennis, maar vooral op het
toepassen van kennis. Aan de studenten is gevraagd in hoeverre
dat het geval is binnen hun HP.
figuur 7.9 Duidelijk verschil
tussen HP en reguliere bachelor
65 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
In figuur 7.10 zijn de scores per HP te zien. Hieruit is af te lezen
dat alle HP’s behoorlijk hoog scoren op het toepassen van kennis.
In figuur 7.10 is tevens te zien dat de scores in te delen zijn in drie
groepen. ABR, AMA en LA&S scoren allemaal een gemiddelde van
rond de 3,25. ABO, APO en LED scoren allemaal tussen de 3,75 en
4,00. MIM en TFNL scoren het meest overtuigend, met een gemid-
delde tussen de 4,00 en 4,25. Dat houdt in dat deze studenten
aangeven het ‘eens’ of ‘zeer eens’ te zijn met de stelling of hun HP
zich richt op het toepassen van kennis.
Verder is het belangrijk dat er in HP’s voldoende contact is met het
werkveld en lectoraten. Op die manier maken studenten al tijdens
hun opleiding kennis met hun latere werkveld en zijn zij op de
hoogte van up-to-date kennis. De gerichtheid op het werkveld is
op verschillende manieren bevraagd en de resultaten hiervan zijn
figuur 7.10 Het HP is gericht
op het toepassen van kennis
(percentages en gemiddelden
(1(laag)-5(hoog)))
66 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
onder meer gerapporteerd in figuur 7.3 (Focus van het HP). Daarin
was te zien dat de verschillende HP’s verschillen in foci. Verder is er
expliciet gevraagd of er volgens de studenten voldoende contact is
met lectoraten. De resultaten hiervan zijn in figuur 7.11 weergege-
ven.
In figuur 7.11 is per opleiding weergegeven of studenten vinden
dat er in hun HP voldoende contact is met lectoraten. Voor de
overzichtelijkheid zijn de antwoorden geclusterd. Een aantal zaken
valt hierin op. ABO en TFNL scoren allebei bijzonder positief. In
deze programma’s is voldoende contact met lectoraten. De AMA
scoort erg negatief. Bij LED bevinden alle scores zich in negatief
en neutraal. Bij de overige HP’s is het beeld verdeeld, maar redelijk
positief. Over het algemeen vinden studenten dat voldoende con-
tact met lectoraten is, maar dit zou zeker geïntensiveerd kunnen
worden.
figuur 7.11 Voldoende contact
met lectoraten
67 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Excellente studenten willen graag samenwerken. Daarom is aan de
studenten gevraagd of ze in hun HP vaak samenwerken (huidig) en
of ze graag willen (blijven) samenwerken (ideaal). Zoals in figuur
7.12 te zien is, wijken de huidige situatie en de ideale situatie vol-
gens de studenten niet veel van elkaar af. De mate waarin ze kun-
nen samenwerken voldoet dus aan hun wensen. Uiteraard is ook
hier gekeken of individuele HP’s afwijken van dit algemene beeld.
Binnen ABO, TFNL en MIM geven alle studenten aan vaak samen
te werken en dit willen ze ook blijven doen (mee eens of zeer mee
eens). Binnen LA&S geven relatief veel studenten (33%) aan dat ze
niet vaak samenwerken (zeer mee oneens of mee oneens), maar
dit blijken ze ook niet vaker te willen. Rond de 50% van de LA&S
studenten geeft echter aan wel graag en vaak samen te werken. Bij
alle overige HP’s is het beeld vergelijkbaar met het algemene beeld
uit figuur 7.12 en wijken alleen de percentages enigszins af. Dat
betekent dat zo’n 80% van de studenten graag wil samenwerken.
Een ruime meerderheid. Vanuit onze literatuurstudie werd ook een
hoog percentage verwacht.
figuur 7.12 Vaak samenwerken
in programma: huidig en ideaal
68 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Verder blijkt uit ons literatuuronderzoek dat honours studenten
graag interdisciplinair, dus met studenten van andere opleidingen,
willen samenwerken. Daarom is bekeken in hoeverre dit gebeurt in
de HP’s (huidig) en in hoeverre studenten dit graag zouden willen
(ideaal). Zoals in figuur 7.13 te zien is, geeft 49% van de studenten
aan dat er interdisciplinair wordt samengewerkt (mee eens of zeer
mee eens). In de ideale situatie is dit een iets hoger percentage
(60%); over het algemeen wil een kleine meerderheid van de stu-
denten dat er interdisciplinair samengewerkt moet worden. Echter,
21% van de studenten wil géén interdisciplinaire samenwerking
(zeer mee oneens en mee oneens). Uiteraard is ook hier bekeken of
individuele HP’s van dit beeld afwijken. Binnen ABO en TFNL (beide
100%) wordt volgens de studenten veel interdisciplinair samenge-
werkt en dit willen ze ook blijven doen. Binnen AMA (20% mee eens
of zeer mee eens) en LED (0% mee eens of zeer mee eens) wordt
volgens de studenten weinig interdisciplinair samengewerkt, terwijl
ruim de helft van de studenten dit wel zou willen. Ook bij de APO
(0% mee eens of zeer mee eens) wordt er volgens de studenten wei-
nig interdisciplinair samengewerkt, waarbij slechts een klein deel
van de studenten (17%) dat (meer) zou willen. Wanneer figuur 7.12
en figuur 7.13 naast elkaar worden gelegd, is goed te zien dat de
studenten samenwerking in het algemeen belangrijker vinden dan
interdisciplinaire samenwerking. Bijna 80% van de studenten geeft
figuur 7.13 Vaak interdiscipli-
nair samenwerken en ideaal
69 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
aan te willen samenwerken, terwijl iets meer dan de helft interdis-
ciplinair wil samenwerken. Dit beeld wijkt dus enigszins af van de
literatuur, waaruit gesteld kan worden dat HP-studenten graag inter-
disciplinair willen samenwerken.
Hierboven is een aantal verwachtingen vanuit de literatuur verge-
leken met de uitkomsten van de studentenquête. Daarbuiten is
er een aantal opmerkelijke zaken uit de resultaten het vermelden
waard. Zo voelt bijna 95% van de studenten zich verplicht om bij de
activiteiten van het HP aanwezig te zijn. Hierbij is tevens opvallend
dat, in tegenstelling tot het algemene beeld, bij TFNL 37,5% van de
studenten hier neutraal op antwoordt. TFNL studenten voelen zich
kennelijk minder verplicht om aanwezig te zijn.
ICT - Bij de analyses van de individuele programma’s valt op dat
ICT bij de meeste HP’s erg beperkt wordt ingezet. Ongeveer de
helft van de studenten geeft aan dat ze de noodzakelijke informatie
online kunnen vinden, dat er regelmatig gebruik wordt gemaakt
van online middelen, dat ICT toegevoegde waarde heeft en dat ze
tevreden zijn over de mate waarin ICT wordt ingezet. Dat betekent
echter ook dat ongeveer de helft van de studenten hier negatief of
neutraal op scoort. Tevens is van diverse ICT-middelen gevraagd
hoe vaak deze ingezet worden. De middelen waarbij meer dan
10% van de studenten aangeeft dat ze regelmatig of voortdurend
worden ingezet zijn: Facebook, Skype, LinkedIn en Blackboard.
Geen van deze middelen wordt echter volgens meer dan 25% van de
studenten regelmatig of voortdurend ingezet. De vraag is dan ook
waar de door studenten aangegeven tevredenheid rond het gebruik
van ICT op gebaseerd is. In de open antwoorden worden ook mail
en Bison regelmatig genoemd, maar ook dit gaat om (zeer) beperk-
te aantallen.
7.4 De rol van de student in de HP’s
In dit deel worden de resultaten weergegeven van vragen naar de
rol van de studenten in de HP’s. Aan de studenten is onder meer
gevraagd op welke persoonskenmerken het programma een beroep
doet en welke motivatie zij hadden om deel te gaan nemen aan het
HP. Er wordt steeds uitgelegd welke vraag is gesteld, de resultaten
worden in een figuur weergegeven en daarna wordt ingegaan op
het algemene beeld en de uitzonderingen op dit beeld. Waar mo-
gelijk worden deze resultaten gespiegeld aan verwachtingen vanuit
onze literatuurstudie.
70 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Persoonskenmerken – figuur 7.14 toont de mate waarin de HP’s
volgens de studenten een beroep doen op bepaalde persoonsken-
merken. Hieruit blijkt dat de HP’s daarop in verschillende mate een
beroep doen.
Op basis van onze literatuurstudie kan verwacht worden dat er
voornamelijk een beroep wordt gedaan op de motivatie, het me-
tacognitief denken, de leergierigheid, de onderzoekende houding
van de student en zal het HP hoge eisen moeten stellen. De overige
kenmerkende zijn uit de verkennende interviews naar voren geko-
men. Uit figuur 7.14 blijkt dat de verwachtingen uit de literatuur
niet bij alle HP’s tot uiting komen. Het meest opvallende resultaat
is het beperkt stellen van hoge eisen, wat relatief laag scoort ten
opzichte van de verwachting vanuit de literatuur. Uit de literatuur
blijkt dat excellente studenten het fijn vinden als er hoge eisen aan
hun presteren gesteld worden. Opvallend is dat het merendeel van
de HP’s (6 van de 8) hier gematigd positief over zijn, op basis van
onze literatuurstudie werd er verwacht dat de uitkomst positiever
zou zijn. ABO wijkt in positieve zin af van het algemene beeld en
AMA in negatieve zin.
Op basis van onze literatuurstudie zou je mogen verwachten dat
studenten die aangeven dat er geen hoge eisen aan hen worden
gesteld aan zullen geven dat zij dit graag meer zouden willen zien.
Om dit te onderzoeken is hen de vraag gesteld: ben je tevreden
over de mate waarin (hoge) eisen aan je gesteld worden. In tabel
7.6 wordt in de tweede kolom antwoord gegeven op deze vraag.
In de overige kolommen is per HP weergegeven of de studenten te-
vreden zijn over de eisen die in het HP aan hen worden gesteld. De
percentages van het aantal studenten die als antwoord: ‘ja ik ben
tevreden, nee de eisen zijn te laag en nee de eisen zijn te hoog’
hebben gegeven, worden in de laatste drie kolommen getoond.
figuur 7.14 Beroep op per-
soonskenmerken bij HP’s
(1(laag)-5(hoog))
71 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Ondanks de beperkte gemiddelde tevredenheid van 3,6 geven
slechts 14 van de 112 studenten aan dat de eisen te laag zijn.
Studenten vinden de eisen die aan ze gesteld worden in het HP niet
zeer hoog, maar hebben nauwelijks de wens dat het programma
deze eisen verhoogt.
HP Mening mate waarin hoge eisen worden gesteld1(laag)-5(hoog)
Ja, tevreden
Nee, de eisen zijn te laag
Nee, de eisen zijn te hoog
ABO 4,22 (.83) 100 % 0 % 0 %
ABR 3,88 (.50) 69 % 31 % 0 %
AMA 2,60 (1.52) 80 % 20 % 0 %
APO 3,72 (1.07) 89 % 5,5 % 5,5 %
LED 3,20 (1.1) 60 % 20 % 20 %
LA&S 3,50 (.73) 90 % 3 % 7 %
MIM 4,00 (1.04) 75 % 25 % 0 %
TFNL 3,88 (.99) 100 % 0 % 0 %
Type student - Opvallend aan de uitkomsten op de vraag ‘hoe zou
jij de studenten willen typeren die samen met jou je HP volgen?’ is
dat bij drie HP’s (APO, LED en MIM) de meerderheid aangeeft dat
de studenten in het HP dezelfde soort studenten zijn. Bij de overige
HP’s geeft de meerderheid aan het verschillende type studenten
zijn. Dit laatste sluit aan op wat er in de literatuur beschreven is,
namelijk dat er in HP’s sprake is van verschillende typen studenten.
Dit is mogelijk verklaarbaar door dat APO, LED en MIM alle drie HP’s
zijn waarbij alléén studenten uit de betreffende academie deelne-
men, dit terwijl voor LED en MIM geldt dat zij wel breed toeganke-
lijk zijn voor alle Saxion studenten.
Motivatie voor het starten met het HP - Studenten kunnen op
verschillende manieren gemotiveerd zijn geraakt om deel te gaan
nemen aan het HP. Op basis van de uitkomsten van onderzoek
naar het motivatie model om te excelleren (YoungWorks & Platform
Bèta Techniek, 2011) blijkt dat 75% van de jongeren (15-25 jaar)
gemotiveerd is om te leren, om zo later een uitdagende baan te
kunnen krijgen. Ook geeft 75% aan dat een omgeving met mensen
die graag willen presteren stimulerend werkt. Andere motieven om
te willen leren zijn interesse in een bepaald onderwerp waarin je
wilt uitblinken (72%) en het belangrijk vinden om zelf steeds doelen
te stellen om beter te worden (68%).
Op basis van deze literatuur zou je kunnen verwachten dat de
belangrijkste motieven om deel te nemen aan een HP zijn:het goed
tabel 7.6 Mening van studen-
ten over de mate waarin hoge
eisen aan hen worden gesteld
(gem((sd)), en het percentages
(%) studenten wat aangeeft hoe
tevreden zij hierover zijn.
72 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
zal staan op mijn CV, vanwege mijn carrière perspectief,
1. mijn reguliere programma niet voldoende uitdaging gaf,
2. nieuwsgierig zijn naar de onderwerpen die in het HP aan bod
komen en
3. het goed aansluit op mijn ontwikkeling als persoon.
Op basis van de resultaten uit de vragenlijst blijkt dat (uit de motie-
ven in tabel 7.7) de meest gekozen motieven om deel te nemen aan
een HP zijn:
1. het goed zal staan op mijn CV,
2. nieuwsgierig naar de onderwerpen die aan bod komen,
3. het goed aansloot bij mijn ontwikkelingen als persoon,
4. het reguliere programma mij te weinig uitdaging gaf.
Opvallend is dat de top 4 voor motivatie vanuit de literatuur over-
eenkomt met de resultaten uit dit onderzoek. In tabel 7.7 is te zien
dat de top 4 boven de 80% scoort. De reden ‘omdat het reguliere
programma mij niet voldoende uitdaging gaf’ staat echter op een
lagere plek in de top 4 dan vanuit de literatuur werd verwacht. De
motieven: ‘toegang krijgen tot nieuwe netwerken’ en ‘het toeval-
lig op mijn pad kwam’ staan op de vijfde en zesde plaats met een
percentage rond de 60 en 50 procent.
Reden deelname HP: n=112
het goed zal staan op mijn CV vanwege mijn carrière perspectief
88 %
ik nieuwsgierig was naar de onderwerpen die binnen dit HP aan bod komen
87 %
het goed aansloot bij mijn ontwikkeling als persoon 85 %
mijn reguliere programma mij niet voldoende uitdaging gaf
81 %
het mij toegang geeft tot nieuwe netwerken 61 %
het toevallig op mijn pad kwam en me wel leuk leek 52 %
mijn bachelor-opleiding specialistisch is en ik liever breder opgeleid wilde worden
40 %
mijn bachelor-opleiding vrij breed is en ik liever meer diepgang wilde binnen mijn vakgebied
34 %
ik graag internationale ervaring op wilde doen 21 %
tabel 7.7 Redenen (%) om aan
het HP deel te nemen
73 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
De motivatie voor deelname aan een HP verschilt nogal bij de on-
derzochte HP’s. In figuur 7.15 staat een overzicht waarin de HP’s
met elkaar worden vergeleken. Enkele zichtbare uitschieters zijn
LED en TFNL. Bij LED geven de studenten aan dat zij hun reguliere
opleiding te specifiek vinden en deel zijn gaan nemen aan het
HP om breder opgeleid te worden en bij TFNL vonden de studen-
ten vooral de internationale ervaring een motiverende factor. Bij
het interpreteren van de gegevens uit figuur 7.15 moet rekening
worden gehouden dat bij de APO de motivatie ‘mijn reguliere pro-
gramma gaf mij onvoldoende uitdaging’, ‘mijn bachelor-opleiding
is te specialistisch’ en ‘mijn bachelor opleiding is te breed’ niet van
toepassing zijn, omdat deze studenten naast het HP geen ander
programma volgen.
7.5 De docenten in het HP
Om inzichtelijk te maken wat studenten van hun docenten in het
HP verwachten en wat zij belangrijk vinden, zijn hierover vragen
opgenomen in de vragenlijst. Middels verschillende figuren en een
spiegeling aan de uitkomsten van onze literatuurstudie wordt in dit
deel de mening van de studenten hierover weergegeven.
Kenmerken en geschiktheid van de HP docenten – Vanuit onze
literatuurstudie zijn verschillende kenmerken in kaart gebracht, die
belangrijk zijn voor docenten in HP’s. Allereerst is aan de studenten
gevraagd in hoeverre zij vinden dat de docenten binnen hun HP
deze kenmerken moeten vertonen. De resultaten hiervan zijn weer-
gegeven in figuur 7.16 en tabel 7.8.
figuur 7.15 Motivatie voor deel-
name per HP
74 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Kenmerken ABO ABR AMA APO LA&S LED MIM TFNL
Op een wetenschappelijke manier denken
3.22 3.94 4.20 3.56 4.00 3.80 4.08 3.75
Breed geïnteresseerd zijn 4.33 4.19 3.20 3.83 4.33 3.80 4.58 4.63
Een flexibele houding hebben 4.56 4.38 3.40 3.83 4.10 4.40 4.33 4.88
Een sterke persoonlijkheid hebben
4.33 3.94 3.40 3.61 3.83 4.00 4.58 4.38
Expert zijn in hun vakgebied 4.22 4.13 4.20 4.00 3.83 4.60 4.42 4.63
Ruimte geven voor ideeën van studenten
4.78 4.50 4.20 4.17 4.30 4.40 4.50 4.88
Vanuit de theorie zouden de docenten in de HP’s op alle kenmer-
ken hoog moeten scoren. Het algemene beeld uit dit onderzoek
bevestigt dat. De lijnen staan in figuur 7.16 vrijwel overal aan de
buitenkant van het figuur. Deze docentkenmerken worden door de
studenten inderdaad belangrijk gevonden. Er is echter één lijn die
bij meerdere opleidingen duidelijk meer naar het midden loopt.
Het gaat hierbij om ‘op een wetenschappelijke manier denken’. Dit
kenmerk wordt door studenten van MIM, TFNL en ABO duidelijk
minder belangrijk gevonden dan de andere kenmerken. Een ander
opvallend gegeven is het feit dat één lijn op vrijwel alle opleidingen
de buitenste lijn is; de lijn met de hoogste score. Het gaat hierbij
om ‘ruimte geven voor ideeën van studenten’. Het merendeel van
de studenten vindt dit kenmerk dus het belangrijkst.
figuur 7.16 Mate waarin HP-
docenten bepaalde kenmerken
hebben (1(laag)-5(hoog))
tabel 7.8 Mate waarin HP-
docenten bepaalde kenmerken
hebben (1(laag)-5(hoog)
75 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Vervolgens is aan de studenten gevraagd in hoeverre hun docenten
deze kenmerken moeten ontwikkelen, om hun taak als HP-docent
(nog) beter uit te kunnen voeren. Deze resultaten zijn weergegeven
in figuur 7.17 en tabel 7.9.
Kenmerken ABO ABR AMA APO LA&S LED MIM TFNL
Op een wetenschappelijke manier denken
2.00 3.00 3.00 3.00 2.73 3.60 3.08 2.63
Breed geïnteresseerd zijn 2.67 3.19 4.20 2.94 2.47 4.40 3.00 2.38
Een flexibele houding hebben 2.44 3.06 4.00 3.06 2.73 4.00 3.67 2.38
Een sterke persoonlijkheid hebben
2.78 3.19 3.40 2.67 2.53 3.80 2.75 2.50
Expert zijn in hun vakgebied 2.56 3.13 3.00 3.17 2.57 4.20 3.42 2.25
Ruimte geven voor ideeën van studenten
2.67 3.63 3.00 3.39 2.87 4.20 3.42 2.38
Uit figuur 7.17 blijkt dat de studenten over het algemeen niet
vinden dat hun docenten zich nog heel veel moeten ontwikkelen
op de genoemde kenmerken. De meeste scores bevinden zich rond
of onder de 3 (mee oneens of neutraal geantwoord). Enkele op-
leidingen vormen hierop een uitzondering. Bij LED en AMA vraagt
een aantal kenmerken kennelijk nog om de nodige ontwikkeling.
Bij de AMA gaat het vooral om ‘breed geïnteresseerd zijn’ en ‘een
flexibele houding hebben’, terwijl bij LED vooral ‘breed geïnteres-
seerd zijn’, ‘expert zijn in hun vakgebied’ en ‘ruimte geven voor
ideeën van studenten’ nog verder ontwikkeld moeten worden. Over
het algemeen valt op dat ‘ruimte geven voor ideeën van studenten’
gemiddeld het hoogst scoort (3,2) en volgens de studenten dus nog
figuur 7.17 Ontwikkeling nodig
docentkenmerken (1(laag)-
5(hoog))
tabel 7.9 Ontwikkeling nodig
docentkenmerken (1(laag)-
5(hoog))
76 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
het meest ontwikkeld moet worden. De scores op ‘breed geïnteres-
seerd zijn’ en ‘een flexibele houding hebben’ (beide 3,1) liggen hier
overigens dicht bij. Wellicht hangt dit samen met het gegeven uit
figuur 7.16, dat studenten deze kenmerken over het algemeen erg
belangrijk vinden.
Docentcompetenties – Tot op heden is nog weinig onderzoek ge-
daan naar docentprofielen in het kader van (Saxion) HP’s. In dit on-
derzoek is een eerste stap gezet om te komen tot een docentprofiel
van de HP-docent binnen Saxion HP’s. In deze studie is geprobeerd
zicht te krijgen op verschillen in algemene HBO docentcompetenties
tussen de bachelor docenten en de HP-docenten binnen Saxion.
Het profiel dat we hebben voorgelegd aan de studenten bevat zes
competenties: communicatieve vaardigheden, conceptueel denken,
student ontwikkelen, innovatief gedrag, zelfreflectie en samenwer-
ken.
We hebben studenten door middel van een gesloten stelling ge-
vraagd om per competentie aan te geven in hoeverre ze een verschil
zien tussen bachelor docenten en HP-docenten (antwoord categorie-
en: ‘geen verschil, HP docenten doen dit beter of HP docenten doen
dit minder goed’). Vervolgens hebben we ze gevraagd om de HP-
docenten op basis van de zes competenties een cijfer te geven (van
1 tot 10). Ten slotte hebben we de studenten gevraagd of de HP-
docenten de competenties nog verder zouden moeten ontwikkelen
(ja versus nee). De resultaten in tabel 7.10 laten zien dat ongeveer
de helft van de studenten vindt dat er een verschil waarneembaar is
tussen de bachelor docenten en de HP docenten in deze zes com-
petenties. Over het algemeen vindt de helft van de studenten dat
de HP docenten de competenties beter beheersen dan de reguliere
bachelor docenten. Wel is opvallend dat binnen AMA en LED onge-
veer de helft van de studenten aangeeft dat hun HP docenten het
minder goed doen ten opzichte van de reguliere bachelor docenten.
De studenten van AMA en LED vinden het ook noodzakelijk dat de
HP docenten de competenties verder ontwikkelen.
77 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
HP’s HP minder goed/geen verschil/beter (%)
Gemiddeld cijfer
OntwikkelenJa/Nee (%)
ABO 0/44/56 8.3 24/76
ABR 9/38/53 7.3 50/50
AMA 43/10/47 6.0 70/30
APO* - 7.1 55/45
LA&S 3/52/45 8.1 21/79
LED 47/33/20 5.4 87/13
MIM 1/35/64 7.5 39/61
TFNL 4/15/81 8.3 48/52
Vervolgens is door middel van een open vraag aan de studenten ge-
vraagd of ze per competentie een voorbeeld konden geven waaruit
het verschil blijkt. In tabel 7.11 zijn de verschillen samengevat.
Algemene competentie
Communicatieve vaardigheden
+HP docent staat open voor de mening van de student en argumentatie+HP docent vraagt naar denkproces student+HP docent is altijd bereikbaar+HP docent heeft een persoonlijke benadering +HP docent stimuleert discussie en probeert iedereen hierbij te betrekken+HP docent luistert naar student en vraagt door+HP docent zorgt voor voldoende interactie met studenten+HP docent neemt tijd voor het beantwoorden van vragen van studenten+HP docent beantwoord zijn mail regelmatig+HP docent staat open om over allerlei onderwerpen te praten met stu-
denten+HP docent kan goed verwoorden wat ze bedoelen +HP docent geeft positieve feedback gericht op de individuele student+HP docent beheerst Engels goed+HP docent neemt meer de tijd om onderwerpen toe te lichten, zijn/haar
eigen visie te geven en actuele voorbeelden aan te halen.
Conceptueel denken
+HP docent is in staat om vage concepten (zoals persoonlijkheidsdyna-mieken) duidelijk te maken
+HP docent is in staat om ideeën goed uit te denken en langer stil te staan bij onderwerpen
+HP docent zorgt voor het toepassen van (academische) theorieën op onderzoeksmodellen.
+HP docent kan verbanden leggen en studenten aanzetten tot nadenken+HP docent heeft voldoende kennis en diepgang+HP docent kan abstracte informatie analyseren
* Academische pabo geen
regulier bachelor onderwijs
tabel 7.10 Gemiddelde score
docentcompetenties HP’s: ver-
schillen met de bachelor (%),
cijfer (1-10), ontwikkelbehoefte
(%) n = 112
tabel 7.11 Aanvullende voor-
beelden van verschil in compe-
tentie volgens de studenten
78 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Student ontwikkelen
+HP docent coacht studenten bij het maken van opdrachten+HP docent is persoonlijk betrokken +HP docent is in staat om studenten zelf te laten nadenken +HP docent bespreekt toekomstplannen met studenten +HP docent stimuleert student om na te denken over zijn/haar
ontwikkeling+HP docent stelt student kritische vragen+HP docent stimuleert de ontwikkeling van studenten door zijn/haar
sterke punten te benadrukken+HP docent evalueert steeds de ontwikkeling van studenten+HP docent neemt verschillende testen bij student af om hem/haar te
laten ontwikkelen +HP docent stimuleert studenten om innovatief te denken maar geeft ook
aan wanneer iets net reëel is
Innovatief gedrag
+HP docent brengt nieuwe modellen in+HP docent staat open voor nieuwe ideeën +HP docent zorgt voor creatieve sessies+HP docent draagt nieuwe ideeën aan +HP docent staat open voor verbeteringen van het programma +HP docent wijkt regelmatig van stof af bijvoorbeeld in een bijeenkomst
over grensoverschrijdende samenwerking.+HP docent gebruikt innovatieve methode +HP docent bedenkt creatieve oplossingen voor ontwikkelpunten studenten+HP docent staat open voor inbreng van studenten+HP docent komt steeds met fris idee+HP docent test nieuwe dingen uit
Zelfreflectie
+HP docent staat open voor discussie met studenten en kan zijn/haar standpunt aanpassen
+HP docent neemt feedback studenten mee in de verbetering van het onderwijs
+HP docent vraagt om feedback van studenten +HP docent durft fouten toe te geven+HP docent kijkt kritisch naar eigen handelen
Samenwerken
+HP docent werkt samen met docenten en soms geven docenten samen les+HP docent werkt samen met studenten+HP docent overlegt veel met andere docenten
79 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Aanvullende competenties
+HP docent is in staat om studenten te inspireren+HP docent beschikt over een ‘open-mind’+HP docent helpt student bij onderzoek doen+HP docent behandelt studenten als gelijkwaardig+HP docent doet net een stapje extra+HP docent heeft een informele relatie met student+HP docent beheerst zijn vak goed+HP docent is enthousiast+HP docent is geïnteresseerd+HP docent is flexibel+HP docent is gepassioneerd+HP docent beschikt over kennis op meerdere vakgebieden+HP docent heeft humor
De voorbeelden die ondergebracht zijn onder de competentie com-
municatieve vaardigheden hebben te maken met interpersoonlijke
communicatie, interactie, feedback, bereikbaarheid en taalvaardig-
heid van de HP docent. Vooral interpersoonlijke communicatie wordt
door de studenten opgevat als belangrijk verschil in de communica-
tie tussen HP docent en student ten opzichte van de communicatie
tussen reguliere bachelor docent en student. Interpersoonlijke com-
municatie heeft te maken met aandacht voor de individuele student.
De voorbeelden die ondergebracht zijn onder de tweede competentie
conceptueel denken hebben voornamelijk te maken met abstraheren.
Abstraheren richt zich op een probleem in een abstracter begrippen-
kader plaatsen en ook over de grenzen van het eigen begrippenka-
der heen kunnen kijken. Volgens de studenten kunnen HP docenten
beter abstraheren dan de reguliere bachelor docent. De voorbeelden
van de derde competentie student ontwikkelen richten zich voorna-
melijk op coaching van de HP docent. HP docenten richten zich meer
op het stimuleren van studenten om zelf verantwoordelijkheid te na-
men voor hun studie en de daarbij behorende beslissingsmomenten.
De voorbeelden die ondergebracht zijn onder de vierde competentie
innovatief gedrag laten zien dat HP docenten vaker kansen en mo-
gelijkheden voor vernieuwing van werkwijzen zien dan de reguliere
bachelor docent. Ook geven de studenten aan dat HP docenten vaker
de voorkeur geven aan het uitproberen van verbeteringen van het
onderwijs. De voorbeelden ondergebracht onder de vijfde competen-
tie zelfreflectie laten zien dat HP docenten meer terugkijken op eigen
ervaringen in persoonlijk functioneren in het onderwijs om hiervan
te leren. Tot slot geven de studenten aan bij de laatste competentie
samenwerken dat HP docenten intensiever samenwerken met studen-
ten en collega docenten. Ook geven de studenten enkele aanvullende
competentie die samengevat kunnen worden als pedagogisch/didac-
tisch handelen, internationale oriëntatie, onderzoeksvaardigheden,
persoonlijkheid, gelijkwaardige docent-student relatie, netwerken en
opleidingsniveau (zie tabel 7.11 voor voorbeelden).
80 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
7.6 De mogelijke opbrengsten van het HP
Om inzichtelijk te maken waartoe de studenten binnen het HP
worden opgeleid is door het programmateam het Reflective Profes-
sional profiel ontwikkeld (van Dijk et al., 2012). Dit profiel bestaat
uit zes competenties met een daarbij uitgewerkte definiëring. In dit
deel worden antwoorden van studenten over vragen over de defi-
niëring, de herkenbaarheid en het belang van deze competenties
weergegeven.
Definiëring van de Reflective Professional (RP) en Reflective Pro-
fessional competenties in het HP – In tabel 7.12 wordt de uitleg,
of definiëring van de RP competenties getoond, waarmee studenten
antwoord hebben gegeven op de vraag: “wat betekent volgens jou
de competentie…?”
Wat betekent volgens jou:… ( n=105 )
Uitleg
Vakinhoudelijk grensover-stijgend
� Leren verder te kijken dan het standaard niveau /vak inhoud (24) � De kennis die je leert ook kunt toepassen bij andere vakken (8) � Bredere oriëntatie (6)
Professioneel inspi-rerend
� Dat je anderen inspireert (motiveert) met je professionele houding (27) � Dat je door anderen (docenten / gastsprekers) geïnspireerd raakt (27) � Dat je zelf geïnspireerd raakt door je professionaliteit of eigen initiatief (21)
Professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn
� Jezelf ontwikkelen en daarbij rekening houden met de omgeving / maatschappij (26) � Zelfbewust en doelgericht te leren (14) � Rekening houden met je omgeving en ontwikkeling in de maatschappij (10)
Methodologische kwaliteit en een wetenschappelijke attitude
� Op een wetenschappelijk verantwoorde manier leren onderzoeken (31) � Goed onderzoeken en een wetenschappelijke houding hebben (17) � Een gestructureerde manier van werken, leren en houding aannemen (12)
Excellent reflexief vermogen
� Kijken op eigen handelen en hiervan leren (28) � Kijken op je eigen handelen (10) � Het professioneel (beter) toepassen van reflectie (9) � Jezelf kunnen beoordelen (4) � Het geven en ontvangen van feedback (5) � Het direct reflexief kunnen aanpassen aan omgevingsprikkels (3)
Gedifferentieerde profielontwikkeling
� Jezelf op verschillende gebieden / vlakken ontwikkelen (37) � Persoonlijke ontwikkeling (18) � Onderscheidend zijn (12) � Je eigen ontwikkeling ontwerpen/ route bepalen (7)
Na deze eigen definiëring kregen de studenten de door het pro-
grammateam bepaalde definitie (van Dijk et al., 2012) en konden
zij aangeven in hoeverre deze definitie overeenkomt met hun eigen
beeld van de betreffende RP competentie. In figuur 7.18 en tabel
tabel 7.12 Uitleg van de RP
competenties door HP studenten
81 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
7.13 is per HP op een vijfpuntsschaal weergegeven in welke mate
de eigen definiëring volgens de studenten overkomt de gegeven
definitie.
overeenkomst RP definitie met eigen definitie
ABO ABR AMA APO LA&S LED MIM TFNL
Vakinhoudelijk grensoverstij-gend
3,67 2,69 2 2,61 2,6 2,4 3,08 3,13
Professioneel inspirerend 3,44 2,13 1,8 2,56 2,63 2,6 3,17 3,25
Professioneel leren en maat-schappelijk bewustzijn
3,44 2,69 2,8 2,72 3,07 3,6 3,42 3,75
Methodologische kwaliteit en een wetenschappelijke attitude
3,78 3,5 2,8 3,06 3,33 2,2 3,5 3,25
Excellent reflexief vermogen 4,11 3,5 3 3,06 3,07 2 4,17 3,25
Gedifferentieerde profielontwik-keling
3,44 2,56 2,2 2,89 2,7 2,4 3,42 3,38
Uit figuur 7.18 en tabel 7.13 blijkt dat de studenten van MIM, ABO
en TFNL hun eigen definities in ruime mate (tussen de 3 en de 4)
herkennen in de gegeven definities. De overige HP’s scoren lager,
tussen de twee en de drie, wat betekent dat de competenties daar
in enigszins worden herkend. Om te toetsen of de gegeven defini-
ties van de studenten overeenkomen met de gegeven definities zijn
deze uitvoerig geanalyseerd. Bij deze analyse zijn de door het pro-
grammateam bepaalde definities (van Dijk et al., 2012) opgeknipt
in verschillende elementen. Per gegeven definitie van de studenten
is geturfd welke elementen uit de bepaalde definitie terug te vinden
zijn.
figuur 7.18 Overeenkomst ei-
gen RP definities met de gegeven
RP definities (1(laag)-5(hoog))
tabel 7.13 Overeenkomst eigen
RP definities met de gegeven RP
definities (1(laag)-5(hoog))
82 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Op basis van deze analyses is per competentie omschreven of de
gegeven definities van de studenten overeenkomen met de bepaal-
de definities van het programmateam.
Vakinhoudelijk grensoverstijgend – De competentie ‘vakinhou-
delijk grensoverstijgend’ (zie tabel 7.14) wordt door de studenten
voornamelijk gezien als het opdoen van specialistische kennis (33
van de 91). Op de tweede plaats wordt het denken vanuit andere
disciplines benoemd (29 van de 91). Het opdoen van brede kennis
wordt in mindere mate benoemd (16 van de 91). Daarnaast geven
studenten aan dat het bij deze competentie gaat om “het normale
overstijgt, net wat meer doet” (n=19). Omdat deze definitie niet
specifiek is om hem te coderen onder één van de elementen is
er voor gekozen om het element ‘onvoldoende specifiek’ toe te
voegen. Uit deze gegevens is op te maken dat ongeveer een derde
van de studenten minimaal een van de elementen uit de gegeven
definitie benoemt in hun eigen definitie. Waarbij slechts de helft
van de elementen van de totale definitie worden benoemd. Wanneer
dit wordt vergeleken met de gemiddelde cijfer dat studenten geven
voor de mate waarin hun definitie overeenkomt met de gegeven
definitie (2,8), valt op dat de neutrale beoordeling hoger uitvalt dat
men zou verwachten op basis van de uitgevoerde analyse. Anders
gezegd, studenten vinden dat hun gegeven definitie voor de com-
petentie vakinhoudelijk grensoverstijgend enigszins overeenkomt
met de gegeven definitie terwijl maar de helft van de elementen
door slechts één derde van de studenten (gemiddeld 26 van de 91)
is benoemd.
83 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Competentie: Vakinhoudelijk grensoverstijgend
Definitie: ‘Vakinhoudelijk grensoverstijgend’ werken betekent het vermogen om kennis (specialis-tische en/of brede vakinhoudelijke kennis uit je eigen en ander disciplines) creatief te gebruiken voor nieuwe oplossingen in complexe systemen en vraagstukken uit de beroepspraktijk met een internationale oriëntatie.
GecodeerdeElement:
ABO(n=8)
ABR(n=15)
AMA(n=5)
APO(n=18)
LA&S(n=29)
LED(n=4)
MIM(n=8)
TFNL(n=7)
Totaal(n=91)
specialistische kennis 2 8 4 9 6 2 2 33
andere disciplines 2 5 7 11 1 1 2 29
brede kennis 2 4 1 3 4 2 16
creatief 0
oplossingen 1 1 2
beroepspraktijk 1 3 1 1 6
internationale oriën-tatie
1 1
anders 2 2 4 1 2 1 12
geen antwoord 1 1 1 1 1 5
onvoldoende specifiek 2 2 1 3 5 1 5 19
Professioneel inspirerend – De competentie ‘professioneel in-
spirerend’ (zie tabel 7.15) wordt door de studenten voornamelijk
gezien als het geïnspireerd raken door docenten of mensen met
praktijkervaringen (47 van de 95). Verder wordt het inspireren van
anderen benoemd, hierbij wordt echter niet specifiek aangegeven
dat het gaan om een collega of studiegenoot (22 van de 95). Tot
slot wordt het beroep of het werkveld aangegeven als context waar-
binnen geïnspireerd wordt (12 van de 95). Het werken of mensen
inspireren in een team, of in een multidisciplinaire context wordt
door de studenten niet in de definitie omschreven. Het ontwikkelen
van netwerken (4 van de 95) en samenwerken (2 van de 95) worden
nauwelijks genoemd. Opvallend is dat iets minder dan de helft van
de studenten een definitie geeft die anders is dan de gegeven defi-
nitie, terwijl zij in hun eigen vergelijking gemiddeld een 2,7 op een
vijfpuntsschaal geven voor de mate waarin zij hun eigen compe-
tentie herkennen in de gegeven competentie. Met andere woorden
studenten vinden dat hun definitie enigszins overeenkomt met de
gegeven definitie terwijl er slechts twee van de zeven elementen
van de gegeven definitie door een zeer beperkt aantal studenten
(n= 12 en n= 22) wordt benoemd.
tabel 7.14 Vergelijking defini-
ties studenten met de gegeven
definitie voor de competentie
vakinhoudelijk grensoverstijgend
84 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Competentie: Professioneel inspirerend
Definitie: ‘Professioneel inspirerend’ werken is het ontwikkelen van netwerken en die doelge-richt inzetten om samen te werken in een multidisciplinaire context en zo collega’s te inspire-ren tot vernieuwende ontwikkelingen voor het beroep, team, organisatie en beroepsgroep.
GecodeerdeElement:
ABO
(n=8)
ABR
(n=15)
AMA
(n=4)
APO
(n=17)
LA&S
(n=28)
LED
(n=4)
MIM
(n=11)
TFNL
(n=8)
Totaal
(n=95)
ontwikkelen van netwer-ken
1 1 1 1 4
samenwerken 1 1 2
multidisciplinaire context 0
collega’s inspireren 2 2 1 6 8 1 2 22
vernieuwende ontwik- ke-lingen
1 3 1 1 1 2 9
beroep 1 2 3 1 3 2 12
team 0
anders 5 7 2 8 14 2 6 3 47
geen antwoord 1 1 2
onvoldoende specifiek 3 1 1 1 6
Professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn – De compe-
tentie ‘professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn’
(zie tabel 7.16) wordt door twee derde van de studenten gezien als
het bewust zijn van je omgeving (61 van de 93). Een groot aan-
tal studenten (59 van de 93) geeft in hun eigen omschrijving van
professioneel leren aan dat het gaat om je eigen ontwikkeling en
de wijze waarop je leert. Echter geven maar 13 van de 93 studen-
ten aan dat zij onder de competentie zelfsturend leervermogen
verstaan. Opvallend is dat slechts 2 studenten effectief en over-
tuigd communiceren omschrijven als definitie voor de competentie
professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn, terwijl dit één
van de drie elementen is waar de definitie uit bestaat. Ondanks dat
beoordelen de studenten de mate waarin zij hun eigen definitie her-
kennen in de gegeven definitie met een 3,2 op een vijfpuntsschaal.
Op basis van het element ‘bewust van de omgeving’ klopt deze
vergelijking, echter is dit slechts één van de drie elementen waar
de definitie uit bestaat. De overige elementen, zelfsturende leerver-
mogen en effectief en overtuigd communiceren, worden nauwelijks
benoemd (2 en 13 van de 93).
tabel 7.15 Vergelijking defini-
ties studenten met de gegeven
definitie voor de competentie
professioneel inspirerend
85 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Competentie: Professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn
Definitie: ‘Professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn’ betekent dat je een zelfsturend leervermogen bezit, effectief en overtuigend kunt communiceren en je bewust bent van je omgeving.
Gecodeerde
Element:
ABO
(n=6)
ABR
(n=16)
AMA
(n=5)
APO
(n=15)
LA&S
(n=28)
LED
(n=4)
MIM
(n=11)
TFNL
(n=8)
Totaal
(n=93)
zelfsturend leervermogen 2 2 1 2 4 1 1 13
effectief en overtuigd communiceren
2 2
bewust van de omgeving 3 16 3 11 17 1 3 7 61
anders 3 9 3 10 16 3 8 7 59
geen antwoord 1 1 1 3
onvoldoende specifiek 1 1
Methodologische kwaliteit en wetenschappelijke attitude – De
competentie ‘methodologische kwaliteit en een wetenschappelijke
attitude’ (zie tabel 7.17) wordt door iets meer dan de helft van de
studenten gezien als het hebben van een wetenschappelijke hou-
ding (48 van de 88). Een kwart van de studenten geeft in hun eigen
omschrijving van de definitie aan dat het gaat om: het op gestruc-
tureerde wijze uitvoeren van onderzoek. Omdat deze omschrijving
niet in de definitie terugkomt vallen deze onder het label ‘anders’
(27 van de 88). Daarnaast zijn er nog enkele studenten die aange-
ven dat het hebben van een analytische blik of het kritisch kijken
naar theorieën behoren tot de definitie (12 van de 88). De overige
elementen theoretisch verdiepend vermogen, kennis verwerven en
kennis delen worden nauwelijks genoemd (6, 3, en 1 van de 88).
Ondanks dat beoordelen de studenten de mate waarin zij hun eigen
definitie herkennen in de gegeven definitie met een 3,2 op een
vijfpuntsschaal. Dit terwijl slechts één van de vijf elementen uit de
definitie door de helft van het aantal studenten wordt genoemd.
tabel 7.16 Vergelijking defini-
ties studenten met de gegeven
definities van de competentie
professioneel leren en maat-
schappelijk bewustzijn
86 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Competentie: Methodologische kwaliteit en een wetenschappelijke attitude
Definitie: ‘‘Methodologische kwaliteit en een wetenschappelijke attitude’ betekent dat je op basis van een wetenschappelijke houding en met analytisch en theoretisch verdiepend vermogen kennis verwerft en deelt.
GecodeerdeElement:
ABO(n=7)
ABR(n=15)
AMA(n=5)
APO(n=15)
LA&S(n=26)
LED(n=3)
MIM(n=10)
TFNL(n=7)
Totaal(n=88)
wetenschappelijke houding
4 9 1 10 14 1 4 5 48
analytisch 1 3 1 3 4 12
theoretisch verdie-pend vermogen
2 1 1 2 6
kennis verwerven 1 1 1 3
kennis delen 1 1
anders 2 4 4 3 6 2 2 4 27
geen antwoord 2 1 1 1 1 6
onvoldoende specifiek 1 1 2
Excellent reflexief vermogen – De studenten geven in hun definitie
aan dat het bij ‘Excellent reflexief vermogen’ (zie tabel 7.18) gaat
om het reflecteren op eigen handelen, je eigen handelen kunnen
beoordelen en hier van te leren (89 van de 91). Echter bevat de defi-
nitie van de competentie excellent reflexief vermogen geen elemen-
ten die gericht zijn op het reflecterend handelen van de student.
Hierdoor zijn de 89 definities van de studenten gecodeerd onder
‘anders’. Het ontwikkelen van persoonlijke leervragen kan worden
gezien als onderdeel van reflectie maar dit wordt niet benoemd in
de definities van de studenten. Studenten zijn bekend met de term
reflectief. Reflexief is volgens het woordenboek: weerspiegelend
of terugkerend. Een reflex, iets wat onbewust gebeurd. Deze term
kan verwarring oproepen omdat reflecteren een bewust proces is.
Ook kan er verwarring ontstaan om de competenties behoren tot
het Reflective professional profiel, terwijl het woord reflectie niet
terugkomt in de competenties of definities. Verder hebben enkele
studenten (3 van de 91) in hun eigen woorden omschreven dat
het bij excellent reflexief vermogen gaat om van uit een kritische
distantie (helicopterview) te kijken naar het eigen handelen. De stu-
denten beoordelen de mate waarin zij hun eigen definitie herken-
nen in de gegeven definitie met een 3,3 op een vijfpuntsschaal. Dit
terwijl slechts één van de 7 elementen uit de definitie door 3 van
de 91 studenten wordt benoemd. Vanwege de mogelijke verwarring
over de term ‘reflexief’is hier echter moeilijk een goede vergelijking
te maken.
tabel 7.17 Vergelijking defini-
ties studenten met de gegeven
definitie van de competentie
Methodologische kwaliteit en een
wetenschappelijke attitude
87 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Competentie: Excellent reflexief vermogen
Definitie: ‘‘Excellent reflexief vermogen’ is het vermogen tot het hebben van een buitengewoon perspectief vanuit kritische distantie (helicopterview) ten opzichte van (beroeps)vraagstukken zodat je buitengewone persoonlijke leervragen over je professionele omgeving over jezelf, jouw organisatie en de beroepsgroep kunt ontwikkelen.
GecodeerdeElement:
ABO(n=7)
ABR(n=16)
AMA(n=5)
APO(n=13)
LA&S(n=27)
LED(n=4)
MIM(n=11)
TFNL(n=8)
Totaal(n=91)
buitengewoon per-spectief
0
kritische distantie 1 2 3
(beroeps) vraagstuk-ken
0
persoonlijke leervra-gen ontwikkelen
0
professionele omge-ving
0
over jezelf 0
jouw organisatie / beroepsgroep
0
anders 7 15 5 13 26 4 11 8 89
geen antwoord 1 1 1 3
onvoldoende specifiek 0
Gedifferentieerde profielontwikkeling – Ongeveer een kwart van
de studenten verstaat onder ‘gedifferentieerde profielontwikkeling’
(zie tabel 7.19) jezelf persoonlijke ontwikkelen (23 van de 79). Ook
geeft ruim een kwart aan dat het gaat om onderscheidend vermo-
gen (25 van de 79). Omdat onderscheidend vermogen niet valt
onder de definitie van gedifferentieerde profielontwikkeling wordt
deze gelabeld onder ‘anders’. Verder geeft een aantal studenten
aan dat het gaat om jezelf breed ontwikkelen (17 van de 70). Om-
dat het hierbij niet duidelijk is of het gaat om de elementen ‘per-
soonlijke, professionele of maatschappelijke ontwikkeling’ zijn deze
definitie gecodeerd als ‘onvoldoende specifiek’. Het is opvallend dat
professionele en maatschappelijke ontwikkeling niet of nauwelijks
worden beschreven (3 en 0 van de 79). Ondanks deze uitkomst
beoordelen de studenten de mate waarin zij hun eigen definitie
herkennen in de gegeven definitie met een 2,9 op een vijfpunts-
schaal. Dit terwijl slechts één van de vijf elementen door 23 van de
79 studenten wordt benoemd.
tabel 7.18 Vergelijking defini-
ties studenten met de gegeven
definitie voor de competentie
excellent reflexief vermogen
88 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Competentie: Gedifferentieerde profielontwikkeling
Definitie: ‘Gedifferentieerde profielontwikkeling’ is dat je vanuit een continu leerproces dat is gericht op persoonlijke, professionele en maatschappelijke ontwikkeling je eigen ontwikkelroute bepaalt voor je ontwikkelingsprofiel.
GecodeerdeElement:
ABO(n=5)
ABR(n=5)
AMA(n=5)
APO(n=13)
LA&S(n=29)
LED(n=4)
MIM(n=11)
TFNL(n=7)
Totaal(n=79)
persoonlijke ontwik-keling
1 1 1 5 9 2 3 1 23
professionele ontwik-keling
1 1 2 4
maatschappelijke ont-wikkeling
0
eigen ontwikkelroute bepalen
2 3 2 1 1 9
ontwikkelprofiel 1 1 1 3
anders 2 2 3 3 7 1 6 1 25
geen antwoord 1 1 1 1 4
onvoldoende specifiek 2 2 8 1 4 17
Op basis van de analyse waarin de definities van de studenten zijn
vergeleken met de gegeven definities, valt op dat het grootste
gedeelte van de studenten niet een definitie geeft die overeenkomt
met de gegeven definitie vanuit het programmateam. De definities
zoals deze door de studenten worden geformuleerd zijn in ieder
geval niet of nauwelijks gelijk aan de gegeven definities. Ze zijn dus
niet als zodanig bekend bij de studenten. Op basis van de antwoor-
den van de studenten wordt wel duidelijk dat zij een beeld hebben
van een bepaalde competentie.
tabel 7.19 Vergelijking defini-
ties studenten met de gegeven
definitie voor de competentie
gedifferentieerde profielontwik-
keling
89 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Herkenbaarheid van de Reflective professional competenties in
het HP – Opvolgend aan de definitie vragen, is de studenten ge-
vraagd in welke mate zij in hun HP volgens de gegeven definities
leren.
overeenkomst RP definitie met eigen definitie
ABO ABR AMA APO LA&S LED MIM TFNL
Vakinhoudelijk grensoverstijgend 3,89 2,63 2 2,39 2,83 2,8 3,67 3,13
Professioneel inspirerend 3,67 2,38 2,2 2,28 2,37 2,4 3,67 4
Professioneel leren en maatschappe-lijk bewustzijn
3,44 2,69 2 3,06 3,37 3,6 4 4,13
Methodologische kwaliteit en een wetenschappelijke attitude
3,56 2,81 2,6 2,56 3,1 2,2 3,33 2,75
Excellent reflexief vermogen 4 2,88 1,8 2,94 3,47 3,2 4 4,13
Gedifferentieerde profielontwikke-ling
3,44 2,69 1,8 2,72 3,03 2,4 3,92 4
In tabel 7.20 en figuur 7.19 wordt een overzicht gegeven van de
mate waarin studenten volgens de RP competenties leren in hun
HP. HP breed kan gesteld worden dat er af en toe tot regelmatig
volgens de RP competenties wordt geleerd. Opvallend is dat MIM
op vrijwel alle competenties, behalve ‘vakinhoudelijk grensoverstij-
gend’, het hoogst scoort. ABO en TFNL scoren ook vrij hoog. Voor
deze drie HP’s geldt dat de herkenbaarheid van de competenties
gescoord wordt tussen de 3 en de 4 (op een vijfpuntschaal), wat
betekent dat de studenten in redelijke tot behoorlijke mate volgens
de competenties leren in het HP. De overige HP’s scoren lager, tus-
sen de twee en de drie, wat betekent dat ze enigszins volgens de
competenties leren.
figuur 7.19 Mate waarin er
volgens de studenten volgens de
competenties wordt geleerd in
het HP (1(laag)-5(hoog))
tabel 7.20 Mate waarin er
volgens de studenten volgens de
competenties wordt geleerd in
het HP (1(laag)-5(hoog))
90 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Het belang van de Reflective professional competenties in het
HP – Naast de definities en de mate waarin er volgens de RP compe-
tenties wordt is geleerd is de studenten ook gevraagd hoe belang-
rijk ze de competenties vinden voor hun honoursprofiel. In figuur
7.20 en tabel 7.21 staan de uitkomsten van de studenten.
Het belang van de RP competenties
ABO ABR AMA APO LA&S LED MIM TFNL
Vakinhoudelijk grensoverstijgend 4,56 4,19 3,8 3,67 3,83 4 4,25 3,75
Professioneel inspirerend 4,11 3,88 4 3,56 3,43 4,4 4,42 4,13
Professioneel leren en maatschap-pelijk bewustzijn
4 3,88 4 3,94 4,17 4 4 4,5
Methodologische kwaliteit en een wetenschappelijke attitude
3,67 4,06 3,8 3,83 3,97 4 4,08 3,38
Excellent reflexief vermogen 4,33 4,19 4,2 4 4,17 3 4,17 4,25
Gedifferentieerde profielontwikkeling 3,78 3,88 4 3,94 3,83 3,2 3,92 4,25
In figuur 7.20 en tabel 7.21 wordt een overzicht gegeven hoe be-
langrijk de studenten de RP competenties vinden voor hun honours
profiel. Opvallend is dat alle HP’s hier zeer hoog op scoren (tus-
sen 3,8 en 4,1). De competenties Excellent reflexief vermogen en
Professioneel leren en maatschappelijk bewustzijn worden met de
beoordeling ‘tamelijk belangrijk’ als belangrijkste ervaren.
In figuur 7.21 zijn de gegevens over de RP competenties samenge-
vat. De figuur toont de overeenkomst tussen de gegeven en eigen
definitie van een competentie, de herkenbaarheid van een compe-
tentie in het HP en het belang dat studenten hechten aan een RP
competentie.
figuur 7.20 Het belang van de
RP competenties (1(laag)-5(hoog))
tabel 7.21 Het belang van de
RP competenties (1(laag)-5(hoog))
91 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
Om meer inzicht te krijgen in de herkenbaarheid van de RP com-
petenties in de HP’s hebben de studenten voorbeelden gegeven op
welke manier de competentie tot uiting komt in het programma.
Deze voorbeelden staan in de HP specifieke rapportages. Hetzelfde
geldt voor de suggesties van studenten hoe de RP competenties in
de HP’s gestimuleerd zouden kunnen worden. Ook deze staan in
de specifieke HP rapportages. Opvallend is dat er in zeer beperkte
mate suggesties worden gegeven.
figuur 7.21 Overzicht RP
competenties op definitie, her-
kenbaarheid en belang (1(laag)-
5(hoog))
92 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
7.7 Kenmerken van de HP’s
Job Design theorie laat ziet dat bepaalde kenmerken van werk een
baan aantrekkelijk maken en leiden tot tevredenheid (Morgeson &
Humphrey, 2006). Enkele van die kenmerken die in werk samen
blijken te hangen met tevredenheid zijn in dit onderzoek gemeten,
vanuit de aanname dat deze kenmerken ook gelden voor HP’s
(zie figuur 7.22 en tabel 7.22).
Kenmerken TFNL ABO MIM LED LA&S APO AMA ABR
Autonomie 3,69 3,63 3,21 3,47 3,51 2,8 2,9 3,15
Creativiteit 4,09 4,03 4,08 3,8 3,53 2,93 2,45 3,69
Complexiteit 3,75 4,25 4 4,2 3,66 3,64 3,25 3,27
Sociale steun 4,58 4,38 4 2,96 4,02 3,71 3,44 3,99
Feedback inhoud 3,92 4,4 3,85 2,53 3,64 3,65 2,43 3,38
Feedback interactie 4,13 4,09 3,98 2,92 3,83 3,59 2,72 3,73
Uitdaging 4,41 4,22 4,27 3,5 3,68 3,19 2,35 3,56
Uit figuur 7.22 en tabel 7.22 blijkt dat de HP’s verschillend scoren
op de gemeten kenmerken. In algemene zin beoordelen de studen-
ten de HP’s op de meeste kenmerken rond of (ruim) boven de drie
op een vijfpuntschaal. Autonomie scoort vergeleken met de overige
kenmerken relatief laag voor alle HP’s. APO scoort vergeleken met
de overige HP’s relatief laag op creativiteit, autonomie en uitdaging.
AMA vergeleken met de andere HP’s scoort laag op vrijwel alle ken-
merken. Ten slotte scoort LED relatief laag op feedback en sociale
steun.
figuur 7.22 Kenmerken van
de verschillende HP’s (1(laag)-
5(hoog))
tabel 7.22 Kenmerken van
de verschillende HP’s (1(laag)-
5(hoog))
93 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Deel 4 : Op weg naar bruggenbouwers tussen domeinen (Sirius)
7.8 Slotwoord
Dit onderzoek was bedoeld om HP’s op benoemde aspecten inzicht
te geven in hun HP om daarmee zelf hun HP (waar gewenst) verder
te kunnen versterken en (door) ontwikkelen. In dit hoofdstuk zijn
daartoe de onderzoeksgegevens van de verschillende HP’s vergele-
ken of samengevoegd. Elk afzonderlijk HP heeft een detail rapport
ontvangen met de specifieke uitkomsten van dat betreffende HP.
Naar aanleiding van die afzonderlijke rapporten zijn in gesprekken
met de HP’s samen met de onderzoeksgroep verklaringen en inter-
pretaties gezocht voor de onderzoeksuitkomsten. De HP’s hadden
de daarvoor benodigde gedetailleerde kennis van hun HP. Deze
verklaringen en interpretaties zijn toegevoegd aan de afzonderlijke
HP rapportages. Deze zijn opvraagbaar bij de onderzoeksgroep,
evenals de gebruikte vragenlijst en theoretische en methodologi-
sche onderbouwing van deze studie.
7.9 Literatuur
� ’t Mannetje, J. E. M. M., Van der Donk, S. E. & Gellevij, M. R. M.
(2012). Ontwerpprincipes in Honours Programma’s. In Van Dijk,
T., Van der Donk, S. E., Gellevij, M. R. M., ’t Mannetje, J. E. M. M.,
& Ter Woord, R. (2012). Saxion Programma Excelleren. Deel 3:
Verbinden wat er zo nog niet was… Enschede/Deventer: Saxion.
� Van Dijk, T., Van der Donk, S. E., Gellevij, M. R. M., ’t Mannetje,
J. E. M. M., & Ter Woord, R. (2012). Saxion Programma Excel-
leren. Deel 3: Verbinden wat er zo nog niet was… Enschede/
Deventer: Saxion.
� Greenberg, J. (1987). A Taxonomy of Organizational Justice The-
ories. The academy of management journal, 12 (1), 9–22.
� Morgeson, F. P., & Humphrey, S. E. (2006). The Work Design
Questionnaire (WDQ): developing and validating a compre-
hensive measure for assessing job design and the nature of
work. The Journal of applied psychology, 91 (6), 1321–39.
doi:10.1037/0021-9010.91.6.1321
� YoungWorks en Platform Bèta Techniek (2011). Het excellentie-
model: jongeren over uitblinken. YoungWorks, P. Reimer en R.
Heemskerk.
94 excellentie - vergelijking saxion honours programmes - studenten
Saxion Programma ExcellerenBuitengewoon
Marike Lammers
programmamanager
Ir. M.T. Lammers
Marc van Kempen
lid programmateam
Drs. M.G.J.M. van Kempen
Nanda Nijhuis
lid programmateam
N.G. Nijhuis-Toevank
Trijntje van Dijk
lid programmateam
Drs. T. van Dijk MLD MSc
Raymond ter Woord
programmasecretaris
Mr. R.J.C. ter Woord
Dineke Steenkamp
managementassistente
G.A. Steenkamp
Contactgegevens:
Saxion Programma Excelleren
Odiel Mennink
Lid programmateam
O. Mennink
Robin Rijpma
Lid programmateam,
Fast Forward Trainee
R. Rijpma MSc
Saxion Programma Excelleren
saxion.nl/buitengewoon