Blauwzuur 2 (2011-2012)

44
jaargang 39 - November 2011 V.U. Dieter Keuten - Schaffensesteenweg 233 3583 Beringen

description

De tweede blauwzuur (de 'galabaleditie') van het academiejaar 2011-2012!

Transcript of Blauwzuur 2 (2011-2012)

Page 1: Blauwzuur 2 (2011-2012)

jaargang 39 - November 2011

V.U. Dieter Keuten - Schaffensesteenweg 233 3583 Beringen

Page 2: Blauwzuur 2 (2011-2012)

SPONSOR

Page 3: Blauwzuur 2 (2011-2012)

INHOUD

VOORWOORD

EDITORIAAL

Terug naar 1984: bedenkingen over het recht op privacy

Gebruikersbijdragen en solidariteit met personen

Random Comic

Music For Life en de schaduwzijden van ontwikkelingshulp

Oekraïne - Nationalisering; de enige weg naar liberalisme?

It's been a long, long time coming

Menu Galabal

Het einde van de Euro: Johan Van Overtveldt op bezoek bij LVSV Brussel

LVSV in beelden (I)

Een Oostenrijks Summa Contra Gentilis

LVSV in beelden (II)

LVSV in beelden (III)

Weg met het Kapitalisme ... ... Leve de Vrije Markt!

De duistere kant van het (c)opyright: op zoek naar een alternatief

Voorstelling bestuur en nieuwe aspiranten

Ereleden LVSV-Brussel

3

4

6

10

11

13

16

19

21

23

25

27

28

34

35

37

41-42

41-42

Page 4: Blauwzuur 2 (2011-2012)

VOORWOORD

-3-

DieterKeuten

Beste Lezer,

Ik zou deze publicatie willen aanvatten met een oprechte boodschap van deelneming aan de familie, vrienden en studiegenoten van de student die het leven liet tijdens de St.Verhaegen herdenkingsdag. Voor menig student is Saint-Vé het hoogtepunt van het eerste semester. De viering op vrijdag 18 november werd abrupt beëindigd door een triest ongeval tijdens de studentenoptocht door het centrum van Brussel. De oorzaak van dit ongeluk zal duidelijk moeten worden na een gerechtelijk onderzoek. LVSV Brussel is als studentenvereniging geen deelnemer aan de parade, het is daarom niet aan ons een oordeel te vellen over deze organisatie. We hopen anderzijds dat onze collega’s van het overkoepelende studentengenootschap en de andere kringen uit dit gebeuren de nodige conclusies zullen trekken.

Het einde van het eerste semester komt in zicht. LVSV Brussel kan reeds terugkijken op heel wat geslaagde activiteiten. Het startschot vond plaats met een barbecue op een stralende nazomeravond aan het einde van september. Het openingsdebat leverde een geanimeerd debat op dat bijzonder gesmaakt werd door het publiek. Traditiegetrouw gaat het om de politieke actualiteit. De inhoud van dit debat stond echter in schril contrast met die van onze volgende grote activiteiten. Johan Van Overtveldt schetste ons op de vooravond van een cruciale eurotop de mogelijke scenario’s betreffende het einde van de Eurozone. Bij de talrijk aanwezige studenten vielen er een aantal ongemakkelijke stiltes, de ernst van de situatie en mogelijke uitwegen bleken bijzonder beperkt, het verhaal van Van Overtveldt was dan ook ontnuchterend. Vervolgens ontvingen we Minister van Staat Willy Claes voor een uiteenzetting over de evolutie naar een multipolaire wereldorde. Opnieuw bevatte zijn boodschap een niet mis te verstane noodkreet. Europa dient met 1 stem te spreken wil het een geloofwaardige positie innemen op het wereldtoneel. Een week later sprak dr. Emanuel Martin – overgevlogen uit Frankrijk ons toe in het kader van The Caravan of Liberty. Hij had het niet enkel over een financiele, economische of fiscale crisis, maar zelfs over een "crisis of civilization". Crony capitalism ingebed in een disfunctional democracy zijn wat hem betreft symptomen die het einde van onze samenleving inluiden.

Niettegenstaande de huidige malaise behoort deze uitgave van Blauwzuur een feesteditie te zijn. LVSV Brussel heeft traditiegetrouw het voorrecht het enige echte LVSV Galabal te organiseren. Dit jaar vindt de 8ste editie plaats op een prachtige locatie in het Jubelpark te Brussel. Alle sympathisanten van het LVSV zijn meer dan welkom voor een stijlvol evenement. De liberale beweging dient in deze woelige tijden de banden aan te halen teneinde met gebundelde krachten de boodschap van de vrijheid en verantwoordelijkheid hard te kunnen maken.

Veel leesplezier!

Voorzitter LVSV-Brussel

Page 5: Blauwzuur 2 (2011-2012)

EDITORIAAL

-4-

W e leven vandaag in een turbulente tijd; zoveel is duidelijk. Vrijwel iedereen beseft dat de

wereldeconomie op de rand van een nieuwe depressie balanceert, maar op een krachdadig politiek antwoord blijft het voorlopig wachten. Onze politieke leiders hebben het immers bijzonder moeilijk om de realiteit onder ogen te zien. Het feit dat ze zelf aan de oorzaak liggen van de huidige problemen heeft hier waarschijnlijk iets mee te maken. In België bijvoorbeeld hebben onze verkozen politici de massa jarenlang rustig gehouden met zoethoudertjes zoals het brugpensioen, geïndexeerde lonen, in de tijd onbeperkte werkloosheidsuitkeringen en allerlei andere marktverstorende subsidies. Vandaag zit een nieuwe generatie belastingsbetalers op de schoolbanken die niet alleen beseft dat ze het minder goed zal hebben

dan hun ouders, maar ook dat ze binnenkort opgezadeld zullen worden met de factuur van een jarenlang en vooral onbezonnen beleid van deficit spending dat reeds van bij zijn conceptie onbetaalbaar bleek te zijn.

De situatie is ondertussen zodanig ontspoort dat het niet ondenkbaar is dat schoolverlaters - al dan niet met diploma - binnenkort onmogelijk aan een job zullen geraken. De problemen beperken zich echter niet enkel tot België. Ook in Spanje en Italië, en zelfs in de VS, waar een "supercommité" van parlementsleden recent de boeken neerlegde nadat het onmogelijk bleek te zijn om 1.200 miljard dollar te besparen, stapelen de problemen zich op. Het is dan ook niet ondenkbaar dat de welvaartsstaat waar we vandaag in leven op zijn laatste benen loopt en we morgen wakker worden in een wereld die ooit ondenkbaar achtten.

Page 6: Blauwzuur 2 (2011-2012)

Alle teksten in Blauwzuurvertolken de mening van de

respectievelijke auteurs en niet die van LVSV-Brussel, tenzij anders

vermeld.

-5-

Politiek Secretaris& Hoofdredacteur (Ad Interim)

Op zich is het dan ook begrijpelijk dat over de hele wereld studenten zich aansluiten bij diverse protestbeweging. In Spanje noemen ze zich de misnoegden (Indignados) in Amerika bezetten ze Wall Street en schanderen ze als hersendode zombies "We are the 99%" en in België houden we het voorlopig op een ludieke frietrevolutie. Het probleem met deze protestbewegingen is dat men ze met de beste wil van de wereld enkel kan omschrijven als "een bende ongeregeld". De antwoorden die ze naar voor schuiven zijn in vele gevallen gevaarlijker dan de problemen waarmee we vandaag geconfronteerd worden. Meer overheidsinterventie - of een overheid die als een vriendelijke Werther's Original opa, zijn kleinkinderen afschermt van de stoute speculaten kan men onmogelijk als een oplossing beschouwen.

Toch kan het ook anders. En hier speelt het LVSV Brussel een belangrijke rol. Door relevante activiteiten te organiseren en door de ideeën van interessante denkers onder zijn leden en sympathisanten te verspreiden, laat het LVSV de VUB-student toe niet alleen de correcte analyse te maken, maar ook om de juiste beslissingen te nemen. Met een niet misplaatst gevoel van trots stel ik als hoofdredacteur dan ook deze super dikke galabal-editie van Blauwzuur aan u voor. Binnenin vind u een staalkaart van wat onze leden zoal bezighoudt en waar ze over nadenken. De aangehaalde thema's en besproken problematieken bewijzen dat het LVSV Brussel een intellectueel fitte organisatie is, die je in het oog moet houden wil je weten waar het vandaag en morgen om zal draaien.

Veel leesplezier,

PS: merk op dat in deze editie geen bijdrage te vinden is gelijkwelke politieker. De gecontacteerde politici bleken het te druk te hebben met onderhandelen of het voorbereiden van de volgende gemeenteraads-verkiezingen...

MichaelVan de Velde

Page 7: Blauwzuur 2 (2011-2012)

8 u ‘s ochtends, je staat op en vertrekt naar je werk. Eens op de openbare weg word je misschien geflitst, maar zeker gefilmd. Om 9u kom je aan en rijd je de parkeergarage in van het kantoor, je wordt gefilmd. Tijdens je middagpauze wil je nog snel inkopen gaan doen, je wordt gefilmd. Om 18u stop je bij de

bankautomaat, je wordt gefilmd. Om 18u30 ga je fitnessen, je wordt gefilmd. Om 21u spreek je met vrienden af op café en ja, je wordt gefilmd. Eindelijk thuis, je wordt niet gefilmd. Of toch? Is Big Brother watching you?

Terug naar 1984:bedenkingen over het recht op privacy

-6-

Privacy?

Het valt niet te ontkennen dat de hedendaagse maatschappij evolueert naar één waar anonimiteit lijkt weg te ebben. Dit wordt al te vaak verantwoord door het feit dat men de veiligheid wil bevorderen en centraal stellen. De groeiende hoeveelheid regelgeving als gevolg van terrorismebestrijding - en in het algemeen criminaliteitsbestrijding - leidt tot een toenemend aantal maatregelen die strijdig blijken met het recht op privacy. Privacy is het recht dat de persoonlijke levenssfeer beschermt. Het is de menselijke autonomie en waardigheid om zelf te bepalen wie welke informatie over ons verkrijgt en mag gebruiken. Zowel internationale als interne wetgeving beschermt het recht op privacy. Men vindt de beginselen terug in art. 17

van het VN Verdrag voor Burgerlijke en Politieke Rechten van 1966 en ook het EVRM verwijst er naar. Naast de Belgische grondwet, bieden de Privacywet (1992) en de Wet op de bewakingscamera's (2007) een internrechtelijke bescherming. Het recht op privacy is echter niet absoluut en beperkingen zijn dus mogelijk.

Al in de 19e eeuw ontstond in het Westen de wens naar "the right to be let alone". De industrialisatie en de verstedelijking zorgden in die tijd voor een nieuwe, anonieme levenswijze. Men ziet dat hoe meer de technologie zich ontwikkelt, hoe meer men streeft naar de bescherming van persoonsgegevens. De veiligheidshetze in de Westerse wereld na de aanslagen van 11 september 2001 zijn zeer goed te

Page 8: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-7-

begrijpen, maar terecht is de vrees dat "veiligheid tegen elke prijs" in de toekomst zal leiden of vandaag reeds geleid heeft tot het invoeren van nieuwe technologieën die uiteindelijk hun doel voorbijgeschoten zijn, en op die manier een pervers effect bewerkstelligen. Maar waar ligt de balans dan tussen veiligheid en privacy? Kunnen we ons verzoenen met het idee onze (individuele) privacy op te geven onder het mom van (collectieve) veiligheid? En heerst er ook daadwerkelijk veiligheid of is dit slechts een vals gevoel?

CamerabewakingVandaag woedt er een hevige discussie tussen de voorstanders en critici van bewakingscamera's. Het (proactief) opsporen van misdaden is voor deze eersten de belangrijkste argumentatie. Weten dat men gefilmd wordt, zou de kans op criminaliteit daarenboven doen afnemen. Maar critici vrezen voor een alziende overheid (of privé instantie). Zoals George Orwell reeds beschreef in zijn klassieker Nineteen Eighty-Four: "Je moest leven – je leefde, uit een gewoonte die instinct werd – in de veronderstelling dat elk geluid dat je maakte werd afgeluisterd, en, behalve in het donker, elke beweging werd nagegaan.". Het zou overdreven zijn te stellen dat we in zo'n samenleving leven, en hopelijk moeten we onszelf niet naïef noemen om te stellen dat we daar ook niet zullen toe komen. Feit is echter wel dat het hele publiek als het ware wordt gecriminaliseerd. Iedere persoon in een openbare ruimte wordt als potentiële crimineel beschouwd, en dit op straat, op de bus of op de tram, … Bizar genoeg blijft de burger bij dit alles bijzonder onverschillig, want "ik doe niets verkeerd”. Is dat dan synoniem voor “mij mogen ze in

het oog houden”? Het zijn niet enkel diegene die iets fout doen die worden geviseerd, iedereen wordt geviseerd – schuldig of niet.

Bovendien kan men openlijk vragen stellen bij het nut van bewakingscamera's voor misdaadpreventie. Doen deze camera's de criminaliteit werkelijk dalen of verplaatst men de problemen enkel uit het oog van de camera? Men kan zelfs argumenteren dat het onveiligheidsgevoel in de hand wordt gewerkt, want plaatsen waar geen camera's hangen, zijn per definitie onveilige plaatsen. En wat met intellectuele verkeerscamera's? Deze registreren je nummerplaat waardoor men meteen op een (zwarte) lijst terecht komt met al je verzamelde gegevens. Een dergelijk volgsysteem is erg pervers en de doelstelling ervan is niet eenduidig. Het is al lang geen geheim meer dat er camera's gebruikt worden als taxatiemiddel.

Privacy vs. veiligheidMomenteel wordt er een levendig debat gevoerd in het politieke en publieke domein met betrekking tot privacy en het

spanningsveld waarin dit zich bevindt met veiligheid. Onder het mom van veiligheid werden er door de Amerikaanse en Europese overheden vele maatregelen getroffen die op

gespannen voet staan met het waarborgen en beschermen van de privacy van de burger. Om collectief een maximale veiligheid te kunnen garanderen kan het nl. nodig zijn dat men individueel een gedeelte van zijn vrijheden zal moeten opgeven. De balans vinden tussen deze twee polen is echter een zeer fundamentele (maar problematische) kwestie. Zowel privacy als veiligheid zijn basiselementen van de rechtsstaat. Daarom zal het ook noodzakelijk zijn om een checklist af te

je moest leven - je leefde, uit een gewoonte die instinct werd - in de veronderstelling dat elk geluid dat je maakte werd afgeluisterd, en, behalve in het donker, elke beweging werd nagegaan.

George Orwell 1984

Page 9: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-8-

gaan alvorens een maatregel ten behoeve van de veiligheid goed te keuren. Van belang is hierbij dat, wanneer de privacy van burgers inderdaad wordt aangetast, er sprake is van een gerechtvaardigd doel – bijvoorbeeld de bestrijding van terrorisme – en dat deze maatregel aantoonbaar en meetbaar een effectieve bijdrage aan het doel levert. Daarnaast mag de regel niet in strijd zijn met de grondwet, moet er geen alternatief voorhanden zijn waarbij de persoonlijke levenssfeer niet of minder wordt aangetast en moeten er maatregelen worden getroffen die ervoor zorgen dat de persoonsgegevens van burgers voldoende zijn beveiligd. Het is oppassen geblazen want een controlestaat – of die nu Europa of België heet – is nooit ver weg.

Sociale mediaSociale netwerksites zoals Facebook en Twitter zijn ons meer dan bekend. En hoewel de vele kritieken erop, vooral met betrekking tot onze privacy-rechten, doen we allen gretig mee met deze hype. Toch

valt niet te ontkennen dat Facebook meebouwt aan een samenleving waar privacy een hol begrip wordt. Het probleem dat zich stelt bij Facebook, is dat je er geen uiteindelijke beslissingsbevoegdheid of controle meer over hebt. Zo is er bijvoorbeeld een gelaatsherkenningsfunctie. Een krachtig stukje software herkent op deze manier bij het uploaden van foto's de persoon die op de foto wordt weergegeven, waardoor het 'taggen' of aanduiden ervan sneller gaat. Feit is wel dat velen nooit hebben gevraagd om automatisch 'getagged' te worden… Een gelijkaardig probleem dat recent aanleiding gaf tot heel wat oproer was de applicatie "Facebook-Connect". Deze applicatie laat toe om de gebruiker te volgen, zelfs wanneer deze niet aangemeld is op de Facebook-website. Facebook gebruikt hiervoor verborgen stukjes programmeercode (cookies). Elke pagina die je bezoekt waar een "vind ik leuk" icoon op staat, zelfs wanneer je niet op het het icoon klikt, communiceert met de Facebook website. Na heel wat commotie en aanklachten, paste Facebook in september

Page 10: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-9-

dit jaar zijn cookies aan. Maar ook Google speelt het spel mee. Zo is er sinds kort een nieuwe functie actief op de zoekrobot, waardoor Facebookcommentaren opduiken in de zoekresultaten. Zonder het zelf te beseffen ben je op vele websites vaak ingelogd met je Facebook-identiteit. Reacties die Facebookgebruikers plaatsen op andere websites worden op die manier automatisch zichtbaar via de zoekmachine, zelfs als je daar nooit expliciet om vroeg.

Het is duidelijk dat wanneer de autoriteiten niet snel ingrijpen, het vroeg of laat misloopt. Europa heeft dit ook begrepen. Begin volgend jaar zal er een nieuwe Europese wet op databescherming worden afgekondigd. Deze wet zal onder andere komaf maken met het misbruiken van gegevens gebruikt door sociale media zoals Facebook en Twitter. Ze eist onder meer dat consumenten expliciet toestemming moeten geven voordat hun gegevens gebruikt mogen worden. Bovendien krijgen Europese consumenten het recht om hun data op elk moment te verwijderen, zeker als het om gegevens gaat die ze er zelf hebben opgezet.

ConclusieNiet enkel bedrijven maar ook de overheid is vandaag veel verder doorgedrongen in het privédomein van de burger dan men zich kan of wil realiseren. Op een doorsnee dag wordt je continu geregistreerd door camera's, een elektronische (personeels)pas, via je klantenkaart, via de GPS-verbinding van je navigatiesysteem, en zo meer. Er wordt constant inbreuk

gemaakt op het privéleven van een persoon, zonder dat men er weet van heeft. Al die kleine inbreuken lijken op zich geen probleem, maar wanneer één instantie al deze gegevens aggregeert en zo een totaalbeeld krijgt van ons doen en laten, is de vergelijking met de alziende overheid van George Orwell niet ver weg. Uiteraard geldt het argument dat er zich geen probleem stelt indien men niets te verbergen heeft. Maar zet dit de zaken niet op zijn kop? Het is namelijk niet de burger die zich moet verantwoorden waarom hij bekommerd is over zijn privacy. Het is de staat die zich moet verantwoorden waarom ze inbreuken pleegt op die privacy. Terecht wordt de vraag gesteld in hoeverre bepaalde maatregelen, die een beperking van het privéleven impliceren, daadwerkelijk de veiligheid bevorderen. In elk geval zal de verdere ontwikkeling van dit debat afhangen van de wensen die we stellen en van de mate waarin we bereid zijn onze privacy op te geven. Zoals George Orwell al wou meegeven in Nineteen Eighty-Four, is het aan ons om deze beproeving te zien aankomen en tegen te houden.

CarolineSneyers

Secretaris (Brussel & LVSV Nationaal)

Page 11: Blauwzuur 2 (2011-2012)

Volonté Générale – De democratie werd gebouwd op het idee van een Volonté Générale. In de ideaalmodellen ging men er foutief vanuit dat het volk maar één ding wou: niet onderdrukt worden. Burgers hebben evenwel ook andere belangen. Om die belangen te dienen zullen politici in een meerderheidssysteem noch het algemeen belang, noch de algemene wil dienen. Zelfs de meerderheidsopinie zal hen niet leiden. Ze zullen gedwongen zijn een coalitie van belangengroepen, die elk een minderheidsgroep zijn, te dienen in een poging de volgende verkiezingen

herverkozen te geraken. Dit noemen we de Public Choice Theory.

Public Choice Theory - Elke speler handelt in deze theorie rationeel vanuit zijn eigenbelang: de politicus wint met andermans geld uit te geven of andermans rechten in te perken aan populariteit bij de belangengroepen; de belangengroepen kunnen door de verdeling van de middelen of privileges onder een beperkt aantal personen aanzienlijke voordelen binnenhalen; en ten slotte hebben we de burgers die zich niet verzetten omdat ze bij

-10-

Gebruikersbijdragen en solidariteit met personen

CarolineSneyers

W at de overheid wel en niet doet, wordt bij ons bepaald per meerderheidsbesluit. Zoals de public choice theory ons heeft geleerd, geeft deze manier van besluitvorming aanleiding tot belangengroepenbeleid. Daarnaast sukkelt overheidsdienstverlening ook

met een pervers Mattheüseffect (een transfer van arm naar rijk). Ik stel daarom voor de afnemer van overheidsdiensten individueel en volledig te laten instaan voor de kosten die gepaard gaan met afgenomen individualiseerbare overheidsdiensten en solidair te zijn met mensen i.p.v. instellingen. Daarmee wordt het afschuiven van onzinnige kosten op de samenleving onmogelijk, stoppen we een transfer van arm naar rijk en wordt een rationele omgang met de kosten van overheidsdiensten mogelijk.

Page 12: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-11-

elke individuele maatregel weinig verliezen zolang de kosten en de gevolgen van de inperking van de rechten onder hen allen worden gespreid. De geconcentreerde baten bij belangengroepen en gespreide kosten bij de bevolking drijven politici steeds verder in belangengroepenbeleid. Een overheid die een ongelimiteerde bevoegdheid heeft, zal daardoor een onstuitbare groei hebben tot ze de economie op zulke wijze schaadt dat ze er zelf aan ten onder gaat. Wat nu gebeurt.

Kerntaken - Er zijn tal van voorstellen om de incentives in het systeem om te draaien. Zo moeten de bevoegdheden en het budget van een overheid grondwettelijk worden gelimiteerd zodat belangengroepenbeleid onmogelijk is of beperkt blijft in zijn omvang. Een ander idee is om de afnemer van overheidsdiensten te laten opdraaien voor de kosten die die overheidsdienstverlening teweeg brengt. Door de beperkte omvang van dit artikeltje zal ik me beperken tot enkele beschouwingen over de gebruikersbijdrage.

Efficiëntie - Of het al dan niet wenselijk is schaarse middelen in te zetten voor een welbepaald doel, wordt bepaald door de vraag of de afnemer van de diensten bereid is de daarvoor noodzakelijk middelen vrij te

maken. Wenst hij de noodzakelijke middelen niet vrij te maken, dan is het plan minder wenselijk dan de alternatieven plannen die met dezelfde middelen kunnen worden verwezenlijkt. Kan hij deze niet vrijmaken, dan is het plan enkel te verwezenlijken door zich andermans middelen toe te eigenen. Dat is dus met behulp van diefstal. Op het einde van het artikel verduidelijk ik nog wel even wat een juiste benadering is t.o.v. mindervermogenden die te weinig middelen hebben om de gebruikersbijdrage te betalen voor essentieel geachte diensten.

Gebruikersbijdragen - Om te bepalen of een dienst van de overheid wenselijk is, moet dus ook aan al wie die diensten wenst af te nemen, gevraagd worden dat die de kosten daarvan financiert. Zo voorkomt men dat economisch ongewenste overheidsdiensten blijven bestaan. Immers, wanneer niemand ze tegen kostprijs wenst af te nemen, zullen ze geen middelen meer hebben om de dienst verder te zetten en verdwijnen. Een gebruikersbijdrage vragen, is dus enkel mogelijk bij individualiseerbare diensten zoals bibliotheken, zwembaden, wegengebruik, herstel milieuschade etc.

Concurrentie - Een bijkomend voordeel is dat private spelers meteen in concurrentie

All Hallows' Eve 2011

Page 13: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-12-

kunnen gaan met de overheidsdiensten. Als ze de diensten goedkoper of beter kunnen aanbieden, zal de overheid gedwongen zijn de dienstverlening stop te zetten en neemt de vrije markt de samenlevingstaak gewoon over van de overheid.

Financieel autonome agentschappen - Het is dan wel noodzakelijk dat elke dienst in een eigen autonoom agentschap wordt gestoken en dat deze agentschappen voor hun financiering volledig afhankelijk zijn van de markt. Enerzijds betekent dit dat de inkomsten moeten komen van de gebruikersbijdrage en niet van de belastingen. Anderzijds wilt dit zeggen dat het kapitaal op de private markt moet worden geleend en het agentschap dus zowel voor de risico’s die aan de investering vasthangen, als voor de tijdsvoorkeuren van de ontleners, zullen moeten betalen in de rente die gevraagd wordt op het geleende kapitaal. De overheid mag dan vanzelfsprekend deze agentschappen niet verhinderen failliet te gaan.

Partieel overheidsfaillissement - Eigenlijk onderwerpt de financiële zelfstandigheid van agentschappen de overheid aan marktselectie en maakt ze het mogelijk dat gefaalde projecten failliet gaan en niet steeds meer middelen gaan opeisen van de samenleving. Het is een partieel overheidsfaillissement. In de huidige overheid kan een gefaald project niet failliet gaan en wordt een gefaald project zelfs versterkt met extra middelen (“geef ons gewoon een beetje meer geld en dan loopt het wel beter” ... noem het de NMBS).

Kostenintegratie - Een laatste voordeel dat ik kort wil toelichten is het kostenintegrerend effect. Nu is het gebruik van overheidsdiensten vaak gratis, wat aanzet tot overconsumptie van deze diensten. Er lijkt een onbeheersbare vraag die de omvang van de overheid liet ontploffen. Het is een vraag die oneindig groeit omdat ze

niet geremd wordt door enig nadeel bij de afnemer. Wanneer de gebruiker evenwel moet opdraaien voor de kosten die hij veroorzaakt, zal hij maximaal geresponsabiliseerd worden in zijn afname van die diensten.

Mattheüseffect - Men heeft lange tijd diensten voor iedereen toegankelijk willen maken door ze (deels) met belastingsgeld te financieren. Nu blijkt dat van deze algemene diensten vooral gebruik gemaakt wordt door de sociale bovenlaag. Het gevolg is dat de algemene dienstverlening een transfer is van de armen naar de rijken. Dit wordt het Matteüseffect of Reverse-Robin-Hood effect genoemd.

Solidariteit met mensen - Dan blijft de vraag natuurlijk: maar wat dan met de armen? Eenvoudig. Armoede is geen probleem van de duurte van de diensten, immers de duurte is slechts een uitdrukking van het feit dat het andere projecten onmogelijk maakt, maar een probleem van de beperktheid van de middelen. Wie solidariteit en een vrije markt wilt verenigen, moet niet de kostprijs van de diensten kunstmatig sturen, omdat men dan alle voorkeuren gaat negeren, maar moet het inkomen vergroten. Solidariteit moet er aldus zijn met de mensen i.p.v. de instellingen. Vergroot niet het budget van de instellingen om ze toegankelijk te maken voor mindervermogenden, maar gebruik diezelfde middelen dan liever voor het vergroten van de beschikbare middelen van mindervermogenden zodat ze kunnen kiezen of ze deze of een andere dienst wensen af te nemen.

JitteAkkermans

Bestuurslid

Page 14: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-13-

Music For Life en de schaduwzijden van ontwikkelingshulp

D e feestdagen lonken om de hoek en traditioneel doet jongerenzender Studio Brussel in het kader van Music for Life

beroep op de gulheid van de modale Vlaming om een stille ramp in de kijker te plaatsen. De zender slaat wederom de handen in elkaar met Rode Kruis Vlaanderen om dit maal de strijd aan te gaan met diarree, één van de voornaamste doodsoorzaken bij kinderen onder de vijf jaar. Met de leuze 'We do give a shit' wordt de focus gelegd op projecten aangaande sanitair en hygiëne in Nepal. De actie vindt plaats tussen 17 en 23 december en ondergaat, vermits het de zesde en tevens laatste editie betreft, een opmerkelijke schaalvergroting: drie glazen huizen in respectievelijk Gent, Antwerpen en Leuven.

Jaar na jaar is het vertederend om te zien hoe de muziekzender Vlamingen uit alle bevolkingslagen mateloos weet te enthousiasmeren voor het goede doel. Jongerenbewegingen zetten grootschalige acties op poten, 8-jarigen doneren de inhoud van hun spaarvarkentje en ook bedrijven en vzw's doen hun duit in het

zakje. De Vlaming kan derhalve allerminst een gebrek aan goedhartigheid verweten worden. Er is echter ook een schaduwzijde verbonden aan deze euforie. Het succes van Music for Life wordt telkens afgespiegeld aan de som geld die wordt ingezameld en zelden of nooit aan de geboekte resultaten, een niet onbelangrijke nuance.

De initiatiefnemers menen echter dat de oplossing relatief makkelijk voor het grijpen ligt. Voor 2,5 euro kunnen we bijvoorbeeld al een ziekenhuisbehandeling tegen diarree financieren. De afgelopen halve eeuw spendeerde het Westen 2,5 triljoen dollar aan ontwikkelingssamenwerking, maar toch moeten we vaststellen dat er anno 2011 nog steeds liefdadigheidsacties nodig zijn om een behandeling van bijgod 2,5 euro te bekostigen. De armste landen zijn, ondanks de vele geldstromen uit het Westen, er sinds 1960 economisch op achteruitgegaan. Toch blijven ontwikkelingsgoeroe's genre Bono, Bob Geldhof en Coldplay-frontman Chris Martin schreeuwen dat het gebrek aan succes te wijten is aan een tekort aan middelen en inzet. Ze zweren bij meer ontwikkelingshulp en een verdubbeling van de budgetten. Weinigen durven te erkennen

Page 15: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-14-

dat het westerse ontwikkelingsmodel wel eens inherent fout en contraproductief zou kunnen zijn. De kans om armoede en honger de wereld uit te helpen via de huidige aanpak is even groot als de hoop op diepgaande liedjesteksten van Coldplay (lees: aanzienlijk klein).

Eén van de belangrijkste pijnpunten is volgens NYU-professor William Easterly de focus op overambitieuze, allesomvattende plannen. Politici, NGO's en projecten zoals 'Make Poverty History' en de Milleniumdoelstellingen dwepen met megalomane doelstellingen zoals 'het uitroeien van wereldwijde armoede'. Op die manier worden schaarse middelen inefficiënt verspreid over de verschillende doelstellingen, in plaats van zich te focussen op kleine, haalbare projecten.

Veelal wordt ook beroep gedaan op lokale overheden om de plannen te implementeren, waar corruptie dikwijls schering en inslag is. Nepal staat niet toevallig in de top 20 van meest corrupte landen ter wereld. Lokale overheden hebben veelal geen incentive om een einde te maken aan de problemen die aan de basis liggen van de ontwikkelingshulp, daar ze er financieel te sterk afhankelijk van zijn.

Gelukkig komt Music for Life in sommige opzichten tegemoet aan deze struikelblokken. De keuze voor één welomlijnd project kan alleen maar worden toegejuicht. Toch hebben ook NGO's zoals het Rode Kruis met hun eigen incentiveproblemen te kampen. Meestal zijn er verschillende NGO's, internationale

instellingen en overheden actief in één gebied, waardoor niemand verantwoordelijk kan gesteld worden voor eventuele mislukkingen. NGO's zijn bureaucratische instellingen die streven naar budgetmaximilisatie, zelfbehoud en schaalvergroting. Resultaten zijn slechts van ondergeschikt belang: enkel de gespendeerde middelen worden als succesfactor gehanteerd. Wat er bijvoorbeeld met het ingezamelde geld gebeurt wordt op de website van Music for

Life, afgezien van enkele alinea's vage uitleg, redelijk onderbelicht. Het FAQ gedeelte bestaat voor het grootste deel uit een handleiding voor fiscale aftrekbaarheid van donaties. Nergens staat te lezen hoe onze euro's precies zullen besteed worden. NGO's trachten daaraan tegemoet te komen door het publiceren van rapporten om de transparantie te verhogen. Deze worden evenwel veelal door de eigen studiediensten opgesteld, waardoor een objectieve evaluatie uiteraard ver te zoeken is.

Page 16: Blauwzuur 2 (2011-2012)

Een ander levensgroot probleem is het gebrek aan feedback van de armen zelf. In ons marktsysteem is het succes of het falen van een product afhankelijk van de consument. Is er geen vraag naar bepaalde goederen of diensten, gaat de producent failliet. Democratie werkt op dezelfde manier. Als een politicus of ambtenaar niet doet wat men van hem verwacht, wordt hij weggestemd of ontslaan. Deze marktmechanismen zijn afwezig in de relatie tussen NGO's en de armen. De armen ontberen geld en middelen om hun werkelijke noden kenbaar te maken en NGO's aan hun verplichtingen te houden, ze zijn monddood. Op die manier gaat zeer veel bruikbare informatie verloren, informatie die NGO's niet zomaar kunnen vergaren. Omdat de armen geen stem hebben, is de enige maatstaf van succes hetgeen NGO's ons vertellen. Het staat buiten kijf dat ze de minder geslaagde aspecten van hun beleid onder de mat vegen en vooral hun successen benadrukken.

Er moet evenwel erkend worden dat veel NGO's de laatste decennia nuttig werk geleverd hebben op vlak van toegang tot proper water en sanitaire voorzieningen. Niettemin kan geen enkele NGO bovenstaande problemen algeheel ontwijken. Dé sleutel tot succes is het introduceren van marktmechanismen om het huidige ontwikkelingsmodel van een gewisse dood te redden. Private ondernemingen spelen hierin een cruciale rol. Het werk dat de multinational Unilever verricht in de strijd tegen diarree is een treffend voorbeeld. Het wassen van de handen is essentieel om de verspreiding van de ziekte tegen te gaan. Unilever ontdekte dat er in India een grote markt aanwezig is voor de verkoop van een simpele en goedkope antibacteriële zeep. Het bedrijf sloeg de handen in

elkaar met lokale NGO's om de bevolking via sensibilisering duidelijk te maken dat hygiëne primordiaal is in de strijd tegen diarree. Unilever is geen liefdadigheidsinstelling, maar slaagde er toch in middels winstincentives een serieus steentje bij te dragen.

Toch is de markt geen wondermiddel. Vele landen zijn simpelweg te arm en ontberen de instituties om dergelijke marktmechanismen te doen werken. De rol van de klassieke ontwikkelingssamenwerking is daarom zeker nog niet uitgespeeld. Een heroriëntering dringt zich evenwel op. Om de vele incentiveproblemen tegen te gaan kwam William Easterly met een valabel alternatief op de proppen, nl. de introductie van een vouchersysteem. We geven de armen een voucher, waarmee ze naar een NGO naar keuze kunnen stappen om bv.

voedsel of medicijnen te kopen. Op die manier zijn NGO's verplicht efficiënt te werk te gaan, daar hun werkingsmiddelen ervan afhankelijk zijn. De NGO's

waar men geen beroep op doet, worden simpelweg uit de markt geprijsd. Als Music for Life eindelijk tegemoet komt aan de vele verzuchtingen aangaande transparantie en feedback, moeten we het project het voordeel van de twijfel geven. Ik zal alvast, net zoals de voorbije jaren, mijn bijdrage leveren.

-15-

ThibaultViaene

Oud voorzitterLVSV Gent

Dé sleutel tot succes is het introduceren van markt-mechanismen om het huidige ontwikkelingsmodel van een gewisse dood te redden

Page 17: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-16-

ThibaultViaene

Oekraïne - Nationalisering; de enige weg naar liberalisme?

O ekraïne: voor velen niet meteen een sexy reisbestemming, maar als studie-object voor een land op weg naar de verwestering

uitermate interessant. Oekraïne was persoonlijk verantwoordelijk voor de moord op de Sovjet-Unie in 1991 en het lijkt erop dat het land nog steeds de gevangenisstraf voor deze daad uitzit. Interne verdeeldheid en een corrupt staatsbestel verhindert elke poging tot omvorming naar een maatschappij van de 21ste eeuw. Het lijkt er meer en meer op dat de enige sleutel tot de poorten van een moderne Oekraïense samenleving een nationalisering van de economie impliceert. Waar zit de ambiguïteit in dit verhaal? En wat zegt dit over ons liberale gedachtegoed?

20 jaar onafhankelijkheid: politieke onrust & economische malaise

De onafhankelijkheidsverklaring van de Oekraïense SSR in 1991 betekende in het hoofd van vele Oekraïense staatsburgers de vlucht vooruit: eenmaal verlost van het juk van het Russisch imperialisme, zou de weg naar economische welvaart, democratie en

vrijheid openliggen. Helaas kwam na zonneschijn, regen in plaats van omgekeerd: na de afsplitsing van de USSR begon een economische malaise die minstens 10 jaar zou duren. De prijzen van openbare goederen zoals elektriciteit stegen met 600%, het vroeger uitermate populaire openbaar vervoer met 900%, en de koopkracht van de mensen was gereduceerd tot 1/4 ten opzichte van wat het was tijdens het Sovjettijd. Het BNP zakte met 40% en de bevolking daalde op 7 jaar tijd van 52 miljoen naar 48 miljoen. De onafhankelijkheid van Oekraïne had de burger windeieren gelegd en het was in deze economisch ongunstige omstandigheden dat de mogelijkheid tot omschakeling naar een moderne, westerse & democratische samenleving werd bezegeld: president Koetsjma verkocht de meeste staatsbedrijven tegen een prikje, de dictatuur van de Oekraïense bedrijfsoligarch was geboren.

Een politieke tweespaltIn de nasleep van deze verwikkeling, raakte Oekraïne meer een en meer verdeeld: de zuidelijke en oostelijke delen van Oekraïne vaarden meer een pro-Russische koers

Page 18: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-17-

(temeer omdat er veel Russen wonen en de meeste Oekraïners er Russisch als moedertaal spreken) terwijl de rest van het land overduidelijk Westers & Europees georiënteerd is. Het hoogtepunt van deze politieke spreidstand kwam er in 2004: Oekraïne had signalen ontvangen dat een toetreding tot de Europese Unie een realistisch objectief is, had met Ruslana het Eurovisiesongfestival gewonnen, kortom: vele burgers, ook de pro-Russische, zagen in Europa de enige mogelijke vlucht vooruit. De twee kampen kwamen lijnrecht tegenover mekaar te staan in de presidentsverkiezingen van dat jaar: Viktor Janoekovytsj als vertegenwoordiger van het pro-Russisch kamp en Viktor Joesjtsjenko (met steun van Yulia Tymoshenko ) als Europese voortrekker. Uit alles bleek dat de bedrijfsoligarchen duidelijk hun wagentje aan Janoekovytsj hadden vastgeklikt: hij kreeg een schier oneindig forum op de (corrupte) staatstelevisie (en onafhankelijke media werden gedwarsboomd) en ook zijn campagne was zowel inhoudelijk als in omvang duidelijk niet alleen betaald. Een vergiftiging van Joesjtsjenko, een verkiezingsvervalsing, talloze manifestaties in het hele land, en een enorme druk van de internationale gemeenschap later, werd de zogenoemde oranjerevolutie beslecht: Viktor Joesjtsjenko werd president, een nieuw Oekraïne leek geboren.

De oranjerevolutie: de revolutie van de gemiste kans

Het klimaat was uitermate gunstig voor hervormingen: de macht van de bedrijfsoligarchen leek aan banden gelegd, de democratie had gezegevierd. Tot het Europees gezinde kamp eveneens intern verdeeld raakte: Joesjtsjenko wou een

snelle liberalisering van de economie en miskende daarmee duidelijk de kracht van de oligarchen. Yulia Tymoshenko, een steenrijke onderneemster, was in eerste instantie bondgenoot van Joesjtsjenko: allebei pro-Europees, liberaal en allebei langs alle kanten geboycot door de oligarchen. Yulia’s vermogen gaf haar de mogelijkheid om tegen alle weerstand in, te pleiten voor een nieuw Oekraïne. Ze was en is nog steeds razendpopulair onder de monddood gemaakte Oekraïense bevoking. Ze wist zeer goed, ze ondervond het aan de lijve, dat een nieuw Oekraïne enkel kon ontstaan als de macht van de oligarchen stevig werd ingeperkt. Daardoor was ze voorstander van staatscontrole en desnoods een hernationalisatie van bedrijven die al geprivatiseerd waren, de verdeeldheid tussen Joesjtsjenko & Yulia was geboren. Hoewel je het nu nog nergens leest, daarvoor is alles nog wat te actueel, zal

later ongetwijfeld blijken dat Joesjtsjenko de oranjerevolutie uiteindelijk zal verraden: door Tymoshenko te lossen, verloochende hij uiteindelijk ook hun gezamenlijk doel en stond hij zijn macht

opnieuw af aan de verketterde oligarchen, verpersoonlijkt door Janoekovytsj.

Zoals wel vaker gebeurt bij zelfverklaarde democratische staten, werd Tymoshenko uiteindelijk vervolgd voor zogezegd misbruik van overheidsgelden. Het leverde haar vorige maand een gevangenisstraf van 7 jaar op. Hoewel de aandacht van de pers in die tijd voornamelijk gericht was op Kadhafi en de eurocrisis, ging deze arrestatie gelukkig niet onopgemerkt voorbij. De Europese Unie veroordeelde scherp de internering, niet per se omdat ze de politiek van Tymoshenko steunt, maar hoofdzakelijk om dat zo’n arrestatie tekenend is voor een land dat duidelijk nog

Later zal ongetwijfeld blijken dat Joesjtsjenko de oranjerevolutie uiteindelijk heeft verraden: door Tymoshenko te lossen, verloochende hij uiteindelijk ook hun gezamenlijk doel en stond hij zijn macht opnieuw af aan de verketterde oligarchen.

Page 19: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-18-

niet in het reine is met de wetten van de democratie en zodus ongeschikt is voor economische samenwerking.

Een uitweg?Het moge duidelijk zijn: van de pro-Europese beweging blijft er helaas niets meer over, voor de Oekraïense burger is een zoveelste desillusie zijn deel. Oekraïne heeft zijn vertrouwen verloren in zijn leiders, maar ook de oppositieleiders brachten geen soelaas. Het ziet er niet meteen naar uit dat de situatie in Oekraïne de komende jaren drastisch zal verbeteren. In de al matige economische omstandigheden is ook Oekraïne slachtoffer geworden van de huidige econmische crisis. De macht van het geld is erin geslaagd de oprukkende pro-Europese beweging monddood te maken en onder het mom van noodzakelijke besparingen de burger in slaap te wiegen om de stabiliteit te verzekeren. Toch staat het land op een keerpunt: laat de bevolking Janoekovytsj doen, dan is de kans groot dat Oekraïne in de schaduw van Rusland een ondemocratisch, grauw land blijft waarin de macht in handen blijft van een beperkte groep superrijken. Kiest de bevolking voor een nieuw Oekraïne, dan is het hopen dat er zo snel mogelijk een daadkrachtig, nieuw oppositiefiguur de zaken en de bevolking in beweging kan brengen. Hierbij zal om de macht van de superrijken in te perken een nationalisatie van bepaalde geprivatiseerde bedrijven zich opdringen, om daarna via een soort coöperatieve aan de bevolking te

worden teruggegeven (en dus niet aan een elitegroepje), waarna het proces van de liberalisering en democratisering zich eindelijk kan voltrekken. Enkel nieuwe figuren kunnen hierin slagen, want oude oppositiefiguren (zoals Tymoshenko) hebben weliswaar een te steunen politiek gevoerd, ze hebben bij veel inwoners hun kansen verkeken.

ConclusieHet relaas van Oekraïne is helaas de kroniek van een land waarin de macht van een zeer beperkte en recente elitegroep een hypotheek legt op elke mogelijkheid tot democratisch bestel. De poort tot een moderne, democratische en liberale samenleving staat voor Oekraïne wel degelijk open, maar het lijkt erop dat de sleutel om die poort te openen enkel een lange weg van economische nationaliseringen betekent. Het is hoog tijd dat de Oekraïeners wakker worden en opkomen voor hun rechten om daarna te gaan slapen in een staat van de 21ste eeuw.

FilipMoons

Bestuurslid &Webmaster

Page 20: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-19-

It's been a long, long time coming

B uilding upon Hegel, the American thinker Francis Fukuyama believed in time as an evolving and self-controlling system, in which

repetition plays a crucial role to reach a perfect end of history. The subtle difference between both thinkers is the belief that this utopian finale has a specific embodiment. Fukuyama defined the absolute flawless society as a liberal democratic system, the obvious merits of such a system would certainly entice the world’s population to revolt and demand the freedom that democracy brings. The voice of the repressed will overcome the gag of authoritarian regimes and set the once bound free. Arguably, the conquest of democracy prevailed in the Middle East during the Arab Spring. Does this mean that in the light of current events Fukuyama was right all along? Is it true that there is a tangible thirst to outspoken freethinking, which can only be found in liberal democracies? Or is the current malaise in

developed countries; namely the crash of our system and the growing protests, clear-cut symptoms of a sick and feeble system?

It would be wise to define the essence of freedom. A popular belief holds that we are completely free in our thinking, while intellectual thoughts in authoritarian regimes are scrutinized and likely severely punished. The negativity that this authoritarian aggressive form of manipulation withholds should not be underestimated, yet we should not turn a blind eye to our own intricate issues. Are we not manipulated to conform to the norm on a far more sophisticated scale? The Marxist philosopher Antonio Gramsci defines this loss of criticism as cultural hegemony. Utilizing seemingly innocent techniques - ranging from peer pressure to marketing - are we not manipulated in forgetting our societies’ helplessness? How free are we? What does it imply? Perhaps the famous

Page 21: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-20-

contemporary philosopher Slavoj Zizek said it best: “we feel free because we lack the very language to articulate our (inherent) unfreedom”. An important realization lies in the fact that we should acknowledge that our freedom might not be as omnipresent nor as effortlessly available. We should cherish and mostly demand freedom since it is a far more fragile concept than we generally believe.

How democratic is our democracy? Even Aristotle – a notorious critic of the democratic model - stipulated that the base of a democracy lies in its equality. Yet, how can one believe in democracy when inequality has become its very foundation? Is the Kratos (strength) still present with the Demos (people)? The symbol of democracy, its elections, has themselves turned into a perversion of its once potential. Seeping through the cracks of history populism has furiously sprung upon us, deafening the screams for change and crippling the will to stand up. We have lost the capability to differentiate the form of the message, from the actual message. Politicians are (s)elected on base of appearance, character or powerful one-liners instead of real constructive arguments. This has lead to the decay of reasonable solutions. This growing trend of populism ensures the preference of relatively safe short-term viewpoints rather than the much tougher long-term ones. Together with pragmatism and realism, prioritization is a key aspect for any sensible political policy.

This could not be truer when discussing how national interests eclipse global interests. Since we live in an evermore globalizing world it is crucial to truly start forging international solutions for today’s problems.

Regardless of the talks of interconnectivity we are still lacking necessary skills to run this planet together. The reason for this failure might just be our continuous habit of putting ones national interests ahead; this narrow-mindedness is severely undermining global goals. On a worldwide scale nationalist pride is practically irrelevant, in comparison even preposterous. We should advocate for a re-examination of our countries crucial policies. In this globalized society, intranational interests should be more relevant than nationally motivated ones and demand a strong response instead of the endless national bickering. The focus on national issues should be of great importance but not overshadowing true

global crises. With pressing issues such as growing pollution, global warming, overfishing, overpopulation, ongoing tensions between fellow nations, a poisonous economic recession and still

a profound poverty and hunger issue in almost all regions of the continent of Africa and vast areas of South-America and Asia have we reached our (millennium) goals? Does this not impact us? How can we remain silent? It is time to speak up. Our and future generations deserve a true change, and should demand one. When we remain uninformed. We remain unfree.

How free are we? What does it imply? Perhaps the famous contemporary philosopher Slavoj Zizek said it best: we feel free because we lack the very language to articulate our (inherent) unfreedom

VersioVulgate !

Sympathisant

De auteur van deze tekst wenst voorlopig

anoniem te blijven - je kan hem enkel volgen via

zijn blog op http://versiovulgata.tumblr.com

Page 22: Blauwzuur 2 (2011-2012)
Page 23: Blauwzuur 2 (2011-2012)

MENUEendenleverpastei "cuit au torchon" met uienconfijt en geroosterd meergranenbroodMechelse Koekoek "en croustillant de sel de Guérande" met Samber-en-Maas saus en krielaardappeltjesCrême brûlée met vanille, bourbon en specerijen, coulis van mango

Page 24: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-23-

Het einde van de Euro: Johan Van Overtveldt op bezoek bij LVSV Brussel

O p dinsdag 25 oktober mocht LVSV Brussel tot haar groot genoegen Johan Van Overtveldt, econoom en hoofdredacteur van

zowel Knack als Trends, in haar midden verwelkomen om zich te vergapen aan zijn kennis van zaken en inzicht in het actueel economisch en politieke euro-vraagstuk. Mocht u bovenstaande zin wat overdreven vinden, dan betreur ik dat u desbetreffende dinsdag niet aanwezig was om het schouwspel zelf mee te maken. Maar goed, hier volgt een kort verslag van de uiteenzetting van onze gastspreker Johan Van Overtveldt.

De heer Van Overtveldt werd ingeleid door Pieter Cleppe, die na een korte beschrijving van de huidige financiële situatie afsloot met lovende woorden, waaronder de opmerking dat onze gastspreker al in 2009 een mogelijke splitsing van de euro ter sprake had

gebracht. Een hersenspinsel dat toen nog beschouwd werd als doemdenkerij maar ondertussen pijnlijk dicht bij de waarheid ligt en zelfs één van de weinige uitwegen zou kunnen zijn voor de huidige crisissituatie. Alvorens zijn redevoering aan te vatten, deed de euro-profeet ons een belofte: de top die de dag nadien zou plaatsvinden (de Europese Raad van 26 oktober red.) waarop men zogezegd tot een oplossing zou komen, zal zeker niet de laatste zijn in haar soort. De komende weken zouden er zeker meerdere volgen (en wederom had Van Overtveldt gelijk). Niettegenstaande zou de top van de Europese staatshoofden wel belangrijk zijn. Vervolgens nam hij de punten door waarover men het op deze top hoofdzakelijk zou hebben.

Page 25: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-24-

DE EERSTE VAN DE LAATSTE REEKS TOPPEN

En, hoe kan het ook anders, hoofdpunt op de agenda: Griekenland. De Griekse economie kampt met ernstige problemen. Een werkloosheids-percentage van 20 à 30% en een krimpende economie (ca. 8% per jaar) maken het onmogelijk om de begroting op orde te krijgen. Elke (opgelegde) besparing nu levert vooral een sterke depressie op korte termijn op. Historisch gezien is er nog nooit een land uit een dergelijke situatie geraakt zonder enorme devaluatie van haar munt (grootorde -80%). Een devaluatie brengt een enorme boost in de export (en voor Griekenland: het toerisme) te weeg die zorgt voor een positieve handelsbalans en het ontstaan van nieuwe opportuniteiten waardoor de eigen economie weer stevig kan groeien (ook IJsland is zo uit haar financiële crisis van 2008 geraakt). Griekenland kan echter geen devaluatie van haar munt doorvoeren omdat ze met de euro werkt. Daarom zouden de Grieken in de eerste plaats vooral uit eigen belang beter uit de eurozone stappen. Dit zou uiteraard een onmiddellijke verarming tot gevolg hebben door het wegvallen van de euro-zeepbel die de Grieken zo lang boven hun stand deed leven. Desalniettemin biedt het wel toekomstperspectieven. Want de massale besparingen die op de top worden besproken om de begroting van Griekenland op orde te brengen veranderen de situatie totaal niet. Ondertussen is de top al afgelopen en is er onder andere een kwijtschelding van de Griekse staatsschuld toegekend van 50% - een zogenaamde haircut. Met deze schuldenreductie zou Griekenland over 10 jaar op een schuldenquote van

120% moeten uitkomen (voor de maatregel bedroeg de schuld 170% van het BBP).

Ook Portugal verkeert in een gelijkaardige situatie en zou uit eigenbelang best de eurozone verlaten om een situatie als Griekenland te voorkomen. Een interessante voetnoot hierbij is dat Portugal en Griekenland elk maar 2% van de economie van Europa vertegenwoordigen. Politieke besluiteloosheid zorgt ervoor dat deze problemen gigantische gigantische proporties aannemen. Het zijn niet zo zeer deze twee landen die de Europese crisis op hun geweten hebben, maar het

is vooral het besef dat er grotere economieën binnen de EMU in eenzelfde crisis kunnen belanden die dan wel catastrofale gevolgen zou

hebben. De vooraanstaande politiekers in de betere (noordelijkere) economieën willen daarenboven geen gezichtsverlies leiden bij hun eigen kiezers; kiezers die in het algemeen de voorkeur geven aan kordate (eerder bestraffende) maatregelen. Deze voorkeur is een logische reactie op het stereotype van de hardwerkende Noord-Europeaan en de luie zuiderlingen dat in de media wordt opgevoerd. De speculanten die bepaalde eurolanden viseren dragen uiteraard ook bij aan de uitvergroting van het probleem maar liggen geenszins aan de basis ervan. Of men hun 'speculatief' gedrag als onethisch moet beschouwen is echter een vraagstuk op zichzelf. Van Overtveldt zelf leek aan te geven dat men de speculanten niets kan verwijten en ik ben geneigd om hem in deze redenering te volgen.

Een tweede agendpunt dat Van Overtveldt aanhaalt zijn de Europese banken. Bijna alle banken zitten in

Als je weet dat de 3 grootste Franse banken samen een schuld hebben van 250% van het Franse BBP dan behoeft de ernst van dit probleem en de nood aan oplossingen niet veel verdere uitleg

Page 26: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-25-

moeilijkheden, er is weinig vertrouwen en even weinig transparantie. Wanneer de financiering vanuit de markt wegvalt (doordat klanten hun vertrouwen verliezen) komen banken zwaar in de problemen. Als je weet dat de 3 grootste banken van Frankrijk samen een schuld hebben die overeenkomt met 250% van het Franse BBP dan behoeft de ernst van dit probleem en de nood aan oplossingen niet veel verdere uitleg. Ondertussen werd besloten dat het eigen vermogen van de Europese banken met zo’n € 106 miljard zou moeten worden versterkt maar de vraag is of dit volstaat.

Als laatste punt punt besprak Van Overtveldt het Europees financieel stabiliteitsfonds (EFSF). Dit fonds is groot genoeg om Griekenland en Portugal te redden, maar als Spanje en Italië straks volgen zijn de middelen ontoereikend. Van Overtveldt stelt 2 uitwegen voor. Enerzijds het vergroten van het budget door de mogelijkheid te bieden kredieten aan te gaan. De ervaring leert ons dat dit tot een ‘sudden death’ situatie leidt. Een andere mogelijkheid bestaat erin om het fonds

om te vormen tot een verzekeraar. Deze zou dan een garantie ten belope van 20% geven op nieuwe uitgegeven staatsschuld. In de praktijk komt dit er op neer dat een land als Duitsland garant staat voor Griekenland. Sterke economieën krijgen te maken met veel meer ‘onzekerheden’ op hun balans, waardoor ze hun AAA ratings verliezen en dus ook de waarde van de garantie verloren gaat. Kortom: door het huidige beleid zijn we in een onhoudbare situatie voor de toekomst terechtgekomen. Zelfs Duitsland stevent met het huidige beleid af op een gigantisch begrotingstekort op lange termijn. Daarom is het beter om nu te saneren, want later zal de kost veel groter zijn.

OORZAAK EN GEVOLGDe voedingsbodem van de huidige problematiek kan getraceerd worden tot aan het begin van de Europese Monetaire Unie (EMU) in 1999. Voor een goedwerkende monetaire unie moet men namelijk aan 2 basisvoorwaarden voldoen: een flexibele arbeidsmarkt en coherent overkoepelend politiek beleid. Met onze gefragmenteerde

LVSV in beelden (I)

Willy Claes komt als oud student

van de VUB met veel plezier

een volle zaal toespreken!

Page 27: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-26-

arbeidsmarkt en diverse politieke organen met hun eigen beleid voeren voldoen we niet aan deze twee voorwaarden. Uiteindelijk kwam Van Overtveldt tot de conclusie dat het kapitaal voor het redden van onze economie van buiten Europa zou moeten komen, want in Europa kunnen we amper nog kapitaal bijmaken (de financiële wereld is niet meer betrouwbaar en de overheidsschulden zijn te hoog). De V.S. heeft echter al laten weten dat ze niet geïnteresseerd zijn en ook China heeft (ondertussen) laten merken dat het niet geïnteresseerd is in een herkapitalisatie van het IMF zonder dat daar tegenover bepaalde voorwaarden geplaatst worden (bijvoorbeeld een toename van haar stemkracht. Momenteel heeft China een stemkracht van 2.05% wat zeer weinig is als je weet dat bijvoorbeeld België 1.07% heeft.)

Om deze deprimerende conclusie af te sluiten werd er nog op een andere mogelijke uitweg geduid: indien een groot land als Duitsland beslist om uit de EMU te stappen en terug haar eigen munt te hanteren, de andere grote

landen hierop zullen volgen. Dan gaan we op een zeer chaotische manier terug naar nationale munten maar zou er op termijn wel weer stabiliteit mogelijk zijn. Wat zou er dan gebeuren met België? Kan Vlaanderen in zo'n situatie haar economisch wagonnetje aan de trein van Duitsland haken en wordt Wallonië verplicht om zich voortaan te behelpen met een veel zwakkere euro? Dit zijn de onbeantwoorde vragen op het einde van de lezing die tot nadenken aanzetten.

Bestuurslid

GillBalcaen

Johan Van Overtveldt schreef recent een boek

over deze problematiek getitteld "Het einde van

de Euro". Het boek is zowel in het Nederlands als

in het Engels beschikbaar en is te vinden in de

betere boekhandel.

Ook de activiteit met Pieter

Cleppe en Johan Van

Overtveldt kan op veel bijval

rekenen

Na een boeiende uiteenzetting worden er dan ook een heleboel interessante vragen gesteld!

Page 28: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-27-

Een Oostenrijks Summa Contra Gentilis: ter verdediging van de Misesiaans- Rothbardiaanse orthodoxe leer

I n deze tekst is het onze bedoeling om enkele misverstanden omtrent de Oostenrijkse School, en dan in het bijzonder haar methodologie, uit de wereld te helpen. Dit omdat vele van die misverstanden dermate onuitroeibaar blijken te zijn, dat ze quasi door alle criticasters van de Oostenrijkse School worden

herhaald. In deze versie beperken we ons tot een verdediging van de Oostenrijkse methodologie. Deze tekst is een ingekorte versie van een tekst die online werd gepost en dit naar aanleiding van het artikel "A Hangover Theory" - geschreven door Michael Van de Velde en dat in de vorige editie van Blauwzuur verscheen. Voor de langere versie, waar we op meer zaken ingaan die problematisch zijn in Van de Velde zijn tekst, kan u hier: tinyurl.com/blauwzuur terecht.

Terminologie & Achtergrond

De reden waarom de Oostenrijkse School vaak wordt gelijkgesteld met een hardleerse aanpak die uiteindelijk tot niets anders kan leiden dan een quasi-religieuze, sektarische attitude kan wellicht gevonden worden in het bedrieglijk taalgebruik van haar voornaamste protagonist, Ludwig von Mises. Mises’ vocabularium is immers sterk doordrenkt met kantiaanse terminologie, waarvan de hernieuwing van het begrip ‘synthetisch a priori’ allicht de meest bekende is.

Mises’ terminologie is echter bijzonder verwarrend, en doet overigens ook geen

recht aan de manier waarop de praxeologie de facto opereert. Maar indien we Mises’ verwarrend begrippenapparaat hertalen in adequatere termen, kunnen we allicht wel tot een beter begrip komen van de Oostenrijkse School.

Die termen kunnen we terugvinden in de eigenlijke stamvader van de Oostenrijkse School, Carl Menger. In tegenstelling tot Mises stond Menger veeleer onder de invloed van een sterke Aristoteles-revival die op gang kwam in Oostenrijk in de tweede helft van de negentiende eeuw, en leidde tot wat soms ook wel de ‘tweede’ Oostenrijkse School wordt genoemd rond

Page 29: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-28-

Na een stevige vergadering

kunnen is het tijd om te nixen in

het gras - met een pintje -

uiteraard!

Gregory en Julie hebben dolle

pret tijdens het inkopen

Op hetzelfde moment maakt Jill het vuur voor de BBQ aan

Een heerlijke BBQ is altijd een

toffe activiteit om het jaar te

starten!

LVSV in beelden (II)

Page 30: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-29-

de filosoof Franz Brentano. Verrassend genoeg noemde Menger de economische theorie die hij ontwierp in reactie op de Historische School, jawel... empirisch! Een term die alleszins op het eerste zicht nogal haaks staat op entiteiten zoals het ‘synthetisch a priori’ en die hieraan gecorreleerde onderzoeksmethodes van Mises.

Het begrip ‘empirisch’ verwijst ook voor Menger naar de ervaring, een term die echter geenszins mag worden verward met de ‘empirie’ zoals die door positivisten wordt gehanteerd. Buiten empirisch noemt Menger zijn methode ook ‘causaal-realistisch’, ‘analytisch-decompositief’ en ‘exact’. Wat betekent dit allemaal?

Het uitgangspunt van menselijke handelingen

Iedere wetenschap maakt gebruik van inductieve en deductieve redeneervormen, opdat zij wetenschappelijk zou kunnen zijn. Met ‘inductie’ doelden we dan voornamelijk op het ervaringselement dat in iedere wetenschap moet optreden: het wetenschappelijke bedrijf is immers per definitie een menselijke activiteit (‘iets weten’), dus het is volledig uit den boze, zelfs mythisch, om aan het begin van een wetenschappelijke theorie enkele vaststaande, onwankelbare axioma’s te poneren waarop een hele theorie zou kunnen worden geconstrueerd. Het deductieve element verwijst dan weer naar de orde die geschapen wordt in de wetenschap; een orde die een reflectie is van de wereld zelf. Welnu, ook Menger erkent dat er in de wetenschap zo’n orde aanwezig is; een orde die aanvangt met de kleinste ‘empirische’ fenomenen -

bijvoorbeeld: menselijke handelingen - en uiteindelijk uitmondt in een theorie die meerdere fenomenen kan beschrijven via een complex web van interdependente relaties. Vandaar dat Menger het heeft over een ‘analytisch-decompositieve’ methode: complexe economische fenomenen kunnen worden ‘geanalyseerd’ in kleinere entiteiten die uiteindelijk in relatie tot elkaar staan. Beschouwen we bijvoorbeeld een fenomeen als “dalend grensnut”, dan kan dit complexe fenomeen uitsluitend verklaard worden door deze te herleiden tot meer fundamentele entiteiten zoals handeling, economisch goed, tijd en schaarste.

De bifurcatie tussen de zogenaamde menswetenschappen en de natuurwetenschappen ligt dus niet zozeer op methodologisch (zoals Mises beweerde), maar wel op ontologisch vlak, i.e. op het vlak van de studie van het onderzochte object. Geen enkele wetenschap kan

binnen een strikt inductief of deductief kader werken. De bedoeling van iedere wetenschap is echter wel om steeds tot de essentie der dingen door te dringen, opdat een universele wetenschap van een set van welbepaalde fenomenen kan worden uitgebouwd. Welnu, essentieel aan natuurlijke en fysische fenomenen is dat zij

hun wezenheid slechts indirect prijsgeven, namelijk middels kwantificeerbare grootheden. Een

algemene theorie over vallende objecten kan pas dan gegeven worden, wanneer de onderliggende fenomenen (men merke terug de analogie met een soort van ‘analytisch-decompositieve’ methode!) aan elkaar worden gerelateerd middels wiskundige relaties.

Een dergelijke mathematische benadering is

Page 31: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-30-

echter onmogelijk in de menswetenschappen. Om deze boude these kracht bij te zetten, kunnen we volgend voorbeeld nemen. Een theorie over ‘geluid’ kan het fenomeen in kwestie zowel beschrijven als natuurwetenschappelijk als geesteswetenschappelijk fenomeen. Binnen de natuurwetenschappelijke instelling kan geluid worden opgevat als een golf met een bepaalde frequentie en amplitude die mathematisch kan worden weergegeven. Als object van de geesteswetenschappen is geluid echter een niet-reduceerbaar fenomeen: indien we bijvoorbeeld een descriptief-psychologische analyse willen uitvoeren van de verschillende tonen die een mens kan waarnemen, heeft het geen zin om tonen te hertalen in wiskundige verhoudingen.

Ook het fenomeen ‘menselijke handeling’ kan aldus ressorteren onder twee wetenschappelijke benaderingen: neurobiologisch of menswetenschappelijk. De menswetenschapper bestudeert de handeling als een betekenisvol evenement dat niet dient te worden verklaard in causale verbanden, maar wel dient te worden beschreven in de bredere context van menselijke, intersubjectieve, economische, culturele,... objecten.

Wetenschap zoekt naar een complex geheel van interdependente relaties tussen concepten en wetten over niet-complexe fenomenen. Nu zijn er echter twee manieren om tot zo’n fundamenteel concept te komen: de ene is via inductieve generalisatie uit eerdere ervaringen (experimenten), de andere via de onmiddellijke evidentie van zo’n ervaring; in beide gevallen betreffen het echter aposteriorische concepten. Dat het handelingsaxioma, zoals dit door Mises wordt geformuleerd, geldt als een evident

principe, blijkt uit het feit dat de ervaring van het menselijk handelen niet kan worden ontkend op straffe van een performatieve contradictie: ik kan onmogelijk ontkennen dat ik een niet-handelend wezen ben, omdat het vormen van een cognitief oordeel hieromtrent reeds zelf een handeling is. Merk dus op dat zelfs de formele menswetenschappen, waarvan de praxeologie (simpelweg: de leer van het menselijk handelen) een onderdeel is, uiteindelijk wel degelijk een beroep moeten doen op de ervaring, of empirie in de Mengeriaanse zin: het basisbegrip van het menselijk handelen is een gegeven uit de ervaringswereld, zij het echter dat het met onmiddellijke, intuïtieve evidentie is gegeven.

Het handelingsconceptHoewel het handelingsconcept (we verkiezen deze term boven de nogal dubieuze term handelingsaxioma dat iets teveel neigt naar een inadequaat rationalistisch paradigma) de meest

fundamentele is van alle praxeologische concepten, zijn er zeker nog andere categorieën die mee in dit concept zijn besloten,

bijvoorbeeld tijd en schaarste, waarmee een menselijke handeling steeds wordt geconfronteerd. Dit zijn reeds enkele fundamentele gegevens waarmee reeds een grote portie praxeologische theorie kan worden opgebouwd, bijvoorbeeld dat gegeven het menselijk handelen in een context van tijd en schaarste, hij zijn voorkeuren zal moeten rangschikken in een bepaalde hiërarchie, waarmee aldus de wet van het dalend grensnut kan worden geformuleerd. Wat voor vele neoklassieke economisten zo aanstootgevend is, is het feit dat de adepten van de Oostenrijkse School zo snugger en alwetend zouden zijn om een heel corpus van economische wetten te formuleren (gaande tot een

De bifuricatie tussen de zogenaamde mensweten-schappen en de natuur-wetenschappen ligt dus niet zozeer op methodologisch (zoals Mises beweerde) maar wel op ontologisch vlak

Page 32: Blauwzuur 2 (2011-2012)

verklaring van algemene conjunctuurcycli) vanachter het bureaublad. Door de opponenten van de Oostenrijkse School wordt de praxeologie dan ook al vaak bestempeld als een “leuningstoel-wetenschap”, alsof je de grootste economische raadsels en enigma’s die de mensheid tarten kunt oplossen in dezelfde tijdspanne als het invullen van een Zweeds kruiswoordraadsel. Die beschuldiging wordt eveneens door Van de Velde in de schoenen geschoven van de Oostenrijkers, maar is volledig verkeerd.

De Oostenrijkers beschouwen de conclusies van hun deductieve redeneringen zeker niet als het alfa en omega beschouwen van de economische wetenschap. Natuurlijk moet hier opgemerkt worden dat sommige Oostenrijkers - waaronder Mises zelf - ook wel deels verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor deze verwarring. Soms kan Mises (en zijn dichtste volgeling Murray Rothbard) gelezen worden als te beweren dat economische wetenschap het logisch equivalent is van de deductieve conclusies van economie. Maar dit negeert de meer belangrijke inzichten van Mises (en Rothbard) dat deze economische theorievorming altijd tot doel heeft om de empirische wereld te begrijpen.

Theorie en GeschiedenisVooreerst nemen de deducties die de Oostenrijkers maken steeds de vorm aan van zogenaamde ceteris paribus-wetten: indien A, dan B. Of: indien A of B, dan C. De formules ‘indien... dan’, wijzen er dus op dat de praxeologie onder geen enkel beding actuele economische gebeurtenissen wenst te incorporeren op het niveau van theorie vorming (en daar is geen enkel probleem mee); noch dat de A in de ceteris paribus-clausule steeds een noodzakelijke

voorwaarde zou zijn opdat B (het is immers mogelijk dat B door andere redenen wordt veroorzaakt) zou plaatsvinden. Een praxeologische wetmatigheid zoals “indien

de vraag naar een bepaald goed stijgt en de aangeboden hoeveelheid blijft constant, dan zal de prijs stijgen” geeft bijvoorbeeld wel een adequate indicatie wat er zou gebeuren indien de vraag stijgt, maar impliceert geenszins dat andere factoren - bijvoorbeeld een slechte oogst indien het goed in

kwestie graan of fruit betreft - hierin niet zouden kunnen meespelen. Van de Velde klaagt iets gelijkaardig aan door te stellen dat de deductieve logica ‘zich erg slecht verleent om te nuanceren’. Dit is natuurlijk waar, op het niveau van theorie vorming - of de vorming van praxeologische waarheden. Maar de vraag is: wat zou hier mis mee zijn? Immers: een praxeologische waarheid is nog geen beschrijving van een historisch fenomeen. Alleen; elk historisch fenomeen kan nooit een weerlegging zijn van een praxeologisch fenomeen; alleen kan het zijn (en zal het doorgaans zeker zo zijn) dat verschillende praxeologische proposities van belang zijn om een bepaald situatie te begrijpen, waardoor de uiteindelijke ‘uitkomst’ zal afhangen van de concrete empirische werkelijkheid. Het is op dat niveau dat er ‘genuanceerd’ wordt en het is daar dan ook dat er genuanceerd kan worden. Inderdaad: zoals Van de Velde zegt: praxeologische waarheden kunnen perfect een causaal verband aantonen en laten niet toe om ‘hoofd- van bijzaken te onderscheiden’. Het is echter niet zo dat de Oostenrijkers dan in het duister tasten. Wat ze dan wel doen is concreet historisch onderzoek naar de hoofd- en bijzaken van een bepaald historische gebeurtenis. Van de Velde lijkt te denken dat de praxeologische waarheden het alpha en omega is van economie; maar het is (hoogstens) het

-31-

Page 33: Blauwzuur 2 (2011-2012)

alpha en omega van praxeologische waarheidsvorming, waarna aan economische geschiedenis moet gedaan worden. Als Van de Velde beweert dat de Oostenrijkse school dus geen ‘accenten’ kan leggen, dan vrezen we dat we moeten concluderen dat de heer Van de Velde verkeerd zit.

Het is dus allerminst zo dat de deducties van de praxeoloog de economische werkelijkheid in al zijn facetten zouden kunnen dekken. De concepten waarmee de praxeoloog werkt zijn immers formeel: zij zeggen niets over hoe een bepaald individu in zijn handeling wordt gemotiveerd; enkel dat het handelt. Dit is natuurlijk manifest verschillend van de inductieve methode zoals door de neoklassieke economen wordt gehanteerd, waarin onrealistische concepties van de mens (zoals het homo economicus-model) slechts hypothetisch worden geformuleerd zonder dat die ook maar enige grond in de werkelijkheid zelf

zouden hebben. Maar net door de loutere formaliteit van de concepten waarmee de praxeoloog werkt, zijn ook zijn waarheidsaanspraken niet absoluut. In tegenstelling tot de econometrist weet de praxeoloog immers maar al te goed dat de werkelijkheid veel te complex is om in één formule te kunnen vatten. Veeleer moeten de deductieve conclusies van de praxeologie beschouwd worden als een soort van raamwerk; een theoretisch kader waarbinnen de econoom ook particuliere fenomenen, desnoods via inductie, kan verklaren. Dat de praxeoloog dus tegen een toetsing van zijn theorieën aan de economische (‘empirische’) werkelijkheid zou zijn, is complete nonsens en van dezelfde grootorde als een wiskundige die bezwaar zou hebben dat zijn theorieën ook praktische toepassing krijgen in de fysica: de categorieën waarmee de praxeoloog werkt zijn immers ‘leeg’ zolang zij niet worden ingevuld door specifieke data. De praxeologie is dus, met andere woorden,

-32-

Page 34: Blauwzuur 2 (2011-2012)

slechts een deel van het verhaal bij het opstellen van een meer particuliere economische theorie. Het opstellen van het verklaren van een concreet historisch (economisch fenomeen) moet dus geïnformeerd worden door economische theorie - fundamentele praxeologische waarheden zijn altijd noodzakelijk waar - maar kan, natuurlijk, interessante inzichten bieden in de natuur van reële economische geschiedenis. Bijvoorbeeld: als blijkt dat in een bepaalde periode het aanbod van een goed steeg terwijl de prijs van het goed evenzeer steeg is dit geen weerlegging van de praxeologische wet van vraag en aanbod, maar kan de economisch historicus wel concluderen dat er andere effecten ook aan het werk waren - bijvoorbeeld een veel grotere stijging van de vraag. Bovendien ontlenen die praxeologische concepten, zoals reeds eerder aangegeven, uiteindelijk hun geldigheid aan de werkelijkheid zelf. Het is dus inderdaad best mogelijk dat concepten zoals dat van het menselijk handelen in een zeer verre toekomst “gefalsifieerd” kunnen worden, alleen rijst dan simpelweg de vraag in hoeverre dit wel een plausibele mogelijkheid is.

Na dit algemeen overzicht over de relatie tussen theorie en theorie vorming enerzijds en theorie en praktijk anderzijds, hopen we dat de misverstanden die uit de heer Van de Velde zijn tekst blijken uit de wereld geholpen zijn.

ConclusieWe hebben getracht enkele mythes uit de wereld te helpen gegeven de methodologie van de Oostenrijkse school. In aanvulling daarvan hebben we getracht uit te leggen waarom het niet de Oostenrijkse school is,

maar het positivisme dat begraven moet worden in de eeuwige wijsgerige jachtvelden. Dit is niet om te zeggen dat alle economische bijdragen die vallen onder ‘de neo klassieken’ volledig rommel zijn. Maar hoe meer ze geïnformeerd worden (al dan niet bewust) door een (impliciete) Oostenrijkse methodologie, des te beter. We moeten wel 1 ding opmerken dat volledig correct is volgens de heer Van de Velde: indien een Oostenrijker en een ‘Neo-Klassiek’ (een inductivist/positivist) samen in discussie gaan, zal een van de twee bekaterd terug komen. Maar, zoals we hier hebben aangetoond, het zal niet de

Oostenrijker zijn die zo moet terug komen, alhoewel het fenomeen van ‘pure frustratie’ menig Oostenrijker niet vreemd zal zijn na een discussie met iemand die zo’n achterhaald

en wijsgerig waardeloos concept verdedigt als het positivisme.

De bifuricatie tussen de zogenaamde mensweten-schappen en de natuur-wetenschappen ligt dus niet zozeer op methodologisch (zoals Mises beweerde) maar wel op ontologisch vlak

Lode Cossaer

Oud Politiek Secretaris LVSV Nationaal

XavierMeuldersLid LVSV Leuven

-33-

Page 35: Blauwzuur 2 (2011-2012)

Lode Cossaer

-34-

Wie reclame maakt op de radio

(FM Brussel) en de campus

volplakt met affiches

rekruteert al snel een pak

nieuwe leden!

Na een leuke speech van onze voorzitter

start de eerste activiteit van het LVSV -

het openingsdebat met de provoceerende

titel "België naar de maan?"

De uitgenodigde politiekers geven het beste van zichzelf en dat kan op veel bijval rekenen onder het studentenpubliek

LVSV in beelden (III)

FOTO

S O

PEN

ING

SD

EBAT (

c) K

elly

Lan

gen

us

Photo

gra

phy

Page 36: Blauwzuur 2 (2011-2012)

Weg met het Kapitalisme ... ... Leve de Vrije Markt!

Capitalism?

De meesten die zich associëren met het liberalisme, alsook de grote mainstream van economen en politici, zullen als meest gewenst economisch model het 'kapitalisme' aanduiden. Dit geeft natuurlijk al aan hoe de invulling van dit begrip hemelsbreed kan verschillen, en hoe er een semantische verwarring is ontstaan. Onder vele mensen - studenten, burgers, kiezers - heerst er kritiek op het huidige sociaal en economische systeem, dat men als kapitalisme omschrijft, en dat de laatste jaren een substantiële crisis beleeft. Uiteraard is deze kritiek terecht. Eigenlijk al sinds de vormgeving van de moderne samenleving, maar steeds meer ontspoord doorheen de tijd, staat wat men het kapitalisme noemt niet voor handel gebaseerd op contractuele vrijheid en eigendomsrechten maar voor

gepriviligeerde ondernemingen gedragen door een coërcieve overheid.

Selectieve belastingen, subsisdies, protectionisme, productregulering, licenties en vergunningen, intellectuele eigendomsrechten,...legislaties die er zijn om handel 'eerlijker' en 'voordeliger voor het volk' te maken maar vaak tot stand

komen onder druk van een rijke en/of politiek machtige lobbymachine. Het is een illusie om te denken dat de meeste ondernemingen tegen regulering zijn, ze houden

ervan, en het spreekt voor zich dat dit niet is vanwege het maatschappelijke nut ervan. Grote bedrijven willen geen vrije handel, want dat betekent concurrentie, en dat betekent dat hun winsten onder druk staan. Bedrijven willen winst maken, en politici willen herverkozen worden, en ze kunnen mekaar daar perfect bij helpen. Uiteraard

De crisistijden die we nu beleven zijn ideaal om wijd en luid te verduidelijken wat precies het verschil is tussen vrije markten en de huidige invulling van kapitalisme (crony kapitalisme, casino-kapitalisme...)

-35-

Page 37: Blauwzuur 2 (2011-2012)

komen een deel van voornoemde beperkingen op de vrije markt er niet louter uit corruptie maar eerder uit een valse logica over bescherming van de consument of bescherming van een bepaalde industrie ter bevordering van de maatschappelijke welvaart. Liberalen mogen zich niet laten vangen door blind alles wat met ondernemen en de bedrijfswereld te maken heeft te adoreren. Optimale vooruitgang kan slechts gebeuren in een openmarktstructuur waar innovatieve bedrijfsorganisaties en technologieën een eerlijke kans maken, en niet in een artificiëel quasi-monopolistisch of oligopolistisch landschap met hoge toegangsbarrieres opgeworpen door een populistische kleptocratie.

Socialist ends, market meansHet bestrijden van sociale ongelijkheid en structurele armoede, het tegenstaan van rigide structuren voor privileges voor een economische en politieke elite, aandacht voor duurzaamheid,...zijn doelen die iedereen gemeen zou moeten hebben met de socialist. Dat deze doelen bereikt zouden kunnen worden onder het commando van een uitgebreide, dure en inherent corrupte staat is al meermaals in de geschiedenis (en nu nog elke dag opnieuw)

tegengesproken door de realiteit. Het is dan ook niet te begrijpen dat mensen die protesteren tegen wantoestanden die overduidelijk het gevolg zijn van overheidsfalen en corporatisme (bankencrisis, schuldencrisis, energiecrisis,...) vragen voor meer ingrijpen vanwege de overheid. In een vrijgemaakte markt, binnen het kader van niet-coërcieve instituties is er veel meer plaats voor kleinere ondernemingen, innovatie, sociale responsabilisering, eerlijke aftoetsing van de wenselijkheid van ideeën en producten, lagere prijzen en hogere lonen door concurrentie, risico gedragen door inversteerders en niet door belastingbetalers.

DemocrazyDe crisistijden die we nu beleven zijn ideaal om wijd en luid te verduidelijken wat precies het verschil is tussen vrije markten en de huidige invulling van kapitalisme (crony kapitalisme, casinokapitalisme,...) en hoe men het falen hiervan oorzakelijk kan verbinden met regulering van en machtsuitoefening over zogenaamde vrijemartkondernemingen door overheden en hun talrijke instanties. Vrije markten zorgen voor een machtsevenwicht tussen ondernemingen en consumenten, tussen

-36-

Page 38: Blauwzuur 2 (2011-2012)

Ondervoorzitter

ToonBosmans

ondernemingen en werknemers, tussen ondernemingen en investeerders. Ondernemingen zitten in een benauwde positie waar zij telkens opnieuw het beste van zichzelf moeten geven om consument en werknemer tevreden te houden, gecontroleerd door investeerders die het volledige risico dragen. Politiek verstoort dit machtsevenwicht, en het instrument van de politiek is democratie. Is democratie dan iets slechts? Op zich natuurlijk niet, maar de overheid misbruikt het om zichzelf de legitimatie te geven om vanallesennogwat in te voeren. Meer nog, zeer vaak hebben maatregels de regelrechte intentie om een kiezerspubliek tevreden te stemmen, zonder aandacht voor de ware effecten ervan. Er zit ook moreel inherent een geurtje aan zelfs de puurste vorm van democratie: als een bepaald percentage van de bevolking vindt dat homo's, rechten voor vreemdelingen, gele jassen,... verwerpelijk zijn, moet dit dan per wet verboden worden? Dit eerder triviale voorbeeld geldt voor alle wetten en illustreert het beslissingsrecht van willekeurige mensen over de levenssfeer van een individu.

Uiteraard is totalitarisme niet het beoogde alternatief, maar een minimalisatie van de macht die een overheid kan uitoefenen is dat wel. Democratie via politici en bureaucratie zal nooit 'democratisch' zijn, democratie via vrije markten wel. Aan iedereen die het oneens is met de sociale en economische gang van zaken: meer regulering en meer overheid leiden onvermijdelijk tot meer croonyism en tot meer schuld en belastingen. Kies voor de vrijheid voor mensen om samen te werken aan oplossingen, te handelen, te beslissen over arbeid en kapitaal - kies niet voor politici...

C opyright. Ook Justin Bieber heeft er problemen mee! De tienerster haalde enige tijd geleden het wereldnieuws toen

bleek dat er in het Amerikaanse congres een wetsvoorstel werd ingediend waarin vermeld stond dat iedere Amerikaan een flinke straf zou kunnen krijgen als men auteursrechtelijk beschermd materiaal op internet zet en men daar commercieel beter van zou worden. Laat het nu net wezen dat dit meisjesidool enkele jaren geleden is doorgebroken door zijn filmpjes op YouTube, waarin hij liedjes van andere artiesten zingt. Met die hits heeft hij volgens dit wetsvoorstel dus een strafbaar feit gepleegd, waardoor hij een gevangenisstraf van vijf jaar riskeert... Bieber-fans proberen nu, door gebruik te maken van online-petities, gephotoshopte beelden van Justin Bieber in de gevangenis en andere ludieke acties, de Amerikaanse politici tot nadenken aan te zetten.

De duistere kant van het (c)opyright: op zoek naar een alternatief

-37-

Page 39: Blauwzuur 2 (2011-2012)

Maar wat is copyright nu eigenlijk? Met copyright wordt verwezen naar de auteursrechtelijke bescherming van een werk. Auteursrecht is het exclusieve recht van de maker van een werk van literatuur, wetenschap of kunst om te bepalen hoe, waar en wanneer zijn werk wordt openbaar gemaakt of verveelvoudigd. De maker heeft het alleenrecht om het werk te exploiteren en kan voorwaarden stellen aan diegenen die iets met het werk willen doen. Natuurlijk is het onmogelijk om als auteur van een werk deze controle zelf na te gaan. Daarom bestaat er in ons land de “Société d’Auteurs Belge – Belgische Auteurs Maatschappij”, of kortweg gekend onder de naam SABAM.

SABAM en de NeveneffectenU wilt een dansfeest organiseren maar wenst hierbij geen auteursrechten te betalen? Geen probleem, zolang u dan maar beschikt over een ruimte van maximum 0,99 m² en artiesten uitnodigt

zoals Suzi Wan, Ken Wood of Mister Cocktail & The Partymix. Absurd, niet?! Toch hoeft u niet te vrezen. Ookal zijn dit slechts enkele voorbeelden van overdreven voorwaarden, dan nog kan u zich verwachten aan een gepeperde factuur. Dit alles voor wat Aziatische eetwaren, een mixer, een fles cocktail en enkele partysnacks.

SABAM behartigt de belangen van haar leden op het gebied van de intellectuele rechten en deze auteursrechten uitkeert aan de rechthebbende auteurs, componisten, muzikanten, enzovoort. Enige maanden geleden kreeg de organisatie heel wat kritiek door een reportage in het televisieprogramma ‘Basta’, waarbij men namen van artiesten had verzonnen en aangaf dat deze fictieve personen, die dus niet aangesloten zijn bij SABAM, een optreden gaven. Jonas Geirnaert en co ontvingen als organisatoren toch een factuur en dus werd de geloofwaardigheid van SABAM sterk in vraag gesteld.

Waarom werd dit onderwerp eigenlijk aangekaart door deze heren van Neveneffecten? Vandaag is het zo dat auteursvereniging SABAM bij steeds meer organisaties auteursrechten komt innen. Zelfs kinderdagverblijven worden niet meer gespaard. Jawel, zelfs op een groot aantal kinderliedjes dient u een belachelijk hoge som aan auteursrechten te betalen. Basta trachtte dan ook aan te tonen in welke mate SABAM onterecht geld vraagt, daar men in feite alleen geld mag innen namens artiesten die bij de vereniging zelf of bij één van haar internationale zusterverenigingen is aangesloten.

Het lijkt dringend tijd dat SABAM als vertegenwoordiger van de auteurs-componisten aan evenementorganisatoren meer uitleg verschaft over wat er met het geïnde geld gebeurt. Transparantie over de werking en de tarieven is absoluut broodnodig. Daarnaast is het noodzakelijk dat men de beschermde werken online raadpleegbaar maakt. Hoe duidelijker het voor een organisator is of er effectief

De duistere kant van het (c)opyright: op zoek naar een alternatief

-38-

Page 40: Blauwzuur 2 (2011-2012)

auteursrecht verschuldigd is of niet, hoe beter. Een online-databank kan de opmaak van facturen vergemakkelijken en op deze wijze kan SABAM naar de buitenwereld toe correcter gaan optreden.

Auteursrecht in de muziekindustrieOndanks het feit dat SABAM misschien niet meteen de meest transparante en klantvriendelijke organisatie is, moeten we toch benadrukken dat het einde van de inning van het auteursrecht niet nabij is. De auteursrechtenorganisatie voert gewoon de opdracht tot inning uit zoals dat in de wet is vastgelegd. Dit dient niet om SABAM rijker te maken maar wel om de auteurs-componisten te vergoeden voor hun werk. Deze zouden door een afschaffing tot inning alleen maar gestraft worden. Daarnaast waren en zijn inkomsten uit auteursrechten een cruciale motor van de muziekindustrie. In onze huidige maatschappij is muziek niet weg te denken. De wachtzaal van de dokter is een stuk aangenamer met een streepje muziek, de muziek in het crematorium is een belangrijk onderdeel binnen het afscheid, het is dé stemmingsmaker in een café en het is de muziek die mensen naar festivals en fuiven lokt. Het klinkt dan ook logisch dat de bedenkers van die muziek recht hebben op een vergoeding voor het gebruik van hun muziek op die plaatsen.

Toch is het onmogelijk om exact te traceren welk nummer in welk café gedraaid werd én dat geld bij de juiste auteurs-componisten te krijgen. Geen enkele café-uitbater, dj, friturist of dokter ziet het zitten om de titels van alle gespeelde nummers door te geven. Mocht SABAM het al zien zitten om deze lijsten allemaal te verwerken, dan nog zou het kostenplaatje dat daaraan vasthangt enkel resulteren in het door SABAM afhouden van een hogere

werkingsvergoeding van de door te storten auteursrechten. Slecht nieuws dus voor de auteurs-componisten. Bijgevolg zoekt de auteursrechtenorganisatie een gulden middenweg tussen wat traceerbaar is en wat niet. De playlists van de grote radio- en tv-stations, de concerten in zalen en op festivals zijn gekend en worden goed verwerkt. En dan blijven er inderdaad een pak geïnde auteursrechten waarvoor er eigenlijk geen rechthebbenden te vinden zijn. Het geld van deze ‘ontoewijsbare’ auteursrechten zou echter niet bij SABAM

mogen blijven hangen, maar kan aan de aangesloten auteurs-componisten uitgekeerd worden.

Copyleft als aangeboden alternatiefDoor wie werd het omstreden wetsvoorstel in Amerika eigenlijk ingevoerd? Het wetsvoorstel is geïnitieerd door grote muziek- en filmondernemingen zoals de Recording Industry Association of America (RIAA) en de Motion Picture Association of America (MPAA). Op hun verzoek wordt in het voorstel een breed scala aan ‘onaanvaardbare’ social media activiteiten beschreven. Zo zou het strafbaar worden om covers van liedjes, karaokevideo’s, filmpjes van mensen die op muziek dansen of video’s waarop op de achtergrond muziek te horen is, op het internet te plaatsen. Rechtsvervolging of niet, de uitwisseling van films en muziek is vandaag zo sterk ingeburgerd dat de agressieve campagnes niet alleen het imago van de entertainmentindustrie aantasten, ook het auteursrecht zelf komt onder druk te liggen. Er is een ware opkomst van anti-copyrightgroeperingen en het valt op dat deze beweging – beter bekend als ‘copyleft’ – vooral in artistieke kringen veel weerklank vindt. Laat dat nu net degenen zijn die als

-39-

Page 41: Blauwzuur 2 (2011-2012)

de eerste begunstigden van het auteursrecht naar buiten treden.

Toch dient u zich niet te registreren bij een vereniging als SABAM om van het auteursrecht te kunnen genieten: het vloeit immers voort uit de scheppende arbeid zelf. De auteur kan uiteraard wel zijn of haar rechten afstaan of een exploitatievergunning op het werk verlenen aan een uitgever, een platenmaatschappij of een producer. Het beheer van de auteursrechten kan dan weer worden toegestaan aan een organisatie zoals het eerder vermelde SABAM. Een belangrijk concept binnen het auteursrecht is dat het steeds over een bundel rechten gaat. De auteur kan dus sommige praktijken toelaten en andere verbieden. Indien de auteur dit wenst kan hij op die manier steeds een bepaalde controle behouden over zijn werk.

Binnen de copyleft-beweging kennen we daarom ook verschillende licenties. Een van de bekendste licenties is Creative Commons licentie, gecreërd door de Amerikaanse advocaat Lawrence Lessig. Dit is een licentie waarbij de auteur op basis van zijn auteursrecht meer of minder restrictieve gebruiksvoorwaarden aan het werk koppelt, inclusief het verbod op een commerciële exploitatie van kopies van het werk. Een andere gekende copyleftlicentie is de GNU General Public Licention, of kortweg de GPL genoemd. Deze softwarelicentie tracht de vrijheid te garanderen dat men de software kan delen en wijzigen, en is bedoeld om er zeker van te zijn dat de software vrij is voor alle gebruikers. Hoewel ‘copyleft’ vaak als alternatief voor ‘copyright’ wordt voorgesteld, streeft men bij beide termen in feite hetzelfde doel na: enkel de schepper kan de exploitatie van zijn of haar werk toestaan of verbieden. Daar vaak de indruk

wordt gewekt dat het auteursrecht gelijkstaat met een recht op vergoeding, stelt copyleft het basisprincipe van het auteursrecht opnieuw centraal: de zeggenschap van de auteur over het werk.

Vandaag de dag lijken heel wat bekende en minder bekende artiesten echter de kant te kiezen van miljoenen ‘internetpiraten’. Deze copyleft-artiesten maken dankbaar gebruik van de "dubbele C" van de Creative Commons-licentie om hun fans duidelijk te maken dat ze hun favoriete songs volledig

legaal van het internet kunnen downloaden. Men kan er van overtuigd zijn dat er ook in het digitale tijdperk voor de muziek een toekomst is weggelegd. Muzikanten kunnen via

concerten heel wat meer verdienen als ze de platenmaatschappijen gewoon links laten liggen en ze het publiek via internet eerst gratis van hun muziek laten proeven. Want geef nu toe, wie heeft er het meeste recht om te genieten van de exploitatie van het werk, het platenlabel of de muzikant zelf?

Penningmeester

Dit jaar vertoonde LVSV Brussel de documentaire

"Rip! A Remix Manifesto" - een must voor

iedereen die meer wil weten over de copyleft

beweging!

Gregory De Schuyteneer

Hoewel 'copyleft' vaak als alternatief voor 'copyright' wordt voorgesteld, streeft men bij beide termen in feite hetzelfde doel na: enkel de schepper kan de exploitatie van zijn of haar werk toestaan of verbieden.

-40-

Page 42: Blauwzuur 2 (2011-2012)

Thomas BodequinBestuurslid

dhr. Boudewijn BouckaertVlaams Volksvertegenwoordiger LDD

dhr. Olivier CuvelierOud-voorzitter LVSV-Brussel

dhr. Alexander De CrooVoorzitter Open Vld & Senator

dhr. Herman De CrooMinister van staat, Volksvertegenwoordiger, Burgemeester van Brakel

dhr. Karel De GuchtOud-voorzitter LVSV-Brussel

mevr. Irina De KnopVlaams volksvertegenwoordiger Open Vld

dhr. Laurent De MeesterOud-voorzitter LVSV-Nationaal

dhr. Patrick DewaelOud-voorzitter LVSV-Brussel

dhr. André KempinaireOud-minister PVV

dhr. Christophe KoningsOud-Voorzitter LVSV-Brussel

ERELEDEN LVSV-BRUSSEL

Dieter KeutenVoorzitter

Toon BosmansOndervoorzitter

Gregory DeschuyteneerPenningmeester

Michael Van de Velde

Politiek secretaris

Caroline SneyersSecretaris

Thomas DonnezOud-Voorzitter

Alexander D'HondtBestuurslid

Paul D'HondtBestuurslid

Jitte AkkermansBestuurslid

Filip MoonsWebmaster

Graag stellen wij aan u onze ereleden voor. Dankzij hun gulle bijdrage wordt onze financiële onafhankelijkheid gewaarborgd. Wenst u ook erelid te worden? Dat kan, door €40 over te schrijven naar 363-0454905-15

-41-

Gill BalcaenBestuurslid

Page 43: Blauwzuur 2 (2011-2012)

-42-

Karel BurrickBestuurslid

Julie ClarysBestuurslid

Florent BaudewynsBestuurslid

Anne-Sophie KempinaireBestuurslid

Mitch DevinckAspirant

Olivier DinetAspirant

Steven DevlooAspirant

Dries NackaertsAspirant

Ilias ElssaydAspirant

Cédric MagermanAspirant

ERELEDEN LVSV-BRUSSELdhr. Georges LennsenBurgemeester Maasmechelen Open Vld

dhr. Laurent MaesOud-voorzitter LVSV-Brussel

mevr. Annemie NeytsMinister van Staat & voorzitter ELDR

dhr. Freddy NeytsOud-voorzitter LVSV-Brussel

dhr. Thomas RyckaltsVoorzitter Open Vld Brussels gewest

dhr. Bart TommeleinVlaams Parlementslid en senator Open Vld

dhr. Guy Vandermissen

dhr. Ludo VanderveldenOud-voorzitter LVSV-Brussel

dhr. Guy VanhengelFederaal vicepremier en minister van Begroting Open Vld

mevr. Els AmpeFractievoorzitter Open Vld Brussels Parlement

Page 44: Blauwzuur 2 (2011-2012)

Je vindt LVSV Brussel ook terug op Facebook, Twitter en Flickr