Deel ii klimaat 4 h

29
Landbouw traditionele mediterrane landbouw en nomadische veeteelt commerciële/intensieve (irrigatie)landbouw Nadelen: - verdroging - verontreiniging - bodemerosie Duurzaam landgebruik: - minder water gebruiken - minder bestrijdingsmiddelen en kunstmest - altijd vegetatie op de bodem

Transcript of Deel ii klimaat 4 h

Page 1: Deel ii klimaat 4 h

Landbouwtraditionele mediterrane landbouw en nomadische veeteelt

commerciële/intensieve (irrigatie)landbouw

Nadelen:- verdroging- verontreiniging- bodemerosie

Duurzaam landgebruik:- minder water gebruiken - minder bestrijdingsmiddelen en kunstmest - altijd vegetatie op de bodem

Page 2: Deel ii klimaat 4 h

Erosie: het afschuren van gesteente door water, ijs of wind.Het stromende water (rivieren of de zee) het bewegende ijs (gletsjer) of de waaiende wind nemen het verweringsmateriaal mee en schuren de aardkorst af.

Page 3: Deel ii klimaat 4 h

De bodem werkt als een soort spons en slaat veel water op. Regenwater infiltreert in de bodem (bodemwater) en infiltreert diep in de grond (grondwater). In poreus gesteente wordt zoet water opgeslagen (=aquifer).

niet-vernieuwbare voorraad water (wordt meer opgepompt dan aangevuld)

Page 4: Deel ii klimaat 4 h

Verwoestijning.

Door de klimaatsverandering en de enorme bevolkingsgroei neemt het aantal droge gebieden op aarde toe. Dit komt m.n. door:1. overbeweiding2. commerciële houtkap export3. houtkap voor huizenbouw, brandhout en landbouwgrondHierdoor ontstaat bodemerosie en de bovenste vruchtbare laag v.d. bodem spoelt of waait weg. Een zgn. onomkeerbaar proces .

Kaart 176A (GB 52), kaart 219A (GB 53), kaart 113A (BB).

Page 5: Deel ii klimaat 4 h

Druppelirrigatie

Oplossingen voor het hoge waterverbruik:- gewassen die tegen droogte kunnen- verbeterde irrigatietechnieken: druppelirrigate

Page 6: Deel ii klimaat 4 h

Het oppompen van grondwater is niet duurzaam waterbeheer .

Druppelirrigatie is duurzaam waterbeheer .

Page 7: Deel ii klimaat 4 h

Weer: de toestand van de dampkring op een bepaald moment, op een bepaalde plaats. Dus de neerslag, temperatuur en luchtdruk.

· temperatuur in ° (graden) Celcius· neerslag in mm neerslag· luchtdruk in mbar

Klimaat: het gemiddelde weer van een bepaald gebied berekend over een lange periode van 30 jaar.

Page 8: Deel ii klimaat 4 h

Subtropische landschapszone

Temperatuur: zomer hoog, winter gematigdNeerslag: vooral in één seizoenMiddellandse Zeeklimaat

Natuurlijke vegetatie: mediterrane vegetatie (vaak laag struikgewas)

Landgebruik:- mediterrane landbouw- commerciële tuinbouw- irrigatielandbouw

Page 9: Deel ii klimaat 4 h

Middellandse zeeklimaat

· In de zomer boven de 18° C en in de winter boven de -3° C.· Warme droge zomers, zachte winters met neerslag.· Er groeien groenblijvende loofbomen, zoals olijfbomen.

Middellandse zeegebied.

Page 10: Deel ii klimaat 4 h

Gematigd zeeklimaat· Koele zomers en zachte winters. In de zomer boven de 18° C en in de winter boven de -3° C.· Het hele jaar door neerslag. 500 tot 1000 mm neerslag.· Loofbomen, die in de winter hun bladeren verliezen.

Zeeklimaat in de wereld.

Page 11: Deel ii klimaat 4 h

Gematigde landschapszoneUitzondering op boreale zoneLigging dicht bij zee: gematigde werkingTemperatuur zomer lager, winter hoger dan boreale zoneNeerslag in alle jaargetijdenGematigd zeeklimaat

Natuurlijke vegetatie: loofwoud

Landgebruik: In beide zones wonen veel mensen. Veel veeteelt en akkerbouw (commercieel). Natuurlijke plantengroei grotendeels verdwenen

Page 12: Deel ii klimaat 4 h

Landklimaat

· Lange strenge winters en hele warme zomers. Geen invloed van de zee.· Gedurende de winter is de bovenste meter van de bodem altijd bevroren (=permafrost).· Er groeien vooral naaldbomen, zo'n landschap noemt men een taiga.· Er valt het hele jaar door neerslag.

Taiga

Page 13: Deel ii klimaat 4 h

Boreale landschapszone

Temperatuur:zomer hoogwinter kouder naarmate noordelijker (NH)Neerslag in het hele jaarLandklimaat of continentaal klimaat

Natuurlijke vegetatie: naaldwoud

Page 14: Deel ii klimaat 4 h

Toendraklimaat: · Zeer strenge winters en in de zomer niet warmer dan 10° C.· Er groeien in de zomer mossen, struiken en kruiden.· Ook hier gedurende de winter is de bovenste meter van de bodem altijd bevroren (=permafrost).

Poolklimaat:· De temperatuur komt zelden of nooit boven het vriespunt.· Geen plantengroei.· Neerslag valt in de vorm van sneeuw.

Koude klimaten

Page 15: Deel ii klimaat 4 h
Page 16: Deel ii klimaat 4 h

Polaire landschapszone

Geen echte warme periodeOnderscheid tussen:- toendraklimaat- sneeuwklimaat- hooggebergteklimaatNeerslag: vaak hele jaar door

Natuurlijke vegetatie: toendra of geen

Landgebruik:- nomadische veeteelt- visserij en jacht- wetenschap

Page 17: Deel ii klimaat 4 h

Landdegradatie

Aantasting van kwaliteit van landschap door processen als• versterkte bodemerosie• verzilting• verdroging• verwoestijning

Gevolg: kale bodem of gesteente

Invloed mens: • overbeweiding, • uitputting van de bodem• Grote bevolkingsdruk

Page 18: Deel ii klimaat 4 h

Duurzaam landgebruik

Algemeen: voorkom roofbouw en ontbossing

Maatregelen tegen versterkte bodemerosie:- terrassen- strokenverbouw- braak- herbebossen

Maatregelen tegen verzilting:- niet alleen irrigeren, maar ook draineren!

Maatregelen tegen verwoestijning:- verstandiger omgaan met (drink)water- beperken van het grazen van vee

Page 19: Deel ii klimaat 4 h

Het systeem landschap met de samenhangende geofactoren

Dynamisch landschap (ecosysteem)

Geofactoren: factoren die invloed hebben op het landschap

Natuurlijk evenwicht (in het ecosysteem)

Page 20: Deel ii klimaat 4 h

Dynamisch landschapLandschap:· zichtbare deel van de aarde, · bepaald door onderlinge samenhangen tussen de geofactoren

Landschap is dynamisch: voortdurend in beweging en in verandering.

Invloed activiteiten van de mens: - landdegradatie- klimaatverandering

Page 21: Deel ii klimaat 4 h

Landdegradatie

· Verdroging: waterbalans negatief· Versnelde bodemerosie· Verwoestijning· Verzilting

Page 22: Deel ii klimaat 4 h

Natuurlijke broeikaseffect :

1. Zon: energie voor de processen op aarde2. Aardoppervlak absorbeert zonnestralen Zet ze om in warmtestraling3. Warmtestraling: opwarming van de atmosfeer4. Warmtestralen worden tegengehouden door koolstofdioxide, waterdamp en methaan.

Dit is het natuurlijke broeikaseffectGemiddeld +15 graden Celsius in plaats van -18 graden

Page 23: Deel ii klimaat 4 h

Geschatte temperatuurverandering tussen 1990 en 2005 (graden Celsius)

Page 24: Deel ii klimaat 4 h

Waar? Komt over de gehele wereld voor, omdat de vervuiling geen staatsgrenzen kent en de lucht met vervuilende stoffen dus overal ter wereld terecht kan komen. Gevolgen van de vervuiling zijn dus overal in de wereld merkbaar.

Wat is het probleem? Er wordt meer CO 2 vastgehouden, waardoor het warmer wordt op aarde en er wereldwijd een snellere klimaatsverandering ontstaat en de zeespiegel sneller zal stijgen.

Het versterkte broeikaseffect

Page 25: Deel ii klimaat 4 h

Mogelijke gevolgen van het versterkte broeikaseffect

Verandering van het klimaat door de opwarming van onze dampkring/ons leefmilieu kan gevolgen hebben voor:- economie- samenleving- milieu

b.v. overstromingen, droogte, stormen etc.

Page 26: Deel ii klimaat 4 h

Zeespiegelstijging.

- Door het smelten van het landijs en poolijs, komt er meer water in de zeëen en oceanen terecht.- Door het warmer worden van het zeewater zet het water uit, waardoor het volume toeneemt.

n.b. Laaggelegen delen dreigen dan te overstromen!

Page 27: Deel ii klimaat 4 h

Verwoestijning.

Door de klimaatsverandering en de enorme bevolkingsgroei neemt het aantal droge gebieden op aarde toe. Dit komt m.n. door:1. overbeweiding2. commerciële houtkap export3. houtkap voor huizenbouw, brandhout en landbouwgrondHierdoor ontstaat bodemerosie en de bovenste vruchtbare laag v.d. bodem spoelt of waait weg. Een zgn. onomkeerbaar proces .

Kaart 176A (GB 52), kaart 219A (GB 53), kaart 113A (BB).

Page 28: Deel ii klimaat 4 h

Verdroging in Europa

Page 29: Deel ii klimaat 4 h

Het versterkte broeikaseffect en de toekomstDe veel te snelle klimaatwijziging is het gevolg van het versterkte broeikaseffect (mede of m.n. door menselijke activiteiten).· Al meer dan 150 jaar brengt de industrie CO2 in de atmosfeer met een tempo dat miljoenen keren sneller is dan dat het tempo waarmee CO2 wordt opgeslagen (in de bodem als bruinkool of steenkool).· De temperatuur zou in 2100 wel eens met 6° C kunnen stijgen, wat - als er geen maatregelen worden genomen - natuurlijk gevolgen heeft voor de gehele samenleving, economie en het leefmilieu.· Om de gevolgen van de klimaatwijziging te beperken, zou de uitstoot van het broeikasgas CO2 wereldwijd met 50% moeten worden verminderd. Dat betekent voor de rijke landen een daling van 80%.

En de feiten zijn:- Tegen 2020 zijn er zoveel mensen op aarde dat de energiebehoeften zouden kunnen stijgen met 1,5% per jaar.- In 2000 was 79,5% van de energie afkomstig uit fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas en steenkool).- Vandaag wordt er wereldwijd in 6 weken tijd evenveel aardolie verbruikt als in een heel jaar in 1950.

Zuinig met het milieu is dus een gemeenschappelijk doel van iedereen!

Een minderheid van de bevolking verbruikt een meerheid aan energie.- 20% van de bevolking leeft in de rijke landen (o.a. Nederland).- Deze 20% verbruikt 53% van het totale energieverbruik.- Deze 20% bezit 80% van alle voertuigen die op aarde rondrijden.