ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE...

67
Academiejaar 2013 2014 ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE-CHIRURGIE EN EVALUATIE VAN DE POSTOPERATIEVE LEVENSKWALITEIT MET FOCUS OP DE OUDERE. Michiele VANAENRODE Promotor: Prof. Dr. Roberto Troisi Masterproef voorgedragen in de 2de Master in het kader van de opleiding tot MASTER OF MEDICINE IN DE GENEESKUNDE FACULTY OF MEDICINE AND HEALTH SCIENCES

Transcript of ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE...

Page 1: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

Academiejaar 2013 – 2014

ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE-CHIRURGIE EN EVALUATIE VAN DE POSTOPERATIEVE LEVENSKWALITEIT MET

FOCUS OP DE OUDERE.

Michiele VANAENRODE

Promotor: Prof. Dr. Roberto Troisi

Masterproef voorgedragen in de 2de Master in het kader van de opleiding tot

MASTER OF MEDICINE IN DE GENEESKUNDE

FACULTY OF MEDICINE AND HEALTH SCIENCES

Page 2: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in
Page 3: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

Academiejaar 2013 – 2014

ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE-CHIRURGIE EN EVALUATIE VAN DE POSTOPERATIEVE LEVENSKWALITEIT MET

FOCUS OP DE OUDERE.

Michiele VANAENRODE

Promotor: Prof. Dr. Roberto Troisi

Masterproef voorgedragen in de 2de Master in het kader van de opleiding tot

MASTER OF MEDICINE IN DE GENEESKUNDE

FACULTY OF MEDICINE AND HEALTH SCIENCES

Page 4: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in
Page 5: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in
Page 6: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in
Page 7: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

“De auteur en de promotor geven de toelating deze masterproef voor consultatie

beschikbaar te stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander

gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking

tot de verplichting uitdrukkelijk de bron te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit

deze masterproef.”

14 april 2014

Michiele Vanaenrode Prof. Dr. Roberto Troisi

Page 8: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in
Page 9: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

V O O R W O O R D

Het ontstaansproces van deze scriptie was een zeer leerrijke ervaring waarbij niet enkel

mijn kennis inzake de chirurgische behandeling van pancreaskanker en de gevolgen

hiervan werd verrijkt, maar ook mijn rapporteringsvaardigheden op de proef werden

gesteld. Deze scriptie kon enkel tot stand komen met de hulp van bepaalde personen en

instanties, die ik daarvoor bij deze wens te bedanken.

Universiteit Gent, voor het bieden van de opportuniteit tot het schrijven van deze proef.

Mijn promotor, professor Roberto Troisi voor het begeleiden van de scriptie, de goede

samenwerking en het verschaffen van de nodige informatie en verbeteringen.

Inge Baeke, medewerkster op het secretariaat hepatobiliaire heelkunde, voor de

praktische planning van de afspraken met de promotor.

Tot slot wil ik mijn vrienden en familie bedanken, in het bijzonder Lieve Roeffaers, mijn

moeder, voor het herhaaldelijk nalezen en verbeteren van de scriptie en mijn broer, Jan

Vanaenrode, voor zijn hulp bij de vormgeving van de thesis.

Page 10: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in
Page 11: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

I N H O U D ST A F E L

Voorwoord

Abstract ...................................................................................................................... p. 1

1. Inleiding ............................................................................................................... p. 3

2. Methodologie ....................................................................................................... p. 5

3. Resultaten ............................................................................................................. p. 7

3.1. Korte termijn gevolgen van Whipple-chirurgie ............................................ p. 11

3.1.1. Klassieke Whipple-procedure ............................................................ p. 12

3.1.2. Pylorussparende procedure ................................................................ p. 14

3.2. Lange termijn gevolgen van Whipple-chirurgie ........................................... p. 16

3.3. Effecten op de levenskwaliteit ...................................................................... p. 19

3.3.1. Onderzoek naar de kwaliteit van leven .............................................. p. 19

3.3.1.1. EORTC QLQ-C30 .................................................................... p. 19

3.3.1.2. SF-36 ......................................................................................... p. 20

3.3.1.3. PCCL ........................................................................................ p. 21

3.3.2. Resultaten van het onderzoek naar de kwaliteit van leven ................. p. 21

3.4. Focus op de oudere ....................................................................................... p. 26

4. Discussie .................................................................................................. p. 29

4.1. Korte termijn gevolgen van Whipple-chirurgie ............................................ p. 29

4.2. Lange termijn gevolgen van Whipple-chirurgie ........................................... p. 32

4.3. Effecten op de levenskwaliteit ...................................................................... p. 33

4.4. Focus op de oudere ....................................................................................... p. 35

Page 12: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

5. Referentielijst .................................................................................................. p. 37

Bijlagen

Bijlage 1 – EORTC QLQ-C30 ....................................................................... I

Bijlage 2 – SF – 36......................................................................................... V

Bijlage 3 – PCCL ........................................................................................... XI

Page 13: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

1

A B S T R A C T

Doel: Het doel van deze scriptie is een overzicht te geven van welke factoren een

belangrijke bijdrage leveren aan de postoperatieve kwaliteit van leven na een Whipple-

operatie, met een bespreking van de specifieke bijdrage van elke factor en een specifieke

interesse voor de invloed van de leeftijd.

Achtergrond: Aangezien de Whipple-procedure een majeure vorm van chirurgie is,

brengt dit onlosmakelijk een al dan niet tijdelijke hinder met zich mee in de

postoperatieve periode. Onderzoek naar de kwaliteit van leven is schaars en moeilijk

vergelijkbaar mits het gebruik van verschillende schalen en testen om kwaliteit van leven

te objectiveren.

Methoden: Er werd een literatuurstudie uitgevoerd op basis van wetenschappelijke

artikels uit medische databases, deze werden geraadpleegd en naar inhoud vergeleken.

Aan de hand van alle verkregen informatie uit de beschreven onderzoeken, werd een

analyse uitgevoerd.

Resultaten: Majeure korte termijn gevolgen van Whipple-chirurgie komen voor bij

16,7% van de patiënten. De voornaamste zijn pancreasfistulisatie (7-12%),

maagledigingsvertraging (7-14%), biliaire lekkage (zeer zeldzaam), infecties (8-17%) en

algemene cardiopulmonale complicaties (5-16%). De postoperatieve mortaliteit bedraagt

gemiddeld 1,3%. Daarnaast komen ook de algemene complicaties van grote ingrepen

voor. Aan de hand van vragenlijsten (EORTC QLQ-C30, SF-36 en PCCL) wordt

waargenomen dat voor alle patienten de levenskwaliteit na de operatie op alle vlakken

afgenomen is, maar deze zich meestal binnen het jaar op alle vlakken hersteld heeft tot

het preoperatieve niveau. Pre- en peroperatieve scoring van het risico onderscheidt vier

grote groepen: laag risico (7%) bij score 0-3, intermediair risico (13%) bij score 4-7, hoog

risico (23%) bij score 8-11 en zeer hoog risico (36%) indien de score 12 tot 15 bedraagt.

Bij de oudere patiënten wordt gezien dat leeftijd op zich geen contra-indicatie is voor de

Whipple-ingreep, maar dat de hiermee gepaard gaande comorbiditeit wel een probleem

kan vormen. De postoperatieve mortaliteit kan bij de 70+-groep oplopen tot 5,9 à 6,5%.

Page 14: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

2

Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in de

regio van de pancreaskop en wordt steeds veiliger. Toch zijn er een aantal complicaties

aan verbonden die de levenskwaliteit van de patiënt na de ingreep sterk kunnen doen

afnemen. Dit risico kan heden voorspeld worden, en dit alles brengt de chirurgen steeds

dichter bij de ideale zorg voor de patiënt. Door de toegenomen veiligheid kan de

procedure zonder problemen bij de oudere patiëntenpopulatie worden uitgevoerd, tenzij

de leeftijdsgerelateerde comorbiditeit hiervoor een contra-indicatie vormt.

Page 15: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

3

1 . I N L E I D I N G

Kausch-Whipple chirurgie, Pancreaticoduodenectomie, klassieke partiële

pancreaticoduodenectomie, pylorussparende pancreaticoduodenectomie: allemaal namen

om de operatie te beschrijven, eerst uitgevoerd door Codivilla en Kausch en later verfijnd

en verspreid door Whipple et al.(1)

Deze operatie wordt uitgevoerd bij patiënten met aandoeningen van de pancreaskop.

Meestal zijn dit tumoren, maar de Whipple-procedure kan ook toegepast worden bij

chronische pancreatitis en andere benigne aandoeningen van de pancreas. Bij deze

procedure, die een majeure vorm van chirurgie is, wordt de pancreaskop samen met het

duodenum, inclusief het antrum pilori verwijderd. Daarnaast worden ook de galblaas,

galwegen en de uitmonding ervan in de duodenale papil gereseceerd. Ook de lokale

lymfeklieren worden meegenomen in de resectie. De reden voor de uitgebreidheid van de

resectie is de gemeenschappelijke bloedvoorziening van de bovenstaande structuren,

namelijk de arteria gastroduodenalis. Wanneer enkel de pancreaskop wordt weggenomen,

treedt necrose van de omliggende structuren op (de structuren die bij de Whipple-operatie

mee worden weggenomen).

Omdat bij de procedure van Whipple zo veel structuren worden gereseceerd, is het niet

meer dan logisch dat de procedure heel wat complicaties kan hebben op korte en lange

termijn en dat er een effect zal zijn op de levenskwaliteit van de patiënten, bij jonge

patiënten en in het bijzonder bij de oudere populatie, omdat zij door hun leeftijd

gevoeliger en vatbaarder zijn, een eigenschap die heden beschreven wordt als ‘frailty’,

fragiliteit.

De opzet van deze scriptie is het analyseren van de literatuur die er bestaat omtrent de

postoperatieve en long-term levenskwaliteit van de patiënten die een Whipple-procedure

hebben ondergaan. Er bestaat hierover slechts weinig literatuur. De oorzaak hiervan is dat

het niet evident is een objectieve studie uit te voeren naar de kwaliteit van leven, wat een

voornamelijk subjectief gegeven is. In deze literatuurstudie wordt getracht een objectieve

kijk te geven op de onderzoeken die reeds zijn gevoerd, de resultaten hiervan en de wijze

waarop de levenskwaliteit geobjectiveerd wordt.

Page 16: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

4

Page 17: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

5

2 . M E T H O D O L O G I E

Deze scriptie is opgesteld op basis van de bestaande literatuur omtrent levenskwaliteit na

pancreaticoduodenectomie. Er bestaan verschillende studies en artikels over dit

onderwerp, maar slechts weinigen omvatten specifiek onderzoek naar de aspecten die

onderzocht worden in deze literatuurstudie. Daarom wordt hier getracht door analyse van

de bestaande literatuur een grondig beeld te verschaffen specifiek over de korte- en lange-

termijn levenskwaliteit na een Whipple-ingreep, waarbij ook een specifieke focus wordt

gelegd op de oudere zorgvrager.

Meerdere artikels werden opgezocht in medische databases zoals PubMed, New England

Journal of Medicine, Medline, Web of Science. De zoekactie werd verricht op basis van

volgende zoektermen, die zowel in het Nederlands als in het Engels ingevoerd werden:

Whipple, pancreaticoduodenectomie, pancreaskopchirurgie en andere. Deze werden

gecombineerd met zoektermen in relatie tot de postoperatieve en lange-termijn

levenskwaliteit zoals ondermeer: complicaties, levenskwaliteit en overleving (wederom in

Nederlands en Engels). Uit de resultaten die deze zoekacties opleverden werden de meest

relevante artikels voor deze scriptie geselecteerd op basis van het lezen van de volledige

titel en abstract. Deze sequentiële zoekactie werd uitgevoerd in verschillende online

medische databases, waarvan enkele hierboven zijn vermeld.

De artikels die uit bovenstaande zoekactie als relevant werden weerhouden, werden

grondig bestudeerd, geanalyseerd en vergeleken. Het resultaat van die analyse wordt

besproken in deze masterscriptie.

Page 18: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

6

Page 19: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

7

3 . R E S U L T A T E N

Levenskwaliteit is een zeer ruim begrip. Het gaat niet enkel om ‘zich goed voelen’, maar

ook om de mogelijkheid tot ‘normaal’ functioneren, in staat zijn eigen vooropgestelde

doelen te bereiken en emotionele kwaliteit. Dit begrip kan daarom worden onderverdeeld

in zeer veel verschillende aspecten. Dit kan zorgen voor een probleem in de studie naar

levenskwaliteit, omdat al deze verschillende aspecten moeten worden onderzocht en

geobjectiveerd, want kwaliteit van leven blijft tot nader order een subjectief gegeven. In

dit hoofdstuk wordt getracht een overzichtelijk beeld te geven van de resultaten van de

literatuurstudie op al deze verschillende vlakken. Hiervoor zal er een onderverdeling

gemaakt worden tussen gevolgen van de Whipple-procedure op korte termijn, de

gevolgen op lange termijn, de invloed die de complicaties en de ingreep hebben op de

levenskwaliteit, om dan aan het einde nog een specifieke focus te leggen op de oudere

zorgvrager.

Om de resultaten van de studies in het juiste licht te kunnen plaatsen moet men weten dat

er verschillende vormen van de Whipple-procedure bestaan. De 2 belangrijkste vormen

zijn de klassieke Whipple en de pylorussparende Whipple. De klassieke operatie van

Whipple is een majeure vorm van chirurgie waarbij de pancreaskop wordt verwijderd

samen met verschillende omliggende structuren die door het zelfde bloedvat gevoed

worden, namelijk de arteria gastroduodenalis. Dit betreft: het duodenum, het antrum

pylori van de maag, de galblaas en galwegen tezamen met hun uitmonding in de

duodenale papil. Daarnaast worden ook de naburige lymfeklieren meegenomen in de

uitgebreide resectie. Naast het verwijderen van deze structuren, worden er bij de klassieke

Whipple-procedure ook 3 anastomoses gemaakt, dit zijn de pancreaticojejusnostomie, de

hepaticojejunostomie en de gastrojejunostomie. De pancreaticojejunostomie is een

nieuwe verbinding die wordt gemaakt tussen het resterende deel van de pancreas en het

proximale deel van het jejunum. Bij de hepaticojejunostomie wordt de ductus hepaticus,

het hepatische deel van de galwegen, weer aangesloten op de darm. Dit gebeurt niet op de

oorspronkelijke lokalisatie, aangezien het duodenum is weggenomen bij de ingreep. De

laatste nieuwe verbinding is deze tussen de maag en de proximale dunne darm, de

gastrojejunostomie. Deze zorgt ervoor dat de maaginhoud weer kan doorvloeien naar de

dunne darm. Het eindresultaat van deze anastomoses wordt weergegeven in figuur 1b.

Page 20: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

8

De klassieke Whipple-operatie bestaat uit 3 fasen: de exploratiefase, de resectiefase en de

reconstructiefase. In de exploratiefase wordt de patiënt voorbereid op de ingreep, wordt

de abdominale holte geïnspecteerd en de pancreaskop vrijgemaakt van de omliggende

structuren. Als het caput pancreaticum volledig vrijligt, kan de uitgebreidheid van de

pathologie beoordeeld worden. In de resectiefase vindt de verwijdering van de

pancreaskop en omliggende structuren plaats in een welbepaalde sequentie. Allereerst

wordt de galblaas vrijgeprepareerd uit het leverbed en wordt zijn voedende arterie (arteria

cystica) doorgenomen. Hierop volgend worden de lymfeklieren vrijgeprepareerd en de

ductus hepaticus en andere voedende vaten doorgenomen. De wegname van de

lymfeklieren begint bij de lymfeklieren bij het ligamentum hepatoduodenale en verloopt

van daaruit verder naar caudaal. Dit is langs de arteria hepatica dextra, sinistra en propria,

arteria gastroduodenalis en arteria colica dextra om te eindigen met de lymfeklieren bij de

arteria hepatica communis tot volledig bij de truncus coeliacus. Voor het doornemen van

de arteria gastroduodenalis moet eerst gecontroleerd worden of er na afklemmen van de

desbetreffende arterie nog voldoende pulsaties voorkomen ter hoogte van de lever.

Indien dit het geval is, mag het bloedvat doorgenomen worden. Ook de vena

pancreaticoduodenalis posterior superior moet afgeklemd en doorgenomen worden

alvorens de pancreas volledig ondertunneld kan worden. Bij deze klassieke ingreep van

Whipple, wordt het distale derde van de maag vrijgeprepareerd en met een chirurgische

nieter afgeklemd en doorgesneden. De pancreas wordt doorgenomen in het caput-gebied

en de snijranden worden onmiddellijk onderzocht tijdens de operatie om te bepalen of

verdere resectie noodzakelijk is. Wanneer het resultaat van het snijranden-onderzoek

negatief is, kan de ingreep verder gaan met de mobilisatie van de pancreaskop, die hierbij

wordt losgemaakt van de processus uncinatus. Hiervoor moeten kleine bloedvaten

worden afgebonden en doorgenomen. Wanneer er tumorinvasie is in de vena mesenterica

superior, moeten de vena portae, vena mesenterica en de vena lienalis worden afgeklemd

terwijl de geïnfiltreerde venewand van de vena mesenterica superior wordt gereseceerd en

de beide uiteindes terug aan elkaar worden verbonden. Wanneer alle nodige structuren

zijn vrijgeprepareerd en verwijderd, moeten er nog re-anastomoses gebeuren. Dit wordt

de reconstructiefase genoemd. Deze fase wordt aangevangen door het voorbereiden van

de te verbinden delen, dit zijn het jejunum, de pancreasrest en de hepatische galwegen.

Pas daarna kunnen de effectieve reconstructies plaatsvinden, zoals hierboven beschreven.

Page 21: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

9

Figuur 1. B. Resultaat van de klassieke Whipple-operatie. Van proximaal naar distaal:

pancreaticojejunostomie, hepaticojejunostomie en gastrojejunostomie. Het proximale uiteinde van het

jejunum eindigt blind. C. Resultaat van de pylorussparende Whipple-ingreep. De sequentie is dezelfde als

bij de klassieke ingreep, enkel de gastrojejunostomie verschilt, de maag blijft hier volledig bewaard in

plaats van gedeeltelijk.(2)

De pylorussparende pancreaticoduodenectomie (zie figuur 1c) is een mildere vorm van de

Whipple-procedure. Bij deze ingreep wordt getracht de pylorussfincter en het eerste

gedeelte van het duodenum te sparen. Hieraan zijn een aantal voordelen verbonden,

namelijk bewaring van de sfincterfunctie van de maaguitgang, betere gastro-intestinale

functie, betere voedingsstatus en betere postoperatieve levenskwaliteit van de patiënten in

vergelijking met de klassieke Whipple-procedure. Daarnaast zijn er ook een aantal

voordelen tijdens het verloop van de operatie, dit zijn een kortere duur van de procedure

en verminderd bloedverlies, zodat er minder bloedtransfusies nodig zijn in de eerste

postoperatieve dagen.

De pylorussparende Whipple bestaat uit dezelfde 3 fazen als de klassieke procedure. De

voorbereidingsfase en reconstructiefase zijn vergelijkbaar met deze van de klassieke

Whipple. Tijdens de resectiefase worden de verschillen tussen de procedures duidelijk.

Het wegnemen van de lymfeklieren en het doornemen van de voedende bloedvaten

gebeurt op een gelijkaardige manier als bij de klassieke ingreep, maar de resecties die er

gebeuren in het orgaanweefsel verschillen. Bij deze vorm worden de rechter gastro-

epiploïsche vaten doorgenomen samen met de bulbus duodeni en wordt het distale

gedeelte van de maag met de pylorussfincter dus ter plaatse gelaten. De maag wordt bij

deze procedure naar de linker bovenbuik verschoven.

Page 22: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

10

Na afloop van de procedure wordt er in beide gevallen vastgehouden aan een vastgelegd

postoperatief beleid, met name het plaatsen van een maagsonde en wonddrains. Deze

maagsonde blijft ter plaatse tot de patiënt voldoende is bijgekomen van de narcose. Dan

kan gestart worden met een geleidelijke opbouw van de voedselinname. Wonddrains

worden geplaatst om het vocht dat geproduceerd wordt door de beschadigde structuren in

de buikholte af te voeren. De opvangreservoirs van deze drains dienen regelmatig

gecontroleerd te worden op hoeveelheid, helderheid en kleur van het wondvocht.

Indicaties voor het uitvoeren van de Whipple-procedure zijn voornamelijk maligniteiten

van de pancreaskop, galwegen en de uitmonding ervan in de duodenale papil of tumoren

van het duodenum die dicht bij de pancreaskop gelegen zijn. Daarnaast wordt de

procedure ook toegepast bij een aantal goedaardige aandoeningen van de pancreas en

omgeving. Voorbeelden hiervan zijn chronische pancreatitis van al of niet bekende

oorsprong en niet-neoplastische ziekte van de pancreas, hepatobiliair systeem en

dundarm.

Page 23: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

11

3.1. KORTE TERMIJN GEVOLGEN VAN WHIPPLE-CHIRURGIE

Korte termijn complicaties zijn verwikkelingen die optreden binnen de eerste dagen tot

weken na de ingreep en die gerelateerd zijn aan de ingreep, de aandoening of het verblijf

in het ziekenhuis. De outcome van een pancreaticoduodenectomie wordt bekeken op basis

van een aantal criteria. Deze criteria zijn: postoperatieve sterfte, intra-operatief

bloedverlies en de bijhorende nood aan bloedtransfusies in de 72 uur die volgen op de

ingreep, majeure orgaansysteem-complicaties en lengte van het verblijf in het ziekenhuis.

De prevalentie van majeure complicaties bedraagt 16,7%.

De meest frequent voorkomende specifieke complicaties van de Whipple-procedure zijn

vertraagde maaglediging, pancreasfistels, biliaire lekkage, infecties en algemene

cardiovasculaire en -pulmonale complicaties. Vertraagde maaglediging wordt

gedefinieerd(3)

als meer dan 500 ml maaginhoud die per dag gedraineerd wordt via de

nasogastrische sonde of het herhaaldelijk overgeven voor meer dan 5 dagen na de

ingreep. Het komt voor bij 7-14% van de patiënten die een pancreaticoduodenectomie

ondergaan. Bij een pancreasfistel zal per definitie(3)

een driemaal hogere amylase-inhoud

van de gedraineerde vloeistof worden waargenomen in vergelijking met het serum op de

derde postoperatieve dag. Lekkages van de galwegen zijn een eerder zeldzame

complicatie van deze ingreep. De prevalentie van bovenstaande complicaties wordt

weergegeven in tabel 1.

Tabel 1. Prevalentie van specifieke complicaties van Whipple-chirurgie(4)

.

Voor de meerderheid van de patiënten die een resectie van de pancreaskop ondergaan, is

de overleving beperkt. De overleving is afhankelijk van verschillende factoren die een

positieve of een negatieve invloed kunnen hebben. Factoren met een positieve invloed

zijn kortere operatietijd, weinig intra-operatief bloedverlies, gemakkelijke toegang tot de

galweganastomose en volledigheid van de tumorresectie en lymfeklierresectie.

Postoperatieve maagulceratie heeft een negatieve invloed op de uitkomst.

Complicatie Prevalentie (%)

Vertraagde maagelediging 7-14

Pancreasfistel 7-12

Infecties 8-17

Cardiopulmonale complicaties 5-16

Biliaire lekkage Zeer zeldzaam

Page 24: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

12

Hieronder worden een aantal frequent voorkomende complicaties van majeure chirurgie

in het algemeen opgesomd.

Wondcomplicaties: dit kunnen oppervlakkige, diepe of in de orgaanruimte

voorkomende infecties zijn. Het kan ook gaan om wonddisrupties, waarbij de

anastomoses of hechtingen loslaten.

Cardiovasculaire complicaties die voorkomen zijn onder andere een

myocardinfarct, een hartstilstand of een beroerte.

Pulmonaire complicaties, dit betreft voornamelijk een verlengde nood aan externe

beademing van de patiënt na de ingreep. Dit komt vaker voor bij de klassieke

Whipple.

Renale complicaties: dit betreft acuut of progressief nierfalen. Ook dit komt meer

voor bij de klassieke Whipple dan bij een pylorussparende ingreep.

Tenslotte kunnen ook infectieuze complicaties zoals sepsis of septische shock

optreden.

3.1.1. KLASSIEKE WHIPPLE PROCEDURE

De klassieke Whipple-operatie heeft complicaties als vertraagde maaglediging,

pancreasfistels, galfistels, infecties en postoperatieve overlijdens door onder andere acuut

hartfalen, endocarditis of intra-operatieve beschadiging van de vena portae omwille van

tumorale invasie, waardoor de vena portae deels wordt meegenomen in de resectie. Ook

exocriene en endocriene disfuncties komen voor bij resectie van een gedeelte van de

pancreas. De endocriene disfunctie komt meer uitgesproken voor bij de klassieke vorm,

terwijl er op vlak van exocriene disfunctie geen significant verschil in voorkomen bestaat

tussen de klassieke en de pylorussparende procedure. Voorbeelden van symptomen die

voorkomen door endo-of exocirene insufficiëntie zijn ontwikkeling van postoperatieve

diabetes mellitus en maldigestie. Daarnaast leidt ook het verlies van andere, ziektevrije

organen tot symptomen na de ingreep. Dit zijn onder andere het dumping-syndroom en

(terugkerende) episodes van cholangitis. De meest voorkomende complicatie bij een

Whipple is pneumonie, met een frequentie van 7.8%(5)

. De operatieduur is significant

langer dan bij de PPPD (pylorus-preserving pancreaticoduodenectomie), en het

bloedverlies tijdens de operatie ligt ook significant hoger. Dit dient echter wel met een

Page 25: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

13

korrel zout genomen te worden omdat de absolute hoeveelheid bloedverlies en dus de

absolute hoeveelheid bloed die postoperatief getransfuseerd moet worden zeer laag is en

het verschil dus in werkelijkheid maar zeer klein is. Daarnaast is de operatieduur eerder

afhankelijk van patiënt-gerelateerde en chirurg-gerelateerde factoren dan van de gekozen

techniek.

Alle bovenstaande verwikkelingen zijn echter in absolute cijfers relatief zeldzaam en er

heeft zich de laatste jaren een sterke toename van de veiligheid van de

pancreaticoduodenectomie voorgedaan. Deze vooruitgang is van multifactoriële aard en is

ondermeer te danken aan betere proactieve zorg en groeiende ervaring van de chirurgen.

Men kan stellen dat het een veilige procedure is met aanvaardbare morbiditeits- en

mortaliteitscijfers.

Aan de hand van een aantal preoperatieve en intra-operatieve kenmerken hebben Braga et

al.(6)

getracht een score op te stellen om het risico op postoperatieve morbiditeit en

mortaliteit in te schatten bij patiënten die een pancreaticoduodenectomie ondergaan. De

score wordt opgesteld aan de hand van makkelijk evalueerbare preoperatieve en intra-

operatieve parameters. Het doel is vooral om te voorspellen wat het risico van een

individuele patiënt is op majeure postoperatieve complicaties. In dit onderzoek worden

pancreasfistels als voornaamste ernstige verwikkeling beschouwd. Uit univariate analyse

bleek dat de 4 belangrijkste voorspellers van deze majeure complicaties de volgende

waren: de ASA-score1(7)

, de textuur van het overgebleven deel van de pancreas, de

diameter van de grootste ductus pancreaticus (gemeten door het inbrengen van

verschillende groottes van steriele probes in de ductus) en het peroperatief bloedverlies.

De textuur van het overblijvend deel van de pancreas wordt tijdens de operatie

beoordeeld door de chirurg. Dit is dus een subjectieve parameter, maar er is significante

overeenkomst tussen de beoordeling van de chirurg en het resultaat van pathologisch

onderzoek dat postoperatief wordt uitgevoerd door een onafhankelijke patholoog. Er is

1 ASA-score: scoresysteem van de ‘American Society of Anesthesiologists’. Dit is een classificatiesysteem om de patiënten voor de ingreep in te delen in categorieën volgens fysieke status. Er bestaan 6 categorieën: 1. Een normale, gezonde patiënt, 2. Patiënten met een mide systemische aandoening, 3. Patiënten met een ernstige systemische aandoening, 4. Patiënten met een ernstige systemische aandoening die een constante bedreiging vormt voor het leven van de patiënt, 5. Een stervende patiënt die enkel te redden is met een operatie en 6. Hersendode patiënten wiens organen verwijderd worden voor donatie. Wanneer het gaat om een noodgeval wordt aan het cijfer de letter ‘E’ voor ‘emergency’ toegevoegd. Bij categorie 5 gaat het steeds om een noodgeval en bijgevolg wordt er altijd gesproken van 5E. Categorie 6E bestaat niet, aangezien orgaandonatie nooit een chirurgische noodsituatie is.

Page 26: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

14

namelijk een statistisch significant verband tussen afwezigheid van fibrose in de pancreas

en het zacht aanvoelen van dit orgaan en omgekeerd is er in een vast aanvoelende

pancreas significant minder interlobulaire vetinfiltratie.

Met behulp van de verkregen informatie kan dan een score gegeven worden aan het risico

van de patiënt. Tabel 2 geeft een overzicht van het risico op majeure complicaties bij een

bepaalde score. Aan de hand van deze score kan de operatieve strategie en het

postoperatieve beleid worden aangepast aan de individuele patiënt en zijn risico op

complicaties. Daarnaast kan aan de patiënt voor de operatie duidelijke informatie worden

gegeven over zijn persoonlijk risico op ernstige verwikkelingen van de ingreep. Het

voorspelde gemiddelde complicatierisico op basis van de score bedraagt 15.2%, het

waargenomen risico bedraagt 16.9%, dit resultaat is dus zeer gelijkaardig, en dit geldt

voor de hele range aan complicaties.

Tabel 2. Risico op majeure complicaties op basis van de prognostische score van Braga et al.(6)

.

Prognostische score Risico op majeure complicaties (%)

0-3 7

4-7 13

8-11 23

12-15 36

Bij chronische pancreatitis is het belangrijkste effect van een klassieke Whipple-operatie

de pijnreductie. Bij 66.7%(5)

van de ingrepen kan de pijn effectief gereduceerd worden.

Waar voor de ingreep ruim twee derde van de patiënten afhankelijk was van analgetica,

kan dit door de klassieke Whipple-ingreep verlaagd worden tot minder dan een derde. Dit

geeft duidelijk aanleiding tot een verbetering van de levenskwaliteit. Bij

pancreaskoptumoren is het belangrijkste symptoom silentieuze icterus. Dit geeft in

mindere mate aanleiding tot een daling van de preoperatieve kwaliteit van leven dan de

pijn bij chronische pancreatitis. Hierdoor zal de toename in kwaliteit van leven bij deze

patiëntengroep minder groot zijn dan in de groep van de chronische pancreatitis.

3.1.2. PYLORUSSPARENDE PROCEDURE

De pylorussparende pancreaticoduodenectomie heeft een significant kortere operatieduur

en minder bloedverlies tijdens de operatie met als gevolg minder nood aan postoperatieve

Page 27: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

15

transfusies, maar zoals reeds hoger vermeld zijn de absolute cijfers zeer laag, waardoor de

effectieve verschillen ook zeer klein zijn. De perioperatieve complicaties zijn grotendeels

dezelfde als deze van de klassieke Whipple, maar de cumulatieve mortaliteit ligt iets lager

voor de pylorussparende ingreep. Het grote voordeel verbonden aan de pylorussparende

vorm is dat de meerderheid van de patiënten al terug aan het werk is op 6 maanden na de

operatie.

Page 28: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

16

3.2. LANGE TERMIJN GEVOLGEN VAN WHIPPLE-CHIRURGIE

Onder lange termijn verstaan we de eerste maanden na de operatie, maar later dan de

eerste dagen of weken. De meest voorkomende complicaties van de Whipple-operatie

worden hieronder opgesomd, de cijfergegevens worden weergegeven in Tabel 3.

Gewichtsverlies: dit begint vaak reeds tijdens het ziekteproces, maar wordt

verwacht te stoppen na de ingreep. In sommige gevallen echter neemt het

lichaamsgewicht nog verder af na de ingreep. Er kan van significant

gewichtsverlies gesproken worden wanneer de patiënt postoperatief ongeveer 4,5

kg verliest(8)

. De postoperatieve gewichtsdaling is onafhankelijk van het type

pathologie, het komt namelijk zowel bij goedaardige als bij kwaadaardige

afwijkingen van de pancreas voor. Het mechanisme waarop de vermagering berust

is echter wel verschillend, bij tumoren wordt het gewichtsverlies namelijk

veroorzaakt door de maligniteit, bij chronische pancreatitis is dit eerder door de

maaltijdgebonden pijn (de pijn verergert meestal na de maaltijd) en door de

misselijkheid en braken die de chronische ontsteking van de pancraes met zich

meebrengt.

Abdominale pijn komt significant voor bij minstens 18% van de patiënten(8)

onafhankelijk van de pathologie.

Dorst. Dit fenomeen komt met een betrouwbaarheidsinterval van 95% significant

voor bij 29% van de patiënten die geopereerd werden voor chronische

pancreatitis, bij 18% van de patiënten die een Whipple ondergingen voor een

andere goedaardige ziekte en bij 15% van de patiënten waarbij een

pancreasadenocarcinoom verwijderd werd(8)

. Voor andere kankers van de

pancreas ligt het significantieniveau op 0,005 en komt er bij 7% van de patiënten

significant dorst voor op dat niveau(8)

.

Een andere complicatie die voorkomt na de ingreep is het frequent moeten

urineren. Dit komt significant voor bij minstens 33% van de patiënten met

pancreaspathologie, bij chronische pancreatitis komt het zelfs bij 47% van de

patiënten voor in de postoperatieve periode(8)

.

Page 29: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

17

Vermoeidheid komt significant voor met een betrouwbaarheidsinterval van 99,5%

bij ongeveer 25% van de patiënten met pancreasaandoeningen(8)

.

Er doen zich in de postoperatieve periode ook stoelgangsproblemen voor, meer

bepaald het voorkomen van ‘foul stool’ (vertaald: vuile of vieze stoelgang,

diarree). Dit komt significant voor bij meer dan 37% van de geopereerde

patiënten(8)

. De oorzaak hiervan is de exocriene pancreasinsufficiëntie die kan

ontstaan door de resectie van pancreasweefsel met achterlaten van een eventueel

atrofe rest of door de beschadiging van de sympaticus door de chronische

inflammatie van de pancreas of het reseceren van een deel van de vena

mesenterica. In vele gevallen is er sprake van refractaire diarree, dit wil zeggen

dat behandeling met medicatie weinig of geen effect heeft.

Een Whipple-procedure kan diabetes mellitus veroorzaken door endocriene

insufficiëntie die ontstaat ten gevolge van het wegnemen van een stuk van de

pancreas. Op significantieniveau 5% komt dit voor bij 39% en 41% van de

patiënten die respectievelijk voor een pancreasadenocarcinoom en chronische

pancreatitis geopereerd werden. Voor andere benigne of maligne pathologieën

kwam het bij minstens 24% voor wanneer het significantieniveau werd aangepast

naar 0,5%(8)

.

Tabel 3. Resultaten van functionele outcome bij de verschillende subgroepen van

pancreaticoduodenectomie(8)

.

Niet bij alle patiënten volgden er echter complicaties na de ingreep. Bij de meeste

patiënten, minstens 92% voor elke groep(8)

, konden normale activiteiten hervat worden.

De termijn waarbinnen werk kan hervat worden door de patiënten die een Whipple

Page 30: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

18

ondergaan is afhankelijk van de leeftijd van de patiënt en de postoperatieve nood aan

chemotherapie. In geval van een jonge patiënt zonder nood aan nabehandeling met

chemotherapie, kan het werk binnen een termijn van twee à drie maanden hervat worden.

Wanneer dezelfde patiënt wel nood heeft aan chemotherapie, zal het op zijn minst zes

maanden duren eer de patiënt terug werkbekwaam is. De grootste groep van de patiënten

die een pancreaticoduodenectomie ondergaan zijn echter reeds op pensioensgerechtigde

leeftijd, waardoor dit op hen niet van toepassing is. Hier zal eerder gekeken worden naar

de mogelijkheid tot hervatten van de activiteiten.

Naast alle chirurgiegerelateerde gevolgen, kan ook de ziekte aanleiding geven tot

ongemakken op langere termijn na de operatie. Zo kunnen de symptomen die voorkomen

bij tumoren van de pancreas ook in de periode na de operatie nog aanwezig zijn. Het gaat

om de vier hoofdsymptomen van pancreaskanker: gewichtsverlies, abdominale pijn,

vermoeidheid en gebrek aan eetlust. Het voorkomen van de eerste drie van deze

symptomen worden dus niet enkel door de ingreep, maar ook door de ziekte bepaald.

Bovendien kan een pancreastumor ook terugkeren, wat de lange termijn overleving

aanzienlijk beperkt. De terugkeer is in meer of mindere mate gerelateerd aan de

volledigheid van de resectie. Wanneer de resectie al het tumorweefsel heeft meegenomen,

is er geen verschil in overleving tussen de verschillende types (maligne) tumoren.

Wanneer echter de lymfeklierstations in de buurt door het kwaadaardig proces

geïnfiltreerd zijn, vergroot de kans op vroegtijdig overlijden sterk. Voor

lymfeklierinvasie-negatieve patiënten is de mediane postoperatieve overleving gemiddeld

44 maanden (39 maanden bij klassieke Whipple tot 49 maanden bij pylorussparende

chirurgie), voor de lymfeklierinvasie-positieve patiënten daalt deze mediane overleving

tot gemiddeld 16,5 maanden (18 maanden voor de klassieke procedure, 15 maanden bij

sparen van de pylorus)(9)

.

Op lange termijn is er dus geen significant verschil tussen de klassieke Whipple-operatie

en de pylorussparende operatie qua overleving, er kan dus gesteld worden dat ze even

effectief zijn in de behandeling van pancreaspathologie.

Er is wel een duidelijk verschil in overleving tussen curatieve resectie waarbij de mediane

overleving 26 tot 28 maanden bedraagt, afhankelijk van de operatiemethode, en niet-

curatieve resectie waarbij de mediane overleving slechts 9 tot 16 maanden bedraagt(9)

.

Page 31: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

19

3.3. EFFECTEN OP DE LEVENSKWALITEIT

Levenskwaliteit is een begrip dat zich definieert door zeer veel aspecten. Er zijn 3

belangrijke domeinen te onderscheiden: het fysieke, het psychologische en het sociale

domein. De kwaliteit van leven kan gescoord worden aan de hand van specifieke

vragenlijsten die trachten een objectivering van de gegevens te realiseren. Vergelijking en

analyse van de levenskwaliteit-gegevens kan namelijk enkel gebeuren na objectivering.

3.3.1. ONDERZOEK NAAR DE KWALITEIT VAN LEVEN

Er bestaan verschillende gestandaardiseerde vragenlijsten die gebruikt worden in het

onderzoek naar de levenskwaliteit van patiënten. Hieronder volgt een bespreking van een

aantal belangrijke voorbeelden van deze vragenlijsten. Het grote probleem aan onderzoek

naar de kwaliteit van leven is dat de verschillende studies moeilijk met elkaar kunnen

vergeleken worden omdat ze andere schalen gebruiken om levenskwaliteit te objectiveren

en weer te geven, dit kunnen vragenlijsten zijn, maar evengoed visuele weergaven in

grafieken en tabellen. Er moet dus nauwkeurig te werk gegaan worden bij het vergelijken

en analyseren van onderzoek naar de kwaliteit van leven.

3.3.1.1. EORTC QLQ-C30

Een belangrijk voorbeeld van een dergelijke vragenlijst om kwaliteit van leven te

onderzoeken is de ‘European Organisation for Research and Treatment of Cancer QLQ-

C30’ of kortweg EORTC QLQ-C30 (zie bijlage 1). Deze vragenlijst heeft een modulair

design met een kernvragenlijst en een additionele ziekte- of behandelingsspecifieke

module(10)

. Hij bestaat uit 5 functionele schalen, 3 symptoomschalen, een globale

gezondheidsschaal en een globale schaal van levenskwaliteit met daarnaast enkele

afzonderlijke tekenen die bijkomende symptomen van pancreaskanker verklaren en een

peiling naar de ervaren financiële weerslag.

De 5 elementen van de functionele schaal zijn de fysieke toestand, het in staat zijn

tegemoet te komen in zijn normale rol in het dagelijkse leven en cognitieve, emotionele

en de sociale toestand. De 3 elementen die moeten gescoord worden bij de

symptoomschaal zijn moeheid, pijn en nausea en braken.

De responscategorieën van het onderzoek bevatten 4 niveaus, gaande van ‘totaal niet

ervaren’(score 1) tot ‘zeer veel ervaren’ (score 4). Voor het scoren van de globale

Page 32: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

20

gezondheid en levenskwaliteit wordt echter een schaal met zeven niveaus gebruikt, het

spectrum ging van ‘zeer slecht’ (score 1) tot ‘uitstekend’ (score 7).

Deze vragenlijst wordt door de patiënten ingevuld voor de operatie, ter onderzoek naar de

basis kwaliteit van leven voor de operatie, de startpositie van waaruit de patiënt vertrekt

als het ware. Daarna worden er opnieuw vragenlijsten ingevuld vlak voor ontslag uit het

ziekenhuis en op 3, 6, 12 en 24 maanden na de ingreep. Hierdoor wordt de kwaliteit van

leven zowel voor als na de operatie bepaald en kan deze vergeleken worden. Niet alle

patiënten doorliepen het gehele onderzoek wegens overlijden of het niet terugsturen van

de ingevulde vragenlijsten. Deze onvolledige gegevens worden niet gebruikt in de analyse

van de resultaten. Enkel de volledige reeksen worden gebruikt.

3.3.1.2. SF-36

Een ander voorbeeld is de SF-36 of ‘Short Form 36’ (bijlage 2), dit is de ingekorte versie

van de ‘RAND® Health Insurance Study Questionnaire’. Bij deze vragenlijst wordt

gepeild naar functionele status, welbevinden en algemene gezondheidsperceptie.

Dit gezondheidsonderzoek bestaat uit 36 items en is een zeer betrouwbare methode om de

levenskwaliteit te bepalen bij patiënten met chronische pancreatitis. Het doel van deze

vragenlijst is de follow-up op lange termijn. De vragenlijsten dienen bijgevolg ingevuld te

worden 1 tot 3 maanden postoperatief. De test bestaat uit 4 dimensies met elk een aantal

subdimensies:

functionele status, met als subdimensies: fysiek functioneren, sociaal functioneren

en beperking van de mogelijkheid zijn rol in het dagelijkse leven te vervullen door

fysieke of emotionele problemen.

‘welfare’ of welzijn, met subdimensies als algemene mentale gezondheid,

vitaliteit en pijn.

algemene gezondheidsperceptie.

gezondheidsverandering die aangeeft in welke mate de patiënt een verandering in

zijn gezondheidsstatus heeft waargenomen na de ingreep.

Deze test heeft een matige tot goede interne consequentheid, de betrouwbaarheid van

herhaald testen is voldoende en de bijdrage aan het onderzoek naar de kwaliteit van leven

is groot(11)

.

Page 33: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

21

3.3.1.3. PCCL

PCCL staat voor ‘Pain,Coping and Cognition List’. Deze onderzoeksmethode kwam tot

stand in 2002 en is een samenvoeging van 3 bestaande vragenlijsten die handelden over

het omgaan met pijn. De vragenlijst (bijlage 3) bestaat uit 42 stellingen die kunnen

onderverdeeld worden in 4 domeinen: ‘catastrophizing’, ‘coping’, ‘internal pain control’

en ‘external pain control’(11)

. Onder ‘catastrophizing’ of dramatiseren verstaan we

stellingen die polsen naar de preventie van negatieve gedachten over de catastrofale

gevolgen van pijn. ‘Coping’-stellingen polsen naar de mogelijkheden die een patiënt bezit

om te kunnen omgaan met de pijn. ‘Internal pain control’ geeft de mate weer waarin de

pijn gecontroleerd en beheerst wordt door de patiënt, ‘external pain control’ daarentegen

geeft de mate aan waarin de pijn gecontroleerd wordt door anderen.

Elk van de stellingen wordt door de patiënt beoordeeld met een cijfer van 1 tot 6, waarbij

1 staat voor ‘volledig niet akkoord’ en 6 voor ‘volledig akkoord’. Deze test is goed en

consequent opgebouwd en is betrouwbaar bij het opnieuw testen van dezelfde patiënten.

De bijdrage aan het onderzoek naar de kwaliteit van leven is gematigd(12)

.

3.3.2. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK NAAR DE KWALITEIT VAN LEVEN

Patiënten met de diagnose van chronische pancreatitis hebben voor de ingreep een

significant lagere score op alle QoL-domeinen (Quality of Life-domeinen), de patiënten

met pancreasadenocarcinomen daarentegen scoorden enkel laag op fysiek en

psychologisch vlak en niet op sociaal domein. Dit kan verklaard worden door de

chroniciteit die gepaard gaat met de chronische pancreatitis, de frequent aanwezige

voorgeschiedenis van alcoholgebruik en roken bij deze patiënten en de ernst van de

ziekte. De zelf-gerapporteerde kwaliteit van leven bij chronische pancreatitispatiënten

neemt significant toe na pancreaticoduodenectomie.

De mediane overleving na Whipple-chirurgie die uitgevoerd werd voor het verwijderen

van een tumor was 20 maanden(3)

(23 maanden wanneer de tumor volledig verwijderd

kon worden, 11 maanden wanneer de resectie onvolledig was). De gemiddelde

vijfjaarsoverleving na een Whipple-operatie voor een pancreastumor bedraagt volgens

hetzelfde onderzoek 18%.

Page 34: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

22

Volgens de EORTC QLQ-C30 is de score die wordt gegeven aan de kwaliteit van leven

bij ontslag uit het ziekenhuis op het functionele vlak over de hele lijn onder het

basisniveau van voor de operatie. Wanneer de vragenlijst opnieuw werd ingevuld na 3 en

6 maanden zag men dat het niveau van levenskwaliteit zich in deze periode herstelde tot

het preoperatieve niveau. Een jaar na de operatie werd de levenskwaliteit zelfs licht beter

gescoord dan voor de ingreep, enkel de score op het vlak van rolvervulling in het

dagelijks leven bleef laag tot 24 maanden na de ingreep. De symptomen maakten de

omgekeerde beweging in scores. Zij gingen van hoog postoperatief terug naar basisniveau

op 24 maanden. Er kan dus gesteld worden dat vlak na de ingreep er een dal voorkomt in

de kwaliteit van leven, op alle onderzochte vlakken, dat zich geleidelijk herstelt in de

maanden volgend op de ingreep tot het startniveau van voor de operatie terug is bereikt.

Dit is meestal volledig na 12 maanden. Deze trend wordt zowel waargenomen bij de

pylorussparende als bij de klassieke Whipple.

Deze studie(3)

waar er een vergelijking werd gemaakt tussen de pylorussparende en de

klassieke Whipple enerzijds en een uitgebreide lymfeklierresectie en een beperkte

lymfeklierresectie anderzijds, geeft ook aan dat er sterke aanwijzing is dat een uitgebreide

lymfeklieruitruiming een negatief effect heeft op de postoperatieve levenskwaliteit. Dit

verhoogt namelijk de prevalentie van diarree (vaak met een refractair karakter), pijn en

moeheid in de periode na de operatie.

Hoewel de kwaliteit van leven hetzelfde verloop aflegt voor beide types ingrepen

(pylorussparende en klassieke Whipple), is de kans groter in de groep van de

pylorussparende ingrepen dat de patiënt terug aan het werk is 6 maanden na de operatie,

maar anderzijds komt in deze groep meer postoperatieve gewichtstoename voor en

bestaat de mogelijkheid dat een postgastrectomiesyndroom zich ontwikkelt, hoewel de

resultaten hieromtrent inconclusief zijn.

De PCCL-vragenlijst werd toegepast in een studie(13)

ter vergelijking van de outcome na

pancreaskopresectie met een Whipple-prcedure bij chronische pancreatitis versus een

drainageprocedure, de standaard bij deze pathologie. Het onderzoek toonde aan dat de

score op de vragenlijst algemeen laag was in de postoperatieve periode, maar dat er geen

significant verschil bestond tussen de patiënten waarbij een resectie werd uitgevoerd en

deze waarbij een drainage werd uitgevoerd. Er kwam wel aan het licht dat de

copingvaardigheden bij vrouwen duidelijk een hogere score kregen dan bij mannen en dat

Page 35: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

23

personen met een voorgeschiedenis van alcoholgebruik ook significant lager scoorden op

vlak van coping. Naast mannelijk geslacht en voorgeschiedenis van alcoholgebruik heeft

ook exocriene insufficiëntie die ontstaat door het verwijderen van pancreasweefsel, en de

refractaire diarree die er het gevolg van is, een negatieve invloed op de

copingsmechanismen van de patiënt. Etiologie van de aandoening, leeftijd, BMI en roken

hadden daarentegen geen invloed op het omgaan met de symptomen en klachten.

De levenskwaliteit na de operatie is dus zoals hierboven aangegeven niet enkel

afhankelijk van de doorgemaakte operatie en aandoening, maar ook van hoe de patiënt

met zijn symptomen en klachten omgaat, de coping genaamd.

Fitzsimmons et al.(14)

toonden aan dat de ‘Quality of Life’ gerelateerd is aan

copingstrategieën die de patiënt eigen zijn en aan het niveau van de dreiging die de

patiënt ervaart door de symptomen. De belangrijkste copingstrategieën die in dit

onderzoek worden aangehaald zijn: ‘defending/avoidance’ (verdedigen of vermijden),

‘blaming’ (andere mensen/zaken de schuld geven van het leed),’rationalising’

(rationaliseren), ‘turning to others’ (anderen aanwenden om het probleem aan te pakken)

en ‘taking direct action’ (het heft in eigen handen nemen en handelen tegen het leed). Na

de operatie hebben de patiënten de neiging om zo snel mogelijk terug te keren naar hun

oude gewoonten en hun alledaags leven te hervatten, hoewel ze zich ervan bewust zijn dat

ze eerst moeten revalideren van de ingreep. Voor dit revalidatieproces is ondersteuning

essentieel, zowel van de omgeving als van de medische hulpverlening. Het herstel vindt

plaats in 4 stadia(15)

, die mede het herstel van de kwaliteit van leven weergeven.

1. Het hervatten van het alledaagse leven: na ontslag uit het ziekenhuis wordt de

patiënt gedwongen zijn alledaags leven van voor de ingreep op zichzelf te

trotseren. Hierbij worden in de postoperatieve periode symptomen ondervonden

die men moet proberen te plaatsen in het alledaagse bestaan. Het gaat om gebrek

aan eetlust, veranderde smaaksensatie, verminderd fysiek functioneren en diarree.

Al deze symptomen en de afhankelijkheid van anderen die eruit voortvloeit, geven

een negatieve weerslag op de kwaliteit van het alledaagse leven van de patiënt. In

deze fase is het belangrijk dat patiënten kunnen terugvallen op de steun van hun

naasten en van de medische zorgverlening.

2. Het gezond zijn: gezond zijn kan op verschillende manieren gedefinieerd worden

en is niet per definitie de afwezigheid van symptomen. In de context van dit

Page 36: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

24

onderzoek betekent gezondheid het in staat zijn actief deel te nemen aan het

alledaagse leven en gevoelig bij te dragen op sociaal of professioneel vlak(15)

. Dit

stadium houdt dus in dat de patiënt erin geslaagd is de postoperatieve symptomen

te plaatsen in zijn alledaags bestaan en een manier heeft gevonden om zijn

dagelijkse activiteiten te hernemen met de nieuwe (lichamelijke) omstandigheden.

3. Het kijken naar de toekomst: het beeld dat de patiënten van hun toekomst hebben

verschilt sterk. Deze verschillen worden bepaald door de persoonlijkheid van de

patiënt, maar ook door de copingstrategieën die ze toepassen. Het kan zo zijn dat

de ene patiënt een voorzichtig korte-termijn perspectief hanteert waarbij hij

probeert om te gaan met de situatie door positief te denken en de goede aspecten

van het nu te benadrukken en anderzijds te accepteren dat de tumor kan

terugkeren. Bij oudere patiënten heerst de trend van niet te speculeren over hun

levensverwachting aangezien dit volgens velen hen van geen nut kan dienen. Bij

alle patiënten komt echter de onzekerheid naar boven, die gebaseerd is op

informatie die ze verkregen van de dokters en verpleging, op symptomen die

terugkeren, het niet voorzien worden van eerlijke en duidelijke informatie,

enzovoort.

4. Het interpreteren van het geheel: dit is de laatste fase in het herstelproces. Hierin

overziet de patiënt de gehele situatie en kijkt hij opnieuw naar de toekomst met

vertrouwen, hoewel hij zich bewust is van het hervalrisico. Deze fase wordt

positief beïnvloed door het ervaren van het lichamelijk herstel dat bezig is. Dit

geeft moed voor het verdere genezingsproces.

Het herwinnen van de controle over de situatie tijdens het herstelproces heeft een

belangrijke invloed op de kwaliteit van het leven van de patiënt in de periode na de

operatie. Het is namelijk belangrijk voor de patiënt om op alle vlakken zijn autonomie te

herwinnen, en dit kan enkel wanneer de patiënt zelf zijn gezondheidssituatie beheerst.

De resultaten van onderzoek naar de levenskwaliteit worden niet alleen bepaald door de

operatie zelf en de copingstrategieën van de patiënt, maar worden hiernaast beïnvloed

door een aantal andere factoren(5)

. Deze zijn de duur van de opvolging na de ingreep, de

alcoholconsumptie en het rookgedrag van de patiënt, de ontwikkeling van exocriene

pancreasinsufficiëntie en/of diabetes mellitus en pijn. Bij de postoperatieve opvolging van

de patiënten werd een positief verband opgemerkt tussen de duur van de follow-up en de

Page 37: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

25

toename in levenskwaliteit: hoe langer de patiënten gevolgd werden, hoe beter de

outcome. In geval van alcoholconsumptie in de periode na de operatie was de kans op een

heropname in het ziekenhuis groter. Er kon zich na de operatie een exocriene

pancreasinsufficiëntie ontwikkelen, hoewel dit geen significant verschil in pijnscore met

zich meebracht, heeft dit toch een significante impact op de levenskwaliteit. Daarnaast

ontwikkelde zich ook frequent diabetes door endocriene insufficiëntie, maar ook hier kon

geen significant verschil in pijnscore worden aangetoond. Pijn is een zeer belangrijke

factor in relatie tot de levenskwaliteit, pijn kan namelijk de kwaliteit sterk naar beneden

halen. Patiënten die na hun ingreep nog significante pijnklachten vertonen, scoren veel

lager op de verschillende QoL-onderzoeken.

De levenskwaliteit na de Whipple-chirurgie is niet afhankelijk van leeftijd, geslacht en de

tijd die verstreken is tussen de diagnose van de pancreasaandoening en de ingreep.

Bijgevolg kan deze operatie worden uitgevoerd bij alle patiënten op elk moment zonder

significante invloed op de postoperatieve levenskwaliteit.

Men kan besluiten dat de belangrijkste bijdrage van de Whipple-ingreep aan de kwaliteit

van leven de verbetering is van de pijnklachten bij chronische pancreatitis. Daarnaast

treedt er een verlenging van de overleving op ten opzichte van wanneer er geen ingreep

zou plaatsvinden, voornamelijk bij een tumor. De levenskwaliteit is in grote mate

afhankelijk van de copingscapaciteiten van de patiënt.

Page 38: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

26

3.4. FOCUS OP DE OUDERE

Onder ‘de oudere’ verstaan we de bejaarde volwassen populatie van 70 jaar en ouder.

Deze bevolkingsgroep is door zijn hoge leeftijd fragieler waardoor ze vatbaarder zijn voor

ziektes en complicaties. Daarnaast hebben ze tijdens het verloop van hun leven een zekere

comorbiditeit opgelopen. Dit doet ons vermoeden dat zij vatbaarder zijn voor de gevolgen

van een Whipple-operatie dan de algemene, jongere populatie.

Onderzoek bewijst echter het tegendeel: leeftijd op zich is geen risicofactor voor een

pancreaticoduodenectomie volgens Whipple, en hoge leeftijd (70 of ouder) is dus geen

contra-indicatie voor de ingreep.

De comorbiditeit die teruggevonden wordt binnen deze patiëntengroep omvat

comorbiditeit van het cardiovasculaire type, respiratoire of renale insufficiënties,

preoperatieve aanwezigheid van anemie, icterus en andere. Van de bejaarde patiënten die

binnen het jaar na de Whipple-ingreep opnieuw in het ziekenhuis moeten worden

opgenomen (32.1%)(16)

, is dat in 38.9% het gevolg van tumorprogressie, in 31.4% ten

gevolge van de operatie en in de overige 29.7% heeft dit een andere oorzaak: de

comorbiditeit.

Hoewel de Whipple-procedure dus veilig kan uitgevoerd worden bij zeventigplussers ligt

de gemiddelde overleving na de operatie toch lager dan bij de jongere patiëntenpopulatie.

De oorzaak ligt wederom bij de comorbiditeit en in dit geval toch bij de oudere leeftijd.

De eenjaarsoverleving na de ingreep bedraagt 58%, de overleving na 2 en 5 jaar is

respectievelijk 36% en 20%(16)

, dit omdat de overlevingen bij de bejaarde volwassenen

sowieso lager ligt dan bij de jongere populatie.

In de studie ‘Pancreaticoduodenectomy in Elderly Adults: Is It Justified in Terms of

Mortality, Long-Term Morbidity, and Quoality of Life?’(16)

wordt een vergelijking

gemaakt tussen zeventig ouderen die een pancreaticoduodenectomie ondergingen en die

het 1e jaar ziektevrij waren, met 20 gematchte personen die laparoscopische

cholecystectomie ondergingen. Er werd geen significant verschil in de kwaliteit van leven

vastgesteld tussen de twee groepen, maar er werden wel in beide groepen klachten

gemeld in de postoperatieve periode. Bij de Whipple-groep waren dit moeheid,

efficiëntieverlies, gewichtsverlies, pijn, nausea, braken en diarree. Van al deze

postoperatieve klachten is moeheid de meest voorkomende. De klachten zijn vooral

Page 39: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

27

aanwezig in de eerste drie maanden na de operatie, maar vanaf hun aanvang nemen ze

constant af tot op twaalf maanden na de ingreep. Door deze afname in postoperatieve

klachten neemt de levenskwaliteit van de patiënt toe. Deze toename wordt waargenomen

op alle drie de domeinen van het levenskwaliteitonderzoek. Het emotioneel functioneren

van de patiënt neemt gradueel toe gedurende het eerste postoperatieve jaar, de vervulling

van hun rolfunctie in het leven verbetert zeer snel in de eerste drie maanden na de

ingreep, maar bereikt na zes maanden een plateau. Ook de globale gezondheid en

levenskwaliteit verbetert, door afname van de postoperatieve klachten, sterk gedurende de

eerste drie maanden na de operatie. De globale gezondheid bereikt een plateau op 6

maanden na de ingreep, de levenskwaliteit neemt verder toe na deze periode.

De globale gezondheid en levenskwaliteit zijn niet afhankelijk van de onderliggende

pathologie waarvoor de ingreep uitgevoerd werd. Met andere woorden, er is geen

verschil in globale kwaliteit van leven en gezondheid tussen een operatie die uitgevoerd

wordt voor maligniteit en operatie voor een benigne of premaligne aandoening.

Page 40: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

28

Page 41: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

29

4 . D I S C U S S I E

4.1. KORTE TERMIJN GEVOLGEN VAN WHIPPLE-CHIRURGIE

Korte termijn gevolgen van Whipple-chirurgie zijn alle gevolgen die optreden binnen de

eerste dagen tot weken na de ingreep. Dit zijn er een heel aantal. De onmiddellijk

postoperatieve levenskwaliteit wordt dus aanzienlijk beperkt. De belangrijkste gevolgen

op korte termijn zijn vertraagde maaglediging, pancreasfistels, wondinfecties,

pneumonieën, hoge morbiditeit, postoperatief ontstaan van diabetes, maldigestie,

dumping, episodes van cholangitis en andere. De belangrijkste factoren tijdens de

operatie die de postoperatieve levenskwaliteit mee bepalen zijn de operatieduur, het intra-

operatief bloedverlies, de kwaliteit van de pancreasrest en de diameter van de ductus van

Wirsung. De pylorussparende Whipple-ingreep scoort op beide vlakken iets beter, maar

toch leidt dit niet tot een significant verschil in voorkomen van complicaties na de

ingreep. De bemerking moet gemaakt worden dat de operatieduur waarschijnlijk eerder

beïnvloed wordt door de ervaring van de chirurg dan door de gekozen techniek van

operatie (pylorussparende of klassieke Whipple). De keuze van de ingreep is dus vooral

afhankelijk van de competenties en voorkeuren van de chirurg, eerder dan van verschil in

complicaties en levenskwaliteit na de ingreep.

Het enige vlak waarop wel een verschil bestaat tussen de postoperatieve periode van een

klassieke versus een pylorussparende Whipple, is een verlenging van de postoperatieve

beademing en de renale complicaties. Deze komen significant meer voor na de klassieke

procedure.

De uitgebreidheid van de lymfeklierresectie is ook een bepalende factor in de prevalentie

van postoperatieve complicaties. Bij een uitgebreide lymfeklieruitruiming treedt meer

diarree, pijn en moeheid op, met een sterke daling van de postoperatieve levenskwaliteit

tot gevolg. De diarree die hierdoor ontstaat, kan refractair zijn aan medicatie. Dit heeft

een sterk negatieve invloed op de kwaliteit van leven van de patiënt. Een regionale

lymfeklierresectie geeft veel minder last in de nasleep van de operatie. Wanneer er echter

invasie is van de arteria mesenterica superior, maakt dit de patiënt minder geschikt voor

het uitvoeren van een Whipple-procedure. De tumor zal nooit volledig verwijderd kunnen

worden waardoor de prognose slechter is. Daarnaast is het risico op het ontstaan van

refractaire diarree groter en zal de kwaliteit van leven bijgevolg een stuk lager zijn.

Page 42: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

30

Door de score die Braga en zijn collega’s(6)

ontwikkelden, kan nu voor de ingreep het

individuele risico van een patiënt op het ontwikkelen van postoperatieve complicaties

voorspeld worden. Deze risicoberekening heeft de laatste jaren sterk aan populariteit

gewonnen omdat er meer en meer mensen met een gevorderde leeftijd en een beeld van

multipele morbiditeit een pancreaticoduodenectomie ondergaan. Het leeuwendeel van het

onderzoek is echter wel gebaseerd op pancreasfistels als majeure complicatie. In realiteit

maakt dit wel het grootste deel uit van de ernstige postoperatieve complicaties, maar in

38.5% van de gevallen met ernstige gevolgen van de operatie gaat het echter om een

andere verwikkeling. Om bruikbaar te kunnen zijn in de dagelijkse praktijk, moeten de

parameters die gebruikt worden voor deze score gemakkelijk beschikbaar en

reproduceerbaar zijn. Dit wil zeggen dat ze bij iedere patiënt duidelijk waarneembaar en

op dezelfde manier beoordeeld en gewaardeerd moeten worden. De score baseert zich

daarom op 2 indicatoren voor pancreastoestand, namelijk diameter van de ductus en

textuur van het resterende deel, 1 indicator van verloop van de ingreep: operatief

bloedverlies en op 1 indicator van de algemene toestand van de patiënt met behulp van de

ASA-score. Het intra-operatief bloedverlies kan als parameter gebruikt worden omdat het

bloedverlies bij deze ingreep voornamelijk plaatsvindt tijdens de resectiefase. Na deze

fase kan de hoeveelheid verloren bloed vastgelegd worden. Dit geeft de chirurg de

mogelijkheid om tijdens de operatie de strategie die hij toepast tijdens en na de ingreep

aan te passen. Het geheel kan zo veel meer geïndividualiseerd en patiëntgericht verlopen.

Dit is zeker belangrijk wanneer het gaat om oudere patiënten, met vaak meerdere

aandoeningen tegelijkertijd. Er zijn een aantal duidelijke voordelen verbonden aan deze

score, maar aan de andere kant is het onderzoek zeker nog niet ten einde. Het onderzoek

is tot op heden slechts gevalideerd in 1 gezondheidscentrum en mag dus nog niet

algemeen toegepast worden. Daarnaast maakt dit systeem geen onderscheid in type

complicatie. Er kan dus wel voorspeld worden dat een bepaalde patiënt een hoog risico

loopt op verwikkelingen na het uitvoeren van een pancreaticoduodenectomie, maar er kan

niet aangegeven worden welke risicofactoren aanleiding geven tot pancreasfistels en

welke factoren eerder zorgen voor andere zware postoperatieve problemen. Nog een

ander probleem met het in de praktijk brengen van dit scoresysteem is dat alle patiënten

octreotideprofylaxie kregen om secretie van pancreasenzymen tegen te gaan. Dit verlaagt

het risico op pancreasfistels. In de praktijk wordt deze profylactische behandeling enkel

gegeven aan hoog risicopatiënten.

Page 43: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

31

De laatste jaren valt er een sterk dalende trend op te merken in de mortaliteitscijfers

verbonden aan de Whipple-ingreep. Hierdoor wordt de Whipple-procedure meer en meer

een veilige procedure met aanvaardbare morbiditeit en mortaliteit. De oorzaak hiervan is

multifactoriëel en bestaat onder andere uit betere proactieve zorg voor de patiënt en

groeiende ervaring van de chirurgen.

Daar tegenover staat wel dat de algemene overleving van de patiënten die een Whipple

ondergaan voor een kwaadaardige pathologie over het algemeen slechter is. Dit wordt

veroorzaakt door een verhoogd risico op een heropflakkering van de pathologie.

Page 44: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

32

4.2. LANGE TERMIJN GEVOLGEN VAN WHIPPLE-CHIRURGIE

Dit zijn de gevolgen die voorkomen na de eerste weken postoperatief, tot maximum na

enkele maanden na de ingreep. De belangrijkste gevolgen op lange termijn zijn verkorte

overleving, tumorrecidief, abdominale pijn, dorst, frequent urineren, moeheid,

stoelgangproblemen en diabetes. Er is een lichte overlap met de gevolgen op korte

termijn. Dit wordt verklaard door het langer aanslepen van bepaalde klachten zoals

abdominale pijn.

De lange termijn outcome van de patiënt wordt niet enkel bepaald door de aandoening en

de ingreep, maar ook door de vooraf bestaande levensstijl en comorbiditeit van de patiënt.

Zo is er onder andere een belangrijke invloed van alcoholgebruik en roken op het

postoperatieve herstel van de patiënt. Tijdens de langdurige follow-up is de meest

voorkomende oorzaak van overlijden extrapancreatische comorbiditeit.

Page 45: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

33

4.3. EFFECTEN OP DE LEVENSKWALITEIT

De levenskwaliteit van patiënten met pancreasaandoeningen is over het algemeen laag.

Na een al dan niet curatieve ingreep, treedt er wel een verbering van de levenskwaliteit

op, maar deze zal nooit die van de gematchte gezonde populatie evenaren. Deze

verbetering in kwaliteit van leven na de ingreep is voornamelijk toe te schrijven aan de

vermindering van pijn veroorzaakt door de chronische pancreatitis en van de silentieuze

icterus door de pancreastumor die de operatie op lange termijn met zich meebrengt. Wat

opvalt, is dat patiënten met de diagnose van chronische pancreatitis een lagere ‘Quality of

Life’-score hebben op de drie domeinen van de SF-36, waar bij een

pancreasadenocarcinoom enkel het fysieke en psychologische domein slechter scoort.

Zoals in de resultaten reeds aangegeven is dit gerelateerd met de langdurige aansleep van

chronische pancreatitis.

Vlak na de Whipple-procedure is er bij alle patiënten een afname waar te nemen op alle

vlakken waar de levenskwaliteit op gescoord wordt in de verschillende onderzoeken.

Deze daling wordt altijd gevolgd door een herstel dat afhankelijk van het vlak drie, zes of

twaalf maanden duurt en al dan niet volledig is, of na een bepaalde tijdspanne een plateau

bereikt. De algemene kwaliteit van leven herstelt zich binnen het eerste jaar na de ingreep

naar het niveau van voor de operatie of eventueel een iets hoger niveau. Deze

postoperatieve verandering in levenskwaliteit is zowel bij de pylorussparende als bij de

klassieke Whipple waar te nemen en neemt in beide gevallen dezelfde vorm aan.

Wel kan er een verschil waargenomen worden in onmiddellijk postoperatieve

levenskwaliteit afhankelijk van de uitgebreidheid van de lymfeklierresectie. Een

uitgebreide lymfeklierwegname heeft een veel sterkere negatieve invloed op de

postoperatieve levenskwaliteit dan een regionale procedure.

Belangrijke factoren in de postoperatieve periode die het herstel van de patiënt en zijn

levenskwaliteit bespoedigen zijn ondersteuning, hoe de patiënt omgaat met zijn

symptomen en angst voor terugkeer van de ziekte of overlijden. De ondersteuning komt

in optimale situatie zowel van de (nabije) omgeving van de patiënt als van medische en

gezondheidsstaf. De belangrijkste definitie van herstel en gezondheid in de postoperatieve

periode is het herwinnen van controle over de situatie, het kunnen hervatten van het

alledaagse leven van voor de ingreep of de ziekte en het terug in staat zijn de zelf-

vooropgestelde doelen te bereiken. In dit alles willen de patiënten opnieuw onafhankelijk

Page 46: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

34

zijn van anderen. Het verlangen naar dit herstel is een bespoedigende en motiverende

drijfveer voor het herstelproces van de patiënt na de ingreep. De factor met de meest

negatieve invloed op het herstel is de vrees voor het terugkeren van de ziekte en de

onzekere toekomst die de patiënt tegemoet gaat, ook de perioperatieve symptomen dragen

hieraan bij. De patiënt moet in zijn herstelproces leren omgaan met zijn klachten en

symptomen in het dagelijkse leven, zijn fysieke kracht en eetlust terugwinnen en

verschillende manieren van zelfzorg beheersen. Zo kan de patiënt zijn onafhankelijkheid

en de controle over zijn eigen lichaam herwinnen. Herstel is een ‘dynamic process in an

endeavor to continue everyday life’(15)

.

Het grote probleem bij onderzoek naar kwaliteit van leven is het vergelijken van de

verschillende onderzoeken die ernaar gevoerd zijn. Deze moeilijkheid ontstaat door

gebruik van andere criteria en verschillende manieren om levenskwaliteit te objectiveren.

Vergelijking kan enkel gemaakt worden tussen gelijke of gelijkaardige factoren om bij te

dragen aan wetenschappelijk correct onderzoek. Hiervoor is dus nog verdere

ontwikkeling en verspreiding van levenskwaliteitonderzoek na de Whipple-procedure

nodig. Dit onderzoek is zeker van belang omdat de Whipple-procedure ook in palliatieve

setting wordt aangewend. Het allerbelangrijkste doel van de ingreep is dan om de

levenskwaliteit van de patiënt op te krikken, eerder dan een verlenging van het leven.

Page 47: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

35

4.4. FOCUS OP DE OUDERE

Het toekomstperspectief van patiënten met pancreaskanker is over het algemeen slecht.

Enkel agressieve multidisciplinaire behandeling met radicale chirurgie en systemische

chemotherapie kan voor sommige patiënten genezing betekenen. Het grote probleem

hieraan is dat de perioperatieve mortaliteit van deze aanpak zeer hoog ligt. Dit is zeker het

geval bij de zeventigplussers. Onderzoek(16)

heeft aangetoond dat de mortaliteit op 30 en

60 dagen na de ingreep significant hoger ligt voor de zeventigplus-categorie,

respectievelijk 5,9% en 6,5%, dan voor de jongere cohorten. De verklaring hiervoor ligt

bij de hoge leeftijd en de daarmee geassocieerde comorbiditeit. De resectie op zich heeft

voor de oudere populatie een aanvaardbare morbiditeit en mortaliteit en mag dus ook in

deze groep als veilig beschouwd worden. Het is echter het agressieve beleid dat in geval

van maligniteit gevoerd wordt, in combinatie met de fragiliteit van deze patiëntengroep,

die het gevaar van deze aanpak vormen.

Ook het verloop van de postoperatieve periode is anders bij patiënten die ouder zijn dan

70 jaar. Een veel hoger percentage van de patiënten, meer dan de helft zelfs, verblijft op

de afdeling intensieve zorgen na de operatie ook al is de ingreep vlekkeloos verlopen.

Meestal wordt deze keuze bepaald door de individuele voorkeur van de chirurg, die

omwille van de leeftijd van de patiënt geen risico’s wil nemen in verband met plotse

postoperatieve complicaties. Daarnaast verblijven ouderen ook gemiddeld langer in het

ziekenhuis na hun ingreep. Ook dit is vaak toe te schrijven aan de keuze van de chirurg,

maar dit kan evenzeer doordat de revalidatie-instellingen niet happig zijn om deze

ouderen op te nemen. Aan de andere kant kan het ook de wens van de oudere of zijn

familie zijn om niet in een revalidatiecentrum opgenomen te worden. Het postoperatieve

herstel moet dus vaak volledig in het ziekenhuis gebeuren, waardoor een langer verblijf

op deze plaats genoodzaakt is.

Het belangrijkste verschilpunt op vlak van postoperatieve kwaliteit van leven met de

jongere bevolkingsgroep is dat het emotioneel herstel na pancraticoduodenectomie langer

duurt bij ouderen. Doch na een jaar is het herstel ook in deze leeftijdsgroep nagenoeg

volledig. Herstel op andere vlakken verloopt gelijkaardig met dat van de niet-

zeventigplussers.

Page 48: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

36

Page 49: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

37

5 . R E F E R E N T I E L I J S T

(1) Shah OJ, Gagloo MA, Khan IJ, Ahmad R, Bano S. Pancreaticoduodenectomy: a comparison of

superior approach with classical Whipple’s technique. HEPATONILIARY AND PANCREATIC

DISEASES INTERNATIONAL 2013; 12(2): 196-203.

(2) American Family Physician: Chronic Pancreatitis. Online 2007. Opgehaald op 28 maart 2014, van

http://www.aafp.org/afp/2007/1201/p1679.html

(3) Schniewind B, Bestmann B, Henne-Bruns D, Faendrich F, Kremer B, Kuechler T. Quality of life after

pancreaticoduodenectomy for ductal adenocarcinoma of the pancreatic head. BRITISH JOURNAL OF

SURGERY 2006; 93: 1099-1107.

(4) Lillemoe K, Jarnagin W. Hepatobiliary and pancreatic surgery. Wolters Kluwer, Philadelphia, 2013.

(5) Hildebrand P, Duderstadt S, Jungbluth T, Roblick UJ, Bruch HP, Czymek R. Evaluation of the quality

of life after surgical treatment of chronic pancreatitis. JOURNAL OF THE PANCREAS (ONLINE)

2011; 12(4): 364-371.

(6) Braga M, Capretti G, Pecorelli N, Balzano G, Doglioni C, Ariotti R, Di Carlo V. A prognostic score to

predict major complications after pancreaticoduodenectomy. ANNALS OF SURGERY 2011; 254(5):

702-708.

(7) American society of anesthesiologists: ASA physical status classification system. Online 1995.

Opgehaald op 20 februari 2014, van http://www.asahq.org/Home/For-Members/Clinical-

Information/ASA-Physical-Status-Classification-System

(8) Huang JJ, Yeo CJ, Sohn TA, Lillemoe KD, Sauter PK, coleman J, Hruban RH, Cameron JL. Quality

of life and outcomes after pancreaticoduodenectomy. ANNALS OF SURGERY 2000; 231(6): 890-

898.

(9) Seiler CA, Wagner M, Bachmann T, Redaelli CA, Schmied B, Uhl W, Friess H, Büchler MW.

Randomized clinical trial of pylorus-preserving duodenopancreatectomy versus classical whipple

resection – long term results. BRITISH JOURNAL OF SURGERY 2005; 92: 547-556.

(10) Kücher T. Quality of life research in oncology. QUALITY OF LIFE AND HEALTH: CONCEPTS,

METHODS AND APPLICATIONS 1995; 89-96.

(11) Van der zee K, Sanderman R. Het meten van de algemene gezondheidstoestand met de RAND-36, een

handleiding. Noordelijk Centrum voor Gezondheidsvraagstukken, Groningen, 2012.

(12) Stomp-Van den Berg SGM, Vlaeyen JWS, Kuile MM, ter Spinhoven P, van Breukelen G, Kole-

Snijders AMJ. Meetinstrumenten chronische pijn, deel 2: Pijn Coping en Cognitie Lijst (PCCL).

Academic Hospital, Maastricht, 2001.

(13) van Loo ES, van Baal MCPM, Gooszen HG, Ploeg Rj, Nieuwenhuijs VB. Long-term quality of life

after surgery for chronic pancreatitis. BRITISH JOURNAL OF SURGERY 2010; 97; 1079-1086.

(14) Fitzsimmons D, George S, Payne S, Johnson CD. Differences in perception of quality of life issues

between health professionals and patients with pancreatic cancer. PSYCHO-ONCOLOGY 1999; 8(2):

135-143.

Page 50: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

38

(15) Andersson T, Falk K, Bjerså K, Forsberg A. Health is belonging: Lived experiences during recovery

after pancreaticoduodenectomy. INTERNATIONAL SCHOLARLY RESEARCH NETWORK

NURSING 2012. 2012(602323): 1-8.

(16) Gerstenhaber F, Grossman J, Lubezky N, Itzkowitz E, Nachmany I, Sever R, Ben-Haim M, Nakache

R, Klausner JM, Lahat G. Pancreaticoduodenectomy in elderly adults: Is it justified in terms of

mortality, long-term morbidity, and quality of life?. JOURNAL OF THE AMERICAN GERIATRICS

SOCIETY 2013; 61: 1351-1357.

Page 51: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

I

B I J L A G E N

BIJLAGE 1 – EORTC QLQ-30

Bron: Clinicalresearch.nl: EORTC QLQ-C30 Versie 3. Online 1995, opgehaald op 19/03/2014, van

https://www.clinicalresearch.nl/portec2/Kwaliteit%20van%20leven%20enquete%20PORTEC-2.pdf

Page 52: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

II

Page 53: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

III

Page 54: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

IV

Page 55: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

V

BIJLAGE 2 – SF-36

Bron: Kücher T. Quality of life research in oncology. QUALITY OF LIFE AND HEALTH: CONCEPTS,

METHODS AND APPLICATIONS 1995; 89-96.

Page 56: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

VI

Page 57: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

VII

Page 58: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

VIII

Page 59: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

IX

Page 60: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

X

Page 61: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

XI

BIJLAGE 3 – PCCL

Bron: Stomp-Van den Berg SGM, Vlaeyen JWS, Kuile MM, ter Spinhoven P, van Breukelen G, Kole-

Snijders AMJ. Meetinstrumenten chronische pijn, deel 2: Pijn Coping en Cognitie Lijst (PCCL). Academic

Hospital, Maastricht, 2001.

Page 62: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

XII

Page 63: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

XIII

Page 64: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

XIV

Page 65: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

XV

Page 66: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in

XVI

Page 67: ANALYSE VAN DE COMPLICATIES VAN WHIPPLE ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/164/040/RUG01-002164040...Conclusie: De Whipple-operatie verlengt het leven van patiënten met een tumor in