Bietplanter - CBB · len volop in beweging. We zetten alles even op een rijtje. Uitzonderingen voor...

12
Biet planter De Europeanen blijven voedsel eten dat groten- deels vrij is van residuen van gewasbeschermingsmid- delen of dat residuniveaus bevat binnen wettelijke limieten, zo blijkt uit de recentste cijfers van het Europees Voedselveiligheidsagentschap (EFSA). Meer dan 96 procent van de geanalyseerde monsters uit 2016 bleken binnen wettelijke grenzen te liggen en ongeveer 51 procent was vrij van kwantificeerbare residuen. De voedselketen in de EU is de strengste en de meest gecontroleerde ter wereld. Van de 10,3 miljoen landbouwbedrijven in de Europese Unie is twee derde kleiner dan vijf hec- tare. De landbouwbedrijven die groter zijn dan 100 hectare (3 procent) nemen wel ongeveer de helft van de Europese landbouw- oppervlakte in beslag. Nog opvallend, slechts 11 procent van de Europese boeren is jonger dan 40 jaar. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van Eurostat voor 2016. Duitse landbouwers vragen steun van ongeveer 1 miljard euro voor hun oogstverliezen veroor- zaakt door droogte en hittegolven, aldus de Duitse landbouwfederatie DBV. De steun zou bestemd zijn voor de landbouwers die 30 procent en meer van hun oogst verloren heb- ben. De droogte en hittegolven hebben dit jaar geleid tot teelt- schade in grote delen van Noord-Europa, Groot-Brittannië, Polen en Scandinavië. De pachtprijzen voor landbouwgrond in de lan- den van de Europese Unie lopen behoorlijk uit- een, zowel tussen als binnen de lidstaten. Dat blijkt uit een studie van de Nederlandse Universiteit Wageningen. In de Baltische staten, enkele Oost-Europese landen en Malta zijn in 2016 de gemiddelde pachtprijzen het laagst. Landbouwers betalen er min- der dan 100 euro per hectare. In de meeste West-Europese landen ligt de pachtprijs tussen de 200 à 300 euro per hectare. Denemarken en vooral Nederland zitten hier ver boven met respectievelijk 540 en 790 euro per hectare. De verschillen hangen samen met de pro- ductiviteit van de grondgebonden landbouw. De Amerikaanse regering heeft een einde gemaakt aan het verbod van neonicotinoïden in verschillende natuurgebieden, alsook het gebruik van gewasbe- schermingsmiddelen die verantwoordelijk zouden zijn voor de achteruitgang van de bijenpopulatie. Ook wordt de teelt van gene- tisch gemanipuleerde gewassen mogelijk gemaakt in tientallen beschermde natuurgebieden waar aan landbouw mag worden gedaan. kort geoogst COLOFON Verantwoordelijke uitgever Marcel Jehaes, Voorzitter CBB Directeur van de publicatie Peter Haegeman Uitgave en publiciteit Bernadette Bické - Martine Moyart Verantwoordelijke voor de suikerbiettechniek KBIVB Tienen Druk Corelio Printing Jaarabonnement € 12,00 EU-land € 22,00 niet EU-land € 27,00 IBAN BE 70 1031 0384 3925 • BTW BE 0445.069.157 Maandblad van de Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw CBB • Anspachlaan 111 Bus 10 • 1000 Brussel T. 02 513 68 98 • F. 02 512 19 88 • www.cbb.be • [email protected] Twitter: @cbb_nl 11 MAANDBLAD CBB • JAARGANG 52 NR 549 • SEPTEMBER 2018 • P 806265 11 Suikerprijzen blijven maar dalen Suikerbietcampagnes gaan weldra van start 4 BIJEN EN BIETEN KUNNEN IN BELGIË SAMENLEVEN 2 www.sesvanderhave.be BAYAMO NEMATODEN NEW ARAL RHIZOMANIE NEW SESVANDERHAVE WENST U EEN GOEDE START! De suikerrijkste!

Transcript of Bietplanter - CBB · len volop in beweging. We zetten alles even op een rijtje. Uitzonderingen voor...

Page 1: Bietplanter - CBB · len volop in beweging. We zetten alles even op een rijtje. Uitzonderingen voor noodsituaties Het Bieteninstituut diende een omstandig dossier in voor een 120-dagenregeling

BietplanterDe planter

Europeanen blijven voedsel eten dat groten-deels vrij is van residuen van gewasbeschermingsmid-

delen of dat residuniveaus bevat binnen wettelijke limieten, zo blijkt uit de recentste cijfers van het Europees Voedselveiligheidsagentschap (EFSA). Meer dan 96 procent van de geanalyseerde monsters uit 2016 bleken binnen wettelijke grenzen te liggen en ongeveer 51 procent was vrij van kwantificeerbare residuen. De voedselketen in de EU is de strengste en de meest gecontroleerde ter wereld.

Van de 10,3 miljoen landbouwbedrijven in de Europese Unie is twee derde kleiner dan vijf hec-

tare. De landbouwbedrijven die groter zijn dan 100 hectare (3 procent) nemen wel ongeveer de helft van de Europese landbouw-oppervlakte in beslag. Nog opvallend, slechts 11 procent van de Europese boeren is jonger dan 40 jaar. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van Eurostat voor 2016.

Duitse landbouwers vragen steun van ongeveer 1 miljard euro voor hun oogstverliezen veroor-

zaakt door droogte en hittegolven, aldus de Duitse landbouwfederatie DBV. De steun zou bestemd zijn voor de landbouwers die 30 procent en meer van hun oogst verloren heb-ben. De droogte en hittegolven hebben dit jaar geleid tot teelt-schade in grote delen van Noord-Europa, Groot-Brittannië, Polen en Scandinavië.

De pachtprijzen voor landbouwgrond in de lan-den van de Europese Unie lopen behoorlijk uit-

een, zowel tussen als binnen de lidstaten. Dat blijkt uit een studie van de Nederlandse Universiteit Wageningen. In de Baltische staten, enkele Oost-Europese landen en Malta zijn in 2016 de gemiddelde pachtprijzen het laagst. Landbouwers betalen er min-der dan 100 euro per hectare. In de meeste West-Europese landen ligt de pachtprijs tussen de 200 à 300 euro per hectare. Denemarken en vooral Nederland zitten hier ver boven met respectievelijk 540 en 790 euro per hectare. De verschillen hangen samen met de pro-ductiviteit van de grondgebonden landbouw.

De Amerikaanse regering heeft een einde gemaakt aan het verbod van neonicotinoïden in

verschillende natuurgebieden, alsook het gebruik van gewasbe-schermingsmiddelen die verantwoordelijk zouden zijn voor de achteruitgang van de bijenpopulatie. Ook wordt de teelt van gene-tisch gemanipuleerde gewassen mogelijk gemaakt in tientallen beschermde natuurgebieden waar aan landbouw mag worden gedaan.

kort geoogst

COLOFONVerantwoordelijke uitgever Marcel Jehaes, Voorzitter CBBDirecteur van de publicatie Peter HaegemanUitgave en publiciteit Bernadette Bické - Martine MoyartVerantwoordelijke voor de suikerbiettechniek KBIVB TienenDruk Corelio PrintingJaarabonnement € 12,00 EU-land € 22,00 niet EU-land € 27,00IBAN BE 70 1031 0384 3925 • BTW BE 0445.069.157

Maandblad van de Confederatie van de Belgische Bietenplantersvzw CBB • Anspachlaan 111 Bus 10 • 1000 Brussel T. 02 513 68 98 • F. 02 512 19 88 • www.cbb.be • [email protected]: @cbb_nl

11

MAANDBLAD CBB • JAARGANG 52 NR 549 • SEPTEMBER 2018 • P 806265

11Suikerprijzen blijven maar dalen

Suikerbietcampagnes gaan weldra van start

4

BIJEN EN BIETEN KUNNEN

IN BELGIË SAMENLEVEN

2

www.sesvanderhave.be

BAYAMONEMATODEN

NEW

ARALRHIZOMANIE

NEW

SESVANDERHAVE WENST U EEN GOEDE START!

De suikerrijkste!

Page 2: Bietplanter - CBB · len volop in beweging. We zetten alles even op een rijtje. Uitzonderingen voor noodsituaties Het Bieteninstituut diende een omstandig dossier in voor een 120-dagenregeling

EDITO2

Ons land wil uitstel vragen voor de toepassing van het Europees verbod op een bepaald soort “pesticiden”, de zogenaamde

neonicotinoïden, in de bieten- en ook de cichoreiteelt. Zowel poli-tici als NGO’s vragen zich af of deze démarche wel de juiste is. Daarom deze poging om ook de stem van de bietentelers in het debat te laten horen, dat mutatis mutandis ook voor andere teel-ten en “pesticiden” relevant is.Spreken we eerst misschien af om voortaan de weinig sympathiek klinkende term “pesticiden” te vervangen door “gewasbescher-mingsmiddelen”. Want daar gaat het om. De Belgische bietplan-ters vinden in deze neonicotinoïden momenteel het enige afdoende antwoord op bepaalde virussen en ongedierte die hun teelt be-dreigen. De toepassing ervan is dus bittere noodzaak. Tenzij de bietenteelt (en de suikerindustrie) in België geen plaats meer krijgt. Dan moet men wel de vraag durven stellen of de aanvoer van bieten, suikerriet en suiker uit andere landen en continenten een meer duurzame aanpak is ...Waarom zijn deze neonicotinoïden - die overigens niet gespoten worden, maar waarmee de zaden zeer gericht en in minimale doses omhuld worden - dan zo belangrijk voor onze bietentelers ? Ze vormen de best mogelijk beschikbare bescherming tegen de vergelingsziekte. Die kan, door het typisch maritieme klimaat, in onze streken (en ook in de aangrenzende delen van Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk) uitbreken. Dan gaat tot meer dan de helft van de aanplant verloren. Terzijde : voor landen waar de vergelingsziekte geen bedreiging vormt, is de afschaffing van neonicotinoïden dus een non-event, niet noodza-kelijk een bewijs van verlicht milieu-denken.Voor bijen, andere bestuivers en nuttige insecten is een verbod alvast met zekerheid een stap achteruit. De zaadbehandeling

moet vervangen worden door herhaalde bladinsecticidebespui-tingen. Deze zijn weinig effectief tegen bladluizen wegens resis-tenties. Met neonicotinoïden in de zaadomhulling komt er, door het gebruik van mechanische zaaimachines, geen stof in de lucht vrij. Bladbespuitingen daarentegen zijn risicovoller voor de land-bouwers, de bestuivers, de nuttige insecten en het milieu. En ze zijn minder doeltreffend.Er bestaat bovendien geen valabel alternatief, niet nu en, helaas, ook niet op middellange termijn. Onderzoek loopt, maar vergt tijd. Bietentelers moeten hiervoor rekenen op de fyto-industrie, op het eigen onderzoeksinstituut KBIVB en ook op de overheid, om research en ontwikkeling te ondersteunen. Genetische verbetering van bieten en cichorei is daarbij een piste. Met de huidige lage suikerbiet- en suiker-prijzen, lijken bio-bieten dan weer voorlopig, net als elders in Europa, een niche-product te blijven, met een erg onzekere rendabiliteit.Neonicotinoïden in de zaadomhulling aanbrengen, is dus de actu-eel best beschikbare techniek. En, in tegenstelling tot wat som-migen graag beweren, is het momenteel evenmin onomstotelijk bewezen dat ze, zo toegepast, voor bijen desastreuze gevolgen hebben. Dat zou enkel zo zijn als de neonicotinoïden lang genoeg en in voldoend hoge concentraties in de grond aanwezig blijven. En dan nog eens, opnieuw in betekenisvolle hoeveelheden, via opname door bloeiende gewassen die na de bieten aangeplant worden, bijen en andere bestuivers bedreigen. Dat risico kan des-gevallend verlicht worden door geen bloeiende gewassen na sui-kerbieten uit te zaaien. De bieten zelf komen overigens niet tot bloei en zijn zo evenmin aantrekkelijk voor bestuivers. Ze maken

enkel “suiker van bij ons” aan ...De specifieke realiteit van de neonicotinoïden in de suikerbiet- en cichoreiteelt is dus heel wat genuanceerder dan de verbanden met het dalend aantal bijen die nogal kort-door-de-bocht gelegd worden. En dan hebben we het nog niet gehad over gsm-straling of de varroa-mijt waarmee de bijenpopulatie ook af te rekenen krijgt. De Belgische suikerbiet- en cichoreisector vindt dus, in de huidige omstandigheden en met de momenteel beschikbare ken-nis, een tijdelijke uitzondering op het Europese verbod een eer-bare piste, waarbij neonicotinoïden, minstens momenteel, een plaats hebben in een duurzame teelt.Wij zijn tenslotte niet doof en blind voor de vragen en soms zelfs de angst in de samenleving rond gewasbeschermingsmiddelen en hun impact op mens, fauna en flora. Niet voor niets reduceerden de bietplanters de afgelopen dertig jaar het gebruik van die pro- ducten met twee derde. Een breed gedragen, ambitieus, maar pragma- tisch actieplan is geen overbodige luxe. Op dat vlak moet de bietente-lers zeker proactiever worden. Hierbij dan ook een warme oproep aan de diverse stakeholders om rechtsteeks met elkaar in dialoog te gaan, eerder dan elkaar op het publieke forum te lijf te gaan. Helaas bleven in het verleden uitnodigingen daartoe meestal zonder antwoord ... n

Peter Haegeman, Secretaris-generaal CBB

Bijen en bieten kunnen in België samenleven

De Belgische bietplanters vinden in deze neonicotinoï-den momenteel het enige afdoende antwoord op bepaalde virussen en ongedierte die hun teelt bedrei-gen. De toepassing ervan is dus bittere noodzaak.

Een stand van zaken

GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN2 Terugbetaling productieheffi ngen 1999-2000

SituatieDe twee Belgische suikerfabrikanten hebben een brief gestuurd naar de planters die tijdens deze periode actief waren, ongeacht of zij dat nu nog zijn of niet.

Bij Iscal hebben alle actieve planters aan dit schrijven gevolg gegeven. Van de inactieve planters heeft 69 procent geant-woord. Dus ongeveer 30 procent (1.775 personen) van de inactieve planters heeft nog niet gereageerd.

Bij TS heeft 96 procent van de actieve planters geantwoord. Dus 4 procent (111 personen) heeft nog niet gereageerd. Van de inactieve planters heeft 83 procent geantwoord. Blijft dus nog 17 procent (136 personen) van de inactieve planters die moeten reageren.

U kent bietenplanters die de teelt hebben stopgezet...Vraag hen om het document in te vullen en om het zo snel mogelijk terug te sturen samen met de vereiste bewijsstuk-ken.

U kent bietenplanters die toen actief waren, maar ondertussen verhuisd zijn...Voormalige planters die geen brief ontvangen hebben (omdat ze verhuisd zijn en omdat de suikerfabriek hun nieuw adres niet kent) worden verzocht zich dringend te melden.

Mocht u geen documenten ontvangen hebben of heeft u vragen, aarzel niet contact op te nemen met de suikerfabriek (TS: 016 80 15 76 of [email protected] - Iscal: 069 55 39 10 of [email protected]).

Zelfs tijdens de voorbije zomermaanden bleef het dossier van de gewasbeschermingsmidde-len volop in beweging. We zetten alles even op een rijtje.

Uitzonderingen voor noodsituatiesHet Bieteninstituut diende een omstandig dossier in voor een

120-dagenregeling die in ons land de uitzaai van met neonicotinoï-

den behandeld suikerbietzaad moet mogelijk maken. Concreet gaat

het over een derogatie voor de uitzaai van de met neonicotinoïden

behandelde bietenzaden Poncho Beta en Cruiser 600FS. Dit bete-

kent dat de courante insecticidebehandelingen die in ons land

gebruikt worden, namelijk Poncho Beta en Cruiser Force, aange-

vraagd werden.

Het erkenningscomité van de FOD Volksgezondheid kon door de

vakantieperiode nog geen beslissing nemen. Dit gebeurt allicht wel

eind september.

Twee lidstaten hebben inmiddels al uitzonderingen toegestaan.

Begin augustus deed de relevante Hongaarse autoriteit dat voor

suikerbietzaad behandeld met thiamethoxam (Cruiser SB). De toela-

ting om te zaaien loopt van 1 maart tot 28 juni 2019.

Medio augustus kende Tsjechië uitzonderingen toe voor met clothi-

anidine (Poncho Beta FS) en met thiamethoxam (Cruiser SB) behan-

deld zaad toe. De periode waarvoor deze uitzondering geldt, gaat

van 1 februari tot 31 mei volgend jaar.

Blijven actieve substanties toegelaten?Naast deze uitzonderingsregelingen zijn er nog veranderingen op til

inzake neonicotinoïden. De Europese goedkeuringen voor de drie

betrokken actieve stoffen (clothianidine, imidaclopride, thiame-

thoxam) vervallen immers in de nabije toekomst. Het is verre van

zeker dat ze zullen verlengd worden of dat zelfs maar de verlenging

gevraagd wordt. Voor twee van hen is het al duidelijk dat dit niet zal

gebeuren.

Onderstaande tabel schetst de situatie:

Dat bepaalde actieve substanties niet meer toegelaten zijn op

Europees niveau, betekent overigens niet dat er geen noodtoelating

door lidstaten kan toegekend worden voor gewasbeschermings-

middelen die deze substanties bevatten.

Ook andere gewasbeschermingsmiddelen onder vuurTenslotte zijn ook nog andere types gewasbeschermingsmiddelen

momenteel voorwerp van procedures en debat.

Zo bevindt het dossier “thiram” zich momenteel, na het doorlopen

van de procedure tot vernieuwing van de toelating, op het kabinet

van Commissie-voorzitter Juncker. Politiek liggen de kaarten bijzon-

der slecht en komt de vernieuwing er dus meer dan waarschijnlijk

niet.

Desmedipham en phenmedipham zitten dan weer bij het SCoPAFF.

Dat behandelt die dossiers allicht op 23 en 24 oktober. n

(Artikel afgesloten op 7 september 2018.)

Status Vervaldatum toelating

Clothianidine Sumitomo en Bayer 31/01/2019 zetten formeel aanvraagprocedure stop

Imidaclopride Bayer start allicht 31/07/2022 aanvraagprocedure niet meer op, analoog aan aanpak clothianidineTek

Thiamethoxam Aanvraagprocedure 30/04/2019 wordt stopgezet door Syngenta

Een breed gedragen, ambitieus, maar pragmatisch actieplan is geen overbodige luxe. Op dat vlak moet de bietentelers zeker proactiever worden.

Dit edito verscheen eerder als vrije tribune in De Standaard van 3 juli 2018.

Page 3: Bietplanter - CBB · len volop in beweging. We zetten alles even op een rijtje. Uitzonderingen voor noodsituaties Het Bieteninstituut diende een omstandig dossier in voor een 120-dagenregeling

COCO VLAANDEREN 3

In het voorjaar van 2019 vinden de (zesjaarlijkse) bestuursverkiezin-gen plaats die moeten leiden tot de vernieuwde samenstelling van de Algemene Vergadering en van de Raad van Bestuur van Coco

Vlaanderen vzw.De statuten verplichten enkele belangrijke medewerkers, waaronder voorzitter Jos Brouwers, maar ook Frans Vromman en Ignace Vercruysse, afscheid te nemen van hun bestuurstaken en dit omwille van leeftijdsredenen. Daarom hebben we nu nood aan nieuwe gemotiveerde suikerbiet-planters die straks van hen het roer willen overnemen om, in deze zeer turbulente periode, met inzicht en passie, de suikerbietplanters-belangen zo goed als mogelijk te vrijwaren. Bij deze dus een uitnodiging aan al de bietplanters om in wat volgt kennis te nemen van hoe deze verkiezingen zullen verlopen zodat een kandidatuur kan overwogen worden.

1) Structuur van onze verenigingDe organisatie steunt op al de planters zonder onderscheid. De basis wordt gevormd door de Gewestelijke Verbonden.

2) Wie kan zich kandidaat stellen?Elke landbouwer (man of vrouw) die effectief suikerbietplanter is en over een plantersnummer beschikt op de dag van de verkiezingen en op dat moment géén 65 jaar is. Er is maar één kandidaat per plan-tersnummer toegelaten.

3) Wie mag kiezen?Elke suikerbietplanter die een plantersnummer heeft kan stemmen. Om praktische redenen wordt toegestaan dat inwonende gezinsle-den van de planter en/of actieve vennoten van het bedrijf die de vergadering bijwonen een stem mogen uitbrengen in plaats van de planter, in zover hij of zij daadwerkelijk meehelpt op het bedrijf. Inwonende ouders worden steeds als helpers aanzien. Er kan nooit meer dan één stem per plantersnummer uitgebracht worden.

4) Aantal mandaten?Het gewestelijk bestuur bestaat uit minimum zeven en maximum twintig leden. Het verkozen gewestbestuur kan nadien met een 2/3de meerderheid van de stemmen maximum twee bijkomende bestuurders coöpteren.

5) Voordracht kandidatenAl de suikerbietplanters die aan de voorwaarden voldoen kunnen hun kandidatuur schriftelijk overmaken aan het secretariaat. De kandidatuur moet voor 31 december 2018 opgestuurd worden aan de secretaris Eric Van Dijck – Fijnestraat 25 – 1741 Wambeek of naar [email protected]. Faxen kan niet. Vervolgens wordt de kandidatenlijst opgemaakt en zal deze op de jaarlijkse voorjaarsvergadering voorgelegd worden, ofwel ter goed-keuring, ofwel ter stemming (naargelang er evenveel, minder of meer kandidaten zijn dan te verkiezen plaatsen).

6) En verder …Na de verkiezing van de bestuursleden en de eventuele coöptatie van maximum twee bijkomende bestuursleden, duiden de bestuurs-leden van de Gewestelijke Verbonden een voorzitter en een onder-voorzitter aan en duiden ze hun afgevaardigden aan in de Algemene Vergadering van het Coördinatiecomité Vlaanderen vzw.

ModelformulierElke suikerbietplanter die mee de werking van de Gewestelijke Verbonden wil vorm geven moet zich vóór 31 december 2018 schrif-telijk kandidaat stellen, hetzij per post, hetzij via E-mail. Faxen kan niet!

Indeling Gewestelijke Verbonden Coco Vlaanderen1) gewestelijk verbond Veurne - Diksmuide: de gemeenten De Panne, Veurne, Koksijde, Alveringem, Lo-Reninge, Nieuwpoort, Vleteren, Diksmuide, Gistel, Hooglede, Houhulst, Koekelare, Kortemark, Lichtervelde, Middelkerke, Oostende, Staden en Noord-Frankrijk. 2) gewestelijk verbond Ieper – Poperinge: de gemeenten Ieper, Langemark-Poelkapelle, Wervik, Zonnebeke, Heuvelland, Mesen en Poperinge. 3) gewestelijk verbond Kortrijk – Midden West-Vlaanderen: de gemeenten Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Waregem, Zwevegem, Spiere-Helkijn, Lendelede, Menen, Wevelgem, Kortrijk, Anzegem, Avelgem, Dentergem, Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Moorslede, Oostrozebeke, Pittem, Roeselare, Tielt, Wielsbeke en Wingene.

4) gewestelijk verbond Brugse en Eeklose Polders: de gemeenten Damme, Knokke-Heist, Bredene, De Haan, Jabbeke, Oudenburg, Blankenberge, Brugge, Zuienkerke, Assenede, Evergem, Kaprijke, Lovendegem, Zomergem, Maldegem en Sint-Laureins. 5) gewestelijk verbond Kieldrecht – Moerbeke: de gemeenten Beveren, Sint-Gillis-Waas, Zwijndrecht, Kruibeke, Moerbeke, Gent, Wachtebeke, Zelzate, Lokeren, Stekene, Zele, de provincie Antwerpen en Zuid-Nederland.6) gewestelijk verbond Oudenaarde – Zuid-Oost-Vlaanderen: de gemeenten Aalter, Deinze, Zulte, Gavere, Zingem, Horebeke, Zwalm, Kluisbergen, Kruishoutem, Merelbeke, Sint-Lievens-Houtem, Oosterzele, Wetteren, Oudenaarde, Wortegem-Petegem, Zottegem, Brakel, Geraardsbergen, Lierde, Maarkedal, Ronse, Haaltert, Herzele en Ninove. 7) gewestelijk verbond Vlaams-Brabant: de gemeenten in Vlaams-Brabant. n

Gezocht: gemotiveerde bestuursleden

www.lgseeds.be

ANAPOLIS WINTERTARWE

3 JAAR NA ELKAAR HET GROOTSTE RAS

IN BELGIËLCG 2018

LEEM EN ZANDLEEM:10.998 KG/HA

KUSTPOLDER:13.073 KG/HA ZEER GOEDE RESISTENTIE

TEGEN GELE ROEST EN FUSARIUM

50631_adv_Anapolis.indd 1 5/09/18 14:55

Ondergetekende,

Naam: .....................................................................................................

...................................................................................................................

Volledig adres: .....................................................................................

...................................................................................................................

Geboortedatum: ..................................................................................

GSM: ........................................................................................................

Email: ......................................................................................................

Plantersnummer Iscal: .......................................................................

stelt zich kandidaat voor een mandaat van bestuurslid van het

Gewestelijk Verbond

van ...........................................................................................................

Datum: ....................................................................................................

Handtekening: .....................................................................................

Page 4: Bietplanter - CBB · len volop in beweging. We zetten alles even op een rijtje. Uitzonderingen voor noodsituaties Het Bieteninstituut diende een omstandig dossier in voor een 120-dagenregeling

De voorbereiding van de suikerbietcampagne 2018 draait op volle toeren. Planters krijgen hun planning in de bus, de fabrieken worden voorbe-reid op een feilloos campagneverloop en aan de receptie-installaties worden, in afspraak met de syndicaten, nog de nodige aanpassingen aange-bracht. De ontwikkelingen in Wanze hebben de voorbereidingen in TS evenwel grondig over-hoop gehaald.

ISCAL – campagne 2018Iscal plant de eerste suikerbietleveringen op 25 september en voor-ziet een campagne van 106 dagen tot 9 januari 2019. Op basis van de derde staalname die plaats had op 2 september wordt er een gemid-delde opbrengst verwacht van 78 ton à 17,25 procent suikergehalte. Zoals het KBIVB aangeeft, zal het gemiddelde gebaseerd zijn op grote regionale verschillen en verschillen tussen percelen.De pulpvraag overtrof opnieuw het verwachte aanbod. Om die reden werd een kleine tot grotere korting doorgevoerd bij enkele catego-rieën van afnemers (occasionele afnemers, gekende doorverkopers). De pulpvergoeding blijft behouden op 4 euro/ton netto geleverde bieten. De schuimaardeheffing van 0,15 euro/ton netto bieten bij niet terug-name van schuimaarde heeft zijn effect niet gemist; de vraag bij de Vlaamse planters lag significant hoger dan de voorgaande jaren. Bij terugname van minstens één vracht van 30 ton schuimaarde kon de heffing ontweken worden! Op de bietenleveringen is het nieuwe Interprofessioneel Akkoord 2018 van toepassing. De grootste wijziging ten opzichte van de voor-gaande jaren is de transportbijdrage voor de bieten die binnen con-tract B zullen geleverd worden (vrijstelling bijdrage tot 64 km). Coco Iscal besliste ook om de premie voor vroege leveringen te verhogen met 1 euro tijdens de eerste week en met een halve euro tijdens de tweede week tot en met 5 oktober.

Suikerbietprijs 2018Niettegenstaande er ten opzichte van 2017 geen wijzigingen aan de prijstabel zijn aangebracht, riskeert de slechte marktsituatie dat de uitbetaalde suikerbietprijs 2018 een flinke duik zal nemen. De Europese Commissie signaleert reeds enkele maanden verkoop-prijzen op de Europese (interne) markt van om en bij 360 euro/ton. Dit betekent dat, als de huidige tendens aanhoudt, de bietenprijs er met ruim 10 procent op achteruit zou kunnen gaan. À de gemiddelde productieverwachting, inclusief de pulpvergoeding, betekent dit een financieel inkomen van ± 2.350 euro/ha, desgevallend te verminde-ren met een grondtarraboete en de bijdrage in de transportkosten voor contract B bij grote afstanden. Bij Iscal wordt 2018 duidelijk het eerste jaar met geen of weinig rendabiliteit!

Campagne 2019Intussen wordt bij de Iscal planters reeds gepolst naar de uitzaai-intenties voor 2019. De voorwaarden blijven identiek. Begin 2018 werd er immers overeengekomen dat het IPA 2018 ook van toepas-sing zou zijn voor 2019.

Hoe de suikermarkt verder zal evolueren is koffiedik kijken. De voor 2018 voorziene Europese productie zou, als gevolg van de droogte, 9 procent lager zijn dan in 2017. Sommige ondernemingen, waaronder Suikerunie, verminderen voor 2019 hun oppervlakte omdat het, met de huidige verwachtingen, geen zin heeft suiker te produceren die niet winstgevend kan afgezet worden. Ook houdt men er een deel van de suiker in stock tot de markt weer aantrekt.

Of de markt zich in 2019 zal herstellen is dus de vraag. In Europa, maar ook wereldwijd, overtreft de productie de consumptie en zijn de stocks torenhoog. De planters houden dan ook best rekening met een ongewijzigde toestand van 2019 ten opzichte van 2018! De beste rendabiliteit zal dan ook gerealiseerd kunnen worden bij een zorgvul-dige afweging van de eigen kostenstructuur ten opzichte van de productie van contract A en B. Het eventueel niet ondertekenen van contract B voor planters op grote afstand van de fabriek in 2019 bete-kent niet dat men deze productierechten verliest. In betere tijden kan men steeds beslissen contract B opnieuw te willen onderschrijven.

Oproep terugbetaling productieheffing 1999 – 2000Bijna twee decennia terug betaalden de toenmalige planters te veel “productieheffing”. Een arrest van het Hof van Justitie van begin 2017 verplicht de terugbetaling ervan. In 2014 gebeurde hetzelfde voor de campagnes 2001 tot 2004.

Afhankelijk van de fabriek waar men destijds leverde zal nu 0,89 tot 1,06 euro per ton quotum waarover men toen beschikte terugbetaald worden; deze bedragen moeten nog definitief bevestigd worden door de FOD Economie.

Om de te veel betaalde heffing aan de juiste personen én op de juiste bankrekening terug te kunnen betalen, verstuurde Iscal bijna 6.000 brieven. Ruim 1.500 ervan geraakten om één of andere reden niet op hun bestemming!

Op de website www.suikerbiet.be kan éénieder de namen terugvin-den van de planters aan wie op vandaag de te veel betaalde produc-tieheffing niet kan teruggestort worden bij gebrek aan voldoende contactgegevens. Bent u één van hen, of weet u meer over één of meerdere van hen, dan kan u een email sturen naar [email protected], waarna alles in gereedheid kan gebracht worden voor de terugbetaling.

TS – campagne 2018De start van de campagne heeft heel wat voeten in de aarde! Vooreerst is er het blijvend ongenoegen van de planters met betrek-king tot de té vroege start en de onwil van TS om deze op een gepaste wijze te compenseren door middel van een voldoende ver-hoging van de premies voor vroege leveringen, maar nu is er ook de impact van de blokkering door het FAVV van (een deel van) de pro-ductiesite in Wanze. In Tienen start de campagne sowieso op 19 september (eerste leve-ringen op 18/09). Voor de rasperij in Longchamps lagen er, afhankelijk van de ontwikkelingen in Wanze, verschillende scenario’s op tafel. Aanvankelijk zou de campagne er starten op 24/09, de laatste info duidt nu op een campagnestart op 50 % van de capaciteit op 2/10, waarna vanaf 24/10 overgeschakeld zou worden op 100 %, op voor-waarde van de goedkeuring door het FAVV. Het einde van de cam-pagne zou zich dan situeren rond einde januari!In een brief aan TS heeft het Coördinatiecomité Haspengouw de TS op haar verantwoordelijkheid gewezen wat betreft de aanleiding van de problemen en vraagt zij de gevolgen ervan niet af te wentelen op de planters maar integendeel, deze op een gepaste wijze (financieel, operationeel, of op welke andere aard dan ook) te zullen compense-ren.

Receptie van de bietenWe vermelden nog dat enkele receptierichtlijnen op punt werden gesteld. Om nauwkeuriger te kunnen werken zal voortaan opnieuw een “mes” gebruikt worden voor het verwijderen van rotte en ont-dooide gedeelten van de biet, dit in plaats van de “guillotine”, die alleen nog mag gebruikt worden voor het “ruwe” werk. “Onkruid, aardappelen, koolzaad” wordt voortaan als grondtarra beschouwd waardoor er geen discussie meer zal zijn met betrekking tot de vast-stelling van een “uitzonderlijk hoge onkruidaanwezigheid”, die auto-matisch leidde tot de omzetting van al de plantaardige tarra in grondtarra. Ook werden er duidelijke afspraken gemaakt met betrekking tot de correcties van het suikergehalte ingeval de controleurs opeenvol-gende afwijkingen zouden vaststellen van de toegelaten tolerantie en werd er afgesproken de staalnamevermindering in Tienen te behouden op maximaal 15 procent in plaats van de voorziene 25 procent. n

Eric Van Dijck, Secretaris

4 ISCAL + TS4

Suikerbietcampagnes gaan weldra van start

Iscal start op 25 september, Tienen op 19 september en Longchamps (info 10/09) op 2 oktober (50% capaciteit) en vanaf 24 oktober (100%).

4 PERCEELSINFO4

Het e-loket van het Departement Landbouw en Visserij blijft groeien. Omdat data een steeds belangrijkere rol spelen in de landbouw, wordt het e-loket versterkt met een module waar-

mee iedereen – in de eerste plaats landbouwers maar ook anderen – grafische informatie kan raadplegen over de landbouwpercelen in Vlaanderen. Het zogenaamde Geoloket landbouw bevat voor ieder perceel de informatie van net geen 20 datalagen. Als gebruiker kan je achter de erosiegevoeligheid en fosfaatklasse van een landbouw-grond aangaan, wat interessant kan zijn voor bijvoorbeeld seizoen-pachters, of het verloop van het seizoen volgen aan de hand van de uit satellietbeelden afgeleide vegetatie-index. 2018 is het jaar van de data in de landbouw. Met zijn Geoloket land-bouw kiest het Departement Landbouw en Visserij de vlucht vooruit inzake datagedreven landbouw. Voortaan kan iedereen, landbou-wers maar ook andere geïnteresseerden, online een heleboel data terugvinden van de landbouwpercelen in Vlaanderen. Zo achterhaal je eenvoudig de grondsoort en de teelt die er groeit, of zelfs de teeltrotatie van de voorbije vijf jaar.De gebruiker van een perceel heeft uiteraard het Geoloket niet nodig om dat te achterhalen. In bepaalde situaties, bijvoorbeeld seizoen-spacht, kan een landbouwer wel om die informatie verlegen zitten

voor een ander perceel dan het zijne. Voor de eigen percelen van een landbouwer heeft het Geoloket als verdienste dat het de relevante informatie bundelt. Informatie die voortaan ook beschikbaar is voor ‘buitenstaanders’. De identiteitsgegevens van de gebruiker van een perceel worden voor alle duidelijkheid niet onthuld.Het aantal informatielagen op het Geoloket dikt aan tot bijna 20 zodat de aangeboden perceelsinformatie bijzonder compleet is: oppervlakte, hoofd- en nateelt, erosieklasse, fosfaatklasse in het kader van het Mestdecreet en zelfs de score van het dichtstbijzijnde MAP-meetpunt, ruimtelijke bestemming, status blijvend grasland, mogelijke overdruk voor natuur (b.v. vogel- of habitatrichtlijngebied), eventueel de aanwezigheid van een teeltvrije zone langs een water-loop, enz. Met de ‘lagenkiezer’-knop kan de gebruiker een andere achtergrondkaart kiezen, of extra informatielagen aanzetten.Het Geoloket landbouw is eenvoudig te vinden op de website www.landbouwvlaanderen.be. Daar meldt een gebruiker zich aan met zijn of haar elektronische identiteitskaart, waarna je de tegel ‘Geoloket landbouw’ aanklikt. Vervolgens kom je terecht op een kaart, uitge-zoomd op Vlaanderen. Door in te zoomen met de ‘plus’-knop of het wieltje van de muis, kan je de landbouwgebruikspercelen van je keuze bekijken. Via de zoekbalk is het ook mogelijk om meteen naar

een specifieke locatie te navigeren. Dat doe je door een (deel)gemeente, adres of de coördinaten in te voeren en vervolgens te klik-ken op het vergrootglas. Zoeken op kadasternummer is ook een mogelijkheid. n

Bron: VILT Beeld: Departement Landbouw en Visserij

Boer én burger krijgen online toegang tot perceelsinfo

Het e-loket van het Departement Landbouw en Visserij blijft groeien.

Jean-Pierre Vandergeten (Voorzitter IIRB en Directeur KBIVB)

Geschiedenis Het IIRB werd opgericht in 1931 in Brussel. Op 5 oktober 1931 werd in Brussel een "beperkte ver-gadering" gehouden, die het IIRB vormde onder impuls van de directeur van de Tiense Raffinade-rij, de heer Berger, en van professor van Ginneken, directeur van het Nederlandse Bieteninstituut. Zij richtten het IIRB op met als doel het samenbrengen van de afgevaardigden van de Europese suikerbietinstituten, een aantal genetici van belangrijke zaadhuizen en wetenschappers gespecia-liseerd in de studie van bodem, meststoffen, chemie, fysiologie en biologie van suikerbieten. De oprichting van het IIRB werd door sommigen beschouwd als "een reddingswerk van de suiker- en de suikerbietenindustrie” (Tien jaar onderzoek aan het Belgisch Instituut voor de verbetering van de biet in Tienen van 1932 tot 1941, L. Decoux (1945)) . De vergadering kwam dan elk jaar in janu-ari bijeen. In 1939 had het IIRB al 123 leden uit 18 Europese en overzeese landen. Na de Tweede Wereldoorlog versterkte het IIRB haar structuur en werd het in 1952 officieel een vzw.

Huidige structuur en missies Het IIRB telt vandaag 376 leden waarvan 1/3 onderzoekers uit 21 verschillende bietenproducerende landen. België is het op twee na grootste land in termen van ledenaantal, met 52 leden die aangesloten zijn bij het IIRB. Dit maakt het een belangrijk steunverlenend land. De Raad van Bestuur bestaat uit een tiental mensen. Barbara Manderyck vertegenwoordigt België en Jean-Pierre Vandergeten zetelt gedurende 2 jaar als voorzitter. Een Wetenschappelijk Comité

“Scientific Advisory Committee” (SAC) en 8 werkgroepen vormen de echte basis van het instituut. Stephanie Kluth, algemeen secretaris, verzorgt de coördinatie van de vzw. Het IIRB heeft tot doel de kennisoverdracht en de netwerkvorming tussen wetenschappers en suikerbietentelers te bevorderen om de productie te verbeteren.

76ste Congres IIRB 2018 Het congres werd gehouden van 5 tot 7 juni in Deauville. Het bracht 350 mensen uit 21 verschil-lende landen samen: onderzoeksinstituten, fabrikanten, producenten, suikerbietplanters, verte-genwoordigers van de fytosanitaire sector, meststoffen en bietenmachines. Dit is het record van aantal deelnames in de afgelopen 20 jaar. Dit congres vond plaats in een bijzondere context, met het einde van het suikerbietquotum en een steeds restrictievere Europese regelgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen. Iedereen is er zich terdege van bewust dat de hele sector onder druk staat en voor zeer belangrijke economi-sche en technische uitdagingen staat die ons herinneren aan de situatie die aan de basis lag van de oprichting van het IIRB in 1931! Onderzoeksinstituten, wetenschappers en de actoren van onze sector hebben echter aangetoond dat zij over middelen beschikken, dat ze het hoofd niet

Foto 1. Leden van het Institut International de Recherches Betteravières tijdens hun 9de Vergade-

Figuur 1 : Organigram van het IIRB

Het IIRB (Institut International de Recherches Betteravières) en zijn congres in Deauville, Frankrijk

Page 5: Bietplanter - CBB · len volop in beweging. We zetten alles even op een rijtje. Uitzonderingen voor noodsituaties Het Bieteninstituut diende een omstandig dossier in voor een 120-dagenregeling

KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT TOT VERBETERING VAN DE BIET VZW

PVBC - PROGRAMMA VOORLICHTING BIET CICHOREI, IN HET KADER VAN DE PRAKTIJKCENTRARubriek opgesteld en medegedeeld onder de verantwoordelijkheid van het KBIVB, J.-P. Vandergeten Directeur KBIVB, met de financiële steun van de Vlaamse overheid.

Molenstraat 45, B-3300 Tienen - [email protected] - www.irbab-kbivb.be

De suikerbiet en haar teelttechniek

5

Jean-Pierre Vandergeten (Voorzitter IIRB en Directeur KBIVB)

Geschiedenis Het IIRB werd opgericht in 1931 in Brussel. Op 5 oktober 1931 werd in Brussel een "beperkte ver-gadering" gehouden, die het IIRB vormde onder impuls van de directeur van de Tiense Raffinade-rij, de heer Berger, en van professor van Ginneken, directeur van het Nederlandse Bieteninstituut. Zij richtten het IIRB op met als doel het samenbrengen van de afgevaardigden van de Europese suikerbietinstituten, een aantal genetici van belangrijke zaadhuizen en wetenschappers gespecia-liseerd in de studie van bodem, meststoffen, chemie, fysiologie en biologie van suikerbieten. De oprichting van het IIRB werd door sommigen beschouwd als "een reddingswerk van de suiker- en de suikerbietenindustrie” (Tien jaar onderzoek aan het Belgisch Instituut voor de verbetering van de biet in Tienen van 1932 tot 1941, L. Decoux (1945)) . De vergadering kwam dan elk jaar in janu-ari bijeen. In 1939 had het IIRB al 123 leden uit 18 Europese en overzeese landen. Na de Tweede Wereldoorlog versterkte het IIRB haar structuur en werd het in 1952 officieel een vzw.

Huidige structuur en missies Het IIRB telt vandaag 376 leden waarvan 1/3 onderzoekers uit 21 verschillende bietenproducerende landen. België is het op twee na grootste land in termen van ledenaantal, met 52 leden die aangesloten zijn bij het IIRB. Dit maakt het een belangrijk steunverlenend land. De Raad van Bestuur bestaat uit een tiental mensen. Barbara Manderyck vertegenwoordigt België en Jean-Pierre Vandergeten zetelt gedurende 2 jaar als voorzitter. Een Wetenschappelijk Comité

“Scientific Advisory Committee” (SAC) en 8 werkgroepen vormen de echte basis van het instituut. Stephanie Kluth, algemeen secretaris, verzorgt de coördinatie van de vzw. Het IIRB heeft tot doel de kennisoverdracht en de netwerkvorming tussen wetenschappers en suikerbietentelers te bevorderen om de productie te verbeteren.

76ste Congres IIRB 2018 Het congres werd gehouden van 5 tot 7 juni in Deauville. Het bracht 350 mensen uit 21 verschil-lende landen samen: onderzoeksinstituten, fabrikanten, producenten, suikerbietplanters, verte-genwoordigers van de fytosanitaire sector, meststoffen en bietenmachines. Dit is het record van aantal deelnames in de afgelopen 20 jaar. Dit congres vond plaats in een bijzondere context, met het einde van het suikerbietquotum en een steeds restrictievere Europese regelgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen. Iedereen is er zich terdege van bewust dat de hele sector onder druk staat en voor zeer belangrijke economi-sche en technische uitdagingen staat die ons herinneren aan de situatie die aan de basis lag van de oprichting van het IIRB in 1931! Onderzoeksinstituten, wetenschappers en de actoren van onze sector hebben echter aangetoond dat zij over middelen beschikken, dat ze het hoofd niet

Foto 1. Leden van het Institut International de Recherches Betteravières tijdens hun 9de Vergade-

Figuur 1 : Organigram van het IIRB

Het IIRB (Institut International de Recherches Betteravières) en zijn congres in Deauville, Frankrijk

Page 6: Bietplanter - CBB · len volop in beweging. We zetten alles even op een rijtje. Uitzonderingen voor noodsituaties Het Bieteninstituut diende een omstandig dossier in voor een 120-dagenregeling

6

laten hangen en dat zij in staat zijn deze uitdagingen in een snel veranderende wereld aan te gaan. In deze context is het IIRB een uitzonderlijk instrument dat in de komende jaren gehand-haafd en zelfs versterkt moet worden.

In zijn openingstoespraak benadrukte de voorzitter het toenemende aantal regelgevingen en de steeds strengere eisen inzake gewasbeschermingsmiddelen. We denken dan natuurlijk aan de neonicotinoïden. Ondanks het geringe risico van deze producten in suikerbieten vanwege de onaantrekkelijkheid van dit gewas voor bestuivers, de lage dosering, de gerichte werking en de wetenschappelijke argumenten die herhaaldelijk naar voren zijn gebracht door de onderzoeksin-stituten die door CIBE en CEFS zijn aangehaald, werd door Europa geen rekening gehouden met een uitzondering voor suikerbieten. Zonder eventuele nationale uitzonderingen betekent dit dat de landbouwers gebruik zullen maken van oude goedgekeurde producten die door middel van bespuiting worden toegediend. Bladluizen die virale vergelingsziekte overdragen hebben resis-tentie ontwikkeld tegen deze producten, wat hun werking zal beperken. Het is algemeen bekend dat deze producten eveneens een hoger risico inhouden voor zowel bestuivers als mensen. Voor de voorzitter is dit verbod op neonicotinoïden op Europees niveau slechts het "topje van de ijs-berg"! Niet alleen thiram dreigt te worden verboden, maar ook werkzame stoffen zoals fenmedi-fam en desmedifam. Deze laatste werkzame stoffen vormen de basis van onze onkruidbestrij-dingssystemen. In de komende jaren zullen verschillende gewasbeschermingsmiddelen die we momenteel gebruiken waarschijnlijk op de EU-lijst als kandidaat voor substitutie komen te staan en zullen ze het zeer strenge herregistratieproces moeten ondergaan overeenkomstig de EU-verordening 1107/2009. Veel van deze producten lopen risico en zouden verboden kunnen wor-den. Om de risico's te beperken, zal een nauwe samenwerking tussen onderzoeksinstituten essen-tieel zijn om wetenschappelijke en objectieve informatie te verstrekken en aan de leden van onze sector en de politieke beleidsmakers mee te delen. Het is ook duidelijk dat de sector moet antici-peren en naar alternatieve oplossingen moet zoeken. Maar de zoektocht naar alternatieven vergt tijd, personeel en financiële middelen. En laten we hopen dat in de toekomst wetenschap en fei-ten weer de basis van de besluiten zullen vormen en niet alleen door emotie geleide meningen in publieke debatten! In dit opzicht heeft het IIRB een uiterst belangrijke rol te spelen! Het congres was opgebouwd uit 6 sessies:

• De Franse suikerbietensector: technische focus en maatschappelijke perceptie van voor-uitgang

• Opbrengstverhoging door het verzamelen van gegevens • Verbetering van de bodemgezondheid en veerkracht in de rotatie met suikerbiet • Omgaan met de huidige en toekomstige uitdagingen inzake insecten, ziekten en onkruid • Open sessie • Postersessie

De openingssessie Tijdens de openingssessie legde Frankrijk als gastland de focus op de technische vooruitgang van zijn suikerbietensector en de maatschappelijke perceptie ervan. Anne-Laure Marteau, vertegen-woordiger van de regio Normandië, verwelkomde de deelnemers en bevestigde haar politieke steun voor onderzoek en innovatie in de landbouw. Eric Lainé, vice-voorzitter van de “Association Interprofessionnelle de la Betterave et du Sucre” (AIBS) gaf toelichting bij de specifieke kenmer-ken van de Franse suikerbietensector en wees op de nieuwe uitdagingen van het postquotumtijd-perk. De voortdurende inspanningen van het ITB om de bietenproductiviteit te verbeteren door middel van onderzoek en innovatie werden uiteengezet door de voorzitter, Alexandre Quillet. Algemeen directeur van het ITB, Vincent Laudinat, stelde de belangrijkste onderzoeksprogram-ma’s voor waarbij het ITB betrokken is: AKER en SYPPRE. AKER is een gezamenlijk onderzoek ge-richt op de uitbreiding van genetische diversiteit en de beschikbaarheid daarvan voor rasselectie. Bruno Desprez, voorzitter van AKER, lichtte de voortgang van dit onderzoeksproject toe. De sessie werd afgesloten met een opmerkelijke toespraak van Christian Huyghe, wetenschappelijk direc-teur van landbouw aan het Institut National de Recherche Agricole. Hij analyseerde de verande-ring in de maatschappelijke perceptie inzake technische vooruitgang. Vandaag de dag worden wetenschap en wetenschappelijke expertise vaak bekritiseerd en kan men een opkomst van "wetenschappelijk populisme" waarnemen. Technische sessies Het verzamelen en beheren van een grote hoeveelheid data (Big Data) wordt een steeds belang-rijker onderwerp. Het vereist een grote technische capaciteit, maar genereert grote databanken en kan resistentiebeheer bij rasselectie vergemakkelijken. Een ander belangrijk punt dat tijdens dit congres aan bod kwam, was de verbetering van de op-brengsten door middel van dataverzameling via sensoren. Er was ook een sessie gericht op de verbetering van de bodemgezondheid en veerkracht in rotatie met suikerbieten. Onder voorzitterschap van Herbert Eigner (ARIC, Oostenrijks Instituut) hebben de sprekers tijdens deze sessie veel actuele onderwerpen behandeld, zoals irrigatie, watertekort, bietenpopulaties en de rol van tussenteelt in de rotatie. Bestrijding van plagen en ziekten is een grote uitdaging voor de toekomst. Tijdens een sessie gecoördineerd door Mark Stevens (BBRO, Engels Instituut) en Mark Varrelmann (IFZ, Duits Insti-tuut), respectievelijk voorzitter en vicevoorzitter van de werkgroep plagen en ziekten bij het IIRB, werd een update gegeven van de huidige plaag-, ziekte- en onkruidbestrijdingsmethoden. De

belangrijkste onderwerpen waren cercospora, een van de belangrijkste bladziekten bij bieten, en virale ziekten. André Wauters stelde de resultaten voor van een zeer grondig onderzoek naar een nieuwe bacteriële ziekte die een verandering in de kleur van de bladeren veroorzaakt (“silver beets”).

De neonicotinoïden en de zoektocht naar alternatieven Het Europese politieke besluit om neonicotinoïden eenzijdig te verbieden voor alle gewassen zou de verspreiding van virale vergelingsziekte in suikerbieten aanzienlijk moeten vergroten. Ondanks het uiterst beperkte risico bij het gebruik van neonicotinoïden in suikerbieten voor bestuivers als gevolg van de onaantrekkelijkheid van het gewas, de lage dosering en de veilige toepassing in de zaadomhulling, konden de wetenschappelijke argumenten van de onderzoeksinstituten een ver-bod niet verhinderen. Dit zal de boeren aanzetten om oude werkzame stoffen te gebruiken voor-namelijk door middel van besproeiing. Deze hebben een hoger risico, een mindere werkzaamheid door de resistentie die bladluizen ontwikkelen en een verminderde werkzaamheid tegen bodem-plagen. En nauwere samenwerking tussen instituten is van essentieel belang om objectieve we-tenschappelijke informatie te verkrijgen en deze door te geven aan de sector en het beleid. Een vergadering van deskundigen van het IIRB, die vlak voor het congres werd gehouden, had tot doel de krachten te bundelen om alternatieve strategieën te vinden voor de bestrijding van virussen, overgedragen door bladluizen en om de opbrengsten op peil te houden ondanks een beperkt aantal beschikbare gewasbeschermingsmiddelen. Resistentie Naast de mogelijke risico’s bij het afschaffen van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen, stelt men een toename vast in de resistentie van insecten, onkruiden en schimmels die bladziekten veroorzaken met betrekking tot bepaalde producten. Barbara Manderyck, voorzitter van de plan-tenbeschermingsgroep, heeft de presentaties van het IIRB seminarie 2017 over de ALS technolo-gie (bieten resistent tegen sulfonylurea) samengevat. Deze technologie biedt goede vooruitzich-ten maar moet verstandig gebruikt worden om de ontwikkeling van onkruidresistentie te voorko-men.

Tijdens de open sessie werden verschillende actuele aspecten van de suikerbietenteelt aangekaart die een opbrengstverhoging mogelijk zouden moeten maken dankzij een efficiëntere genetica, een betere bewaring van geactiveerd zaad en een verbetering van de wortelopslag na de oogst om suikerverliezen tijdens de bewaring te minimaliseren. Tijdens de twee postersessies werd een aanzienlijk aantal onderwerpen besproken. Proficiat aan de Franse collega's voor de organisatie van dit congres !

Adviezen in verband met de rooi Ronald Euben (KBIVB vzw) Droog, droger, droogst is een goede samenvatting van het groeiseizoen tot nu toe. Het ziet er ook niet meteen naar uit dat de weersomstandigheden ineens zullen omslaan. Dit wil zeggen dat het begin van de rooicampagne op de meeste plaatsen waarschijnlijk in erg droge en harde omstan-digheden zal plaatsvinden. We herhalen nog snel enkele aanbevelingen.

Rooidiepte en reiniging • Bij droge en harde omstandigheden beperk je de rijsnelheid en rooi je diep genoeg, in

functie van de mogelijkheden van de machines. Doe dit om zo weinig mogelijk wortel-breuk te veroorzaken. Wanneer de omstandigheden vochtiger worden, kan je de rooi-diepte beperken tot zo’n 3 à 4 cm;

• Geef de voorkeur aan alternerende rooischaren ipv schijven, vooral bij extreme weersom-standigheden. De verschillen tussen rooischaren en oppelwielen zijn dan weer minder groot. Bij vochtiger omstandigheden laten oppelwielen een iets lagere grondtarra toe dan rooischaren maar in droge omstandigheden zijn rooischaren performanter. Techni-sche verschillen tussen machines leiden echter niet altijd tot betere resultaten. De belang-rijkste factor in het rooiproces is de kennis en ervaring van de chauffeur;

• Door de droge omstandigheden zal in veel gevallen weinig grondtarra aanwezig zijn. Verminder in dat geval de snelheid van de zeefraderen. Indien mogelijk kan je ook probe-ren om wat grond op de eerste reinigingsraderen of -rollen te houden door de openingen tussen geleidingsijzer en de zeefraderen te verkleinen. Meer grond in de machine bete-kent minder wortelbreuk.

Vroege vs. late rooi Later in het seizoen moet de aandacht gevestigd worden op een kwalitatieve bewaring. Als de droogte blijft aanhouden, zijn de afstellingen niet zo moeilijk. Wordt het daarentegen natter, dan moeten de afstellingen gewijzigd worden. Indien de hoop afgedekt wordt met een Toptex-zeil, zal reiniger een groot deel van de nog aanwezige grondtarra kunnen verwijderen. Belangrijke vereis-te is dat de grondtarra moet ingedroogd zijn voor een goede werking, vandaar het belang van afdekking met Toptex. Probeer dus niet om de laatste kilo aarde bij de rooi te verwijderen, want zo zullen de bieten beschadigd worden. Vuistregel voor een goede bewaring is: weinig kwetsuren

aan de biet en een goede verluchting van de bietenhoop. Zoek dus het goede evenwicht tussen reiniging en aanwezigheid van grond- en looftarra.

Ontkoppen of niet? De Tiense Suikerraffinaderij vraagt micro-ontkopte bieten. Regel in dat geval de ontbladeraar voldoende hoog (net boven de hoogste bieten) en laat de (micro-)ontkoppers het werk doen. Een door de ontbladeraar geraakte biet is altijd te diep ontkopt! De nieuwe micro-ontkoppers werken nauwkeuriger dan de oude generatie ontkoppers. Maar dat wil niet zeggen dat de oude ontkop-pers niet meer bruikbaar zijn. Ook hier is de kennis en ervaring van de chauffeur een belangrijkere factor dan de technische uitrusting. Iscal Sugar vraagt ontkopte bieten. In dat geval is er meer marge voor een correcte afstelling. Controleer op ieder nieuw perceel de afstellingen van de ont-kopper. Stop de machine en ga kijken naar de bieten die ontkopt maar nog niet gerooid zijn. De diepte van ontkopping heeft slechts een beperkte invloed op de kwaliteit van de bewaring zolang de bieten niet te diep gekopt zijn. De bladhergroei die soms waargenomen kan worden bij micro-ontkopte of hele bieten, veroorzaakt geen grote suikerverliezen. Grote snijvlakken daarentegen zijn ingangspoorten voor bewaarziektes. Als er erg veel bladresten aanwezig zijn, verhinderen deze een goede verluchting van de hoop.

Ligging van de hoop en reinigers Hou bij het aanmaken van de bietenhoop rekening met de machine die gebruikt wordt bij het laden. Bij gebruik van reinigers met opnametafel moet de breedte van de hoop steeds minimum 0.5m minder zijn dan de breedte van de opnametafel. Vermijd diepe wielsporen onder de hoop, deze veroorzaken aanzienlijke verliezen. Vermijd veel draaien en keren op de plaats waar de hoop komt te liggen. 1 m³ wielspoor komt overeen met 600 kg biet. Leg de hoop aan op een gestabili-seerde oppervlakte, bijvoorbeeld een met gras ingezaaide ruimte. In vochtige omstandigheden kunnen wielsporen onder de hoop vermeden worden door een machine met zijdelingse afvoer. Zo rijden er geen machines in de ruimte waar de opnametafel de bieten opneemt.

TIP: probeer als landbouwer steeds aanwezig te zijn bij de rooi. Zo kan je de afstellingen mee opvolgen en kan je nog bijsturen indien nodig. Met twee zie je altijd meer dan alleen!

Meer informatie hieromtrent vindt u op onze website: www.kbivb.be.

Foto 1. voor- en nadelen van oppelwielen of rooischaren hangen af van de weersomstandigheden. Kennis en ervaring van chauffeur is belangrijkere factor

Foto 2. Wanneer de omstandigheden natter worden, kan de afstand tussen geleidingsrekken en reinigingszonnen vergroot worden, varkensstaarten en/of zonnen met grotere spijlafstanden gemonteerd worden.

Foto 3. Heel belangrijk voor een goede bewaring is een goede ventilatie in de hoop. Zo loopt de temperatuur niet op en wordt de hoop droog. Erg veel bladresten of grondtarra beperkt een goe-de luchtdoorstroming

Foto 4. De beste manier om de ontkopping te beoordelen is om te stoppen, en achteruit te rijden. Zo zie je wat er gebeurt met een hoog of laag staande biet en kan er eventueel bijgestuurd wor-den. Bekijk ook de bieten in de hoop want laterale, loshangende bladeren worden ook nog verwij-derd door de rooier en eventueel de reiniger

Page 7: Bietplanter - CBB · len volop in beweging. We zetten alles even op een rijtje. Uitzonderingen voor noodsituaties Het Bieteninstituut diende een omstandig dossier in voor een 120-dagenregeling

7

laten hangen en dat zij in staat zijn deze uitdagingen in een snel veranderende wereld aan te gaan. In deze context is het IIRB een uitzonderlijk instrument dat in de komende jaren gehand-haafd en zelfs versterkt moet worden.

In zijn openingstoespraak benadrukte de voorzitter het toenemende aantal regelgevingen en de steeds strengere eisen inzake gewasbeschermingsmiddelen. We denken dan natuurlijk aan de neonicotinoïden. Ondanks het geringe risico van deze producten in suikerbieten vanwege de onaantrekkelijkheid van dit gewas voor bestuivers, de lage dosering, de gerichte werking en de wetenschappelijke argumenten die herhaaldelijk naar voren zijn gebracht door de onderzoeksin-stituten die door CIBE en CEFS zijn aangehaald, werd door Europa geen rekening gehouden met een uitzondering voor suikerbieten. Zonder eventuele nationale uitzonderingen betekent dit dat de landbouwers gebruik zullen maken van oude goedgekeurde producten die door middel van bespuiting worden toegediend. Bladluizen die virale vergelingsziekte overdragen hebben resis-tentie ontwikkeld tegen deze producten, wat hun werking zal beperken. Het is algemeen bekend dat deze producten eveneens een hoger risico inhouden voor zowel bestuivers als mensen. Voor de voorzitter is dit verbod op neonicotinoïden op Europees niveau slechts het "topje van de ijs-berg"! Niet alleen thiram dreigt te worden verboden, maar ook werkzame stoffen zoals fenmedi-fam en desmedifam. Deze laatste werkzame stoffen vormen de basis van onze onkruidbestrij-dingssystemen. In de komende jaren zullen verschillende gewasbeschermingsmiddelen die we momenteel gebruiken waarschijnlijk op de EU-lijst als kandidaat voor substitutie komen te staan en zullen ze het zeer strenge herregistratieproces moeten ondergaan overeenkomstig de EU-verordening 1107/2009. Veel van deze producten lopen risico en zouden verboden kunnen wor-den. Om de risico's te beperken, zal een nauwe samenwerking tussen onderzoeksinstituten essen-tieel zijn om wetenschappelijke en objectieve informatie te verstrekken en aan de leden van onze sector en de politieke beleidsmakers mee te delen. Het is ook duidelijk dat de sector moet antici-peren en naar alternatieve oplossingen moet zoeken. Maar de zoektocht naar alternatieven vergt tijd, personeel en financiële middelen. En laten we hopen dat in de toekomst wetenschap en fei-ten weer de basis van de besluiten zullen vormen en niet alleen door emotie geleide meningen in publieke debatten! In dit opzicht heeft het IIRB een uiterst belangrijke rol te spelen! Het congres was opgebouwd uit 6 sessies:

• De Franse suikerbietensector: technische focus en maatschappelijke perceptie van voor-uitgang

• Opbrengstverhoging door het verzamelen van gegevens • Verbetering van de bodemgezondheid en veerkracht in de rotatie met suikerbiet • Omgaan met de huidige en toekomstige uitdagingen inzake insecten, ziekten en onkruid • Open sessie • Postersessie

De openingssessie Tijdens de openingssessie legde Frankrijk als gastland de focus op de technische vooruitgang van zijn suikerbietensector en de maatschappelijke perceptie ervan. Anne-Laure Marteau, vertegen-woordiger van de regio Normandië, verwelkomde de deelnemers en bevestigde haar politieke steun voor onderzoek en innovatie in de landbouw. Eric Lainé, vice-voorzitter van de “Association Interprofessionnelle de la Betterave et du Sucre” (AIBS) gaf toelichting bij de specifieke kenmer-ken van de Franse suikerbietensector en wees op de nieuwe uitdagingen van het postquotumtijd-perk. De voortdurende inspanningen van het ITB om de bietenproductiviteit te verbeteren door middel van onderzoek en innovatie werden uiteengezet door de voorzitter, Alexandre Quillet. Algemeen directeur van het ITB, Vincent Laudinat, stelde de belangrijkste onderzoeksprogram-ma’s voor waarbij het ITB betrokken is: AKER en SYPPRE. AKER is een gezamenlijk onderzoek ge-richt op de uitbreiding van genetische diversiteit en de beschikbaarheid daarvan voor rasselectie. Bruno Desprez, voorzitter van AKER, lichtte de voortgang van dit onderzoeksproject toe. De sessie werd afgesloten met een opmerkelijke toespraak van Christian Huyghe, wetenschappelijk direc-teur van landbouw aan het Institut National de Recherche Agricole. Hij analyseerde de verande-ring in de maatschappelijke perceptie inzake technische vooruitgang. Vandaag de dag worden wetenschap en wetenschappelijke expertise vaak bekritiseerd en kan men een opkomst van "wetenschappelijk populisme" waarnemen. Technische sessies Het verzamelen en beheren van een grote hoeveelheid data (Big Data) wordt een steeds belang-rijker onderwerp. Het vereist een grote technische capaciteit, maar genereert grote databanken en kan resistentiebeheer bij rasselectie vergemakkelijken. Een ander belangrijk punt dat tijdens dit congres aan bod kwam, was de verbetering van de op-brengsten door middel van dataverzameling via sensoren. Er was ook een sessie gericht op de verbetering van de bodemgezondheid en veerkracht in rotatie met suikerbieten. Onder voorzitterschap van Herbert Eigner (ARIC, Oostenrijks Instituut) hebben de sprekers tijdens deze sessie veel actuele onderwerpen behandeld, zoals irrigatie, watertekort, bietenpopulaties en de rol van tussenteelt in de rotatie. Bestrijding van plagen en ziekten is een grote uitdaging voor de toekomst. Tijdens een sessie gecoördineerd door Mark Stevens (BBRO, Engels Instituut) en Mark Varrelmann (IFZ, Duits Insti-tuut), respectievelijk voorzitter en vicevoorzitter van de werkgroep plagen en ziekten bij het IIRB, werd een update gegeven van de huidige plaag-, ziekte- en onkruidbestrijdingsmethoden. De

belangrijkste onderwerpen waren cercospora, een van de belangrijkste bladziekten bij bieten, en virale ziekten. André Wauters stelde de resultaten voor van een zeer grondig onderzoek naar een nieuwe bacteriële ziekte die een verandering in de kleur van de bladeren veroorzaakt (“silver beets”).

De neonicotinoïden en de zoektocht naar alternatieven Het Europese politieke besluit om neonicotinoïden eenzijdig te verbieden voor alle gewassen zou de verspreiding van virale vergelingsziekte in suikerbieten aanzienlijk moeten vergroten. Ondanks het uiterst beperkte risico bij het gebruik van neonicotinoïden in suikerbieten voor bestuivers als gevolg van de onaantrekkelijkheid van het gewas, de lage dosering en de veilige toepassing in de zaadomhulling, konden de wetenschappelijke argumenten van de onderzoeksinstituten een ver-bod niet verhinderen. Dit zal de boeren aanzetten om oude werkzame stoffen te gebruiken voor-namelijk door middel van besproeiing. Deze hebben een hoger risico, een mindere werkzaamheid door de resistentie die bladluizen ontwikkelen en een verminderde werkzaamheid tegen bodem-plagen. En nauwere samenwerking tussen instituten is van essentieel belang om objectieve we-tenschappelijke informatie te verkrijgen en deze door te geven aan de sector en het beleid. Een vergadering van deskundigen van het IIRB, die vlak voor het congres werd gehouden, had tot doel de krachten te bundelen om alternatieve strategieën te vinden voor de bestrijding van virussen, overgedragen door bladluizen en om de opbrengsten op peil te houden ondanks een beperkt aantal beschikbare gewasbeschermingsmiddelen. Resistentie Naast de mogelijke risico’s bij het afschaffen van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen, stelt men een toename vast in de resistentie van insecten, onkruiden en schimmels die bladziekten veroorzaken met betrekking tot bepaalde producten. Barbara Manderyck, voorzitter van de plan-tenbeschermingsgroep, heeft de presentaties van het IIRB seminarie 2017 over de ALS technolo-gie (bieten resistent tegen sulfonylurea) samengevat. Deze technologie biedt goede vooruitzich-ten maar moet verstandig gebruikt worden om de ontwikkeling van onkruidresistentie te voorko-men.

Tijdens de open sessie werden verschillende actuele aspecten van de suikerbietenteelt aangekaart die een opbrengstverhoging mogelijk zouden moeten maken dankzij een efficiëntere genetica, een betere bewaring van geactiveerd zaad en een verbetering van de wortelopslag na de oogst om suikerverliezen tijdens de bewaring te minimaliseren. Tijdens de twee postersessies werd een aanzienlijk aantal onderwerpen besproken. Proficiat aan de Franse collega's voor de organisatie van dit congres !

Adviezen in verband met de rooi Ronald Euben (KBIVB vzw) Droog, droger, droogst is een goede samenvatting van het groeiseizoen tot nu toe. Het ziet er ook niet meteen naar uit dat de weersomstandigheden ineens zullen omslaan. Dit wil zeggen dat het begin van de rooicampagne op de meeste plaatsen waarschijnlijk in erg droge en harde omstan-digheden zal plaatsvinden. We herhalen nog snel enkele aanbevelingen.

Rooidiepte en reiniging • Bij droge en harde omstandigheden beperk je de rijsnelheid en rooi je diep genoeg, in

functie van de mogelijkheden van de machines. Doe dit om zo weinig mogelijk wortel-breuk te veroorzaken. Wanneer de omstandigheden vochtiger worden, kan je de rooi-diepte beperken tot zo’n 3 à 4 cm;

• Geef de voorkeur aan alternerende rooischaren ipv schijven, vooral bij extreme weersom-standigheden. De verschillen tussen rooischaren en oppelwielen zijn dan weer minder groot. Bij vochtiger omstandigheden laten oppelwielen een iets lagere grondtarra toe dan rooischaren maar in droge omstandigheden zijn rooischaren performanter. Techni-sche verschillen tussen machines leiden echter niet altijd tot betere resultaten. De belang-rijkste factor in het rooiproces is de kennis en ervaring van de chauffeur;

• Door de droge omstandigheden zal in veel gevallen weinig grondtarra aanwezig zijn. Verminder in dat geval de snelheid van de zeefraderen. Indien mogelijk kan je ook probe-ren om wat grond op de eerste reinigingsraderen of -rollen te houden door de openingen tussen geleidingsijzer en de zeefraderen te verkleinen. Meer grond in de machine bete-kent minder wortelbreuk.

Vroege vs. late rooi Later in het seizoen moet de aandacht gevestigd worden op een kwalitatieve bewaring. Als de droogte blijft aanhouden, zijn de afstellingen niet zo moeilijk. Wordt het daarentegen natter, dan moeten de afstellingen gewijzigd worden. Indien de hoop afgedekt wordt met een Toptex-zeil, zal reiniger een groot deel van de nog aanwezige grondtarra kunnen verwijderen. Belangrijke vereis-te is dat de grondtarra moet ingedroogd zijn voor een goede werking, vandaar het belang van afdekking met Toptex. Probeer dus niet om de laatste kilo aarde bij de rooi te verwijderen, want zo zullen de bieten beschadigd worden. Vuistregel voor een goede bewaring is: weinig kwetsuren

aan de biet en een goede verluchting van de bietenhoop. Zoek dus het goede evenwicht tussen reiniging en aanwezigheid van grond- en looftarra.

Ontkoppen of niet? De Tiense Suikerraffinaderij vraagt micro-ontkopte bieten. Regel in dat geval de ontbladeraar voldoende hoog (net boven de hoogste bieten) en laat de (micro-)ontkoppers het werk doen. Een door de ontbladeraar geraakte biet is altijd te diep ontkopt! De nieuwe micro-ontkoppers werken nauwkeuriger dan de oude generatie ontkoppers. Maar dat wil niet zeggen dat de oude ontkop-pers niet meer bruikbaar zijn. Ook hier is de kennis en ervaring van de chauffeur een belangrijkere factor dan de technische uitrusting. Iscal Sugar vraagt ontkopte bieten. In dat geval is er meer marge voor een correcte afstelling. Controleer op ieder nieuw perceel de afstellingen van de ont-kopper. Stop de machine en ga kijken naar de bieten die ontkopt maar nog niet gerooid zijn. De diepte van ontkopping heeft slechts een beperkte invloed op de kwaliteit van de bewaring zolang de bieten niet te diep gekopt zijn. De bladhergroei die soms waargenomen kan worden bij micro-ontkopte of hele bieten, veroorzaakt geen grote suikerverliezen. Grote snijvlakken daarentegen zijn ingangspoorten voor bewaarziektes. Als er erg veel bladresten aanwezig zijn, verhinderen deze een goede verluchting van de hoop.

Ligging van de hoop en reinigers Hou bij het aanmaken van de bietenhoop rekening met de machine die gebruikt wordt bij het laden. Bij gebruik van reinigers met opnametafel moet de breedte van de hoop steeds minimum 0.5m minder zijn dan de breedte van de opnametafel. Vermijd diepe wielsporen onder de hoop, deze veroorzaken aanzienlijke verliezen. Vermijd veel draaien en keren op de plaats waar de hoop komt te liggen. 1 m³ wielspoor komt overeen met 600 kg biet. Leg de hoop aan op een gestabili-seerde oppervlakte, bijvoorbeeld een met gras ingezaaide ruimte. In vochtige omstandigheden kunnen wielsporen onder de hoop vermeden worden door een machine met zijdelingse afvoer. Zo rijden er geen machines in de ruimte waar de opnametafel de bieten opneemt.

TIP: probeer als landbouwer steeds aanwezig te zijn bij de rooi. Zo kan je de afstellingen mee opvolgen en kan je nog bijsturen indien nodig. Met twee zie je altijd meer dan alleen!

Meer informatie hieromtrent vindt u op onze website: www.kbivb.be.

Foto 1. voor- en nadelen van oppelwielen of rooischaren hangen af van de weersomstandigheden. Kennis en ervaring van chauffeur is belangrijkere factor

Foto 2. Wanneer de omstandigheden natter worden, kan de afstand tussen geleidingsrekken en reinigingszonnen vergroot worden, varkensstaarten en/of zonnen met grotere spijlafstanden gemonteerd worden.

Foto 3. Heel belangrijk voor een goede bewaring is een goede ventilatie in de hoop. Zo loopt de temperatuur niet op en wordt de hoop droog. Erg veel bladresten of grondtarra beperkt een goe-de luchtdoorstroming

Foto 4. De beste manier om de ontkopping te beoordelen is om te stoppen, en achteruit te rijden. Zo zie je wat er gebeurt met een hoog of laag staande biet en kan er eventueel bijgestuurd wor-den. Bekijk ook de bieten in de hoop want laterale, loshangende bladeren worden ook nog verwij-derd door de rooier en eventueel de reiniger

Page 8: Bietplanter - CBB · len volop in beweging. We zetten alles even op een rijtje. Uitzonderingen voor noodsituaties Het Bieteninstituut diende een omstandig dossier in voor een 120-dagenregeling

8

Drie mensen kwamen het KBIVB team versterken! Jean-Pierre Vandergeten (Directeur KBIVB vzw) Vier mensen hebben of zullen het KBIVB team vervoeg(d)/(en).

Liza Vanderwaeren en Kathleen Antoons Liza (26 jaar; foto links) behaalde een masterdiploma in Landbouwwetenschappen aan de Univer-siteit van Gent. Ze heeft haar studies voltooid in 2017 en deed al verschillende stages, waardoor ze al over enige ervaring beschikt. Kathleen (23 jaar; foto rechts) rondde haar studies van Bio-Ingenieur af bij Gembloux Agro-Bio Tech Universiteit van Luik. Ze vervoegde het KBIVB team begin september. Deze twee ingenieurs zijn drietalig.

Sara Bruyneel

Sara (31 jaar) heeft economie gestudeerd aan de Katholieke Hogeschool Leuven en heeft al een degelijke beroepservaring. Ze spreekt vlot vier talen. Ze vervangt de voormalige secretaresse. Ze ver-zorgt het secretariaat van het KBIVB, staat in voor administratieve taken en zal de communicatie binnen het KBIVB beheren. Naast toegepast onderzoek is een doeltreffende en gerichte com-municatie onontbeerlijk om een optimaal ge-bruik van bietentechnieken te garanderen.

Benoît Degive

Benoît (31 jaar) behaalde zijn bachelordiploma in de Landbouw aan de Hogeschool Charlemagne in Huy. Hij voltooide zijn studie in 2009. Na een ervaring in de technische verkoop werkte hij 7 jaar bij Redebel als hoofdverantwoordelijke voor proven op vollevelds residu’s van actieve stoffen. Zijn ervaring in proefveld-beheer zal een belangrijke bijdrage leveren en goed passen in de missie van het instituut op het gebied van toegepast onderzoek. Op 1 oktober zal hij van start gaan binnen het KBIVB.    

Ik zal het KBIVB verlaten begin 2019. De Raad van Bestuur heeft Barbara Manderyck reeds be-noemd tot toekomstig directeur van het instituut. Ik wens haar van harte proficiat met deze wel-verdiende promotie en ben ervan overtuigd dat het instituut in goede handen is. Het is in dit kader dat de aanwerving van één van de ingenieurs was gepland. Barbara is momenteel verant-woordelijk voor de afdeling gewasbescherming. De komende jaren zal dit domein sterk onder druk komen te staan, met name door het Europees verbod op het gebruik van neonicotinoïden in zaadcoatings. België is, net als zijn Franse, Nederlandse en Engelse buren, bijzonder gevoelig voor virale vergelingsziekte overgedragen door bladluizen, wat in sommige jaren tot aanzienlijke op-brengstverliezen kan leiden. Gezien de resistentie die bladluizen ontwikkelden tegen sproeimid-delen (pyrethroïden, carbamaten, ...), zal gebruik gemaakt moeten worden van de uitzonderings-periode die de federaal minister van landbouw wil invoeren om alternatieve oplossingen (chemische en niet-chemische alternatieven) te zoeken. Er zal ook gezocht moeten worden naar alternatieven voor de bestrijding van schadelijke bodem-insecten, gezien neonicotinoïden vrijwel de enige nog toegestane insecticiden waren. De dreiging van het verbod weegt eveneens op fenmedifam, desmedifam en, op termijn, veel herbiciden- en fungicidenbehandelingsproducten. De zoektocht naar alternatieve oplossingen zal een essentiële missie zijn. Het moet plaatsvinden in het kader van een samenwerkingsverband tussen de institu-ten, onderzoekscentra, universiteiten en Belgische commerciële bedrijven en verschillende Euro-pese landen. Dit alles zou ook het onderwerp moeten zijn van een nieuwe taakverdeling binnen het KBIVB. Ook de aanpak van bladziekten en resistenties alsook de ontwikkeling van deskundige systemen om het uitbreken ervan beter te kunnen voorspellen vormen een belangrijke doelstelling. Het project BetaProtech, medegefinancierd door de SPW, dat Françoise Vancutsem uitvoert op het KBIVB, in samenwerking met de Universiteit van Luik - UR SPHERES en Agroptimize, moet een beter inzicht in dit probleem mogelijk maken. Het is in het kader van dit project dat het instituut een bachelor in dienst heeft genomen. Er staan de nieuwe medewerkers heuse uitdagingen te wachten. Maar gezien hun capaciteiten ben ik ervan overtuigd dat zij in staat zullen zijn deze het hoofd te bieden, samen met de hulp van alle andere collega’s binnen het KBIVB. Ik wens deze 4 nieuwe, zeer dynamische collega’s die het team komen versterken alvast heel veel succes.

Foto team KBIVB (van links naar rechts): Barbara Manderyck, Johan Keleman, Patrick Delaitte, Françoise Vancutsem, Sara Bruyneel, Koen Struys, Liza Vanderwaeren, Wim Mombaers, Jean-Pierre Vanderge-ten, Nico Uyttebroek, Geert Goethuys, An Willems, Arnaud Thiéry-Jehaes, André Wauters, Ronald Euben, Björn Roekeloos, Dimitrinka Dimitrova

Page 9: Bietplanter - CBB · len volop in beweging. We zetten alles even op een rijtje. Uitzonderingen voor noodsituaties Het Bieteninstituut diende een omstandig dossier in voor een 120-dagenregeling

ALLERLEI SUIKER 9Verenigd Koninkrijk: hoger bietenrendement dankzij bacteriën

Volgens de Britse krant Farmers Weekly zou Allpress Farms de toepassing van mengsels

van rhizobiumbacteriën uittesten, om te streven naar een maximale beschikbaarheid van de in de bodem aanwezige voedingsstoffen zoals fosfor en een betere benutting van het organisch materiaal. Dergelijke bacteriën kunnen ook het stikstofge-halte binden en bijgevolg de behoefte aan extra inputs verminderen.Een beperkte toetsing vorig jaar toonde een toe-name van de wortelopbrengst van de bieten, zonder afname van het suikergehalte. Uitgebreidere testen zullen dit jaar worden gerea-

liseerd op verschillende akkerbouwgewassen. De bacteriën kunnen worden toegediend met een standaardsproeier (lage druk). Idealiter moet het mengsel rechtstreeks op de grond worden gespo-ten om te voorkomen dat de bacteriën opdrogen. Hoewel de bacteriën via de bladeren op de grond kunnen terechtkomen, is de kans groot dat ze door blootstelling aan UV-stralen opdrogen. Daarom gebeurt de toepassing best in de ochtend of laat in de avond.Een of twee toepassingen zouden nodig zijn in functie van de rendabiliteit van de gewassen.

Braskem lanceert hars geproduceerd uit suikerriet voor de productie van schoenen

Volgens Plastics Today heeft de Braziliaanse groep Braskem, fabrikant van bioplastics en

hars geproduceerd uit suikerriet, een copolymeer van ethyleen en vinylacetaat (EVA) ontwikkeld uit suikerriet. De eerste toepassing van dit hernieuw-baar materiaal zit in schoenen, maar Braskem denkt het ook te kunnen gebruiken in de automo-biel-, transport-, bouw-, sportartikelen-, draad- en kabelsector.

In partnerschap met Braskem benadrukt de Californische schoenenfabrikant Allbirds de duur-zaamheid van dit nieuwe materiaal. Een belang-rijk argument voor beleggers en consumenten. Een potentiële markt ook, als men weet dat ieder jaar wereldwijd 25 miljard paar schoenen worden geproduceerd, 300 miljoen paar schoenen op de vuilnisbelt belanden en de Amerikanen gemid-deld zeven tot acht paar schoenen kopen.

Südzucker gaat samenwerken met een Israëlisch bedrijf om suiker-inname te reduceren

Südzucker en de firma DouxMatok hebben een partnerschap aangekondigd om een revolutio-

naire technologie te commercialiseren die de hoeveelheid suiker in verschillende voedingsmid-delen kan beperken, volgens Sugaronline. DouxMatok kondigt aan dat het tot 40 procent van het suikergehalte van diverse voedingspro-ducten kan verminderen met behoud van de zoete smaak. De technologie is gepatenteerd. De suikermolecule wordt gefixeerd op een minerale drager en versterkt hierdoor de zoetkracht.DouxMatok en Südzucker hebben een principiële overeenkomst ondertekend voor de productie, de gezamenlijke marketing en de verkoop van DouxMatok-suiker aan de Europese levensmidde-lenindustrie, die wil inspelen op de vraag van consumenten om hun suikerinname af te bou-wen. De beoogde klantendoelgroep bestaat uit

fabrikanten van chocolade, spreads, snacks, koek-jes, bakkerijproducten en snoep. Eind 2019 zou-den de eerste hoeveelheden DouxMatok-suiker worden gecommercialiseerd.

Südzucker gaat samenwerken met het Israëlische bedrijf DouxMatok. Dit bedrijf heeft een technologie ontwikkeld waarmee de zoetkracht kan worden verhoogd in sucrose- glucose- en isoglucosemengsels,... zonder nasmaak.

Südzucker: ‘s werelds grootste suikerproducent in 2017

FO Licht heeft een rangschikking gemaakt van de tien belangrijkste suikergroepen wereldwijd in func-tie van hun productie in 2017 (in miljoen ton, brutowaarde) en hun rangschikking in 2016:

Plaats Bedrijf Land Suikerproductie 2017 Plaats2017 in miljoen ton 2016

1 Südzucker Duitsland 6,16 1 2 Tereos Frankrijk 5,33 3 3 Mitr Phol Sugar Corp Thailand 4,39 4 4 Raizen Brazilië 4,29 2 5 AB Sugar Verenigd-Koninkrijk 3,36 5 6 Nordzucker Duitsland 2,94 6 7 Thai Roong Ruang Thailand 2,62 11 8 Cofco China 2,45 8 9 Wilmar Singapore 2,40 7 10 Cristal Union Frankrijk 2,17 13

Rietethanolcrisis in Brazilië

Gezien de congestie van de wereldsuikermarkt en het grillige brandstofprijsbeleid op de

Braziliaanse markt, besliste de Braziliaanse over-heid vorige maand de manier waarop de diesel-prijzen worden bepaald bij te sturen, als gevolg van de door vrachtwagenchauffeurs georgani-seerde stakingen die de economie in het land hebben verlamd. Het besluit om de prijzen te bevriezen en de heffingen te verlagen heeft de

onrust bij de beleggers niet weggewerkt. Zij vre-zen namelijk dat de autoriteiten opnieuw aanzien-lijke subsidies zullen toekennen, na gedurende bijna een jaar te hebben toegestaan dat de bin-nenlandse prijzen de wereldmarkten volgden. De subsidies die Brazilië verleende aan diesel en benzine hebben een negatief effect gehad op de rendabiliteit van rietethanol, de concurrent aan de pomp.

Never change a winning team!

TRIO BERGAMO, GEDSER, MENTOR DOET HET OPNIEUW!

102,0 104,2 102,5LCG 2018: relatieve korrelopbrengst leem- en zandleemgebied

Ø 4 Proefjaren ( 2015-2016-2017-2018)

PHS-001237 AD-neverchangeawinningteam.indd 1 7/09/18 08:22

Drie mensen kwamen het KBIVB team versterken! Jean-Pierre Vandergeten (Directeur KBIVB vzw) Vier mensen hebben of zullen het KBIVB team vervoeg(d)/(en).

Liza Vanderwaeren en Kathleen Antoons Liza (26 jaar; foto links) behaalde een masterdiploma in Landbouwwetenschappen aan de Univer-siteit van Gent. Ze heeft haar studies voltooid in 2017 en deed al verschillende stages, waardoor ze al over enige ervaring beschikt. Kathleen (23 jaar; foto rechts) rondde haar studies van Bio-Ingenieur af bij Gembloux Agro-Bio Tech Universiteit van Luik. Ze vervoegde het KBIVB team begin september. Deze twee ingenieurs zijn drietalig.

Sara Bruyneel

Sara (31 jaar) heeft economie gestudeerd aan de Katholieke Hogeschool Leuven en heeft al een degelijke beroepservaring. Ze spreekt vlot vier talen. Ze vervangt de voormalige secretaresse. Ze ver-zorgt het secretariaat van het KBIVB, staat in voor administratieve taken en zal de communicatie binnen het KBIVB beheren. Naast toegepast onderzoek is een doeltreffende en gerichte com-municatie onontbeerlijk om een optimaal ge-bruik van bietentechnieken te garanderen.

Benoît Degive

Benoît (31 jaar) behaalde zijn bachelordiploma in de Landbouw aan de Hogeschool Charlemagne in Huy. Hij voltooide zijn studie in 2009. Na een ervaring in de technische verkoop werkte hij 7 jaar bij Redebel als hoofdverantwoordelijke voor proven op vollevelds residu’s van actieve stoffen. Zijn ervaring in proefveld-beheer zal een belangrijke bijdrage leveren en goed passen in de missie van het instituut op het gebied van toegepast onderzoek. Op 1 oktober zal hij van start gaan binnen het KBIVB.    

Ik zal het KBIVB verlaten begin 2019. De Raad van Bestuur heeft Barbara Manderyck reeds be-noemd tot toekomstig directeur van het instituut. Ik wens haar van harte proficiat met deze wel-verdiende promotie en ben ervan overtuigd dat het instituut in goede handen is. Het is in dit kader dat de aanwerving van één van de ingenieurs was gepland. Barbara is momenteel verant-woordelijk voor de afdeling gewasbescherming. De komende jaren zal dit domein sterk onder druk komen te staan, met name door het Europees verbod op het gebruik van neonicotinoïden in zaadcoatings. België is, net als zijn Franse, Nederlandse en Engelse buren, bijzonder gevoelig voor virale vergelingsziekte overgedragen door bladluizen, wat in sommige jaren tot aanzienlijke op-brengstverliezen kan leiden. Gezien de resistentie die bladluizen ontwikkelden tegen sproeimid-delen (pyrethroïden, carbamaten, ...), zal gebruik gemaakt moeten worden van de uitzonderings-periode die de federaal minister van landbouw wil invoeren om alternatieve oplossingen (chemische en niet-chemische alternatieven) te zoeken. Er zal ook gezocht moeten worden naar alternatieven voor de bestrijding van schadelijke bodem-insecten, gezien neonicotinoïden vrijwel de enige nog toegestane insecticiden waren. De dreiging van het verbod weegt eveneens op fenmedifam, desmedifam en, op termijn, veel herbiciden- en fungicidenbehandelingsproducten. De zoektocht naar alternatieve oplossingen zal een essentiële missie zijn. Het moet plaatsvinden in het kader van een samenwerkingsverband tussen de institu-ten, onderzoekscentra, universiteiten en Belgische commerciële bedrijven en verschillende Euro-pese landen. Dit alles zou ook het onderwerp moeten zijn van een nieuwe taakverdeling binnen het KBIVB. Ook de aanpak van bladziekten en resistenties alsook de ontwikkeling van deskundige systemen om het uitbreken ervan beter te kunnen voorspellen vormen een belangrijke doelstelling. Het project BetaProtech, medegefinancierd door de SPW, dat Françoise Vancutsem uitvoert op het KBIVB, in samenwerking met de Universiteit van Luik - UR SPHERES en Agroptimize, moet een beter inzicht in dit probleem mogelijk maken. Het is in het kader van dit project dat het instituut een bachelor in dienst heeft genomen. Er staan de nieuwe medewerkers heuse uitdagingen te wachten. Maar gezien hun capaciteiten ben ik ervan overtuigd dat zij in staat zullen zijn deze het hoofd te bieden, samen met de hulp van alle andere collega’s binnen het KBIVB. Ik wens deze 4 nieuwe, zeer dynamische collega’s die het team komen versterken alvast heel veel succes.

Foto team KBIVB (van links naar rechts): Barbara Manderyck, Johan Keleman, Patrick Delaitte, Françoise Vancutsem, Sara Bruyneel, Koen Struys, Liza Vanderwaeren, Wim Mombaers, Jean-Pierre Vanderge-ten, Nico Uyttebroek, Geert Goethuys, An Willems, Arnaud Thiéry-Jehaes, André Wauters, Ronald Euben, Björn Roekeloos, Dimitrinka Dimitrova

Page 10: Bietplanter - CBB · len volop in beweging. We zetten alles even op een rijtje. Uitzonderingen voor noodsituaties Het Bieteninstituut diende een omstandig dossier in voor een 120-dagenregeling

WERELDHANDEL10

Australische producenten kunnen suiker produceren tegen uiterst concurrentiële prijzen. Bijgevolg, zal wanneer de EU een

douanevrije toegang verleent aan Australië, de Europese suikermarkt aantrekkelijk worden voor dit land, zelfs met de huidige lage prijzen.Voor de Europese bietentelers, vertegenwoordigd door CIBE, is het nog meer openstellen van de EU-suikermarkt voor Australische import gevaar-lijk, omdat sinds het einde van de quota, de Europese markt al voldoende bevoorraad wordt. Bovendien beschikt Australië al over een bevoor-rechte toegang tot de EU-markt met een tarief-contingent van 290.000 ton suiker onderworpen aan een zeer laag douanetarief van 98 euro per ton, daar waar het normale tarief vastligt op 419 euro per ton.CIBE vreest ook dat met de brexit, de invoer van ruwe suiker voor de raffinadeurs in de EU-27 zal stijgen met ongeveer 150.000 ton per jaar als gevolg van de door de EU toegekende quota aan Zuid-Afrika en aan verschillende Midden-Amerikaanse landen. Die hoeveelheden ruwe sui-ker zullen na de brexit niet meer geraffineerd worden in het Verenigd Koninkrijk.De vereniging van Europese suikerfabrikanten (CEFS) sluit zich aan bij CIBE en herinnert eraan dat het noodzakelijk is de regels van oorsprong voor rietsuiker te respecteren. Strikte oorsprongregels

zijn inderdaad essentieel voor het behoud van het marktaandeel EU-suiker, gezien Australië is omringd door grote producenten van gesubsidi-eerde suiker zoals Thailand.

Overeenkomst met Japan en status quo met MercosurOp 17 juli hebben de leiders van de Europese Unie (EU) een vrijhandelsovereenkomst met Japan ondertekend. Dit akkoord voorziet in een onmid-dellijke schrapping van de Japanse tarieven voor meer dan 90 procent van de Europese export van landbouwproducten. Geen probleem hier voor suiker omdat Japan suiker importeert. Japan pro-duceert ongeveer 700.000 ton bietsuiker voor een

verbruik van ongeveer 2 miljoen ton. In 2016 importeerde het land 1,26 miljoen ton suiker, bijna uitsluitend in de vorm van ruwe suiker, voor-

namelijk geïmporteerd uit Australië en Thailand.Over de Mercosur-onderhandelingen valt momenteel geen belangrijk nieuws te melden. n

Onderhandelingen over vrijhandelsverdrag tussen de EU en Australië gevaarlijk voor suiker

Australische suikerproducenten kunnen produceren tegen uiterst concurrentiële prijzen. De suikerconsumptie per inwoner is hoog in Australië: jaarlijks gemiddeld 54 kilogram. De invoering van een suikertaks om de consumptie ervan te verminderen werd meermaals verworpen door de Australische regering.

Start van de campagne in Oreye

De cichoreicampagne in Oreye is dit jaar gestart op 12 september, eerder dus dan in voor-gaande jaren. Nog een belangrijke verandering is het feit dat de campagne veel langer zal duren. Ze zou pas tegen eind december worden afgesloten. Gehoopt wordt de campagne af

te kunnen ronden vóór het nieuwe jaar, al kan dat niet worden gegarandeerd.De belangrijkste reden van de langere campagneduur is de aanzienlijke toename van de ingezaaide oppervlakte (30 procent globaal) ten opzichte van 2017. Uw vertegenwoordigers hebben Oreye gevraagd of het mogelijk is in versneld tempo te werken om de lange receptieperiode in te korten, maar de onderneming wil dit niet, gelet op de eindproducten die ze wenst te verkopen. Positieve vooruitzichten dus voor de onderneming, wat uiteraard ten goede komt van de hele sector, maar het is belangrijk de planters er attent op te maken dat de toekomstige campagnes aanzienlijk langer zouden kunnen duren dan tijdens de afgelopen jaren.Het zou een vrij moeilijke campagnestart worden vooral wat het rooien betreft, door het grote neerslagtekort tijdens de voorbije zomer. De onderneming stuurde hierover begin september een brief. Aarzel niet uw landbouwkundige te contacteren mocht u meer informatie wensen. De onder-neming heeft dit jaar een tweede diepwoeler die beschikbaar is voor de planters. Zoals in 2016 moet er aandacht besteed worden aan de blokken aarde die zich kunnen vormen in de silo’s. Probeer deze zo veel mogelijk te verwijderen, omdat dit zeer nadelig kan zijn tijdens de staalname.Uw vertegenwoordigers hebben begin september de directie ontmoet om de actuele campagne-voorwaarden voor te bereiden. De problemen die dit jaar werden vastgesteld, werden besproken: moeilijkheden met het rooien, lastige teeltsituatie door de droogte,... De moeilijkheden gemeld in het voorjaar met de abnormale opkomst van de Larigot-variëteit, werden eveneens op tafel gelegd. De problemen gesignaleerd door de telers in dit verband zullen worden geanalyseerd en gecontro-leerd tijdens het seizoen en een balans zal worden opgemaakt aan het einde van de campagne.De receptie gebeurt nog steeds de klok rond (behalve op zondag). In geval van problemen met de leveringen kunt u contact opnemen met de afgevaardigde van de plantersorganisatie in de fabriek (019 679 006) of met het secretariaat van de organisatie via [email protected].

Premie voor Logistieke Efficiëntie: belangrijkGelieve de regels en voorziene termijnen nauwgezet na te leven.Om de premie te ontvangen, moeten volgende voorwaarden worden vervuld:- vóór het rooien, de toestemming krijgen van de fabriek om de cichorei te rooien. Niet aarzelen

om de fabriek te contacteren, wanneer u geen nieuws ontvangt over de toestemming om te rooien;

- na het rooien de fabriek verwittigen en melden of de cichorei al dan niet moet worden gereinigd;De fabriek vraagt de planters om nog meer gebruik te maken van het “portaal” (internet) voor deze zaken, maar zal het “groen licht” voor het rooien nog blijven versturen per sms.Gelieve ook rekening te houden met de verplichting om Vegaplan-gecertificeerd te zijn om de premie voor Logistieke Efficiëntie te kunnen ontvangen. n

[email protected]

België: daling van het suikergehalte in de voedingproducten

Zonder dat de Belgische consumenten het gemerkt hebben, verlaagde de voedingssector de afgelopen vijf jaar het gehalte aan suikers en verzadigde vetten in voedingsproducten.In 2012 startten Fevia -de federatie van de Belgische voedingsindustrie- en Comeos -de fede-

ratie voor de handel- een traject om onevenwichtige voedingspatronen aan te pakken. In 2016 werd deze aanpak geformaliseerd in het Convenant Evenwichtige Voeding, mee ondertekend door de FOD Volksgezondheid en minister Maggie De Block.De sectoren rapporteren nu over de resultaten van hun inspanningen op vlak van productherfor-mulering. Een eerste evaluatie toont alvast een positieve trend. Zo bevatten ontbijtgranen gemid-deld 5,8 procent minder suikers dan vijf jaar geleden. En voor frisdranken is er een gemiddelde suikerreductie van 7 procent, door een verdere uitbreiding van het gamma met meer laagcalorische producten.Zuivel bevat gemiddeld minder suiker (-3,8%) dan in 2012, door recepten van onder andere yoghurt, yoghurtdrinks, chocomelk en desserts aan te passen. In de plantaardige alternatieven voor zuivel, zoals sojaproducten, zit zelfs 18 procent minder suiker. In 2020 willen Fevia, Comeos en de Vlaamse overheid ook koude sauzen, smeersalades en bereide maaltijden met een meer evenwich-tige samenstelling in de rekken. Voor frisdrank en zuivel moet het suikergehalte nog verder naar beneden.Meer weten op www.convenantevenwichtigevoeding.be

Bron: Vilt

Consumptie

In de plantaardige alternatieven voor zuivel, zoals sojaproducten, zit gemiddeld 18 procent minder suiker dan in 2012.

Australië: derde wereldexporteur

Met een suikerproductie geraamd op 4,8 mil-joen ton in 2018/19 en een jaarverbruik van

1,2 miljoen ton, zou de Australische suikeruitvoer zoals vorig jaar uitkomen op 3,7 miljoen ton.Australië is meestal de derde grootste suikerex-porteur ter wereld. Zijn belangrijkste afzetmark-ten zijn China, Indonesië, Japan, Korea, Maleisië, Taiwan, de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland. Een van de sterke punten van Australië is de

mogelijkheid om meer dan 2 miljoen ton suiker op te slaan in een netwerk van haventerminals, zodat klanten het hele jaar door bevoorraad kun-nen worden. In november 2017 hebben Australië en Peru een vrijhandelsakkoord ondertekend, waarmee de Peruaanse markt zich meer gaat openstellen voor Australische suiker. Deze overeenkomst voorziet in invoerrechtvrije quota voor in totaal 30.000

ton Australische suiker per jaar. Dit contingent zou stijgen tot 60.000 ton na vijf jaar en tot 90.000 ton na 18 jaar. De uitbreiding van de Australische suikerindus-trie wordt momenteel belemmerd door de lage wereldmarktprijzen en het gebrek aan geschikte grond in de omgeving van de suikerfabrieken. Het suikerriet werd verwaarloosd in het voordeel van onder meer tuinbouw en rijstteelt. n

De start van de onderhandelingen over een vrijhandelsverdrag tussen de Europese Unie en Australië baart de Europese suikerproducenten zorgen. Australië is namelijk een van de belangrijkste spelers in de mondiale sui-kerhandel. Het land is de derde wereldexporteur, na Brazilië en Thailand.

Page 11: Bietplanter - CBB · len volop in beweging. We zetten alles even op een rijtje. Uitzonderingen voor noodsituaties Het Bieteninstituut diende een omstandig dossier in voor een 120-dagenregeling

SUIKERMARKT 11

Suikerprijzen blijven maar dalen

l

De Confederatie van de Belgische Bietenplanters (CBB) is de beroeps-organisatie voor de meer dan 7.300 Belgische bietenplanters. CBB vertegenwoordigt en verdedigt hun belangen op lokaal, regionaal en nationaal niveau in België en op internationaal niveau via de CIBE (Europese Confederatie van de suiker-bietplanters) en WABCG (Wereldfederatie van Suikerbietplanters en Suikerriettelers).

Om de CBB-ploeg te versterken, zoeken we een

JUNIOR ADVISOR

Jouw opdracht:l Je maakt je de verschillende dossiers eigen die relevant zijn voor de bietentelers en een impact hebben op hun functioneren en

rendabiliteit.l Je volgt de evoluties in de Europese landbouwwetgeving op. Ook andere regelgeving die de sector beïnvloedt, hou je in het oog.l Je neemt verantwoordelijkheid voor studies en projecten die toegevoegde waarde creëren voor de bietentelers en de filières waar-

van ze deel uitmaken.l Je houdt de vinger aan de pols van evoluties en trends in onze sector en binnen de suikermarkt en brengt deze cijfermatig in kaart.l Je bepaalt mee de inhoud van het CBB-maandblad “De Bietplanter” en werkt actief mee aan de redactie ervan.l Je vertegenwoordigt, met pertinente argumenten, de CBB bij partners, overheid en stakeholders, op regionaal, nationaal en inter-

nationaal vlak.

Jouw profi el:l Je hebt een master-diploma in een landbouwkundige richting; een eerste werkervaring kan een pluspunt zijn.l Je hebt persoonlijk en vanuit jouw opleiding een grote interesse voor en voeling met de landbouwsector, landbouweconomische

dossiers en landbouwrecht.l Je beschikt over uitstekende analytische en synthetische capaciteiten, die je met de nodige creativiteit inzet.l Je hebt een vlotte pen en communiceert helder met de eigen achterban en de buitenwereld (overheid en stakeholders).l Je drukt je daarbij vlot uit in het Nederlands, Frans en Engels.l Omdat je in een kleine ploeg terecht komt, zijn team spirit, veelzijdigheid en flexibiliteit cruciaal.

Ons aanbod:We bieden je een boeiende functie met veel interessante opdrachten en contacten. Daartegenover stellen we een competitief salaris-pakket met extralegale voordelen, aangepast aan jouw ervaring en/of potentieel.Kan het klikken tussen ons? Bezorg dan snel jouw curriculum vitae, samen met de motivatie van jouw kandidatuur, aan Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw t.a.v. Daniel Du Ville Anspachlaan, 111 bus 10 1000 Brusselof, en bij voorkeur, naar [email protected] behandelen jouw kandidatuur snel en discreet.

VACATURE

De prijsdalingen blijven de sector, suikerbiet-telers en suikerindustrie, met problemen opza-delen.

De International Sugar Organisation (ISO) schat de mondiale productie op 185,2 miljoen ton, terwijl de wereld maar 178,5 miljoen ton suiker nodig heeft. Door de overproductie groeit

de wereldvoorraad suiker naar een record van 98,4 miljoen ton. De ISO verwacht dan ook dat de suikerprijs voorlopig laag blijft, want grote voorraden drukken de prijzen.Op de termijnmarkt in Londen begin september bedroeg de suiker-prijs amper 280 euro per ton. De Europese Commissie publiceerde de laagste gemiddelde suikerprijs ooit op basis van de gemiddelde verkoopprijs voor voedingssuiker in de EU. Volgens de Commissie bedroeg die in juni 361 euro per ton.

Tereos en Südzucker kondigen resultaat-dalingen aan Dit jaar is er met suiker niet veel geld verdiend door de Europese suikerfabrieken. Eind augustus rapporteerde Tereos, de nummer één voor suiker in Frankrijk, een omzetdaling van 5,2 procent in het tweede kwartaal (van april tot juni 2018). Voor het voorgaande boek-jaar afgesloten in maart 2018, had Tereos een verlies van 18 miljoen euro opgetekend. Tijdens de afgelopen vier jaar was het nettoresul-taat bijna nihil. Met 2,35 miljard euro, vertegenwoordigt de schuld bijna vier keer het brutobedrijfsresultaat (Ebitda). Er waren diverse ontslagnemingen in de bestuursorganen van de Franse coöperatie-ve Tereos. Dit zou het gevolg zijn van de schuldenlast en het diversi-ficatiebeleid van de groep.Eind juli meldde het Duitse Südzucker ook een daling van zijn omzetcijfer in het tweede kwartaal (van 1 maart tot 31 mei 2018) van het boekjaar 2018/19, ten opzichte van vorig jaar tijdens dezelfde periode. Het is vooral het omzetcijfer van de segmenten suiker en CropEnergies dat sterk gedaald is, terwijl het segment speciale pro-ducten (zetmeel,...) fors is gestegen. Het omzetcijfer van het fruit-segment bleef op hetzelfde niveau als vorig jaar.Het bedrijfsresultaat van de groep is sterk gedaald, tot nauwelijks de helft van vorig jaar: 78 miljoen euro tegen 153 miljoen jaar vorig jaar. Deze daling is voornamelijk het gevolg van het suikersegment. De suikerprijzen zijn zo laag op de Europese en op de wereldmarkt, dat ondanks de aanzienlijke toename van de verkochte hoeveelheden, in het bijzonder op het vlak van export, de inkomsten sterk gedaald zijn. Het bedrijfsresultaat van het suikersegment voor het eerste kwartaal bereikt 8 miljoen euro tegen 64 miljoen jaar vorig jaar op hetzelfde moment.

De aandelenkoers Südzucker is de voorbije maanden aanzienlijk gedaald.

Evolutie aandelenkoers Südzucker van 09.07.2017 tot 09.06.2018

Prijs

Wat betreft de dochtermaatschappij CropEnergies (BioWanze,...), wegen de lage ethanolprijzen op het omzetcijfer, dat aanzienlijk gedaald is ten opzichte van vorig jaar: 176 miljoen euro tegen 214 miljoen euro. Het resultaat van het eerste kwartaal is bijgevolg gezakt naar 5 miljoen euro tegenover 23 miljoen euro vorig jaar op hetzelfde ogenblik.

Zuid-Europese landen vragen steunNegentien europarlementariërs hebben een brief geschreven naar landbouwcommissaris Hogan, waarin ze vragen de steun voor de particuliere opslag van suiker onmiddellijk te activeren. Zij wijzen op de zorgwekkende situatie van de Europese suikersector, met name voor de Zuid-Europese landen. Ook dringen zij aan op maatregelen om het evenwicht op de Europese suikermarkt te herstellen door na te gaan of het mogelijk is een herstructureringsfonds te reactiveren

zodat de Europese suikerproductie permanent kan worden aange-past aan de marktbehoeften.Vooral de Zuid-Europese landen kunnen niet adequaat reageren op de huidige prijsdalingen in de EU. Volgens hen overspoelen Frankrijk en Duitsland de Europese markt gezien deze landen hun productie met meer dan 30 procent hebben verhoogd.Uit een parlementaire vraag bleek ook dat de biet-suikersector in Roemenië zich zorgen maakt. Van de drieëndertig nog actieve biet-suikerfabrieken in 1990, zijn er nu nog slechts drie actief, maar ook zij kampen met moeilijkheden door de historisch lage prijzen voor witte suiker in de EU op dit ogenblik. De parlementaire vraag die werd gesteld was: welke beschermingsmaatregelen kan de Commissie nemen voor de Europese suikerproducenten met het oog op het herstel van het marktevenwicht? n

Minder bieten in 2019Cosun heeft aangekondigd dat het toewijzingspercentage voor 2019 uitkomt op 95 procent, waar dat in 2018 nog 107 procent was. Het toewijzingspercentage voor komend jaar is dus 12 procent lager dan dit jaar het geval is. Daarmee zal Cosun in 2019 minder suiker produceren. Deze beslissing heeft te maken met de zeer lage suikerprijs op de wereld-markt, wat export onaantrekkelijk maakt. Tegelijkertijd was de suikerproductie afgelopen jaar, zowel in Nederland als in Europa hoog. Dat maakt dat de voorraden toegenomen zijn. Volgens Cosun is het niet aantrekkelijk om suiker te exporte-ren en is het gunstiger om het product op te slaan en volgend jaar te verkopen. Een lagere productie in 2019 is dus voldoen-de om de reguliere afzet te realiseren.

Cosun

Blokkering van TS-site Wanze door FAVV

Op het ogenblik dat de redactie van deze Bietplanter afgeslo-ten wordt (10/09), is de site van Tiense Suiker nog steeds geblokkeerd door het federaal voedselagentschap. Het Coördinatiecomité Haspengouw-TS en de CBB volgen de situatie van zeer nabij op. Ze faciliteren daarbij de communicatie en het overleg met de planters en staan in permanent contact met Tiense Suiker om de gevolgen hiervan voor de planters maximaal te beperken en te beheersen.

Wanze

Page 12: Bietplanter - CBB · len volop in beweging. We zetten alles even op een rijtje. Uitzonderingen voor noodsituaties Het Bieteninstituut diende een omstandig dossier in voor een 120-dagenregeling

COBT12

Het ontwerp en de plannen van de fabriek zijn afgerondDe detailstudie van het ontwerpbureau De Smet Engineers & Contractors (DSEC) werd voltooid in augustus 2018. Het betreft zowel de technische keuzes als de indeling van de site. Het volledige bud-get, inclusief de civieltechnische werken, de aankoop of de productie van apparatuur en montagewerkzaamheden, werd overgemaakt aan CoBT en bedraagt iets minder dan het in juni 2018 aangekondigde bedrag van 303 miljoen euro. Er zal hierover nog worden onderhan-deld.

Waalse regering ondersteunt de investeringCoBT werd op 30 augustus ingelicht over het toekennen van een investeringspremie van 7,6 miljoen euro door de Waalse regering om de bouw van de fabriek mede te financieren. Deze financiële bijdrage, die in verschillende schijven tussen 2019 en 2021 zal worden uitbe-taald, is de belangrijkste van de drie subsidies die CoBT bij het Waalse Gewest heeft aangevraagd, en die in totaal ongeveer 13 miljoen euro bedraagt.

De aanvraag voor één unieke vergunning wordt momenteel beoordeeldDe unieke vergunningsaanvraag voor de bouw van de suikerfabriek in Seneffe werd op 13 juli ingediend. Zij werd door de bevoegde autoriteiten als volledig en ontvankelijk beschouwd. Het openbaar

onderzoek begon op 17 augustus en zal eindigen op 17 september. Tijdens deze periode kan het dossier in de gemeentelijke administra-tie van Seneffe en van de vier omliggende gemeenten worden geraadpleegd, en kunnen vragen en bemerkingen worden geformu-leerd.In dit kader en op vrijwillige basis, hebben CoBT en de gemeente Seneffe gezamenlijk een informatievergadering belegd op 29 augus-tus voor de bewoners van Seneffe en van de omliggende gemeenten van de toekomstige suikerfabriek. Aan de vergadering namen tachtig personen deel. Ze kregen informatie omtrent de effectenbeoordelin-gen en konden hun vragen stellen. Alle deelnemers stelden deze vergadering bijzonder op prijs.

Intekening van de bietenplanters zal deze herfst plaatsvindenHet besluit tot toekenning van de unieke vergunning door de techni-sche en gedelegeerde ambtenaren zal uiterlijk op 18 januari 2019 genomen worden.Zoals aangekondigd tijdens de vergaderingen in juni, zal de inschrij-ving op de aandelen A en B (voorbehouden voor bietenplanters en gekoppeld aan de leveringscontracten) en S (sympathisanten) in 2018 moeten gebeuren.Deze inschrijving zal in vier stappen verlopen:l Van zodra de uitgifteprospectus wordt goedgekeurd door de FSMA

(controleautoriteit van de financiële markten), zullen nieuwe infor-matievergaderingen worden georganiseerd om het aanbod van

aandelen en het bietencontract toe te lichten en te promoten.l De inschrijvingsformulieren moeten worden teruggestuurd vóór

de afsluitdatum van het aanbod.l Binnen de dertig daaropvolgende dagen, betaling van een voor-

schot van 25 procent.l De betaaldatum van het saldo van 75 procent zal worden medege-

deeld vanaf de goedkeuring van de prospectus en het uitvoerings-schema door de FSMA.

Ondertussen is het nog altijd mogelijk om een niet-bindende inten-tieverklaring in te dienen of te wijzigen (voor prioritaire toegang tot de maatschappelijke aandelen) via www.cobt.be. n

Project coöperatieve suikerfabriek van Seneffe krijgt vorm

Het project van een coöperatieve suikerfabriek in Seneffe krijgt vorm en wordt ondersteund door de Waalse regering.

ZOETSTOFFENMARKT IN DE EUROPESE UNIE12

Op de Europese zoetstoffenmarkt blijft het marktaandeel zoet-stoffen op basis van zetmeel (isoglucose) bijzonder klein, niet-tegenstaande de afschaffing van de productiequota voor iso-

glucose in 2017. Dit is vooral te wijten aan het feit dat de zoetstoffen-markt overspoeld wordt door goedkope suiker. De toename van de Europese en mondiale suikerproductie, in combinatie met zeer lage prijzen, resulteerde in een rampzalige situatie voor zowel de producen-ten van isoglucose als van suiker. Volgens experten zal het een of twee jaar duren vooraleer de overschotten geabsorbeerd zullen zijn, tenzij een belangrijke gebeurtenis zich voordoet.

Het marktaandeel zoetstoffen op basis van zetmeel (isoglucose) blijft zeer beperkt in de EUIn 2016 verwachtte de vereniging van Europese zetmeelproducenten, Starch Europe, een totale productie van 10,7 miljoen ton zetmeel en zetmeel afgeleide producten, waarvan 47 procent vervaardigd uit mais, 40 procent uit tarwe en 13 procent uit aardappelen. In 2016 bedroeg de consumptie van zetmeel en afgeleide producten 9,3 mil-joen ton, waarvan 55 procent in de vorm van zoetstoffen (isoglucose, maltosestroop, glucosestroop, dextrose en maltodextrine,...), 26 pro-cent in de vorm van natief zetmeel (zetmeel geëxtraheerd uit planten) en 19 procent als gewijzigd zetmeel (zetmeel aangepast voor betere prestaties: korte kooktijd, beter bestand tegen hoge temperaturen, enz.)In 2018 zou de zetmeelproductie met een paar procent stijgen, vooral door de groei in het non-food segment (papier en golfkarton omdat zetmeel het uitlopen van inkt kan voorkomen). De verkoop van zoet-stoffen op basis van zetmeel in de EU zou uitkomen op meer dan 5,1 miljoen ton in 2018, vooral in vloeibare vorm (stropen met 70-80 pro-cent droge vaste stof), met een consumpte van isoglucose geschat op ongeveer 900.000 ton voor 2017/18.

Isoglucose is de belangrijkste zoetstof op basis van zetmeelIsoglucose is een zoetstof geproduceerd uit zetmeel via hydrolyse en een thermisch enzymatisch procédé, waarbij zetmeel wordt afgebro-ken in een stroop samengesteld uit een mengsel van glucose en fruc-tose.Gezien de zoetkracht van glucose en fructose, kan een stroop worden gemaakt op maat met de gewenste zoetkracht. Hoe hoger het fructo-segehalte, hoe zoeter de stroop. Isoglucose bevat een hoog fructose-gehalte. Isoglucose met 55 procent fructose en 45 procent glucose heeft eenzelfde zoete smaak als sacharose.De Verenigde Staten heeft de belangrijkste isoglucosemarkt met een marktomvang van meer dan 6 miljoen ton. Japan consumeert onge-

veer 1 miljoen ton en Europa slechts 900.000 ton, uitgedrukt in droge vaste stof. Het marktaandeel van isoglucose in de EU-zoetstoffenmarkt bedraagt slechts om en bij de 4 procent.

Vooruitzichten na de afschaffing van de quotaDe isoglucosemarkt in Europa is klein omdat, net zoals voor suiker, de isoglucoseproductie in de EU beperkt werd door quota. Tot in septem-ber 2017 was de productie van isoglucose gelimiteerd tot 720.000 ton. Dit contingent was verdeeld over negen landen, waarvan de belang-rijkste waren:- Hongarije, de nummer één, met meer dan 220.266 ton isoglucose-

quotum geproduceerd door de Hungrana-groep (Agrana doch-teronderneming);

- België met 114.580 ton isoglucosequotum geproduceerd in Aalst door de Syral-groep (dochteronderneming van Tereos);

- Bulgarije en Slowakije waar de Eaststarch-groep (dochteronder-neming van Tate & Lyle) een productiequotum bezat van 157.290 ton isoglucose voor beide landen.

Volgens recente gegevens van de Europese Commissie, gepubliceerd in juni 2018 voor de campagne 2017/18, zou de isoglucoseproductie 900.000 ton bedragen in 2017/18, een stijging van 25 procent ten opzichte van het quotum van 720.000 ton geproduceerd in 2016/17. De consumptie is evenwel iets lager dan de voorspelde 900.000 ton, door de extreem lage suikerprijzen, waardoor suiker concurrentiëler wordt.Sectornalisten verwachten evenwel door de opheffing van de quota een aanzienlijke toename van de isoglucoseproductie en een stijging van het marktaandeel isoglucose ten koste van suiker in Europa. Dit scenario is nog mogelijk, maar wordt vertraagd door de lage suikerprij-zen. Tegen 2025/26, verwacht de Europese Commissie een stijging van de isoglucoseproductie tot 1,9 miljoen per jaar, of een stijging van 260 procent ten opzichte van het vorige quotum en een marktaandeel van ongeveer 10 procent.Momenteel zal de isoglucoseproductie niet vergroten, gezien de toe-name van het suikerbietareaal in West-Europa, de uitstekende rende-menten, de overvloed aan suiker en het gebrek aan voldoende stoc-keerinfrastructuur, wat geleid heeft tot een daling van de suikerprijzen.De suikerverkoopprijs daalde van 500 euro per ton in september 2017 naar een gemiddelde prijs van 361 euro per ton in juni 2018. Sommige recente verkopen (in beperkte hoeveelheid) werden zelfs afgesloten rond de 350 euro per ton. Ook op de wereldmarkt is de daling dras-tisch: momenteel bedraagt de termijnmarkt voor witte suiker 280 euro per ton, wat een zeer moeilijke context is voor een vervangproduct van suiker zoals isoglucose. Ter vergelijking: voor isoglucose schommelt de prijs tussen 340 en 360 euro per ton droge vaste stof (droge stof suiker-equivalent).

Bron: Sugaronline EU Starch Report July 2018

Isoglucose afgeremd door lage suikerprijs

De fabriek Syral in Aalst, dochteronderneming van Tereos, verwerkt tarwezetmeel tot glucosestropen (dextrose, maltose, fructose, maltodextrines) en tot natief en gewijzigd zetmeel voor de voedingsmiddelen-, diervoeding- en papier- en kartonsector.

Balans voor suiker en isoglucose voor de campagne 2017/18

SUIKER ISOGLUCOSE in milj t) (in milj t)

Beginvoorraad campagne 2,2 0,029

Productie 21,1 0,900

Import 1,7 0,010

Onverwerkt 1,2

Verwerkte producten 0,5

Totaal beschikbaar 25,1 0,939

Consumptie 17,6 0,860

Industrieel 0,8

Bio-ethanol 1,3

Voeding 15,5

Export 4,8 0,050

Onverwerkt 3,2

Verwerkte producten 1,6

Eindvoorraad campagne 2,7 0,029

Totaal gebruik 25,1 0,939

Bron: raming Europese Commissie, juli 2018