De Bietplanter - CBBcbb.be/betteravier/DeBietplanter-jun2011-nr482.pdfhuidige zeer hoge...

BietplanterDem a a n D B l a D va n D e c o n f e D e r at i e va n D e B e l g i s c h e B i e t e n p l a n t e r s

vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel

T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88 – P 806265

Hoofdartikel door Victor Sneessens, Voorzitter van de CBB

i n D i t n U m m e r

p. 2: Verbond Suikerbietplanters Tiense

p. 3: TS: Pulpmarkt 2011

p. 5-8: fUngi-memo 2011

p. 9-10: De 3 grootste wereldexporteurs

p. 12: Nieuws uit de firma’s

JUn

i 2011nr. 482 - 45ste jaargang

De suikerbietvelden liggen er goed bij, toch op het eerste gezicht. Door de vroe-ge uitzaai dit jaar zal het stadium “rijen-sluiten” eind mei bereikt worden. Daar-mee groeit de hoop op een goede oogst.

Voorzichtigheid blijft in ieder geval ge-boden. De warmte en de aanhoudende droogte van de laatste weken zijn alles behalve ideaal voor onze teelten (graan-gewassen,...). Wij snakken nu naar regen.

Voor wat de afzet 2011 betreft, gaat de Commissie de export maximaal verge-makkelijken. Wij hopen ook op een even-tuele herklassering. Zelfs nu de wereld-prijzen geen hoge toppen meer scheren, blijven zij op dit moment op een hoger niveau dan de referentieprijs vastgesteld in de EU.

Ook op de Europese markt zou de ver-koopprijs van suiker (af-fabriek) waar-genomen door de Commissie gevoelig kunnen stijgen. Als het zo is, dan moet die prijsstijging terug te vinden zijn in de suikerbietprijs. De normen afgesproken

om de meerprijs te verdelen, moeten ook gelden wanneer alles goed gaat. Het kan niet dat één van de partijen probeert de normen te veranderen in functie van de omstandigheden en haar belangen.

De suikerbietteelt heeft nog mooie toe-komstperspectieven dankzij een grote productiecapaciteit en een voortdurende progressie. Toch mogen onze partners-verwerkers zich niet misrekenen. De rendabiliteit heeft een grens bereikt. De verplichtingen daarentegen blijven maar toenemen (te lange campagneduur, win-terse weeromstandigheden, afdekken bietenhopen, verliezen ingevolge de loca-tie van de hopen,...).

Alleen de moeilijkheden en de problemen ingevolge de hervorming willen “delen” met de planters, en niet de uitzonderlijke meerprijzen als de prijsconjunctuur gun-stig is, zou onaanvaardbaar zijn. Het zou zelfs ondenkbaar moeten zijn. Het zou de beste manier zijn om de interprofes-sionele relaties te ondergraven, door het vertrouwen van de planters in hun partner

kapot te maken. Het is een investering waaraan niet geraakt mag worden.

Omdat de rendabiliteit een limiet heeft bereikt, heeft de CBB besloten om de kwestie “productieheffing” ter tafel te brengen (12 e/t suiker, waarvan 0,88 e/t bieten). Het probleem werd al meerdere keren aangekaart op economisch en poli-tiek vlak (hervorming 2005, Health Check 2008,...). De CBB zal het probleem nu

juridisch laten onderzoeken en vragen om de wettigheid van de maatregel na te gaan. Wij willen graag het fijne ervan weten.

Op internationaal vlak baren de onder-handelingen voor een vrijhandelsakkoord met Mercosur (Brazilië,...) ons grote zor-gen. Die onderhandelingen zijn gevaarlijk voor de Europese landbouw.

mooiebietenvelden...

Hilleshög suikerbietenBetrouwbaarheid bewezen

Voor toonaangevende suikergehaltes,

hoge wortelopbrengsten en lage tarra

De nieuwe standaard in suikerbietenHilleshög is hét merk van Syngenta Seeds wat suikerbieten betreft. Het merk staat wereldwijd synoniem voor een hoge suikeropbrengst, m.a.w.

een maximaal rendement voor de landbouwer én de suikerindustrie. Dit alles maakt dat Hilleshög suikerbieten de nieuwe standaard vormen.

2 — 06/2011 De Bietplanter

v e r B o n D s U i k e r B i e t p l a n t e r s t i e n s e

het bestuur van het verbond suikerbietplan-ters vzw vergaderde op 9 mei. naast de be-spreking van de ingewikkelde situatie op de europese en wereldmarkt voor suiker, werd bijzondere aandacht besteed aan de voorbe-reiding van de volgende suikerbietcampagne.

Europese suikermarkt … een moeilijk evenwichtsoefening!

De Europese Commissie verwacht dat de Europese eindvoorraad 2010/2011 identiek zal zijn aan de begin-voorraad, nl. 1,2 mio ton en verwacht dat deze naar het einde van de campagne 2011/12 verder zal slinken tot 0,5 mio ton! Om de bevoorrading enigszins op peil te houden en tegelijkertijd de export (van o.a. verwerkte producten) mogelijk te houden, keurde de Europese Commissie reeds meerdere verordeningen goed:- Verord. 396/2010: invoercontingent ind. suiker voor

chemische industrie van 400.000 ton – tot nu toe = 13 % gerealiseerd (52.000 ton).

- Verord. 397/2010: uitvoercertificaten voor 650.000 ton buiten quotumsuiker (01/10/10 – 30/09/11) – ook reeds voorzien voor campagne 2011/2012

- Verord. 222/2011: herclassering 500.000 ton buiten-quotumsuiker (aanvaardingscoëfficiënt van 67 %)

- Verord. 302/2011: invoercontingent van 300.000 ton à nultarief vanaf 01/04/11 (“CXL-concessies”): aanvra-gen voor 16,62 mio ton! Toewijzigingscoëfficiënt = 1,81 % (verord. 392/2011)

- Uitvoercertificaten voor 700.000 ton buiten quotum campagne 2010/2011 – aanvraagmogelijkheid vanaf 4/7/11

Sommige lidstaten vragen nu om, bovenop de 500.000 ton reeds geherclasseerde suiker, een extra hoeveelheid buiten quotumsuiker te herclasseren. De Commissie wacht een nieuwe marktstudie af vooraleer bijkomende beslissingen te nemen. Ook is er de vraag van Polen om de quota vanaf 2011 te verhogen met 15 %, maar deze moet eerder gezien worden in het kader van een stra-tegie die er toe moet leiden de quota op (middel)lange termijn af te schaffen! Intussen staat ook de “Free Trade Agreement EU-Merco-sur” weer hoog op de agenda. CIBE, de Europese Con-federatie van Suikerbietplanters” heeft een impactstu-die gemaakt van de gevolgen voor de biet-suikersector mocht er een vrijhandelsakkoord tot stand komen tussen de EU en Mercosur (Brazilië, Paraguay, Argentinië en Urugay). Zij heeft een uitgebreide vergelijking gemaakt van de teelt van suikerbiet in Europa en de teelt van sui-kerriet in Brazilië. CIBE komt tot de conclusie dat voor elke 100.000 ton “zero duty” invoer er één fabriek zal moeten gesloten worden, waardoor rechtstreeks 290 arbeidsplaatsen verloren gaan en 1.500 planters in de suikerbietteelt zouden getroffen worden.

Nieuws van op het nationale en ondernemingsniveau ….

1) Productieheffing: CBB start een juridische procedu-re tot een terugvordering van de sinds 2007 betaalde en de afschaffing van de tot 2013 te betalen produc-tieheffingen (12 Euro/ton suiker). Voor de planters van de TS gaat het over een totaal bedrag van 18.167.526 Euro of ± 5,5 Euro per ton quotumbieten!

2) Rassenproeven: wat betreft de rassenproeven van bietzaad wensen de fabrikanten dat in de classificatie een hoog suikergehalte meer zou doorwegen dan op heden het geval is. Het Verbondsbestuur wenst de be-staande criteria en referenties te behouden maar gaat ermee akkoord de “genetische” grondtarra (grond-tarra die eigen is aan het type biet) te integreren in de evaluatie. Het financieel resultaat per ha is en blijft voor de planters het prioritaire aandachtspunt!

3) Sopabe-T: In 2011 moeten de leden- en obligatie-houderskringen vergaderen om te beslissen over het verder zetten van de vierde participatieschijf en over de eventuele omzetting in aandelen van de tweede participatieschijf. Deze vergaderingen zullen samen

met de gewestvergaderingen van september plaats vinden. Het Verbondsbestuur verwacht van de Raad van Bestuur van Sopabe-T een grondige voorberei-ding en analyse van de toekomstverwachtingen in de suikerbietsector waarin de besluitvorming in de ledenkringen kan gekaderd worden (o.a.evaluatie re-latie tussen participatie en suikeronderneming in een wereld zonder quota, contracten industriële bieten, vermindering of verschuiving van de Belgische sui-kerproductie, enz… )

4) Campagne 2011: a. de uitzaai bij de TS bedraagt 46.628 ha, of +8,87

% t.o.v. 2010. Met een gemiddelde verwerkingsca-paciteit van 28.000 ton per dag voorziet de TS een campagne van 123 dagen. Gezien de huidige op-brengstverwachtingen sluit de TS een vroege cam-pagnestart niet uit!

b. de pulpwaarde voor 2011 werd vastgesteld op 2,9 Euro/ton netto bieten (± 0,5 Euro). De prijs voor de droge pulp werd nog niet vastgesteld gezien de huidige zeer hoge brandstofprijzen.

c. aan al de planters zal op 22/12 een voorschot van 45 % uitbetaald worden voor de quotumbieten, ge-leverd of niet. Hiervoor zullen de planters wel aan een aantal voorwaarden moeten voldoen (o.a. cor-recte aangifte uitzaai en ligging bietenhopen, tijdig rooien, tijdig afdekken). Er wordt momenteel “ge-schaafd” aan de concretisering van deze overeen-komst.

d. planters in de zone C zullen, als wordt voldaan aan een aantal voorwaarden, opnieuw de keuze kun-nen maken om hun bieten te leveren door middel van fabrieksvervoer. De landbouwkundige dienst zal hen hierover contacteren.

e. er werden duidelijke afspraken gemaakt over hoe de planning van de bietenleveringen zal worden opgesteld en uitgevoerd. Vooral aan de berekening van de verwachte productie aan buiten quotumbie-ten en de ophaling ervan werd veel aandacht be-steed. De juiste afspraken en enkele voorbeelden zullen weldra op de website www.suikerbiet.be ge-raadpleegd kunnen worden.

f. er wordt ook nog gewerkt aan een duidelijker re-glementering i.v.m. het tijdig rooien van de bieten en het afdekken van de bietenhopen, dit in relatie met het al dan niet toepassen van boeteclausules en/of het al dan niet verwijzen van de leveringen naar het einde van de campagne. Ook de prijs van het pulptransport van kleine vrachtwagens is nog in discussie, alsook de voorwaarden om in de re-ceptie van Longchamps (opnieuw) over te stappen naar een systeem van staalnamevermindering.

TopTex

Het diversificatiecatieprojet TopTex is, wat de subsidië-ring betreft, volledig afgerond. Nu wordt bijzondere aan-dacht besteed aan de verdere opvolging. Het Verbonds-bestuur vraagt dat planters die abnormale schade aan hun TopTex hebben geleden, dit zeker zouden melden. Er zijn op dit ogenblik nog een beperkt aantal rollen Top-Tex ter beschikking voor kandidaat gebruikers (tegen gebruiksvergoeding van 50 % van de aankoopprijs). Via een “screening” van de quotumoverdrachten zal nage-gaan worden waar TopTex moet gerecupereerd worden. Planters die nog bijkomende TopTex via de gebruikers-regeling wensen te ontvangen, kunnen zich hiervoor, bij voorkeur via de website, inschrijven.

Eric Van Dijck, Secretaris Verbond Suikerbietplanters

Suikerbietcampagne 2011 volop in voorbereiding!

Gezien de huidige opbrengstverwachtingen sluit de TS een vroege campagnestart niet uit.

c a m p a g n e 2 0 1 1

Meer dan 500 quotumoverdrachtenIn 2011, werden, voor het geheel van België, Iscal en TS, meer dan 500 bietenquota overgelaten. Bij deze over-drachten, moet men een onderscheid maken tussen de gevallen waar het quotum dat werd overgelaten, op het-zelfde landbouwbedrijf geteeld blijft, en de overdrachten waar het quotum werkelijk naar een ander bedrijf werd overgedragen.In het eerste geval, gaat het om hetzij familiale overdrach-ten (vader-zoon, onder echtgenoten,…) hetzij “adminis-tratieve” overdrachten (overgang naar vennootschap, fu-sie,…). Zij vertegenwoordigen gemiddeld ongeveer een derde van de ruiltransacties.In 2010 en 2011, werden zowat 530 quotumoverdrachten geregistreerd, tegen 655 in 2009 en 2.736 in 2008, jaar dat door de herstructurering van de sector gekenmerkt werd (sluitingen van Moerbeke en Hollogne, vrijwillige af-stand, lineaire quotavermindering,…).

LONGCHAMPS

Op de 152 overdrachten die de planters van Longchamps realiseerden, gaan 45 (30 %) om administratieve of famili-ale veranderingen. Voor de resterende 107 overdrachten, is drie vierde van de overdrachten afstand van quotum zonder grondoverdracht. Men telt 83 gevallen van afstand van quotum zonder grondoverdracht tegen 25 verkopen van quotum gepaard gaand met verkopen van grond.Het gemiddelde van de afgestane quota zonder grond-overdracht bereikt 247 ton bieten. Voor de verkopen van quotum met grondoverdracht, is het gemiddelde 141 ton

bieten.Op de 2.800 planters van Longchamps, vertrokken 47 planters voor de campagne 2011, hetzij 1,7 %.

TIENEN

De laatste vergadering van de Paritaire Commissie vond plaats op 4 april jongstleden. In het totaal werden 215 overdrachten geregistreerd waarvan praktisch 20 % fa-miliale of administratieve overdrachten zijn.Er vonden 178 verkopen van quotum plaats tussen be-drijven: 98 in Wallonië en 80 in Vlaanderen.Het gemiddelde quotum dat werd afgestaan aan de fa-briek van Tienen bereikt 210 ton bieten met gemiddeld 238 ton in Wallonië en 177 ton in Vlaanderen.92 bietenbedrijven die hun bieten aan Tienen leveren op een totaal van 2.400 (3,8 %) stopten met de bietenteelt. In vergelijking met Longchamps, was er meer verkoop van quotum in Tienen en praktisch tweemaal meer bedrij-ven die stopten met de bietenteelt of hun bedrijf.

ISCAL

Op de zowat 150 quotumoverdrachten die dit jaar door Is-cal Sugar geregistreerd werden, blijft het quotum in 40 % van de gevallen op het bedrijf. Voor de quotumoverdrach-ten tussen bedrijven, werden 11 quota verkocht in Wallo-nië tegen 52 in Vlaanderen. In Wallonië, werd gemiddeld 167 ton bietenquotum afgestaan; in Vlaanderen, 184 ton.49 bedrijven (1,7 %) stopten met de bietenteelt in 2011: 14 in Wallonië en 35 in Vlaanderen.

06/2011 — 3De Bietplanter

a c t U a l i t e i t t s

ingevolge de besprekingen tus-sen planters en suikerfabrikan-ten, werden volgende modalitei-ten vastgelegd voor de afname en handel in pulp in 2011.

Prijs

De pulpprijs voor de kopers van over-schotten ten opzichte van hun pulp bin-nen recht werd vastgesteld op 2,9 e per ton bieten, met aanpassing van maximum plus of min 0,5 e/t bieten naargelang de marktomstandigheden.Omwille van de piekende olieprijs, werd beslist om de vaststelling van de prijs voor droge pulp uit te stellen. De droogkost is inderdaad evenredig met de olieprijs.

Pulpprijs

De prijs (PP = perspulp; NP = natte pulp) voor de pulp buiten recht wordt berekend op basis van de pulpprijs (‘t is te zeggen de waarde van de grondstof van de pulp omgezet in e/t bieten voor de planters) en van het droge stofgehalte van de pulp (23,5% voor PP en 12% voor NP). De berekening wordt verduidelijkt in Tabel 1

op basis van een hypothese van 23,5% voor PP en 12% voor NP. In 2011, wordt PP aangeboden aan 18,79 e/t en NP aan 6,82 e/t.Als, omwille van piekende prijzen op de veevoedermarkt, de Franse pulpprijs, die voor ons als referentie geldt, sterk zou schommelen in de loop van het jaar 2011, zou de pulpprijs in de TS aangepast wor-den met maximum 0,5 e/t bieten naar boven of naar onder, volgens een formule die daartoe speciaal voorzien is. De mi-nimum en maximum prijzen voor PP en voor NP die er kunnen uit voortvloeien, vindt men in Tabel 2.Om de prijs geleverd boerderij te beko-men, moet men in de Tabel 1 berekende prijs, de transportkosten toevoegen. Voor 2011, zullen zij berekend worden door deze van 2010 met 50 % van de index van de transportkosten van de bieten die gedurende de campagne 2011 ontvangen worden te indexeren. In Tabel 2, werden de berekeningen uitgevoerd bij wijze van voorbeeld, door de transportkosten van 2010, die 4,35 e/t PP voor kleine vracht-wagens (< 20t) en 3,30 e/t PP voor grote (> 25 e/t) bedroegen, te integreren.

Benoît Haag, Secretaris Fédé RT

pulpmarkt 2011Tabel 1: Berekening van de prijs voor perspulp en natte pulp, vertrek fabriek

Perspulp (PP) Natte pulp (NP)

Formule kg DS/t PP kg DS/t NP

PPSP = P x + PPERS PNP = P x kg DS/t bIet

kg DS/t bIet

Prijs 2011 235 120

PPP = 2,9 x + 4,71a = 18,79 e/t PNP = 2,9 x = 6,82 e/t 48,4

51,0

b perskosten met droge stofgehalte van meer dan of gelijk aan 22%; met P = Prijs; PPERS = Persprijs

Tabel 2: Prijs voor pers- en natte pulp in 2011, met de mogelijke schomme-lingen, op basis van een DS-gehalte van 23,5% voor PP en 12 % voor NP

b op basis van de prijzen van 2010; c variabel; met P = Prijs; kv = kleine vrachtwagen; gv = grote vrachtwagen.

P (e/t biet) PPP (e/t PP) PPP (e/t PP) PNP (e/t NP) PNP (e/t NP) vertrek fabriek met transportb vertr. fabriek met transportc

Pmin 2,4 16,36 kv 20,71 5,65 max 10,87 gv 19,66

Pgem 2,9 18,79 kv 23,14 6,82 max 12,05 gv 22,90

Pmax 3,4 21,22 kv 25,57 8,00 max 13,22 gv 24,52

D i v e r s i f i c a t i e s t e U n

enquête Toptex in Walloniëeen enquête werd in Wallonië uitgevoerd over het gebruik van de dekzeilen toptex tijdens de laatste campagne.

Het is nuttig eraan te herinneren dat het eind van de cam-pagne 2010-2011 bemoeilijkt werd door de koude en de sneeuw. De planters hebben heel veel last ondervonden van het winterweer. Om de hierna volgende resultaten goed te vatten, laten wij deze uitzonderlijke omstandig-heden goed indachtig zijn!In het vervolg van dit artikel, worden de resultaten sa-mengevat, besproken en geanalyseerd op basis van een vergelijking tussen de Waalse planters van de TS en van ISCAL Sugar.

Bewaring van de bieten

Afgezien van de bevroren bieten, waren er weinig plan-ters die slecht bewaarde bieten vaststelden met Toptex afdekking, desgevallend na het aanbrengen van een tweede dekzeil. Ook al is het niet perfect, het gaat om het minste kwaad, in de zin dat de levering van bevroren bieten tot geen enkele bestraffing leidt. De aarde leek trouwens droog te zijn bij meer dan 75% van de planters die hun bieten met Toptex afdekten. Daardoor zou de grondtarra lager moeten zijn. Dit bevestigt de resultaten inzake verminderde grondtarra die door de TS werden voorgelegd tijdens de wintervergaderingen.

Afdekken, aanbrengen van een tweede dekzeil, verwijderen van de dekzeilen

De gebruikte methode om de bietenhopen af te dekken is vrij representatief voor de situaties waarmee men ge-confronteerd werd. Terwijl de afdekking in 83% van de gevallen manueel gebeurde, zowel bij de TS als bij IS-CAL, gebeurde het verwijderen van de dekzeilen met trekkracht (front of telescopische lader, kraan of andere) in 75,5% van de gevallen bij de TS en 57,1% van de gevallen bij ISCAL. Voornaamste reden: door sneeuw en vorst zijn de dekzeilen moeilijk te manipuleren en kleven ze aan de bieten.

Om de hopen te ballasten, deden de planters meestal beroep op paletten, banden of ballastzakken. Opgelet, een paar planters gebruikten aarde of mest, wat niet aan te bevelen is!Het verschil in toepassing van het aanbrengen van een tweede dekzeil tussen de planters van de TS en van IS-CAL (54,7% tegen 21,1%) is gerechtvaardigd omwille van het klimaatverschil tussen het oosten (kouder) en het westen (warmer) van Wallonië.Bepaalde problemen werden gerapporteerd tijdens het wegnemen van de dekzeilen. 41,3% van de dekzeilen werd beschadigd bij de TS, terwijl dit percentage slechts 16,3% bedraagt bij ISCAL. Het verschil is nog groter in het absolute aantal dekzeilen: meer dan 800 bij de TS tegen ± 40 bij ISCAL! De helft ervan is gescheurd in drie stukken of meer... Eens te meer, kan men het winterweer met de vinger wijzen.

Opslag

Wat de opslag van de dezeilen betreft in afwachting van de volgende campagne, als 80% van de planters het bin-nen doet, doet slechts 33% (TS) tot 39,5% (ISCAL) het in een tegen het licht beschutte ruimte. Toptex met karton of zwart zeil bedekken volstaat nochtans om te voorko-men dat het licht de vezels van Toptex aantast. Ook werd schade door knaagdieren gesignaleerd. Dit fenomeen is deels toe te schrijven aan moeilijke omstandigheden om de dekzeilen te verwijderen. Daar waar bieten kleefden aan de doorweekte dekzeilen die men op het veld liet uitlekken, hadden de bosmuizen een ideale schuilplaats gevonden....

En de mechanisatie?

De mechanisatie van de operaties van afdekking doet de planters perplex staan, 40% onder hen staat er gun-stig tegenover. Daarentegen is er een zeer uitgesproken belangstelling voor de mechanisatie van het verwijderen van de dekzeilen vanwege de planters van de TS: 80% staat er gunstig tegenover, tegen 55% bij ISCAL. Hier speelt des te meer de impact van de klimatologische verschillen tussen de streken bij de activiteiten van de

twee industrieën. Talrijke factoren stemmen overeen in deze zin: de grotere koude in het oosten van Wallonië zorgt voor meer bevroren bieten, het aanbrengen van een tweede dekzeil, grote problemen om de dekzeilen (manueel) te verwijderen en dus meer beschadigde dek-zeilen, en tot slot een meer uitgesproken belangstelling voor een alternatieve methode, die kan bestaan in me-chanisatie als oplossing.

Kostprijs

Het werk dat nodig is om de operaties van afdekking en verwijderen van de dekzeilen uit te voeren werd geschat op 2,1 u per dekzeil met 2,7 operatoren bij de TS, hetzij 5,6 u werk te bezoldigen per dekzeil. Wanneer dezelfde berekening wordt gemaakt voor de planters van ISCAL, komt men aan 3,9 u per dekzeil. Nogmaals, het verschil heeft te maken met de meteorologische omstandighe-den! Op basis van deze gegevens en met de kostprijs van het gebruikte materieel, zou de geraamde kost voor alle operaties (van het af- tot het ontdekken) 1,1 e/t overschrijden in meer of mindere mate al naargelang men planter is bij de TS of bij ISCAL.

Benoît Haag, ABW

Het werk dat nodig is om de operaties van afdekking en verwijderen van een dekzeil uit te voeren duurt tussen 3,9 u tot 5,6 u.


f r a s n e s - l e z - a n v a i n g

De renovatiewerkzaamheden die dienen om de oude site van de suikerfabriek van Frasnes om te bouwen tot een economische activiteitenzone (ZAE) zijn gestart. Deze locatie wordt door het Intercommunale Bureau voor Regionale Ontwikkeling “Ideta” genoemd.De eerste renovatiewerkzaamheden die werden uitge-voerd, geven al een nieuw gezicht aan de oude site van de suikerfabriek. De sloop en revisie zijn in een verge-vorderd stadium. De toren, symbool van de locatie, blijft goed zichtbaar. Ideta wilde hem behouden om aan het industriële verleden te herinneren bij de toekomstige economische activiteitenzone. Ook werd een rondpunt aangelegd om de toegangswegen tot de site te bevei-ligen.De bestaande gebouwen zullen gerenoveerd worden en met fotovoltaïsche panelen uitgerust worden. De om-schakeling voorziet in energiebesparende installaties: verwarming, isolatie,... De twee industriehallen worden gerenoveerd voor ombouw tot drie hallen.In 2011 moet Frasnes op de economische activiteiten-zone drie hallen en een kantoorgebouw verwelkomen. De werkzaamheden inzake het gebruiksklaar maken van de terreinen moeten beëindigd zijn tegen eind 2011; wat 12 ha oppervlakte beschikbaar zal stellen om de eerste ondernemingen te ontvangen in 2012.Ook moet een kinderdagverblijf gebouwd worden in het verlengde van het ondernemingscentrum. In het totaal, bedraagt het budget voor de renovatie van de suikerfa-briek van Frasnes, 15 miljoen euro. De intercommunale plant om op deze activiteitenzone ongeveer 300 arbeids-plaatsen te ontvangen.

Ornithologisch voorbehoud in de oude bezinkingsbekkens

Tijdens de sluiting van de fabriek in 2004, besliste de gemeente van Frasnes-Lez-Anvaing om de oude bezin-kingsbekkens (20 hectaren) te kopen en om deze locatie voor milieuprojecten te bestemmen.Momenteel, doet een beperkte ploeg met de steun van een pilootcomité het dossier vorderen; financieringson-derzoek, stappen om de site te klasseren als natuurge-bied, sturen van de eerste ecologische planning, part-nerschap met Ipalle voor de watervoorziening van de site via het zuiveringsstation,...Concrete acties werden al ondernomen. Geleide be-zoeken zullen op geregelde tijdstippen georganiseerd

worden (zie pagina Agenda op de site www.frasnes-les-bassins). Belangrijke graafwerkzaamheden werden en worden uitgevoerd om de biodiversiteit van de site te be-waren en te ontwikkelen. Verschillende observatieposten werden opgesteld om de fauna te observeren. Schapen van het Soayras werden op de site geplaatst om exten-sief te weiden.Behalve de werkzaamheden die betrekking hebben op de natuurbescherming, worden andere acties gepland zoals de ontwikkeling van de tot de site behorende zone om er een kleinschalig complex van bioklimatologische huizen en van ecologische kantoren te plaatsen. De ope-ning van de site voor het publiek is voorzien voor 2012.

Bron: www.frasnes-les-bassins

herbestemming van de site van de suikerfabriek

De toren, symbool van de suikerfabriek, blijft goed zicht-baar.

In 2004 kocht de gemeente de oude bezinkingsbekkens (20 ha). Schapen van het Soayras werden op de site ge-plaatst om extensief te weiden.

c o n t r a c t e n c i c h o r e i v o o r o r e y e p h y t o f a r - r e c o v e r

Ter herinnering, ingevolge de gevoerde onderhandelin-gen in 2010 voor de cichoreicontracten van 2011, werd een belangrijke nieuwigheid ingevoerd door de onderne-ming ORAFTI.Zo zou de basisprijs van 53 EUR per ton cichorei, met 3 EUR wordt verhoogd, als de planter bepaalde voorwaar-den naleeft (bijvoorbeeld officiële kennisgeving van de lokalisatie van de percelen, voorafgaand contact vóór het rooien, of andere te bepalen voorwaarden, onder meer om te zorgen dat het rooien niet te vroeg gebeurt ten opzichte van de levering, dat de silo’s goed aangelegd worden,...) De toepassingsvoorwaarden van dit systeem, evenals de precieze modaliteiten om de premie “voor logistieke efficiëntie” te bekomen, werden gepreciseerd door de fa-briek in het contract 2011.Deze voorwaarden bestaan uit 5 belangrijke punten. 1. Terugzending van het eerste formulier (opgestuurd

door de fabriek op 7 februari - stap 1), behoorlijk inge-vuld. Dit formulier vermeldt de precieze locatie van de cichorei, de oppervlakte en alle gevraagde gegevens om de pre-planning op te maken.

2. Terugzending van het tweede formulier (opgestuurd door de fabriek op 9 mei - stap 2), behoorlijk ingevuld. Dit formulier bevestigt de precieze locatie van de ci-chorei, de oppervlakte en alle gevraagde gegevens om de planning op te maken.

3. Vóór het rooien, vraagt de planter aan de koper de toestemming om de cichorei te rooien en moet de toe-gestane rooitermijn worden nageleefd.

4. Na het rooien, vermeldt de planter aan de koper de rooidatum, of er al dan niet moet gereinigd worden en “alle andere belangrijke gegevens voor de afhaling van de cichorei”.

5. Aanleg van de hopen: de planter moet er zich toe ver-binden “alles in het werk te stellen opdat het laden en het ophalen van de cichorei efficiënt kan gebeuren en dus de silo’s niet langs doodlopende wegen te plaat-sen”.

De voorwaarden 1 en 2 werden geformaliseerd door het opsturen van de brieven van 7 februari en van 9 mei 2011.De voorwaarden 3 en 4 zullen door de fabriek gepreci-

seerd worden bij het opsturen van de definitieve planning. Voorwaarde 5 betreft de aanleg van de silo’s: verduidelij-kingen werden aangebracht in de brief die naar de plan-ters werd gestuurd op 9 mei.De plantersorganisatie zal de toepassing van deze nieuwe modaliteiten bespreken tijdens de volgende ver-gaderingen die zullen plaatsvinden tussen uw vertegen-woordigers en de directie van Orafti betreffende het toe-komstige contract 2012.Bijvoorbeeld voor de toestemming om te rooien: welk sy-steem zal het “groen licht” dat de planter zal gekregen hebben officialiseren? Iedereen kent de misverstanden die kunnen voortvloeien uit, onder meer per telefoon, slecht begrepen of slecht opgevangen mededelingen.Al deze nieuwe administratieve modaliteiten moeten in-derdaad door beide partijen goed begrepen en in goede verstandhouding toegepast worden om het prijssupple-ment te bekomen.

Nieuwigheid: de «premie voor logistieke efficiëntie»

De hopen goed aanleggen zodat het laden en het opha-len van de cichorei efficiënt kan gebeuren.

Terugzending van het formulier “stap 2” (opge-stuurd door de fabriek op 9 mei) - Opgelet!De fabriek heeft gevraagd om haar het formulier “stap 2” uiterlijk tegen 20 mei 2011 terug te sturen.Vergeet dus niet dit document terug te sturen. Ge-lieve u ervan te vergewissen dat de fabriek for-mulier “stap 1” en formulier “stap 2” wel degelijk heeft ontvangen.

inzameling van fyto afval

Niet erkende gewasbeschermingsmiddelen en/of niet verkoopbare gewasbeschermingsmiddelen gebruiken of bezitten is een inbreuk op de wetgeving. Verschillende officiële instanties (FAVV,...) voeren controles uit.

Tijdens deze najaarscampagne kan iedere professioneel in het bezit van een spuittoestel, de lege verpakkingen en ook de niet-bruikbare gewasbeschermingsmiddelen inleveren op één van de ca 200 ophaalpunten.In de onpare jaren, dus ook in het najaar2011, is er naast de lege verpakkingen bovendien inzameling van niet-bruikbare gewasbeschermingsmiddelen via de ophaal-punten. Onder niet-bruikbare gewasbeschermingsmid-delen verstaan we producten die niet meer erkend zijn in België, producten die niet meer in het teeltplan van de landbouwer passen, …. Deze producten vragen een aan-dachtige opvolging; ze kunnen immers niet meer gebruikt worden. Bij het jaarlijks nazicht van het fytolokaal door de landbouwer en bij vaststelling van niet-bruikbare gewasbeschermingsmiddelen in zijn fytolokaal, dient hij die producten apart te plaatsen en met een karton te melden: ‘in afwachting van de volgende collecte NBGM van Phytofar-Recover’. De landbouwer levert om de twee jaar alle niet-bruikbare gewasbeschermings-middelen in. In een uitzonderlijke situatie kan tegen beta-ling tussentijds een ophaling van NBGM op het bedrijf van de landbouwer zelf gebeuren. Om betere actuele informatie te verschaffen, wordt de website van Phytofar-Recover (www.phytophar.be) nog verder uitgebouwd. Omstreeks augustus kunnen de op-haalpunten geraadpleegd worden.

Bericht van Phytophar-Recover


De suikerbiet enhaar teelttechniek

P V B C – P R O G R A M M A V O O R L I C H T I N G B I E T C I C H O R E I , I N H E T K A D E R VA N D E P R A K T I J K C E N T R ARubriek opgesteld en medegedeeld onder de verantwoordelijkheid van het KBIVB, J.-P. Vandergeten Directeur KBIVB, met de financiële steun van de Vlaamse overheid.

K O N I N K L I J K B E L G I S C H I N S T I T U U T T O T V E R B E T E R I N G V A N D E B I E T V Z WMolenstraat 45, B-3300 Tienen – F. +32 16 820468 – [email protected] – www.irbab-kbivb.be

De suikerbiet en

Le Betteravier

Techniques culturales betteravières

P V B C - P R O G R A M M E V U L G A R I S AT I O N B E T T E R A V E C H I C O R É E , D A N S L E C A D R E D E S C E N T R E S P I L OT E SRubrique rédigée et présentée sous la responsabilité de l’IRBAB, J.-Fr. Misonne, Directeur de l’IRBAB, avec le soutien financier du Ministère de la Région Wallonne

I N S T I T U T R O Y A L B E L G E P O U R L ’ A M É L I O R A T I O N D E L A B E T T E R A V E A S B LMolenstraat 45, B-3300 Tienen (Tirlemont) – F. +32 16 820468 – [email protected] – www.irbab-kbivb.be

10/2009 — 7

L’utilisation des bâches TOPTEX®Le produit et son historique

La bâche TOPTEX® est un produit fabriqué par la Royal Ten Cate, société spécialisée dans différents produits dont les géotextiles. Cette société compte trois sites de pro-duction et a son siège à Almelo aux Pays-Bas. Les bâches TOPTEX® sont fabriquées dans le site de production de Ten Cate Geosynthetics en Autriche.

Photo 1. Bâche TOPTEX® xée sur le tas de betteraves à l’aide de sacs remplis de betteraves et reliés par des liens

La bâche est une toile blanche en bres de polypropylène, non tressées. Elle est donc perforée d’une multitude de petits trous de la taille d’une aiguille. Ces trous permettent une circulation de l’air entre les betteraves tout en limitant l’introduction de l’eau de pluie dans le tas.

L’objectif de la bâche est triple :- réduire la tare terre,- protéger les betteraves du gel et de la pluie,- réduire la perte en sucre en cours de conservation.

Le TOPTEX® est importé en Belgique par la société PYPE sprl. Il est utilisé en Europe depuis 1990 et a été introduit en Belgique en 2000. Jusqu’à présent, le produit a été utilisé à faible échelle (0,2% de la surface betteravière sur base annuelle). Au cours de ces années, l’IRBAB a effectué quelques essais ponctuels en vue d’analyser l’im-pact de ce type de bâche sur la réduction de la tare terre et l’aptitude à protéger les betteraves contre le gel.Le nouveau régime sucre, les nouveaux barèmes concernant la tare terre, les ferme-tures d’usines et l’allongement des campagnes ont suscité un regain d’intérêt pour ce type de produit.Des accords interprofessionnels ont été conclus, dont certains éléments sont repris ci-dessous. Pour les termes précis de l’accord, se référer auprès de la CBB.Pour la RAFFINERIE TIRLEMONTOISELe taux pivot de référence pour la tare terre est de 6 % pour les betteraves déterrées. Un malus de 10€ à la tonne de tare terre est appliqué pour une tare supérieure à ce niveau et un bonus équivalent pour une tare inférieure.Pour les betteraves déterrées, le planteur reçoit 1€/tonne de betteraves nette s’il achè-te des bâches TOPTEX® et couvre les betteraves qui sont ou seront mises en tas à partir du 15 novembre et à livrer après le 1e décembre. Les années suivantes le plan-

teur reçoit 0,50€/tonne de betteraves.Pour les betteraves non-déterrées 2009 reste une année transitoire avec la possibilité d’utiliser soit le TOPTEX® avec l’indemnité, soit le plastique noir (distribué gratuite-ment comme auparavant) mais sans indemnité de bâchage.Si la Raf nerie Tirlemontoise devait émettre un avertissement gel pour les betteraves à livrer avant le 1e décembre, les betteraves couvertes avec le TOPTEX® béné cie-ront également des indemnités mentionnées plus haut.Pour ISCAL SUGARLe taux pivot de référence pour la tare terre est de 5,5 % pour les betteraves déter-rées. Un malus de 10€ à la tonne de tare terre est appliqué pour une tare supérieure à ce niveau. Pour les betteraves livrées avant le 15 novembre et bâchées avec du TOPTEX® (sur base volontaire) le planteur reçoit 0.80€/tonne de betteraves. Pour des livraisons après le 15 novembre et bâchées avec du TOPTEX® (sur base volontaire) le planteur reçoit 1.10€/tonne de betteraves. Pour des betteraves bâchées (bâchage obligatoire avec du plastique ou du Toptex) après un avertissement de risque de gel par la sucrerie, le planteur reçoit 1,10€/tonne de betteraves Les indemnités de bâchage proposées actuellement par les sucreries sont destinées à couvrir les frais de bâchages mécanisés (voir plus loin).

Dimensions et couverture des tas

Les bâches commercialisées en Belgique ont une longueur de 16m et une largeur de 9,80m et coûtent 120€. Elles permettent la couverture d’approximativement 80t de betteraves. Elles sont prévues pour des bâchages manuels. Elles sont bien adaptées pour des tas repris par des déterreurs qui ont des tables d’avalage de 8m. Dans ce cas, les 16m sont placés dans le sens de la longueur. Pour les tas (non-déterrés) qui ont une base plus large, les 16m doivent être placés dans le sens de la largeur. Si la bâche dépasse la base du tas, replier le surplus sur la base du tas. Ceci renforcera la protection à la base du tas.

Figure 1 . Positionnement des bâches TOPTEX® sur des tas confectionnés pour des déterreurs à table d’avalage ou à trémie d’attente ou pour des chargements directs à la grue.

A la jointure entre deux bâches, il faut les superposer sur une largeur de 10 à 15cm. Il est conseillé de tenir compte de la direction des vents dominants pour que les rac-cords entre bâches restent bien collés aux betteraves. On peut éventuellement relier les bâches entre elles en utilisant des liens (type colson).

OKT_09_FR.indd 7 26/09/09 8:41:32

Techniques culturalesbetteravières

P V B C – P R O G R A M M E V U L G A R I S AT I O N B E T T E R A V E C H I C O R É E , D A N S L E C A D R E D E S C E N T R E S P I L OT E SRubrique rédigée et présentée sous la responsabilité de l’IRBAB, J.-P. Vandergeten, Directeur de l’IRBAB, avec le soutien du Service public de Wallonie

I N S T I T U T R O Y A L B E L G E P O U R L’ A M É L I O R A T I O N D E L A B E T T E R A V E A S B LMolenstraat 45, B-3300 Tienen (Tirlemont) – F. +32 16 820468 – [email protected] – www.irbab-kbivb.be

Techniques culturales

Inleiding Ieder jaar en dit van zodra de zaden beschikbaar zijn in de suikerfabrieken van ISCAL en de Tiense Suikerraffinaderij, neemt een ploeg van het KBIVB zaadmonsters in de commerciële zaadloten, geleverd door de zaadfirma’s en bestemd voor de bietentelers. Tijdens deze bemonsteringen wordt een kleine hoeveelheid zaden bemonsterd door middel van een sonde, in willekeurige volgorde in 70 dozen van een eenheid zaad (of meer) en dit van elk ras. Voor elk ras worden de monsters proportioneel verdeeld over het geheel van beschikbare loten. Na de bemonstering worden de dozen terug gesloten met een zelfklevend etiket, het monster wordt in een papieren omslag gezet en gecodeerd. De code zal in de databank gekoppeld worden aan de staalname : ras, lotnummer, ontsmetting, datum en plaats van staalname. De bestemming van deze monsters is uiteenlopend : de helft dient voor de opbrengstproeven en de aanleg van waarnemingsvelden, een deel dient als staal voor de bepaling van de zaadkwaliteit en een deel wordt bewaard voor de komende jaren. Ongeacht de bestemming worden de verschillende loten nooit gemengd.

Controle van de zaadkwaliteit Per lot worden 4 monsters genomen om een monster samen te stellen dat zal gebruikt worden voor de controle van de zaadkwaliteit. De controle van de zaadkwaliteit werd in 1999 beschreven in het « Lastenboek voor de verkoop van éénkiemig genetisch en omhuld suikerbietenzaad » opgemaakt door de Raad van Bestuur van het KBIVB voor SUBEL. Het lastenboek bevat een tiental punten waarvan de belangrijkste zijn de kiemkracht, de éénkiemigheid, het zaadkaliber en het gehalte aan actieve stoffen in de omhulling. Het lastenboek legt een kwaliteitsnorm op die hoger is dan wat vereist is voor de gecertificeerde zaden in Europa. De kiemtesten en de kalibratie worden uitgevoerd volgens de ISTA-normen. Deze ontledingen worden uitgevoerd van zodra de zaden beschikbaar zijn in de suikerfabriek, dit is dikwijls maar vanaf 10 maart. Helaas zijn de resultaten pas beschikbaar wanneer de zaai reeds begonnen is ... De resultaten worden in eerste instantie medegedeeld aan de zaadhandelaars en de suikerfabrieken, en vervolgens op de website van het KBIVB geplaatst. In 2011 werden er 99 loten gecontroleerd. Zij waren allemaal conform (Figuren 1 en 2).

Kieming en opkomst In aanvulling op de officiële testen (lastenboek) voeren wij koude opkomsttesten uit op de belangrijke commerciële zaadloten. Deze testen worden uitgevoerd in gecontroleerde omstandigheden aan 10°C op substraat. De opkomsten worden dagelijks geteld vanaf de 8ste tot de 18de

dag. Deze testen werden in 2011 uitgevoerd op 36 loten (Tabel 1). Wij

stellen verschillen vast in snelheid tussen de loten. Het ras Calgarhi, langzamer daar niet geactiveerd, verkrijgt één van de beste eindopkomsten in het veld. Het ras Touareg daarentegen vertoont een volstrekt onvoldoende opkomst, bevestigd door de proeven.

Zaadkwaliteit en veldopkomsten in 2011A. Wauters KBIVB vzw - IRBAB asbl

80000

85000

90000

95000

100000

105000

110000

115000

Banq

uet

Cherokee

Coyote

Calgarhi

Magellan

Rosalinda

Kws

Ardam

axPasteu

rHusky

Einstein

Abo

ndam

axEleo

nora Kws

Jupital

Rambler

Sabrina Kw

sZanzibar

Benn

oAngeliqua

Deb

ora Kw

sCe

llinaKw

sRu

bens

Lukas

BernadettaKw

sSY Dem

eter

SY M

use

Touareg

Gecko

Vivianna

Kws

IsabellaKw

sVe

deta

Zorro

Iguane

plan

ten/

ha

reeks rhizomanie en rhizoctoniagemiddelden 6 velden

80000

85000

90000

95000

100000

105000

110000

115000

Rosalinda

Kws

Coyote

Zanzibar

Eleo

nora Kws

Jupital

Sabrina Kw

s

Deb

ora Kw

s

Angeliqua

Rube

ns

BernadettaKw

s

Touareg

Theresa Kw

s

Julietta

Baiji

Baloo

Baghee

ra

Amalia Kws

Bering

Perruche

plan

ten / ha

reeks nematodengemiddelden 9 velden

0%10%20%30%40%50%60%70%80%

99+98+97+96+95+94+

Kiemkracht 2011

0%

10%

20%

30%

40%

50%

99+98+97+96+95+94+

Eénkiemigheid 2011

NaamRas Ins Zaadpartij Graaddagen om 80% opkomst te bekomen

NaamRas Ins Zaadpartij Graaddagen om 80% opkomst te bekomen

Bering PB AE3976 104 IsabellaKws PB 3410/848‐1 126Bagheera PB BGR1‐3238 109 Zanzibar PB ZAN1‐3268 126Rubens PB AE3924 110 Julietta CF 3410/863‐1 126Cherokee CF CHR1‐3196 111 TheresaKWS PB 3410/657‐1 128Abondamax PB 1329ALE 112 Coyote PB COY1‐3318 128Einstein PB AE3980 112 Vedeta CF F0144W240112 131Benno PB WAE3925 113 SY Demeter CF F0144W231761 132Zorro PB AE3983 113 Jupital PB JPT1‐3198 132Pasteur PB AE3926 116 Baloo PB BLO1‐3225 133Ardamax PB 1869ALE 118 Perruche PB 1169ALE 134Husky PB HUS1‐3259 120 AmaliaKws PB 3410/861‐1 137DeboraKWS PB 3410/859‐1 122 BernadettaKws PB 3410/855‐1 138Baiji PB BAJ1‐3201 122 RosalindaKws CF 3410/567‐1 141EleonoraKws PB 3410/655‐1 123 Iguane PB IGU1‐3202 142Magellan PB MGL1‐3269 124 SabrinaKws PB 3410/865‐1 142Banquet CF 3410/868‐1 124 Calgarhi CF F0144W232694 164Gecko PB GKO1‐3242 125 CellinaKws CF 3410/860‐1 203Rambler PB 3410/869‐1 125 Touareg PB TOA1‐3199 350

Figuren 1 en 2 : Verdeling van de kieming in 2011

Figuren 3 en 4 : Veldopkomst van de rassen in 2011 : gemiddelde populaties

Tabel 1 : Graaddagen om 80% opkomst te bekomen


Welk fungicide gebruiken ? De keuze van het fungicide kan bepaald worden door : - het overwicht van de aanwezige ziekten - de gevoeligheid van het te behandelen ras. Enkel 4 producten zijn erkend tegen de vier bladziekten (cercospora, ramularia, witziekte en roest).

De fungicidenproeven uitgevoerd door het KBIVB in 2009 en 2010 met diverse fungiciden (jaren met gematigde ziektendruk) hebben aangetoond dat : - De verschillen in doeltreffendheid tussen producten bestaan maar

vertalen zich niet noodzakelijkerwijs in de verschillen in uiteindelijke financiële opbrengst. De verschillen in doeltreffendheid zijn nauwelijks zichtbaar in een jaar met geringe ziektendruk.

- Het duurste product is niet noodzakelijk het meest rendabele. - Een dubbele behandeling was verlieslatend. - Een behandeling die 10 dagen te vroeg werd uitgevoerd (= vóór de

behandelingsdrempel bereikt werd) heeft een negatief gevolg op de financiële opbrengst.

Voor alle laattijdig uitgevoerde behandelingen (na 20 augustus) moet men aandacht hebben voor de VT (Tabel 1) indien men geen problemen wil hebben met de levering in de fabriek ! Een kortere veiligheidstermijn voor de rooi betekent niet dat het product een korte nawerking heeft !

Deze proeven krijgen de financiële steun van de Vlaamse overheid en de Waalse Regio.

Evolutie van de bladziekten : opvolging op internetSinds talrijke jaren beheert het KBIVB een waarschuwingssysteem voor de bietenteelt. Er worden waarnemingen uitgevoerd in een zestigtal velden, vanaf de zaai tot eind september. Vanaf begin juli, volgen de waarnemers (vrijwillige landbouwers en personeel van het KBIVB) er aandachtig en op gestandaardiseerde wijze het verschijnen en de evolutie van de ziekten. Een behandelingsadvies wordt verspreid wanneer de behandelingsdrempel bereikt is voor één of meerdere ziekten. De berichten van het waarschuwingssysteem van het KBIVB worden verspreid via zijn website en gratis verzonden per email aan degenen die dit aangevraagd hebben (zich adresseren aan [email protected]).

Sinds 2009 wordt de evolutie van de bladziekten voorgesteld op de website van het KBIVB (Figuur 2). Door de cartografische illustratie kan men in één oogopslag de waarnemingsvelden met hun voornaamste gegevens plaatsen : ras, aantastinggraad door de 4 ziekten (witziekte, cercosporia, ramularia en roest) volgens verschillende data, datum waarop de behandelingsdrempel T1 of T2 bereikt werd of waarop de fungicidenbehandeling werd toegediend. Deze kaart wordt 1 tot 2 keer per week bijgewerkt.

Het waarschuwingssysteem van het KBIVB krijgt de financiële steun van de Vlaamse overheid en de Waalse Regio.

FUNGI-Memo 2011 Voor een optimale bescherming

tegen de bladziekten in de suikerbiet G. LEGRAND, A. WAUTERS

KBIVB vzw - IRBAB asbl

• HET GEKOZEN PRODUCT GEBRUIKEN AAN DE AANBEVOLEN DOSIS (TABEL 1) EN DE

PRODUCTEN AFWISSELEN INDIEN EEN HERHALINGSBEHANDELING GERECHTVAAR-

DIGD IS

• DE VEILIGHEIDSTERMIJN VÓÓR ROOI RESPECTEREN (TABEL 1), VOORAL DIT JAAR

VOOR DE ROOI IN HET BEGIN VAN DE CAMPAGNE !• DE GEVOELIGHEIDSGRAAD VAN ZIJN RASSEN VOOR BLADZIEKTEN KENNEN (FIGUUR

1)• DE SYMPTOMEN VAN DE 4 SCHADELIJKE ZIEKTEN VAN DE BIETEN KENNEN EN ZE

NIET VERWARREN MET DEZE VAN DE NIET SCHADELIJKE BLADZIEKTEN (TABELLEN 2 EN 3)

• OPMERKZAAM ZIJN BIJ HET VERSCHIJNEN VAN DEZE 4 ZIEKTEN IN ZIJN VELD, OF …• … DE EVOLUTIE VAN DE BLADZIEKTEN VOLGEN OP DE WEBSITE VAN HET KBIVB

(FIGUUR 2), OF … • … HET BEHANDELINGSADVIES, GRATIS VERSPREID DOOR HET KBIVB PER EMAIL,

AFWACHTEN

• NIET BEHANDELEN VOOR HET VERSCHIJNEN VAN DE EERSTE SYMPTOMEN VAN ÉÉN

OF MEERDERE VAN DEZE 4 ZIEKTEN EN TUSSENKOMEN VOLGENS DE VOORGESTELDE

BEHANDELINGSDREMPEL (TABEL 2). EEN (TE) PREVENTIEVE BEHANDELING VERGT

(ZEER) VAAK EEN BIJKOMENDE BEHANDELING, HETGEEN EEN NEGATIEF EFFECT OP

DE FINANCIËLE OPBRENGST VEROORZAAKT

• NIET BEHANDELEN BIJ WARM WEER, NOCH OP VERWELKTE BIETEN (BIJ ZEER WARM

WEER : VROEG IN DE OCHTEND BEHANDELEN)• NIET MEER BEHANDELEN NA 10 SEPTEMBER

EEN OPTIMALE BLADBESCHERMING, IS :

Tabel 1. Erkende fungiciden in de biet (mei 2011, formuleringen op basis van zwavel niet inbegrepen). Legende: groene vakjes : erkend tegen; roze vakjes : niet erkend tegen; Nmax : Maximum aantal toedieningen; * : toedieningsvoorwaarden of meer info, zie website KBIVB (lijst erkende fungiciden) of website Fytoweb; VT : Veiligheidstermijn.

Gevoeligheid van de rassen voor bladziekten Elk jaar legt het KBIVB proeven aan om de gevoeligheid van de rassen (gecommercialiseerd en in afwachting van erkenning) voor de bladziekten waar te nemen (Figuur 1). De ontwikkeling van de ziekten (voornamelijk witziekte en cercospora) nabehandeling en na het einde van de nawerking van het fungicide laten toe om het belang te vestigen op de rasresistentie.De gevoeligheid van het ras kan de keuze van het fungicide beïnvloeden.

Daarentegen zal de (eerste) behandelingsdatum noch uitgesteld noch ver-vroegd worden in functie van de rasgevoeligheid : het beste toedienings-tijdstip is van zodra de « behandelingsdrempel » bereikt wordt (Tabel 2). Men moet er echter op letten de erg gevoelige rassen op tijd te behande-len. Een mindere gevoeligheid, in het bijzonder voor cercospora, zal inte-ressanter zijn in geval van laattijdige rooi en sterke ziekteontwikkeling. Er is geen correlatie tussen de bladziekten en de bewaring in hoop en/of bewaringschimmels.

Figuur 1. Gevoeligheid van de bietenrassen, gecommercialiseerd in 2011, ten opzichte van witziekte en cercospora. Hoe langer de balk, hoe gezonder het blad.

Figuur 2. Cartografische illustratie van de evolutie van de bladziekten in de waarnemingsvelden. Legende van de iconen : zie www.irbab-kbivb.be> Waarnemingsvelden - cartografie, maand juli-augustus.

Rosalinda KwsSabrina Kws

Eleonora KwsRamblerTouareg

AbondamaxAngeliqua

BernadettaKwsExacta

Debora KwsCellina Kws

BennoJupital

BanquetArdamaxBenemaxCalgarhiPasteurResimaxRubensZanzibarSY MuseCoyote

MagellanSY Demeter

HuskySY Invincta

Isabella Kws³Gecko³

Vivianna KwsVedeta³Iguane³Zorro³

Amalia KwsPerruche

Theresa Kws²Bering²Julietta²Baloo²Baiji

Bagheera

cerco

witziekte

roest

Commerciële naam K

lass

e

Form

ule

rin

g

Wit

ziek

te

Cer

cosp

ora

Ram

ula

ria

Roe

st

Dos

is (

l -kg

/ha)

Nm

ax t

oedi

enin

gen

VT

(dag

en)

ARMURE B EC 0.70 1 21DIFCOR 250 EC B EC 0.50 3 21GEYSER / EC 0.50 3 21TAPIER B EC 0.50 - 21SPYRALE B EC 1.00 1* 28FORTRESS B SC 0.30 2* 28BUMPER P B EC 1.00 - 30OPERA B SE 0.80 2* 42EMINENT / ME 0.80 2 42BELROSE / ME 0.80 2 42OPUS TEAM B SE 0.70 * 45CORBEL B EC 0.75 1 45CAPITAN 25 EW A EW 0.60 2* 49PUNCH SE A SE 0.60 2* 49


WITZIEKTEErysiphe betae

CERCOSPORA Cercospora beticola

RAMULARIAERamularia beticola

ROESTUromyces betae

SYMPTOMEN

Vroeg stadium Kleine stervormige, witte vlekken, zichtbaar door het blad onder een bepaalde lichtinvalshoek te plaat-sen.

Kleine, ronde grijsachtige vlekken met een duidelijke donkerbruin-roodachtige rand en met in het midden kleine zwarte puntjes zichtbaar onder een vergrootglas (sporendragers).

Kleine, lichtbruine onregelmatige vlekken, met een onregelmatige donderbruine rand en met in het midden kleine witte puntjes zicht-baar onder een vergrootglas (sporendragers).

Roodoranje tot bruine oneffenhe-den, die een roodoranje poeder (sporen) bevatten, omgeven door een geelachtige ring.

Gevorderd stadium - Schimmelpluis, eerst witachtig, dan grijsachtig (melig uitzicht), vaak bedekt met kleine zwarte puntjes. - Uitdroging van de bladeren.

- Grote bruine zones .- Uitdroging van de bladeren (uitzicht van gedroogde tabaksbla-deren).

- Grote bruine zones.- Uitdroging van de bladeren (uitzicht van gedroogde tabaksbla-deren).

- Grote zones met het bruine uitzicht van roest. - Uitdroging van de bladeren .

VERSCHIJNINGS-TIJDSTIP

- Dikwijls vanaf einde juli,- Soms na midden augustus.

- Dikwijs na midden augustus,- Zeer zelden begin juli.

- Dikwijls na midden augustus,- Mogelijk vanaf eind juli.

- Later in het seizoen,- Soms reeds in augustus.

VERSCHIJNINGS-FREKWENTIE

- Zeer frekwent,- De intensiteit varieert volgens het jaar, het ras en het veld.

- Frekwent,- De intensiteit varieert volgens het jaar, het ras en het veld.

- Sporadisch,- De intensiteit varieert volgens het jaar, het ras en het veld.

- Frekwent maar laat.

WAARDPLANTEN - Soort Beta - Soort Beta + spinazie en enkele onkruiden (ganzenvoet, melde, papegaaienkruid)

- Soort Beta - Soort Beta

GUNSTIGE WEERS-OMSTANDIGHEDEN

- Warmte (optimum 20-25°C).- Afwisseling van warme en droge dagen en koele en vochtige nachten.- Geen hevige regen.

- Warmte (optimum 25-30°C). - Zeer hoge luchtvochtigheid (voor de besmetting). - Frekwente regen (voor de ver-spreiding van de sporen, van blad tot blad of van plant tot plant).

- Frisheid (optimum 17°C). - Relatief hoge luchtvochtigheid.

- Frisheid (optimum 15-22°C). - Vochtigheid gedurende lange perioden.

OVERLEVING EN VERSPREIDING

- Verplichte parasiet, ontwikkelt zich enkel op bieten.- Overwintering op zuiderse wilde bieten.- Verspreiding over zeer lange af-standen door luchtstromen en over korte afstanden door de wind.

- Overwintering in de teeltresten.- Perceelsgebonden ziekte. Te korte rotaties en niet-ploegen vermijden in sterk aangetaste percelen.- Verspreiding enkel van plant tot plant, door de regen en de lucht-stromen (verspreiding per haarden).

- Overwintering in de teelresten, dikwijls perceelsgebonden ziekte. - Verspreiding over grote afstanden door de wind en van plant tot plant door de regen (maar de regen is niet noodzakelijk).

WEERSLAG OP DE OPBRENGST

- Bij vroege verschijning, mogelijke wortelopbrengstvermindering van 5 tot 10%.- Weinig invloed op het suikergehal-te en de extraheerbaarheid.

- Bij vroege verschijning, mogelijke suikeropbrengstvermindering van 5 tot 10%.- Belangrijk effect op de wortelop-brengst, het suikergehalte en de extraheerbaarheid.

- Weerslag minstens even belangrijk als deze van cercosporia, indien de ziekte zich ontwikkelt.

- Moeilijk te schatten, daar de ziekte zich later ontwikkelt en dikwijls samen voorkomt met cercospora, ramularia en/of witziekte.

1ste BEHANDELING = DREMPEL T1

15 % van de bladeren zijn aangetast = 7-8 bladeren

met ten minste één vlek op 50 willekeurig genomen bladeren







HERHALINGS-BEHANDELING =

DREMPEL T2 in functie vd rooidatum

30 % van de bladeren zijn aangetast

= 15 bladeren aangetast op 50 willekeurig genomen bladeren







IN BELGIË IS EEN BEHANDELING UITGEVOERD OP HET JUISTE MOMENT (DREMPEL T1) MEESTAL VOLDOENDE

GEEN ENKELE BEHANDELING IS GERECHTVAARDIGD NA 10 SEPTEMBER

RESPECTEER DE VEILIGHEIDSTERMIJN (VT - Tabel 1)

BEHANDELINGSDREMPEL TIJDSTIPPEN:VANAF DE EERSTE SYMPTOMEN VAN EEN OF MEER VAN DEZE ZIEKTEN EN INDIEN …

Tabel 2. Bladziekten schadelijk voor de bietenteeltIngrijpen wanneer de behandelingsdrempel bereikt is (en niet eerder !)


Tabel 3. Bladziekten niet schadelijk voor de bietenteelt Geen enkele tussenkomst is gerechtvaardigd

PSEUDOMONASPseudomonas sp

BACTERIE

ALTERNARIA Alternaria tenuis

PHOMAPhoma betae

VALSE MEELDAUWPeronospora farinosa

SYMPTOMEN

In geval van twijfel over de identificatie van de

aanwezige ziekte, aarzel niet om contact op te nemen met uw land-

bouwkundige of om een bladstaal in een open plastiek zak onder

omslag op te sturen naar

KBIVB-IRBAB Molenstraat, 45,

3300 Tienen

met vermelding van uw gegevens

(naam, adres en telefoon)

- Vrij scherp afgelijnde zwartbruine vlekken, in het begin omgeven door ontkleurd weefsel. Het weef-sel in het centrum van deze vlek-ken is afgestorven. Er zijn geen zichtbare schimmelstructuren zichtbaar onder de microscoop. Vervolgens scheuren de afgestor-ven zones (typisch symptoom van infectie door Pseudomonas).- De bladrand vergeelt en sterft af. Verschijnt op gekwetste bladeren (bv. bij hagel). Vaak verward met cercosporia

of ramularia.Geen enkel fungicide is actief tegen deze bacteriële ziekte.

- Bruine vlekken die zich aan de bladrand vormen, en zich geleide-lijk naar het centrum uitbreiden, tussen de nerven. - Verschijnt dikwijls op planten aangetast door vergelingsziekte of met gebrek aan magnesium of boor.- Het gebrek aan magnesium is vaak gekoppeld aan de aanwezig-heid van bietencystenaaltjes. - De combinatie van aaltjes + magnesiumgebrek + watertekort is gunstig voor de aanwezigheid van alternaria.

- Bruinachtige vlekken met concen-trische cirkels, met in het midden typische barsten en kleine zwarte puntjes .- Verschijnt soms op bladeren aan-getast door cercosporia of ramula-ria.

- Paarsachtig schimmelpluis op jonge bladeren. - Gekrulde en gezwollen bladeren, vooral de hartbladeren.

VERSCHIJNINGS-TIJDSTIP

- Van mei tot september. - Meestal vanaf augustus. - Meestal vanaf augustus. - Meestal in juni of juli.

VERSCHIJNINGS-FREKWENTIE

- Frekwent, soms naargelang het ras.

- Frekwent, vooral in gronden of in zones aangetast door het bieten-cystenaaltje.

- Weinig frekwent.. - Anekdotisch.

GUNSTIGE WEERS-OMSTANDIGHEDEN

- Vochtig en betrokken weer.- Verdwijnt op natuurlijke wijze bij droog weer.

- Warmte gepaard gaand met wa-tertekort.

- Warmte (optimum 20°C). - Koud en vochtig weer.- Verdwijnt op natuurlijke wijze bij droog weer.

WEERSLAG OP DE OPBRENGST

- Geen. - Geen.- Het opbrenstverlies is gerelateerd aan de aanwezigheid van aaltjes.

- Geen. - Geen.

Schieters: op tijd uitroeien

BELANGRIJK

De dubbel resistente rassen, rhizomanie – rhizoctonia bruinwor-telrot en rhizomanie - cystenaaltje, zijn gevoeliger voor schieters, vooral bij vroege zaai !

Keuze van het bestrijdingssysteem van schieters en onkruidbie-ten in functie van hun besmettingsgraad

en hun ontwikkeling

Aantal schieters

per ha

Aanbevolen bestrijdingssysteem

Ontwikkelingsstadium van de schieters en opmerkingen

100 - 1 tussenkomst in hand-werk

- vóór begin bloei of volle bloei - einde bloei : schieters uit het veld dragen

1.000 tot 2.000

- tussenkomst in handwerk nog steeds mogelijk - onkruidbestrijker met koorden of rollen 2x

- vóór volle bloei- begin bloei en na 20 da-gen

2.000 tot 4.000

- schoffelen- onkruidbestrijker met koorden of rollen 2x

- begin bloei en na 20 dagen, handwerk in de ‘kringen'

4.000 tot 6.000

- schoffelen- onkruidbestrijker met koorden of rollen 2x- cirkelmaaier 1x

- begin bloei, na 2 weken en begin september

6.000 tot 10.000

- zelfzoekende schoffel-machine- onkruidbestrijker met koorden of rollen 2x (zeer trage snelheid)- cirkelmaaier1x

- begin bloei en na 3 weken- begin september

15.000 - zelfzoekende schoffel-machine- onkruidbestrijker met koorden of rollen 3x- cirkelmaaier 1x- ruimere vruchtwisseling

- begin bloei, na 2 weken en begin september- in september- alle 6 jaar bieten

Wacht niet tot u de volgende oplossingen moet gebruiken !

De bestrijding van schieters van wilde bieten of van jaarbieten is noodzakelijk, maar wordt te vaak verwaarloosd. In een normaal jaar kan men tussen 10 en 50 schieters (niet wilde) per hectare tellen, naargelang de zaaidatum, de ligging van het perceel en het ras. Denk eraan dat één enkele schieter per m² niet al-leen een financieel verlies van 10 tot 30 % kan veroorzaken, maar ook tot 1.000 levensvatbare zaden kan produceren.

In functie van het besmettingsniveau (zie tabel hiernaast) en de ontwikkeling van de schieters, dient de vernietiging ervan te gebeuren door : - te schoffelen, - het verwijderen met een krabber, door ze af te hakken onder de kop en ze bo-ven op de bladeren te leggen om hun uitdroging te bevorderen.- indien men later tussenkomt, moet men de meest ontwikkelde bieten manueel uittrekken, vóór de volledige bloei (mogelijk indien de grond niet te droog is). Indien men tussenkomst als ze in bloei staan, moeten de schieters uit het veld gebracht worden om de verspreiding van het zaad te voorkomen.

In geval van sterke besmetting, wordt aanbevolen om ze met een cirkelmaaier af te maaien, of om een behandeling met een onkruidbestrijker uit te voeren (oplossing van 30 tot 50 % van een product van het type 'Roundup'). Een tweede behandeling is dikwijls vereist 20 dagen na de eerste en dient te gebeuren in te-gengestelde richting. In dit geval moet men vermijden om verwelkte bieten te behandelen (in geval van droogte), ondanks het verschil in grootte tussen de schieters en de bietenteelt. Dit wordt beter vermeden, want de translocatie en dus de actie van het glyfosaat zullen onder deze omstandigheden sterk verminderd zijn.

BELANGRIJK

In geval van sterk besmette gronden, is het nuttig om technieken van niet-ingewerkte mulch toe te passen, gevolgd door een direc-te zaai, zonder voorafgaande voorbereiding van het zaaibed. Men zal in dit geval een zaaimachine met zaaischijven moeten gebrui-ken en een doeltreffend systeem van zaadbedekking.


Meer kapitaal uit het buitenland

Deze investeringen werden mogelijk ge-maakt dankzij buitenlands kapitaal afkom-stig van petroleum- of agrovoedingsgroe-pen. Het is de internationale financiële crisis van 2008 die de komst van buiten-landse investeerders bevorderde. Ingevol-ge de crisis, hadden talrijke Braziliaanse suikerfabrieken diepe schulden en waren zij niet meer in staat om nieuwe investerin-gen aan te gaan.Vandaag nog, worden de investeerders aangetrokken door de nieuwe afzetmo-gelijkheden van suikerriet en onder meer deze van het gebruik van bagasse (het is de vezelachtige afval die overblijft na per-sing van het sap uit de stengel van het riet) voor de productie van elektrische energie. Volgens bepaalde studies, kan de suiker-rietteelt in Brazilië 14.000 Mw elektriciteit per jaar produceren. Vóór de crisis, be-droeg het buitenlands kapitaal in de Bra-ziliaanse suikerfabrieken minder dan 10 %. Vandaag, zou dit percentage 20 % kunnen bereiken met de versterkte aanwezigheid van grote internationale groepen zoals Bunge (USA), Louis Dreyfus et Tereos (Frankrijk) of nog de intrede van Chinese en Indiase investeerders. In 2010, verwierf de eerste Indiase suikerraffinadeur, Shree Renuka Sugars, een participatie van 50,3 % in het kapitaal van de Braziliaanse sui-ker/ethanolproducent Equipav.Men schat dat vandaag, de 4 grootste groepen van het land voor minstens 50 % door buitenlands kapitaal gecontroleerd worden. Cosan, eerste producent van sui-ker/ethanol in Brazilië wordt voor 50 % ge-controleerd door de Engels-Nederlandse petroleumgroep Shell. LDCB (Louis Crey-fus Commodities Brasil), tweede grootste

producent na Cosan is een filiaal van de multinational Louis Dreyfus. Guarani, der-de Braziliaanse producent is een filiaal van de Franse suiker- en zetmeelgroep Tereos. Bunge Brasil is de dochter van de Ameri-kaanse reus van de agrobusiness Bunge.

Tekort aan brandstofethanol in Brazilië

Dit jaar, importeerde Brazilië meer dan 150.000 m3 ethanol uit de Verenigde Sta-ten en moest Petrobas, de Braziliaanse petroleumgroep, benzine invoeren.Vorig jaar, met de hoge prijzen op de we-reldmarkt, verkozen talrijke fabrikanten suiker te produceren in plaats van ethanol hetgeen tot een verhoging van de lokale ethanolprijzen leidde en de automobilisten verplichtte aan de pomp benzine te kopen in plaats van biobrandstof om hun flex-fuel voertuigen te bevoorraden. Petrobras moest in 2010 voor de eerste maal in bijna 40 jaar benzine invoeren. Om het ethanol-tekort op te vangen, is de overheid van plan om het percentage ethanol dat aan benzine wordt toegevoegd voor de tweede maal te verminderen, wat de verhoging van de inlandse vraag naar benzine dreigt aan te wakkeren. Het toevoegingsper-centage bedraagt voor het ogenblik 25 % maar de regering zou het kunnen verlagen tot 18 % gedurende verscheidene maan-den. Volgens de Braziliaanse pers zou de regering ook kunnen voorzien openbare leningen toe te kennen aan de fabrieken die verkiezen ethanol in plaats van suiker te produceren, om het aanbod te trachten te verhogen en de prijzen te stabiliseren. Een andere oplossing op langere termijn zou erin bestaan de opslagcapaciteiten te verhogen om de prijzen te stabiliseren.

B r a z i l i ë

MERCOSUR: vrees voor suikerMercosur is de gemeenschappelijke markt van 4 Zuid-Amerikaanse landen (Brazi-lië, Argentinië, Paraguay en Uruguay).Nieuwe onderhandelingen vonden plaats begin mei om een vrijhandelsakkoord voor producten en diensten af te sluiten tussen de EU en Mercosur. Volgens de diensten van de Europese Commissie, zou het akkoord negatief zijn voor de landbouw, en meer in het bijzonder voor de rundvleessector maar zou globaal positief zijn voor de Europese economie, onder meer in de sectoren auto-mobiel, telecommunicatie en diensten.De CIBE (Confederatie van de Europese Bietenplanters) heeft de impact inge-schat van een vrijhandelsakkoord betreffende suikeruitvoer naar de EU uit Brazilië: elke bijkomende schijf van 100.000 t suiker die Brazilië naar de EU zonder taksen exporteert zou leiden tot de sluiting van een suikerfabriek, het verlies van zowat 300 arbeidsplaatsen en de stopzetting van de bietenteelt door 1.500 planters.

Volgens Unica, de Braziliaanse vereni-ging van de suikerrietindustrieën, zouden 5 nieuwe suikerfabrieken in werking tre-den in 2011/12 tegen 10 in 2010/11 (19 in 2009/10 en 30 in 2008/09). Gelijklopend, werden suikerproductielijnen toegevoegd aan 8 distilleerderijen, terwijl 11 bestaande suikerfabrieken hun productiecapaciteit significant verhoogden.

Uitbreiding van de grote suikergroepen

De groep Cosan, eerste Braziliaanse sui-kerproducent, is van plan zijn capaciteit voor suiker- en ethanolproductie met 50 % te verhogen tussen dit en 5 jaar. De pro-ductieverhoging zou gerealiseerd worden dankzij de bouw van nieuwe fabrieken maar ook door acquisities en de capaci-teitsverhoging van de bestaande fabrieken.Copersucar, eerste exporteur van suiker en van ethanol in Brazilië, kondigde een verhoging met 30 % van zijn export aan. Copersucar, die suiker en ethanol van 43 aangesloten (coöperaties) productie-een-heden maar ook de productie van niet aan-gesloten groepen commercialiseert, mikt

op deze vooruitgang dankzij de komst van nieuwe partners in de groep. Zijn fabrieken zouden ongeveer 20 % bijkomend suiker-riet verwerken ten opzichte van verleden jaar. Tereos wil 347,7 M e investeren om zijn filiaal Guarani, derde Braziliaanse pro-ducent, uit te breiden in de komende 4 jaar. De verwerkingscapaciteit van de Guarani fabrieken zal met 3,5 Mt verhogen, tot 24,5 Mt (+ 17 %), wat de capaciteit van suiker-productie met ca 170.000 t zal doen stij-gen, en deze van ethanol met 195.000 m3 per jaar. De groep zal eveneens zijn WKK-vermogen van 259 tot 1.172 gigawatt/uur verhogen, en de zodoende verkregen elek-triciteit aan het nationale net verkopen.Bunge Brasil is van plan zijn suikerriet-oogst in Brazilië met 30 % te verhogen voor de productie van ruwe suiker en van ethanol in 2011/12 en ze zodoende op ca. 17 Mt te brengen, door de aanplantingen uit te breiden, de productiviteit te verhogen en de nieuwe capaciteit te benutten. Na de acquisitie van de 5 fabrieken van de Brazi-liaanse groep Moema in 2010, zou Bunge 21 Mt suikerriet moeten kunnen verwerken tussen dit en 2 of 3 jaar.

Suiker in de lift en een tekort aan biobrandstoffenin Brazilië, wordt alles in het werk gesteld om almaar meer suiker te produceren en te exporteren teneinde te profiteren van de uitzonder-lijk hoge prijzen op de wereldmarkt. De stijgende suikerproductie gaat ten koste van de ethanolproductie die de vraag niet meer kan volgen. Brazilië was zelfs verplicht om ethanol uit de Usa te importeren om het land te bevoorraden, dat ontbrak er nog maar aan voor de kampioen in de productie van biobrandstoffen.

Bijna 90 % van de in Brazilië verkochte auto’s in 2010 waren flex-fuel wat betekent dat ze zowel op benzine, ethanol of een mengsel van beide kunnen rijden. 4 voertuigen op 10 rijden op ethanol in Brazilië, hetzij praktisch 12 miljoen voertuigen.

W e r e l D m a r k t

sterke dalingDe suikerprijs op de wereldmarkt is met praktisch 25 % gedaald sinds eind februari: van 850 tot 630 $/t witsuiker op de markt van londen. Deze daling wordt verklaard door de goede oogstvooruit-zichten in Brazilië en in thailand, de twee eerste exporteurs in de wereld.

Brazilië domineert de wereldmarkt. Op zich alleen, vertegenwoordigt het land 60 % van de suiker die op wereldvlak verhandeld wordt en het zet zijn expansie voort (lezen pagina 9). Belangrijke hoeveelheden afkomstig van Thailand worden even-eens verwacht omwille van een uitzonderlijke oogst aldaar (lezen pagina 10).De koersen blijven niettemin op een hoog niveau: 150 $/t meer dan vorig jaar op hetzelfde tijdstip. De markt blijft ondersteund door een sterke vraag op wereldvlak, onder meer van het Midden-Oosten, en anticipeert namens China, eerste wereld-consument, op een grotere invoer dan verwacht omdat het land sinds verschei-dene maanden met droogte kampt. Ook Japan zal beduidend meer invoeren. Als gevolg van de aardbeving, werden twee van de twaalf suikerfabrieken in Japan gedeeltelijk beschadigd en de oogst verloopt er minder goed dan voorzien.

Spanningen op de Europese markt

Spijts de herklassering van 500.000 ton suiker buiten quotum om de inlandse EU-markt te bevoorraden, bevinden de voorraden van voedingssuiker zich op een zeer laag peil. Na afloop van de campagne 2010/11, die begin september eindigt, zouden de suikervoorraden nog slechts 500.000 ton bedragen tegen 1,2 Mt na afloop van de voorgaande campagne.Bepaalde lidstaten maken gewag van suikertekort op hun markten. De pers rap-porteert bijvoorbeeld dat de Polen de Duitse grens oversteken om suiker te kopen in Duitsland tegen de helft van de Poolse prijs. Dit prijsverschil wordt verklaard door de slechte oogst van 2010 en speculatie op de suikermarkt. De Poolse rege-ring geeft de schuld aan de hervorming van het Europese suikerregime waardoor de Poolse productie van witsuiker tot zowat 1,5 Mt is gezakt in 2010/11. Polen en andere landen zoals Slovakije en Roemenië vragen een verhoging van 15 % van het productiequotum in elke lidstaat om de bevoorrading beter veilig te stellen.


De productie 2010/11 zal heel wat hoger zijn dan de voorspellingen aanwijzen en zal waar-schijnlijk een recordvolume bereiken.

De campagne 2010/11 is nog niet beëindigd maar zal, volgens de vooruitzichten, heel zeker de 9 Mt suiker over-schrijden. Het vorige record dateert van de campagne 2007/08 met een productie van 8,06 Mt. Door de uitzon-derlijke regenval van eind 2010 stegen de opbrengsten en zetten de hoge prijzen de landbouwers aan om de sui-kerrietaanplantingen uit te breiden. Volgens Sucden, zou de suikerproductie 9,8 Mt kunnen bereiken. De campagne is nog niet beëindigd en dreigt uit te lopen tot in mei omwille van de grote volumes die nog moeten verwerkt worden, en dat terwijl nieuwe regenval in het noordoosten van het land de oogstoperaties en de aanvoer van de vrachtwagens in de aanplantingen begint te verstoren. Dit verwachte productieoverschot en de gro-tere export zou de prijzen niet beïnvloeden aangezien de suiker zou worden afgezet bij kopers die niet op tijd wer-den bevoorraad door hun traditionele leveranciers zoals Brazilië (omwille van de regenval van vorig jaar en van de overvolle havens) of bij de Australische klanten, wiens verkopen met een derde daalden als gevolg van de zeer slechte weersomstandigheden.De suikerexport wordt op 6,67 Mt geschat te vergelijken met de in 2010 verkochte 4,63 Mt wat een verhoging van zijn suikerverkopen in het buitenland met 40% vertegen-woordigt ten opzichte van vorig jaar. Thailand is de twee-de wereldexporteur van suiker na Brazilië.

40 % van de bevolking actief in de landbouwsector

De landbouw staat in voor 10 % van het bruto binnen-

lands product van Thailand en doet meer dan 40 % van de actieve bevolking van het land leven. De prijsopstoot van de landbouwgrondstoffen, met de hoogste suiker-koers sinds 1980, product waarvan het de tweede we-reldexporteur is na Brazilië, kwam het land rechtstreeks ten goede tijdens afgelopen campagne.De prijs voor rijst, andere belangrijke teelt in Thailand, waarvan het de eerste wereldexporteur is, steeg even-eens in 2010, als gevolg van de algemene prijsstijging van de voedingsmiddelen. Daardoor, noteert het land een stijging met 7,8 % van zijn BIP.Terwijl in de meeste groeilanden de tendens is dat de actieve bevolking daalt in de landbouwsector, vertoont Thailand een diametraal tegenovergestelde evolutie. In de landbouwsector kende de actieve bevolking er de sterkste stijging, met een toename van 400.000 perso-nen, tot 15,82 miljoen.

Suikergroep Mitr Phol

De groep Mitr Phol Sugar is de eerste Thaise suikergroep en rangschikt zich onder de 7 eerste wereldproducenten met een totale productie van 2,7 Mt per jaar.In Thailand, beheert Mitr Phol 5 suikerfabrieken die in het totaal 13 Mt suikerriet per jaar kunnen verwerken met een jaarlijkse suikerproductie van ca. 1,4 Mt.Sinds 1993, is Mitr Phol in China gevestigd onder de vorm van een joint venture met de Chinese groep Gu-angxi. Vandaag bezit Mitre Phol participaties in 7 Chinese suikerfabrieken die nog steeds met de Guangxi groep sa-menwerken. Deze suikerfabrieken hebben een totale ver-werkingscapaciteit van 10 Mt suikerriet per jaar en een jaarlijkse suikerproductie van zowat 1,2 Mt.Door de energiemogelijkheden die de verwerking van rietafval in energie biedt, ontwikkelde Mitr Phol in China

de productie van pulp en opende onlangs een papierfa-briek met een capaciteit van 60.000 ton papier per jaar.In 2010, officialiseerde Mitr Phol het project van een elek-trische centrale in China met suikerrietafval (bagasse). Met een capaciteit van 32 MW, zal deze installatie de eer-ste Chinese elektrische centrale zijn op biomassa. Mitr Phol heeft al een gegarandeerd aankoopcontract met de Chinese regering in de wacht gesleept voor een duur van 30 jaar. De ingebruikstelling van de centrale is voorzien in het eerste semester 2011.Mitr Phol is ook gevestigd in Laos waar hij een concessie van 10.000 ha aanplantingen bekwam. Een suikerfabriek werd gebouwd in 2006, Mitr Lao Sugar, goed voor een productie van 60.000 ton per jaar. De meeste in Laos ge-produceerde suiker wordt uitgevoerd naar de Europese Unie.In Thailand bezit Mitr Phol een laadterminal voor ruwe bulksuiker voor boten, evenals opslaginfrastructuur met een totale capaciteit van 90.000 ton suiker.

Bron: www.mitrphol.com

t h a ï l a n D

recordopbrengst in 2010/11

De groep Mitr Phol Sugar is de eerste Thaise suiker-groep en rangschikt zich onder de 7 eerste wereldpro-ducenten met een totale productie van 2,7 Mt per jaar.

De dramatische overstromingen die het land troffen in 2010 zijn de oorzaak van de slechtste oogst in het land sinds 20 jaar.

Bijna 5 Mt riet kon niet geoogst worden en de suikerpro-ductie bereikte slechts 3,6 Mt tegen gemiddeld 4,1 Mt voor de 3 laatste campagnes. Ook de campagne 2011/12 kon-digt zich allesbehalve rooskleurig aan.Daardoor zou de komende oogst wel eens 15 % lager kun-nen uitvallen dan normaal. Bovendien, werd de groei in-gekort door zware regenval en overstromingen en kon er daardoor geen nieuw suikerriet aangeplant worden.Na een sterke groeiperiode gedurende de jaren 90 is de productie aan het afnemen. Redenen hiervoor zijn de tal-rijke problemen die de sector kent sinds 2004/05: ziekten in de rietaanplantingen (smut in 2006/07), weerrampen (cyclonen, droogteperiodes en overstromingen), evenals inkrimping van het areaal voor andere teelten of ten ge-volge van verstedelijking.95 % van de productie is geconcentreerd in de staat Queensland (Oostkust). Er zijn 22 fabrieken in Queens-land en 3 in Nieuw-Zuid-Wales.Er zijn nu nog bijna 4.000 suikerrietbedrijven tegen on-geveer 6.000 planters in het jaar 2000, voor een totale rietaanplanting van meer dan 400.000 ha. De gemiddelde rietoppervlakte per bedrijf bedraagt zowat honderd hecta-ren, maar bepaalde aanplantingen overschrijden 1.000 ha.De normale suikeropbrengst bedraagt tussen 11 en 13 ton suiker per hectare voor het geheel van het land. Maar sinds 2006 dalen de opbrengsten. Tijdens de campagnes 2009/10 en 2010/11, daalde de gemiddelde suikerop-brengst onder 10 ton/ha.

Australië is 8ste wereldproducent

De sector telt 10 suikermaatschappijen voor 24 suikerfa-

brieken en 4 raffinaderijen.De grootste suikermaatschappij, Sucrogen, behoort toe aan de Australische groep CSR, realiseert 45 % van de nationale productie, met 7 fabrieken die in het totaal 2 Mt suiker produceren, dewelke volledig geëxporteerd wordt. Zij produceert eveneens 171 MW in warmtekrachtkoppe-ling en 60 Ml ethanol.De groep Bundaberg Sugar, in handen van de Belgische groep Finasucre die ook Iscal Sugar bezit, telt 4 suiker-fabrieken in Australië en produceerde 665.000 t suiker tijdens de campagne 2009/10, hetzij zowat 15 % van de Australische productie.In 2010 werden herstructureringen doorgevoerd. CSR verkocht zijn suikerafdeling Sucrogen aan de Aziatische groep Wilmar International, wereldleider in de productie van palmolie. De acquisitie van Sucrogen omvatte even-eens 75 % van de Nieuw-Zeelandse New Zealand Sugar Company in bezit van CSR.De Thaise groep Mitre Phol Sugar Corp trad toe tot het kapitaal van Maryborough Sugar Factory Ltd voor 19,9 %. In 2010, tekende Bundaberg een partnerschapsover-eenkomst betreffende zijn 3 suikerfabrieken in Noord-Queensland met de fabriek van Maryborough Sugar die ook in Noord-Queensland gevestigd is. De overeenkomst voorziet in een optie van 2 jaar voor de maatschappij Ma-ryborough om de rest van de aandelen die zij nog niet in Bundaberg zou bezitten te kunnen verwerven.

Australië: 3de wereldexporteur

Australië is de 3de wereldexporteur van suiker na Brazilië en Thailand. Met een gemiddelde waarde van 3 Mt over de drie laatste jaren, vertegenwoordigt de Australische export ca 5 % van de werelduitvoer. Het land beschikt daartoe over 7 suikerterminals die in de havens gelegen zijn en een stockagecapaciteit van meer dan 2 Mt bulksuiker.De voornaamste afnemers bevinden zich in Zuid-Oost-

Azië (Indonesië, Japan, Korea, Maleisië, Taiwan), maar ook in de Verenigde Staten en in Nieuw-Zeeland. Het land exporteert ook geraffineerde suiker (ongeveer 200.000 ton per jaar).De export (ongeveer 90 %) wordt hoofdzakelijk verzekerd door Queensland Sugar Limited (QSL), naamloze ven-nootschap die sinds 2006 aan de planters en aan de fa-brikanten toebehoort. Voordien, was Queensland Sugar Ltd een commerciële staatsonderneming. Zij had het mo-nopolie van de commercialisatie van de totaliteit van de geproduceerde ruwe suiker in handen. Gezien de meeste industriëlen en planters hun contractuele relaties met QSL behielden, blijft deze laatste vandaag de commercialisatie van meer dan 90 % van de geëxporteerde suiker (prijson-derhandeling, beheer van de haventerminals,...) voor een groot deel van de industrie en van de planters, verder be-heren en coördineren.Omwille van de overstromingen van 2011, moest QSL voor de eerste maal suiker kopen op de wereldmarkt (ongeveer 800.000 ton) om zijn uitvoercontracten te kunnen nako-men.

Bron: www.franceagrimer.fr

a U s t r a l i ë

slechtste oogst sinds 20 jaar

De cycloon Yasi van februari 2011 verwoestte talrijke rietvelden.


a a r D a p p e l e n

Controle van de receptie

Bij aankomst van de vrachtwagen, voorafgaand aan het lossen, wordt met een emmer 10 kg staal manueel in de vrachtwagen genomen. In enkele minuten, wordt het staal gewassen, geschild en aan volgende tests onder-worpen: meting van de droge stof met de feculometer, beschadigingtest (aanwezigheid van plekken, schokken, ziekten, groene aardappelen,...), tests om de glazige aardappelen te elimineren (in een oplossing van zoutwa-ter, de glazige drijven boven), kooktest (kleurindex van de centrale friet op 25 knollen die 2 minuten in olie op 180°C gedompeld worden).

Als de toelatingstest bevredigend is, mag de vrachtwa-gen gelost worden. De aardappelen gaan door een reeks reinigingsrollen vooraleer binnen in de fabriek toegelaten te worden voor het kalibreren, wassen, schillen en ver-werken. De verwijderde aarde bij de reiniging wordt gere-cupereerd in een bunker onder dewelke de vrachtwagen zich positioneert om zijn eigen aarde te recupereren al-vorens de fabriek te verlaten.

Tijdens het lossen van de vracht binnen in de fabriek, wordt onderaan de transportband, een staal van 25 kg aardappelen in verscheidene malen genomen om de tarra te bepalen. Het staal wordt vooreerst gewogen (brutogewicht), daarna gewassen. Vreemde voorwerpen (loof,...) evenals niet-conforme aardappelen (groene, glazige ...) en aardappelen kleine kalibers (roosters met vierkante mazen, kaliber minder dan 35 mm) worden

verwijderd. Men bekomt dan het nettostaal dat gewogen wordt. Het verschil tussen bruto- en nettogewicht is de tarra.

De door de landbouwers onmiddellijk na de oogst ge-leverde aardappelen worden opgeslagen in de loodsen van Lutosa. De toelatingstest bij het lossen voor deze rechtstreekse leveringen is identiek aan deze die voor de vrachtwagens geldt. Gezien de zeer korte oogstperi-ode en de drukte aan de fabriek, wordt het tweede staal (voorzien voor de tarra) genomen maar niet onmiddellijk geanalyseerd. Het wordt in palloxen bewaard voor ana-lyse na de oogstperiode. Om het leveren van aardap-pelen geschikt voor langdurige bewaring te bevorderen, wordt een kwaliteitspremie betaald voor de leveringen die rechtstreeks door de landbouwers gedaan worden. Deze premie wordt berekend ten opzichte van het jaar-lijkse gemiddelde van de fabriek.Lutosa beschikt over 9 geklimatiseerde opslagloodsen met een totale capaciteit van 100.000 ton. In functie van hun kwaliteit, worden de aardappelen verdeeld over de verschillende loodsen waar ze na een kortere of langere opslagperiode uitgaan. In juni zijn de silo’s praktisch leeg. De vertrekdatum hangt af van de kwaliteit van de knollen bij aankomst en van de evolutie van de kwaliteit tijdens het opslaan. De loodsen worden dagelijks gecontroleerd. Een computer waakt permanent over de vochtigheids-graad en beheert de temperatuur onder meer met onder-grondse ventilatoren onder de hopen om te temperatuur te verlagen en op 8°C te houden.Regelmatig worden stalen genomen voor de opvolging van het drogen en opslaan. Alleen het bintje wordt op-geslagen.

Controle van de verwerking

Na kalibreren, wassen, schillen en borstelen van de aardappelen, elimineert diverse apparatuur (metaal-detectoren, optische sorteerders,...) langs de band de voorwerpen die niet voor consumptie geschikt zijn. De optische sorteerders zijn uitgerust met camera’s en met een lasersysteem waarmee ze eventuele vreemde voor-werpen maar ook aardappelen met verdachte vlekken,

groene aardappelen,... met behulp van perslucht verwij-deren.

De aardappelen worden vervolgens naar de snijmachi-nes gestuurd (frieten, blokjes, plakjes, partjes,...). Na het snijden, gebeurt een tweede optische sortering met eliminatie van “verdachte” producten (aanwezigheid van vlekken,...). Volgen daarna diverse operaties: kalibreren, drogen, omhullen (kruiden,...), bakken naargelang het gefabriceerde product. Op de foto hierboven, gaat het om aardappelpartjes met schil; zo lusten de Japanse klanten ze!

Na een fase van geleidelijke afkoeling tot 0°C, gaat het product doorheen een diepvriestunnel van -40°C die het product invriest tot -18°C, volgt de verpakking, het in do-zen doen, het palettiseren en het volledig geautomati-seerd opslaan op -20°C in één van de 11 diepvriescellen die 83.000 paletten kunnen bevatten. Lutosa exporteert 91 % van haar productie naar 104 landen in de wereld.

Bij elke klant stemt een precies lastenboek overeen. Het laboratorium van de onderneming neemt permanent, 24 u op 24 u, stalen op de ketting, laat ze bakken en on-derwerpt ze aan een hele reeks tests, onder meer op vlak van temperatuur, lengte, kleur,... maar ook gewicht, kwaliteit van het opzakken, etikettering,... Alleen na een positief rapport van het labo kunnen de producten ver-deeld worden.

lutosa: nr. 1 in de wereld voor export van diepgevroren frietenElk jaar, sluit Lutosa contracten met 300 landbouwers uit de regio voor meer dan 2.500 ha aardappelen in een straal van 30 km. Van midden september tot midden oktober, leveren 300 tractoren elke dag aan de onderneming. Lutosa verwerkt elk jaar praktisch 700.000 ton aardappelen, hetzij 20 % van de Belgische productie.Alleen van de planters gekochte aardappelen worden gestockeerd bij Lutosa. Voor het

overige, bevoorraadt Lutosa zich bij een dertigtal handelaars. Zowat 50 vrachtwagens per dag bevoorraden de fabriek. Elke levering wordt zorgvuldig geschat op basis van een dubbele staalname, het is immers van de kwaliteit van de grondstof dat de kwaliteit van de friet afhangt!

PinguinLutosa

Lutosa werd gekocht in 2007 door Pinguin (diepvries-groenten,...) om de groep PinguinLutosa te vormen. Deze beschikt over acht productiesites en stelt 1.700 personen tewerk in België, in het Verenigd Koninkrijk

en in Frankrijk.De groep PinguinLutosa is de eerste Belgische produ-cent van frieten en de vijfde in Europa. Hij is nr. 1 in de wereld voor export van diepgevroren frieten, vóór Nederland, Canada en de USA.In maart 2011, kocht PinguinLutosa de Belgische on-

derneming Scana Noliko, Europees specialist in groen-ten- en fruitconserven. Scana Noliko stelt meer dan 500 personen tewerk op twee productiesites in België. Be-halve haar activiteit in conserven, produceert de onder-neming deegwaren, bereide schotels, soepen en sau-zen, voornamelijk onder merknamen van distributeurs.


SESVanderHave ontwikkelt waterefficiënte suikerbieten

Arcadia Biosciences, een Amerikaans bedrijf gespecia-liseerd in biotechnologie, en SESVanderHave hebben een overeenkomst ondertekend om waterefficiënte suikerbieten te ontwikkelen die beter aan de droogte weerstaan.Met deze overeenkomst, be-komt SESVanderHave de ex-clusieve wereldwijde rechten op het gebruik van Arcadia’s waterefficiëntietechnologie bij de suikerbietenteelt.Deze overeenkomst bouwt voort op een eerdere overeen-komst uit 2007 tussen beide be-drijven voor de ontwikkeling van stikstofefficiënte suikerbieten.Arcadia Biosciences wil de pro-ductiecapaciteit van de teelten verbeteren door hun biologi-sche samenstelling te verande-ren.In granen, sloot Arcadia al een strategische alliantie in 2009 met de zaadgroep Vilmorin voor de ontwikkeling en de commer-cialisatie van tarwezaad waarbij de gebruik van stikstof geopti-maliseerd wordt.

a g r i B e x 2 0 1 1 v l a a m s - B r a B a n t

op woensdag 11 mei werd een eerste pers-conferentie gehouden in verband met de vol-gende editie van agribex, die zal plaatsvinden van 6 tot en met 11 december 2011 in Brus-sels expo.

De heer Jozef Vervaet, ondervoorzitter van Fedagrim, opende de persconferentie die werd gehouden in het huis van de Duitstalige Gemeenschap in Brussel. Hierop was ook de minister van Cultuur, Toerisme en Plattelandsont-wikkeling van de Duitstalige regering, mevrouw Isabelle Weykmans, aanwezig. Het is namelijk de Duitstalige Ge-meenschap die werd gekozen als gastregio. Het is de bedoeling om het internationale karakter van de beurs te onderstrepen. Als professioneel landbouwsalon blijft het een internationaal publiek aanspreken, zowel qua exposanten als qua bezoekers. Nederland en Frankrijk zijn reeds aanwezig. Door de Duitstalige Gemeenschap als gastregio te verwelkomen zou ook Duitsland zijn weg gemakkelijker moeten kunnen vinden.

Totaalbeurs

De heer Michel Christiaens, secretaris-generaal van Fedagrim, beklemtoonde dat Agribex een professioneel gerichte totaalbeurs voor landbouw, veeteelt, tuin en groene zones blijft. Zo zal Breedex, voor het eerst georganiseerd in 2009, in 2011 een vervolg krijgen. Het zal plaatsvinden van 7 t.e.m 9 december. Het is een formule die zich richt op de volledige keten van de veehouderij en die beantwoordt aan de vraag van de sector, namelijk een laagdrempelig platform, beperkt in duur en interactief via studiesessies. Agribex 2011 stelt duurzame energie centraal als thema. Met thema-eilanden, studiesessies en een uit-gelezen exposantenaanbod wil de beurs een overzicht bieden van de voor de landbouwsector gangbare en in-novatieve tendensen op dit vlak. Ook Tuin en Groene Zones blijft een wezenlijk onder-deel van Agribex. De aanleg van sportvelden vormen dit jaar een centraal thema.

Online registratie bezoekers

De professionele dag op de eerste beursdag blijft be-staan. Nieuw is wel de online registratie van de bezoe-kers. De professionaliteit van Agribex krijgt hierdoor een extra stimulans, aldus de heer Alain Van der cruys, co-ordinator van Agribex. Houders van gratis kaarten zullen zich eerst moeten registreren op de website. Hierdoor wordt een mooi profiel van de bezoekers verkregen en kan de communicatie in de toekomst veel gerichter wor-den gevoerd. Agribex introduceert hiermee het principe van CRM (customer relations management) en breidt ook het communicatieplatform uit. Daartoe werd de website grondig vernieuwd. Er zal ook gestart worden met e-zines en een nieuw Agribex-magazine voor de Fedagrim-leden.

Landbouwkrediet: hoofdsponsor Agribex

De heer Luc Versele, CEO Landbouwkrediet, bena-drukte dat voor de tiende keer op rij, Landbouwkrediet hoofdsponsor van Agribex is. Een duurzame relatie die de bank extra wil onderstrepen door de organisatie van een prestigieus internationaal symposium en de uitrei-king van de Landbouwkrediet Awards.Het symposium met als thema: “Welke uitdagingen voor de landbouw na 2013?” zal doorgaan op vrijdag 9 de-cember. De sprekers zullen dieper ingaan op wat het veranderende landbouwbeleid in de praktijk betekent en welke evoluties op het vlak van technologie, investerin-gen en milieu op de landbouwsector afkomen. Tevens zullen Landbouwkrediet Awards worden uitgereikt ter beloning van de eindwerken van afgestu-deerde masters en de beste doctoraatsverhandeling in de landbouweconomie. Het wedstrijdreglement voor de Landbouwkrediet Awards is beschikbaar via:

www.landbouwkrediet.be. Via die website kan ook wor-den ingeschreven voor het symposium vanaf september.

Duitstalige Gemeenschap als gastregio

Mevrouw Isabelle Weykmans, minister van Cultuur, Toe-risme en Plattelandsontwikkeling, zei trots te zijn op het feit dat de Duitstalige Gemeenschap van België gastregio is van Agribex. Dit is trouwens een primeur. De Duitsta-lige Gemeenschap neemt op landbouweconomisch vlak een belangrijke positie in. Melkveehouderij, bosbouw en plattelandsontwikkeling met de promotie van streekpro-ducten vormen er belangrijke economische activiteiten. Maar er wordt ook veel aandacht besteed aan natuurbe-heer en hernieuwbare energie. Zo beheren in het dorpje Recht de landbouwers al sinds 1999 een eigen biogasin-stallatie. De installatie stoot geen CO2 uit en draagt bij tot de milieubescherming omdat geen minerale meststoffen meer nodig zijn. In deze installatie wordt eigen gier, afval van de voedselproductie en plantaardig afval verwerkt. Op hun stand in Agribex zal veel aandacht besteed wor-den aan natuurvriendelijk toerisme en hernieuwbare energie. Het zal de bezoeker een mooie gelegenheid bieden om de vele economische troeven van deze regio te (her)ontdekken.

Duitstalige Gemeenschap is gastregio

© A

GR

IBE

XIsabelle Weykmans, minister van Cultuur, Toerisme en Plattelandsontwikkeling in de Duitstalige Gemeen-schapsregering en Luc Versele, CEO Landbouwkrediet.

Partnerschap tussen Südzucker en ED&F Man

Südzucker sloot een partnerschaps-overeenkomst af met een van de groot-ste wereldhandelaars in suiker ED&F Man voor de verwerving van 25 % van de aandelen van ED&F Man min een aandeel ter gelegenheid van een kapi-taalverhoging. Het bedrag van de trans-actie bedraagt 255 miljoen US $. Deze operatie geeft Südzucker toegang tot het commerciële netwerk van ED&F Man en is een platform voor de ontwik-keling van zijn handelsactiviteiten bui-ten Europa.ED&F Man is een van belangrijkste handelaars in grondstoffen wereld-wijd, onder meer voor suiker, koffie en melasse. Wat suiker betreft, bekleedt ED&F Man de tweede plaats in de we-reld met een bedrag van 8,5 miljoen ton suiker die verhandeld werd in 2010. ED&F Man bezit eveneens participaties in productie- en raffinage-eenheden in suiker met een capaciteit van bijna 2,5 miljoen ton suiker.In deze coöperatie, brengt Südzucker zijn industriële expertise in de suiker-fabricage aan en ED&F Man, zijn er-varing in de handel in suiker maar ook buiten suiker op internationaal niveau.De transactie moet nog goedgekeurd worden door de anti-trust autoriteiten.

Veldbezoek niet-kerende bodembewerking Wil je meer weten over de praktische toepassing van niet-kerende bewerking? Schrijf je dan in voor 1 of meerdere van de onderstaande vormingen. Voor de praktische organisatie vragen we uiterlijk de dag vóór de vorming in te schrijven. Inschrijven kan bij Marijke d’Hertefelt ([email protected] of tel. 016 -26 77 56) voor vormingen in België en bij Karin Rid-derbeks ([email protected] of tel. 0031 475 381 847) voor vormingen in Nederland. Ook voor meer informatie kan je hier terecht. De vormingen duren ongeveer 2 uur.

Veldbezoeken in België

30 mei om 13.30 uur Teelten: granen, suikerbieten en aardappelen op leemgrond Locatie: Landen (Walshoutem), Bormansstraat 31, 3401 Walshoutem (bedrijf Camille Robijns) 6 juni om 13.30 uur Teelten: maïs en gras op zandgrond Locatie: Laakdal, Heustenstraat 1, 2430 Laakdal (bedrijf David Ver Bruggen) 6 juni om 19.30 uur Teelten: suikerbieten, bonen en vlas op leemgrond Locatie: Sint-Truiden (Velm), R. Schrijversstraat 47, 3806 Velm (bedrijf Jean Boonen)

Veldbezoeken in Nederland

17 juni om 13.30 - 15.30 uur Teelten: akkerbouwgewas-sen (suikerbieten, directzaai, sterke hellingen) op mid-del-zware leem/löss Locatie: Valkenburg, Euverem 3, 6301 PW Valkenburg (bedrijf J. Spierts) 20 juni om 13.30 - 15.30 uur Teelten: akkerbouwgewas-sen (aardappelen en bieten, minder verdroging/berege-ning en minder diesel) op zandgrond en zeeklei Locatie: Halsteren, Steenbergseweg 21, 4661 RJ Hal-steren (bedrijf Cees Van Tigelen) 2 september om 13.30 - 15.30 uur Teelten: snijmaïs, groenbemesters, werktuigen en maïsteeltkalender op zware leem/löss Locatie: Sint-Geertruid, Libeek 2, 6265 NE Sint-Geer-truid (bedrijf Sjef Andriën)

Bericht van de Provincie Vlaams-Brabant

Stichter: R. BRUYÈREVerantwoordelijke uitgever:

Victor SNEESSENS, Voorzitter CBBDirecteur van de publicatie:

J.F. SNEESSENSUitgave en publiciteit

Bernadette Bické - 02 513 68 98 Martine Moyart - 02 551 11 78

Verantwoordelijke voor de suikerbiettechniek: KBIVB Tienen

Druk: Corelio Printing

Hoofdartikel door Philippe Bedoret, voorzitter van de CBB

BietplanterDeM A A N D B L A D VA N D E C O N F E D E R AT I E VA N D E B E L G I S C H E B I E T E N P L A N T E R S

vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel

T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88

I N D I T N U M M E Rp. 2: Actueel

p. 3, 4, 5, 6, 11: Verslaggeving CBB-congres Bergen

p. 12,14: Bedrijfsnieuws

p. 13: Coco Vlaanderen

p. 14: Contractvoorwaarden Orafti

p. 15: Verbond Vlaams-Haspengouw

DE

CE

MB

ER

20

08

nr. 441 - 42ste jaargang

n i e U W s U i t D e f i r m a ’ s

Syngenta: Xavier Leprince wordt Global Head of Product Management Fungicides

Xavier Leprince, op dit moment Gene-ral Manager Benelux Syngenta Crop Protection, heeft per 4 april jl. een nieuwe functie aanvaard als Global Head of Product Management Fungi-cides op het Syngenta hoofdkantoor in Basel, Zwitserland. Michael Kester, voormalig Regio Ma-nager voor de Vegetables Seeds Busi-ness in Europa, Midden Oosten en Afrika, is benoemd als Commercial Head Benelux en zal de taken van Xavier Leprince overnemen. Een van zijn taken is het bewerkstelligen van de nieuwe strategische integratie van Syngenta Seeds en Syngenta Crop Protection.

De Bietplanter - CBBcbb.be/betteravier/DeBietplanter-jun2011-nr482.pdfhuidige zeer hoge...

Documents

Transcript of De Bietplanter - CBBcbb.be/betteravier/DeBietplanter-jun2011-nr482.pdfhuidige zeer hoge...