Bezielingsonderzoek resultaten 2017
Transcript of Bezielingsonderzoek resultaten 2017
Wanneer hier al een afbeelding
staat en deze moet vervangen
worden; kies NIET voor de optie
Afbeelding vervangen, maar
verwijder de bestaande afbeelding
eerst en plaats dan de gewenste
kader in het lege kader.
VvAA
Bezielingsonderzoek resultaten 2017
Wanneer hier al een afbeelding
staat en deze moet vervangen
worden; kies NIET voor de optie
Afbeelding vervangen, maar
verwijder de bestaande afbeelding
eerst en plaats dan de gewenste
kader in het lege kader.
Inhoudsopgave
2
1. Bezieling: wat is het?
2. Scope van het onderzoek Bezieling onderzocht
Belangrijkste bevindingen 2017
Wat is er (nog meer) onderzocht?
3. Onderzoeksresultaten Impactanalyse algemeen
Mentale batterij
Energiebronnen en stressoren
Brandende thema’s
Leeftijdsanalyse
Impactanalyse verschillende beroepsgroepen
Bezieling: wat is het?
Sterk versimpeld is bezieling de balans tussen stressoren en energiebronnen (Job Demands-Resources- (JD-R)-
model). Een beetje stress hebben we nodig om lekker te kunnen werken, en kunnen we prima hebben als we ook
genoeg energiebronnen hebben. Wat voor zorgprofessionals de belangrijkste energiebronnen en stressoren en
brandende thema’s zijn hebben wij samen met dr. prof. Wilmar Schaufeli in kaart gebracht in 2014 en sindsdien
houden we vinger aan de pols.
Wanneer hier al een afbeelding
staat en deze moet vervangen
worden; kies NIET voor de optie
Afbeelding vervangen, maar
verwijder de bestaande afbeelding
eerst en plaats dan de gewenste
kader in het lege kader.
Scope van het onderzoek
Bezieling onderzocht
VvAA doet vanaf 2014 onderzoek naar bezieling
• Nationaal Welzijnsonderzoek Zorg (bezieling, werkplezier en energie) 2014
• Quickscan bezieling Zorgprofessionals 2015
• Quickscan bezieling Zorgprofessionals (Bezielingsonderzoek) 2017
De onderzoeken zijn verricht door Triple i Human Capital i.o.v. VvAA. Triple i is het onderzoeksbureau van prof. Wilmar Schaufeli.
Belangrijkste bevindingen 2017
• De groep zorgprofessionals als totaal vertoont een relatief stabiel beeld
• Zorgprofessionals zijn meer bevlogen dan gemiddeld werkend Nederland
• Regelruimte gemiddelde tot stijgende trend (mate waarin men timing, hoeveelheid en inhoud van werk zelf kan bepalen)
• Zorgprofessionals vertonen een goede ‘fit’ met hun baan
• De ervaren waardering verschilt sterk per beroepsgroep
• De werkdruk neemt toe onder specialisten en dierenartsen
• Werk-thuis balans vooral bij medisch specialist aandachtspunt
• Emotionele belasting lijkt te stijgen
• Het uiten van emoties wordt makkelijker gevonden
Het zijn roerige tijden voor de zorgprofessional. Ook in 2017 blijkt zo’n 1 op de 5 Nederlandse zorgprofessionals
bezield aan het werk . Waar zit dat ‘m in? Is het nou veel of weinig? Wat kun je eraan doen? En, niet onbelangrijk:
hoe houdt u bezieling vast?
Wat is er onderzocht?
Weerbaarheid,
Optimisme
Flexibiliteit,
Eigen grenzen
stellen
Zelfvertrouwen
Invloed als
leidinggevende op
werkeisen en
energiebronnen,
sfeer op de
afdeling,
omgangsvormen,
taakverdeling
Job Demands &
Resources-model
• De energie (de
mentale batterij)
van
zorgprofessionals
en de verschillen
hierin per
beroepsgroep
• Energiebronnen
en stressoren,
ook in het
algemeen en
naar
beroepsgroep
Inzoomen op de job demands en resources – JD-R
7
Werkeisen/stressbronnen (job demands)
• Werkdruk
• Conflicten
• Veranderingen
• Bureaucratie
→Werkeisen kosten energie
→De batterij raakt leeg
→Bij onvoldoende herstel > Burn-out
Stressproces:
Verminderde inzetbaarheid, hoger verzuim,
lagere betrokkenheid, slechte(re) arbeids-
prestaties
Energiebronnen (job resources)
• Regelmogelijkheden
• Afwisseling
• Prestatiefeedback
• Loopbaanmogelijkheden
→Energiebronnen werken motiverend en
zorgen voor persoonlijke groei- en
ontwikkeling
→De batterij raakt opgeladen
Motivatieproces:
Inzetbaarheid, betrokkenheid en goede
arbeidsprestaties
Wat is er nog meer onderzocht?
Toegevoegd door VvAA aan het onderzoek zijn de brandende thema’s:
• Regeldruk: de mate waarin men zich beperkt voelt door regels en procedures
• Productiedruk: de mate waarin de kwaliteit van het werk te leiden heeft onder tijdsdruk en productie-eisen
• Afstemmingsproblemen: de mate waarin men vindt dat samenwerking en afstemming met collega's ondermaats is
• Juridisering: de mate waarin men zich beperkt voelt door de toegenomen juridisering en claim cultuur
• Inkomensstress: de mate waarin men zich zorgen maakt over het eigen inkomen
• Imagostress: de mate waarin men zich beperkt voelt door het pubileke imago van het beroep
8
Respons naar beroepsgroep Totaal 2015 Respons 31-08-2017 % tov 2015
Medisch specialist 590 472 80%
Huisarts 430 444 103%
Fysiotherapeut 388 383 99%
Tandarts 264 296 112%
Dierenarts 130 89 68%
Apotheker 224 101 45%
GGZ Rubriek ‘anders’ 216
Anders 784 752 96%
Totaal 2810 2753 98%
Respons is tot stand gekomen uit deze onderzoeksgroep:
Respons relatief gelijk aan 2015 De respons van deze meting in 2017 is vergelijkbaar met die van de quickscan die in 2015 is uitgevoerd.
Respondenten zijn verdeeld over de beroepsgroepen medisch specialist, huisarts, fysiotherapeut, tandarts,
dierenarts, apotheker, GGZ en overige beroepsgroepen in de gezondheidszorg. Er zitten relatief meer tandartsen
in de steekproef en relatief minder dierenartsen en vooral minder apothekers. Toch kunnen we de resultaten
significant voor de respectievelijke beroepsgroepen noemen. De doelgroep GGZ is ten opzichte van 2015 apart
inzichtelijk gemaakt en met 216 invullers relatief goed vertegenwoordigd. De groep dierenartsen is te klein om een
impact-analyse uit te voeren, maar levert naar verwachting wel een betrouwbaar beeld van de werkelijkheid op.
Demografische verdeling onderzoeksgroep
Wanneer hier al een afbeelding
staat en deze moet vervangen
worden; kies NIET voor de optie
Afbeelding vervangen, maar
verwijder de bestaande afbeelding
eerst en plaats dan de gewenste
kader in het lege kader.
Onderzoeksresultaten
Wat bepaalt de energie van alle zorgprofessionals?
11
0,25 • Passend werk
0,19 • Leren en ontwikkelen
0,18 • Trots
0,18 • Waardering
0,13 • Regelruimte
-0,13
• Emotionele dissonantie
0,2 • Emotionele belasting
0,18 • Werk-privé
0,18 • Emotionele dissonantie
0,11 • Productiedruk
-0,11 • Passend werk
Bezieling Burnout
Passend werk en emotionele belasting en dissonantie zijn de belangrijkste voorspellers van burnout en bezieling
voor zorgprofessionals als totaalgroep. Dat was in 2015 ook al zo. De overige voorspellers zijn ook bijna
hetzelfde als toen. Alleen afstemmingsproblemen spelen nu geen rol meer.
In onderstaande impact analyse tonen we een algemene regressieanalyse, die de belangrijkste beïnvloeders
oplevert van bezieling en burnout. Deze analyse is ook in 2015 uitgevoerd en de resultaten van 2017
zijn hiermee vergeleken. Een hoger gewicht betekent een relatief sterkere invloed.
Wanneer hier al een afbeelding
staat en deze moet vervangen
worden; kies NIET voor de optie
Afbeelding vervangen, maar
verwijder de bestaande afbeelding
eerst en plaats dan de gewenste
kader in het lege kader.
Mentale batterij
12
Wat is de mentale energie van alle zorgprofessionals?
De groep zorgprofessionals als totaal vertoont een relatief stabiel beeld. Met een scherp oog is een lichte stijging
in bezieling en ook een lichte stijging in burnoutklachten zichtbaar. Het beeld dat ontstaat is dat relatief meer
zorgprofessionals hun bezieling hebben kunnen vinden, maar dat er ook een kanttekening te plaatsen is. Er zijn
namelijk ook meer zorgprofessionals met verhoogde burnoutklachten. Als gevolg hiervan zien we dat de
middengroep iets slinkt. De verschillen zijn klein, waardoor vooral de relatieve stabiliteit ten opzichte van 2015
opvalt voor de groep zorgprofessionals als totaal.
Mentale energie per beroepsgroep Medisch specialisten
• De mentale energie van de medisch specialisten is redelijk stabiel, waarbij wel een lichte daling van het aantal bezielde specialisten te zien is
• We zien ook een lichte daling van het aantal specialisten dat kampt met verhoogde burnoutklachten.
14
Mentale energie per beroepsgroep Huisartsen
• De mentale energie van huisartsen vertoont een lichte stijging van het aantal huisartsen dat kampt met verhoogde burnoutklachten.
• De bezieling is op het niveau van twee jaar geleden.
15
Mentale energie per beroepsgroep Fysiotherapeuten
• De groep fysiotherapeuten is zeer bezield aan het werk, wat nog meer het geval is dan in 2015.
• Het aantal fysiotherapeuten dat kampt met verhoogde burnoutklachten neemt ook toe, waardoor de middengroep slinkt.
16
Mentale energie per beroepsgroep Tandartsen
• De mentale energie van tandartsen kenmerkt zich in 2017 door een grote groep die bezield aan het werk is.
• De dalende trend van het aantal tandartsen met burnoutklachten is gekeerd. Er hebben dit jaar meer tandartsen last van verhoogde burnoutklachten.
17
Mentale energie per beroepsgroep Dierenartsen
• De bezieling van de dierenartsen is flink gedaald, terwijl het aantal dierenartsen met burnoutklachten ongeveer gelijk is gebleven.
• Aangezien de groep dierenartsen relatief klein is, moeten we deze verschillen met enige voorzichtigheid interpreteren. Toch is het verschil in bezieling dusdanig groot dat er van een significant verschil sprake is.
18
Mentale energie per beroepsgroep Apothekers
• De situatie van apothekers op het gebied van mentale energie lijkt zich te verbeteren ten opzichte van 2014 en 2015.
• Het aantal apothekers met burnoutklachten daalt, terwijl het aantal bezielde apothekers stijgt.
19
Mentale energie per beroepsgroep Overige beroepsgroepen
• De mentale energie van de ‘overige’ groep is lastig te interpreteren vanwege het heterogene karakter van de steekproef (het is onduidelijk uit welke beroepsgroepen deze groep exact bestaat).
• Opvallend genoeg zien we wel dat – net als bij apothekers – zowel bezieling als op burnout verbeteringen zichtbaar zijn.
20
Mentale energie per beroepsgroep GGZ
• De mentale energie van de ‘overige’ groep is lastig te interpreteren vanwege het heterogene karakter van de steekproef (het is onduidelijk uit welke beroepsgroepen deze groep exact bestaat).
• Opvallend genoeg zien we wel dat – net als bij apothekers – zowel bezieling als op burnout verbeteringen zichtbaar zijn.
21
Wanneer hier al een afbeelding
staat en deze moet vervangen
worden; kies NIET voor de optie
Afbeelding vervangen, maar
verwijder de bestaande afbeelding
eerst en plaats dan de gewenste
kader in het lege kader.
Energiebronnen en stressoren
22
Zo werken energiebronnen Uitkomsten bezielingsonderzoek 2017
23
0,25 •Passend werk
0,19 •Leren en ontwikkelen
0,18 •Trots
0,18 •Waardering
0,13 •Regelruimte
-0,13
•Emotionele dissonantie
Bij energiebronnen gaat het om aspecten van
het werk die positief worden ervaren, ze zijn
motiverend en geven juist energie.
Energiebronnen zijn van belang om goed om
te kunnen gaan met werkeisen. Wanneer je
het bijvoorbeeld erg druk hebt is het fijn om
de (regel)mogelijkheid te hebben om zelf
prioriteiten te kunnen stellen waardoor in
ieder geval het meest belangrijke werk kan
worden gedaan.
Energiebronnen zorgen ook voor persoonlijke
groei- en ontwikkeling. Zo leer je door goede
feedback hoe je je werk beter kunt doen, en
kun je je talenten beter ontwikkelen wanneer
je hogerop kunt komen.
Energiebronnen zijn motiverend en zorgen
ervoor dat de batterij wordt opgeladen en dat
je je gezond voelt en goed kunt presteren
(het motivatieproces); het zijn energiegevers.
Passend werk De mate waarin men past bij het werk dat men doet
24
Zorgprofessionals vertonen een goede ‘fit’ met hun baan
Voor zorgprofessionals geldt over het algemeen dat de baan goed past bij wat men wil en kan.
Deze ‘fit’ is het sterkst bij GGZ medewerkers, waar mensen hun ei goed kwijt kunnen in het werk.
Apothekers maken een inhaalslag en komen dichtbij het gemiddelde van het totaal. Het werk past duidelijk beter bij
hun wensen en capaciteiten dan in 2014 en 2015.
Leer- en ontwikkelmogelijkheden De mate waarin men kan leren en zichzelf kan ontwikkelen op het werk
25
Leren en ontwikkelen op een hoog niveau, vooral bij GGZ
De leer- en ontwikkelmogelijkheden van zorgprofessionals zijn goed ontwikkeld. Ook hier geldt dat GGZ
medewerkers hoger dan gemiddeld scoren.
Apothekers lijken te stijgen in de loop van de jaren.
De rest van de professionals bewegen zich rond het gemiddelde van de totale groep zorgprofessionals.
Waardering patiënten % dat vaak/altijd waardering krijgt van patiënten
26
De ervaren waardering verschilt sterk per beroepsgroep
Op het gebied van waardering scoren de zorgprofessionals in redelijk stabiel over de tijd.
Toch valt op dat de scherpe daling van waardering die ervaren werd door specialisten in 2015 niet ten gunste is
gekeerd in 2017.
Tegelijkertijd zien we een daling in de loop van de jaren onder dierenartsen en in mindere mate bij tandartsen.
Apothekers herstellen van de zeer lage scores in 2014.
Regelruimte De mate waarin men de timing, hoeveelheid en inhoud van het werk zelf kan bepalen
27
Regelruimte gemiddelde tot stijgende trend
• Voor wat betreft de regelruimte lijkt het dat deze in de lift zit, maar de relatief hoge score van GGZ én relatief hoge
respons in deze doelgroep zou een opdrijvend effect kunnen hebben.
• Voor Apothekers en de categorie ‘overig’ is een duidelijke stijging zichtbaar.
• Opvallend genoeg dalen de dierenartsen, wat betekent dat zij in mindere mate het gevoel hebben zelf te kunnen
bepalen wat ze wanneer en op welke manier moeten doen.
Zo werken stressoren Uitkomsten bezielingsonderzoek 2017
28
0,2 •Emotionele belasting
0,18 •Werk-privé
0,18 •Emotionele dissonantie
0,11 •Productiedruk
-0,11 •Passend werk
Bij werkeisen (stressoren) gaat het om aspecten van
het werk die als belastend worden ervaren, ze zijn
verbonden met inspanning en kosten dus energie.
Zo kost het vanzelfsprekend energie om met
werkdruk om te gaan, maar ook met zeurende
collega’s of met voortdurende veranderingen in het
werk.
Wanneer deze inspanningen blijven voortduren en er
onvoldoende herstel plaatsvindt, leidt dit tot stress en
kan er uiteindelijk zelfs een burnout optreden, met
alle negatieve gevolgen van dien.
Dit wordt het stressproces genoemd. De batterij is
dan leeg, alle energie is opgebruikt, de gezondheid
en de inzetbaarheid lopen gevaar en de
arbeidsprestatie is beneden peil. In die zin kunnen
werkeisen dus als stressoren worden opgevat: het
zijn energievreters.
Emotionele belasting De mate waarin het werk emotioneel belastend is
29
Emotionele belasting lijkt te stijgen
Het hebben van emotioneel belastende contacten op het werk is voor alle zorgprofessionals een mogelijke
stressbron, en vooral een uitdaging voor GGZ-medewerkers.
Tandartsen en apothekers vertonen de minste emotionele belasting en ook fysiotherapeuten hebben er minder mee
te maken.
Opvallend genoeg zien we over de jaren heen wel een stijging onder dierenartsen.
Werk-prive conflict % dat vaak/altijd problemen heeft om werk en privé te combineren
30
Werk-thuis balans vooral bij medisch specialist aandachtspunt
Het balanceren van werk en privé gaat medisch specialisten slechter af dan voorheen.
Dierenartsen en apothekers hebben het juist weer beter in de vingers dan in voorgaande jaren.
De scherpe daling van fysio’s van 2014 naar 2017 is gestabiliseerd.
Emotionele dissonantie De mate waarin men op het werk emoties moet onderdrukken
31
Het uiten van emoties wordt makkelijker gevonden
De mate waarin de zorgprofessionals op hun werk emoties moeten onderdrukken is over de hele linie afgenomen.
De verschillen zijn het grootst bij apothekers. Dit betekent dat men zijn of haar emoties authentieker uit op het werk.
Overigens is dit niet te wijten aan de iets hogere aantal vrouwen in de steekproef. Vrouwen en mannen verschillen
namelijk niet in mate van emotionele dissonantie.
Werkdruk De mate waarin men veel werk te doen heeft
32
De werkdruk neemt toe onder specialisten en dierenartsen
De werkdruk van de groep zorgprofessionals als geheel is min of meer gelijk gebleven.
Toch zien we dat medisch specialisten met een hogere werkdruk kampen en dat dit ook voor dierenartsen het geval
is.
Apothekers blijven net als in vorige jaren veruit met de hoogste werkdruk kampen.
Wanneer hier al een afbeelding
staat en deze moet vervangen
worden; kies NIET voor de optie
Afbeelding vervangen, maar
verwijder de bestaande afbeelding
eerst en plaats dan de gewenste
kader in het lege kader.
Zes brandende thema’s
33
1. Regeldruk
2. Productiedruk
3. Afstemmingsproblemen
4. Juridisering
5. Inkomenstress
6. Imagostress
1. Regeldruk De mate waarin men zich beperkt voelt door regels en procedures
34
De regeldruk is vooral opvallend gestegen onder tandartsen en dierenartsen. Ze bewegen zich naar het gemiddelde
van het totaal. Dit totaal stijgt ook enigszins ten opzichte van 2015. Onder fysiotherapeuten en apothekers blijft de
regeldruk hoog, net als bij GGZ.
Hebt u op uw werk te maken met overbodige regels, procedures en voorschriften?
Bron van regeldruk
35
De zorgverzekeraar blijft de grootste bron van regeldruk voor alle beroepsgroepen, behalve
tandartsen en dierenartsen. Medisch specialisten lijken relatief weinig last te hebben van verzekeraars,
maar hebben meer te duchten van toezichthouders/ inspectie en overige partijen.
2. Productiedruk De mate waarin de kwaliteit van het werk te leiden heeft onder tijdsdruk en productie-eisen
36
De mate waarin de kwaliteit van het werk leidt onder de productiedruk blijft over de hele linie gelijk.
Alleen de apothekers lijken beter met de productie-eisen te kunnen omgaan. Hun kwaliteit van
werken leidt minder onder de productiedruk dan voorheen.
Het is moeilijk om betekenisvolle kwaliteit eenvoudig te meten:
3. Afstemmingsproblemen De mate waarin men vindt dat samenwerking en afstemming met collega's ondermaats is
37
De problemen die ontstaan door gebrekkige overdrachten en afstemming zijn zeer stabiel in de tijd en
veranderen niet. Bovendien komen afstemmingsproblemen weinig voor. Men belast anderen hierdoor
niet meer of minder dan voorheen.
4. Juridisering De mate waarin men zich beperkt voelt door de toegenomen juridisering en claim cultuur
38
De juridisering van het werk is wel degelijk een thema voor de meeste beroepsgroepen. Er is een
duidelijke stijging waarneembaar ten opzichte van 2015. Deze stijging is het meest sterk onder
huisartsen, fysiotherapeuten en tandartsen. Dierenartsen lijken het minst te maken te hebben met
veranderende juridische kaders. Een kwart van alle respondenten geeft aan dat juridische kaders
regelmatig tot altijd een nadelige invloed hebben.
De toegenomen wet- en regelgeving beïnvloedt de relatie met mijn patiënt nadelig
5. Inkomenstress De mate waarin men zich zorgen maakt over het eigen inkomen
39
De spanning die men ervaart van de zorgen over het eigen inkomen zijn gedaald sinds 2014. Bij iedere
beroepsgroep is deze dalende trend te bespeuren. Het grootst zijn de verschillen onder specialisten.
Ik voel me onzeker over de toekomst van mijn baan:
6. Imagostress De mate waarin men zich beperkt voelt door het publieke imago van het beroep
40
Het imago van de zorgprofessionals verbeterd, of althans, men voelt zich minder gehinderd door het
imago van het beroep. Vooral specialisten en apothekers geven aan dat dit het geval is. Dierenartsen
vertonen daarentegen een stijgende trend. Twee derde van alle respondenten geeft aan trots te zijn
op het imago van de eigen beroepsgroep. Het lijkt dat deze trots meer voorkomt dan de stress die men
ervaart van het imago van de beroepsgroep.
Ik ben trots op het goede imago van mijn beroepsgroep:
Wanneer hier al een afbeelding
staat en deze moet vervangen
worden; kies NIET voor de optie
Afbeelding vervangen, maar
verwijder de bestaande afbeelding
eerst en plaats dan de gewenste
kader in het lege kader.
Leeftijdsanalyse
41
Leeftijdsanalyse: bezieling
42
De groep 46-55 jaar lijkt het meest bezield aan het werk te zijn.
De groep eind dertig/ begin 40 komt er het minst goed vanaf.
% hoogbezield:
Wanneer hier al een afbeelding
staat en deze moet vervangen
worden; kies NIET voor de optie
Afbeelding vervangen, maar
verwijder de bestaande afbeelding
eerst en plaats dan de gewenste
kader in het lege kader.
Leeftijdsanalyse: invloed op energiebronnen
43
Passend werk
De hele beroepsgroep vertoont een goede ‘fit’. Opvallend genoeg is deze onder jonge professionals
niet anders dan onder oudere professionals. Er is hier geen sprake van een selectie effect, waarbij in
de oudere groepen alleen die professionals overblijven die een goede ‘fit’ ervaren.
Leer- en ontwikkelmogelijkheden
Men zou kunnen verwachten dat leer- en ontwikkelmogelijkheden onder jonge groepen hoger zou
liggen, maar dat is niet zo. Dit kan met het meegroeien van de taken met de verantwoordelijkheden
van professionals te maken hebben (en daarmee met leeftijd).
Waardering
De oudere leeftijdsgroep ervaart een hogere waardering voor het werk dat ze doen. Opvallend genoeg was dit
beeld in 2015 net anders. In dat jaar scoorden de groep 46-55 het hoogst op waardering.
Regelruimte
De regelruimte is vooral hoog onder oudere zorgprofessionals. Naarmate men verder in de carrière komt, krijgt
men waarschijnlijk ook meer verantwoordelijkheden en daarmee gepaard meer ruimte en zeggenschap om het
werk naar eigen inzicht in te delen.
Leeftijdsanalyse: burnout
44
De stress bij jongere leeftijdsgroepen is afgenomen in de afgelopen jaren. Men ervaart minder burnoutklachten.
De groep 46-55 jaar steekt er in 2017 iets bovenuit en is er slechter aan toe dan in 2015.
Wanneer hier al een afbeelding
staat en deze moet vervangen
worden; kies NIET voor de optie
Afbeelding vervangen, maar
verwijder de bestaande afbeelding
eerst en plaats dan de gewenste
kader in het lege kader.
Leeftijdsanalyse: invloed op stressoren
45
Emotionele belasting
De emotionele belasting is min of meer gelijk over de leeftijdscohorten. Alle leeftijdsgroepen ervaren
ongeveer dezelfde belasting door emotionele contacten.
Werk-prive balans
De werk-privé balans lijkt in 2017 alleen hoger te liggen bij jongeren. De oudere groepen hebben er
relatief minder last van.
Emotionele dissonantie
Ook het kunnen uiten van gevoelens is stabiel binnen 2017 over de leeftijden..
Werkdruk
De werkdruk is in 2017 het hoogst onder jongere professionals. De categorie 46-55 jaar ervaart de minst
hoge werkdruk.
Wanneer hier al een afbeelding
staat en deze moet vervangen
worden; kies NIET voor de optie
Afbeelding vervangen, maar
verwijder de bestaande afbeelding
eerst en plaats dan de gewenste
kader in het lege kader.
Leeftijdsanalyse: invloed op brandende thema’s
46
1. Regeldruk
De regeldruk is voor alle leeftijden in gelijke mate een issue.
2. Productiedruk
De productiedruk is min of meer gelijk gebleven voor alle cohorten, hoewel van een lichte stijging in
de groep 36-45 jaar sprake is.
3. Afstemmingsproblemen
Afstemmingsproblemen zijn voor alle cohorten in gelijke mate een issue.
4. Juridisering
De stijging van de druk die men ervaart door juridisering lijkt het meest zichtbaar in de groepen onder
de 55 jaar. In de 55+ groep is de stijging stabiel.
5. Inkomenstress
Het meest zorgen maakt men zich over het eigen inkomen in de leeftijdscategorie 46-55 jaar. Jongeren
hebben een langer loopbaanperspectief en hebben over het algemeen minder lasten. Mogelijk ervaren ze
daardoor minder stress van het inkomen.
6. Imagostress
Het imagostress lijkt vooral onder professionals in de leeftijd 36-45 jaar te zijn afgenomen in de loop der
jaren.
Wanneer hier al een afbeelding
staat en deze moet vervangen
worden; kies NIET voor de optie
Afbeelding vervangen, maar
verwijder de bestaande afbeelding
eerst en plaats dan de gewenste
kader in het lege kader.
Impactanalyse verschillende beroepsgroepen
47
Medisch specialist
48
Passend werk, waardering en emotionele dissonantie zijn het belangrijkst voor bezieling.
Emotionele dissonantie/belasting en werk-privé voor burnout onder medisch specialisten.
Productiedruk speelt bij beide ook een rol
Het beeld van 2017 komt overeen met dat uit 2015, met dien verstande dat afstemming en juridisering nu zijn
verdwenen. Deze factoren hebben hun invloed op bezieling en burnout in 2017 verloren.
Verschillen van impact Medisch specialist
49
Kijken we naar de voorspellers die veranderd zijn bij tussen 2015 en 2017 dan zien we dat werkdruk, werk-privé,
regeldruk en juridisering zijn toegenomen. De beide eerstgenoemden versterken burnout.
Inkomensstress is afgenomen en dat werkt gunstig uit op burnout.
Ook is emotionele dissonantie verminderd, hetgeen van invloed is op bezieling (positief) en burnout (negatief).
Conclusie
Verlagen van burnout en vergroten van bezieling vergt eenzelfde aanpak. Van belang voor beide is leren &
ontwikkelen, trots op het imago en minder emotionele dissonantie/belasting en productiedruk.
Voor bezieling is waardering belangrijk.
De emotionele dissonantie is afgenomen en dat blijkt gunstig te zijn voor zowel bezieling als burnout.
Het feit dat medisch specialisten zich authentieker uiten en hun emoties minder hoeven te onderdrukken heeft een
positieve uitwerking p zowel bezieling als burnout onder medisch specialisten.
Daartegenover staat een toename van de werkdruk en werk-privé, hetgeen burnout verhoogt.
Toelichting
+ : toename van deze factor t.o.v. 2015
- : afname van deze factor t.o.v. 2015
In deze analyse zijn alleen de factoren
meegenomen die in 2017 t.o.v. 2015 zijn
gewijzigd met als doel om de invloed van
deze veranderingen op bezieling en
burnout te verklaren. Een positieve weging
op burnout is als een negatief invloed te
interpreteren. Op bezieling is dit
andersom. Indien geen wegingen staan
bij factoren die wel zijn veranderd, dan
hebben deze veranderingen geen
invloed op veranderingen in bezieling en
burnout gehad.
Huisarts
50
Veruit het belangrijkst voor bezieling onder huisartsen zijn leer- en ontwikkelingsmogelijkheden.
Voor burnout is dit emotionele belasting en werk-privé disbalans.
Opvallend is de geringe rol voor emotionele dissonantie. Kennelijk kunnen huisartsen in hun rol meer ‘zichzelf’ zijn.
Ook productiedruk speelt bij burnout en bezieling een (geringe) rol.
De voorspellers zijn grosso modo hetzelfde als in 2015, met dien verstande dat afstemming geen rol meer speelt en
emotionele dissonantie een net zo geringere rol als toen.
Verschillen van impact Huisarts
51
Van de veranderingen ten opzichte van 2015 spelen afgenomen waardering en toegenomen juridisering de
belangrijkste rol; en die is dus negatief.
Daar staat tegenover dat de inkomensstress is afgenomen hetgeen een positief effect op burnout heeft.
Conclusie
Voor huisartsen zijn vooral leer- en ontwikkelingsmogelijkheden van belang en daarnaast emotionele
dissonantie/belasting, specifiek voor burnout.
Ook leidt productiedruk tot minder bezieling en meer burnout.
Geen van deze factoren is sinds 2015 veranderd, waardoor de invloed van deze factoren op de mentale energie
geen verklaringen vormen voor de toename in burnoutklachten.
Wel is de waardering en de inkomensstress afgenomen en de juridisering toegenomen.
De (kleine) toename in burnoutklachten is te verklaren uit de afname van waardering en toename van juridisering,
waar de afname van inkomensstress juist een compenserende factor is. Huisartsen hebben daar minder last van dan
voorheen.
Toelichting
+ : toename van deze factor t.o.v. 2015
- : afname van deze factor t.o.v. 2015
In deze analyse zijn alleen de factoren
meegenomen die in 2017 t.o.v. 2015 zijn
gewijzigd met als doel om de invloed van
deze veranderingen op bezieling en
burnout te verklaren. Een positieve weging
op burnout is als een negatief invloed te
interpreteren. Op bezieling is dit
andersom. Indien geen wegingen staan
bij factoren die wel zijn veranderd, dan
hebben deze veranderingen geen
invloed op veranderingen in bezieling en
burnout gehad.
Fysiotherapeut
52
Veruit het belangrijkst voor bezieling is passend werk, gevold door waardering.
Voor burnout is emotionele dissonantie het belangrijkst, gevolgd door gebrek aan passend werk en werk-privé
disbalans.
De voorspellers zijn grosso modo hetzelfde als in 2015, met dien verstande dat alle Brandende Thema’s in 2017 als
voorspellers zijn verdwenen.
In 2015 was vooral productiedruk van belang.
Ook is werkdruk bij burnout verdwenen.
Verschillen van impact Fysiotherapeut
53
Alleen de Brandende Thema’s juridisering (toegenomen) en inkomensstress (afgenomen) zijn ten opzichte van 2015
veranderd.
De laatstgenoemde heeft een effect op bezieling en burnout, de eerstgenoemde alleen op burnout.
Conclusie
Het hebben van passend werk is essentieel voor het welzijn van fysiotherapeuten.
Dat is echter ten opzichte van 2015 niet veranderd en verklaart het algemene hoge niveau van bezieling onder
fysiotherapeuten.
Juridisering en inkomensstress zijn wel ten opzichte van 2015 veranderd, maar de effecten daarvan op burnout en
bezieling zijn bescheiden.
De verlaging van inkomensstress is wel voor een deel verantwoordelijk voor de lichte stijging in bezieling onder
fysiotherapeuten. Het remt hun bezieling minder af dan voorheen kan worden geconcludeerd.
Toelichting
+ : toename van deze factor t.o.v. 2015
- : afname van deze factor t.o.v. 2015
In deze analyse zijn alleen de factoren
meegenomen die in 2017 t.o.v. 2015 zijn
gewijzigd met als doel om de invloed van
deze veranderingen op bezieling en
burnout te verklaren. Een positieve weging
op burnout is als een negatief invloed te
interpreteren. Op bezieling is dit
andersom. Indien geen wegingen staan
bij factoren die wel zijn veranderd, dan
hebben deze veranderingen geen
invloed op veranderingen in bezieling en
burnout gehad.
Tandarts
54
Veruit het belangrijkst voor bezieling onder tandartsen zijn leer- en ontwikkelingsmogelijkheden.
Voor burnout is dit emotionele belasting/dissonantie en werkdruk; evenals een gebrek aan leer- en
ontwikkelmogelijkheden.
Van de Brandende Thema’s speelt alleen juridisering een geringe rol, evenals werkdruk (alleen bij burnout).
De voorspellers zijn grosso modo hetzelfde als in 2015, met dien verstande dat alle Brandende Thema’s in 2017 als
voorspellers zijn verdwenen (met uitzondering van juridisering) en dus geen wezenlijke invloed hebben op de
bezieling en burnout van tandartsen.
Verschillen van impact Tandarts
55
Bij tandartsen zijn ten opzichte van 2015 alleen de Brandende Thema’s veranderd: inkomen (verbeterd), regeldruk
(verslechterd) en juridisering (verslechterd).
Met name juridisering heeft een effect.
Conclusie
Tandartsen zouden vooral moeten inzetten op leer- en ontwikkelingsmogelijkheden, en voor wat burnout betreft op
verminderen van de emotionele belasting/dissonantie en werkdruk.
Deze werkaspecten zijn niet veranderd ten opzichte van 2015 wat de interpretatie van de verschillen lastig maakt.
Het feit dat juridisering toeneemt en een negatief effect heeft op zowel bezieling als burnout zien we niet terug in de
resultaten, waardoor we kunnen concluderen dat deze effecten relatief zwak zijn op bezieling.
De toename van tandartsen met burnoutklachten is wel ten delen te verklaren uit de toename in juridisering.
Toelichting
+ : toename van deze factor t.o.v. 2015
- : afname van deze factor t.o.v. 2015
In deze analyse zijn alleen de factoren
meegenomen die in 2017 t.o.v. 2015 zijn
gewijzigd met als doel om de invloed van
deze veranderingen op bezieling en
burnout te verklaren. Een positieve weging
op burnout is als een negatief invloed te
interpreteren. Op bezieling is dit
andersom. Indien geen wegingen staan
bij factoren die wel zijn veranderd, dan
hebben deze veranderingen geen
invloed op veranderingen in bezieling en
burnout gehad.
Apotheker
56
Veruit het belangrijkst voor bezieling van apothekers zijn leer- en ontwikkelingsmogelijkheden. Voor burnout is dat
emotionele dissonantie.
Wat vooral opvalt is het relatief geringe aantal voorspellers, maar omdat de bovengenoemde voorspellers een
uitzonderlijk sterk effect hebben is het percentage verklaarde variantie hetzelfde als bij de andere groepen. Kennelijk
hangen de andere voorspellers sterk samen met de twee meest belangrijke.
De voorspellers van 2017 verschillen van die van 2015. Aangezien dat bij andere groepen niet het geval is, is hier
iets aan de hand. Het kan zijn dat de groep te klein is waardoor de schattingen niet accuraat zijn. In 2015 namen er
224 apothekers deel, tegen 101 in 2017.
Verschillen van impact Apotheker
57
De situatie is ten opzichte van 2015 verbeterd voor apothekers: meer regelruimte en passend werk, minder
emotionele dissonantie, werk-privé, productiedruk, imago- en inkomensstress.
Dit heeft echter een beperkt effect op burnout en bezieling; alleen passend werk en dissonantie hebben een effect op
bezieling en burnout.
Conclusie
Het beeld bij apothekers wijkt sterk af van dat van de andere groepen. Zo zijn er slechts weinig (sterke) voorspellers,
die bovendien verschillend zijn voor burnout en bezieling.
Verder verschilt het beeld sterk (als enige groep) van 2015.
Opvallend is tenslotte wel dat er veel ten goede is veranderd sinds 2015, waarvan passend werk en emotionele
dissonantie een strek effect hebben op bezieling en burnout. Apothekers plukken de vruchten van een betere ‘fit’ met
hun wensen en capaciteiten en het feit dat ze voelen dat ze zichzelf kunnen zijn op het werk en hun emoties kunnen
tonen.
Toelichting
+ : toename van deze factor t.o.v. 2015
- : afname van deze factor t.o.v. 2015
In deze analyse zijn alleen de factoren
meegenomen die in 2017 t.o.v. 2015 zijn
gewijzigd met als doel om de invloed van
deze veranderingen op bezieling en
burnout te verklaren. Een positieve weging
op burnout is als een negatief invloed te
interpreteren. Op bezieling is dit
andersom. Indien geen wegingen staan
bij factoren die wel zijn veranderd, dan
hebben deze veranderingen geen
invloed op veranderingen in bezieling en
burnout gehad.
GGZ
58
De belangrijkste voorspellers van bezieling zijn passend werk en waardering, voor burnout zijn dat emotionele
dissonantie/belasting en gebrek aan waardering.
Ook speelt werkdruk een bescheiden rol bij burnout.
Van de Brandende Thema’s is juridisering van belang voor burnout.
In 2015 is deze groep niet apart onderzocht.
Verschillen van impact GGZ
59
In 2015 is deze groep niet separaat onderzocht.
Conclusie
Inzetten op passend werk en waardering lijkt van groot belang voor GGZ-werkers, al is het laatste natuurlijk moeilijk
te organiseren.
Aan de kant van burnout gaat het vooral om emotionele belasting/dissonantie, maar ook om werkdruk en juridisering.
Dit is een herkenbaar beeld, vooral wat betreft de waardering door patiënten, die is wellicht niet zo vanzelfsprekend
in de GGZ dan in andere delen van de zorg.