Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

32
VRIJ EN GEBONDEN GELOFTEN IN DE KERK DAAD VAN VRIJE WIL BINDEN MAAKT VRIJ Jaargang 90, juli 2012 geloof kerk mens maatschappij

description

Bisdomblad van 's-Hertogenbosch; Jaargang 90, Juli 2012

Transcript of Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

Page 1: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

VRIJ EN GEBONDEN

GELOFTEN IN DE KERK DAAD VAN VRIJE WIL

BINDENMAAKT VRIJ

Jaargang 90, juli 2012

geloof kerk mens maatschappij

Page 2: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

Vrijheid, gelijkheid en broederschap. Deze leuze werd

geïntroduceerd tijdens de Franse revolutie aan het eind

van de 18de eeuw. En wie deze zomer door Frankrijk

reist zal deze drie woorden als Liberté, Egalité,

Fraternité zien terugkomen op veel tympanen van

(staats)kerken en op de nationale uitvoering van de

euro. Drie woorden die met een beetje goede wil ook

als goede christelijke waarden te kenmerken zijn.

Vrijheid, daarover gaat het in dit Bisdomblad. Maar niet

slechts in de zin van vrij zijn om te doen wat je

Van de redactie

wilt - 'God noch gebod'- maar de vrijheid die een mens gege-

ven is om zich te binden aan wat goed is en de ziel bevrijdt

van de slavernij, zoals Mgr. Mutsaerts het zegt in zijn 'Woord

van de bisschop'. Vandaar het tweede zelfstandig naamwoord

in het thema: gebondenheid.

Vrijheid ruikt ook al een beetje naar de vakantie die voor

velen begonnen is of weldra beginnen gaat. Dat woord heeft

zijn oorsprong in het Latijnse 'vacare', wat open staan bete-

kent, maar ook jezelf leegmaken. Maar daarover meer in

het augustusnummer. Maakt u zich nu maar eerst leeg voor

Vrijheid en Gebondenheid.

Veel leesplezier!

Jaap van Eeden, en eindredacteur

16

26

8

4 Van de redactie 3Woord van de bisschop 4

Wat God verbindt... 6De trouwbelofte is een daad van de rede en van de wil van man en vrouw

Loyaal jegens de bisschop 8Het getuigenis van de loyaliteit tussen priesters onderling is van onschatbare waarde

diamantjes met randjes 10Drie jubilarissen kijken terug op 60 jaar priesterschap

“ik ben nu van de Kerk” 14Gonnie Spronk ontving 'maagdenwijding', bescheiden maar vastberaden

niet geroepen maar aangeraakt... 16Marianne van Hasselt werd geraakt door de spiritualiteit van de karmel

een band met europa 18Christelijke gemeenschappen werken aan een verenigd en solidair Europa

Bisdomnieuws 21Heiligenrubriek: pater Titus Brandsma 22Rubriek Catechese en Vorming: Jaar van Geloof 24Rubriek Liturgie: Constitutie Sacrosanctum Concilium 26Maandlezing 28Mededelingen 29Colofon/Liturgieschema 30Agenda van de bisschoppen 31

in dit nUMMer

Zowel voor bedrijven, particulieren of kerkelijkeorganisaties kunnen wij u van dienst zijn bij:

- hetvoerenvanfinanciëleadministraties- hetopmakenvanjaarrekeningen- het doen van belastingaangiftes- hetvoerenvansalarisadministraties

www.rcoppens.nl•073–6441508Wilhelminastraat1a•5243XARosmalen

KKG is de specialist voor het begeleiden van gebouwenvraagstukken

• Advisering en begeleiding rondom het afstoten van kerk(elijke) gebouwen

• Taxaties en verkoop van kerk(elijke) gebouwen

• Het verzorgen van de financiële administratie• Salaris- en / of traktementsberekeningen• Debiteuren- en crediteurenadministratie• Online boekhouden (Twinfield)

De administratieve dienstverlener voor kerken en instellingen

www.kkgkka.nl • T (033) 467 10 10

Een hele zorg minder...

Page 3: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

Vrijheid, gelijkheid en broederschap. Deze leuze werd

geïntroduceerd tijdens de Franse revolutie aan het eind

van de 18de eeuw. En wie deze zomer door Frankrijk

reist zal deze drie woorden als Liberté, Egalité,

Fraternité zien terugkomen op veel tympanen van

(staats)kerken en op de nationale uitvoering van de

euro. Drie woorden die met een beetje goede wil ook

als goede christelijke waarden te kenmerken zijn.

Vrijheid, daarover gaat het in dit Bisdomblad. Maar niet

slechts in de zin van vrij zijn om te doen wat je

Van de redactie

wilt - 'God noch gebod'- maar de vrijheid die een mens gege-

ven is om zich te binden aan wat goed is en de ziel bevrijdt

van de slavernij, zoals Mgr. Mutsaerts het zegt in zijn 'Woord

van de bisschop'. Vandaar het tweede zelfstandig naamwoord

in het thema: gebondenheid.

Vrijheid ruikt ook al een beetje naar de vakantie die voor

velen begonnen is of weldra beginnen gaat. Dat woord heeft

zijn oorsprong in het Latijnse 'vacare', wat open staan bete-

kent, maar ook jezelf leegmaken. Maar daarover meer in

het augustusnummer. Maakt u zich nu maar eerst leeg voor

Vrijheid en Gebondenheid.

Veel leesplezier!

Jaap van Eeden, en eindredacteur

16

26

8

4 Van de redactie 3Woord van de bisschop 4

Wat God verbindt... 6De trouwbelofte is een daad van de rede en van de wil van man en vrouw

Loyaal jegens de bisschop 8Het getuigenis van de loyaliteit tussen priesters onderling is van onschatbare waarde

diamantjes met randjes 10Drie jubilarissen kijken terug op 60 jaar priesterschap

“ik ben nu van de Kerk” 14Gonnie Spronk ontving 'maagdenwijding', bescheiden maar vastberaden

niet geroepen maar aangeraakt... 16Marianne van Hasselt werd geraakt door de spiritualiteit van de karmel

een band met europa 18Christelijke gemeenschappen werken aan een verenigd en solidair Europa

Bisdomnieuws 21Heiligenrubriek: pater Titus Brandsma 22Rubriek Catechese en Vorming: Jaar van Geloof 24Rubriek Liturgie: Constitutie Sacrosanctum Concilium 26Maandlezing 28Mededelingen 29Colofon/Liturgieschema 30Agenda van de bisschoppen 31

in dit nUMMer

Zowel voor bedrijven, particulieren of kerkelijkeorganisaties kunnen wij u van dienst zijn bij:

- hetvoerenvanfinanciëleadministraties- hetopmakenvanjaarrekeningen- het doen van belastingaangiftes- hetvoerenvansalarisadministraties

www.rcoppens.nl•073–6441508Wilhelminastraat1a•5243XARosmalen

KKG is de specialist voor het begeleiden van gebouwenvraagstukken

• Advisering en begeleiding rondom het afstoten van kerk(elijke) gebouwen

• Taxaties en verkoop van kerk(elijke) gebouwen

• Het verzorgen van de financiële administratie• Salaris- en / of traktementsberekeningen• Debiteuren- en crediteurenadministratie• Online boekhouden (Twinfield)

De administratieve dienstverlener voor kerken en instellingen

www.kkgkka.nl • T (033) 467 10 10

Een hele zorg minder...

Page 4: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

Ik ben zelf opgegroeid in een katholiek

nest, maar op het Atheneum werd het

katholieke erfgoed vervangen door de

schittering van met name de economie,

wiskunde en de grote literatuur die tot

vooruitgang zouden moeten leiden. Als

lethargisch wezen had ik weliswaar voor

het pretpakket gekozen, maar toch.

Moraal, zo was de opvatting sinds de stu-

dentenrevolte, hoort niet thuis op school,

omdat iedereen dat voor zichzelf maar

moest bepalen. Discussies over goed

en kwaad waren meer een kwestie van

smaak, als ze überhaupt al plaatsvonden.

Zo werd mijn middelbare schoolperiode

er een van gecultiveerde onverschilligheid

voor alles wat zich in de traditie als zinvol

voordeed.

Op de Universiteit van Tilburg – die tijde-

lijk zelfs omgedoopt werd tot Karl Marx

Hochschule – maakte ik kennis met

Kant’s idee dat het menselijk verstand

te beperkt is om de waarheid over God,

goed en kwaad te kennen, en leerde

Wittgenstein ons dat we moesten zwij-

gen waarover we niet kunnen spreken:

serieuze mensen houden zich bezig met

natuurwetenschappen en daar past reli-

gie niet bij.

Ik werd nog gered doordat ik op de

Rechtenfaculteit terecht kwam, hetgeen

toch een redelijke garantie is voor het

bewaren van je gezonde verstand (het-

geen wij van sociologen, psychologen

en ook theologen niet konden beweren).

Wellicht ben ik daardoor nog gered. Ik

heb het geloof nooit verloren. Waarom

weet ik eigenlijk ook niet zo. Als ik genoe-

gen had genomen met Kant’s dictum dat

de traditie geen legitieme bron is voor

kennis, zou ik daarmee mijn morele kom-

pas overboord hebben gegooid. Dan zou

ik alles wat ik aan beschaving van mijn

ouders had meegekregen, zijn kwijtge-

raakt.

De zo hooggeprezen (natuur)wetenschap-

pen zeggen namelijk niets over goed en

kwaad, terwijl deze toch juist onmisbaar

zijn voor het maken van zinnige keuzes.

Als we niet meer geloven in een morele

orde, verliest het leven zijn waarde, bete-

kenis en doel. Dan is alles aan elkaar

gelijk: dan is comazuipen van evenveel

waarde als studeren, is brutaliteit gelijk

aan hoffelijkheid, en uiteindelijk leven

aan dood. Als leidraad blijven dan alleen

de begeertes over. Je ziet dan ook om je

heen dat men eindeloos van hype naar

hype stuitert, want bevredigen doet het

nooit. Vraag aan een student waarom hij

een bachanaal prefereert boven Plato of

Augustinus, en hoongelach zal uw deel

zijn.

Toch lijkt mij niet dat mensen gelukkig

worden van vrijblijvend genot. We leven

dan ook in een tijd van schijnvrijheid, die

in wezen neerkomt op slavernij in de tred-

molen van de platte begeertes. We willen

hooguit nog iets politiek corrects roepen

over tolerantie en anti-discriminatie, of –

heel populair – dat we het milieu moeten

ontzien.

Wat zet het christendom daartegenover?

Allereerst biedt het leven van Christus

een krachtig voorbeeld voor mijn persoon-

Robert Musil schreef een fas-cinerend boek over een man

zonder eigenschappen. De hoofdpersoon – Ulrich - is een

verlichte jongeman met een graad in wiskunde en een rijk

sociaal leven, vol toekomstmo-gelijkheden. Hij ziet het leven

als een serie vrijblijvende moge-lijkheden. Hij fladdert van bloem tot bloem, nu eens filosoferend, dan weer fanatiek sportend om

zich even later weer vol over-gave in het nachtleven te stor-ten. Hij ontwikkelt geen vaste morele principes, neemt geen verantwoordelijkheid en slaagt er niet in zich ook maar ergens

aan te binden. Hij ontwikkelt een geest met vele facetten, maar hij wordt geen persoon.

Vandaar de titel van het boek: Der Mann ohne Eigenschaften.Ulrich is model geworden voor mijn generatie, die tijdens een borrel verklaart dat God dood

is en waarheid niet bestaat, hooguit ieders eigen waarheid.

Waarden en normen zijn derhal-ve toevallige voorkeuren van de smaakpapillen, de rede is slaaf van lustgevoelens. Het levens-

motto luidt dan ook: ik wil hele-maal nergens aan gebonden

zijn, dan ben ik pas vrij.

lijke ethiek. Jezus was niet politiek cor-

rect, maar heeft op een bovenmenselijke

manier de deugden beoefend. Hij heeft

zichzelf opgeofferd om vergeving te vra-

gen voor onze persoonlijke fouten en dwa-

lingen en Hij biedt hoop op eeuwig leven.

Om dit te ontvangen moeten we onze fixa-

tie op onze neigingen opgeven en onszelf

in dienst stellen van het goede. Dat bete-

kent dat je je wilt binden aan het goede

en juist dit bevrijdt de ziel van de slavernij

van de platheid. Juist deze gebonden-

heid aan wat goed is werkt bevrijdend.

Bovendien is het christendom van essen-

tieel belang voor het voortbestaan van

onze moderne idealen: Tolerantie is geen

uitvinding van John Locke, maar komt

voort uit Jezus’ gebod tot naastenliefde.

De mensenrechten zijn niet uitgevonden

door de Verlichting, maar borduren voort

op de christelijke natuurrechttraditie. Dat

geldt eveneens voor het grondbeginsel

van de moderne rechtsstaat, namelijk dat

burgers vrij zijn en bestuurders verplicht

zijn het algemeen belang te dienen.

Daarom bind ik me graag aan Christus.

Juist dan ben ik echt vrij. Vergelijk het

met een schip dat midden op volle zee

dobbert. De kapitein heeft de vrijheid alle

kanten in te varen. Maar alleen als hij

zich wenst te binden aan de richting die

het kompas hem wijst, zal hij de haven

bereiken.

Rob Mutsaerts

Vrijheid in gebondenheid

Jheronimus Bosch: Het narrenschip (1491 of later); Louvre, Parijs. Het schilderij is een zin-nebeeld op de wijsheid, zeden en goede rede en stelt een bont gezelschap op een schip voor in verschillende stadia van dronkenschap. De mensen in het midden zingen luidkeels, een man hangt brakend overboord, links lijkt een vrouw op het punt te staan een man met een stenen kruik te lijf te gaan en twee men-sen lijken hun kleren uitgetrokken te hebben en in het water te zijn gesprongen. Uit het schip groeit een dunne boom, waarop een nar uit een nap drinkt. De non en de monnik in het midden zingen vrolijk mee.

4 Bisdomblad juli 2012 5Bisdomblad juli 2012

Page 5: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

Ik ben zelf opgegroeid in een katholiek

nest, maar op het Atheneum werd het

katholieke erfgoed vervangen door de

schittering van met name de economie,

wiskunde en de grote literatuur die tot

vooruitgang zouden moeten leiden. Als

lethargisch wezen had ik weliswaar voor

het pretpakket gekozen, maar toch.

Moraal, zo was de opvatting sinds de stu-

dentenrevolte, hoort niet thuis op school,

omdat iedereen dat voor zichzelf maar

moest bepalen. Discussies over goed

en kwaad waren meer een kwestie van

smaak, als ze überhaupt al plaatsvonden.

Zo werd mijn middelbare schoolperiode

er een van gecultiveerde onverschilligheid

voor alles wat zich in de traditie als zinvol

voordeed.

Op de Universiteit van Tilburg – die tijde-

lijk zelfs omgedoopt werd tot Karl Marx

Hochschule – maakte ik kennis met

Kant’s idee dat het menselijk verstand

te beperkt is om de waarheid over God,

goed en kwaad te kennen, en leerde

Wittgenstein ons dat we moesten zwij-

gen waarover we niet kunnen spreken:

serieuze mensen houden zich bezig met

natuurwetenschappen en daar past reli-

gie niet bij.

Ik werd nog gered doordat ik op de

Rechtenfaculteit terecht kwam, hetgeen

toch een redelijke garantie is voor het

bewaren van je gezonde verstand (het-

geen wij van sociologen, psychologen

en ook theologen niet konden beweren).

Wellicht ben ik daardoor nog gered. Ik

heb het geloof nooit verloren. Waarom

weet ik eigenlijk ook niet zo. Als ik genoe-

gen had genomen met Kant’s dictum dat

de traditie geen legitieme bron is voor

kennis, zou ik daarmee mijn morele kom-

pas overboord hebben gegooid. Dan zou

ik alles wat ik aan beschaving van mijn

ouders had meegekregen, zijn kwijtge-

raakt.

De zo hooggeprezen (natuur)wetenschap-

pen zeggen namelijk niets over goed en

kwaad, terwijl deze toch juist onmisbaar

zijn voor het maken van zinnige keuzes.

Als we niet meer geloven in een morele

orde, verliest het leven zijn waarde, bete-

kenis en doel. Dan is alles aan elkaar

gelijk: dan is comazuipen van evenveel

waarde als studeren, is brutaliteit gelijk

aan hoffelijkheid, en uiteindelijk leven

aan dood. Als leidraad blijven dan alleen

de begeertes over. Je ziet dan ook om je

heen dat men eindeloos van hype naar

hype stuitert, want bevredigen doet het

nooit. Vraag aan een student waarom hij

een bachanaal prefereert boven Plato of

Augustinus, en hoongelach zal uw deel

zijn.

Toch lijkt mij niet dat mensen gelukkig

worden van vrijblijvend genot. We leven

dan ook in een tijd van schijnvrijheid, die

in wezen neerkomt op slavernij in de tred-

molen van de platte begeertes. We willen

hooguit nog iets politiek corrects roepen

over tolerantie en anti-discriminatie, of –

heel populair – dat we het milieu moeten

ontzien.

Wat zet het christendom daartegenover?

Allereerst biedt het leven van Christus

een krachtig voorbeeld voor mijn persoon-

Robert Musil schreef een fas-cinerend boek over een man

zonder eigenschappen. De hoofdpersoon – Ulrich - is een

verlichte jongeman met een graad in wiskunde en een rijk

sociaal leven, vol toekomstmo-gelijkheden. Hij ziet het leven

als een serie vrijblijvende moge-lijkheden. Hij fladdert van bloem tot bloem, nu eens filosoferend, dan weer fanatiek sportend om

zich even later weer vol over-gave in het nachtleven te stor-ten. Hij ontwikkelt geen vaste morele principes, neemt geen verantwoordelijkheid en slaagt er niet in zich ook maar ergens

aan te binden. Hij ontwikkelt een geest met vele facetten, maar hij wordt geen persoon.

Vandaar de titel van het boek: Der Mann ohne Eigenschaften.Ulrich is model geworden voor mijn generatie, die tijdens een borrel verklaart dat God dood

is en waarheid niet bestaat, hooguit ieders eigen waarheid.

Waarden en normen zijn derhal-ve toevallige voorkeuren van de smaakpapillen, de rede is slaaf van lustgevoelens. Het levens-

motto luidt dan ook: ik wil hele-maal nergens aan gebonden

zijn, dan ben ik pas vrij.

lijke ethiek. Jezus was niet politiek cor-

rect, maar heeft op een bovenmenselijke

manier de deugden beoefend. Hij heeft

zichzelf opgeofferd om vergeving te vra-

gen voor onze persoonlijke fouten en dwa-

lingen en Hij biedt hoop op eeuwig leven.

Om dit te ontvangen moeten we onze fixa-

tie op onze neigingen opgeven en onszelf

in dienst stellen van het goede. Dat bete-

kent dat je je wilt binden aan het goede

en juist dit bevrijdt de ziel van de slavernij

van de platheid. Juist deze gebonden-

heid aan wat goed is werkt bevrijdend.

Bovendien is het christendom van essen-

tieel belang voor het voortbestaan van

onze moderne idealen: Tolerantie is geen

uitvinding van John Locke, maar komt

voort uit Jezus’ gebod tot naastenliefde.

De mensenrechten zijn niet uitgevonden

door de Verlichting, maar borduren voort

op de christelijke natuurrechttraditie. Dat

geldt eveneens voor het grondbeginsel

van de moderne rechtsstaat, namelijk dat

burgers vrij zijn en bestuurders verplicht

zijn het algemeen belang te dienen.

Daarom bind ik me graag aan Christus.

Juist dan ben ik echt vrij. Vergelijk het

met een schip dat midden op volle zee

dobbert. De kapitein heeft de vrijheid alle

kanten in te varen. Maar alleen als hij

zich wenst te binden aan de richting die

het kompas hem wijst, zal hij de haven

bereiken.

Rob Mutsaerts

Vrijheid in gebondenheid

Jheronimus Bosch: Het narrenschip (1491 of later); Louvre, Parijs. Het schilderij is een zin-nebeeld op de wijsheid, zeden en goede rede en stelt een bont gezelschap op een schip voor in verschillende stadia van dronkenschap. De mensen in het midden zingen luidkeels, een man hangt brakend overboord, links lijkt een vrouw op het punt te staan een man met een stenen kruik te lijf te gaan en twee men-sen lijken hun kleren uitgetrokken te hebben en in het water te zijn gesprongen. Uit het schip groeit een dunne boom, waarop een nar uit een nap drinkt. De non en de monnik in het midden zingen vrolijk mee.

4 Bisdomblad juli 2012 5Bisdomblad juli 2012

Page 6: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

OnOntBindBaarheid en sacraMent De onontbindbaarheid is een wezen-lijke eigenschap van het huwelijk, die voortkomt uit de liefde, het zich zonder voorbehoud wederzijds aan elkaar schenken van de huwenden. Daardoor is het huwelijk een afbeel-ding van de onvoorwaardelijke liefde en trouw van God aan zijn schepping. Als het bruidspaar gedoopt is, is dit onontbindbaar huwelijk zelfs een sacrament. Dat betekent dat het niet slechts een afbeelding, niet slechts een weerspiegeling en verwijzing is, maar de tegenwoordigstelling van de onher-

roepelijke, onontbindbare overgave van Christus aan zijn bruid, de Kerk. Deze tegenwoordigheid is weliswaar niet hetzelfde als, maar wel vergelijkbaar met de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de geconsacreerde gaven van brood en wijn in de heilige Eucharistie. Zoals daar Christus geheel en al met ziel en lichaam, met Godheid en mensheid werkelijk – substantieel, dus niet slechts symbolisch – aanwezig is, zo is Zijn liefde jegens zijn bruid, de Kerk, werkelijk aanwezig in de huwe-lijkse staat en liefde van man en vrouw, dankzij het heilig doopsel, dat zij ont-vangen hebben.

OpGenOMen in deGOddeLiJKe LiefdeDoor deze wat men noemt sacramenta-liteit van het huwelijk krijgt de onont-bindbaarheid, die naast de eenheid een wezenseigenschap van het huwelijk is, nog eens een “schepje er bovenop”, een bijzondere bekrachtiging. Immers, door de sacramentele genade wordt het huwelijk opgetild uit de scheppings-orde in de heilsorde van Christus. Het wordt verlost, geheiligd en gevoegd in het eeuwig durend verbond tussen God en de mensen, dat door de zelfgave van Christus op het kruis voltooid werd. Aldus wordt de huwelijksliefde van

man en vrouw opgenomen in de god-delijke liefde. “De genade van het sacra-ment”, aldus de Katechismus van de Katholieke Kerk, “vervolmaakt aldus de menselijke liefde van de echtgenoten, versterkt hun onverbrekelijke eenheid en heiligt hen op de weg naar het eeu-wig leven” (KKK, nr. 1661). Alleen als het huwelijk absoluut onontbindbaar is, kan het ook een authentieke weerspie-geling en een tegenwoordig stellen van de goddelijke liefde zijn, die zich als zodanig defintief in het paasmysterie van Christus aan ons mensen heeft geopenbaard. De absolute onontbind-baarheid van het huwelijk van man en vrouw is derhalve een essentiële vereis-te, opdat het huwelijk ook een daadwer-kelijk teken kan zijn, een authentieke tegenwoordigstelling van het nieuwe altijddurende verbond van Christus met zijn Kerk.Tegen die achtergrond is de leer van de Kerk inzichtelijk dat de huwelijksband “een realiteit” is, “die … onherroepelijk is en die de oorsprong is van een ver-bond waarvoor de trouw van God borg staat. De Kerk is niet bij machte zich tegen deze beschikking van de godde-lijke wijsheid uit te spreken” (KKK, nr. 1640). De Kerk kan een sacramenteel huwelijk, waarin man en vrouw “een vlees geworden zijn”, niet scheiden of ontbinden. Vandaar ook de vaststelling in het kerkelijke wetboek: “Een huwe-lijk dat aangegaan en voltrokken is, kan door geen enkele menselijke macht en door geen oorzaak, behalve de dood, ontbonden worden” (can. 1141).

in VriJheid aanGaanDaarom ook vraagt het aangaan van een huwelijk om een vrije beslissing van wie zich bindt aan de partner. De vrijheid van de partners, man en vrouw, is een grondvereiste voor de huwelijkssluiting. Immers, de “band is” op de eerste plaats “het resultaat van een vrije menselijke daad van de echt-genoten” (KKK, 1640). “Vrijheid is de macht, geworteld in de rede en de wil, om te handelen of niet te handelen, om dit of dat te doen, om zo uit zichzelf weloverwogen daden te stellen. Door de vrije wil beschikt iedereen over zich-zelf” (KKK, nr. 1731). Het jawoord van man en vrouw, hun trouwbelofte ofwel hun consensus, dient zo’n vrije daad van de rede en de wil te zijn, vrij van elke dwang, inwendig of van buitenaf. Alleen zo kan het huwelijk tot stand komen doordat “man en vrouw zich in een onherroepelijk verbond wederzijds aan elkaar schenken en elkaar aanvaar-den” (can. 1057 § 2).

GeBreKenDe trouwbelofte is een daad van de rede en van de wil van man en vrouw. Een belemmering van de reden en/of de wil beperkt hun beider vrije beslissing om te trouwen. Wanneer daarom de rede of de wil in gebreke is, komt geen geldig huwelijk tot stand. Psychische aandoening en gebrek in het oordeelsvermogen, onwetendheid en dwaling zijn nietigheidsgronden die betrekking hebben op de rede; list, simulatie, conditie, vrees en dwang zijn nietigheidsgronden die betrekking

hebben op de wil van de huwenden. Alle gebreken van de rede of van de wil van de partners zijn oorzaken voor de nietigheid van een huwelijk. Deze vast te stellen is de taak van de kerkelijke rechtbank (officialaat) van het bisdom.

Van natUUr Gericht Op trOUW en OnOntBindBaarheidDit alles geeft aan hoe belangrijk de vrijheid van de beslissing is, die huwenden nemen om een onontbind-baar huwelijk aan te gaan. De levens-lange binding aan een partner tot de dood is daarbij zelf een daad van hoog-ste vrijheid. Want de mens heeft van natuur - als schepsel van God - een ver-langen en een aanleg tot levenslange binding en trouw. De onontbindbaar-heid van het huwelijk is niets slechts een gebod van buitenaf. Het is inge-schreven in de natuur van de mens, geschapen als man en vrouw. Daarin is de mens een afbeelding van God, zijn Schepper, die in zichzelf de liefde is, die geen grenzen en geen beperkin-gen kent. De onontbindbaarheid van het huwelijk is daarom goed voor de mens, omdat hij er vanuit zijn natuur op gericht is. Zij maakt man en vrouw niet tot slaven van elkaar, maar doet hun delen in de hoogste vorm van vrij-heid die God zelf is. Immers, de men-selijke vrijheid “bereikt haar volmaakt-heid wanneer ze gericht is op God, het opperste goed” (KKK, nr. 1744).

Dr. G.P. Weishaupt, officiaal

Wat God verbonden heeft… dat mag de mens niet scheiden. Door het wederzijdse jawoord van man en vrouw, de trouwbe-

lofte, ontstaat het verbond van het huwelijk. Wanneer de huwelijksband aangegaan wordt door twee gedoopten, kan het huwelijk, nadat het lichamelijk voltrokken is, d.w.z. nadat man een vrouw “een

vlees zijn geworden”, nooit ontbonden worden. Het huwelijk is immers voltooid en daarmee absoluut onontbindbaar.

7Bisdomblad juli 20126 Bisdomblad juli 2012

“Vrijheid is de macht, geworteld in de rede en de wil, om te handelen of niet te handelen, om dit of dat te doen, om zo uit zichzelf weloverwogen daden te stellen. ”

Page 7: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

OnOntBindBaarheid en sacraMent De onontbindbaarheid is een wezen-lijke eigenschap van het huwelijk, die voortkomt uit de liefde, het zich zonder voorbehoud wederzijds aan elkaar schenken van de huwenden. Daardoor is het huwelijk een afbeel-ding van de onvoorwaardelijke liefde en trouw van God aan zijn schepping. Als het bruidspaar gedoopt is, is dit onontbindbaar huwelijk zelfs een sacrament. Dat betekent dat het niet slechts een afbeelding, niet slechts een weerspiegeling en verwijzing is, maar de tegenwoordigstelling van de onher-

roepelijke, onontbindbare overgave van Christus aan zijn bruid, de Kerk. Deze tegenwoordigheid is weliswaar niet hetzelfde als, maar wel vergelijkbaar met de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de geconsacreerde gaven van brood en wijn in de heilige Eucharistie. Zoals daar Christus geheel en al met ziel en lichaam, met Godheid en mensheid werkelijk – substantieel, dus niet slechts symbolisch – aanwezig is, zo is Zijn liefde jegens zijn bruid, de Kerk, werkelijk aanwezig in de huwe-lijkse staat en liefde van man en vrouw, dankzij het heilig doopsel, dat zij ont-vangen hebben.

OpGenOMen in deGOddeLiJKe LiefdeDoor deze wat men noemt sacramenta-liteit van het huwelijk krijgt de onont-bindbaarheid, die naast de eenheid een wezenseigenschap van het huwelijk is, nog eens een “schepje er bovenop”, een bijzondere bekrachtiging. Immers, door de sacramentele genade wordt het huwelijk opgetild uit de scheppings-orde in de heilsorde van Christus. Het wordt verlost, geheiligd en gevoegd in het eeuwig durend verbond tussen God en de mensen, dat door de zelfgave van Christus op het kruis voltooid werd. Aldus wordt de huwelijksliefde van

man en vrouw opgenomen in de god-delijke liefde. “De genade van het sacra-ment”, aldus de Katechismus van de Katholieke Kerk, “vervolmaakt aldus de menselijke liefde van de echtgenoten, versterkt hun onverbrekelijke eenheid en heiligt hen op de weg naar het eeu-wig leven” (KKK, nr. 1661). Alleen als het huwelijk absoluut onontbindbaar is, kan het ook een authentieke weerspie-geling en een tegenwoordig stellen van de goddelijke liefde zijn, die zich als zodanig defintief in het paasmysterie van Christus aan ons mensen heeft geopenbaard. De absolute onontbind-baarheid van het huwelijk van man en vrouw is derhalve een essentiële vereis-te, opdat het huwelijk ook een daadwer-kelijk teken kan zijn, een authentieke tegenwoordigstelling van het nieuwe altijddurende verbond van Christus met zijn Kerk.Tegen die achtergrond is de leer van de Kerk inzichtelijk dat de huwelijksband “een realiteit” is, “die … onherroepelijk is en die de oorsprong is van een ver-bond waarvoor de trouw van God borg staat. De Kerk is niet bij machte zich tegen deze beschikking van de godde-lijke wijsheid uit te spreken” (KKK, nr. 1640). De Kerk kan een sacramenteel huwelijk, waarin man en vrouw “een vlees geworden zijn”, niet scheiden of ontbinden. Vandaar ook de vaststelling in het kerkelijke wetboek: “Een huwe-lijk dat aangegaan en voltrokken is, kan door geen enkele menselijke macht en door geen oorzaak, behalve de dood, ontbonden worden” (can. 1141).

in VriJheid aanGaanDaarom ook vraagt het aangaan van een huwelijk om een vrije beslissing van wie zich bindt aan de partner. De vrijheid van de partners, man en vrouw, is een grondvereiste voor de huwelijkssluiting. Immers, de “band is” op de eerste plaats “het resultaat van een vrije menselijke daad van de echt-genoten” (KKK, 1640). “Vrijheid is de macht, geworteld in de rede en de wil, om te handelen of niet te handelen, om dit of dat te doen, om zo uit zichzelf weloverwogen daden te stellen. Door de vrije wil beschikt iedereen over zich-zelf” (KKK, nr. 1731). Het jawoord van man en vrouw, hun trouwbelofte ofwel hun consensus, dient zo’n vrije daad van de rede en de wil te zijn, vrij van elke dwang, inwendig of van buitenaf. Alleen zo kan het huwelijk tot stand komen doordat “man en vrouw zich in een onherroepelijk verbond wederzijds aan elkaar schenken en elkaar aanvaar-den” (can. 1057 § 2).

GeBreKenDe trouwbelofte is een daad van de rede en van de wil van man en vrouw. Een belemmering van de reden en/of de wil beperkt hun beider vrije beslissing om te trouwen. Wanneer daarom de rede of de wil in gebreke is, komt geen geldig huwelijk tot stand. Psychische aandoening en gebrek in het oordeelsvermogen, onwetendheid en dwaling zijn nietigheidsgronden die betrekking hebben op de rede; list, simulatie, conditie, vrees en dwang zijn nietigheidsgronden die betrekking

hebben op de wil van de huwenden. Alle gebreken van de rede of van de wil van de partners zijn oorzaken voor de nietigheid van een huwelijk. Deze vast te stellen is de taak van de kerkelijke rechtbank (officialaat) van het bisdom.

Van natUUr Gericht Op trOUW en OnOntBindBaarheidDit alles geeft aan hoe belangrijk de vrijheid van de beslissing is, die huwenden nemen om een onontbind-baar huwelijk aan te gaan. De levens-lange binding aan een partner tot de dood is daarbij zelf een daad van hoog-ste vrijheid. Want de mens heeft van natuur - als schepsel van God - een ver-langen en een aanleg tot levenslange binding en trouw. De onontbindbaar-heid van het huwelijk is niets slechts een gebod van buitenaf. Het is inge-schreven in de natuur van de mens, geschapen als man en vrouw. Daarin is de mens een afbeelding van God, zijn Schepper, die in zichzelf de liefde is, die geen grenzen en geen beperkin-gen kent. De onontbindbaarheid van het huwelijk is daarom goed voor de mens, omdat hij er vanuit zijn natuur op gericht is. Zij maakt man en vrouw niet tot slaven van elkaar, maar doet hun delen in de hoogste vorm van vrij-heid die God zelf is. Immers, de men-selijke vrijheid “bereikt haar volmaakt-heid wanneer ze gericht is op God, het opperste goed” (KKK, nr. 1744).

Dr. G.P. Weishaupt, officiaal

Wat God verbonden heeft… dat mag de mens niet scheiden. Door het wederzijdse jawoord van man en vrouw, de trouwbe-

lofte, ontstaat het verbond van het huwelijk. Wanneer de huwelijksband aangegaan wordt door twee gedoopten, kan het huwelijk, nadat het lichamelijk voltrokken is, d.w.z. nadat man een vrouw “een

vlees zijn geworden”, nooit ontbonden worden. Het huwelijk is immers voltooid en daarmee absoluut onontbindbaar.

7Bisdomblad juli 20126 Bisdomblad juli 2012

“Vrijheid is de macht, geworteld in de rede en de wil, om te handelen of niet te handelen, om dit of dat te doen, om zo uit zichzelf weloverwogen daden te stellen. ”

Page 8: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

priesterLiJKe GeMeenschapJezus riep de twaalf apostelen bij elkaar. Dit was de eerste priesterlijke gemeenschap, die de Heer zelf had gesticht. Hij zond ze uit, samen met de tweeënzeventig leerlingen, in Zijn naam (Lc 10, 1 en Mc 6, 7) niet alleen om te getuigen in de wereld, maar ook om te leren samenwerken en een gemeenschap te vormen. Twee aan twee gingen ze de wereld in om samen te evangeliseren en elkaar te helpen in hun leven en werk. Zo leerden de eerste priesters om niet onafhankelijk en alleen te werken, maar in eenheid te leven met de Kerk en met elkaar.

Vandaag de dag beleven we hetzelfde in een bisdom. De priester heeft zijn priesterschap ontvangen uit de handen van de bisschop en is daardoor opgeno-

Loyaliteit tussen bisschop en priester

men in de priesterlijke gemeenschap. De priesters worden naar verschillende plaatsen uitgezonden. Niet altijd twee aan twee, maar wel met de bedoeling om als één geheel te evangeliseren. Hierdoor zijn alle priesters op een broederlijke manier met elkaar ver-bonden. Collegiale ondersteuning en ware vriendschappen zijn dan ook heel belangrijk om elkaar in dezelfde zen-ding te ondersteunen.

eenheid in de eUcharistieDeze broederlijke omgang tussen priesters heeft zijn oorsprong in de gemeenschappelijke liefde voor de persoon van Christus. Het is daarom niet verrassend dat priesters op een bijzondere manier met elkaar ver-enigd zijn tijdens het gezamenlijk vieren van de eucharistie. Sommige

pastorale teams hebben het besluit genomen om regelmatig met elkaar te bidden en de eucharistie te vieren. De eucharistie schept eenheid door de nederige liefde die ons klein maakt. Het duidelijkste komt dat tot uitdruk-king in de voetwassing, vermeld in het Johannesevangelie, als eerste onderdeel van de eucharistie. Jezus waste de voe-ten nadat er onenigheid was ontstaan over de vraag wie er de grootste was. Het is een voorbeeld van nederig-heid dat hen leerde de laatste plaats te nemen in plaats van de eerste. Het vie-ren van de eucharistie nodigt de pries-ter uit om elkaar te beminnen zoals de Heer hen heeft liefgehad (Joh 13, 34 en 15, 12). Het versterkt de kerkelijke een-heid en in het bijzonder de priesterlijke eenheid. Het is niet voor niets dat het Concilie het vieren van de eucharistie ‘bron en hoogtepunt van het Kerkelijk leven’ noemt.

hiërarchische eenheidDe bisschop maakt deel uit van de priesterlijke gemeenschap. Hij beleeft de priesterlijke eenheid met al zijn priesters en is tevens hun bis-schop. Het Tweede Vaticaans Concilie noemt dit een ‘hiërarchische eenheid’ (Presbyterorum Ordinis 7). Deze term geeft aan dat er een diepe eenheid bestaat tussen de priester en de bis-schop. Ware hiërarchie wordt uitgeoe-fend in een kader van verantwoordelijk-heid, vaderschap en vriendschap om de ander op te bouwen en beschermen.

VaderHet concilie zegt het volgende: ‘Daar de priesters in het priesterschap en de zending van de bisschop delen, zullen

zij hem werkelijk als hun vader erken-nen en hem met eerbied gehoorzamen. De bisschop, van zijn kant, dient de priesters, zijn medewerkers, als zijn zonen en vrienden te beschouwen zoals Christus zijn leerlingen geen die-naars meer, maar vrienden noemt (Joh 15, 15) (Lumen Gentium 28).De Nederlandse taal gebruikt de titel ‘vader’ alleen bij paters. Priesters en bisschoppen worden in andere talen vaak ‘vader’ genoemd. Niet alleen de priesters zijn een geestelijk vader, maar ook de bisschoppen zijn een ‘vader’ voor hun gelovigen en voor hun pries-ters.

LOyaLiteitOmdat er tussen de bisschop en de priester sprake is van een sfeer van gemeenschap, broederschap en vriend-schap, zoals de apostelen beleefden met hun Heer, is er sprake van een wederzijdse loyaliteit (Presbyterorum Ordinis 7). De bisschop draagt zorg voor het materiële en geestelijk welzijn van zijn priesters, voor hun heiliging en mag ze helpen om hen tot volle ont-plooiing te brengen opdat het beste in hen tot bloei wordt gebracht. Daarom kan een priester ook altijd aankloppen bij zijn bisschop om te spreken over zijn zorgen en verlangens. De loyali-teit van de priester jegens de bisschop houdt in dat hij zijn bisschop steunt. Ze gaan voor dezelfde zaak: het verkon-digen van Christus en het verspreiden van zijn Woord.

GehOOrzaaMheidGehoorzaamheid kan moeilijk zijn, vooral wanneer de meningen botsen. Toch is gehoorzaamheid de fundamen-

Als u ooit in Lourdes of Rome bent geweest, heeft u het

vast wel eens meegemaakt: Honderden priesters die in een

halve cirkel rondom hun bis-schop staan en de eucharistie

vieren. Dit is een prachtig beeld om de band tussen de bis-

schop en de priester te illustre-ren. Een voorbeeld dat dichter bij huis staat, zijn de wijdingen

in onze Sint Jan. Tijdens zo’n viering staan de priesters in het

middenpad om de wijdeling de handen op te leggen en te ver-welkomen, nadat de bisschop

de wijdeling als eerste de han-den heeft opgelegd en heeft

verwelkomt. Beide voorbeelden geven de zichtbare band aan tussen bisschop en priester.

tele houding van Jezus in zijn openbaar leven en in het bijzonder bij zijn zelf-gave op het kruis. Zijn gehoorzaam-heid aan de Vader bracht vrucht voort: de redding van de wereld. Zo weet de priester die leeft naar het voorbeeld van Jezus, dat zijn zelfgave, dat als een kruisiging ervaren kan worden, vruch-ten voortbrengt.

teKens Van eenheidHet vertrouwen in de Kerk is in de afgelopen jaren drastisch afgenomen. De vele schandalen hebben veel pijn bij vele mensen veroorzaakt. Onze uitdaging blijft om in de wereld van vandaag een waar getuigenis te geven van de levende Christus en Gods liefde en barmhartigheid de wereld in te brengen. Het getuigenis, hoe klein ook, van de loyaliteit tussen de pries-ters onderling en tussen de bisschop en de priesters, is van onschatbare waarde. Als men ziet dat de bedie-naars leven wat Christus voorleefde, is dit een sterk levend getuigenis. Bid, opdat wij priesters, mensen worden die branden van liefde voor God ( Ez 21, 1-5) en onderling een steeds diepere en gemeenschappelijke, broederlijke en vriendschappelijke band beleven.

Robert van Aken, pr.

9Bisdomblad juli 20128 Bisdomblad juli 2012

Ware hiërarchie wordt uitgeoefend in een kader van verantwoordelijkheid, vaderschap en vriendschap om de

ander op te bouwen en beschermen.

Page 9: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

priesterLiJKe GeMeenschapJezus riep de twaalf apostelen bij elkaar. Dit was de eerste priesterlijke gemeenschap, die de Heer zelf had gesticht. Hij zond ze uit, samen met de tweeënzeventig leerlingen, in Zijn naam (Lc 10, 1 en Mc 6, 7) niet alleen om te getuigen in de wereld, maar ook om te leren samenwerken en een gemeenschap te vormen. Twee aan twee gingen ze de wereld in om samen te evangeliseren en elkaar te helpen in hun leven en werk. Zo leerden de eerste priesters om niet onafhankelijk en alleen te werken, maar in eenheid te leven met de Kerk en met elkaar.

Vandaag de dag beleven we hetzelfde in een bisdom. De priester heeft zijn priesterschap ontvangen uit de handen van de bisschop en is daardoor opgeno-

Loyaliteit tussen bisschop en priester

men in de priesterlijke gemeenschap. De priesters worden naar verschillende plaatsen uitgezonden. Niet altijd twee aan twee, maar wel met de bedoeling om als één geheel te evangeliseren. Hierdoor zijn alle priesters op een broederlijke manier met elkaar ver-bonden. Collegiale ondersteuning en ware vriendschappen zijn dan ook heel belangrijk om elkaar in dezelfde zen-ding te ondersteunen.

eenheid in de eUcharistieDeze broederlijke omgang tussen priesters heeft zijn oorsprong in de gemeenschappelijke liefde voor de persoon van Christus. Het is daarom niet verrassend dat priesters op een bijzondere manier met elkaar ver-enigd zijn tijdens het gezamenlijk vieren van de eucharistie. Sommige

pastorale teams hebben het besluit genomen om regelmatig met elkaar te bidden en de eucharistie te vieren. De eucharistie schept eenheid door de nederige liefde die ons klein maakt. Het duidelijkste komt dat tot uitdruk-king in de voetwassing, vermeld in het Johannesevangelie, als eerste onderdeel van de eucharistie. Jezus waste de voe-ten nadat er onenigheid was ontstaan over de vraag wie er de grootste was. Het is een voorbeeld van nederig-heid dat hen leerde de laatste plaats te nemen in plaats van de eerste. Het vie-ren van de eucharistie nodigt de pries-ter uit om elkaar te beminnen zoals de Heer hen heeft liefgehad (Joh 13, 34 en 15, 12). Het versterkt de kerkelijke een-heid en in het bijzonder de priesterlijke eenheid. Het is niet voor niets dat het Concilie het vieren van de eucharistie ‘bron en hoogtepunt van het Kerkelijk leven’ noemt.

hiërarchische eenheidDe bisschop maakt deel uit van de priesterlijke gemeenschap. Hij beleeft de priesterlijke eenheid met al zijn priesters en is tevens hun bis-schop. Het Tweede Vaticaans Concilie noemt dit een ‘hiërarchische eenheid’ (Presbyterorum Ordinis 7). Deze term geeft aan dat er een diepe eenheid bestaat tussen de priester en de bis-schop. Ware hiërarchie wordt uitgeoe-fend in een kader van verantwoordelijk-heid, vaderschap en vriendschap om de ander op te bouwen en beschermen.

VaderHet concilie zegt het volgende: ‘Daar de priesters in het priesterschap en de zending van de bisschop delen, zullen

zij hem werkelijk als hun vader erken-nen en hem met eerbied gehoorzamen. De bisschop, van zijn kant, dient de priesters, zijn medewerkers, als zijn zonen en vrienden te beschouwen zoals Christus zijn leerlingen geen die-naars meer, maar vrienden noemt (Joh 15, 15) (Lumen Gentium 28).De Nederlandse taal gebruikt de titel ‘vader’ alleen bij paters. Priesters en bisschoppen worden in andere talen vaak ‘vader’ genoemd. Niet alleen de priesters zijn een geestelijk vader, maar ook de bisschoppen zijn een ‘vader’ voor hun gelovigen en voor hun pries-ters.

LOyaLiteitOmdat er tussen de bisschop en de priester sprake is van een sfeer van gemeenschap, broederschap en vriend-schap, zoals de apostelen beleefden met hun Heer, is er sprake van een wederzijdse loyaliteit (Presbyterorum Ordinis 7). De bisschop draagt zorg voor het materiële en geestelijk welzijn van zijn priesters, voor hun heiliging en mag ze helpen om hen tot volle ont-plooiing te brengen opdat het beste in hen tot bloei wordt gebracht. Daarom kan een priester ook altijd aankloppen bij zijn bisschop om te spreken over zijn zorgen en verlangens. De loyali-teit van de priester jegens de bisschop houdt in dat hij zijn bisschop steunt. Ze gaan voor dezelfde zaak: het verkon-digen van Christus en het verspreiden van zijn Woord.

GehOOrzaaMheidGehoorzaamheid kan moeilijk zijn, vooral wanneer de meningen botsen. Toch is gehoorzaamheid de fundamen-

Als u ooit in Lourdes of Rome bent geweest, heeft u het

vast wel eens meegemaakt: Honderden priesters die in een

halve cirkel rondom hun bis-schop staan en de eucharistie

vieren. Dit is een prachtig beeld om de band tussen de bis-

schop en de priester te illustre-ren. Een voorbeeld dat dichter bij huis staat, zijn de wijdingen

in onze Sint Jan. Tijdens zo’n viering staan de priesters in het

middenpad om de wijdeling de handen op te leggen en te ver-welkomen, nadat de bisschop

de wijdeling als eerste de han-den heeft opgelegd en heeft

verwelkomt. Beide voorbeelden geven de zichtbare band aan tussen bisschop en priester.

tele houding van Jezus in zijn openbaar leven en in het bijzonder bij zijn zelf-gave op het kruis. Zijn gehoorzaam-heid aan de Vader bracht vrucht voort: de redding van de wereld. Zo weet de priester die leeft naar het voorbeeld van Jezus, dat zijn zelfgave, dat als een kruisiging ervaren kan worden, vruch-ten voortbrengt.

teKens Van eenheidHet vertrouwen in de Kerk is in de afgelopen jaren drastisch afgenomen. De vele schandalen hebben veel pijn bij vele mensen veroorzaakt. Onze uitdaging blijft om in de wereld van vandaag een waar getuigenis te geven van de levende Christus en Gods liefde en barmhartigheid de wereld in te brengen. Het getuigenis, hoe klein ook, van de loyaliteit tussen de pries-ters onderling en tussen de bisschop en de priesters, is van onschatbare waarde. Als men ziet dat de bedie-naars leven wat Christus voorleefde, is dit een sterk levend getuigenis. Bid, opdat wij priesters, mensen worden die branden van liefde voor God ( Ez 21, 1-5) en onderling een steeds diepere en gemeenschappelijke, broederlijke en vriendschappelijke band beleven.

Robert van Aken, pr.

9Bisdomblad juli 20128 Bisdomblad juli 2012

Ware hiërarchie wordt uitgeoefend in een kader van verantwoordelijkheid, vaderschap en vriendschap om de

ander op te bouwen en beschermen.

Page 10: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

10 Bisdomblad juli 2012 Bisdomblad juli 2012 11

Ze móéten, sinds hun wijding in 1953, de stormen van verandering in kerk en maatschappij hebben gevoeld. Maar hun herinnering heeft verschillende kleuren. Toon Ooms, die tot 1960 in Nijmegen studeerde en op het Pius-convict woonde, samen met 30 jonge collega’s uit vijf bisdommen, voelde toen al de sfeer van de verandering. Het Vaticaans Concilie (’62-’65) moest nog beginnen, maar sommigen zagen de veranderingen al aankomen. “Er ontstond een sfeer onder de collega’s van ‘Moet ik wel in dat ambt blijven?’. Wij raakten vertrouwd met de gedachte aan uittreden en trouwen. Als leraar op het kleinseminarie Beekvliet, vanaf 1960, hebben we dat nog veel meer meegemaakt. In de loop van de jaren – in 1964 werd ik rector – kwam zelfs het voortbestaan van het seminarie ter discussie. De veranderingen in kerk en maatschappij lagen toen op je eigen bordje. Daar moest je bestuurlijk iets

Vier bisdompriesters vierden op 7 juni hun diamanten jubileum: J. (Jan) J.M. van Eijndhoven, drs. A. (Toon) J.J. Ooms, dr. N.R.M. Poulssen en N. (Norbert) A.J. Smulders. Op zich is zo’n 60-jarig jubileum in het bisdom niet buitengewoon. Maar de vier mannen hebben allemaal iets bijzonders toegevoegd aan hun priesterlijke status: Van Eijndhoven was jarenlang directeur en pastor van het Instituut voor Doven in Sint-Michielsgestel, Smulders was leraar Nederlands, eerst op het kleinseminarie Beekvliet, later op het doveninstituut, waar ook hij pastor voor doven was, Ooms was leraar en rec-tor op Beekvliet, later vicaris van bisschop Bluijssen en Poulssen was hoogleraar. Alleen de laatste was niet in de gelegenheid om iets over zijn leven te vertellen; de anderen wel.

mee, want ook bij de aankomende priesterstudenten kwamen die aan. Niets was meer vanzelfsprekend. De dagelijks mis bij voorbeeld, werd niet afgeschaft, maar de jongens voelden zich niet meer verplicht om te gaan. De biechtpraktijk werd losgelaten en het doel van de gymnasiumopleiding was niet meer het grootseminarie, dus de priesteropleiding, maar allerlei andere vervolgstudies. Beekvliet werd een ‘gewoon’ gymnasium, dat vandaag nog wel de een kwaliteitsschool is, maar niet meer katholiek.”

Voor Norbert Smulders en Jan van Eijndhoven was de kleur heel anders. Ze zaten ook in het onderwijs: Smulders van ’54 tot ’70 als docent Nederlands op Beekvliet en van ’70 tot ’87 in drie kwaliteiten op het Instituut voor Doven: godsdienstleraar, zielzor-ger voor oud-leerlingen (volwassenen) en leraar taalkunde aan de interne

Diamantjes met randjes… eigenlijk wel

Ooms: “Niets was meer vanzelfsprekend.”

Foto van Cours 52 op Grootseminarie Haaren: de jubilerende priesters zijn omcirceld: (vlnr) Dr. N.R.M. Poulssen: emeritus-hoogleraar Theologische Faculteit te Tilburg, Drs. A.J.J. Ooms: emeritus-pastoor

Binnenstad te Tilburg en oud-vicaris territorialis, J.J.M. van Eijndhoven: oud-directeur Instituut voor Doven te St. Michielsgestel N.A.J. Smulders: emeritus-pastoor te Esch.

opleiding voor onderwijzers. Van Eijndhoven zat van ’55 tot ’91 op het Instituut voor Doven – godsdienstle-raar, later directeur, maar altijd pastor. Van de veranderingen hebben Smulders en Van Eijndhoven niet veel gemerkt. Het interesseerde ze ook niet. “Godsdienstlessen voor doven”, zegt Smulders “zijn altijd heel individuele gesprekken. Een klas van dove leerlin-gen bestaat uit hooguit zes, misschien acht leerlingen. Ik moest voor iedereen van deze jongelui begrijpelijk zijn en door regelmatig te vragen of opmerkin-gen te maken, controleren of overkomt wat ik bedoel. Zij moeten de hele tijd kunnen zeggen wat zij denken. Je reageert op de leerling. Wat er buiten gaande is, daar merk je weinig van.”

Van Eijndhoven: “We hadden 700 personeelsleden en 500 pupillen. Aanvankelijk bestond het onderwijzend en opvoedend personeel vooral uit

Page 11: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

10 Bisdomblad juli 2012 Bisdomblad juli 2012 11

Ze móéten, sinds hun wijding in 1953, de stormen van verandering in kerk en maatschappij hebben gevoeld. Maar hun herinnering heeft verschillende kleuren. Toon Ooms, die tot 1960 in Nijmegen studeerde en op het Pius-convict woonde, samen met 30 jonge collega’s uit vijf bisdommen, voelde toen al de sfeer van de verandering. Het Vaticaans Concilie (’62-’65) moest nog beginnen, maar sommigen zagen de veranderingen al aankomen. “Er ontstond een sfeer onder de collega’s van ‘Moet ik wel in dat ambt blijven?’. Wij raakten vertrouwd met de gedachte aan uittreden en trouwen. Als leraar op het kleinseminarie Beekvliet, vanaf 1960, hebben we dat nog veel meer meegemaakt. In de loop van de jaren – in 1964 werd ik rector – kwam zelfs het voortbestaan van het seminarie ter discussie. De veranderingen in kerk en maatschappij lagen toen op je eigen bordje. Daar moest je bestuurlijk iets

Vier bisdompriesters vierden op 7 juni hun diamanten jubileum: J. (Jan) J.M. van Eijndhoven, drs. A. (Toon) J.J. Ooms, dr. N.R.M. Poulssen en N. (Norbert) A.J. Smulders. Op zich is zo’n 60-jarig jubileum in het bisdom niet buitengewoon. Maar de vier mannen hebben allemaal iets bijzonders toegevoegd aan hun priesterlijke status: Van Eijndhoven was jarenlang directeur en pastor van het Instituut voor Doven in Sint-Michielsgestel, Smulders was leraar Nederlands, eerst op het kleinseminarie Beekvliet, later op het doveninstituut, waar ook hij pastor voor doven was, Ooms was leraar en rec-tor op Beekvliet, later vicaris van bisschop Bluijssen en Poulssen was hoogleraar. Alleen de laatste was niet in de gelegenheid om iets over zijn leven te vertellen; de anderen wel.

mee, want ook bij de aankomende priesterstudenten kwamen die aan. Niets was meer vanzelfsprekend. De dagelijks mis bij voorbeeld, werd niet afgeschaft, maar de jongens voelden zich niet meer verplicht om te gaan. De biechtpraktijk werd losgelaten en het doel van de gymnasiumopleiding was niet meer het grootseminarie, dus de priesteropleiding, maar allerlei andere vervolgstudies. Beekvliet werd een ‘gewoon’ gymnasium, dat vandaag nog wel de een kwaliteitsschool is, maar niet meer katholiek.”

Voor Norbert Smulders en Jan van Eijndhoven was de kleur heel anders. Ze zaten ook in het onderwijs: Smulders van ’54 tot ’70 als docent Nederlands op Beekvliet en van ’70 tot ’87 in drie kwaliteiten op het Instituut voor Doven: godsdienstleraar, zielzor-ger voor oud-leerlingen (volwassenen) en leraar taalkunde aan de interne

Diamantjes met randjes… eigenlijk wel

Ooms: “Niets was meer vanzelfsprekend.”

Foto van Cours 52 op Grootseminarie Haaren: de jubilerende priesters zijn omcirceld: (vlnr) Dr. N.R.M. Poulssen: emeritus-hoogleraar Theologische Faculteit te Tilburg, Drs. A.J.J. Ooms: emeritus-pastoor

Binnenstad te Tilburg en oud-vicaris territorialis, J.J.M. van Eijndhoven: oud-directeur Instituut voor Doven te St. Michielsgestel N.A.J. Smulders: emeritus-pastoor te Esch.

opleiding voor onderwijzers. Van Eijndhoven zat van ’55 tot ’91 op het Instituut voor Doven – godsdienstle-raar, later directeur, maar altijd pastor. Van de veranderingen hebben Smulders en Van Eijndhoven niet veel gemerkt. Het interesseerde ze ook niet. “Godsdienstlessen voor doven”, zegt Smulders “zijn altijd heel individuele gesprekken. Een klas van dove leerlin-gen bestaat uit hooguit zes, misschien acht leerlingen. Ik moest voor iedereen van deze jongelui begrijpelijk zijn en door regelmatig te vragen of opmerkin-gen te maken, controleren of overkomt wat ik bedoel. Zij moeten de hele tijd kunnen zeggen wat zij denken. Je reageert op de leerling. Wat er buiten gaande is, daar merk je weinig van.”

Van Eijndhoven: “We hadden 700 personeelsleden en 500 pupillen. Aanvankelijk bestond het onderwijzend en opvoedend personeel vooral uit

Page 12: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

1312 Bisdomblad juli 2012 Bisdomblad juli 2012

van Eijndhoven: “Ik wilde niet meer weg.”

fraters van Maastricht en zusters van de Choorstraat. Die leefden dag en nacht met en voor de leerlingen. Als je het over veranderingen hebt in de kerk, dan is dat zij van lieverlee verdwenen van het instituut. Nu zit er niet één meer. We moesten ze vervangen door leraren en leraressen, maar hoe vind je leerkrachten voor doven? Die zijn er bijna niet!”

de andere VernieUWinGen in de KerK, het Vaticaans cOnciLie, nOOrdWiJKerhOUt…?“Dat interesseerde ons niet. Ons inte-resseerde wat de doven nodig hadden. Ons kompas stond op onderwijs en opvoeding. Daar hadden we genoeg aan. Godsdienstonderwijs was heel moeilijk, zeker voor doven. Vertel een dove maar eens wat genade is. Wij wel. Op een gegeven moment kwam de hele wereld bij ons kijken hoe we dat deden.”

Toon Ooms werd in 1970 territoriaal vicaris van mgr. Bluyssen. “Op het bis-dom hadden wij een heel goede tijd. Ik denk met veel plezier terug aan de samenwerking met de collega’s. Dat was een sfeer van optimisme… vertrouwen en vertrouwelijkheid. De vondst van Bluyssen was dat hij Johan van Laarhoven tot zijn vicaris-generaal maakte en daarmee een complemen-

taire persoonlijkheid toevoegde aan zichzelf. Bluyssen was par excellence een pastor, herder en Van Laarhoven was een bestuurder. Een heel goede. Dat Bluyssen afscheid moest nemen van het bisdom was voor ons echt een hard gelag. Daarna, in 1985 werd ik benoemd tot pastoor van de Heikese kerk in Tilburg. Daar was ik gedoopt en deed ik mijn eerste mis. Ik had toen geen kapelaan, maar een pastorale werker. En een pastoraal team. Dat was iets nieuws.”

Voor Smulders en ook voor Van Eijndhoven geldt dat zij zich erop heb-ben toegelegd dove kinderen te leren hoe te geloven, hoe abstract dat ook kan zijn. Maar hoe beléven ze het geloof? Via de buitenkant van de liturgische rituelen of ook in zichzelf?Dat is, volgens Smulders, “een genera-liserende vraag. Dat weet een pastoor in zijn parochiekerk ook niet, of zijn parochianen voor de vorm en de sfeer komen of omdat het geloof van bin-nen zit. Ik ben al 25 jaar weg uit het instituut. Ik zit nu herinneringen op te halen en ik weet niet of ik me die vra-gen ooit heb gesteld. In hoeverre doven geloven… ik durf daar nu geen verstan-dig woord meer over te zeggen.”Maar hoe breng je zintuigelijk gehan-dicapte mensen abstracte begrippen bij als geloof, hoop, vertrouwen, liefde?

Primair, ten opzichte van hun ouders en familie, zullen ze dat zeker voelen. Maar voor een onbekende als Jezus Christus?“Ik denk dat het een onderdeel van de opvoeding is om op zuiver menselijk vlak emoties en sfeer bij te brengen en daarnaast en daarbovenop deze dingen op het niveau van geloof te brengen. Heel het onderwijs gaat alleen daar-over. Maar om me te herinneren hoe dat concreet in zijn werk ging, zou ik weer een paar maanden in de klas moeten zitten en met doven moeten omgaan. Op dit moment durf ik daar geen verantwoorde uitspraken over te doen.”

hOe heeft Van eiJndhOVen GeLeerd te cOMMUniceren Met dOVen?“Door ons werden geen gebaren gemaakt. Met alleen gebaren kun je in de maatschappij als dove niet func-tioneren. Onze methode was spreken en spraakafzien (liplezen). Dr. Antoine van Uden, een heel knappe vent en wereldberoemd op zijn gebied, heeft op ons instituut de moedertaalmethode ontwikkeld. Dat wil niets anders zeg-gen dan de kinderen leren spreken, Nederlands leren, zoals de ouders hun kleine kinderen leren spreken. Want je kunt ze wel de taal leren, maar ze moe-ten ook leren spreken. Dat is moeilijk.

Ze kunnen eerder lezen dan spreken. Op andere instituten wilden ze de kinderen taal leren door het aanleren van rijtjes. Heel erg achterhaald. Geldt ook voor gebarentaal. Ook dàt heb ik geleerd, omdat sommige kinderen eenvoudig niet kònden spreken. Van Uden heeft over die methode boeken geschreven die in ik weet niet hoeveel talen zijn vertaald.”Over zijn ervaringen als priester na zijn emeritaat heeft Jan van Eijndhoven een boek samengesteld: Dossier van een emeritus. Daarin vertelt hij over de oprichting van diverse dovenscholen op de wereld, het onderwijs aan doof-blin-den, de fondsen die hij stichtte voor het dovenonderwijs, de internationale ver-eniging van pastores voor het doven en zijn huisgenote Marietje Smets, die hij in 1952 als jong kapelaan op de pastorie van pastoor Damen in Meerveldhoven leerde kennen, een goed half jaar meemaakte en na het overlijden van pastoor Damen terugvond. Sindsdien waren ze onafscheidelijk, tot zij in februari 2011 overleed. Jan mist haar nog steeds.

Smulders: “Het kwam niet in je op om te protesteren.”

Norbert Smulders kreeg na zijn pen-sionering bij het doveninstituut de parochie van Esch en de gedeeltelijk middeleeuwse Willibrordkerk, waar hij van 1987 tot 1998 in het parochiepas-toraat zat, zijn eigenlijke grote liefde. “Het was toen, in 1954, zo dat als de bisschop je benoemde tot docent op het seminarie, dat hij je dan een knak gaf. Je moest iets anders gaan doen dan waar je je toe geroepen voelde (paro-chiepastoraat) en was opgeleid. Daar was ik niet gelukkig mee. Die eerste twee jaren van mijn priesterschap, toen ik in Oirschot zat, waren wat ik bedoeld had. Maar je had een gehoorzaam-heidsplicht waar niet aan te tornen viel. Als ik nu de bisschop tegenkom, dan praat ik met hem, maar toen bleef je op eerbiedige afstand staan. Het kwam niet in je op om te protesteren.”

Voor Jan van Eijndhoven, geboren in Netersel als een van zes zonen – die net als vader allemaal in het onderwijs terecht kwamen – waren de doven zijn parochianen. Hij werd als neomist kapelaan - “Ik wist niet eens wat een

kapelaan wàs!” - en hoorde in 1955 tele-fonisch van zijn pastoor dat hij geen kapelaan meer was, maar godsdienstle-raar aan het doveninstituut. Hij had het er eerst wel moeilijk mee, maar dank zij zijn directeur van toen, mgr. Van Overbeek, en de medepriesters op het instituut voelde hij zich snel thuis. “Ik wilde niet meer weg.” Hoefde ook niet: in 1966 werd hij directeur. In 1991, bij zijn afscheid, bleek hij de laatste te zijn geweest.Alle drie, Toon Ooms, Norbert Smulders en Jan van Eijndhoven zou-den, als ze weer voor een levenskeuze werden geplaatst, opnieuw priester worden. Van harte, want zij, zeggen ze, hebben ervaren hoe rijk dat leven is geweest. Diamanten jubilarissen zijn het, maar met méérwaarde: diamantjes met randjes.

Kees van Hasselt

Page 13: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

1312 Bisdomblad juli 2012 Bisdomblad juli 2012

van Eijndhoven: “Ik wilde niet meer weg.”

fraters van Maastricht en zusters van de Choorstraat. Die leefden dag en nacht met en voor de leerlingen. Als je het over veranderingen hebt in de kerk, dan is dat zij van lieverlee verdwenen van het instituut. Nu zit er niet één meer. We moesten ze vervangen door leraren en leraressen, maar hoe vind je leerkrachten voor doven? Die zijn er bijna niet!”

de andere VernieUWinGen in de KerK, het Vaticaans cOnciLie, nOOrdWiJKerhOUt…?“Dat interesseerde ons niet. Ons inte-resseerde wat de doven nodig hadden. Ons kompas stond op onderwijs en opvoeding. Daar hadden we genoeg aan. Godsdienstonderwijs was heel moeilijk, zeker voor doven. Vertel een dove maar eens wat genade is. Wij wel. Op een gegeven moment kwam de hele wereld bij ons kijken hoe we dat deden.”

Toon Ooms werd in 1970 territoriaal vicaris van mgr. Bluyssen. “Op het bis-dom hadden wij een heel goede tijd. Ik denk met veel plezier terug aan de samenwerking met de collega’s. Dat was een sfeer van optimisme… vertrouwen en vertrouwelijkheid. De vondst van Bluyssen was dat hij Johan van Laarhoven tot zijn vicaris-generaal maakte en daarmee een complemen-

taire persoonlijkheid toevoegde aan zichzelf. Bluyssen was par excellence een pastor, herder en Van Laarhoven was een bestuurder. Een heel goede. Dat Bluyssen afscheid moest nemen van het bisdom was voor ons echt een hard gelag. Daarna, in 1985 werd ik benoemd tot pastoor van de Heikese kerk in Tilburg. Daar was ik gedoopt en deed ik mijn eerste mis. Ik had toen geen kapelaan, maar een pastorale werker. En een pastoraal team. Dat was iets nieuws.”

Voor Smulders en ook voor Van Eijndhoven geldt dat zij zich erop heb-ben toegelegd dove kinderen te leren hoe te geloven, hoe abstract dat ook kan zijn. Maar hoe beléven ze het geloof? Via de buitenkant van de liturgische rituelen of ook in zichzelf?Dat is, volgens Smulders, “een genera-liserende vraag. Dat weet een pastoor in zijn parochiekerk ook niet, of zijn parochianen voor de vorm en de sfeer komen of omdat het geloof van bin-nen zit. Ik ben al 25 jaar weg uit het instituut. Ik zit nu herinneringen op te halen en ik weet niet of ik me die vra-gen ooit heb gesteld. In hoeverre doven geloven… ik durf daar nu geen verstan-dig woord meer over te zeggen.”Maar hoe breng je zintuigelijk gehan-dicapte mensen abstracte begrippen bij als geloof, hoop, vertrouwen, liefde?

Primair, ten opzichte van hun ouders en familie, zullen ze dat zeker voelen. Maar voor een onbekende als Jezus Christus?“Ik denk dat het een onderdeel van de opvoeding is om op zuiver menselijk vlak emoties en sfeer bij te brengen en daarnaast en daarbovenop deze dingen op het niveau van geloof te brengen. Heel het onderwijs gaat alleen daar-over. Maar om me te herinneren hoe dat concreet in zijn werk ging, zou ik weer een paar maanden in de klas moeten zitten en met doven moeten omgaan. Op dit moment durf ik daar geen verantwoorde uitspraken over te doen.”

hOe heeft Van eiJndhOVen GeLeerd te cOMMUniceren Met dOVen?“Door ons werden geen gebaren gemaakt. Met alleen gebaren kun je in de maatschappij als dove niet func-tioneren. Onze methode was spreken en spraakafzien (liplezen). Dr. Antoine van Uden, een heel knappe vent en wereldberoemd op zijn gebied, heeft op ons instituut de moedertaalmethode ontwikkeld. Dat wil niets anders zeg-gen dan de kinderen leren spreken, Nederlands leren, zoals de ouders hun kleine kinderen leren spreken. Want je kunt ze wel de taal leren, maar ze moe-ten ook leren spreken. Dat is moeilijk.

Ze kunnen eerder lezen dan spreken. Op andere instituten wilden ze de kinderen taal leren door het aanleren van rijtjes. Heel erg achterhaald. Geldt ook voor gebarentaal. Ook dàt heb ik geleerd, omdat sommige kinderen eenvoudig niet kònden spreken. Van Uden heeft over die methode boeken geschreven die in ik weet niet hoeveel talen zijn vertaald.”Over zijn ervaringen als priester na zijn emeritaat heeft Jan van Eijndhoven een boek samengesteld: Dossier van een emeritus. Daarin vertelt hij over de oprichting van diverse dovenscholen op de wereld, het onderwijs aan doof-blin-den, de fondsen die hij stichtte voor het dovenonderwijs, de internationale ver-eniging van pastores voor het doven en zijn huisgenote Marietje Smets, die hij in 1952 als jong kapelaan op de pastorie van pastoor Damen in Meerveldhoven leerde kennen, een goed half jaar meemaakte en na het overlijden van pastoor Damen terugvond. Sindsdien waren ze onafscheidelijk, tot zij in februari 2011 overleed. Jan mist haar nog steeds.

Smulders: “Het kwam niet in je op om te protesteren.”

Norbert Smulders kreeg na zijn pen-sionering bij het doveninstituut de parochie van Esch en de gedeeltelijk middeleeuwse Willibrordkerk, waar hij van 1987 tot 1998 in het parochiepas-toraat zat, zijn eigenlijke grote liefde. “Het was toen, in 1954, zo dat als de bisschop je benoemde tot docent op het seminarie, dat hij je dan een knak gaf. Je moest iets anders gaan doen dan waar je je toe geroepen voelde (paro-chiepastoraat) en was opgeleid. Daar was ik niet gelukkig mee. Die eerste twee jaren van mijn priesterschap, toen ik in Oirschot zat, waren wat ik bedoeld had. Maar je had een gehoorzaam-heidsplicht waar niet aan te tornen viel. Als ik nu de bisschop tegenkom, dan praat ik met hem, maar toen bleef je op eerbiedige afstand staan. Het kwam niet in je op om te protesteren.”

Voor Jan van Eijndhoven, geboren in Netersel als een van zes zonen – die net als vader allemaal in het onderwijs terecht kwamen – waren de doven zijn parochianen. Hij werd als neomist kapelaan - “Ik wist niet eens wat een

kapelaan wàs!” - en hoorde in 1955 tele-fonisch van zijn pastoor dat hij geen kapelaan meer was, maar godsdienstle-raar aan het doveninstituut. Hij had het er eerst wel moeilijk mee, maar dank zij zijn directeur van toen, mgr. Van Overbeek, en de medepriesters op het instituut voelde hij zich snel thuis. “Ik wilde niet meer weg.” Hoefde ook niet: in 1966 werd hij directeur. In 1991, bij zijn afscheid, bleek hij de laatste te zijn geweest.Alle drie, Toon Ooms, Norbert Smulders en Jan van Eijndhoven zou-den, als ze weer voor een levenskeuze werden geplaatst, opnieuw priester worden. Van harte, want zij, zeggen ze, hebben ervaren hoe rijk dat leven is geweest. Diamanten jubilarissen zijn het, maar met méérwaarde: diamantjes met randjes.

Kees van Hasselt

Page 14: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

15Bisdomblad juli 201214 Bisdomblad juli 2012Bisdomblad juli 2012 Bisdomblad juli 2012 15

Zaterdag 16 juni vond de eerste Maagdenwijding plaats in bisdom ’s-Hertogenbosch. Gonnie Spronk (65) ontving de wijding uit handen van mgr. Hurkmans. “Ik had het wel een paar jaar eerder gewild, maar uiteinde-lijk was dit goed. Deze roeping, net als een roeping tot het priesterschap of het huwelijk, heeft tijd nodig om te rijpen. Een goede voorbereidingstijd is nood-zakelijk.” Met een bescheiden maar ook vastberaden stem vertelt de netge-wijde Gonnie Spronk over de weg naar

Als het aan Gonnie Spronk ligt, gaat alle aandacht uit naar de

roeping tot gewijde maagd en de betekenis van de maagdenwijding voor de Kerk. Maar wij willen ook

graag weten hoe zij de eerste gewijde maagd van Bisdom Den

Bosch is geworden. “Als ik terug-kijk, zie ik zo’n mooie rode draad

van O. L. Heer door mijn leven lopen.” Ook al wist Gonnie begin 20 al dat ze zich wilde toewijden aan Jezus, pas vele jaren en vele

ervaringen later kwam deze bij-zondere roeping. “Vooral Moeder Maria heeft me al die jaren bij de

hand genomen.”

de Maagdenwijding. En die verliep niet altijd over rozen.

“Ik ben geboren in Den Bosch in een gelovig en heel liefdevol gezin. Daar ben ik nog dagelijks dankbaar voor.” Gonnie heeft haar dankbaarheid heel concreet kunnen maken: de ring die zij bij haar Maagdenwijding ontving, is gemaakt uit de twee trouwringen van haar ouders en de verlovingsring van haar moeder. “Dat is zo bijzonder.” Ze groeide op met muziek, ging zelf naar

Bij de Maagdenwijding ontvangt een vrouw die in de wereld leeft of een

moniale, een wijding ter bevestiging van haar roeping en keuze om zich aan God en de Kerk te geven in de

staat van maagdelijkheid. Voorwaarde is dat zij nooit gehuwd is geweest. Bovendien moet zij een gerespec-

teerd leven leiden dat de verwachting wekt dat zij ook zo zal blijven leven. Zij dient, op de plaats waar zij in de wereld staat, de Kerk en draagt de

zorgen van de bisschop mee. Zij legt zich toe op een leven van gebed,

boetvaardigheid en het doen van de werken van barmhartigheid.

In 1970 is de Maagdenwijding weer officieel opengesteld voor vrouwen die in de wereld leven. Wereldwijd

hebben enkele honderden vrouwen deze wijding ontvangen. Zij tref-

fen elkaar om het jaar op Europees niveau en het andere jaar op wereld-

niveau.

het conservatorium, richtte mede de muziekschool op in Berlicum en bege-leide allerlei koren. “Toen ik half twin-tig was, had ik via de Charismatische Vernieuwing al echt een persoonlijke band met Jezus leren opbouwen. Ik heb toen de bewuste keuze gemaakt niet te huwen om geheel voor God en zijn Kerk te mogen leven. Maar ja, hoe?” De zoektocht begon.

“Ik voelde dat ik meer vorming nodig had en raakte betrokken bij een kleine

Gonnie Spronk ontvangt maagdenwijding:

“Ik ben nu van de Kerk”

gemeenschap in Utrecht. Na een peri-ode van zoeken en in overleg met de kardinaal werd deze gemeenschap de tweede Foyer de Charité in Nederland, met de naam Klein Sion. Het leek een mooie invulling van het verlangen God en zijn Kerk te dienen. Maar een ernstig ongeluk, de gevolgen ervan en overige omstandigheden droegen ertoe bij dat het leven en werken in de Foyer voor Gonnie niet meer mogelijk was. “Ik raakte in een zware depressie en was totaal mijn identiteit kwijt. Toch, achteraf, ben ik ook voor deze periode dankbaar. Door heel veel lijden heen ben ik gevormd en het heeft me een stuk rijker gemaakt.”

Gonnie kwam weer thuis bij haar moeder, die prompt zorg nodig bleek te hebben. Vijf jaren lang verzorgde Gonnie haar. “Zij had dan wel mijn hulp nodig, maar ze wist niet dat zij mij hielp door me mijn identiteit weer terug te geven.” Het zorgen bleek ineens de rode lijn in Gonnies leven te worden. Eerst haar moeder, toen in het Carolusziekenhuis in het pastoraat, daarna een zieke priester en vervolgens haar zieke zus. Jaren verstreken en de verbondenheid met Christus groeide. “Na elke periode stelde ik O.L. Heer de vraag: En wat nu, Heer, wat wilt u

van mij? Ik had intussen wel geleerd dat Hij het voor het zeggen heeft. Uiteindelijk, als je band met Hem steeds nauwer wordt, volg je zijn leven en dus ook zijn lijden. Ik heb mogen ervaren dat Hij, hoe onmogelijk het ook lijkt, je de kracht geeft als je zijn wil doet.” In 1997 volgde een keerpunt. “Ik maakte een professie mee van een jonge zuster en dat trof me zó diep. Die totale beschikbaarheid aan God... dat wilde ik ook. Maar ik kon de vorm maar niet vinden.” Haar geestelijk leidsman wees Gonnie op de moge-lijkheid van de maagdenwijding en opnieuw begon een zoektocht. “Door erover te lezen en te bidden ontdekte ik: dit is mijn roeping. Een intensieve voorbereiding begon. Vooral met de bisschop, die als een vader voor mij is, mocht ik groeien.”

Ook Maria en haar rol komt geregeld ter sprake. “Ze heeft me altijd zo bij de hand genomen.” Gonnie spreekt duidelijk met veel liefde over Maria. “Zij helpt en vormt je, want zij is Maagd, Moeder en Bruid. Door de Maagdenwijding mag je delen in het Maagd-zijn, Moeder-zijn en Bruid-zijn van de Kerk.” Gonnie legt het uit: “Het

beleven van de maagdelijkheid omvat veel meer dan lichamelijk maagdschap. Het gaat over de zuiverheid in alles: hoe ik kijk, hoe ik luister, hoe ik met mensen omga. Daar hoort dienstbaar-heid en eenvoud bij. Je mag ook delen in het geestelijk moederschap van de Kerk, die immers ook moeder is, omdat de Kerk in de doop de kinderen van God voortbrengt. Het heeft alles te maken met vruchtbaarheid, zorg heb-ben voor anderen, meeleven en -bidden en mensen dichter bij O.L. Heer bren-gen. En je mag delen in het bruidschap van de Kerk. Immers, Christus is de bruidegom van de Kerk. Bij de wijding neemt Christus je als zijn bruid tot zich. In het bruidschap groeit je liefdes-band met Christus. Je geeft als gewijde als gewijde maagd een beeld van de toekomst van de Kerk, waarin het Rijk Gods en de Kerk één zullen zijn.”

Gonnies leven gaat nu gewoon door, met onder andere het werk voor Radio Maria, waar u haar geregeld hoort. Met een brede glimlach en nog altijd even bescheiden, besluit Gonnie het gesprek met: “Maar ik ben nu van de Kerk.”

Yvonne Koopman-Snep

Page 15: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

15Bisdomblad juli 201214 Bisdomblad juli 2012Bisdomblad juli 2012 Bisdomblad juli 2012 15

Zaterdag 16 juni vond de eerste Maagdenwijding plaats in bisdom ’s-Hertogenbosch. Gonnie Spronk (65) ontving de wijding uit handen van mgr. Hurkmans. “Ik had het wel een paar jaar eerder gewild, maar uiteinde-lijk was dit goed. Deze roeping, net als een roeping tot het priesterschap of het huwelijk, heeft tijd nodig om te rijpen. Een goede voorbereidingstijd is nood-zakelijk.” Met een bescheiden maar ook vastberaden stem vertelt de netge-wijde Gonnie Spronk over de weg naar

Als het aan Gonnie Spronk ligt, gaat alle aandacht uit naar de

roeping tot gewijde maagd en de betekenis van de maagdenwijding voor de Kerk. Maar wij willen ook

graag weten hoe zij de eerste gewijde maagd van Bisdom Den

Bosch is geworden. “Als ik terug-kijk, zie ik zo’n mooie rode draad

van O. L. Heer door mijn leven lopen.” Ook al wist Gonnie begin 20 al dat ze zich wilde toewijden aan Jezus, pas vele jaren en vele

ervaringen later kwam deze bij-zondere roeping. “Vooral Moeder Maria heeft me al die jaren bij de

hand genomen.”

de Maagdenwijding. En die verliep niet altijd over rozen.

“Ik ben geboren in Den Bosch in een gelovig en heel liefdevol gezin. Daar ben ik nog dagelijks dankbaar voor.” Gonnie heeft haar dankbaarheid heel concreet kunnen maken: de ring die zij bij haar Maagdenwijding ontving, is gemaakt uit de twee trouwringen van haar ouders en de verlovingsring van haar moeder. “Dat is zo bijzonder.” Ze groeide op met muziek, ging zelf naar

Bij de Maagdenwijding ontvangt een vrouw die in de wereld leeft of een

moniale, een wijding ter bevestiging van haar roeping en keuze om zich aan God en de Kerk te geven in de

staat van maagdelijkheid. Voorwaarde is dat zij nooit gehuwd is geweest. Bovendien moet zij een gerespec-

teerd leven leiden dat de verwachting wekt dat zij ook zo zal blijven leven. Zij dient, op de plaats waar zij in de wereld staat, de Kerk en draagt de

zorgen van de bisschop mee. Zij legt zich toe op een leven van gebed,

boetvaardigheid en het doen van de werken van barmhartigheid.

In 1970 is de Maagdenwijding weer officieel opengesteld voor vrouwen die in de wereld leven. Wereldwijd

hebben enkele honderden vrouwen deze wijding ontvangen. Zij tref-

fen elkaar om het jaar op Europees niveau en het andere jaar op wereld-

niveau.

het conservatorium, richtte mede de muziekschool op in Berlicum en bege-leide allerlei koren. “Toen ik half twin-tig was, had ik via de Charismatische Vernieuwing al echt een persoonlijke band met Jezus leren opbouwen. Ik heb toen de bewuste keuze gemaakt niet te huwen om geheel voor God en zijn Kerk te mogen leven. Maar ja, hoe?” De zoektocht begon.

“Ik voelde dat ik meer vorming nodig had en raakte betrokken bij een kleine

Gonnie Spronk ontvangt maagdenwijding:

“Ik ben nu van de Kerk”

gemeenschap in Utrecht. Na een peri-ode van zoeken en in overleg met de kardinaal werd deze gemeenschap de tweede Foyer de Charité in Nederland, met de naam Klein Sion. Het leek een mooie invulling van het verlangen God en zijn Kerk te dienen. Maar een ernstig ongeluk, de gevolgen ervan en overige omstandigheden droegen ertoe bij dat het leven en werken in de Foyer voor Gonnie niet meer mogelijk was. “Ik raakte in een zware depressie en was totaal mijn identiteit kwijt. Toch, achteraf, ben ik ook voor deze periode dankbaar. Door heel veel lijden heen ben ik gevormd en het heeft me een stuk rijker gemaakt.”

Gonnie kwam weer thuis bij haar moeder, die prompt zorg nodig bleek te hebben. Vijf jaren lang verzorgde Gonnie haar. “Zij had dan wel mijn hulp nodig, maar ze wist niet dat zij mij hielp door me mijn identiteit weer terug te geven.” Het zorgen bleek ineens de rode lijn in Gonnies leven te worden. Eerst haar moeder, toen in het Carolusziekenhuis in het pastoraat, daarna een zieke priester en vervolgens haar zieke zus. Jaren verstreken en de verbondenheid met Christus groeide. “Na elke periode stelde ik O.L. Heer de vraag: En wat nu, Heer, wat wilt u

van mij? Ik had intussen wel geleerd dat Hij het voor het zeggen heeft. Uiteindelijk, als je band met Hem steeds nauwer wordt, volg je zijn leven en dus ook zijn lijden. Ik heb mogen ervaren dat Hij, hoe onmogelijk het ook lijkt, je de kracht geeft als je zijn wil doet.” In 1997 volgde een keerpunt. “Ik maakte een professie mee van een jonge zuster en dat trof me zó diep. Die totale beschikbaarheid aan God... dat wilde ik ook. Maar ik kon de vorm maar niet vinden.” Haar geestelijk leidsman wees Gonnie op de moge-lijkheid van de maagdenwijding en opnieuw begon een zoektocht. “Door erover te lezen en te bidden ontdekte ik: dit is mijn roeping. Een intensieve voorbereiding begon. Vooral met de bisschop, die als een vader voor mij is, mocht ik groeien.”

Ook Maria en haar rol komt geregeld ter sprake. “Ze heeft me altijd zo bij de hand genomen.” Gonnie spreekt duidelijk met veel liefde over Maria. “Zij helpt en vormt je, want zij is Maagd, Moeder en Bruid. Door de Maagdenwijding mag je delen in het Maagd-zijn, Moeder-zijn en Bruid-zijn van de Kerk.” Gonnie legt het uit: “Het

beleven van de maagdelijkheid omvat veel meer dan lichamelijk maagdschap. Het gaat over de zuiverheid in alles: hoe ik kijk, hoe ik luister, hoe ik met mensen omga. Daar hoort dienstbaar-heid en eenvoud bij. Je mag ook delen in het geestelijk moederschap van de Kerk, die immers ook moeder is, omdat de Kerk in de doop de kinderen van God voortbrengt. Het heeft alles te maken met vruchtbaarheid, zorg heb-ben voor anderen, meeleven en -bidden en mensen dichter bij O.L. Heer bren-gen. En je mag delen in het bruidschap van de Kerk. Immers, Christus is de bruidegom van de Kerk. Bij de wijding neemt Christus je als zijn bruid tot zich. In het bruidschap groeit je liefdes-band met Christus. Je geeft als gewijde als gewijde maagd een beeld van de toekomst van de Kerk, waarin het Rijk Gods en de Kerk één zullen zijn.”

Gonnies leven gaat nu gewoon door, met onder andere het werk voor Radio Maria, waar u haar geregeld hoort. Met een brede glimlach en nog altijd even bescheiden, besluit Gonnie het gesprek met: “Maar ik ben nu van de Kerk.”

Yvonne Koopman-Snep

Page 16: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

1716 Bisdomblad juli 2012 Bisdomblad juli 2012

Nee, een roeping zou ze het niet willen noemen. “Aanraking, dat is een beter woord. Ik ben door iets of iemand aangeraakt”. Op 6 mei sprak Marianne van Hasselt haar professie uit op de Regel van de Karmel in de kerk van de Titus Brandsmaparochie in Oss. Ze associeerde zich daarmee aan de orde van de

Karmel. Dat wil zeggen: ze behield haar lekenstatus. Vanuit die verbondenheid vervult zij taken waartoe ze gezonden is en nog wordt.

Het was een lange weg, waar bisschop Ter Schure, zonder zich dat te realise-ren de aanzet toe gaf. Op het bisdom ontdekte Marianne meer dan een kwart eeuw geleden, het boek ‘Gods dolende edelvrouwe’, het levensverhaal van Teresa van Avila. ‘Vind u dat inte-ressant?’, vroeg de bisschop die haar in het boek zag lezen. “Meer dan dat, zei ik. ‘Mag ik het u schenken?’ Er stonden nog vier boeken met werken van Teresa zelf. Ook die mocht ik mee-nemen. Zo kwam ik in het bezit van de inspirerende boeken over het leven en denken van Teresa. Ik heb ze bijna stukgelezen.”

Het bleef er niet bij. “Ik werd steeds nieuwsgieriger naar de Karmel en de karmelheiligen en al gauw kocht ik boeken over Johannes van het Kruis, Edith Stein, Titus Brandsma natuurlijk en van schrijvers als Carlos Noyen en Kees Waaijman. In mijn boekenkasten staat veel religieuze lectuur, waarvan een groot deel karmelitaans is.”

“Als je je verdiept in iets, kom je het

ook vaak tegen. We hebben de laatste twintig jaar nogal wat reizen gemaakt naar Oost-Europa. Je zit dan in een Poolse parochiekerk ineens onder een beeld van Teresa van Avila. Je bezoekt karmelkloosters, in Keulen loop je tegen het “Denkmal” van Edith Stein aan, een prachtig kunstwerk, in Speyer en Stein ga je speciaal op zoek naar de plaatsen waar Edith Stein heeft

Geassocieerd: niet geroepen, maar áángeraakt

gewoond en in Rome loop je in een kerk zomaar tegen een fantastisch beeldhouwwerk aan, de extase van Teresa, gemaakt door Bernini.”

daarMee Ben Je nOG niet Geas-sOcieerd.“Het heeft lang geduurd, dat geef ik toe, maar ik ben ook een paar jaar ziek geweest, zo erg dat ik niet eens meer kon lezen. In die tijd woonden we al in Oss en via de Titus Brandsmaparochie kwam ik bij de Karmelkring en later bij de karmelbeweging. We hielden ons bezig met regellezen, dus het bestuderen van de karmelregel en ik kreeg de kans cursussen en studiebij-eenkomsten te bezoeken bij de Karmel in Nijmegen en Boxmeer. Ik deed dat graag, héél graag, maar toen ik een keer in gesprek kwam met een geas-socieerde, ging ik dááraan denken. Geassocieerd zijn… een verbintenis sluiten met de orde… Ik was in die tijd aan het genezen van mijn ziekte en kreeg de kans om er met de prior provinciaal, Ben Wolbers, over te pra-

ten. Toen stond het traject redelijk snel vast. Mijn vormingsverantwoordelijke werd pater Gerard Westendorp en ik kreeg een geestelijk begeleider. De mooiste momenten in dat vormings-traject waren de dagen in het klooster in Boxmeer. Ik voelde me opgenomen in de gemeenschap. Het is alsof ik er thuiskom. Natuurlijk, ik ben getrouwd, ik heb kinderen en kleinkinderen en alle aardse zorgen van dien, maar toch...”

GeassOcieerd Ben Je niet aLLeen VOOr de titeL.“Natuurlijk niet. Je hebt verplichtin-gen ten opzichte van de kerk en de samenleving. Maar die had ik voordien ook wel. Ik deed vroeger aan vrijwil-ligerswerk in de parochie, in de vrou-wenbeweging, in de politiek zelfs. Van de karmelparochie heb ik zending in het verzorgingshuis tegenover het appartement waar ik woon. Ik bezoek er de ouderen, vooral de mensen die eenzaam zijn en speciaal de zieken. Ik praat met hen, troostend als dat kan, ik vertel over de dingen in mijn gezin en

uit het leven, als ze dat leuk vinden. Ik heb ook altijd verhaaltjes van vroeger, die herkennen ze en als het gesprek wat stilvalt of als ze erom vragen, kun-nen we samen bidden of een stukje lezen uit de bijbel. Daar ben ik mee grootgebracht door mijn opa. Hij las mij stukjes voor en dan zei hij: Goed onthouden meisje, anders weet ik mor-gen niet meer waar ik gebleven ben…”

VierinGen dOe Je OOK.“Gebedsvieringen met communie. Een keer in de maand komt er een oudere pater de mis doen, maar daar hebben sommige mensen niet genoeg aan en zelf naar de kerk komen, lukt ze niet meer. Vandaar. We hebben een kleine stilteruimte, groot genoeg voor de men-sen die de gebedsvieringen bijwonen en de mensen die op allerlei momenten doordeweeks stilte zoeken.”

Je heBt WeL Wat Met OUdere Mensen. “Ik ben betrokken bij het maatjespro-ject van Prota (project tegen armoede in Oss) en maatje van een vrolijke

vrouw waarmee ik allerlei avonturen beleef en veel kan lachen. En er zijn twee hoogbejaarde dames op mijn pad gekomen. Ze zijn eenzaam en ik neem ze zo’n beetje onder mijn hoede.”

Ben Je er riJKer Van GeWOrden?“In het klooster word je een beetje contemplatief en dat groeit er thuis ook in. Stilte, gebed, overpeinzing, lezen in geestelijke boeken, ik vind er rust bij, maar dat wil niet zeggen dat ik nu ook van mijn fouten en handicaps af ben. Je blijft een gewone mens, niets meer dan een ander en al zeker niet beter, maar misschien wel een beetje gelukkiger.”

Kees Vos

“Je blijft een gewone mens, niets meer dan een ander en al zeker niet beter, maar misschien wel een beetje gelukkiger”.

Page 17: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

1716 Bisdomblad juli 2012 Bisdomblad juli 2012

Nee, een roeping zou ze het niet willen noemen. “Aanraking, dat is een beter woord. Ik ben door iets of iemand aangeraakt”. Op 6 mei sprak Marianne van Hasselt haar professie uit op de Regel van de Karmel in de kerk van de Titus Brandsmaparochie in Oss. Ze associeerde zich daarmee aan de orde van de

Karmel. Dat wil zeggen: ze behield haar lekenstatus. Vanuit die verbondenheid vervult zij taken waartoe ze gezonden is en nog wordt.

Het was een lange weg, waar bisschop Ter Schure, zonder zich dat te realise-ren de aanzet toe gaf. Op het bisdom ontdekte Marianne meer dan een kwart eeuw geleden, het boek ‘Gods dolende edelvrouwe’, het levensverhaal van Teresa van Avila. ‘Vind u dat inte-ressant?’, vroeg de bisschop die haar in het boek zag lezen. “Meer dan dat, zei ik. ‘Mag ik het u schenken?’ Er stonden nog vier boeken met werken van Teresa zelf. Ook die mocht ik mee-nemen. Zo kwam ik in het bezit van de inspirerende boeken over het leven en denken van Teresa. Ik heb ze bijna stukgelezen.”

Het bleef er niet bij. “Ik werd steeds nieuwsgieriger naar de Karmel en de karmelheiligen en al gauw kocht ik boeken over Johannes van het Kruis, Edith Stein, Titus Brandsma natuurlijk en van schrijvers als Carlos Noyen en Kees Waaijman. In mijn boekenkasten staat veel religieuze lectuur, waarvan een groot deel karmelitaans is.”

“Als je je verdiept in iets, kom je het

ook vaak tegen. We hebben de laatste twintig jaar nogal wat reizen gemaakt naar Oost-Europa. Je zit dan in een Poolse parochiekerk ineens onder een beeld van Teresa van Avila. Je bezoekt karmelkloosters, in Keulen loop je tegen het “Denkmal” van Edith Stein aan, een prachtig kunstwerk, in Speyer en Stein ga je speciaal op zoek naar de plaatsen waar Edith Stein heeft

Geassocieerd: niet geroepen, maar áángeraakt

gewoond en in Rome loop je in een kerk zomaar tegen een fantastisch beeldhouwwerk aan, de extase van Teresa, gemaakt door Bernini.”

daarMee Ben Je nOG niet Geas-sOcieerd.“Het heeft lang geduurd, dat geef ik toe, maar ik ben ook een paar jaar ziek geweest, zo erg dat ik niet eens meer kon lezen. In die tijd woonden we al in Oss en via de Titus Brandsmaparochie kwam ik bij de Karmelkring en later bij de karmelbeweging. We hielden ons bezig met regellezen, dus het bestuderen van de karmelregel en ik kreeg de kans cursussen en studiebij-eenkomsten te bezoeken bij de Karmel in Nijmegen en Boxmeer. Ik deed dat graag, héél graag, maar toen ik een keer in gesprek kwam met een geas-socieerde, ging ik dááraan denken. Geassocieerd zijn… een verbintenis sluiten met de orde… Ik was in die tijd aan het genezen van mijn ziekte en kreeg de kans om er met de prior provinciaal, Ben Wolbers, over te pra-

ten. Toen stond het traject redelijk snel vast. Mijn vormingsverantwoordelijke werd pater Gerard Westendorp en ik kreeg een geestelijk begeleider. De mooiste momenten in dat vormings-traject waren de dagen in het klooster in Boxmeer. Ik voelde me opgenomen in de gemeenschap. Het is alsof ik er thuiskom. Natuurlijk, ik ben getrouwd, ik heb kinderen en kleinkinderen en alle aardse zorgen van dien, maar toch...”

GeassOcieerd Ben Je niet aLLeen VOOr de titeL.“Natuurlijk niet. Je hebt verplichtin-gen ten opzichte van de kerk en de samenleving. Maar die had ik voordien ook wel. Ik deed vroeger aan vrijwil-ligerswerk in de parochie, in de vrou-wenbeweging, in de politiek zelfs. Van de karmelparochie heb ik zending in het verzorgingshuis tegenover het appartement waar ik woon. Ik bezoek er de ouderen, vooral de mensen die eenzaam zijn en speciaal de zieken. Ik praat met hen, troostend als dat kan, ik vertel over de dingen in mijn gezin en

uit het leven, als ze dat leuk vinden. Ik heb ook altijd verhaaltjes van vroeger, die herkennen ze en als het gesprek wat stilvalt of als ze erom vragen, kun-nen we samen bidden of een stukje lezen uit de bijbel. Daar ben ik mee grootgebracht door mijn opa. Hij las mij stukjes voor en dan zei hij: Goed onthouden meisje, anders weet ik mor-gen niet meer waar ik gebleven ben…”

VierinGen dOe Je OOK.“Gebedsvieringen met communie. Een keer in de maand komt er een oudere pater de mis doen, maar daar hebben sommige mensen niet genoeg aan en zelf naar de kerk komen, lukt ze niet meer. Vandaar. We hebben een kleine stilteruimte, groot genoeg voor de men-sen die de gebedsvieringen bijwonen en de mensen die op allerlei momenten doordeweeks stilte zoeken.”

Je heBt WeL Wat Met OUdere Mensen. “Ik ben betrokken bij het maatjespro-ject van Prota (project tegen armoede in Oss) en maatje van een vrolijke

vrouw waarmee ik allerlei avonturen beleef en veel kan lachen. En er zijn twee hoogbejaarde dames op mijn pad gekomen. Ze zijn eenzaam en ik neem ze zo’n beetje onder mijn hoede.”

Ben Je er riJKer Van GeWOrden?“In het klooster word je een beetje contemplatief en dat groeit er thuis ook in. Stilte, gebed, overpeinzing, lezen in geestelijke boeken, ik vind er rust bij, maar dat wil niet zeggen dat ik nu ook van mijn fouten en handicaps af ben. Je blijft een gewone mens, niets meer dan een ander en al zeker niet beter, maar misschien wel een beetje gelukkiger.”

Kees Vos

“Je blijft een gewone mens, niets meer dan een ander en al zeker niet beter, maar misschien wel een beetje gelukkiger”.

Page 18: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

18 Bisdomblad juli 2012 19Bisdomblad juli 2012Bisdomblad juli 2012

Een verenigd, solidair en gastvrij Europa.

Daaraan werken de christelijke bewegin-

gen en gemeenschap-pen die zich stellen

achter het motto “Samen voor Europa”.

Europa als ontmoe-tingsplaats van landen en culturen. Van men-sen. Zo verschillend,

en zo gelijkend.

De grondleggers van de economische en politieke samenwerking in ons werelddeel moet zoiets voor ogen heb-ben gestaan. Maar een halve eeuw later heeft Europa het moeilijk. De eerste associatie bij het woord gaat vandaag de dag in Nederland vaak de richting uit van overdreven grootschaligheid, bemoeizucht, geld afdragen en ambte-narij. In plaats van een mooie prinses - de Griekse mythologie is ook hier naamgever - eerder een vervelende oom die feestjes versjteert of een intri-gerende tante die van geen ophouden weet.

aan de BaKHet is maar hoe je het bekijkt. Op de bijeenkomst “Samen voor Europa” op 12 mei in Brussel, kwamen vertegen-

woordigers van tientallen christelijke bewegingen bij elkaar die geloven en ervaren dat het heel anders kan. Al twee keer eerder staken zij de koppen bij elkaar, in 2004 en 2007, steeds in Stuttgart, om de basis te leggen voor een christelijke visie en inzet op Europa.Ze kunnen aan de bak: Europa staat er niet goed op en de tegenkrachten zijn sterk. Tijdens de ontmoeting lag het woord 'crisis' velen in de mond bestorven. Een crisis van economische aard, maar met ook sociale bestand-delen. Sprekers als Andrea Riccardi, grondlegger van de Egidio-beweging, en Europese Raad-voorzitter Herman Van Rompuy, gaven er blijk van de huidige situatie ernstig in te zien. “We mogen de crisis in Europa, die veel

Christelijke visie brengt Europa bij elkaar

landen in zijn greep heeft, niet ver-bergen”, aldus Riccardi, als minister van Internationale Samenwerking en Integratie lid van het kabinet van de Italiaanse premier Monti. De economische crisis heeft volgens hem oorzaken en gevolgen op ander vlak. “De boodschap om de crisis te boven te komen is vaak: door je op jezelf te focussen.” Een belangrijke reden waarom vandaag de dag veel Europeanen aangeven eenzaam te zijn, aldus Riccardi. “We bevinden ons in een cultuur die getekend is door het individualisme, wat zijn weerslag heeft op ons persoonlijk leven, het werk en nog veel meer. De crisis van de idee van een gemeenschappelijk Europees lot past in de crisis van een gemeen-schappelijk leven.” De toekomst van Europa staat of valt met relatie en ontmoeting. Van Rompuy onderstreepte dit in Brussel in een videoboodschap. Hij riep de deelnemers van Samen voor Europa op te blijven bouwen aan solidariteit en broederschap. “De boodschap die ik u wil meegeven is 'de ander', de mensen die we onze buur noemen. Wat is de Europese beschaving als het niet 'de ander' als basis heeft? Europa is de som van ontmoeting. Een eenheid in verscheidenheid en door het anders zijn.”

BeWeGinGenEuropa kent een breed scala aan christelijke bewegingen. Vertegenwoordigers van de vooral

katholieke groepen kwamen in 1998 bij elkaar in Rome. Paus Johannes Paulus II nodigde hen met Pinksteren uit op het St Pietersplein. De bewe-gingen ervaren het als een belangrijke oproep van de kerk om samen te wer-ken. Chiara Lubich, stichteres van de Focolarebeweging, belooft de paus daar in het openbaar haar inzet voor de samenwerking. Ze heeft haar charisma van eenheid als belangrijke motivatie, maar ook als hulpmiddel. Spoedig slui-ten zich andere bewegingen aan. Zo kan het gebeuren dat afgelopen maand in Brussel tientallen bewe-gingen en gemeenschappen acte de présence geven. Denk aan Egidius en Focolare, aan Schönstatt, Chrétiens pour le Monde, de KCV, The World fel-lowship of Orthodox Youth en Chemin Neuf. Vanuit Nederland waren er vertegenwoordigers van Alphacursus Nederland, Jeugd met een Opdracht en Kerygma Teams. Samen voor Europa bleef niet beperkt tot het Square Meeting Centre in Brussel; in meer dan honderd Europese steden werd de ontmoeting 'gevierd', verbonden per satelliet. Impressies van deze locale bijeenkom-sten werden weer in Brussel getoond.

ecOnOMieHet is de economie die momenteel in alle gesprekken over Europa de boven-toon voert. Niet geheel toevallig was het daarom dat op de dag van Samen voor Europa 's ochtends in de Alcide de Gasperi-zaal van het Europees

Parlement een forumontmoeting werd gehouden met als thema 'Economie: geven en toch winnen'. Daarin wer-den de mogelijkheden verkend van een nieuwe economie, een waarin een optimum gevonden wordt in de verde-ling van materiële middelen tussen de mensen die ze 'verdienen' en zij die er 'nood' aan hebben, zoals Hendrik Opdebeeck, professor 'Filosofie en Economie' aan de Universiteit van Antwerpen typeerde.De Belgische minister van Financiën, Steven Vanackere, trad op als een soort opponent, zoals bij een promo-tie op de universiteit. Hij reageerde op de inbreng van Opdebeeck, de Italiaan Luigino Bruni, professor aan de Milanese Bicocca-universiteit en een van de grootste promotors van de 'Economie van Gemeenschap' en Jan De Volder, redacteur van het Vlaamse katholieke weekblad Tertio en actief lid van Egidius-gemeenschap. De Belgische minister deed dat kritisch maar met zorg. Zoals in de discussie tussen 'verdienste en nood', naar aan-leiding van de woorden van Opdebeeck. Vanackere: “Het lijkt te zeggen dat nood op een gespannen voet staat met groei. Maar aandacht voor de noden in de maatschappij zorgt juist voor groei. Ons systeem van sociale zekerheid is groeibevorderend. We moeten ons niet in het defensief laten drukken. Maatschappijen waarin de ongelijkheid in de bevolking groeit, presteren slech-ter. In België hebben we nu meer jobs dan voor de crisis van 2008.”

Page 19: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

18 Bisdomblad juli 2012 19Bisdomblad juli 2012Bisdomblad juli 2012

Een verenigd, solidair en gastvrij Europa.

Daaraan werken de christelijke bewegin-

gen en gemeenschap-pen die zich stellen

achter het motto “Samen voor Europa”.

Europa als ontmoe-tingsplaats van landen en culturen. Van men-sen. Zo verschillend,

en zo gelijkend.

De grondleggers van de economische en politieke samenwerking in ons werelddeel moet zoiets voor ogen heb-ben gestaan. Maar een halve eeuw later heeft Europa het moeilijk. De eerste associatie bij het woord gaat vandaag de dag in Nederland vaak de richting uit van overdreven grootschaligheid, bemoeizucht, geld afdragen en ambte-narij. In plaats van een mooie prinses - de Griekse mythologie is ook hier naamgever - eerder een vervelende oom die feestjes versjteert of een intri-gerende tante die van geen ophouden weet.

aan de BaKHet is maar hoe je het bekijkt. Op de bijeenkomst “Samen voor Europa” op 12 mei in Brussel, kwamen vertegen-

woordigers van tientallen christelijke bewegingen bij elkaar die geloven en ervaren dat het heel anders kan. Al twee keer eerder staken zij de koppen bij elkaar, in 2004 en 2007, steeds in Stuttgart, om de basis te leggen voor een christelijke visie en inzet op Europa.Ze kunnen aan de bak: Europa staat er niet goed op en de tegenkrachten zijn sterk. Tijdens de ontmoeting lag het woord 'crisis' velen in de mond bestorven. Een crisis van economische aard, maar met ook sociale bestand-delen. Sprekers als Andrea Riccardi, grondlegger van de Egidio-beweging, en Europese Raad-voorzitter Herman Van Rompuy, gaven er blijk van de huidige situatie ernstig in te zien. “We mogen de crisis in Europa, die veel

Christelijke visie brengt Europa bij elkaar

landen in zijn greep heeft, niet ver-bergen”, aldus Riccardi, als minister van Internationale Samenwerking en Integratie lid van het kabinet van de Italiaanse premier Monti. De economische crisis heeft volgens hem oorzaken en gevolgen op ander vlak. “De boodschap om de crisis te boven te komen is vaak: door je op jezelf te focussen.” Een belangrijke reden waarom vandaag de dag veel Europeanen aangeven eenzaam te zijn, aldus Riccardi. “We bevinden ons in een cultuur die getekend is door het individualisme, wat zijn weerslag heeft op ons persoonlijk leven, het werk en nog veel meer. De crisis van de idee van een gemeenschappelijk Europees lot past in de crisis van een gemeen-schappelijk leven.” De toekomst van Europa staat of valt met relatie en ontmoeting. Van Rompuy onderstreepte dit in Brussel in een videoboodschap. Hij riep de deelnemers van Samen voor Europa op te blijven bouwen aan solidariteit en broederschap. “De boodschap die ik u wil meegeven is 'de ander', de mensen die we onze buur noemen. Wat is de Europese beschaving als het niet 'de ander' als basis heeft? Europa is de som van ontmoeting. Een eenheid in verscheidenheid en door het anders zijn.”

BeWeGinGenEuropa kent een breed scala aan christelijke bewegingen. Vertegenwoordigers van de vooral

katholieke groepen kwamen in 1998 bij elkaar in Rome. Paus Johannes Paulus II nodigde hen met Pinksteren uit op het St Pietersplein. De bewe-gingen ervaren het als een belangrijke oproep van de kerk om samen te wer-ken. Chiara Lubich, stichteres van de Focolarebeweging, belooft de paus daar in het openbaar haar inzet voor de samenwerking. Ze heeft haar charisma van eenheid als belangrijke motivatie, maar ook als hulpmiddel. Spoedig slui-ten zich andere bewegingen aan. Zo kan het gebeuren dat afgelopen maand in Brussel tientallen bewe-gingen en gemeenschappen acte de présence geven. Denk aan Egidius en Focolare, aan Schönstatt, Chrétiens pour le Monde, de KCV, The World fel-lowship of Orthodox Youth en Chemin Neuf. Vanuit Nederland waren er vertegenwoordigers van Alphacursus Nederland, Jeugd met een Opdracht en Kerygma Teams. Samen voor Europa bleef niet beperkt tot het Square Meeting Centre in Brussel; in meer dan honderd Europese steden werd de ontmoeting 'gevierd', verbonden per satelliet. Impressies van deze locale bijeenkom-sten werden weer in Brussel getoond.

ecOnOMieHet is de economie die momenteel in alle gesprekken over Europa de boven-toon voert. Niet geheel toevallig was het daarom dat op de dag van Samen voor Europa 's ochtends in de Alcide de Gasperi-zaal van het Europees

Parlement een forumontmoeting werd gehouden met als thema 'Economie: geven en toch winnen'. Daarin wer-den de mogelijkheden verkend van een nieuwe economie, een waarin een optimum gevonden wordt in de verde-ling van materiële middelen tussen de mensen die ze 'verdienen' en zij die er 'nood' aan hebben, zoals Hendrik Opdebeeck, professor 'Filosofie en Economie' aan de Universiteit van Antwerpen typeerde.De Belgische minister van Financiën, Steven Vanackere, trad op als een soort opponent, zoals bij een promo-tie op de universiteit. Hij reageerde op de inbreng van Opdebeeck, de Italiaan Luigino Bruni, professor aan de Milanese Bicocca-universiteit en een van de grootste promotors van de 'Economie van Gemeenschap' en Jan De Volder, redacteur van het Vlaamse katholieke weekblad Tertio en actief lid van Egidius-gemeenschap. De Belgische minister deed dat kritisch maar met zorg. Zoals in de discussie tussen 'verdienste en nood', naar aan-leiding van de woorden van Opdebeeck. Vanackere: “Het lijkt te zeggen dat nood op een gespannen voet staat met groei. Maar aandacht voor de noden in de maatschappij zorgt juist voor groei. Ons systeem van sociale zekerheid is groeibevorderend. We moeten ons niet in het defensief laten drukken. Maatschappijen waarin de ongelijkheid in de bevolking groeit, presteren slech-ter. In België hebben we nu meer jobs dan voor de crisis van 2008.”

Page 20: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

De heilige Oda krijgt weer een plaats

op de kerkelijke kalender. Bij de liturgie-

vernieuwing na het Tweede Vaticaans

Concilie is de liturgische kalender

opnieuw vastgesteld en behield niet

iedere heilige zijn of haar eigen vaste

feestdag. Het is een misverstand, wat

soms wel wordt gedacht, dat het Concilie

heiligen heeft afgeschaft.

Nee, eens heilig, altijd heilig. Alleen de

rangorde van het vieren van de diverse

heiligen onderging een verandering. Oda

verdween van de kalender, maar zij bleef

heilig en haar naam aan 'Rooi', Sint-

Oedenrode geven.

Dat doet zij sinds 2010 ook aan de paro-

chie. Voor de bisschop reden om in Rome

opnieuw een verzoek in te dienen om de

heilige Oda op te nemen in de liturgische

kalender. Dat verzoek is gehonoreerd

en vanaf het nieuwe kerkelijk jaar zal de

heilige Oda weer op de kalender staan

op 27 november. Voor de parochie, en

voor Sint-Oedenrode, een mooi bericht en

aanleiding om de feestdag van Sint-Oda

opnieuw te gaan markeren.

De heilige Oda (Sint-Oedenrode, 726) was

een Ierse of Schotse blinde koningsdoch-

ter, die genezen werd nadat ze het graf

van de heilige Lambertus van Maastricht

in Luik bezocht had. Haar vader wilde

haar vervolgens uithuwelijken maar ze

vluchtte naar de Brabantgouw, waar ze

zich na een aantal omzwervingen in het

latere Sint-Oedenrode vestigde als klui-

zenaar.

Oda is beschermheilige van Venray en

patrones tegen oogziekten. In Venray is

er nog een Odakapel op de plaats waar zij

gebeden zou hebben bij het verlaten van

die plaats.

nederLandse BisschOppen GeVen tOeLichtinG Op 'WaardiG cOMMUniceren'In 2008 hebben de Nederlandse bis-

schoppen bij gelegenheid van het

Hoogfeest van Sacramentsdag in een

brief over de viering van de eucharistie

een aantal behartenswaardige aanbeve-

lingen verwoord over de concrete wijze

waarop de eucharistieviering gestalte

dient te krijgen, alsook over het com-

municeren in en buiten de H. Mis. Daarin

werd ook kort gesproken over de vereiste

gesteldheid van de gelovige om te com-

municeren. De Nederlandse bisschop-

pen hebben, daarbij aansluitend, naar

aanleiding van Sacramentsdag 2012 een

nadere toelichting gegeven. Dit gebeurde

tegelijk met het oog op het komende jaar

van het geloof (van 11 oktober 2012 tot

24 november 2013) als herdenking van

het feit dat 50 jaar geleden het Tweede

Vaticaans Concilie begon.

De Nederlandse bisschoppen willen

onderstrepen dat de eucharistie als bron

en hoogtepunt van het hele leven van de

Kerk en van de gelovigen alle geloof en

respect verdient. Daarom geven zij in een

apart, hierbij aansluitend schrijven, een

toelichting bij een aantal aspecten van

het waardig communiceren. U kunt deze

brief downloaden via de website van het

bisdom: www.bisdomdenbosch.nl

Misdienaars te Gast Op MinistrantenWaLLfahrt in KeVeLaerOp zaterdag 16 juni vertrokken 126

meest jonge misdienaars en acolieten

uit ons bisdom vanaf diverse plek-

ken met bussen richting Kevelaer. Ze

waren daar met hun 'collegaatjes' uit

het bisdom Roermond te gast bij de

Nordwestdeutsche Ministrantenwallfahrt,

de driejaarlijkse misdienaarsdag die dit

jaar in de Duitse bedevaartplaats werd

gehouden.

Op 5 km van Kevelaer ontmoetten de

Nederlandse deelnemers elkaar en liepen

vervolgens gezamenlijk in een pelgrimage

naar de stad. Daar sloten ze samen met

alle andere deelnemers aan bij het mid-

daggebed. In de middag was het tijd voor

de lunch en het middagprogramma, waar-

bij van alles te beleven viel op het gebied

van creatieve workshops, sportieve

activiteiten en muziek. Het programma

werd afgesloten met een feestelijke H.

Mis, waarna de bussen in de avond weer

terugkeerden naar de opstapplaatsen in

Nederland.

Het samenbrengen van misdienaars in

de eigen parochie, maar met name ook

in het nieuwe parochieverband of op

dekenaal verband biedt enorme kansen

voor samenwerking en eenheid binnen

een misdienaarsgroep. Daarom is spe-

ciaal voor misdienaars een zogeheten

misdienaarspakket ontworpen. Het pak-

ket bestaat uit 10 spellen die gratis te

downloaden zijn op de bisdomwebsite en

bovendien gemakkelijk keer op keer te

gebruiken. Het materiaal kan bijvoorbeeld

ingezet worden om een misdienaarsuitje

mee in te vullen, maar de losse spellen

kunnen ook bij andere gelegenheden

worden gebruikt. De spellen zijn gemaakt

met de doelgroep misdienaars in het

achterhoofd, maar zijn natuurlijk ook in te

zetten voor communicanten en vormelin-

gen bijvoorbeeld.

2120 Bisdomblad juli 2012Bisdomblad juli 2012

De analyse dat aandacht voor de noden van mensen slecht zou zijn voor de economische groei, deelt Vanackere daarom niet. “We gaan naar een syn-these waarin de participatie van ieder cruciaal is.”

specULantenEen ander heilig huisje dat de minister van Financiën graag sloopt, is het idee van winst. Vanackere deelt de visie van de Italiaanse professor Bruni, dat financieel speculanten een bron zijn van problemen en aangepakt moeten worden. “Winst is een uitdrukking van het vermogen om met iets, iets nieuws te maken. Maar: als het niet gebruikt wordt als een instrument, maar het doel wordt, dan ben je gedoemd.” Het leidt er volgens Vanackere toe dat mensen als instrument gebruikt wor-den. “In de encycliek Rerum Novarum wordt gezegd: u mag werknemers niet als werktuig behandelen.”Vanackere haalde de 'geniale' encycliek ook aan vanwege de woorden: 'Geef en u zal gegeven worden'. “Die woor-den zetten ons aan tot geven, want we weten dat ons daarna gegeven zal worden. Maar was het niet Cardijn (Belgische priester die bekend werd vanwege zijn inzet voor arbeiders - red.) die zei 'ik geef omdat gij het waard zijt'? Dat is een paradigmaverandering (verandering van zienswijze - red.) die revolutionair en ontroerend is”, aldus Vanackere.Mensen moeten niet geïnstrumentali-seerd worden. “Voor alle organisaties geldt: we moeten geen klanten willen zijn van elkaar. Leden, ja, maar klan-ten, dan zijn we fout bezig.” Het accent moet volgens Vanackere liggen op sobriéte (onthouding), van soberheid. “Cruciaal is ook dat we kijken voor welk probleem we oplossingen zoe-ken. Misschien is het niet vinden dat iets een probleem is al de oplossing... Soberheid is een van de wegen die te bewandelen is.” Een andere constatering van Vanackere: democratie is discussie en

discussie kost tijd. “En tijd heeft de eco-nomie niet. We ontwikkelen als maat-schappij een sterk instinkt voor politiek immediatisme.” Maar leidt snelheid tot wijsheid? “Willen we niet toe naar een politiek die niet de snelle antwoorden geeft, maar de juist antwoorden?”Het brengt de Belgische minister van Financiën tot enkele gedachten over 'de obsessie met het Bruto Nationaal Product (BNP)'. “Het staat maar al te vaak ons patrimonium, dat wat we van onze ouders hebben gekregen, in de weg. Denk aan duurzaamheid en ook een de intergenerationele solidariteit.” Vanackere zet grote vraagtekens bij de roep om behoud van verworven rechten, dezer dagen vaak te horen in discussies over met name de pensioe-nen. “Als we niet opletten betekent dit vooral een inbreuk op de solidariteit tussen de generaties en dat waar chris-telijke politici veel waarde aan hechten, het rentmeesterschap.” Wat dat betreft was het veelzeggend dat de moderatrise van de ontmoeting hem had aangekon-digd als 'minister van Financiën', ter-wijl tot zijn portefeuille in het kabinet ook duurzame ontwikkeling hoort. “Ik

droom ervan dat er een tijd komt dat ik word aangekondigd als de minister van Duurzame Ontwikkeling, die ook Financiën doet. Dat die manier van kij-ken de norm wordt.”In het gesprek is sprake van een pact. Een afspraak om te werken aan een solidaire en rechtvaardige samenle-ving. Vanackere: “Maar zo'n pact moet geen dode letter zijn, maar vooral een ingesteldheid. Op basis van vrijheid. Waarmee we beslissingen nemen die beantwoorden aan het gemeenschappe-lijk stichtend verhaal. Wil je dat doen, dan heb je een verhaal nodig. De bouw-stenen daarvoor zijn hier gegeven. Waar we nu behoefte aan hebben zijn profetische minderheden. Voel u maar aangesproken! Gekaderd in christelijke bron.”

GaVeMaria Voce, voorzitter van de Focolarebeweging, zei het zo: “We den-ken dat Samen voor Europa in staat is individuen en groepen te inspireren in hun commitment om te bouwen aan een vrij, verbonden, democratisch, ver-enigd en broederlijk Europa: niet een 'oud' continent, maar een levendig con-tinent dat ontdekt dat het een missie te vervullen heeft en dat het een gave voor de rest van de mensheid kan zijn.”In het slotmanifest van Samen in Europa vatten de vertegenwoordigers van de kerkelijke groepen, 'die het evangelie van Jezus Christus willen leven'- hun opdracht samen. “We heb-ben gezien dat de eenheid mogelijk is, een eenheid die niet de identiteit uitwist, maar deze juist versterkt. (..) Samen willen we een Europa opbou-wen dat open is, met gulheid tegenover de uitdaging van de arme wereld, een Europa dat de zoektocht naar de vrede en het samenleven in het centrum van de eigen zorgen en inzet maakt.̈

Ted Konings

“Winst is een uit-drukking van het vermogen om met iets, iets nieuws te maken. Maar: als het niet gebruikt wordt als een instru-ment, maar het doel wordt, dan ben je gedoemd.”

De heilige Oda “gerehabiliteerd”

Page 21: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

De heilige Oda krijgt weer een plaats

op de kerkelijke kalender. Bij de liturgie-

vernieuwing na het Tweede Vaticaans

Concilie is de liturgische kalender

opnieuw vastgesteld en behield niet

iedere heilige zijn of haar eigen vaste

feestdag. Het is een misverstand, wat

soms wel wordt gedacht, dat het Concilie

heiligen heeft afgeschaft.

Nee, eens heilig, altijd heilig. Alleen de

rangorde van het vieren van de diverse

heiligen onderging een verandering. Oda

verdween van de kalender, maar zij bleef

heilig en haar naam aan 'Rooi', Sint-

Oedenrode geven.

Dat doet zij sinds 2010 ook aan de paro-

chie. Voor de bisschop reden om in Rome

opnieuw een verzoek in te dienen om de

heilige Oda op te nemen in de liturgische

kalender. Dat verzoek is gehonoreerd

en vanaf het nieuwe kerkelijk jaar zal de

heilige Oda weer op de kalender staan

op 27 november. Voor de parochie, en

voor Sint-Oedenrode, een mooi bericht en

aanleiding om de feestdag van Sint-Oda

opnieuw te gaan markeren.

De heilige Oda (Sint-Oedenrode, 726) was

een Ierse of Schotse blinde koningsdoch-

ter, die genezen werd nadat ze het graf

van de heilige Lambertus van Maastricht

in Luik bezocht had. Haar vader wilde

haar vervolgens uithuwelijken maar ze

vluchtte naar de Brabantgouw, waar ze

zich na een aantal omzwervingen in het

latere Sint-Oedenrode vestigde als klui-

zenaar.

Oda is beschermheilige van Venray en

patrones tegen oogziekten. In Venray is

er nog een Odakapel op de plaats waar zij

gebeden zou hebben bij het verlaten van

die plaats.

nederLandse BisschOppen GeVen tOeLichtinG Op 'WaardiG cOMMUniceren'In 2008 hebben de Nederlandse bis-

schoppen bij gelegenheid van het

Hoogfeest van Sacramentsdag in een

brief over de viering van de eucharistie

een aantal behartenswaardige aanbeve-

lingen verwoord over de concrete wijze

waarop de eucharistieviering gestalte

dient te krijgen, alsook over het com-

municeren in en buiten de H. Mis. Daarin

werd ook kort gesproken over de vereiste

gesteldheid van de gelovige om te com-

municeren. De Nederlandse bisschop-

pen hebben, daarbij aansluitend, naar

aanleiding van Sacramentsdag 2012 een

nadere toelichting gegeven. Dit gebeurde

tegelijk met het oog op het komende jaar

van het geloof (van 11 oktober 2012 tot

24 november 2013) als herdenking van

het feit dat 50 jaar geleden het Tweede

Vaticaans Concilie begon.

De Nederlandse bisschoppen willen

onderstrepen dat de eucharistie als bron

en hoogtepunt van het hele leven van de

Kerk en van de gelovigen alle geloof en

respect verdient. Daarom geven zij in een

apart, hierbij aansluitend schrijven, een

toelichting bij een aantal aspecten van

het waardig communiceren. U kunt deze

brief downloaden via de website van het

bisdom: www.bisdomdenbosch.nl

Misdienaars te Gast Op MinistrantenWaLLfahrt in KeVeLaerOp zaterdag 16 juni vertrokken 126

meest jonge misdienaars en acolieten

uit ons bisdom vanaf diverse plek-

ken met bussen richting Kevelaer. Ze

waren daar met hun 'collegaatjes' uit

het bisdom Roermond te gast bij de

Nordwestdeutsche Ministrantenwallfahrt,

de driejaarlijkse misdienaarsdag die dit

jaar in de Duitse bedevaartplaats werd

gehouden.

Op 5 km van Kevelaer ontmoetten de

Nederlandse deelnemers elkaar en liepen

vervolgens gezamenlijk in een pelgrimage

naar de stad. Daar sloten ze samen met

alle andere deelnemers aan bij het mid-

daggebed. In de middag was het tijd voor

de lunch en het middagprogramma, waar-

bij van alles te beleven viel op het gebied

van creatieve workshops, sportieve

activiteiten en muziek. Het programma

werd afgesloten met een feestelijke H.

Mis, waarna de bussen in de avond weer

terugkeerden naar de opstapplaatsen in

Nederland.

Het samenbrengen van misdienaars in

de eigen parochie, maar met name ook

in het nieuwe parochieverband of op

dekenaal verband biedt enorme kansen

voor samenwerking en eenheid binnen

een misdienaarsgroep. Daarom is spe-

ciaal voor misdienaars een zogeheten

misdienaarspakket ontworpen. Het pak-

ket bestaat uit 10 spellen die gratis te

downloaden zijn op de bisdomwebsite en

bovendien gemakkelijk keer op keer te

gebruiken. Het materiaal kan bijvoorbeeld

ingezet worden om een misdienaarsuitje

mee in te vullen, maar de losse spellen

kunnen ook bij andere gelegenheden

worden gebruikt. De spellen zijn gemaakt

met de doelgroep misdienaars in het

achterhoofd, maar zijn natuurlijk ook in te

zetten voor communicanten en vormelin-

gen bijvoorbeeld.

2120 Bisdomblad juli 2012Bisdomblad juli 2012

De analyse dat aandacht voor de noden van mensen slecht zou zijn voor de economische groei, deelt Vanackere daarom niet. “We gaan naar een syn-these waarin de participatie van ieder cruciaal is.”

specULantenEen ander heilig huisje dat de minister van Financiën graag sloopt, is het idee van winst. Vanackere deelt de visie van de Italiaanse professor Bruni, dat financieel speculanten een bron zijn van problemen en aangepakt moeten worden. “Winst is een uitdrukking van het vermogen om met iets, iets nieuws te maken. Maar: als het niet gebruikt wordt als een instrument, maar het doel wordt, dan ben je gedoemd.” Het leidt er volgens Vanackere toe dat mensen als instrument gebruikt wor-den. “In de encycliek Rerum Novarum wordt gezegd: u mag werknemers niet als werktuig behandelen.”Vanackere haalde de 'geniale' encycliek ook aan vanwege de woorden: 'Geef en u zal gegeven worden'. “Die woor-den zetten ons aan tot geven, want we weten dat ons daarna gegeven zal worden. Maar was het niet Cardijn (Belgische priester die bekend werd vanwege zijn inzet voor arbeiders - red.) die zei 'ik geef omdat gij het waard zijt'? Dat is een paradigmaverandering (verandering van zienswijze - red.) die revolutionair en ontroerend is”, aldus Vanackere.Mensen moeten niet geïnstrumentali-seerd worden. “Voor alle organisaties geldt: we moeten geen klanten willen zijn van elkaar. Leden, ja, maar klan-ten, dan zijn we fout bezig.” Het accent moet volgens Vanackere liggen op sobriéte (onthouding), van soberheid. “Cruciaal is ook dat we kijken voor welk probleem we oplossingen zoe-ken. Misschien is het niet vinden dat iets een probleem is al de oplossing... Soberheid is een van de wegen die te bewandelen is.” Een andere constatering van Vanackere: democratie is discussie en

discussie kost tijd. “En tijd heeft de eco-nomie niet. We ontwikkelen als maat-schappij een sterk instinkt voor politiek immediatisme.” Maar leidt snelheid tot wijsheid? “Willen we niet toe naar een politiek die niet de snelle antwoorden geeft, maar de juist antwoorden?”Het brengt de Belgische minister van Financiën tot enkele gedachten over 'de obsessie met het Bruto Nationaal Product (BNP)'. “Het staat maar al te vaak ons patrimonium, dat wat we van onze ouders hebben gekregen, in de weg. Denk aan duurzaamheid en ook een de intergenerationele solidariteit.” Vanackere zet grote vraagtekens bij de roep om behoud van verworven rechten, dezer dagen vaak te horen in discussies over met name de pensioe-nen. “Als we niet opletten betekent dit vooral een inbreuk op de solidariteit tussen de generaties en dat waar chris-telijke politici veel waarde aan hechten, het rentmeesterschap.” Wat dat betreft was het veelzeggend dat de moderatrise van de ontmoeting hem had aangekon-digd als 'minister van Financiën', ter-wijl tot zijn portefeuille in het kabinet ook duurzame ontwikkeling hoort. “Ik

droom ervan dat er een tijd komt dat ik word aangekondigd als de minister van Duurzame Ontwikkeling, die ook Financiën doet. Dat die manier van kij-ken de norm wordt.”In het gesprek is sprake van een pact. Een afspraak om te werken aan een solidaire en rechtvaardige samenle-ving. Vanackere: “Maar zo'n pact moet geen dode letter zijn, maar vooral een ingesteldheid. Op basis van vrijheid. Waarmee we beslissingen nemen die beantwoorden aan het gemeenschappe-lijk stichtend verhaal. Wil je dat doen, dan heb je een verhaal nodig. De bouw-stenen daarvoor zijn hier gegeven. Waar we nu behoefte aan hebben zijn profetische minderheden. Voel u maar aangesproken! Gekaderd in christelijke bron.”

GaVeMaria Voce, voorzitter van de Focolarebeweging, zei het zo: “We den-ken dat Samen voor Europa in staat is individuen en groepen te inspireren in hun commitment om te bouwen aan een vrij, verbonden, democratisch, ver-enigd en broederlijk Europa: niet een 'oud' continent, maar een levendig con-tinent dat ontdekt dat het een missie te vervullen heeft en dat het een gave voor de rest van de mensheid kan zijn.”In het slotmanifest van Samen in Europa vatten de vertegenwoordigers van de kerkelijke groepen, 'die het evangelie van Jezus Christus willen leven'- hun opdracht samen. “We heb-ben gezien dat de eenheid mogelijk is, een eenheid die niet de identiteit uitwist, maar deze juist versterkt. (..) Samen willen we een Europa opbou-wen dat open is, met gulheid tegenover de uitdaging van de arme wereld, een Europa dat de zoektocht naar de vrede en het samenleven in het centrum van de eigen zorgen en inzet maakt.̈

Ted Konings

“Winst is een uit-drukking van het vermogen om met iets, iets nieuws te maken. Maar: als het niet gebruikt wordt als een instru-ment, maar het doel wordt, dan ben je gedoemd.”

De heilige Oda “gerehabiliteerd”

Page 22: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

De Friese familie waaierde behoorlijk uit.

Zus Boukje werd in 1893 claris in Megen,

zus Plône werd Franciscanes, Siebrigje

werd Missiezuster van het Kostbaar

Bloed. Het jongere broertje Hendrik werd

Franciscaan. Anno zelf kwam al vroeg

naar Brabant, want hij ging in 1892 naar

het gymnasium St. Antonius van Padua

te Megen, eerst alleen, later samen met

zijn broertje Hensie. Zijn medestudenten

gaven hem een bijnaam, ‘de Punt’, omdat

hij zo klein van stuk was. Hij haalde er uit-

stekende resultaten, alleen declameren,

dat ging hem niet best af. Hij trad echter

niet in bij de Franciscanen, maar trad op

17 sept 1898 in bij de Karmelieten te

Boxmeer en neemt de kloosternaam Titus

aan, de naam van zijn vader. Op 3 okto-

ber 1899 legt hij er de geloften af.

Hoewel zijn stem vooruitging, bleef hij

klein van stuk en niet erg sterk. Maar zijn

heldere ogen vielen op en hij studeerde

gemakkelijk. Op 17 juni 1905 werd hij

priestergewijd in de kathedraal van Den

Bosch. Na een jaar waarin hij voorna-

melijk invalwerk deed studeerde hij van

1906-1909 filosofie aan de Gregoriana in

Rome. Zijn vrienden staken daar toen de

hoofden bij elkaar en er werd een heus

comité ter bevordering van de lichame-

lijke en geestelijke belangen van Pater

Titus Brandsma"Los van Mij kunt gij niets" (Joh. 15, 5)

Titus gevormd, om hem met boter, eieren

en meel door de studie te helpen! Maar

de gezondheid van ‘il piccolo Olandese’

bleef zwak, wat ook kwam doordat

pater Titus geen genoegen nam met het

gewone studieprogramma. Nee, hij inte-

resseerde zich voor alles…. logica, crite-

riologie, algemene zijnsleer, cosmologie,

psychologie, theodicee, experimentele

zielkunde, hogere physica, ethica, socio-

logie, geschiedenis van de wijsbegeerte,

analytische meetkunde, infinitesimaalre-

kening en sterrekunde. Hij was te spre-

ken over de lessen metaphysica, maar

vond dat de sociologie en de geschiede-

nis van de philosophie niet goed tot hun

recht kwamen… en kreeg uiteindelijk het

verbod langer dan acht uur per dag te

werken!

Ook na zijn studie is het verbazingwek-

kend wat hij allemaal deed, en liefst

tegelijk. Hij werd docent sociologie en

kerkgeschiedenis in Oss, redacteur

van het nieuwsblad ‘De Stad Oss’,

stichtte in Oss een katholieke HBS, nu

Titus Brandsmalyceum, en een lees-

zaal. Hij werd geestelijk adviseur van

“de Nederlandsche Rooms-Katholieke

Journalistenvereniging” en vertaalde

bovendien een deel van de werken van

de H. Theresia in het Nederlands. Hij was

mede-oprichter van het tijdschrift ‘Ons

Geestelijk Erf’, en zijn unieke verzame-

ling kopieën van middeleeuwse mystieke

handschriften heeft aan de basis gestaan

van het huidige Titus Brandsma-Instituut

te Nijmegen.

In 1923 werd Pater Titus Brandsma

hoogleraar aan de in dat jaar gestichte

Katholieke Universiteit Nijmegen, nu

Radboud Universiteit. Hij doceerde er

wijsbegeerte en ‘geschiedenis van de

vroomheid’ – Mystiek. Hij vervulde vele

academische functies, en gedurende

het collegejaar 1932-1933 was hij rector

magnificus. De toespraak die hij hield

over het godsbegrip in de moderne tijd

trok sterk de aandacht.

Maar hij deed nog veel meer. Voorzitter

van de Bond van Besturen voor het

Rooms-katholiek Voorbereidend Hooger

en Middelbaar Onderwijs, bestuurslid van

de R. K. Vredesbond, lid van de katholie-

ke vereniging van esperantisten, ijveraar

voor de introductie van het Fries in het

lesprogramma van het lager onderwijs

in Friesland, lid van een Friese natuurbe-

schermingsorganisatie en mede-oprichter

van het Rooms Frysk Boun en van de

Fryske Akademy.

Het waren niet alleen de vele functies en

het vele reizen die hem tot een bijzondere

man maakten. Hij viel op in het gewone.

Het was de manier waarop hij de dingen

deed en zich met hart en ziel inzette.

Pater Titus hield van de mensen, en wilde

hen de waarden meegeven die zijn eigen

leven inspireerden en ondersteunden.

Dat gold voor zijn leerlingen, maar dat

gold ook voor zijn werk als journalist en

is duidelijk zichtbaar in de honderden

geschriften en conferenties, voor katho-

lieken en niet-katholieken, die de rijkdom

van zijn geest en gevoelens uitstralen.

Ook als journalist was hij meer dan alleen

journalist: voor veel collega’s was hij een

raadgever, iemand die je in vertrouwen

kon nemen, een oprechte vriend die hoop

uitstraalde.

Bij gelegenheid van zijn 40-jarige gelof-

ten, op 3 oktober 1939, benoemde konin-

gin Wilhelmina hem tot Ridder in de Orde

van de Nederlandse Leeuw.

Al in 1936 werd hij lid van het door

Nederlandse geleerden en kunstenaars

opgerichte Comité van Waakzaamheid

tegen het nationaal-socialisme. Hij waar-

schuwde via publicaties in dag- en week-

bladen en tijdens lezingen en colleges

voor de gevaren van het nationaal-soci-

alisme, rassenhaat en ophitsing, en ver-

zette zich in 1941 tegen het verwijderen

van Joodse leerlingen en bekeerlingen

van katholieke scholen. Hij reisde veel

en kwam ook op veel plaatsen – Pater

Titus zou wel eens de eerste zalige met

een treinabonnement kunnen zijn! Het

verbod, uitgevaardigd door aartsbisschop

Jan de Jong tegen het opnemen van NSB-

advertenties in de r.k. dagbladen, was

door hem geschreven. Hij bood de aarts-

bisschop aan een rondgang te maken

langs de katholieke dagblad-directeuren

om het verbod toe te lichten. In een rap-

port van de Duitse Sicherheitsdienst werd

hij naar aanleiding van deze gesprekken

gevaarlijk genoemd. Van verschillende

kanten kreeg hij de raad onder te duiken,

maar hij ging hier niet op in.

Pater Titus werd half januari 1942

door de Duitse bezetters gearres-

teerd en kwam via de gevangenis van

Scheveningen, kamp Amersfoort en de

strafgevangenis van Kleef tenslotte in

Dachau terecht. Hij werd samen met een

jonge gereformeerde predikant, die hij

in Amersfoort had leren kennen, in Blok

28 ondergebracht, in de barak van de

Poolse geestelijken. Zelfs een tabernakel

is er aanwezig: de brillendoos van Pater

Titus…

In de ziekenbarak aangekomen zorgt een

goede verpleger ervoor dat Pater Titus

nog eenmaal de communie kan ontvan-

gen, en pater Joseph Kentenich dient

hem de laatste sacramenten toe. Na vier

dagen verpleging in de ziekenbarak ver-

liest hij het bewustzijn en op zondag 26

juli 1942, nu precies zestig jaar geleden,

sterft Pater Titus Brandsma.

Pater Titus wist lief te hebben, ook waar

haat heerste. Over zijn bewakers zei hij:

“Ook zij zijn kinderen van de goede God,

en misschien blijft er wel iets in hen han-

gen…”

“Wij moeten het leven nemen als een

kruisweg, maar blij en vol moed het kruis

op de schouders nemen, omdat Christus

het door zijn voorbeeld en genade licht

heeft gemaakt; ons hoeden voor gedrukt-

heid bij wat ons ook overkomt.”

Zr. Madeleine Bouman

23Bisdomblad juli 201222 Bisdomblad juli 2012

Tamelijk verborgen, en door tentoonstellingen niet altijd te zien, staat in de kathedraal het borstbeeld van Pater Titus Brandsma. Anno Sjoerd Brandsma wordt op 23 februari 1881 geboren te Oegeklooster bij

Bolsward in Friesland. Hij is het vijfde kind en de eerste zoon van vader Titus en moeder Tjitsje. Hij maakte een kleine en breekbare indruk en werd dezelfde dag nog gedoopt in de Sint Maartenkerk. Het werd een

pientere, vlugge maar nietig ogende schooljongen, en hoewel hij heel veel van het boerenbedrijf wist, bleek hij lichamelijk niet sterk genoeg voor de boerderij. Toen hij na zijn eerste communie werd geprezen voor zijn

houding in de kerk, zei hij: “Als je met Onze Lieve Heer alleen bent, kun je je toch niet met andere zaken bemoeien?”

Page 23: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

De Friese familie waaierde behoorlijk uit.

Zus Boukje werd in 1893 claris in Megen,

zus Plône werd Franciscanes, Siebrigje

werd Missiezuster van het Kostbaar

Bloed. Het jongere broertje Hendrik werd

Franciscaan. Anno zelf kwam al vroeg

naar Brabant, want hij ging in 1892 naar

het gymnasium St. Antonius van Padua

te Megen, eerst alleen, later samen met

zijn broertje Hensie. Zijn medestudenten

gaven hem een bijnaam, ‘de Punt’, omdat

hij zo klein van stuk was. Hij haalde er uit-

stekende resultaten, alleen declameren,

dat ging hem niet best af. Hij trad echter

niet in bij de Franciscanen, maar trad op

17 sept 1898 in bij de Karmelieten te

Boxmeer en neemt de kloosternaam Titus

aan, de naam van zijn vader. Op 3 okto-

ber 1899 legt hij er de geloften af.

Hoewel zijn stem vooruitging, bleef hij

klein van stuk en niet erg sterk. Maar zijn

heldere ogen vielen op en hij studeerde

gemakkelijk. Op 17 juni 1905 werd hij

priestergewijd in de kathedraal van Den

Bosch. Na een jaar waarin hij voorna-

melijk invalwerk deed studeerde hij van

1906-1909 filosofie aan de Gregoriana in

Rome. Zijn vrienden staken daar toen de

hoofden bij elkaar en er werd een heus

comité ter bevordering van de lichame-

lijke en geestelijke belangen van Pater

Titus Brandsma"Los van Mij kunt gij niets" (Joh. 15, 5)

Titus gevormd, om hem met boter, eieren

en meel door de studie te helpen! Maar

de gezondheid van ‘il piccolo Olandese’

bleef zwak, wat ook kwam doordat

pater Titus geen genoegen nam met het

gewone studieprogramma. Nee, hij inte-

resseerde zich voor alles…. logica, crite-

riologie, algemene zijnsleer, cosmologie,

psychologie, theodicee, experimentele

zielkunde, hogere physica, ethica, socio-

logie, geschiedenis van de wijsbegeerte,

analytische meetkunde, infinitesimaalre-

kening en sterrekunde. Hij was te spre-

ken over de lessen metaphysica, maar

vond dat de sociologie en de geschiede-

nis van de philosophie niet goed tot hun

recht kwamen… en kreeg uiteindelijk het

verbod langer dan acht uur per dag te

werken!

Ook na zijn studie is het verbazingwek-

kend wat hij allemaal deed, en liefst

tegelijk. Hij werd docent sociologie en

kerkgeschiedenis in Oss, redacteur

van het nieuwsblad ‘De Stad Oss’,

stichtte in Oss een katholieke HBS, nu

Titus Brandsmalyceum, en een lees-

zaal. Hij werd geestelijk adviseur van

“de Nederlandsche Rooms-Katholieke

Journalistenvereniging” en vertaalde

bovendien een deel van de werken van

de H. Theresia in het Nederlands. Hij was

mede-oprichter van het tijdschrift ‘Ons

Geestelijk Erf’, en zijn unieke verzame-

ling kopieën van middeleeuwse mystieke

handschriften heeft aan de basis gestaan

van het huidige Titus Brandsma-Instituut

te Nijmegen.

In 1923 werd Pater Titus Brandsma

hoogleraar aan de in dat jaar gestichte

Katholieke Universiteit Nijmegen, nu

Radboud Universiteit. Hij doceerde er

wijsbegeerte en ‘geschiedenis van de

vroomheid’ – Mystiek. Hij vervulde vele

academische functies, en gedurende

het collegejaar 1932-1933 was hij rector

magnificus. De toespraak die hij hield

over het godsbegrip in de moderne tijd

trok sterk de aandacht.

Maar hij deed nog veel meer. Voorzitter

van de Bond van Besturen voor het

Rooms-katholiek Voorbereidend Hooger

en Middelbaar Onderwijs, bestuurslid van

de R. K. Vredesbond, lid van de katholie-

ke vereniging van esperantisten, ijveraar

voor de introductie van het Fries in het

lesprogramma van het lager onderwijs

in Friesland, lid van een Friese natuurbe-

schermingsorganisatie en mede-oprichter

van het Rooms Frysk Boun en van de

Fryske Akademy.

Het waren niet alleen de vele functies en

het vele reizen die hem tot een bijzondere

man maakten. Hij viel op in het gewone.

Het was de manier waarop hij de dingen

deed en zich met hart en ziel inzette.

Pater Titus hield van de mensen, en wilde

hen de waarden meegeven die zijn eigen

leven inspireerden en ondersteunden.

Dat gold voor zijn leerlingen, maar dat

gold ook voor zijn werk als journalist en

is duidelijk zichtbaar in de honderden

geschriften en conferenties, voor katho-

lieken en niet-katholieken, die de rijkdom

van zijn geest en gevoelens uitstralen.

Ook als journalist was hij meer dan alleen

journalist: voor veel collega’s was hij een

raadgever, iemand die je in vertrouwen

kon nemen, een oprechte vriend die hoop

uitstraalde.

Bij gelegenheid van zijn 40-jarige gelof-

ten, op 3 oktober 1939, benoemde konin-

gin Wilhelmina hem tot Ridder in de Orde

van de Nederlandse Leeuw.

Al in 1936 werd hij lid van het door

Nederlandse geleerden en kunstenaars

opgerichte Comité van Waakzaamheid

tegen het nationaal-socialisme. Hij waar-

schuwde via publicaties in dag- en week-

bladen en tijdens lezingen en colleges

voor de gevaren van het nationaal-soci-

alisme, rassenhaat en ophitsing, en ver-

zette zich in 1941 tegen het verwijderen

van Joodse leerlingen en bekeerlingen

van katholieke scholen. Hij reisde veel

en kwam ook op veel plaatsen – Pater

Titus zou wel eens de eerste zalige met

een treinabonnement kunnen zijn! Het

verbod, uitgevaardigd door aartsbisschop

Jan de Jong tegen het opnemen van NSB-

advertenties in de r.k. dagbladen, was

door hem geschreven. Hij bood de aarts-

bisschop aan een rondgang te maken

langs de katholieke dagblad-directeuren

om het verbod toe te lichten. In een rap-

port van de Duitse Sicherheitsdienst werd

hij naar aanleiding van deze gesprekken

gevaarlijk genoemd. Van verschillende

kanten kreeg hij de raad onder te duiken,

maar hij ging hier niet op in.

Pater Titus werd half januari 1942

door de Duitse bezetters gearres-

teerd en kwam via de gevangenis van

Scheveningen, kamp Amersfoort en de

strafgevangenis van Kleef tenslotte in

Dachau terecht. Hij werd samen met een

jonge gereformeerde predikant, die hij

in Amersfoort had leren kennen, in Blok

28 ondergebracht, in de barak van de

Poolse geestelijken. Zelfs een tabernakel

is er aanwezig: de brillendoos van Pater

Titus…

In de ziekenbarak aangekomen zorgt een

goede verpleger ervoor dat Pater Titus

nog eenmaal de communie kan ontvan-

gen, en pater Joseph Kentenich dient

hem de laatste sacramenten toe. Na vier

dagen verpleging in de ziekenbarak ver-

liest hij het bewustzijn en op zondag 26

juli 1942, nu precies zestig jaar geleden,

sterft Pater Titus Brandsma.

Pater Titus wist lief te hebben, ook waar

haat heerste. Over zijn bewakers zei hij:

“Ook zij zijn kinderen van de goede God,

en misschien blijft er wel iets in hen han-

gen…”

“Wij moeten het leven nemen als een

kruisweg, maar blij en vol moed het kruis

op de schouders nemen, omdat Christus

het door zijn voorbeeld en genade licht

heeft gemaakt; ons hoeden voor gedrukt-

heid bij wat ons ook overkomt.”

Zr. Madeleine Bouman

23Bisdomblad juli 201222 Bisdomblad juli 2012

Tamelijk verborgen, en door tentoonstellingen niet altijd te zien, staat in de kathedraal het borstbeeld van Pater Titus Brandsma. Anno Sjoerd Brandsma wordt op 23 februari 1881 geboren te Oegeklooster bij

Bolsward in Friesland. Hij is het vijfde kind en de eerste zoon van vader Titus en moeder Tjitsje. Hij maakte een kleine en breekbare indruk en werd dezelfde dag nog gedoopt in de Sint Maartenkerk. Het werd een

pientere, vlugge maar nietig ogende schooljongen, en hoewel hij heel veel van het boerenbedrijf wist, bleek hij lichamelijk niet sterk genoeg voor de boerderij. Toen hij na zijn eerste communie werd geprezen voor zijn

houding in de kerk, zei hij: “Als je met Onze Lieve Heer alleen bent, kun je je toch niet met andere zaken bemoeien?”

Page 24: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

Het Jaar van het Geloof is bedoeld om bij

te dragen aan een hernieuwde bekering

tot Jezus Christus en aan de herontdek-

king van het geloof. Dit laatste opdat we

enerzijds als leden van de Kerk geloof-

waardige en vreugdevolle getuigen zullen

zijn van de Verrezen Heer in de wereld

van vandaag en anderzijds ook in staat

zijn om de vele mensen die zoeken naar

de ‘deur van het geloof’ te leiden.

Deze ‘deur van het geloof’ opent de blik

van (zoekende) mensen op Jezus Christus

en nodigt uit tot een diepgaande ontmoe-

ting. De basis van het christelijk geloof is

immers “de ontmoeting met een Persoon

die aan ons leven een nieuwe horizon

en daarmee zijn definitieve richting

gaf”(Deus Caritas Est, 1).

De Catechismus van de Katholieke Kerk,

die op 11 oktober - 20 jaar geleden - aan

de Kerk werd gegeven, is nog steeds een

uitstekend werktuig om het christelijk

geloof in ontvangst te nemen. De cate-

chismus omvat immers iets nieuws en

iets ouds: het geloof, dat altijd hetzelfde

blijft maar dat ook tevens de bron is van

telkens nieuw licht. De geloofsinhoud

wordt daarom traditioneel in vier delen

verwoord: het credo, de heilige liturgie

met daarin de sacramenten op de eerste

plaats, het christelijk handelen uiteenge-

zet met de geboden als uitgangspunt, en

tenslotte het christelijk gebed. Tegelijk

is de inhoud vaak op een nieuwe wijze

uitgedrukt als het antwoord op de vragen

van onze tijd.

Ook de documenten van het Tweede

Vaticaans Concilie zijn een waardevolle

schat om de katholieke leer in onze tijd

door te geven. De openingswoorden

van de dogmatische constitutie Lumen

Gentium blijven in dit opzicht van het

grootste belang: “Omdat Christus het

licht is van de volken, heeft dit heilig

Concilie, in de heilige Geest vergaderd,

het vurig verlangen om, door de verkon-

diging van het Evangelie aan heel de

schepping, alle mensen te verlichten door

zijn heldere licht, dat uitstraalt over het

gelaat van de Kerk” (LG 1, 21 november

1964).

Wat zouden we kunnen doen opdat velen

in onze tijd het geloof vreugdevol kunnen

(her)ontdekken? Wat zou kunnen bijdra-

gen aan een herstel van eenheid en com-

munio in de Kerk, zowel in parochies als

in het bisdom?

Er komt een viering in de kathedraal,

waarmee we als bisdom het Jaar van het

geloof openen: op donderdag 11 oktober

2012. We zullen het Jaar van Geloof ook

plechtig in de kathedraal afsluiten, in een

viering waarin we iedereen uitnodigen om

gezamenlijk en van harte het geloof in de

verrezen Heer te belijden.

Om vele mensen naar de deur van het

geloof te leiden en hun blik te richten

op Christus, is er een speciale reizende

iconententoonstelling. De reis van deze

tentoonstelling begint in de kathedraal en

zal dan door heel het bisdom trekken.

Het bisdom zal - zoals ze inmiddels ruim

twintig jaar doet - doorgaan met het

organiseren van bijeenkomsten rond de

Catechismus van de Katholieke Kerk,

Met de apostolische brief Porta Fidei riep paus Benedictus XVI een Jaar van het Geloof uit. Dit jaar zal beginnen op 11 oktober 2012, op de 50ste verjaardag van de opening van het Tweede Vaticaans Concilie, en worden afgesloten op 24 november 2013, op het hoogfeest van onze Heer Jezus Christus, Koning van het heelal. Wat is er bedoeld met het Jaar van het Geloof? En wat kunnen we doen om het doeltreffend te beleven?

middels de tweejarige cursus ‘Groeien in

geloof’ voor volwassenen en de maande-

lijkse Youcat-bijeenkomsten voor jonge-

ren.

De permanente vorming van pastorale

beroepskrachten en parochiële vrijwil-

ligers met een canonieke zending als

pastoraal assistent, zal zich gedurende

het gehele Jaar van het Geloof richten op

de Constituties van het Tweede Vaticaans

Concilie. Achtergronden bij het ontstaan

van de constituties worden gepresen-

teerd, centrale delen en kernteksten

bestudeerd en bevraagd met het oog op

onze tijd, waarbij we de actualiteit van de

teksten hopen te ontdekken maar ook de

opdrachten willen verstaan die er voor

ons als Kerk liggen.

We zullen ook trachten een hernieuwde

creatieve dialoog tussen geloof en rede

op gang te brengen. Middels vesperbij-

eenkomsten in / rond de kathedraal rond

het thema ‘Kunnen geloven’(werktitel)

zullen we de obstakels overwegen die

mensen vandaag de dag hebben om het

geloof (volmondig) te belijden, waarbij we

natuurlijk niet vergeten ook steunpunten

te noemen die ons hierbij zouden kunnen

helpen.

Het Jaar van het Geloof is ook een gele-

genheid om meer aandacht te besteden

aan katholieke scholen, die een perfecte

plaats zijn om leerlingen een levende

getuigenis van de Heer te bieden en hun

geloof te voeden. Allereerst zal er door

de bisdommen van `s-Hertogenbosch en

Breda een Onderwijs Symposium worden

georganiseerd voor leerkrachten, docen-

ten en besturen van scholen en opleidin-

gen, waarbij ook de commissaris van de

koningin, de heer W. van den Donk, en

Mgr. J. Hendriks, bisschoppelijk referent

voor het onderwijs, zullen spreken. Dit

symposium zal op maandag 29 oktober

zijn.

Ook op het niveau van de parochies zijn

er al initiatieven en is er veel mogelijk

om het Jaar van het Geloof vruchtbaar te

laten zijn. Alle gelovigen zouden uitgeno-

digd kunnen worden om de apostolische

brief Porta Fidei zorgvuldig te lezen en te

overwegen. Het Jaar van het Geloof kan

een gunstige gelegenheid zijn om de vie-

ring van het geloof in de liturgie te inten-

siveren, vooral in de Eucharistie. Ook de

documenten van het Tweede Vaticaans

Concilie en de Catechismus van de

Katholieke Kerk kunnen voeding bieden

aan een homilie-reeks over het geloof en

over bepaalde specifieke aspecten zoals

‘de ontmoeting met Christus’, ‘de funda-

mentele inhoud van de Geloofsbelijdenis’

en ‘Het geloof van de Kerk’.

Ik hoop dat we met velen in ons bisdom

de kans grijpen om tot (meer) diepgang

te komen in ons geloof en velen de weg

naar ‘de deur van het geloof’ te leiden.

Ellen [email protected]

De Deur van het geloof

Heilige deur in de St Pietersbasiliek in Vaticaanstad. 25Bisdomblad juli 201224 Bisdomblad juli 2012

Page 25: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

Het Jaar van het Geloof is bedoeld om bij

te dragen aan een hernieuwde bekering

tot Jezus Christus en aan de herontdek-

king van het geloof. Dit laatste opdat we

enerzijds als leden van de Kerk geloof-

waardige en vreugdevolle getuigen zullen

zijn van de Verrezen Heer in de wereld

van vandaag en anderzijds ook in staat

zijn om de vele mensen die zoeken naar

de ‘deur van het geloof’ te leiden.

Deze ‘deur van het geloof’ opent de blik

van (zoekende) mensen op Jezus Christus

en nodigt uit tot een diepgaande ontmoe-

ting. De basis van het christelijk geloof is

immers “de ontmoeting met een Persoon

die aan ons leven een nieuwe horizon

en daarmee zijn definitieve richting

gaf”(Deus Caritas Est, 1).

De Catechismus van de Katholieke Kerk,

die op 11 oktober - 20 jaar geleden - aan

de Kerk werd gegeven, is nog steeds een

uitstekend werktuig om het christelijk

geloof in ontvangst te nemen. De cate-

chismus omvat immers iets nieuws en

iets ouds: het geloof, dat altijd hetzelfde

blijft maar dat ook tevens de bron is van

telkens nieuw licht. De geloofsinhoud

wordt daarom traditioneel in vier delen

verwoord: het credo, de heilige liturgie

met daarin de sacramenten op de eerste

plaats, het christelijk handelen uiteenge-

zet met de geboden als uitgangspunt, en

tenslotte het christelijk gebed. Tegelijk

is de inhoud vaak op een nieuwe wijze

uitgedrukt als het antwoord op de vragen

van onze tijd.

Ook de documenten van het Tweede

Vaticaans Concilie zijn een waardevolle

schat om de katholieke leer in onze tijd

door te geven. De openingswoorden

van de dogmatische constitutie Lumen

Gentium blijven in dit opzicht van het

grootste belang: “Omdat Christus het

licht is van de volken, heeft dit heilig

Concilie, in de heilige Geest vergaderd,

het vurig verlangen om, door de verkon-

diging van het Evangelie aan heel de

schepping, alle mensen te verlichten door

zijn heldere licht, dat uitstraalt over het

gelaat van de Kerk” (LG 1, 21 november

1964).

Wat zouden we kunnen doen opdat velen

in onze tijd het geloof vreugdevol kunnen

(her)ontdekken? Wat zou kunnen bijdra-

gen aan een herstel van eenheid en com-

munio in de Kerk, zowel in parochies als

in het bisdom?

Er komt een viering in de kathedraal,

waarmee we als bisdom het Jaar van het

geloof openen: op donderdag 11 oktober

2012. We zullen het Jaar van Geloof ook

plechtig in de kathedraal afsluiten, in een

viering waarin we iedereen uitnodigen om

gezamenlijk en van harte het geloof in de

verrezen Heer te belijden.

Om vele mensen naar de deur van het

geloof te leiden en hun blik te richten

op Christus, is er een speciale reizende

iconententoonstelling. De reis van deze

tentoonstelling begint in de kathedraal en

zal dan door heel het bisdom trekken.

Het bisdom zal - zoals ze inmiddels ruim

twintig jaar doet - doorgaan met het

organiseren van bijeenkomsten rond de

Catechismus van de Katholieke Kerk,

Met de apostolische brief Porta Fidei riep paus Benedictus XVI een Jaar van het Geloof uit. Dit jaar zal beginnen op 11 oktober 2012, op de 50ste verjaardag van de opening van het Tweede Vaticaans Concilie, en worden afgesloten op 24 november 2013, op het hoogfeest van onze Heer Jezus Christus, Koning van het heelal. Wat is er bedoeld met het Jaar van het Geloof? En wat kunnen we doen om het doeltreffend te beleven?

middels de tweejarige cursus ‘Groeien in

geloof’ voor volwassenen en de maande-

lijkse Youcat-bijeenkomsten voor jonge-

ren.

De permanente vorming van pastorale

beroepskrachten en parochiële vrijwil-

ligers met een canonieke zending als

pastoraal assistent, zal zich gedurende

het gehele Jaar van het Geloof richten op

de Constituties van het Tweede Vaticaans

Concilie. Achtergronden bij het ontstaan

van de constituties worden gepresen-

teerd, centrale delen en kernteksten

bestudeerd en bevraagd met het oog op

onze tijd, waarbij we de actualiteit van de

teksten hopen te ontdekken maar ook de

opdrachten willen verstaan die er voor

ons als Kerk liggen.

We zullen ook trachten een hernieuwde

creatieve dialoog tussen geloof en rede

op gang te brengen. Middels vesperbij-

eenkomsten in / rond de kathedraal rond

het thema ‘Kunnen geloven’(werktitel)

zullen we de obstakels overwegen die

mensen vandaag de dag hebben om het

geloof (volmondig) te belijden, waarbij we

natuurlijk niet vergeten ook steunpunten

te noemen die ons hierbij zouden kunnen

helpen.

Het Jaar van het Geloof is ook een gele-

genheid om meer aandacht te besteden

aan katholieke scholen, die een perfecte

plaats zijn om leerlingen een levende

getuigenis van de Heer te bieden en hun

geloof te voeden. Allereerst zal er door

de bisdommen van `s-Hertogenbosch en

Breda een Onderwijs Symposium worden

georganiseerd voor leerkrachten, docen-

ten en besturen van scholen en opleidin-

gen, waarbij ook de commissaris van de

koningin, de heer W. van den Donk, en

Mgr. J. Hendriks, bisschoppelijk referent

voor het onderwijs, zullen spreken. Dit

symposium zal op maandag 29 oktober

zijn.

Ook op het niveau van de parochies zijn

er al initiatieven en is er veel mogelijk

om het Jaar van het Geloof vruchtbaar te

laten zijn. Alle gelovigen zouden uitgeno-

digd kunnen worden om de apostolische

brief Porta Fidei zorgvuldig te lezen en te

overwegen. Het Jaar van het Geloof kan

een gunstige gelegenheid zijn om de vie-

ring van het geloof in de liturgie te inten-

siveren, vooral in de Eucharistie. Ook de

documenten van het Tweede Vaticaans

Concilie en de Catechismus van de

Katholieke Kerk kunnen voeding bieden

aan een homilie-reeks over het geloof en

over bepaalde specifieke aspecten zoals

‘de ontmoeting met Christus’, ‘de funda-

mentele inhoud van de Geloofsbelijdenis’

en ‘Het geloof van de Kerk’.

Ik hoop dat we met velen in ons bisdom

de kans grijpen om tot (meer) diepgang

te komen in ons geloof en velen de weg

naar ‘de deur van het geloof’ te leiden.

Ellen [email protected]

De Deur van het geloof

Heilige deur in de St Pietersbasiliek in Vaticaanstad. 25Bisdomblad juli 201224 Bisdomblad juli 2012

Page 26: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

26 Bisdomblad juli 2012 Bisdomblad juli 2012 27

tenietgedaan door te sterven en ons

leven hersteld door de verrijzenis” (SC 5).

Dit heilswerk zet zich voort in en door de

liturgie. Verbonden met Christus, krijgen

wij al vierend deel aan het nieuwe leven.

In de acclamatie tijdens het Eucharistisch

gebed zeggen we: ‘Heer Jezus, wij ver-

kondigen uw dood, en wij belijden tot

Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt’.

Opmerkelijk hierin zijn de drie woorden

die ons over het mysterie van ons geloof

spreken; drie werkwoorden die ons rich-

ten op het verleden, het heden en op de

toekomst.

In de Constitutie wordt ook aangegeven

hoe dit mysterie aanwezig is in de viering

Enkele kernteksten uit de Constitutie

Sacrosanctum Concilium (afgekort SC)

zetten we hier voor u bij elkaar, om de

rijkdom van dit eerste conciliedocument

(4 december 1963) te tonen.

VierinG Van het paasMysterieHet eerste punt van overweging is

de centrale plaats die weer aan het

Paasmysterie van Christus wordt gege-

ven. Ingeluid met het volk van het eerste

verbond, bereikt het heilswerk zijn hoog-

tepunt in Christus, in: “het Paasmysterie

van zijn zalig lijden, zijn verrijzenis uit het

dodenrijk en zijn glorievolle hemelvaart;

een mysterie waarin Hij onze dood heeft

van de zondag (SC 102) en in de loop van

het liturgisch jaar (SC 106).

de aanWeziGheid Van christUsWanneer we denken aan de aanwezigheid

van Christus, denken we nog steeds in de

eerste plaats aan zijn aanwezigheid onder

de gedaanten van brood en wijn. Het con-

cilie spreekt echter ook over andere ‘vor-

men’ van aanwezigheid: in de verzamelde

gemeenschap, in zijn Woord, en in de

celebrant. “Persoonlijk is Christus aanwe-

zig in het misoffer, zowel in de persoon

van de bedienaar als heel bijzonder onder

de eucharistische gedaanten. Persoonlijk

is Hij aanwezig in zijn Woord, want Hijzelf

Voor de meeste mensen is de liturgische vernieuwing het meest concrete en zicht-bare resultaat van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965): ‘De priester ging voortaan met zijn gezicht naar het volk staan en het Latijn werd vervangen door het Nederlands’. Behalve dat dit genuanceerd zou moeten worden, is de inhoud van de concilietekst over de liturgie ook veel rijker.

De liturgie, bron en hoogtepunt van het leven van de Kerk

spreekt als de heilige schriften in de

Kerk gelezen worden. Persoonlijk is Hij

tenslotte aanwezig wanneer de Kerk bidt

en zingt, Hijzelf die belooft heeft: ‘Waar

er twee of drie verenigd zijn in mijn Naam,

daar ben Ik in hun midden’ (Mt.18,20)”

(SC 7).

deeLnaMe aan de LitUrGie, een pLicht en een recht“Onze moeder de Kerk verlangt er vurig

naar, dat alle gelovigen worden gebracht

tot het volledig, bewust en actief deel-

nemen aan de liturgische vieringen waar

de aard van de liturgie zelf om vraagt

en waartoe het christenvolk, ‘een uitver-

koren geslacht, een koninklijk priester-

schap, een heilige natie, Gods eigen volk’

(1 Petr.2,9), krachtens het doopsel het

recht en de plicht heeft

Dit volledig en actief deelnemen van heel

het volk moet bij de vernieuwing en de

bevordering van de heilige liturgie de volle

aandacht krijgen. Dit is immers voor de

gelovigen de voornaamste en zelfs onmis-

bare bron voor het verwerven van de echt

christelijke geest. Daarom moet dat ook

door de zielzorgers in heel hun pastorale

werkzaamheid door middel van een juiste

vorming met ijver worden nagestreefd”

(SC14).

Deelname aan de Eucharistieviering moe-

ten we wel goed verstaan. Deelnemen wil

niet zeggen ‘altijd alles doen’. Het heeft

allereerst te maken met intens betrokken

zijn op hetgeen gevierd wordt, dus met

gelovige aandacht de viering volgen.

de LitUrGie, handeLinG Van de GeheLe KerK“Liturgische handelingen zijn geen pri-

vate handelingen, maar vieringen van de

Kerk, die ‘het sacrament van de eenheid’

is, dat wil zeggen het heilig volk dat is

samengebracht en gerangschikt onder de

bisschoppen” (SC 26).

“Bij de liturgische vieringen moet ieder-

een, hetzij bedienaar hetzij gelovige, bij

de vervulling van zijn functie uitsluitend

en volledige datgene doen wat hem

krachtens de aard van de zaak en de

liturgische richtlijnen toekomt” (SC 28).

Dikwijls hoort (hoorde) men zeggen: ‘de

priester leest de Mis en gelovigen komen

om te luisteren’. Het concilie zegt echter:

‘het is de handeling van geheel de Kerk

en ieder heeft een rol te spelen’. Het gaat

erom te doen, ieder op z’n beurt, datgene

wat hem toekomt volgens de liturgische

regels.

de pLaats Van GOds WOOrd“De heilige Schrift is bij de viering van de

liturgie van de hoogste betekenis. Daaruit

worden immers de lezingen gehouden,

in de homilie nader verklaard, alsook de

psalmen gezongen; uit haar inspiratie en

geest zijn de smeekgebeden, de oraties

en de liturgische gezangen voortgeko-

men; aan haar ontlenen handelingen en

tekenen hun zin. Daarom moet men voor

het tot stand brengen van de vernieu-

wing, ontwikkeling en aanpassing van de

heilige liturgie die weldadige en levendige

liefde voor de Heilige schrift bevorderen

waarvan de eerbiedwaardige traditie van

de oosterse én van de westerse ritussen

getuigt” (SC 24).

De tijd ligt nog niet zo lang achter ons

dat men zei dat het voldoende was om

tijdens de offerande te arriveren wilde

de Mis geldig zijn. Welnu, het concilie

herhaalt met kracht dat iedere zondag

‘de gelovigen moeten samenkomen om te

luisteren naar het Woord van God en deel

te nemen aan de Eucharistie’.

de LitUrGie en Ons LeVenDe viering is geen doel op zich. Wat telt

is dat wij, in het hart van de wereld,

getuigen worden van Gods Liefde. “De

liturgie zet de gelovigen ertoe aan om,

verzadigd met de paasgeheimen, één

van hart te worden; zij bidt, dat zij in hun

levenswandel trouw mogen blijven aan

wat zij in geloof hebben ontvangen; en

wanneer in de Eucharistie het verbond

van de Heer met de mensen wordt ver-

nieuwd, lokt en ontvlamt dit de gelovigen

tot een vurige liefde voor Christus” (SC

10). In iedere eucharistieviering, roepen

wij dan ook de heilige Geest aan, dat Hij

tot ons komt en van ons het Lichaam van

Christus maakt in de wereld: ‘Zend nu

Vader, de Trooster en Helper in ons mid-

den, uw heilige Geest. Wek de gezindheid

van Jezus Christus in ons hart. Sterk ons

vertrouwen, verruim onze liefde. Raak ons

met het vuur van uw Geest en breng ons

elkaar nabij’ (eucharistisch gebed V).

Op deze manier vertelt de constitutie dat

de liturgie bron en hoogtepunt is van het

leven van de Kerk. Het is de bron waaruit

onze kracht voortkomt, en het hoogte-

punt waarnaar we streven.

Diocesane dienst Liturgie

Page 27: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

26 Bisdomblad juli 2012 Bisdomblad juli 2012 27

tenietgedaan door te sterven en ons

leven hersteld door de verrijzenis” (SC 5).

Dit heilswerk zet zich voort in en door de

liturgie. Verbonden met Christus, krijgen

wij al vierend deel aan het nieuwe leven.

In de acclamatie tijdens het Eucharistisch

gebed zeggen we: ‘Heer Jezus, wij ver-

kondigen uw dood, en wij belijden tot

Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt’.

Opmerkelijk hierin zijn de drie woorden

die ons over het mysterie van ons geloof

spreken; drie werkwoorden die ons rich-

ten op het verleden, het heden en op de

toekomst.

In de Constitutie wordt ook aangegeven

hoe dit mysterie aanwezig is in de viering

Enkele kernteksten uit de Constitutie

Sacrosanctum Concilium (afgekort SC)

zetten we hier voor u bij elkaar, om de

rijkdom van dit eerste conciliedocument

(4 december 1963) te tonen.

VierinG Van het paasMysterieHet eerste punt van overweging is

de centrale plaats die weer aan het

Paasmysterie van Christus wordt gege-

ven. Ingeluid met het volk van het eerste

verbond, bereikt het heilswerk zijn hoog-

tepunt in Christus, in: “het Paasmysterie

van zijn zalig lijden, zijn verrijzenis uit het

dodenrijk en zijn glorievolle hemelvaart;

een mysterie waarin Hij onze dood heeft

van de zondag (SC 102) en in de loop van

het liturgisch jaar (SC 106).

de aanWeziGheid Van christUsWanneer we denken aan de aanwezigheid

van Christus, denken we nog steeds in de

eerste plaats aan zijn aanwezigheid onder

de gedaanten van brood en wijn. Het con-

cilie spreekt echter ook over andere ‘vor-

men’ van aanwezigheid: in de verzamelde

gemeenschap, in zijn Woord, en in de

celebrant. “Persoonlijk is Christus aanwe-

zig in het misoffer, zowel in de persoon

van de bedienaar als heel bijzonder onder

de eucharistische gedaanten. Persoonlijk

is Hij aanwezig in zijn Woord, want Hijzelf

Voor de meeste mensen is de liturgische vernieuwing het meest concrete en zicht-bare resultaat van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965): ‘De priester ging voortaan met zijn gezicht naar het volk staan en het Latijn werd vervangen door het Nederlands’. Behalve dat dit genuanceerd zou moeten worden, is de inhoud van de concilietekst over de liturgie ook veel rijker.

De liturgie, bron en hoogtepunt van het leven van de Kerk

spreekt als de heilige schriften in de

Kerk gelezen worden. Persoonlijk is Hij

tenslotte aanwezig wanneer de Kerk bidt

en zingt, Hijzelf die belooft heeft: ‘Waar

er twee of drie verenigd zijn in mijn Naam,

daar ben Ik in hun midden’ (Mt.18,20)”

(SC 7).

deeLnaMe aan de LitUrGie, een pLicht en een recht“Onze moeder de Kerk verlangt er vurig

naar, dat alle gelovigen worden gebracht

tot het volledig, bewust en actief deel-

nemen aan de liturgische vieringen waar

de aard van de liturgie zelf om vraagt

en waartoe het christenvolk, ‘een uitver-

koren geslacht, een koninklijk priester-

schap, een heilige natie, Gods eigen volk’

(1 Petr.2,9), krachtens het doopsel het

recht en de plicht heeft

Dit volledig en actief deelnemen van heel

het volk moet bij de vernieuwing en de

bevordering van de heilige liturgie de volle

aandacht krijgen. Dit is immers voor de

gelovigen de voornaamste en zelfs onmis-

bare bron voor het verwerven van de echt

christelijke geest. Daarom moet dat ook

door de zielzorgers in heel hun pastorale

werkzaamheid door middel van een juiste

vorming met ijver worden nagestreefd”

(SC14).

Deelname aan de Eucharistieviering moe-

ten we wel goed verstaan. Deelnemen wil

niet zeggen ‘altijd alles doen’. Het heeft

allereerst te maken met intens betrokken

zijn op hetgeen gevierd wordt, dus met

gelovige aandacht de viering volgen.

de LitUrGie, handeLinG Van de GeheLe KerK“Liturgische handelingen zijn geen pri-

vate handelingen, maar vieringen van de

Kerk, die ‘het sacrament van de eenheid’

is, dat wil zeggen het heilig volk dat is

samengebracht en gerangschikt onder de

bisschoppen” (SC 26).

“Bij de liturgische vieringen moet ieder-

een, hetzij bedienaar hetzij gelovige, bij

de vervulling van zijn functie uitsluitend

en volledige datgene doen wat hem

krachtens de aard van de zaak en de

liturgische richtlijnen toekomt” (SC 28).

Dikwijls hoort (hoorde) men zeggen: ‘de

priester leest de Mis en gelovigen komen

om te luisteren’. Het concilie zegt echter:

‘het is de handeling van geheel de Kerk

en ieder heeft een rol te spelen’. Het gaat

erom te doen, ieder op z’n beurt, datgene

wat hem toekomt volgens de liturgische

regels.

de pLaats Van GOds WOOrd“De heilige Schrift is bij de viering van de

liturgie van de hoogste betekenis. Daaruit

worden immers de lezingen gehouden,

in de homilie nader verklaard, alsook de

psalmen gezongen; uit haar inspiratie en

geest zijn de smeekgebeden, de oraties

en de liturgische gezangen voortgeko-

men; aan haar ontlenen handelingen en

tekenen hun zin. Daarom moet men voor

het tot stand brengen van de vernieu-

wing, ontwikkeling en aanpassing van de

heilige liturgie die weldadige en levendige

liefde voor de Heilige schrift bevorderen

waarvan de eerbiedwaardige traditie van

de oosterse én van de westerse ritussen

getuigt” (SC 24).

De tijd ligt nog niet zo lang achter ons

dat men zei dat het voldoende was om

tijdens de offerande te arriveren wilde

de Mis geldig zijn. Welnu, het concilie

herhaalt met kracht dat iedere zondag

‘de gelovigen moeten samenkomen om te

luisteren naar het Woord van God en deel

te nemen aan de Eucharistie’.

de LitUrGie en Ons LeVenDe viering is geen doel op zich. Wat telt

is dat wij, in het hart van de wereld,

getuigen worden van Gods Liefde. “De

liturgie zet de gelovigen ertoe aan om,

verzadigd met de paasgeheimen, één

van hart te worden; zij bidt, dat zij in hun

levenswandel trouw mogen blijven aan

wat zij in geloof hebben ontvangen; en

wanneer in de Eucharistie het verbond

van de Heer met de mensen wordt ver-

nieuwd, lokt en ontvlamt dit de gelovigen

tot een vurige liefde voor Christus” (SC

10). In iedere eucharistieviering, roepen

wij dan ook de heilige Geest aan, dat Hij

tot ons komt en van ons het Lichaam van

Christus maakt in de wereld: ‘Zend nu

Vader, de Trooster en Helper in ons mid-

den, uw heilige Geest. Wek de gezindheid

van Jezus Christus in ons hart. Sterk ons

vertrouwen, verruim onze liefde. Raak ons

met het vuur van uw Geest en breng ons

elkaar nabij’ (eucharistisch gebed V).

Op deze manier vertelt de constitutie dat

de liturgie bron en hoogtepunt is van het

leven van de Kerk. Het is de bron waaruit

onze kracht voortkomt, en het hoogte-

punt waarnaar we streven.

Diocesane dienst Liturgie

Page 28: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

gegeten hebben in de woestijn, zijn niet-

temin gestorven; maar dit brood daalt uit

de hemel neer, opdat wie ervan eet niet

sterft. Ik ben het levende brood, dat uit

de hemel is neergedaald. Als iemand van

dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid.”

(Joh. 6, 49-51a)

Als gelovigen behoren wij tot het volk dat

God bijeen brengt uit alle rassen, volken

en talen. Daarom houdt deze passage

uit Exodus ook ons een spiegel voor: hoe

groot is het vertrouwen dat wij in God

stellen? In hoeverre zijn wij bereid om ons

leven in zijn hand te leggen en, op grond

van zijn belofte dat Hij met ons zal zijn

wat er ook gebeurt, op weg te gaan en te

blijven naar zijn Rijk? Geloven is altijd een

uittocht, een bevrijding, maar evenzeer

een moeizame tocht door de woestijn,

met van tijd tot tijd beproevingen. We

mogen vragen dat de Heer op die tocht

met ons gaat en ons het proviand zal

geven dat wij nodig hebben: het brood van

eeuwig leven, zijn vleesgeworden Woord.

N. van der Sluis pr

wordt duidelijk dat God het waard is dat

men in alle omstandigheden, in alle nood,

vertrouwen in Hem stelt. Er is echter

bij de Israëlieten - en dat is het tweede

thema - een fundamenteel en structureel

gebrek aan dat vertrouwen. In vers drie

immers bestaan ze het om te zeggen:

“Waren we maar door de hand van de

Heer gestorven in Egypte”. In feite mis-

kennen ze zo Gods heilsdaden: ze verkie-

zen hun oude bestaan van uitbuiting en

onderdrukking boven de bevrijding en de

belofte van geluk die God hun schenkt.

Dit onvermogen - of de onwil - van mensen

om in te zien hoe God hun zijn heil aan-

biedt is een constante in de geschiedenis

van God met zijn volk. Een heel duidelijke

echo daarvan weerklinkt in de weigering

van degenen die Johannes als ‘de Joden’

aanduidt om Jezus te aanvaarden als de

Messias, degene die God zendt om zijn

liefde te openbaren en redding te bren-

gen. Niet voor niets verwijst Jezus zelf (in

een twistgesprek met zijn toehoorders die

zich vastklampen aan het oude Verbond

dat God op de Sinaï met Mozes gesloten

heeft) naar deze passage van het manna

als een beslissend punt in de scheiding

der geesten: “Uw vaderen, die het manna

De eerste maal dat God na de doortocht

door de Rietzee ingaat op het morren

van de Israëlieten is in Mara, waar Hij

door de hand van Mozes het bittere water

drinkbaar maakt (Ex. 15, 22-25). Na een

rustpauze bij de oase van Elim trekt het

volk opnieuw de woestijn in. Daar volgt

de episode met het manna: wederom

keren de Israëlieten zich met klachten en

verwijten tegen Mozes (en in dit geval ook

tegen Aäron) zodat deze zich genoodzaakt

ziet om Gods hulp in te roepen. Net als in

Mara weigert God die hulp niet; was het

daar nog Mozes die op ingeving van God

uitkomst bracht, nu treedt de Heer zelf

handelend op door manna en kwartels te

verschaffen.

Voor beide fenomenen zijn in de loop der

tijd door biologen plausibele natuurlijke

verklaringen gevonden die het wonderka-

rakter aan het voedsel ontnemen, maar

uiteraard is de bedoeling en de betekenis

van dit overgeleverde verhaal een andere.

Eigenlijk spelen twee dingen een rol. Ten

eerste tonen het manna en de kwartels

aan dat God zijn volk genadevol nabij is;

Hij verstaat en verhoort hun smeekbeden

en schenkt hun brood en vlees. Daarmee

Sommige ervaringen zijn zo ingrijpend dat ze een onuitwisbare indruk achterlaten. Dat geldt voor mensen, maar ook voor volkeren. In het collectieve geheugen van het volk Israël staat bovenal één heilsfeit gegrift: de uittocht uit Egypte. Toen heeft de Heer zich doen kennen als de getrouwe God, die zich het lot van zijn volk aantrekt en het met zijn verlos-sende liefde nabij is. Daartegenover echter staan de ontrouw, de zelfzucht en de halsstarrigheid van Israël. Desondanks bewijst God zijn weldaden, zoals keer op keer blijkt wanneer het volk door de woestijn trekt naar het beloofde land.

Gedachten bij Ex. 16, 2-4.12-15 (eerste lezing 18e zondag door het jaar B)

Proviand uit Gods hand

28 29Bisdomblad juli 2012Bisdomblad juli 2012

Benoemingen en ontslagen

Mgr. A. Hukmans, bisschop van 's-Hertogenbosch, heeft:

Mevrouw drs e.h.M. cornelissen-rijken te Chaam met terug-

werkende kracht per 1 april 2010 de pastorale zending verleend

als pastoraal werkster ten behoeve van verpleeghuis Thebe Sint

Elisabeth te Goirle.

De zeereerwaarde heer Q.M. hart te Tilburg per 1 januari 2012

eervol ontslag als pastor van het TweeStedenziekenhuis te

Tilburg.

De hoogeerwaarde heer mr.drs. J.G.n.M. van rossem te ’s-Her-

togenbosch per 16 januari 2012 benoemd tot waarnemend pas-

toor van de parochie San Salvator te ’s-Hertogenbosch.

Zijne Hoogwaardige Excellentie mgr. dr. J.W.M. Liesen te Breda:

met ingang van 28 januari 2012 eervol ontslag verleend als

vicaris-generaal van het bisdom van ’s-Hertogenbosch.

De hoogeerwaarde heer dr. c.f.M. van den hout te Hedel per 1

februari 2012 benoemd tot vicaris-generaal van het bisdom van

’s-Hertogenbosch onder gelijktijdig eervol ontslag als pastoor

van de Pastorale Eenheid Bommelerwaard en als deken van het

dekenaat Heusden-Waalwijk-Zaltbommel.

De heer r.W.M.M. de Kruijf te Beers per 1 februari 2012 sus-

pensie van de priesterlijke ambtsbediening

De zeereerwaarde heer prof. dr. a.p.L. Bodar te Amsterdam per

1 februari 2012 benoemd tot bisschoppelijk gedelegeerde ten

behoeve van de Universiteiten

De zeereerwaarde heer a.J.M. hermans te Asten per 15 febru-

ari 2012 benoemd tot waarnemend pastoor van de parochie

O.L. Vrouw Praesentatie te Ommel

De zeereerwaarde heer M. Mesch te Vught per 15 februari

2012 eervol ontslag verleend als waarnemend pastoor van de

parochie H. Lambertus te Maren-Kessel;

De zeereerwaarde heer drs. s. van der Vinne te Lith per 15

februari 2012 benoemd tot waarnemend pastoor van de paro-

chies H. Lambertus te Lith en H. Lambertus te Maren-Kessel

De zeereerwaarde heer f.a.M. Lemmens te Tilburg per 1 maart

2012 benoemd tot pastoor van de parochies De Bron, De Vlaspit

en H. Montfort te Tilburg onder gelijktijdig eervol ontslag als pas-

toor van de Pastorale Eenheid Hapert-Hoogeloon-Casteren.

De heer drs. L.W.a. Oosterveer te Wijchen per 1 maart 2012

eervol ontslag verleend van de pastorale opdracht als pastoraal

werker van de parochie De Twaalf Apostelen te Wijchen

De zeereerwaarde heer Bijumon thomas te Hapert per 1 maart

2012 benoemd tot pastoor van de Pastorale Eenheid Hapert-

Hoogeloon-Casteren onder gelijktijdig eervol ontslag als pastor

van de parochie De Goede Herder te Tilburg

De zeereerwaarde heer J.a.a. van eijk te Keulen per 1 maart

2012 eervol ontslag verleend als pastor van de parochie

Emmaus te Nijmegen

De hoogeerwaarde heer drs. M.W.G. dorssers te Waalwijk per

1 maart 2012 benoemd tot deken van het dekenaat Heusden-

Waalwijk-Zaltbommel

De zeereerwaarde heer h.J.a. Janssen te Beek-Ubbergen

per 1 maart 2012 benoemd tot pastoor van de parochie H.

Bartholomaeus te Beek-Ubbergen onder gelijktijdig eervol ont-

slag als pastor van de parochie Maria, Moeder van de Kerk te

Sint Anthonis.

Mevrouw drs. M.h.M. Verhoeven-van der staak te Son en

Breugel per 1 maart 2012 tevens pastorale opdracht als pasto-

raal werkster van de parochie Sint Joris te Eindhoven

De weleerwaarde heer a.th.h. van Overbeek te Ommel per 15

maart 2012 benoemd tot pastor van de parochie O.L. Vrouw

Praesentatie te Ommel onder gelijktijdig eervol ontslag als pas-

tor van de Pastorale Eenheid Bommelerwaard

De heer drs. p.J.r.M. thomassen te Arnhem per 26 maart

2012 de pastorale opdracht als pastoraal werker ten behoeve

van de geestelijke verzorging in de Penitentiaire Inrichting Grave

Mevrouw drs h.J. Leijendekkers te Utrecht per 1 april 2012 eer-

vol ontslag verleend van de zending als pastoraal werkster ten

behoeve van de Katholieke Faculteit Theologie

De hoogeerwaarde heer r.J.M. Kerssemakers te Sint Anthonis

per 1 april 2012 benoemd tot waarnemend pastoor van de

parochies De 3-Eenheid te Gemert-De Mortel en O.L.Vrouw

Tenhemelopneming te Handel en van de Pastorale Eenheid Sint

Anna te Drieën te Bakel

De zeereerwaarde heer drs. c.p.a.M. van Lamoen te Gemert

per 1 april 2012 benoemd tot pastor van de parochie De

3-Eenheid te Gemert-De Mortel onder gelijktijdig eervol ontslag

als pastoor.

De zeereerwaarde pater a.c.Wester ofm te Bakel per 1 april

2012 benoemd tot pastor van de Pastorale Eenheid Sint Anna

te Drieën te Bakel-Milheeze en De Rips onder gelijktijdig eervol

ontslag als pastoor

De zeereerwaarde pater J.J.h.h. Bonten ocd te Handel per

1 april 2012 benoemd tot pastor van de parochie O.L.Vrouw

Tenhemelopneming te Handel onder gelijktijdig eervol ontslag

als pastoor

De zeereerwaarde heer p.J.a.M. Vermeeren osa te Linden per

10 april 2012 eervol ontslag verleend als pastoor van de paro-

chie H. Lambertus te Linden

De heer B.t.W.G.M. Leijtens te Valkenswaard per 1 mei 2012

de pastorale opdracht als pastoraal werker ten behoeve van de

parochie H. Nicolaas te Valkenswaard

De zeereerwaarde heer dr. p.M.G.M. claes te Wijchen per 1 mei

2012 benoemd tot waarnemend pastoor van de parochie De

Twaalf Apostelen te Wijchen

De zeereerwaarde pater B. frie s.j. te Nijmegen per 1 mei 2012

benoemd tot pastor van de parochie De Twaalf Apostelen te

Wijchen

De heer t.V.M. corstjens te Maaseik per 1 mei 2012 eervol

ontslag verleend als pastor van de parochie Sint Petrus te Uden

en suspensie van de priesterlijke ambtsbediening

Page 29: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

gegeten hebben in de woestijn, zijn niet-

temin gestorven; maar dit brood daalt uit

de hemel neer, opdat wie ervan eet niet

sterft. Ik ben het levende brood, dat uit

de hemel is neergedaald. Als iemand van

dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid.”

(Joh. 6, 49-51a)

Als gelovigen behoren wij tot het volk dat

God bijeen brengt uit alle rassen, volken

en talen. Daarom houdt deze passage

uit Exodus ook ons een spiegel voor: hoe

groot is het vertrouwen dat wij in God

stellen? In hoeverre zijn wij bereid om ons

leven in zijn hand te leggen en, op grond

van zijn belofte dat Hij met ons zal zijn

wat er ook gebeurt, op weg te gaan en te

blijven naar zijn Rijk? Geloven is altijd een

uittocht, een bevrijding, maar evenzeer

een moeizame tocht door de woestijn,

met van tijd tot tijd beproevingen. We

mogen vragen dat de Heer op die tocht

met ons gaat en ons het proviand zal

geven dat wij nodig hebben: het brood van

eeuwig leven, zijn vleesgeworden Woord.

N. van der Sluis pr

wordt duidelijk dat God het waard is dat

men in alle omstandigheden, in alle nood,

vertrouwen in Hem stelt. Er is echter

bij de Israëlieten - en dat is het tweede

thema - een fundamenteel en structureel

gebrek aan dat vertrouwen. In vers drie

immers bestaan ze het om te zeggen:

“Waren we maar door de hand van de

Heer gestorven in Egypte”. In feite mis-

kennen ze zo Gods heilsdaden: ze verkie-

zen hun oude bestaan van uitbuiting en

onderdrukking boven de bevrijding en de

belofte van geluk die God hun schenkt.

Dit onvermogen - of de onwil - van mensen

om in te zien hoe God hun zijn heil aan-

biedt is een constante in de geschiedenis

van God met zijn volk. Een heel duidelijke

echo daarvan weerklinkt in de weigering

van degenen die Johannes als ‘de Joden’

aanduidt om Jezus te aanvaarden als de

Messias, degene die God zendt om zijn

liefde te openbaren en redding te bren-

gen. Niet voor niets verwijst Jezus zelf (in

een twistgesprek met zijn toehoorders die

zich vastklampen aan het oude Verbond

dat God op de Sinaï met Mozes gesloten

heeft) naar deze passage van het manna

als een beslissend punt in de scheiding

der geesten: “Uw vaderen, die het manna

De eerste maal dat God na de doortocht

door de Rietzee ingaat op het morren

van de Israëlieten is in Mara, waar Hij

door de hand van Mozes het bittere water

drinkbaar maakt (Ex. 15, 22-25). Na een

rustpauze bij de oase van Elim trekt het

volk opnieuw de woestijn in. Daar volgt

de episode met het manna: wederom

keren de Israëlieten zich met klachten en

verwijten tegen Mozes (en in dit geval ook

tegen Aäron) zodat deze zich genoodzaakt

ziet om Gods hulp in te roepen. Net als in

Mara weigert God die hulp niet; was het

daar nog Mozes die op ingeving van God

uitkomst bracht, nu treedt de Heer zelf

handelend op door manna en kwartels te

verschaffen.

Voor beide fenomenen zijn in de loop der

tijd door biologen plausibele natuurlijke

verklaringen gevonden die het wonderka-

rakter aan het voedsel ontnemen, maar

uiteraard is de bedoeling en de betekenis

van dit overgeleverde verhaal een andere.

Eigenlijk spelen twee dingen een rol. Ten

eerste tonen het manna en de kwartels

aan dat God zijn volk genadevol nabij is;

Hij verstaat en verhoort hun smeekbeden

en schenkt hun brood en vlees. Daarmee

Sommige ervaringen zijn zo ingrijpend dat ze een onuitwisbare indruk achterlaten. Dat geldt voor mensen, maar ook voor volkeren. In het collectieve geheugen van het volk Israël staat bovenal één heilsfeit gegrift: de uittocht uit Egypte. Toen heeft de Heer zich doen kennen als de getrouwe God, die zich het lot van zijn volk aantrekt en het met zijn verlos-sende liefde nabij is. Daartegenover echter staan de ontrouw, de zelfzucht en de halsstarrigheid van Israël. Desondanks bewijst God zijn weldaden, zoals keer op keer blijkt wanneer het volk door de woestijn trekt naar het beloofde land.

Gedachten bij Ex. 16, 2-4.12-15 (eerste lezing 18e zondag door het jaar B)

Proviand uit Gods hand

28 29Bisdomblad juli 2012Bisdomblad juli 2012

Benoemingen en ontslagen

Mgr. A. Hukmans, bisschop van 's-Hertogenbosch, heeft:

Mevrouw drs e.h.M. cornelissen-rijken te Chaam met terug-

werkende kracht per 1 april 2010 de pastorale zending verleend

als pastoraal werkster ten behoeve van verpleeghuis Thebe Sint

Elisabeth te Goirle.

De zeereerwaarde heer Q.M. hart te Tilburg per 1 januari 2012

eervol ontslag als pastor van het TweeStedenziekenhuis te

Tilburg.

De hoogeerwaarde heer mr.drs. J.G.n.M. van rossem te ’s-Her-

togenbosch per 16 januari 2012 benoemd tot waarnemend pas-

toor van de parochie San Salvator te ’s-Hertogenbosch.

Zijne Hoogwaardige Excellentie mgr. dr. J.W.M. Liesen te Breda:

met ingang van 28 januari 2012 eervol ontslag verleend als

vicaris-generaal van het bisdom van ’s-Hertogenbosch.

De hoogeerwaarde heer dr. c.f.M. van den hout te Hedel per 1

februari 2012 benoemd tot vicaris-generaal van het bisdom van

’s-Hertogenbosch onder gelijktijdig eervol ontslag als pastoor

van de Pastorale Eenheid Bommelerwaard en als deken van het

dekenaat Heusden-Waalwijk-Zaltbommel.

De heer r.W.M.M. de Kruijf te Beers per 1 februari 2012 sus-

pensie van de priesterlijke ambtsbediening

De zeereerwaarde heer prof. dr. a.p.L. Bodar te Amsterdam per

1 februari 2012 benoemd tot bisschoppelijk gedelegeerde ten

behoeve van de Universiteiten

De zeereerwaarde heer a.J.M. hermans te Asten per 15 febru-

ari 2012 benoemd tot waarnemend pastoor van de parochie

O.L. Vrouw Praesentatie te Ommel

De zeereerwaarde heer M. Mesch te Vught per 15 februari

2012 eervol ontslag verleend als waarnemend pastoor van de

parochie H. Lambertus te Maren-Kessel;

De zeereerwaarde heer drs. s. van der Vinne te Lith per 15

februari 2012 benoemd tot waarnemend pastoor van de paro-

chies H. Lambertus te Lith en H. Lambertus te Maren-Kessel

De zeereerwaarde heer f.a.M. Lemmens te Tilburg per 1 maart

2012 benoemd tot pastoor van de parochies De Bron, De Vlaspit

en H. Montfort te Tilburg onder gelijktijdig eervol ontslag als pas-

toor van de Pastorale Eenheid Hapert-Hoogeloon-Casteren.

De heer drs. L.W.a. Oosterveer te Wijchen per 1 maart 2012

eervol ontslag verleend van de pastorale opdracht als pastoraal

werker van de parochie De Twaalf Apostelen te Wijchen

De zeereerwaarde heer Bijumon thomas te Hapert per 1 maart

2012 benoemd tot pastoor van de Pastorale Eenheid Hapert-

Hoogeloon-Casteren onder gelijktijdig eervol ontslag als pastor

van de parochie De Goede Herder te Tilburg

De zeereerwaarde heer J.a.a. van eijk te Keulen per 1 maart

2012 eervol ontslag verleend als pastor van de parochie

Emmaus te Nijmegen

De hoogeerwaarde heer drs. M.W.G. dorssers te Waalwijk per

1 maart 2012 benoemd tot deken van het dekenaat Heusden-

Waalwijk-Zaltbommel

De zeereerwaarde heer h.J.a. Janssen te Beek-Ubbergen

per 1 maart 2012 benoemd tot pastoor van de parochie H.

Bartholomaeus te Beek-Ubbergen onder gelijktijdig eervol ont-

slag als pastor van de parochie Maria, Moeder van de Kerk te

Sint Anthonis.

Mevrouw drs. M.h.M. Verhoeven-van der staak te Son en

Breugel per 1 maart 2012 tevens pastorale opdracht als pasto-

raal werkster van de parochie Sint Joris te Eindhoven

De weleerwaarde heer a.th.h. van Overbeek te Ommel per 15

maart 2012 benoemd tot pastor van de parochie O.L. Vrouw

Praesentatie te Ommel onder gelijktijdig eervol ontslag als pas-

tor van de Pastorale Eenheid Bommelerwaard

De heer drs. p.J.r.M. thomassen te Arnhem per 26 maart

2012 de pastorale opdracht als pastoraal werker ten behoeve

van de geestelijke verzorging in de Penitentiaire Inrichting Grave

Mevrouw drs h.J. Leijendekkers te Utrecht per 1 april 2012 eer-

vol ontslag verleend van de zending als pastoraal werkster ten

behoeve van de Katholieke Faculteit Theologie

De hoogeerwaarde heer r.J.M. Kerssemakers te Sint Anthonis

per 1 april 2012 benoemd tot waarnemend pastoor van de

parochies De 3-Eenheid te Gemert-De Mortel en O.L.Vrouw

Tenhemelopneming te Handel en van de Pastorale Eenheid Sint

Anna te Drieën te Bakel

De zeereerwaarde heer drs. c.p.a.M. van Lamoen te Gemert

per 1 april 2012 benoemd tot pastor van de parochie De

3-Eenheid te Gemert-De Mortel onder gelijktijdig eervol ontslag

als pastoor.

De zeereerwaarde pater a.c.Wester ofm te Bakel per 1 april

2012 benoemd tot pastor van de Pastorale Eenheid Sint Anna

te Drieën te Bakel-Milheeze en De Rips onder gelijktijdig eervol

ontslag als pastoor

De zeereerwaarde pater J.J.h.h. Bonten ocd te Handel per

1 april 2012 benoemd tot pastor van de parochie O.L.Vrouw

Tenhemelopneming te Handel onder gelijktijdig eervol ontslag

als pastoor

De zeereerwaarde heer p.J.a.M. Vermeeren osa te Linden per

10 april 2012 eervol ontslag verleend als pastoor van de paro-

chie H. Lambertus te Linden

De heer B.t.W.G.M. Leijtens te Valkenswaard per 1 mei 2012

de pastorale opdracht als pastoraal werker ten behoeve van de

parochie H. Nicolaas te Valkenswaard

De zeereerwaarde heer dr. p.M.G.M. claes te Wijchen per 1 mei

2012 benoemd tot waarnemend pastoor van de parochie De

Twaalf Apostelen te Wijchen

De zeereerwaarde pater B. frie s.j. te Nijmegen per 1 mei 2012

benoemd tot pastor van de parochie De Twaalf Apostelen te

Wijchen

De heer t.V.M. corstjens te Maaseik per 1 mei 2012 eervol

ontslag verleend als pastor van de parochie Sint Petrus te Uden

en suspensie van de priesterlijke ambtsbediening

Page 30: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

JuliZondag 22 juliH. Mis te Zoutelande

Zondag 29 juli10.00 uur: H. Mis te Hulsel;

11.00 uur: H. Mis te Lage Mierde

augustusZondag 5 augustus10.00 uur: H. Mis te ’s-Hertogenbosch

(Lucas)

Donderdag 9 augustus9.00 uur: H. Mis te Loosdrecht

(Holtus eiland) t.v.v. het zeilkamp

Zondag 12 augustus10.00 uur: H. Mis te Hulsel;

11.00 uur: H. Mis te Lage Mierde

Woensdag 15 augustusInzegening Maria-Gildekapel te

Gemonde

Zondag 19 augustus 11.00 uur: Oogstdankmis te Bergeijk

Zondag 26 augustus 10.00 uur: Oprichtingsmis nieuwe

parochie Udenhout (Lambertuskerk);

14.00 uur: Cultuur-historische optocht

Brabantse Dag te Heeze

JuliMaandag 23 juli: 14.00 uur: Deelname aan de barbecue

voor emeriti te Gemonde

Woensdag 25 juli t/m dinsdag 7 augustus: Vakantie

Donderdag 9 augustus: 9.00 uur: H. Mis Sint-Jan

10.00 uur: Stafvergadering

augustusVrijdag 10 augustusBezoek aan zomerkamp jongens te

Aarle-Rixtel

Zaterdag 11 augustus:9.00 uur: bezoek aan de zusters

Clarissen te Eindhoven

Donderdag 16 augustus:9.00 uur: H. Mis Sint-Jan

10.00 uur: Stafvergadering;

Bezoek aan de Monialendag in huize

Witven te Someren

Zondag 19 augustus16.00 uur: H. Mis Kapelberg te Bergharen

Donderdag 23 augustus9.00 uur: H. Mis Sint-Jan

10.00 uur: Stafvergadering

Vrijdag 24 - zondag 26 augustus: Deelname aan Europees

Schuttersgildenfeest in Tuchola (Polen)

LezingenschemaKerkbestuursleden

Mgr. A. Hurkmans, bisschop van 's-Hertogenbosch, heeft

benoemd tot lid van het kerkbestuur van de:

Parochie Edith Stein te Vught: mevrouw drs.

J.e. Blomjous-Landsman te Vught;

Parochie H. Johannes' Onthoofding te Moergestel:

de heer c.p.J.M. van de Ven te Moergestel;

Pastorale eenheid H. Lambertus te Vorstenbosch:

mevrouw h.a.M. Bekkers-Vervenne te Nistelrode;

Parochie Heilige Antonius Abt te Schaijk: de heer

M. van den heuvel te Schaijk;

Parochie Heilige Lambertus te Veldhoven: de heer

W. Gilden te Veldhoven;

Parochie Heilige Lambertus te ’s-Hertogenbosch:

mevrouw a.J.c. hurkmans te 's-Hertogenbosch;

Parochie Heilige Petrus' Banden te Leende: de heer

M.M.M. van Veen te Leende;

Parochie Onze Lieve Vrouw Visitatie te Budel: de heer drs.

h.p.J.c. stals te Budel;

Parochie Sint Joris te Eindhoven: de heer

p.K. van der Marel te Eindhoven;

Parochie Sint Martinus en Sint Jan te Heeze:

de heer p.J.M.M. van den Groenendaal te Heeze;

Parochie Sint Servatius Schijndel te Schijndel:

de heer G.J. putmans te Schijndel.

Juli20 (G): L Jes. 38,1-6+21-22+7-8; EV Mt. 12,1-821 (G): L Mich. 2,1-5; EV Mt. 12,14-2122 (G): L Jer. 23,1-6; Antw. Ps. 23; TL Ef. 2,13-18; EV Mc. 6,30-3423 (W): L Gal. 2,19-20 (IV); Antw. Ps. 34; EV Joh. 15,1-8 (IV)24 (G): L Mich. 7,14-15+18-20; EV Mt. 12,46-5025 (R): H. Jakobus, apostel: L 2 Kor. 4,7-15; Antw. Ps. 126; EV Mt. 20,20-28 (IV)26 (W): L Jer. 2,1-3+7-8+12-13; EV Mt. 13,10-1727 (R): L Jer. 3,14-17; EV Mt. 13,18-2328 (G): L Jer. 7,1-11; EV Mt. 13,24-3029 (G): L 2 Kon. 4,42-44; Antw. Ps. 145; TL Ef. 4,1-6; EV Joh. 6,1-1530 (G): L Jer. 13,1-11; EV Mt. 13,31-3531 (W): L Jer. 14,17-22; EV Mt. 13,36-43

augustus1 (W): L Jer. 15,10+16-21; EV Mt. 13,44-462 (G): L Jer. 18,1-6; EV Mt. 13,47-533 (G): L Jer. 26,1-9; EV Mt. 13,54-584 (W): L Jer. 26,11-16+24; EV Mt. 14,1-125 (G): L Ex. 16,2-4+12-15; Antw. Ps. 78; TL Ef. 4,17+20-24; EV Joh. 6,24-356 (W): Gedaanteverandering van de Heer: L Dan. 7,9-10. 13-14; Antw. Ps. 97; EV Mc. 9,2-10 (IV)7 (G): L Jer. 30,1-2+12-15+18-22; EV Mt. 14,22-368 (W): L Jer. 31,1-7; EV Mt. 15,21-289 (R): L Hos. 2, 16b+17b+21-22 (IV); Antw. Ps. 45,11-12. 14-15.16-17 (IV); EV Mt. 25,1-13 (IV)10 (R): L 2 Kor. 9,6-10; Antw. Ps. 112; EV Joh. 12,24-26 (IV)11 (W): L Hab. 1,12-2,4; EV Mt. 17,14-2012 (G): L 1 Kon. 19,4-8; Antw. Ps. 34; TL Ef. 4,30-5,2; EV Joh. 6,41-5113 (G): L Ez. 1,2-5+24-28; EV Mt. 17,22-2714 (R): L Ez. 2,8-3,4; EV Mt. 18,1-5+10+12-1415 (W): Maria Tenhemelopneming: L Apok. 11,19a+12,1-6a+10ab; Antw. Ps. 45; TL 1 Kor. 15,20-26; EV Lc. 1,39-56 (IV)16 (G): L Ez. 12,1-12; EV Mt. 18,21-19,117 (G): L Ez. 16,1-15+60+63; EV Mt. 19,3-1218 (G): L Ez. 18,1-10+13b+30-32; EV Mt. 19,13-1519 (G): L Spr. 9,1-6; Antw. Ps. 34; TL Ef. 5,15-20; EV Joh. 6,51-5820 (W): L Ez. 24,15-24; EV Mt. 19,16-2221 (W): L Ez. 28,1-10; EV Mt. 19,23-3022 (W): L Ez. 34,1-11; EV Mt. 20,1-16a23 (G): L Ez. 36,23-28; EV Mt. 22,1-1424 (R): H. Bartolomeüs, apostel: L Apok. 21,9b-14; Antw. Ps. 145; EV Joh. 1,45-51 (IV)25 (G): L Ez. 43,1-7a; EV Mt. 23,1-1226 (G): L Joz. 24,1-2a+15-17+18b; Antw. Ps. 34; TL Ef. 5,21-32; EV Joh. 6,60-6927 (W): L 2 Tess. 1,1-5+11b-12; EV Mt. 23,13-2228 (W): L 2 Tess. 2,1-3a+14-17; EV Mt. 23,23-2629 (R): L 2 Tess. 3,6-10+16-18; EV Mc. 6,17-29 (IV)30 (G): L 1 Kor. 1,1-9; EV Mt. 24,42-5131 (G): L 1 Kor. 1,1-17; EV Mt. 25,1-13

Het Bisdomblad is het officiële nieuws- en informatiemagazine van het Bisdom van ’s-Hertogenbosch. Het verschijnt onder verantwoordelijk-heid van de dienst Communicatie. (ISSN 1384-220X)

Hoofdredactie: M.E.M. SavelsberghEindredactie: J.G.P.G. van EedenRedactie: E. Kleinpenning, Th. Schepens, N. van der Sluis.

Aan dit nummer werkten verder mee:R. van Aken, Zr. M. Bouman, C. van Hasselt, T. Konings, Y. Koopman-Snep, mgr R. Mutsaerts.Beeld/Fotografie: Jaap van Eeden (p.1,8,11,12,13,14,15,21,23,24) V. Nabbe (p.26), O. Smit (p.6), Webgallery of Art (p.4,28)Adres redactie:Parade 11, ’s-Hertogenbosch.Telefoon: 073-5232042Fax: 073-6136850E-mail: [email protected] administratie:Correspondentie-adres: Postbus 1333, 5200 BJ ’s-Hertogenbosch.E-mail: [email protected]: 1108695Advertentie-verkoop: HMS Mediaexploitatie, Afdeling advertenties Postbus 1611, 5200 BR ’s-Hertogenbosch;Tel 073-7507060; [email protected]: Beelenkamp Ontwerpers Tilburg.Druk: RotoSmeets Eindhoven

ABONNEMENTEN€ 25,00 per jaar (12 nummers), jongeren t/m 25 jaar € 12,50; losse nummers € 2,50 (excl. porto).Proefabonnementen: 2 nummers gra-tis. Tel. 073-5232042.Abonnementen kunnen elk gewenst moment ingaan en worden automa-tisch verlengd, tenzij minimaal een maand voor het verstrijken van de abonnementstermijn schriftelijk wordt opgezegd.

OVERNEMENArtikelen in het Bisdomblad mogen vrij worden overgenomen in parochie-bladen, illustraties alleen als vooraf schriftelijk toestemming is verleend door de redactie.

COPYRIGHTVoor de bijbelteksten is gebruik gemaakt van de Willibrordvertaling, waarvan het copyright berust bij de Katholieke Bijbel Stichting te Den Bosch.

De uit polyethyleen vervaardigde verpakking van het Bisdomblad is onschadelijk in de vuilverbranding en niet van invloed op de kwaliteit van het grondwater. Polyethyleen is uitste-kend te recyclen.

agenda van mgr. hurkmans

agenda van mgr. Mutsaerts

in Memoriam

Op 30 juni 2012 is te Aarle-Rixtel overleden de zeereerwaarde

pater drs. Johannes richard reichenbach ss.cc., emeritus-pas-

toor van de parochie H. Michael te Eindhoven. Emeritus-pastoor

Reichenbach werd geboren in Schildgen (Dld) op 17 juni 1929 en

tot priester gewijd op 29 augustus 1954. Hij was in het bisdom

werkzaam als assistent te Nijmegen (parochie H. Hart, thans

behorend tot de Bethlehemparochie) van 1963 – 1966 en als

pastoor te Eindhoven (parochie H. Michael) vanaf 1979, van welke

functie hem op 1 oktober 2000 eervol ontslag werd verleend.

Moge hij rusten in vrede!

31Bisdomblad juli 201230 Bisdomblad juli 2012

parochies

Per 1 maart 2012 heeft mgr. A. Hurkmans opgericht

de R.K. Parochie Sint Petrus en H. Bernadette,

gevestigd te Oirschot, welke tot stand is gekomen

middels samenvoeging (fusie) van de parochies H.

Petrus te Oirschot en H. Bernadette te Spoordonk.

Tot lid van het pastorale team zijn benoemd: de

hoogeerwaarde heer L.J.M. spijkers, pastoor, en de

eerwaarde heer W.p.J.M. van nunen, diaken.

Per 1 april 2012 heeft mgr. A. Hurkmans opgericht

de R.K. Parochie H. Elisabet (patrones van de cari-

tas), gevestigd te Grave, welke tot stand is gekomen

middels samenvoeging (fusie) van de parochies

Grave te Grave, H. Lambertus te Escharen, H.

Johannes de Doper te Gassel en HH. Vincentius en

Antonius van Padua te Velp.

Tot lid van het pastorale team zijn benoemd: de

zeereerwaarde heer a.th.J.M.r. aarden, pastoor,

en de zeereerwaarde heer drs M.G.K. van de Wiel,

pastor.

Per 1 mei 2012 heeft mgr. A. Hurkmans opge-

richt de R.K. Parochie H. Norbertus, gevestigd

te Diessen, welke tot stand is gekomen middels

samenvoeging (fusie) van de parochies H. Antonius

van Padua te Biest-Houtakker, H. Willibrordus te

Diessen, H. Adrianus van Hilvarenbeek te Esbeek

en H. Joseph te Haghorst.

Tot pastoor van de parochie is benoemd de zeereer-

waarde heer s.f.M. Barberien te Diessen.

Per 1 juni 2012 heeft mgr. A. Hurkmans opgericht

de R.K. Parochie Heilige Drie-eenheid, gevestigd

te Nijmegen, welke tot stand is gekomen middels

samenvoeging (fusie) van de parochies Emmaus,

H. Paulus, Hatert en Allerheiligst Sacrament te

Nijmegen en de parochie De Verrijzenis te Berg en

Dal-Heilig Landstichting.

Tot lid van het pastorale team zijn benoemd: de

zeereerwaarde heer n.c.M. swagemakers, pastoor,

de eerwaarde heer h.B.W.M. Willing, diaken, de

heer drs.ing. p.J.M. Menting, pastoraal werker,

en de zeereerwaarde heer prof.dr. h.W.M. rikhof,

pastor-assistent.

Page 31: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

JuliZondag 22 juliH. Mis te Zoutelande

Zondag 29 juli10.00 uur: H. Mis te Hulsel;

11.00 uur: H. Mis te Lage Mierde

augustusZondag 5 augustus10.00 uur: H. Mis te ’s-Hertogenbosch

(Lucas)

Donderdag 9 augustus9.00 uur: H. Mis te Loosdrecht

(Holtus eiland) t.v.v. het zeilkamp

Zondag 12 augustus10.00 uur: H. Mis te Hulsel;

11.00 uur: H. Mis te Lage Mierde

Woensdag 15 augustusInzegening Maria-Gildekapel te

Gemonde

Zondag 19 augustus 11.00 uur: Oogstdankmis te Bergeijk

Zondag 26 augustus 10.00 uur: Oprichtingsmis nieuwe

parochie Udenhout (Lambertuskerk);

14.00 uur: Cultuur-historische optocht

Brabantse Dag te Heeze

JuliMaandag 23 juli: 14.00 uur: Deelname aan de barbecue

voor emeriti te Gemonde

Woensdag 25 juli t/m dinsdag 7 augustus: Vakantie

Donderdag 9 augustus: 9.00 uur: H. Mis Sint-Jan

10.00 uur: Stafvergadering

augustusVrijdag 10 augustusBezoek aan zomerkamp jongens te

Aarle-Rixtel

Zaterdag 11 augustus:9.00 uur: bezoek aan de zusters

Clarissen te Eindhoven

Donderdag 16 augustus:9.00 uur: H. Mis Sint-Jan

10.00 uur: Stafvergadering;

Bezoek aan de Monialendag in huize

Witven te Someren

Zondag 19 augustus16.00 uur: H. Mis Kapelberg te Bergharen

Donderdag 23 augustus9.00 uur: H. Mis Sint-Jan

10.00 uur: Stafvergadering

Vrijdag 24 - zondag 26 augustus: Deelname aan Europees

Schuttersgildenfeest in Tuchola (Polen)

LezingenschemaKerkbestuursleden

Mgr. A. Hurkmans, bisschop van 's-Hertogenbosch, heeft

benoemd tot lid van het kerkbestuur van de:

Parochie Edith Stein te Vught: mevrouw drs.

J.e. Blomjous-Landsman te Vught;

Parochie H. Johannes' Onthoofding te Moergestel:

de heer c.p.J.M. van de Ven te Moergestel;

Pastorale eenheid H. Lambertus te Vorstenbosch:

mevrouw h.a.M. Bekkers-Vervenne te Nistelrode;

Parochie Heilige Antonius Abt te Schaijk: de heer

M. van den heuvel te Schaijk;

Parochie Heilige Lambertus te Veldhoven: de heer

W. Gilden te Veldhoven;

Parochie Heilige Lambertus te ’s-Hertogenbosch:

mevrouw a.J.c. hurkmans te 's-Hertogenbosch;

Parochie Heilige Petrus' Banden te Leende: de heer

M.M.M. van Veen te Leende;

Parochie Onze Lieve Vrouw Visitatie te Budel: de heer drs.

h.p.J.c. stals te Budel;

Parochie Sint Joris te Eindhoven: de heer

p.K. van der Marel te Eindhoven;

Parochie Sint Martinus en Sint Jan te Heeze:

de heer p.J.M.M. van den Groenendaal te Heeze;

Parochie Sint Servatius Schijndel te Schijndel:

de heer G.J. putmans te Schijndel.

Juli20 (G): L Jes. 38,1-6+21-22+7-8; EV Mt. 12,1-821 (G): L Mich. 2,1-5; EV Mt. 12,14-2122 (G): L Jer. 23,1-6; Antw. Ps. 23; TL Ef. 2,13-18; EV Mc. 6,30-3423 (W): L Gal. 2,19-20 (IV); Antw. Ps. 34; EV Joh. 15,1-8 (IV)24 (G): L Mich. 7,14-15+18-20; EV Mt. 12,46-5025 (R): H. Jakobus, apostel: L 2 Kor. 4,7-15; Antw. Ps. 126; EV Mt. 20,20-28 (IV)26 (W): L Jer. 2,1-3+7-8+12-13; EV Mt. 13,10-1727 (R): L Jer. 3,14-17; EV Mt. 13,18-2328 (G): L Jer. 7,1-11; EV Mt. 13,24-3029 (G): L 2 Kon. 4,42-44; Antw. Ps. 145; TL Ef. 4,1-6; EV Joh. 6,1-1530 (G): L Jer. 13,1-11; EV Mt. 13,31-3531 (W): L Jer. 14,17-22; EV Mt. 13,36-43

augustus1 (W): L Jer. 15,10+16-21; EV Mt. 13,44-462 (G): L Jer. 18,1-6; EV Mt. 13,47-533 (G): L Jer. 26,1-9; EV Mt. 13,54-584 (W): L Jer. 26,11-16+24; EV Mt. 14,1-125 (G): L Ex. 16,2-4+12-15; Antw. Ps. 78; TL Ef. 4,17+20-24; EV Joh. 6,24-356 (W): Gedaanteverandering van de Heer: L Dan. 7,9-10. 13-14; Antw. Ps. 97; EV Mc. 9,2-10 (IV)7 (G): L Jer. 30,1-2+12-15+18-22; EV Mt. 14,22-368 (W): L Jer. 31,1-7; EV Mt. 15,21-289 (R): L Hos. 2, 16b+17b+21-22 (IV); Antw. Ps. 45,11-12. 14-15.16-17 (IV); EV Mt. 25,1-13 (IV)10 (R): L 2 Kor. 9,6-10; Antw. Ps. 112; EV Joh. 12,24-26 (IV)11 (W): L Hab. 1,12-2,4; EV Mt. 17,14-2012 (G): L 1 Kon. 19,4-8; Antw. Ps. 34; TL Ef. 4,30-5,2; EV Joh. 6,41-5113 (G): L Ez. 1,2-5+24-28; EV Mt. 17,22-2714 (R): L Ez. 2,8-3,4; EV Mt. 18,1-5+10+12-1415 (W): Maria Tenhemelopneming: L Apok. 11,19a+12,1-6a+10ab; Antw. Ps. 45; TL 1 Kor. 15,20-26; EV Lc. 1,39-56 (IV)16 (G): L Ez. 12,1-12; EV Mt. 18,21-19,117 (G): L Ez. 16,1-15+60+63; EV Mt. 19,3-1218 (G): L Ez. 18,1-10+13b+30-32; EV Mt. 19,13-1519 (G): L Spr. 9,1-6; Antw. Ps. 34; TL Ef. 5,15-20; EV Joh. 6,51-5820 (W): L Ez. 24,15-24; EV Mt. 19,16-2221 (W): L Ez. 28,1-10; EV Mt. 19,23-3022 (W): L Ez. 34,1-11; EV Mt. 20,1-16a23 (G): L Ez. 36,23-28; EV Mt. 22,1-1424 (R): H. Bartolomeüs, apostel: L Apok. 21,9b-14; Antw. Ps. 145; EV Joh. 1,45-51 (IV)25 (G): L Ez. 43,1-7a; EV Mt. 23,1-1226 (G): L Joz. 24,1-2a+15-17+18b; Antw. Ps. 34; TL Ef. 5,21-32; EV Joh. 6,60-6927 (W): L 2 Tess. 1,1-5+11b-12; EV Mt. 23,13-2228 (W): L 2 Tess. 2,1-3a+14-17; EV Mt. 23,23-2629 (R): L 2 Tess. 3,6-10+16-18; EV Mc. 6,17-29 (IV)30 (G): L 1 Kor. 1,1-9; EV Mt. 24,42-5131 (G): L 1 Kor. 1,1-17; EV Mt. 25,1-13

Het Bisdomblad is het officiële nieuws- en informatiemagazine van het Bisdom van ’s-Hertogenbosch. Het verschijnt onder verantwoordelijk-heid van de dienst Communicatie. (ISSN 1384-220X)

Hoofdredactie: M.E.M. SavelsberghEindredactie: J.G.P.G. van EedenRedactie: E. Kleinpenning, Th. Schepens, N. van der Sluis.

Aan dit nummer werkten verder mee:R. van Aken, Zr. M. Bouman, C. van Hasselt, T. Konings, Y. Koopman-Snep, mgr R. Mutsaerts.Beeld/Fotografie: Jaap van Eeden (p.1,8,11,12,13,14,15,21,23,24) V. Nabbe (p.26), O. Smit (p.6), Webgallery of Art (p.4,28)Adres redactie:Parade 11, ’s-Hertogenbosch.Telefoon: 073-5232042Fax: 073-6136850E-mail: [email protected] administratie:Correspondentie-adres: Postbus 1333, 5200 BJ ’s-Hertogenbosch.E-mail: [email protected]: 1108695Advertentie-verkoop: HMS Mediaexploitatie, Afdeling advertenties Postbus 1611, 5200 BR ’s-Hertogenbosch;Tel 073-7507060; [email protected]: Beelenkamp Ontwerpers Tilburg.Druk: RotoSmeets Eindhoven

ABONNEMENTEN€ 25,00 per jaar (12 nummers), jongeren t/m 25 jaar € 12,50; losse nummers € 2,50 (excl. porto).Proefabonnementen: 2 nummers gra-tis. Tel. 073-5232042.Abonnementen kunnen elk gewenst moment ingaan en worden automa-tisch verlengd, tenzij minimaal een maand voor het verstrijken van de abonnementstermijn schriftelijk wordt opgezegd.

OVERNEMENArtikelen in het Bisdomblad mogen vrij worden overgenomen in parochie-bladen, illustraties alleen als vooraf schriftelijk toestemming is verleend door de redactie.

COPYRIGHTVoor de bijbelteksten is gebruik gemaakt van de Willibrordvertaling, waarvan het copyright berust bij de Katholieke Bijbel Stichting te Den Bosch.

De uit polyethyleen vervaardigde verpakking van het Bisdomblad is onschadelijk in de vuilverbranding en niet van invloed op de kwaliteit van het grondwater. Polyethyleen is uitste-kend te recyclen.

agenda van mgr. hurkmans

agenda van mgr. Mutsaerts

in Memoriam

Op 30 juni 2012 is te Aarle-Rixtel overleden de zeereerwaarde

pater drs. Johannes richard reichenbach ss.cc., emeritus-pas-

toor van de parochie H. Michael te Eindhoven. Emeritus-pastoor

Reichenbach werd geboren in Schildgen (Dld) op 17 juni 1929 en

tot priester gewijd op 29 augustus 1954. Hij was in het bisdom

werkzaam als assistent te Nijmegen (parochie H. Hart, thans

behorend tot de Bethlehemparochie) van 1963 – 1966 en als

pastoor te Eindhoven (parochie H. Michael) vanaf 1979, van welke

functie hem op 1 oktober 2000 eervol ontslag werd verleend.

Moge hij rusten in vrede!

31Bisdomblad juli 201230 Bisdomblad juli 2012

parochies

Per 1 maart 2012 heeft mgr. A. Hurkmans opgericht

de R.K. Parochie Sint Petrus en H. Bernadette,

gevestigd te Oirschot, welke tot stand is gekomen

middels samenvoeging (fusie) van de parochies H.

Petrus te Oirschot en H. Bernadette te Spoordonk.

Tot lid van het pastorale team zijn benoemd: de

hoogeerwaarde heer L.J.M. spijkers, pastoor, en de

eerwaarde heer W.p.J.M. van nunen, diaken.

Per 1 april 2012 heeft mgr. A. Hurkmans opgericht

de R.K. Parochie H. Elisabet (patrones van de cari-

tas), gevestigd te Grave, welke tot stand is gekomen

middels samenvoeging (fusie) van de parochies

Grave te Grave, H. Lambertus te Escharen, H.

Johannes de Doper te Gassel en HH. Vincentius en

Antonius van Padua te Velp.

Tot lid van het pastorale team zijn benoemd: de

zeereerwaarde heer a.th.J.M.r. aarden, pastoor,

en de zeereerwaarde heer drs M.G.K. van de Wiel,

pastor.

Per 1 mei 2012 heeft mgr. A. Hurkmans opge-

richt de R.K. Parochie H. Norbertus, gevestigd

te Diessen, welke tot stand is gekomen middels

samenvoeging (fusie) van de parochies H. Antonius

van Padua te Biest-Houtakker, H. Willibrordus te

Diessen, H. Adrianus van Hilvarenbeek te Esbeek

en H. Joseph te Haghorst.

Tot pastoor van de parochie is benoemd de zeereer-

waarde heer s.f.M. Barberien te Diessen.

Per 1 juni 2012 heeft mgr. A. Hurkmans opgericht

de R.K. Parochie Heilige Drie-eenheid, gevestigd

te Nijmegen, welke tot stand is gekomen middels

samenvoeging (fusie) van de parochies Emmaus,

H. Paulus, Hatert en Allerheiligst Sacrament te

Nijmegen en de parochie De Verrijzenis te Berg en

Dal-Heilig Landstichting.

Tot lid van het pastorale team zijn benoemd: de

zeereerwaarde heer n.c.M. swagemakers, pastoor,

de eerwaarde heer h.B.W.M. Willing, diaken, de

heer drs.ing. p.J.M. Menting, pastoraal werker,

en de zeereerwaarde heer prof.dr. h.W.M. rikhof,

pastor-assistent.

Page 32: Bisdomblad 2012 Juli (Jaargang 90)

pr iesterseminar ie

diakenople id ing

vormingscentrum

Leeft u ook mee met de toekomst van de Kerk? Bid dan met ons mee! De priesteropleiding van het bisdom van ’s-Hertogenbosch, kortweg het Sint-Janscentrum, mag dit jaar zijn 25-jarig bestaan vieren. En daar hoort dankbaarheid bij. Gedurende al die jaren is een trouwe groep van mensen – de Gebeds-kring Sint-Jan – blijven bidden voor roepingen. Daarmee steunen zij allen die een opleiding volgen of betrokken zijn bij de vorming aan het seminarie. Het constante gebed voor roepingen van priesters, diakens en religieuzen is broodnodig voor de toekomst van de Kerk en van ons bisdom. Leden van de Gebedskring ontvangen gratis drie keer per jaar het Kringblad. Het blad biedt verdieping,

inspiratie en informatie over de priesteropleiding. Door het blad en de jaarlijkse gebedsdag weten zijdie bidden en zij voor wie gebeden wordt elkaar te vinden. Dat is een enorme bemoediging. Wilt u ook lid worden van de Gebedskring Sint-Jan? Meld u dan aan via de antwoordkaart. Daarnaast wordt het Sint-Janscentrum al 25 jaar fi nancieel ondersteund door zeer veel donateurs. Door kleine en grotere giften aan het Sonnius Priesterfonds (ANBI-instelling) kan het Sint-Janscentrum door gaan met het vormen van priesters. Hoe giften besteed worden is te lezen in de ‘Sonniuskrant’ die iedere dona-teur eens per jaar ontvangt. Wilt u het Sint-Janscentrum ook fi nancieel ondersteunen? Laat het ons dan weten via de antwoordkaart. Geloof, gebed en vertrouwen vormen al 25 jaar de pijlers waarop het Sint-Janscentrum steunt. Wij geloven in God en daarmee in de toekomst van de Kerk. Wilt u ons daarbij helpen?

Naam / Achternaam:

Geboortedatum:

Adres:

Postcode en woonplaats:

Tel.nr.:

E-mail:

Ik wil graag: mij aanmelden als lid van de Gebedskring Sint-Jan een proefexemplaar ontvangen van het Kringblad informatie over de mogelijkheden het seminarie fi nancieel te steunen

Bent u geïnteresseerd?

Vul dan de bon in en stuur naar:

Rector F. De RyckePapenhulst 45211 LC ’s-Hertogenbosch

☎: 073 - 613 20 00

[email protected]

R.K. Instelling SonniusNL: 22.52.03.022; BE: 521-0053201-65

Geloven in God is geloven in de toekomst