Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)
-
Upload
jaap-van-eeden -
Category
Documents
-
view
223 -
download
0
description
Transcript of Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)
JUBILEUM 25 JAARSINT-JANSCENTRUM
TEKEN VAN HOOPVOOR DE TOEKOMST
BIJ DE TIJD BLIJVEN ENVASTHOUDEN AAN DE TRADITIE
Jaargang 90, september 2012
geloof kerk mens maatschappij
Op het moment van schrijven is het op de kop af 25 jaar geleden
dat in het Bisdomblad werd gemeld dat mgr. J. ter Schure sdb een
rector had benoemd voor de nieuw opgerichte priesteropleiding van
het Bisdom: de Waalwijkse pastoor A.L.M. Hurkmans. Twee maanden
later zouden de staf van het seminarie, de medewerkers en de eer-
ste negen priesterstudenten, waaronder drie eerstejaars, het nieuwe
onderkomen aan de Papenhulst betrekken.
De oprichting van het Sint-Janscentrum vond plaats in een tijd van
pessimisme over kerkbezoek, vergrijzing, financiën en ontkerstening,
maar dit roeien tegen de stroom in typeerde de toenmalige bisschop,
die aan het einde van zijn episcopaat kon terugkijken op 64 priesters
had gewijd voor het bisdom, een kwart
van het presbyterium van toen.
Van de redactie
De bewuste uitgave was de eerste waar in de colofon bij de redac-
tie mijn naam werd vermeld en sedertdien heb ik honderd priesters
die het Bossche seminarie heeft voortgebracht bij hun wijding gefo-
tografeerd. Dat waren er gemiddeld dus vier per jaar.
Bij zijn afscheid als bisschop in 1998 noteerden we in dit blad de
dankbaarheid van mgr ter Schure jegens God en allen die "zowel
geestelijk als financieel deze ambtsopleiding hebben gedragen".
Diezelfde dankbaarheid stond ook centraal tijdens de feestelijke
viering van het jubileum, zaterdag 8 september, waarover u meer
leest in deze editie.
Jaap van Eeden, hoofdredacteur
16
22
9
4 Van de redactie 3
'neutraal' bestaat niet 4Hulpbisschop pleit voor behoud van identiteit in het onderwijs
er is geen priestertekort, er zijn teveel kerken 6Bossche bisschoppen houden vast aan de traditie en blijven bij de tijd
Seminarie trekt banden met JPii Universiteit aan 9Samenwerking garantie voor hoge kwaliteit onderwijs en geprofileerd priesterbeeld
Verslag jubileumviering 25 jaar Sint-Janscentrum 10
een opleidingsinstituut als geen ander 12Seminarie niet alleen voor bollebozen maar vooral gericht op werken in het pastoraat
de andere werkers in de wijngaard 14Sint-Janscentrum herbergt ook de opleidingen tot diaken en pastoraal assistentie
Het seminarie door de jaren heen 16Waarom een eigen Seminarie 18Diocesaan opleidingsinstituut blijft teken van hoop voor de kerk in de toekomst
Jubileumtoespraak bisschop Hurkmans 20Sonnius en Gebedskring van belang voor Bossche seminarie 21Rubriek Catechese: Jaar van het geloof 22Heiligenrubriek: H. Odulphus eerste heilige van eigen bodem 24Liturgierubriek: Woord van eeuwig leven 26Maandlezing 28Kinderen bidden voor kinderen 29Colofon en lezingenschema 30Agenda's van de bisschoppen 31
in dit nUMMer
2
Zowel voor bedrijven, particulieren of kerkelijkeorganisaties kunnen wij u van dienst zijn bij:
- hetvoerenvanfinanciëleadministraties- hetopmakenvanjaarrekeningen- het doen van belastingaangiftes- hetvoerenvansalarisadministraties
www.rcoppens.nl•073–6441508Wilhelminastraat1a•5243XARosmalen
IZO vertaalservice verzorgt vertalingen en tolkendiensten vanuit en naar alle talen in alle denkbare specialismen. Om een perfecte kwaliteit te garanderen wordt alleen met ‘native speakers’gewerkt. Kwaliteit, nauwkeurigheid, fl exibiliteit en het inzetten van de juiste specialist kenmerken IZO vertaalservice.
Alle talen binnen handbereik! Europalaan 22 – 5232 BC ’s-Hertogenbosch – [email protected] – www.izovertaalservice.nl V
ert
ale
r of tolk
nodig
?
Wilt u ook adverteren in het
Europalaan 22
5232 BC ‘s-Hertogenbosch
Postbus 1611
5200 BR ‘s-Hertogenbosch
Telefoon : 073-7507000
Fax : 073-7507049
www.hmsmediaexploitatie.nl
adverteren in het Bisdomblad?
Neem contact op met:
HMS Media Exploitatie
0 7 3 - 6 2 3 . 3 3 . 1 1
www.sarisenpartners.nl
Schouwrooij 135281 RE Boxtel
ElektrotechniekCommunicatietechniek
BeveiligingBesturingstechniek
T 0411-602177F 0411-602098
3Bisdomblad september 2012
Op het moment van schrijven is het op de kop af 25 jaar geleden
dat in het Bisdomblad werd gemeld dat mgr. J. ter Schure sdb een
rector had benoemd voor de nieuw opgerichte priesteropleiding van
het Bisdom: de Waalwijkse pastoor A.L.M. Hurkmans. Twee maanden
later zouden de staf van het seminarie, de medewerkers en de eer-
ste negen priesterstudenten, waaronder drie eerstejaars, het nieuwe
onderkomen aan de Papenhulst betrekken.
De oprichting van het Sint-Janscentrum vond plaats in een tijd van
pessimisme over kerkbezoek, vergrijzing, financiën en ontkerstening,
maar dit roeien tegen de stroom in typeerde de toenmalige bisschop,
die aan het einde van zijn episcopaat kon terugkijken op 64 priesters
had gewijd voor het bisdom, een kwart
van het presbyterium van toen.
Van de redactie
De bewuste uitgave was de eerste waar in de colofon bij de redac-
tie mijn naam werd vermeld en sedertdien heb ik honderd priesters
die het Bossche seminarie heeft voortgebracht bij hun wijding gefo-
tografeerd. Dat waren er gemiddeld dus vier per jaar.
Bij zijn afscheid als bisschop in 1998 noteerden we in dit blad de
dankbaarheid van mgr ter Schure jegens God en allen die "zowel
geestelijk als financieel deze ambtsopleiding hebben gedragen".
Diezelfde dankbaarheid stond ook centraal tijdens de feestelijke
viering van het jubileum, zaterdag 8 september, waarover u meer
leest in deze editie.
Jaap van Eeden, hoofdredacteur
16
22
9
4 Van de redactie 3
'neutraal' bestaat niet 4Hulpbisschop pleit voor behoud van identiteit in het onderwijs
er is geen priestertekort, er zijn teveel kerken 6Bossche bisschoppen houden vast aan de traditie en blijven bij de tijd
Seminarie trekt banden met JPii Universiteit aan 9Samenwerking garantie voor hoge kwaliteit onderwijs en geprofileerd priesterbeeld
Verslag jubileumviering 25 jaar Sint-Janscentrum 10
een opleidingsinstituut als geen ander 12Seminarie niet alleen voor bollebozen maar vooral gericht op werken in het pastoraat
de andere werkers in de wijngaard 14Sint-Janscentrum herbergt ook de opleidingen tot diaken en pastoraal assistentie
Het seminarie door de jaren heen 16Waarom een eigen Seminarie 18Diocesaan opleidingsinstituut blijft teken van hoop voor de kerk in de toekomst
Jubileumtoespraak bisschop Hurkmans 20Sonnius en Gebedskring van belang voor Bossche seminarie 21Rubriek Catechese: Jaar van het geloof 22Heiligenrubriek: H. Odulphus eerste heilige van eigen bodem 24Liturgierubriek: Woord van eeuwig leven 26Maandlezing 28Kinderen bidden voor kinderen 29Colofon en lezingenschema 30Agenda's van de bisschoppen 31
in dit nUMMer
2
Zowel voor bedrijven, particulieren of kerkelijkeorganisaties kunnen wij u van dienst zijn bij:
- hetvoerenvanfinanciëleadministraties- hetopmakenvanjaarrekeningen- het doen van belastingaangiftes- hetvoerenvansalarisadministraties
www.rcoppens.nl•073–6441508Wilhelminastraat1a•5243XARosmalen
IZO vertaalservice verzorgt vertalingen en tolkendiensten vanuit en naar alle talen in alle denkbare specialismen. Om een perfecte kwaliteit te garanderen wordt alleen met ‘native speakers’gewerkt. Kwaliteit, nauwkeurigheid, fl exibiliteit en het inzetten van de juiste specialist kenmerken IZO vertaalservice.
Alle talen binnen handbereik! Europalaan 22 – 5232 BC ’s-Hertogenbosch – [email protected] – www.izovertaalservice.nl V
ert
ale
r of tolk
nodig
?
Wilt u ook adverteren in het
Europalaan 22
5232 BC ‘s-Hertogenbosch
Postbus 1611
5200 BR ‘s-Hertogenbosch
Telefoon : 073-7507000
Fax : 073-7507049
www.hmsmediaexploitatie.nl
adverteren in het Bisdomblad?
Neem contact op met:
HMS Media Exploitatie
0 7 3 - 6 2 3 . 3 3 . 1 1
www.sarisenpartners.nl
Schouwrooij 135281 RE Boxtel
ElektrotechniekCommunicatietechniek
BeveiligingBesturingstechniek
T 0411-602177F 0411-602098
3Bisdomblad september 2012
De plaats van geloof en kerk in de maat-
schappij leek ten einde te lopen. In de
jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw
dienden zich de eerste wijzigingen aan.
In Frankrijk lokten plannen om verande-
ringen aan te brengen in de verhouding
tussen openbaar en bijzonder onderwijs
massaal verzet uit. In Parijs en Versailles
kwamen daartegen meer dan 2 miljoen (!)
burgers op de been. In 1995 wekte een
uitspraak van het Duitse gerechtshof over
de geoorloofdheid van een kruisbeeld in
een klaslokaal van een openbare school
grote beroering. De uitspraak van het Hof
beperkte de bestaande praktijk. Deze
uitspraak lokte ongekend protest uit, niet
alleen in Beieren waar de zaak speelde,
maar ook ver daarbuiten.
Ook in Nederland begon er wat te veran-
deren. Zo woedde in het najaar van 1994
staat betekent iets heel anders, namelijk
dat de overheid niet kan bepalen welke
religies wel en niet toegestaan zijn, en
dat de overheid zich niet bemoeit met de
inrichting van geloofsgemeenschappen.
Als een kerkgenootschap homohuwelij-
ken niet accepteert, heeft de overheid
dat te accepteren. Kortom, het is voor
de overheid een gebod van neutraliteit,
hetgeen wil zeggen dat de overheid geen
confessionele identiteit heeft (zoals vóór
1796, toen de Nederlands Hervormde
Kerk een bevoorrechte positie had en de
katholieken zich moesten behelpen met
schuilkerken).
Inmiddels is aan scheiding van kerk en
staat bijna ongemerkt een andere invul-
ling gegeven, namelijk dat de overheid
zelf neutraal zou moeten zijn. Hetgeen
onmogelijk is. Neutraliteit bestaat niet.
Je kunt niet neutraal staan tegenover
euthanasie, gezinssamenstellingen,
homohuwelijk e.d. Je zult je moeten uit-
spreken om wetgeving mogelijk te maken.
Hoe neutraal is een campagne die ‘veilig
vrijen’ propageert?
Zo bestaan er ook geen neutrale scholen.
Elke school hanteert toch een normen-
en waardensysteem. En waar is dat op
gebaseerd? Neutraliteit bestaat niet. Het
optimisme van het vooruitgangsgeloof ligt
inmiddels ook achter ons. Een gedegen
discussie over het fundament en cement
van de maatschappij is op zijn plaats. Het
simpelweg schrappen van een predicaat
zonder daarvoor iets in de plaats te stel-
len is een zinloze actie. Religie blijft van
belang, al is het maar omdat juist religie
oog heeft voor minderheden, zodat die
bespaart blijven voor de terreur van de
meerderheid, oftewel de waan van de
dag.
+Rob Mutsaerts
Hulpbisschop
Neutrale scholen bestaan niet
wekenlang een heftige discussie over
de toekomst van de vrije zondag. Was
religie hier eerst vooral nog een zijdelings
thema, nu is dat geheel anders: religie is
zelf een thema geworden. De plaats van
religie in het publieke domein is inmid-
dels ook een thema geworden.
In de sfeer van het onderwijs wordt her-
nieuwd gestreden over de reikwijdte en
grenzen van de onderwijsvrijheid. Mag
een schoolbestuur op religieuze gronden
blijven besluiten over toelating van leerlin-
gen, of moet dit zo snel mogelijk tot het
verleden behoren? Welke loyaliteit mag
een confessionele school vragen als het
gaat om samenlevingsvormen van docen-
ten en medewerkers? Wetsartikelen die
zich tot voor kort in de marges van het
recht bevonden, zoals de strafbaarstel-
ling van godslastering, staan ineens in de
spotlichten. Wanneer gaat religiekritiek
over in belediging en discriminatie?
Ook het lokaal bestuur wordt zich van reli-
gie bewust. Er zijn gemeenten die bijdra-
gen in de kosten van gebedsruimten en
er wordt samengewerkt met kerken in het
kader van de WMO. Steeds vaker komt
ook de zogenaamde ‘weigerambtenaar’
in het nieuws. Hoe komt het toch dat de
verhouding tussen te overheid en de naar
de rand van de maatschappij gedreven
kerk zo vaak prominent in het nieuws is?
Afgezien van de marginalisering van kerk
en geloof, is er toch ook nog zoiets als
scheiding van kerk en staat?
De scheiding van kerk en staat betekent
overigens geenszins dat pastoors en bis-
schoppen zich niet uit mogen spreken
over zaken die in ons parlement aan bod
komen. Dat zou ook merkwaardig zijn.
Waarom zouden een poelier, een nota-
ris en een bouwvakker wel een mening
mogen ventileren over ethische kwesties,
zoals abortus en euthanasie, en dorps-
pastoors niet. Scheiding van kerk en
Het Bisdom Den Bosch verkeert midden in een reorganisatie. Het beleidsplan waaruit het voortvloeit heeft niet alleen een pastoraal
plan met het oog op de toekomst, maar behelst evenzeer een overlevingsplan. Sommigen stellen zich de vraag of de Kerk nog toekomst heeft. Tegelijk ontwaren we ook een andere tendens:
de maatschappelijke belangstelling voor religie. Een (niet representatieve) enquete van het het Brabants Dagblad
wijst uit dat een meerderheid voor het behoud van de rooms Katholieke signatuur is van de basisscholen in Den Bosch.
Dit naar aanleiding van het voornemen van directeur Timmers van Signum, het overkoepelende bestuur van alle 24
R.K. basisscholen in deze stad. “Het opgeven van de identiteit is geen punt van discussie meer”, aldus Timmers. Hij blijkt zich te
hebben vergist.
5Bisdomblad september 20124 Bisdomblad september 2012
De plaats van geloof en kerk in de maat-
schappij leek ten einde te lopen. In de
jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw
dienden zich de eerste wijzigingen aan.
In Frankrijk lokten plannen om verande-
ringen aan te brengen in de verhouding
tussen openbaar en bijzonder onderwijs
massaal verzet uit. In Parijs en Versailles
kwamen daartegen meer dan 2 miljoen (!)
burgers op de been. In 1995 wekte een
uitspraak van het Duitse gerechtshof over
de geoorloofdheid van een kruisbeeld in
een klaslokaal van een openbare school
grote beroering. De uitspraak van het Hof
beperkte de bestaande praktijk. Deze
uitspraak lokte ongekend protest uit, niet
alleen in Beieren waar de zaak speelde,
maar ook ver daarbuiten.
Ook in Nederland begon er wat te veran-
deren. Zo woedde in het najaar van 1994
staat betekent iets heel anders, namelijk
dat de overheid niet kan bepalen welke
religies wel en niet toegestaan zijn, en
dat de overheid zich niet bemoeit met de
inrichting van geloofsgemeenschappen.
Als een kerkgenootschap homohuwelij-
ken niet accepteert, heeft de overheid
dat te accepteren. Kortom, het is voor
de overheid een gebod van neutraliteit,
hetgeen wil zeggen dat de overheid geen
confessionele identiteit heeft (zoals vóór
1796, toen de Nederlands Hervormde
Kerk een bevoorrechte positie had en de
katholieken zich moesten behelpen met
schuilkerken).
Inmiddels is aan scheiding van kerk en
staat bijna ongemerkt een andere invul-
ling gegeven, namelijk dat de overheid
zelf neutraal zou moeten zijn. Hetgeen
onmogelijk is. Neutraliteit bestaat niet.
Je kunt niet neutraal staan tegenover
euthanasie, gezinssamenstellingen,
homohuwelijk e.d. Je zult je moeten uit-
spreken om wetgeving mogelijk te maken.
Hoe neutraal is een campagne die ‘veilig
vrijen’ propageert?
Zo bestaan er ook geen neutrale scholen.
Elke school hanteert toch een normen-
en waardensysteem. En waar is dat op
gebaseerd? Neutraliteit bestaat niet. Het
optimisme van het vooruitgangsgeloof ligt
inmiddels ook achter ons. Een gedegen
discussie over het fundament en cement
van de maatschappij is op zijn plaats. Het
simpelweg schrappen van een predicaat
zonder daarvoor iets in de plaats te stel-
len is een zinloze actie. Religie blijft van
belang, al is het maar omdat juist religie
oog heeft voor minderheden, zodat die
bespaart blijven voor de terreur van de
meerderheid, oftewel de waan van de
dag.
+Rob Mutsaerts
Hulpbisschop
Neutrale scholen bestaan niet
wekenlang een heftige discussie over
de toekomst van de vrije zondag. Was
religie hier eerst vooral nog een zijdelings
thema, nu is dat geheel anders: religie is
zelf een thema geworden. De plaats van
religie in het publieke domein is inmid-
dels ook een thema geworden.
In de sfeer van het onderwijs wordt her-
nieuwd gestreden over de reikwijdte en
grenzen van de onderwijsvrijheid. Mag
een schoolbestuur op religieuze gronden
blijven besluiten over toelating van leerlin-
gen, of moet dit zo snel mogelijk tot het
verleden behoren? Welke loyaliteit mag
een confessionele school vragen als het
gaat om samenlevingsvormen van docen-
ten en medewerkers? Wetsartikelen die
zich tot voor kort in de marges van het
recht bevonden, zoals de strafbaarstel-
ling van godslastering, staan ineens in de
spotlichten. Wanneer gaat religiekritiek
over in belediging en discriminatie?
Ook het lokaal bestuur wordt zich van reli-
gie bewust. Er zijn gemeenten die bijdra-
gen in de kosten van gebedsruimten en
er wordt samengewerkt met kerken in het
kader van de WMO. Steeds vaker komt
ook de zogenaamde ‘weigerambtenaar’
in het nieuws. Hoe komt het toch dat de
verhouding tussen te overheid en de naar
de rand van de maatschappij gedreven
kerk zo vaak prominent in het nieuws is?
Afgezien van de marginalisering van kerk
en geloof, is er toch ook nog zoiets als
scheiding van kerk en staat?
De scheiding van kerk en staat betekent
overigens geenszins dat pastoors en bis-
schoppen zich niet uit mogen spreken
over zaken die in ons parlement aan bod
komen. Dat zou ook merkwaardig zijn.
Waarom zouden een poelier, een nota-
ris en een bouwvakker wel een mening
mogen ventileren over ethische kwesties,
zoals abortus en euthanasie, en dorps-
pastoors niet. Scheiding van kerk en
Het Bisdom Den Bosch verkeert midden in een reorganisatie. Het beleidsplan waaruit het voortvloeit heeft niet alleen een pastoraal
plan met het oog op de toekomst, maar behelst evenzeer een overlevingsplan. Sommigen stellen zich de vraag of de Kerk nog toekomst heeft. Tegelijk ontwaren we ook een andere tendens:
de maatschappelijke belangstelling voor religie. Een (niet representatieve) enquete van het het Brabants Dagblad
wijst uit dat een meerderheid voor het behoud van de rooms Katholieke signatuur is van de basisscholen in Den Bosch.
Dit naar aanleiding van het voornemen van directeur Timmers van Signum, het overkoepelende bestuur van alle 24
R.K. basisscholen in deze stad. “Het opgeven van de identiteit is geen punt van discussie meer”, aldus Timmers. Hij blijkt zich te
hebben vergist.
5Bisdomblad september 20124 Bisdomblad september 2012
“We hebben niet zoveel wijdelingen per jaar nodig”
Mgr. Hurkmans "We moeten onszelf blijven en trachten de samenleving te veranderen. Daarbij is het semi-
narie belangrijk, als we het hebben over ons zelf zijn en onze identiteit
bevestigen en duidelijk maken."
Mgr. Mutsaerts "Jongelui die potentieel roe-ping hebben, die moeten terecht kunnen bij
een pastoor die daarover wil vertellen. Daar kwamen in het verleden ook roepingen uit voort."
• Deschaalvergrotingbetekentookdat
mensenverderwegkomentewonenvan
hunkerken.
Mutsaerts: Dat valt enorm mee. We zijn verwend in Brabant. Dat de kerk om de hoek is, met in elk dorp een eigen kerk en een eigen pastoor, dat is al lang niet meer zo. En dat we ver weg moeten… Als mensen uit een dorp in de stad boodschappen moeten doen, is dat geen enkel probleem. Of ze nu drie kilometer moeten rijden of vijf, dat zegt ze niets. Dus de mensen die willen, die kunnen naar de Mis.
Hurkmans: Wij zijn geconfronteerd met een overdaad aan kerkgebouwen.
Mutsaerts: Die waren toen nodig, want ze zaten vol. De 90 procent die naar de kerk ging, dat getal is flink gede-cimeerd, maar de gebouwen staan er nog. Je snapt gewoon: dat klopt niet meer. Er gaan zoveel inkomsten naar het onderhoud van die gebouwen dat er voor de pastoraal niets meer overblijft en daar is het om te doen.
• 25jaarSint-Janscentrum.Zijnerindie
tijdmarkanteontwikkelingengeweest?
Hurkmans: Er is natuurlijk wat veran-derd, maar de grondlijnen zijn dezelfde gebleven. Een seminarie-opleiding betekent dat vanuit één blikveld, vanuit één visie de drie pijlers van vorming worden aangeboden: de wetenschap-pelijke, de spirituele en de menselijke. Die maken een gemeenschap en die wordt bepaald en door de studenten en de rector en door de mensen erom-heen. Ik denk dat de meest grote ver-andering is dat er eerst zusters waren en daarna geen meer. Dat stelde het gemeenschapsleven op de proef. Het vrouwelijk element in het leven is belangrijk. En een paar keer van rec-tor veranderen brengt ook telkens een nieuwe atmosfeer in de gemeenschap.
• Erwordtnuwetenschappelijksamen-
gewerktmetdepauselijkeuniversiteit
JohannesPaulusIIinKrakau.Leidtdit
totveranderingenindelesstof?
Hurkmans: Ik denk dat wij hebben geprobeerd aan de ene kant dicht bij de traditie te blijven en anderzijds het denken door de tijd niet te veronacht-zamen. Omdat we over het algemeen jonge docenten hebben, geven zij in een eigen tijdsgeest invulling aan de vakken die zij doceren. En dat kan een andere wetenschappelijke visie inte-ressant zijn, maar we blijven wel zelf doceren.
De priester is niet alleen vertegenwoor-diger van Christus, hij is ook vertegen-woordiger van de kerk en leidsman van de gemeenschap.
• Komjedoordekrimpvanhetaantal
parochiesopdenduurnietindesituatie
datmensennauwelijksmeerdeeucharis-
tiekunnenvieren?
Hurkmans: Daar moeten we voor zorgen. Kijk, een priestertekort hangt onmiddellijk samen met een gelovi-gentekort. Naarmate er gelovigen zijn, zullen er ook priesters zijn. Dat zijn communicerende vaten. Het heeft niet zoveel zin om te denken: straks zijn er geen priesters meer, dus moeten we andere diensten houden.
• Erisweleennoodzaak.Hoekunje
andersdemensenkwaliteitenmeegeven
dieindeparochieszonodigzijn?
Mutsaerts: Dat is een bisdomtaak, niet een seminarietaak. Je kunt er het gebouw voor gebruiken, maar dan nog is het geen seminarietaak.
Hurkmans: Het seminarie heeft een belangrijke plaats in het bisdom en het is ook zo dat de realiteit van de wereld de kerk aan zal pakken, maar het is ook zo dat de kerk de realiteit aan moet pakken. Wij moeten de maatschappij veranderen en niet alleen maar ach-ter de veranderingen aanlopen. We moeten onszelf blijven en trachten de samenleving te veranderen. Daarbij is het seminarie belangrijk, als we het hebben over ons zelf zijn en onze iden-titeit bevestigen en duidelijk maken.
Toch de vraag: leid je nog wel voldoende priesters op voor zelfs de 60 parochies nieuwe stijl? Moet je op den duur het seminarie niet meer gaan zien als een opleidingsinstituut dat mensen vormt voor alle mogelijke kerkelijke bedienin-gen? Is er in ons bisdom een acuut pries-tertekort? Nee, zeggen de bisschoppen Antoon Hurkmans en Rob Mutsaerts. Het aantal parochianen per priester is in 25 jaar niet veel veranderd. Maar er zijn teveel kerken.
Hurkmans: Ik denk dat we uit het verle-den een ding geleerd hebben, dat de kerk opgebouwd wordt door de Eucharistie en dat vaststaat dat de viering van de zondag de basis is van alle kerkelijk leven. En die viering is gebonden aan de priester. Voor de duidelijkheid daarover hebben wij een priesteropleiding nodig. Er zijn ook nog andere mensen nodig, maar het seminarie leidt priesters op en diakens en dat er ook nog ruimte is voor de vorming van leken betekent niet dat we de priesteropleiding laten ondergaan in een algemene vorming.
Het Sint-Janscentrum vierde op 8 september zijn 25e ver-jaardag. Het Bossche semi-narie voor priesters, de dio-
cesane opleiding voor per-manente diakens en de vor-
ming van pastorale assisten-ten, ze zijn allemaal in dit
voormalige klooster aan de Papenhulst ondergebracht. 101 priesters kregen in die jaren hun wijding, ongeveer
evenveel diakens en vrij veel pastorale assistenten rond-
den er hun vorming af. In het begin wat meer dan nu,
hoewel er vandaag twaalf priesterstudenten zijn in de
verschillende leerjaren.
7Bisdomblad september 20126 Bisdomblad september 2012
“We hebben niet zoveel wijdelingen per jaar nodig”
Mgr. Hurkmans "We moeten onszelf blijven en trachten de samenleving te veranderen. Daarbij is het semi-
narie belangrijk, als we het hebben over ons zelf zijn en onze identiteit
bevestigen en duidelijk maken."
Mgr. Mutsaerts "Jongelui die potentieel roe-ping hebben, die moeten terecht kunnen bij
een pastoor die daarover wil vertellen. Daar kwamen in het verleden ook roepingen uit voort."
• Deschaalvergrotingbetekentookdat
mensenverderwegkomentewonenvan
hunkerken.
Mutsaerts: Dat valt enorm mee. We zijn verwend in Brabant. Dat de kerk om de hoek is, met in elk dorp een eigen kerk en een eigen pastoor, dat is al lang niet meer zo. En dat we ver weg moeten… Als mensen uit een dorp in de stad boodschappen moeten doen, is dat geen enkel probleem. Of ze nu drie kilometer moeten rijden of vijf, dat zegt ze niets. Dus de mensen die willen, die kunnen naar de Mis.
Hurkmans: Wij zijn geconfronteerd met een overdaad aan kerkgebouwen.
Mutsaerts: Die waren toen nodig, want ze zaten vol. De 90 procent die naar de kerk ging, dat getal is flink gede-cimeerd, maar de gebouwen staan er nog. Je snapt gewoon: dat klopt niet meer. Er gaan zoveel inkomsten naar het onderhoud van die gebouwen dat er voor de pastoraal niets meer overblijft en daar is het om te doen.
• 25jaarSint-Janscentrum.Zijnerindie
tijdmarkanteontwikkelingengeweest?
Hurkmans: Er is natuurlijk wat veran-derd, maar de grondlijnen zijn dezelfde gebleven. Een seminarie-opleiding betekent dat vanuit één blikveld, vanuit één visie de drie pijlers van vorming worden aangeboden: de wetenschap-pelijke, de spirituele en de menselijke. Die maken een gemeenschap en die wordt bepaald en door de studenten en de rector en door de mensen erom-heen. Ik denk dat de meest grote ver-andering is dat er eerst zusters waren en daarna geen meer. Dat stelde het gemeenschapsleven op de proef. Het vrouwelijk element in het leven is belangrijk. En een paar keer van rec-tor veranderen brengt ook telkens een nieuwe atmosfeer in de gemeenschap.
• Erwordtnuwetenschappelijksamen-
gewerktmetdepauselijkeuniversiteit
JohannesPaulusIIinKrakau.Leidtdit
totveranderingenindelesstof?
Hurkmans: Ik denk dat wij hebben geprobeerd aan de ene kant dicht bij de traditie te blijven en anderzijds het denken door de tijd niet te veronacht-zamen. Omdat we over het algemeen jonge docenten hebben, geven zij in een eigen tijdsgeest invulling aan de vakken die zij doceren. En dat kan een andere wetenschappelijke visie inte-ressant zijn, maar we blijven wel zelf doceren.
De priester is niet alleen vertegenwoor-diger van Christus, hij is ook vertegen-woordiger van de kerk en leidsman van de gemeenschap.
• Komjedoordekrimpvanhetaantal
parochiesopdenduurnietindesituatie
datmensennauwelijksmeerdeeucharis-
tiekunnenvieren?
Hurkmans: Daar moeten we voor zorgen. Kijk, een priestertekort hangt onmiddellijk samen met een gelovi-gentekort. Naarmate er gelovigen zijn, zullen er ook priesters zijn. Dat zijn communicerende vaten. Het heeft niet zoveel zin om te denken: straks zijn er geen priesters meer, dus moeten we andere diensten houden.
• Erisweleennoodzaak.Hoekunje
andersdemensenkwaliteitenmeegeven
dieindeparochieszonodigzijn?
Mutsaerts: Dat is een bisdomtaak, niet een seminarietaak. Je kunt er het gebouw voor gebruiken, maar dan nog is het geen seminarietaak.
Hurkmans: Het seminarie heeft een belangrijke plaats in het bisdom en het is ook zo dat de realiteit van de wereld de kerk aan zal pakken, maar het is ook zo dat de kerk de realiteit aan moet pakken. Wij moeten de maatschappij veranderen en niet alleen maar ach-ter de veranderingen aanlopen. We moeten onszelf blijven en trachten de samenleving te veranderen. Daarbij is het seminarie belangrijk, als we het hebben over ons zelf zijn en onze iden-titeit bevestigen en duidelijk maken.
Toch de vraag: leid je nog wel voldoende priesters op voor zelfs de 60 parochies nieuwe stijl? Moet je op den duur het seminarie niet meer gaan zien als een opleidingsinstituut dat mensen vormt voor alle mogelijke kerkelijke bedienin-gen? Is er in ons bisdom een acuut pries-tertekort? Nee, zeggen de bisschoppen Antoon Hurkmans en Rob Mutsaerts. Het aantal parochianen per priester is in 25 jaar niet veel veranderd. Maar er zijn teveel kerken.
Hurkmans: Ik denk dat we uit het verle-den een ding geleerd hebben, dat de kerk opgebouwd wordt door de Eucharistie en dat vaststaat dat de viering van de zondag de basis is van alle kerkelijk leven. En die viering is gebonden aan de priester. Voor de duidelijkheid daarover hebben wij een priesteropleiding nodig. Er zijn ook nog andere mensen nodig, maar het seminarie leidt priesters op en diakens en dat er ook nog ruimte is voor de vorming van leken betekent niet dat we de priesteropleiding laten ondergaan in een algemene vorming.
Het Sint-Janscentrum vierde op 8 september zijn 25e ver-jaardag. Het Bossche semi-narie voor priesters, de dio-
cesane opleiding voor per-manente diakens en de vor-
ming van pastorale assisten-ten, ze zijn allemaal in dit
voormalige klooster aan de Papenhulst ondergebracht. 101 priesters kregen in die jaren hun wijding, ongeveer
evenveel diakens en vrij veel pastorale assistenten rond-
den er hun vorming af. In het begin wat meer dan nu,
hoewel er vandaag twaalf priesterstudenten zijn in de
verschillende leerjaren.
7Bisdomblad september 20126 Bisdomblad september 2012
• Ishetmoeilijkomaangoededocenten
tekomen?
Hurkmans: Studierector dr. Van Reeth, een academicus van hoog niveau, heeft daar een goede neus voor. Hij komt uit Vlaanderen, net als de rector Filip de Rijcke. Wij hebben niet alleen studen-ten uit Vlaanderen, maar ook docenten. Dat maakt het gebied waar je in kunt zoeken, wat groter.
• Alshetmetdekerkbetrokkenheidoveral
zomoeilijkis,hoekunjedanookinde
toekomstzekerzijndatjegoedemensen
blijftvinden?
Mutsaerts: Neerwaarts of opwaarts, er zit altijd weer een kentering in. Neerwaarts is nooit tot nul en opwaarts nooit tot 100 procent. Ik herken de tendensen wel, maar we moeten niet aan de jaren ‘50 blijven hangen. Dan valt alles tegen. We zitten toch in een redelijk normale tijd, als we kijken naar de kerkgeschiedenis. De kerk als min-derheid is een vrij normaal gegeven. Twintig jaar geleden zou je gezegd heb-ben: 'over twintig jaar is het helemaal afgelopen', maar de dag van vandaag leert anders.
• Isdatnietdekrachtvandespirituele
bewegingen?Bewegingenleverenook
roepingen.Alseenbisdomeengoedevoe-
dingsbodemisvoorbewegingen,danopent
hetookdedeurnaarmeerroepingen.Of
niet?
Hurkmans: Er zijn ook bisdommen die als bisdom nieuwe priesters trekken, samen soms met bewegingen, maar het zijn niet alleen bewegingen. Ik denk dat de meeste roepingen komen uit goede katholieke gezinnen. Daarom is de kerk het meest gezegend met goede gezinnen.
• Deroepingenreizenvroeger,gefacili-
teerddoorhetseminarie,brachtengroe-
penjongemensenbijelkaardieallemaal
hetgevoelhaddendatzeietsvoordekerk
wildenbetekenen.
Hurkmans: Die reizen zijn een zegen geweest en ook altijd gebleven. We heb-ben ze vastgehouden.
• Daarzitdantochindatjongemensen
elkaarvindeninhetgeloofenontdek-
ken:ikbennietalleen.Enkijkdaneens
naardehonderdduizendendienaarde
Wereldjongerendagengaan.Ikbenniet
alleen.
Hurkmans: Dat is goed, maar heel groot en met een maar dunne onder-bouwing van het geloof, dat heeft geen zin. Ik denk dat wij in onze tijd in alles, of dat nu jongerenwerk betreft of semi-naries of werkgroepen in parochies, klein moeten durven denken. Dat moe-ten we niet negatief zien, maar positief. Bescheiden, met overtuigde mensen…
Mutsaerts: … en jongelui die potentieel roeping hebben, die moeten terecht kunnen bij een pastoor die daarover wil vertellen. Daar kwamen in het verleden ook roepingen uit voort.
• Ishetgemiddeldeintellectueleniveau
vandestudentenveranderd?
Mutsaerts: Vroeger waren het eigenlijk alleen maar VWO-klanten, atheneum, gymnasium en hoger. Daar kunnen we niet helemaal aan vasthouden…
Hurkmans: Het is nu HAVO-niveau.
Mutsaerts: Maar we moeten wel het niveau bewaken, want je komt jezelf tegen als je die bagage niet hebt. Je moet kunnen doordringen in de filoso-fie en de theologie om je daar echt in te kunnen verdiepen.
• HetSint-Janscentrumhuistineenuit-
stekendeaccommodatie.Zouhetcentrum
daaromnietmeertakenaankunnen?
Hurkmans: Het basisprincipe is vanuit een gemeenschap, vanuit een leven de priesteropleiding vormgeven. Het huis moet daarop gericht zijn. Als je er teveel dingen in wilt samenbrengen, gaat dat ene verloren. Er is een span-ning tussen wat je er nog wel bij kunt doen en wat je er niet bij kunt doen. Het seminarie is altijd heel intensief gebruikt, ook door het bisdom en andere groeperingen, dus het gebouw heeft genoeg functie. Maar er moet ook stilte zijn en rust. Voor de theologie en de spiritualiteit zijn dat wezenlijke ele-menten. Het is niet alleen een beroeps-opleiding maar ook een geestelijke vorming.
• Hetaantalstudenten?
Hurkmans: We zullen dit jaar met twaalf beginnen, in alle klassen.
Mutsaerts: We zitten landelijk gezien bovenaan.
• Hoeveelwijdelingenhebjejaarlijks
nodigomhetbisdomnieuwestijl,dusmet
ca60parochies,blijvendtebemannen?
Hurkmans: Je hebt 60 parochies en als priesters 40 jaar in dienst zijn, kun je uitrekenen hoeveel je er elk jaar nodig hebt. Dat zijn er niet zoveel.
Mutsaerts: Wij zijn geen voorstanders van een kleine kerk, maar ik denk wel dat het een kleine kerk gaat worden. Als die kernen dan maar gezond zijn, dan kan er iets uit groeien. En gezond zijn begint er eigenlijk mee dat we een sacrale kerk zijn, die zorg heeft voor de mensen, die er dus op uit gaat. En… we zijn geen volkskerk meer.
Samenwerking tussen het Sint-Janscentrum en de Pauselijke Universiteit Krakau beoogt tweevoudig doel
De bijzondere aspecten, die het Sint-
Janscentrum met paus Johannes Paulus II
verbindt, heeft de emeritus-bisdomarchi-
varis rector dr J. Peijnenburg beschreven
in zijn nieuwe publicatie, die bij gelegen-
heid van het 25-jarige jubileum verschijnt1
en die een aanvulling vormt op de geschie-
denis van de Bossche priesteropleiding2.
De figuur van de Poolse paus blijft een
grote bron van inspiratie voor vele gelovi-
gen in ons bisdom, bijzonder ook voor de
talrijke jongeren die in zijn beleving van
het een priesterschap een authentieke
en aansprekende wijze van de navolging
des Heren hebben leren kennen. Deze
historische en religieuze banden tussen
paus Johannes Paulus II en het Sint-
Janscentrum hebben we nog op een ande-
re wijze willen versterken, namelijk door
een samenwerking aan te gaan met de
Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II
in Krakau.
De geschiedenis van deze universiteit is
als volgt. In Krakau bevindt zich één van
de oudste universiteiten van Europa: de
befaamde Jagiellonische Universiteit,
opgericht in 1364. Toen de Poolse com-
munistische autoriteit in 1954 trachtte de
eeuwenoude theologische faculteit van
deze universiteit op te heffen, reageerde
de toenmalige aartsbisschop van Krakau,
Karol Wojtyta, daarop met het oprichten
van een eigen theologische faculteit bin-
nen zijn grootseminarie. Deze faculteit
ontwikkelde zich tot een volwaardige
universiteit, die in 2009, onder paus
Benedictus XVI, de eervolle titel kreeg van
Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II
te Krakau. Door de samenwerking die het
Sint-Janscentrum is aangegaan met deze
universiteit, kunnen de seminaristen, na
het behalen van voldoende studieresulta-
ten en het schrijven van een volwaardige
thesis, een academische en kerkelijke
graad behalen die gelijk staat met het
Europese diploma van een MA (Master
of Arts). Tevens is er de mogelijkheid om,
door middel van de nodige pedagogische
bekwaming, een onderwijsbevoegdheid te
behalen die toegang geeft tot godsdienst-
onderricht in de hogere graad van het
middelbaar onderwijs. Deze academische
erkenning van de opleiding aan het Sint-
Janscentrum geldt overigens ook voor
priesters die in de afgelopen 25 jaren aan
het Bossche seminarie afstudeerden en
die via een vastgelegde procedure een
diploma kunnen behalen.
De samenwerking tussen het Sint-
Janscentrum en de Pauselijke Universiteit
Johannes Paulus II te Krakau beoogt
een tweevoudig doel. Enerzijds vormt de
academische standaard een garantie
voor een hoge kwaliteit van filosofisch en
theologisch onderwijs aan het Bossche
seminarie. Anderzijds willen we, door de
band met paus Johannes Paulus 11, een
duidelijke signaal geven van de theologi-
sche en kerkelijke richting waarbinnen het
Sint-Janscentrum zich situeert, en van een
duidelijk geprofileerd priesterbeeld, waar-
toe we willen opleiden.
Het 25-jarige jubileum van het Sint-
Janscentrum valt samen met het
50-jarige jubileum van het Tweede
Vaticaans Concilie. Paus Johannes
Paulus II zei in die context: "De volle-
dige heropleving van de seminaries in
de Kerk zal het beste bewijs zijn van de
voltooiing van de vernieuwing waartoe
het Concilie de Kerk heeft aangezet".3
In die geest, bezield door de zalige paus
Johannes Paulus II en verenigd met zijn
opvolger paus Benedictus XVI, willen we
aan het Bossche grootseminarie Sint-
Janscentrum priesters opleiden voor een
nieuwe lente in de Kerk van het derde
millennium.
F. De Rycke
Rector Sint-Janscentrum
1 J.W.M. Peijnenburg, Bezieler en stich-ter. Paus Johannes Paulus II, mgr. J. ter Schure sdb en de oprichting van het Sint-Janscentrum. Amsterdam, Stichting de Boog, 2012.
2 J.W.M. Peijnenburg, De lange weg van Papenhulst naar Papenhulst. Vijf eeuwen priesteropleiding in het bisdom 'sHertogen-bosch. Nijmegen: Valkhof Pers 2007.
3 Johannes Paulus 11, Brief aan de priesters op Witte Donderdag 1979 'Novo incipiente' (8 april 1979); cfr. ld., Toespraak tot de seminaristen in Philadelphia (3 oktober 1979).
Het is een opmerkelijk gegeven dat de oprichting van het Sint-Janscentrum plaats-vond in onmiddellijke aansluiting op het bezoek van paus Johannes Paulus II aan Nederland (1985).Minder dan een jaar na het pausbezoek werd de R.K. Instelling Sonnius opgericht (1986), die tot doel heeft fondsen voor de priesteropleiding in te zamelen, en kort daarop ging het seminarie zelf van start (1987).
Minder dan een jaar na het pausbezoek aan Nederland werd het Sint-Janscentrum opgericht.
9Bisdomblad september 20128 Bisdomblad september 2012
• Ishetmoeilijkomaangoededocenten
tekomen?
Hurkmans: Studierector dr. Van Reeth, een academicus van hoog niveau, heeft daar een goede neus voor. Hij komt uit Vlaanderen, net als de rector Filip de Rijcke. Wij hebben niet alleen studen-ten uit Vlaanderen, maar ook docenten. Dat maakt het gebied waar je in kunt zoeken, wat groter.
• Alshetmetdekerkbetrokkenheidoveral
zomoeilijkis,hoekunjedanookinde
toekomstzekerzijndatjegoedemensen
blijftvinden?
Mutsaerts: Neerwaarts of opwaarts, er zit altijd weer een kentering in. Neerwaarts is nooit tot nul en opwaarts nooit tot 100 procent. Ik herken de tendensen wel, maar we moeten niet aan de jaren ‘50 blijven hangen. Dan valt alles tegen. We zitten toch in een redelijk normale tijd, als we kijken naar de kerkgeschiedenis. De kerk als min-derheid is een vrij normaal gegeven. Twintig jaar geleden zou je gezegd heb-ben: 'over twintig jaar is het helemaal afgelopen', maar de dag van vandaag leert anders.
• Isdatnietdekrachtvandespirituele
bewegingen?Bewegingenleverenook
roepingen.Alseenbisdomeengoedevoe-
dingsbodemisvoorbewegingen,danopent
hetookdedeurnaarmeerroepingen.Of
niet?
Hurkmans: Er zijn ook bisdommen die als bisdom nieuwe priesters trekken, samen soms met bewegingen, maar het zijn niet alleen bewegingen. Ik denk dat de meeste roepingen komen uit goede katholieke gezinnen. Daarom is de kerk het meest gezegend met goede gezinnen.
• Deroepingenreizenvroeger,gefacili-
teerddoorhetseminarie,brachtengroe-
penjongemensenbijelkaardieallemaal
hetgevoelhaddendatzeietsvoordekerk
wildenbetekenen.
Hurkmans: Die reizen zijn een zegen geweest en ook altijd gebleven. We heb-ben ze vastgehouden.
• Daarzitdantochindatjongemensen
elkaarvindeninhetgeloofenontdek-
ken:ikbennietalleen.Enkijkdaneens
naardehonderdduizendendienaarde
Wereldjongerendagengaan.Ikbenniet
alleen.
Hurkmans: Dat is goed, maar heel groot en met een maar dunne onder-bouwing van het geloof, dat heeft geen zin. Ik denk dat wij in onze tijd in alles, of dat nu jongerenwerk betreft of semi-naries of werkgroepen in parochies, klein moeten durven denken. Dat moe-ten we niet negatief zien, maar positief. Bescheiden, met overtuigde mensen…
Mutsaerts: … en jongelui die potentieel roeping hebben, die moeten terecht kunnen bij een pastoor die daarover wil vertellen. Daar kwamen in het verleden ook roepingen uit voort.
• Ishetgemiddeldeintellectueleniveau
vandestudentenveranderd?
Mutsaerts: Vroeger waren het eigenlijk alleen maar VWO-klanten, atheneum, gymnasium en hoger. Daar kunnen we niet helemaal aan vasthouden…
Hurkmans: Het is nu HAVO-niveau.
Mutsaerts: Maar we moeten wel het niveau bewaken, want je komt jezelf tegen als je die bagage niet hebt. Je moet kunnen doordringen in de filoso-fie en de theologie om je daar echt in te kunnen verdiepen.
• HetSint-Janscentrumhuistineenuit-
stekendeaccommodatie.Zouhetcentrum
daaromnietmeertakenaankunnen?
Hurkmans: Het basisprincipe is vanuit een gemeenschap, vanuit een leven de priesteropleiding vormgeven. Het huis moet daarop gericht zijn. Als je er teveel dingen in wilt samenbrengen, gaat dat ene verloren. Er is een span-ning tussen wat je er nog wel bij kunt doen en wat je er niet bij kunt doen. Het seminarie is altijd heel intensief gebruikt, ook door het bisdom en andere groeperingen, dus het gebouw heeft genoeg functie. Maar er moet ook stilte zijn en rust. Voor de theologie en de spiritualiteit zijn dat wezenlijke ele-menten. Het is niet alleen een beroeps-opleiding maar ook een geestelijke vorming.
• Hetaantalstudenten?
Hurkmans: We zullen dit jaar met twaalf beginnen, in alle klassen.
Mutsaerts: We zitten landelijk gezien bovenaan.
• Hoeveelwijdelingenhebjejaarlijks
nodigomhetbisdomnieuwestijl,dusmet
ca60parochies,blijvendtebemannen?
Hurkmans: Je hebt 60 parochies en als priesters 40 jaar in dienst zijn, kun je uitrekenen hoeveel je er elk jaar nodig hebt. Dat zijn er niet zoveel.
Mutsaerts: Wij zijn geen voorstanders van een kleine kerk, maar ik denk wel dat het een kleine kerk gaat worden. Als die kernen dan maar gezond zijn, dan kan er iets uit groeien. En gezond zijn begint er eigenlijk mee dat we een sacrale kerk zijn, die zorg heeft voor de mensen, die er dus op uit gaat. En… we zijn geen volkskerk meer.
Samenwerking tussen het Sint-Janscentrum en de Pauselijke Universiteit Krakau beoogt tweevoudig doel
De bijzondere aspecten, die het Sint-
Janscentrum met paus Johannes Paulus II
verbindt, heeft de emeritus-bisdomarchi-
varis rector dr J. Peijnenburg beschreven
in zijn nieuwe publicatie, die bij gelegen-
heid van het 25-jarige jubileum verschijnt1
en die een aanvulling vormt op de geschie-
denis van de Bossche priesteropleiding2.
De figuur van de Poolse paus blijft een
grote bron van inspiratie voor vele gelovi-
gen in ons bisdom, bijzonder ook voor de
talrijke jongeren die in zijn beleving van
het een priesterschap een authentieke
en aansprekende wijze van de navolging
des Heren hebben leren kennen. Deze
historische en religieuze banden tussen
paus Johannes Paulus II en het Sint-
Janscentrum hebben we nog op een ande-
re wijze willen versterken, namelijk door
een samenwerking aan te gaan met de
Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II
in Krakau.
De geschiedenis van deze universiteit is
als volgt. In Krakau bevindt zich één van
de oudste universiteiten van Europa: de
befaamde Jagiellonische Universiteit,
opgericht in 1364. Toen de Poolse com-
munistische autoriteit in 1954 trachtte de
eeuwenoude theologische faculteit van
deze universiteit op te heffen, reageerde
de toenmalige aartsbisschop van Krakau,
Karol Wojtyta, daarop met het oprichten
van een eigen theologische faculteit bin-
nen zijn grootseminarie. Deze faculteit
ontwikkelde zich tot een volwaardige
universiteit, die in 2009, onder paus
Benedictus XVI, de eervolle titel kreeg van
Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II
te Krakau. Door de samenwerking die het
Sint-Janscentrum is aangegaan met deze
universiteit, kunnen de seminaristen, na
het behalen van voldoende studieresulta-
ten en het schrijven van een volwaardige
thesis, een academische en kerkelijke
graad behalen die gelijk staat met het
Europese diploma van een MA (Master
of Arts). Tevens is er de mogelijkheid om,
door middel van de nodige pedagogische
bekwaming, een onderwijsbevoegdheid te
behalen die toegang geeft tot godsdienst-
onderricht in de hogere graad van het
middelbaar onderwijs. Deze academische
erkenning van de opleiding aan het Sint-
Janscentrum geldt overigens ook voor
priesters die in de afgelopen 25 jaren aan
het Bossche seminarie afstudeerden en
die via een vastgelegde procedure een
diploma kunnen behalen.
De samenwerking tussen het Sint-
Janscentrum en de Pauselijke Universiteit
Johannes Paulus II te Krakau beoogt
een tweevoudig doel. Enerzijds vormt de
academische standaard een garantie
voor een hoge kwaliteit van filosofisch en
theologisch onderwijs aan het Bossche
seminarie. Anderzijds willen we, door de
band met paus Johannes Paulus 11, een
duidelijke signaal geven van de theologi-
sche en kerkelijke richting waarbinnen het
Sint-Janscentrum zich situeert, en van een
duidelijk geprofileerd priesterbeeld, waar-
toe we willen opleiden.
Het 25-jarige jubileum van het Sint-
Janscentrum valt samen met het
50-jarige jubileum van het Tweede
Vaticaans Concilie. Paus Johannes
Paulus II zei in die context: "De volle-
dige heropleving van de seminaries in
de Kerk zal het beste bewijs zijn van de
voltooiing van de vernieuwing waartoe
het Concilie de Kerk heeft aangezet".3
In die geest, bezield door de zalige paus
Johannes Paulus II en verenigd met zijn
opvolger paus Benedictus XVI, willen we
aan het Bossche grootseminarie Sint-
Janscentrum priesters opleiden voor een
nieuwe lente in de Kerk van het derde
millennium.
F. De Rycke
Rector Sint-Janscentrum
1 J.W.M. Peijnenburg, Bezieler en stich-ter. Paus Johannes Paulus II, mgr. J. ter Schure sdb en de oprichting van het Sint-Janscentrum. Amsterdam, Stichting de Boog, 2012.
2 J.W.M. Peijnenburg, De lange weg van Papenhulst naar Papenhulst. Vijf eeuwen priesteropleiding in het bisdom 'sHertogen-bosch. Nijmegen: Valkhof Pers 2007.
3 Johannes Paulus 11, Brief aan de priesters op Witte Donderdag 1979 'Novo incipiente' (8 april 1979); cfr. ld., Toespraak tot de seminaristen in Philadelphia (3 oktober 1979).
Het is een opmerkelijk gegeven dat de oprichting van het Sint-Janscentrum plaats-vond in onmiddellijke aansluiting op het bezoek van paus Johannes Paulus II aan Nederland (1985).Minder dan een jaar na het pausbezoek werd de R.K. Instelling Sonnius opgericht (1986), die tot doel heeft fondsen voor de priesteropleiding in te zamelen, en kort daarop ging het seminarie zelf van start (1987).
Minder dan een jaar na het pausbezoek aan Nederland werd het Sint-Janscentrum opgericht.
9Bisdomblad september 20128 Bisdomblad september 2012
Op feest maria geboorteDe jubileumviering van 25 jaar Sint-
Janscentrum, gehouden op het feest van Maria Geboorte, kan een geslaagde dag
worden genoemd. De 750 aanwezigen bij de eucharistieviering overtroffen ruimschoots de
verwachtingen. De kathedraal was goed gevuld met gasten uit binnen- en buitenland.
bisschop Marian Buczek (eertijds secretaris van de meest intieme vriend van paus Johannes Paulus II), nuntius Mgr. Dupuy, vertegenwoordiger van de commissaris van de Koningin Dhr. Bert Pauli, Mgr. De Jong namens de Nederlandse bisschoppen die deze dag ook bij de jubilerende Mgr. de Korte waren, en uit Polen prof. Jan Daniel Szczurek en Wojchiech Zyzak, decanen van de Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II te Krakau. Er waren afgevaar-digden van het Grootseminarie Rolduc en tal van priesters, diakens, semina-
risten, docenten en medewerkers, maar vooral ook leden van de gebedskring, weldoeners en sympathisanten. Na de eucharistieviering werden de gasten verwacht in het Theater aan de Parade voor een gezellig samenzijn bij een broodje met koffie.
De eerste voordracht werd gehouden door Mgr. Buczek, die een getuige-nis gaf van zijn contacten met paus Johannes Paulus II. Mgr. Van Calster zorgde voor de parallelvertaling.Na een intermezzo van de KISI-Kids presenteerde de voormalige archivaris dr. J. Peijnenburg zijn nieuwe boek 'Bezieler en stichter. Paus Johannes
Paulus II, Mgr. J. ter Schure sdb en de oprichting van het Sint-Janscentrum'. Hij overhandigde het eerste exemplaar van het boek aan de bisschop.Dhr. Ch. Kuijpers, voorzitter van de R.K. Instelling Sonnius en econoom van het seminarie, gaf een presentatie van enkele recente en toekomstige ontwikkelingen aan het seminarie: de voorgenomen (ver)bouwprojecten, de samenwerking met de Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II in Krakau, en de samenwerking met de KISI-Kids; die de presentatie met een tweede lied afsloten.Zuster Anima Christi verzorgde ver-volgens een lezing over roeping en
over de bezieling in het religieuze leven, waarmee zij het hart van haar gehoor wist te raken, net zoals de KISI-Kids, die met een derde lied de zaal in beweging brachten.Monseigneur Hurkmans sloot de lezin-gen af met een beschouwing over de eucharistie, het hart van de Kerk, en over priester-zijn naar het hart van de Heer (zie pag. 20). Na de aansluitende vespers konden de talrijke aanwezigen de relikwie van paus Johannes Paulus II vereren. Tot slot werd in het seminarie een kopje koffie aangeboden met échte Belgische pralines.
Om 10.30 uur vertrok de processie van bisschoppen en priesters vanuit het seminarie aan de Papenhulst naar de kathedraal. Begeleid door twee Blauwe Zusters werd door Mgr. Buczek een relikwie binnengedragen met een druppel bloed van de zalige Johannes Paulus II.In de kathedraal waren verschillende prominenten aanwezig, waaronder
St. Janscentrum viert jubileum
11Bisdomblad september 201210 Bisdomblad september 2012
Op feest maria geboorteDe jubileumviering van 25 jaar Sint-
Janscentrum, gehouden op het feest van Maria Geboorte, kan een geslaagde dag
worden genoemd. De 750 aanwezigen bij de eucharistieviering overtroffen ruimschoots de
verwachtingen. De kathedraal was goed gevuld met gasten uit binnen- en buitenland.
bisschop Marian Buczek (eertijds secretaris van de meest intieme vriend van paus Johannes Paulus II), nuntius Mgr. Dupuy, vertegenwoordiger van de commissaris van de Koningin Dhr. Bert Pauli, Mgr. De Jong namens de Nederlandse bisschoppen die deze dag ook bij de jubilerende Mgr. de Korte waren, en uit Polen prof. Jan Daniel Szczurek en Wojchiech Zyzak, decanen van de Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II te Krakau. Er waren afgevaar-digden van het Grootseminarie Rolduc en tal van priesters, diakens, semina-
risten, docenten en medewerkers, maar vooral ook leden van de gebedskring, weldoeners en sympathisanten. Na de eucharistieviering werden de gasten verwacht in het Theater aan de Parade voor een gezellig samenzijn bij een broodje met koffie.
De eerste voordracht werd gehouden door Mgr. Buczek, die een getuige-nis gaf van zijn contacten met paus Johannes Paulus II. Mgr. Van Calster zorgde voor de parallelvertaling.Na een intermezzo van de KISI-Kids presenteerde de voormalige archivaris dr. J. Peijnenburg zijn nieuwe boek 'Bezieler en stichter. Paus Johannes
Paulus II, Mgr. J. ter Schure sdb en de oprichting van het Sint-Janscentrum'. Hij overhandigde het eerste exemplaar van het boek aan de bisschop.Dhr. Ch. Kuijpers, voorzitter van de R.K. Instelling Sonnius en econoom van het seminarie, gaf een presentatie van enkele recente en toekomstige ontwikkelingen aan het seminarie: de voorgenomen (ver)bouwprojecten, de samenwerking met de Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II in Krakau, en de samenwerking met de KISI-Kids; die de presentatie met een tweede lied afsloten.Zuster Anima Christi verzorgde ver-volgens een lezing over roeping en
over de bezieling in het religieuze leven, waarmee zij het hart van haar gehoor wist te raken, net zoals de KISI-Kids, die met een derde lied de zaal in beweging brachten.Monseigneur Hurkmans sloot de lezin-gen af met een beschouwing over de eucharistie, het hart van de Kerk, en over priester-zijn naar het hart van de Heer (zie pag. 20). Na de aansluitende vespers konden de talrijke aanwezigen de relikwie van paus Johannes Paulus II vereren. Tot slot werd in het seminarie een kopje koffie aangeboden met échte Belgische pralines.
Om 10.30 uur vertrok de processie van bisschoppen en priesters vanuit het seminarie aan de Papenhulst naar de kathedraal. Begeleid door twee Blauwe Zusters werd door Mgr. Buczek een relikwie binnengedragen met een druppel bloed van de zalige Johannes Paulus II.In de kathedraal waren verschillende prominenten aanwezig, waaronder
St. Janscentrum viert jubileum
11Bisdomblad september 201210 Bisdomblad september 2012
13Bisdomblad september 201212 Bisdomblad september 2012
Het Grootseminarie een opleidingsinstituut als geen ander
25 jaar geleden begreep wijlen Mgr. J.G. ter Schure al kort na zijn aanstelling,
dat het voor zijn bisdom noodzakelijk was opnieuw
te beschikken over een Grootseminarie: weldra was het Sint-Janscentrum gebo-ren en de huidige bisschop,
Mgr. Hurkmans, werd zijn eerste rector.
Waarom zou een bisschop zo gehecht zijn aan zijn seminarie? Het is, zoals Mgr. Hurkmans dat graag zegt, het hart van het bisdom en daar moeten allen die er verantwoordelijkheid voor dragen, zich steeds van bewust zijn.Toch is het moeilijk aan buitenstaan-ders precies uit te leggen, wat een priesterseminarie precies is. In feite moet men er een tijd gewerkt en vooral geleefd hebben, om dat aan te voelen. Het is vooreerst een instelling van hoger onderwijs, waar priesterkandida-ten wetenschappelijk gevormd worden in de twee jaren filosofie en vervolgens drie jaren theologie, afgerond door een stage-jaar met nog enkele prakti-sche theologische vakken. Maar het is toch ook nog veel méér dan alleen een onderwijsinstelling, omdat een semi-
narie tevens gericht is op de praktische vorming van mannen, die in staat moeten zijn te werken in de pastoraal en leiding te geven in een parochie. Maar zelfs dat zegt nog niet alles: aan een seminarie wordt ook veel aandacht besteed aan de spirituele vorming van de toekomstige priesters; het is daarom eveneens een oord van bezinning en geestelijk leven, zodat de seminaristen een gezonde priesterlijke spiritualiteit zal ontwikkelen en deze voor zijn ver-dere leven behouden. Nu behoort dit laatste niet onmiddellijk tot de verant-woordelijkheid van een studierector, maar toch kan hem dit niet onverschil-lig laten, immers: de intellectuele en de geestelijke opleiding vormen één onaf-scheidelijk geheel. Priesters moeten inderdaad, zoals men dat zegt, mannen
van Christus zijn en dat zijn mannen van één stuk. Precies daarom is een seminarie als opleidingsinstituut zo uniek en onvervangbaar. Dat wist Mgr. ter Schure.
Meer nodig dan ooitEen seminarie biedt natuurlijk in de eerste plaats een diepgaande theoreti-sche vorming. Die begint met filosofie, met een groot aantal wijsgerige vak-ken: algemene metafysica, maar ook geschiedenis van de wijsbegeerte, logi-ca, kenleer, antropologie, godsdienst-filosofie, enz. Waarom is dat allemaal nodig? – zou men kunnen opwerpen en sommige beginnende seminaris-ten vragen zich dat ook al wel eens af. Welnu, die filosofische vorming is méér nodig dan ooit. Pastor zijn is dezer dagen geen eenvoudige zaak. Wij zijn allen méér dan ooit geïnformeerd en vele, ook gewone gelovigen, hebben wel ergens een klokje horen luiden over allerlei ‘wetenschappelijke’ theorieën die hun geloof in vraag stellen. Een priester moet in staat zijn over al deze kwesties mee te praten en doordachte antwoorden kunnen formuleren. Bovendien is een wijsgerige vorming een noodzakelijke basis voor de verdere theologische studie.In deze jaren wordt een basiskennis opgebouwd van de talen van de Bijbel en van de kerkvaders: Hebreeuws, Grieks en Latijn, waarbij in onze Roomse Kerk de hoofdaandacht terecht uitgaat naar het Latijn.
De daarop volgende theologische opleiding heeft als het ware een dub-bel gelaat. Er is, wat men noemt, de ‘positieve’ vorm van theologie: degene die de teksten van de Openbaring en van de Kerk analyseert: de weten-schappelijke studie van de Bijbel (dit
is de zogenaamde ‘exegese’), van de Kerkvaders en, daarbij aansluitend, de geschiedenis van de Kerk. Anderzijds is er de speculatieve, systematische vorm van de theologie, de zogenaamde ‘fundamentele’ theologie, en zulks in al haar facetten en deelgebieden: Godsleer, Scheppingsleer, Christologie, Genadeleer, Marialogie…, maar ook moraaltheologie met daarbij een hele reeks praktische theologische vakken zoals liturgie, catechetiek, sacramen-tenleer, missiologie, Kerkelijk recht…
eVenWicHtHet is voor een studierector en voor de seminarieleiding voorwaar geen gemakkelijke taak een gezond even-wicht te vinden tussen al deze discipli-nes want, het zij gezegd, een seminarie is er niet alleen voor bollebozen. Het is en blijft toch vooral praktisch gericht op de vorming van mannen die zullen werken in het pastoraat; daarvoor staan trouwens de praktische vakken van vooral het laatste stagejaar garant (jon-gerenwerk, communicatie, vrouw en Kerk, parochiesamenwerking…). Toch moeten we er steeds zorg voor dra-gen dat onze vakken gegeven worden op een universitair niveau, omdat de bisschop aan een seminarist een ver-dere studieopdracht kan geven aan de universiteit, waar hij dan een verkorte opleiding moet kunnen volgen. Het seminarieprogramma wordt daarom afgestemd op dat van een een univer-sitaire theologische faculteit en zulks in overeenstemming met de kerkelijke voorschriften. Tussen al deze behoef-ten en vereisten moeten we voortdu-rend op zoek naar een doordacht en delicaat evenwicht, met respect voor de bewogenheid en de roeping van dege-nen die aan onze didactische zorg zijn toevertrouwd.
Zo kan de lezer begrijpen, dat een seminarie véél meer is dan een soort ‘kweekschool’, als ik die term mag gebruiken, bestemd om nieuwe pries-ters af te leveren. Het is tegelijk ook een studiecentrum, een zenuwcentrum van het bisdom, waar jonge priesters navorming krijgen en geregeld studie-dagen worden georganiseerd: een plek waar wordt nagedacht over wezenlijke geloofsvragen en over de toekomst van de Kerk in deze bewogen tijd, een tijd die zó nood heeft aan goede jonge priesters.
onderSteUnenVaak wordt er aan de gelovigen gevraagd voor roepingen te bidden en dat is natuurlijk goed en ook nodig. Maar is dat wel voldoende? We mogen de verantwoordelijkheid voor het wel-zijn van onze kerk niet zomaar van ons afschuiven. Vloeit het huidige priester-tekort ook niet voort uit wat er onder gelovigen leeft? En maken we onze gemeenschap niet vaak tot een lauwe kerk, verflauwd en zoutloos? Wij moe-ten als kerkvolk ook écht roepingen willen. Wij moeten er ons van bewust blijven dat we niet zonder priesters kúnnen. Zij zijn er nodig voor onze kerkelijke verbondenheid, want zon-der hen is er geen sacramenteel leven en worden we van God vervreemd. Daarom is het een opdracht voor iedere gelovige, onze priesterkandidaten te stimuleren, ze eens te vertellen dat we met hen verbonden zijn in gebed en ze aan te moedigen te volharden; daarom moeten wij allen ons seminarie steu-nen en samen met onze bisschop een warm hart toedragen.
J.VanReeth,
studierector
13Bisdomblad september 201212 Bisdomblad september 2012
Het Grootseminarie een opleidingsinstituut als geen ander
25 jaar geleden begreep wijlen Mgr. J.G. ter Schure al kort na zijn aanstelling,
dat het voor zijn bisdom noodzakelijk was opnieuw
te beschikken over een Grootseminarie: weldra was het Sint-Janscentrum gebo-ren en de huidige bisschop,
Mgr. Hurkmans, werd zijn eerste rector.
Waarom zou een bisschop zo gehecht zijn aan zijn seminarie? Het is, zoals Mgr. Hurkmans dat graag zegt, het hart van het bisdom en daar moeten allen die er verantwoordelijkheid voor dragen, zich steeds van bewust zijn.Toch is het moeilijk aan buitenstaan-ders precies uit te leggen, wat een priesterseminarie precies is. In feite moet men er een tijd gewerkt en vooral geleefd hebben, om dat aan te voelen. Het is vooreerst een instelling van hoger onderwijs, waar priesterkandida-ten wetenschappelijk gevormd worden in de twee jaren filosofie en vervolgens drie jaren theologie, afgerond door een stage-jaar met nog enkele prakti-sche theologische vakken. Maar het is toch ook nog veel méér dan alleen een onderwijsinstelling, omdat een semi-
narie tevens gericht is op de praktische vorming van mannen, die in staat moeten zijn te werken in de pastoraal en leiding te geven in een parochie. Maar zelfs dat zegt nog niet alles: aan een seminarie wordt ook veel aandacht besteed aan de spirituele vorming van de toekomstige priesters; het is daarom eveneens een oord van bezinning en geestelijk leven, zodat de seminaristen een gezonde priesterlijke spiritualiteit zal ontwikkelen en deze voor zijn ver-dere leven behouden. Nu behoort dit laatste niet onmiddellijk tot de verant-woordelijkheid van een studierector, maar toch kan hem dit niet onverschil-lig laten, immers: de intellectuele en de geestelijke opleiding vormen één onaf-scheidelijk geheel. Priesters moeten inderdaad, zoals men dat zegt, mannen
van Christus zijn en dat zijn mannen van één stuk. Precies daarom is een seminarie als opleidingsinstituut zo uniek en onvervangbaar. Dat wist Mgr. ter Schure.
Meer nodig dan ooitEen seminarie biedt natuurlijk in de eerste plaats een diepgaande theoreti-sche vorming. Die begint met filosofie, met een groot aantal wijsgerige vak-ken: algemene metafysica, maar ook geschiedenis van de wijsbegeerte, logi-ca, kenleer, antropologie, godsdienst-filosofie, enz. Waarom is dat allemaal nodig? – zou men kunnen opwerpen en sommige beginnende seminaris-ten vragen zich dat ook al wel eens af. Welnu, die filosofische vorming is méér nodig dan ooit. Pastor zijn is dezer dagen geen eenvoudige zaak. Wij zijn allen méér dan ooit geïnformeerd en vele, ook gewone gelovigen, hebben wel ergens een klokje horen luiden over allerlei ‘wetenschappelijke’ theorieën die hun geloof in vraag stellen. Een priester moet in staat zijn over al deze kwesties mee te praten en doordachte antwoorden kunnen formuleren. Bovendien is een wijsgerige vorming een noodzakelijke basis voor de verdere theologische studie.In deze jaren wordt een basiskennis opgebouwd van de talen van de Bijbel en van de kerkvaders: Hebreeuws, Grieks en Latijn, waarbij in onze Roomse Kerk de hoofdaandacht terecht uitgaat naar het Latijn.
De daarop volgende theologische opleiding heeft als het ware een dub-bel gelaat. Er is, wat men noemt, de ‘positieve’ vorm van theologie: degene die de teksten van de Openbaring en van de Kerk analyseert: de weten-schappelijke studie van de Bijbel (dit
is de zogenaamde ‘exegese’), van de Kerkvaders en, daarbij aansluitend, de geschiedenis van de Kerk. Anderzijds is er de speculatieve, systematische vorm van de theologie, de zogenaamde ‘fundamentele’ theologie, en zulks in al haar facetten en deelgebieden: Godsleer, Scheppingsleer, Christologie, Genadeleer, Marialogie…, maar ook moraaltheologie met daarbij een hele reeks praktische theologische vakken zoals liturgie, catechetiek, sacramen-tenleer, missiologie, Kerkelijk recht…
eVenWicHtHet is voor een studierector en voor de seminarieleiding voorwaar geen gemakkelijke taak een gezond even-wicht te vinden tussen al deze discipli-nes want, het zij gezegd, een seminarie is er niet alleen voor bollebozen. Het is en blijft toch vooral praktisch gericht op de vorming van mannen die zullen werken in het pastoraat; daarvoor staan trouwens de praktische vakken van vooral het laatste stagejaar garant (jon-gerenwerk, communicatie, vrouw en Kerk, parochiesamenwerking…). Toch moeten we er steeds zorg voor dra-gen dat onze vakken gegeven worden op een universitair niveau, omdat de bisschop aan een seminarist een ver-dere studieopdracht kan geven aan de universiteit, waar hij dan een verkorte opleiding moet kunnen volgen. Het seminarieprogramma wordt daarom afgestemd op dat van een een univer-sitaire theologische faculteit en zulks in overeenstemming met de kerkelijke voorschriften. Tussen al deze behoef-ten en vereisten moeten we voortdu-rend op zoek naar een doordacht en delicaat evenwicht, met respect voor de bewogenheid en de roeping van dege-nen die aan onze didactische zorg zijn toevertrouwd.
Zo kan de lezer begrijpen, dat een seminarie véél meer is dan een soort ‘kweekschool’, als ik die term mag gebruiken, bestemd om nieuwe pries-ters af te leveren. Het is tegelijk ook een studiecentrum, een zenuwcentrum van het bisdom, waar jonge priesters navorming krijgen en geregeld studie-dagen worden georganiseerd: een plek waar wordt nagedacht over wezenlijke geloofsvragen en over de toekomst van de Kerk in deze bewogen tijd, een tijd die zó nood heeft aan goede jonge priesters.
onderSteUnenVaak wordt er aan de gelovigen gevraagd voor roepingen te bidden en dat is natuurlijk goed en ook nodig. Maar is dat wel voldoende? We mogen de verantwoordelijkheid voor het wel-zijn van onze kerk niet zomaar van ons afschuiven. Vloeit het huidige priester-tekort ook niet voort uit wat er onder gelovigen leeft? En maken we onze gemeenschap niet vaak tot een lauwe kerk, verflauwd en zoutloos? Wij moe-ten als kerkvolk ook écht roepingen willen. Wij moeten er ons van bewust blijven dat we niet zonder priesters kúnnen. Zij zijn er nodig voor onze kerkelijke verbondenheid, want zon-der hen is er geen sacramenteel leven en worden we van God vervreemd. Daarom is het een opdracht voor iedere gelovige, onze priesterkandidaten te stimuleren, ze eens te vertellen dat we met hen verbonden zijn in gebed en ze aan te moedigen te volharden; daarom moeten wij allen ons seminarie steu-nen en samen met onze bisschop een warm hart toedragen.
J.VanReeth,
studierector
IndewijngaardvandeHeerleveren allerlei werkers hun deelIn de schoolbanken van het Sint-Janscentrum hebben de afgelopen vijfentwintig jaar al heel wat mensen plaatsge-nomen. En lang niet altijd voor de opleiding tot het pries-
terschap. God roept mensen tot veel meer soorten van dienstbaarheid aan Hem en zijn Kerk. Minke Bozuma
werd pastoraal assistent en Ton Schepens ontving de wijding tot permanent diaken.
“Jij zou nou de geloofscursus op het Sint-Janscentrum moeten doen. Dat is echt iets voor jou. Dat zei een paar jaar terug mijn pastoor tegen mij. En ik dacht ‘Oké dan’.” Aan het woord is Minke Bozuwa (65). Thuis, in Eindhoven-Stratum, komt in het gesprek met de rustige Minke steeds duidelijker naar voren dat God een plan met hem had, al heel lang.
Minkes verhaal is bijzonder. Als jonge vent was hij jarenlang beroepsmilitair tot hij voor 100 % werd afgekeurd. “Dan stort je hele wereld in. We zaten met een gezin met kleine kinderen en ik kon niets. In de loop van de jaren ben ik gaan inzien dat er geen toeval bestaat. Ook die afkeuring was geen toeval. Het was het keerpunt in mijn leven. Pas daarna ben ik mijn geloof bewuster gaan leven en is het een steeds rijker geloof geworden. En dat heeft me een blij en sterk mens gemaakt.”
Voor Minke staat vast dat zijn diepere kennismaking met de Eucharistie en met Maria die rijkdom en blijdschap hebben gebracht. Hij is al jaren zeer
“Ik ben echt blij dat wij in het bis-dom afgelopen jaren het geluk hebben gehad dat zoveel mannen zich gegre-pen weten door Christus, dat willen verkondigen en zich aanmelden voor de diakenopleiding.” Ton Schepens is permanent diaken in Helmond en opleidingscoördinator van de diakenop-leiding van dit bisdom, die ook aan het Sint-Janscentrum plaatsvindt.
Het is wel duidelijk dat Ton Schepens zelf ook gegrepen is door de persoon-lijke liefde van de barmhartige God. Zonder de obstakels en valkuilen die diakens tegenkomen uit het oog te verliezen, vertelt hij gedreven en vol enthousiasme over het diaken-schap. “Het is het mooiste ambt dat er bestaat!” De opleiding tot perma-
“Ik heb gemerkt, en dat geldt vast niet alleen voor mij, dat ik mijn zending als pastoraal assistent heb ontvangen in een tijdsgewricht waarin de fusies alle aandacht opeisen. Concreet betekent het dat er niet voldoende tijd is een pastoraal assistent goed te begeleiden. Ik zou voor de toekomst wensen dat ik in de fusieparochie een duidelijke taak krijg die ik ook kan uitvoeren, onder-steund door de parochiepriester. En, heel belangrijk, ik hoop voor de toe-komst dat we inzien dat we het sámen moeten doen, dat we elkaar nodig hebben. Het kunnen werken als pas-toraal assistent moet voor mij dus nog gestructureerd worden, maar ik heb er alle vertrouwen in.”
“Binnen de ‘nieuwe parochies’ zou-den alle leden van een pastoraal team - priesters, diaken en pastoraal wer-kenden – complementair aan elkaar moeten zijn. Het hele werkveld van liturgie, catechese, kerkopbouw en diaconie moet worden bestreken, maar ieder moet dat doen met zijn eigen kwaliteiten. Een diaken is daarom zo belangrijk, omdat hij ertoe kan bijdragen dat de geloofsbeleving in totaal beleefd wordt en niet alleen in het kerkgebouw. Je moet dus respect hebben voor elkaars mogelijkheden en onmogelijkheden. En dat is een prach-tige uitdaging voor de toekomst, waar ik hoop dat nog steeds mannen het fijn vinden, met hun gezin, te werken in Gods wijngaard.”
YvonneKoopman-Snep
Wiezichwillateninformerennaarde
opleidingsmogelijkhedenaanhetSint-
Janscentrum,kanuitgebreideinformatie
vindenopdesitewww.sint-janscentrum.nl.
Daarstaanookdecontacgegevensvande
diverseopleidingen.
actief betrokken bij het organiseren van bedevaarten naar Kevelaer en Lourdes. Het was eigenlijk een logische stap om na de geloofscursus ook de opleiding tot pastoraal assistent te doen. “Dit gaf echt diepgang en ik heb er veel geleerd. Vorig jaar heb ik de zending ontvangen van mgr. Hurkmans voor pastoraal assistent in de Sint-Jorisparochie in Eindhoven met als taakveld diaconie en kerkopbouw. En dan sta je daar: waar moet je beginnen?”
“Doordat ik veel heb meegemaakt in mijn leven, kan ik goed praten met mensen. Ik merk dat bijvoorbeeld veel ouderen en alleenstaanden behoefte hebben aan een luisterend oor. Daarvoor wil ik een bezoekersgroep oprichten. Sinds een maand werken de nieuwe diaken en ik, naast de vele vrijwilligers, in het ‘Steunpunt nood-opvang materiële zaken’. Je kunt er concreet mensen helpen en komt vaak tot gesprek. En door contacten die ik al jaren heb met een opvanghuis voor aidspatiënten in Johannesburg, kun-nen we als parochie ook aan de missie bijdragen.”
nent diaken in het bisdom bestaat bijna vanaf het begin van het Sint-Janscentrum. “In al die jaren zijn ongeveer 90 diakens opgeleid, van wie er ongeveer 60 momenteel actief zijn. Onder hen bevinden zich fulltime dia-ken die bezoldigd zijn, maar het over-grote deel van hen is onbezoldigd en doet het naast een baan. Ik heb enorme waardering voor de diakens, zeker de onbezoldigde, die altijd worstelen met tijd: je hebt je gezin, je werk, en de Kerk.”
“Diakens zijn mannen die een hart hebben voor andere mensen en Jezus Christus tegenwoordig stellen in de maatschappij. Je komt dan bij taken als ziekenbezoek, rouwverwerking, MOV, woonwagenpastoraat enz. Het is een absolute voorwaarde dat je jezelf dienstbaar opstelt en beschikbaar wilt zijn waartoe Jezus je roept. Je leven moet natuurlijk gevoed worden vanuit de Eucharistie, de band met Christus. Diakenschap is de ambt van de dienst-baarheid. Het geeft zoveel kansen te vertellen en delen hoe mooi en blij ons geloof is.”
15Bisdomblad september 201214 Bisdomblad september 2012
Minke Bozuma >> << Ton Schepens
IndewijngaardvandeHeerleveren allerlei werkers hun deelIn de schoolbanken van het Sint-Janscentrum hebben de afgelopen vijfentwintig jaar al heel wat mensen plaatsge-nomen. En lang niet altijd voor de opleiding tot het pries-
terschap. God roept mensen tot veel meer soorten van dienstbaarheid aan Hem en zijn Kerk. Minke Bozuma
werd pastoraal assistent en Ton Schepens ontving de wijding tot permanent diaken.
“Jij zou nou de geloofscursus op het Sint-Janscentrum moeten doen. Dat is echt iets voor jou. Dat zei een paar jaar terug mijn pastoor tegen mij. En ik dacht ‘Oké dan’.” Aan het woord is Minke Bozuwa (65). Thuis, in Eindhoven-Stratum, komt in het gesprek met de rustige Minke steeds duidelijker naar voren dat God een plan met hem had, al heel lang.
Minkes verhaal is bijzonder. Als jonge vent was hij jarenlang beroepsmilitair tot hij voor 100 % werd afgekeurd. “Dan stort je hele wereld in. We zaten met een gezin met kleine kinderen en ik kon niets. In de loop van de jaren ben ik gaan inzien dat er geen toeval bestaat. Ook die afkeuring was geen toeval. Het was het keerpunt in mijn leven. Pas daarna ben ik mijn geloof bewuster gaan leven en is het een steeds rijker geloof geworden. En dat heeft me een blij en sterk mens gemaakt.”
Voor Minke staat vast dat zijn diepere kennismaking met de Eucharistie en met Maria die rijkdom en blijdschap hebben gebracht. Hij is al jaren zeer
“Ik ben echt blij dat wij in het bis-dom afgelopen jaren het geluk hebben gehad dat zoveel mannen zich gegre-pen weten door Christus, dat willen verkondigen en zich aanmelden voor de diakenopleiding.” Ton Schepens is permanent diaken in Helmond en opleidingscoördinator van de diakenop-leiding van dit bisdom, die ook aan het Sint-Janscentrum plaatsvindt.
Het is wel duidelijk dat Ton Schepens zelf ook gegrepen is door de persoon-lijke liefde van de barmhartige God. Zonder de obstakels en valkuilen die diakens tegenkomen uit het oog te verliezen, vertelt hij gedreven en vol enthousiasme over het diaken-schap. “Het is het mooiste ambt dat er bestaat!” De opleiding tot perma-
“Ik heb gemerkt, en dat geldt vast niet alleen voor mij, dat ik mijn zending als pastoraal assistent heb ontvangen in een tijdsgewricht waarin de fusies alle aandacht opeisen. Concreet betekent het dat er niet voldoende tijd is een pastoraal assistent goed te begeleiden. Ik zou voor de toekomst wensen dat ik in de fusieparochie een duidelijke taak krijg die ik ook kan uitvoeren, onder-steund door de parochiepriester. En, heel belangrijk, ik hoop voor de toe-komst dat we inzien dat we het sámen moeten doen, dat we elkaar nodig hebben. Het kunnen werken als pas-toraal assistent moet voor mij dus nog gestructureerd worden, maar ik heb er alle vertrouwen in.”
“Binnen de ‘nieuwe parochies’ zou-den alle leden van een pastoraal team - priesters, diaken en pastoraal wer-kenden – complementair aan elkaar moeten zijn. Het hele werkveld van liturgie, catechese, kerkopbouw en diaconie moet worden bestreken, maar ieder moet dat doen met zijn eigen kwaliteiten. Een diaken is daarom zo belangrijk, omdat hij ertoe kan bijdragen dat de geloofsbeleving in totaal beleefd wordt en niet alleen in het kerkgebouw. Je moet dus respect hebben voor elkaars mogelijkheden en onmogelijkheden. En dat is een prach-tige uitdaging voor de toekomst, waar ik hoop dat nog steeds mannen het fijn vinden, met hun gezin, te werken in Gods wijngaard.”
YvonneKoopman-Snep
Wiezichwillateninformerennaarde
opleidingsmogelijkhedenaanhetSint-
Janscentrum,kanuitgebreideinformatie
vindenopdesitewww.sint-janscentrum.nl.
Daarstaanookdecontacgegevensvande
diverseopleidingen.
actief betrokken bij het organiseren van bedevaarten naar Kevelaer en Lourdes. Het was eigenlijk een logische stap om na de geloofscursus ook de opleiding tot pastoraal assistent te doen. “Dit gaf echt diepgang en ik heb er veel geleerd. Vorig jaar heb ik de zending ontvangen van mgr. Hurkmans voor pastoraal assistent in de Sint-Jorisparochie in Eindhoven met als taakveld diaconie en kerkopbouw. En dan sta je daar: waar moet je beginnen?”
“Doordat ik veel heb meegemaakt in mijn leven, kan ik goed praten met mensen. Ik merk dat bijvoorbeeld veel ouderen en alleenstaanden behoefte hebben aan een luisterend oor. Daarvoor wil ik een bezoekersgroep oprichten. Sinds een maand werken de nieuwe diaken en ik, naast de vele vrijwilligers, in het ‘Steunpunt nood-opvang materiële zaken’. Je kunt er concreet mensen helpen en komt vaak tot gesprek. En door contacten die ik al jaren heb met een opvanghuis voor aidspatiënten in Johannesburg, kun-nen we als parochie ook aan de missie bijdragen.”
nent diaken in het bisdom bestaat bijna vanaf het begin van het Sint-Janscentrum. “In al die jaren zijn ongeveer 90 diakens opgeleid, van wie er ongeveer 60 momenteel actief zijn. Onder hen bevinden zich fulltime dia-ken die bezoldigd zijn, maar het over-grote deel van hen is onbezoldigd en doet het naast een baan. Ik heb enorme waardering voor de diakens, zeker de onbezoldigde, die altijd worstelen met tijd: je hebt je gezin, je werk, en de Kerk.”
“Diakens zijn mannen die een hart hebben voor andere mensen en Jezus Christus tegenwoordig stellen in de maatschappij. Je komt dan bij taken als ziekenbezoek, rouwverwerking, MOV, woonwagenpastoraat enz. Het is een absolute voorwaarde dat je jezelf dienstbaar opstelt en beschikbaar wilt zijn waartoe Jezus je roept. Je leven moet natuurlijk gevoed worden vanuit de Eucharistie, de band met Christus. Diakenschap is de ambt van de dienst-baarheid. Het geeft zoveel kansen te vertellen en delen hoe mooi en blij ons geloof is.”
15Bisdomblad september 201214 Bisdomblad september 2012
Minke Bozuma >> << Ton Schepens
1991: Groepsfoto van de semi-
naristen van het Sint-Janscentrum
met mgr. J. ter Schure. Rechts naast
Mgr. ter Schure zit spirituaal pater
J. Groenen m.s.c., aan de linkerzijde
Mgr. A. Hurkmans (toen rector van het
centrum) en prof. S. van Calster.
1995: Mgr. ter Schure zegent
in de vroege morgen een groep jonge-
mannen die op 'roepingenreis' gaan.
Menig priesterkandidaat kwam op deze
manier in contact met het Bossche
seminarie.
1987: Met een door bisschop
Ter Schure geleide gebedsdienst in de
kapel, het centrum van het seminarie,
werd in de avond van Allerheiligen
1987 het nieuwe Sint-Janscentrum in
gebruikgenomen. Na de viering zegen-
de de bisschop enkele vertrekken.
1998: Inmiddels zijn er sinds
de oprichting van het Sint-Janscentrum
100 priesters gewijd vanuit dit semi-
narie. Ieder jaar, met uitzondering van
2005, werden er in de kathedraal man-
nen tot priester gewijd, in 1998 zelf 8
tegelijk.
2000: Repetities van
enkele (oud)-seminaristen van het
Sint-Janscentrum voor de opname van
de cd Dypso die bij gelegenheid van
het 12 1/2-jarig bestaan van het semi-
narie werd uitgebracht en waarvan
de opbrengst ten goed kwam van het
Sonnius Priesterfonds.
2000: Sinds 1987 zijn in het
bisdom Den Bosch een kleine negentig
permanent diakens gewijd. De meeste
van hen zijn ook nu nog actief in de
parochie of in het categoriale pastoraat,
zoals de zorgsector.
1987: Met een 9 studen-
ten, waarvan 3 eerstejaars, werd op
1 november het Sint-Janscentrum in
gebruik genomen. Een half jaar daar-
voor had Mgr. Ter Schure de jonge
pastoor A. Hurkmans (foto links) uit
Waalwijk benoemd tot rector.
Hetseminariedoor de jaren heen
1997: Toen het Sint-
Janscentrum haar tienjarig bestaan
herdacht, werd dat feest opgeluisterd
met een imposante tentoonstelling van
kerkelijke kunst uit het hele bisdom
rond de heilige Johannes Evangelist,
patroon van het bisdom Den Bosch,
zoals het toen nog heette.
2007Het seminarie is een
opleidingscentrum, maar ook meer
dan dat alleen. De studenten worden er
gevormd tot mannen van God en die-
naren van de Kerk. Studie is belangrijk
maar geen doel apart.
17Bisdomblad september 2012
1991: Groepsfoto van de semi-
naristen van het Sint-Janscentrum
met mgr. J. ter Schure. Rechts naast
Mgr. ter Schure zit spirituaal pater
J. Groenen m.s.c., aan de linkerzijde
Mgr. A. Hurkmans (toen rector van het
centrum) en prof. S. van Calster.
1995: Mgr. ter Schure zegent
in de vroege morgen een groep jonge-
mannen die op 'roepingenreis' gaan.
Menig priesterkandidaat kwam op deze
manier in contact met het Bossche
seminarie.
1987: Met een door bisschop
Ter Schure geleide gebedsdienst in de
kapel, het centrum van het seminarie,
werd in de avond van Allerheiligen
1987 het nieuwe Sint-Janscentrum in
gebruikgenomen. Na de viering zegen-
de de bisschop enkele vertrekken.
1998: Inmiddels zijn er sinds
de oprichting van het Sint-Janscentrum
100 priesters gewijd vanuit dit semi-
narie. Ieder jaar, met uitzondering van
2005, werden er in de kathedraal man-
nen tot priester gewijd, in 1998 zelf 8
tegelijk.
2000: Repetities van
enkele (oud)-seminaristen van het
Sint-Janscentrum voor de opname van
de cd Dypso die bij gelegenheid van
het 12 1/2-jarig bestaan van het semi-
narie werd uitgebracht en waarvan
de opbrengst ten goed kwam van het
Sonnius Priesterfonds.
2000: Sinds 1987 zijn in het
bisdom Den Bosch een kleine negentig
permanent diakens gewijd. De meeste
van hen zijn ook nu nog actief in de
parochie of in het categoriale pastoraat,
zoals de zorgsector.
1987: Met een 9 studen-
ten, waarvan 3 eerstejaars, werd op
1 november het Sint-Janscentrum in
gebruik genomen. Een half jaar daar-
voor had Mgr. Ter Schure de jonge
pastoor A. Hurkmans (foto links) uit
Waalwijk benoemd tot rector.
Hetseminariedoor de jaren heen
1997: Toen het Sint-
Janscentrum haar tienjarig bestaan
herdacht, werd dat feest opgeluisterd
met een imposante tentoonstelling van
kerkelijke kunst uit het hele bisdom
rond de heilige Johannes Evangelist,
patroon van het bisdom Den Bosch,
zoals het toen nog heette.
2007Het seminarie is een
opleidingscentrum, maar ook meer
dan dat alleen. De studenten worden er
gevormd tot mannen van God en die-
naren van de Kerk. Studie is belangrijk
maar geen doel apart.
17Bisdomblad september 2012
Een eigen diocesaan Een eigen diocesaan seminarie: waarom en hoe ?
In 1967 sloot het groot-seminarie van ons bisdom in Haaren zijn deuren. Datzelfde gebeurde in die dagen in tientallen andere bis-dommen, orden en congregaties. Wie over priester worden dacht, zou naar een theologische faculteit moeten gaan, om zich vervol-gens bij het bisdom aan te melden en na enige diocesane toelei-ding tot priester gewijd te worden. Die oplossing was goedkoper en efficiënter. Je kon gebruik maken van door de staat betaalde
studiebeurzen. Concentratie in landelijke centra bood meer kans tot kwalitatief hoogstaand onderwijs. Het paste in de rationaliteit
van de zestiger jaren en de naconciliaire vitaliteit.
wat nieuwe priesters hebben”. Na ruim
een jaar voorbereiding, waar ik intensief
bij betrokken was, begint in het najaar
van 1987 het nieuwe Bossche diocesane
seminarie. Wat wordt beoogd?
doelStellingenAllereerst zorgen voor een gedegen
wijsgerig en theologisch onderricht, aan-
sluitend bij de teksten van het tweede
Vaticaans concilie. Dei Verbum, over de
openbaring, biedt een fundament voor
een vernieuwde en tevens in de traditie
verankerde bestudering va de Schrift,
Lumen Gentium legt het fundament voor
een zicht op de Kerk – haar wezen en
haar sacramenten - waarin het goddelijke
en het menselijke met elkaar in balans
zijn. Daarnaast een pastorale vorming,
vooral in de laatste jaren nadat de the-
ologische basis gelegd en uitgezuiverd
is, die vakmatig verantwoord is en met
openheid voor de ontwikkelingen van
mens en maatschappij. Dat alles met lief-
de voor de Kerk wereldwijd en met betrok-
kenheid bij het eigen bisdom. Deelname
aan de Wereldjongerendagen, voor elke
generatie een bezoek aan de opvolger
van Petrus, regelmatig contact met de
eigen bisschop en excursies naar pas-
torale ervaringsplaatsen in het bisdom
zijn daarvan een wezenlijk onderdeel.
Jonge mannen dienen er mee vertrouwd
raken dat het priesterschap allereerst
een levensstaat is, een wijze van bestaan
gedragen door een unieke relatie met
Jezus Christus en Zijn Kerk. Op grond
daarvan groeit intense meelevendheid
ten aanzien van de mensen wier pad zij
kruisen.
De verworteling in de nagenoeg dage-
lijkse Eucharistie en het vertrouwd raken
met het Getijdengebed horen daar nood-
zakelijk bij. Het leven gedurende enkele
jaren in een gemeenschap van collega’s
die zich door dezelfde roeping aangespro-
ken weten, is daarbij van groot belang.
Dat schept, met erkenning van onder-
linge verschillen, een band met elkaar
en oefent gemeenschapszin. Het draagt
ook bij aan het vertrouwd raken met een
evenwichtige celibaatsbeleving, waarbij
men op harmonische wijze leert omgaan
met vrouwen en mannen, zonder wereld-
vreemd te zijn, wetend dat we als pries-
ters in een kleine Kerk marginaal (zullen)
zijn in onze samenleving.
concretiSeringHet is de bedoeling dat men geleidelijk
ingroeit in een leven als priester dat wars
is van clericalisme – een levensstijl die
uiterlijke vormen verabsoluteert – en van
functionalisme – te sterke nadruk op het
pastoraat als beroep. De krachtlijnen van
de z.g. ‘Franse School’ van Pierre Bérulle
en het devote humanisme van Fransiscus
van Sales (patroon van het vroegere
groot-seminarie) kunnen hierbij inspire-
ren. Een eigentijdse verwerking van de
‘Devotio Moderna’ eveneens. De priester
is dan een mens van gebed en een ziel-
zorger, maar tevens iemand die intens
mee leeft met de droefheid en vreugde
van al zijn tochtgenoten.
Deze priesterlijke vorming wordt vandaag
gedragen door een positief katholiek
mensbeeld, wat in vele kerkelijke docu-
menten naar voren is gebracht. Men
kan daarbij denken aan de waardering
voor huwelijk en seksualiteit als kost-
bare gaven van God en als uitdagende
opdracht voor de mens. Of aan de eigen-
heid van de vrouw, die geroepen is om
op vele wijzen levenschenkend te zijn,
maar antropologisch niet bestemd is voor
het priesterschap. De liturgie moet in
die vormingsperiode ontdekt en beleefd
worden als eredienst van onze Kerk, om
dieper vervuld te raken van het mysterie
van Jezus Christus en om vandaar uit
te zoeken naar mogelijkheden van een
doorleefde menselijke betrokkenheid. Dat
betekent: geen rubricisme en geen vrije
improvisatie, maar gericht op een sfeer
van waardigheid en ontspannenheid.
Deze integratie van studie, pastorale vor-
ming en gemeenschap is van belang voor
onze diocesane Kerk.
toekoMStBekwame docenten vinden is moeilijk,
maar niet onmogelijk, zeker als men
over de grenzen kijkt en eventueel met
andere instanties samen werkt. Het blijft
nodig dat enkele jonge priesters in het
buitenland een vervolgstudie maken.
Waarschijnlijk zal ons seminarie voorlo-
pig tamelijk klein blijven. Toch lijkt het
belangrijk om het – misschien tegen de
verdrukking in – te handhaven. De leefge-
meenschap zou versterkt moeten kunnen
worden met enkele vrouwelijke religieuzen
– mogelijk van overzee. Dan beschikt het
diocees over een vormingsplek, gedragen
door een vitale leefgemeenschap.
Het is goed dat priesteropleiding, vorming
tot permanent diaken en van pastorale
assistenten met elkaar verbonden zijn.
De korte lijn tussen kathedraal, bisdom-
leiding, vormingscentrum is zowel
praktisch als symbolisch. Met een biblio-
theek, nu en dan bezinning- en ontmoe-
tingsdagen, kortom een ‘tweede thuis’
voor priesters en vele anderen. Dat is
belangrijk voor de identiteit van het bis-
dom en is een teken van hoop voor de
Kerk in de toekomst.
drs. J. Schröder pr.
Johannes Paulus II, een nieuwe aandacht
voor de specifieke priesteropleiding. Het
aantal wijdingen voor ons bisdom was in
deze decennia zeer beperkt. Bisschop
Johannes ter Schure sdb moet rond zijn
installatie op 9 maart 1985 gezegd heb-
ben: “Ik heb twee theologische facultei-
ten in mijn bisdom, maar ik moet eens
In 1974 opende het bisdom Roermond
op Rolduc in Kerkrade een eigen semi-
narie, waar meerdere mensen ‘van
ons’ zaten. In 1979 begon in Utrecht
het Ariënsconvict ten dienste van het
aartsbisdom en het bisdom Groningen.
De Bijzondere Synode van 1980 in
Rome bepleitte, onder leiding van paus
Tussen 1839 tot 1967 was Haaren het Groot-Seminarie van het bisdom Den Bosch. Rond 1600 was de priesteropleiding nog in de stad zelf gehuisvest. Na 1629 verdween de opleiding naar Leuven om pas in 1798 weer terug te komen. Al snel verdreef wateroverlast het Bossche seminarie naar Herlaer in Sint-Michielsgestel, waar de opleiding tot 1833 was gevestigd. Ruimtenood dwong de Apostolisch Vicaris op zoek te gaan naar een nieuwe locatie en die vond hij in Haaren.
19Bisdomblad september 201218 Bisdomblad september 2012
Een eigen diocesaan Een eigen diocesaan seminarie: waarom en hoe ?
In 1967 sloot het groot-seminarie van ons bisdom in Haaren zijn deuren. Datzelfde gebeurde in die dagen in tientallen andere bis-dommen, orden en congregaties. Wie over priester worden dacht, zou naar een theologische faculteit moeten gaan, om zich vervol-gens bij het bisdom aan te melden en na enige diocesane toelei-ding tot priester gewijd te worden. Die oplossing was goedkoper en efficiënter. Je kon gebruik maken van door de staat betaalde
studiebeurzen. Concentratie in landelijke centra bood meer kans tot kwalitatief hoogstaand onderwijs. Het paste in de rationaliteit
van de zestiger jaren en de naconciliaire vitaliteit.
wat nieuwe priesters hebben”. Na ruim
een jaar voorbereiding, waar ik intensief
bij betrokken was, begint in het najaar
van 1987 het nieuwe Bossche diocesane
seminarie. Wat wordt beoogd?
doelStellingenAllereerst zorgen voor een gedegen
wijsgerig en theologisch onderricht, aan-
sluitend bij de teksten van het tweede
Vaticaans concilie. Dei Verbum, over de
openbaring, biedt een fundament voor
een vernieuwde en tevens in de traditie
verankerde bestudering va de Schrift,
Lumen Gentium legt het fundament voor
een zicht op de Kerk – haar wezen en
haar sacramenten - waarin het goddelijke
en het menselijke met elkaar in balans
zijn. Daarnaast een pastorale vorming,
vooral in de laatste jaren nadat de the-
ologische basis gelegd en uitgezuiverd
is, die vakmatig verantwoord is en met
openheid voor de ontwikkelingen van
mens en maatschappij. Dat alles met lief-
de voor de Kerk wereldwijd en met betrok-
kenheid bij het eigen bisdom. Deelname
aan de Wereldjongerendagen, voor elke
generatie een bezoek aan de opvolger
van Petrus, regelmatig contact met de
eigen bisschop en excursies naar pas-
torale ervaringsplaatsen in het bisdom
zijn daarvan een wezenlijk onderdeel.
Jonge mannen dienen er mee vertrouwd
raken dat het priesterschap allereerst
een levensstaat is, een wijze van bestaan
gedragen door een unieke relatie met
Jezus Christus en Zijn Kerk. Op grond
daarvan groeit intense meelevendheid
ten aanzien van de mensen wier pad zij
kruisen.
De verworteling in de nagenoeg dage-
lijkse Eucharistie en het vertrouwd raken
met het Getijdengebed horen daar nood-
zakelijk bij. Het leven gedurende enkele
jaren in een gemeenschap van collega’s
die zich door dezelfde roeping aangespro-
ken weten, is daarbij van groot belang.
Dat schept, met erkenning van onder-
linge verschillen, een band met elkaar
en oefent gemeenschapszin. Het draagt
ook bij aan het vertrouwd raken met een
evenwichtige celibaatsbeleving, waarbij
men op harmonische wijze leert omgaan
met vrouwen en mannen, zonder wereld-
vreemd te zijn, wetend dat we als pries-
ters in een kleine Kerk marginaal (zullen)
zijn in onze samenleving.
concretiSeringHet is de bedoeling dat men geleidelijk
ingroeit in een leven als priester dat wars
is van clericalisme – een levensstijl die
uiterlijke vormen verabsoluteert – en van
functionalisme – te sterke nadruk op het
pastoraat als beroep. De krachtlijnen van
de z.g. ‘Franse School’ van Pierre Bérulle
en het devote humanisme van Fransiscus
van Sales (patroon van het vroegere
groot-seminarie) kunnen hierbij inspire-
ren. Een eigentijdse verwerking van de
‘Devotio Moderna’ eveneens. De priester
is dan een mens van gebed en een ziel-
zorger, maar tevens iemand die intens
mee leeft met de droefheid en vreugde
van al zijn tochtgenoten.
Deze priesterlijke vorming wordt vandaag
gedragen door een positief katholiek
mensbeeld, wat in vele kerkelijke docu-
menten naar voren is gebracht. Men
kan daarbij denken aan de waardering
voor huwelijk en seksualiteit als kost-
bare gaven van God en als uitdagende
opdracht voor de mens. Of aan de eigen-
heid van de vrouw, die geroepen is om
op vele wijzen levenschenkend te zijn,
maar antropologisch niet bestemd is voor
het priesterschap. De liturgie moet in
die vormingsperiode ontdekt en beleefd
worden als eredienst van onze Kerk, om
dieper vervuld te raken van het mysterie
van Jezus Christus en om vandaar uit
te zoeken naar mogelijkheden van een
doorleefde menselijke betrokkenheid. Dat
betekent: geen rubricisme en geen vrije
improvisatie, maar gericht op een sfeer
van waardigheid en ontspannenheid.
Deze integratie van studie, pastorale vor-
ming en gemeenschap is van belang voor
onze diocesane Kerk.
toekoMStBekwame docenten vinden is moeilijk,
maar niet onmogelijk, zeker als men
over de grenzen kijkt en eventueel met
andere instanties samen werkt. Het blijft
nodig dat enkele jonge priesters in het
buitenland een vervolgstudie maken.
Waarschijnlijk zal ons seminarie voorlo-
pig tamelijk klein blijven. Toch lijkt het
belangrijk om het – misschien tegen de
verdrukking in – te handhaven. De leefge-
meenschap zou versterkt moeten kunnen
worden met enkele vrouwelijke religieuzen
– mogelijk van overzee. Dan beschikt het
diocees over een vormingsplek, gedragen
door een vitale leefgemeenschap.
Het is goed dat priesteropleiding, vorming
tot permanent diaken en van pastorale
assistenten met elkaar verbonden zijn.
De korte lijn tussen kathedraal, bisdom-
leiding, vormingscentrum is zowel
praktisch als symbolisch. Met een biblio-
theek, nu en dan bezinning- en ontmoe-
tingsdagen, kortom een ‘tweede thuis’
voor priesters en vele anderen. Dat is
belangrijk voor de identiteit van het bis-
dom en is een teken van hoop voor de
Kerk in de toekomst.
drs. J. Schröder pr.
Johannes Paulus II, een nieuwe aandacht
voor de specifieke priesteropleiding. Het
aantal wijdingen voor ons bisdom was in
deze decennia zeer beperkt. Bisschop
Johannes ter Schure sdb moet rond zijn
installatie op 9 maart 1985 gezegd heb-
ben: “Ik heb twee theologische facultei-
ten in mijn bisdom, maar ik moet eens
In 1974 opende het bisdom Roermond
op Rolduc in Kerkrade een eigen semi-
narie, waar meerdere mensen ‘van
ons’ zaten. In 1979 begon in Utrecht
het Ariënsconvict ten dienste van het
aartsbisdom en het bisdom Groningen.
De Bijzondere Synode van 1980 in
Rome bepleitte, onder leiding van paus
Tussen 1839 tot 1967 was Haaren het Groot-Seminarie van het bisdom Den Bosch. Rond 1600 was de priesteropleiding nog in de stad zelf gehuisvest. Na 1629 verdween de opleiding naar Leuven om pas in 1798 weer terug te komen. Al snel verdreef wateroverlast het Bossche seminarie naar Herlaer in Sint-Michielsgestel, waar de opleiding tot 1833 was gevestigd. Ruimtenood dwong de Apostolisch Vicaris op zoek te gaan naar een nieuwe locatie en die vond hij in Haaren.
19Bisdomblad september 201218 Bisdomblad september 2012
Er is hoop voor de toekomst
Citaten uit de toespraak van bisschop Hurkmans bij de feestelijke bijeenkomst in het Theater in ’s-Hertogenbosch.
“
”
Toen het seminarie begon maakte ik als kersverse rector een reis met Mgr.
Bluyssen naar de Kartuizers in Frankrijk. Een van de monniken zei mij toen:
“Het is toch een zegen om met een seminarie te mogen beginnen aan de
vooravond van een Mariajaar.” Dit Mariajaar was door Paus Johannes Paulus II uitgeroe-
pen om het belang van Maria in het leven van de Kerk te onderstrepen. (...) Bij haar beeld
in onze kathedraal zie je dat Maria onze hoop is. Als onze Zoete Moeder spreekt ze voor
ons, op alle belangrijke momenten in ons leven, ten beste bij God tot in het uur van onze
dood. Het is mooi dat we het zilveren feest van ons seminarie vieren op de geboortedag
van Maria.
(...)
Met deze enkele inleidende woorden is al duidelijk dat God naar ons omziet. Hij is de Heer
van de geschiedenis. Daarom is er hoop voor het bisdom van ’s-Hertogenbosch.
Monseigneur Ter Schure zei vaak, als de duivel weer eens met ons aan het spelen was:
“Wij hebben niet het recht pessimistisch te zijn.” Met meer dan zevenhonderd mensen
mogen wij vandaag het zilveren feest van ons seminarie vieren. Een bijzonder hoopvol
teken.
(...)
In onze tijd lijkt het er op dat in onze streken de harten van veel mensen, van ongelovigen,
maar ook van gelovigen, van leken, maar ook van priesters, voor God gesloten blijven.
Men praat nog wel over de Kerk, maar al te vaak gebeurt dat zonder het wezen van de
Kerk te raken. Uit krantenberichten krijgt men de indruk dat de Kerk een menselijke
organisatie is waarin, van tijd tot tijd, flink gevochten wordt om posities en macht. En,
inderdaad, als het hart gesloten is voor God dan wordt het vaak in bezit genomen door
“machten” die verdeeldheid zaaien. Toch is het nooit van blijvende duur dat de harten van
mensen gesloten blijven voor God. Altijd zijn er mensen die zich openen voor God. Altijd
zijn er bijzondere roepingen. Ook dit jaar zijn er weer twee kandidaten voor het seminarie.
Dankbaar mogen we omzien naar een rijke tijd van het seminarie.
(...)
Wij durven Paus Johannes Paulus II als de geestelijke stichter te zien van ons seminarie.
Deze grote Paus heeft op een charismatische wijze leiding gegeven aan de Kerk die volop
bezig was het Tweede Vaticaans Concilie op te nemen. (...) Monseigneur Lescrauwaet, die
samen met pater Groenen het seminarie in woord en daad zolang een goed hart heeft toe-
gedragen, zei mij eens dat hij de encycliek “Ecclesia De Eucharistia” een van zijn meest
persoonlijke encyclieken vond. De eerste zin al past bij dat wat ik u in dankbaarheid voor
wil houden: “De bron van het leven van de Kerk is de Eucharistie. Deze waarheid drukt
niet alleen een dagelijkse geloofservaring uit, maar is een kernachtig samenvatting van
het hart van het mysterie van de Kerk.”
(...)
Vandaag vieren wij het zilveren jubileum van het seminarie. We doen dit met het oog op de
toekomst. Graag willen wij ons onder de bescherming stellen van onze geestelijke stichter
de Zalige Paus Johannes Paulus II. Wij willen ons door hem laten inspireren. Zijn nalaten-
schap in al haar facetten willen we vruchtbaar laten zijn in het seminarie. Daarom zijn we
dankbaar dat wij een relikwie van hem in ontvangst mogen nemen. Deze zal een gepaste
plaats krijgen in de seminariekapel. (...) Moge het seminarie, onder
bescherming van de Zalige Paus Johannes Paulus II, steeds het hart
kunnen blijven van het bisdom. Er is hoop, God is aan het werk. Ook
vandaag.
Een zilveren strikje voor het seminarie
Verscholen achter de grote Sint Janskathedraal bevindt
zich in Papenhulst 4 het Sint-Janscentrum, het seminarie van
ons bisdom, een niet weg te denken centrum voor de oplei-
ding van priesters en perma-nente diakens. Bovendien is het
een open huis. Heel veel acti-viteiten het hele jaar door die
met de Kerk te maken hebben, vinden daar plaats. Met name
de vorming van de pastoraal assistenten.
“De priesters van ons bisdom, die in het seminarie hun vorming hebben ontvan-gen, zetten zich in – zo verwoordt rector F.L.A. De Rycke het – om als herder van de aan hun toevertrouwde gelovigen het Evangelie te verkondigen en voor te gaan in de eredienst. Samen met de dia-kens en pastoraal assistenten zijn zij de dragers van hoop, zo belangrijk in onze huidige turbulente tijd. Immers het woord Gods dat zij verkondigen helpt ons gericht te blijven op God”.
de MenS alS inStrUMent“De priester mag heel veel delen met mensen, concreet bij de mensen zijn om het volk van God in heel zijn rijkdom vitaal te houden”, aldus mgr. drs. A. Hurkmans. We hebben priesters nodig, priesters die van betekenis zijn voor gehuwden en gezinnen, voor opvoeding en onderwijs, voor zieken en ouder wor-dende mensen, voor missionaire activi-teiten, hier en over heel de wereld, voor politiek en voor maatschappelijke instel-lingen. “Priesters, die Gods liefde doen
opbloeien temidden van dat rijk gescha-keerde volk. Dit vraagt van de priesters dat ze dicht bij God zijn. Zij zullen wer-ken in de kracht van de H. Geest. God werkt niet buiten de mens om, maar Hij gebruikt de mens als instrument”.
de oPricHterWijlen mgr. J.G. ter Schure sdb, die het seminarie heeft heropgericht, schreef in de seminariekrant bij gelegenheid van het 12-jarig bestaan: “Eind jaren tachtig werd het de leiding van het bisdom duidelijk dat nieuwe priesters noodzakelijk waren, jonge priesters, die in de geest en volgens de richtlijnen van Vaticanum II gevormd waren”. Er werd besloten opnieuw te beginnen met een seminarie, waarin onderricht en leef-milieu onder één leiding samengingen. Dankbaarheid ten opzichte van mgr. Ter Schure is in deze zeker op zijn plaats!
SonniUS PrieSterfondSHet opbouwen van het seminarie en van het pand kost jaarlijks veel geld. Spoedig groeide het besef dat een bepaalde structuur nodig is om voldoende mid-delen te verzamelen en te beheren. De R.K. instelling Sonnius werd opgericht, genoemd naar de eerste bisschop van ’s-Hertogenbosch. Enthousiaste vrijwil-ligers zetten zich in om het aantal wel-doeners te werven en op peil te houden.
de geBedSkringRoepingen komen niet vanzelf. Zij zijn een geschenk van God en wij mogen er Hem om vragen. Jezus zei: “Bid om arbeiders voor de oogst” (Mt. 9, 38). Eenmaal geroepen weten zij waaraan
zij beginnen. Als je in deze tijd naar het seminarie gaat dan kies je daar heel bewust voor. Kortom als we van succes mogen spreken in de voorbije jaren dan is dat zeker ook te danken aan de leden van de Gebedskring.
SeMinariekrantJaarlijks laat de Seminariekrant de veelkleurigheid van het Bossche bis-dom zien, zoals in de laatst uitgege-ven uitgave 2012: van seminarist tot emeritus, van wereldjongerendagen tot Chrismamis, van promovendus tot de voltooiing van de St. Jan, van Gebedskring tot wijdingsplechtigheid.
“Laten we als katholieken”, zoals een trouwe weldoener schreef, “allen samen eendrachtig onze schouders zetten onder het nobele werk van ons semi-narie, ieder op zijn of haar manier en met zijn of haar eigen mogelijkheden, geestelijk in gebed en materieel in nood-zakelijk financiële middelen. Het zal de Kerk van ons diocees, haar gelovigen en de velen die zoeken naar de zingeving van het bestaan tot zegen zijn”.
Ik wens het Sint-Janscentrum een goede toekomst toe en ik hoop dat het zijn taak nog lang kan blijven vervullen. Zover als in mijn vermogen ligt, inhoudelijk gedreven, zal ik mij daarvoor blijven inzetten.
M.Manders
De heer M. Manders, vrijwilliger van het eerste uur, hier op de foto met mgr. Ter Schure.
21Bisdomblad september 201220 Bisdomblad september 2012
Er is hoop voor de toekomst
Citaten uit de toespraak van bisschop Hurkmans bij de feestelijke bijeenkomst in het Theater in ’s-Hertogenbosch.
“
”
Toen het seminarie begon maakte ik als kersverse rector een reis met Mgr.
Bluyssen naar de Kartuizers in Frankrijk. Een van de monniken zei mij toen:
“Het is toch een zegen om met een seminarie te mogen beginnen aan de
vooravond van een Mariajaar.” Dit Mariajaar was door Paus Johannes Paulus II uitgeroe-
pen om het belang van Maria in het leven van de Kerk te onderstrepen. (...) Bij haar beeld
in onze kathedraal zie je dat Maria onze hoop is. Als onze Zoete Moeder spreekt ze voor
ons, op alle belangrijke momenten in ons leven, ten beste bij God tot in het uur van onze
dood. Het is mooi dat we het zilveren feest van ons seminarie vieren op de geboortedag
van Maria.
(...)
Met deze enkele inleidende woorden is al duidelijk dat God naar ons omziet. Hij is de Heer
van de geschiedenis. Daarom is er hoop voor het bisdom van ’s-Hertogenbosch.
Monseigneur Ter Schure zei vaak, als de duivel weer eens met ons aan het spelen was:
“Wij hebben niet het recht pessimistisch te zijn.” Met meer dan zevenhonderd mensen
mogen wij vandaag het zilveren feest van ons seminarie vieren. Een bijzonder hoopvol
teken.
(...)
In onze tijd lijkt het er op dat in onze streken de harten van veel mensen, van ongelovigen,
maar ook van gelovigen, van leken, maar ook van priesters, voor God gesloten blijven.
Men praat nog wel over de Kerk, maar al te vaak gebeurt dat zonder het wezen van de
Kerk te raken. Uit krantenberichten krijgt men de indruk dat de Kerk een menselijke
organisatie is waarin, van tijd tot tijd, flink gevochten wordt om posities en macht. En,
inderdaad, als het hart gesloten is voor God dan wordt het vaak in bezit genomen door
“machten” die verdeeldheid zaaien. Toch is het nooit van blijvende duur dat de harten van
mensen gesloten blijven voor God. Altijd zijn er mensen die zich openen voor God. Altijd
zijn er bijzondere roepingen. Ook dit jaar zijn er weer twee kandidaten voor het seminarie.
Dankbaar mogen we omzien naar een rijke tijd van het seminarie.
(...)
Wij durven Paus Johannes Paulus II als de geestelijke stichter te zien van ons seminarie.
Deze grote Paus heeft op een charismatische wijze leiding gegeven aan de Kerk die volop
bezig was het Tweede Vaticaans Concilie op te nemen. (...) Monseigneur Lescrauwaet, die
samen met pater Groenen het seminarie in woord en daad zolang een goed hart heeft toe-
gedragen, zei mij eens dat hij de encycliek “Ecclesia De Eucharistia” een van zijn meest
persoonlijke encyclieken vond. De eerste zin al past bij dat wat ik u in dankbaarheid voor
wil houden: “De bron van het leven van de Kerk is de Eucharistie. Deze waarheid drukt
niet alleen een dagelijkse geloofservaring uit, maar is een kernachtig samenvatting van
het hart van het mysterie van de Kerk.”
(...)
Vandaag vieren wij het zilveren jubileum van het seminarie. We doen dit met het oog op de
toekomst. Graag willen wij ons onder de bescherming stellen van onze geestelijke stichter
de Zalige Paus Johannes Paulus II. Wij willen ons door hem laten inspireren. Zijn nalaten-
schap in al haar facetten willen we vruchtbaar laten zijn in het seminarie. Daarom zijn we
dankbaar dat wij een relikwie van hem in ontvangst mogen nemen. Deze zal een gepaste
plaats krijgen in de seminariekapel. (...) Moge het seminarie, onder
bescherming van de Zalige Paus Johannes Paulus II, steeds het hart
kunnen blijven van het bisdom. Er is hoop, God is aan het werk. Ook
vandaag.
Een zilveren strikje voor het seminarie
Verscholen achter de grote Sint Janskathedraal bevindt
zich in Papenhulst 4 het Sint-Janscentrum, het seminarie van
ons bisdom, een niet weg te denken centrum voor de oplei-
ding van priesters en perma-nente diakens. Bovendien is het
een open huis. Heel veel acti-viteiten het hele jaar door die
met de Kerk te maken hebben, vinden daar plaats. Met name
de vorming van de pastoraal assistenten.
“De priesters van ons bisdom, die in het seminarie hun vorming hebben ontvan-gen, zetten zich in – zo verwoordt rector F.L.A. De Rycke het – om als herder van de aan hun toevertrouwde gelovigen het Evangelie te verkondigen en voor te gaan in de eredienst. Samen met de dia-kens en pastoraal assistenten zijn zij de dragers van hoop, zo belangrijk in onze huidige turbulente tijd. Immers het woord Gods dat zij verkondigen helpt ons gericht te blijven op God”.
de MenS alS inStrUMent“De priester mag heel veel delen met mensen, concreet bij de mensen zijn om het volk van God in heel zijn rijkdom vitaal te houden”, aldus mgr. drs. A. Hurkmans. We hebben priesters nodig, priesters die van betekenis zijn voor gehuwden en gezinnen, voor opvoeding en onderwijs, voor zieken en ouder wor-dende mensen, voor missionaire activi-teiten, hier en over heel de wereld, voor politiek en voor maatschappelijke instel-lingen. “Priesters, die Gods liefde doen
opbloeien temidden van dat rijk gescha-keerde volk. Dit vraagt van de priesters dat ze dicht bij God zijn. Zij zullen wer-ken in de kracht van de H. Geest. God werkt niet buiten de mens om, maar Hij gebruikt de mens als instrument”.
de oPricHterWijlen mgr. J.G. ter Schure sdb, die het seminarie heeft heropgericht, schreef in de seminariekrant bij gelegenheid van het 12-jarig bestaan: “Eind jaren tachtig werd het de leiding van het bisdom duidelijk dat nieuwe priesters noodzakelijk waren, jonge priesters, die in de geest en volgens de richtlijnen van Vaticanum II gevormd waren”. Er werd besloten opnieuw te beginnen met een seminarie, waarin onderricht en leef-milieu onder één leiding samengingen. Dankbaarheid ten opzichte van mgr. Ter Schure is in deze zeker op zijn plaats!
SonniUS PrieSterfondSHet opbouwen van het seminarie en van het pand kost jaarlijks veel geld. Spoedig groeide het besef dat een bepaalde structuur nodig is om voldoende mid-delen te verzamelen en te beheren. De R.K. instelling Sonnius werd opgericht, genoemd naar de eerste bisschop van ’s-Hertogenbosch. Enthousiaste vrijwil-ligers zetten zich in om het aantal wel-doeners te werven en op peil te houden.
de geBedSkringRoepingen komen niet vanzelf. Zij zijn een geschenk van God en wij mogen er Hem om vragen. Jezus zei: “Bid om arbeiders voor de oogst” (Mt. 9, 38). Eenmaal geroepen weten zij waaraan
zij beginnen. Als je in deze tijd naar het seminarie gaat dan kies je daar heel bewust voor. Kortom als we van succes mogen spreken in de voorbije jaren dan is dat zeker ook te danken aan de leden van de Gebedskring.
SeMinariekrantJaarlijks laat de Seminariekrant de veelkleurigheid van het Bossche bis-dom zien, zoals in de laatst uitgege-ven uitgave 2012: van seminarist tot emeritus, van wereldjongerendagen tot Chrismamis, van promovendus tot de voltooiing van de St. Jan, van Gebedskring tot wijdingsplechtigheid.
“Laten we als katholieken”, zoals een trouwe weldoener schreef, “allen samen eendrachtig onze schouders zetten onder het nobele werk van ons semi-narie, ieder op zijn of haar manier en met zijn of haar eigen mogelijkheden, geestelijk in gebed en materieel in nood-zakelijk financiële middelen. Het zal de Kerk van ons diocees, haar gelovigen en de velen die zoeken naar de zingeving van het bestaan tot zegen zijn”.
Ik wens het Sint-Janscentrum een goede toekomst toe en ik hoop dat het zijn taak nog lang kan blijven vervullen. Zover als in mijn vermogen ligt, inhoudelijk gedreven, zal ik mij daarvoor blijven inzetten.
M.Manders
De heer M. Manders, vrijwilliger van het eerste uur, hier op de foto met mgr. Ter Schure.
21Bisdomblad september 201220 Bisdomblad september 2012
‘Ons geloof versterken in Christusen Hem met vreugde verkondigen aan de mens van onze tijd’
Het Jaar van het Geloof – van 11 oktober 2012 tot 24 november 2013 – krijgt wereldwijd in de Kerk gestalte.
Ook in het bisdom van `s-Hertogenbosch zijn tal van initiatieven om het Jaar van het Geloof te vieren. Dat
zijn vaak mooie en originele initiatieven van parochies, maar ook enkele diocesane projecten. Over de start
van het diocesane Jaar van het Geloof vindt u op deze pagina's informatie.
De brief waarin paus Benedictus XVI het Jaar van het Geloof
heeft aangekondigd, draagt de boeiende titel ‘Porta Fidei’ – ‘de
poort van het geloof’. Daarmee verwijst hij naar een perikoop
in Handelingen van de apostelen waar Paulus en Barnabas in
Antiochië verslag doen van alles wat God door hen tot stand
heeft gebracht. En daar vertellen ze vol vuur over hoe Hij voor
de heidenen de deur naar het geloof heeft geopend (14,27).
De paus gebruikt deze schrifttekst als titel voor zijn brief omdat
hij hoopt dat het Jaar van het Geloof zoekende mensen naar
de poort van het geloof zal leiden en dat de deur van het geloof
opnieuw opengaat voor gelovigen die door een geloofscrisis zijn
getroffen. Maar niet alleen voor hen, voor alle gelovigen is het
Jaar van het Geloof bedoeld. Het is de wens van de paus dat
het Jaar voor allen leidt tot een hernieuwde bekering en een
herontdekking van het geloof. “De reflec-
tie over het geloof zal intenser moeten
gebeuren om iedereen die in Christus
gelooft, te helpen bewuster in te stem-
men met het evangelie en die instemming
nieuw leven in de blazen, vooral op het
ogenblik van diepgaande verandering
zoals de mensheid nu doormaakt” (Porta
Fidei 8).
oPening Jaar Van Het geloofWe openen het Jaar van het Geloof met
een Eucharistieviering op donderdag 11
oktober om 19.00 uur in de kathedraal.
Alle gelovigen van het bisdom zijn van
harte welkom om vanuit hun parochies
naar de kathedraal te komen om daar
samen “het geloof in de verrezen Heer
te belijden en gesterkt in het geloof, er
weer op uit te trekken om Christus met
vreugde te verkondigen aan de mensen
van onze tijd.”
lezingVoor werkers in de parochiepastoraal
is aansluitend aan de openingsviering
een lezing die verzorgd zal worden door
professor Marc Steen (president van het
Johannes XXIII-seminarie te Leuven en
secretaris van de bisschoppelijke com-
missie ‘Kerk en geloof’). Hij zal ingaan
op bezwaren die mensen hebben om
te geloven, op de moeilijkheden om de
weg van het Godsgeloof te kiezen, maar
ook goede gronden noemen om wel te
geloven. Daarmee wil hij de werkers zelf
sterken in hun geloof, maar hen ook op
weg helpen hoe ze in deze tijd mensen bij
Christus kunnen brengen, hoe ze de kost-
bare gave van het geloof kunnen delen
met anderen.
onderWiJS SyMPoSiUM Het bisdom van `s-Hertogenbosch orga-
niseert in samenwerking met het bisdom
Breda ook een Onderwijs Symposium.
Het thema is: ‘Durven opvoeden’.
Overheid, school en Kerk staan bij het
opvoeden voor een gemeenschappelijke
uitdaging. Maar hebben ze elkaar anno
2012 nog iets te zeggen? Op die vraag
gaan twee sprekers in: commissaris
Wim van de Donk (mede-auteur van het
rapport ‘School en kerk verbinden’) en
Michiel Peeters (studentenpastor Tilburg
University en docent VO). Michiel Peeters
zal een katholieke visie op opvoeden
presenteren aan de hand van de facto-
ren ‘traditie’, ‘autoriteit’ en ‘verificatie’.
Tijdens het forum zal dit verder uitgediept
worden.
Scholen, leerkrachten, vakgroepen
levensbeschouwing en alle geïnteres-
seerde docenten en medewerkers op
school zijn van harte uitgenodigd om deel
te nemen. Het Symposium vindt plaats in
iconen-oMMegang In deze tijd van televisie, film en com-
puter worden we meer dan ooit geboeid
door beelden. Niet het horen, maar het
zien staat centraal in onze cultuur. Dat
heeft ook invloed op onze beleving van
het christelijk geloof. Geert Hüsstege
voelt dit prima aan. In een Jaar van
het Geloof waarin de ontmoeting met
Christus centraal staat, mogen beelden
die daartoe uitnodigen dan ook niet
ontbreken. Hij werkte in de afgelopen
maanden aan twaalf Christus-iconen.
Iconen fungeren immers van oudsher als
vensters naar de eeuwigheid. Ze stellen
het Heilige present. De wereld van God
kan via de iconen binnen dringen in onze
werkelijkheid. Ze zijn inspirerend en rich-
tinggevend, maar vooral ook uitnodigend.
Het perspectief in de iconen is immers
omgekeerd. Het eindigt in het hart van
de toeschouwer, van de gelovige. Door
te kijken naar de iconen, het mysterie te
overwegen, word je langzamerhand omge-
vormd. Mag je Christus ontmoeten en ga
je steeds meer op Hem gelijken.
De twaalf-Christusiconen maken een
ronde door het bisdom (en daar buiten).
Voorafgaand zullen ze worden gewijd
tijdens een Eucharistieviering volgens
de Oosterse ritus. Ook bij deze viering is
iedereen van harte welkom, in de St. Jan
op zondag 30 september om 11.45 uur.
Ellen Kleinpenning
Detail van de Icoon ‘Intocht van Jezus in Jeruzalem’: Een kind spreidt zijn kleed uit voor Jezus. Kinderen zijn spontaan en vol vertrouwen, hebben geen tegenwerpin-gen om in Hem te geloven. De volwassenen staan bij de poort van Jeruzalem. Is het voor hen mogelijk om de weg van het geloof in Christus te kiezen?
Het logo bestaat uit een vierkant
begrensd veld waarop een boot is te
zien, die de Kerk symboliseert en die
gepresenteerd wordt zeilend op een
kleine golfslag. De hoofdmast van de
boot is een kruis, waaraan zeilen zijn
bevestigd in de vorm van het trigram
IHS. De achtergrond van de zeilen
wordt gevormd door een zon die, in
verbinding met het trigram, ook verwijst
naar de Eucharistie.
23Bisdomblad september 201222 Bisdomblad september 2012
‘Ons geloof versterken in Christusen Hem met vreugde verkondigen aan de mens van onze tijd’
Het Jaar van het Geloof – van 11 oktober 2012 tot 24 november 2013 – krijgt wereldwijd in de Kerk gestalte.
Ook in het bisdom van `s-Hertogenbosch zijn tal van initiatieven om het Jaar van het Geloof te vieren. Dat
zijn vaak mooie en originele initiatieven van parochies, maar ook enkele diocesane projecten. Over de start
van het diocesane Jaar van het Geloof vindt u op deze pagina's informatie.
De brief waarin paus Benedictus XVI het Jaar van het Geloof
heeft aangekondigd, draagt de boeiende titel ‘Porta Fidei’ – ‘de
poort van het geloof’. Daarmee verwijst hij naar een perikoop
in Handelingen van de apostelen waar Paulus en Barnabas in
Antiochië verslag doen van alles wat God door hen tot stand
heeft gebracht. En daar vertellen ze vol vuur over hoe Hij voor
de heidenen de deur naar het geloof heeft geopend (14,27).
De paus gebruikt deze schrifttekst als titel voor zijn brief omdat
hij hoopt dat het Jaar van het Geloof zoekende mensen naar
de poort van het geloof zal leiden en dat de deur van het geloof
opnieuw opengaat voor gelovigen die door een geloofscrisis zijn
getroffen. Maar niet alleen voor hen, voor alle gelovigen is het
Jaar van het Geloof bedoeld. Het is de wens van de paus dat
het Jaar voor allen leidt tot een hernieuwde bekering en een
herontdekking van het geloof. “De reflec-
tie over het geloof zal intenser moeten
gebeuren om iedereen die in Christus
gelooft, te helpen bewuster in te stem-
men met het evangelie en die instemming
nieuw leven in de blazen, vooral op het
ogenblik van diepgaande verandering
zoals de mensheid nu doormaakt” (Porta
Fidei 8).
oPening Jaar Van Het geloofWe openen het Jaar van het Geloof met
een Eucharistieviering op donderdag 11
oktober om 19.00 uur in de kathedraal.
Alle gelovigen van het bisdom zijn van
harte welkom om vanuit hun parochies
naar de kathedraal te komen om daar
samen “het geloof in de verrezen Heer
te belijden en gesterkt in het geloof, er
weer op uit te trekken om Christus met
vreugde te verkondigen aan de mensen
van onze tijd.”
lezingVoor werkers in de parochiepastoraal
is aansluitend aan de openingsviering
een lezing die verzorgd zal worden door
professor Marc Steen (president van het
Johannes XXIII-seminarie te Leuven en
secretaris van de bisschoppelijke com-
missie ‘Kerk en geloof’). Hij zal ingaan
op bezwaren die mensen hebben om
te geloven, op de moeilijkheden om de
weg van het Godsgeloof te kiezen, maar
ook goede gronden noemen om wel te
geloven. Daarmee wil hij de werkers zelf
sterken in hun geloof, maar hen ook op
weg helpen hoe ze in deze tijd mensen bij
Christus kunnen brengen, hoe ze de kost-
bare gave van het geloof kunnen delen
met anderen.
onderWiJS SyMPoSiUM Het bisdom van `s-Hertogenbosch orga-
niseert in samenwerking met het bisdom
Breda ook een Onderwijs Symposium.
Het thema is: ‘Durven opvoeden’.
Overheid, school en Kerk staan bij het
opvoeden voor een gemeenschappelijke
uitdaging. Maar hebben ze elkaar anno
2012 nog iets te zeggen? Op die vraag
gaan twee sprekers in: commissaris
Wim van de Donk (mede-auteur van het
rapport ‘School en kerk verbinden’) en
Michiel Peeters (studentenpastor Tilburg
University en docent VO). Michiel Peeters
zal een katholieke visie op opvoeden
presenteren aan de hand van de facto-
ren ‘traditie’, ‘autoriteit’ en ‘verificatie’.
Tijdens het forum zal dit verder uitgediept
worden.
Scholen, leerkrachten, vakgroepen
levensbeschouwing en alle geïnteres-
seerde docenten en medewerkers op
school zijn van harte uitgenodigd om deel
te nemen. Het Symposium vindt plaats in
iconen-oMMegang In deze tijd van televisie, film en com-
puter worden we meer dan ooit geboeid
door beelden. Niet het horen, maar het
zien staat centraal in onze cultuur. Dat
heeft ook invloed op onze beleving van
het christelijk geloof. Geert Hüsstege
voelt dit prima aan. In een Jaar van
het Geloof waarin de ontmoeting met
Christus centraal staat, mogen beelden
die daartoe uitnodigen dan ook niet
ontbreken. Hij werkte in de afgelopen
maanden aan twaalf Christus-iconen.
Iconen fungeren immers van oudsher als
vensters naar de eeuwigheid. Ze stellen
het Heilige present. De wereld van God
kan via de iconen binnen dringen in onze
werkelijkheid. Ze zijn inspirerend en rich-
tinggevend, maar vooral ook uitnodigend.
Het perspectief in de iconen is immers
omgekeerd. Het eindigt in het hart van
de toeschouwer, van de gelovige. Door
te kijken naar de iconen, het mysterie te
overwegen, word je langzamerhand omge-
vormd. Mag je Christus ontmoeten en ga
je steeds meer op Hem gelijken.
De twaalf-Christusiconen maken een
ronde door het bisdom (en daar buiten).
Voorafgaand zullen ze worden gewijd
tijdens een Eucharistieviering volgens
de Oosterse ritus. Ook bij deze viering is
iedereen van harte welkom, in de St. Jan
op zondag 30 september om 11.45 uur.
Ellen Kleinpenning
Detail van de Icoon ‘Intocht van Jezus in Jeruzalem’: Een kind spreidt zijn kleed uit voor Jezus. Kinderen zijn spontaan en vol vertrouwen, hebben geen tegenwerpin-gen om in Hem te geloven. De volwassenen staan bij de poort van Jeruzalem. Is het voor hen mogelijk om de weg van het geloof in Christus te kiezen?
Het logo bestaat uit een vierkant
begrensd veld waarop een boot is te
zien, die de Kerk symboliseert en die
gepresenteerd wordt zeilend op een
kleine golfslag. De hoofdmast van de
boot is een kruis, waaraan zeilen zijn
bevestigd in de vorm van het trigram
IHS. De achtergrond van de zeilen
wordt gevormd door een zon die, in
verbinding met het trigram, ook verwijst
naar de Eucharistie.
23Bisdomblad september 201222 Bisdomblad september 2012
Zo’n Brabantse heilige waar meerdere
scholen naar genoemd zijn is de
H. Odulphus. Hij werd rond 775 gebo-
ren in Verrebest, het huidige Best, bij
Oirschot. Zijn vader heette waarschijn-
lijk Bodgesus en was een Frankische
grootgrondbezitter. De naar Odulphus
genoemde kerk staat op de plek waar het
geboortehuis van Odulphus stond.
Het is ook uitzonderlijk hoeveel we weten
van iemand die 1300 jaar geleden heeft
geleefd. Feiten, legenden en verhalen
lopen natuurlijk een beetje door elkaar
heen en de jaartallen zijn hier en daar
wat vaag, maar het is wel duidelijk dat
Odulphus de eerste heilige van eigen
bodem is. Eentje die al voor zijn dood
behoorlijk beroemd was.
Van zijn jeugd is bekend dat hij gemak-
kelijk en snel leerde. Hij kreeg zijn pries-
teropleiding in Oirschot en wilde naar het
klooster, maar bleef op dringend verzoek
van zijn ouders nog een tijd in Oirschot
als priester werkzaam. In 805 of 806
werd hij er pastoor.
Kort daarna trad hij toch in en werd
Benedictijn in het Martinusklooster in
Utrecht. Dat klooster was ongeveer
een eeuw eerder door de H. Willibrord
gesticht. Odulphus werd ook benoemd tot
kannunnik in het kapittel van het aartsbis-
dom Utrecht. Bisschop Fredericus van
Utrecht zond hem naar Friesland, waar hij
het werk van zijn voorlopers, Willibrord,
Bonifatius en Liudger, voortzette. Het
was een onrustige tijd; vanaf 817 vielen
diverse malen Vikingen Friesland bin-
nen en gingen er op rooftocht. Nadat
bisschop Fredericus in Walcheren ver-
moord was werd Odulphus plaatsvervan-
gend bisschop. Door zijn vele reizen in
Friesland kreeg hij de bijnaam “Apostel
van Friesland”. In Stavoren stichtte hij
een Benedictijner abdij. Dat was zijn
thuisbasis, maar heel Friesland bleef zijn
werkgebied. Hij ging keer op keer alle
kerken langs, predikte en gaf het goede
voorbeeld door zijn manier van leven;
een leven van eenvoud, gebed, werk en
studie, ten diepste verbonden met God.
En zijn werk had succes, langzaam maar
zeker werd Friesland katholiek. Maar
Odulphus bleef niet in Friesland, hoewel
de Friezen hem smeekten te blijven. Op
hoge leeftijd ging hij naar het klooster in
Utrecht terug en stierf daar rond 865.
Hij moet toen ongeveer negentig jaar
oud zijn geweest! Het laatste wat aan
feiten over hem bekend is, is de rol die
hij heeft gespeeld bij de keuze van een
nieuwe bisschop. Toen in 854 bisschop
Alberik overleed – niet de opvolger van
Fredericus, maar alweer een volgende
bisschop – moest, zoals toen gebruike-
lijk, door de hogere geestelijkheid van
het bisdom een nieuwe bisschop worden
gekozen. De gekozen bisschop weigerde,
en gaf als reden voor de weigering op dat
hij al voldoende bedeeld was met aardse
rijkdommen. Odulphus vond dit helemaal
niks en op zijn advies werd Hungerus
gekozen; een bescheiden, onopvallende
maar heilige man, die trouwens ook later
als H. Hunger, bisschop van Utrecht, vrij
onbekend is gebleven.
Het is altijd interessant bij heiligenbeel-
den te proberen de heilige te herkennen
aan de attributen die zijn afgebeeld.
Niets is toevallig; alles heeft een reden.
Odulphus wordt soms afgebeeld als
schooljongen of priesterstudent, en soms
als priester. Soms ook als kanunnik, dus
met toog en superplie, bonnet en kanun-
nikenmanteltje. Zijn attributen zijn een
brevier en een appel, waarbij de appel
symbool staat voor gehoorzaamheid. Er is
ook een legende dat Odulphus zo’n goed
en zwijgend leven leidde dat hij bezoek
kreeg van een engel, die hem een appel
gaf. Volgens een andere legende kreeg
hij die appel al als schooljongen van een
engel, als beloning voor zijn ijver.
Het beeld in de St. Jan in Den Bosch
laat veel attributen zien. Hier heeft de
H. Odulphus naast een nap, een boek en
zijn kannunikengewaad ook een steen aan
zijn voeten liggen. Die steen verwijst naar
de legende van de steen van Stavoren.
Daar zou Odulphus een steen in het water
hebben gegooid, en gezegd hebben dat hij
weer boven water zou komen als Stavoren
zich zou hebben bekeerd en de inwoners
weer in Gods genade zou leven.
Odulphus is niet alleen in Brabant en
Friesland bekend geworden, je vindt
hem ook terug in Duitsland, Engeland en
België. Zijn relieken zijn over de wereld
verspreid, maar omdat de tijd zo onrustig
was is niet altijd te achterhalen wat waar
is. In Utrecht zijn een onderkleed en een
drinknap te zien. Verder is het bekend
dat in 1034 delen van zijn relikwieën in
Stavoren door Vikingen werden gestolen
en kort daarop door bisschop Alfward van
Londen werden gekocht en geschonken
aan een abdij in Evesham. Sint Odulphus
wordt aangeroepen bij moeilijkheden en
tegenslag.
In het jaar 943 schreef Cappidus van
Staveren, een Fries geestelijke, de eer-
ste biografie. Dhr. J. Rietveld, oud-leraar
klassieken aan het Sint-Odulphuslyceum,
verzorgde recent een nieuwe biografische
schets met daarin een volledige nieuwe
vertaling van de oude teksten.
Zr. Madeleine Bouman
Bronvermelding:
http://www.sint-odulphus.nl/
http://www.canonvanoirschot.nl/Pages/
Vensters/V080_Odulphus.html
St. Odulphus, J. Rietveld, MMXII
Sint Odulphus, de eerste heilige van eigen bodem
"Gedenkt uw leiders, die u het eerst het woord van God verkondigd hebben. Haalt u weer hun leven en de afloop van hun leven voor de geest; neemt een voorbeeld aan hun geloof. Jezus Christus is dezelfde: gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid."(Hebreeën 13, 7-8)
De vakantie is weer voorbij, en de scholen zijn begonnen. Voor som-mige scholieren lijkt de vakantie al weer heel lang geleden. Maar ook op scholen kom je soms heiligen uit Brabant tegen. Misschien zelfs dagelijks en zonder het te weten... 25Bisdomblad september 2012
Beeld van de H. Odulphus in de kathedrale basiliek van Sint-Jan te 's-Hertogenbosch
Zo’n Brabantse heilige waar meerdere
scholen naar genoemd zijn is de
H. Odulphus. Hij werd rond 775 gebo-
ren in Verrebest, het huidige Best, bij
Oirschot. Zijn vader heette waarschijn-
lijk Bodgesus en was een Frankische
grootgrondbezitter. De naar Odulphus
genoemde kerk staat op de plek waar het
geboortehuis van Odulphus stond.
Het is ook uitzonderlijk hoeveel we weten
van iemand die 1300 jaar geleden heeft
geleefd. Feiten, legenden en verhalen
lopen natuurlijk een beetje door elkaar
heen en de jaartallen zijn hier en daar
wat vaag, maar het is wel duidelijk dat
Odulphus de eerste heilige van eigen
bodem is. Eentje die al voor zijn dood
behoorlijk beroemd was.
Van zijn jeugd is bekend dat hij gemak-
kelijk en snel leerde. Hij kreeg zijn pries-
teropleiding in Oirschot en wilde naar het
klooster, maar bleef op dringend verzoek
van zijn ouders nog een tijd in Oirschot
als priester werkzaam. In 805 of 806
werd hij er pastoor.
Kort daarna trad hij toch in en werd
Benedictijn in het Martinusklooster in
Utrecht. Dat klooster was ongeveer
een eeuw eerder door de H. Willibrord
gesticht. Odulphus werd ook benoemd tot
kannunnik in het kapittel van het aartsbis-
dom Utrecht. Bisschop Fredericus van
Utrecht zond hem naar Friesland, waar hij
het werk van zijn voorlopers, Willibrord,
Bonifatius en Liudger, voortzette. Het
was een onrustige tijd; vanaf 817 vielen
diverse malen Vikingen Friesland bin-
nen en gingen er op rooftocht. Nadat
bisschop Fredericus in Walcheren ver-
moord was werd Odulphus plaatsvervan-
gend bisschop. Door zijn vele reizen in
Friesland kreeg hij de bijnaam “Apostel
van Friesland”. In Stavoren stichtte hij
een Benedictijner abdij. Dat was zijn
thuisbasis, maar heel Friesland bleef zijn
werkgebied. Hij ging keer op keer alle
kerken langs, predikte en gaf het goede
voorbeeld door zijn manier van leven;
een leven van eenvoud, gebed, werk en
studie, ten diepste verbonden met God.
En zijn werk had succes, langzaam maar
zeker werd Friesland katholiek. Maar
Odulphus bleef niet in Friesland, hoewel
de Friezen hem smeekten te blijven. Op
hoge leeftijd ging hij naar het klooster in
Utrecht terug en stierf daar rond 865.
Hij moet toen ongeveer negentig jaar
oud zijn geweest! Het laatste wat aan
feiten over hem bekend is, is de rol die
hij heeft gespeeld bij de keuze van een
nieuwe bisschop. Toen in 854 bisschop
Alberik overleed – niet de opvolger van
Fredericus, maar alweer een volgende
bisschop – moest, zoals toen gebruike-
lijk, door de hogere geestelijkheid van
het bisdom een nieuwe bisschop worden
gekozen. De gekozen bisschop weigerde,
en gaf als reden voor de weigering op dat
hij al voldoende bedeeld was met aardse
rijkdommen. Odulphus vond dit helemaal
niks en op zijn advies werd Hungerus
gekozen; een bescheiden, onopvallende
maar heilige man, die trouwens ook later
als H. Hunger, bisschop van Utrecht, vrij
onbekend is gebleven.
Het is altijd interessant bij heiligenbeel-
den te proberen de heilige te herkennen
aan de attributen die zijn afgebeeld.
Niets is toevallig; alles heeft een reden.
Odulphus wordt soms afgebeeld als
schooljongen of priesterstudent, en soms
als priester. Soms ook als kanunnik, dus
met toog en superplie, bonnet en kanun-
nikenmanteltje. Zijn attributen zijn een
brevier en een appel, waarbij de appel
symbool staat voor gehoorzaamheid. Er is
ook een legende dat Odulphus zo’n goed
en zwijgend leven leidde dat hij bezoek
kreeg van een engel, die hem een appel
gaf. Volgens een andere legende kreeg
hij die appel al als schooljongen van een
engel, als beloning voor zijn ijver.
Het beeld in de St. Jan in Den Bosch
laat veel attributen zien. Hier heeft de
H. Odulphus naast een nap, een boek en
zijn kannunikengewaad ook een steen aan
zijn voeten liggen. Die steen verwijst naar
de legende van de steen van Stavoren.
Daar zou Odulphus een steen in het water
hebben gegooid, en gezegd hebben dat hij
weer boven water zou komen als Stavoren
zich zou hebben bekeerd en de inwoners
weer in Gods genade zou leven.
Odulphus is niet alleen in Brabant en
Friesland bekend geworden, je vindt
hem ook terug in Duitsland, Engeland en
België. Zijn relieken zijn over de wereld
verspreid, maar omdat de tijd zo onrustig
was is niet altijd te achterhalen wat waar
is. In Utrecht zijn een onderkleed en een
drinknap te zien. Verder is het bekend
dat in 1034 delen van zijn relikwieën in
Stavoren door Vikingen werden gestolen
en kort daarop door bisschop Alfward van
Londen werden gekocht en geschonken
aan een abdij in Evesham. Sint Odulphus
wordt aangeroepen bij moeilijkheden en
tegenslag.
In het jaar 943 schreef Cappidus van
Staveren, een Fries geestelijke, de eer-
ste biografie. Dhr. J. Rietveld, oud-leraar
klassieken aan het Sint-Odulphuslyceum,
verzorgde recent een nieuwe biografische
schets met daarin een volledige nieuwe
vertaling van de oude teksten.
Zr. Madeleine Bouman
Bronvermelding:
http://www.sint-odulphus.nl/
http://www.canonvanoirschot.nl/Pages/
Vensters/V080_Odulphus.html
St. Odulphus, J. Rietveld, MMXII
Sint Odulphus, de eerste heilige van eigen bodem
"Gedenkt uw leiders, die u het eerst het woord van God verkondigd hebben. Haalt u weer hun leven en de afloop van hun leven voor de geest; neemt een voorbeeld aan hun geloof. Jezus Christus is dezelfde: gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid."(Hebreeën 13, 7-8)
De vakantie is weer voorbij, en de scholen zijn begonnen. Voor som-mige scholieren lijkt de vakantie al weer heel lang geleden. Maar ook op scholen kom je soms heiligen uit Brabant tegen. Misschien zelfs dagelijks en zonder het te weten... 25Bisdomblad september 2012
Beeld van de H. Odulphus in de kathedrale basiliek van Sint-Jan te 's-Hertogenbosch
deelname van de kinderen ten goede
komen. Ten aanzien van de keuze van
de lezingen kan daarbij het volgende
worden opgemerkt. Het aantal lezingen
kan desnoods worden beperkt tot alleen
het evangelie; het nieuwe evangelieboek
voor vieringen met kinderen (2011) voor-
ziet bovendien in de mogelijkheid om
het evangelie door meerdere personen,
waaronder kinderen, in rolverdeling te
laten lezen. Het streven is verder om
de lezingen van de betreffende zondag
aan te houden en alleen indien het echt
noodzakelijk is andere te kiezen, zij het
met inachtneming van de liturgische tijd.
Verder dient terughoudendheid betracht
te worden waar het gaat om het inkorten
en het ‘versimpelen’ van lezingen; men
blijve zo dicht mogelijk bij de officieel
goedgekeurde teksten.
Gods woord bekleedt dus een onvervang-
bare plaats in de liturgie en het mag daar-
om begroet worden met eerbied, vreugde
en dankbaarheid. En doet dat niet denken
aan die drie kruisjes waarmee we aan het
begin van de evangelielezing ons hoofd,
onze lippen en onze borst betekenen?
Gods woord aannemen met ons verstand,
het belijden met onze mond en het bewa-
ren in ons hart: dat is wat wan ons, gelo-
vigen, wordt gevraagd. Dan alleen blijven
die lezingen geen dode letter, maar wor-
den ze, vervuld van Gods Geest, telkens
opnieuw woorden van eeuwig leven.
Dienst Liturgie van het bisdom
van het woord dat Hij “zoals eens op de
weg naar Emmaüs voor ons de Schrift
ontsluit” (Eucharistisch Gebed XII) maar
ook de Blijde Boodschap in persoon is.
Vandaar de gewoonte dat de priester
of diaken die het evangelie leest als
afsluiting het evangelieboek kust en dat
het in plechtige vieringen in een kleine
processie met kaarsen naar de ambo
wordt gebracht en wordt bewierookt. Alle
lezingen worden besloten met “Woord
van de Heer” hetgeen door de gelovigen
wordt beantwoord met “Wij danken God”.
Na het evangelie volgt doorgaans een
uitgebreidere acclamatie, bijv. “U komt de
lof toe” [verg. de Latijnse respons “Laus
tibi, Christe”].
Het evangelie wordt altijd gelezen - of
bij plechtige gelegenheden bij voorkeur
gezongen - door een priester of diaken.
Ook de homilie, die geen persoonlijke
overweging is maar deel uitmaakt van de
verkondiging van Gods woord (cf. 1 Tess.
2, 13), is voorbehouden aan een gewijde
bedienaar. Leken kunnen wel als lector
fungeren, een officiële aanstelling (net als
acoliet) die voortvloeit uit de liturgieher-
vorming van Vaticanum II. Aan de lector
komt het toe de eerste en de tweede
lezing vanaf de ambo te lezen, alsmede
de antwoordpsalm (tenzij deze door een
cantor met de geloofsgemeenschap
gezongen wordt).
“Om de tafel van het woord van God voor
de gelovigen rijker aan te richten, moeten
de schatkamers van de bijbel in ruimere
mate worden opengesteld, en wel zo dat
binnen een vastgesteld aantal jaren het
belangrijkste deel van de Heilige Schrift
aan het volk wordt voorgelezen”: dat is
een van de belangrijkste aanbevelingen
van de constitutie over de liturgie van
Vaticanum II (SC 51). Deze wens, die ten
nauwste verbonden is met de ‘herbron-
ning’ die manifest werd in het concilie,
heeft geresulteerd in een nieuw lees-
rooster voor de zondagsvieringen en de
weekdagen. Voor de laatste geldt een
tweejarige cyclus, terwijl de zondagen een
opvolging kennen van A-, B- en C-jaren
waarin respectievelijk het evangelie van
Matteüs, Marcus en Lucas wordt gevolgd.
Johannes komt elk jaar in de Paastijd aan
bod en tevens op een aantal zondagen in
de A- en B-jaren.
Op zon- en feestdagen zijn de drie lezin-
gen (of minstens twee daarvan) inhou-
delijk op elkaar afgestemd. Zo wordt
mede tot uitdrukking gebracht dat Oude
en Nieuwe Testament niet los van elkaar
gezien en verstaan kunnen worden (zie
DV 16). De eerste lezing is immers vrijwel
altijd - behoudens in de Paastijd - geno-
men uit het Oude Testament, terwijl de
tweede lezing een perikoop uit een van
de apostelbrieven of de Openbaring is.
Aparte aandacht verdienen de vieringen
met kinderen. In het algemeen geldt dat
deze zo min mogelijk dienen af te wijken
van ‘reguliere’ Eucharistievieringen, zulks
uiteraard met de mogelijkheid van aan-
passingen die de actieve en begripvolle
Het christendom wordt, net als het Jodendom en de Islam, wel eens een ‘godsdienst van het boek’ genoemd. Dat is maar ten dele juist. Zeker, ook in ons geloof neemt Gods woord een uiterst belangrijke plaats in en als het goed is fungeert dat woord als richtsnoer voor ons dagelijks leven. Anders dan voor die beide andere monotheïstische religies ech-ter geldt voor ons, christenen, dat wij geloven dat God zich niet uitsluitend openbaart in de heilige Schrift maar bovenal en op definitieve wijze in Jezus Christus. Hij is immers het levende Woord, dat - zoals we in die prachtige proloog van het Johannesevangelie lezen - vlees geworden is en onder ons gewoond heeft (Joh. 1, 14).
27Bisdomblad september 201226 Bisdomblad september 2012
Dat gegeven verleent ook een bijzondere
status aan het woord van God dat klinkt
in de liturgie. Die liturgie die wij als
geloofsgemeenschap vieren is immers
de voortzetting en actualisering van Gods
heilswerk, en “om dit zo verheven werk te
voltrekken, is Christus altijd bij zijn Kerk
aanwezig, vooral in de liturgische hande-
lingen. (…). Persoonlijk is Hij aanwezig in
zijn woord, want Hijzelf spreekt, wanneer
de heilige Schriften in de Kerk gelezen
worden.” (SC 7). Zoals Christus dus in de
liturgie van de Eucharistie gastheer en
gave tegelijk is, zo geldt voor de liturgie
Woorden van eeuwig leven
deelname van de kinderen ten goede
komen. Ten aanzien van de keuze van
de lezingen kan daarbij het volgende
worden opgemerkt. Het aantal lezingen
kan desnoods worden beperkt tot alleen
het evangelie; het nieuwe evangelieboek
voor vieringen met kinderen (2011) voor-
ziet bovendien in de mogelijkheid om
het evangelie door meerdere personen,
waaronder kinderen, in rolverdeling te
laten lezen. Het streven is verder om
de lezingen van de betreffende zondag
aan te houden en alleen indien het echt
noodzakelijk is andere te kiezen, zij het
met inachtneming van de liturgische tijd.
Verder dient terughoudendheid betracht
te worden waar het gaat om het inkorten
en het ‘versimpelen’ van lezingen; men
blijve zo dicht mogelijk bij de officieel
goedgekeurde teksten.
Gods woord bekleedt dus een onvervang-
bare plaats in de liturgie en het mag daar-
om begroet worden met eerbied, vreugde
en dankbaarheid. En doet dat niet denken
aan die drie kruisjes waarmee we aan het
begin van de evangelielezing ons hoofd,
onze lippen en onze borst betekenen?
Gods woord aannemen met ons verstand,
het belijden met onze mond en het bewa-
ren in ons hart: dat is wat wan ons, gelo-
vigen, wordt gevraagd. Dan alleen blijven
die lezingen geen dode letter, maar wor-
den ze, vervuld van Gods Geest, telkens
opnieuw woorden van eeuwig leven.
Dienst Liturgie van het bisdom
van het woord dat Hij “zoals eens op de
weg naar Emmaüs voor ons de Schrift
ontsluit” (Eucharistisch Gebed XII) maar
ook de Blijde Boodschap in persoon is.
Vandaar de gewoonte dat de priester
of diaken die het evangelie leest als
afsluiting het evangelieboek kust en dat
het in plechtige vieringen in een kleine
processie met kaarsen naar de ambo
wordt gebracht en wordt bewierookt. Alle
lezingen worden besloten met “Woord
van de Heer” hetgeen door de gelovigen
wordt beantwoord met “Wij danken God”.
Na het evangelie volgt doorgaans een
uitgebreidere acclamatie, bijv. “U komt de
lof toe” [verg. de Latijnse respons “Laus
tibi, Christe”].
Het evangelie wordt altijd gelezen - of
bij plechtige gelegenheden bij voorkeur
gezongen - door een priester of diaken.
Ook de homilie, die geen persoonlijke
overweging is maar deel uitmaakt van de
verkondiging van Gods woord (cf. 1 Tess.
2, 13), is voorbehouden aan een gewijde
bedienaar. Leken kunnen wel als lector
fungeren, een officiële aanstelling (net als
acoliet) die voortvloeit uit de liturgieher-
vorming van Vaticanum II. Aan de lector
komt het toe de eerste en de tweede
lezing vanaf de ambo te lezen, alsmede
de antwoordpsalm (tenzij deze door een
cantor met de geloofsgemeenschap
gezongen wordt).
“Om de tafel van het woord van God voor
de gelovigen rijker aan te richten, moeten
de schatkamers van de bijbel in ruimere
mate worden opengesteld, en wel zo dat
binnen een vastgesteld aantal jaren het
belangrijkste deel van de Heilige Schrift
aan het volk wordt voorgelezen”: dat is
een van de belangrijkste aanbevelingen
van de constitutie over de liturgie van
Vaticanum II (SC 51). Deze wens, die ten
nauwste verbonden is met de ‘herbron-
ning’ die manifest werd in het concilie,
heeft geresulteerd in een nieuw lees-
rooster voor de zondagsvieringen en de
weekdagen. Voor de laatste geldt een
tweejarige cyclus, terwijl de zondagen een
opvolging kennen van A-, B- en C-jaren
waarin respectievelijk het evangelie van
Matteüs, Marcus en Lucas wordt gevolgd.
Johannes komt elk jaar in de Paastijd aan
bod en tevens op een aantal zondagen in
de A- en B-jaren.
Op zon- en feestdagen zijn de drie lezin-
gen (of minstens twee daarvan) inhou-
delijk op elkaar afgestemd. Zo wordt
mede tot uitdrukking gebracht dat Oude
en Nieuwe Testament niet los van elkaar
gezien en verstaan kunnen worden (zie
DV 16). De eerste lezing is immers vrijwel
altijd - behoudens in de Paastijd - geno-
men uit het Oude Testament, terwijl de
tweede lezing een perikoop uit een van
de apostelbrieven of de Openbaring is.
Aparte aandacht verdienen de vieringen
met kinderen. In het algemeen geldt dat
deze zo min mogelijk dienen af te wijken
van ‘reguliere’ Eucharistievieringen, zulks
uiteraard met de mogelijkheid van aan-
passingen die de actieve en begripvolle
Het christendom wordt, net als het Jodendom en de Islam, wel eens een ‘godsdienst van het boek’ genoemd. Dat is maar ten dele juist. Zeker, ook in ons geloof neemt Gods woord een uiterst belangrijke plaats in en als het goed is fungeert dat woord als richtsnoer voor ons dagelijks leven. Anders dan voor die beide andere monotheïstische religies ech-ter geldt voor ons, christenen, dat wij geloven dat God zich niet uitsluitend openbaart in de heilige Schrift maar bovenal en op definitieve wijze in Jezus Christus. Hij is immers het levende Woord, dat - zoals we in die prachtige proloog van het Johannesevangelie lezen - vlees geworden is en onder ons gewoond heeft (Joh. 1, 14).
27Bisdomblad september 201226 Bisdomblad september 2012
Dat gegeven verleent ook een bijzondere
status aan het woord van God dat klinkt
in de liturgie. Die liturgie die wij als
geloofsgemeenschap vieren is immers
de voortzetting en actualisering van Gods
heilswerk, en “om dit zo verheven werk te
voltrekken, is Christus altijd bij zijn Kerk
aanwezig, vooral in de liturgische hande-
lingen. (…). Persoonlijk is Hij aanwezig in
zijn woord, want Hijzelf spreekt, wanneer
de heilige Schriften in de Kerk gelezen
worden.” (SC 7). Zoals Christus dus in de
liturgie van de Eucharistie gastheer en
gave tegelijk is, zo geldt voor de liturgie
Woorden van eeuwig leven
Jezus zelf verwijst ernaar in zijn dispuut
met de Farizeeën (Mc. 10, 1-12): Hij
baseert zich niet op menselijke wetten en
regels, maar op de scheppingsorde.
Net zoals man en vrouw vullen ook die
twee scheppingsverhalen in de Bijbel
elkaar aan; we moeten ze niet tegenover
elkaar stellen, maar ze samen nemen.
Hoe verschillend ze qua stijl, beelden en
theologisch concept ook zijn, op hoofdlij-
nen is de strekking dezelfde: de schep-
ping is het initiatief, het liefdeswerk van
de soevereine God die de mens in zijn
heilsplan betrekt en hem een sleutelrol
toekent. Die overtuiging vinden we terug
in de woorden van psalmist: “Ach, wat is
de mens dan, dat Gij naar hem omziet
(…)? Niet veel minder dan een engel hebt
Gij hem geschapen, (…) heel uw schep-
ping aan hem onderworpen, alles aan zijn
voeten neergelegd.” (Ps 8, 5-7) Wat is de
mens? Het antwoord van de Bijbel luidt:
degene die door God gewild en bemind
is, geschapen voor het geluk dat erin
bestaat die liefde te delen met de ander
die ons gegeven is.
N. van der Sluis pr
niet aan het diepe verlangen van de mens
naar een partner die op hem gelijkt en bij
hem past. Daarop creëert God de vrouw:
Hij brengt daartoe de mens in slaap en
neemt een rib uit hem weg, waaruit Hij
de vrouw vormt. Op deze wijze wordt
duidelijk dat man en vrouw in wezen één
zijn; voortaan heeft de mens een ander
met wie hij zijn leven kan delen, maar die
ander - in wie hij zichzelf mag herkennen
maar die toch niet identiek is - hoort ten
diepste bij hem en was van den beginne
met hem verbonden. Vandaar de voor ons
merkwaardige benaming van de vrouw
als Adam vol vreugde uitroept: “Mannin
zal zij heten want uit een man is zij geno-
men” - de vrouw (Hebreeuws: ishah) komt
voort uit de man (ish). Hiermee wordt tot
uitdrukking gebracht dat de mens funda-
menteel een relationeel wezen is, gericht
op de ander. Het vers 24 onderstreept
dat: doordat de man zich in liefde met zijn
vrouw verbindt wordt de oorspronkelijke
eenheid hersteld en vindt de mens het
geluk waartoe hij bestemd is; bovendien
krijgt hij op die wijze actief deel aan de
schepping, in zoverre uit die liefde nako-
melingen geboren worden. Niet voor niets
citeert Paulus dit vers in zijn beschouwing
over het huwelijk (Ef. 5, 31), maar ook
Eigenlijk opent de Bijbel met twee schep-
pingsverhalen - twee manieren van
beschouwen en presenteren, elk met
eigen aspecten en accenten. Het eer-
ste scheppingsverhaal is het bekendst;
het wordt onder meer gelezen in de
Paaswake. Het is ook het jongste van de
twee en het toont God als Degene die
door de kracht van zijn Woord alles tot
stand brengt, met als ‘bekroning’ op de
zesde dag de mens, door God geschapen
als zijn beeld, man en vrouw.
In het tweede hoofdstuk van Genesis
vinden we een ander, ouder scheppings-
verhaal. Daarin boetseert God, als ware
Hij een pottenbakker, de mens (Adam)
uit aarde (‘adamah in het Hebreeuws) en
blaast hem vervolgens de levensadem in.
Die eerste mens is aanvankelijk alleen,
maar God ziet dat dat niet goed is, dat
de mens zo niet gelukkig is; Hij besluit
“een hulp voor hem te maken die bij hem
past”. Onder ‘hulp’ moet niet zozeer een
medewerker verstaan worden als wel een
metgezel. In eerste instantie maakt God
dan de dieren en Hij vertrouwt het aan de
mens toe om ze van een naam te voor-
zien; zo wordt de mens betrokken bij de
schepping. In al hun pracht en verschei-
denheid echter beantwoorden de dieren
De Bijbel biedt ons geen wetenschappelijk model, geen theorie die ten doel heeft te verklaren hoe bepaalde biologische of astro-fysische fenomenen samenhangen. Toch for-muleert diezelfde Schrift zinvolle antwoorden op de grote vragen die we als mensen kunnen stellen omtrent het leven in het algemeen en ons eigen leven in het bijzonder. Het schep-pingsverhaal, waarmee het eerste bijbelboek Genesis begint, wil zo’n antwoord zijn met betrekking tot de oorsprong van ons bestaan.
Gedachten bij Gen. 2, 18-24 (eerste lezing 27ste zondag door het jaar B)
De ander ons gegeven De schepping van Eva". Michelangelo Buonarotti (1509-
1510). Sixtijnse kapel in Vaticaanstad.
Kinderen nemen Sint-Janscentrum overSinds een paar jaar vullen vrolijke kinderstemmen en trompetklanken op de eerste zaterdag van oktober de gangen en de tuin van het Sint-Janscentrum. Dan zet het seminarie zijn deuren open voor het jaarlijkse evenement van ‘Kinderen bidden voor kinderen’.
En zaterdag 6 oktober 2012 is het alweer zover: Alle kinderen uit de regio zijn uitgenodigd om kaarten te maken en samen te bidden voor kinderen die ziek zijn. “Al vanaf het begin was rector de Rycke positief over het initiatief en heeft hij het van harte gesteund”, vertelt initiatiefneemster Marjolein Heijs, “waarvoor we hem natuurlijk zeer dankbaar zijn.”
Marjolein legt enthousiast uit hoe de middag in elkaar steekt. “Vanaf 14.30 uur zijn we dus welkom op het Sint-Janscentrum. Daar kleuren de kinderen kaarten voor zieke kinderen van wie we bij Kinderen bidden voor Kinderen de naam hebben door-gekregen. Ze tekenen er van alles op: van prachtige vlindertuinen tot onderzeeërs, van een kerktoren tot een dinosaurus.” Via de kaart wordt de stap naar het bidden voor het zieke kind heel makkelijk gemaakt. Op de kaart staat namelijk “God kent elk
kind, jou ook. Hij luistert graag als iemand bidt. Daarom doe ik dat speciaal voor jou!” Marjolein Heijs: “Het is goed om te bid-den voor iemand die het moeilijk heeft. Al eeuwenlang ervaren mensen de kracht van het gebed. Toch krijgen veel kinderen dit in deze tijd niet meer mee. Via deze middag laten we kinderen op een kindvriendelijke manier kennis maken met het gebed op voorspraak van Maria.”
Na het kaarten maken, maken de kinderen en de jeugdleden van harmonie St. Cecilia uit Rosmalen zich in de tuin van het Sint-Janscentrum klaar om in processie naar de Sint-Jan te trekken. “Afgelopen jaar bleven veel mensen staan kijken toen we langskwamen, sommigen prevelden een Weesgegroetje mee en er sloten ook nog spontaan moeders met kinderen aan.” In de Sint-Jan nemen kinderen, ouders, de har-monie en wie er verder bij wil zijn, plaats in de Mariakapel. “Door alle verschillende onderdelen blijven kinderen aandachtig: we zingen samen, zetten kaarsen en bloemen
neer bij Maria, luisteren naar een korte uitleg bij elk geheim van de rozenkrans en bidden samen, onder leiding van een priester, de kinderrozenkrans. Daarbij bidden we vijf keer drie Weesgegroeten in plaats van vijf keer tien. De priester nodigt de kinderen ook uit thuis verder te gaan met het bidden - al is het maar één Weesgegroetje per dag - voor het zieke kind(eren), voor wie ze een kaart hebben gemaakt.” Komop6oktoberom14.30uurnaarhet
Sint-janscentrumendoemee.Demiddag
isgratisen(groot)ouderszijnnatuurlijk
ookvanhartewelkom.
Wiljemeerwetenoveralleactiesvan
Kinderenbiddenvoorkinderenofmis-
schienwelmeehelpen,kijkop:
www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl
YvonneKoopman-Snep
29Bisdomblad september 201228 Bisdomblad september 2012
Jezus zelf verwijst ernaar in zijn dispuut
met de Farizeeën (Mc. 10, 1-12): Hij
baseert zich niet op menselijke wetten en
regels, maar op de scheppingsorde.
Net zoals man en vrouw vullen ook die
twee scheppingsverhalen in de Bijbel
elkaar aan; we moeten ze niet tegenover
elkaar stellen, maar ze samen nemen.
Hoe verschillend ze qua stijl, beelden en
theologisch concept ook zijn, op hoofdlij-
nen is de strekking dezelfde: de schep-
ping is het initiatief, het liefdeswerk van
de soevereine God die de mens in zijn
heilsplan betrekt en hem een sleutelrol
toekent. Die overtuiging vinden we terug
in de woorden van psalmist: “Ach, wat is
de mens dan, dat Gij naar hem omziet
(…)? Niet veel minder dan een engel hebt
Gij hem geschapen, (…) heel uw schep-
ping aan hem onderworpen, alles aan zijn
voeten neergelegd.” (Ps 8, 5-7) Wat is de
mens? Het antwoord van de Bijbel luidt:
degene die door God gewild en bemind
is, geschapen voor het geluk dat erin
bestaat die liefde te delen met de ander
die ons gegeven is.
N. van der Sluis pr
niet aan het diepe verlangen van de mens
naar een partner die op hem gelijkt en bij
hem past. Daarop creëert God de vrouw:
Hij brengt daartoe de mens in slaap en
neemt een rib uit hem weg, waaruit Hij
de vrouw vormt. Op deze wijze wordt
duidelijk dat man en vrouw in wezen één
zijn; voortaan heeft de mens een ander
met wie hij zijn leven kan delen, maar die
ander - in wie hij zichzelf mag herkennen
maar die toch niet identiek is - hoort ten
diepste bij hem en was van den beginne
met hem verbonden. Vandaar de voor ons
merkwaardige benaming van de vrouw
als Adam vol vreugde uitroept: “Mannin
zal zij heten want uit een man is zij geno-
men” - de vrouw (Hebreeuws: ishah) komt
voort uit de man (ish). Hiermee wordt tot
uitdrukking gebracht dat de mens funda-
menteel een relationeel wezen is, gericht
op de ander. Het vers 24 onderstreept
dat: doordat de man zich in liefde met zijn
vrouw verbindt wordt de oorspronkelijke
eenheid hersteld en vindt de mens het
geluk waartoe hij bestemd is; bovendien
krijgt hij op die wijze actief deel aan de
schepping, in zoverre uit die liefde nako-
melingen geboren worden. Niet voor niets
citeert Paulus dit vers in zijn beschouwing
over het huwelijk (Ef. 5, 31), maar ook
Eigenlijk opent de Bijbel met twee schep-
pingsverhalen - twee manieren van
beschouwen en presenteren, elk met
eigen aspecten en accenten. Het eer-
ste scheppingsverhaal is het bekendst;
het wordt onder meer gelezen in de
Paaswake. Het is ook het jongste van de
twee en het toont God als Degene die
door de kracht van zijn Woord alles tot
stand brengt, met als ‘bekroning’ op de
zesde dag de mens, door God geschapen
als zijn beeld, man en vrouw.
In het tweede hoofdstuk van Genesis
vinden we een ander, ouder scheppings-
verhaal. Daarin boetseert God, als ware
Hij een pottenbakker, de mens (Adam)
uit aarde (‘adamah in het Hebreeuws) en
blaast hem vervolgens de levensadem in.
Die eerste mens is aanvankelijk alleen,
maar God ziet dat dat niet goed is, dat
de mens zo niet gelukkig is; Hij besluit
“een hulp voor hem te maken die bij hem
past”. Onder ‘hulp’ moet niet zozeer een
medewerker verstaan worden als wel een
metgezel. In eerste instantie maakt God
dan de dieren en Hij vertrouwt het aan de
mens toe om ze van een naam te voor-
zien; zo wordt de mens betrokken bij de
schepping. In al hun pracht en verschei-
denheid echter beantwoorden de dieren
De Bijbel biedt ons geen wetenschappelijk model, geen theorie die ten doel heeft te verklaren hoe bepaalde biologische of astro-fysische fenomenen samenhangen. Toch for-muleert diezelfde Schrift zinvolle antwoorden op de grote vragen die we als mensen kunnen stellen omtrent het leven in het algemeen en ons eigen leven in het bijzonder. Het schep-pingsverhaal, waarmee het eerste bijbelboek Genesis begint, wil zo’n antwoord zijn met betrekking tot de oorsprong van ons bestaan.
Gedachten bij Gen. 2, 18-24 (eerste lezing 27ste zondag door het jaar B)
De ander ons gegeven De schepping van Eva". Michelangelo Buonarotti (1509-
1510). Sixtijnse kapel in Vaticaanstad.
Kinderen nemen Sint-Janscentrum overSinds een paar jaar vullen vrolijke kinderstemmen en trompetklanken op de eerste zaterdag van oktober de gangen en de tuin van het Sint-Janscentrum. Dan zet het seminarie zijn deuren open voor het jaarlijkse evenement van ‘Kinderen bidden voor kinderen’.
En zaterdag 6 oktober 2012 is het alweer zover: Alle kinderen uit de regio zijn uitgenodigd om kaarten te maken en samen te bidden voor kinderen die ziek zijn. “Al vanaf het begin was rector de Rycke positief over het initiatief en heeft hij het van harte gesteund”, vertelt initiatiefneemster Marjolein Heijs, “waarvoor we hem natuurlijk zeer dankbaar zijn.”
Marjolein legt enthousiast uit hoe de middag in elkaar steekt. “Vanaf 14.30 uur zijn we dus welkom op het Sint-Janscentrum. Daar kleuren de kinderen kaarten voor zieke kinderen van wie we bij Kinderen bidden voor Kinderen de naam hebben door-gekregen. Ze tekenen er van alles op: van prachtige vlindertuinen tot onderzeeërs, van een kerktoren tot een dinosaurus.” Via de kaart wordt de stap naar het bidden voor het zieke kind heel makkelijk gemaakt. Op de kaart staat namelijk “God kent elk
kind, jou ook. Hij luistert graag als iemand bidt. Daarom doe ik dat speciaal voor jou!” Marjolein Heijs: “Het is goed om te bid-den voor iemand die het moeilijk heeft. Al eeuwenlang ervaren mensen de kracht van het gebed. Toch krijgen veel kinderen dit in deze tijd niet meer mee. Via deze middag laten we kinderen op een kindvriendelijke manier kennis maken met het gebed op voorspraak van Maria.”
Na het kaarten maken, maken de kinderen en de jeugdleden van harmonie St. Cecilia uit Rosmalen zich in de tuin van het Sint-Janscentrum klaar om in processie naar de Sint-Jan te trekken. “Afgelopen jaar bleven veel mensen staan kijken toen we langskwamen, sommigen prevelden een Weesgegroetje mee en er sloten ook nog spontaan moeders met kinderen aan.” In de Sint-Jan nemen kinderen, ouders, de har-monie en wie er verder bij wil zijn, plaats in de Mariakapel. “Door alle verschillende onderdelen blijven kinderen aandachtig: we zingen samen, zetten kaarsen en bloemen
neer bij Maria, luisteren naar een korte uitleg bij elk geheim van de rozenkrans en bidden samen, onder leiding van een priester, de kinderrozenkrans. Daarbij bidden we vijf keer drie Weesgegroeten in plaats van vijf keer tien. De priester nodigt de kinderen ook uit thuis verder te gaan met het bidden - al is het maar één Weesgegroetje per dag - voor het zieke kind(eren), voor wie ze een kaart hebben gemaakt.” Komop6oktoberom14.30uurnaarhet
Sint-janscentrumendoemee.Demiddag
isgratisen(groot)ouderszijnnatuurlijk
ookvanhartewelkom.
Wiljemeerwetenoveralleactiesvan
Kinderenbiddenvoorkinderenofmis-
schienwelmeehelpen,kijkop:
www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl
YvonneKoopman-Snep
29Bisdomblad september 201228 Bisdomblad september 2012
SeptemberZondag 23 septemberH. Mis Budel en inzegening Pastorie
Maandag 24 septemberVergadering Officium Iuventutis
Vergadering Stichting Katholieke Jeugdbelangen
Dinsdag 25 septemberVergadering Officium Catecheticum;
Bijeenkomst Oda Parochie
Woensdag 26 septemberH. Mis en lezing Vereniging Vrouwen in R.K.Kerk
Donderdag 27 septemberstafvergadering;
Bijeenkomst MOV-groepen parochies
Zondag 30 septemberInstallatie pastoor Luijckx nieuwe parochie
St.Willibrordus (St. Jan, Kaatsheuvel)
oktoberDinsdag 2 oktoberBijeenkomst i.v.m. Op te richten nieuwe parochie
Bommelerwaard
Donderdag 4 oktoberH. Mis Zusters Clarissen, Eindhoven
(feest St. Franciscus);
Stafvergadering
Maandag 8 oktoberGastles seminarie
Dinsdag 9 oktoberBisschoppenconferentie
Donderdag 11 oktoberStafvergadering
Opening Jaar van het Geloof (kathedraal)
Vrijdag 12 oktoberSymposium te Utrecht (50 jaar Vaticanum II).
Zondag 14 oktoberH. Mis te Banneux
Dinsdag 16 oktoberVergadering Sonnius
Donderdag 18oktoberStafvergadering
Zaterdag 20 oktoberH. Mis te Heeze
Zondag 21oktoberH. Mis te Tilburg (Heuvel) i.v.m. Opening
Jaar van het Geloof
SeptemberZaterdag 22 septemberLesgeven bij de diakenopleiding
Zondag 23 septemberInstallatie pastoor Claes, Wijchen
Dinsdag 25 septemberVergadering REA
Donderdag 27 septemberStafvergadering
Zondag 30 septemberEucharistie in de Sint Jan waarbij de wij-
ding van 12 iconen voor het jaar van het
geloof;
Bijeenkomst met jongeren en H. Mis in
Drunen
oktoberDonderdag 4 oktoberStafvergadering;
Vergadering Bisschoppen en
Stichtingsbestuur UVT
Zondag 7 oktoberH. Mis in Petruskerk te Boxtel i.v.m. ver-
heffing tot basiliek
Dinsdag 9 oktoberBisschoppenconferentie
Donderdag 11 oktoberStafvergadering;
Openingsviering Jaar van het Geloof
Vrijdag 12 oktoberAanwezig bij Symposium van de
Kerkprovincie bij gelegenheid van het Jaar
van het Geloof.
Zaterdag 13 oktoberH. Mis Hoofdliedendag van de Gilden
Zondag 14 oktoberH. Mis op bijeenkomst van Nieuwe
katholieken (Lucaskerk)
Donderdag 18 oktoberStafvergadering
Vrijdag 19 oktober tot en met vrijdag 26 oktoberRetraite
lezingenschemaThemadag rond duurzaamheidHet Centrum voor de Sociale Leer van de Kerk en
de Bisschoppelijke Adventsactie nodigen u uit voor
een themadag op zaterdag 20 oktober over wat
de katholieke sociale traditie ons kan leren over
duurzaamheid. Onderwerpen als goed rentmees-
terschap, eerlijk (ver)delen en ‘gebruiken in plaats
van misbruiken’ zullen daarbij de revue passeren. Plaats van
samenkomst is de Tiltenberg in Vogelenzang.
Wat wordt ermee bedoeld en hoe kunnen we ze in ons dagelijks
leven gebruiken? Kunnen wij onze kinderen een gezonde aarde
nalaten, die hen allemaal kan voorzien van gezond eten en drin-
ken en van een schone, veilige leefomgeving? En kan de Kerk
ons de weg wijzen naar die hoopvolle, duurzame toekomst? Dat
zijn de vragen die het thema oproept. Het Vaticaan publiceerde in
2012 de tien geboden voor het milieu. Deze uitgangspunten voor
een sociaal en duurzaam beheer van de aarde, vormen de basis
voor deze themadag. Verschillende inleiders zullen het onderwerp
belichten en ons laten zien hoe zij de theorie in de praktijk heb-
ben gebracht.
Programma 12.00 uur Inloop, koffie en broodjes 13.30 uur
Welkom door Beate Gloudemans. Aansluitend inleiding door Guus
Prevoo over duurzaamheid in de katholieke sociale traditie en
de tien milieugeboden in de dagelijkse praktijk. Om 14.15 uur
is er een inleiding door Ben Dicker over schoon drinkwater in
Bethlehem en om 14.30 uur door Peter Oorthuizen over landbouw-
project in Cuba. Na de pauze is er discussie in kleine groepen
onder leiding van de inleiders en bestuursleden van het CSLK.
Om 16.00 uur volgen de gezamenlijke afsluiting, gebedsmoment
en gelegenheid met elkaar na te praten.
Praktische informatie: zaterdag 20 oktober 2012. Tijd: 12.00
uur tot 16.00 uur. Locatie: De Tiltenberg, Zilkerduinweg 375,
Vogelenzang.
Aanmelden tot 10 oktober per e-mail [email protected],
of telefonisch: 0252 345 341. Bijdrage: € 5 euro om kosten van
een eenvoudige lunch en borrel te dekken.
..................................
Vredeswandeling in DrunenIn alle tijden zijn mensen als pelgrim
op weg gegaan vanuit een religieuze
overtuiging en met een vreedzaam
doel. Vaak in een roerige wereld. Ook
wij leven in een tijd vol geweld en onbe-
grip. En ook nu zijn velen letterlijk of
figuurlijk als pelgrims vreedzaam onderweg. Dat schrijft het R.K.
Missie Centrum Drunen. Voor de zevende keer nodigen zij u uit
om in de Vredesweek op weg gaan middels een kleine wande-
ling en een korte tijd voor bezinning. Dat gebeurt op zaterdag 22
september 2012 om 10 uur en het startpunt is de kapel aan de
Steegerf te Drunen. Duur van de tocht is circa 1 ½ uur.
..................................
September21 (R): H. Matteüs, apostel en evangelist: L Ef. 4,1-7+11-13; Antw. Ps. 19; EV Mt. 9,9-13 (IV)22 (G): L 1 Kor. 15,35-37+42-49; EV Lc. 8,4-1523 (G): L Wijsh. 2,12+17-20; Antw. Ps. 54; TL Jak. 3,16-4,3; EV Mc. 9,30-3724 (G): L Spr. 3,27-34; EV Lc. 8,16-1825 (G): L Spr. 21,1-6+10-13; EV Lc. 8,19-2126 (G): L Spr. 30, 5-9; EV Lc. 9,1-627 (W): L Pred. 1,2-11; EV Lc. 9,7-928 (G): L Pred. 3,1-11; EV Lc. 9,18-2229 (W): HH. Michaël, Gabriël en Rafaël, aartsen-gelen: L Dan. 7,9-10+13-14; Antw. Ps. 138; EV Joh. 1,47-51 (IV)30 (G): L Num. 11,25-29; Antw. Ps. 19; TL Jak. 5,1-6; EV Mc. 9,38-43+45+47-48
oktober1 (W): L Job. 1,6-22; EV Lc. 9,46-502 (W): L Job. 3,1-3+11-17+20-23; EV Mt. 18,1-5+10 (IV)3 (G): L Job. 9,1-12+14-16; EV Lc. 9,57-624 (W): L Job. 19,21-27; EV Lc. 10,1-125 (G): L Job. 38,1+12-21+40,3-5; EV Lc. 10,13-166 (G): L Job. 42,1-3+5-6+12-17; EV Lc. 10,17-247 (G): L Gen. 2,18-24; Antw. Ps. 128; TL Heb. 2,9-11; EV Mc. 10,2-168 (G): L Gal. 1,6-12; EV Lc. 10,25-379 (G): L Gal. 1,13-24; EV Lc. 10,38-4210 (G): L Gal. 2,1-2+7-14; EV Lc. 11,1-411 (G): L Gal. 3,-5; EV Lc. 11,5-1312 (G): L Gal. 3,7-14; EV Lc. 11,15-2613 (G): L Gal. 3,22-29; EV Lc. 11,27-2814 (G): L Wijsh. 7,7-11; Antw. Ps. 90; TL Heb. 4,12-13 EV Mc. 10,17-3015 (W): L Gal. 4,22-24+26-27+31-5,1; EV Lc. 11,29-3216 (G): L Gal. 5,1-6; EV Lc. 11,37-4117 (R): L Gal. 5,18-25; EV Lc. 11,42-4618 (R): H. Lucas, evangelist: L 2 Tim. 4,9-17a; Antw. Ps. 145; EV Lc. 10,1-9 (IV)19 (G): L Ef. 1,11-14; EV Lc. 12,1-720 (G): L Ef. 1, 15-23; EV Lc. 12,8-1221 (G): L Jes. 53,10-11; Antw. Ps. 33; TL Heb. 4,14-16; EV Mc. 10,35-4522 (G): L Ef. 2,1-10; EV Lc. 12,13-2123 (G): L Ef. 2,12-22; EV Lc. 12,35-3824 (G): L 3,2-12; EV Lc. 12,39-4825 (W): Kerkwijding van geconsacreerde kerken, waarvan de wijdingsdatum niet bekend is: L Jes. 56,1+6-7; Antw. Ps. 84; TL 1 Petr. 2,4-9; EV Joh. 10,22-3026 (G): L Ef. 4,1-6; EV Lc. 12,54-5927 (G): L Ef. 4,7-16; EV Lc. 13,1-928 (G): L Jer. 31,7-9; Antw. Ps. 126; TL Heb. 5,1-6; EV Mc. 10,46-5229 (G): L Ef. 4,32-5,8; EV Lc. 13,10-17; EV Lc. 13,10-1730 (G): L Ef. 5,21-33; EV Lc. 13,18-2131(G): L Ef. 6,1-9; EV Lc. 13,22-30
Het Bisdomblad is het officiële nieuws- en informatiemagazine van het Bisdom van ’s-Hertogen-bosch. Het verschijnt onder ver-antwoordelijkheid van de dienst Communicatie. (ISSN 1384-220X)
Hoofdredactie a.i.: J.G.P.G. van EedenEindredactie: J.G.P.G. van EedenRedactie: E. Kleinpenning, Th. Schepens, N. van der Sluis.
Aan dit nummer werkten verder mee:M. van Beers, Zr. M. Bouman, K. van Hasselt, Y. Koopman-Snep, mgr R. Mutsaerts, F. De Rijcke, mgr J. Schröder.Beeld/Fotografie: Archief Bisdom (p. 12,18), Jaap van Eeden (p.1,4,6,7,9,10,11,13,14,15,16,17,20,21,24,26), G. Hüsstege (p.22) Webgallery of Art (p.28)Adres redactie:Parade 11, ’s-Hertogenbosch.Telefoon: 073-5232042Fax: 073-6136850E-mail: [email protected] administratie/Correspondentie-adres: Postbus 1333, 5200 BJ ’s-Hertogenbosch.E-mail: [email protected]: 1108695Advertentie-verkoop: HMS Mediaexploitatie, Afdeling advertenties Postbus 1611, 5200 BR ’s-Hertogenbosch;Tel 073-7507060; [email protected]: Beelenkamp Ontwerpers Tilburg.Druk: RotoSmeets Eindhoven
ABONNEMENTEN2012 is de laatste jaargang van het Bisdomblad, daarom worden geen abonnementen meer afgesloten; losse nummers kosten € 2,50 (excl. porto).
OVERNEMENArtikelen in het Bisdomblad mogen vrij worden overgenomen in paro-chiebladen, illustraties alleen als vooraf schriftelijk toestemming is verleend door de redactie.
COPYRIGHTVoor de bijbelteksten is gebruik gemaakt van de Willibrordvertaling, waarvan het copyright berust bij de Katholieke Bijbel Stichting te Den Bosch.
De uit polyethyleen vervaardigde verpakking van het Bisdomblad is onschadelijk in de vuilverbranding en niet van invloed op de kwaliteit van het grondwater. Polyethyleen is uitstekend te recyclen.
agenda van mgr. Hurkmans agenda van mgr. Mutsaerts
31Bisdomblad september 201230 Bisdomblad september 2012
Nieuw parochiecentrum Schaijk en ReekDe jonge parochie te Schaijk-Reek wil
ook in de toekomst actief blijven en juist
nog méér activiteiten organiseren om de
lokale geloofsgemeenschappen te dienen.
Om, ook in de letterlijke zin, alle huidige
en toekomstige activiteiten te kunnen
huisvesten heeft de Parochie vanaf 1
september, minimaal voor de duur van
één jaar, de beschikking over een nieuw Parochiecentrum. Het betreft het pand aan de
Pastoor van Winkelstraat 7-9 te Schaijk, voorheen accountantskantoor Faassen. Gezien
de ligging naast de kerk in Schaijk en de mogelijkheden die het pand biedt, kan de
parochie met trots zeggen dat hiermee de vele werkgroepen en andere vrijwilligers meer
mogelijkheden krijgen en ook activiteiten eenvoudiger kunnen organiseren. Op de web-
sites van de Parochie (zie hieronder) worden diverse activiteiten genoemd. Het nieuwe
Parochiecentrum zal deze vele activiteiten prima kunnen faciliteren. Ook secretarieel en
administratief zal deze locatie voor de parochie veel kunnen betekenen.
www.h-antonius-abt.nl, www.witnesshope.nl, www.soul-world.nl
SeptemberZondag 23 septemberH. Mis Budel en inzegening Pastorie
Maandag 24 septemberVergadering Officium Iuventutis
Vergadering Stichting Katholieke Jeugdbelangen
Dinsdag 25 septemberVergadering Officium Catecheticum;
Bijeenkomst Oda Parochie
Woensdag 26 septemberH. Mis en lezing Vereniging Vrouwen in R.K.Kerk
Donderdag 27 septemberstafvergadering;
Bijeenkomst MOV-groepen parochies
Zondag 30 septemberInstallatie pastoor Luijckx nieuwe parochie
St.Willibrordus (St. Jan, Kaatsheuvel)
oktoberDinsdag 2 oktoberBijeenkomst i.v.m. Op te richten nieuwe parochie
Bommelerwaard
Donderdag 4 oktoberH. Mis Zusters Clarissen, Eindhoven
(feest St. Franciscus);
Stafvergadering
Maandag 8 oktoberGastles seminarie
Dinsdag 9 oktoberBisschoppenconferentie
Donderdag 11 oktoberStafvergadering
Opening Jaar van het Geloof (kathedraal)
Vrijdag 12 oktoberSymposium te Utrecht (50 jaar Vaticanum II).
Zondag 14 oktoberH. Mis te Banneux
Dinsdag 16 oktoberVergadering Sonnius
Donderdag 18oktoberStafvergadering
Zaterdag 20 oktoberH. Mis te Heeze
Zondag 21oktoberH. Mis te Tilburg (Heuvel) i.v.m. Opening
Jaar van het Geloof
SeptemberZaterdag 22 septemberLesgeven bij de diakenopleiding
Zondag 23 septemberInstallatie pastoor Claes, Wijchen
Dinsdag 25 septemberVergadering REA
Donderdag 27 septemberStafvergadering
Zondag 30 septemberEucharistie in de Sint Jan waarbij de wij-
ding van 12 iconen voor het jaar van het
geloof;
Bijeenkomst met jongeren en H. Mis in
Drunen
oktoberDonderdag 4 oktoberStafvergadering;
Vergadering Bisschoppen en
Stichtingsbestuur UVT
Zondag 7 oktoberH. Mis in Petruskerk te Boxtel i.v.m. ver-
heffing tot basiliek
Dinsdag 9 oktoberBisschoppenconferentie
Donderdag 11 oktoberStafvergadering;
Openingsviering Jaar van het Geloof
Vrijdag 12 oktoberAanwezig bij Symposium van de
Kerkprovincie bij gelegenheid van het Jaar
van het Geloof.
Zaterdag 13 oktoberH. Mis Hoofdliedendag van de Gilden
Zondag 14 oktoberH. Mis op bijeenkomst van Nieuwe
katholieken (Lucaskerk)
Donderdag 18 oktoberStafvergadering
Vrijdag 19 oktober tot en met vrijdag 26 oktoberRetraite
lezingenschemaThemadag rond duurzaamheidHet Centrum voor de Sociale Leer van de Kerk en
de Bisschoppelijke Adventsactie nodigen u uit voor
een themadag op zaterdag 20 oktober over wat
de katholieke sociale traditie ons kan leren over
duurzaamheid. Onderwerpen als goed rentmees-
terschap, eerlijk (ver)delen en ‘gebruiken in plaats
van misbruiken’ zullen daarbij de revue passeren. Plaats van
samenkomst is de Tiltenberg in Vogelenzang.
Wat wordt ermee bedoeld en hoe kunnen we ze in ons dagelijks
leven gebruiken? Kunnen wij onze kinderen een gezonde aarde
nalaten, die hen allemaal kan voorzien van gezond eten en drin-
ken en van een schone, veilige leefomgeving? En kan de Kerk
ons de weg wijzen naar die hoopvolle, duurzame toekomst? Dat
zijn de vragen die het thema oproept. Het Vaticaan publiceerde in
2012 de tien geboden voor het milieu. Deze uitgangspunten voor
een sociaal en duurzaam beheer van de aarde, vormen de basis
voor deze themadag. Verschillende inleiders zullen het onderwerp
belichten en ons laten zien hoe zij de theorie in de praktijk heb-
ben gebracht.
Programma 12.00 uur Inloop, koffie en broodjes 13.30 uur
Welkom door Beate Gloudemans. Aansluitend inleiding door Guus
Prevoo over duurzaamheid in de katholieke sociale traditie en
de tien milieugeboden in de dagelijkse praktijk. Om 14.15 uur
is er een inleiding door Ben Dicker over schoon drinkwater in
Bethlehem en om 14.30 uur door Peter Oorthuizen over landbouw-
project in Cuba. Na de pauze is er discussie in kleine groepen
onder leiding van de inleiders en bestuursleden van het CSLK.
Om 16.00 uur volgen de gezamenlijke afsluiting, gebedsmoment
en gelegenheid met elkaar na te praten.
Praktische informatie: zaterdag 20 oktober 2012. Tijd: 12.00
uur tot 16.00 uur. Locatie: De Tiltenberg, Zilkerduinweg 375,
Vogelenzang.
Aanmelden tot 10 oktober per e-mail [email protected],
of telefonisch: 0252 345 341. Bijdrage: € 5 euro om kosten van
een eenvoudige lunch en borrel te dekken.
..................................
Vredeswandeling in DrunenIn alle tijden zijn mensen als pelgrim
op weg gegaan vanuit een religieuze
overtuiging en met een vreedzaam
doel. Vaak in een roerige wereld. Ook
wij leven in een tijd vol geweld en onbe-
grip. En ook nu zijn velen letterlijk of
figuurlijk als pelgrims vreedzaam onderweg. Dat schrijft het R.K.
Missie Centrum Drunen. Voor de zevende keer nodigen zij u uit
om in de Vredesweek op weg gaan middels een kleine wande-
ling en een korte tijd voor bezinning. Dat gebeurt op zaterdag 22
september 2012 om 10 uur en het startpunt is de kapel aan de
Steegerf te Drunen. Duur van de tocht is circa 1 ½ uur.
..................................
September21 (R): H. Matteüs, apostel en evangelist: L Ef. 4,1-7+11-13; Antw. Ps. 19; EV Mt. 9,9-13 (IV)22 (G): L 1 Kor. 15,35-37+42-49; EV Lc. 8,4-1523 (G): L Wijsh. 2,12+17-20; Antw. Ps. 54; TL Jak. 3,16-4,3; EV Mc. 9,30-3724 (G): L Spr. 3,27-34; EV Lc. 8,16-1825 (G): L Spr. 21,1-6+10-13; EV Lc. 8,19-2126 (G): L Spr. 30, 5-9; EV Lc. 9,1-627 (W): L Pred. 1,2-11; EV Lc. 9,7-928 (G): L Pred. 3,1-11; EV Lc. 9,18-2229 (W): HH. Michaël, Gabriël en Rafaël, aartsen-gelen: L Dan. 7,9-10+13-14; Antw. Ps. 138; EV Joh. 1,47-51 (IV)30 (G): L Num. 11,25-29; Antw. Ps. 19; TL Jak. 5,1-6; EV Mc. 9,38-43+45+47-48
oktober1 (W): L Job. 1,6-22; EV Lc. 9,46-502 (W): L Job. 3,1-3+11-17+20-23; EV Mt. 18,1-5+10 (IV)3 (G): L Job. 9,1-12+14-16; EV Lc. 9,57-624 (W): L Job. 19,21-27; EV Lc. 10,1-125 (G): L Job. 38,1+12-21+40,3-5; EV Lc. 10,13-166 (G): L Job. 42,1-3+5-6+12-17; EV Lc. 10,17-247 (G): L Gen. 2,18-24; Antw. Ps. 128; TL Heb. 2,9-11; EV Mc. 10,2-168 (G): L Gal. 1,6-12; EV Lc. 10,25-379 (G): L Gal. 1,13-24; EV Lc. 10,38-4210 (G): L Gal. 2,1-2+7-14; EV Lc. 11,1-411 (G): L Gal. 3,-5; EV Lc. 11,5-1312 (G): L Gal. 3,7-14; EV Lc. 11,15-2613 (G): L Gal. 3,22-29; EV Lc. 11,27-2814 (G): L Wijsh. 7,7-11; Antw. Ps. 90; TL Heb. 4,12-13 EV Mc. 10,17-3015 (W): L Gal. 4,22-24+26-27+31-5,1; EV Lc. 11,29-3216 (G): L Gal. 5,1-6; EV Lc. 11,37-4117 (R): L Gal. 5,18-25; EV Lc. 11,42-4618 (R): H. Lucas, evangelist: L 2 Tim. 4,9-17a; Antw. Ps. 145; EV Lc. 10,1-9 (IV)19 (G): L Ef. 1,11-14; EV Lc. 12,1-720 (G): L Ef. 1, 15-23; EV Lc. 12,8-1221 (G): L Jes. 53,10-11; Antw. Ps. 33; TL Heb. 4,14-16; EV Mc. 10,35-4522 (G): L Ef. 2,1-10; EV Lc. 12,13-2123 (G): L Ef. 2,12-22; EV Lc. 12,35-3824 (G): L 3,2-12; EV Lc. 12,39-4825 (W): Kerkwijding van geconsacreerde kerken, waarvan de wijdingsdatum niet bekend is: L Jes. 56,1+6-7; Antw. Ps. 84; TL 1 Petr. 2,4-9; EV Joh. 10,22-3026 (G): L Ef. 4,1-6; EV Lc. 12,54-5927 (G): L Ef. 4,7-16; EV Lc. 13,1-928 (G): L Jer. 31,7-9; Antw. Ps. 126; TL Heb. 5,1-6; EV Mc. 10,46-5229 (G): L Ef. 4,32-5,8; EV Lc. 13,10-17; EV Lc. 13,10-1730 (G): L Ef. 5,21-33; EV Lc. 13,18-2131(G): L Ef. 6,1-9; EV Lc. 13,22-30
Het Bisdomblad is het officiële nieuws- en informatiemagazine van het Bisdom van ’s-Hertogen-bosch. Het verschijnt onder ver-antwoordelijkheid van de dienst Communicatie. (ISSN 1384-220X)
Hoofdredactie a.i.: J.G.P.G. van EedenEindredactie: J.G.P.G. van EedenRedactie: E. Kleinpenning, Th. Schepens, N. van der Sluis.
Aan dit nummer werkten verder mee:M. van Beers, Zr. M. Bouman, K. van Hasselt, Y. Koopman-Snep, mgr R. Mutsaerts, F. De Rijcke, mgr J. Schröder.Beeld/Fotografie: Archief Bisdom (p. 12,18), Jaap van Eeden (p.1,4,6,7,9,10,11,13,14,15,16,17,20,21,24,26), G. Hüsstege (p.22) Webgallery of Art (p.28)Adres redactie:Parade 11, ’s-Hertogenbosch.Telefoon: 073-5232042Fax: 073-6136850E-mail: [email protected] administratie/Correspondentie-adres: Postbus 1333, 5200 BJ ’s-Hertogenbosch.E-mail: [email protected]: 1108695Advertentie-verkoop: HMS Mediaexploitatie, Afdeling advertenties Postbus 1611, 5200 BR ’s-Hertogenbosch;Tel 073-7507060; [email protected]: Beelenkamp Ontwerpers Tilburg.Druk: RotoSmeets Eindhoven
ABONNEMENTEN2012 is de laatste jaargang van het Bisdomblad, daarom worden geen abonnementen meer afgesloten; losse nummers kosten € 2,50 (excl. porto).
OVERNEMENArtikelen in het Bisdomblad mogen vrij worden overgenomen in paro-chiebladen, illustraties alleen als vooraf schriftelijk toestemming is verleend door de redactie.
COPYRIGHTVoor de bijbelteksten is gebruik gemaakt van de Willibrordvertaling, waarvan het copyright berust bij de Katholieke Bijbel Stichting te Den Bosch.
De uit polyethyleen vervaardigde verpakking van het Bisdomblad is onschadelijk in de vuilverbranding en niet van invloed op de kwaliteit van het grondwater. Polyethyleen is uitstekend te recyclen.
agenda van mgr. Hurkmans agenda van mgr. Mutsaerts
31Bisdomblad september 201230 Bisdomblad september 2012
Nieuw parochiecentrum Schaijk en ReekDe jonge parochie te Schaijk-Reek wil
ook in de toekomst actief blijven en juist
nog méér activiteiten organiseren om de
lokale geloofsgemeenschappen te dienen.
Om, ook in de letterlijke zin, alle huidige
en toekomstige activiteiten te kunnen
huisvesten heeft de Parochie vanaf 1
september, minimaal voor de duur van
één jaar, de beschikking over een nieuw Parochiecentrum. Het betreft het pand aan de
Pastoor van Winkelstraat 7-9 te Schaijk, voorheen accountantskantoor Faassen. Gezien
de ligging naast de kerk in Schaijk en de mogelijkheden die het pand biedt, kan de
parochie met trots zeggen dat hiermee de vele werkgroepen en andere vrijwilligers meer
mogelijkheden krijgen en ook activiteiten eenvoudiger kunnen organiseren. Op de web-
sites van de Parochie (zie hieronder) worden diverse activiteiten genoemd. Het nieuwe
Parochiecentrum zal deze vele activiteiten prima kunnen faciliteren. Ook secretarieel en
administratief zal deze locatie voor de parochie veel kunnen betekenen.
www.h-antonius-abt.nl, www.witnesshope.nl, www.soul-world.nl
pr iesterseminar ie
diakenople id ing
vormingscentrum
Leeft u ook mee met de toekomst van de Kerk? Bid dan met ons mee! De priesteropleiding van het bisdom van ’s-Hertogenbosch, kortweg het Sint-Janscentrum, mag dit jaar zijn 25-jarig bestaan vieren. En daar hoort dankbaarheid bij. Gedurende al die jaren is een trouwe groep van mensen – de Gebeds-kring Sint-Jan – blijven bidden voor roepingen. Daarmee steunen zij allen die een opleiding volgen of betrokken zijn bij de vorming aan het seminarie. Het constante gebed voor roepingen van priesters, diakens en religieuzen is broodnodig voor de toekomst van de Kerk en van ons bisdom. Leden van de Gebedskring ontvangen gratis drie keer per jaar het Kringblad. Het blad biedt verdieping,
inspiratie en informatie over de priesteropleiding. Door het blad en de jaarlijkse gebedsdag weten zijdie bidden en zij voor wie gebeden wordt elkaar te vinden. Dat is een enorme bemoediging. Wilt u ook lid worden van de Gebedskring Sint-Jan? Meld u dan aan via de antwoordkaart. Daarnaast wordt het Sint-Janscentrum al 25 jaar fi nancieel ondersteund door zeer veel donateurs. Door kleine en grotere giften aan het Sonnius Priesterfonds (ANBI-instelling) kan het Sint-Janscentrum door gaan met het vormen van priesters. Hoe giften besteed worden is te lezen in de ‘Sonniuskrant’ die iedere dona-teur eens per jaar ontvangt. Wilt u het Sint-Janscentrum ook fi nancieel ondersteunen? Laat het ons dan weten via de antwoordkaart. Geloof, gebed en vertrouwen vormen al 25 jaar de pijlers waarop het Sint-Janscentrum steunt. Wij geloven in God en daarmee in de toekomst van de Kerk. Wilt u ons daarbij helpen?
Naam / Achternaam:
Geboortedatum:
Adres:
Postcode en woonplaats:
Tel.nr.:
E-mail:
Ik wil graag: mij aanmelden als lid van de Gebedskring Sint-Jan een proefexemplaar ontvangen van het Kringblad informatie over de mogelijkheden het seminarie fi nancieel te steunen
Bent u geïnteresseerd?
Vul dan de bon in en stuur naar:
Rector F. De RyckePapenhulst 45211 LC ’s-Hertogenbosch
☎: 073 - 613 20 00
R.K. Instelling SonniusNL: 22.52.03.022; BE: 521-0053201-65
Geloven in God is geloven in de toekomst