ƒ8,80...Heer Aaltsz Zoals vrijwel alle middeleeuwse Nederlandse steden, is Harderwijk een kleine...

24
ƒ8,80 / C 4,- =

Transcript of ƒ8,80...Heer Aaltsz Zoals vrijwel alle middeleeuwse Nederlandse steden, is Harderwijk een kleine...

  • ƒ8,80 / C 4,-=

  • Een deel van de Harderwijker Stadsrechten, 11 juni 1231

  • 3

    HedenHarderwijk: een stad met ruim 40.000inwoners.Harderwijk: toeristenstad.Harderwijk: waterstad.Harderwijk: groene stad.Harderwijk: centrumstad.Harderwijk: woonstad.Harderwijk: geschiedenisstad.Kortom, Harderwijk: oud, nieuw en dyna-misch, een mengeling van verleden enheden.

    VerledenWanneer begint het verleden vanHarderwijk? Niemand die daar een goedantwoord op weet. Sterker nog, zelfs denaam Harderwijk is een mysterie. Bekendeverklaringen zijn ‘wijkplaats voor herders’en ‘woonplaats op harde grond’. Niet langgeleden lanceert een hoogleraar een inte-ressante nieuwe theorie: Harderwijk bete-kent ‘wijk van Hierden’. Anders gezegd,Hierden heeft oudere papieren danHarderwijk. Met harde, archeologischebewijzen komt de professor niet op deproppen. Daarom blijft het mysterie vanHarderwijk nog steeds een mysterie.

    IJstijdenWeten we dan helemaal niets overHarderwijks oudste verleden? Zo erg is hetook weer niet. Harderwijk ontstaat op eenhoge plaats, aan de noordoever van eenbeek. Die hoge plaats is een erfenis uit devoorlaatste ijstijd, zo’n 200.000 jaar gele-den. Scandinavische gletsjers ploegen debodem van de latere Veluwe om. Er ont-staat een golvend landschap.De laatste ijstijd begint ongeveer 75.000jaar geleden en duurt tot 8000 v.Chr..Nederland blijft buiten het bereik van degletsjers. Het klimaat lijkt op het tegen-woordige klimaat in noordelijke delen vanRusland. Nederland verandert in een toen-dra. In de lange winters woeden zwarezandstormen. Grote hoeveelheden zandbedekken het landschap. Vandaar de termdekzand.

    DekzandrugDe hoger gelegen plekken blijken geschiktvoor bewoning. Lang na de laatste ijstijdontstaat op zo’n dekzandrug een nederzet-ting, het begin van Harderwijk. Wanneer deeerste ‘Harderwijkers’ zich hier vestigen iseen goed bewaard geheim. Of iemand datgeheim ooit ontsluiert, is de vraag. Geenenkele bron kan ons er iets over vertellen.De hoop is gevestigd op archeologen, diewellicht in de toekomst meer aanwijzingenvinden over Harderwijks begin.

    KantjeboordHaast letterlijk wordt het kantjeboord voorHarderwijk. Het kleine Flevomeer (ofAlmere) groeit uit tot een geduchte zee.Nederzettingen als Bidningahusum en Arkverdwijnen in de Vroege Middeleeuwen inde golven. Harderwijk redt het net. Destadsmuur aan de zeezijde behoedt de staddiverse keren voor de ondergang.

    Het mysterie van Harderwijk

    Een kamp uit de prehistorie

  • 1231

    VroonhoeveHet leven in het begin van de 21e eeuw istotaal anders dan zo rond 1200. Landbouwen veeteelt spelen in een groot deel van deMiddeleeuwen een hoofdrol. Handel enindustrie komen nauwelijks in het stukvoor. Harderwijk ontstaat naast, of mis-schien zelfs uit een zogenaamde vroonhoe-ve, de boerderij van een heer. Vroon bete-kent zowel heer als domein, het landgoedvan een heer. De meeste middeleeuwse

    boeren zijn afhankelijk van een heer. Zemoeten helpen bij het bewerken van zijnland. Ook staan ze een deel van hun oogstaf, uiteraard niet vrijwillig. Het is een plicht.

    Sint MarieDe Vischmarkt is waarschijnlijk het oudstestukje Harderwijk. Waar toeristen nu zichvergapen aan de horeca en aan de fraaiepanden, ligt in de 13e eeuw een vroonhoe-ve waar boeren hun producten (moeten)afleveren. De heer van deze vroonhoeve isgeen gewone heer. Vroonhoeve Selhorst iseigendom van Utrechtse geestelijken, hetkapittel van Sint Marie. De producten vande kapittelboerderijen uit de buurt vanHarderwijk gaan per schip naar Utrecht.

    Sint-NicolaaskerkEen vroonhoeve is meer dan een boerderij.Feitelijk is het een kleine nederzetting. Wijweten dat bij de Selhorst een kerk hoort,de Sint-Nicolaaskerk. Ondanks driftig gra-ven en zoeken is de precieze plek van deoudste Harderwijker kerk nog niet opge-spoord. De Luttekepoort wordt ook welSint-Nicolaaspoort genoemd, terwijl deweg van de kerk naar de poort deKerkstraat heet. Dat zijn zinnige aanwijzin-gen. Ook is bekend dat tot de bouw van deOnze Lieve Vrouwekerk, de tegenwoordigeGrote Kerk, de Sint-Nicolaaskerk ook paro-chiekerk voor de inwoners van Harderwijk

    is. Selhorst is daarom waarschijnlijk ouderdan Harderwijk. Het wordt echter eento-nig: we weten het niet zeker. Geschiedeniskan frustrerend zijn.

    Eindelijk stadsrechtenOp 11 juni 1231 verleent graaf Otto II vanGelre stadsrechten aan de nederzetting inde buurt van de Selhorst, dus aanHarderwijk. Stadsrechten maken een neder-zetting tot een echte stad. Harderwijk krijgthet recht een jaarmarkt en weekmarkten tehouden. Dat betekent handel, vertier en ver-diensten. De nieuwe stad mag ook tol hef-fen. Dat levert flink wat inkomsten op.Er is weleens getwijfeld aan de echtheidvan de officiële oorkonde waarin de stads-rechten van Harderwijk staan. Nauwkeurigonderzoek toonde echter aan dat het eenecht document is. De tekst is namelijk opeen nieuw stuk perkament geschreven.Letterlijk een onvervalst bewijs.

    MurenDank zij het stadsrecht mag Harderwijkmuren bouwen. Het wordt eentonig: weweten niet wanneer ‘de eerste steen’ isgelegd. In ieder geval vóór 1294. Uit datjaar hebben we namelijk een documentover een stuk land buiten de stadsmuren,tussen de Grote en de Luttekepoort.Overigens ligt de Selhorst vlakbij dit deelvan de Harderwijker stadsmuur.

    411 juni 1231

    Een echte stad

    Een deel van de oorkonde uit 1231

    Boerenbedrijf in de

    Middeleeuwen

    Een tekening van de

    stadsmuur bij de

    Vischpoort

  • Heer AaltszZoals vrijwel alle middeleeuwseNederlandse steden, is Harderwijk eenkleine stad. De bebouwing beperkt zich inde begintijd tot het gebied tussen detegenwoordige Grote Poortstraat, deLuttekepoortstraat en de Wolleweverstraat,tot aan de Heeraaltszstraat. In hetStraatnamenboek van Harderwijk en Hierdenstaat dat de Heeraaltszstraat vermoedelijkde oudste straatnaam van Harderwijk is. In1432 schrijft iemand deze naam op. Datdocument is bewaard gebleven.Heeraaltszstraat herinnert aan heer Aaltsz.Wie dat is? Een groot vraagteken.Misschien een pastoor of een geestelijkevan het Minderbroederklooster.

    UitbreidingHet kleine Harderwijk breidt vermoedelijkin 1315 fors uit. In zuidwestelijke richting.Het klooster van de Minderbroeders komtin de stad te liggen. Dat klooster is kortdaarvoor gesticht. De Minderbroeders zijnvolgelingen van Franciscus van Assisi(1182-1226). Deze Italiaan preekt echtearmoede, om bij het dienen van God nietdoor rijkdom te worden afgeleid.Een eeuw later breidt de stad in noord-westelijke richting uit. Veel minder fors dande vorige keer. Opnieuw komt een kloosterbinnen de bescherming van de stadsmu-ren. Deze keer het rijke Agnietenklooster,genoemd naar de heilige Agnes. In hetbegin van de vierde eeuw sterft zij als mar-telares voor het geloof. Agnes is dan pasdertien jaar.Harderwijk is voorlopig groot genoeg. Voorde volgende uitbreiding moeten deHarderwijkers tot het begin van de twintig-ste eeuw wachten.

    StadsvrijheidFeitelijk is Harderwijk groter dan hetgebied binnen de muren. De stad heeftook invloed buiten de stadsmuren. Dewijde omgeving valt onder de zogenaamdestadsvrijheid. Dat betekent dat Harderwijkdaar de rechtspraak uitoefent. OokHierden valt onder de Harderwijker stads-vrijheid.Hertog Arnold breidt in 1450 de stadsvrij-heid van Harderwijk uit. De Geschiedenisvan Harderwijk vertelt dat door deze uit-breiding de latere Stadsweiden binnen destadsvrijheid vallen. De middeleeuwersgeven de grenzen van de stadsvrijheid metkruisen aan.

    InwonersVerwend als we zijn met talloze statistie-ken, is het moeilijk te begrijpen dat we nietprecies het aantal inwoners van eenmiddeleeuwse stad kennen. De eersteserieuze schatting stamt uit 1526: ongeveerdrieduizend inwoners. Merkwaardiggenoeg weten we wel dat in dat jaarHarderwijk 311 paarden, 1182 stuks rund-vee, 3080 schapen en 110 varkens rijk is.Kennelijk een kwestie van accenten leggen.Vermoedelijk heeft de stad honderd jaareerder meer inwoners, namelijk tussen de3000 en 3500. Hoe dat kan? Lees de oor-zaak op pagina 7.

    51315 1432

    Harderwijk vanaf de land-

    zijde. Een gravure uit 1580

    Een middeleeuwse straat

  • 6 juni 1394 1446

    Lid van de HanzeNaast toeristen-, woon- en waterstad isHarderwijk vooral bekend als Hanzestad.Wat het woord hanze precies betekent, is(opnieuw) onduidelijk. Vermoedelijk ietsals gilde, met name een gilde van kooplie-den. Zeker is dat in de loop van de 13eeeuw een internationaal verbond van koop-lieden uitgroeit tot een Hanze van steden.Harderwijk is in 1280 al lid van de Noord-Duitse Hanze. In dat jaar sluit Harderwijknamelijk overeenkomsten met de stedenHamburg en Rendsburg. Gevangenen engoederen worden uitgewisseld. Harderwijkis kennelijk zelfbewust genoeg om ruzie temaken met belangrijke steden.

    HandelHarderwijk ligt gunstig voor de handel. Opde grens van water en land is het goedzakendoen. Harderwijker schippers voerengraan, hout, bier en vis aan uit hetOostzeegebied en uit Pruisen. De goede-ren worden hier uitgeladen en verhandeld.Een deel van de lading gaat met karrenrichting Arnhem. De Oude ArnhemseKarweg herinnert nog aan de middeleeuw-se landroute. Ook over rivieren als de IJsselen de Vecht varen talrijke Harderwijkerschepen.

    OorlogHoe belangrijk Harderwijk binnen deHanze is, blijkt uit de bijdragen vanHarderwijk aan oorlogen van de Hanze. In1394 vechten Hanzesteden tegenMecklenburg en de Noord-Duitse stedenWismar en Rostock. De stad Lübeck levertzes koggen met honderd man. Dordrecht,Amsterdam, Staveren, Harderwijk en deandere Zuiderzeesteden worden ‘aangesla-gen’ voor twee koggen. Na een heleboelgesteggel besluit een vergadering inHarderwijk op 6 mei dat precies eenmaand later de 47 manschappen dieHarderwijk levert zich hier moeten insche-pen.

    VitteLid zijn van de Hanze is de moeite waard.De Deense koning Erik geeft in 1316 aanHarderwijk en Zutphen toestemming inzijn rijk handel te drijven. Ook krijgen zeeen eigen plaats op de markt in Skanor.Zo’n eigen plek heet een vitte. Een vitte iseen met houten kruisen afgebakend ter-rein, waar de kooplieden hun handelswaarkunnen opslaan. Een Harderwijker voogdhoudt toezicht op de vitte. In 1386 is datHeyno van Hi(e)rde. Skanor ligt op hetschiereiland Schonen, aan het zuidelijkstepuntje van de Sont. In die tijd hét centrumvan handel en visserij in de Oostzee.

    De ‘Vrede van Harderwijk’In de loop van de 15e eeuw neemt de con-currentie van Hollandse en Zeeuwse ste-den toe. In 1446 onderhandelen Holland,Zeeland en nog enkele andere gewestenmet de stad Bremen in Harderwijk. De‘Vrede van Harderwijk’ bepaalt datZutphen, Zwolle en Harderwijk toezichthouden op de afspraken. Dit is de laatstekeer dat Harderwijk een rol van betekenisspeelt in de Hanze. De eerste bloeitijd vande stad is voorbij.

    6

    Harderwijk Hanzestad

    Een kogge

    Het stadswapen van

    Harderwijk, met

    een kogge

    De middeleeuwse stad Carcassonne

  • 31 juli 1503

    Een rampDe 31e juli 1503 is letterlijk en figuurlijk dezwartste dag uit de geschiedenis vanHarderwijk. De dag van de grote stads-brand. De stad gaat grotendeels in vlam-men op. Over de oorzaak en het aantalslachtoffers spreken de bronnen elkaar(zoals gebruikelijk) tegen. Wel is het duide-lijk dat de warme, droge zomer van datjaar een grote rol speelt. Niet alleenHarderwijk, ook andere steden hebbennamelijk in 1503 zwaar te lijden onderbranden.

    BerichtgevingHoe rampzalig de brand is, blijkt uit hetverslag van een ooggetuige. Toevallig is deAmersfoortse pater Herman die 31e juli inHarderwijk.

    ‘Harderwijk staat in brand. De brand is zófel dat de mensen niet in staat zijn te blus-sen. Op twintig of dertig huizen na brandtde hele stad af. Ook gaan alle kloosters engodshuizen in vlammen op. Talloze men-sen komen om het leven.’

    Stadssecretaris Johan Schrassert schrijft in1730 in zijn beroemde stadsgeschiedenisuiteraard ook over dit drama.

    ‘Kerken en kloosters gaan in vlammen op.Omdat het houtwerk van de kerktorensverbrandt, vallen de klokken naar beneden.Men schat het aantal omgekomen burgersop vijf- à zeshonderd. Naar verluidt zijn350 leerlingen van de Latijnse school doorde brand verrast en gestikt. De kinderenliggen dood op straat, sommigen onher-kenbaar verminkt.’

    Zowel pater Herman als stadssecretarisSchrassert zijn te somber. De stad is min-der zwaar getroffen dan zij denken. Bij eennauwkeurige inspectie van panden in debinnenstad enkele jaren geleden, blijken erin Harderwijk meer middeleeuwse huizente zijn dan eeuwenlang op grond van degeschiedschrijving is aangenomen.Ook het verhaal over de 350 omgekomenleerlingen van de Latijnse school is eenhardnekkig misverstand. Er zijn inderdaadleerlingen omgekomen, hoeveel is onbe-kend. Overigens staat dat getal 350 nogsteeds op een plaquette aan basisschoolDe Rank aan de Bongerdsteeg.Wat echter vaststaat is dat door de rampde Harderwijker economie een zware klapkrijgt. Ook het aantal inwoners daalt.

    HulpNet als bij een ‘moderne’ ramp krijgtHarderwijk hulp aangeboden. Een groepArnhemmers helpt de ergste rommelopruimen. Kampen zamelt geld in voor deslachtoffers. Hertog Karel geeft Harderwijkhet recht stuivers en kleinere muntstukkente slaan met zijn naam en wapen. Ook in1503 wordt die hulp zeer gewaardeerd.

    7

    De stad brandt!Een moderne aquarel vande stadsbrand van 1503

    Een middeleeuwse stadsbrand

    Titelpagina van de Harderwijker stadsgeschiedenis van

    Johan Schrassert

  • 1547 22 september 1566

    De Kerk scheurtDat de middeleeuwers veel en grote kerkenbouwen is bekend. Wij realiseren ons ech-ter meestal niet dat in de Middeleeuwengeen sprake is van allerlei kerkgenoot-schappen. Christendom betekent in die tijdrooms-katholicisme. Ook de Harderwijkerkerken worden uitsluitend door rooms-katholieken gebruikt.In de loop van de 16e eeuw verandert ernogal wat op kerkelijk gebied. In het DuitseRijk begint Maarten Luther in 1517 deReformatie, die we ook wel kerkhervormingnoemen. Luther heeft zoveel kritiek op derooms-katholieke Kerk, dat hij eruit wordtgezet. De christelijke Kerk gaat scheuren.Rooms-katholieken komen tegenover luthe-ranen te staan.

    Bernard GruwelOok in Harderwijk slaat de Reformatie aan.De Gelderse hertog zet in 1532 deHarderwijker pastoors Hendrick vanGroningen en Dirck Keyler uit hun ambt.Ze hebben te veel sympathie voor de nieu-we leer.De Harderwijker protestanten worden in1547 hard aangepakt. Inquisiteur BernardGruwel neemt zijn intrek in het Fraterhuis.Hij gaat voortvarend aan de slag. Verbodenboeken worden in beslaggenomen, men-sen verhoord en veroordeeld.Gruwel is vermoedelijk niet zo’n aardigeman. Hij ontmoet op het stadhuis meesterRutger, van beroep droogscheerder, ofweliemand die laken maakt. Meester Rutgermaakt echter niet alleen laken, maarspreekt ook regelmatig een stichtelijkwoord aan ziekbedden. Hij schijnt bij dieontmoeting gezegd te hebben: ‘Is zijne kei-zerlijke majesteit zo gek dat hij zo’n mon-ster in deze vreedzame stad zendt, om hieronenigheid en onvrede te verwekken? Datverwondert mij zeer, het is van zijnemajesteit noch wijs, noch evangelischgehandeld.’

    BeeldenstormIn 1566 verschijnt de eerste protestantseprediker in de stad. Hij heet Johannes vander Linden, maar noemt zich Lindanus. Defelle pastoor Rutger van Baer verlaat tijde-lijk de stad.De spanning loopt op als kort daarna man-denmaker Jan Arentse komt preken. Hij zetde boel echt op stelten. Op 22 septemberroept hij tijdens een preek in deMinderbroederskerk op beelden en siera-den uit de kerk weg te halen, het begin vande beeldenstorm in Harderwijk. De overstevan het Minderbroedersklooster probeerthet tij nog te keren door de preekstoel tebeklimmen en het kerkvolk tot rust temanen. De reactie is duidelijk. ‘Sla dooddie monnik’, schreeuwen de mensen in dekerk. Binnen enkele dagen zijn deHarderwijker kerken ‘gezuiverd’ van beel-den, altaren en schilderijen. Ook de OnzeLieve Vrouwekerk, die kort daarvoor einde-lijk hersteld is van de brandschade van1503. Nieuwe schilderingen op plafonds enpilaren zijn pas in 1562 voltooid. Een kleinetwintig jaar later verdwijnen ze voor eeu-wen onder lagen witkalk.Het duurt tot 1578 voordat Harderwijk echtpartij kiest voor de Reformatie en voorprins Willem van Oranje. In de tussenlig-gende jaren hebben afwisselend de prins-gezinden en de spaansgezinden de machtin handen. Vanaf 1578 is Harderwijk echtereen protestantse stad.

    8

    De protestanten komen

    Een tekening van de beeldenstorm

    Een ketter op de brandstapel

  • 1584

    Wolter HegemanDe jaren zeventig en tachtig van de 16eeeuw zijn erg onrustig. De TachtigjarigeOorlog woedt volop, ook in Gelderland.Dat blijkt uit de levensloop van deHarderwijker Wolter Hegeman. Geboren in1548, hoort hij als achttienjarige JanArentse in de Minderbroederskerk preken.Hij zingt tijdens de dienst ‘ketterse liede-ren’ en doet daarna mee aan de beelden-storm. Hoewel zijn moeder hem snel meenaar huis neemt, is hij toch als beelden-stormer gesignaleerd. Wolter wordt verban-nen en neemt dienst in het leger vanWillem van Oranje. Hij brengt het tot over-ste.Een anekdote over Wolter Hegeman toontiets van de ellende van een 16e-eeuwseoorlog. Een boer komt zich bij de overstebeklagen, dat men hem ‘bijkants alles’heeft afgenomen. Hegeman reageert metde opmerking dat het vast niet zijn man-nen zijn geweest die dat hebben gedaan:‘wijl dat (volk) gewoon ware niets agter telaten.’Overigens wordt de Harderwijker krijgs-held niet oud, hij sneuvelt in 1582 bij deverovering van Bronkhorst.

    Gelderse muntenDe oorlog brengt Harderwijk niet alleenellende. Twee jaar na de dood vanHegeman profiteert Harderwijk juist vande oorlog. Tot die tijd laten de Staten vanGelre in Nijmegen hun munten slaan.Rond Nijmegen is het door de oorlog ech-ter niet pluis. Het bestuur van het gewestGelre besluit daarom de Munt te verplaat-sen naar Harderwijk. Als de nood aan deman komt, kan het kostbare edelmetaalvanuit Harderwijk per schip in veiligheidworden gebracht. Muntmeester JacobAlewijn neemt zijn intrek in Harderwijk.

    De Gelderse MuntEr is voor de Munt een behoorlijk grootgebouw nodig. Dat is ook beschikbaar. In1580 krijgt de stad namelijk het kloostervan de Grauwe Susteren in bezit. Alsgevolg van de Reformatie dragen de laatstevier nonnen het gebouw aan het stadsbe-stuur over. Het klooster aan deSmeepoortstraat wordt ook wel Clarendalgenoemd.

    In 1582 verhuurt de stad het gebouw aanJohan van Schevichaven, de muntmeestervan de Gelderse stadhouder. Twee jaarlater maakt hij plaats voor zijn collegaAlewijn, die namens het gewest Gelre ver-antwoordelijk is voor de productie vanGelderse munten.De Gelderse Munt is voor Harderwijk eenbelangrijke instelling geweest, vooral goedvoor het aanzien van de stad. In 1806maakt het bewind van de Franse koningLodewijk Napoleon een eind aan provincia-le munten. De inventaris gaat naar de nieu-we Rijks Munt in Utrecht.

    9

    Oorlog en munten

    Een in Harderwijk

    geslagen penning

    Oorlogsverschrikkingen

    De Gelderse Munt in 1609

    Munten slaan

  • 1600 12 april 1648

    Latijnse schoolOnderwijs is in het tegenwoordigeNederland net zo vanzelfsprekend als etenen drinken. Dat is wel anders geweest. Inde 16e en 17e eeuw gaan maar weinig kin-deren naar school. Laat staan dat ze kun-nen studeren.Harderwijk is in die tijd op onderwijsge-bied niet slecht bedeeld. Omstreeks 1440krijgt de stad een Latijnse school, enigs-zins te vergelijken met een middelbareschool. Bij de stadsbrand van 1503 komenook leerlingen van deze school om hetleven. Onder meer door geldgebrek raaktde school aan het eind van de 16e eeuw inde versukkeling. Gelukkig voor Harderwijkis er uitkomst. De nieuwe Republiek van deZeven Verenigde Nederlanden heeft grootgebrek aan mensen met een academischeopleiding. Vooral juristen en theologen zijnschaars.

    Een ‘verheven’ gymnasiumIn 1600 besluit het bestuur van het kwar-tier Veluwe de Latijnse school vanHarderwijk een facelift te geven. De schoolwordt een Gymnasium Illustre. Zo’n ‘ver-heven’ gymnasium beschikt over eenbovenbouw die feitelijk gelijkstaat aan deeerste jaren van een universiteit. Eenopstapje naar een universiteit dus.Opnieuw geteisterd door geldgebrek,slaagt het ‘Veluwse Gymnasium’ er echterniet in goede docenten vast te houden.Alleen het kwartier Veluwe subsidieert. Deandere twee Gelderse kwartieren(Nijmegen en Zutphen) hebben meerbelang bij een eigen universitaire oplei-ding.Uiteindelijk besluit Gelre op 14 april 1647de Harderwijker school tot universiteit tepromoveren. De Gelderse Academie inHarderwijk is de vijfde universiteit inNederland. Leiden (1575), Franeker (1585),Groningen (1614) en Utrecht (1636) zijneerder gesticht. Gelre stelt achtduizendgulden per jaar subsidie ter beschikking.Helaas te weinig om er echt een top-uni-versiteit van te maken.

    UniversiteitDe 12e april 1648 is een belangrijke dagvoor Harderwijk. In een luisterrijke optochttrekken curatoren, hoogleraren, leden vanhet stadsbestuur, andere notabelen en stu-denten door de straten van de stad naar deGrote Kerk. Daar spreekt de theoloogJohannes Christenius een feestrede uit.Harderwijk heeft een universiteit.

    Bescheiden statusDe geschiedenis van de Harderwijker uni-versiteit is bescheiden. Ondanks bekendepromovendi als Boerhaave en Linnaeus,gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat de sta-tus van de universiteit niet hoog is. Tochlevert de universiteit Harderwijk anderhalveeeuw aanzien, economisch voordeel enextra inwoners op. En, het is toch ook eenaardig idee dat de Catharinakapel ooit aca-demiegebouw is geweest! In 1811 valt hetdoek over de Gelderse Academie.

    10

    Harderwijk onderwijsstad

    Een nagespeelde opening

    van de universiteit

  • 22 oktober 1669 22 juni 1672

    Hoge en Lage BrugHoewel handel en scheepvaart voor deHarderwijker economie belangrijk zijn,beschikt de stad merkwaardig genoeg nietover een goede haven. Schepen meren afbij twee bruggen, feitelijk pieren. Eén bij deHoge- of Bruggepoort, aan het eind van deBruggestraat en één bij de Vischpoort.Passagiers en lading worden met bootjesaan wal gebracht. Een weinig ideale situa-tie. Lossen duurt lang, lading valt in hetwater, terwijl de ‘haven’ ook erg windge-voelig is.

    Een echte havenUiteraard maken de Harderwijkers plannenvoor een echte haven. In 1595 benoemt hetstadsbestuur een commissie om de haven-plannen van burgemeester Hendrik vanEssen uit te voeren. Om onduidelijke rede-nen lukt het de commissie echter niet dieplannen in daden om te zetten.Een halve eeuw later gaat het dan tochgebeuren. Harderwijk krijgt van diverseinstanties flinke subsidies. Door een pintbier te verkleinen, komt er ook meeraccijns in de stadskas. Als er voldoendegeld is verzameld, begint de aanleg.

    StormHarderwijk is blij met de nieuwe haven. Decommercie vaart er wel bij. Helaas is devreugde van korte duur. Op 22 oktober1669 woedt een zware noordwesterstorm.De gevolgen zijn desastreus, er blijft wei-nig van de haven over. Het duurt welgeteld230 jaar voor de Nieuwe Haven wordt geo-pend. In de tussentijd blijft het tobben.

    Franse ellendeDrie jaar na de fatale storm van 1669 krijgtHarderwijk nieuwe ellende te verduren. Inhet rampjaar 1672 vallen Frankrijk,Engeland, Münster en Keulen de Republiekaan. Op 22 juni 1672 trekt de Münsterseoverste Nicolaas Hauteyn met zestig rui-ters de stad binnen. Acht dagen laterbegint de Franse bezetting. Pas op 16 sep-tember 1673 verlaten de FransenHarderwijk.

    Dure bezettersDe Franse bezetting kost de stad veel geld.Er worden duizend tot zestienhonderdman ingekwartierd, vooral bij minder voor-aanstaande burgers. De hoge heren zorgener wel voor niet meer dan één of twee mili-tairen in huis te krijgen. Verder moet destad iedere maand dertienhonderd gulden‘contributie’ betalen.Bij hun vertrek steken de Fransen uit wraakop wel veertig plaatsen de stad in brand.Zo’n vijftig panden gaan in vlammen op.Daaronder de stadswaag, de plaats waargoederen worden gewogen.Begin 1674 is het afgelopen met stroperij-en van vijandelijke troepen en kan erserieus aan herstel worden gedacht. DeFranse ellende zal Harderwijk nog langheugen.

    11

    Ellende

    De Franse koning Lodewijk XIV in 1666

    Harderwijk aan de zeezijde. Een gravure uit 1580

  • 30 juni 1700 27 januari 1795

    KalenderproblemenWat is vanzelfsprekender dan de datumvan een dag? Niemand zal erover twistenof het vandaag 11 of 12 augustus is. Dievanzelfsprekendheid is er echter niet altijdgeweest. In het jaar 44 vóór Christus her-vormt de Romeinse heerser Julius Caesarde kalender. Hij deelt het jaar in 365 dagenin. Eén keer in de vier jaar is er een schrik-keljaar. Dat klinkt heel vertrouwd. Toch iser een probleem. Het zonnejaar van JuliusCaesar duurt namelijk elf minuten te lang.In 1582 voert paus Gregorius XIII daaromeen nieuwe, nauwkeuriger kalender in.Dezelfde kalender die wij nog steedsgebruiken, maar met minder schrikkeljarendan de Juliaanse. Het verschil tussen zon-nejaar en kalender is dan inmiddels opge-lopen tot tien dagen.

    Elf verdwenen dagenEen deel van Nederland voert de nieuwekalender van de paus in. Een ander deeldoet dat pas veel later, waaronderHarderwijk. Dat is nogal lastig. AlsHarderwijkers met Amsterdammers afspra-ken maken, moeten ze eraan denken dathet in Amsterdam tien dagen later is.In 1700 besluit Harderwijk de ‘klokkengelijk te zetten’. Het verschil is intussen elfdagen. Op 30 juni 1700 begint voorHarderwijk een lange nacht. DeHarderwijkers worden namelijk pas op 12juli wakker. Elf dagen zijn zomaar verdwe-nen.

    De Fransen komen weerVeel ingrijpender zijn politieke gebeurtenis-sen aan het eind van de 18e eeuw. In 1795lijkt de geschiedenis van 1672 zich te her-halen. De Republiek van de ZevenVerenigde Nederlanden gaat tenonder. Detweehonderd jaar oude staat bezwijktonder het geweld van Franse troepen.Geïnspireerd door de Franse Revolutie ver-overen de Fransen een groot deel vanWest-Europa.Op 27 januari komt de Franse generaalJardon in Harderwijk aan, gevolgd dooreen complete divisie. Opnieuw krijgen deHarderwijkers met een kostbare inkwartie-ring te maken.

    ModerniseringToch is 1795 nauwelijks te vergelijken met1672. De Franse tijd duurt ditmaal veel lan-ger; pas eind 1813 verlaten de Fransen destad. Een ander belangrijk verschil is dathet bestuur van stad en land ingrijpendverandert. Voor het eerst in deNederlandse geschiedenis komen er recht-streekse verkiezingen voor een parlement.In het stadsbestuur worden de oude regen-ten voor een belangrijk deel vervangendoor mensen met modernere ideeën. Deachterstelling van rooms-katholieken enJoden behoort tot het verleden.De Franse tijd van 1795-1813 is daardoorniet in de eerste plaats een bezettingstijd.Feitelijk wordt Nederland onder Fransedruk politiek, en voor een deel econo-misch, gemoderniseerd. Na 1813 blijven demeeste mensen gewoon in het stadsbe-stuur, ook in Harderwijk. Nog een bewijsdat het meer dan een bezettingstijd was.

    12

    Een nieuwe kalender een nieuw bestuur

    Een patriottenvaandel uit circa 1785

    Een munt uit de patriot-

    tentijd, 1786

    Napoleon in 1800

  • 28 januari 1797 22 oktober 1811

    De torenvalDe geschiedenis van Harderwijk gaat nietaltijd over rozen. Dat blijkt wel uit de vori-ge twee pagina’s. De Franse tijd brengtechter nog meer tegenslag. Bijvoorbeeld in1797. Op 28 januari, ‘s morgens om tienuur, schrikken de Harderwijkers op. Meteen donderend geraas stort de oostmuurvan de toren van de Grote Kerk in. Hethalve schip wordt verwoest. De ravage isniet te overzien. Enkele uren later volgende noordmuur en de zuidgevel met deklokken. De westgevel blijft staan, maar iszo wankel dat men besluit die gevel neer tehalen. Dat blijkt makkelijker gezegd dangedaan. Er worden enkele lichte kanonnenaangevoerd die tevergeefs hun kogels afvu-ren. Ze treffen wel doel, maar hebben nau-welijks effect. De gevel blijft staan.Zutphen brengt uitkomst. Op 23 februariarriveert een troep manschappen uit diestad met een zwaar kanon. Nieuwe tegen-slag: het wordt zo mistig dat de kanonniershun werk niet kunnen doen. Uiteindelijkmoeten de Zutphenaren twee dagen schie-ten voor het doel is bereikt. Op 28 februarivuren ze niet minder dan 48 schoten af.Helaas schieten ze ook regelmatig mis.Verdwaalde kogels richten nogal wat scha-de in de stad aan.

    HerstelMaandenlang staat de kerk er geschondenbij. Dank zij een gulle gift van de bekendeHarderwijker familie Van Westervelt kaneen jaar later een nieuwe westgevel wordengebouwd. De toren is nooit herbouwd.Wie het plaveisel van het Kerkplein voor deGrote Kerk goed bekijkt, ziet in de bestra-ting een aantal dikke lijnen die een vierkantvan twaalf bij twaalf meter vormen. Die lij-nen bootsen de contouren van de ingestor-te toren na. Ook de verdwenen gewelvenzijn op dezelfde manier zichtbaar gemaakt.Met enige fantasie is voor te stellen hoe dekerk er ooit heeft uitgezien.

    Exit universiteitEen andere tegenslag uit de Franse tijd ishet verdwijnen van de Harderwijker univer-siteit. In 1810 lijft keizer Napoleon de vroe-gere Republiek bij Frankrijk in. Nederlandis volgens hem te rijk bedeeld met univer-siteiten. Uitgebreid lobbyen helpt niet. Eenkeizerlijk decreet van 22 oktober 1811 bete-kent de opheffing van de universiteit. Op25 februari 1812 komt het bestuur van deacademie voor de laatste keer bijeen.Het vertrek van de Fransen betekent geeneerherstel voor de Gelderse Academie.Harderwijk krijgt als troostprijs eenRijksathenaeum. De animo om inHarderwijk te studeren is echter weg. Erkan hier immers niet meer gepromoveerdworden. Bij gebrek aan studenten verdwijntdeze onderwijsinstelling in 1818.

    13

    Tegenslagen

    Nederlanders vragen Napoleon om een koning

    Een plattegrond van de

    Grote Kerk. Het linkerdeel

    is verdwenen

    De inschrijving van alle studenten van het Rijksathenaeum

  • 30 december 1814

    OplevingOp 30 december 1814 neemt koningWillem I een belangrijk besluit: ‘De stadHarderwijk zal zijn de plaats alwaar hetdepot voor de coloniale troupes zal wordengevestigd.’ De Harderwijkers zijn buitenge-woon blij met deze koninklijke toezegging:‘Zo heeft deze zoo onverwagtte als onge-dachte grote weldaad van Uwe KoninklijkeHoogheid de ingezetenen dezer stad tenuitersten verblijd in de hoop van haarezederd jaren zeer vervallene stad wederomte zullen zien herleven.’ Eindelijk een licht-puntje na een aantal zwarte jaren.

    Koloniaal WerfdepotHet besluit van Willem I betekent het beginvan een roemruchte periode uit deHarderwijker geschiedenis, die duurt tot1909. Die periode staat bekend als ‘HetKoloniaal Werfdepot’. Een naam die overi-gens pas in 1844 in zwang komt. In het‘depot’ worden troepen verzameld, gekleeden geoefend en daarna uitgezonden naarNederlands-Indië. De keus valt opHarderwijk vanwege de centrale ligging enomdat het een kleine, overzichtelijke stadis. De ‘kolonialen’ kunnen daar goed in degaten worden gehouden.

    Harderwijk investeertIn 1815 wordt het voormalige Muntgebouwaan de Smeepoortstraat verbouwd tot eenkazerne, geschikt voor zevenhonderd man.Ruim honderd jaar later gaat dit gebouwde Oranje Nassaukazerne heten. Al in 1816breidt men de capaciteit tot duizend manuit. Ook komt er in de stad een militairhospitaal en een magazijn. Militairenbewaken de stadspoorten om de collega’sin de gaten te houden.Harderwijk tast flink in de buidel om deinvesteringen te kunnen betalen. In maart1817 is er al 63.000 gulden uitgegeven.Maar, de kost gaat voor de baat uit.Heffingen op brood, vlees en sterke drankén hogere opbrengsten van de personelebelastingen wegen ruimschoots tegen dekosten op.

    Economische voordelenNiet alleen het stadsbestuur, ook de inwo-ners van Harderwijk profiteren van de kolo-nialen. Bakkers, slagers en slijters doengoede zaken. Schoenmakers, kleermakers,timmerlieden en metselaars zien hunomzetten fors toenemen. Dat geldt nogsterker voor café- en bordeelhouders. Devrijwilliger die een contract voor het koloni-ale leger tekent, krijgt namelijk een hand-geld van tussen de tweehonderd en drie-honderd gulden. Voor die tijd een vorstelijkbedrag. Hoe meer oorlog in Indië, hoemeer kolonialen in Harderwijk. In ‘goedejaren’ zijn er ongeveer vijftienhonderd tottweeduizend vrijwilligers, die met elkaareen half miljoen gulden ontvangen. Hetgrootste deel van dat geld besteden ze inde Harderwijker tapperijen, logementen enbordelen. Overigens is niet iedereen tevre-den over de kwaliteit van het Harderwijkeruitgaansleven. In 1850 schrijft iemand: ‘Deherbergen zijn slecht en duur, zoals alles inHarderwijk.’

    14

    De kolonialen komen

    Koning Willem I (1814-1840)

    Kolonialen baden in de Zuiderzee

    Kolonialen in de tuin van

    het militair hospitaal aan

    de Kaatsbaan

  • 1516 juli 1863

    SpoorwegenIn 1839 rijden de eerste treinen inNederland. Bijna een eeuw lang is hetspoor grotendeels in handen van particu-liere ondernemingen. Een naam als deHollandsche IJzeren SpoorwegMaatschappij (H.IJ.S.M.) spreekt spoorfa-naten nog steeds tot de verbeelding.Onder druk van de regering gaan deH.IJ.S.M. en de Staatsspoorwegen in 1917nauw samenwerken. In 1937 fuseren detwee maatschappijen tot de N.V.Nederlandsche Spoorwegen, de NS.

    Spannende jarenHet actieve Harderwijker gemeentebestuurziet snel het economisch belang van eentreinverbinding in. Al in 1850 wil men mee-doen aan een spoorlijn tussen Utrecht enZwolle. De regering heeft echter andereplannen en kiest voor een lijn Arnhem-Zwolle. Harderwijk heeft het nakijken.Gelukkig voor de Harderwijkers verwerpt

    de Eerste Kamer de Spoorwegwet. Actiesvan de besturen van de gemeenten tussenUtrecht en Zwolle hebben de stemming inDen Haag behoorlijk beïnvloed. HetHarderwijker spoorwegcomité staat onderleiding van burgemeester G.A. de Meester.

    Utrecht-ZwolleIn 1859 verleent de regering eindelijk eenvergunning voor de aanleg van een spoor-weg tussen Utrecht en Zwolle. DeNederlandsche Centraal SpoorwegMaatschappij (N.C.S.) krijgt in 1860 toe-stemming de lijn aan te leggen en teexploiteren. De Parijse firma Vitali, Picardet Cie voert het werk voor een bedrag vanruim acht miljoen gulden uit. Merkwaardiggenoeg is het tracé van de spoorlijn bij hetbegin van de bouw nog niet volledigbekend. De laagste grondprijzen bepalennamelijk het verloop van de rails. Door hetzuinige beleid van de N.C.S. komen sta-tions vaak betrekkelijk ver van de bebouw-de kom te liggen. Voorbeelden zijn Puttenen Harderwijk. Het Harderwijker stationligt op ongeveer een kilometer afstand vande stad. Een ander nadeel van de zuinig-heid van de N.C.S. is dat het spoor eenaantal keren de Zuiderzeestraatweg kruist,toen de belangrijkste verkeersader van deNoordwest-Veluwe. Een nog bekendergevolg is de beruchte bocht in het spoor,tussen de tegenwoordige woonwijkenStadsweiden en het Slingerbos. De scherp-ste spoorwegbocht in Nederland.

    Het stalen monster komtIn 1862 bereikt het spoor Harderwijk. Op16 juli 1863 loopt de eerste feestelijk ver-sierde trein het station binnen. De passa-giers worden op het stadhuis ontvangen enkrijgen een feestmaaltijd aangeboden. Veelminder gelukkig is de directie van destoombootdienst op Amsterdam, die deklandizie ziet kelderen. In een wanhoops-poging het spoor het hoofd te kunnen bie-den, worden de tarieven verlaagd.Tevergeefs.

    Modern vervoer

    Harderwijk en de spoorlijn

    in 1865

    Eén van de eerste locomotieven. ‘De Rocket’ uit 1829

    Het station in de jaren

    twintig van de vorige eeuw

  • 2 november 1909

    AfscheidHet jaar 1909 is gedenkwaardig voorHarderwijk. Op zaterdag 17 april vertrekthet laatste detachement koloniale militai-ren, dat nog dezelfde dag aan boord gaatvan de Koning Willem I, op weg naarNederlands-Indië. Wat nu? Hoe overleeftde Harderwijker economie deze klap?

    Een garnizoen!Wie niet bij de pakken neerzit is burge-meester M.G.J. Kempers. Uiteraard komthet opheffen van het Koloniaal Werfdepotniet onverwacht. Kempers is dan ook aljaren bezig de regering in Den Haag doormiddel van talrijke brieven te overtuigenvan de voortreffelijke eigenschappen vanHarderwijk als militaire stad. Kempers wileen garnizoen in Harderwijk. Hij heeft suc-ces. Op 2 november 1909 marcheert hetderde bataljon van het 9e RegimentInfanterie onder een fraaie erepoort deSmeepoortstraat in. Op de binnenplaatsvan de ‘oude’ kazerne in de binnenstadspreekt de burgemeester het bataljonwarm toe: ‘Moge het bataljon Infanterie,zoo van alle zijden met hartelijke genegen-heid verwelkomd, waardering vinden, gelijkook omgekeerd de burgerij de vestigingvan een nieuw garnizoen ten hoogste opprijs stelt.’ Hoe blij Harderwijk is, is telezen in een krantenverslag: ‘Tot laat in deavond gaf de bevolking blijk van hare feest-stemming; zingende liep men gearmd inrijen door de straten; vele soldaatjes dedenhieraan mede.’

    Nieuwe kazernesHarderwijk wordt een echte garnizoens-stad. In hoog tempo bouwt men aan eennieuwe kazerne en aan woningen voor mili-tairen. In 1913 neemt het garnizoen deNieuwe Kazerne in gebruik, in 1934 omge-doopt tot Jan van Nassaukazerne.Officieren en onderofficieren vinden onder-dak in de Prins Mauritslaan en de PrinsFrederik Hendriklaan.Kort voor de Tweede Wereldoorlog besluitde overheid in Harderwijk een nieuwe artil-leriekazerne te bouwen. De gemeenteraadverkoopt op 26 februari 1938 25 hectaregrond aan de Leuvenumseweg voor hetsymbolische bedrag van één gulden. Bij hetuitbreken van de oorlog zijn al enkelegebouwen en paardenstallen van deWillem George Frederikkazerne in gebruik.

    EindeHarderwijk herbergt 95 jaar kolonialen. Degeschiedenis als garnizoensstad duurt‘slechts’ 85 jaar. Het einde van de KoudeOorlog aan het begin van de jaren negentigvan de 20e eeuw betekent een forseinkrimping van de Nederlandse krijgs-macht. In hoog tempo verliest Harderwijkhet militaire uiterlijk. Op 2 november 1994wordt de Vierde Divisie opgeheven. Voorhet laatst paraderen militairen door destad. Opnieuw is een episode afgesloten.

    16

    Harderwijk garnizoensstad

    De nieuwe kazerne aan de Oranjelaan

    Een affiche tegen de oorlog

    Burgemeester

    M.G.J. Kempers (1903-1928)

  • 1712 oktober 1914

    Oorlog en vluchtelingenOp 4 augustus 1914 trekken Duitse troe-pen België binnen. Het begin van de EersteWereldoorlog. Nederland ontspringt deoorlogsdans, maar merkt wel degelijk dater oorlog is. Met name Belgische vluchte-lingen bezorgen de Nederlanders handen-vol werk.Op 10 november valt Antwerpen in handenvan de Duitsers. Niet minder dan 40.000Belgische militairen en een miljoen burgersvluchten naar Nederland. Bedenk in datverband dat Nederland toen ongeveer zesmiljoen inwoners had. Als de ergste paniekvoorbij is, keren veel Belgen terug.Nederlandse autoriteiten stimuleren deterugkeer. Ze voelen er weinig voor jaren-lang met grote aantallen vluchtelingen tezitten opgescheept. Op 1 november 1914zijn nog ruim 320.000 Belgen inNederland. In december 200.000 en inmei 1915 105.000. Dat aantal blijft de restvan de oorlog constant.De vluchtelingen kosten geld. De regeringgeeft per dag een bijdrage van 35 cent pervolwassene en twintig cent per kind.Althans voor mensen die zich financieelniet zelf kunnen redden.

    Harderwijk en de BelgenDe regering vraagt aan HarderwijkBelgische militairen op te vangen. Opgrond van een internationaal verdrag moetNederland gevluchte militairen ontwape-nen en een onderdak bieden dat ze nietmogen verlaten. Ze worden geïnterneerd.In de nacht van 11 op 12 oktober komen deeerste vijftienhonderd Belgische militairenin Harderwijk aan. Een dag later arriveren6600 soldaten: ‘...na lang wachten, en veelkoude lijden verscheen de verwachte treinen werd het perron, door geïnterneerdenvan welke enkele bagage en zelfs sommi-gen een hond bezaten, overstroomd.’ Devolgende dagen groeit het aantal Belgenaan tot dertienduizend. Naast de militairenzijn nog vijfhonderd burgervluchtelingen inde stad. Samen met Nederlandse bewa-kingseenheden betekent dit dat de stadHarderwijk die 7500 inwoners telt, onge-veer 14.500 tijdelijke inwoners te verwerkenkrijgt. Zelfs de Grote Kerk wordt als onder-dak gebruikt.

    Het BelgenkampIn vliegende vaart bouwt Harderwijk in hetlatere Harderwijker Bos een tentenkampdat spoedig 32 hectare groot is. Dit tenten-kamp groeit uit tot een compleet dorp methouten barakken. Op den duur verrijst ereen soort stad met was- en badgelegen-heid, een kerkbarak, schoollokalen, eenpostkantoor, winkels en zelfs een schouw-burg. Het pronkstuk wordt de grootste wie-lerbaan van Nederland. Daar houden deVelotrappers en de Pedaalridders hun wed-strijden.Vier jaar lang wonen duizenden Belgenonder ‘de rook van Harderwijk’.Harderwijker ondernemers en winkeliersverdienen er goed aan. Hoe merkwaardighet ook klinkt: veel Harderwijkers zien indecember 1918 met lede ogen de Belgenvertrekken. Wat rest is het Belgisch MilitairEreveld op begraafplaats Oostergaarde.

    Trieste Belgen

    Beelden van het Belgenkamp

  • 8 september 1919 25 augustus 1966

    Christelijk LyceumHarderwijk onderwijsstad, is op pagina 10te lezen. Dat klinkt enigszins merkwaardigvoor wie weet dat Harderwijk het na desluiting van het gymnasium in 1886 zondermiddelbaar onderwijs moet doen. DeHarderwijker jeugd kan alleen nog voorlager onderwijs in de eigen stad terecht.Een jaar of dertig later gloort er echterhoop. Op 5 juni 1918 vormen de heer S.Sonke en dominee J.W. van den Bosch metenkele andere vooraanstaandeHarderwijkers een comité tot het oprichtenvan een school voor Christelijk Middelbaaren Voorbereidend Hoger Onderwijs. Ditcomité gaat zeer voortvarend te werk.Binnen twee maanden richt het de‘Vereniging voor Christelijk Middelbaar enVoorbereidend Hooger Onderwijs voorHarderwijk en omstreken’ op. Een jaarlater heeft Harderwijk opnieuw een middel-bare school. Op 8 september 1919 begin-nen de lessen in de twee klassen van hetChristelijk Lyceum. Aanvankelijk in de vroe-gere burgemeesterswoning aan deVischmarkt, later in het bekende, inmiddelsmonumentale, pand aan de Stationslaan.Op 10 september 1923 opent minister vanOnderwijs dr. J.Th. de Visser het gebouwdat sinds 1968 het Christelijk CollegeNassau-Veluwe heet.

    Geen Rijks-HBSVanaf 1919 is er in Harderwijk dus christe-lijk middelbaar onderwijs. Het openbaaronderwijs moet nog tientallen jaren opzo’n voorziening wachten. Al in 1906 zijner plannen in Harderwijk een Rijks-HBS opte richten. Niet alleen Harderwijkers, maarook inwoners uit buurgemeenten willengraag een goede onderwijsvoorziening inde eigen omgeving. Dit initiatief vindt ech-ter weinig gehoor in Den Haag. Ook hetHarderwijker gemeentebestuur is niet ergenthousiast. Burgemeester Kempers heeftliever een garnizoen dan een Rijks-HBS. In1914 mislukt opnieuw een poging door deonwil van het gemeentebestuur. Ook in dejaren daarna bestaat in het door hervorm-den en gereformeerden gedomineerdeHarderwijk weinig animo voor een openba-re middelbare school.

    Van RSG tot RSGNa de Tweede Wereldoorlog breken beteretijden voor het openbaar onderwijs aan. In1966 komt de doorbraak. Op 25 augustus1966 start een dependance van de Rijks-HBS in Amersfoort aan de Stationslaan117. Op 1 augustus 1970 fuseert dezeschool met de Gemeentelijke MuloLinnaeus op de Vischmarkt. De naam vande fusieschool wordtRijksscholengemeenschap, afgekort RSG.In 1969 verhuist de RSG naar een noodge-bouw aan de Eisenhowerlaan. In 1985 krijgtde school eindelijk een nieuw gebouw.Zeven jaar later hevelt het ministerie vanOnderwijs de rijksscholen over naar degemeenten. Bij die gelegenheid verandertde naam. RSG blijft weliswaar RSG. Maarde betekenis van de afkorting verandertvan Rijksscholengemeenschap inRegionale Scholengemeenschap ‘tSlingerbos.

    18

    Harderwijker schoolstrijd

    Een 'modern' paar danst

    de charleston

    De opening van het tegenwoordige Christelijk College

    Nassau-Veluwe, 10 september 1923.

    In het midden dr. J.Th. de Visser, minister van Onderwijs

  • 28 mei 1932

    Vissersstad? Harderwijk en vis lijken wel een Siamesetweeling, onlosmakelijk met elkaar verbon-den. Zeker in de beeldvorming naar buitentoe. Klopt dat beeld eigenlijk wel? Ja, ennee. Ja, omdat de economie vanHarderwijk voor een deel op de visserijdrijft. Aan het eind van 19e eeuw leeftongeveer twintig procent van de bevolkingrechtstreeks van de visserij. Nee, omdatdus zo’n tachtig procent van de bevolkingandere inkomsten heeft. Landbouw isbelangrijker dan visserij.

    Einde ZuiderzeeVanaf 1915 gaat het heel goed met deHarderwijker vissers. Met name rond 1930worden recordvangsten gemeld. De toe-komst van de vissers lijkt er zonnig uit tezien. Niets is echter minder waar. De glo-riedagen van de Harderwijker vissersvlootzijn geteld. Wat is er aan de hand? Het ant-woord op die vraag hangt samen met deZuiderzee. Juist daar verdienen deHarderwijker vissers hun brood. Maar, deZuiderzee staat op het punt te verdwijnen.In 1918 neemt het parlement deZuiderzeewet aan. Water moet plaatsmakenvoor land. De plannen van ingenieur Lelyworden werkelijkheid. Een watersnoodrampin 1916 in Noord-Holland onderstreept denoodzaak de Zuiderzee te temmen. Ook iser meer landbouwgrond nodig. Tijdens deEerste Wereldoorlog blijkt hoe belangrijkeigen voedselproductie is.

    Eibert den HerderDe inpolderingsplannen wekken de woedevan Eibert den Herder, ‘industrieel teHarderwijk’. Hij begint acties die hem toteen nationale beroemdheid maken. Metbrochures, protestbrieven, ingezondenstukken en protestvergaderingen probeerthij het tij te keren. In 1930 verschijnt zijnbrochure De Steenen spreken. De Zuiderzeekan niet drooggelegd worden. Weerleggingvan de brochure der ingenieurs van deZuiderzeewerken. Daarin beweert hij datinpoldering tot een ramp zal leiden. Bij eenongunstige stormwind zijn de golven zóhoog dat ze de dijken wegvagen.‘Hiermede is het bewijs geleverd, dat deingenieurs zich op een reuze manier heb-ben vergist wat de watervloeden betreft ende 12e provincie vroeg of laat in de zoutegolven zal verdwijnen.’Den Herder richt een Comité tot Behoudvan de Zuiderzee op en wordt zelfs voorzit-ter van de Zuiderzeepartij. Het comitéwerkt ook mee aan de beroemdeZuiderzeefilm, die heel romantisch hetleven rond de Zuiderzee in beeld brengt.

    Nieuwe kansenDe protesten zijn tevergeefs. Op 28 mei1932, om 13.02 uur, gooien kranen de laat-ste opening in de Afsluitdijk dicht. DeZuiderzee is verleden tijd en daarmee ookde Zuiderzeevisserij.Toch is Eibert den Herder niet zomaar eenDon Quichot. Hij laat ook zien dat nieuweomstandigheden nieuwe kansen bieden.De zoon van een schipper en zelf jarenlangvisser wordt een belangrijke zakenman.Veel vissers volgen zijn voorbeeld. De talrij-ke eendenhouderijen zijn er het bewijs van.

    19

    Adieu visserij

    Het laatste gat in de

    Afsluitdijk wordt gedicht

    Harderwieker-vloot, 1931. Een schilderij van Eibert den Herder

  • 14 mei 1940 18 april 1945

    BezettingOp dinsdag 14 mei 1940, ‘s morgens omhalf elf, stopt een Duitse auto voor hetstadhuis op de Markt. Er stappen viermannen uit die zelfbewust de trap beklim-men. Burgemeester Jan de Jong Saakeskrijgt te horen dat Harderwijk bezet is. Zosimpel gaat dat.Nog dezelfde dag verschijnt een proclama-tie die de Harderwijker bevolking officieelinformeert over de Duitse bezetting. Vande zeven punten op de proclamatie zijn ervier verboden. Het vetgedrukte verbod iskennelijk het belangrijkste: ‘Burgemeesterder Gemeente Harderwijk brengt ter alge-meene kennis van de ingezetenen en geë-vacueerden, dat: het ten strengste verbodenis, de radio af te stemmen op Engelsche enDuitsche stations.’ Vanaf het begin mag dewaarheid niet meer worden gehoord. Dekomende vijf jaren volgen nog talrijke pro-clamaties, meestal tweetalig.

    VeranderingenAanvankelijk merken de Harderwijkers nietveel van de bezetting. Het leven neemt zijnoude gang. Min of meer. Want er verandertwel degelijk iets. Op 24 mei 1940 verbiedtde bezetter bijeenkomsten van politiekepartijen. Begin juni trekt rijkscommissarisSeyss Inquart de bevoegdheden van konin-gin en kabinet naar zich toe. Een paarweken later moeten de Nederlanders gou-den tientjes en vijfjes bij de NederlandseBank ‘in bewaring geven’. Enzovoort.

    Gebrek aan allesVooral de tweede helft van de bezet-tingstijd is zwaar. Het wordt steeds moeilij-ker aan levensmiddelen, kolen en kledingte komen. Vrijwel alles is ‘op de bon’. Wieechte koffie, boter, suiker of fietsbanden wilkopen moet naar de zwarte markt. Het valtechter niet mee als je veertig gulden in deweek verdient 260 gulden te moeten beta-len voor een pond koffie.

    AngstNog bedreigender is de angst. De angstvoor bombardementen en beschietingenvan Engelse vliegtuigen bij het station ende Weisteeg. Bang voor de strenge straffenop het overtreden van Duitse regels. Wiezijn radiotoestel niet inlevert, kan naarDuitsland worden gedeporteerd. Angst omuit wraak voor een actie van verzetsmen-sen door de Duitsers te worden terechtge-steld. Een bekend voorbeeld is gemeente-ambtenaar Wouter van Dam. Hij redt tallo-ze mensen door valse persoonsbewijzen temaken. Op 26 januari 1945 pakken deDuitsers hem op. Vijf weken later sterft hijdoor de kogels van een executiepeloton.

    Eindelijk vrijHarderwijk staat op zijn kop als op woens-dag 18 april 1945 Canadese militairen destad bevrijden. Via Smeepoortstraat,Kerkplein en Vijhestraat trekken ze als hel-den naar de Strandboulevard. Duitse sol-daten geven zich over. De nachtmerrie isvoorbij.

    20

    Vijf donkere jaren

    Distributiebonnen

    De eerste proclamatie uit de bezettingstijd

    De bevrijding van

    Harderwijk: Suze Colder

    en kapitein C. Smith van

    het Perth Regiment

  • 16 september 1946 8 juli 1965

    NumanEr valt na de oorlog heel wat op te bouwen.Een kolfje naar de hand van Gijsbert JanNuman, vanaf 16 september 1946 de nieu-we burgemeester. Als verzetsman inApeldoorn staat hij bekend als Lange Gijs.Numan is een dynamisch man. Hij is dedrijvende kracht achter vernieuwingen inde binnenstad en de uitbreiding vanHarderwijk. Bij zijn aantreden heeftHarderwijk ruim 10.000 inwoners. Bij zijnvertrek in 1971 is al een jaar eerder de mijl-paal van 25.000 gepasseerd.

    Nieuwe wijkenDe ambitie van burgemeester Numan blijktuit het plan dat de Harderwijker gemeente-raad op 24 november 1949 goedkeurt. Optwee kilometer van de binnenstad gaatHarderwijk een tweede stad bouwen.Tweelingstad is de toepasselijke naam. Degrond is er goedkoop en het agrarischgebied rond de binnenstad wordtgespaard. In 1951 verrijzen de eerste hui-zen in straten als de Beatrixlaan en deBernhardlaan.De uitbreiding van de stad gaat in hoogtempo door: in 1961 Stadsdennen; 1966het Slingerbos; 1971 Stadsweiden; 1981Friesegracht; 1984 Frankrijk en 1990Drielanden, voorlopig de laatste grotenieuwbouwlocatie.

    Het DolfinariumMisschien nog ambitieuzer dan burge-meester Numan is de familie Den Herder.Eibert den Herders zoon Frits bouwt in hetbegin van de jaren zestig een collectie zee-zoogdieren op. Op 8 juli 1965 stelt hij hetbuitenbassin voor het publiek open. HetDolfinarium is een feit. De meer dan400.000 bezoekers die Harderwijk dan aljaarlijks trekt, hebben er een belangrijkedagattractie bij.Dat is nog maar het begin. In 1968 verrijstde bekende koepel die een handelsmerkvan Harderwijk wordt. Niet fraai, wel mar-kant. Het Dolfinarium is voortaan nietalleen bij mooi weer een bezoek waard, hetis nu ook een slecht-weerattractie.De terugslag komt in de jaren tachtig.Weinig succesvolle investeringen inbinnen- en buitenland leiden tot een faillis-sement. Mede dank zij burgemeester VanBoeijen herrijst het ZeedierenparkHarderwijk B.V. uit de as van hetDolfinarium. Eén miljoen bezoekers perjaar wordt regelmatig gehaald.Harderwijk is trots op zijn dolfijnen, maarkreunt ‘s zomers ook onder de last van detienduizenden toeristen. Die vermakenzich niet alleen met de dolfijnen, de zee-leeuwen en de roggen, maar ook in debinnenstad. Harderwijk is een echte toe-ristenstad geworden.

    21

    Nieuw elan

    De Berlijnse Muur, symbool van de Koude Oorlog

    Burgemeester Numan

    neemt een militaire

    parade af, 1959

    Dolfinarium, 1977

  • 11 juni 1931 11juni 1981

    700 jaar stadHet voordeel van een rijke geschiedenis isdat er regelmatig iets te vieren valt.Harderwijk doet dat in de 20e eeuw tweekeer uitgebreid. In 1929 richt men deVereeniging tot feestelijke herdenking vanhet 700-jarig bestaan op. De officiële feest-week is van 8-11 september 1931. Het hoog-tepunt van de herdenkingsfeesten is eenhistorische optocht, waaraan ongeveerhonderdvijftig personen meedoen. Deoptocht trekt hoge belangstelling. PrinsHendrik, echtgenoot van koninginWilhelmina, komt naar Harderwijk. Hij kijktgeamuseerd naar de verkledeHarderwijkers die het bezoek van stadhou-der Willem V aan Harderwijk in de 18eeeuw naspelen.Harderwijk heeft nog steeds een herinne-ring aan dit feest, namelijk de Plantage. Devijverpartij is speciaal voor het 700-jarigbestaan van de stad aangelegd.

    750 jaar stadIn 1981 pakken de Harderwijkers de her-denking van 750 jaar stadsrechten opnieuwgroots aan. Het hoogtepunt vormt HetHistorisch Spel “Die van Harderwijk...”Historisch Prentenboek van 750 jaarHarderwijk, tot leven gebracht door Spel,Muziek, Zang en Dans. Bijna achthonderdpersonen werken mee aan een indrukwek-kende productie, die vier avonden op hetKloosterplein wordt gepresenteerd.In het twaalfde bedrijf zingen alle mede-werkenden uit volle borst het Harderwijk-lied.

    Harderwijk, ons Harderwijk,U zij ons hart verpand.Eens fiere rijke Hanzestad,de trots van Gelderland.Thans zevenhonderdvijftig jaar,maar altijd nog vitaal,modern en vooruitstrevend, ja,als stad ons ideaal.

    Refrein:Harderwijk... Harderwijk...Waar ‘t goed is om te leven,Harderwijk... Harderwijk...voor Die van Harderwijk.

    22

    Feest in de stad

    Viering van het 700-jarig bestaan van Harderwijk. Links op

    het bordes prins Hendrik, echtgenoot van koningin

    Wilhelmina

    Een ongewone raads-

    vergadering in 1981

  • DynamiekHarderwijk een ingeslapenZuiderzeestadje? Vergeet het maar.Harderwijk een metropool op deNoordwest-Veluwe? Dat is ook weer over-dreven. Wat is Harderwijk dan wel? Oppagina 3 staan diverse antwoorden.Harderwijk: toeristenstad, waterstad, groe-ne stad, centrumstad, woonstad engeschiedenisstad. Dat laatste blijkt over-duidelijk uit dit magazine. Hoe zit het metdie andere kwalificaties? Moeilijk in enkeleregels aan te tonen. Een begin van een ant-woord staat aan het slot van Geschiedenisvan Harderwijk. Een overzicht van verande-ringen in en om de binnenstad toont dedynamiek van het oude Harderwijk. Gamaar na:

    1970 Sloop van de bebouwing op deVuldersbrink.

    1972 Sloop visafslag aan de Havendam.1973 Sloop scheepswerf aan de

    Havenkade.1976 Sloop postkantoor in de

    Donkerstraat.1977 Sloop veilinggebouwen aan de

    Hierdenseweg.1980 Sloop villa Roos en Doorn aan de

    Diepegracht.1982 Sloop voormalig militair hospitaal

    aan de Kaatsbaan.1984 Sloop Stadshal aan de Doelenstraat.1984 Sloop drukkerij Mons aan de

    Schoenmakersstraat.1986 Sloop voormalig politiebureau aan

    de Kuipwal.

    Niet alleen slopen, maar ook:

    1965 Bouw Cultureel Centrum aan deStationslaan.

    1967 Bouw Dolfinarium aan deBoulevard.

    1972 Bouw postkantoor aan deJohanniterlaan.

    1975 Aanleg jachthaven aan de Knardijk.1976 Aanleg eerste voetgangersgebied in

    de Donkerstraat.1976 Restauratie van het Hortusgebouw

    aan de Academiestraat.1983 Bouw bibliotheek aan de

    Academiestraat.1985 Restauratie Soephuis aan het

    Blokhuis.1986 Bouw ziekenhuis Sint-Jansdal.1990 Woningbouw op de plaats van het

    voormalige Pius-ziekenhuis.

    GeschiedenisDat is nu het kenmerk van geschiedenis:terugkijken, weten waar je vandaan komt.Maar ook: daardoor vastberaden de toe-komst in kunnen gaan. Het verleden alsinspiratiebron voor de toekomst.

    23

    Slopen en bouwen

    Drukkerij Mons

    Het voormalig militair hospitaal

    Student Wan Weh-lin dwingt in juni 1989 in

    Peking een colonne tanks tot stoppen

  • De geschiedenis van de stad Harderwijk is lang en bewogen. Deze uitgave beschrijft de hoogte- en dieptepunten van deze oude Hanzestad. Al surfend reist u door ‘de tijd van Harderwijk’.Beeld en tekst roepen de sfeer van het verleden op en brengen uuiteindelijk naar het moderne Harderwijk. De volledige inhoud van deze uitgave is ook te vinden op de websites van het Stadsmuseum Harderwijk en de GemeenteHarderwijk. De uitgevers hopen hiermee scholieren en/of studenten een dienst te bewijzen bij het maken van een werkstukof presentatie.

    Colofon

    auteur : Liek Mulderillustraties : Stadsmuseum Harderwijk, Ton Porsvormgeving, pre-press : AMC Ton Pors, Harderwijkdruk : Drukkerij Wedding, Harderwijk uitgevers : Gemeente Harderwijk en het

    Stadsmuseum Harderwijk, 2001© copyright : Overname van de tekst is toegestaan mits

    met vermelding van auteur en uitgevers. Op de foto's rust copyright.

    Gemeente Harderwijk: http://www.harderwijk.nl

    Stadsmuseum Harderwijk: http://www.stadsmuseum-harderwijk.nl