BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A,...

166
BIBLIO'TH~~EK RlJKSDiENST V30R 0e . . . Y '; ?A, IJSSELMEERPOLDE~S i98~- erkdocument 117 cb/cds Ripsdiema vwr ds U&mrrNdm. Smsdlnphuis. Lswlad van r W. Boxsem H. Kuiper K.E. Nawijn MULTICRITERIA-ANALYSE MARKERMEER~MARKERWAARD Vergelijking en analyse van beleids- en inspraakvarianten voor het MarkermeerrMarkerwaardgebied INHOUD blz. 1. INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING 3 1.1. De aanleiding voor de multicriteria-analyse 3 1.2. De probleemstelling van het onderzoek 3 1.3. Fasering evaluatieproces 4 1.4. Noodzaak besluitvorming 4 1.5. De keuze van de evaluatiemethodes 5 2. KEUZE VAN BELEIDSVARIANTEN 9' 2.1. Inleiding 9 2.2. Beschrijving van beleidsvarianten 10 3. BEOORDELINGSCRITERIA EN EFFECTEN OP BELEIDSVARIANTEN 15 3.1. Inleiding 15 3.2. Keuze van de beoordelingscriteria 15 3.3. Voorspellen van effecten 17 4. VERGELIJKING VAN BELEIDSVARIANTEN 19 4.1. Inleiding 4.2. Effectenoverzicht 4.3. Economische Analyse 4.4. Doelstellingen Analyse Belangengroeperingen 4.5. Maatschappelijke Doelstellingen Analyse 4.6. Paarsgewijze Vergelijkings Analyse 5. INSPRAAKVARIANTEN 28 5.1. Inleiding 5.2. Beechrijving van inspraakvarianten 5.3. Vergelijking met beleidsvarianten 6. ONTWIKKELEN EN BEOORDELEN EIGEN VOORKEURSVARIANTEN 37 , 6 1 Inleiding 37 37 6.2. Normgetallen voor beoordelingscriteria 6.3. Vergelijkingsmethode ' . ,--., 42 ' r menten zijn als regel eerste versies van te schrijven rapporten . .? geschreven tekst) en daardoor uitsluitend bested voor intern 3e verantwoordelijkheid voor de tekst berust bij de auteur. . . . .

Transcript of BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A,...

Page 1: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

BIBLIO'TH~~EK RlJKSDiENST V 3 0 R 0e

. . . Y '; ?A, IJSSELMEERPOLDE~S i 9 8 ~ - erkdocument 117 cb/cds

Ripsdiema v w r ds U&mrrNdm. Smsdlnphuis. Lswlad

van

r W. Boxsem H. Kuiper K.E. Nawijn

MULTICRITERIA-ANALYSE MARKERMEER~MARKERWAARD Vergelijking en analyse van beleids- en inspraakvarianten voor het MarkermeerrMarkerwaardgebied

INHOUD blz.

1. INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING 3

1.1. De aanleiding voor de multicriteria-analyse 3 1.2. De probleemstelling van het onderzoek 3 1.3. Fasering evaluatieproces 4 1.4. Noodzaak besluitvorming 4 1.5. De keuze van de evaluatiemethodes 5

2. KEUZE VAN BELEIDSVARIANTEN 9'

2.1. Inleiding 9 2.2. Beschrijving van beleidsvarianten 10

3. BEOORDELINGSCRITERIA EN EFFECTEN OP BELEIDSVARIANTEN 15

3.1. Inleiding 15 3.2. Keuze van de beoordelingscriteria 15 3.3. Voorspellen van effecten 17

4. VERGELIJKING VAN BELEIDSVARIANTEN 19

4.1. Inleiding 4.2. Effectenoverzicht 4.3. Economische Analyse 4.4. Doelstellingen Analyse Belangengroeperingen 4.5. Maatschappelijke Doelstellingen Analyse 4.6. Paarsgewijze Vergelijkings Analyse

5. INSPRAAKVARIANTEN 28

5.1. Inleiding 5.2. Beechrijving van inspraakvarianten 5.3. Vergelijking met beleidsvarianten

6. ONTWIKKELEN EN BEOORDELEN EIGEN VOORKEURSVARIANTEN 37

, 6 1 Inleiding 37 37 6.2. Normgetallen voor beoordelingscriteria

6.3. Vergeli jkingsmethode ' . ,--., 42

' r menten zijn als regel eerste versies van te schrijven rapporten . .? geschreven tekst) en daardoor uitsluitend bested voor intern

3e verantwoordelijkheid voor de tekst berust bij de auteur.

. . . .

Page 2: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

7. SAMENVATTING EN EVALUATIE

7.1. Samenvatting 7.2. Evaluatle . .

. . . , . , . .

BIJLAGEN

8.1. ' Historisch Overzicht Besluitvormingsproces 8.2. Schema Mogelijkheden en beperkingen evaluatiemethoden 8.3. Ruimtelf jke gevolgen van ~arkermeer- 'en MarkerGaard

varianten 8.4.' Overzicht Natuur en Milieucriteria 8.5. Uitgebreid effectenoverzicht ' 8.6. Resultaten uitgevoerde analyses 8.6.1. ~ostent~aten Analyse 8.6.2. Budgettaire Analyse 8.6.3. Doelstellingen Analyse Belangengroeperingen 8.6.4. Maatschappelijke Doelstellingen Analyse 8.6.5. Paarsgewijze Vergelijkings Analyse 8.7. Inrichtingsschetsen en effectenoverzichten van beleids-

varianten en inspraakvarianten ' .

8.7.1. Inrichtingsschetsen 8.7.2. Effectenoverzichten . , . 8.8. Normgetallen voor beoordelingscriteria 8.8.1. Economie . . 8.8.2. Werkgelegenheid 8.8.3. Energie 8.8.4. Natuur en milieu 8.8.5. Recreatie 8.9. Informatiebronnen

Page 3: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

1. INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING

1.1. De aanleiding voor de multicriteria-analyse

In het kader van de afronding van de besluitvormingsprocedure inzake de ontwikkeling van het MarkermeerfMarkerwaardgebied, ontstond de behoefte de voor- en nadelen van a1 of niet inpolderen nogmaals te presenteren en we1 in de vorm van een zogenaamde multicriteria-analyse. Een multicrite- ria-analyse die enerzijds relevante informatie zo feitelijk mogelijk wil beschrijven, maar anderzijds wil pogen die informatie vervolgens te waarderen. Hiertoe moeten telkens verschillende invalshoeken worden ge- kozen, omdat zo'n waardering namelijk nooit eenduidig objectief kan zijn; het woord "waarderen" geeft deze subjectiviteit reeds aan, wat de 66n waardeert, laat de ander onverschillig of, sterker nog, keurt de an- der af. In feite gaat het in de multicriteria-analyse om twee hoofdbe- leidskeuzen voor de toekomst van het betreffende gebied, 6f het gebied blijft open water, 6f het gebied wordt gedeeltelijk ingepolderd. Deze keuze kan nog worden verfijnd door een aantal varianten te onderscheiden binnen die tweedeling. In het geval het gebied water blijft kan de ver- dere inrichting bij voorbeeld gericht zijn op het vergroten van de re- creatieve mogelijkheden, of juist niet. Als de polder er komt zijn er tientallen verschillende inrichtingsmogelijkheden. Bij de voorbereiding van de uiteindelijke regeringsbeslissing inzake de gedeeltelijke inpol- dering van het Markermeer is een vijftal varianten geselecteerd, die te zamen de bandbreedte weergeven van mogelijke ontwikkelingen van het ge- bied. Deze varianten zullen aan een aantal verschillende analysemethoden worden onderworpen . Aangezien gedurende de afgelopen jaren naast deze vijf -min of meer of- ficiele varianten tevens andere varianten naar voren zijn gebracht door diverse instanties, zal een aantal hiervan in de analyse worden betrok- ken. Niet in de eerste plaats om alsnog nieuwe varianten aan te dragen voor officiele besluitvorming maar omdat op basis van methodische over- wegingen het meewegen van door de maatschappij aangedragen ontwikke- lingsmogelijkheden interessant kan zijn. Daar van deze varianten slechts zeer globale cijfers en gegevens bekend zijn, kunnen de uit te voeren analyses hiervan slechts beperkt zijn.

Om de lezer in staat te stellen zelf eventuele andere, eigen voorkeurs- varianten op dezelfde wijze mee te wegen en te analyseren, zal worden aangegeven op welke wijze hijfzij dit kan doen. Ten slotte zal aan de hand van de resultaten een kritische beoordelin?, van de hier toegepaste evaluatiemethoden worden gegeven. Het rapport be- oogt vooral in methodisch opzicht het terrein van de multicriteria- analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf- Markerwaardgebied in a1 haar potenties biedt hiertoe uitstekende moge- lijkheden.

1.2. De probleemstelling van het onderzoek

Concreet geformuleerd komt de probleemstelling op het volgende nee::

1. Het vergelijken van een aantal uiteenlopende inrichtingsmogelijkheden van het Markermeer met behulp van meerdere beleidsevaluatiemeth~den.

2. Het mog$lijk maken om via een eenvoudige evaluatiemethodiek een eigen voorkeursvariantte kunnen ontwikkelen en beoordelen in vergelijking met de overige varianten en alternatieven.

Page 4: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

1.3. Fasering evaluatieproces

Tot het analyse- en evaluatieproces worden achtereenvolgens gerekend de probleemanalyse, de ontwikkeling en voorselectie van alternatieven, het aangeven van effecten, de vergelijking van de alternatieven en de rang- schikking daarvan. Deze stappen kunnen globaal terug gevonden worden in de inhoudsopgave van deze studie.

Schematisch wordt die als volgt weergegeven:

Probleemanalyse

Ontwikkeling/ voorselectie van alternatieven

Aangeven van effecten 1 Vergelijking van alternatieven

I Rangschikking van alternatieven

1.4. Noodzaak besluitvorming

De a1 meer dan 100 jaar durende brede maatschappelijke discussie over het a1 dan niet inpolderen van een deel van het IJsselmeer toont aan dat voor en tegenstanders van inpoldering elkaar niet weten te overtuigen op basis van redelijke argumenten. Een langdurig proces van besluitvorming heeft inmiddels plaatsgevonden. Zie bijlage 8.1. Historisch Overzicht Besluitvormingsproces. Deze voort- durende discussie wordt veroorzaakt omdat de 88n ten principale de eigen waarden van het Markermeer belangrijker vindt dan welke inpolderingsmo- del dan ook, terwijl een ander aan inpoldering altijd de voorkeur zal geven. Voor een deel komt dit ook omdat er een keuze gemaakt moet worden tussen vaak moeilijk vergelijkbare zaken. De waarde is per definitie onvergelijkbaar met de waarde van een intensief waterlland- natuurgebied zoals bij voorbeeld de Oostvaardersplassen. De extensieve waterrecreatie op de bruine vloot is moeilijk vergelijkbaar met de intensieve oeverre- creatie langs de stranden van het Veluwemeer. Toch is het noodzakelijk deze keuzen te maken.

Tot nu toe heeft de keuze altijd bestaan uit het uitstellen van die keu- ze. Naar de mening van velen is het nog langer vobruitschuiven van de beslissing over het a1 dan niet inpolderen van het Markermeer niet meer verantwoord. Er dient op korte termijn een beslissing genomen te worden

Page 5: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

of bij het nationaal ruimtelijk beleid na 1990 de Markerwaard een rol kan Zn moet gaan vervullen, of dat van inpoldering moet worden afgezien en er vanuit moet worden gegaan dat de gewenste en ongewenste ontwikke- lingen binnen de huidige grenzen tussen land en water moet worden opge- vangen. Deze multicriteria-analyse doet een poging het onvergelijkbare vergelijkbaar te maken en zodoende een ieder die bij de besluitvorming over de Markerwaard betrokken is, inzicht te geven in de uiteindelijke voor- en nadelen van eigen keuze. Nadrukkelijk dient te worden gezegd dat deze multicriteria-analyse dus een hulpmiddel is bij de keuze en zelf geen keuze inhoudt.

1.5. De keuze van de evaluatiemethoden

Deze multicriteria-analyse wil proberen de gekozen varianten en mogelij- ke andere alternatieven onderling te vergelijken, hetgeen op verschil- lende manieren kan gebeuren. Er is gebruik gemaakt van de resultaten van de bevindingen van de Commissie voor de Ontwikkeling van Beleidsanalyse (C.O.B.A.), die aandacht heeft besteed aan het operationaliseren van me- thoden en technieken op het terrein van projectevaluatie en beleidsana- lyse. Een aantal van de beschreven methoden in de publicatie "Evaluatie- methoden, een introductie" zijn onderzocht op hun mogelijke toepassing inzake de genoemde beleidskeuze voor de ontwikkeling van het Marker- meer1Markerwaardgebied. Afhankelijk van het type probleem zijn er bij de evaluatiemethoden vier toepassingsmogelijkheden aan te geven: a. het verhelderen en structureren van informatie met betrekking tot de

varianten; b. het reduceren van het aantal varianten; c. het partieel of volledig rangschikken van de varianten; d. het aangeven van de maatschappelijke wenselijkheid van de varianten. Welke methoden uiteindelijk gekozen kunnen worden is niet alleen afhan- kelijk van hetgeen beoogd wordt met d~ beleidsstudie, maar tevens van de aard van het probleem in relatie tot,de eigenschappen of karakteristie- ken van de evaluatiemethoden. Voor deze analyse van het MarkermeerIMar- kerwaardgebied gaat het om alle vier toepassingsmogelijkheden, met de kanttekening dat, juist omdat voorafgaande aan deze analyse reeds een reductie van het aantal mogelijke varianten heeft plaatsgevonden, enkele nieuwe varianten zullen worden toegevoegd in de analyse. In de litera- tuur wordt veelal nog onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde monetaire evaluatiemethoden (die in geld zijn uit te drukken) en de niet-monetaire methoden. In eerste instantie is een zogenaamd effectenoverzicht opge- steld, waarin alle verzamelde gegevens per variant op een zo overzich- telijk mogelijke wijze worden gepresenteerd. Daarna zijn aan de hand van dit overzicht de volgende evaluatiemethoden toegepast: a. Economische Analyse b. Doelstellingen Analyse Belangengroeperingen (Planning Balance Sheet

Methode). c. Maatschappelijke Doelstellingen Analyse (Goals Achievement Matrix

Methode) . d. Paarsgewijze Vergelijkings Analyse (Concordantie Analyse).

Page 6: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

ad. a. De Economische Analyse, als 6611 der monetaire methoden bestaat hier uit twee onderdelen, te weten: - overzicht van te verwachten totale kosten en baten over een

periode van 50 jaar van de diverse varianten (Kosten/Baten Analyse) . - Overzicht van de budgettaire gevolgen voor de centrale overheid (Budgettaire Analyse).

In de literatuur wordt de KostenIBaten Analyse omschreven als een evaluatiemethode, waarbij een zoveel mogelijk gekwantificeerd overzicht wordt gegeven van de voor- en nadelen over een langere periode van alternatieve beleidsmaatregelen. De kosten en baten van de diverse varianten worden in geld ge- waardeerd. Hierbij wordt dan door middel van disconteren de kos- ten en baten tot een bedrag in her basisjaar teruggerekend, waar- door deze met elkaar vergelijkbaar zijn.

Voor BBn der varianten, nl. de landbouwvariant is tevens nog een zuiver bedri jf seconomische Kosten/Baten Analyse opgesteld, waarin allerlei maatschappelijke .baten (en kosten) niet zijn meegenomen. De Budgettaire Analyse geeft de gevolgen weer van alternatieve beleidsmaatregelen in de vorm van veranderingen van financiZle stromen voor - in dit geval - de Rijksoverheid, waarbij wordt uitgegaan van de bruto-budgettaire geldstromen, aansluitend bij de ~osten/Baten Analyse voor zover er sprake is van directe ef- fecten.

ad. b. De Doelstellingen Analyse Belangengroeperingen (de zogenaamde Planning Balance Sheet methode) sluit direct aan op de presenta- tie van effecten zoals deze in een effectenoverzicht plaatsvindt.

Met de Doelstellingen Analyse Belangengroeperingen wordt beoogd in te spelen op de problemen'bij de maatschappelijke kostenlbaten analyse ten aanzien van de ve:delingsaspecten en de evaluatie te halen uit de sfeer van de puur economische benadering. De methode onderscheidt zich door de,nadrukkelijke aandacht welke aan de belangen en gezichtspunten van de verschillende maatschappelijke groeperingen wordt gegeven. De effecten van de te vergelijken varianten worden namelijk voor iedere groep afzonderlijk weergegeven. Daarbij heeft de informa- tie een wisselend karakter.

Zo kunnen de effecten worden aangeduid in geld, in natuurlijke eenheden en op kwalitatieve wijze. De genoemde groepen worden in- gedeeld in "producenten" en in "consumenten". Zo zal bij voorbeeld als producent de rijksoverheid of een even- tuele particulier worden aangemerkt in geval van inpoldering en de aanliggende gemeenten, de watersporters, de vissers en b.v. de Vereniging voor Behoud van het IJsselmeer als consumenten. Welke effecten (positieve en negatieve baten) worden onderscheiden, is afhankelijk van de doelstellingen van de diverse groepen. Het eal duidelijk zijn dat de uiteindelijke voorkeursvolgorde per maat- schappeli jk groepering vekschillend zal zi jn. De uiteindeli jke beslissing hoort op het terrein van de politiek thuis, hier wordt volstaan met het concreet aangeven van welke aspecten expliciet

Page 7: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

in die beslissing moeten worden meegenomen. De methode biedt uit- sluitend een systematiek om verschillende alternatieven zowel te beoordelen op hun waarde voor de maatschappij in zijn geheel als voor de verschillende groepen dasrbinnen. In afwijking van wat gebruikelijk is in de literatuur is hier ge- probeerd de diverse zgn. maatschappelijke groeperingen getalsma- tig aan te geven. Niet zozeer om te bewerkstelligen dat hierdoor de keuze makkelijker wordt (meeste stemmen gelden), maar juist om de uiteindelijke beslisser een feitelijk beeld te geven van de verhoudingen.

ad. c. De Maatschappelijke Doelstellingen Analyse (de zogenaamde Goal Achievements Matrix methode) berust als zgn. gewogen sommerings- methode op het principe dat de kosten en baten van de onderschei- den varianten in relatie worden gebracht met een aantal maat- schappelijke doelstellingen. De kosten en baten worden uitgedrukt in effecten, welke positief, neutraal, of negatief kunnen worden gewaardeerd. Bovendien wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen effect sorteren op het lokale, subregionale, regionale en nationale niveau. Men moet be- denken dat de uitkomsten in sterke mate worden bepaald voor de formulering van de gehanteerde doelstellingen, het toekennen van een gewicht aan deze doelstellingen en aan effecten welke moei- lijk in concrete waarden zijn uit te drukken. Vandaar dat hier in deze analyse is gekozen voor een tweetal benaderingen. In het eerste geval is bij de toekenning van de gewichten aan de doel- stellingen de nadruk gelegd op de zgn. technocratische maatschap- pijvisie en in het tweede geval aan de zgn. sociocratische maat- echappijvisie. Deze tweedeling is afkomstig van de Wetenschappe- lijke Raad voor het Regeringsbeleid. De technocratische visie gaat er vanuit dat een verdere ontwikkeling van de techniek posi- tief wordt beoordeeld omdat hiervan niet alleen een verhoging van welvaart en welzijn wordt verwacht, maar ook de oplossing van tal van problemen voor mens en omgeving. Negatieve bijverschijnselen kunnen worden bestreden door een beoordeling van de mogelijke ge- volgen en door wetgeving, planning en sturing. De sociocratische visie gaat er vanuit dat er wantrouwen bestaat tegen de gevolgen van een zich vrij ontwikkelende techniek waar- aan de samenleving zich vervolgens moet aanpassen. Men pleit voor aanpassing van de techniek aan de gewenste samenlevingsvormen. Die aanpassing moet niet planmatig tot stand worden gebracht, maar voortvloeien uit een proces van voortdurende afweging, waar- bij toekomstige mogelijkheden zo lang mogelijk worden opgehou- den. Getracht zal worden een rangorde van de varianten aan te geven vanuit beide benaderingen, terwijl tevens een soort tussenweg zal worden geanalyseerd, die laveert tussen beide extreme visies in: de neutrale visie.

ad. d. De Paarsgewijze Vergelijkings Analyse (de zogenaamde Concordantie Analyse) is te beschouwen als een multicriteria-analyse, waarbij de varianten paarsgewijs met elkaar worden vergeleken. Ook hier weer is het uitgangspunt een effectenoverzicht, waarin de crite- ria in de meest geeigende (meet)eenheden worden weergegeven. De

I

Page 8: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

effecten-scores worden dan per criterium paarsgewijs vergeleken door voor ieder variantentweetal na te gaan voor welk criterium de ene variant gunstiger scoort dan de andere. Deze paarsgewijze vergelijking geeft een bepaalde rangorde van de varianten. Bij deze vergelijking wordt normalerwijze geen rekening gehouden met verschillen in belangrijkheid van de criteria. In deze beleids- analyse is dat we1 gedaan. Ook hier is wederom een gewichtenset per criterium opgesteld vanuit de drie verschillende maatschap- pijvisies. A1 deze berekeningen monden uit in bepaalde rangordes.

Afhankelijk van de maatschappijvisie van de beleidsbeslisser kan dan de eigen voorkeursvolgorde worden bepaald. Bijlage 8.2. Schema Mogelijkheden en beperkingen van evaluatie- methoden geeft aanvullend een overzicht van de gekozen evalua- tiemethoden, waarbij per methode een typering is gegeven aan de hand van randvoorwaarden waaraan ze moeten voldoen. Elke methode heeft zo z'n eigen kenmerken, mogelijkheden en beperkingen.

Page 9: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

2. KEUZE VAN DE BELEIDSVARIANTEN

2 .l. Inleiding

Voor het ontwikkelen van de te analyseren varianten is geen "harde" pro- cedure aan te geven. ~eelal is er geen sprake van een bewust gestuurd proces. In het geval van deze multicriteria-analyse bij voorbeeld zijn de varianten aangedragen door de opdrachtgever. Hoewel ze een goed beeld geven van de mogelijkheden van'het gebied, wordt dit proces uit beleids- analytisch oogpunt als onboldoende ervaren. Vandaar dat reeds in de in- leiding is gesteld dat ook gekeken zal gaan worden naar varianten die door diverse belangengroeperingen zijn aangedragen. In hoofdstuk 5 worden deze inspraakvarianten vergeleken met de oorspron- kelijke beleidsvarianten. Bovendien wordt in dat hoofdstuk aangegeven op basis van welke richtlijnen en aandachtspunten het proces voor het ont- wikkelen van varianten zou kunnen verlopen. nit proces kan een aardig hulpmiddel zijn bij het ontwikkelen van een eigen voorkeursvariant. Een mogelijkheid die in het daarop volgende hoofdstuk aan de orde komt. Zoals reeds is gesteld gaat het om een keuze tussen twee mogelijkheden: - Het Markermeer blijft open water (in totaal 63.500 ha). - Het Markermeer wordt gedeeltelijk (ca. 41.000 ha) ingepolderd. Beide mogelijkheden hebben specifieke potenties voor de verdere ontwik- keling van het gebied en de wijdere omgeving en zelfs voor Nederland in haar geheel. Alhoewel genoemde gedeeltelijke inpoldering slechts ca. 1% toevoegt aan het nationaal landoppervlak, kan een volledig agrarische inrichting een forst extra produktie betekenen ten opzichte van het na- tionaal gemiddelde. Indien de polder volledig voor bosbouw zou worden bestemd, betekent dit een toename van het nationaal bosareaal van 15%. In het geval onverhoopt een geweldige behoefte zou bestaan aan nieuwe, aanvullende ruimte voor stedelijke ontwikkeling, zou een polder van die omvang ruimte kunnen bieden aan ongeveer,l miljoen inwoners met alle bijbehorende arbeidsplaatsen en voorzieningen. Een inrichting als na- tuurgebied zou de creatie betekenen van 6611 der grootste West-Europese natuurgebieden. Overigens kan ook in het geval van niet-inpolderen een toekomstig beheer en aangepaste inrichting een dergelijk natuurgebied cregren, zij het dan van eed totaal verschillende aard en potentie. In- dien het Markermeer open water blijft, kan het gebied verder dusdanig worden ingericht, dat een der grootste gebieden voor de waterrecreatie in Europa zou ontstaan. Kortom, de ontwikkelingsmogelijkheden van zowel een volledig nat gebied als een gedeeltelijk droog gebied zijn legio. In bijlage 8.3. Ruimtelij- ke gevolgen van Markermeer- en Markerwaardvarianten is in diverse tabel- len nog eens weergegeven wat de ruimtelijke consequenties zijn van de 5 varianten op het lokale, sub-regionale, regionale en nationale bodemge- bruik. Bij de keuze om het Markermeer open water te laten, ontstaat de mogelijkheid het gebied (blijvend) te beheren als watergebied, waarin afhankelijk van de te kiezen doelstellingen het accent kan worden gelegd op een ontwikkeling ten behoeve van de natuur of een ontwikkeling ten behoeve van de openluchtrecreatie. Bij de keuze de Markerwaard aan te leggen, ontstaan mogelijkheden het nieuwe land eenzijdig en monofunctio- nee1 in te richten als bij voorbeeld landbouwgebied, maar ook multifunc- tioneel in.te richten met landbouw, natuur, recreatie, bosbouw en WO- ningbouw. Voor de dan gecreserde nieuwe randmeren ontstaan mogelijkheden deze blijvend te beheren als watergebieden met functies voor onder meer de openluchtrecreatie, de visserij en de natuur. Per alternatief Zullen dan ook de volgende beleidsvarianten worden beschouwd:

Page 10: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Markermeer alternatief

Beleidskeuze: Het Markermeer/Markewaardgebied bli jf t open water. Mogelijke varianten: . Referentievariant (ongewijzigd beleid) . Natuurvariant (prioriteit voor de natuurfuncties) . Recreatievariant (prioriteit voor de recreatiefuncties)

I Markerwaard alternatief !

Beleidskeuze: Het MarkerwaardIMarkermeergebied wordt gedeeltelijk in- gepolderd. Mogelijke varianten: . Landbouwariant (prioriteit voor de landbouw) . Multifunctionele inrichtingsvariant (een multifunctionele ontwikke- ling)

2.2. Beschrijving van de beleidsvarianten

De referentievariant

De referentievariant geeft de ontwikkeling van het Markermeer weer bij een voortzetting van het thans gevoerde beleid, zoals dat is neergelegd in verschillende vigerende (ruimtelijke) plannen (structuurschema's streek- en structuurplannen) e.d. Het is BBn van de varianten van het alternatief "Markermeer blijft open water". In de huidige situatie zijn de belangrijkste functies van het gebied die voor het waterbeheer, de natuur, de recreatie, de beroeps- visserij en de scheepvaart. De situatie met betrekking tot waterbeheer, natuur en scheepvaart blijft in de referentievariant ten opzichte van de huidige situatie vrijwel ongewijzigd. De recreatieve functie van het ge- bied kan een zekere uitbreiding ondergaan, indien de op regionaal niveau ontwikkelde plannen voor nieuwe recreatieve voorzieningen ten uitvoer worden gebracht. Het betreft voorzieningen voor oeverrecreatie en een aantal nieuwe jachthavens. Het aantal ligplaatsen kan dan met 3000 toe- nemen, hetgeen ongeveer een verdubbeling betekent. Voor de visserij wordt het huidige restrictieve beleid bij het uitgeven van vergunningen gehandhaafd totdat het aantal bedrijven zover is afgenomen dat voor alle bedrijven een rendabele bedrljfsuitoefening mogelijk is. De mogelijkheden voor de beroepsvisserij kunnen aanmerkelijk worden ver- groot doordat beheerstechnische maatregelen worden getroffen, gericht op het vergroten van de vangst.

De natuurvariant

Indien zou worden gekozen voor de mogelijkheid "open water" en vervol- gens prioriteit zou worden gegeven aan het handhaven en waar mogelijk versterken van de huidige natuurfuncties van het gebied, dan zal het gebied eruit kunnen zien zoals in deze natuurvariant wordt beschreven. Het gebied ontleent, in samenhang met het IJsselmeer, zijn betekenis voor de watervogels aan het feit dat deze er, afhankelijk van de soort, geschikte omstandigheden aantreffen om voedsel te bemachtigen, te rus- ten, te ruien, te baltsen en/of te broeden. Op basis van gegevens voor

Page 11: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

de spreiding van deze functies wordt met betrekking tot menselijke acti- viteiten in het gebied een sanerend en zonerend beleid gevoerd en worden aan uitbreiding van activiteiten beperkingen gesteld. Een en ander zal met name consequenties kunnen hebben voor de recreatie. Voor de water- sport geldt dat geen uitbreiding van het aantal ligplaatsen zal kunnen plaatsvinden. Het beleid beperkt zich zeker niet tot het weren van verstoring. Door het aanleggen van strekdammen en voorlanden kunnen ook nieuwe mogelijk- heden ontstaan voor rusten, fourageren en broeden,van watervogels. De ,

voorlanden en dijken hebben plaatselijk enige betekenis voor de flora.

De recreatievariant

In het geval van de mogelijkheid "open water" zou bij een toekennen van prioriteit aan de ontwikkeling vande in potentie aanwezige recreatieve functies, ,her ~arkerwaardgebied er uit kunnen zien als in deze variant wordt beschreven. Het aantal ligplaatsen in jachthavens kan worden uitgebreid met 7000. Er

. . . kunnen ook jachthavenontwikkelingen plaatsvinden in het oostelijk deel , -. , .

van het meer, waardoor het gebruik:van dit deel door de watersport kan , . worden ge'intensiveerd. Ten behoeve van de watersport kunnen eilanden en ~ .

strekdammen worden aangelegd zodat aanleg- en ankermogelijkheden ont- . . staan. Ten behoeve van de oeverrecreatie, zoals met name zwemmen en sur-

fen kunnen voorlanden worden aangelegd, deels in de vonn van stranden. De voorlanden bieden ook ruimte voor het scheppen van parkeergelegen- heid, welke in combinatie met verbeterde toeleidende infrastructuur nodig.za1 zijn om de ontsluiting van de oever te verbeteren.

I .

Bijzondere aandacht zal worden geschonken aan voorzieningen voor plank-, zei1ers;waarmee ook regelend kan.worden opgetreden teneinde conflicten . tussen deze watersporters en andere gebruikers van het gebied te voor- komen . Naast intensieve vormen van oeverrecreatie kan tevens aandacht worden- gegeven aan extensieve vormen, ,bijvoorbeeld de sportvisserij. In combi- natie met voorzieningen voor de watersport en de oeverrecreatie kunnen : op een aantal plaatsen verblijfsrecreatiecomplexen~tot ontwikkeling wor- den gebracht. Deze complexen zullen - ten gevolge van de ingrijpende werken die ervoor moeten woden uitgevoerd - wellicht een.wat grootscha- liger karakter hebben. De recreatieve ontwikkeling'van het gebied zal enerzijds beperkingen opleggen aan de natuurfuncties, anderzijds kunnen als gevolg van de aanleg van voorlanden, de eilanden en de. strekdammen ook weer nieuwe..mogelijkheden voor de .natuur ontstaan.

. . De landbouwariant . .

Indien zou zijn gekozen voor inpoldering wordt er vervolgens in deze variant vanuit gegaan dat de nieuwe gronden in de polder (ca. 41.000 ha) volledig worden benut voor landbouwkundige exploitatie. De polder wordt in deze variant sober ingericht. Er is dan ook niet voorzien in nieuwe ontsluitingen en extra oeververbindingen. Tijdens de ontginnings- fase zullen de nog niet ontgonnen gronden betekenis hebben als groot- schalig riet- en/of moerasgebied, dat van betekenis kan zijn voor de ontwikkeling van de fauna. Na de fase van ontginningsexploitatie zullen dus vrijwel alle gronden een definitieve bestemming krijgen als land- bouwgrond. De exploitatie zal kunnen geschieden door de Staat, door uit-

Page 12: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

gifte van bedrijven in pacht of erfpacht aan particulieren, maar ook kunnen de landbouwgronden worden verkocht. Naar de aard van het landbouwkundig gebruik zal er sprake zijn van een differentiatie in akkerbouw, weidebouw en bloembollenteelt. Wat betreft de ontwikkeling van de randmeren wordt in deze variant reke- ning gehouden met optimalisatie van functies ten behoeve van de natuur- ontwikkeling. Grote delen van de randmeren kunnen door zoneringsmaatre- gelen worden gevrijwaard van recratieve ontwikkeling. De toegankelijk- heid van dijken en buitendijkse gronden kan worden beperkt. De ontwikkeling in de watersport blijft beperkt tot 3000 nieuwe lig- plaatsen. Beroepsvisserij kan plaatsvinden in de westelijke randmeren. In dat geval kunnen een aantal visserijkundige beheerstechnische maat- regelen worden opgenomen. Het aantal inwoners in deze Markerwaard tenslotte zal ca. 10.000 bedra- gen (25 inw./km2). Deze bewoningsdichtheid komt ongeveer overeen met die van de Wieringermeer.

De mulrifunctionele inrichtingsvariant

Bij deze variant sworden de poldergronden (ca. 41.000 ha) zodanig bestemd en ingericht dat zij een bijdrage kunnen leveren aan de vele maatschap- pelijke doeleinden. Overeenkomstig het beleidsvoornemen van de regering zal qua ruimtebeslag landbouw de hoofdfunctie zijn, maar er zal daarnaast - rekening houdend met andere maatschappelijk wenselijk en noodzakelijk geachte functies - in belangrijke mate aandacht worden besteed aan de natuur, de rereatie en aan de landschappelijke ontwikkeling van de polder en de randmeren. De inrichting van het landbouwgebied (26.000 ha) zal primair worden be- paald door de eisen ten aanzien van rationele en doelmatige verkaveling. De meest produktieve gronden zullen worden benut. Voor de ontwikkeling van bos en natuurgebieden zal 11.000 ha worden benut. Daarbij kan mede worden gedacht aan semi-natuurlijke bosvorming en bosaanleg op ecolo- gische grondslag. Naar aard en omvang kan worden gedacht aan de natuur- lijke wilgenbossen in Flevoland, hee Kuinderbos in de Noordoostpolder en de bossen langs de randmeren in Flevoland. Naast hun betekenis voor de natuurontwikkeling zijn deze bossen ook bedoeld voor de houtproduktie. Voor de ontwikkeling van natuurgebieden op de zandige gronden in de Markerwaard kan onder meer wat betreft aard en schaal gedacht worden aan situaties vergelijkbaar met recente ontwik- kelingen op de zandige gronden van het Lauwersmeer en de Grevelingen. Ook kan worden gedacht aan de ontwikkeling van moeras- of plassengebie- den die wat betreft aard en schaal vergelijkbaar zijn met de Oostvaar- dersplassen. In combinatie met bosaanleg zullen recreatiegebieden worden aangelegd. Recreatie en toerisme zullen met name gericht zijn op het water van de randmeren en de polderkanalen alsmede op de natuur- en landschapsbele- ving in de polder. Voor de randmeren wordt in deze variant rekening ge- houden met een verdere ontwikkeling van de watersport met 7000 nieuwe ligplaatsen. In sommige delen van de randmeren zal het accent ligen op de bevordering van de kleine watersport. De brede delen van de randmeren zullen attrac- tief blijven voor de grotere watersport. Door een actief beleid ten aanzien van natuurontwikkeling zullen in de

Page 13: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

randmeren, onder meer door aanleg van voorlanden, nieuwe milieu's voor flora en fauna ontstaan. Evenals in de landbouwvariant zal beroepsvisserij mogelijk zijn in de westelijke randmeren. Een aantal visserijkundige, beheerstechnische maatregelen kunnen hiertoe worden getroffen. Daarnaast kunnen er voor de sportvisserij in deze variant voorzieningen worden getroffen bijvoorbeeld langs vaarten en tochten en bij dijken. De bevolking zal ca. 30.000 personen tellen (75 inw.Ikm2). Deze bevolkings- dichtheid komt ongeveer overeen met die in Flevoland (excl. Lelystad). Deze variant heeft geen functie met betrekking tot de overloop uit de Noordvleugel van de Randstad. In deze variant is tenslotte een tweetal ontsluitingen naar het oude land voorzien (nabij Edam en Almere), die tevens een functie kunnen hebben voor her doorgaande verkeer. Tabel 2.2.1. geeft een illustratie van de uiteindelijke ruimtegebruik in de varianten

Ten einde voor de beleidskeuze de gevolgen zo goed mogelijk in de tijd te plaatsen is voor deze beleidsanalyse een naar huidige inzichten plausibele fasering in de effectuering van de beleidskeuze aangegeven. Bij een beleidskeuze om het Markermeer open te houden ligt het in de lijn der verwachtingen om daarna - evenals dat voor andere grote (rijks)wateren het geval is - voor het Markermeer een integraal beleids- plan op te stellen. In de Markermeervarianten is er vanuit gegaan dat de ontwikkelingsperiode maximal 20 jaar omvat.

Tabel 2.2.1. Ruimtegebruik beleidsvarianten MarkermeerIMarkerwaard

Bestemmingen

Buitendijks open water voorlanden infrastructuur

subtotaal

Binnendijks landbouw: -akkerbouw -veeteelt -bloembollen wonen infrastructuur bossen recreatie- gebieden natuurterreinen

subtotaal

totaal

Markermeeralternatieven

Referentie- Natuur- Recreatie- variant variant variant

62.840 62.840 61 .890 410 410 1.010 250 250 600

63.500 63.500 63.500

63.500 63.500 63.500

Markerwaardalternatieven Multifunctionele

Landbouw- inrichtings- variant variant

21.740 21.540 410 560 350 400

22.500 22.500

32.800 14.500 4.500 10.000 1.500 1.500 250 800

1.950 2 .ZOO 7 .OOO

1 .OOO 4 .OOO

41 .OOO 41 .OOO

63.500 63.500

Page 14: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bij een beleidskeuze om de Markerwaard aan te leggen, dient vervolgens definitieve vaststelling plaats te vinden van het dijktrac6 en de water- staatkundige hoofdstructuur. Ongeveer een jaar na de beleidskeuze om de Markerwaard aan te leggen kan de uitvoering starten. Ongeveer vijf jaar later zal de dijk gesloten worden, circa een jaar later zal de polder zijn drooggevallen. In de landbouwvariant is rekening gehouden met een ontginning van de poldergronden in 5 jaar, in de multifunctionelq in- richtingsvariant met een ontginning in 7 jaar. Derhalve zal na ongeveer 12 2 14 jaar de eerste uitgifte van landbouw- gronden plaatsvinden. In deze variant is 16 jaar na de beleidskeuze de eerste agrarische inrichting van de polder voltooid. In de multifuncti- onele inrichtingsvariant worden in de periode tussen 12 en 20 jaar na de beleidskeuze de voorlopig als definitief beschouwde bestemmingen gerea- liseerd.

Page 15: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

3. BEOORDELINGSCRITERIA EN EFFECTEN VAN DE BELEIDSVARIANTEN

3 .l. Inleiding

Bij de beoordeling van de varianten gaat het erom welke aspecten rele- vant zijn. Over het relevant zijn van de criteria bestaat in de praktijk veelal geen 6Enduidig oordeel. Ook hier is er geen vaste procedure aan te geven voor de keuze van de criteria. We1 zijn er aandachtspunten te noemen op basis waarvan gezocht kan wor- den naar de relevante criteria. Zo kan de probleemanalyse een richting geven voor het opsporen van de criteria. Lang bestaande voornemens of nieuwe initiatieven die veel weerklank vinden kunnen een indruk geven van de aspecten die van belang worden geacht. Ook de karakteristieken van de te beoordelen varianten en alternatieven kunnen sons aanwijzingen geven voor de nee te nemen criteria. Ook kunnen de beoordelingscriteria worden ontleend aan bepaalde selec- tiecriteria voor de varianten. ZO kan bijvoorbeeld bij de selectie op basis van het begrip flexibiliteit gekeken worden naar de gebruiksmoge- lijkheden. Ook kan gekeken worden naar analoge probleemsituaties. Zo zijn er bij landinrichtingsprojecten talrijke voorbeelden te noemen, waarbij sprake zal zijn van dezelfde beoordelingscriteria. Een andere invalshoek tenslotte kan gevonden worden door zich af te vragen welke criteria relevant zijn op bais van het overheidsbeleid. In dat geval worden de diverse nota's en structuurschema's waarin door de overheid het te voeren beleid uiteen gezet wordt, geraadpleegd.

3.2. Keuze van de beoordelingscriteria

Op basis van de bovengenoemde aanda~hts~unten zijn de volgende hoofd- criteria onderscheiden: a. Economie b. Werkgelegenheid c. Natuur en milieu d. Energie e. Recreatie i f. Ruimtelijke ordening g. ~verige

,.l i . ,

ad a. Economie.

Bij het nemen van een definitieve regeringsbeslissing over het we1 of niet inpolderen van een deel van het Markermeer is het noodzakelijk te kunnen beschikken over de te verwachten kosten en de te verwachten op- brengsten. Rondom die kosten en opbrengsten speelt dan nog de discussie van de financiering. Ook a1 levert een bepaalde'variant op den duur geld op, als het geld er om te beginnen niet (meer) is, houdt het op. Wellicht dat initiatieven uit andere, particuliere hoek dan oplossing kunnen brengen, indien bepaalde inpolderingsvarianten tenminste noodza- kelijke rendementen kunnen opbrengen. Het overheidsbeleid in Nederland is de laatste jaren nogal gewijzigd op dit punt. Men staat open voor meer inbreng van particuliere zijde in tot nog toe uitsluitend overheidsprojecten.

Page 16: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

In de discussie rond de Markerwaard wellicht een curiciaal gegeven.

ad, b. Werkgelegenheid

De centrale doelstelling van het sociaal-economisch beleid in Nederland is het verzekeren van een volledige en volwaardige werkgelegenheid en daarnaast het streven naar een selectieve groei met het oog op een aan- tal beleidsfacetten. Gezien her felt dat Nederland een leger van ca. 850.000 werklozen heeft, een doelstelling die langzamerhand meer-het karakter van een wensdroom heeft. Arbeidstijdverkorting, loonkostenver- laging en herverdeling zijn enkele beleidsmaatregelen die naast de nodige stimuleringsmaatregelen dit aantal omlaag moeten brengen. Het werkgelegenheidsaspect van de diverse Markermeer/Markerwaardvari- anten is dan ook een belangrijk gegeven voor de uiteindelijke afweging.

ad c. Natuur en milieu

Het beleid ten aanzien van natuur en milieu is gebaseerd op "het zoveel mogelijk handhaven en verbeteren van de kwaliteit en verscheidenheid van het natuurlijk milieu". Dit wordt nagestreefd door: . de bevordering van de kwaliteit van water, bodem en lucht en het te- gengaan van geluidshinder; . de bescheming van belangrijke natuurwetenschappelijke elementen van kleine omvang en voor zover mogelijk het doe1 plaatsvinden van natuurbouw; . in de besluitvorming over ruimte-vragende activiteiten rekening te houden met de effecten van deze activiteiten op het natuurlijk milieu; . bij de situering van nieuwe maatschappelijke activiteiten zoveel moge- lijk een gevarieerd natuurlijk milieu te ontwikkelen.

Bijlage 8.4. Overzicht Natuur en Milieucriteria geeft een schematisch overzicht van de te wegen natUUK- en milieucriteria, waarbij een onder- scheid is gemaakt in drie hoofdmilieutypen, te weten het zgn. Aquatisch Milieu (water), het Terrestisch Milieu (land) en het Atmosferisch Milieu (lucht) . ad d. Energie

In de energienota uit 1974 wordt de hoofddoelstelling van het energiebe- leid als volgt omschreven: "Een gewaarborgde voorziening van-de vraag naar energie, die uit een zo efficignt mogelijk gebruik resulteert tegen de laagst mogelijke maat- schappelijke kosten; vraag en aanbod dienen te passen in een op meer evenwicht gericht systeem van internationale arbeids- en inkomensverde- ling en moeten zijn afgewogen tegen de eisen, die de ecologische inpas- baarheid, de veiligheid en werkgelegenheid stellen". Deze hoofddoelstelling is in 1979 vertaald in een beleid dat is geba- seerd op energiebesparing en diversificatie van energiebronnen. Voor de verdere inrichting van het Markermeer/Markerwaardgebied is een zo laag mogelijk energieverbruik dan ook een eerste vereiste. Van wezenlijk be- lang is daarnaast dat er een inventarisatie plaatsvindt van energiebron- nen in het gebied die een bijdrage kunnen leveren aan de diversificatie van energiebronnen.

Page 17: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

ad e. Recreatie

Genoemde recreatieve druk heeft ertoe geleid om de recreatie als belang- rijk aspect zelfstandig a16 beoordelingscriterium op te nemen. Het cen- trale beleidsuitgangspunt is handhaving en uitbreiding van de recreatie- ve mogelijkheden. De recreatie is voor het Markermeergebied een zeer belangrijk aspect. Jaarlijks zijn er zo'n 1,s miljoen recreanten die op de 66n of andere manier gebruik maken van dit gebied. Ondanks deze grote getallen kan ge- sproken worden van een vorm van extensieve recreatie die zich vooral ma-' nifesteert in de pleziervaart op eigen grote boten of op de gehuurde bruine vloot. Bepaalde inpolderingsvarianten kunnen het aantal recreatieve mogelijkhe- den qua soort aanzienlijk verbreden en intensiveren. Naast de extensieve waterrecreatie zijn er mogelijkheden voor intensieve waterrecreatie, oeverrecreatie en landrecreatie in allerlei vorm.

ad f. Ruimtelijke Ordening

Het ruimtelijke ordeningsaspect betreft in de eerste plaats de verdeling tussen water en land in het IJsselmeer. Nu is die verdeling 205.000 ha water en 145.000 ha land. Bij de inpolderingsvarianten zou deze verhouding 164.000 ha water en 186.000 ha land worden. Nationaal betekent eventuele inpoldering dus gebiedsuitbreiding en extra ruimte voor ruimtelijke ordening elders: ruilverkavelingen, stadsuit- breidingen, aanleg van infrastructuur en aanwijzing van natuurgebieden. Niet inpolderen betekent handhaving van het grote huidige binnenmeer van in totaal 63.500 ha met z'n specifieke waarden als natuur- en recreatie- gebied . Regionaal betekent inpoldering extra ruimte voor overloop van bedrijven, bewoners en vooral recreanten, alhoewel het huidige ruimtelijke orde- ningsbeleid in Nederland en in de aangrenzende gebieden in Noord-Holland stelt dat die nieuwe ruimte overbodig is, hetgeen dan weer wordt tegen- gesproken door de besturen van de aangrenzende poldergemeenten en door de feitelijk gigantische recreatieve druk op de huidige polders en rand- meren.

ad g. Overig

Deze groep is te beschouwen als een rest categorie, zoals bij voorbeeld bestuurs- en beheersaspecten. Aangezien deze aspecten voor alle varian- ten niet nader zijn onderzocht, zullen ze als P.M.-post in de analyee worden meegenomen. Daarom zijn deze aspecten ook niet opgenomen in de hiernavolgende tabellen.

3.3. Voorspellen van effecten

Het voorspellen van de effecten van de varianten is vaak 66n ven de moeilijkste elementen. Soms zijn de effecten vrij nauwkeurig te voor- spellen en soms valt er weinig of niets te zeggen. Meestal geschiedt het voorspellen op basis van ervaringskennis. Toch gaat het vaak gepaard met een grote mate van onzekerheid. Een aantal mogelijkheden om die onzeker-

Page 18: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

heid te verminderen is: - het voortdurend verzamelen van gegevens en doen van verder onderzoek; - het inbouwen van flexibiliteit, waardoor ken vorden ingespeeld op ver- anderde omstandigheden; - het gebruik maken van gevoeligheidsanalyses, teneinde een indruk te krijgen van de robuustheid van de resultaten.

De toe~asbaarheid van die mogelijkheden wordt voornamelijk bepaald door de beschikbare tijd en middelen. Ten aanzien van het MarkermeerjMarkerwaardgebied wordt a1 tientallen ja- ren onderzoek verricht. Dit onderzoekswerk heeft zich de laatste jaren gexntensiveerd zodat op dit moment een grote schat van gegevens beschik- baar is. Deze gegevens hebben ook een grote mate van betrouwbaarheid. Vooral ten aanzien van her financigle aspect kan worden gesteld dat door de grote ervaring die de overheid heeft opgedaan met inpolderingswerken de te verwachten uitgaven en opbrengsten zeer nauwkeurig zijn te bepa- len. Uiteraard dient rekening te worden gehouden met een zekere marge die wordt bepaald door algehele economische omstandigheden, zoals bij voor- beeld de ontwikkeling van de grondprijzen. De resultaten van de diverse onderzoeken en studies zullen in de diverse analyses worden meegenomen. Voor zover de informatie niet in deze nota of in de bijlagen is opgenomen wordt in bijlage 8.9 Informatiebronnen verwezen naar de desbecreffende studies. Het merendeel van deze studies draagt een openbaar karakter en kan ten allen tilde worden opgevraagd.

Page 19: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

In dit hoofdstuk zullen de diverse varianten met elkaar worden vergele- ken op basis van de diverse analysemethoden. Per methode zal voor zover mogelijk uiteindelijk een rangordebepaling van de varianten resulteren. Nogmaals deze rangordebepaling wil niet zeggen dat de ene variant "beter" is dan de anderen, maar enkel en alleen dat, uitgaande van cri- terium zus of zo, of redenerende vanuit die of deze doelstelling, de ene variant hoger of lager scoort dan andere varianten. Vervolgens dient een ieder voor zich zelf uit te maken welke doelstelling hij of zij het be- langrijkste vindt. Dus de multicriteria-analyse verschaft slechts kwan- titatieve informatie en geeft geen kwalitatieve beoordeling..

4.2. Effectenoverzicht

In een zgn. effectenoverzicht worden alle verzamelde gegevens per vari- ant op een zo overzichtelijk mogelijke wijze gepresenteerd. Aangezien de effecten in verschillende eenheden worden gemeten leent zo een overzicht zich niet zonder meer voor de toepassing van de verschil- lende evaluatiemethoden. Door middel van standaardisatie is het effec- tenoverzicht voor toepassing van de evaluatiemethoden geschikt gemaakt. In het overzicht is ook een zgn. 0-variant opgenomen. Wanneer in de ana- lyse alleen maar gekeken wordt naar de nominale score van de varianten per criterium, is het opnemen van een 0-variant in zo'n effectenover- zicht niet strikt noodzakelijk. Het is echter de bedoeling van deze ana- lyse niet alleen toe te werken naar een bepaalde rangschikking maar ook naar rangschikkingen op basis van telkens verschillende maatschappelijke gezichtshoeken of visies. Bij sommige evaluatiemethoden is het noodzake- lijk over een zgn. referentievariant te kunnen beschikken. In dit geval wordt voor de 0- en de referentievariant uitgegaan van EEn en dezelfde situatie. Concreet betekent dit voor het Markermeer/Markerwaardgebied de huidige situatie (dus het Markermeer) bij ongewijzigd beleid. Het ongewijzigd beleid wordt gehterpreteerd in de zin van de realisatie van enkele be- perkte, reeds voorziene ontwikkelingen, zoals de aanleg van jachtha- vens . Theoretisch zou ook als ongewijzigd beleid de Markerwaard kunnen worden aangemerkt, omdat inpoldering bij de Wet is vastgelegd en er bovendien een regeringsvoornemen ligt om over te gaan tot inpoldering. Om pragma- tische redenen is dit laatste niet gebeurd en wordt voor de analyse de referentievariant verbonden aan de huidige situatie.

In her effectenoverzicht is van de hoofdcriteria een uitsplitsing ge- maakt naar subcriteria, teneinde varianten zo nauwkeurig mogelijk in beeld te kunnen brengen. Er is voor gezorgd het aantal subcriteria niet te groot te maken omdat anders een vergelijking van de varianten alleen maar wordt bemoeilijkt. Tabel 4.2.1. toont een samenvattend gestandaar- diseerd effectenoverzicht terwijl tevens de rangorde van de varianten is bepaald. Bijlage 8.5. Uitgebreid Effectenoverzicht geeft een nadere de- taillering van alle beoordelingscriteria en effecten voor de 5 beleids- varianten.

Page 20: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

n

c: N

m

lCl

- n

2 c: m

r l u m ~ r n m ~ h OI

I

n 3 4

w

N h

h 00

h h - h h

Z C S 2 V

n M a 4 u u

al

r4 W V

u Y Q

; 2 Y

c I al U 2 Y o m 4 Id U

t z al Y A al

n

5 V

m h 0 m

I

n

5

I O I U

5 O d d C Y Y a c m

L U + ~

U @ M dr l C s a l d E C U

L N 0 " m I

n n w n

m m h M 4 I

h M " N N

I

n N w

0

0 al

I Y on . a al d

$ P

m d C u

4 m m 3 n o n r l u

C al

I 2 Y PI a d

V

'n

3 - a

n n - - ' n N - I 3 \ ,

5 z o h - o " 0

2 t

n - n m N 2 Z > l ;

V V

I

'n u

N I

a % c

N Y o o c m 3 2 0 0

d 0 Q M Y a m m m Y Q

$4 u O m c s 5 rl

-! u d o P m

h n h o 3 N " O

" 2 I

n h h O A

n V 2 > , v

m m o o 0 3

h n n n n m S Z l ; '

m w z N N O O

n n n n m ' n m m \ \ w w 3 *

V V

0 0 0 0

Y al u

g 3 c u

o C !ism a d o r ( .

a a a a

n m u d c r m m cl 2

I a d u u m 6 al m Y 4 L) Y

2 !2 I U

3: U Y m m $5 2

I al

m 4 Y al u 4 Y 0

E 0 o m

al o Y

2 8 B U W

d u !i 2 Y d o 3 w & & o m & 3

2 4

4

n m

I

I

I

27d

P

w 0 W 4

n

4 \ V z

N Y al 3 o !i u n O M a c (U 4 w d ma Q al Y P PI o a l * r n Y

n ' n h - n U w z c !

0 0 0 0 0

!i m

m m z 2 z

h C l h m e

Z Z C Z Z ~ m u u m h h 0 O h ~ d d n m

n n n n n N ' n ' n l C l . 4 V \ V V

' n z m h h o m h m

I I u

m d r a u 4 Y 0 P 1 rJI

H z z w

5

I

I

o M 4 a u 4 m

u

d d

2 c c

u a l a l

8 H

2 z t

W S

a a l m

4 2 2 . " d

2

H z

0

3 2

Page 21: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

4.3. Economische inalyse -. . - Er is een kostenlbatena'nilyse ultgevoe'rd '"dot de recreatievariant, de landbouwvariant en de multifunctionele 'inrichtingsvariant . De resultaten hiervan zijn opgenomen in bijlage 8.6.1. KostenIBaten Analyse. Tevens kan worden veryezen naar het acfiterliggende rapport "Economische Analyse van de ~ntwikkeling van' het Markc'rwaardgebiedl> In genoemd rapp0rt.i~ geen kosten/.bateqanglyse voor de natuurvariant' opgenomen, omdat' de rela- , ,

tief geringe investeringen en kosten in dit geval geen opbrengsten in geld met zich meezullen brengen. Een schatting leert dat t.0.v. -dehui- - . , : dige situatie (nulvariant) de kosten ,ca. 10 miljoen gulden iullen bedra- gen. Uitgaande van het effectenoverzicht verhouden de baten en kosten . ' . . , . 8 .

van de verschillende varianten zich als volgt: . - '

- . . . . .

Tabel 4.3.1. ~aten/kosten verhouding van, de Markermee;/Maykerwaard- varianten (tevens rangordebepaling) , .

Varianten . .

In de analyse zijn de kosten voor' 'de produktikfactor arbeid volledig meegerekend, omdat 'ervan' i s uitgegasn dat arbeid die 'voor de Markerwaard gebruikt wordt, ook elders ingezet kan wordeh. Gezien de huidige en ver- wachte werkloosheid kan hier een uitdrukkelijke ~kanttekening bij ge- plaatst worden. Indien ervan wordt.uitgegaan dat er sprake'zal zijn van' nieuw gecreeerde arbeidsplaatsen, d.w.z. datde arbeid aan de Marker- '

waard niet elders ingezet wordt, komt .de baten/kostenverhouding van zo- we1 de inpolderingsvarianten als de recreatievariant boven de 1 en an- dersom versombert dan het beeld voor de nituurvariant, aangezien deze verlies van huidige .werkgelege'nhe.id oplevert (dus meer werkloosheidsuit- . . ,

keringen, betekent). >. . . # ' ,.

. .

Natuurvariant Recreatievariant Landbouwvariant Multifunctionele inrichtingsvariant

Voor de landbouwvariant is daarnaast nog een bedrijfseconomische kostenl batenanalyse uitgevoerd. Bij een veronderstelde exploitatievorm met be- drijven van 50 ha zou het bedrijfseconomisch rendement bijna 5% bedragen over een periode van 50 jaar. Voor deze periode mag voor de grond bovendien worden verondersteld dat deze waardevast is.

. . Batenlkosten

. . .~ verhbuding

Ten slotte is voor alle varianten een budgettaire analyse uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn opgenomen in bijlage 8.5.2. Budgettaire Analyse. Een conclusie op basis van de berekeningen leert dat, hoewel de Marker- meervsrianten relatief tot lage directe uitgaven leiden voor de over- heid, deze we1 tot in lengte van jaren blijven bestaan. Voor de Marker- waardvarianten daarentegen geldt dat de uitgaven relatief gezien aan- zienlijk zijn, maar na verloop van tijd overgaan in eeuwig durende op- brengsten.

Rangorde '

0,lO 0,92 0,94 0,85

( 4 ) (2) (1) ( 3 )

Page 22: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

In deze budgettaire analyse zou tevens de referentievariant meegewogen moeten worden. Exacte berekeningen daarvoor zijn niet beschikbaar, maar aangenomen mag worden dat de cijfers van ontvangsten minus uitgaven er- .gens tussen de cijfers van de twee natte varianten in zullen zitten, hetgeen dan ook geldt voor de rangorde.

Tabel 4.3.2. Budgettaire geldstroom als saldo van ontvangsten minus uitgaven voor MarkermeerlMarkerwaardvarianten (bedragen x f 1 mln.) na 20 jaar en daarna per jaar (inclusief rang- ordebepaling)

4.4. Doelstellingen Analyse Belangengroeperingen

De Doelstellingen Analyse Belangengroeperingen is een methode waarbij via overzichtstabellen getracht wordt inzicht te krijgen in de maat- schappelijke belangengroeperingen die zich bezig houden met het Marker- meer c.q. de Markerwaard en hoe de verschillende varianten beantwoorden aan de door deze belangengroeperingen gehanteerde doelstellingen. Er wordt in deze methode niet gestreefd naar een rangschikking, de ver- dere beoordeling wordt overgelaten aan de uiteindelijke beleidsbeslis- SerS. In tabel 4.4.1. is aan de hand van de indeling van het effectenoverzicht een onderscheid gemaakt in Economie, Werkgelegenheid, Natuur en Milieu, Recreatie en Ruimtelijke Ordening. Vervolgens is getracht binnen deze aspecten aan te geven welke belangengroeperingen via de inspraakprocedu- res hun mening over het Markermeer en de Markerwaard kenbaar hebben ge- maakt . Daarna is getracht deze groeperingen kwantitatief aan te duiden. In de meeste gevallen is dit gedaan via de oplage van een bedrijfs- of vereni- gingsblad. Indien dit niet beschikbaar was, is gekeken naar het aantal leden of in- woners (gemeenten). Bovendien is in deze tabel aangegeven hoe de stand- puntbepaling van de groeperingen moet worden ingeschat, anders gezegd in hoeverre wordt een mening gedragen door de individuele leden van de des- betreffende organisatie of vereniging. Deze inschatting is aangegeven met de aanduiding "relatieve scores".

Dsarna saldo per jaar

- 2,o ( 3 ) - 40,l (4)

+ 79,6 (1)

+ 11,8 (2)

Varianten

Natuurvariant Recreatievariant Landbouwvariant (in eigen beheer) Multifunctionele inrichtings- variant (pacht)

Saldo na 20 jaar

- 145.9 (1) - 447.9 (2)

-1.521,8 (3)

-1:759,5 (4)

Page 23: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-
Page 24: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

In bijlage 8.6.3. Doelstellingen Analyse Belangengroeperingen zit een overzichtstabel met een indeling die bestaat uit producenten en consu- menten. Tot de producenten wordt gerekend de rijksoverheid en tot de consumenten de beroepsvisserij, de aangrenzende gemeenten, het bedrijfs- leven, de recreanten, de milieu-organisaties en de landbouw-organisa- ties. Bij alle groeperingen zijn een aantal doelstellingen c.q. uitgangspunten vermeld. Met een kwalitatieve beoordeling (- of +) is aangegeven in wel- ke mate de verschillende varianten het bereiken van de genoemde doelen dichterbi j breden.

4.5. Maatschappelijke Doelstellingen Analyse

Zoals reeds in hoofdstuk 1 is uitgelegd tracht deze analyse de vijf be- leidsvarianten voor de Markerwaard te rangschikken op basis van de maat- schappelijke wenselijkheid. Aangezien iets heel belangrijk kan zijn voor bijvoorbeeld aangrenzende gemeenten op her oude land en niet of nauwe- lijks voor de Nederlandse staat in haar geheel (bijv. bodemdaling), is in eerste instantie een onderscheid gemaakt in vier geografische nivo's te weten het lokale nivo, het subregionale nivo, het regionale nivo en het nationale nivo. Voor een exacte aanduiding van deze nivo's wordt verwezen naar bijlage 8.3. Vervolgens zijn de maatschappelijke doelstel- lingen geformuleerd en onderverdeeld naar: a) sociaal-economische sector (geld); b) milieu-hygisnische sector (milieu) en c) de sociaal-geografi- sche sector (mens). De doelstellingen zijn ontleend aan beleidsnota's strutuurschema's en andere bronnen, zoals publicaties e.d. Een uitgebreid overzicht hiervan biedt bijlage 8.6.4. Maatschappelijke Doelstellingenanalyse. Vervolgens is per doelstelling een beoordelingsmatrix opgesteld, die per beleidsvariant aangeeft in welke mate die bepaalde doelstelling zal worden gerealiseerd. Tenslotte zijn aan zowel de doelstellingen als aan de geografische nivo's gewichten toegekend op basis van de drie eerder genoemde maatschappijvisies (sociocratisch, technocratisch en neutraal). "Behoud en herstel van de Nederlandse flora" zal als doelstelling zwaar wegen vanuit de sociocra- tische invalshoek, m a r nauwelijks vanuit de technocratische maatschap- pij-visie. Andersom zal dit het geval zijn bij de doelstelling "structuurverbetering van de landbouw". De gewichtentoekenning aan de doelstellingen varieert van 1 tot,3 punten en die aan de diverse geografische nivo's van 1 tot 4 punten. Wordt een doelstelling geheel of grotendeels gerealiseerd dan wordt de waarde + 1 toegekend; als het effect andersom is wordt de waarde - 1 gegeven. Vindt geen verandering plaats, dan wordt de waarde 0 toegekend. Een hoge score betekent dus een hoge waardering. Het totale eindresultaat is weergegeven in tabel 4.5.1. (de volledige resultaten staan in bijlage 8.6.4.)

Page 25: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

De tabel toont dat bij de technocratische en de neutrale benadering de multifunctionele inrichtingavariant het hoogste scoort. Bij de sociocra- tische benadering scoort de referentievariant het hoogst. De hoge score van de multifunctionele inrichtingsvariant is ongetwijfeld een gevolg van de veelzijdige inrichting van het gebied, waardoor op veel doelstel- lingen positief wordt gescoord. Opmerkelijk is dat vanuit de sociocrati- sche benadering de natuurvariant niet hoger scoort. Dit kan worden ver- klaard uit het felt dat deze variant op een groot aantal geformuleerde doelstellingen neutraal of negatief scoort als gevolg van de eenzijdige inrichting van het gebied.

Tabel 4.5.1. Score Maatschappelijke Doelatellingen Analyse per maat- schappi jvisie voor de Markermeer/Markerwaardvarianten (inclusief rangorde bepaling)

4.6. Paarsgewi jze Vergeli jkings 'Analyse

Variant

Referentievariant Natuurvariant Recreatievariant Landbouwvariant Multifunctionele Inrichtingsvariant

De Paarsgewijze Vergelijkings Analyse (de zogenaamde Concordantie-ana- lyse) worden de beleidsvarianten op basis van de genoemde criteria Economic, Werkgelegenheid, Natuur en Milieu, Energie, Recreatie en Ruimtelijke Ordening paarsgewijs met elkaar vergeleken. De scores per criterium worden dus bepaald door voor ieder variantentweetal na te gaan op welk criterium de ene variant hoger scoort dan de andere. Voor een overzicht van de zgn. concordantie-verzameling wordt verwezen naar bij- lane 8.6.5. Paarsgewiize Vergelijkings Analyse. Aangezien niet iedereen

Maatschappij-visie -

he; criterium "economic" even beiangrijk vindt als het criterium "natuur en milieu" of "energie" is ook voor deze analyse wederom een gewichten- bepaling opgesteld op basis van de drie onderscheiden maatschappij- visies . Deze gewichtenset is weergegeven in tabel 4.6.1.

Sociocratisch

+ 75 (1) + 6 (4) + 33 (3) - 53 (5) + 69 (2)

Technocratisch

+ 43 (3) - 78 (5) - 8 (4) + 57 (2) +I43 (1)

Neutraal

+ 55 (2) - 24 (5) + 16 (3) - 3 ( 4 )

+I19 (1)

Page 26: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Tabel 4.6.1. Gewichtenset Paarsgewijze Vergelijkingsanalyse per beoordelingscriterium en per maatschappijvisie

Beoordelingscriteria :

I aanleg- en inrichting 1 lo 1 lo I I

kosten opbrengsten

WERKGELEGENHEID

L ' Maatschappijvisie

Technocratische Neutrale visie 1 visie

20 15

30

beheer- en exploitatie

NATUUR EN MILIEU

Sociocratische visie

, . RECREATIE

ENERGIE

aanleg- en inrich- tingsfase

10 10

20

2 0

5

beheer- en exploi- tatiefase

. . , . : Deze gewfchtstoekenning houdt dus in dat in de paarsgewijze varianten-

vergelijking het criterium "natuur en milieu" het zwaarst wordt meegewo- gen in de sociocratische,visie. De resulterende score voor het criterium "natuur en milieu", zoals deze

. , . ~ , ... .. . . bij wijze van voorbeeld samengevat is weergegeven in tabel 4.6.2., zal . . .. .'(:.' . . ., . dus in de totaalscore van alle criteria voor de sociocraten zwaarder wegen dan de overige criteria en voor de technocraten het lichtst.

5 5

10

5

5'

2.5

oppervlakte open water

oppervlakte land

10

20 .L

2.5

5

35

10

15

7.5

.

5

- 15

15

25

10

7.5 15

7.5

7.5

2.5

2.5

Page 27: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

arkermeervisie + 2,25 - 0,45 - 2.15 - 2,OO (1) (3) (4) I

Tabel 4.6.2. Netto overeenstemming indices en relatieve rangordening per variant afhankelijk en per milieuvisie

I I I I

De indruk wordt bevestigd dat als de waardering voor her open water zeer groot is, i.c. de Markermeervisie, de natuurvariant het hoogst scoort, gevolgd door beide andere natte varianten. Indien land en water beide zwaar worden meegewogen, i-c. de neutrale visie, blijkt naast de natuur- variant de multifunctionele inrichtingsvariant ook hoog scoort. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat na inpoldering van ca. 315 van het betreffende gebied en de veelzijdige inrichting, er nog een aanzienlijk deel open water blijft (ca. 27.000 ha van de in totaal 63.500 ha). De totale berekening voor de "natuur en milieu" effecten is weergegeven in bijlage 8.6.5.1. Het samenvattende. resultaat van hier uitgevoerde paarsgewijze vergelijkingsanalyse is/weergegeven in tabel 4.6.3.

I I

Tabel 4.6.3. Netto score van paarsgewijze vergelijkingsanalyse voor de Markermeer/Markerwaardvarianten per maatschappijvisie (inclusief rangordebep'aling) ,

Landbouw Multifunctio- variant nele inrich-

tingsvariant

!4ilieuvisie

eutrale visie

arkerwaardvisie

Referentie Natuur Recreatie variant variant variant

eutrale viaie 1 - ';;;25 - 0;425 - 0,25 - 0,20 ? :,

+ 1,40 >...::, (4 (3) I

+ 0,05 + 0,40 - 0,25 (3 (1) (4)

- 1,35 - 1,50 - 1,OO ( 4 ) (5) (3)

\.

- 0,40 + 0,30 (5) (2)

- 1,20 + 2,65 (2) (1

Uit de tabel blijkt dat vanuit technocratisch gezichtspunt de multifunc- tionele inrichtingsvariant het hoogst scoort, gevolgd door de landbouw- variant en de (natte) recreatievariant. Zelfs vanuit de sociocratische visie, waarin criteria als natuur en milieu, energie en recreatie zwaar worden gewogen, blijkt de ingepolder- de Markerwaard met velerlei bestemmingen het hoogst te scoren, met de natuurvariant als goede tweede.

27

Sociocratische visie

Landbouw Multifunctio- variant nele inrich-

tingsvariant

+ 0,85 + 1,30 (2) (1)

--

Maatschappij visie . ,

. .

Technocratische visie

-

Referentie Natuur Recreatie variant variant variant

- 0,65 - 1,55 * 0,05 (4) . (5) . . . (3)

- 0,575 + 0,425 - 0,70 (3) ( 2 ) (4)

- 0,95 + 1,80 (5) (1)

Page 28: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

5. INSPRAAKVARIANTEN

5 .l. Inleiding

De tot nog toe geanalyseerde MarkermeerIMarkerwaardvarianten zijn de varianten zoals deze momenteel in de officiiile besluitvorming een rol spelen. Men zou ze de,beleidsvarianten kunnen noemen. Ze zijn tot stand gekomen op basis van een afwegingsproces zoals zich dat interdepartemen- taal heeft afgespeeld. Er zijn echter meerder varianten denkbaar, zowel "natte" als "droge" of combinaties van beide, die in een aantal gevallen reeds vrij concreet door derden op papier zijn gezet. Alhoewel het beleidsprobleem in eerste instantie de vraag "we1 of geen Markerwaard" betreft,,zijn er ook tussenvormen denkbaar (bijvoorbeeld 'het HISWA-alternatief voor een halve polder). Tevens zijn er alternatie- ven denkbaar in de zin van: "we1 inpoldere, mits enkel ten behoeve van bestemming zus of 20". In feite is de beleidsvariant "landbouw" zo'n mo- del, maar het is niet ondenkbaar zich een variant voor te stellen waarin een ingepolderde Markerwaard geheel en a1 wordt bestemd als natuur- en recreatiegebied. In feite zou zo'n variant een logische voortzetting zijn van de algemene ontwikkelingslijn vanbestemmingen in opeenvolgende IJsselmeerpolders. Was de Wieringermeer nog uitsluitbnd voor de landbouw bestemd, in de la- . tere polders werd steeds meer gebied voor de natuur- en recreatie gere- , ' .

serveerd. Ook is een variant denkbaar in de zin van her oude voorstel uit 1967 van de Contact-Commissie voor Natuur- en landschapsbescherming, die een gro- te polder voorzagen van in totaal 50.000 ha, (i.p.v. de 41.000 ha uit de beleidsvarianten), maar met een gemengde inrichting van gelijkelijk

'

landbouw, natuur en recreatie. In feite zijn de huidige Markerwaardbe- leidsvarianten eigenlijk a1 compromissen tussen dit soort grote polder- alternatieven . en de volledige natte alternatieven.

I Een goed alternatief zeker in deze tijd, zou een redementsalternatief zijn, een inpolderingsmodel, waarbij het te behalen economisch rendement voorop moet staan. Dat zou een grotere polder met een veel doelmatiger vormgeving betekenen, met rechte dijken, simpele infrastructuur en uit- sluitend landbouwbestemmingen. Ook is een nat Markermeer-alternatLef,denkbaar, zoals dat is geformu- leerd tijdens de inspraakronde door de A.N.W.B., die meer voorlanden en eilanden voorstelde, eventueel gekoppeld met een spaarbekken voor ener- gie-opwekking, zoals voorgesteld in het zgn. Plan Lievense. Tenslotte kan dan nog het Plan Waterlely worden genoemd, een natte variant uit 1974 van de Vereniging tot Behoud van het IJsselmeer met een bandsteden- ring langs een spoorlijn rond het IJsselmeer om de luwte te brengen in het IJsselmeer en om te behouden war daar is: een natuurgebied. In het

. . . . kader van deze beleidsanalyse leek het interesant om deze inspraakvari- , . .

li anten te vergelijken met de beleidsvarianten. In de volgende paragraaf zullen ze nader worden beschreven. Aangezien deze inspraakvarianten niet of nauwelijks in concrete en gedetailleerde plannen zijn uitgewerkt, kan de analyse slechts zeer beperkt plaats vinden. Gekozen is daarom voor het ~ffectenoverzicht, waarin voor de bekende criteria economie, werkgelegenheid, natuur en milieu, energie, recreatie enruimtelijke ordening de nieuwe inapraakvarianten naast de vijf be- leidsvarianten zijn gezet. Een globaal beeld van alle beleids en in- spraakvarisnten geeft bijlage 8.7.1. Inrichtingsschetsen, waarin deze varianten visueel in kaart zijn gebracht.

Page 29: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

5.2. Beschrijving van de inspraakvarianten

Achtereenvolgens zullen de volgende varianten nader worden beschreven: a) Plan Waterlely van de Vereniging tot Behoud van het IJsselmeer

(1974): Waterlely-variant. b) Inspraakmodel van de A.N.W.B., incl. Plan Lievense (1981): A.N.W.B.-

variant. c) Rendementsvariant (R.IJ.P., 1983). d) Ideelnschets van de Contact-Commissie voor Natuur- en Landschapsbe-

scheming (1967): Randmeervariant. e) Extreme natuurvariant uit "Verkenningen Markerwaard" (1975): Natuur-

en bosbouwvariant. ) Inspraakmodel van de Nederlandse Vereniging voor Handel en Industrie

op het gebied van Scheepsbouw en watersport (HISWA 1981): HISWA-variant.

ad a) Waterlely-variant Bet plan Waterlely van de Vereniging' tot Behoud van het IJsselmeer gaat uit van een open Markermeer. Binnen het plangebied vinden er geen veranderingen plaats. De veranderingen die in het plan Water- lely zijn te vinden hebben vnl. betrekking op maatregelen op het oude land, zoals het aanleggen van een spoorlijn rond het IJssel- meer met daaraan gekoppeld een ring van bandsteden. Letterlijk staat in de nota het volgende: "Het plan Waterlely bedoelt zwaartepunten te verleggen. Allerlei belangengroepen doen aanspraken op nieuw land in het IJsselmeer, maar wij menen dat de ontwikkelingen juist uit (de nabijheid van) het natte hart getrokken moeten worden, zodat daar een luwte kan ontstaan" ... "Wij stellen voor een bandstedering te scheppen rond het huidige IJsselmeer. Deze ontwikkeling kan tot sta?d gebracht worden door het gedeelte- lijk a1 bestaande patroon van stedelijke vestigingen te versterken met behulp van een nationaleanoordelijke ringspoorlijn". "Op deze wijze worden aanspraken op het IJsselmeer teruggekaatst naar het oude land, waar ee voorzover ze gewenst eijn - over het noordelij- ke deel van Nederand - evenwichtiger gespreid kunnen worden, ter- wijl ook de verdere ruimtelijke ontwikkeling planologisch onder controle te houden is". Het plan Waterlely stamt uit 1974.

ad b) A.N .W .B .-variant De A.N.W.B.-variant is beschreven in de brochure "IJsselmeer; maak meer "an het IJsselmeer". De brochure handelt over de ontwikkeling van het IJmeer, Markermeer en IJsselmeer ten behoeve van de recre- atie. Bij het bepalen van de plaats van recreatieve ontwikkelingen hebben de aspecten natuur en landschap een belangrijke rol ge- speeld. Uitgangspunt is dat er niet wordt ingepolderd maar dat er voorlanden en eilanden worden aangelegd, waarop verblijfs- en dag- recreatie kan plaats vinden. De verblijfsrecreatie is geconcen- treerd bij Lelystad en dagrecratieve ontwikkelingen zijn gedacht bij Almere, de kust van Waterland (beperkt), de kust tussen Hoorn en Enkhuizen en bij Lelystad. Op diverse plaatsen moeten jachtha- vens worden gecrelerd en op enkele plaatsen, zoals de zuidoever van de Gouwzee moet een betredingsverbod komen. Het aantal nieuwe ligplaatsen bedraagt 14.000 plus een niet nader genoemd aantal bij de Houtribhoek. De dagrecreatieve capaciteit moet enkele tiendui-

Page 30: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

zenden bedragen en de verblijfsrecreatieve capaciteit tussen de 10.000 en 15.000. Aan deze A.N.W.B.-variant is toegevoegd een spaarbekken van ca. 3.000 hectare ten behoeve van het zogenaamde "plan Lievense". Dit bekken is gelocaliseerd in het noordelijk deel van het Markermeer tegen de ~outribdijk aan.

ad C) Rendementsvariant Voor deze inpolderingavariant is het belangrijkste uitgangspunt -een zo hoog mogelijk rendement tegen zo gering mogelijke kosten- bepalend geweest voor de overige uitgangspunten op het gebied van vormgeving, bestemming, inrichting en fasering van de werkzaamhe- den. Er is vanuit gegaan dat de polder een zo efficiznt mogelijke vorm dient te krijgen met een oppervlakte van 46.000 hectare, met een zo eenvoudig mogelijk dijktracs. De polder dient agrarisch te worden bestemd (ruim 95%), waarvan 39.000 ha akkerbouw, 4.500 ha weidebouw en 1.500 ha bloembollenteelt, teneinde een zo hoog moge- lijk rendement te kunnen behalen. Voor de ontsluiting moet gebruik worden gemaakt van reeds bestaande wegen en oeververbindingen. In eerste instantie moet voor het droogmalen gebruik worden gemaakt van mobiele pompen, die vijf jaar na het droogvallen moeten worden vervangen door een definitief gemaal, te bouwen "in den droge".

ad d) Randmeervariant De Randmeervariant is een ideeznschts van de Contact-Commissie , voor Natuur- en Landschapsbescherming uit 1967. De schets is in grote trekken gebaseerd op de structuurschets bij de Tweede nota over de Ruimtelijke Ordening in Nederland. Men hoopte met deze schets en bijbehorende brochure een bijdrage te kunnen leveren tot de bewustwording van de uiterst belangri jke functie die de randmeren tussen Muiderberg en Enkhuizen in het toekomstige verstedelijkte Nederland zullen kunnen vervullen. De commissie heeft suggesties gedaan voor met name de vormgeving en inrichting van de westelijke randmeren. De belangrijkste daarvan is de suggestie om Marken niet in de nieuwe polder op te nemen, maar als (schier-) eiland te laten behouden. Deze laatste sugges- tie is inmiddels overgenomen en in de plannen verwerkt. Voor de 50.000 hectare Markerwaardpolder doet men de suggestie aan de randen een kilometers brede gordel van bossen, parkgbieden en watersportgebieden te realiseren, ter ondrsteuning van de functie van de randmeren als natuur- en recreatiegebied. Stedelijke ontwikkelingen zijn aangegeven tegenover Almere en Edam. Naast de bestaande oeververbindingen wordt uitgegaan van nieuwe verbindin- gen bij Almere, Amsterdam, Monnickendam, tussen Volendam en Edam en twee rondom Hoorn.

ad e) Natuur- en bosbouwvariant ,

In het rapport " Verkenningen Markerwaard" uit 1975 is een variant . . opgenomen, waarbij de gehele polder is bestemd voor natuur- en bosbouw. De variant wordt gekenmerkt door brede westelijke randmeren, beperkt aantal oeververbindingen en een grootschalige opbouw in bos-, water- en grasland-oecosystemen, met tussen deze verschillende oecosystemen fijnschalige overgangen.

Page 31: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

De grootschalige complexen van bossen, water en natuurlijke gras- landen worden slechts aan de randen gepenetreerd door de mens, terwijl de elementen bos, water en grasland van kleiner formaat intensiever door de mens gebruikt kunnen worden. op verschillende plaatsen in de polder is gedacht aan het realise- ren van verblijfsrecreatie, bezoekerscentra, biologisch station, visvijvers, watervogelpark, aalscholverbos en een eendekooi. Slechts in het centrum van de polder wordt gedacht aan milieuver- antwoorde landbouw. In de randmeren is ruimte gereserveerd voor ongestoorde water- vogelgebieden, terwijl eilanden en buitendijkse voorlanden zowel recreatieve als natuurbehoudsfuncties zullen kunnen vervullen.

h

ad f) HISWA-variant Volgens de HISWA, de Nederlandse Vereniging voor Handel en Indus- trie op het gebied van Scheepsbouw en Watersport, is er bij het inpolderingsplan van de regering geen sprake van een evenwichtige verdeling tussen land en water. Dat is we1 het geval bij randmeren van minimaal 35.000 hectare en een polder van maximal 30.000 hec- tare. Dit voorstel is gebaseerd op het.in opdracht van de Hiswa i

opgestelde rapport "Visie op Varen". De dijken moeten een grillige vorm krijgen en afwisselend ruimte bieden voor intensief en exten- sief recreatief gebruik De vaarroute naar Amsterdam moet worden ondersteund door de aanleg van langgerekte eilanden. Voorlanden ten behoeve van natuur en recreatie kunnen worden aangelegd ten noorden van de Houtribdijk vanaf Trintelhaven tot aan Enkhuizen. Van de 30.00 ha Markerwaard is ongeveer de helft bestemd voor landbouw. Voor bossen, natuurterreinen en recreatiegebieden is 12.000 ha aangehouden.

I \

Tenslotte is in tabel 5.2:l. {&n totaal overzicht gegeven van h'et ruimtegebruik van zowel de 5 beleidsvarianten als de 6 inspraakva- rianten. Dit om als basis te dienen voor het uiteindelijke effec-

, . tenoverzicht.

,('

Page 32: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

m . d - a a u . . e m w P1 M m a 3 m - u :.'. - . . u

5 . 2 ra

w a - a . .,. w E v ) 0 8 - at. 4 -4 "

' , m m w w 4 2 2 c - u m d w u 3" I T ?

01 u m a m a m $ 2 z ?$cl - c 5 z f w ? Z u m r l a r: a d

Z24 0 4 ; i; 3 " d E

m d u m C 0 Y O d C 0 0 E Y, E 2 i P

O W . M . u e u 2'" ,!,'$ ,M? : u . g ? 2;;

0 z k 4 U U c al " 2 w m a

E a .+ 6 0 u c p : 2 : : h - 2 u 4 4 m a 4 w w w m a w 4 . 0 r n U Y V u o 3 a J m o w 0-s E B

0 Y % . m u m = $" ,f c a - w u a 'z:?%$: n . , - I d U W H

Page 33: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

TABEL 5.3.1. EFFXCtENOVBBZICBT VAN EELEIDSVASIANTEN EN I N S P W A S I M T E N V00R BBT PULBKBRHEER/UARKERUMBDGEBIEO I MBKERHEER ALTBBWTIEVEN

.\. \ Beleidsvarianten Inspraakvarianten

Boofdcriterim Svhcrlteriun *) ' Referentie Natvur Recreatie Wacerlely A.N.W.B.

variaat varimt variant variant 1) variant 2)

vbie

Knergie Verbruik bij - 425 200, 4.000 1.000 ; '10.000 eanleg en in-

in beheer ex- - ploitatie

Ue~curtle Ove-chtingen + 1.476 857 2.610 1 .OOO 3.000 Waterrecrurtie + 255 145 570 300 750 Landrecreatie + 25 15 45 25 95

.. . Opp. land + 660 660 1.610 660 5.750

..

1) Plan waterlely van Vereniging tot hehoud van het IJsselmeer (1974) 2) Inepraahodel A.N.W.B. ioclusief inclusief plan Lievense (1981)

. . 3) Variant Marhrvaard B.V. (1983) 4) Ideeenshets Cootactcdssie soor Natuur en Landschapbescheming (1967) 5) Mrkerraatd Natuurgebied uit -Verkeoniogen Mrkervaard" (1975)

.- 6) Iuopraahodel UISWA (1981) *) Richtins: + hoe hoge hoe beter; - hoe lager hoe beter

. !!!**) TJI Terajoulcs - lof2 joules

- .- . . . - Landbouw W~ltif~nct. Rend-nts Bendneer Natuur en RlSUA variant inrichtings variant 3) variant bosbouw variant

variant 4) variant 5) 6) 1

Page 34: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

5.3. Vergelijking met de beleids-varianten

In tabel 5.3 -1. zijn in een ef f ectenoverzicht zowel de beleidsvarianten als de inspraakvarianten opgenomen. In bijlage 8,7.2. Effectenoverzich- ten is dit effectenoverzicht gestandariseerd, zodat een vergelijking met de referentievariant gemakkelijker wordt.

Waterlely-variant Uit dit overzicht blijkt dat de Waterlely-variant qua kostenfbaten ba- lans niet noemenswaardig afwijkt van de beleidsvariant recreatie. Waarschijnlijk levert ze iets meer werkgelegenheid op, met name door de voorziene aanleg van een spoorlijn rond het IJsselmeer. Voorts wat be- treft de natuur- en milieuwaarden wijkt ze nauwelijks af van de beleids- variant natuur. De energiebalans is door het relatief wat hogere verbruik bij aanleg en inrichting iets gunstiger dan bij de referentievariant. De mogelijkhe- den voor recreatieve overnachtingen en voor de water- en landrecreatie zijn ongeveer gelijk aan die van de referentievariant en dus lager dan die van de recreatievariant. De effecten voor de ruimtelijke ordening blijven gelijk aan die van de referentievariant en de natuurvariant. Samengevat is de Waterlely-variant een "natte" variant die t,o.v. de referentievariant duurder is, maar ook meer opbrengt; ze levert meer werkgelegenheid op en ze besteedc iets meer aandacht aan natuur- en milieuwaarden.

A.N.W.B.-variant Deze variant is zeer kostbaar, zelfs bijna 4 keer zo duur als de multifunctionele inrichtingsvariant. Dit wordt veroorzaakt door aanleg van het spaarbekken en de bouw van de windturbines overeenkomstig het plan Lievense. Aangezien geen diepgaande kostenlbaten analyse van dit plan beschikbaar is, is het moeilijk de eventuele opbrengsten door de te verwachten besparingen op de traditi- onele brandstoffen te schatten. Een en ander zal ook sterk afhangen van de toekomstige ontwikkelingen van de brandstofprijzen. Ook voor wat be- treft de werkgelegnheid scoort deze combinatie variant hoog, ook weer hoger dan de multifunctionele inrichtingsvariant, zowel gedurende de aanleg en inrichting als daarna tijdens het beheer en de exploitatie. Wat betreft natuur en milieu is de variant vergelijkbaar met de multi- functionele inrichtingsvariant. Dit hangt samen met vele voorlanden en eilanden die ten behoeve van de recreatie zullen worden aangelegd. De energie balans is vergelijkbaar met die van de landbouwvariant en de multifunctionele inrichtingsvariant. Het totale energie verbruik voor de aanleg en inrichting is lager. De recreatieve mogelijkheden van deze variant zijn groter dan die van de multifunctionele inrichtingsvariant. Ten aanzien van de ruimtelijke ordening kan worden opgemerkt dat de landoppervlakte ca 5.000 ha groter is dan in de referentievariant. Het wateroppervlak is met ca LOX afgenomen. Samengevat kan deze A.N.W.B.- variant met Plan Lievense worden gekenschetst als een "natte" variant die de meeste werkgelegenheid oplevert, maar ook het meeste geld kost. Er wordt aandacht besteed aan natuur en milieu maar met name ook aan energie en recreatiemogelijkheden.

Page 35: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

~endementsvariant De rendementsvariant is qua baten/koaten-balans vergelijkbaar met de landbouwvariant. De effecten op de werkgelegenheid zijn tijdens de aanleg en inrichting ongunstiger dan bij de landbouwvariant, maar de blijvende werkgelegenheid is vrijwel gelijk. De aandacht voor natuur en milieu is eveneens vergelijkbaar met die van de landbouwvariant. Het benodigde energieverbruik voor de aanleg en inrichting is hoger dan bij de landbouwvariant. Dat hangt onmiddellijk samen met de grotere polder die wordt gemaakt. De jaarlijkse energiebalans is lager dan die bij de landbouwvariant en de multifunctionele inrichtingsvariant nl. ca 25%. Aangezien in de rendementsvariant niet of nauwelijks recreatieve voorzieningen tot stand zullen worden gebacht behoren de effecten van de recreatiemnogelijkheden tot de allerlaagste. Gestreefd wordt naar een polder met maximaal financieel rendement, vandaar dat de landoppervlakte vergeleken met de landbouwvariant ca 15% hoger ligt. Dienovereenkomstig is het wateroppervlak kleiner geworden. Samenvattend kan worden gesteld dat de rendementsvariant moet worden gerekend tot de "droge" inspraakvariant met het hoogste financiEle 'rendement. De blijvende werkgelegenheid is vergelijkbaar met de land- bouwvariant, terwijl dit ook geld voor de natuur en milieu effecten. De energiebalans is lager, terwijl de recreatiemogelijkheden zeer gering zijn.

Randmeervariant ,

De batenlkosten verhoudinn van de randmeervariant is vernelilkbaar met - - . - - - die van de multifunctionele inrichtingsvariant. De werkgelegenheid in de aanleg en inrichtingsfase is hoger dan bij de landbouwvariant, maar lager dan bij de multifunctionele inrichtings- variant. De blijvende werkgelegenheid is vergelijkbaar met die van de multifunctionele inrichtingsvariant. Dit geldt ook voor de natuur- en milieueffecten. Dit komt door dat ook in de randmeervariant a1 een gevarieerde inrichtingsvariant voor ogen staat met mogelijkheden voor landbouw, bosbouw, natuur en recreatie. Het energieverbruik in de aanleg en inrichtingsfase is her hoogste van alle inspraak varianten. Dit hangt nauw samen met het felt dat de randmeervariant ook de grootste polder is met bijna 50.000 ha. Dienovereenkomstig is echter ook de jaarlijkse energiebalans het hoogste. Wat overnachtingsmogelijkheden betreft is de randmeervariant vergelijkbaar met de multifunctionele inrichtingsvari- ant. Dit geldt ook voor de mogelijkheden voor de landrecreatie. De mo- gelijkheden voor waterrecreatie zijn echter ongeveer 50% lager, maar dit is niet verwonderlijk met slechts ca 5.000 ha aan wateroppervlakte. Sa- menvattend is de randmeervariant de grootste "droge" inspraakvariant die duurder is dan de multifunctionele inrichtingsvariant terwijl hij ongeveer evenveel blijvende werkgelegenheid oplevert. De aandacht voor natuur en milieu is ongeveer even groot terwijl de aandacht voor energie groter is. De recreatiemogelijkheden zijn vergelijkbaar echter met uitzondering van de waterrecreatie.

Natuur- en bosbouwariant De totale kosten voor de natuur- en bosbouwariant ziin ca 30% lagert -

dan "oar de landbouwariant . De opbrengsten zi jn echter aanzienli jk lager. De batenlkosten verhouding 'is dan ook aanzienlijk ongunstiger. De werkgelegenheid in de aanleg- en inrichtingsfase is vergeleken met de multifunctionele inrichtingsvariant ongeveer 50% lager.

Page 36: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Dit hangt samen met het zeer arbeidsextensieve karakter van de aanleg van bossen en natuurterreinen. De blijvende werkgelegenheid wordt eveneens laag ingeschat. De effecten voor natuur en milieu zijn aanzienlijk hoger dan bij de multifunctionele inrichtingsvariant. Dit komt omdat er een optimale mogelijkheid bestaat door middel van natuurbouw a1 die milieu's te cresren dienog schaars in Nederland aanwezig zijn. De recreatie mogelijkheden zijn in deze natuur- en bosbouwariant gering. Ze zijn wat water- en landrecreartie betreft vergelijkbaar met die van de landbouwariant. De overkachtingsmogeli jkheden zijn echter aanzienlijk lager. De verhouding waterlland is ongeveer gelijk aan die. van de "droge" beleidsvarianten. Samengevat is de natuur- en bosbouwari'ant een "droge" inspraakvariant . .

die meer mogelijkheden biedt voor natuur- en milieu dan delandbouw- ,

variant, maar gelijkemogelijkheden voor de recreatie (uitgezonderd.de ,overnachtingen). De variant is goedkoper dan de landbouwvariant, maar levert ook veel minder op.

, . . .

HISWA-variant. Deze ins~raakvariant is te be&houwen ali een .tussenvorm tussen de -.-- -~ - c - ~

"natte" en "droge" varianten. De HISWA-variant' is in aanleg goedkoper dan de droge beleidsvarianten, maar 2x zo duur als de recreatievariant. De opbrengsten zijn echter hoger dan bij de recreatievariant. Wat de werkgelegenheid betreft: de aanleg-,en inrichtingsfase levert Zxzoveel werk op dan de recreatrievariant. Dit komt doordat naa.st de aanleg van een groot aantal recreatieve voorzieningen ook een polder van ca. 30.000 ha wordt aangelegd. Het gevolg is dan ook dat de blijvende werkgelegen- heid in de beheers- en exploitatiefase hoger is dan bij de "droge" , . beleidsvarianten. . , De effecten van natuur en milieu' zi jn vergeli jkbaar met die van de . milieufunctionele inrichtingsvariant, zij het dat de effecten bij een zeer grote waardering voor het open water i.c. de Markermeervisie hoger liggen. .Dit komt doordat er meer open"water aanwezig is: ca 10.000 ha meer dan in de multifunctionele inrichtingsvariant. Het energieverbruik is hoger dan bij de recreatievariant, maar lager dan bij de landbouwariant. De mogelijkehden voor de recreatie zijn vergelijkbaar met die van de multifunctionele inrichtingsvariant, uitgezonderd die voor de waterrecreatie, welke hoger zijn ingeschat. Samengevat vormt de: HISWA-variant een tussenoplossing met meer open water dan de "droge" beleidsvarianten, en meer land dan de "natte" beleidsvarianten. Deze variant is dan ookduurder dan de "natte" beleidsvarianten, maar levert minder op dan de "droge" beleidsvarianten. Er is meer werk en de mogelijkheden voor natuur en milieu zijn zeker bij een grote waardering voor open water groter. Er is meer waterrecreatie mogelijk terwijl de variant minder energie eist bij de aanleg en inrichting.

Page 37: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

6. ONTWIKKELEN EN BEOORDELEN EIGEN VOORKEURSVARIANT

6.1. Inleiding

In de voorgaande hoofdatukken zijn in totaal 11 varianten gebaseerd op 2 alternatieven: t.w. een Markermeer of een Markerwaard met elkaar ver- geleken en in meer of mindere mate diepgaand geanalyseerd. Hiermee is de bandbreedte van mogelijkheden ongeveer bepaald. Desondanks kan het zijn dat toch nieuwe varianten dienen te worden meegewogen in de toekomst, zeker wat betreft de mogelijke inrichting van de "droge" varianten. Om een dergelijke weging te vergemakkelijken is een groot aantal gegevens ,

van diverse varianten teruggerekend naar bijvoorbeeld de eenheid ha. Dus als bijvoorbeeld de multifunctionele inrichtingsvariant in totaal ca. f 2 miljard kost, dan is de prijs per ha multifunctioneel ingericht gebied ca. f 50.000,- (uitgaande van de zelfde onderlinge verhoudingen). Hetzelfde geldt ook voor de overige varianten en daarmee voor de nader te detailleren bestemmingen zoals open water, landbouw, boa, natuur, re- creatie, stedelijk gebied en infrastructuur. Tevens kan dezelfde aanpak plaatsvinden voor het criterium werkgelegen- held. Niet zo zeer de werkgelegenheid in manjaren voor de aanleg van de noodzakelijke infrastructuur, maar vooral de blijvende werkgelegenheid voor het beheer en de exploitatie van de verschillende bestemmingen. Ten slotte is ook her energiecriterium bruikbaar om per bestemming in eenhe- den (GJ giga joules) te worden weergegeven. Voor de criteria natuur en milieu alsmede recreatie dient te worden ge- werkt met relatieve scores en normgetallen die uit diagrammen kunnen worden afgeleid. Stel dat iemand vindt, dat de beste toekomstige ontwikkeling van het ge- bled een polder zou moeten zijn van pbkweg 50.000 ha met daarin het Plan Lievense en verder uitsluitend bos ten'behoeve van de houtproduktie of energievoorziening, inclusief een hoeveelheid infrastructuur in de vorm van extra bruggen, dan kan op basis van de ontwikkelen normgetallen een eigen analyse van zo'n variant plaatsvinden.

6.2.'Normgetallen voor beoordelingscriteria

Per beoordelingscriterium zullen normgetallen worden vastgesteld. Voor een nadere detaillering en onderbouwing wordt verwezen naar bij- lage 8.8. Normgetallen voor beoordelingscriteria.

Economie -------- In tabel 6.2.1. is voor een aantal. hoofdbesteminingen zowel de kostprijs als de opbrengst per ha weergegeven, overigens uitgaande van de zelfde definities en randvoorwaarden die in de economische analyse nader zijn vastgesteld.

Page 38: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Uit de tabel blijkkt dat de bestemming landbouw het meeste per ha op- brengt. We1 dient ook per ha aanzienlijk te worden gelnvesteerd. Indien de investeringen zo laag mogelijk zouden dienen te zijn, dan is open water de meest aangewezen bestemming, alhoewel hier geen rendementen aan verbonden zijn. Het is duidelijk dat vooral de "droge" bestemming natuurgebied de meest ongunstige baten/kosten verhouding kent, die met aanzienlijke kosten en geen opbrengsten gepaard gaat. Wanneer nog bij- zondere bestemmingen in het Markerwaardgebied gewenst worden als een Tweede Nationale Luchthaven of een militair oefenterrein, dan dient hier nog expliciet rekening mee te worden gehouden.

A

Tabel 6.2.1. Kosten en opbrengsten van bestemmingen en elementen in het

Omschrijving

Di jken Gemalen Sluizen Kanalen Wegen . .

Kunatwerken.bruggen Oeververbindingen

Open water Landbouw . tijdelijke exploitatie . akkerbouw . , . veeteelt . bloembollenteelt Bos Natuurgebied Recreatiegebied Voorlanden

Bedri jf sgebouwen - silobedrijven - ontginning - akkerbouw - veeteelt - bloembollenteelt Stedelijk gebied (wonen)

MarkermeerlMarkerwaardgebied

eenheid

km stuk stuk km km stuk etuk -

-------_---------_------.---------_----------_------------------- ha

ha ha ha ha .

ha ha ha ha

stuk stuk stuk stuk stuk

ha

eenheid

opbrengstin in

guldens

- - - - - - -

0

3.205 . , 7.050 12.855 103.900

650 0

1 .OOO

- - - - -

. . PM

in guldens .per

kosten aanleg en inrichting

9.260.000 .40.000.000 40.000.000

PM 355 .OOO 100 .OOO

40.000.000

0 . .

3.850

. .

. . . 1 4.250

600 7.500

360 .OOO ........................................................................ . . 10.800.000 . 500.000 . 700.000 1.230 .OOO 400 .OOO

------------------------.--------------------.--------------------------- 750.000

in guldens beheer en

exploitatie . .

9M PM PM PM PM PM PM

0 , .

. . 1.815 . 4 -680

9.445 97.500

175 250

- 5 .OOO PM

PM PM PM PM PM

PM . .

Page 39: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

In tabel 6.2.2. is per hoofdbestemming het werkgelegenheidseffect weer- gegeven. . . .~ . ~

. , . . . ,

~abe16.2.2. Blijvende arbeidsplaatsen in beheer en exploitatie, van diverse bestemmingen in manjaren per 1000 ha

omschrijving/bestemming 1 arbeidsplaatsen

Aangezien het grootste aantal manjaren gemoeid is met de aanleg van de noodzakelijke infrastructuur zijn enkel de blijvende arbeidsplaatsen opgevoerd, die gemoeid zijn met het beheer en de exploitatie van de diverse bestemmingen. Uit de tabel blijkt dat de bestemming stedelijk gebied de meeste arbeidsplaatsen oplevert gevolgd door respectievelijk "droge" recreatie, "natte" recreatie en landbouw.

Energie -------

Beheer polder ~andbouw - akkerbouw

- veeteelt - bloembollenteelt

Bos Natuurgebied Recreatiegebied - waterrecreatie - landrecreatie Stedelijk gebied (wonen)

In tabel 6.2.3. is voor een aantal bestemmingen en investeringen aan- gegeven hoe het energieverbruik is voor de aanleg en inrichting. Verder zijn aangegeven: het jaarlijks energieverbruik en de geschatte energieopbrengsten. Deze normgetallen zijn gebaseerd op uitgebreide berekeningen voor de "droge" beleidsvarianten.

5 32 4 0 . . ,

40 5 5

100 500

, 6 .OOO , .

Page 40: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

De meeste energie vergt de inrichting van stedelijk gebied gevolgd door de bestemming recreatie. De bestemmingen open water en natuurgebied ver- gen geen energie voor de aanleg en inrichting. Ook in de beheersfase is het energieverbruik nihil. Dit laatste geldt ook voor de bestemming boa. De energie-opbrengsten varigren van 0 GJ/ha tot ca. 300 GJ/ha. Hoewel open water volgens de tabel een energie-opbrengst kent van 0 GJ/ ha is hier uiteraard we1 een energie-opbrengst in de vorm van de gevan- gen vis door de mens. De hoeveelheid is echter kleiner dan 0,5 GJlha. De energie-opbrengsten van de bestemmingen landbouw bos en natuurgebied zitten in de geproduceerde biomassa met name in de vorm van voedsel, stro, hout, riet en afvalwarmte. Uit de tabel blijkt dat veeteelt meer energie kost dan het oplevert terwijl dit voor akkerbouw net omgekeerd is. De energie-opbrengsten van de bestemmingen recreatie en stedelijk ge- bled worden veroorzaakt door de benutting van de in het gebied aanwezige energiebronnen zoals windenergie, zonne-energie en aardwarmte. Samengevat is de jaarlijkse energiebalans voor landelijke bestemmingen ovewegend positief terwijl die voor stedelijke bestemmingen overwegend negatief is.

Tabel 6.2.3. Energieverbruik en energie-opbrengst van diverse bestemminJ genin het Markermeer/Markerwaardgebied in GJ per eenheid

Natuur en milieu ---------------- Het is onmogelijk voor natuur en milieu normgetallen te bepalen. We1 kunnen diagrammen (figuren 6.2.1. en 6.2.2.) worden samengesteld waaruit de relatieve score kan worden afgelezen.

Omschrijving

Di jken Gemalenlsluizen Kanalen Wegen Bruggen Oeververbindingen

Open water Landbouw . akkerbouw . veeteelt Bosbouw Natuur Recreatie - waterrecreatie - landrecreatie Stedelijk gebied '

(wonen)

eenheid

km stuk

. km km

'stuk stuk

ha

ha ha ha ha

ha ha ha

Energie- opbrengs t

- - - - - - 0

150 80 150 150

- 160 300

aanleg en inrichting

52.500 40 .OOO

200 6.750 4 .OOO

350.000 ---------------------------------..-------------------------------------

0

40. 40 5 0

1.500 2.500 6 .OOO

Energieverbruik beheer en

exploitatie

- 2 4

135 40

1.750

0

25 100 0 0

7 5 1 .OOO 3 .OOO

Page 41: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

relatieve *ore natuur an milieu

ye (8 tieve Scare Mtuur a n mi\lau

4 0 ctoo

26a 2 0 0 , .

0

9ewieClt Bqueti~rk ,

geb icht terro&ri%k . . miliaucrtter24 , . , . , , .

. . . . . . .

, , , .

. . . . Figuur6.2.1.Verband tussen rela- Figuur 6.2.2. Verband tussen rela-

. , . . , tieve, score natuur en tieve score, natuur , ' . milieu en. gewicht . , en milieu terrestri- . , aquatische milieu- sche' milieucriteria

criteria voor "droge" varian- t en

In de diagrammen is op de vertikale as de relatieve score voor natuur en ,milieu uitgezet, terwijl op de horizontale' as de waardering voor open water en land is uitgezet..Een gewicht van 0,90 voor aquatische milieu criteria in figuur 6.2.1. betekent bijvoorbeeld-dat er een zeer grote waardering bestaat voor het open water. In dit laatste geval zal de re- latieve score voor natuur en mtlieu voor de "natte" varianten ongeveer 700 zijn. Bij een hoge waardering voor land, i.c. een gewicht van 0,90 voor ter- restrische milieucriteria in figuur 6.2.2.. zal de relatieve score voor natuur en milieu hoog zijn.,, . .: ,..,, , .

.'i"y' -&:. .. , . .. Recreatie . . . . --------- . . . - .

Ook voor het beoordelingscriterium recreatie is het niet mogelijk zonder meer normgetallen vast te stellen. ~chter:net als bij het criferium na-- tuur en milieu is het we1 mogelijk-op basis van de uitgebreide.analyses . . van de beleidsvarianten een tweetal diagrammen (f iguren 6.2 - 3 . en 6.2.4.) samen te stellen waaruit kan worden afgeleid met hoeveel mens- jaren dient te worden gerekend,.voor.het aantal overnachtingen, de land- recreatie en de waterrecreatie afhankelijk van het totale oppervlak re- creatiegebied in de.eigen variant, , , . .

. , . . . . . . . . . .. ,

. I , . . .

. . , , .. . .

, . , .

. . ,.

41 . .

Page 42: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Figuur 6.2.3. Verband tussen opp. Piguur 6.2.4. Verband tussen opp. voorlanden en gebruik voorlanden plus re- recreatievoorzienin- creatiegebieden en gen voor "natte" ge- gebruik recreatie- bieden voorzieningen voor

"droge" varianten

Voor de "natte" varianten is het aantal mensjaren gerelateerd aan de op- # . pervlakte voorlanden in de variant; voor de "droge" varianten is het . aantal mensjaren gerelateerd aan de oppervlakte voorlanden en recreatie- gebied samen.

Ruimtelijke ordening .................... Normgetallen zijn hier niet van toepassing. Het is voldoende aan te geven welke oppervlakte met welke bestemming gekozen wordt.

6.3. Aanbevolen vergelijkingsmethode

Allereerst dient te worden bepaald welke bestemmingen landbouw, bosbouw, natuur, recreatie en stedelijk gebied in de eigen variant wordt gewenst. Vervolgens dient het totale effect te worden bepaald van de beoorde- lingscriteria economic, werkgelegenheid, natuur en milieu, energie en recreatie. Hiertoe worden de oppervlaktes vermenigvuldigd met de hier- voor gegeven normgetallen of de effecten worden afgeleid uit de gegeven diagrammen. De bepaalde effecten worden samen met de effecten van de beleidsvarian- ten in een effectenoverzicht geplaatst (zie als voorbeeld tabel 5.3.1.). Vervolgens worden de effecten gestandariseerd door het berekende effect van een beoordelingscriterium te delen door de hoogste score van dit criterium en de uitkomst te vermenigvuldigen met 100.

Page 43: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Ten slotte wordt de gestandsriseerde effectscore verminderd met de ge- standariseerde effectscore van de referentievariant (zie als voorbeeld tabel 5.3.2.). NU is het mogelijk vast te stellen op welke beoordelingscriteria de eigen variant beter scoort, dan we1 slechter scoort vergeleken met de referentievariant.

Page 44: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

7. SAMENVATTING EN EVALUATIE

7 .l. Samenvattin~

In het kader van de afronding van'de besluitvormingsprocedure inzake de ontwikkeling van het ~arker'meer-~arkerwaard~ebied zi jn de voor- en nade- len van het a1 ofniet inpolderen gepresenteerd in de.vorm van een mul-' ticriteria-analyse. Bij de voorbereiding van de regeringsbeslissing is een vijftal varianten geselecteerd. Deze zogenaamde beleidsvarianten zijn aan verschillende analysemethoden onderworpen. Op basis van methodische overwegingen is ook een aantal door de maatschappij aangedragen ontwikkelingsmogelijkheden, de zoge- naamde inspraakvarianten, meegewogen. "

In hoofdstuk 1 is de probleemstelling als volgt geformuleerd: 1. Het vergelijken van een aantal uiteenlopende inrichtingsmogelijkheden

van het Markermeer/Markerwaardgeb,fed met behulp van meerdere be- , . ,

leidsevaluatiemethoden; 2. Het mogelijk maken om via een eenvoudige evaluatiemethodiek een eigen

vootkeursvariant te kunnen ontwikkelen en beoordelen in vergelijking met de overige varianten.

Meerdere evaluatiemethoden zijn onderzocht op hun toepasbaarheid voor dit beleidsprobleem. Uiteindelijk zijn de volgende 4 methoden gehan- teerd: a. Economische Analyse b. Doelstellingen Analysem Belangengroeperingen c. Maatschappeli jke Doelstellingen Analyse d. Paarsgewijze Vergelijkings Analyse In hoofdstuk 2 wordt enerzijds de keuze van de 5 beleidsvarianten toege- licht en. anderzijds een beschrijving gegeven van de bij deze varianten voor ogen staande inrichting. In feite;gaat het om de keuze tussen de alternatieven: - Het Markermeer blijft open Water; - Het Markermeer wordt gedeelteli.jk ingepolderd. Per alternatief zijn de volgende varianten beschreven: - ~eferentievariant (ongewijzigd beleid) - Natuurvariant (Markermeer; prioriteit natuurfuncties) - Recreatievariant (Markermeer; prioriteit recreatieve functies) - Landbouwariant (Markerwaard; prioriteit landbouw) - Multifunctionele inrichtingsvariant (Markerwaard; prioriteit multifunctionele inrichting).

In hoofdstuk 3 worden de aandachtspunten aangegeven die moeten leiden tot' het vaststellen van de relevante beoordelingscriteria. De volgende hoofdcriteria wordenonderscheiden; a) Economie b) Werkgelegenheid c) Natuur en Milieu d) Energie e) Recreatie f) Ruimtelijke Ordening g) Overig

In hoofdstuk 4 worden de vijf beleidsvarianten met elkaar vergeleken uitgaande van de gekozen evaluatiemethoden. Voor zover mogelijk is per methode een rangorde bepaald. Deze rangorde wil overigens niet zeggen dat de ene variant beter is dan de andere, maar dat bij dit criterium of deze doelstelling de ene va-

Page 45: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

riant hoger of lager scoort dan de andere. I

In een zogenaamd effectenoverzicht woiden .alleverzamelde gegevens op een zo overzichtelijk mogelijkewijze gepresenteerd. Tabel 4.2.1. toont een samenvattend gestandariseerd overzicht, terwijl'tevens de rangorde ,..

van de varianten voor de beschouwde criteria is bepaald. In bijlage 8 . 5 . geeft het uitgebreide effectenoverzicht gedetailleerde informatie. Voor de' recreatie-, l a n d b b :en multifunctionele inrichtingsvariant is ' ' - '

een uitgebreide en v o o ~ de natuurvariant een globale KostenIBaten Analyse gemaakt. De baten en kosten verhouden'zich als volgt: Landbouvariant 0,94 (1) --o,9z . (2 )% ' . . . 2 . Recreatievariant . .. . . . . ". :

Multifunctionele variant 0 , 8 5 (3) . .

Natuurvariant Oslo ( 4 ) . , . . .

Voor de landbouwvariant is. bovendien een bedri jf seconomische kostenlba- , . ten Analyse uitgevoerd. Bij een veronderstelde exploitatievorm met . .

bedri jven van 50 ha bedraagt het bedri jfseconomisch rendement ' bi jna ,5% 4 . .

: . . . over een periode van 50 jaar. .Ten slotte zijn budgettaire analyses uitgevoerd, waaruit blijkt dat hoe- we1 de Markermeervarianten tot relatief lage directe uitgaven voor de overheid leiden, deze we1 tot in lengte van jaren blijven bestaan. Voor ,. . '

de Markerwaardvarianten daarentegen geldt dat de uitgaven relatief ge- zien aanzienlijk zijn, maar na verloop van tijd overgaan in eeuwigdu- rende 0pbrengSten.

- ., . Bij de Doelstellingen Analyse Belangengroeperingen is via overzichtsta- bellen getracht inzicht te krijgen in de belangengroeperingen die zich

. . bezig houden met het ~arkermeer c.q. de Markerwaard. Er is niet ge- . streefd naar een rangschikking. . . ,

. Bij de-Maatschappelijke Doelstellingen Analyse zijn de varianten gerang- "schikt op basis van hun maatschappelijke wenselijkheid: . . De analyse is gedaan vanuit een drietal maatschappijvisies, te weten: een sociocratische, een tekhnocratische en een neutrale visie. De ver-. ,

schillende visies resulteren uiteraard in vetschillende rangschikkingen. Zowel bij de technocratiache als de neutrale visie scoort de multifunc- tionele variant her hoogst.' Bij de sociocratische visie 6coort de referentievariant het hoogst.

.. Opvallend is dat zelfs bij 'de sociocratische visies de natuurvariant. niet verder' komt dan de voorlaatste plaats. . . .

Bij de Paarsgewijze Vergelijkings Analyse worden de varianten paarsge- wijs met elkaar vergeleken. Voor ieder variantentweetal is nagegaan.0~ welk criteriui de ene variant hoger scoort dan de. andere. Ook hier is . wederom een gewi~htenbe~aling' opgesteld aan de hand van de drie ver- schillende maatschappijvisies. . . .., Ook is gekeken in hoeverre de scores worden be'invloed door een grote waardering voor open water of voor land bij het criterium natuur en .. milieu. Uit'de analyse blijkt' dat vanuit alle drie visies demultifunc- tionele variant het hoogste scoort. Zelfs vanuit de sociocratische vi- sie, waarin criteria als natuur en milieu, energie en recreatie ZWaar worden gewogen, blijkt een Markerwaard met velerlei bestemmingen het . . hoogst te scoren. '

Page 46: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

In onderstaande samenvattende tabel 7.1.1. zijn nog eens de plaatsings- resultaten via de verschillende analysemethoden weergegeven.

* Zoals in hoofdstuk 4 a1 is aangegeven is voor de referentievariant geen economische analyse uitgevoerd.

Tabel 7.1.1. Rangschikking van beleidsvarianten voor verschillende evaluatiemethoden

In de afgelopen jaren zijn door de maatschappij diverse inrichtingsmoge- lijkheden voor het plangebied aangedragen. In hoofdstuk 5 worden de voornaamste inspraakvarianten beschreven en in een effectenoverzicht ge- plaatst te zamen met de bekende beleidsvarianten. In dit overzicht wor- den van in totaal 11 varianten de effecten weergegeven. In hoofdstuk 6 wordt een richting aangegeven voor het ontwikkelen en beoordelen van een eigen voorkeursvariant. Getracht is per criterium normgetallen vast te stellen door de gegevens van diverse varianten terug te rekenen naar bij voorbeeld de eenheid hectare. Voor de criteria natuur, milieu en recreatie is gewerkt met relatieve scores en nonngetallen die uit diagrammen kunnen worden afgeleid. Ten slotte is aangegeven op welke wijze de effecten in een overzicht ge- plaatst kunnen worden en op een zo eenvoudig mogelijke manier gestandi- seerd kunnen worden. Op deze manier is het mogelijk vast te stellen op welke beoordelingscri- teria de eigen variant hoger dan we1 lager scoort vergeleken met de re- ferentievariant.

Analysemethoden

Economische Analyse . KostenlBaten

Analyse . Bugettaire Analyse

Doelstellingen Analyse Belan- gengroeperingen

Maatschappelijke Doelstellingen Analyse

Paarsgewijze Vergelijkings Analyse

Maatschappij visie

Technocratisch Neutraal Sociocratisch

Technocratisch Neutraal Sociografisch

Markermeeralternatieven Referentie Natuur Recreatie variant variant variant

n.v.t.* 4 2

n.v.t. 1 2

n.v.t. n.v.t. n.v.t.

3 5 4 2 5 3 1 4 3

4 5 3 5 4 3 3 2 4

Markerwaardalternatiever Landbouw Multifunct. variant inr. variant

1 3

3 4

n.v.t. n.v.t.

2 1 4 1 5 2

2 1 2 1 6 1

Page 47: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

7.2. Evaluatie

In de oorspronkelijke opvatting van de Commissie voor de Ontwikkeling van Beleidsanalyse wordt de beleidsanalyse omschreven als het systema- tisch ontwikkelen, analyseren en vergelijken van de beleidsprojecten. Het van te voren vergelijken van beleidsprojecten vormt in deze opvat- '. ting het eindpunt en verachaft'alleen informatie over de mogelijke ef- fecten van de verschillende beleidsprojecten. Door het analyseren van verschillende effecten met behulp van meerdere evaluatiemethoden is in deze nota getracht een betrouwbare rangschikking aan te brengen in de varianten voor de inrichting van het Markermeer/Markerwaardgebied. Zoals verwacht leiden niet alle methoden tot dezelfde rangschikking. Bovendien zullen de uitkomsten wellicht als onbevredigend worden ervaren op het moment dat men merkt dat de eigen favoriete variant niet hoger scoort. Dit probleem loopt door de hele beleidsanalyse heen. Fervente voorstan- ders van een bepaalde variant zijn niet te overtuigen van de voordelen van een andere variant. Wat in deze analyse gebeurd is, is in feite het vergelijken van appels en peren onder de gemeenschappelijker noemer fruit. Als iemand een peer lekker vindt en een appel niet, dan vindt diezelfde persoon zo'n peer ook lekkerder dan 100 appels, ook a1 kan men aantonen dat appels meer vitaminen en voedingsstoffen bevatten. Dus als een bepaalde variant bij wijze van spreken E6n peer biedt en een andere variant geen peren, maar we1 100 appels, dan staat het een ieder vrij om dan toch voor de variant met die ene peer te kiezen. Maar via deze ana- lyse weet men dan tenminste dat je daarmee 100 appels weggooit. De beleidsanalyse is er niet om keuzen te maken, m a r om keuzen helpen te maken. In dat kader is getracht de methode van multicriteria-analyse een stapje verder te brengen. Zo is getracht bij de Doelstellingen Ana- lyse Belangengroeperingen een kwantificering aan te brengen van de voor- en tegenstanders. Ook zijn wegingen gemaakt op basis van verschillende maatschappij visies, zoals die zijn gepresenteerd door de Wetenschappe- lijke Raad voor het Regeringsbeleid. Bovendien zijn naast de beleidsva- rianten ook de belangrijkste inspraakvarianten aan een nadere analyse onderworpen. Ten slotte is er een poging gedaan een methode te ontwikke- len voor het opzetten en wegen van een eigen voorkeursvariant. Wat niet is gedaan, is het doen van een keuze tussen de verschillende varianten. Deze keuze behoort uitdrukkelijk niet tot de beleidsanalyse, maar is voorbehouden aan de politici. Voor de politici is het echte vaak niet voldoende te weten dat er voor- en nadelen zijn en dat er voor- en tegenstanders zijn. Men wil weten waarom en in welke mate belangengroeperingen voor- of tegenstander van een bepaald project zijn. Bedreigt het de broodwinning of brengt 't het weekendplezier in gevaar? Is er sprake van puur eigenbelang of heeft men het algemeen maatschappe- lijke belang voor ogen. In deze studie is getracht deze informatie zo- veel mogelijk te kwantificeren, zodat het een goed hulpmiddel kan zijn bij de uiteindelijke besluitvorming. De waarde van dit evaluatie-onder- zoek ligt voor een groot deel in het toegankelijk maken van de omvang- rijke informatiestroom. Daarom is getracht het te presenteren in een leesbare vorm. Alle aanvullende informatie is ondergebracht in een uit- gebreid bijlagenrapport of te vinden in een verwijzing via de informatie- bronnen. De resultaten hebben natuurlijk niet meer waarde dan de infor- matie die voor het onderzoek beschikbaar was. Soms was die informatie rijkelijk voorhanden en kwantitatief goed onderbouwd (zoals bij de eco- nomiache analyse); soms moest gewerkt worden met vage aanduidingen, die

47

Page 48: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

alleen kwalitatief konden worden omschreven (zoals de te verwachten one- lasting van de watersportgebieden op het oude land bij een specifieke recreatieve inrichting van het plangebied). Uitgangspunt is altijd ge- weest dat de informatie zo uitputtend mogelijk behandeld moet worden. Die uitputtendheid biedt echter geen garantie voor de betrouwbaarheid van de resultaten. Aet voorspellen van effecten die pas over 10, 20 of 30 jaar optreden blijft riskant. Vele interne en externe factoren bepa- len de uiteindelijke gevolgen. Achteraf zal pas echt duidelijk worden of de uiteindelijke keuze voor een bepaalde variant ook de juiste is. Concluderend mag worden gesteld dat de toegepaste methoden als bruikbaar zijn ervaren. Geconstateerd is echter dat in veel gevallen het onderzoek niet is toegespitst op het verkrijgen van bruikbaar kwantitatief mate- riaal ten behoeve van analytisch doeleinden. Uiteraard is er in de laatste jaren onvooratelbaar veel onderzoeksmateriaal beschikbaar geko- men, zoveel dan menigeen "door de bomen het bos niet meer ziet". Net heeft echter ontbroken aan een duidelijk vertalinp, naar de verantwoorde- lijke instanties toe. Een belangrijke conclusie van deze analyse moet dan ook zijn: niet nog meer onderzoekl! Maak goed gebruik van wat reeds is uitgezocht! Ten aanzien van de besluitvorming worden de volgende aanbevelingen ge- daan: beperk in eerste instantie de besluitvorming tot de keuze tussen we1 of niet inpolderen. Zowel bij de "natte" als de "droge" inrichtings- mogelijkheden van het gebied zijn varianten te vinden die hoog scoren. Neem pas in tweede instantie een besluit over de verdere inrichting van het gebied. Als er niet ingepolderd wordt moet er dan een consoliderend beleid worden gevoerd of een initierend beleid gericht op een verster- king van de naiuur of de recreatieve functie. Als er we1 ingepolderd wordt moet er dan een grote of een kleine polder aangelegd worden en moet het land mono- of mulitfunctioneel worden ingericht. Deze nota ten slotte ie opgesteld door medewerkers van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Wellicht had deze materie beter door een on- afhankelijk adviesbureau kunnen worden behandeld, teneinde alle schijn van subjectiviteit te vermijden. Aan de andere kant konden de opstellers de informatie uit de eerste hand te krijgen, zodat in relatief korte tijd deze nota kon worden samenge- steld en daardoor wellicht nog een bescheiden rol kan spelen bij de be- sluitvorming. Dit gegeven heeft voor de opstellers de doorslag gegeven de nota in eigen huis af te ronden. Aan de lezer is het te beoordelen of men er ook daadwerkelijk in is geslaagd deze multicriteria-analyse op een methodisch verantwoorde en "objectieve" wijze af te ronden.

Page 49: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bi jlagen

MULTICRITERIA-ANALYSE MARKERMEER/MARKERWAARD

door W. Boxsem, H. Kuiper en K.E. Nawijn

Page 50: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.1.

HISTORISCH OVERZICHT BESLUITVORMINGSPROCES

Voor het verkrijgen van inhoudelijke informatie over het beleidsprobleem, overde besluitvorming en over de achtergronden en randvoorwaarden die daarmee samenhangen, is een terugblik nodig naar hit proces dat aan her onderzoek vooraf is gegaan. Voor de Markerwaard gaat dit proces heel ver .. : , . . terug: Rond het midden van de negentiende' eguw werden verschillende pl&n'ien ge- pdbliceerd om de Zuiderzee af te sluiten en droog te maken. Een eerste. wetsontwerp in 1877 werd snel ingetrokken' en pas 40 jaar later, in 1918, , kwam de Wet op de afsluitingen gedeeltelijke . . droogmaking van 'de . .

Zuiderzee tot stand.. Dit onder invloed van de overstromingsramp van 1916 en de voedselschaars- te tijdeds de eerste wereldoorlog. In'de jaren twintig zou na inpoldering van de ~ierjn~eimeer enna de aanleg van de afsluitdijk de . grote polder in het ziiiden'van het 'IJsselmeer gedakt worden, in feite bestaande uit het huidige Flevoland en het Markerwaardgebied. Vanwege de grote omvang van deze polder besloot men eerst de Noordoostpolder aan te pakken. Vervolgens,werd de grote zuidelijke.IJsaelmeerpolder opgedeeld in een Flevoland en een Markerwaard, waarbij ihet voornemen werd uitge- sproken dat na de Noordoostpolder' de Markerwaiard aan de orde zou komen. De tweede wereldoorlog heeft na het gereedkomen van de Noordoostpolder de werkzaamheden aan de polders stil gelegd. Pas na de oorlog, dankzij de "Marshall-hulp" konden de werkzaamheden weer op gang komen. Door het tekort aan werkgelegenheid in het noorden en oosten van het land besloot de regering toen niet eerst verder te gaan met de Markerwaard maar met Flevoland. Om praktische redenen werd Flevoland opgedeeld in een Ooste- lijk en Zuidelijk Flevoland, waarbij men direct na Oostelijk Flevoland wilde begihen met de Markerwaard. Onder invloed van de bestedingsbeperking, eind vijftiger jaren, ontstond twijfel of deze volgorde we1 juist was. 4

Binnen hetbeschikbare budget bleek men beter eerst Zuidelijk Flevoland aan te kunnen leggen en daarna de Frkerwaard. Het parlement heeft met deze beslissing grote moeite gehad. Uiteindelijk ging men akkoord onder de toezegging dat de werkzaamheden aan de dijk Enkhuizen-Lelystad we1 doorgang zouden vinden teneinde Noord-Holland uit haar isolement te halen. In de eerstehelft van de jaren zestig besloot he regering deze dijk aan te leggen op een trac6 dat ook kon dienen als noord-oostelijke begrenzing van de Markerwaard. 1n:het midden van de jaren zestig kwamen uit de kringen van de watersport en de natuur- en landschapsbeschermers suggesties om het eiland Marken, dat inmiddels via een dijk verbonden was met het vasteland, niet op teynemen in de nieuwe polder maar Marken te handhaven als een (sch1er)eiland. In 1972 heeft de toenmalige minis- ter van Verkeer en Waterstaat advies gevraagd aan de Raad van Waterstaat over de nota "Beschouwingen over de Markerwaard", waarin de vraag gesteld wordt of het nog steeds wenselijk is de laatste polder in het IJsselmeer aan te leggen. De Raad van de Waterstaat heeft deze nota onderworpen aan een uitgebreide inspraakprocedure. Naar aanleiding van de vele vragen gedurende dit proces verscheen in 1975 een nadere studie "Verkenningen ~arkerwaard". Ook dit rapport werd betrokken bij

. het advies van de Raad van de Waterstaat, evenals trouwens het plan',, Waterlely van de Vereniging tot Behoud van het IJsselmeer en vele andere aanvullende rapporten.

Page 51: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

. . Bijlage 8.1. blad 2

In 1976 komt de meerderheid van de Zuiderzeecommissie van de Raad van de Waterstaat tot de conclusie dat het niet juist zou zijn de Markerwaard niet in te polderen. De Raad van de Waterstaat heeft tenslotte unaniem geadviseerd tot de aanleg van een Markerwaardpolder van ca. 41.000 hectare, overeenkomstig de zogenaamde Verkenningenvariant. Dit advies is overgenomen door de regering die in 1980 haar beleidsvoornemen tot aanleg van de Markerwaard aan de Tweede Kamer kenbaar maakte door het publiceren van het rapport "De ontwikkeling van het Markerwaardgebied" deel a: beleidsvoornemen. Tevens gaf de regering aan dat deze nota de procedure van de planolo- gische kernbeslissing zou doorlopen. In deel b zijn vervolgens de resultaten van de inspraakprocedure neer- gelegd, terwijl in deel c het advies van de Raad voor de Ruimetlijke ,

Ordening is weergegeven. Een meerderheid van deze raad adviseert even- eens over te gaan tot aanleg van de Markerwaard. In deel d tenslotte zal de uiteindelijke regeringsbeslissing worden neergelegd.

Page 52: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

SCHEMA MOGELIJKHEDEN EN BEPERKINGEN VAN FVALUATIEYETHODEN

Methoden

Kosten-Baten Bna lyse

Doelstellingen Binalyse Belangengroepering- en

Maatschappelijke Doelstellingen-- Analyse

~aarsgewijze fer- gelijkings Analyse

Berekeningen (aardlomvang)

Minimaal Minimaal infor- Gewichten aantal matieniveau van alterna- de criteria t ieven

1 kardinaal niet expli- (Waarde in geld) ciet

2 Categorischl geen ordinaal

I 5 2 ordinaal kar- di- naal

3 2 4 ordinaal kar- : di- naall ordi-

. . . . . naal

Voor opstellen van Na opstellen van Computer- Uitkomst de projecteffecten- de projecteffecten gebruik matrix c.q. kosten- matrix c.q. kosten- batenbalans batenbalans

omvangrijk eenvoudig onnodig kengetal

vrij eenvoudig eenvoudig onnodig overzichts- tabel uitge- .

. .. splitst naar groepen

vrij eenvoudig eenvoudig onnodig Overzichtstabel (uitgesplitst naar groepen) c.q rangorde

eenvoudig omvangr i j k gewens t/ noodzake- eliminatie of lijk rangorde

. . . . . . . . . . . . . .

I

Page 53: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

RUIMTELIJKE CONSEQUENTIES VAN DE VERSCHILLENDE MARKERMEERIMARKERWAARDVARIANTEN OP HET

LOKALE, SUB-REGIONALE, REGIONALE EN NATIONALE BODEMGEBRUIK

Page 54: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Oppervlakten mrLemerlhrkervaardvarianten i n vergelijking met lokale. s?b-regiolurle. regionale en nationale opperrlakten, i n hectares (vlga. c.8.S. s i t u n t i e 1981)

Bestemming I I M a r k e m e r a l t e r ~ a t i ( ~ v e n I hrkcrvaarda

Cat. N1ve.u Oppervlskte Referentie Natuur Recreatie Landbouv variant var iant variallt variant 1 / Iaba. X I _ . X I a b s . X I a b 8 . I

Water 1 i.*i&,&l 1 244-539 1 9

Nationaal 663.032 9 I 9 9 3

Totaal

Bijlsge 8.3. bled 2

Lokall Sub-regio ~ ~ g i o n a a l Nationaal

Land

variant D- I abs. X I

132.381 293.753 841.780

4.052.926

Lohi l l Sub-reglo ~ e g i o n a a l Natiomal

8ron: Centrasl Bureau S ta t i a t i ek . Afdeling B o d m ~ t a t i s t i e k . 1983 55

63.500 48 . 22 8 2

60.411 203.982 597 2 4 1

3.389.894

63.500 48 22 8 2

660 1 0.3 0.1 0.0

63.500 48 22 8 2

660 1 0.3 0.1 0.0

63.500 48 22 8 2

1.610 3 0.8 0.3 0.1

41.760 69 20

7 I

Page 55: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.3. blad 3

Page 56: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-
Page 57: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.3. blad 4

Noot 1: De oppervlaktegegevens zijn gebaseerd op de gegevens die m.b.v. de bodemstatistiek 1981 van het C.B.S. verzameld zijn. Hieronder volgt een verantwoording van de indeling naar bestem- ming, met vermelding van de samengevoegde categoriezn.

BESTEMMING CATEGORIE BESTEMMING

Spaarbekkens IJsselmeer . . Waddenzee

WATER Eems, Dollard Ooster- en Wester2 ,

schelde water breder dan' 6 meter .Overig water , . .

NEDER- ' Glastuinbouw ZETTINGEN

LANDBOW Overig agrarisch gebruik

BOS Bos

Droog natuurlijk NATUUR(dr0og) terrein

Nat natuurlijk NATUUT(nat) terrein

CATEGORIE

Industrie- en . . .

haventerrein , ~. . .. .

, sot.-cul. voorz. Ov. openbare voorz. Handel Dienstverlenende sector Woongebied . ' Wonen-werken ge- mengd Bouwterrein voor ind.- en haventerrein Bouwterrein voor overige bestemrningen Begraafplaatsen S~ortterreinen Volkstuinen

~ Parken en plantsoenen

Verbli jfsrecreatie Spoor-;tram-, metro- Dagrecreatieve wegen . :"'

RECREATIE objecten en terrei- INFRA- Verharde wegen nen STRUCTUUR Onverharde en half- Bos met recreatie- verharde wegen ve hoofdfunctie Vliegen

Delfstofwinning

OVERIG Stortplaatsen Wrakkenops lag Overige gronden

WATER Totaal excl. bestemming WATER

Page 58: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bi jlage 8.3. blad 5

Noot 2: Hieronder volgt een verantwoording van de gehanteerde niveaus. Voor het grootste deel worden de niveaus gevormd door samenvoe- gingen van gegevens betreffende het bodemgebruik dat per gemeente verzameld is.

NIVEAU GEB~ED NIVEAU GEBIED

Enkhuizen Stede Broec Venhuizen Hoorn Wester-Koggenland Zeevang Edam-Volendam Katwoude Monnickendam Broek in Waterland, Almere Lelystad Plangebied

Wijde-Wormer Ilpendam Oostzaan Landsneer Dronten

SUB- Urk REGIONAAL Noordoostpolder

Zeewolde

+ LOKAAL

NOORD-HOLLAND

Andi jk excl. Texel en Noord- Drechterland zee Medemblik REGIONAAL incl. IJsselmeerge- Noorderkoggenmland bied, W.O. polders Wervershoof en plangebied Wognum

SUB- Opmeer RGGIONAAL Obdam

Beemster Graft- De Ri jp NEDERLAND Purmerend NATIONAAL excl. Noordzee

Definitie: (zie ook figuur 2)

Lokaal - plangebied + aangranzende gemeenten, Sub-regionaal - lokaal + resterende deel van de streek-plangebieden West

Friesland en Waterland, en de N.O.P., Oostelijk- en Zuidelijk Flevoland

Regionaal - Lokaal + sub-regio + overig Noord-Holland (excl. Texel) en her resterende deel van het IJsselmeergebied, van kust tot kust

Na t ionaal - het gehele Nederlandse gtondgebied, excl. de Noordzee

Page 59: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-
Page 60: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

SCIIEMATISCH OVERZICET NATUUR EN MILIEU CRITERIA

Milieu

1- Aquatisch milieu

I

ysische Chemi-

aspecten

a opper- a chloride a water'* water- o granu-- o calcium • hoge- • land- vlakte * stikstof plan- vogels laire re vogels diepte ten samen- o stikstof planten

a fosfaat vissen stelling zoog- a algen o fosfaat dieren

o bodem- a zware me- a zoo- o hydrolo- a mycro- samenst. talen plankton gie o kalium flora a insek-

o hydrol. - ten regiem organ. bodem- o opper- zware

micro fauna vlakte metalen a amfi- veront- bi'iin/ reiningen o hoogte reptielen

I

1 Biotische 1 milieu compo- milieu compo- Inenten [ Inenre: I

a geluid lood o stuifmeel - a aero- anorgaan o sporen solen -gassen

. . 0 micro- organismen

' o klimaat

a organ. verbin- dingen -

Toelichting: o genoemde criteria zijn beschreven (van weinig invloed) a genoemde criteria zijn bij Paarsgewijze Vergelijkings Analyse gewogen meegekomen

Page 61: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.5.

UITGEBREID EFFECTENOVERZICHT

In de tabellen 1 t/m 6 zijn gedetailleerd de effecten weergegeven van de volgende criteria: - economie - werkgelegenheid - natuur- en milieu - energie - recreatie - ruimtelijke ordening De effecten zijn vervolgens in tabel 7 overzichtelijk samengevat. Voor de bepaling van de indices voor het criterium Natuur en Milieu is een paarsgewijze vergelijkings analyse (concordinatie analyse) uitgevoerd waarbij een gelijke waardering is verondersteld voor het open water en het land. In bijlage 8.6.5. PAARSGEWIJZE VERGELIJKINGS ANALYSE zal hier nog gedetailleerd op worden ingegaan.

Het effectenoverzicht uit t-abel 7 is gestandariseerd met de volgende formule

waarbij Eij = de gestandariseerde evaluatie score voor criterium i en variant j \

Sij = de ongestandariseerde evaluatie score voor criterium i en variant j

max S = hoogste score van een variant voor een gegeven criterium j

i 1

Vervolgens is het verschil bepaald ten opzichte van de referentievari- ant. Hiertoe is de berekende gestandariseerde effectscore van een gegeven variant verminderd met de gestanda~iseerde effectscore van de referentievariant.

Het nu ontstane gestandariseerde effectenoverzicht (tabel 8) vormt het uitgangspunt voor de analyses die zijn beschreven in hoofdstuk 4 en die gedetailleerd worden toegelicht in bijlage 8.6. RESULTATEN UITGE- VOERDE ANALYSES.

Ter toelichting op de tabellen 1 t/m 6:;,,,,, . :; . . o..criterium is slechts als PM post opgezoerd en wordt alleen m a r be- s'chreven omdat het effect voor alle varianten gelijk is

* Richting: f hoe hoger, hoe beter - hoe lager, hoe beter.

Page 62: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.5. blad 2 . Tabel 1. EFFECTEN OVERZICHT MARKERMEERIMARKERWAARDGEBIED VOOR CRITERIUM ECONOMIE

Markermeeralternatieven Markerwaardalternatieven

Criteria * referentie- natuur- 'recreatie- landbouw- MF inrich- eenheid variant variant 'variant variant tings-

variant

1. KoSTEN ' 1 . .

aanleg + be'heer - " 100 100 100 717 832 mln.gld. van dijken en infrastructuur geohydrologi- - 121 121 sche gevolgen ontginning + - 5 1 3 9 drainage - tijdelijke ,

landbouwkundige .exploitatie - ;' 65 82. ailobedrijven 146 90 ' I.

. . blijvende lan- - , c

bouwkundige exploitatie - 966 645 natuurterreinen - 10 11 3 recreatie - 350 6 294 - o bosaanleg . PM - o woongebieden PM PM -

. Totaal kosten - 100 110 461 2.072 2.106 , . . .

2. OPBRENGSTEN ' )

tijdelijke landbouwkundige . .

+ exploitatie 143 183 rnln.gld. . , . . . blijvende land-

bouwkundige + exploitatie . , . . ; 1.638 1.065

besparingen op 2 6 grondstof woon- + gebieden besparingen op 66 grondkosten .+ voor bosaanleg besparingen op 47. 47 . . I,.

dijkaanleg + structuurver- betering landbouw + 26 13 recreatie + 332 335 visseri j + 5 5 5 -4 -4

o bosbouw + PM o wonen + PM PM

Totaalkosten + .5 5 337 1.852 1.711

') De kosten en opbrengsten zijn met 10% rente over .een periode van 50 jaar verdisconteerd naar her jaar. 0

. . 6 3

Page 63: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bi jlage 8.5- blad 1 ---- -

Tabel 2. EFFECTEN OVERZICHT MARKER~ER/MARKERWAARDGEBPD VOOR CRITERIUM WERKGELEGENHEID

. . . - Markermeeralternatieven Markerwaardalternatieven

Criteria * referentie- natuur- recreatie- landbouw- MF inrich- eenheid variant variant variant variant tings-

variant

1. AANLEG EN INRICHTING .

poldermaken + 11.188 13.826 manjaren tijdelijke land- bouwkundige exploitatie + 1 .I61 1.748 bouwkundige + 3.620 2.936 werken bosbouw en + 100 70 428 natuurterreinen recreatie + 1.500 -500 6 .I10 1.500 5.513 blijvende werk- + 1.000 1.000 1 .OOO 4.226 5.932 gelegenheid directe werk- + 2.500 600 7.180 21.695 30.383 .* , gelegenheid indirecte werk- + 500 +945 2.600 10.182 13.598 gelegenheid

Totaal in aan- + 3.000 1.545 9.780 31.777 43.981 leg en inrich- tingsfase

2. BEHEERi-EXPLOI- TATIEFASE

beheer polder 110 119 manjaren1

landbouw + jaar

1.530 1 .I64 bosbouw en natuurterreinen + 20 10 53

+ 100 -100 805 100 805 recreatie ,. + PM PM PM ..., o industrie en . i.

bouwni jverheid dienstensector + 100 100 100 100 100

directe werk- + 200 20 915 1.840 2.241 ' " gelegenheid indirecte werk- + 100 5 5 27 5 523 680 gelegenheid

Totaal in be- + 300 75 1 .I90 2.363 2.921 heer en exploi- tatiefase

Page 64: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Tabel 3. EPWCTEN OVERZICHT HAP.KERMEERIPURReRWM@DGEBIED VOOR CRITERIUM NATWR EN MILIEU

,. llarkcneeralternatieven llarkewaerdalternatie~en B~jlage 8.5.

blad 4 Criteria referelltie- natuur- recreatir landhour multifune- eenheid

varient variant variant variant tiooele * inrichtinga-

variant .. 1. Aquatisch milieu 1.1. Abiotisehe c o c

ponenten o Oppervlakte openwater t 62840 62840 61895 21740 21540 ha o Bydrologisch regiem PM PH Pn PM PM o Bodemsamenstelling PH PM PN PM PM o Diepte - 3.50 3,50 3.50 3.00 3,OO m Chloride - 220 - 220 220 169 169 grlm3

Totaal fosfaat' - 0.08 0.08 0;0a 0.10 0,10, grim3 Totaal stiketof - 2.0 2 $0 2.0 2.3 2.3 grid Zware metalen in . - 32 32 33 72 73 mglkg . . ~ediment . , . organ. micro ver- - 262 262 ,262 770 776 g/he/J ontreinigingen

1.2. Biotisehe compo oeotem

Waterplantem kastrone t 156 149 178 190 199 km Algen - 0 0 0 t t dichtheid Waterwgels t 387 437 ' 375 291 291 score Vissen (bionassa) t 18850 18850 ' ,18850 6525 6525. ton Zotiplankton t hoog hoog , hoog , laag laag Bodemfa- - + ' hoog hoog hoog laag laag Hserofeuoe t 100 100 100 80 80. rel.acore'

2. Terrestriseh milieu 2.1. Abiotiaehe c w

ponenten o Oppervlakte . . t . 660 660 1610 41760 41960 ha o Boogte PH PM o Granulaire samenst. PM ' PM ' Zvare metalen - 285 285 ' 285 836 ,999, srlhalj

0 Calcium - PH PM o Stlkst~f PM PI4 0 Posfaat . . PM PM o Kaliun PM PU

2.2. Biotische comp* nenten . ,

Bogere plaoten t 410 410 1010 6860 24760 , ha

Mpco flora t 0 100 ' 100 200 200 aant.eoorten

Landvogels t 369 369 ' 369 407 567 ' score

Iosekten t 0 0 0 t ++ voorkomeo 0 0 t * AmfibiYoIreptielen + 0 0 0 t +t Zoogdieren t 0

3. Atmosferiseh milieu -_ . ..: . .... - .- ... 3.1. Abiotieehe =om-

poneaten Geluid - Agroeolen - Klimaat ~norg. gaesen - organ.verbiodingen - Load -

1 X hinder 1.5 tkglhalj PM 113 kslhalj lo ' khlhalj 68 glhalj

3.2. Biotische eompo- "ellten

o Sporen PM PM PM PM PM ,.

o Stuifmeel PM PM PM PM pH o Mierc-organismen PM .PH , . PM , PM PM

Page 65: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Tabel 4. EFFECTENOVERZICHT MARKERMEER/WAARDGEBIED VOOR CRITERIUM ENERGIE . ." .

Markermeeralternatieven Markerwaardalternatieven

Criteria referentie- natuur- recreatie- landbour MF inrich- eenheid * variant variant variant variant tings-

variant

1. Verbruik aanleg - en inrichtingen Infrastructuur - + 7.175 + 9.040 Landbouw - Bossen en natuurterr. Recreatieaebied - ~oon~ebieden - 2875 b-751-1

Totaal - 425 200 4 .OOO 13.230 19.350

2. Jaarlijks verbruik in exploitatiefase Infrastructuur - 4 0 110 TJ/ iaar

" Visseri j - 30 30 30 10 10 Landbouw - 1 .I70 1.400 Bossen + natuurterr. - 0 0 Recreatie - 30 10 725 30 740 Wonen - 1.320 2.150 Totaalverbruik - -0 755 2.570 4.410

3. Jaarlijkse opbrengst

Biomassa voedseldeel + 10 10 10 5.420 3 .OlO TJ/ jaar Biomnassa energiedeel + 1.100 1.090 Windenergie + 1.800 5.760 5.760 Aardwarmte + 180 450 900

- (excl. biomassa

4. Jaarlijkse energie balans Opbrengst-verbruik + - 6- - 40 + 1.565 + 8.140 + 8.880 TJtjaar

1) TJ = Tera joules = 1012 Joules . .

Page 66: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-
Page 67: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Tabel- 6. EFFECTENOVERZICHT MARKERMEERIWAARDGEBIED VOOR CRITERIUM RUIMTELIJKE ORDENING

Markermeeralternatieven Markerwaardalternatieven

Criteria referentie- natuur- recreatie- landbouw- MF inrich- eenheid : * variant variant variant variant tings-

variant

1. Oppervlakte buitendijks Open water + 62.840 62.840 61.890 21.740 21.540 Voorlanden + 410 410 1.010 410 560 Infrastructuur - 250 250 600 350 400

Totaal 63.500 63.500 63.500 22.500 22.500

2. Oppervlakte binnendijks Landbou-akkerbouw +

-veeteelt + 4.500 10.000 -bloembollen + 1.500 1.500

Bossen + 7 .OOO Natuurterrein-droog + 2 .OOO

-nat + 2 .OOO Recreatiegebied + 1 .OOO Woongebied + 250 800

Infrastructuur - 1.950 2.200

Totaal 41 .OOO 41 .OOO

3. Inwoners . Aantal 10.000 30 .OOO stuks . Aantal (in manjaren) + 9.172 28.597 mensjaren

4. Oppervlakte in X op nationaal niveau . Water + 9 9 9 3 3 Z . Land + 0.1 1 1 Landbouw + 2 1 Bos + Natuurterr. droog + 091 0 ~ 1 091 091

na t + Recreatiegebieden + 095 095 095 0,5 Woongebieden +

- 031 Infrastructuur 0,2 092 . 0,5 2 Overige +

- 1

Page 68: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Tabel-7. EFFECTENOVERZICHT MARKERMEERIWAARDGEBIED VOOR 6 HOOFDCRITERIA (SAMENVATTING) - . r' 5-

I 6. Ruimtel'ijke ordening Opp. open water I 9 9 9 I 3 3 I. / X, I

I Criteria

1. Economie Kosten Opbrengsten

2. Werkgelegenheid Aanleg + inrichtingsfase Beheer + expl. fase

3. Natuur en milieu - neutrale milieuvisie

4. Energie Verbruik in aanleg + inrichtingsfase

- Jaarlijkse energiebalans

5. Recreatie

I

Markemeeralternatieven

referentie- natuur- recreatie- variant variant variant

100 110 461' 5 5 337

3 .OOO 1.545 9.780 300 7 5 1.190

+ 0,OS + 0,40 - 0,25

425' 200 4.000 - 60 - 40 I+ 1.565

Voorzieningengebruik

eenheid

mln gld mln gld

mens j . mensj./jaax

index

TJ TJ/ jaar

I

Markerwaardalternatieven

. .

landbouw- MF inrich- variant tings-

, variant

2.072 2.106 1.852 1.711

31.777 43.981 2.363 2.921

- 0.40 + 0,30

13.230. 19.350 :

+ 8.140 '+ 8.880 ~.

I I I 1.756 1.017 3.225

i

- +

+ +

+

- -

+

1.680 3.232 I + I mens jaren

0pp. land 0. 0 0,1 I 1. 1 + %

Page 69: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Tabel 8. GESTANDARISEERD EFFECTENOVERZICHT MARKERMEER~WAARDGEBIED VOOR 6 HOOFDCRITERIA (SAMENVATTING)

Criteria

1. Econornie Kosten Opbrengsten

2. Werkgelegenheid Aanleg + inrichtingsfase Beheer + expl. fase

3. Natuur en milieu neutrale milieuvisie

4. Energie Verbruik in aanleg + iarichtingsfase Jaarlijkse energiebalans

5. Recreatie Voorzieningengebruik

6. Ruimtelijke ordening Opp. open water Opp. land .

landbouw- variant

16 1 .OOO

723 809

0

316 917

520

333 1 .OOO

Markerwaardalternatieven

MF inrich- tings- variant

0 924

1 .OOO 1 .OOO

875

0 1 .OOO

1 .OOO

333 1 .OOO

recreatie- variant

781 182

222 407

188

793 175

998

1 .OOO 100

Markermeeralternatieven

eenheid

*

- mln gld + mln gld

+ mens j . + mens j . / jaar

75) + index

- TJ + TJ/ jaar

+ mensjaren

+ % + %

referentie- variant

953 3

68 103

563

978 0

543

1 .OOO 0

natuur- variant

948 3

35 26

1 .OOO

1 .OOO 2

315

1 .OOO 0

Page 70: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Tabel 9. GESTANDARISEERD EFFECTENOVERZICHT MARKERMEERIMARKERWAARDVARIANTEN (SAMENVATTING) (INCL. RANGORDE BEPALING)

tloofdcriterium

Economie

Werkgelegenheid

Natuur en milieu

Energie

Recreatie

Ruimtelijk

Subcriterium

Kosten Opbrengsten

Aanleg en inrichting Beheer en exploitatie

Neutrale milieuvisie

Aanleg en inricbting Beheer en exploitatie

Gebruik voorzieningen

Opp. open water Opp. land

~arkermeeralternatieven ' 1 ~arkerwaardalternatieven referentie- natuur- recreatiL- landbouw- MF inrich- variant variant variant

0 .(I) - 5 (2) - 172 (3) 0 (4/5) 0 (415) ,179 (3)

0 (4) - 33 (5) 154 (3) 0 (4) - 77 (5) ,304 (3)

0 (3) 437 (1) - 375 (4)

0 (2) - 22 (1) - 185 (3) 0 (5) 2 (4) . 175 (3)

0 (3) - 228 (5) 455 (2)

variant ' tings- variant

- 937 (4) - 953 (5) 997 (1) 921. (2)

655 (2) 932 (1) 706 (2) 897 (1)

- 563 (5) 312 (2)

- 662 (4) - 978 (5) 917 (2) 1 .OOO '(1)

-. 23 ( 4 ) ; 457 (1) . .

0 (1/3) 0 (1/3) 0 (1/3 - 667(4/5 - 667(415) 0 (4/5) 0 (415) 100.-(3)l 1.000(1/2) 1;OOO (112)

Page 71: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.

RESULTATEN VAN UITGEVOERDE ANALYSES

In de hierna volgende bijlagen zijn resultaten vermeld van en wordt een toelichting gegeven op de uitgevoerde analyses, te weten: - de economische anallyse m.n. de kostenlbaten analyse en de bedrijfs- economische analyse

- de budgettaire analyse - de doelstellingen analyse van belangen groeperingen (de planning balance cheet methode)

- de maatschappelijke doelstellingen analyse (goal achievement matrix- methode)

- de paarsgewijze vergelijkingsanalyse (de concordantie-analyse)

Page 72: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.1.

ECONOMISCHE ANALYSE

Van de volgende varianten zijn k~stenlbatenanal~ses uitgevoerd: - recreatievariant - landbouwvariant - multifunctionele inrichtingsvariant. In principe zou voor een totaal overzicht ook voor de natuurvariant een kostenlbatenanalyse moeten zijn uitgevoerd. Maar gezien de relatief ge- ringe investeringen en kosten enerzijds en de moeilijk te kwantificeren baten op het gebied van het milieu anderzijds is hiervan afgezien.

, . Voor de landbouwvariant en de mulitifunctionele inrichtingsvariant is bovendien de analyse nog uitgevoerd voor drie exploitatievormen van de landbouwgrond te weten: - staatsexploitatie - pacht - verkoop. De uitkomsten van de aldus uitgevoerde analyses zijn weergegeven in ta- be1 1. De resultaten zijn zowel in de vorm van een batenlkosten-ver- houding (B/K) bij een discontovoet van 10% als in de vorm van de bepaal- de interne rentevoet (IRV) weergegeven. Dit is die rentevoet waarbij de baten/kostenverhouding gelijk aan 1 is.

Tabel 1. Resultaten kosten/batenanalyse

Indien i.v.m. een gewijzigd bosbeleid de bestemming bos door landbouw wordt vervangen, dan komt de baten/kostenverhouding ca. 0,02 en de IRV ca. 0,50% hoger te liggen. Indien er 7000 ha bos, maar dan niet vervangend voor bos op het oude land, zal worden aangelegd, daalt de batenlkostenverhouding met 0,04 en de IRV met ca. O,6O%.

Uit deze resultaten blijkt dat voor geen van de varianten bij een dis- contovoet van 10% de baten/kostenverhouding boven de'l komt, maar va- rieert tussen 0,85 en 0,95. De berekende interne rentevoeten varixren daardoor tussen ca. 7% en 9%. Hierbij is zowel de batenlkostenverhouding als de interne rentevoet het hoogst voor de landbouwariant.

-

Met betrekking tot de analyse van de Markerwaardvarianten is een gevoe- ligheidsanalyse uitgevoerd met 10% hogere en lagere landbouwprijzen i.v.m. de moeilijk voorspelbare ontwikkelingen hierin vooral op war

Exploitatievorm

~taatsex~loitatie . Pacht Verkoop

Markermeer alternatieven Recreatievariant

BIK IRV

. .

0,92 7.58%

Markerwaard alternatieven Landbouwar.

B/K IRV

0,94 8,8 % 0,94 8,8 % 0,92 8,53%

Multifunctionele Inrichtingsvar. .

B / K ' , "IRV

0,8511 7,26%') 0,85') 7,26%11 0,84') 7,12%l)

Page 73: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.1. blad 2

, .

langere termijn. Het effect hiervan op de berekende interne rentevoet is plus of min 1,5% B 2% afhankelijk van het feit of het resp. de inrichtingsvariant of de landbouwariant betreft. De baten-kostenverhouding wordt hierdoor met plus of min ca. 0 , l beinvloed . Inzicht in het totaal van kosten en 6aten op basis van ongedisconteerde bedragen over een periode van 50 jaar geeft tabel 2 .

Page 74: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.1: blad 3

Tabel 2. Totale kosten en baten over 50 jaar ongedisconteerd in milj. gld.

Jaar - 1

Page 75: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.1. blad 4

Uit tabel 2. blijkt dat over de beachouwde periode het totale maatschap- pelijke effect in geld uitgedrukt van de Markerwaardvarianten van ca. 4 ,keer zo grote omvang is dan van de recreatievariant. Hoe dit effect verloopt in de tijd is weergegeven in figuur l., waarin voor de inrichtingsvariant en de recreatievariant (relle) kosten en ba- ten zijn weergegeven. Hieruit blijkt dat het maatschappelijk effect qua kosten en baten relatief geringer is over de eerste 15 3 20 jaar dan in de daarop volgende periode. Na ca. 20 jaar is dit effect bovendien vrij- we1 constant.

Hoe de baten-kostenverhouding is samengesteld uit de diverse (gediscon- teerde) maatschappelijke kosten en baten is voor de inrichtingsvariant ten slotte weergegeven in bijlage 8.6.1.1.

inrichtingsvariant . ,. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - I

A recreatievariant . A.- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Figuur 1. Relle kosten en baten van de inrichtingsvariant en de recreatievariant

Page 76: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6 .l. blad 5

In de analyse tot nu toe zijn de kosten voor de produktiefactor arbeid volledig meegerekend. Gezien de huidige en verwachte werkloosheid kan hier een kanttekening bij worden geplaatst. Een belangrijk uitgangspunt bij kosten-baten analyse is het begrip al- ternatieve opbrengsten. Dat houdt in dat nagegaan wordt welke opbreng- sten er verloren gaan door het gebruik van produktiefactoren in een be- paalde richting. Wanneer arbeid wordt gebruikt voor de aanleg van de Markerwaard zal deze arbeid niet kunnen worden gebruikt voor andere projecten. De tot nu toe gevolgde gedachte is dat arbeid die voor de Markerwaard gebruikt wordt ook alternatief ingezet kan worden en daarom de kosten voor 100% dienen te worden berekend.

Gezien de huidige werkloosheid tan ook een andere benadering worden ge- geven. Deze benadering gaat er van uit dat wanneer de Markerwaard niet zou worden aangelegd, er geen produktie plaats zou vinden en daarom ook geen werkgelegenheid gecregerd zou worden. De omvang van de gecregerde ;::::z:ea tsen is met behulp van twee Macro-economische modellen door- De reden voor het gebruik van deze modellen is dat de investeringen in de Markerwaard een effect hebben dat voelbaar is in de gehele economie. De effecten zijn doorgerekend voor de investeringsperiode van de land- bouwvariant. Voor modellen is deze periode - 15 jaar - erg lang. De resultaten zijn dat de werkloosheid met ruim 80% van de gecregerde werkgelegenheid afneemt. Anders gezegd wanneer er 100 nieuwe arbeids- plaatsen geschapen worden, neemt de werkloosheid met ruim 80 personen af . Voor de kosten-batenanalyse is naast her percentage nieuw gecreserde arbeidsplaatsen ook van belang hoe niet-produktieve tijd (vrije tijd) gewaardeerd wordt. In strikt economische zin kan worden gesteld dat werklozen niets produceren en derhalve de schaduwkosten nihil zijn. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de waarde van de vrije tijd (de disutility van de arbeid). De reden hiervoor is dat deze waarde bij hoge en langdurige werkloosheid waarschijnlijk zeer gering is. Fundamenteel onderzoek hiernaar is echter nog niet verricht. Bij bovengenoemd percen- tage nieuw gecregerde arbeidsplaatsen (80% van de gecreserde werkgele- genheid) en een schaduwprijs van 0 zal de batenlkostenverhouding ca. 1,05 en de interne rentevoet ca. 11,1% bedragen.

2. Bedrijfseconomische kosten-batenanalyse

Voor de landbouwvariant is derhalve de reeds genoemde kosten-batenanaly- se ook een bedrijfseconomische kosten-batenanalyse uitgevoerd. De grond- eigenaar is tevens exploitant van de landbouwgrond met bedrijven van 50 ha. De resultaten van deze bedrijfseconomische analyse zijn weergegeven in tabel 3. en figuur 3 .

zie de studies - Stichting Het Nederlands Economisch Instituut: een verkenning van de macro-economische effecten van het aanleggen van de Markerwaard. - Het Centraal Planbureau: Macro-economische effecten van de aanleg van het Markerwaardgebied.

Page 77: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.1. blad 6

Tabel 3. Resultaten van de bedrijfseconomische kosten-batenanalyse van de landbouwvariant

10% gedisconteerd mil j. gld.l B/K lo%! IRV I I I

Figuur 3. Regle bedrijfseconomische kosten en baten voor de land- bouwvariant

Kosten

1.972 +

Baten

1.499 0,76 4,78%

Page 78: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.1.

blad 7

Uit deze resultaten blijkt hat bij de veronderselde exploitatievorm het bedrijfseconomisch rendement van de grondexploitatie doorade staat, 4,5 1 5 % bedraagt over een periode van 50 jaar. Voor deze periode mag voor de grond bovendien worden verondersteld, dat deze waardevast is.

Page 79: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.1.1.

Gedisconteerde bedragen van de kosten en baten van de inrichtingsvariant over een looptijd van 50 jaar bij een discontovoet van 10% en interne . rentevoet van 7,26%.

( x f 1 miljoen) -

Discontovoet 10% Interne rentevoet 7,26% Kosten - Investeringskosten aanleg 684,753 801,042 Compenserende maatregelen geohydrologische gevolgen 121,138 155,596 Beheer en onderhoud polder 47,639 79,579 Ontginning en drainage 39,361 53,618 Bouwkosten, silobedrijf en bedrijfsgebouwen 89,746 136,145 E~~loitatiekosten: - tijdelijke landbouwkundige exploitatie 82,209 115,797 - blijvende exploitatie: akkerbouw 143,105 275,321

weidebouw 175,775 347,483 bloembollen 325,698 619,842

Kosten aanleg en beheer natuurgebied 2,742 4,954 Kosten aanleg en beheer recreatiegebied 11,188 20,541 Kosten aanleg jachthavens 14,388 17,548 Kosten aanleg accommodaties recreatie 33,840 53,066 Kosten aanleg aanlegplaatsen 1,788 2,180 Kosten beheer buitendijksgebied 11,304 16,657 Kosten aanleg visplaatsen 0,309 0,484 Bestedingen recreanten 221,060 407,074

2006,043 3106,927

Baten - Tijdelijke landbouwexploitatie: direct

indirect Blijvende exploitatie - akkerbouw: direct

indirect - weidebouw: direct

indirect - bloembollen Visseri j - Structuurverbetering op het oude land Besparing versterken dijken Besparing gronden kernen Besparing gronden bossen Recreatie gebied 1000 ha: direct

indirect Bestedingen recranten: direct

indirect

Page 80: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.2.

BUDGETTAIRE ,ANALYSE

voor alle varianten zijn budgettaire analyses uigevoerd. Een samenvattend beeld van de resultaten geeft tabel I., waarin de budgettaire geldstroom voor de overheid, als saldo van uitgaven plus ontvangsten in miljoenen guldens is weergegeven voor een periode van 20 jaar. Na deze periode is het budgettaire effect namelijk vrijwel constant. Een conclusie op basis van deze gegevens is, dat hoewel de Markermeer-varianten relatief tot la- ge uitgaven leiden voor de overheid, deze we1 tot in lengte van dagen blijven bestaan. Voor de Markerwaard-varianten daarentegen, geldt dat de uitgaven relatief gezien aanzienlijk zijn, maar na verloop overgaan in eeuwig durende opbrengsten. Voor de inrichtingsvariant is dit nog eens geIllustreerd in figuur 1.. waarin de jaarlijkse budgettaire uitgaven en ontvangsten voor de rijksoverheid voor de inrichtingsvariant bij verpach- ting van de grond is weergegeven. De budgettaire analyses van de landbouw en inrichtingsvariant, in de si- tuatie van pacht, moeten nog worden bijgesteld. De overheidsbesparingen op bedrijfsbeEindigingsvergoedingen voor boeren op het oude land als ge- volg vvan herstructureringsmaatregelen zijn nog niet in deze analyses op- genomen. Bij ca. f 10.000,- per ha bedraagt dit totaal ca. f 250.- mil- joen.

Page 81: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.2. blad 2

Tabel 1. Overzicht van de budgettaire geldstroom gedurende 20 jaar als saldo van ontvangsten minus uitgaven voor alle varianten (be- dragen x f 1 miljoen)

*) Doordat bei5indigingsvergoedingen.aan de boeren op het oude land niet behoeven te worden uitbetaald wordt dit bedrag ca. f 250.- miljoen lager en komt dus uit op ca. f 1.5 miljard.

Jaar

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

Markerwaardalternatieven

Landbouwvar. in geval van eigen beheer

- 2,1 - 87,5 - 187,3 - 162,4 - 223,s - 229.5 - 150,l - 53,2 - 74,4 - 80,3 - 78,9 - 167,7 - 127,7 - 88,s - 68,8 - 41,9 + 78,9 + 64,l + 79,4 + 79,6

- 1.521,8

Multifunctionele inrichtingsvar. in geval van pacht

- - 224 94,5 - 196,6 - 174,O

- 235,2 - 241,4 - 155,4 - 56,9 - 104.4 - 130,9 - 80,6 - 62,O - 15,5 - - 2,4

38,4 - 60,O - 59,5 - 44,7 - 16.5 + 11,8

- 1.759,5 *)

Natuur- variant

- 0,4 - 0,8 - 17,O - 17,4 - 17,8 - 10,5 - 10,5 - 10,5 - 10,5 - 10,5 - 10,5 - 10,5 - 3,O - 3,O - 3,O - 2,O - 2,O - 2,O - 2,O - 2,O

- 145,9

Markermeeralternatieven

Recreatie- variant

- 4,4 - 496 - 20,6 - 20.8 - 21,O - 19,l - 19,3 - 19,5 - 19,7 - 19,9 - 19,9 - 19.9 - 12,4 - 12.4 - 12,4 - 40,7 - 40,6 - 40,4 - 40,2 - 40,l

- 447,9

Page 82: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.2. blad 3

Figuur 1. Jaarlijkse budgettaire uitgaven en onvangsten voor de rijks- overheid voor de inrichtingsvariant bij verpachting van de grond

Page 83: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

m Tabel 1. DOE1,STELLINGEN-ANALYSE BELANGENGROEPERINGEN 6

Producentenkant: Rijksoverheid A

i

i

Doelstellingen c.q. uitgangspunten.

Ruimtelijk beleid - In de ingepolderde Markerwaard kan men de oplossing vinden voor ruimtelijke vraagstukken op het oude land. Een besluif-tot inpol- dering kan geen oplossing bieden voor ruimtelijke knelpunten op korte termijn.

Landbouw

De landbouw is gebaat bij inpoldering want er wordt een bijdrage geleverd aan de verbetering van de landbouwstructuur op het oude land en het geeft de mogelijkheid voor het ontwikkelen van doel- matige producerende bedrijven.

Bosbouw

De bosbouw krijgt grote mogelijkheden bij inpoldering. Een snelle inpoldering zou het bosbouwbeleid op lange termijnondersteunen.

Bi j zondere waarden. Het Markerwaardgebied kan van belang zijn voor bijzondere waarden, waarvan nog niet vaststaat welke betekenis daaraan moet worden ge- hecht. Voor een ingepolderde Markerwaard wordt hierbij gedacht aan een grote luchthaven,eengrootmilitairoefenterrein, cultuurhisto- rische waarden en een vernieuwde invloed op wetenschap en techniek Ook zou gedacht kunnen worden aaneen energiebekken, dat zowel in het Markermeer als in een Markerwaard kan worden ingericht.

Economische aspecten Uit de economische beschouwingen blijkt, dat bij zuiver lanbouwkun- dig gebruik een voorzichtige veronderstellingen de geraamde kosten de in geld uitgedrukte baten enigszins zullen overtreffen. Het aan' tal blijvende arbeidsplaatsen is groter dan bij het behoud van het gehele Markermeer.

Markerwaard

Landbouw var.

+

+ + +

-

+

+ +

Markermeeralternatieven alternatieven

MF ~ n r . var .

+ +

+

+ + -

+ +

+

Recrea- tie var.

-

-

-

+ +

-

- Referen- tie var.

-

-

- -

. +

- -

Natuur var.

-

-

-

+

-

Page 84: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

.\ <

Vervolg: tabel 1. . .

Producentenkant; Rijksoverheid - . * Markerwaard

Doelstellingen c.q. uitgangspunten.

Openluchtrecreatie De belangen van de openluchtrecreatie liggen verdeeld. Het watergebied dat geshikt is voor de watersport met zeewaardige boten wordt bij inpoldering kleiner. De niet- zee- waardige watersport, de verblijfsrecreatie en de dagrecreatie krijgen nieuwe mogelijk- heden door inpoldering. Dat geldt vooral bij een grote polder als deze daarvoor wordt ingericht. Nieuw land zal waarschijnlijk vooral van betekenis zijn voor de verblijfs- recreatie. De sportvisserij zal ook bij een inrichting met relatief grote oeverlengte in de randmeren en bij een daarop afgestemde inrichting van de polder meer mogelijk- heden krijgen dan in de huidige situatie. De niet- zeewaardige watersport en de ver- blijfsrecreatie leveren elders in het land a1 problemen op. Daarom moet vanuit deze aspecten gepleit worden voor een snelle aanleg en inrichting.

Waterhuishouding en waterstaatkundige aspecten Vanuit de waterhuishouding komen geen doorslaggevende argumenten v56r of tegen inpolde- ring.

Natuur en landschap ket Markerwaardgebied heeft grote waarde als zoetwaternatuurgebied ook internationaal gezien. Het natuurlijke milieu zoals we dat nu aantreffen, is het meest gebaat bij het behoud van het Markermeer. Bij inpoldering wordt het opp. van dit natuurgebied kleiner waardoor enkele belangrijke soorten watervogels waarschijnlijk in aantal zullen af- nemen. Daartegenover staan de mogelijkheden die natuurbouw in de nieuwe polder kan bieden, zoals in eerder gemaakte polders is gebleken. Uiteraard zijn deze mogelijkheder afhankelijk van de oppervlakte die voor natuurbouw in de nieuwe polder zal worden ge- reserveerd.

Beroepsvisserij Voor de beroepsvisserij betekent inpoldering een nadeel. De visopbrengst zal verminde- +en. Een grote inpoldering betekent voor de beroepsvisserij een groter nadeel dan een kleine inpoldering. Uitstel van inpoldering biedt uiteraard nog meer mogelijkheden om met het ontwikkelen, nemen en evalueren van beheerstechn. maatregelen ter verbetering van de vangsten in te spelen op de situatie na de inpoldering om op deze wijze een (gedeeltelijke) compensatie voor de vangstvermindering te bereiken.

ven

Refer.

yarn

-

+

-

+

+

Landb. var.

-

+ -

a +

-

alternatleven F nr. var .

+ +

+ -

+ +

m -.

-

* I

Markermeeralternatie-

Natuur var .

-

+ -

+ +

+

Recr. var.

+ +

+ -

+

+

Page 85: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Tabel 2. CONSUMENTEN

.

I

Markerwaard

Doelstellingen c.q. uitgangspunten

Beroepsvisserij

Verantwoorde exploitatie door sanering en produktieverhoging

Behoud van werkgelegenheid.

Behoud grootschalig "vruchtbaar" viswater

Aangrenzende oude land gemeenten

Geen aantasting cultuurhistorische landschappen en dorpen

Behoud en uitbreiding van de werkgelegenheid.

Verbetering van de verbindingen

Aangrenzende poldergemeenten

Versterking van Lelystad als geografisch en bestuurlijk centrum van de nieuwe polderprovincie.

Verbetering van de verbindingen met Noord-Kolland

Stimuleren van de werkgelegenheid

Bedrij fs leven

Behoud en uitbreiding van de werkgelegenheid.

Uitvoering van projecten t.h.v. kennisexport.

. *

Landbouw var.

- - -

- + - +

+ + +

+ +

Markermeemlternatleven alternatieven

Mr' Inr. var- . - - -

-

+ - +

+ + + +

+ + +

Recreatie var .

+ + +

+ - + -

- - -

+ - -

-

Referen- rle var. .

+ + +

+ + -

- - -

+ - -

-

-

Natuur var.

+ + +

+ + -

- - -

- -

Page 86: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Markewaard -alternatieven

. . . . . . Vervolg: tabel 2.' , , .

Consumentenkant.

0) 4

Landbouw var .

-

- -

-

- - -

--

- .

' + + + +

+ +

Doelstellingen c . q . uitgangspunten

Recreanten

Instandhouden grootschalig water t.b.v. zeewaardige plezierboten en de bruine vloot

Verbeteren van de mogelijkheden voo; de riiet- zeewaardige plezier- boten

~itbreidin~ van mogelijkheden voor de oeverrecreatie .

~itbreidin~ van mogelijkheden voor de landbouwrecreatie in de dag- en verblijfsrecreatieve sector

. . . . . . . ~

Milieu-organisaties~

Behoud en uitbreiaingvan bestaande natuurgebieden

Aanleg van nieuwe natuurgebieden

Verbetering van de kwaliteit van water, lucht en bodem.

Beperking van energie-verbruik en ontwikkelen van mogelijkheden voor alternatieve energie-opwekking.

Landbouworganisaties.

Mogelijkheid scheppen voor bedrijfsverplaatsingen

Mogelijkheid scheppen voor pr'oduktiestijging.

Mogelijkheden voor vervanging van enuitbreiding met specifieke teelten.

>

yzr. var .

-

+ + +

+ +

+ + +

+

+ +

+

~arkermeeralternatieven

Recreati var.

+ +

+ .+

+

+ +

- .

- .

-

-

- -

- . .

Referen- tie var.

+

+ ,

-

. - - -

-

- -

-

Natuur var.

+

+ -

-

" + -

- +

-

- -

-

Page 87: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

MAATSCHAPPELIJKE DOELSTELLINGEN ANALYSE Bijlage 8.6.4.

1. Doe1 en conclu~ie ----------------- Het doe1 is om via een multi-criteria-analyse de vijf beleidsvarianten voor het Markerwaardgebied te rangschikken. De toegepaste evaluatieme- thode is de Maatschappelijke Doelstellingen Analyse. Deze methode berust op het principe dat de kosten en baten van de onderscheiden varianten in relatie worden gebracht met een aantal maatschappelijke doelstellingen. De kosten en baten worden uitgedrukt in effecten, welke positief, neu- traal of negatief kunnen worden gewaardeerd. Bovendien wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen effect sorteren op het lokale, subre- gionale, regionale en nationale niveau. Men moet bedenken dat de uitkomsten in sterke mate worden bepaald door de formulering van de gehanteerde doelstellingen, het toekennen van een gewicht aan deze doelstellingen en aan de effecten welke moeilijk in concrete waarden zijn uit te drukken. Vandaar dat voor deze analyse is gekozen voor een drietal benaderingen. Bij de eerste benadering is getracht een zo neutraal mogelijke toeken- ning van de gewichten te hanteren. In het tweede geval is bij de toe- , kenning van de gewichten aan de doelstellingen de nadruk gelegd op een technocratische benadering. Dat wil zeggen dat een verdere ontwikkeling van de techniek positief wordt beoordeeld, omdat hiervan niet alleen een verhoging van welvaart en welzijn wordt verwacht maar ook de oplossing van tal van problemen voor mens en omgeving. Negatieve bijverschijnselen kunnen worden bestreden door een beoordeling van de mogelijke gevolgen en door wetgeving, planning en sturing. In het derde geval is bij het toekennen van de gewichten de nadruk ge- legd op een sociocratische benadering. Dat wil zeggen, er bestaat wan- trouwen tegen de gevolgen van een zich vrij ontwikkelende techniek waaraan de samenleving zich vervolgens moet aanpassen. Men pleit voor aanpassing van de techniek aan de samenlevingsvormen. Die aanpassing moet niet planmatig tot stand worden gebracht, maar voortvloeien uit een proces van voortdurende afweging, waarbij toekomstige mogelijkheden zo lang mogelijk worden opgehouden. Beide benaderingen zijn gebaseerd op het onderscheid dat gemaakt is in de beleidsgerichte toekomstverkenning van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid "Deel 1: een poging tot uitlokking" uit 1980. Hoewel in de latere versie "Deel 2: een verruiming van perspectief" uit 1983 de oorspronkelijke opzet gedeeltelijk wordt herzien is het onderscheid tus- sen een technocratische en sociocratische benadering toch gehandhaafd, omdat het goed weergeeft vanuit welke optieken de discussie over de

' Markerwaard wordt gevoerd. De conclusie is dat bij de technocratische en de neutrale benadering de multifunctionele inrichtingsvariant het hoogste scoort. Bij de sociocra- tische benadering scoort de referentievariant het hoogst. In tabel 1. worden de totale scores van de 3 invalshoeken weer gegeven.

Page 88: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.4. . - . blad Z I'

TABEL 1. Score Maatschappelijke Doelstellingen Aanalyse per maatschap- pijvisie voor MarkermeerlMarkerwaardvarianten (inclusief rang- ordebepaling).

De hoge score van de multifunctionele inrichtingsvariant is ongetwijfeld een gevolg van de veelzijdige'inrichting van het gebied, waardoor op veel doelstellingen positief wordt gescoord. Opmerkelijk is dat via de sociocratische benadering de natuurvariant

. . niet hoger scoort. Net wordt verklaard uit het feit dat deze variant op een groot aantal doelstellingen neutraal of negatief scoort als gevolg van de eenzijdige inrichting van hetgebied. . ,

. 2. Methode . ---------- De Maatschappelijke Doelstellingen Analyse berust op het principe dat de kosten en baten van de onderscheiden varianten in relatie worden ge- bracht met een set maatschappelijke doelstellingen. Voor elke doelstelling wordt een beoordelingsmatrix opgesteld, die per variant aangeeft in welke mate de doelstelling wordt geraliseerd. Kosten en baten worden in dit verbhnd anders gedefinieerd dan bij de kostenlba- tenanalyse. Er wordt uitgegaan van effecten, welke veranderingen aange- ven ten opzichte van de nbagestreefde situatie. Effecten welke positief worden gewaardeerd in termen van de doelstelling zijn baten, die welke negatief worden gewaardeerd zijn kosten. Zowel aan de doelstellingen als aan de onderscheiden niveauts.worden ge- wichten toegekend. De gewichtentoekenning met betrekking tot de doel- stellingen geeft de waardering aan vanuit de drie,genoemde benaderingen. De gewichten welke aan de niveau's:worden toegekend, worden gerechtvaar- digd door te stellen dat dezelfde effecten van een bepaalde variant niet voor elk niveau even zwaar hoeft te wegen. . . Globaal gezien kunnen de volgende stappen worden onderscheiden: -bepaling van de niveau's, welke door uitvoering van de varianten wor- den geraakt; - bepaling van de maatschappelijke doelstellingen;

- bepaling van het, relatieve gewicht van de doelstellingen ende.ni- veau' s;

- bepaling voor iederevariant van de mate waarin de doelstellingen worden bereikt;

-'toepassing van de gewichten van;doelstellingen en niveau's op de sco- res van de varianten; , , - berekening van.de gewogen indek.

3. Randvoorwaarden en uitgangspunten ................................. , . ,

De randvoorwaarden en uitgangspunten voor de vijf beleidsvarianten kunnen als volgt worden omschreven: - de referentievariant hierbij wordt in grote lijnen de huidige situatie in het Markermeergebied ongewijzigd gelaten, zij het- dat de plannen die thans leven m.b.t. de waterrecreatie en die nodig-zijn uit een oogpunt van veiligheid gedurende een periode van 15 jaar worden uitge- voerd;

89

varianten

Referentievariant' Natuurvariant . .

~ecreatievariant ~andbouwariant ~ultifunctionele- inrichtingsvariant

Maatschappijvisie technocratisch

+ 43 (3) - 78 (5) '

- 8 ( 4 ) + 57 (2) '

+I43 (1) '

neu t raal

+ 55 (2) - 24 (5) + 16 (3) - 3 (4) +119(1)

sociocratisch '

+ 75 (1) + 6 (4) ,

. + 33 (3) - 53 (5) + 69 (2)

Page 89: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.4. blad 3

- de natuurvariant behelst behoud van het markermeer als open water waarbij maatregelen worden getroffen die een grotere garantie bieden voor meer natuurlijke ontwikkelingen;

- de recreatievariant beoogt een sterke recreatieve ontwikkeling in het Markermeer waarbij onder meer 7.000 ligplaatsen aan het huidige aantal worden toegevoegd;

- de landbouwariant hierbij wordt de Markerwaard ter grootte van 41.000 hectare aangelegd en ingericht met als bestemming landbouw; de randmeren worden ingericht conform thans levende plannen; de

- de multifunctionele inrichtingsvariant, evenals een polder van 41.000 hectare maar nu met een variatie van bestemmingen. Ook de randmeren zijn betrokken in een omvangrijke recreatieve uitbreiding. Het plan- gebied omvat een areaal van 63.500 hectare ingesloten door de kruin van de dijk Lelystad-Enkhuizen, de Nes, de rechte lijn naar Almere- Pampus en de dijkkruin vandaar naar Lelystad. Marken valt hierbui- ten.

De niveau's waarvoor de uitvoering van de varianten van belang is zijn als volgt gedefinieerd (zie ook figuur 2. in bijlage 8.3.). - lokaal niveau = plangebied plus de aangrenzende gemeenten Enkhuizen, Stedebroek, Venhuizen, Hoorn, Westerkoggeland, Zeevang, Edam-Volendam, Katwoude, Monnickendam, Broek in Waterland, Almere en Lelystad;

- subregionaal niveau = lokaal niveau plus Noordoostpolder, Urk, Dronten,'Zeewolde en de streekplangebieden West-Friesland en Water- land;

- regionaal niveau = subregionaal niveau plus rest Noord-Holland (minus Texel) en het IJsselmeergebied tot aan de afsluitdijk;

- nationaal niveau = Nederland.

De doelstellingen zijn zodanig geformuleerd en gesystematiseerd dat ze aansluiten bij de verdeling zoals die in de hele beleidsanalyse wordt toegepast, te weten in een: - sociaal-economische (geld) sector; - milieu-hygignische (milieu) sector; - sociaal-geografische (mens) sector. A. Sociaal-economische doelstellingen

1. Structuurverbetering in de landbouw ................................... - mogelijkheid voor bedrijfsverplaatsingen - mogelijkheid voor produktiestijging - compensatie voor verlies van landbouwgronden - vervanging van en uitbreiding met specifieke teelten - stimulans voor innovatiebeleid. 2. Verbetering grondstoffenpositie ............................... - uitbreiding bosoppervlakte in Nederland gewenst met ca. 30.000 hectare voor het gelijkhouden van her zelfvoorzieningspercentage (8%) - aanvullend belang voor recreatie, natuurlijk milieu en het landschap.

3. Verantwoorde exploitatie IJsselrneervisserij ........................................... - handhaven huidige wateroppervlakte - niet inpolderen van "vruchtbare" delen - verhoging van de visproduktie per hectare

Page 90: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

4. Vermindering van het financieringstekort ........................................ . .

, . - geen geld beschikbaar voor nieuwe werken - rendabel maken van nieiwe projecten . .

- voorkomen van schadeclaims . , .

B. Milieu-hygiZnische doelstellingen

1. Behoud en herstel van de Nederlandse flora .......................................... - uitbreiding oppervlakte natuurgebied - streven naar zo groot mogelijke diversiteit - ontwikkelen van milieutypen van bedreigde vegetaties 2. Behoud en herstel van de Nederlandse fauna .......................................... - uitbreiding oppervlakte' natuurgebied - handhaven grootschalige wateroppervlaktes - streven naar een zop groot mogelijke soortendiversiteit - ontwikkelen van milieutypen t.b.v. bedreigde soorten

3. Voorkomen van verdere aantasting bestaande natuurwaarden ........................................................ - behoud en herstel van overige milieu (hygi22nische) waarden 4. Beperking van het energieverbruik ................................ - opstellen kostenlbatenanalyse ir! biomassa - stimuleren toepassing in alternatieve energie-opwekking - streven naar een consoliderend beleid - beperking van de mobiliteit ,

C. Sociaal-geografische doelstellingen

1. Verbetering recreatieve mogelijkheden ..................................... - geschikt maken van gebieden voor kleine en middelgrote watersport - vermindering van de druk op bestaande meren en plassen op het oude land

- uitbreiding van bossen, stranden en verblijfsrecreatieve complexen - meer mogelijkheden voor de sportvisserij

. 2. Verbetering van de werkgelegenheid .................................. - handhaven van huidige arbeidsplaatsen - scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen - verhoging produktie en besluitvaardigheid 3. Verbetering van de verbindingen ............................... - reistijdverkorting tussen Noord-Holland en Oost-Nederland - veiliger,vaarwegen tussen Amsterdam-'t Goo1 en Friesland en Overijs- skl

Page 91: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.4. blad 5

4. Intensivering van het grondgebruik .................................. - opzetten van woonkernen t.b.v. de verzorgingsstructuur - mogelijheid voor stedelijke ontwikkelingen na 2000 - reserveren voor bijzondere bestemmingen zoals'T.N.L:, supra-regionale luchthaven en/of militair oefenterrein

- positie-versteviging van Lelystad als geografisch en bestuurlijk cen- trum van nieuwe polderprovincie

4. Resultaten

De uiteindelijke resultaten zijn samengevat weergegeven in tabellen 1. t/m 3 en figuur 1. De gewichtentoekenning aan de doelstellingen varieert van 1 t/m 3. De gewichtentoekenning aan de niveaus varieert van 1 t/m 4. Wordt een doelstelling geheel of ten dele gerealiseerd dan wordt de waarde + 1 toegekend. , ,

Als een effect in de tegenovergestelde richting optreedt wordt hieraan de waarde - 1 gegeven. Indien geen sprake is van een verandering ten dp- zichte van de doelstelling wordt de waarde 0 toegekend.

Ter toelichting: Variant 1 is referentievariant Variant 2 is natuurvariant '

Varianr 3 is recreatievariant Variant 4 is landbouwvariant Variant 5 is multifunctionele inrichtingsvariant

Page 92: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-
Page 93: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-
Page 94: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-
Page 95: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-
Page 96: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.5.

PAARSGEWIJZE VERGELIJKINGSANALYSE (CONCORDANTIE-ANALYSE)

Uitgangspunt voor de paarsgewijze vergelijking vormt het gestandariseerde effectenoverzicht uit'bijlage 8.5. (tabel 1)

Tabel 1. Gestandariseerd effectenoverzicht

De gestandariseerde score voor natuur en milieu is gebaseerd op een ge- lijke waardering voor open water en land. Bij andere waarderingen ont- staan andere relatieve scores. Dit is nader uitgewerkt in bijlage '8.6.5.1.

Door nu paarsgewijs de varianten te vergelijken en vast te stellen welke variant hoger of gelijk scoort kan de zogenaamde concordantieverzameling worden samengesteld (tabel 2.).

Nu de concordantieverzameling is vastgesteld kan voor ieder paar de concordantie index worden berekend. Deze hangt echter af van de toege- kende gewichten. Bij de analyse zijn 3 visies in beschouwing genomen: een technocratische visie met de nadruk op economie en werkgelegenheid, een sociocratische visie met de nadruk op natuur en milieu en een neu- trale visie. De gewichtensets die bij deze visies horen zijn weergegeven in tabel 3.

Page 97: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage '8.6.5. blad 2

Toelichting 1 referentievariant 2 natuurvariant 3 recreatievariant 4 landbouwvariant 5 multlfunctionele inric'

Tabel 2. Concordantie .ve . . ~arkermeer

I

~oofdcriteriuiq . .

. .

Subcriterium .

Vergeli jking van alterna- tieven

. .: ~conomie

C G a, : 4J P

, g (II M Y . .,g

L n a 0

:zameling ,voorl;paarsgewt jze ivergelijkihgsanalyse ~rke&aardalternatieven ,, .-

, . ,. . - . .

Oopgenomen in concordantie Oniet opgenomen in concord.

~erk&l~g~nheid.

1 .

c m c a,. . m m

m a. 3 &"+. * . . , * 2% . a m - ,

rl M a, .4 c ...,..G +, : m .3 m . m ... m 4J 5 I:

0 , O .3 : rl

a L C . X .3 a, " '

. , .

van

Ruimtelijke ordening 1 ~ a t u u r

en milieu

m 0

7.2 h .A

.. 4 ~ z 3 .. 2

':

'

.,Energie :

. . I

M U m a ,

2 3 2 : C ' u r l 'u m m m u m w n . 3

C a,* c .A .r( m ' r l * M 4 J C L .3

1 0 w o .A .3 c 4 L a , a L C X n.r( a , m L m w c s g > a, :- 2 3

. L m 6 % '- n

C

' Recreatie

r c .3 a, zit8 L C .

D . A m c "m .: 2 0 0 >

.

Page 98: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.5. blad 3

Tabel 3. Gewichtensets afhankelijk van maatschappijvisie

Werkgelegenheid aanleg + inr. beheer + expl. ' 20 10

Economie ' . . ko's t en opbrengsten,

Criteria Neutrale visie ,

Technocratische visie

3 5 2 0

15

Natuur + milieu Recreatie

Sociocratische visie

Energie aanleg + inr. beheer + expl.

Na berekening van de concordantie-indices kunnen de zogenaamde netto- concordantie-indeces worden berekend. Hiertoe worden de concordantie- indeces in concordantie matrices geplaatst (tabellen 4. tlm 6.). De uit- eindelijke bepaling van de netto-concordantie-indeces vindt plaats door de gesommeerde horizontale indices van een variant te verminderen met de gesommeerde verticale indices van dezelfde variant. Het resultaat van ,deze berekening is samengevat in tabel 7.. waarin tevens de rangordering ( ) van de varianten is weergegeven.

20' '. 10'

10.

5

5 .

Ruimtelijke ordening opp. water opp. land

Totaal

5 295 2 ~ 5

10. - ^ -- " 5 ~

5

20

10

; 20 5

i i

100

'

b

35

15

15 7 95 7 95

25 10 15

15 7,s 7,s

100

5 ' 2.5 2i5

100

Page 99: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bij lage 8 .6 .5 . blad 4

Tabel 4 . Concordantie matrix technocratische visie

. . . . , . . , '

. . Tabel 5 . Concordantie Matrix neutrale visie , .

Tabel 6 . Concordantie Matrix Sociocratische visie

Landbouw

0,375 0,325 0,325 -

0,625

Recreatie

0,325 0,325 - 0,625

0,725

Multifunctionele inrichting

0,275 . .

0.325 . 0,275 0,575

. . . - , .,. , .:, I

Natuur

0,900 - 0,725 0 ,675

0,675

Varianten

Referentie Natuur ~ecreatie Landbouw Multifunctionele inrichting

Referentie

- 0,450 0,725 . 0,625

0,725

Natuur

0,650 - 0,625 0;550

0,550

r

Varianten

Referentie Natuur Recreatie Landbouw Multifunctionele Inrichting

Multifunctionele inrichting.

0,250 0 ,450 0,250 0,425

-

'Recreatie

0,450 0,450 - 0,450

0,750

Referentie

- 0,600 0 ,450 0 ,450

0 ,750

Landbouw

0,550 0 ,450 0,350 -

0,725

Landbouw

0,675 0,525 0,325

-

Recreatie

0,525 0,525

- 0,325

0,825

Multifunctionele inrichting

0,175 0,525 0,175 0,250

Natuur

0,400 - 0,500 0,475

0,475

Varianten

Referentie Natuur Recreatie Landbouw Multifunctionele Inrichting . 0,800 I -

Referentie

- 0,700 0,500 0,325

0 ,825 i

Page 100: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bi jlage 8.6.5. blad 5

Tabel 7. Netto concordantie-dominantie indices voor MarkeqneerIMarkerwaard alternatieven per maatschappij visie (incl. rangordening)

. . Uit tabel 7 'blijkt dat onafhankelijk van d e maatschappij visie de MF inrich- tingsvariant steeds .bet hoogst scoort. . '

-

.

Maatschappij vi~ie

Technocratische visie

Neutrale vide

Sociocratische visie

~arkerwaardalternatieven

Landbouw variant

+0,850 (2)

-0,200 . (2

. ,

-0,950 (5)

~rkermeeralternatieven

Multifunctionele inrichrings variant

+1',300 ' (1)

+1,400 (1)

+1,80 . (1) '

. .

Referentie .variant

-0,650 '

( 4 ) ,

-0,525 (5)

,-0,575 ( 3 )'

Natuur variant

-i,550

, . ( 5 ) .

- . -0,425 - 4

+0,425 .(2)

Recreatie variant , ,

, +0,050 (3)

-0,250 ; (3) ,

-0,700 (4)

Page 101: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.5.1.

paarsgewijze ve'rgelijking vanMarkermeer en Markerwaard alternatieven voor het criterium Natuur en Milieu.

Ook bij deze paarsgewijze vergelijking vormt het effectenoverzicht de basis van waaruit wordt gerekend en geanalyseerd. Met behulp van tabel 3 uit bijlage 8.5 is de concordantie verzameling vastgesteld. Deze is weergegeven in tabel 8.

Tabel 8. Concordantieverzamelingen voor paarsgewijze vergelijking van Markermeer en Markerwaard alternatieven voor het hoofdcriterium Natuur en Milieu

criterium is opgenomen in de concordantie verzameling

' De concordantie verzameling wordt gevormd door de verzameling van =riteria waarvoor variant i wordt verkozen boven variant j

1 = referentievariant 2 natuurvariant 3 = recreatievariant 4 = landbouwariant 5 = MF inrichtingsvariant

Page 102: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

. . . ,

Bijlage 8.6.'5.1. blad 2

Door nu paarsgewijs de varianten te vergelijken kan worden vastgesteld welke variant hoger of gelijk scoort, dan we1 lager scoort.

Vervolgens is voor.ieder paar de concordantie-index berekend. Deze hangt af van het gewichtdat wordt toegekend.aan de onderscheiden milieucriteria. Inde hierna volgende berekeningen zijn een 5ta1,visies . . . doorgerekend 1. Markerwaardvisie: zeer grote waardering voor open water, zeer lage

voor land; 2. Waterlandvisie: grote waarderi$ voor open water, lage voor land;

. . . 3. Neutrale visie:gelijke waarderiing voor open water en land; . .. , . 4. iandwatervisie: lag% ,waardeyi'ng voor .open water, grote vooi land; . . '

' 5.' Markerwaardvisie: zeer lage"waardering voor open water, geen grote voor land. , i

. . , .

De'toegekende gemiddelde,'zijn samengevat in. tabel 9. . . / . .

Page 103: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.5.1. blad 3

Tabel 9. Gewichtenset voor beoordelingscriteria afhankelijk van de milieuvisie

Na de berekening van de concordantie indices zijn de netto concordantie indices berekend. Hiertoe zijn de concordantie inches in de concordantie matrices geplaatst (tabellen 10 t/m 14). De uiteindelijke bepaling van de netto concordantie indices vindt plaats door de gesommeerde horizon- tale indices van een variant te verminderen met de gesommeerde verticale indices van de zelfde variant. Het resultaat is samengevatin tabel 15.

Beoordelingscriteria

AQUATISCHE MILIEUCRITERIA

Oppervl. water Waterdiepte Chloor Stikstof Fosfaat Zware metalen Org. micr. verb. Waterplanten Algenontw. Watervogels Vissen Zooplankton Bodemfauna

TERRESTRISCHE MILIEUCRITERIA

Oppervl. land Zware metalen Hogere planten nycof lora Landvogels Insecten AmfibiEnIreptielen Zoogdieren

ATMOSFERISCHE MILIEUCRITERIA

Geluid Aerosolen Anorg. gassen Org. verbindingen Lood

Marker Water- Neu- Land- Land- meer- land trale water visie visie visie visie visie

85,O 65.0 47,5 30,O 10,O

0,2 1,s 1 ,O 0 97 0,2 2 SO 195 190 0,7 0,2 2,0 1.5 1,o 0,7 0,2 2 9 0 '1,s 130 0 ~ 7 0 ~ 2 2 ,o l', 5 1,o 097 0,2 2,o 185 . 1 ,O 097 " ~ 2 2 ~ 0 1,s 1,o 097 0,2 2 PO 1,5 ' 1,0 097 0 ~ 2 16,O 12 ,0 9,,0 596 2 ,o 47 .O 36,5 27,s 16,7 5,8 2 ,O 1,s 1,O 0 $7 0,2 2 ,o 1,s 1,0 0,7 0,2 2,o 1,s 1 ,o 0,7 0,2

1

10,o 30,O 47,5 65 ,o 85 ,O

0,4 182 2 $0 2 $7 3 ~ 5 0,4 192 2 SO 2.7 3,s 230 5 , 8 990 12,2 16,o 0,4 1 2 2 $0 2,7 3,s 5.6 17,O 26,O 36,6 48,O 0,4 192 2 ,O 2 $7 3,s 094 1.2 2 ,o 2 97 3 9 5

0.4 1 ~ 2 2,o 2,7 3,5

5,O 5 ~ 0 5 ,o 5 $0 5,o

190 1,o 1 SO 190 190 190 1 ~ 0 180 1,o 190 1,o 1 s o 130 1 s o 1 s o

1,o 1 ,o 1 ~ 0 190 1 ~ 0 190 1 ,o 190 130 130

Page 104: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.5.1. blad 4

~ a b i l 11. Collcordantie matrix' waterlandvisie. I ,.; . ,

. . . Tabel 1 0 . Concordantie matrix -Markermeervisie. . . ,

Varianten

Referentie Natuur Recreatie Landbouw MF Inrichting E .

Tabel 1 2 . Concordantie matrix neutrale visie

Varianten

Referentie Natuur

. , . , . .

. ,- -." . . . . . . . . . . . . . . . ,

. Referen- ,Natuur .Recrea-. .Land- MF in-. tie : ..tie . bouw richting

. . . . - . . . . . . . . .

, , 0 , 5 2 6 . 0,952 , ? 0 , 8 4 4 , , ; * 0 ;844 0,956 . : 0,956; 0 ,844 0,844 . ,

0,490 - 0 , 4 9 0 . . - . 0 ,844 0,844.. 0 , 1 5 6 0,156 0 ,156 . . ..-!. . 0,888 ' 0,156 0,156 . 0,156; :.0,956 -

. . " .. .. 1 , 7 5 8 ' ' 1 ,328 2 , 2 2 0 . 3 , 4 8 8 - 3 ; 4 2 0

Tabel 1 3 . Concordantie matrix landwatervisie

Recreatie 0,605 0,605 .: - 0,667 0,667 ,2,544 Landbouw 0.333 .0.333 0,333 , - 0;709 . 1.708

. Referen-. ..,Natuuz Recrea- -Land- MF in- . . . . . . . . . . . ....... tie. ., tie . . , bouw ."richtiug . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , . I . . . . . .

, - 0;623 0.903 0,667 0,667 0 , 9 1 5 .. . . 0 , 9 1 5 0,6,6; 0,667

*

varianten . . '

Referentie Natuur Recreatie Landboliw ' .

MF Inrichting 2-

.~ ,z , .

3,166 3,600 2,668

' ,1 ,356 .1,424

. . . . -

5 ' . -' '

2,860 3.146

. .

. , . . ,

. ." . . , ' ,

.".

. ,

,: . . . . . . . , ,..

Referen-. Natuur kecrea-. Land- ,, MF in- .

tie : : , tie : bouw - richting . . . .

, . . . ,.

- ; , .. . 0,705 , 0,860 . ' ,0,515 0,515 '

0,880: . . . - 0 , 8 6 0 : 0 , 5 1 5 0,515 0,705 0,705 - 0,515 0,515 0,485 0 , 4 8 5 , 0,485 , - - 0,555 0,485 . 0,485 . 0,485 0 ,940 - 2,550 2;-380 -2 ,710 2,485.. 2,100

. . I.

2,595, 2 ,790, 2,440 2,010

2 , 3 9 5 , -

Varianten

, '

Referen- Natuur Recrea- Land- MF in- tie . ' .. : tie' ' bouw richting

. , . . - . . + . . , . ......... . - . - Referentie Natuur Recreatie ~andbouw MF Inrichting sr

i

- 0,806 0,817 0 ,356 0,356 0,844 . - 0,844 0,356 0,356 0,806 0,806 - 0,356 0,356 0,644 0 , 6 4 4 '0 ,644 , , - 0,397 0,644 0,644 0,644 0 ,933 . - 2.938 2.900 2.949 2 -001 1.465

2,335 2,400 2,324 2,329 2,865 -

,..,

,. ,.,. "

Page 105: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.6.5.1. blad 5

Tabel 14. Concordantie matrix Markerwaardvisie

Tabel 15. Netto concordantie dominantie indices voor MarkermeerjMarker- waard varianten afhankelijk van milieuvisie

Varianten

Referentie Natuur Recreatie Landbouw MF Inrichting

i:

De conclusie is dat bij een grote waardering voor land de inpolderings- varianten hoog scoren en omgekeerd dat bij een hoge wasrdering voor open water de "natte" varianten vroeg score. Een grafische weergave geeft fi- guur 1. In het uiteindelijke effecten overzicht van hoofdstuk 4 zijn de uitkomsten van de berekening voor de neutralevisie opgevoerd als rela- tieve score voor de effecten op natuur en milieu tabel 16.

Referen- Natuur Recrea- Land- MF in- tie tie bouw richting

- 0,907 0,768 0,179 0,179 0,803 - 0,803 0,179 0,179 0,938 0,938 - 0,179 0,179 0,821 0,821 0,821 - 0,218 0,821 0,821 0,821 0,925 - 3,383 3,487 3,213 1,462 0,755

Markermeervisie Waterlandvisie Neutrale visie Landwatervisie . Markerwaardvisie

Tabel 16. Relatieve score voor criterium natuur en milieu voor Marker- meerlMarkerwaard varianten per milieuvisie

5

2,033 1,964 2,234 2,681 3,388 -

. Varianten

Referen- Natuur Recrea- Land- MF in- tie tie bouw richting

+ 1.40 + 2,25 + 0,45 - 2.15 - 2,00 + 0.65 + 1.25 + 0,05 - 1,25 - 0,75 + 0.05 + 0,40 - 0,25 - 0.40 + 0,30 - 0.60 - 0.50 - 0.65 + 0,35 + 1,40 - 1,35 - 1,50 - 1,00 + 1,20 + 2.65

7

MF in- richting

0 860 1000

Land- bouw

0 0

660

Recrea- tie

585 175 130

Natuur

1000 1000

0

Milieuvisie

Markermeervisie ~Lutrale visie Markerwaardvisie

Referen- tie

805 550 40

Page 106: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bl jlage 8.7.

INRICHTINGSSCHETSEN EN EFFECTENOVERZICHTEN

Page 107: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.7.1.

INRICHTINGSSCHETSEN

Op de inrichtingsschetsen is globaal aangegeven welke inrichting voor de onderscheiden beleids- en inspraakvarianten zou kunnen worden verwacht. Rechts boven is voor ieder variant aangegeven hoe het ruimtegebruik is.

Page 108: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

,

Apeldoorn

Amersfoort

Page 109: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Apeldoorn a

Page 110: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Apeldoorn 4

Page 111: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

I J s s e I m e e r

O O S T E L I J K F L E V O L A N D

Z U I D E L I J K F L E V O L A N D

lSTERDAM

Hilversum

Nijkerk

Page 112: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-
Page 113: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

W a d d e n z e e

/4flrn

Den Helder

I J s s e I m e e r

O O S T E L l J K F L E V O L A N D

Biddinghuizen

Z U I D E L I J K F L E V O L A N D

Hilversum

Nijkerk

Amenfoort a

Page 114: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Apeldoorn a

Page 115: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

W a d d e n l e e

ERINGERMEER 1 J s s e l m e e r

Swifterbant

O O S T E L I J K F L E V O L A N D

F L E V O L A N D

Hilversum

Nijkerk

Page 116: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

nanlngen

W a d d e n l e e

1

I

I J s s e l m e e r

OOSTELIJK F L E V O L A N D

ZUlDEL lJK F L E V O L A N D

RSTERDAM

Hilversum

Nijkerk Apeldoorn a

Page 117: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Amersfoort

Page 118: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Apeldoorn a

Page 119: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.7.2.

. .

EFFECTENOVERZICHTEN

De effecten van de criteria economic, werkgelegenheid, natuur en milieu, energie, recreatie en ruimtelijke ordening voor de beleids- en inspraak- varianten zijn samengevat in tabel 1. Dit overzicht is eveneens weergegeven in tabel 5.3.1. van hoofdstuk 5 . Dit effectenoverzicht is gestandariseerd. Hierbij is gebruik gemaakt van de volgende formule.

waarbij Eij = de gestandariserende evaluatiscore voor criterium i en variant j

Sij = de ongestandariseerde evaluatiescore voor criterium en variant j

max Sij = hoogste score van een variant voor een gegeven criterium.

, Het resultaat van deze standarisatie is samengevat in tabel 2.

Om vergelijking met de referentievariant nu te vergemakkelijken is het verschil bepaald tussen de gestandariseerde evaluatiescore van de be- schouwde variant en de gestandariseerde evaluatiescore van de referen- tievariant.

~ e t resultaat van deze bepaling is in tabel 3. samengevat. -

Page 120: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

,-. m

&4 (V * I - .. s m - m m a 2 z*: 5 4 ? w a s ,- ..-

ri C Ii 91 4 8 6 8 6 . u u u

s s :: ::: E 222 - ., d ;; d a s ;A; -2 a a a 8 . 2; :E : 22 2 2 9 2 :

;: 88 888 88 828 88 ? ? "me ? ? 9°C ? ? c - r.n " N 0 4 + ,,"

88 882 0 0 0 0 " 0 0

?.. ? ? *.."q 8=1* 4 mu 4 Nrn N ..

N " + N I

88 0 0 0 0 0 8x8 88 0 0

? ? "3 8 % ,N+ 9, N N eN " N O N

N - n 0 4 n +

gg gg ooo oo o o n oo

? g ? ? 2: s g 22- "" cN 2 T o "

N " u

0 - 4.. n n o 0 0 - 0 " 0 0 0 4 e n 4 - 0 n c or.* u o -" $ $ N " ? 79 ? " 24 . . n 4 mn

u 4 m m N .. -

4 + N *

Nn r." 0 - 0 0 0 r.n 3 9 " 7 0" 8%Z SS N.. 4 n me .. " .. ?': ?N ? ?

cn - + N u

0 0 0 0 0 0 0 S"? Z 6 6 6 5 5 : x ?

11 U

L

e

.c

i

a

E 3

4 $

..

- u 10 0 4 - 5 ; Zi P ,. n

9 , I ,

2;: u m u 2;: - t U "

2 9 Z d 2 :

3 - 8 . -

: : - 5 E e 9

o 4 -a c., + r. ", n

:

v 4 3 h

3 : " * rn

z

e s

4 * 4 ;1 : s .. 2

U" ? < 4 .."Q a d s n ,g

m " * 4 n + " .. o

on n n o o n 0 0 " n n 0 0 ,. u n O O N 0.9 n-C u o " y 9 9 " n , e " 9 0 .. C.., N o

on 00 n n o n o o n n 00 g 0 0 9 0 0 N O h n n 4 9 5 - ,.a" * , IN '" " N o

I + + + + + + $ + + + * + t

a * e+ .. 0 v w .. .. * 0 * * e .. a " w w C 3 U 3 C 3 "

. a a 3 H s 2 4 @

a

. 4 : 3 a d g a u

u u 3

z B u .. g 2 2 s a e t a .

Y U 3 - Q J B 3 P 5 b LI 0

0 " .. u Y * - ::

a 4 a:

-82 2 :

rn ' I U FI C 3

3 ; 3".

2:: 8 4 : :u

2 ; 2s

0

- 5 2: " S 0.. u u

::

9 ; 1 . : s .. w .. 2

00 0 0 00 0 0 888 8% 882 S% no ? ? 9 9 0 2 , 9 0 9.0

" 4 4 - 4 4 4

N o

3

: 4 % " 0 0.. W "

::

-" 0 0 0 0 0 o n o o n 0 0 om em. m

.-.

B .. " 3

9 3

0 0 .. " m u.

S

Page 121: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-
Page 122: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Tabel 3. Gestindaardiaeerd effeeten overrieht van Harkemerlurkewaardvarianttt (in rergelijkiog m e t refereoriesarlaar)

1) Plan vaterlelg van verenigiog rot behovd van hec IJsselmeer (1974) 2) Inepraabodtl lWWB iaelusiel Plan Lievense (1981) 3) Rendwentsvarianr R.1J.P. (1983) 4) ldeernsehets Canfaetemissie vaor Nscvvr en Laodschepnbesehening (1967) 5) mrkensard-nrrfuurgebied nit "Verkenningen urkrwaard" (1975) 6) Inspnlhodel BISUA (1981) *) Bichtlng: + hoe hager. hoe beter

- hoe lager, hoe befer

- urkervaardalreroafieveo

*)

- + +

+ + +

- . +

+ + + + +

L

.- x Beleidevariaoten

Iandbouv mulfifunc. i n inriehfings-

"ariaof

244 256 821 758

480 683 249 316

-765 -550 180 -270

3 4 4 560

569 . 841 842 889

-29 364 7 420 50 700

-654 -657 811 815

Harke-eralfernafie~en

In(lprae.k~arie.nter,

Rendemenre-3, raodmeer4) naruur HISuA6) variant variant bosbouv variant

variant

!87 320 167 94 709 998 42 220

417 583 333 250 241 301 145 362

-765 . -665 -315 -265 -405 -205 145 -105 400 400 760 400

648 981 537 292 602 1.000 304 503

242 341 -242 508 -140 -7 -7 660

0 750 0 750

-738 -796 -650 -480 965 987 806 594

BeleidOvariaaCeo

referentie naruvr recrearie variant variant variant

0 2 48 0 0 148

0 -24 113 0 -27 107

0 +235 -335 0 395 -605 0 180 -240

. . . ..O -10 . ... 1 5 9 0 2 162

0 -206 378 0 -147 420 0 -100 200

0 0 -15 0 0 . 19

Inspraakvsrianten

ualerlelyl) m2) variant i t

54 987 131 PU

167 950 121 964

235 -465 395 -605

0 560

.. 25 1.425 0 802

-159 508 60 660 0 700

0 -71 0 100

mofdcrirerium

Economic

Uerkgelrgeaheid

Nefuur en milieu

Eoergie

Reerearie

Buimtelife ordeaing

subcriferium

kosten opbrengsteo

eanleg + inrichring beheer + exploirarie

m r k e m e r visie Nemtrele s i ~ i e mrkenaard rrisie

*anleg + inrichfing beheer + exploifatie

oreroachriogen uererrecrealie landrecreatie

opp. open rarer app. land

Page 123: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8

NORMGETALLEN VOOR BEOORDELINGSCRITERIA

In de volgendebijlage staat de.achtergrond informatie,voor de ontwik- kelde normgetallen voor de beoordelingscriteria: . . economie

, . werkgelegenheid , '

energie : . . . , . natuurmilieu

. a ' - . . re~reati~e

Page 124: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.1.

ECONOMIE

De uitgangpunten met betrekking tot de kosten en opbrengsten zoals die zijn vastgesteld bij de economische analyse vormen de basis voor de normgetallen. De uitgangspunten van de kosten *) zijn als volgt:

1. Aanleg dijken en infrastructuur bij landbouw- en inrichtingsvariant. Volgens opgave Z.Z.W., inclusief de apparaatskosten Z.Z.W.: a. bij inrichting volgens regeringsvoornemen f 1543,8 milj., excl.

B.T.W. f 1308,30 milj. b.' bij volledig landbouwkundig gebruik f 1141,l milj., excl. B.T.W.

f 967,03 milj. De dienst Z.Z.W. heeft ook een calculatie van de dijkaanleg op basis van moderne technieken gemaakt. De kosten van aanleg zijn dan f 292, miljoen lager. In de berekeningen is echter alleen met de hoogste kosten gewerkt.

2. Compenserende maatregelen geohydrologische gevolgen bij landbouw- en inrichtingscariant. Volgens opgave Z.Z.W. bedragen deze totaal f 422.5 miljoen, exclusief B.T.W. f 374,99 miljoen.

3. Kosten beheer en onderhoud bij landbouw- en inrichtingsvariant. Volgens opgave Z.Z.W. in geval van: a. inrichtingsvariant oplopend tot f 14 miljoen per jaar, in totaal

f 566 miljoen, excl. B.T.W. f 479,5 miljoen. b. landbouwvariant oplopend tot f 13 miljoen per jaar, in toaal f 52

miljoen, excl. B.T.W. f 443,8 miljoen. De kosten zijn inclusief de apparaaatskosten Z.Z.W.

4. Kosten ontginning bij landbouw- en inrichtingsvariant. In de berekeningen is als norm gebruikt f 1.500 per ha. In de bere- keningen is aangehouden dat natuurgebieden niet worden ontgonnen.

5. Kosten drainage bij landbouw- en inrichtingsvariant. Als norm is in de berekeningen verwerkt: a. bij de landbouwvariant gem. f 2.525 per ha b. bij de inrichtingsvariant gem. f 2.200 per ha, daar in dat geval

in natuurgebieden en bossen geen of minder drainage nodig is.

6. Kosten silobedrijf bij landbouw- en inrichtingsvariant. Deze kosten zijn op grond van eerdere bouwkosten geraamd op f 108 mil joen.

*) In de kosten van door de R.1J.P. uit te voeren werkzaamheden is een opslag voor de indirecte kosten (apparaatskosten) in de normbedragen begrepen.

Page 125: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.1. blad 2

7. Kosten bouw bedrijfsgebouwen e.d. bij landbouw- en inrichtingsvari- ant. ' .

- Als bouwkosten zijn de volgende kosten aangehouden: . . - ontginningsschuur f 500.000~st.

- inbouwen aardappelbewaarplaats f 200.000/st. - schuur akkerbouwbedrijf .. , f .700.00O/st. - veeteeltbedrijfsgebouw £:1.230.000/st.. - schuur bloembollenbedrijf . ., f. 400,.000/st. . De bedrijfsgrootte, bepalend voor het aahtal gebouwen is; - ontginning 1 schuur op ca. 2.000 ha - akkerbouw en veeteelt 1 schuur op 50.ha , ,

- bloembollenteelt 1 schuur op 10 ha.: . . . . 8. Kosten landbouwkundige exploitatie in: de landbouw- en inrichtings- . . variant. De volgende normbedragen per. ha zi jn. als jaarli jkse exploi-

tatiekosten, exclusief de afschjrijving bedrijfsgebouwen, opgenomen: - tijdelijke landbouwkundige exploitatie f 1.813 (op- basis gegevens 1981): - . . . . ,, , - akkerbouw 50 ha bedrijven . . f 4.681 (op basis B.1.E.B.-bedrijven '52,,5 ha in de jaren 1976 t/m 1980) . . - weidebouw 50 ha bedrijven . . f 9.446 . (op basis B.1.E.B.-bedrijven in de jaren Y976 tlm 1980) . '

- bloembollenteelt , , f 97.500

(op basis Tuinbouwcijfers 1982 L.E.I.) , . . . . ,

9. Kosten aanleg en beheer bossen bij landbouw- en inrichtingsvariant. Dekosten voor aanleg en beheer van bossen zijn niet in de berekenin- gen opgenomen, daar de oppervlakte bos vervangend zalzijnvoor aan- leg en beheer op het oude land en als zodanig geen extra maatschappe- lijke kosten enlof baten en budgttraire gevolgen met zich meebrengeq . . .. .

I ,' . . 10. ~osten aanleg en beheer natuurgebied in de ?inrichtingsvariant,

Deze bedragen: - kosten aanleg per ha f 600 - kosten beheer en onderhoud per ha f 250

11. Kosten aanleg en beheer recreatiegebied binnendijks in de inrich- .tingsvariant. Voor'de aanleg van 1.000.ha.recreatiegebied.zijn in de jaren.11 tlm20 en het beheer de volgende.kosten opgenomen: . .

- aanleg per ha . . . . , .f 7.500 --beheerskosten per ha ' . ' f 5.000.

, . . ',

12. Kosten aanleg jachthavens en ligplaatsen bij recreatie- en inrich- tingsvariant. Opgenomen is de aanleg van 4.000 ligplaatsen B f 10.000,--. , , .

13. Aanleg buitendijks recreatiegebied (verblijfsrecreatie). . In de recreatievariant Markermeer is voor verblijfsrecreatie een buitendijksgebied van 400 ha opgenomen. De kosten bedragen f 375.000 per ha. De aanleg geschiedt in de jaren 16 tlm.20.

Page 126: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.1. blad 3

15. Voorlanden dagrecreatie bij de recreatievariant. Voor voorlanden voor dagrecreatie is meegenomen 75 ha in de jaren 6 t/m 15 voor f 400.000 per ha. Bij de inrichtingsvariant zijn de kos- ten van voorlanden in de aanlegkosten begrepen van de polder.

16. Natuur, extensieve recreatie bij de recreatievariant. Dit gebied bestaat uit: 50 ha voorlanden B f 400.000/ha in de jaren 6 tlm 15 5 km strekdammen (25 m breed) ?i f 3 milj.lkm ook in de jaren 6 t/m 15.

17. Aanlegkosten bij de recreatie- en inrichtingsvariant: a. Recreatievariant

In de berekeningen is opgenomen de aanleg van 20 eilanden inclu- sief 500 aanlegplaatsen B f 1,5 miljoen per ha in de jaren 16 t/m 30;

b. Inrichtingsvariant In de berekening is opgenomen de aanleg van 500 aanlegplaatsen in de jaren 1 t/m 20 voor totaal f 5 miljoen.

18. Infrastructuur bij de recreatievariant. Er is voorzien dat de infrastructuur als volgt wordt uitgebreid met: 10 km wegen f 355.000 per km 100 ha halfverhard parkeerterrein 3 f 700.000 per ha 90 ha gras als parkeerterrein B f 50.000 per ha

19. Beheer buitendijksgebied; recreatie- en inrichtingsvariant. Als kosten is voor het beheer van het buitendijksgebied opgenomen een bedrag in de jaren 1 t/m 10 met f 200.000 oplopend tot f 2 mil- joen per jaar.

20. Aanleg visplaatsen; recreatie- en inrichtingsvariant. Voor de aanleg van visplaatsen is in de berekeningen verwerkt: - inrichtingsvariant f 400.000 per jaar in de jaren 16 t/m 20 (incl. B.T.W.)

- recreatievariant f 300.000 per jaar in de jaren 1 t/m 5 (incl. B.T.W.).

21. Kosten exploitatie jachthaven en overige recreatie; recreatie- en inrichtingsvariant. Opgenomen in de exploitatie jachthavens en de bestedingen door de recreanten. De bedragen zijn berekend op basis van E.T.1.F.-gegevens m.b.t. de provincie Friesland. - jachthavens voor 4.000 extra ligplaatsen f 16,3 miljoen per jaar - dagrecreanten f 9 miljoen per jaar - verblijfsrecreanten f 85 miljoen per jaar. Deze bedragen gelden bij volledige realisatie van de voorzieningen en zijn in de eerste jaren in verhouding tot de feitelijke realisa- tie genomen. De bedragen zijn inclusiref B.T.W.

22. Kosten openbaar vervoer bij de landbouw- en inrichtingsvariant. De kosten voor openbaar vervoer zijn geraamd op f 2 miljoen per jaar vanaf het 2le jaar. In de kosten-batenanalyse is aangenomen dat de opbrengsten als ge- volg van reistijdwinst gelijk zijn dan de kosten.

Page 127: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.1. blad 4

De kosten voor aanleg en inrichting van de landbouw variant en multifunctionele inrichtingsvariant zijn samen gaat in de tabellen

1. en 2. De kosten voor de geohydrologische tegen maatrege- len staan in tabel 3.

Page 128: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-
Page 129: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

m 3 - N 3 N

" 0 y y o m m . . om-.... + N

m qo-o r N 0 r n h . n

OD m

"--yo m NO"" "

"3 " 3 +

" ?..-0

0

N,.Q..rn 2 - 2

" m . 4 0 0 ' . - . . . N O Q - N

P.. " 3 d

" "-TO 0

N 0 " " " "3 m 3 -

" \ t o 0

N " h U C ,. m

b . . 0 ( Y * e YY, : . ,..,+ 8 gs $

" I D Y ? " ID " Y?

;;?; 0 0 0 - 51 z?,m00o-. 0 0 0 0

art-+ .N .+00.4<51 1/31

N O " . 3 -

1?412 go- < r . . m u . 0 0 " -

m m = m .m", - - 3 U F O

- 0 0 0 3 -0.. 3 0 0

Page 130: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.1. blad 7

Tabel 3. INVESTERINGEN EN EXPLOITATIE GEOHYDROLOGISCHE TEGENMAATREGELEN (infiltratiesysteem)

?n in lo3 gulden. ~ r i j s ~ e i l mei 1983, inclusief B.T.W.. bedr

exploitati

11.400 11.200 11.100 10.900 10.800 10 .600 10.400 10.200 9.900 9.700 9.500 9.200 9 .ooo 8.700 8.500 8.200 7.900

jaar na start

5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 2 2 23 24

investeringen

54 .ooo 53 .ooo 53 .ooo

15 .OOO

20 .OOO

Page 131: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.1. blad 8

DE UITGANGSPUNTEN M.B.T. DE OPBRENGSTEN ZIJN:

1. Opbrengsten landbouwkundige exploitatie landbouw- en inrichtingsva- riant. Als prijs en fysieke opbrengst van landbouwprodukten is opge- nomen :

> i

tarwe f 53,72 (prijs 1982)/100 kg haver f 46,85 (gem. 1977 t/m 1982)/

100 kg suikerbieten f 108,33 (prijs 1982) 1000 kg consumpti'e-aardappelen f 19,75 (gem. 1977 t/m 1982) pootaardappelen f 45,00.(idem)/lOO kg uien f 18,35 (idem)/100 kg erwten f 73,05 (idem)/100 kg melk . . f , 0,73 (prijs 1982)/kg

. . De opbrengsten in kg zijn gebaseerd op de resultaten van de bedrij- ven in eigen beheer. . Voor de tijdelijke landbouwkindige exploitatie zijn de gegven's over :

de jaren 1'978 t/m 1982 voor de kg-opbrengsten en de prijzen 1981 'van het grootlandbedrijf gebruikt. Als norm per ha is berekend:, - tijdelijke landbouwkundige eiploitatie f 3.205 - akkerbouw f 7.048 - weidebouw f 12.857 - bloembollenteelt f 103.900 (Tuinbouwcijfers 1982 L.E.I.)

2. Indirecte opbrengsten landbouwkundige exploitatie; landbouw- en in- richtingsvariant. Naast directe opbrengsten van de landbouwkundige exploitatie zal er een opbrengst ontstaan bij de toeleverende en verwerkende bedrijven, voor zover geen sprake is van importvervanging. Op basis van gege- vens van het C.B.S. en het L.E.I. zijn deze als volgt samengesteld: - tijdelijke landbouwkundige exploitatie (alleen toeleverend) 10,73%

- akkerbouw 27,08% - weidebouw 40,38%

3. Besparing grondkosten kernen; inrichtingsvariant. Voor een kwart van de oppervlakte te realiseren stedelijk gebied is een besparing meegenomen van f 60.000 per ha. i.v.m. vervanging van bebouwing op oude land.

4. Besparing grondkosten aanleg bosen; inrichtingsvariant. Voor de oppervlakte bosgebied een besparing meegenomen van f 40.000 (inclusief bedrijfsbelindigingsvergoeding) i.v.m. vervanging bosaanplant oude land.

5. Structuurverbetering,op het oude land; landbouw- en inrichtings- variant. Door verplaatsing van bedrijven naar het nieuwe land ontstaat er een

Page 132: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

blad 9

structuurverbetering op het oude land. In de berekening is opgenomen een bedrag van f 500 per ha per jaar, waarbij ervan uit is gegaan dat: - 75% van de uitgegeven grond hiervoor is gebruikt - er 113 meer grond in het nieuwe land wordt uitgegeven dan op het oude land vrijkomt.

6. Besparing aanleg dijken; landbouw- en inrichtingsvariant. In geval van aanleg van de Markerwaard behoeven de volgende werk- zaamheden niet te worden uitgevoerd. De kosten hiervan zijn derhal- ve besparingen: - versterken Oostvaardersdijk f 25 miljoen (incl. B.T.W.) - versterken dijk Lelystad-Enkhuizen f 75 miljoen (incl. B.T.W.).

7. Opbrengst recreatiegebied binnendijks; inrichtingsvariant. De opbrengst is f 1.000,- per ha van het'in gebruik zijnde gebied. De indirecte opbrengsten zijn gesteld op 29% (E.T.1.F.-gegevens).

8. Opbrengst besteding recreanten;' recreatie- en inrichtingsvariant. De opbrengsten als gevolg van de bestedingen door de recreanten zijn meegenomen voor de verblijfsrecreatie, dagrecreatie en de 4.000 lig- plaatsen in jachthavens. De indirecte opbrengsten zijn op 29% gesteld.

9. Besparing door nieuwe arbeidsplaatsen bij alle varianten. Als gevolg van nieuwe arbeidsplaatsen zal er een besparing zijn. Hiertoe zijn de loonkosten als aandeel van de diverse totale kosten bepaald. 80% van het totaal aan loonkosten vomt de besparing. De loonkosten zijn als volgt bepaald:

. . x f 1 miljoen

Landbouwvariant inrichtingsvariant

aanlegkosten 113 deel 322,34 436 ,lo compensatie geo- hydrologie 113 deel 125,OO 125.00 beheer en onderhoud 112 deel 221,70 239,75 ontginning 112 deel 29,lO 26,lO drainage 112 deel 48,98 38,28 silobedrijf 113 deel 3,05 3,05 bedrijfsgebouwen 1/3 deel 177,93 143,78 tijdelijke exploitatie f 469lha 54,59 82,17 akkerbouw f2381/ha 2.110,24 368.77 weidebouw f23811ha 393,89 788,ll bloembollenteelt f12800lha 4.216,42 3.423,11

10. Negatieve baten visserij bij landbouw- en inrichtingsvariant. De vermindering van de netto toegevoegde waarde in de visserij dient als negatieve opbrengst te wor'den meegenomen. Op grond van onder- staande gegevens uit het werkdocument 1982-70 Abw "Gevolgen van de aanleg van de Markerwaard voor' beroepsvisserij in het IJsselmeerge- bied" is de jaarlijkse afname berekend op f 2,03 miljoen. Hierbij is uitgegaan van:

Page 133: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.1. blad 10

Recreatiegebied: aanleg I ha f 7.500,- beheer f 5.000 f 1.000,-

- werkzame personen per 1-1-1982: 320 - 80% werkzaamheid in IJsselmergebied - netto-toegevoegde'waarde gelijk aan minimum loon visserij. ,

geschikt is ' , ,

- geen rekening is gehoudenb met de stijging van de produktie . . tijdens het droogvallen en na de aanleg van de dijken.

. , . , . . , . . . . ? .

. . A1 deie uitgangspunten zijn samengevat in tabel 4. die de basis vormt. voor de normgetallen vermeld in hoofdstuk 6.2. Aangenomen is daarbij datontginning en drainage beschouwd kunnen worden als aanleg en inrich- ,

ting voor de overigebestemmingen in de polder< De .gronden.zijn na de uitvoering van deze werkzaamheden zonder meer geschikt voor landbouw., Van de overige bestemmingen zijn extra investeringen nodig. Deze,staan, , vermeld in tabel 4. In een aantal gevallen is ontginning en drainage , . .

echter niet noodzakelijk, denk bij voorbeeld aan de bestemming bos en natuurterrein.

. . . > , , A, . . . . . . , . . . , , ..

Tabel 4. Kosten en opbrengsten vanbestemmingen en-elementen in , . .

. . kosten. ; . opbrengsten

gem. f 9.62 milj. f 40 mil.,: f 0,l milj. . . f 355.000,-. P.M.

f 40 milj. ca. f 40 milj.

f 1,8 milj. f 1,500,- f 2.200,- B f 2,525,- .. f 10,8 milj. , .

. .

f 0,5 milj. . . f 0.7.milj. .. .,

f 1,23 milj. f 0,4milj.

f 1.813,- f '3.205,-. f 4.681 ,- f 7.048,- f 9 -446 ,- f 12.8.57 ,- f 97.500,- f 103 .goo,- f 3.850,-, '

f 400,- f 175,- f 6.500,-110. ji f 600,-

I f 250.- I

guldens per

0mschri jving

Aanleg di jk Gemaal Kunstwerken polde&eg ' '

Kanalenl'sloten etc. . ' Oe"eiverbinding Sluis Voorlanden 50 m breed Ontginning Drainage ' Silobedrijf Bedrijfsgebouwen: ontginning akkerbouw '

veelteelt bloembollen

Tijdelijke landbouw- exploitatie Akkerbouw Weidebouw Bloembnollenteelt Bossen: aanleg .

inboeten beheer

Natuurgebied: aanleg I beheer

eenheid

eenheid

km stuk ,

'stuk ,

km km stuk s tuk km ha. ha stuk

stuk stuk stuk stuk

ha ha ha ha

. ha ha ha ha ,

1 ha

Page 134: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.2.

WERKGELEGENHEID

Normgetallen voor werkgelegenheid zijn zo goed mogelijk ingeschat, waar- bij de verdelingen voor de conomische analyse als basis hebben gediend (bijlage 8.8.2.1.).

Voor' beheer en onderhoud van de polder is een aantal arbeidsplaatsen be- rekend van gemiddeld 119. Dit komt dan neer op 3 arbeidsplaatsen per 1.000 ha ingepolderd gebied.

Voor de bestemming landbouw wordt aangenomen dat voor blijvende exploi- tatie bedrijven worden uitgegeven van 50 ha. Het aantal medewerkers per bedrijf is afhankelijk van het soort bedrijf: - akkerbouw 196 - veeteelt 230 - bloembollen 2,O

Met behulp van deze gegevens.va1 te berekenen dat het aantal arbeids- plaatsen voor akkerbouw 32 per 1.000 ha bedraagt en voor veeteelt en bloembollen 50 per 1.000 ha.

Het aantal arbeidsplaatsen voor bossen en natuurterreinen is ingeschat op 5 per 1.000 ha.

Uit berekeningen voor de inrichtingsvariant blijkt dat voor het beheer van recreatiegebieden voornamelijk campings en bungalowparken mag worden gerekend op 500 arbeidsplaatsen voor 1.000 ha. Als norm is vastgesteld 500 per 1.000 ha. Voor de exploitatie van jachthavens kan worden gere- kend met 98 arbeidsplaatsen. Met andere woorden per 1.000 ha recreatie- gebied voor landrecreatie mag worden gerekend met ca. 100 arbeidsplaat- sen voor waterrecreatie.

Uit het Statisch jaaroverzicht van de gemeente Lelystad valt af te lei- den dat op 1.700 ha stedelijk gebied 10.000 arbeidsplaatsen aanwezig zijn. Hieruit valt te berekenen dat per 1.000 ha 6.000 arbeidsplaatsen aanwezig zijn in stedelijke gebieden.

Alle berekeningen te zamen leveren het volgende beeld op.

Tabel 1. Arbeidsplaatsen per 1.000 ha

beheer polder 3 akkerbouw 32 veeteelt 40 bloembollen 40 bosbouw 5 beheer natuurterreinen 5 waterrecreatie 100 landrecreatie 500 stedelijk gebied (norm) 6.000

Page 135: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

i . . 5

. . Bijlage 8.2.1.

Tabel 1. Blijvende werkgelegenheid na aanlegperiode Markerwaard in arbeidsjaren per jaar

inrichtingsvariant na 20" jaar

loondeel arbeids- x f 1 milj. plaatsen

5,93 119

464 400 300

. 0,48 .lo 2,40 50 4,60 98 2,54 47 24,Ol . ' 510

. . . : . .. . 566 - 7 . 5 6 6

2,02 43 14

2.621

landboukariant na 15' jaar

loondeel . arbeids- - x f 1 milj. plaatsen .

5951 110

1.050 180 , . 300

.. . - ,

423 - 2.063

2.063

Beheer enonderhoud polder Blijvende exploitatie: - akkerbouw - weidebouw - bloembollenteelt Beheer natuurgebied Beheer recreatiegebied Exploitatie jachthavens ~a~iecreatie Verblijfsrecreatie bung'.+camp.

Indirectie werkgelegenheid Totaal Bosbouw Bosbouw indirect Yotaal inclusief bosbouw

loon per gedeelte jaar loon van x f 1000 kosten

50 112

1.6 medewerker plbedr. 2 medewerker plbedr. 2 medewerker plbedr.

: 47 112 47 112 47 113

. 47 113 47 113

. ~ . ~ ,. . .

47 . 112

Page 136: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.3.

ENERGIE

Voor de 5 beleidsvarianten in het MarkermeerfMarkervaardgebied is het totale energieverbruik voor de aanleg- en inrichting voor een periode van 50 jaar berekend. Daarnaast is de jaarlijkse energiebalans vastge- steld in de beheers- en exploitatiefase. Hiertoe is nagegaan: . welke werkzaamheden vanneer vorden uitgevoerd; . hoeveel machine-uren en materiaalhoeveelheden voor deze werkzaamheden nodig zijn; . vat het totale energieverbruik (directe en indirecte) is, uitgedrukt in GJ per eenheid (ha, st, km). Dit zijn de energiekengetallen, die voor zover niet uit bekende infomatiebronnen afgeleid, zo goed moge- lijk zijn berekend. De uitgangspunten voor deze berekeningen zijn weergegeven in bijlage 8.8.3.1. In tabel 1. zijn de voornaamste energiekengetallen globaal aangegeven.

Leverbruik in GJIeenheid voor aanleglinrichting en

L . I I

~enbouv 'iel I t/m IV

Weg op dijk

Gemalen en sluizen, Gemalen en sluizen Droogmalen

Ontwatering Hoofdvaarten Tochten Sloten Oevervoorzieningen

Ontsluiting Wegen Kunstwerken Oeververbindingen

,

km km

st ha

km km km km

km st st

Landelijk gebied Tijdelijke exploitatie Landbouw Bosbouv Natuur Recreatie-verblijfsrecreatie

- dagrecreatie Visserij

Woonkernen Wonen Werken Centra Overige

45.000 - 65.625 10.900

240.000 - 525.000 10,5

1.600 - 3.000 72 20 44 - 1.600

3.325 - 10.900 4 .OOO

350 .OOO

ha ha ha ha ha 8 t ha st ha

ha ha ha ha

0 220

1.200 - 2.625 0 3

9 5 1 ~ 5 0,4 1 - 32

65 - 220 40 1.750

3 5 0 6 0 1.800

600 .ooO 1.200 - 1.440

60 - 240

12 .OOO 8.000 45 .OOO

2.500 - 10.000

12 20 - 108 0,1 0 36 300.000 6 - 72

1,2 - 24 0,s

6 .OOO 4 .OOO 22 .SO0 50 - 500

-

Page 137: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.3. blad 2.

Het totale energieverbruik voor de aanleg en inrichting loopt uiteen van 0,2 PJ voor de natuurvariant tot 19,35 PJ voor de Multifunctionele in- richtingsrecreant (tabel 2.)

Tabel 2. Totaal energieverbruik voor aanleg- en inrichting van ~arkermeer1Markerwaardvarianten in PJ per bestemming

Energie-opbrengst . . . . . .. . . . .

De voornaamste energiebronnen in het ~arkerme~rl~arkerwaard~ebied, die een energie-opbrengst kunnen opleveren zijn: I . De biomassa - voedsel en energie (warmte); . Windenergie (elektriciteit); . ~ardwarmte (warmte); . Zonne-energie (warite :en elektriciteit); . ,

Bestemming . . ' 3

Infrastructuur water Landbouw . Bossen en natuurterreinen Recreatiegebieden Wonen

~otaal ,

a. Energie uit biomassa

Uit eerdere energieberekeningen voor het Markerwaardgebied valt af te leiden dat de gemiddelde energie-opbrengst uit biomassa ongeveer 150

'

GJlha bedraagt (tabel 3. ).

. .

Tabel ' 3. Energie-opbrengst uit biomassa in GJIha d

,. . 'Markermeeralternatieven

:, , ,

Markerwaardalternatieven Recreatie variant

. . ,

. ,

4,000

. 4,000

Referentie variant ..;

,

0,425

0,425 ,

Landbouw variant

. . 7,175'

.2,755 . ,

0;425 2,875

. 13,230

l GrondIBestemming I totaal

Uit tabel 3. valt af te leiden dan m.n. in de landbouw globaal 60% van de energie in de vorm van voedsel wordt geproduceerd en 40% in de vorm van energie (afvalwannte, mest, stro e.d.).

Natuur variant

. .

0,200

0,2001

MF inrichtings- , . . .

variant . , .

'9,040

3,320. . . ' ,

0,040 2,200

, 4,750

19,350

waarvan voedseldeel energiedeel

. landbouw tijdel. expl. landbouw akkerbouw landbouw veeteelt landbouw bloembollen - bossen

. , natuur

Uit beschouwingen ten aanzien van de commerciZle visvangst en de con- sumptie van visetende vogels valt af te leiden dat de mens 20 kglha

. 120 180 86 150 150 150

4 80 40 155 2 5 7 6 10.

150 150 150

Page 138: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.3. blad 3

vangt en de vogels 10 kglha. Dit komt overeen met een energie-opbrengst van 0,12 GJlha voor de mens en 0.06 GJ/ha voor de vogels.

b. Windenergie

Voor de berekeningen is uitgegaan van de standaard windmolen met een vermogen van 1 MW, 1 wiekdiameter van 50 m en ashoogte 50 m. Aangenomen wordt dat 2.500 bedrijfsuren per jaar haalbaar zijn. Dit houdt concreet in dat per jaar 2.500 MWH aan energie geproduceerd kan worden. Dit komt overeen met 9 TJ/J.

In een ingepolderde Markerwaard kunnen maximaal 3.200 windmolens worden geplaatst. Aangenomen wordt dat 20% van dit aantal daadwerkelijk geplaatst wordt en dat deze worden verdeeld over de grondbestemmingen in de verschillende varianten.

Aangegeven is in tabel 4. de energie-opbrengst in TJ/j na de bouw en in- stallatie van alle windmolens.

Tabel 4. Energie-opbrengst windenergie in TJ/J voor Markenneerl Markempardvarianten per bestemming

Markermeeralternatieven

c. Aardwarmte

- -

Markerwaardaltenatieven

1

2 Per 4 km kan 1 standaardproject worden aangelegd met een gemiddeld ver- mogen van 5-10 MW. Met zo'n project zouden naar de huidige inzichten van 3.000 woningen per jaar in hun behoefte aan ruimteverwarming kunnen voorzien. In het Markerwaardgebied zouden max. 100 aardwarmteprojecten kunnen worden aangelegd. Aangenomen wordt het daadwerkelijk aantal projecten afhangt van de omvang van de woonkernen en de recreatie-objecten. Bij een verondersteld aantal bedrijfsuren van 2.500 per jaar en een gemiddeld vermogen van 10 MW zal de energie-opbrengst van een aard- warmteproject 90 TJIJ bedragen (tabel 5.).

referentie 1 natuur Irecreatiellandbouw) multifunc-

totaal aantal windmolens energie-opbrengst

bee temming

infrastructuur landbouw akkerbouw veeteelt bloembollen recreatie wonen

pariant

n.v.t.

variant

n.v.t.

variant

200 1800

100%

variant

640 5760

10%

55% 15% 5%

15%

tionele inrich- tingsvariant

640 5760

15%

25% 32,5%

. 2,5% 10% 15%

i

Page 139: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.3. blad 4

Tabel 5. Energie-opbrengst aardwamteprojecten in TJ/J voor Marker- meer/Markerwaardvarianten per bestemming

De hoeveelheid invallende zonnestraling in het Markerwaardgebied is aan-' zienlijk. Uit gegevens van het K.N.M.I. te De Bilt blijkt dat het gaat - om ca. 34 TJ/ha. Aangenomen wordt dat her actieve gebruik van zonne-energie met een rendement van ca. 20% vooral zal plaatsvinden in de woonkernen en nabij boerderijen en op recreatie-objecten (tabel 6 - ).-

. . . . . '~abel 6: Energie-opbrengst in TJIJ voor MarkemeeriMarkerwaardvarianten

per bestemming

varianten

aantal projecten energie-opbrensgt

bestemming recreatie wonen

De energie-opbrengsten voor de 5 beleidsvarianten zijn samengevat in de tabellen 7 t/m 11.

.

Markerwaardaltenatieven Markermeeralternatieven landbouw variant

5 450

100%

reterentie variant

n.v.t. -'

MF inrichtin@-' variant . . . .

10 900

I . ,

25% , ,

75%

natuur variant

n.V.t. -

recreatie variant

2 180

100%

Page 140: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8 .8 .3 . blad 5

Tabel 7. Energie-opbrengst in TJ/J voor referentievariant per be- stemming en per energiedrager

Tabel 8. Energie-opbrengst in TJ/J voor natuurvariant per bestemming en per energiedrager

aard- ener- gie

wind- ener- gie bestemming

infrastructuur water landbouw bossen atuurterreinen recreatiegebieden wonen

totaal

bestemming

infrastructuur water landbouw bossen natuurterreinen recreatiegebieden wonen

totaal

zonne- ener- gie

biomassa

wind- ener- gie

biomassa

totaal

10

10

totaal voed- sel- deel

10

10

aard- ener- gie

voed- sel- deel

10

10

excl. voed- sel- deel

0

0

ener- gie- deel

incl. voed- sel . deel

10

10

zonne- ener- gie

ener- gie- deel

totaal

10

10

totaal excl. voed- sel- deel

0

0

lncl. voed- sel deel

10

10 4

Page 141: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.3. blad 6

Tabel 9. Energie-opbrengst in T J l J voor recreatievariant per be- stemming en per energiedrager

Tabel 10. Energie-opbrengst in T J / J voor landbouwvarfant per bestem- ming en per energiedrager

bestemming

infrastructuur water landbouw bossen natuurterreinen recreatiegebieden wonen

totaal

wind- ener- gie

580

$320

860

5760

biomassa voed- sel- deel

5420

5420

aard- ener- gie

450

450

zonne- ener- gie

850

2550

3400

ener- gie- deel

1100

1100

- totaal

totaal

6520 :

6520

, exclJ voed- sel- deel

580

6270

3860

10710

inc1.- voed- sel deel

.

580

11690

3860

16130

Page 142: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.3. blad 7

Tabel 11. Energie-opbrengst in TJ/J voor multifunctionele inrich- tingsvariant per bestemming en per energiedrager

gebaseerd op een jaarlijkse kap van 700 ha bos gebaseerd op een jaarlijkse rietoogst van 2.000 ha

Met behulp van de tot nu toe verzamelde gegevens kan voor iedere variant een energiebalans worden opgesteld (tabellen 8.3.12. t/m 8.3.16)

Tabel 12. Jaarlijkse energiebalans in TJ voor referentievariant per bestemming

inclusief voedseldeel biomassa 10 2, inclusief voedseldeel biomassa - 50 3, 20 jaar na start aanleg inrichtingsfase

bestemmingen

infrastructuur Water wandbouwgebied bos- en natuurgebied recreatiegebied woongebied

totaal

jaarlijkse energieb ans in beheers- en exploitatiefase f j

energie- saldo

- 30

- 30

- 60') -

energie- verbruik

30

30

60

energie- opbrengs t totaal

0l)

Page 143: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Tabel 13.'~aarlijkse energiebalans ii TJ vodr natuurvariint per I bestemming . . .

1' ,. ..

. .. energie-

energie- opbrengst energie- verbruik totaal saldo

inclusief voedseldeel biomassa 10 inclusief voedseldeel biomassa - 30 . .

. . 3, 20 jaar na start aanleglinrichtingsfaie "

Tabel 14. Jaarlijkse energiebalans in TJ voor recreatieevariant per bestemming

(. . .

. .

' . . .

.,

, ~ .

bestemmingen - . f -

inf rastructuur water landbouwgebied bos- en natuurgebied. recreatiegebied woongebied . - - - .

. . totaal . .

.

. . . .

30 . ,.

10

-.40 . ,

. jaarli jksh energieb ans in beheers- en exploitatiefase fj f

I . energie- ,r I . .

best emmingen . . .

infrastructuur water landbouwgebied bos- en natuurgebied recreatiegebied woongebied

totaal . , . .

... . . ..

.~ 0l)

. . " . - - . e. . . . .

inclusief voedseldeel biomass* :+ 2330 2, inclusief voedseldeel biomassa :+ 1575 , ',

. ! . . '

3, 20 jaar na start aanleg inrichtingsfasq ? ' . . . . . , . , .

energie- verbruik.

~.

30

725 ,'

. - .

755 . ,

- 30 . , . ,

\

.- 10 ' ,

. . - - 402)

. . . ;.' opbrengst

totaal '

2320 . . 1

2320')

energie- saldo

- 30

+ ,1595 - . . + 1565~)

. . , ,

Page 144: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bi jlage 8.8.3. blad 9

Tabel 15. Jaarlijkse energiebalans in TJ voor landbouwvariant per bestemming

inclusief voedseldeel biomassa 16130 z! inclusief voedseldeel biomassa + 13560

bestemmingen

infrastructuur water landbouwgebied bos- en natuurgebied recreatiegebied woongebied

totaal

' 1 20 jaar na start aanleglinrichtingsfase

Tabel 16. Jaarlijkse energiebalans in TJ voor multifunctionele in- richtingsvariant per bestemming

jaarlijkse energieb ans in beheers- en exploitatiefase 3i energie- verbruik

40 10

1170

30 1320

2570

inclusief voedseldeel biomassa + 16300 inclusief voedseldeel biomassa + 11890

3, 20 jaar na start aanleglinrichtinpsf ase

bestemmingen

infrastructuur water landbouwgebied bossen natuurterreinen recreatiegebied woongebied

totaal

energie- opbrengst totaal

580

6270

3860

10710')

energie- saldo

+ 540 - 10 + 5100 - 30 + 2540 + 8140')

jaarlijkse energieb ans in beheers- en exploitatiefase 3j energie- verbruik

110 10

1400 0

740 2150

4410

energie- opbrengst totaal

860

5170 105 300 1150 5710

13295')

energie- saldo

+ 750 - 10 + 3770 + 105

300 + 410 + 3560 + 8880~)

Page 145: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8 .8 .3 . blad 10

De berekeningen in de voorgaande tabellen bevatten voldoende informatie om normgetallen voor energieverbruik en energie-opbrengst samen te stel- len. Een samenvattend overzicht vormt tabel 17. welke ook is opgenomen in hoofdstuk 6 . 2 . Normgetallen voor beoordelingscriteria

Tabel 17: Energieverbruik en energie-opbrengstvan diverse bestemmingen ' ' in het MarkermeerIMarke~waardgebied in GJ per eenheid .. , , ,

I I

Di jken Gemalen/sluizen Kanalen . Wegen Bruggen Oeververbindingen

0mschri jving

. . . .

lopen water I Landbouw . akkerbouw . veeteelt

eenheid

Bosbouw Natuur Recreatie - waterrecreatie - landrecreatie Stedelijk gebied

Energieverbruik. .

km , . stuk km '

km stuk stuk

ha

. . . Energie-opbrengst . -

, . - . . , . .

aanleg en inricht'ing

, ,

. beheer en. exploitatie'

52.500 . '40 .OOO ":'200. 6.750 4.000

350;OOO

0

I .. - . - 2'

- . , 4 . , 135

. - .; . , . . .40 1.750

' 0

. ' , . - . . ~ . . .,

, . - . . . . . - ~, -

s . ' . - , ... , - .

, . . 0

,

. ;

Page 146: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.3.1.

ENERGIEVERBRUIK VAN WERKZAAMHEDEN VOOR DE BELEIDS- VARIANTEN IN NET MARKERMEERIMARKERWAARDGEBIED

1. Algemeen

Het energieverbruik voor de uitgevoerde werkzaamheden is zo goed moge- lijk berekend op basis van manuren, machine-uren en gebruikte materia- len. Hoewel arbeid war kosten betreft vaak 50 tot 60% van de totaal kosten uitmaakt kan deze factor bij de energieberekeningen verwaarloosd worden. In eerdere berekeningen (Boxsem 1981) maar ook in de literatuur (Leach, 1977, Pimentel 1980) wordt aangetoond dat arbeid vaak minder dan 1% van het totale energieverbruik uitmaakt. Voor zover het energieverbruik van machines en materialen niet kan worden berekend op grond van machine- uren en gebruikte hoeveelheden is gewerkt met het kengetal. Bruto binnenlandse energieverbruik in Joules Gelnxeerde toegevoegde waarde van bedrijven in guldens. Dit getal is over een reeks van jaren redelijk constant (tabel 1.1);

Tabel 1.1. Energiekengetal voor machines en materialen

gelndexeerde bruto BBVITW toegevoede waarde binnenlands in

energieve ruik MJIgld BBv in 1ofj J

In'de verdere berekeningen wordt gewerkt met her kengetal 10 MJIgld.

2. Di jkenbouw

2.1. Aanleg ------ Dijkopbouw Oostvaardersdiepdijk: . hoogte + 2.70 boven N.A.P. . gebruikte materialen:

- zand - keileem - klei - steenglooiing

Deze materialen hebben een energie-inhoud (tabel 2.1.)

Page 147: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.3.1. blad 2

Tabel 2.1. Energie-inhoud van materialen voor dijkenbouw

per m 2 I . . 2, schatting

. , , . D& materialen worden met machines op de 'piaits van'bestgmming gebricht. Aangenomen is dat hiervoor ca. 2.500 GJIkm aan energie voor nodig is. ' '

Het totale energieverbruik voor deaanleg van de Oostvaardersdiepdijk wordt daarmee geschat op 45.000 GJlkm.

materiaal

. ,

zand keileem klei .

1) steenglooiing - totaal

Voor de Markerwaard worden dijken met verschillend profiel aangelegd (tabel 2.2 .) . di jkprof iel IV komt globaal overeen met prof iel Oostvaardersdijk.

volumema sa 3 in t/m , .

1-60 ' 1.50 1.30 ,

hoevee heid 3 in m lkm

750.000 50 .OOO 5.000 300

Tabel 2.2. Dijkprofielen voor Markerwaard

massa in tlkm

1.200:OOO 75 .OOO 6.500

1 Totaal 1 63,6 I I Aangenomen is dat de verbruikte energie van de dijkprofielen evenredig is met de gebruikte hoeveelheid materialen, dus evenredig met de inhoud (tabel 2.3.).

energie-inhoud

verhoudingsgetallen ". . inhoud'

1

~ a b d 2.3. Energieverbruik di jkprof ielen Markerwaard

in M.l/ton

17,5 17,5

' 17,5

hoogte i n m . .

- Dijkprofiel .

in ~.J/km

- 21.000 . ,

1.312' 114

20 .0002)

42.426

lengte in km

Jaarli jks onderhoudlbeheer .......................... Het energieverbruik voor onderhoud is nihil.

energieverbruik GJIkm

' 65.625' 56.250 50.000

. 45.000

Di jkprofiel.

I , I1

111 IV

verhoudingsgetal , .

, 145.8 . . . '125,O

112,5 100.0

Page 148: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8 .8 .3 .1 . blad 3

3. Gemalen en sluizen

3 . 1 . Aanleg ------ Kosten aanleg gemaal f 40 miljoen; gemaal + sluis f 88 miljoen 60% van aanlegkosten is materiaa1Jrnachineverbruik: gemaal f 24 miljoen; gemaal + sluis f '52,5 miljoen. Energieverbruik per gulden materiaal/machinekosten is 10 MJ (zie par. 1 ) .

6 Het energieverbruik voor een gemaal wordt: 24x10 x10 = 2 4 0 x 1 0 ~ M J = 240.000 GJ; voor een gemaal + sluis: 52,5x106x10 = 5 2 5 x 1 0 ~ MJ = 525.000 GJ. De bouwtijd bedraagt 6 jaar, zodat per jaar voor een gemaal op een energieverbruik moet worden gerekend van 40.000 GJ, voor een gemaal + sluis wordt dit 87.000 GJ.

3 .2 . Jaarli jks beheer ---------------- 3 Gemaal Wortman verbruikt 4 , 2 kg dieselolie om 1.000 m water over 6 m

hoogte weg te pompen.

Neerslag 750 mm/ jaar = 7.500 m3/ha kwel 365 mmljaar = 3.650 m:lha totaal per jaar 11.150 mJ/ha verdamping per jaar 6.500 rn3lha nog weg te pompen , 4.650 mJ/ha

1.000 kg dieselolie - 42 GJ, d.w.2. energieverbruik wordt 0,815 GJ/ha/J Gerekend wordt voor beheer met 815 GJI1.000 halJ.

3 .3 . Droogmalen Markerwaard ...................... Het gemaal in Markerwaard is vergelijkbaar met gemaal Wortman. Verbruik

3 4 , 2 kg dieselolie om 1.000 m water over een hoogte van 6 m weg te pom- pen. Energie-inhoud dieselolie bedraagt 42 GJ/1.000 kg. Hoevee he d water die uit Markerwaard moet worden gepompt bedraagt . 4 4 2 . 4 ~ 1 0 m in de inrichtingsvariant en landbouwariant. Totaal energieverbruik bedraag dan ~ x 2 , 4 x 1 0 9 x - 42 423.360 GJ

1000 1000

Gerekend wordt mert 425.000 GJ.

Page 149: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.3.1. blad 4

4 . Ontwatering

De kosten voor het aanleggen van hoofdvaarten, tochten, sloten en kwelsloten lopen uiteen van f 5.000,-- per km tot f 750.000,-- per km. Aangenomen wordt dat 40% van dit bedrag voor rekening komt van machines. Voor het energieverbruik wordt gewerkt met het kengetal van 10 MJ per- gulden (par. 1 ) . Een en ander betekent dat het energieverbruik voor de aanleg van het ontwateringssysteem in de polder varieert van 20 GJ/km tot 4.700 GJ/km. Voor het jaarlijks onderhoud wordt 'gerekend met 2% van het energieverbruik voor de aanleg (tabel 4.1.) .

Tabel 4.1. Energieverbruik voor aanleg en onderhoud ontwateringss~steei .. in Markerwaard.

5.1. Aanleg ------

- Soort werkzaamheden

hoofdvaart primair baggeren hoofdvaart secundair baggeren tochten graven sloten graven kwelsloten graven oevervoorzieningen vaarten ,

oevervoorzieningen tochten

In de polder komen 4 wegtypen voor t.w.: . . - polaerwegen met een.breedte van ,3,50 m, zgn. kwartaire wegen; - polderverzamelwegen met een wegbreedte van 6 ,00 m, zgn. tertiaire wegen;

- autowegen met een wegbreedte van' 7 ,00 m, zgn. secundaire wegen; - autosnelwegen met een wegbreedte'van 24,OO m zgn. primaire wegen.

' I .

Bepalend voor het energieverbruik is de profielopbouw (figuur 5.1.) en het verbruikte materiaal (tabel 5.1 .). Tabel 5.1. Verbruikte hoeveelheid materialen voor wegtypen in

Markerwaard

kosten in gldlkm

750.000,-- 400.000 ,--

18.000.-- 5.000,-- 7.500,--

400 .OOO,-- 11 .OOO ,--

energieverbruik in GJjkm

wegtype

pold&weg polderverzamelweg autoweg autosnelwee

aanleg

,3 .000 ) , 1.600 )

7 2 20 30

1.600 ' 44

onderhoud

95 ,.o .

1 ~ 5 0 , 4 0 , 6

32,'O 1 ,O

materiaal in m3 per km zand

4.400 7.200

10.000 60.000

asfalt

525 1.200 1.750 6 .OOO

steenachtig materiaal

140 150 280 . 960

hoogoven- slakken

87 5 1.500 1.750 6.000

Page 150: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Pi

Bijlage 8.8.3.1. 1

blad 5 1

Page 151: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.3.1. blad 6

1 ' . Behalve de energie-inhoud van 'de materialen spelen ook d& itigezefte ma-. chines een rol. In de, wegenbouw is de nergie-lnhoud van de materialen vele malen groter dan het energieverbruik van de 'machines. Dit hangt met name ,samen met de hoge energie-inhbud van asfalt' (bitumen) eeh 'van' de. .

.. , , . belangrf jkste wegenbouwmaterialen. ,, . . J.

De meeste energie vergt .de aanleg van;autosnelwegen, de minste polderwe- gen (tabel 5-21. ' I . I .

. . , , . . , . . . . : , ,

Tabel 5.2. Energieverbruik in GJ/h voor 4 wegentypen .. .

ovenslakken enetratielaag

hoogovenslakken

Gerekend is met'de volgende getallen: ... . . polderweg 3.325 GJlkm . . . , . polderverzamelweg 7.500 GJ/km . .

, . autoweg . .: . 10.900 ~GJ/km . autosnelweg; , : . 38.125 G J / ~ . . . . .

Page 152: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.3.1. blad 7

De gemiddelde bouwkosten van kunstwerken zijn f 1 miljoen per stuk. Geschat wordt dat hiervan 40% besteed is aan materialen en machines, vat dus betekent dat het energieverbruik wordt geschat op 4.000 GJ/stuk'. Aanlegkosten van een oeververbinding bedragen f 50 miljoen per stuk. Aandeel machinesJmaterialen wordt geschat op 75% d.w.2. f 35 miljoen. Het energieverbruik per guld n kosten bedraagt 10 MJ, zodat het totale % energieverbruik wordt 350x10 EU (= 350.000 GJ) Gerekend wordt met 350.000 GJ/stuk.

Beheer ------ Aangenomen is dat voor het jaarlijkse onderhoud en beheer - + 2% nodig is van het energieverbruik dat voor de aanleg nodig is. Derhalve is gerekend met de volgende getallen: poldeweg 65 G J / ~ polderverzamelwegen 150 GJ/h autowegen 220 GJlh autosnelwegen 750 GJ/h Voor kunstwerken wordt geschat dat 1% nodig is, wat dus inhoudt dat wordt gerekend met 40 GJ/jaar voor ieder kunstwerk. Voor het beheer van oeververbindingen wordt geschat dst het jaarlijks energieverbruik 2% per 5 jaar bedraagt van her energieverbruik voor de aanleg. Dit komt dan neer op 700 GJ/J per oeververbinding.

6. Landelijk gebied

Ontginning ---------- De voor de ontginning noodzakelijke werkzaamheden en her daarbij beho- rend energieverbruik staan vermeld in tabel 6.1. (ontleend aan Boxsem, 1981 );

Tabel 6.1. Ontginningswerkzaamheden en energieverbruik in W/ha . Werkzaamheden

rietinzaai voorbegreppelen om de 48 q rietbestrijden begreppelen om de 12 m draineren om de 48 m draineren om de 12 m

verbrui

3.445 6.295 24.775

totaal I 35.259

Gerekend wordt met 35 GJ/ha.

Tijdelijke landbouwkundige exploitatie ...................................... Uit eerdere energieberekeningen voor de Markerwaard kan worden afgeleid dat het gemiddelde energieverbruik van de tijdelijke landbouwkundige ex- ploitatie moet worden geschat op 12 GJ/ha/ jaar (tabel 6.2 .).

Page 153: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.3.1. blad 8

Tabel 6.2. Energieverbruik van tijdelijke landbouwkundige voor verschillende gewassen

I . 4 , . . 1 . . .. ' , . : , euergieverbruik in

Jaar gewas . , . , .. MJ/ha . .. ,. 1. . . .GJ ha !. 2 . . , , .

1 koolzaad 11.877 '

'12 - 2 tarwe 12.029 12

8.739 ' 3. gerst 70% . , . , : . , 8.792 haver, 30% , , . . ----------------------------------------.---------------

exploitatie '

I , I gew. gemiddelde I 8.754 koolzaad 70% 13.366 I . . . . I ;

,. " . . .' : , .' . .

: 13' , .

gew. gemiddelde . - , ; . ' . , . , .

- . 5

. , i.. 4;. . ' tarwe 70% ,.,

gerst 21% , . , . / . / : . .

. . , . . , ..,.:

haver 4,5% ., , . . . . . , , . -_:_. _.

' I C' , ; . . I . ,',%.,,I.

.,.! : . : .' ;,? ; ',

~andbouw blijvende exploitatie .............................. . . , , . . - 4 , ' . , ~,. . . . .

Ui t enerhieberekeningen vpor, akkerbopw [en melkveehouderi jbedri jven in Nederland (Boxsem 1982) kan worden ;a£geleid dat-het .gemiddelde Lnerkie- verbruik voor de teelt van akkerbouwgewasfien - 20 GJlha bedraagt (tabel,- ' ' '3). . . . ,.,

].( . . . : . " , ,I .. . , / ', , '

gew. gemiddelde

totaal in 5 jaar

. . . . .. ,~ , (' h ' ' . . Tabel 6.3. Energieverbruik van' bli jvende eiploitatie ... , . ~ . . -,;. . . .

I . , , , . . ' I

- , . , ~ , , , . , . , , ' . . . , . . . .

. . : , . . ( . i .

. , . < . ; . . . I ' "..'i - '

11.755

61.992

Uit berekeningen met betrekking tot het energieverbruik en de energie- produktie op melkveebedrijven (Boxsem, 1983) kan worden afgeleid dat voor het energieverbruik moet worden gerekend op 108 GJ/ha.

,

-

Gewas

tarwe 27,5% s , ,

haver 2.5% aardappelen 27% suikerbieten 30% uien 8% erwten 5%

gew. gem.

Voor bloembollenteelt wordt aangenomen dat dat hetzelfde energieverbruik vereist als de akkerbouw van 20 GJ/ha.

..

, , 1'2

~bm./jaai ..I2

' . I . L

GJlha . .,

. . . " I

. ,, .. .11,748. . 8,51i. 34,639 16,555 17,943. . 9,972

19,696

1 ' . '

. .~ ... ,I

, .. . . . . I .. ' , . , h . 1 . 1 , , 1 ? . ,

. . , , ,

Page 154: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8 .3 .1 . blad 9

Het energieverbruik per boot bedraagt 25 1 gasolie per uur. De vissersboten varen gemiddeld 200 keer per jaar 5 uur naar de .

visgrinden. Zegebruiken derhalve 25000 1 gasolie. 1000 1 gasolie = 0 , 8 ton 25000 1 = 20 ton. Energie-inhoud gosolie 42 GJIton.

Energieverbruik vissersboot 840 GJl jaar. Het aantal vissersboten op het IJsselmeer (200.000 ha) bedraagt ca. 120. D . w . ~ . het energieverbruik per ha wateroppervlakte bedraagt 0 , 5 GJ.

Bosbouw ------- Voor de berekening van het energieverbruik voor bosaanleg is uitgegaan van de gemiddelde houtsoortensamenstelking vermeld in tabel 6.4 en de energiekengetallen vermeld in tabel 6 . 5 .

Tabel 6 . 4 . Houtsoorten samensamenstelling: Loofhout 40%, stamtal 3000 per ha Populier 60%, waarvan 20% 4 ,5 x 4.0 m, stamtal 555 per ha 30% 4.5 x 5,O m, stamtal 444 per ha 30% 6,O x 5,O m, stamtal 333 per ha 20% 6,O x 7 .0 m, stamtal 238 per ha d.w.2. gewogen gem. stamtal 392 per ha

Tabel 6 .5 . Energiekengetallen

omschrijving energieverbruik Arbeid 2 MJlmanuur White Ford 4600 MP 1200 Plantsoenwagen Plantgatenboor Plantmachine 10 schaarploeg Populierenplantsoen Loofhoutplantsoen

Uit de berekeningen (tabel 6 . 6 ) valt a£ te leiden dat gerekend moet worden met een gemiddeld energieverbruik van 6 GJ/hs.

Page 155: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Tabel 6.6. Energieberekening bosaanleg . . . . .. . . , .. a. + .

, . 6~ .- .

. . . . . . ~ & - .. , - . . ~ - -

' . - - . . . . . . , , - -2 .. , 3 . . .

. . . -a. ~. . . . . . . . . . . . . . . . . - : I. ~ j

. - . ~ *

. . .~ -. ,. . > . .' . . . . . . .'., p-- . .

. . . . . - . t ... ... c ,

. . . i - 2 .. . . .* . . + . . . .... .. . . . . I . ... .: . . . , .. , . . ,

, + . . , 1' .

,. . . . , . . . . . . . " . . !

t . : . . . . '. . <

> .

* . .

. . . . . . . . . . . . ; en6'rgieverbruik. . in , M.J/ha

werktuig ~ .

* . . - 10-schaar overumploeg:

!

plantsoenwagen plantgatenboor 3-rij'ige plantmachine

. .- .~

~ . . . . . ...

werkzaamheden

'~roid bewerken . ' uitzetten uitrijden/inkuilen planten populier

loofhout,. inbooten populier

loofhout . . . .

totaal populier ' . loofhout. ~

. .

tdtaal

1..860 : 5 . .

: 1.800 2.615 3.915

25 200

5.305 6.105

5.625

trekker ' . .

White - Ford 4 6 0 0 Ford 4600 MF 1200 -.

~.

. , . .

mate- rialen

260 1.980

25 200

285 -2 .180

1.045 gewogen .gemiddelde ~

werk- tuigen,

225

3 5 85

115

345 3 7 5 .

355 . , . . 1. ! .-

~

trekk&s

1.635

750 2.245, 1.800,

. .

. .

4.630- 3.510.

4.180 . .

arbeid : . ,

.O . 5 .

. 15 25 20 0

. 0 . , .

4 5 , 40

4 5

werktuig- .uren - 1

1 , l o . .

1.70 . 5 ~ 1 9 3,OO a

. .

- -

&IG . . uren

. . . . .

'1 , lo 2.50 6,70

11,20 9 , 0 0 1 ,2 . 0 ;9

trekker- uren '

1 1 0 . i . . *.-

1,70 .', 5.10 3,00 .

... -.

. 1

Page 156: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.3.1. blad 11

Voor inrichting en beheer van natuurterreinen wordt gerekend met 0 ~Jlha, resp. 0 GJ/ha/J.

Recreatie --------- op grond van het veronderstelde aandeel machinekosten en materiaalkosten en het kengetal 10 MJlgld valt te berekenen wat het energieverbruik is van verschillende recreatieve objecten (tabel 6.7.)

Tabel 6.7. Energieverbruik voor aanleg en beheer en recreatieobjecten

7. Woonkernen

Informatie over her totale energieverbruik bij de bouw van woningen is niet of nauwelijks te vinden. De enige concrete informatie (over 1976) die gevonden is noemt voor stapelbouwwoningen 430 GJ/woning, gietbouw- woningen 375 GJlwoning, voor montagebouw 318 GJlwoning voor houtskelet- bouw 115 GJIwoning. Op grond van de huidige woningbouwsamenstelling (stapelbouw : gietbouw : montagebouw als 80 : 15 : 5) kan worden bere- kend dat het gemiddeld energieverbruik 400 GJIwoning moet bedragen.

Recreatieobjecten

Verblijfsrecreatie . terreinen . bungalowparken . campings dagrecreatie . voorlanden

In de inrichtingsvariant zullen op 800 ha 10.000 woningen worden ge- bouwd. Dit betekent een energieverbruik van 10.000 x 400 , 5.000 GJ/ha

800

aant.

400 2 4

75 50 10

1000 7000

25

50 100 90

eenh.

ha st st

ha

Voor de berekening van het energieverbruik voor de bestemmingen werken, centra, stedelijke voorzieningen, utiliteitsgebruik en recreatiegebruik wordt uitgegaan van de veronderstelling dat dit energieverbruik globaal genomen evenredig met de contante waarde van de kosten. Uit de bereke- ningen voor het structuurplan Almere kan de volgende indexreeks worden afgeleverd.

kosten in

gldleenh.

300.00g 100x10

5x10'

360.000 300.000 100.000

40.000 10.000 60.000

770.000 250

37.500

. natuurrecreatie 1 :: . strekdammen . aanlegpl. (eiland) st . ligplaatsen (jachth.) st . visplaatsen infrastructuur . wegen . gras parkeerter. . halfverh.parkeerter.

energieverbruik in GJ/eenh.

st

km ha ha

aanleg

pct.

60% 60% 60%

40% 40% 60% 60% 60% 40%

25% 70%

beheer

vefbr,

1.800 600.000

30.000

1.440 1.200

600 240

60 240

10.900

250

pct.

2 X 50 % 25 %

5 % 0.5% 0,5X

10 % 10 %

0.5%

2 X

2 %

verbr. - 36

300.000 7.500

7 2 6 3

24 6 1.2

220

5

Page 157: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.3.1. blad 12

wonen 100 . , . 75 , . . werken

centra . . .. i t , 375, , , . . , . stedelijke voorzieningen, utiliteits gebruik 80

' ..!. -,

... . . . ~, . recreatief ., gebruik, 20 . . - ' . . . , .. , ,,. ..;. . , . , ' . : . . op' grond van deze, indexreeks ,is vastgisteld d$t , hkt totale energiev&-' . '

. ' .. bruik voor de inrichting van woonk.ernen uiteenloopt van 2500,~~/ha'.tot' '. ~. . ,

45.000 GJ/ha (tabel 6.8.) . . .

, . ' , * - . I . , ' :.

Tabel 6.8. Energieverbruik woiakernen .in, ~.J/ha',*~$e.~ld niar' . b&st,emmin- .... : gen

. . . < .. Uit de eerder genoemde informatiebron valt ook nog af te leiden dat het jaarlijks energieverbruik voor de exploitatie en het bewonen van,wonin- gen ongeveer 50% .bedraagt van,het eenmalige energieverbru'ik van de aan- , . . leg. I

Bestemming

wonen werken centra .. ' .,. . -, . 2 .. stedeli jke voorzieningen .utilitair; g&r.

, , recreatief -gebr.

. . ~ner~ieverbruik . . . .

. . 5 .OOO 3.750 A

, 18.750 ..., ; 4.000';

' 1.000 1 . ,.

. . . . . ( . : , . jaarverbruik .. .

beheet" , . ..

. . . . 2.500: ... 1.875' "

,, , 9.375 200 20 L

, . ,. . < .

Page 158: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

De eenheid van energie in het officigle SI-stelsel is de 'joule', afge- kort J. Een hoeveelheid energie per tijdseenheid heet vermogen vaak aangeduid met de letter P. De officiLle dimensie is 'joule per seconde', afgekort J/s,; de dimensie J/s wordt vaak aangeduid met de eenheid 'Watt', afge- kort W. Hieruit volgt dat per definitie geldt 1 J = 1 Ws.

Omdat de eenheidvan energie erg klein is wordt vaak gebruik gemaakt van schaalfactoren, hetgeen leidt tot grootheden ala:

3 kJ (kilojoule) : 106J MJ (Megajoule) : 10gJ G J (Gigajoule)

: lo1$ T J (Terajoule) : 10 J PJ (Petajoule) : 10''~

In de praktijk wordt voor elektrische energie meestal een uitzondering gemaakt. Deze wordt dan uitgedrukt in de eenheid Wh (Wattuur), hetgeen nieta an ers betekent dan 3.600 J. Zo geldt ook 1 kWh - 3.600 kJ = t 3.6 x 10 J = 3.6 MJ, enz.).

In sommige publikatiea komt ook nog de eenheid "calorie" voor, 1 cal. = 4,2 J. Zo is dan 1 kcal = 4,2 kJ of omgekeerd 1 kJ = 0,24 kcal.

Page 159: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.4.

NATUUR EN MILIEU . . . - . . . I . . ' > .. 'I ' I _ . '. . . ,

Normgetallen voor het, criterium . . ... Natuur en-Milieu bestaan'niet.' We1 is' ,., . ' bet mogelijk een'diagram'samente.stel1en met,op de vertikale als,de relatieve score en op de horizontale 'is het gewicht dat woidt toegekend aan de aquatische resp. terrestrische milieucriteria. De basisgegevens voor de diagrammen zijn ontleend aan tabel 6. Uit blj- lage 8.6.5.1. Paarsgewi jze ~e':~eli jkingsanalyse van MarkermeerlMarker- waardvarianten voor criterium Natuur en Milieu en nog eens samengevat in de tabellen 1. en 2.

Tabel 1. Relatieve score voor het criterium Natuur en Milieu van "natte" varianten afhankelijk van het totale gewicht van de aquatische milieucriteria

Tabel 2. Relatieve score voor het criterium Natuur en milieu voor "dri- . ,

ge" .varianten afhankelijk van her totale gewicht van de ter-, restrische milieucriteria

. .

gemiddelde waarde

275 400 535 560 7 30

Gewicht aquatische milieucriteria

0,075 0,275 0,475 0,675 0,875

- .~.

Uit de tabellen blijkt dat er een lineair verban&bestaat tussen de re- latieve score voor het criterium Natuur en,milie" 'en het gewicht voor de aquatische resp. terrestrische milieucriteria. '

Voor de "natte" varianten is het volgende lineaire verband berekend:

relatreve scores

.300,525,0 , ' :455,750,0 605,1000 ,O 600,1000,85 765,1000,430

.

RS=245+535 AMC waarin RS = relatieve score voor criterium natuur en milieu AMC = gewicht van aquatische milieu criteria. De correlatie coEfficiSnt voor dit lineaire verband is berekend en vast- gesteld op 0,98.

V00r de "droge varianten ishet volgende lineaire verband berekend:

Gewicht terrestrische milieucriteria

0,075 0,275 0,475 0,675 0,875

RS=1065 TMC waarin RS = relatieve score voor het criterium matuur en milieu TMX = gewicht van terrestrische milieucriteria. De berekende correlatie coSfficiEnt bedraagt 0,96.

. . . .

relatieve scores

0,250. ' 3 0,315 335,785, 635,1000

, ' 730,1000

gemiddelde waarde

125 160 560 815 865

Page 160: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.4. blad 2

Ket berekende Lineaire verband tussen de relatieve scores en de gewich- ten voor aquatische resp. terretrische milieu criteria is grafische weer- gegeven in de figuren 1. en 2. Deze diagrammen zijn ook opgenomen in hoofdstuk 6.2. Normgetallen voor beoordelingscriteria.

0 0 ..lo 6 . b 6.b ..a on ob +'?a rb r* 6-

&bar M u l n u H C M I h N U l W J L

FLPYUI. 8.4.1. Verband cussen relatlcvc .core n a r v ~ r en milieu sn lcvichr aquatlmche milieu- crlteri. vaor 'narte. varianten

I000 . $00 . "

a m .

k..

6.. .

0 e .I* 6.l. am 0.n .(. ..* ..a. ... I...

%bur ra<wntur tuII UceIrsbI

F18uur 8.1.2. Verband russen relsflcvc score naluur en mllleu en gerlcnr terremrrlnche mi~ieu- criteria voor 'droge" verisnten:

Page 161: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8i8.5.

RECREATIE . .

Voor het. criterium Recreatie bestaan geen normgetallen. Geprobeerd 'is een verbandaf te leiden tussen het gebruik van recreatieve voorzie- ningen en de oppervlake recreatiegebied. Voorop gesteld moet worden dat dit zbeken niet meer dan een eerste poging is en dat een theoretische

. . onderbouwing ten ene male ontbreekt. De tabellen 5.2.1. en 5.3.11 vormen . :. de basfs voor het verdere onderzoek.

, De basisgegevens voor de natte varianten zijn samengevat in tabel 1.

Tabel.1.' Basisgegevens voor criterium Recreatie voor "natte" varianten

Vergelijking van het.aanta1 overnachtingen met waterrecreatie leert dat er-globaal bezien tussen waterrecreatie enovernachtingen een verhouding bestaat van 1 op'4. Voorlandrecreatie en overnachtingen is deze verhouding 1 op 30. . . Grafisch uitgezet resulteert een en ander in een beeld dat i s weergegeven in figuur 1. . .. ,

Voor de "droge" varianten kan op dezelfde wijze een diagram worden sa- mengesteld. De basisgegevens zijn samengevat in tabel 2.

opp. voorlanden in ha

400: I

400 400 , 1000 2000

landrecreatie in mensjaren

25) 15) gem. 25 45) 25 95

overnachtingen in mensjaren

1475) 855) gem. 110 1000) 2610 3000

waterrecreatie in mensjaren - 255) 145) gem. 325 570) 300 700

Tabel 2.

..

. . , ,

' Uit tabel 2. valt af te leiden dat er' tussen de waterrecreatie en het aantal overnachtingen globaal gezien een verhouding bestaat van 1 op 5.

. ' Tussen landrecreatie en het aantal overnachtingen is de verhouding g l ~ . baa1 1 op 50.

. Het.grafisch verband tussen hec aantal overnachtingen in mensjaren en de totale oppervlakte recreatiegebied is weergegeven in figuur 2. De figuren.l., en 2. zijn eveneens opgenomen in hoofdstuk 6.2. ~orm~etalle'n..voor beoordelingscriteria.

. - . , . .

175

. Oppervlakte in ha

, , Gebruik voorzieningen in mensjaren

voorlanden

. . 4 1 0 ~ 410 ,500 560 500 '

, , 5 1 0 ' '

land- recreatie

30 2 5 2 5 95 100 100

. . overnachtingen

;. 1390 750 750 2565 3000 2500

recreatie gebieden

0 0

1000 1000 1400 4500

water- recreatie

260 150 250 5 70 750 250

.~. totaal-

400 400 1500 1560 2000 5000

Page 162: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.8.5. blad 2

I u

- 1 4 Y U C 4 0 : 1 0

al r 2 r u s a l o Y al.4 0 m M U 2 4 I4 m 2 aI 0 1 - U S U C al O Q 0.0 al I4 a a l r m 0 -m

- c m C 4 m c a l S * al G

B a l m Y V U a c . 4 c U a l D C 4

P I4 al .4 P c a M U c m w c m a l - 4 M d 2 s u G I4 0 U 8: aI 0 0.4 a! > 2% N U

Page 163: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.9

BERGERON, PIERRE G. Zerobase budgeting: a methodology for linking act?ons plans to program goals . . , . , . . . . . Cost and management march-april 1979:, 11-18 ' ,

BROEK, J.L. ten Naar een voorlopige evaluatie Pan ee,n industrie-eiland,in de Noordzee. Een studie in opdracht van de Stuurgroep Studid Noordzee-eilanden.

,

'

(STUNET) , . . .

februari 1979 j ' . . . . . , . . . COMMISSIE VOOR DE ONTWIKKELING VAN BELEIDS~ALYSE'

Normen en maatstaven voor kostenlbatenanalyses Beleidsnalyse 3(1)1974:2-4 . .

COBA WERKGROEP BELEIDSDOELSTELLINGEN Evaluatienota departementale doelstellingen-analyse december 1979

, . DARU, R.. . , ' , . ' , , . , .. ~ , . EVALUEREN '~BT GRAFISCHE MIDDELEN . .

Beleidsanalyse 12(4)1983:5-14 . .

DELFT, A. VAN en NIJKAMP, P. Multicriteria analyses.and regional decision making, "

Uitg. Nijhoff. 's Gravenhage, 1977

HAMER, H. J . en JAGT , J .G. VAN. , , . Kosten en batenanalyse en ruimtelijk; planniLg: planning ~ilince + Sheet Beleidsanalyse 2(3)1973

HEUER, F.J.P. ! . < , .

Over het uitvoeren van beleidsanalytische Studies Beleidsanalyse 9(1)1980

KLAASSEN, H.L. en WEEHUIZEN, J.W. Een denkkader voor beleidsonderzoek Beleidsanalyse 10 (3-4) 1981:5-15

KLAASSEN, L.H., en VLIST, J.A. VAN DER , . De schaduwprojectmethode als hulpmiddel bij het opsteilen van kosten-' baten/analyses . - E.S.B. 64 (3207)1979:555-557

LICHFIELD, NATHANIEL Cost-benefit analyses in townplanning. A case study of Cambridge Uitg., Cambridgeshire and Isle of Ely County Council 1966

~ICHFIELD, NATHANIEL Costs,anf benefits in residential accessibility Planning ans Administration 1(1)1974:88-101

Page 164: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

LICHFIELD, NATHANIEL, KETTLE, PETER and WHITBREAD, MICHEAL Evaluation in the planning process. Urban and' regional planning series Volume 10. Uitg., Pergamon Press, OxfordINew York 1975

LICHFIELD, NATHANIEL and DARIN-DRABKIN, HAIM Landpolicy in planning, Urban and Regional studies no. 8 Uitg.: G. Allen 6 Unwin, London/Boston 1980

MOL, F.J.M. DE Multcriteria analyse: Wat is het en is het wat? Beleidsanalyse 8 (4) 1979: 2-28

NISPEN, F.K.M. en GOESMANS, T. Een analyse van beleidsanalyse Beleidsanalyse 12(1)1983: 17-22

NIJKAMP, PETER Beleidsanalyse: denken in meervoud Planning 1511981

NIJKAMP, PETER Waarderingsmethoden bij projectevaluaties Maandblad voor Accountancy en bedrijfshuishoudkunde 50(9/10)1976:488-502

NIJKAMP, PETER Information systems for Regional Development Planning: A state of the art survey Environment and planning B: Planning and design vol. 10, 1983

NIJKAMP, P., en VOS, J. Een concordantie analyse voor de Markewaardvarianten Uitg. Vrije Universiteit Amsterdam 1975

PETERSON, THOMAS cost Benefit Analysis for evaluation transport proposals:

. Los Angelos Case Study Land economics 1970: 73-79

QUADE, E.S. Analysis for public.decision Uitg. New York 1982

RAAD VAN ADVIES VOOR DE RUIMTELIJKE ORDENING Nota Markerwaard Ontvangen schriftelijke meningsuitingen en verslagen hoorzittingen delen I tlm V Uitg. Centraal Punt Inspraak, 's Gravenhage, 1981

RAAD VAN ADVIES VOOR DE RUIIMTELIJKE ORDENING De ontwikkeling van het Markerwaardgebied deel b:analyse van inspraak Uitg. Tweede kamer eitting 1981, 1982,

Page 165: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

Bijlage 8.9. blad 3

/

&jAD VAN ADVIES VOOR DE RUIMTELIJKE ORDENING De ontwikkeling van het Markerwaardgebied, deel C. advies, 19082

I RAY, ANANDARUP and TAK, HERMAN VAN DER A new approach to the economic analyses of projects Finance 6 Development March 1979, 28-32

RIJP., Bevolkingsintensiteiten in het Markerwaardgebied Werkdocument februari 1984

RIJP/ZZW Verkenningen Markerwaard Flevobericht 102, 1975

SASSONE, P.G. and SCHMFER, 'W.A. . , . .

Cost Benefit. Analysis ,' [ Uig. New York 1978 , .

.' , . ,

I ' SASSONE, PETER G. . .

Shadow pricing in CBA: mathematical programming and economy theory I Engineering Economist 22(3) 1977:219-233 1; L

SMEENK, P. en DAVELAAR, P. ) Markerwaard en Werkgelegenheid :

Flevobericht 202, Lelystad 1982

SNEL, H.J. 1 Alternatieven voor de ontwikkeling van het Markerwaardgebied aangegeven AT in inspraak reactie

RIJP-rapport 1982-28 Abw

VERENIGING TOT BEHOUD VAN HET IJSSELMEER Plan Waterlely Uitg.VBY, Edam 1974

I ,

i MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTMT Het Markermeer. Informatie voor het beheer als open water Uitg. Rijkswaterstaat, Directie ZuiderzeewerkenlRijksdienst voor de IJsselmeerpolders, Lelystad 1983

MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTMT Markerwaard 10 jaar droog: Eerste fase in ontwikkeling van het Markerwaardgebied Uitg. Rijkswaterstaat, Directie Zuiderzeewerken/Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, Lelystad, 1983

MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT Denkbeeld, Voor een structuur van het IJsselmeergebied Uitg. Rijkswaterstaat, Directie Zuiderzeewerken, Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, Lelystad, 1983'

Page 166: BIBLIO'TH~~EK Y RlJKSDiENST V30R 0e ?A, …publicaties.minienm.nl/download-bijlage/37375/multicriteria-analyse... · analyse te verruimen. De toekomstige ontwikkeling van het ~arkermeerf-

j, Bijlage' 8.9. blad 4 1

MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT Geohydrologische aspecten bij de aanleg van de Markerwaard Uitg. Rijkswaterstaat, Directie Zuiderzeewerken/Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, Lelystad, 1983

C. MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT Economische analyse van de ontwikkeling van het Markerwaardgebied. Samenvatting van een achtergrondstudie opgesteld door de interdepartementale Stuurgroep Markerwaard Uitg. Rijksdienst voor de IJselmeerpolders, Lelystad, 1983

MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT Milieu-analyse Markermeer/waardgebied Onderzoek en analyse van abiotische en biotische milieucomponenten van 5 ontwikkelingsvarianten voor het Markemeer/waardgebied (In voorbereiding)

MINISTERIES VAN VERKEER EN WATERSTAAT EN VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING De ontwikkeling van iet Markerwaardgebied, deel a, beleidsvoornemen, 1980

VOOGD, H. Multicriteria evaluation with mixed qualitative and quantitative data \ Environment and planning B, 1982, vol. 9: 221-236 \

VOOGD. J.H. Multicriteria Evaluation for Urban and Regional Planning Uitg. Delftse Uitgeversmaatschappij, Delft 1982

1 V.

WEIDENBAUM, MURRAY L. Weidenbaum analyses benefit-costanalysis A cross the board 19(2) 1982:66-70

WERKGROEP EVALUATIEMETHODEN VAN DE COMMISSIE VOOR DE ONTWIKKELING VAN \ BELEIDSANALYSE Evaluatiemethoden, een introductie Uitg. Staatsuitgeverij,'~ Gravenhage, januari 1982

I WERKGROEP ROJECTANALYSE MINISTERIE VAN FINANCIEN Beleidsonderzoek. Het ontwikkelen en beoordelen van beleidsmaatregelen en -projecten. Uitg. Staatsuitgeverij, 's Gravenhage, januari 1983

WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEID Deel 1: een poging tot uitlokking, 1980 Deel 2: een verruiming van perspectief, 1983

ZUIDEMA, T.H. Een onderzoek naar de alternatieve kosten van overheidsprojecten theorie en empire . . .

. . Proefschrift R.U. Groningen, 1982,