Akkerbouw, trends en toekomst€¦ · Akkerbouw, trends en toekomst 5. Door deze ontwikkelingen...
Transcript of Akkerbouw, trends en toekomst€¦ · Akkerbouw, trends en toekomst 5. Door deze ontwikkelingen...
Akkerbouw, trends en toekomst
■ De akkerbouw in Nederland heeft toekomst
■ Groei door ondernemerschap
■ Staken is vooruitkijken
AGRARISCH
2
VoorwoordDe akkerbouwsector heeft zich de afgelopen jaren in een rustig tempo ontwikkeld. Waar
andere sectoren, bijvoorbeeld de tuinbouwsector, te maken had met forse veranderingen
in bijvoorbeeld bedrijfsgrootte, samenwerking, innovatie, afzetbundeling en ketendenken,
bleef dit in de akkerbouw grotendeels uit. De bouwplannen van bedrijven in de akkerbouw
zijn in de loop der jaren niet veel veranderd en de gemiddelde bedrijfsoppervlakte groeide
beperkt. Ontwikkelingen richtten zich in de afgelopen jaren voornamelijk op teeltoptimalisatie,
opbrengstverhogende maatregelen op het gebied van rasontwikkeling en een efficiëntere
inzet van arbeid en machines.
Enerzijds heeft dit te maken met het kapitaalintensieve karakter van de akkerbouw. Meer
oppervlakte vergt grote extra investeringen terwijl - in tegenstelling tot de glastuinbouw -
de kasstroom relatief weinig groeit.
Anderzijds is de akkerbouwer in de afgelopen jaren niet echt uitgedaagd om af te stappen
van de traditionele denkwijze. Afgezien van niet te beïnvloeden factoren zoals weersom-
standigheden en daarmee vaak fluctuerende prijsbewegingen, in samenhang met de vraag
naar producten, zijn er weinig ontwikkelingen die de akkerbouwers prikkelen tot onderne-
merschap.
Naar verwachting zal de akkerbouw in de komende jaren sterker verdeeld raken. Door de
druk op de Europese steunmaatregelen en daarmee op het inkomen van bedrijven, zal het
aantal bedrijven in de akkerbouw de komende tien jaar sterk afnemen. Veel ondernemers
op de traditionele bedrijven zijn al op leeftijd en hebben geen opvolger. Tevens is het voor
opvolgers lastig om, gezien de benodigde investering, het bedrijf over te nemen.
Bij de bedrijven die doorgaan is een duidelijke verdeling te zien van (grote) bedrijven die
nog groter worden, bedrijven die verbreden en bedrijven die intensiveren dan wel optima-
liseren. Ondanks de schaarste van grond ziet ABN AMRO voor de akkerbouw een goede
toekomst in Nederland. Toenemende vraag naar voedsel zal de motor achter de sector
blijven, waarbij hoogstaande kennis en efficiënte teeltmethoden, tezamen met een sterke
focus op export, belangrijke concurrentiefactoren zijn. Wel zal elke akkerbouwer zichzelf de
vraag moeten stellen welke kant hij met het bedrijf op wil en waar hij als ondernemer over
tien jaar wil staan. Bij het nadenken hierover wil ABN AMRO, als financieel dienstverlener
met kennis van de sector, graag een uitdagende en ondersteunende rol (blijven) spelen.
In deze brochure schenkt ABN AMRO aandacht aan de ontwikkelingen in de akkerbouw.
Wij hebben er vertrouwen in dat de sector haar positie op internationale markten kan hand-
haven en in staat is om deze positie te versterken.
Martijn Leguijt
Sectormanager Akkerbouw
3Akkerbouw, trends en toekomst
Ontwikkelingen in de akkerbouwDe akkerbouw is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse agrarische sector. Op 10.923
bedrijven worden akkerbouwproducten als hoofdactiviteit geteeld. Deze bedrijven hebben
een areaal ter grootte van 451.055 hectare onder de ploeg. Het aantal bedrijven neemt al
een groot aantal jaren af. Het areaal daarentegen daalt minder snel. Akkerbouwgewassen
worden ook op 32.575 bedrijven als nevenactiviteit verbouwd. Ongeveer 60% van het
oppervlak cultuurgrond is in eigendom van de ondernemer, een kwart van het areaal is in
pacht of erfpacht uitgegeven. De belangrijkste akkerbouwgewassen zijn aardappelen, suiker-
bieten, granen en uien. Daarnaast worden er steeds meer vollegrondsgroenten geteeld.
Schaalvergroting blijft een belangrijke trendBedrijven in de akkerbouw worden steeds groter. Het gemiddelde areaal is 41,3 hectare.
Zo’n 1.000 bedrijven hebben een areaal groter dan 100 hectare. In andere EU-landen zijn
bedrijven met een areaal van meer dan 1.000 hectare niet ongebruikelijk. Het aantal bedrij-
ven in Nederland met meer dan 100 hectare neemt jaarlijks wel toe. De schaalvergroting
wordt door een aantal factoren bevorderd:
- Bedrijven reduceren de kostprijs om de sterk wisselende afzetprijzen op de wereldmarkt
beter op te kunnen vangen.
- Toenemende mechanisering biedt bedrijven de mogelijkheid om op grotere schaal te
opereren.
Productie wordt steeds intensieverBinnen de Nederlandse akkerbouw wordt intensief geproduceerd. Door de relatief hoge
grondprijzen in Nederland richten de bedrijven zich vooral op gewassen die een hoog saldo
genereren, zoals aardappelen, uien, suikerbieten en vollegrondsgroenten. Ook vrucht-
wisseling, de grondsoort en het klimaat spelen een belangrijke rol bij de gewaskeuze. Zo
worden granen, die een minder hoog saldo genereren, vanwege vruchtwisseling toch vaak
in het bouwplan opgenomen.
De productieomvang van de belangrijkste gewassen in de akkerbouw is afhankelijk van
het areaal en de productie per hectare. Het areaal verandert in de loop der jaren slechts
beperkt. Opmerkelijk is dat in 2009 het areaal granen met 6% kromp. Gedeeltelijk kan dit
worden verklaard door de weersomstandigheden in de herfst van 2008. In deze periode
was het niet gemakkelijk om wintertarwe te zaaien waardoor het areaal terug is gelopen.
Het areaal aardappelen steeg daarentegen in 2009 met 2% tot 155.232 hectare.
De productie per hectare stijgt op de langere termijn. Vooral de ontwikkeling van nieuwe
rassen met een grotere resistentie tegen ziekten en plagen draagt hieraan bij, maar ook het
efficiëntere gebruik van meststoffen en bestrijdingsmiddelen. Weersomstandigheden kunnen
tot grote fluctuaties in de productie per hectare leiden. De productie per hectare van tarwe
en van suikerbieten steeg door de weersomstandigheden in 2009 tot een recordniveau.
Verwerking en export van groot belangAkkerbouwgewassen worden in Nederland hoofdzakelijk geteeld als voedingsmiddel voor
mens en dier. De teelt voor de productie van biobrandstoffen speelt in de Nederlandse ak-
kerbouw geen rol van betekenis, zoals in onder meer Frankrijk en Duitsland wel het geval is.
4
Sommige akkerbouwgewassen worden in de voedings- en genotmiddelenindustrie
verwerkt tot eindproducten, andere producten worden onbewerkt aan de consument afgezet.
Dit verschilt per product. Een belangrijk deel van de geoogste consumptieaardappelen
wordt in de aardappelverwerkende industrie verwerkt tot frites, terwijl uien nagenoeg
allemaal onbewerkt worden afgezet.
Voor veel akkerbouwproducten is de productie groter dan de binnenlandse afzet. De export
is dan ook van groot belang voor de sector. Het grootste deel van de export vindt zijn
bestemming op markten binnen de EU, waarbij de landen rond Nederland van groot belang
zijn. Nederland ligt gunstig ten opzichte van grote bevolkingsconcentraties in West-Europa.
De afstanden van producent naar consument zijn relatief beperkt en Nederland heeft een
goede infrastructuur voor de opslag en het vervoer van producten. Op enkele belangrijke
West-Europese markten treedt verzading op. Hierdoor neemt het belang van markten
buiten de EU voor Nederlandse akkerbouwproducten sterk toe. Het afgelopen decennium
is Rusland een belangrijke afzetmarkt geworden met een grote bevolkingsomvang, een
stijgende welvaart en een beperkte binnenlandse productie.
Prijzen fluctuerenNa de Tweede Wereldoorlog zijn er voor een aantal akkerbouwproducten EU-richtlijnen
ontwikkeld om prijzen te reguleren. Veel richtlijnen zijn door de toenemende liberalisering
van de wereldhandel in de afgelopen jaren aangepast, waarbij de prijsondersteuning voor
een aantal producten in de EU is afgebouwd. Akkerbouwers hebben ter compensatie hiervan
toeslagrechten gekregen. Het EU-beleid is nu meer gericht op inkomensondersteuning.
5Akkerbouw, trends en toekomst
Door deze ontwikkelingen tenderen enkele productprijzen zich in de richting van de prijzen
op de wereldmarkt. De wereldmarktprijzen worden sterk beïnvloed door onevenwichtigheden
in vraag en aanbod. Een kleine wijziging in de vraag of het aanbod van agrarische producten
kan leiden tot sterke prijsfluctuaties. De prijsvorming van agrarische producten is immers
sterk inelastisch. Dit effect wordt door de hoogte van de wereldvoorraden versterkt. De
volatiliteit van de prijzen van akkerbouwproducten is in de loop der jaren groter geworden.
Dit wordt in de hand gewerkt doordat de voorraden, uitgedrukt in het aantal consumptie-
dagen, voor een aantal producten in het lopende decennium op een laag niveau liggen.
Een gestaag gestegen consumptie en een productie die regelmatig in bepaalde delen van
de wereld tegen is gevallen, hebben geleid tot de lage voorraden. Dit werd versterkt door
de hervorming van het EU-landbouwbeleid.
De akkerbouw in Nederland heeft toekomstDe akkerbouw zal de komende decennia voor grote uitdagingen worden gesteld. Door de
groei van de wereldbevolking moet een groter aantal monden gevoed worden. Daarnaast
verschuiven op wereldniveau de voedingsgewoonten. Door de stijgende welvaart, vooral
in Azië, verschuift de consumptie naar meer eiwitrijke voedingsmiddelen, zoals vlees en
zuivel. Dit legt een beslag op akkerbouwproducten; de veestapel wordt immers groter
en deze dieren moeten ook eten. Daarnaast zal op de middellange termijn de vraag naar
biobrandstoffen toenemen door allerlei overheidsmaatregelen. Door deze ontwikkelingen
neemt de vraag naar akkerbouwproducten op wereldniveau de komende decennia toe.
Productieverhogingen zijn mogelijk door arealen die nu nog braak liggen in Rusland, Zuid-
Amerika en Afrika, in productie te nemen. Deze areaaluitbreiding is echter eindig. De meest
productieve landbouwgronden in de wereld zijn al in productie.
In Nederland dragen vooral wetenschap en technologie bij aan productieverhogingen.
Bijvoorbeeld door de ontwikkeling van nieuwe rassen met een grotere productiviteit en
met een grotere resistentie tegen ziekten en plagen. Innovaties in de vorm van precisie-
landbouw zullen de komende jaren een grote vlucht nemen. Bij precisielandbouw wordt
gebruikgemaakt van satellieten (GPS) voor plaatsbepaling en informatievoorziening:
akkerbouw op de vierkante meter nauwkeurig. Deze ontwikkelingen leiden tot een efficiënter
gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. De productie wordt hierdoor
bevorderd, de efficiency neemt toe en de uitwerking op een duurzame productie is gunstig.
Duurzaamheid wordt in de toekomst belangrijker, efficiency en het verlagen van de kosten
zijn en blijven belangrijk. Samenwerking is een van de belangrijkste mogelijkheden om
deze doelen te bereiken. Ondernemers kunnen op bedrijfsniveau samenwerken door
arbeid en machines gezamenlijk in te zetten. Ook in de afzet kan een grotere efficiency
worden behaald door gezamenlijk producten aan te bieden.
De akkerbouw heeft in Nederland een goede toekomst. De sector heeft sterke troeven in
handen door haar gunstige ligging ten opzichte van belangrijke afzetmarkten, het gunstige
klimaat, de vruchtbare grondsoorten en de uitstekende kwaliteit van de producten. Door
het hoge kennisniveau, de uitstekende logistiek en de transparante productiewijze kunnen
Nederlandse akkerbouwers snel inspelen op wensen van de consument.
6
Groei door samenwerking?Een van de vragen die regelmatig opkomt in de akkerbouwsector is of samenwerking leidt
tot groei. Vanuit teelttechnisch oogpunt is het antwoord mogelijk: ja. Met samenwerking op
het gebied van onderzoek en teelt zijn in het verleden positieve resultaten geboekt.
Leidt samenwerking altijd tot (bedrijfs)groei, een grotere winst of een betere efficiency?
Ook vanuit bedrijfseconomisch perspectief? Om te beginnen is het natuurlijk de vraag of
ondernemers bereid en in staat zijn tot samenwerking. Immers, het leidt tot het (gedeeltelijk)
loslaten van hun zelfstandigheid. De ene ondernemer zal zich vooral richten op de mogelijke
voordelen van samenwerking, terwijl de andere vooral beren op de weg ziet.
Fiscaal gedreven samenwerking
Verdeling bedrijven per type naar aantal ondernemers/rechtspersonen
Bron: LEI
In verhouding tot andere plantaardige sectoren zijn in de akkerbouw nog veel bedrijven
met één ondernemer te vinden. In de afgelopen 25 jaar groeiden in de tuinbouw - en vooral
in de glastuinbouw - veel bedrijven naar twee ondernemers en werden bedrijven in de
vorm van een rechtspersoon opgericht. In de akkerbouw bleef deze ontwikkeling achter. In
diezelfde periode steeg de gemiddelde bedrijfsomvang in de akkerbouw niet of nauwelijks.
Het gemiddelde tuinbouwbedrijf verdriedubbelde in de periode van 1990 tot 2008 bijna
(gemeten in NGE).
7Akkerbouw, trends en toekomst
0%
40%
60%
20%
akke
rbou
w ’05
glastu
inbou
w ’05
tuinb
ouw op
en ’0
5
Be
dri
jve
n
akke
rbou
w ’80
80%
glastu
inbou
w ’80
tuinb
ouw op
en ’8
0
Rechtspersoon 3 1>3 2
100%
Gemiddelde bedrijfsomvang (NGE), Bron: CBS, LEI
Op het gebied van productie, mechanisatie en arbeid weten ondernemers in de akkerbouw
elkaar goed te vinden. Die samenwerking varieert van beperkt (gezamenlijk gebruik van
machines) tot uitgebreid (samenvoeging van een aantal bedrijven tot bijvoorbeeld een
coöperatie). Bij gezamenlijke afzet van producten blijft de akkerbouw nog fors achter bij
bijvoorbeeld glasgroententelers of bedrijven met vollegrondsgroenten, zoals blijkt uit de
grafiek hieronder.
8
0
150
50
250
350
2000 2008
akkerbouw tuinbouw
100
1990
200
300
blijvende teelten graasdierbedrijven hokdierbedrijven
0%
20%
30%
10%
70%
glasg
roen
ten
melkve
ehou
derij
over
ige ho
kdier
en
akke
rbou
w
60%
glasb
loemen
vark
ensh
oude
rij
40%
50%
tota
al
open
gron
ds tu
inbou
w
Samenwerking in telersvereniging of producentenorganisatie (2007)
Bron: Informatienet, Innovatiemonitor
OndernemerschapNaar aanleiding van het 15-jarig bestaan van de verkiezing Agrarisch Ondernemer van het
Jaar, waarvan ABN AMRO één van de partners is, is een onderzoek gedaan onder de
genomineerde ondernemers van de afgelopen jaren. Hierbij is gekeken naar typische
ondernemerskenmerken en -kwaliteiten van deze genomineerden.
Een succesvol (agrarisch) ondernemer:
■ is initiatiefrijk
■ is samenwerkingsgericht
■ is creatief
■ is informatiezoekend
■ is standvastig, een doorzetter
■ heeft durf
■ heeft organisatievermogen
■ is zelfkritisch
Ook kwam uit het onderzoek naar voren dat de genomineerde ondernemers een brede kijk
hebben op hun bedrijfsvoering. Ze kijken naar onder meer de markt, de maatschappij en de
overheid en pikken uit deze omgevingen signalen op. Deze signalen werken ze uit in doelen
en plannen en voeren deze plannen voortvarend uit, indien nodig samen met anderen.
Daarbij ligt een sterke focus op de afzet(keten) en hun eigen rol hierin.
Hun tip aan collega’s: Vakmanschap is goed, maar ondernemerschap biedt continuïteit.
Uit voorgaande blijkt dat samenwerking geen doel op zich zou moeten zijn. Een succesvolle
samenwerking wordt bereikt door ondernemerschap en het gezamenlijk zien en pakken
van kansen.
Waar liggen de kansen voor de sectorIn de akkerbouw - maar ook in landbouw in brede zin - wordt steeds meer gesproken over
de wijze waarop er beter kan worden samengewerkt. De doelen van samenwerking kunnen
uiteenlopen: een lagere kostprijs, een hogere prijs voor producten, een betere uitstraling
naar de markt, een beter toekomstperspectief, voorsorteren op de overdracht van het bedrijf,
het ontwikkelen van kennis, enzovoort.
Voor individuele bedrijven liggen de mogelijkheden tot samenwerking voornamelijk in de
efficiënte inzet van machines en arbeid om zo tot een lager kostenniveau te komen. Het
bundelen van afzet om zo tot een betere prijs voor de producten te komen zal meer voeten
in aarde hebben De akkerbouwers die hiervoor de kansen in de markt zien en daar ook
naar handelen zullen hierin de voortrekkers zijn.
9Akkerbouw, trends en toekomst
Staken is vooruitkijkenDe voorspelling van het LEI is dat het aantal bedrijven in de akkerbouw in de komende tien
jaar afneemt van ca. 15.000 tot ongeveer 9.000 in 2020. Ten opzichte van andere sectoren is
deze afname relatief weinig. Daarmee is niet gezegd dat de impact behoorlijk zal zijn.
Aantal bedrijven (x 1.000) 1995-2005 en voorspelling 2020 Bron: SIMs (2009)
Oudere ondernemers en veel vermogenDe akkerbouw kenmerkt zich, in verhouding tot andere sectoren, door relatief veel oudere
ondernemers. De oudere ondernemers (ouder dan 55 jaar) hebben vaak een relatief klein
bedrijf (kleiner dan 70 NGE). In vergelijking met de grotere bedrijven in de sector hebben
oudere ondernemers met een relatief klein bedrijf een relatief hoog eigen vermogen.
10
0%
40%
60%
20%
100%
combin
atie
vark
ens
open
gron
dstu
inbou
w
over
ige ve
ehou
derij
80%
melkve
e
akke
rbou
w / gr
oent
en
> = 55 jaar 35 tot 45 jaar45 tot 55 jaar < 35 jaar
tota
al lan
d- en
tuinb
ouw
glastu
inbou
wbedr
ijven
Procentuele verdeling van het aantal bedrijven over leeftijdsklassen bedrijfshoofd per
bedrijfstype in Nederland (2008), Bron: CBS-Landbouwtelling, bewerking LEI
1995 2005 2020 2005-2020
Land- en tuinbouw totaal 113 82 48 -42%
W.v. melkveebedrijven 33 21 10 -54%
akkerbouwbedrijven 15 12 9 -24%
glastuinbouw – en champignonbedrijven 10 6 3 -55%
opengrondstuinbouwbedrijven 12 9 5 -42%
intensieve veehouderijbedrijven 12 7 2 -58%
Voor veel akkerbouwers is het bedrijf tevens hun pensioenvoorziening. Het gezegde gaat
dat boeren arm leven en rijk sterven. Dit is gebaseerd op het feit dat, zeker in de grond-
gebonden landbouw, de inkomens in verhouding tot het vermogen wat in het bedrijf zit
relatief laag zijn. Bij verkoop van het bedrijf komt dit vermogen vrij.
In de akkerbouw is het aantal eigendomsbedrijven laag (50%) in vergelijking met andere
sectoren (gemiddeld 60% voor de totale landbouwsector). Zie ook de tabel hieronder.
Akkerbouwers die geen eigenaar zijn van hun bedrijf, zullen hun inkomensvoorziening na
staking dus op een andere manier moeten regelen. Vaak geldt voor de bedrijven die wel in
eigendom zijn, dat zij bij opvolging door zoon of dochter onder de marktprijs worden
overgedragen. De stoppende ondernemer neemt dan genoegen met een bescheiden verkoop-
opbrengst om de opvolger(s) de kans te geven.
Dit is ook het dilemma waar ondernemers tegenaan lopen. Haal ik voldoende uit het bedrijf
om van een goed inkomen verzekerd te zijn na staking, maar haal ik er niet teveel uit om
het bedrijf direct op slot te zetten voor mijn opvolger? Daarom is het bij overdracht of
verkoop van het bedrijf belangrijk hiermee ruim van tevoren al rekening te houden. Hierdoor
kan zowel de inkomensvoorziening van de stoppende boer als de uitgangspositie van de
bedrijfsopvolger goed geregeld worden.
11Akkerbouw, trends en toekomst
0%
40%
60%
20%
100%
glastu
inbou
w
blijve
nde t
eelte
n
vark
ensh
oude
rij
akke
rbou
w
80%
open
gron
dstu
inbou
w
graa
sdier
bedr
ijven
eigendom pachterfpacht overige
tota
al
over
ige ho
kdier
en
Eigendom en pacht van Grond (2007), Bron: CBS Landbouwtelling / LEI
Colofon
Dit rapport is een uitgave van ABN AMRO Agrarische Bedrijven.
Auteurs:
Martijn Leguijt – ABN AMRO Agrarische Bedrijven
Thijs Pons – ABN AMRO Sector Research
Commercieel aanspreekpunt:
Contactpersoon ABN AMRO Agrarische Bedrijven:
Martijn Leguijt ([email protected])
Distributie:
U kunt deze uitgave vinden op www.abnamro.nl/agrarisch
Disclaimer
De in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op door ABN AMRO betrouwbaar geachte gegevens en informatie,
die op zorgvuldige wijze in onze analyses en prognoses zijn verwerkt. Noch ABN AMRO, noch functionarissen van de bank
kunnen aansprakelijk worden gesteld voor in deze publicatie eventueel aanwezige onjuistheden. De weergegeven opvattingen
en prognoses houden niet meer in dan onze eigen visie en kunnen zonder nadere aankondiging worden gewijzigd. Het gebruik
van tekst en/of cijfers is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld.
© ABN AMRO, september 2010
Deze publicatie is alleen bedoeld voor eigen gebruik. Verveelvoudiging en/of openbaarmaking van deze publicatie is niet
toegestaan, behalve indien hiervoor schriftelijk toestemming is gekregen van ABN AMRO Bank. Teksten zijn afgesloten op
18 augustus 2010.
Fiscaal en financieel vooruitkijkenOm bedrijfsoverdracht beter mogelijk te maken is het raadzaam om vermogen op te bouwen
via zowel vrij kapitaal als bijvoorbeeld een lijfrente. Het vrije kapitaal kan dienen om een
woning (eventueel met een hypotheek) aan te schaffen en de lijfrente voorziet in een inkomen
na staking. Belangrijk is om tijdig te starten met de opbouw van dit kapitaal en het niet te
gebruiken voor investeringen binnen het bedrijf of aanvulling van de rekening in slechte
tijden. Fiscaal heeft deze opbouw vaak voordelen als aftrek in de 42% schijf plaatsvindt en
belasting van lijfrentes na 65 jaar met een lager tarief wordt belast. Een pensioen BV is in de
akkerbouw in 97% van de gevallen niet te gebruiken in verband met de ondernemersvorm.
Opbouw kan zowel in banksparen of een lijfrenteverzekering. Om voor te sorteren is het
belangrijk om overdracht tijdig te bespreken met de rest van de familie en het aangaan van
een maatschap waarmee in ieder geval 3 jaar voor overdrachtsdatum een start mee moet
worden gemaakt in verband met geruisloze overdracht van machines, quota en gebouwen
en meerwaardes in grond. Leg een en ander goed vast in een maatschapscontract en laat
deze goed doorlezen door accountant en/of fiscalist.