Binnenstebuiten1

25
binnenstebuiten

description

 

Transcript of Binnenstebuiten1

Page 1: Binnenstebuiten1

binnenstebuiten

Page 2: Binnenstebuiten1

© 2008 fotografie: Peter Dellenbag© 2008 idee en vormgeving: Anton Feddema© 2008 tekst en research: Klaas de Jong© 2008 J.H. Gottmer / H.J.W. Becht BV, Postbus 317, 2000 AH Haarlem (e-mailadres: [email protected])Uitgeverij J.H. Gottmer/H.J.W. Becht BV is onderdeel van de Gottmer Uitgevers Groep BV

Druk en afwerking: {???}

ISBN 978 90 257 4342 0 / NUR {???}

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een

geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen

of een andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit

deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de

Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl).

Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich

wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

jongeren en religie

binnenste buiten

peter dellenbag anton feddema klaas de jong

Page 3: Binnenstebuiten1

Inleiding

Jodendom• Joodse Gemeente, Amstelveen

Christendom• Parochie van de heilige Johannes Evangelist, Den Bosch• Russisch-orthodoxe kerk Heilige Nikolaas van Myra, Amsterdam• Protestantse Gemeente, Houten• The True Teachings of Christ’s Temple, Amsterdam-Zuidoost

Islam• Al-Hikmah-moskee, Den Haag• El Kabir-moskee, Amsterdam• Alevitische Cultuur Vereniging, Rotterdam

Hindoeïsme• Sewa Dhaam, Den Haag• Sri Krishna Dhaam, Den Haag

Boeddhisme• Buddharama-tempel, Waalwijk• Fo Guang Shan He Hua-tempel, Amsterdam

Diensten en adressenVerantwoording

Inhoud

Page 4: Binnenstebuiten1

Speciale dank gaat uit naar Jan de Jonge, Christopher Ayivor, Chama

Bishesar, Hanah Menza en Ben Botchey, pastor Marc Timmermans,

Wim Peeters en Annette Peeters-Wijkhuizen, lector Thomas Collord,

Willy Boersma, swami Janakinatha Dasa, Madhav Das en Radha

Dasi, Kah-kin Yau, dominee Marieke Brouwer, Willem Toorop, Renny

en Agnes van der Sleen, Albert Rietveld, Anchalee Pelzer, Vlad en

Katja Dobrovinski, Deepak Bhagwanbali, Shifra Sjenitzer, rabbijn

Hans Groenewoudt, Moshe Godschalk, Adnan Yilmaz, Eliane en Rene

Driessen, Eric Jansen en May Suksathit-Jansen, Man Jung, Chueh

Hai, Sjanie van Maanen, Nik Berkouwer, Aaman Sulchan, Eddy en

Wati Tjahjono, Mohamed Echarrouti, Moussa El Ksaihi en Khadija El

Maimouni-El Ksaihi. En natuurlijk onze eigen achterban: Jancu, Jimi,

Hermien, Hilde, Mirjam, Esmee en Abel.

Hangt alles wat we meemaken van toeval aan elkaar – of heeft het leven zin en betekenis? Is alles tijdelijk en eindig – of bestaat er een eeuwigheid? En waarom is er zo veel ellende in de wereld – of is er een andere, betere wereld denkbaar? Misschien laten al die grote vragen zich wel samenvatten in die ene vraag: bestaat er een God?

Ook jongeren denken na over geloof en religie. Voor de meesten blijft het antwoord op de vraag of God bestaat ergens hangen tus-sen een ferm ‘God bestaat niet’ en een zweverig ‘Ik geloof wel dat er iets meer is...’ – waarna het leven gewoon verder gaat. Maar er zijn ook jongeren die de vraag of God bestaat volmondig met ‘ja’ beantwoorden. Niet dat ze voor alle problemen een oplos-sing hebben, of nooit meer twijfelen, maar ze geven religie wel een bijzondere plaats in hun leven.Dit boek gaat over jongens en meisjes die bewust voor een geloof hebben gekozen en aansluiting hebben gevonden bij een religi-euze traditie. In dit boek vertellen ze hun verhaal en laten ze ons meekijken in hun wereld.

Met de vijf wereldreligies (jodendom, christendom, islam, hindoe-isme en boeddhisme) als richtsnoer zijn in Nederland twaalf religi-euze stromingen gekozen met een uitgesproken geloofsovertuiging en veel actieve jonge leden. Bij elkaar laten ze zien hoe gevarieerd en veelzijdig het religieuze landschap in Nederland is. Binnen elke stroming is een portret gemaakt van een jeugdlid dat in woord en beeld laat zien welke rol religie in zijn of haar leven speelt. De jongens en meiden zijn gefotografeerd bij de beoefening van hun geloof, tijdens een dienst, meditatie of ceremonie. Maar ook hun omgeving is vastgelegd: het gezin, de clubjes en school. En er is aandacht voor de persoonlijke voorwerpen die bij het geloof horen, zoals een boek of beeldje, het huisaltaar of speciale kleding.

In de teksten gaat het op de eerste plaats om het verhaal van de jongeren: wat geloven ze, hoe dragen ze het uit en wat betekent hun geloof voor hen in het dagelijks leven. Verder wordt iets verteld over de leer en ideeën van de religieuze stroming waar ze bij horen. Meestal is het een verslag van de dienst of ceremonie, met uitleg over de liturgie en aandacht voor kunst en architectuur van de dienstruimte. Maar ook de klanken, kleuren en geuren die bij de plechtigheid horen komen ter sprake. Het is een sfeerimpressie, vermengd met achtergrondinformatie.

Met dit boek hebben we geen objectief overzicht of leerboek wil-len maken. Het gaat om het in kaart brengen van een specifieke groep jongeren die een fakkel overneemt die soms al duizenden jaren wordt doorgegeven. In dit boek kiezen we partij voor de jongeren en hun werkelijkheid, die ligt in het schemergebied waar de zichtbare en de onzichtbare wereld elkaar raken.We laten daarbij vooral de lichte kant van religie zien: niet de dogma’s, de regels en beperkingen, maar juist de vrijheid, de ver-innerlijking – desnoods de extase – en de waarde van traditie.

Peter Dellenbag, Anton Feddema, Klaas de Jong

Inleiding

Page 5: Binnenstebuiten1

Jodendom

Page 6: Binnenstebuiten1

Jood

se G

emee

nte

Am

stel

veen

De synagoge van de Joodse Gemeente in Amstel-veen is een troosteloos gebouw. De muren zijn be-most en op sommige plekken is het pleisterwerk flink afgebrokkeld. En hoewel ze mooi aan het wa-ter ligt, maakt de synagoge een gesloten indruk: er zijn weinig ramen en om het hele gebouw staat een hoog hek. Iedereen kan de gebedsdiensten in de synagoge bijwonen, maar bij de ingang staan twee bewa-kers die alle bezoekers controleren. Dat lijkt mis-schien overdreven in deze buitenwijk waar vooral oudere mensen wonen, maar de synagoge en haar bezoekers worden regelmatig bedreigd. Want hoe verschrikkelijk het ook is, al eeuwen maken aan-

slagen en vervolgingen deel uit van de joodse ge-schiedenis.

Elke zaterdagochtend komen hier de mannen, vrouwen en kinderen van de Joodse Gemeente bij elkaar. Ze vieren dan de sabbat, de rustdag die op vrijdagavond direct na zonsondergang begint en tot de zonsondergang van de volgende dag duurt. Tijdens de sabbat is het bezoek aan de sjoel, zoals de synagoge ook wordt genoemd, een belangrijk moment.

In tegenstelling tot de grimmige sfeer rond het gebouw is het binnen alsof je in een warm bad stapt. Hier kennen de mensen elkaar. De leden vormen een hechte groep en delen hun geloof en geschiedenis met elkaar. Want dat is een van de opvallende kenmerken van het jodendom: de ge-schiedenis van het joodse volk en hun religie val-len samen – de geschiedenis is hun geloof, zou je kunnen zeggen.

huisTwee jongedames die de synagoge in Amstelveen regelmatig bezoeken, zijn Sara Mushka (16 jaar) en Chaja Feige Jacobs (12). Het huis van de zussen staat op een steenworp afstand van het gebedsgebouw. Naast de synagoge is ook het woonhuis voor de joden een speci-ale plek. Dat is meteen al zichtbaar door een houdertje met een Hebreeuwse tekst dat op de deurpost is gespijkerd. Chaja Feige vertelt over de betekenis: ‘Op onze deur hebben we een mezoeza. De mezoeza is een kokertje met daarin een rolletje perkament

waarop een tekst uit de Thora staat. Het beschermt onze wo-ning en de mensen die er wonen. Voor ons is elk huis met een gebedsboek een heilige plaats.’

Bijna alles in de woning van Sara en Chaja Feige verwijst naar Israël en het joodse geloof: de boeken, de schilderijen, de foto’s en tekeningen aan de muur. En op de achtergrond klinken de laatste Israëlische hits. Alleen de voetbaltafel die midden in de kamer staat, valt een beetje uit de toon.

Voor in de synagoge staat de ark met de Thorarollen. Sara zegt daarover:

‘Voor de ark hangt een gordijn, want je mag de rollen niet altijd zien omdat ze

heilig zijn. Als de rollen op de grond zouden vallen, zoals een keer is gebeurd

in een andere synagoge, moet iedereen in de hele stad drie dagen vasten.’

Mezoeza.

Chaja, Alexander en Sara Mushka bij de synagoge.

Page 7: Binnenstebuiten1

De zeshoekige gebedsruimte waar de aanwezigen zich verzamelen, baadt in het daglicht dat bin-nentreedt door twee opvallende kokers in het dak. Alle mannen die aan de dienst deelnemen dragen een witte gebedsmantel, de talliet, en als hoofd-bedekking een keppeltje. Ook aan de bezoekers wordt gevraagd een keppeltje te dragen. Zoals alles in de synagoge hebben deze kleding-stukken een symbolische betekenis. De talliet her-innert aan de bescherming die de joden van God genieten en het keppeltje laat zien dat er iets ho-ger bestaat dan de mens -namelijk God.

Al meer dan duizend jaar is de synagoge de plaats van studie en gebed voor de joden. Elk woord en elke handeling is vastgelegd en iedereen kent hier zijn rol. Maar tegelijk is het lekker rommelig. Tij-dens de dienst rennen er kinderen rond en soms beginnen mannen een praatje met elkaar. Maar als het te onrustig wordt, roepen de leden elkaar net zo makkelijk weer tot de orde. Alles in de sjoel gaat heel vanzelfsprekend en iedereen voelt zich zichtbaar op zijn gemak. De

mannen staan met de handen in de zakken tegen de muur geleund of zitten ontspannen, soms een beetje onderuitgezakt, op hun stoel – niet verveeld, maar alsof ze thuis zijn.

Voor in de ruimte staat de ark – een houten kast, afgesloten met een zwaar, donkerrood gordijn waarop met goud- en zilverdraad een Hebreeuwse tekst is geborduurd. Dit is de heiligste plek van de synagoge; er wordt een handgeschreven exem-plaar van de Thora bewaard. In de oude Thora-teksten staat de geschiedenis van het Joodse volk beschreven, net als de wetten en leefregels van het joodse geloof. Het zijn de afspraken tussen

God en het volk van Israël. Dit verbond houdt in dat de joden zich aan de geboden van God zul-len houden en dat God op zijn beurt gedurende de hele geschiedenis voor het volk zal zorgen. De Thora is wat alle gelovige joden verbindt, waar ze ook wonen en leven.

Tijdens de dienst wordt de Thora plechtig uit de ark gedragen en met zorg op de verhoogde lees-tafel, de bima, uitgerold. Op zangerige toon lezen enkele mannen een passage voor, waarbij ze de tekst aanwijzen met een jad (een zilveren aan-wijsstokje in de vorm van een hand) – de tekst is heilig en mag dus niet worden aangeraakt! Na het voorlezen klinken er gebeden voor Israël en de soldaten van Israël, maar ook wordt de naam van koningin Beatrix genoemd. Tijdens het bidden trekken sommigen de talliet ver over hun hoofd en bewegen ritmisch mee op de geprevelde woorden. Aan het einde van de dienst dragen de mannen de Thora met evenveel zorg weer naar de ark. En zo wordt elke sabbat het verbond tussen God en het volk van Israël levend gehouden.

‘De volgende dag gaan we ’s morgens natuurlijk naar de syna-goge. De dienst begint om negen uur met het ochtendgebed en daarna wordt er uit de Thora gelezen. De meeste sjoelbezoekers komen wat later binnendruppelen. Wij zijn meestal ook niet echt de eersten; we zitten vaak nog lekker thuis wat op de bank voor we gaan.

Het voorlezen uit de Thora wordt gedaan door de mannen die dat kunnen, want het is best moeilijk om Oudhebreeuws voor te dragen. Daarna wordt er weer gebeden en houdt de rabbijn een drosje, dat is een korte preek. Vaak gaat het over iets religieus, maar het kan ook over een onderwerp gaan dat in het nieuws is. Als de dienst is afgelopen, houden we kidoesj. Dan komt ieder-een bij elkaar voor een hapje en een drankje. Dat is hét sociale moment van de week, je komt dan je vrienden en familie tegen. Eigenlijk kent iedereen iedereen in de synagoge, want de meeste mensen komen hier al hun hele leven. ’s Avonds na zonsondergang, als er drie sterren aan de hemel staan, is de sabbat afgelopen. Dan verandert alles van iets heiligs weer in iets normaals.’

Israël Het land Israël speelt een belangrijke rol in het jodendom. Bijna alle joden voelen zich verbonden met dit stukje grond in het Mid-den-Oosten. Het is binnen hun geloof het Heilige Land – het land dat hun door God is beloofd. Sara vertelt: ‘Israël heeft een specia-le plek in ons hart. We voelen ons thuis in dat land en we hebben de taal ervan op school geleerd; het Ivriet dat nu gesproken wordt, lijkt erg op het oude Hebreeuws dat we uit de synagoge kennen. En we hebben daar natuurlijk veel familie en vrienden. Maar dat we van Israël houden, wil nog niet zeggen dat we het altijd eens zijn met de politiek van Israël. Dat is een onderwerp waar we op sabbat, als we aan tafel zitten, vaak over discussiëren.’

sabbatDe sabbat wordt niet alleen in de synagoge gevierd, maar ook thuis. Elkaar aanvullend vertellen de zussen wat er allemaal op deze dag gebeurt. ‘De sabbat is voor ons een heilige dag. Op vrijdagmiddag wordt het hele huis schoongemaakt en zetten we de kaarsen klaar, daarna gaan we lekker douchen en na zonsondergang, als de kaarsen worden aangestoken, is de sabbat echt begonnen. Als we dan aan tafel zitten, gaan we eerst lezen en bidden, en daarna worden het eten en de wijn gezegend. Tijdens het eten hebben we allerlei discussies en gesprekken. Mijn moeder wil graag dat we aan tafel over de Thoratekst praten die de volgende dag in de synagoge zal worden gelezen, maar meestal gaat het over van alles en nog wat –bijvoorbeeld over de nieuwe president van Frankrijk, het six pack van Brad Pitt en de mooie ogen van Orlando Bloom.’

Rabbijn in de synagoge.

De Thora-rol wordt na het gebed teruggezet in de ark.

Page 8: Binnenstebuiten1

Bijna alle joden vinden het belangrijk om regelmatig naar Israël te gaan, soms ook om zich daar te vestigen. Ook Sara voelt dat zo: ‘Israël is voor ons het Heilige Land en daar horen we eigenlijk te wonen. Dat is ook wat we de kinderen binnen de jeugdvereniging meegeven. Ik denk er zelf ook over om naar Israël te gaan. Als ik eindexamen heb gedaan wil ik daar in ieder geval een jaar gaan leven en dan kijk ik wel verder.’

MessiasDie wens om in Israël te wonen heeft ook een religieuze beteke-nis. De zussen leggen uit waarom: ‘We willen het liefst allemaal terug naar Israël, omdat onze geschiedenis zich daar afspeelt en de joodse geboden juist daar het best nagevolgd kunnen worden. Maar we willen ook dichtbij zijn als de Messias, de Verlosser, komt.’

Het doel van het geloof is om de komst van de Messias voor te bereiden. De Messias is de door God gezonden profeet die uitein-delijk vrede op aarde zal brengen. Chaja Feige vertelt wat dat betekent: ‘Alle gelovige joden streven ernaar om zich zo goed mogelijk aan de Wet te houden. Door een goed mens te zijn, door te leven naar de geboden uit de Thora, zorg je ervoor dat de komst van de Messias voortdurend nadert. Als de Verlosser uiteindelijk verschijnt, zullen alle problemen voorbij zijn. Alle oorlogen zullen dan eindigen en alle zieken zullen beter worden. En als de Messias komt, gaat iedereen terug naar Israël. Alle niet-joden trekken dan weg en de tempel zal weer in Jeruzalem komen te staan. (Vroeger stond de tempel in Jeruzalem als het belangrijkste heiligdom en het middelpunt van het geloof.) In de hemel bouwt God al aan de nieuwe tempel. Elke keer dat we iets goed doen legt God er een steen bij, en als we iets fout doen haalt hij er een steen af. Dus hoe meer goede dingen we doen, des te eerder komt de tempel.’

De Joodse Gemeente heeft verschillende actieve jeugdverenigingen. Elke sabbat,

na de dienst, komen alle kinderen van 7 tot 16 jaar bij elkaar. Sara is een van de

leidsters van de jeugdvereniging Bne Akiwa: ‘We beginnen samen met zingen en

daarna wordt het middaggebed gezegd. We willen de kinderen vooral laten merken

dat het joodse geloof bij hen hoort. Maar we snoepen ook lekker of kijken na sabbat

een leuke film.’ Er worden ook andere activiteiten georganiseerd.

Chaja Feige: ‘We zijn met de jeugdvereniging naar een ramshoornfabriek geweest en

hebben daar zelf een ramshoorn gemaakt. Het was veel werk, maar hij doet het echt.

Je kunt erop blazen en er komt een toon uit. Hij wordt gebruikt bij Nieuwjaar en dat is

de aankondiging dat de Hoge Feestdagen eraan komen.

Een zelfgemaakte poster in de jeugdvereniging herinnert aan de stichting

van de staat Israel, in 1947.

Page 9: Binnenstebuiten1

Een jongen wordt bar mitswa op zijn 13de verjaardag (en meisjes bat mitswa op hun

12de). Voor de synagoge ben je dan volwassen en hoor je helemaal bij de gemeen-

schap. Bij het vieren van bar mitswa wordt de jarige voor het eerst naar voren geroepen

om uit de Thora te lezen. Alexander Driessen komt in de dezelfde synagoge als Sara

en Chaja Feige. Hij zegt over zijn bar mitswa: ‘Bar betekent “zoon” en mitswa is “wet”.

Je wordt dus “zoon van de Wet” en dat betekent dat je verantwoording neemt voor je

daden. Als je voorleest, staat je vader naast je. Hij zegt dan dat je nu volwassen en ver-

antwoordelijk bent. Als je bar mitswa bent, mag je de talliet dragen. Je kunt ook worden

opgeroepen om bij het gebed aanwezig te zijn, want er moeten altijd tien mannen bij

zijn als de Thora wordt gelezen.’

Page 10: Binnenstebuiten1

Chanoeka is het feest van de lichtjes. Het feest duurt acht dagen en elke dag wordt een kaars

van de chanoekia (een negenarmige kandelaar) aangestoken. Ook met dit joodse feest wordt een

gebeurtenis uit de geschiedenis herdacht. Nadat in 165 voor Christus de tempel in Jeruzalem door

de Grieken was veroverd, besloot een groepje joden terug te slaan. Na een lange en bloedige strijd

lukte het hun om de tempel terug te winnen. Toen de tempel opnieuw werd ingewijd, bleef de hei-

lige kandelaar acht dagen branden op één klein vaasje olie.

Tijdens de chanoekaviering in de jeugdvereniging wordt een kaars van de kandelaar aangestoken

onder het uitspreken van een zegen. Na dit plechtige moment begint het feest. Een swingende

band speelt klezmermuziek en in het midden van de zaal dansen de jongeren in een kring. Tijdens

het feest worden heerlijke gevulde oliebollen rondgedeeld – een traditionele tractatie.

Page 11: Binnenstebuiten1

De joodse feestdagen herinneren aan de belangrijke gebeurtenissen uit de

Thora. Zo wordt op Soekot (het Loofhuttenfeest) herdacht dat het Joodse

volk 40 jaar lang door de woestijn moest zwerven, nadat ze door Mozes uit

de slavernij in Egypte waren bevrijd. Zij leefden toen in hutten gemaakt van

palmbladeren. Tijdens Soekot bouwen veel joodse gezinnen een hut in hun

tuin of woning. Tijdens de feestweek wordt in de hut gegeten en geluisterd

naar de verhalen over de tocht van de joden door de woestijn.

Alexander zit op de Joodse Scholengemeen-

schap Maimonides in Amsterdam. Elke ochtend

wordt hier het gebed gehouden en uit de Thora

gelezen. En net als in de synagoge zitten de

jongens en meisjes apart.

Volgens een voorschrift uit de Thora moeten

melk en vlees in de keuken volkomen geschei-

den zijn. Er zijn twee aanrechten nodig, twee

fornuizen, losse afwasbakken en twee sets pan-

nen, borden en bestek.

Sara Mushka en Chaja samen met hun moeder.

Page 12: Binnenstebuiten1

In de synagoge zitten de mannen en de vrouwen niet bij elkaar. Er staat in de gebedsruimte

een half doorzichtige afscheiding waarachter de vrouwen zitten. Vrouwen zijn in het joden-

dom gelijkwaardig aan de man, maar ze hebben een andere rol.

‘De Joodse Gemeente is streng. We zijn niet de strengste joodse groep, maar wel behoor-

lijk. In de synagoge bijvoorbeeld zitten op sabbat de mannen en de vrouwen gescheiden. We

zitten apart in de synagoge omdat alle aandacht op God gericht moet zijn; we moeten niet

afgeleid worden door de jongens, en de jongens niet door ons,’ zegt Sara. En Chaja Feige

vult aan: ‘De mannen hebben de belangrijkste rol in de dienst. De hele dienst wordt door

mannen geregeld, maar zonder de vrouwen zou het een saaie bedoening zijn.’

Page 13: Binnenstebuiten1

Christendom

Page 14: Binnenstebuiten1

Een kranten-

bericht over

de broer van

de tweeling,

voor zijn

vertrek als

missionaris

naar Siberië.

gezinThérèse en Gabriëlle Peeters zijn een tweeling van 16 jaar. Ze ko-men uit een katholiek gezin in Den Bosch en de kerk staat in het middelpunt van hun leven. Op het plein voor de Sint-Jan vertellen ze over hun geloof.‘We zijn thuis met z’n achten – we hebben twee zussen en vier broers. Onze ouders hebben ons altijd vrijgelaten wat betreft het geloof, maar we hebben er toch allemaal voor gekozen om net als zij, rooms-katholiek te worden. Het geloof speelt dan ook een grote rol in ons gezin – we zijn op allerlei manieren met de kerk verbonden. Onze ouders zijn bijvoor-beeld actief als vrijwilligers binnen onze kerk. Ze bereiden stellen die gaan trouwen, voor op het kerkelijk huwelijk. En onze oudste broer studeert voor priester in Rome; hij wil missionaris in Siberië worden. Wij zelf gaan vaak naar de kerk om de mis te vieren, niet

In Den Bosch staat de basiliek van Sint-Jan. Het prachtige kerkgebouw met zijn hoge toren is het middelpunt van de stad. De kerk is gebouwd in de gotische stijl uit de middeleeuwen. Die kun je herkennen aan de spitsvormige vensters en de luchtbogen die als een soort insectenpoten de bui-tenmuren steunen. Het meest opvallend aan het gebouw zijn de hon-derden beeldhouwwerken waarmee het versierd is. Het is een bonte optocht van heiligen, mensen en monsters. Zo zijn er beelden van Jezus, Ma-

ria en Johannes de Evangelist, naar wie de kerk vernoemd is. Op de luchtbogen worden middel-eeuwse beroepen uitgebeeld en hoger op het ge-bouw zijn waterspuwers te vinden in de vorm van duiveltjes. Maar monsters, mensen of heiligen, alle beelden verwijzen naar de functie van het ge-bouw als kerk, als het huis van God.

Wie over de uitgesleten drempel stapt, treedt in de voetsporen van de ontelbare kerkgangers die hem de afgelopen achthonderd jaar zijn voorge-gaan. Achter het portaal ligt een schemerige ruim-te, verlicht door honderden kaarsen en gekleurde lichtvlekken die ontstaan door het licht dat door de gebrandschilderde ramen naar binnen valt. Net als de buitenkant is ook het interieur één groot kunstwerk, nu met schilderijen, beelden en ver-sierde voorwerpen.

Pastor Timmermans is als geestelijke verbonden aan de Sint-Jan. Hij legt uit waarom er in de kerk zo veel kunst te zien is: ‘Kunst en cultuur hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in de katholieke

Paro

chie

van

de

heili

ge

Joha

nnes

Eva

ngel

ist

Den

Bos

ch

‘We zijn in 2005 op de Wereldjongerendag in Keulen geweest. De Wereldjongerendag was

heel leuk, er waren echt heel veel mensen, ongeveer één miljoen. Als je met zoveel bent, is

het op de een of andere manier makkelijk om in God te geloven. Iedereen om je heen is dan

gelovig en dat maakt het heel vanzelfsprekend.

Dit is het Tientje. Dat heeft iedereen die aanwezig was op de Wereldjongerendag, gekregen

als herinnering. Het Tientje bestaat uit kralen. Het zijn de kralen van de rozenkrans, die ka-

tholieken bij het bidden gebruiken. Bij elk kraaltje doe je een gebed. De kralen van het Tientje

hebben vijf verschillende kleuren. Het zijn de kleuren van de verschillende werelddelen. Als

we het Tientje gebruiken om te bidden, bidden we zo allemaal voor elkaar.’

Page 15: Binnenstebuiten1

Pastor Timmermans

alleen op zondag. Soms ook met broers of zussen. We vinden de ochtendmissen ook wel makkelijk omdat ze niet zo lang duren. We hebben er geen moeite mee om te vertellen dat we gelovig zijn, als het zo ter sprake komt. Vaak is het juist leuk om over het geloof te vertellen, omdat je zo anderen misschien iets kunt laten zien van hoe mooi God het leven maakt. Het is sowieso niet moei-lijk om in onze omgeving over het geloof te praten. We zitten op een katholieke school en de meeste kinderen die we kennen zijn ook gedoopt en gevormd. ’ geloof‘Het is niet één bepaald moment dat we voor het geloof hebben gekozen, dat is in de loop van de jaren zo gegroeid. Als kind ge-loofden we natuurlijk in God omdat onze ouders ons dat leerden. Daarna zijn we steeds meer zelf tot de ontdekking gekomen dat God er is en dat Hij van ons vraagt iets te doen met het leven dat Hij ons heeft gegeven. Het belangrijkste in ons geloof is het besef dat God bestaat, dat Hij er voor ons is en dat Hij zijn enige Zoon voor ons gegeven heeft, die voor onze zonden is gestorven. Dit ge-tuigt van een grote liefde van God voor ons, waar je niet omheen kunt. Wij geloven ook dat je uiteindelijk in de hemel zult komen, bij God, en dat het leven dus niet eindig is. Natuurlijk zijn er momen-ten waarop je twijfelt, bijvoorbeeld wanneer je het moeilijk hebt, als je teleurgesteld bent of dingen niet begrijpt. Maar iedereen twijfelt weleens. Ik denk dat als het verlangen naar God in je hart blijft, je weer terugkomt bij het geloof. We hebben bovendien ook veel mensen om ons heen die een voorbeeld zijn in het geloof.’

koor ‘We zingen allebei in de Schola Cantorum, het koor van de Sint-Jan. In de kerk begeleiden we één keer per week de mis. We geven ook speciale concerten, zoals met Kerstmis, en soms zingen we in andere kerken.

Meestal zingen we geestelijke liederen, en heel soms iets we-reldlijks. Het koor bestond al in de 13de eeuw en we zingen nog steeds wel eens stukken uit die tijd, maar een groot deel van ons repertoire is modern. Er zijn ook componisten die speciaal voor ons koor een werk hebben geschreven. Naast het koor, waar we elke week een avond voor repeteren, doen we ook mee aan andere activiteiten van de kerk. We zitten in de tienergroep die door pastor Timmermans wordt geleid. Elke twee weken komen we bij elkaar en dan praten we over teksten uit de Bijbel, over goed en kwaad of over de betekenis van kerke-lijke feesten als Pasen en Pinksteren.’

kathedraal ‘Het kerkgebouw van de Sint-Jan is heel mooi. Een heleboel mensen hebben meegebouwd aan deze kerk en hebben hun best gedaan om het huis van God zo mooi mogelijk te maken. Maar

Kerk. Het is makkelijk om je in een omgeving van schoonheid te richten op het Hogere. De schoon-heid van het gebouw, de beelden en alle andere voorwerpen, maar ook de schoonheid van de plechtigheden, zijn een opstapje naar God.’

Dagelijks komen honderden, soms duizenden, ge-lovigen naar de kerk om de heilige mis te vieren – het belangrijkste ritueel van de katholieken. De mis begint met een rondgang van de geeste-lijken door het kerkgebouw, waarbij een zilveren kruisbeeld van Jezus wordt meegedragen. Dan betreden ze het hoogaltaar, het heiligste gedeelte van de kerk. Terwijl uit het wierookvat de rook omhoogkringelt die de ruimte vult met een scherp-zoete geur, begint de priester de dienst met een kruisteken en het voorlezen van enkele verzen uit de Bijbel.

Ook pastor Timmermans draagt regelmatig de mis op: ‘We vieren de mis al sinds de katholieke Kerk bestaat. Tijdens de laatste maaltijd die Jezus met zijn volgelingen had, voordat hij gekruisigd zou

worden, brak hij het brood en zei: ‘Dit is mijn lichaam.’ Toen nam hij de kelk met wijn en zei: ‘Dit is mijn bloed.’ En hij deelde het uit aan zijn volgelingen met de opdracht dit telkens te herha-len om zich Hem te herinneren. Voor de gelovigen verandert het brood en de wijn tijdens de mis écht in het lichaam en bloed van Jezus. Voor ons is de mis een wonder dat we elke dag vieren.’

Als het brood en de wijn zijn gezegend, wordt het brood gebroken; dan komen de kerkgangers naar voren en krijgen ze een stukje ervan. Tegen elke gelovige wordt daarbij gezegd: ‘Het lichaam van Christus’, als herinnering aan de betekenis van het ritueel. Pastor Timmermans: ‘Door het eten van het brood veranderen de gelovigen, omdat ze één worden met Jezus.’

Het gebouw met zijn beelden en schilderijen, de Bijbel waaruit gelezen wordt, de priesters die de dienst leiden en de gelovigen die zingen en bid-den: allemaal hebben ze een rol in de plechtigheid, die al tweeduizend jaar zo wordt uitgevoerd.

In de katholieke Kerk zijn verschillende momenten waarop jongeren in de vorm van een plechtig-

heid een speciale band aangaan met God en de Kerk. Dit zijn de zogenaamde initiatierituelen: het

doopsel, het vormsel en de eucharistie. De tweeling legt uit wat ze betekenen.

‘Het doopsel is het eerste sacrament. Door het doopsel word je in de kerk opgenomen – dan word

je kind van God.

Het vormsel is de zegening van Gods heilige Geest; dat is het moment waarop je bewust voor God

kiest. Je moet dan het geloof niet alleen voor jezelf houden, maar ook aan anderen doorgeven.

In de eucharistie, of communie, komt God naar ons toe in de vorm van brood en wijn.

Page 16: Binnenstebuiten1

eigenlijk is het gebouw niet het belangrijkste. De wierook en de beelden zijn niet de essentie, het draagt alleen maar bij. De mensen zijn altijd belangrijker dan de kerk, ook al is het ge-bouw nog zo mooi. Misschien hadden het gebouw, en de schilde-rijen en beelden vroeger een andere rol omdat de mensen toen niet konden lezen. Dan werd het verhaal verteld aan de hand van de afbeeldingen in bijvoorbeeld de ramen.Op de Wereldjongerendag bijvoorbeeld was er helemaal geen kerk. We vierden toen de mis met een miljoen jongeren in de buiten-lucht. Eigenlijk zijn de mensen dan de kerk en heb je geen gebouw nodig. Ook de missen die we met jongeren houden als we op kamp zijn, al zijn ze nog zo eenvoudig, vinden we eigenlijk bijzon-derder dan de diensten in ons kerkgebouw.’

Voor het begin van de mis maken de geestelijken een rondgang door de kerk.

Elke parochie heeft een gilde. Het gilde is de

symbolische verdediger van de kerk en de bis-

schop. Tijdens de mis brengen ze met vaandels

en trommels hulde aan de kerk.

Page 17: Binnenstebuiten1

Het Schola Cantorum is het koor van de Sint-Jan. Ze begeleiden

elke zondag de mis, maar er wordt ook in andere kerken gezongen

en er worden speciale concerten gegeven.

Page 18: Binnenstebuiten1

In de Maria-week worden duizenden kaarsjes voor de moeder van Jezus opgestoken.

Page 19: Binnenstebuiten1

‘Dit is een prentje van paus Benedictus XVI. We hebben het gekregen tij-

dens een uitwisseling van onze klas met een school in Italië. Er staat in het

Italiaans:

Lieve jongeren,

heb geen angst voor Christus: hij neemt niets maar geeft alles.

Wie zich aan hem geeft, ontvangt in honderdvoud terug

Open de poort voor Christus en je zult het ware leven vinden.

We zijn afgelopen zomer in Italië op kamp geweest met ongeveer 250 katho-

lieke jongeren uit Zuid-Italië. Daar waren deze regels van paus Benedictus

het thema. Voor ons betekenen ze dat het geloof je niets afneemt. Je wordt

in het geloof nergens toe gedwongen. Maar je moet bedenken dat je alles

van God hebt gekregen. Christus neemt niets, maar geeft alles. Hij heeft

zelfs zijn leven voor ons gegeven. Dus als je iets doet voor God en je mede-

mens, krijg je het honderdvoudig terug.’

Op de Katholieke Jongerendag komen duizenden jongeren bijelkaar voor muziek,

workshops en theater. Aan het eind van de dag wordt een mis opgedragen.

Page 20: Binnenstebuiten1

Gabriëlle en Thérèse, thuis met hun ouders.

Page 21: Binnenstebuiten1

Roeslan, de vriend van Daniel.

Dit is Roeslan

vriendenTijdens de dienst wordt de priester geholpen door twee jonge altaardienaren die zijn gekleed in een prachtig goudgeel gewaad. Het zijn Daniel (12 jaar) en Roeslan (11 jaar). Na de dienst zwerven de jongens door het grote kloostergebouw dat bij de kerk hoort. In een van de kamers ploffen ze neer op een bank. ‘Deze kamer is onze lievelingsplek. Hier zitten we vaak met een zak chips elkaar dingen te vertellen,’ zegt Daniel. ‘Wij zijn beste vrienden, maar we zien elkaar maar één keer per week, in de kerk. Ik woon in Amsterdam en Daniel helemaal in Teteringen, vlak bij Breda. Maar soms ga ik bij Daniel logeren,’ vertelt Roeslan. De jongens vinden het geen probleem om over hun geloof te pra-ten. Daniel zegt: ‘Ik zit op een katholieke school, maar ze hebben er geen moeite mee dat ik orthodox ben. Ik ben ook niet zo stil en ben er gewoon trots op dat ik bij deze kerk hoor. Er zijn soms wel kinderen die niet geloven en die stomme dingen zeggen. Maar dat interesseert mij niet zoveel… Hoe kan het dat je níét in God gelooft? Het is voor mij heel vanzelfsprekend.’

Rus

sisc

h-O

rtho

doxe

Ker

k H

eilig

e N

ikol

aas

van

Myr

a A

mst

erda

m

‘Een stukje hemel op aarde’, zo omschrijven de gelovigen van de Russisch-orthodoxe kerk Heilige Nikolaas van Myra in Amsterdam hun eredienst. Als je hier op een zondagochtend binnenstapt, kan het bijna niet anders dan dat je onder de in-druk raakt van de schoonheid van de liturgie, de kleurrijke kleding van de priesters, het meerstem-mige koor en vooral de prachtige iconen die aan de muren hangen. De bezoekers van de kerk vormen een internatio-naal gezelschap. Er komen onder anderen Russen, Nederlanders en een groep Eritreeërs, van wie de vrouwen gehuld zijn in witte gewaden en enkelen een kruisteken op hun voorhoofd hebben getatoe-eerd. En er zijn opvallend veel jonge gezinnen, die soms met een kinderwagen en alles wat daar-bij hoort de kerkruimte binnenrijden. De kleine kinderen spelen tijdens de dienst op de vloer of dromen weg bij het kaarslicht. ‘De gemeenschap is de laatste jaren sterk gegroeid en juist veel jonge families weten de weg naar onze kerk te vinden. Ondanks de verschillen in leeftijd en afkomst zijn we een zeer hechte groep,’

zegt lector Thomas Collord (lector betekent ‘lezer’; hij leest tijdens de dienst een gedeelte voor uit de Bijbel).

In het ruime middenschip van de kerk volgen de gelovigen staande de dienst. ‘Wij geloven dat God tijdens de dienst in ons midden is. Uit beleefdheid staan we al op voor een gast die binnenkomt, dan kun je voor God toch niet blijven zitten?’ zegt lec-tor Thomas. Dat de mensen staan maakt de dienst ook levendig. De meeste kerkgangers concentreren zich op de liturgie, maar het is ook mogelijk om even naar elkaar toe te lopen en een paar woorden te wisselen of handen te schudden.

Page 22: Binnenstebuiten1

op het onderwerp dat hij schildert. De iconen-schilder bedenkt ook zelf bijna geen voorstellin-gen, maar hij houdt zich aan de traditie, die voor-schrijft hoe de heiligen moeten worden afgebeeld.

Dat iconen een speciale plaats hebben in de Rus-sisch-orthodoxe Kerk blijkt wel uit de wonderver-halen die over de schilderijen verteld worden. Zo zijn er gelovigen die afbeeldingen van Maria heb-ben gezien, waarop ze op onverklaarbare wijze begon te huilen en waarbij haar tranen als geu-rende mirre langs de icoon stroomden.

‘Maar eigenlijk zijn de wonderen het minst be-langrijk,’ zegt de lector. ‘Het gaat om het gesprek dat door bemiddeling van de iconen tussen God en de mensen ontstaat. Het begint met de blijheid die de schoonheid van de icoon opwekt, maar het gaat uiteindelijk om het gebed – om dichter bij God te komen. Dit is een zeer oude traditie, die nog steeds leeft.’

Ook in de kerk Heilige Nikolaas van Myra wor-den de iconen intens aanbeden. De kerkgangers kussen de afbeeldingen of blijven met hun hoofd tegen de iconen gebogen staan bidden, terwijl het koor zingt: ‘Heilig, heilig, heilig.’

altaardienaarAlles wat zich rond het altaar afspeelt, is een symbolische afspie-geling van de hemel – net als de iconen. ‘Als er uit de Bijbel wordt gelezen, staan wij ernaast en dragen we de kaarsen. We zijn dan eigenlijk engelen,’ legt Daniel uit.Maar de altaardienaren hebben ook nog een paar andere taken. ‘We zijn de hulpjes, zou je kunnen zeggen. We helpen bijvoor-beeld met het snijden van het brood en we moeten na de dienst schoonmaken en afwassen – niet de allerleukste klusjes… We kennen de dienst heel goed en we weten precies wanneer we wat moeten doen; ik doe het al zes jaar,’ zegt Daniel. ‘En het is vooral heel belangrijk dat we stil zijn,’ zegt Roeslan met een knipoog.

goddelijke liturgieTraditie speelt een belangrijke rol in de orthodoxe kerk. De liturgie bestaat al sinds het begin van het christendom en is bijna onver-anderd gebleven. De kerk wil met opzet zo dicht mogelijk bij de eredienst uit het verleden blijven. Het idee daarachter is dat de Waarheid (met een hoofdletter) buiten tijd en ruimte ligt: wat toen Waar was, is nu nog steeds Waar.

Voor in de kerk, op een iets verhoogd podium, bevindt zich het altaar. Hier wordt langzaam en plechtig de mis opgedragen. Geassisteerd door twee altaardienaren bereidt de priester de eucha-ristie – het brood en de wijn die voor de gelovigen tijdens het ritueel in het vlees en bloed van Jezus veranderen. Tijdens de hele dienst klinkt het ge-zang van een klein a-capellakoor dat bij het altaar staat.

Maar het meest opvallend in de kerk zijn toch wel de vele iconen: schilderijen van Jezus, Ma-ria en heel veel heiligen, die in een lange rij aan de muren hangen. Het overdadige bladgoud van

de iconen weerspiegelt het licht van de honder-den kaarsen die door de gelovigen in de kerk zijn aangestoken. De schilderijen hebben voor de ge-lovigen een speciale betekenis. Het zijn een soort vensters waardoor je een glimp van de hemel kunt opvangen. Je kunt de heiligen die zijn afgebeeld leren kennen door voor de icoon te bidden. Voor de gelovigen vormen de schilderijen zo een ver-binding tussen hemel en aarde.

Als je goed kijkt, zie je hoe geraffineerd de iconen zijn geschilderd. De heiligen zijn opzettelijk plat en zonder diepte afgebeeld: de plooien van hun kleding hebben geen schaduw en bestaan enkel uit lijnen. Maar tegelijk wekt de gouden achter-grond de indruk van een onpeilbare diepte. Die tegenstelling tussen de platte figuren en de onein-dige ruimte maakt de iconen tot een voorstelling die niet van deze wereld lijkt. Het vervaardigen van de panelen is een langdurig proces. Ze worden laag voor laag geschilderd, van donker naar licht. De schilder zal tijdens het werk gebeden opzeggen en moet zijn gedachten richten

Lector Thomas CollordLector Thomas.

Page 23: Binnenstebuiten1

Samen met lector Thomas vertellen de jongens wat er op zondag gebeurt: ‘De Goddelijke Liturgie, zoals we de dienst noemen, bestaat uit drie delen. Het eerste deel heet de Liturgie van het Offer. Dan wordt het brood en de wijn klaargezet en wordt ge-beden voor de levenden en overledenen van wie de namen door de gelovigen op briefjes zijn gezet. Dan volgt de Liturgie van het Woord waarin de priester vertelt over het leven van Jezus. Met een mooi, langzaam lied begint daarna het laatste gedeelte: de Liturgie van de Gelovigen. Dit is het heiligste deel van de dienst – op het altaar veranderen het brood en de wijn in het lichaam en bloed van Christus. Het gordijn voor het altaar is dan gesloten; de kerkgangers kunnen niet zien wat er gebeurt omdat het heilig is. Daarna komt iedereen naar voren en worden de wijn en het brood uitgedeeld.’

iconenOok voor de jongens spelen de iconen een belangrijke rol. Daniel vertelt over de iconen bij hem thuis: ‘We hebben thuis heel veel iconen. In de woonkamer, in de slaapkamers, eigenlijk in alle ka-mers van het huis. Bij elkaar hebben we er wel een stuk of veertig, schat ik. Ik heb zelf zeven iconen op mijn slaapkamer. De grootste icoon in huis is die van Maria, de moeder van Jezus, en die staat in de woonkamer.Bidden is een soort gesprek met God, of met de heiligen op de iconen. Mijn vader bidt elke ochtend voor de iconen. Ik bid dan meestal niet mee. Samen bidden doet me niet zoveel. Ik doe het meestal voor mezelf, bijvoorbeeld op mijn kamer. Ik geloof echt in de iconen. Je kunt die persoon bereiken door de icoon. De heiligen staan dichter bij God en kunnen aan Hem vra-gen of Hij je gebed wil verhoren – dat het uitkomt. Je weet nooit zeker of je krijgt wat je vraagt. Misschien wel, misschien niet. Het ligt ook aan mezelf; als ik veel heb gescholden of ruziegemaakt, zou het niet logisch zijn als God me zou belonen.’

Het is een traditie in de kerk dat bij de naamgeving van kinderen wordt ge-

keken naar de kerkkalender en dat ze worden vernoemd naar de heilige die

op dezelfde dag herdacht wordt. Ook krijgen alle pasgeborenen een icoon

van hun naamheilige. Daniel is vernoemd naar de heilige Daniel van Mos-

kou, de stichter van de Russische hoofdstad. Trots laat hij de icoon zien:

‘Dit is mijn mooiste icoon. Ik heb deze icoon van mijn ouders gekregen en ik

heb hem al mijn hele leven.’

Aan het begin van de dienst is het gordijn nog dicht.

Page 24: Binnenstebuiten1

Daniel en Roeslan tijdens de mis.

Page 25: Binnenstebuiten1

Ook de kinderen staan in de rij voor de eucharistie.

Tijdens het kerstfeest wordt er gezongen en een verhaal verteld.