bekken Origo/ instertie functie innervatie triggerpoints Lokatie points spierketting Dry needlingm. gluteus maximus O; facies glutea v.d ala

ossis!!Fascia thoracolumbalisOs sacrum (dorsale zijde)I; tractus iliotibialisTuberositas glutea femoris

Retroflexie, exorotatieSpannen tractus iliotibialsAbductie bovenste vezelsAdductie onderste vezels(strekken bovenbeen)

n. gluteus inferiorl5 – s 2

1)iets lateraal v.d onderste rand v. staartbeen2)net craniaal v. tuberositas ischiadicus3)mediaal van tp 2, richting os coccygis, net boven onderste bilspleet.

Zijlig, tp 1 loodrecht Tp2, 3 met knijpfixatie tussen duim en wijsvinger loodrecht aanprikken.Diepte is afhankelijk van spier en vetlaag.

m. gluteus medius O; facies glutea v.d ala ossis !!I; trochantor major

AbductieAnteflexie/endorotatie(voorste vezels)Retroflexie/exorotatie(achterste vezels)

n. gluteus superiorl4-l5

1)Mediale tp, thv si gewricht, 1 duim onder crista iliaca.2)lateraal van tp 1, cristarand volgend, middenlijn v. 3)lateraal van tp 3, cristarand volgend

PiriformisGluteus maximusGluteus minimus (post)Tensor fascia latae

Zijlig, een kussen onder heup en knieen.Alle 3 tp aanprikken in richting van de cristarand

m. gluteus minimus O; facies glutea ala ossis iliiTussen linea glutea v.d inferiorI: trochantor majorAnterior v. aanhechting v.d periformis

Abductie Endorotatie en anteflexie heup (voorste vezels)Exorotatie en retroflexie heup (achterse vezels)Actief bij elke stap

n.gluteus superior (l4-l5)

1)2 duim onder en achter SIAS2)q1duim onder tp 13)1 duim achter tp 1

PeriformisGluteus maximus, mediusVastes lateralisPeroneus longusQuadratus lumborumTensor facialatea

Tp 1-2 rug/½zijlig, diepe palpatie naar punt, nld loodrecht in tpTp3 zijligVolume spier tot 7 cmPas op n. ischiadicus

m. perifomis O; binnenzijde os sacrum

I; trochantor major

RetroflexieExorotatieAbductieStabilisatie heupkom

Plexus sacralis(l5-S2)

1)lijn trochantor en SI, meest lateraal op kruispunt van 4 kwadrant, dat is med. V. aanhechting van trochantor2)onderzijde v.d. procc. Spinosus S4, alleen inwendig te palperen, dat is lateraal v.d aanhechting op sacrum

Gluteus minimus( posterior deel)Levator aniCoccygeusGluteus maximus

Zijlig, loodrecht aanprikken, spier ligt diep.Lange nld.

m. iliopsoas m. psoas majoro; zijvlakken van corpus vertebrae th 12 – l 5 en daar tussen gelegen disci intervertebralis (opp.) Processi costarii l1 – l 5 (diep)m. psoas minoro; th 12 – l 1 vezels die lig. Ingunale kan aanspannenm. iliacuso; fossa iliaca – SIAS – interne zijde crista iliaca (allen diep)

i; beide spieren verenigen zich, worden omhuld door fascia waarbij ze iliopsoasvormen.Loopt over eminentia iliopubica door de Lacuna musculorum naar trochantor minor (posterolaterale aspect.

Art. coxaeAnterlexieExorotatie (beetje)

Overige functie afvlakken lendenlordose bij gefixieerde art. coxae (fixeerde origo)Anteroversie bekken en verdiepen lendenlordose bij gefixeerde art. coxae ( fixeerde insertie)Lordiseerde de rug ( verkorting geeft lordose

Directe takken uit plexus lumbalis en n. femoralis l 1 – l 3 (psoas major) en n. femoralis l 2 – l 4 ( m. iliacus)

1)1,5 cm lateraal v.d navel thv l3

2)voor SIAS net binnen fossa iliaca

3) in pijnzone, kruispunt van lijn SIAS naar beneden en lijn onderkantOs pubis naar lateraal

Quadratus lumborumRectus abdominusRectus femorisTensor fasciaPectineusSemitendinosusSemibraninosusBiceps femorisGluteaThoralumbale spierennekspieren

RugligAlleen tp 3 aanprikkenRest manueel

voorzichtig

Diepe bekken spieren Origo/ instertie functie innervatie triggerpoints Lokatie points spierketting Dry needlingm. coccygeus O; spina ischiadica

I; os coccygisLaterale zijde onderste deel sacrum

Naar voren duwen os coccygisOndersteunt bekkenbodem tegen intra-abdominale drukStabilisatie SI gewricht

p. sarcalis S4-S5segmenten van n.prudendus

1)in de buurt v.d anus 1 cm naar lateraal

niet niet

m. levator ani O;os pubisArcus tendineus v. m. levatores aniSpina ischiadicaI; vezels van sphincter aniLig. AnococcygeumOs coccygis

Spier is tonisch aangespannenTijdens defecatie meest ontspannen

Plexus sarcalis 1)xxxxx niet niet

m. obturatorius internus O;binnenvlak van os coxa rond foramen obturatoriumMembrana obturatoria

I; fossa trochanterica

Exorotatie heupAbductie heup bij 90° anteflexie

Plexus sacralis L5-S2n. obturatorius L1-L4

1)lateraal v.d middenlijn, vlakbij anus

niet niet

m. sphincter ani O; anococcygeale peesstructuur

I; peroneale peesstructuur verenigd met; levator aniTransversus perinei

Deze spier is constant tonisch aangespannen.Tijdens defecatie is spier meest ontspannen

Plexus sacralis 1)naast anus niet niet

Bovenbeen spieren voorzijde

Origo/ instertie functie innervatie triggerpoints Lokatie points spierketting Dry needling

m. quadricaps femoris

Vastes lateralis

Vastes medialis

Rectus femoris

Vastes intermedius

Vastus lateralisO;trochantor majorVentraalLaterale + dorsale zijde femur tot linea asperaSeptum intermusculare femoris lateraleI; tuberositas tibieaVastus medialiso; mediale zijde femus tot aan linea aspera

i; tuberositas tibiae

o;SIAIbovenrand acetabulumi;tuberositas tibiae

O; ventrale en laterale zijde femur

I; tuberositas tibiae

Extensie knie

Extensie knie

Knie ;extensieHeup; anteflexie

Extensie knie

n. femoralis l2-l4 1)bovenrand patella, iets lateraal v. knie .tp kan ook ± 1 cm boven patela lijn liggen.2)tp ligt op zelfde lijn v.d patella alleen iets meer lateraal. .tp kan ook ± 1 cm boven patela lijn liggen.3)meest laterale rand v.d VL ± in midden van VL.4)meer mediaal van tp 3. In midden spierbuik, tp kan iets hoger/lager liggen dus spier aftasten.5)1-1½ cm recht onder trochantor major. Intermedius tp ligt iets meer mediaal.6)ligamentair tp1)½ 2-3 cm boven mediale patella hoek in verlengde mediale zijde tibia-plateau2)½ 15 cm boven knieplooi, 1)niet onder SIAI, iets boven lijn v. perineum (bilnaad) neem SIAS als referentiepunt, iets naar mediaal en distaal.

1)thv. vd onderrand v.h perineum, o.h proximale eind v.d spierbuik

Vastus medialisRectus femorisVastus intermediusIliopsoasSartorius

Vastus medialisRectus femorisVastus intermediusIliopsoasSartorius

Vastus medialisRectus femorisVastus intermediusIliopsoasSartorius

Vastus medialisRectus femorisVastus intermediusIliopsoasSartorius

Ruglig, been licht flexie, loodrecht in tp, ½-1 cm diep meest proximale punt.Meest distale punten 4-6 cm diepRuglig, abductie heup. knie 90° geplooid en rusten op kussen,Nld. loodrecht, richting femur, ± 2-4 cm diep.Ruglig, been iets laten optillen en geef weerstand. Met 1 vinger de a. femoris voelen en blijven bedekken met needlen. Prik loodrecht en ± 1-2 cm diep.Zoek SIAS punt, iets naar inferior, tussen sartorius en tensor.Tp v.d rectus femoris (symfyselijn). Het tp v.d vastus intermedius ligt dieper en iets meer naar inferior op de perineumlijn.

Bovenbeen spieren Laterale zijde functie innervatie triggerpoints Lokatie points spierketting Dry needlingm. tensor facia latea O; voorste deel crista

iliaca SIAS

I; tractus iliotibialis

AnteflexieAbductieEndorotatie(controle functie bij heup en Bekken bewegingen)

n. gluteus superior L 4- L 5

1)1,5 duim onder SIAS, spier in 3 en delen. Tp zit vaak op overgang 1e en 2e deel, maar ook vaak in 1e deel vooraan in spier.

Gluteus minimus (anterior)Rectus femorisIliopsoassartorius

Spier zichtbaar door actieve endorotatie in heup, palpeer spier op spina. Proximale deel aanprikken net onder SIAS. Loodrecht in spier, ± op perineumlijn, lateraal van pulsaties, ± 1 cm diep.

Bovenbeen spieren Mediale zijde functie innervatie triggerpoints Lokatie points spierketting Dry needlingm. sartorius O; SIAS

I; facies medialis tibia (mediaal v. tuberositas tibia) via pes Anserinus superficialis

Heup;AnteflexieExorotatieAbductie (gering)

KnieFlexieEndorotatie bij gebogenKnie

n. femoralis l 1- l3 1)op ¼ deel v.d sartorius. Tp liggen op de 3 overgangen.2)1/2 deel v.d sartorius3)3/4 deel v.d sartorius

Vastus lateralisRectus femorisAdductoren;Longus, brevis, magnus, gracilis

Ruglig, knie flexie, sper wordt zichtbaar ; actieve exorotatie, flexie en abductie vragen in heup.Prik tangentieel in tp, ondiep.

m. adductor longus en brevis

0. tuberculum pubicumI; linea aspera femoris

AdductieAnteflexieExorotatieAdductoren zijn erg belangrijk voor stabiliseren v.h bekken tijdens lopen

r. anterior van n. obturatorius l2-l4

1)longus- zit net op spier pees overgang, iets lateraal en distaal van perineum. Tp ligt in bovenste 1/3 deel van spier.2)brevis- van tp longus afvallen naar lateraal.

Adductor brevisAdductor magnusPectineusVastus medialis

Ruglig, exorotatie, lichte flexie en adductieRichting heup prikken, mediaal en opwaarts, weg van de pulsatie

m. adductor magnus Pars superior (add. Minimus)O; ramus inferior Ossis pubisI; bovenste deel v. linea Aspera femoris (onder trochantor minor)vezelrichting; horizontaalpars mediao; tussen ramus inferior en tuber- culum ischiadicusi; linea aspera femoris tot aan hiatus adductoresvezelrichting; diagonaal tot bijna verticaalpars inferior (ischiocondylair deel)o; tussen tuberculum ischiadicus en rames ischiadicusi; tuberculum adductorium van epi- condylus medialis femorisvezelrichting; verticaal

Pars superior / mediaAdductieExorotatieAnteflexie (gering)

Pars inferiorAdductieEndorotatieretroflexie

r. anterior vann. obturatoius l 2 –l 4(pars superior / media)

n. ischiadicus l 4- l 5- s 1(ischiocondylaaire deel)

1)halverwege bovenbeen, loodrecht boven mediale gewrichtsspleet v.d knie.2)mediaal juist onder bilplooi, 2/3 cm onder tuber ischiadicum a.d bovenzijde v.h bovenbeen

Adductor brevisAdductor longusPectineusQuadriceps vastus medialis

Tp 1 ruglig, voetzool steunend tegen knie, loodrecht 4-7 cm diep prikken.2) ruglig, voetzool halverwege bovenbeen, opwaarts prikken richting bekken.

m. gracilis O; ramus inferior ossis pubis ( mediale helft)

I; mediale zijde tibia ( via pes Anserinus superficialis)

Heup;AdductieAnteflexie

KnieFlexieendorotatie

r. anterior vann. obturatoriusl 2 – l 4

1)net onder de perineumlijn2)iets onder tp 1

sartorius Ruglig, voet steunend tegen binnenzijde v.d knie, 3-4 cm diep

m. pectineus O; ramus superior ossis pubis

I; linea pectinea femus

AnteflexieAdductieexorotatie

n. femoralis l 2- l 3enr. anterior vann. obturatorius l 2- l 4

1)tp ligt in midden v.h bovenste 1/3 deel v.d spier. Aan onderrand v. ramus pubis. Net lateraal v. tuberculum pubicum

Adductoren;Longus, magnus, brevis, gracillis.iliospoas

Ruglig, been laten afhangen op stoel. Exorotatie heup. Flexie en abductie vragen, (a. femoralis wordt verplaats naar laterale zijde)deze voelen tijdens prikken)Tp tussen 2 vingers. 3 cm diep prikken nld. mediaal opwaarts.Na prikken druk geven.

Bovenbeen spieren Achter zijde functie innervatie triggerpoints Lokatie points spierketting Dry needlingm. biceps femoris

m. semimembranosism. semitendinosus

Caput longum: O; mediaal & Superior a.d tuber ischiadicumCaput brevisO; posterior zijde femusschacht a.d linea aspera Bovenste helft v.d laterale linea supracondularis Laterale septum intermusculare

I; via gezamelijke pees a.d laterale zijde v.h caput fibulae Onderste deel v.d tractus iliotibialis (fascia cruris) Laterale tibiacondylO; tuber ischiadicum

I; facies medialis tibiae (via de pes anserinus superficialis)

Heup;Retroflexie

Knie;FlexieEndorotatie v.h onderbeen bij geflecteerde knie

HeupReteroflexie

Knie Flexieendorotatie

n. tibialis l 5- s 2

1)verschillende tp in distale gedeelte v.d spier, meest mediaal.

Adductor magnusGastrocnemiusBiceps femorisIliopsoasQuadriceps.

Retroversie bekkenQuadratus lumborumRectus abdominusParaspinale spieren)

Nld. Mediaal ingebracht loodrecht in tp, ± 2 cm diep. buiklig, heup en knie in flexie. Beel ligt in abductie en edxorotatie naar buiten.Tp in semitendinosus liggen 8-12 cm boven knieholte. Pak spierbuik tussen duim/wijsvinger en trek deze weg van onderlaag.Dmv. knijppalpatie spier onderzoeken.Vlakke palpatie waarbij de duim de spierbuik met de duim tegen het femur wordt gedrukt kan ook.

Spieren onderbenen functie innervatie triggerpoints Lokatie points spierketting Dry needlingm. gastrocnemius Caput mediale

O; condylus medialis femorisCaput lateraleO; condylus lateralis femoris

I; via de achillespees a.d tuber calcanei

Knie;FlexorStabilisatorBSG/OSGPlantairflexieinversie

n. tibialis l 5- s 2

1)net proximaal boven ronding v.d mediale gastrocnemius hoofd2)net proximaal boven ronding v.d laterale gastrocnemius hoofd3)in knieholte net onder mediale aanhechting4)in knieholte net onder laterale aanhechting

SoleusSemitendinosusSemibranosusBiceps femorisTibialis posteriorFlexor hallucis longusFlexor digitorum longusGluteus minimus

Laterale punten; in zijlig op niet aangedane zijde, knieen geplooid met kussen ertussen. Prik loodrecht in punt richting botMediale punten: ruglig, kussen onder knie en exorotatie v.h been zodat onderbeen vlak ligt.Loodrecht aanprikken richting bot

m. peroneus brevis

m. peroneus longus

m. peroneus tertius

O; laterale zijde fibulaI; os metatarsale V

O; laterale zijde fibula Caput fibulaI; os cuneiforme mediale (plantair) Os metatarsale 1

O; laterale zijde fibulaI; os metatarsale V

PlantairflexieEversie

PlantairflexieEversie

Dorsaalflexieeversie

n. peroneus superficialisl 5 – s 1

3)peroneus brevis, ligt onder pees en thv pees/spier overgang van peroneus longus

1)longus, net onder aanhechting op fibula kopje2)ligt onder tp 1

4-5)tertius; ligt onder tp brevis, naast fibulae

Peroneus longusPeroneus tertiusPeroneus brevisExtensor digitorum longusTibialis posteriorGastrocnemiusSoleusGluteus minimus

Zij/ruglig, knie in flexie. Nld. gericht naar fibula, loodrecht in tp en ± 2 cm diep

Zij/ruglig, knie flexie. Zijlig met kussen tussen knieën. Loodrecht in tp ± 2 cm diep.

xxxx

m. plantaris O; net proximaal v. caput laterale Gastrocnemius

I; calcaneus, net mediaal v. achillespees

Knie;Flexie

BSG/OSGPlantairflexieinversie

n. tibialis l 5- s 2

1)in midden v.d knieholte thv de kniespleet tussen de 2 hoofden v.d gastrocnemius, op knieplooi of net er boven

GastrocnemiusSoleus tibialis posteriorFlexor hallucis longusFlexor digitorum longusGluteus minimus Extensor digitorum longusExtensor hallucis longusPeroneus tertius

Loodrecht in tp in richting v. onderliggende bot, tussen 2 hoofden v.d. gastrocnemius

m. popliteus O; condylus lateralis femoris

I; dorsale zijde tibia

Flexie knieEndorotatie knieSpannen v. gewrichtskapsel en lateralemeniscus

n. tibialis l 4 – s 1

1)van onder fibula kopje horizontaal naar mediaal op midden van femur

GastrocnemiusPlantarisBiceps femoris

Buiklig, knie lichte flexie, been licht exorotatie.Duw mediale hoofd v.d gastrocnemius naar mediaal. Prik tangentieel 3-4 cm diep

m. soleus O; caput fibula Dorsale zijde tibia Arcus tendineus m. solei

I; tuber calcanei

Planteirflexieinversie

n. tibialis l 5- s 2

si

1)aan mediale zijde, v.d overgang pees/spier2)net onder fibula kopje 3)iets proximaal en lateraal van tp 1

GastrocnemiusTibialis posteriorFlexor hallucis longusFlexor digitorum longus gluteus minimusTibialis anteriorExtensor hallucis longusExtensor digitorum longusPeroneus tertius

Buiklig. Loodrecht in punt door gastrocnemius heen.2 tp in distale deel net boven achillespees.Let op n. tibialis, vena + a. tibialis in midden v. spierPrik vanuit ventraal naar buitenzijden v.d kuit weg van neurovasculaire bundel

m. tibialis anterior O; laterale tibiacondyl Laterale zijde tibia Membrana interossa

I; os cuneiforme mediale (mediaal & Plantair) Os metatarsale 1

Dorsaalflexie i.d enkelInversie v.d voetStabiliteit & balans v.denkel

n. peroneus profundus l 5 – s 1

1)2-3 cm onder en voor fibulakopje, onder en lateraal v.d tuberositas tibiae

Peroneus longusExtensor hallucis longusExtensor digitorum longus

Ruglig. Kussentje onder knie, hiel rustend op tafel, loodrecht prikken richting tibia, ± 2 cm diep

m. tibialis posterior O; dorsale zijde tibia Membrana interossea cruris

I; os naviculaire en omgeving

PlantairflexieSupinatie (inversie v.d voet.

n. tibialis l 5- s 2

1)net onder knieholte tussen tibialis en fibula

Flexor digitorum longusFlexor hallucis longusPeroneus longus + brevis(Zelden tp in gastrocnemius + soleus nadat er tp in tibialis posterior hebben ontwikkeld)

Voeten buiten tafel aan uiteinde, vrij diepe prik tot 5 cm. Nld. loodrecht of richting tibia.(afteraden, injecties in tibialis posterior)

Spieren voet functie innervatie triggerpoints Lokatie points spierketting Dry needlingm. abductor digiti minimi

O; processus lateralis v.d tuber calcanei Ondervlak v.h os calcaneum Tuberositas os metatarsale V

I; basis phalanx v.d 5e teen

Flexie kleine teen in art MTPAbductie kleine teen in artMTP

n. plantaris lateraliss 1 – s 2

1)midden v.d voet, laterale zijde (verlengde v. kleine teen)2)afvallen v.h. os calcaneum, laterale zijde voet

Plantaire zijde voet

Pijnlijke situatie i. voetOppervlakkige spierEerst masseren of dry needle pen

m. abductor hallucis O; processus medialis tuber calcanei Retinaculum (bandvormige structuur v. steunweefsel) van mm. flexorum

i; basis v.d grondphalanx v.d grote teen mediale sesambeen

Plantairflexie grote teenAbductie grote teenOndersteund mede voetgewelf

n. plantarismedialisl 5 – s 1

1)mediale voetrand, 1 cm onder top van malleolus medialis2)mediale voetrand, 1 cm voor tp 13)mediale voetrand, 1 cm voor tp 2

Quadratus plantaeAdductor hallucisFlexor hallucis brevisFlexor digiti brevisinterossei

niet

m. adductor hallucis Caput obliquumO; os cuboideum Os cuneiforme Laterale ossa metatarsalia 11- 111 Lig. Plantare longumCaput transversumO; kapselbanden v.d basisgewrichten v.d 3e t/m 5e teenI; laterale sesambeen v.d grote teen

Adductie grote teen in art. MTPFlexie grote teen in art. MTPAanspannen v.h voetgewelf

n. plantaris lateraliss 1 – s 2

1)bij hollen voet, in de holte die verschijnt2)± 1 cm onder en mediaal van tp 13)onder tp 24) onder tp 3

Plantaire zijde voet

Alleen indien echt nodigErg pijnlijkVerdoving gebruiken

m. extensor digitorum longus

O; mediale zijde fibula Membrana interossea cruris

I; dorsale aponeurosen 2e t/m 5e

teen os metatersale V (dorsaal) is m. peroneus tertius

DorsaalflexieEversieExtensie in art. MTP – PIPDip v. 2e t/m 5e teen

n. peroneusprofundusl 5 – s 1

1)op spier, ± 2 cm onder het kuiltje dat voelbaar is onder het tibia-fibulair gewricht

Extensor hallucis longusPeroneus longusPeroneus brevisTibialis anteriorPeroneus tertius

Ruglig, kussentje onder knie, prik loodrecht in punt in richting van tibia of fibula.Let op n. peroneus

m. extensor hallucis brevis

O; calcaneus (dorsale zijde)

I; proximale phalanx v. grote Teen (dorsaal)

Extensie grote teen n. peroneusprofunduss 1 – s 2

1)op voorvoet, ± 2 cm voor buitenenkel

Extensor digitorum brevisExtensor digitorum longusExtensor hallucis longus

Pijnlijk.Nodig: nld. loodrecht in punt, richting in onderliggende metatarsaal.

m. flexor hallucis longus

m. flexor digitorum longus

O; dorsale ziide fibula

I; distale phalanx grote teen (plantair)

O; dorsale zijde tibiaI; distale phalangen v. 2e t/m 5e teen

BSG/OSGPlantairflexieInversie

TenenFlexie in art. MTP-PIP en DIP v. grote teenBSG/OSGPlantairflexieInversieTenenFlexie in art. MTP-PIP en DIP v. grote teen

n. tibialis s 1 – s 3

1)op lijn tussen malleolus externus en achillespees, ongeveer 1/3 v.h. onderbeen.

1)op spier, ± 4 cm v.d dorsale knieplooi

Tibialis posteriorExtensor digitorum longusExtensor digitorum brevisFlexor digitorum longus (brevis)Extensor hallucis longus + brevisFlexor hallucis brevisinterossei

Buiklig, diepe prik 6/7 cm.Prik richting achterzijde tibia, iets naar lateraal. (weg v. vaten)Pas op voorn. tibialis en a. tibialis.

xxx

m. flexor hallucis brevis O; m.adductor hallucis

Caput medialeI; mediale sesambeen v.d grote teen Basisphalanx grote teenCaput laterale I; laterale sesamveen v.d grote teen Basisphalanx grote teen

Flexie grote teen n. plantaris medialisl 5 – s 1

1)direct proximaal v.d distale kop van os metatarsale 12)iets lateraal en distaal van tp 1

xxx Pijnlijk. Hoognodig.Liggend op aangedane zijde, andere been in flexie, nld. loodrecht in tp

m. interosseus dorsalis 1 voet

O; os metatarsale van 1e en 2e teenI; basis v.d proximale phalanx v. 2e teen.Aponeuros v.d pees v. m. extensor digitorum longus naar 2e teen

Extensie v. 2e teen in art. DIP + PIPFlexie v. 2e teen in art MTPMediaal bewegen v. 2e teen

n. plantaris lateralisr. profundus S1-S2

1)juist voor verbinding v. os metatarsale 1 + 11proximaal

Quadratus plantaeFlexor digitorum longusen brevis

PijnlijkLoodrecht prikken

m. quadratus plantae Caput medialeO; mediale rand (plantair) v.d calcaneusCaput lateraleO; laterale rand (plantair) v.d cancaneus

I; laterale rand v.d pees v. m. flexor digitorum longus

Flexie MTP-PIP en DIP v.d 2e t/m 5e teen

n. plantaris lateraliss 1 – s 2

1)distaal v.h hielbeen, plantair in het midden

XxxPlantairzijde voet

Te pijnlijk

Pijn achterzijde beenGluteus maximus Gluteus medimus Gluteus minimis periformis Biceps femoris. m. semimembranosis

m. semitendinosus

coccygeus / m. levator ani obturatorius internus- sphincter ani

Vastus lateralis

gastrocnemius plantaris popliteus Tibialis posterior soleus

m. flexor hallucis longusm. flexor digitorum longus

Laterale zijde pijnGluteus minimus

Vastus lateralis Tensor facialatea Peroneus longus – brevis - tertius

Voetpijn m. abductor digiti minimi m. abductor hallucis Adductor hallucis m. quadratus plantae m. interosseus dorsalis 1 voet

m. flexor hallucis brevis flexor hallucis longus- m. flexor digitorum longus

m. extensor digitorum longus m. extensor hallucis brevis Tibialis anterior

Pijn voorzijde- binnenzijde beneniliopsoas Vastus medialis Rectus femoris Vastus intermedius Tibialis anterior

sartorius Adductor longus en brevis Adductor magnus graclis pectineus