Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend...

79
Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch 296 Archol Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid M.A. Goddijn Archol Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch M.A. Goddijn 296

Transcript of Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend...

Page 1: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch

296Archo

l

Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid

M.A. Goddijn

Archol

Prehistorische en middeleeuw

se sporen in ParijschM

.A. Goddijn

296

Page 2: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

Prehistorische en middeleeuwse

sporen in Parijsch

Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg,

onderzoeksgebied Parijsch-Zuid

M.A. Goddijn

Page 3: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

Colofon

Archol Rapport 296

Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch

Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid

Opdrachtgever: Commanditaire Vennootschap Culemborg Parijsch,

opgericht door de gemeente Culemborg en Mourik

Groot-Ammers

Bevoegd gezag: gemeente Culemborg

Contactpersoon opdrachtgever

en bevoegd gezag: Ing. J. Knopper (civieltechnisch projectleider van CV

Parijsch)

Adviseur bevoegd gezag: drs. H.J. Van Oort (regioarcheoloog Rivierenland)

Projectleiding/autorisatie: drs. T.A. Goossens

Uitvoering veldwerk: M. Goddijn MA (veldwerkleider)

S. Hagedoorn MA (veldarcheoloog)

J. Van der Leije MA (veldarcheoloog)

A. Porreij-Lyklema MA (veldarcheoloog en

metaaldetectie)

dhr. G. Snoeij (graafmachinist)

drs. E. Heunks (fysisch geograaf)

dhr. T. Harteveld (stagiair, student Universiteit

Leiden)

dhr. J. Boelsma (stagiair, student Universiteit

Leiden)

Auteur(s): M. Goddijn MA

Met bijdragen van: J. Aal MA

dr. S. Knippenberg

drs. L. Meurkens

Tekstredactie drs. T.A. Goossens

Beeldmateriaal: ing. S. Shek

Opmaak: dhr. A. Allen

Druk: Haveka, Alblasserdam

ISSN 1569-2396

Autorisatie: drs. T. Goossens

Handtekening

© Archol, Leiden 2016

Einsteinweg 2

2333 CC Leiden

[email protected]

Tel. 071 527 33 13

Page 4: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

Inhoudsopgave

1 Inleiding 5

1.1 Aanleiding en doelstelling 5

1.2 Onderzoeksgebied 6

1.3 Archeologie en monumentenzorg 7

2 Doel- en vraagstellingen 9

2.1 Inleiding 9

2.2 Doelstelling 9

2.3 Relatie met NOaA en/of andere onderzoekskaders 9

2.4 Vraagstellingen 10

3 Archeologie en historische kader 11

3.1 Archeologisch kader 11

3.1.1 Vooronderzoek 11

3.1.2 Archeologische vindplaatsen in Parijsch-Zuid 12

3.2 Historisch landgebruik 14

4 Landschappelijk kader 17

4.1 Landschap 17

4.2 Resultaten vooronderzoek 17

5 Methodiek veldwerk 21

5.1 Methodiek fysische geografie 21

5.2 Methodiek opgraving 21

5.2.1 Strategie en aanleg putten 21

5.2.2 Werkwijze 22

5.2.3 Nummering vondstlocaties en vindplaatsen 22

5.2.4 Monstername 22

6 Landschappelijke en archeologische resultaten per vindplaats 25

6.1 Vindplaats 8 (put 2,3 en 4) 25

6.1.1 Landschap 25

6.1.2 Archeologie 26

6.2 Vondstlocatie 57 (put 1 en 5) 27

6.2.1 Landschap 27

6.2.2 Archeologie 28

6.3 Vindplaats 62 (put 6-10 en 13-17) 29

6.3.1 Landschap 29

6.3.2 Archeologie 30

6.4 Vindplaats Sterkenburg (put 11 en 12) 34

6.4.1 Landschap 34

6.4.2 Archeologie 34

6.5 Historisch-geografisch landschap 35

Page 5: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

7 Vondsten 37

7.1 Inleiding 37

7.2 Prehistorisch aardewerk 37

7.2.1 Vondstlocatie 57 (put 1 en 5) 37

7.2.2 Vindplaats 62 (put 6, 7 en 9) 37

7.2.3 Conclusie 38

7.3 Aardewerk uit de middeleeuwen 38

7.4 Vuur- en natuursteen 39

7.5 Dierlijk bot 40

7.5.1 Inleiding 40

7.5.2 Resultaten 40

7.5.3 Conclusie 42

7.6 Metaal 42

8 Synthese 43

8.1 Conclusie 43

8.2 Waardering en advies 43

8.2.1 Vindplaats 8 44

8.2.2 Vindplaats 62 45

8.2.3 Vindplaats Sterkenburg 46

8.3 Beantwoording onderzoeksvragen 47

Literatuur 49

Lijst van figuren 51

Lijst van tabellen 52

Bijlage I Vondstenlijst 53

Bijlage II Sporenlijst 55

Bijlage III Determinatie dierlijk bot 57

Bijlage IV Profielbeschrijvingen 59

Page 6: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 5

Inleiding

1.1 Aanleiding en doelstelling

Archol heeft in 2015 in opdracht van de Commanditaire Vennootschap (CV) Parijsch

een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in Parijsch-Zuid. De gemeente Culemborg

ontwikkelt binnen deze CV samen met Mourik Groot Ammers al sinds 2010 de

woonwijk Parijsch-Zuid, ten westen van het huidige Culemborg ( Figuur 1.1). Deze

ontwikkeling vindt gefaseerd plaats (Figuur 1.2):

· Fase 1 - de aanleg van woningen in de zuidwesthoek van Parijsch Zuid – is reeds

van start gegaan. Dit gebied wordt begrensd door waterplas Lokkershoek, een

voormalige zandwinput, in het westen, perceel 112 in het noorden, de Laan naar

Parijsch in het oosten en de Rietveldweg in het zuiden.

· Fase 2 gaat om de zuidoosthoek van plangebied Parijsch-Zuid. Dit wordt begrensd

door perceel 2528 in het westen, de Distelvlinderlaan overgaand in de Belle van

Zuylenlaan in het noorden, de woonwijk Hoge Prijs met het Welmoet Wijnaendts

Frankenpad in het oosten en de Rietveldseweg in het zuiden.

· Fase 3 betreft de ontwikkeling van de zone ten westen van Lokkershoek, tot aan

de Prijsse Wetering in het westen en de Prijsseweg in het noorden. De betreffende

percelen zijn eigendom van de gemeente Culemborg.

Binnen plangebied Parijsch Zuid zijn al verschillende archeologische onderzoeken

verricht (hoofdstuk 3).1 Hierbij zijn sporen uit de bronstijd, een nederzetting uit de

ijzertijd en de rand van een inheems Romeinse vindplaats gevonden. Daarnaast is de

zuidelijke zone van het plangebied op de archeologische verwachtingskaart aangeduid

als een historische bewoningskern. Het betreft de bewoning die is ontstaan bij het

ontginningsblok Prijs.

1 Odé & Haartsen 1997; Molenaar & Haartsen 2005; Van der Linden 2007; Verhelst 2011, Verhelst, Porreij-Lyklema & Willemse 2015.

bron:kadaster139000

139000

140000

140000

141000

141000

142000

142000

143000

143000

144000

144000

438000

438000

439000

439000

440000

440000

441000

441000

N

1000m0

Figuur 1.1 Ligging van het plangebied.

1

Page 7: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

6 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Realisatie van de plannen voor de woonwijk kan leiden tot aantasting of vernietiging

van deze aanwezige archeologische resten. RAAP Archeologisch Adviesbureau heeft

de gemeente Culemborg op basis van de bevindingen in de CHER geadviseerd om ver-

volgonderzoek door middel van proefsleuven te laten uitvoeren.2 In dit rapport worden

de resultaten gepresenteerd en een advies voor het vervolgtraject gegeven.

1.2 Onderzoeksgebied

De nieuwe wijk grenst aan de woonwijk Hoge Prijs en ligt ten zuiden van de woonwijk

Parijsch Noord, de woonwijk Parijsch Zuid. Op basis van het vooronderzoek van

RAAP zijn verschillende vindplaatsen aangewezen. Deze liggen verspreid binnen het

2 Molenaar & Haartsen 2005.

141000 142000

4390

0044

0000

250m0

Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3Fase 3

Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1Fase 1

Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2Fase 2

Figuur 1.2 Fasering van het plangebied met origineel puttenplan uit het programma van eisen (Mietes 2014).

Page 8: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 7

plangebied, aan weerszijden van de Laan naar Parijsch en aan de Prijsseweg. Tijdens

proefsleuvenonderzoek was het gebied nog in gebruik als agrarisch gebied (zie Figuur

1.2).

1.3 Archeologie en monumentenzorg

Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) van

kracht geworden. Deze wet regelt de omgang met het archeologisch erfgoed. Iedere

initiatiefnemer van projecten waarbij de bodem wordt verstoord, kan door de overheid

verplicht worden een rapport te overleggen waaruit de archeologische waarde van het

te verstoren terrein (het plangebied) blijkt. Voor een dergelijk rapport is archeologisch

onderzoek vereist: het archeologisch vooronderzoek. Dit vooronderzoek bestaat uit

twee fasen: het bureauonderzoek en het Inventariserend Veldonderzoek (IVO).

Het doel van een bureauonderzoek is het vaststellen of, en zo ja, welke typen

archeologische vindplaatsen precies in het plangebied worden verwacht

(“gespecificeerde archeologische verwachting”).

Het IVO dient ertoe deze vindplaatsen daadwerkelijk op te sporen (karterende fase) en

de omvang en waarde in kaart te brengen (waarderende fase). Proefsleuvenonderzoek

is één van de methodes die kan worden toegepast bij een IVO.

Het hier gepresenteerde onderzoek betreft een IVO, karterende en waarderende fase.

Na afronding van dit onderzoek dient de overheid, op basis van het advies van Archol

bv, een besluit te nemen over het vervolgtraject. Als geen archeologische waarden zijn

aangetroffen kan het besluit inhouden dat het archeologisch onderzoek is afgerond.

Als blijkt dat in het plangebied behoudenswaardige archeologische vindplaatsen

aanwezig zijn, dan kan de initiatiefnemer verplicht worden tot een aanpassing van

de plannen (de vindplaats blijft in de grond behouden), of tot een archeologische

opgraving.

Soort onderzoek: Waarderend proefsleuvenonderzoek (IVO-p)

Projectnaam: Culemborg Parijsch-London

Archolprojectcode: CPL1541

Uitvoerder: Archeologisch Onderzoek Leiden bv

Periode van uitvoering veldwerk: 9 april; 1-4 juni; 15-16 december 2015

Periode van uitvoering uitwerking: Januari-augustus 2016

Provincie: Gelderland

Gemeente: Culemborg

Plaats: Culemborg

Toponiem: Parijsch

Coördinaten gebied: Vpl. 62 Lokkershoek-west:141.455 - 439.607 (centrum)

Vpl. Sterkenburg Prijsseweg:141.769 - 440.259 (centrum)

Vpl. 8 Hoge Prijs:142.097 / 439.676 (centrum)

Vpl. 57 Rietveldseweg:142.114 / 439.534 (centrum)

Opdrachtgever: C.V. Parijsch (contactpersoon Ing. J. Knopper)

Bevoegd gezag:Adviseur bevoegd gezag:

Gemeente CulemborgOmgevingsdienst Rivierenland ( contactpersoon drs. H.J. van Oort)

ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer 2479276100 (voorheen 66173)

Beheer en plaats van documentatie en vondsten: Provinciaal depot Gelderland

Geomorfologie: Rivierinversierug (3K26), overgang rivierkomvlakte (1M23)

Bodem: Rivierkleigronden (Rn95A-VI)

Tabel 1.1 Administratieve gegevens.

Page 9: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

8 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Page 10: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 9

Doel- en vraagstellingen

2.1 Inleiding

Het bevoegd gezag, de gemeente Culemborg, neemt op basis van het selectieadvies

het selectiebesluit inzake vrijgeven, fysiek behoud (behoud in situ, inpassing) of

opgraven van een of meerdere vindplaatsen binnen

beide fasen van het plangebied. Het selectieadvies dient voorzien te zijn van een

motivatie omtrent de kenniswinst in geval van advies voor vervolgonderzoek. Dit moet

toetsbaar zijn in relatie tot de bevindingen in het rapport.

2.2 Doelstelling3

Het doel van dit IVO-P is tweeledig:

· door middel van proefsleuven nader inzicht verschaffen in de aanwezige

archeologische relicten in het plangebied. Daarbij dient voldoende inzicht te

worden gegeven in de inhoudelijke en fysieke kwaliteit van de aanwezige sporen

op de betreffende locatie (aard, ouderdom, omvang, gaafheid, conservering)

teneinde tot een waardestelling te kunnen komen. Belangrijk is dat op basis van

het inventariserende veldonderzoek een beslissing kan worden genomen of en

waar verder onderzoek in het gebied noodzakelijk is;

· het komen tot een goedgekeurd selectiebesluit door het bevoegd gezag, mede op

basis van het selectieadvies van de archeologische aannemer. Het selectieadvies is

opgenomen in deze rapportage (zie paragraaf 8.2)

2.3 Relatie met NOaA en/of andere onderzoekskaders

De vragen bij dit onderzoek zijn vooral waardestellend van karakter. Bronnen voor de

vraagstelling worden gevormd door de in hoofdstuk 3 genoemde vooronderzoeken

en het Archeologisch Beleidsplan Culemborg.4 In het gemeentelijk beleid, vastgesteld

in 2008, zijn enkele onderzoeksthema’s geformuleerd. Het thema ‘Markant

landschap en het gebruik c.q. inrichting daarvan’ legt de nadruk op landschappelijke

geschiedenis en genese van het landschap zoals dat nu is. Hoewel daarbij de nadruk

ligt op de middeleeuwen, valt ook het landschap, ruimtegebruik en het uiterlijk van

nederzettingen in de prehistorie en Romeinse tijd daaronder.5 Naast de uitkomsten

van het onderzoeksrapport maakt het bevoegd gezag bij het selectiebesluit haar

afwegingen op basis van het gemeentelijke archeologiebeleid, de provinciale

kennisagenda rivierengebied en de relevante hoofdstukken en paragrafen uit de

NOaA.6

3 Mietes 2014, 12.4 Van Roode 2008.5 Van Roode 2008.6 Deze paragraaf is overgenomen uit het PvE (Mietes 2014, 12). In 2016 is de NOaA 2.0 uit-

gebracht. De relatie tussen het onderhavig onderzoek en de nieuwe versie van de NOaA is moeilijk te leggen. In de nabije toekomst zal in relatie tot de kennisagenda rivierengebied worden gekeken welke vragen aansluiten (meded. Drs. H.J. van Oort).

2

Page 11: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

10 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

2.4 Vraagstellingen

1. Wat is aard, omvang/begrenzing, datering, functie en kwaliteit van de vindplaats(en)

en de ter plekke aangetroffen archeologische resten? Splits deze indien van toepassing

uit per individuele vindplaats.

2. Wat zijn de gaafheid en de conserveringstoestand van de vindplaats, zowel qua

sporen, structuren en de diverse materiaalcategorieën? Wat is de aard van eventuele

verstoringen?

3. Is er sprake van stratigrafisch gescheiden sporenniveaus? Wat is de aard en de

datering van de diverse sporenniveaus en wat is hun begrenzing in het verticale en

horizontale vlak?

4. Wat is de onderlinge relatie tussen de aangetroffen resten, de vastgestelde

stratigrafie, de bodemgesteldheid en het landschap (geomorfologie en reliëf)? Zo ja,

hoe is dat te verklaren en hoe is dit in de toekomst te herkennen?

5. Is er een relatie tussen de landschappelijke ligging (geomorfologie, reliëf en bodem) en

de conservering van de archeologische resten?

6. Wat zijn de verbanden van de hier aangetroffen sporen met vindplaatsen uit de

(naaste) omgeving? Tot welke (grotere) vindplaats behoren de aangetroffen sporen en

vondsten? Sluiten bepaalde vindplaatsen aan op reeds onderzochte vindplaatsen en

wat zou dit kunnen betekenen?

7. Waaruit bestaat de ondergrond en hoe zit de bodemopbouw in elkaar? Komt de

bodemopbouw overeen met de bestaande kennis?7 Zo nee, wat betekent dit en hoe is

dit te verklaren? Wat voegt (uitgebreid) onderzoek over de bodemopbouw nog toe aan

de bestaande kennis? Motiveer een duidelijk antwoord.

8. Hoeveel relevante archeologische stratigrafische niveaus zijn er per ontdekte

vindplaats aanwezig en wat betekent dit voor het vervolgonderzoek?

9. Zijn er cultuurlagen aanwezig en hoe zit de verticale stratigrafie in elkaar? Wat is de

diepte en dikte van de cultuurlaag/cultuurlagen indien van toepassing?

10. Wat voor informatie heeft dit proefsleuvenonderzoek opgeleverd over bewoning op/

langs de Schoonrewoerdse stroomgordel en/of crevasse van de Hennisdijk? Is dit

nieuwe informatie en/of geeft dit voldoende aanleiding tot het doen van uitgebreid

onderzoek bij een eventuele opgraving? Spits de relevante onderzoeksthematiek

toe op de vindplaatsen en geef aan wat bij eventueel vervolgonderzoek specifiek

onderzocht dient te worden.

11. Wat zou van deze site(s) nader onderzocht moeten worden? Welke periode(n),

type vindplaats(en), materiaalcategorie(ën) verdienen nader onderzoek? Motiveer

uitgebreid het antwoord.

7 Makaske 1998; paleogeografische informatie van Berendsen, Stouthamer en Cohen 2001-2012; en archeologisch veldonderzoek Odé & Haartsen 1997; Molenaar & Haartsen 2005; Verhelst 2012.

Page 12: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 11

Archeologie en historische kader

3.1 Archeologisch kader

3.1.1 Vooronderzoek

Karterend onderzoekIn de jaren tachtig van de 20e eeuw heeft de toenmalige Rijksdienst voor

Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) een veldkartering uitgevoerd in het

rivierengebied. Ook fase 1 van het plangebied viel binnen deze kartering. Tijdens deze

kartering zijn door de ROB op een akker aardewerkfragmenten verzameld uit de late

middeleeuwen. De precieze locatie of context van deze vondsten ontbreekt.8

Cultuur historische Effect Rapportage Fase 1 en 2 van het plangebied zijn in 1996 en 1997 onderzocht in het kader van

een cultuurhistorische effect rapportage (CHER).9 Dit onderzoek bestond uit een

bureauonderzoek, karterend booronderzoek en deels een waarderend booronderzoek.

Het aantal boringen bedroeg ca. 6 boringen per hectare, die afhankelijk van het

(gefundeerde) zand 1-3 m diep zijn gezet. Tijdens dit onderzoek van RAAP zijn

aanwijzingen gevonden voor nederzettingsterreinen uit het laat-neolithicum tot en

met de ijzertijd. Alle nederzettingsterreinen bevinden zich op de Schoonrewoerdse

stroomrug.

Binnen fase 3 van het plangebied heeft het inventariserend booronderzoek in het

kader van de CHER enkele archeologische indicatoren aangetroffen gerelateerd aan de

Schoonrewoerdse stroomrug. Omdat de boorstaten in het rapport ontbreken, kan de

bodemopbouw zoals aangetroffen in de boringen niet nader geïnterpreteerd worden

en is onduidelijk of de bovengrond hier al dan niet verstoord is geweest of anderszins.

Inventariserend veldonderzoekIn 2011 is door RAAP een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd ter hoogte van de

vindplaatsen 6, 10 en 45.10 Vindplaats 6 is een nederzettingsterrein uit de bronstijd en

ijzertijd. Ook sporen uit de Romeinse tijd en verkavelingsgreppels uit de middeleeuwen

zijn op deze vindplaats aanwezig.

Ter hoogte van het plangebied, langs de Rietveldseweg, werd een historische

bewoningskern verwacht. Tijdens het proefsleuvenonderzoek in 2011 is deze niet

vastgesteld. Mogelijk is de Rietveldseweg in tegenstelling tot de Prijsseweg geen

ontginningsas, maar een achterkade waar over het algemeen minder bebouwing

aanwezig is. Wel zijn toen prehistorische sporen aangetroffen. Deze zouden tot de

periferie van vindplaats 9 kunnen behoren die 250 m ten zuidwesten ligt.11

Definitieve opgravingVindplaats 6 is in 2012 onderzocht met een definitieve opgraving.12 De oudste resten

dateren uit het laat-neolithicum of de vroege bronstijd. De sporen uit deze periode zijn

grotendeels geërodeerd. Wel zijn sporen uit de midden- en late bronstijd aanwezig.

8 Mietes 2014, 9.9 Haartsen & Molenaar 2005.10 Verhelst 2011.11 Miets 2014, 9-10.12 Verhelst, Porreij-Lyklema & Willemse 2015.

3

Page 13: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

12 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Het grootste deel van de sporen behoort tot een nederzettingsterrein uit de vroege-

tot late ijzertijd. Aan de westkant van de opgraving is tevens een inheems-Romeinse

nederzetting aangesneden. In de loop van de Romeinse tijd wordt het gebied verlaten,

waarna het pas tijdens de volle middeleeuwen opnieuw in gebruik genomen wordt.

Uit deze laatste periode zijn alleen enkele verkavelingsgreppels aan te wijzen. De

geografische verspreiding van de archeologische resten in de verschillende perioden

is ingegeven door vernieuwing/ verandering van het landschap. Toch verklaart dit niet

helemaal waarom er niet overal continuïteit aan bewoning is. De verlatingsprocessen

zijn nog slecht te onderzoeken.

De opgravingslocatie ligt ca. 150 m ten oosten van vindplaats 62 (en vindplaatsen 49,

50 en 61) uit het onderhavig onderzoek. Vindplaats 8 van dit onderzoek ligt ca. 50 m

ten oosten van de opgegraven vindplaats 6.

3.1.2 Archeologische vindplaatsen in Parijsch-Zuid13

Binnen en in de directe omgeving van het plangebied Parijsch-Zuid zijn op basis van

de hierboven beschreven onderzoeken verschillende vindplaatsen vastgesteld. De

nummering van de vindplaatsen is ingegeven door de RAAP-catalogus uit 2007.14

Oorspronkelijk waren dit catalogus-nummers. Dit verklaart waarom de vindplaatsen

soms losse vondsten en soms hele nederzettingen betreffen.

13 Mietse 2014, 8.14 Heunks 2007.

250m0

61616161616161616161616161616161616161616161616161616161616161616161616161616161616161616161616161

62626262626262626262626262626262626262626262626262626262626262626262626262626262626262626262626262

50505050505050505050505050505050505050505050505050505050505050505050505050505050505050505050505050

49494949494949494949494949494949494949494949494949494949494949494949494949494949494949494949494949

12

8

141500 142000 142500

439500

440000

9

Figuur 3.1 Vastgestelde vindplaatsen op basis van de cultuurhistorische effect rapportage.

Page 14: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 13

De volgende vindplaatsen met resten uit de volgende perioden worden genoemd

(Figuur 3.1):

Neolithicum - bronstijd:· Vindplaats 8: een nederzetting uit de periode laatneolithicum-vroege bronstijd

(Archisnr. 44974)

· Vindplaats 45: een nederzetting uit het laatneolithicum of de vroege bronstijd,

middenbronstijd B-vroege ijzertijd (Archisnr. 44970, vondstmeldingsnr. 419302)

· Vindplaats 50: een vuurstenen spits (Archisnr. 49455)

· Vindplaats 56: een nederzetting uit de periode laatneolithicum-late bronstijd

(Archisnr. 49463),

· Vindplaats 57: aardewerkfragment uit de periode laatneolithicum–vroege bronstijd,

waarbij tevens houtskool en fosfaatvlekken zijn aangetroffen (Archisnr. 49461)

· Vindplaats 59: neolithisch vondstmateriaal (49467)

· Vindplaats 60: een nederzetting uit de periode neolithicum-bronstijd (Archisnr.

49470).

Bronstijd – ijzertijd:· Vindplaats 6: een nederzetting uit de late bronstijd-midden-ijzertijd (Archisnrs.

44972, vondstmeldingsnr. 419300)

· Vindplaats 7: een ijzertijdvindplaats (Archisnr. 44973)

· Vindplaats 9: een nederzetting uit de ijzertijd op de crevasseafzettingen van de

Hennisdijk ten zuiden van het plangebied (Archisnr. 45114)

· Vindplaats 45: een nederzetting uit het laatneolithicum of de vroege bronstijd,

middenbronstijd B-vroege ijzertijd (Archisnr. 44970, vondstmeldingsnr. 419302)

·Vindplaats 53: een nederzetting uit de late bronstijd-late ijzertijd (Archisnr.

49458)

·Vindplaats 56: een nederzetting uit de vroege ijzertijd (Archisnr. 49463)

·Vindplaats 59: ijzertijdvondstmateriaal (Archisnr. 49467)

·Vindplaats 60: een nederzetting uit de ijzertijd (Archisnr. 49470).

Romeinse tijd:· Vindplaatsen 11, 49, 50 en 61: losse aardewerkfragmenten (Archisnrs. 2262,

401794, 401800, 401877, 401879)

· Vindplaats 52: een nederzetting uit de midden-Romeinse tijd (Archisnr. 401879,

vondstmeldingsnr. 419302)

· Vindplaats 62: een fragment dierlijk verbrand bot (paleolithicum – nieuwe tijd), een

fragment handgevormd aardewerk (Romeinse tijd) en een mogelijk grondspoor

(neolithicum – nieuwe tijd) zonder duidelijke vondst- of cultuurlaag.

Middeleeuwen:· Vindplaats 10: nederzettingsterrein uit de volle middeleeuwen (Archisnrs. 2130,

vondstmeldingsnr. 419301)

· Vindplaatsen 60, 54, 51: fragmenten laatmiddeleeuws aardewerk (Archisnr. 49470,

49475, 401796)

· Vindplaats 55: fragmenten vroeg- en laatmiddeleeuws aardewerk en een indeterm-

ineerbare munt (Archisnr. 49473)

· Langs de Prijsseweg, een middeleeuwse ontginningsas, kunnen bewoningsresten

uit de middeleeuwen en de nieuwe tijd worden verwacht.

Page 15: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

14 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Nieuwe tijd:· Vindplaats 48: resten van een veldoven (Archisnr. 401798).

3.2 Historisch landgebruik

Op de topografische militaire kaart van 1850 is het plangebied in gebruik als grasland

of boerenland (Figuur 3.2). Binnen de onderzoeksgebieden is geen bebouwing

aanwezig. Wel zijn verkavelingssloten aanwezig binnen het onderzoeksgebied waarvan

enkele ook in de huidige situatie nog steeds bestaan. Op kaarten jonger dan de

militaire kaart uit 1850 blijft dit beeld hetzelfde, de geplande nieuwbouw is de eerste

vorm van bewoning sinds lange tijd in het gebied.

139000

139000

140000

140000

141000

141000

142000

142000

143000

143000

144000

144000438000

438000

439000

439000

440000

440000

441000

441000

N

1000m0

Figuur 3.2 Putten geprojecteerd op de Topografische Militaire Kaart van 1850.

Page 16: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 15

Preh

isto

riePl

eist

ocee

nH

oloc

een

Geologische periodenArcheologische periodenChronozone TijdperkDatering

LaatSubatlanticum

VroegSubatlanticum

Subboreaal

Atlanticum

BoreaalPreboreaal

Late Dryas

Allerød

Vroege Dryas

Bølling

Vroegste Dryas

Denekamp

Hengelo

Moershoofd

Odderade

Brørup

EemienSaalien II

Oostermeer

Saalien IBelvedere/Holsteinien

Glaciaal x

Holsteinien

Elsterien

C

Nieuwe tijd

middeleeuwen

Romeinse tijd

ijzertijd

bronstijd

neolithicum(nieuwe steentijd)

mesolithicum(midden steentijd)

paleolithicum(oude steentijd)

BA

laatvol

Ottoons

KarolingischMerovingisch laat

Merovingisch vroeg

laat

middenvroeg

laat

laat

laat

laat

middenvroeg

middenvroeg

middenvroeg

laat

jong B

jong A

midden

oud

middenvroeg

1150 na Chr.

450 voor Chr.

3700

73008700

9700

1105011500

1200012500

13500

30500

60000

71000

114000

126000236000

241000322000

336000

384000

416000

463000

1850

1650150012501050

900

725

525450

27070 na Chr.15 voor Chr.

250500

800

11001800

20002850

42004900/5300

6450

71008800

12000

18000

35000

300000

vroe

g

Wei

chse

lien

Plen

igla

ciaa

lVr

oeg

Gla

ciaa

lVr

oeg

Laat

Mid

den

Laat

Gla

ciaa

l

0

heden

Figuur 3.3 Tijdstabel.

Page 17: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

16 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Page 18: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 17

Landschappelijk kader

4.1 Landschap15

De Schoonrewoerdse stroomgordel ter hoogte van het plangebied was actief tussen

3200 en 2100 v.Chr., in het midden- en laat-neolithicum, en staat zowel archeologisch

als geologisch te boek als een van de best gedocumenteerde stroomruggen in het

centrale en westelijke deel van het Rivierengebied (Figuur 4.1).

Culemborg-Hoge Prijs is gesitueerd op de meest noordwestelijke tak van een in tweeën

gesplitst zandlichaam (oude met zand opgevulde geulen), waarvan het zuidoostelijke

zandlichaam wordt gezien als een gelijktijdige crevasserug. Eerder nog werd deze

aangemerkt als een crevasse van het jongere Hennisdijk systeem. Beide takken

worden aangezien als de hoofdgeulen van een fossiele crevassewaaier, die zich nooit

tot een volwaardige nieuwe riviertak hebben kunnen ontwikkelen. Het beddingzand

van beide ruggen ligt vrijwel aan het oppervlak, en ze zijn beide nog steeds duidelijk

in het maaiveldreliëf zichtbaar. Ook veel andere relatief oude stroomgordels zijn in

dit gebied nog duidelijk als ruggen zichtbaar en zijn niet of nauwelijks afgedekt door

jongere sedimenten. De reden is waarschijnlijk de dikke veenlaag die in het komgebied

tussen Culemborg en Beesd voor komt. Uit de opgraving is namelijk gebleken dat deze

onder zware druk van het sedimentdek in elkaar moet zijn gedrukt, waarbij de oude,

met zand opgevulde geulen als hoge zandruggen in het terrein zijn blijven liggen,

terwijl de bodem in het klei-op-veengebied sterk is ingeklonken.

De hoger gelegen zandruggen waren vele eeuwen lang een gewilde locatie om te

wonen. Er kwamen relatief weinig overstromingen voor, en de zandige kleibodems

waren goed te bewerken en zeer vruchtbaar. Wel zal het relatieve inklinken van de

klei-op-veen bodems van invloed zijn geweest op de rivierdynamiek (crevassevorming)

van het gebied. Voor het archeologisch bodemarchief is het van belang dat door

bodemdaling van de aangrenzende laagten, juist hier de meeste afzettingsfasen,

cultuurlagen en vegetatiehorizonten zijn geregistreerd en bewaard zijn gebleven.

In de nederzettingskern zelf zijn veel van de cultuurlagen opgenomen in de huidige

bouwvoor, of door het ontbreken van sedimentatielaagjes vermengd geraakt.

4.2 Resultaten vooronderzoek16

De Schoonrewoerdse stroomrug die het plangebied doorsnijdt, had een gunstige hoge

ligging met goede woongronden (Figuur 4.1, Figuur 4.2 en Figuur 4.3). De stroomrug

is dan ook vanaf het laat-neolithicum in gebruik en kenmerkt zich door relatief veel

archeologische vindplaatsen. De overeenkomst tussen de verschillende archeologische

vindplaatsen in het plangebied en omgeving is de specifieke ligging op de oeveraf-

zettingen van de Schoonrewoerdse stroomgordel of in ieder geval in de zone buiten

de hooggelegen zandige hoofdgeulen. Dit wijkt sterk af van de bevindingen van het

archeologisch onderzoek dat meer naar het westen op de Schoonrewoerdse stroomrug

heeft plaatsgevonden.4 Daar is de laatneolithische (2850-2000 v. Chr.) en jongere

bewoning juist op de hoogste zandige ruggen van de stroomgordel vastgesteld.

15 Gebaseerd op Verhelst, Porreij-Lyklema & Willemse 2015, 45-54.16 Mietes 2014, 8.

4

Page 19: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

18 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Schoonrewoerdse stroomrug Kom

Stroomrug Kortenhoeven

61 57

50

61

8

9

62

61 57

50

61

8

9

62

49

141000

141000

142000

142000

143000

14300043

9000

4390

00

4400

00

4400

00

N

500m0

N:\Lopende Projecten\1541 AB en IVOp Culemborg Parijsch Zuid\2.uitwerking\1.sporen en structuren\mapinfo\Workspaces\CPL1541_APK-geomorfologische kaartv2.WOR (7-12-2016)

Figuur 4.1 Putten geprojecteerd op de paleogeograf-ische kaart van Cohen, Stouthamer, Pierik en Geurts (2012).

Dijk, bovenlandstrookBebouwing

VeengrondenRivierkleigronden

Legenda

139000

139000

140000

140000

141000

141000

142000

142000

143000

143000

144000

144000

4380

00

4380

00

4390

00

4390

00

4400

00

4400

00

4410

00

4410

00

N

1000m0

Water

Figuur 4.2 Putten geprojecteerd op de bodemkaart.

Page 20: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 19

Tijdens de booronderzoeken van 1997 werd het volgende vastgesteld over de

bodemopbouw (in relatie tot de archeologische resten) binnen de verschillende zones

van het onderhavige onderzoek:

Plangebied Fase 1:· Vindplaats 8 Hoge Prijs: De bouwvoor heeft een dikte van 20-40 cm. Het

vondstniveau bevindt zich op een diepte van ca. 40 tot 65 cm - Mv. De bovenkant

van het vondstniveau of de cultuurlaag ligt gemiddeld tussen 65 en 70 cm -Mv. De

onderkant van de archeologische laag bevindt zich in één boring op 120 cm -Mv

(boring 425). Mogelijk is hier sprake van een grondspoor.

· Vindplaats 9-periferie Rietveld: onbekend. Op basis van de resultaten van

het onderzoek van vindplaats 9 en de lokale aanwijzingen voor de historische

bewoningskern beslaat de bouwvoor ca. 30-60 cm. Daaronder bevindt zich een

laag zwak zandige klei van ca. 20 cm dikte. Dan volgt een cultuurlaag van ca. 10-20

cm dikte, met daaronder het spoorniveau.

Plangebied Fase 3:· Vindplaats 49-50-61-62 Lokkershoek-West: Vanaf maaiveld is sprake van

vondstmateriaal; met uitzondering van vindplaats 62 zijn de vondsten op

maaiveldniveau gedaan. Deze vindplaats is lastig te interpreteren aangezien

het om een terrein van zeer geringe omvang gaat. Tijdens het waarderend

booronderzoek is geen duidelijke vondst- of cultuurlaag aangetroffen, waardoor

het niet goed mogelijk was om de vindplaats(en) nader te dateren en waarderen.

· Vindplaats Sterkenburg Prijsseweg: onbekend, hier heeft geen vooronderzoek

plaats gevonden. De aanwezigheid van eventuele sporen en/of vondsten dient nog

te worden vastgesteld.

3396.53

219.02

483.81

cm

92.38

-57.28

141000

141000

142000

142000

143000

143000

144000

144000

438000

438000

439000

439000

440000

440000

441000

441000

N

1000m0

Figuur 4.3 Putten geprojecteerd op de AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland).

Page 21: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

20 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Page 22: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 21

Methodiek veldwerk

5.1 Methodiek fysische geografie

De profielen zijn gedocumenteerd conform het Programma van Eisen. In elke werkput

zijn drie kolommen gedocumenteerd: een aan het begin, een in het midden en een

op het eind. In enkele gevallen is hier om praktische redenen vanaf geweken. Zo is

afgezien van documentatie op plekken waar het profiel samen bleek te vallen met

een recente sloot. Profielkolommen zouden hier immers geen zinvolle informatie

verschaffen. Verder is in proefsleuven met vervuiling (sleuven van fase 3, zie onder)

uiteindelijk slechts één profiel gedocumenteerd. De vervuilde bovengrond van deze

sleuven was voorafgaand aan het veldwerk verwijderd in het kader van sanering.

De resterende putwanden waren bovendien afgedekt met plastic van, wat de

documentatie van de bodemopbouw verhinderde. Om toch enig inzicht te krijgen in

de lokale bodemopbouw van de onderliggende lagen is in één van de putten vanaf

vlakhoogte een diep profiel gezet met de graafmachine.

Fysisch geograaf E. Heunks heeft een veldbezoek gebracht, waarbij hij de

gedocumenteerde profielkolommen heeft gecontroleerd.

5.2 Methodiek opgraving

5.2.1 Strategie en aanleg putten

Vooraf was één uitvoeringsfase voor het gehele proefsleuvenonderzoek voorzien

met aanleg conform het puttenplan uit het PvE (zie Figuur 1.2 en Figuur 3.1). Het

puttenplan is grotendeels gericht op vindplaatsen uit het RAAP-vooronderzoek.

In de voorbereidingsfase bleek een deel van de percelen nog niet toegankelijk. De

opdrachtgever heeft het puttenplan daarom kort voor aanvang nog aangepast: de

aanleg van de putten is op verzoek van de opdrachtgever in drie fasen uitgevoerd

(Figuur 5.1):

· Archeologische begeleiding ter hoogte van vindplaats 9: een van de geplande

korte sleuven (is op verzoek van de opdrachtgever en conform de goedkeuring van

het bevoegd gezag) al in een voortraject begeleid, omdat hier op korte termijn

voorbelasting zou worden aangebracht (put 1 ).

· Aanleg van de proefsleuven op de beschikbare percelen (put 2 t/m 12)

· Proefsleuven op de vervuilde percelen onder milieutechnische begeleiding (put 13

t/m 17).

In de praktijk moest het puttenplan uit het PvE ook om praktische redenen nog op een

paar punten worden aangepast.17 Op de volgende locaties is van het oorspronkelijke

puttenplan uit het PvE afgeweken:

· Ter hoogte van vindplaats 9 is de lange sleuf opgeschoven naar het noorden. De

oorspronkelijke sleuf zou anders samen vallen met een rij bomen.

· De middelste rij proefsleuven (13 t/m 17) van vindplaats 49-50-61-62 uit het

oorspronkelijke puttenplan van het PvE (bijlage 1) zijn in een later stadium

gegraven. Dit is gebeurd in samenwerking met een milieutechnisch bedrijf. Zij

hebben de vervuilde bovengrond (25 cm) apart gezet. De laag hieronder (25 cm)

is minder vervuild. Deze laag is afgegraven onder begeleiding van een archeoloog

17 Zie Mietes 2014 voor oorspronkelijke puttenplan.

5

Page 23: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

22 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

omdat het niveau op of net boven het archeologisch niveau ligt. Daarna is het

archeologisch vlak aangelegd en gedocumenteerd. Een van de sleuven is verlegd

omdat deze over een sloot lag.

· Ter hoogte van deze laatste vindplaats zijn tevens enkele putten wat ingekort

vanwege ontoegankelijke begroeiing.

· Langs de Prijsseweg is de proefsleuf opgeknipt in twee delen vanwege een sloot.

5.2.2 Werkwijze

Voor de aanleg van de proefsleuven is gebruik gemaakt van een graafmachine met

gladde bak. De putten zijn laagsgewijs verdiept, waarbij vondsten uit lagen in vakken

van 4x5 m zijn verzameld (bijlage 1). Na aanleg op het sporenniveau zijn sporen

ingekrast, vlakfoto’s gemaakt en vondsten per spoor verzameld. De sporen zijn met

een robotic GPS ingemeten (bijlage 2). Vanwege het waarderende karakter van het

onderzoek is een selectie van de sporen gecoupeerd. Mogelijke gebouwstructuren zijn

niet gecoupeerd.

5.2.3 Nummering vondstlocaties en vindplaatsen

Zoals in paragraaf 3.1.2 al is vermeld, zijn bij het vooronderzoek van RAAP

vondstlocaties soms op basis van een of enkele vondsten of sporen toegewezen. Deze

zijn later (zoals in het PvE) als vindplaatsen bestempeld. Tijdens het onderhavige pro-

efsleuvenonderzoek bleek dat de onderscheiden vondstlocaties 49, 50, 61 en 62 in de

ondergrond gedeeltelijk te relateren waren aan slechts één vindplaats (put 6-10 en put

13-17). Daarom worden deze vondstlocaties uit het vooronderzoek in de onderhavige

rapportage onder een noemer geschaard, namelijk vindplaats 62 uit de periode

bronstijd-ijzertijd: een bewoningskern met een vermoedelijk bijbehorende off site

(buitengebied). De off site bestaat uit een geïsoleerde spieker in put 16.

Vondstlocatie 8 uit het vooronderzoek blijkt in het onderhavige onderzoek uit een

bronstijdvindplaats te bestaan. Deze vondstlocatie wordt in de huidige rapportage

daarom als vindplaats 8 bestempeld.

Verder werd vooraf een link gelegd tussen vondstlocatie 9, een ijzertijdvindplaats,

uit het vooronderzoek ten zuiden van de Wethouder Schoutenweg enerzijds en de

onderhavige onderzoekszone (put 1 en 5) ten noorden van deze weg en wel ten oosten

van de Rietveldseweg 12, ca. 250 m noordoostelijker, anderzijds. De laatste inzichten

van het onderhavige onderzoek (zie paragraaf 6.2) lijken echter uit te wijzen dat de

noordgrens van vindplaats 9 toch ten zuiden van de Wethouder Schoutenweg moet

liggent. De aangetroffen resten uit de onderhavige onderzoekszone zijn namelijk

ouder; z stammen uit de periode laat-neolithicum-bronstijd. Er lijkt bij nader inzien dan

ook eerder sprake van een relatie met vondstlocatie 57 en vindplaats 8, ten noorden

van de onderzoekszone, die ook resten uit de periode laat-neolithicum-bronstijd

hebben opgeleverd. Aangezien vondstlocatie 57 het dichtst bij ligt en vindplaats 8 een

afwijkend beeld vertoont, kiest Archol ervoor om de onderzoekszone van put 1 en 5 tot

de verzameling losse vondsten van vondstlocatie 57 te rekenen.

5.2.4 Monstername

Het aantal monsters is beperkt gehouden vanwege het waarderende karakter van

het onderzoek. In totaal zijn twee monsters genomen. Het hout (restant welpaal) is

afkomstig uit de mogelijke waterkuil (spoor 21) van vindplaats 8 en is genomen om de

vindplaats te dateren (bij gebrek aan vondstmateriaal).

Page 24: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 23

Het ecologische monster (v.27) is genomen ter hoogte van vindplaats 62. Het gaat

om een monster uit een houtskoolrijk paalkuilspoor (spoor 58) in put 6, genomen met

het oog op een waardering: onderzoek naar de aanwezigheid en conservering van

botanische resten zoals verbrand zaad.

14

6

13

15

10

2

316

17

1211

1

56261

61

8

50

49

P23P22

P18

P19

P21

P1

P32

P11

P13P14

P10 P12

P27

P20

P25

P24

P35P34P33

P26

P28 P30

P16

P102

P101

P15

P30P31

14

6

13

15

10

2

316

17

1211

1

5

9 4

7

8

6261

61

8

50

49

9

57

P23P22

P18

P19

P21

P1

P32

P11

P13P14

P10 P12

P27

P20

P25

P24

P35P34P33

P26

P28 P30

P16

P102

P101

P15

P30P31

P17

141500

141500

141750

141750

142000

142000

4395

00

4395

00

4397

50

4397

50

4400

00

4400

00

4402

50

4402

50

N

250m0

N:\Lopende Projecten\1541 AB en IVOp Culemborg Parijsch Zuid\2.uitwerking\1.sporen en structuren\mapinfo\Workspaces\CPL1541_APK-profiel.WOR (15/06/2016)

Figuur 5.1 Puttenkaart met nummers en beschreven profielen (p), in rood zijn de vondstlocaties uit het RAAP-vooronderzoek weergegeven.

Page 25: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

24 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Page 26: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 25

Landschappelijke en archeologische resultaten per vindplaats

6.1 Vindplaats 8 (put 2,3 en 4)

6.1.1 Landschap

De bodemopbouw verschilt sterk per vindplaats. Ter hoogte van vindplaats 8 en 9

bevinden zich komafzettingen in de ondergrond. In de ijzertijd waren de geulsystemen

in dit gebied al dicht geslibd, waardoor bewoning in de lager gelegen deel mogelijk

was. Het gaat om zware klei waarvan de top gerijpt is. In dit gebied zijn enkele kleine

zandige oevers aangetroffen die tot kleine kreeksystemen horen. In de klei vlak onder

de bouwvoor bevond zich een vegetatiehorizont/laklaag (

Figuur 6.1). De vegetatiehorizont/laklaag bleek grotendeels in de bouwvoor

opgenomen en is daarom op slechts op enkele locaties waargenomen. Ca.20 cm dieper

en gescheiden door een kleilaag bevond zich een tweede vegetatiehorizont of laklaag.

Onder deze vegetatiehorizont/laklaag bevonden zich de sporen. Op basis van een 14C-datering zijn deze sporen in de vroege bronstijd te plaatsen (zie hieronder). De

vegetatiehorizont zal daarom in diezelfde periode ontstaan zijn. De kleilaag boven de

vegetatiehorizont en het bijbehorende restant van de (bovenste) vegetatiehorizont

dateert uit een latere periode. De opgraving van RAAP uit 2012 heeft aangetoond

dat resten uit de vroege bronstijd door de Schoonrewoerdse stroomrug geërodeerd

zijn. Ter hoogte van vindplaats 8 zijn de resten uit de vroege bronstijd juist goed

geconserveerd door de afdekkende kleilaag.

Figuur 6.1 Profiel 2.11 ter hoogte van vindplaats 8. Direct onder de bouwvoor is nog net een donkere band zichtbaar, een restant van een vegeta-tiehorizont. Daaronder een bruine kleilaag die licht zandig is. De donkere laag 20 cm daar-onder is een tweede vegetatiehorizont/laklaag en bevindt zich op 0,73 m +NAP. Onder deze laag bevonden zich vroege- bronstijdsporen.

6

Page 27: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

26 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

6.1.2 Archeologie

Op deze vindplaats zijn verschillende sporen aangetroffen met een prehistorische

datering. Het gaat om enkele paalsporen, kuilen en/of waterkuilen (Figuur 6.2). Er

zijn waarschijnlijk twee vierkante structuren aan te wijzen, beide spiekers: in put 2

en in put 3 (Figuur 6.3 en Tabel 6.1). Deze hebben een afmeting van 1,0 x 1,0 m (put

2) en 1,8 x 2,0 m (put 3). Rondom de spieker in put 3 bevinden zich meer paalsporen.

Samen zouden ze ook een grotere structuur kunnen vormen, bijvoorbeeld een

huisplattegrond. In het westen is een greppel gevonden die vanwege de gelijkende

opvulling en de parallelle oriëntatie vermoedelijk bij deze sporen hoort. In dat geval

gaat het mogelijk om een erfgreppel en vormen alle sporen samen een compleet

en intact erf. Het kan hier echter ook om de randzone van een erf, gaan, gezien de

opvallende afwezigheid van vondsten in de afdekkende vondstlaag. Hier zijn geen

uitspraken over te doen in dit stadium van onderzoek. De dekkingsgraad van het proef-

sleuvenonderzoek is hiervoor te beperkt. Alleen een aanvullende opgraving kan meer

inzicht geven in de exacte omvang en aard van de vindplaats.

42

3

Legenda

greppelpaalspoorkuilwaterkuilsloot

142080

142080

142100

14210043

9660

4396

60

4396

80

4396

80

N

10m0

Figuur 6.2 Sporenoverzicht van vindplaats 8 met put-nummers: in het midden bevindt zich een waterkuil. De begrenzing van vondstlocatie 8 uit het RAAP-vooronderzoek is eveneens geprojecteerd (rood).

Page 28: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 27

De datering was tijdens de veldfase onduidelijk vanwege het ontbreken van

vondstmateriaal. Enkele kuilen zijn toen gecoupeerd; één van de kuilen bleek 112

cm diep (S2.21). Vermoedelijk betreft het een waterkuil. Onderin bevond zich hout,

waarschijnlijk het restant van een welpaal. De kuil was bovenin met vrij schone klei

opgevuld, onderin bevond zich een humeus laagje met daarin het hout dat als monster

is meegenomen voor 14C-datering. Het hout blijkt uit de vroege bronstijd te dateren

2036-1877 v. Chr.18 Dit is een opvallende datering omdat dergelijke vroege sporen

niet zijn aangetroffen bij de opgraving op vindplaats 6. Wel is er toen scherfmateriaal

aangetroffen met eenzelfde vroege datering.

Naast de mogelijke waterkuil bevinding zich twee andere kuilen; deze bleken 14 cm

(S2.18) en 52 cm (S2.17) diep.

Structuur Type Aantal sporen Put

1 Spieker of graanschuur 5 2

2 Spieker of graanschuur 4 3

Op basis van het vooronderzoek werd t.h.v. vindplaats 8 een nederzetting verwacht

met een datering uit het laat-neolithicum tot de vroege bronstijd. De vroegste periode

is niet aangetroffen wel zijn vroege bronstijd sporen aangetroffen. De bovenste laklaag

is tijdens het booronderzoek niet waargenomen, de vastgestelde laklaag lijkt overeen

te komen met de cultuurlaag die vastgesteld is in de boringen.

6.2 Vondstlocatie 57 (put 1 en 5)

6.2.1 Landschap

De bodemopbouw komt grotendeels overeen met vindplaats 8 (Figuur 6.4). Net als

op vindplaats 8 is onder de bouwvoor een vegetatiehorizont/laklaag aanwezig met

18 Poz-76381, 3590 +/- 35 BP.

Figuur 6.3 Eén van de spiekers op vindplaats 8 (put 3).

Tabel 6.1 Structuren ter hoogte van vindplaats 8.

Page 29: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

28 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

hieronder een dun laagje klei. Deze horizonten komen mogelijk met elkaar overeen.

Ook de tweede vegetatiehorizont hieronder is hier aanwezig, maar de twee veg-

etatiehorizonten liggen dichter op elkaar; het tussenliggende kleipakket is slechts

enkele centimeters dik. Bovendien is de onderste vegetatiehorizont veel minder goed

ontwikkeld. Al vanaf ca. 60 cm –Mv wordt de ondergrond siltiger om vervolgens over

te gaan in zand. In de ondergrond is sprake van een fossiele geul. In het westelijke deel

van put 5 is een zandige oever aangetroffen. Het gaat om een smalle oever van ca. 3 m

breed in het vlak en hoort mogelijk bij de geul. Op de oever zijn geen archeologische

resten aangetroffen.

6.2.2 Archeologie

Op basis van het vooronderzoek werd verwacht dat de putten 1 en 5 zich in de periferie

van de zuidelijker gelegen ijzertijdvindplaats 9 zouden bevinden. Er zijn echter geen

archeologische resten aangetroffen die in verband gebracht kunnen worden met de

randzone van een ijzertijdnederzetting.

Er zijn maar weinig sporen gevonden in de kleiafzettingen onder de bouwvoor. Te

midden van enkele natuurlijke lagen, vlekken – vooral in put 1 –zijn slechts enkele

smalle verkavelingsgreppels aangetroffen. Deze lopen parallel aan de huidige

verkaveling, één van de greppels (S5.43) is te koppelen aan de greppel die op de TMK

uit 1850 is weergegeven (Figuur 6.5). Verder bevinden zich twee kuilen in put 5. De

functie is onduidelijk; de kuilen hebben geen vondstmateriaal opgeleverd. De kuilen

zijn scherp begrensd en lijken daardoor niet al te oud. De kuilen behoren niet tot een

structuur. Vermoedelijk vormen ze samen met de greppels de rudimenten van de

inrichting van een buitengebied uit de (subrecente) nieuwe tijd.

Onder de onderste vegetatiehorizonten zijn geen antropogene sporen waargenomen.

De vegetatiehorizont onder de bouwvoor heeft enkele losse vondsten opgeleverd,

waaronder een scherf met kiezelmagering. Dit aardewerk dateert uit het laat-neo-

lithicum of de vroege bronstijd (v. 1 en 2). Waarschijnlijk kan het aardewerk worden

gerelateerd aan de naburige vondstlocatie 57 en vindplaats 8 die eveneens resten uit

deze periode hebben opgeleverd. Opvallend is wel dat de laat-neolithische – vroege

bronstijdsporen op vindplaats 8 onder de tweede, dieper liggende, laklaag zijn

aangetroffen. Waarschijnlijk betreft het aardewerk opspit van een dieper niveau.

De resultaten van put 1 en 5 wijzen er op dat de ijzertijdconcentratie (vindplaats 9)

voorlopig aan de zuidzijde van de Wethouder Schoutenweg gezocht moet worden.

De archeologische resten in putten 1 en 5 zijn eerder te relateren aan de naburige

Figuur 6.4 Profiel in put 5.15, waarin de overgang van het fijnere silt naar het grovere zand de over-gang naar de oever markeert (foto richting het noorden).

Page 30: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 29

vondstlocatie 57 en de verderop gelegen vindplaats 8 (beide aan de noordzijde). Gezien

de nabijheid worden de geringe resten van put en 5 tot de verzameling van losse

vondsten van vondstlocatie 57 gerekend.

6.3 Vindplaats 62 (put 6-10 en 13-17)

6.3.1 Landschap

De verzamelvindplaats 62 bevindt zich ten westen van de visvijver. Deze vijver is

ontstaan door zandwinning; de locatie van de vijver bevindt zich dan ook ter hoogte

van de zandige oevers van de Schoonrewoerdse stroomgordel. De vondstlocaties uit

het RAAP-vooronderzoek liggen net op de westelijke rand van deze stroomgordel. De

ondergrond is dan ook vrij zandig. Op basis van de diepe profielen is in de ondergrond

een fossiele geul aanwezig. De geul was te herkennen aan sterk gelaagde klei en

zandafzettingen. Tegen de visvijver aan – richting de zandige oevers - is een grijze

vondstlaag waargenomen (Figuur 6.6). In dit deel zijn sporen waargenomen die zich

onder deze laag bevinden.

1

5

1

5

Legenda

greppelkuilrecentstaakslootlaag

142080

142080

142100

142100

4395

00

4395

00

4395

20

4395

20

4395

40

4395

40

N

10m0

Figuur 6.5 Sporenoverzicht put 1 & 5, met als achter-grond een detail van de Topografisch Militaire Kaart van 1850.

Page 31: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

30 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Proefsleuven 6 t/m 9 vallen samen met de siltige tot zandige oevers van de

Schoonrewoerdse stroomgordel conform de paleogeografische kaart (zie Figuur 4.1).

In de proefsleuven 10 en 15 t/m 17 is de ondergrond kleiiger (Figuur 6.7). Het gaat om

zware klei die als komklei is te interpreteren, wederom in overeenstemming met de

paleogeografische kaart. Het huidige maaiveld lijkt richting het noordwesten af te

lopen wat dit beeld van een lager gelegen komgebied bevestigt (Figuur 4.3). In de

komklei is een vegetatiehorizont/laklaag aangesneden op het einde van put 15. In put

16 en 17 is het vlak vervolgens onder deze vegetatiehorizont aangelegd. In put 16 werd

de horizont pas halverwege zichtbaar; richting het noordwesten werd deze dikker.

6.3.2 Archeologie

Figuur 6.8 toont het sporenoverzicht van alle putten van de vindplaats. In put 6 en 7

zijn de meeste sporen aangetroffen (Figuur 6.9). In het oostelijke deel tegen de visplas

aan worden de sporen afgedekt door een vondstrijke laag. Het materiaal is sterk

gefragmenteerd. Het aardewerk uit deze laag is in de ijzertijd te dateren. Naar de

visplas toe wordt de laag snel dunner. De sporen onder deze laag zijn slecht zichtbaar

vanwege de verkleuring van de vondstlaag. Daar waar de vondstlaag dunner is, zijn

Figuur 6.6 Profiel 6.20 met daarin de grijze gereduceerde vondstlaag.

Figuur 6.7 Profiel 9.28 met zware komachtige klei.

Page 32: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 31

de sporen wel goed zichtbaar. In put 6 zijn verschillende kuilen gevonden evenals

paalsporen en greppels. Tegen de oostelijke putwand is een greppel gevonden die

de bocht omgaat en waarschijnlijk tot een gebouwplattegrond (mogelijk een huis)

behoort (Figuur 6.10). In het westelijke deel van put 6 en 7 zijn vrij weinig sporen

gevonden, alleen enkele paalkuilen en kuilen. In dit deel zijn in put 7 vooral goed

geconserveerde paalsporen – tot wel 60 cm diep –- aangetroffen. Het is niet duidelijk

of deze tot een structuur behoren. Ook buiten de put kunnen nog paalsporen aanwezig

zijn, de begrenzing is onduidelijk.

14

17

6

16

7

49

50

61

61

62

14

17

6

16

7

10

9

815

13

49

50

61

61

62

141400

141400

141500

141500

4395

00

4395

00

4396

00

4396

00

4397

00

4397

00

N

50m0

Legenda

greppelpaalspoorkuilplantenkuilnatuurlijke verstoringslootlaag

Figuur 6.8 Sporenoverzicht van vindplaats 62 met put-nummering en de originele vondstlocatie-nummers uit het RAAP-vooronderzoek (rood).

Page 33: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

32 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

In put 16 is een vierpalige spieker gevonden die vermoedelijk uit de ijzertijd stamt,

gezien de gelijkenis is kleur en opvulling met de sporen van put 6 en 7 (structuur 4,

Figuur 6.11). De spieker heeft een afmeting van 2,6 x 1,9 m en ligt in het lagere deel

van het landschap op de overgang naar het komgebied. Mogelijk gaat het om een

off-site structuur en is dit deel van het landschap in de ijzertijd in gebruik geweest

als akker behorend bij de nederzettingssporen uit put 6 en 7. Twee paalkuilen zijn

gecoupeerd en zijn 10 en 20 cm diep. Er zijn geen vondsten gedaan.

66

Legenda

greppelpaalspoorkuilslootlaag

77

76

Legenda

greppelpaalspoorkuilslootlaag

141440

141440

141460

14146043

9460

4394

60

N

10m0

141480

141480

141500

141500

4395

20

4395

20

N

10m0

Figuur 6.9 Detail van vindplaats 62: de sporencon-centratie in put 6 en 7. In rood is tevens de begrenzing van vondstlocatie 62 uit het RAAP-vooronderzoek weergegeven.

Page 34: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 33

In put 8, 9, 10, 13, 14, 15 en 17 zijn alleen enkele recente verkavelingssloten gevonden

(Figuur 6.5).

De vindplaats heeft tijdens het vooronderzoek vooral vondsten op het maaiveld

opgeleverd die dateren uit het neolithicum, bronstijd en Romeinse tijd. Opvallend is

dat tijdens het proefsleuvenonderzoek alleen vondsten uit de brons- en/of ijzertijd zijn

aangetroffen. Een vondstlaag was tijdens het vooronderzoek niet aangetroffen, maar

deze is wel degelijk aanwezig. Deze laag beperkt zich tot put 6 en 7.

Figuur 6.10 Cluster kuil- en greppelsporen op vindplaats 62, in het oosten van put 6. Mogelijk de resten van een gebouwplattegrond.

1616 16

141480

141480

141500

141500

4396

40

4396

40

4396

60

4396

60

N

10m0

Legenda

greppelpaalspoornatuurlijke verstoring

Figuur 6.11 Put 16 met sporen van vermoedelijk een vier-palige spieker in het midden. In rood is tevens de begrenzing van vondstlocatie 50 uit het RAAP-vooronderzoek weergegeven.

Page 35: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

34 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

6.4 Vindplaats Sterkenburg (put 11 en 12)

6.4.1 Landschap

De kenmerken van de bodemopbouw wijzen hier op een zeer nat landschap: duidelijk

een komgebied. De klei in de profielen is namelijk zeer slap en is niet gerijpt. Op een

dieper niveau bevindt zich in dikke laklaag (ca 1 m –mv.) Deze laag ligt dusdanig diep

dat de verwachte middeleeuwse sporen hier niet onder liggen. De laklaag is humeus

en donker van kleur, wat typisch is voor een laklaag die gevormd is onder natte

omstandigheden.

6.4.2 Archeologie

Deze vindplaats heeft slechts greppels opgeleverd (Figuur 6.13). Op basis van de

vondsten zijn de greppels te dateren tussen de 10e en 13e eeuw te dateren. Dit komt

overeen met de verwachting van de vindplaats. Er zijn verder geen bewoningssporen

aangetroffen zoals paalkuilen. Wel is een mogelijke dierbegraving aangetroffen; de

exacte aard was echter niet goed te onderzoeken. Dit spoor was namelijk doorsneden

door recente afwateringsdrain.

Gezien het vondstmateriaal is mogelijk sprake van een vindplaats in de directe

omgeving. De dekkingsgraad van het oppervlak van de proefsleuven is beperkt.

De twee sleuven parallel aan de Prijsseweg lenen zich statisch gezien niet voor het

opsporen van een mogelijke vindplaats. Het is daarom lastig om op basis van put 11 en

12 uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van een middeleeuwse vindplaats.

Op basis van het vooronderzoek werd een vindplaats uit bovengenoemde periode

verwacht. Deze is mogelijk in de directe omgeving aanwezig. De cultuurlaag uit het

Figuur 6.12 Profiel 6.35 met komachtige afzettingen en onderin een vegetatiehorizont.

Page 36: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 35

vooronderzoek is aangetroffen als vegetatiehorizont. Deze ligt op een iets dieper

niveau dan verwacht (1m –mv.).

6.5 Historisch-geografisch landschap

De verschillende vindplaatsen zijn redelijk goed geconserveerd. Op basis van

historische kaarten ontbreekt recente verstorende bebouwing in het plangebied.

Tijdens het proefsleuvenonderzoek is dit ook archeologisch geconstateerd. Behalve

enkele (sub)recente verkavelingsloten zijn geen recente verstorende grondsporen

waargenomen. De grondverstoringen beperken zich tot de omgezette bouwvoor. Dit is

het gevolg van de landbouw binnen het plangebied wat tot de bouw van de huizen hier

plaats vond. Ondanks de ploegwerkzaamheden zijn in de ondergrond nog vegetatie-

horizonten waargenomen waarvan de bovenste voor een groot deel in de bouwvoor is

opgenomen.

12

11

12

11

Legenda

greppelkuilsloot

141480

141480

141500

141500

439640

439640

439660

439660

N

10m0

Figuur 6.13 Sporenoverzicht van vindplaats Sterkenburg met putnummering: in de westelijke helft is een drainage met daaronder een mogelijke dierbegraving aangetroffen.

Page 37: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

36 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Page 38: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 37

Vondsten

7.1 Inleiding

In totaal zijn er bij het proefsleuvenonderzoek 117 vondsten gedaan. Het grootste deel

bestaat uit botmateriaal, gevolgd door prehistorisch –en middeleeuws aardewerk.

Ongeveer de helft van de vondsten is afkomstig uit grondlagen, de overige vondsten

komen uit grondsporen. Hieronder zijn de verschillende vondsten per categorie

beschreven.

7.2 Prehistorisch aardewerk

L. Meurkens

7.2.1Vondstlocatie 57 (put 1 en 5)

Op deze vindplaats zijn in totaal vier aardewerkscherven gevonden. Het gaat om drie

wandscherven en een bodemscherf.

De bodemscherf en twee van de wandscherven (v. 1 en 2) zijn afkomstig uit laag S5020

en vormen op basis van baksel duidelijk één groep. Mogelijk zijn ze zelfs afkomstig van

één en dezelfde pot. De scherven zijn gemagerd met een grote hoeveelheid steengruis

(kwarts en graniet), dat deels door het baksel heen steekt. De grootte van de

individuele mageringspartikels varieert sterk (tussen 0,5 en 3 mm). De scherven hebben

een rossig gekleurd buitenoppervlak en een donkere kern. Bij geen van de scherven

was de potvorm te reconstrueren. De bodemscherf is afkomstig van een vlakke bodem

met geprononceerde voet, maar het verdere vormverloop van deze pot is onduidelijk.

Een van de wandscherven is versierd met nagelindrukken in onregelmatig patroon.

Op basis van baksel en aardewerk is deze groep scherven in het laat-neolithicum of de

vroege bronstijd te dateren. De kenmerken van het aardewerk wijzen op zogenaamd

potbeker-aardewerk.19 Dit aardewerk verschijnt in de klokbekercultuur naast het fijner

gemaakte klokbeker aardewerk en de productie loopt door tot in de vroege bronstijd.

Het aardewerk kenmerkt zich door met steengruis gemagerde potten, die zeer

plastisch versierd zijn. De versiering wordt gedomineerd door groeven, vingertop- en

nagelindrukken in zeer veel verschillende motieven.

De andere wandscherf van deze vindplaats is afkomstig uit laag S6000. De scherf heeft

maar weinig diagnostische kenmerken. Het aardewerk is gemagerd met potgruis. Het

oppervlak is mogelijk besmeten geweest, maar dit kon niet met zekerheid worden

vastgesteld. Besmijting is een manier van afwerken, waarbij voor het bakken een

kleipapje wordt aangebracht op het oppervlak van de pot. Hierdoor krijgt deze een

geruwd oppervlak. Deze techniek verschijnt in de loop van de late bronstijd, maar komt

met name in de ijzertijd veel voor. Het baksel en de vermoedelijke aanwezigheid van

besmijting wijzen op een datering van deze scherf in de late prehistorie (late bronstijd

– ijzertijd).

7.2.2 Vindplaats 62 (put 6, 7 en 9)

Het aardewerkcomplex uit deze vindplaats bestaat uit 13 scherven (1 randscherf en 12

wandscherven). Zes scherven zijn afkomstig uit de afdekkende lagen, de overige zeven

uit sporen (S6.47; S6.50; S6.73).

19 Lanting 1973; Lehmann 1965

7

Page 39: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

38 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

De wandscherven afkomstig uit de sporen vertonen geen diagnostische kenmerken.

Alle scherven zijn gemagerd met potgruis en hebben een gladwandig oppervlak. Op

basis van het baksel lijken alle scherven in de late prehistorie (late bronstijd – ijzertijd)

te moeten worden gedateerd.

Eenzelfde datering geldt voor de meeste scherven uit de afdekkende lagen. Drie

scherven afkomstig uit laag S5035 (vnrs. 10 en 12) lijken op basis van baksel echter

ouder te dateren. De scherven zijn gemagerd met relatief grof steengruis (2 x

kwartsgruis; 1 x granietgruis) dat deels door het baksel heen steekt. De scherven

hebben verder geen diagnostische kenmerken, maar op basis van de magering met

relatief grof steengruis lijkt een datering in de vroege of midden-bronstijd het meest

aannemelijk.

7.2.3 Conclusie

Het aardewerk uit vindplaatsen 9 en 62 laat weinig diagnostische kenmerken zien. Op

basis van de aanwezige baksels zijn desondanks meerdere periodes te onderscheiden.

Op beide vindplaatsen is materiaal uit de late bronstijd – ijzertijd aanwezig, op

vindplaats 62 is het materiaal geassocieerd met sporen. Op basis van de aanwezige

scherven is de datering echter niet scherper dan dat te krijgen. Op vindplaats 9 is

daarnaast een duidelijk groep van drie scherven aanwezig – mogelijk afkomstig van

één pot – die te classificeren zijn als potbeker-aardewerk (laag S5020). Dit soort

aardewerk komt voor vanaf de klokbekercultuur in het late-neolithicum tot in de

vroege bronstijd. Op de vindplaats 9 is ook een kleine groep scherven met afwijkende

datering aanwezig. Op basis van de grove minerale magering lijkt dit materiaal in de

vroege of midden-bronstijd te dateren.

7.3 Aardewerk uit de middeleeuwen

M. Goddijn

Het aardewerk is gedetermineerd op baksel. De conservering van het materiaal

is goed, de aardewerkfragmenten zijn vrij groot. Goed diagnostisch materiaal

ontbreekt; de randscherven die aanwezig zijn, behoren tot het minder goed te

dateren handgevormd kogelpot materiaal. Op één na zijn alle scherven afkomstig

van de vindplaats Sterkenburg, waar mogelijke bewoning uit de middeleeuwen werd

verwacht. V.7 is gevonden ter hoogte van vindplaats 62. Het gaat om een fragment

steengoed met zoutglazuur uit de 15e of 16e eeuw. Het fragment is gevonden in s5000

(bouwvoor) en is mogelijk te koppelen aan de verkavelingsloten uit de middeleeuwen

of nieuwe tijd.

Het overige materiaal is aangetroffen op bij de vermoede vindplaats Sterkenburg. Dit

aardewerk is te dateren in de volle en late middel eeuwen. Het gaat om fragmenten

handgevormd kogelpot aardwerk, Paffrath, Pingsdorf aardewerk en één fragment

Andenne. De fragmenten zijn vrijwel allemaal afkomstig uit S5035 (laklaag). Twee

vondsten zijn gedaan in een greppel (S11.86).

Page 40: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 39

VNR Put Vlak Spoor Baksel Aantal Datering

7 6 1 5000 steengoed 1 15e-16e eeuw

20 11 1 5035 pingsdorf 1

21 11 1 5035 kogelpot 3

21 11 1 5035 paffrath 3

21 11 1 5035 Andenne 1

22 11 1 86 paffrath 2

22 11 1 86 kogelpot 1

24 12 1 5035 pingsdorf 2

26 12 1 5035 pingsdorf 1

26 12 1 5035 kogelpot 1

Paffrath komt in de 10e eeuw al in de regio al voor, wat is geconstateerd bij een

opgraving in Tiel.20 Ook Pingsdorf wordt vanaf die periode al geproduceerd. Het is

aannemelijk dat Pingsdorf ook in die vroege periode al in de regio voorkomt omdat

het aardwerk via de rivieren wordt aangevoerd. Beide baksels komen voor tot in de 13e

eeuw. Dit geldt ook voor het Andenne aardewerk waardoor de mogelijke vindplaats

niet nauwkeuriger te dateren is dan de 10e tot 13e eeuw.

De aanwezigheid van het materiaal in de greppel en de grondlagen van put 11 en 12

wijst op middeleeuwse bewoning in de directe omgeving van het onderzoeksgebied.

7.4 Vuur- en natuursteen

S. Knippenberg

Het veldwerk heeft een zeer klein aantal vuur – en natuursteen opgeleverd. Het gaat

slechts om één vuurstenen artefact (v.25) afkomstig van vondstlocatie 57 (put 5) en

drie natuurstenen afkomstig van de vindplaatsencluster 62. Al dit materiaal moet door

mensen naar de betreffende locaties zijn aangevoerd aangezien de fijn fluviatiele

afzettingen waarop de vindplaatsen gelegen zijn geen steen van enige omvang

bevatten. Over het vuurstenen artefact valt niet meer te zeggen dat het een door

verbranding uit elkaar sprongen primaire afslag betreft, afkomstig van terrasvuursteen.

Dit stuk laat zich niet nader dateren dan prehistorisch.

Onder het natuursteen uit de vindplaatscluster bevindt zich een werktuigfragment,

afkomstig uit put 6. Het betreft een zandstenen fragment met een duidelijk egaal

afgesleten plat gebruiksvlak, waarschijnlijk afkomstig van een passief gebruikt

werktuig. De kleine omvang van het stuk (4,8 cm) staat een goede duiding van het type

werktuig in de weg. Gezien de middelgrove korrelgrootte en het feit dat het vlak nog

lichtelijk ruw is het aannemelijker om te veronderstellen dat het om een maalsteen-

dan dat het om een slijpsteenfragment gaat. Het fragment vertoont sporen van

verbranding.

De andere twee stenen betreffen een door verbranding gebroken rolsteen van

kwartsiet afkomstig uit laag S5035 en een ondefinieerbaar fragment kwartsitische

zandsteen afkomstig uit S7.69. Beide stukken vertonen geen sporen van gebruik.

Mogelijk dat de verbrande rolsteen een kooksteen vertegenwoordigt.

Het steenmateriaal bezit geen specifieke kenmerken die een nadere datering mogelijk

maken. Het materiaal past goed binnen een laatprehistorische nederzettingscontext,

echter een latere middeleeuwse datering behoort ook tot de mogelijkheden

Concluderend kan gesteld worden dat het veldwerk slechts een gering aantal vuur- en

natuursteen heeft opgeleverd, dat sterk gefragmenteerd is en voor het grootste deel

20 Verhoeven 2011.

Tabel 7.1Determinaties van het middeleeuwse aardewerk.

Page 41: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

40 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

sporen van verbranding vertoont. De geringe hoeveelheid materiaal laat zich moeilijk

duiden en staat een verdere specificatie van aard en ouderdom van de vindplaatsen in

de weg.

7.5 Dierlijk bot

J. Aal

7.5.1 Inleiding

In totaal zijn 81 dierlijke resten gevonden tijdens het proefsleuvenonderzoek (bijlage

3). Tijdens het determinatieproces zijn alle onderzochte resten ingevoerd in een

databasebestand ontworpen in opdracht van Archeoplan Eco. De gegevens van elk

individueel skeletelement zijn geregistreerd conform het Laboratoriumprotocol

Archeozoölogie, uitgebracht door de toenmalige Rijksdienst voor het Oudheidkundig

Bodemonderzoek. In het databasebestand krijgt elk skeletelement automatisch een

uniek volgnummer toegewezen om zo specifieke vondsten te kunnen identificeren en

terugvinden; dit volgnummer staat bekend als het ZOO_ID.

Tot de gedocumenteerde gegevens behoren – indien identificeerbaar – de dierklasse,

diersoort (of diergrootte), het skeletelement, gewicht, fragmentgrootte en de

gerelateerde zone(s) en het geslacht. Wanneer een skeletelement van zoogdier niet op

soort gebracht kon worden, is getracht het in te delen in een grootteklasse. Deze zijn

groot zoogdier, middelgroot zoogdier en klein zoogdier. De categorie zoogdier bevat

skeletelementen die (door hun kleine fragmentgrootte) niet op soort gebracht noch in

een grootteklasse geplaatst zijn. Schaap (Ovis aries) en geit (Capra hircus) kunnen op

morfologisch niveau nauwelijks worden onderscheiden, vandaar dat resten van deze

diersoorten in een overkoepelende groep zijn geplaatst.

Tevens is informatie over de (slacht)leeftijden verzameld. Deze informatie is verkregen

door het noteren van slijtagestadia van gebitselementen en vergroeiingstadia van

de skeletelementen. De registratieprocedure voor het bepalen van de (slacht)leeftijd

op basis van gebitselementen is gebaseerd op een methodiek ontwikkeld door

Grant. De door haar gestelde leeftijdscategorieën voor rund en varken zijn afgeleid

van onderzoek uitgevoerd door Halstead en die voor schaap/geit door Payne. Door

het lage aantal gebitselementen, is het slechts voor één gebit mogelijk om er een

leeftijd aan te binden. Een andere methode voor het bepalen van de (slacht)leeftijd is

gebaseerd op de mate van vergroeiing van skeletelementen. Habermehl heeft voor

verscheidene diersoorten onderzocht op welke leeftijden delen van skeletelementen

fuseren en welke kenmerken zichtbaar zijn tijdens de verschillende vergroeiingstadia.

De hieronder besproken resultaten zijn gebaseerd op zijn analyses.

Bijzondere kenmerken op de dierlijke resten, zoals (in dit geval) vraatsporen zijn ook

beschreven. Geen van de dierlijke resten was compleet genoeg om geschikte maten te

nemen voor het reconstrueren van de schofthoogte.

7.5.2 Resultaten

De 81 onderzochte dierlijke resten vormen samen de restanten van 61

skeletelementen. Ongeveer de helft van de skeletelementen zijn op soort gebracht.

Het grootste gedeelte van het materiaal is afkomstig van rund (Bos taurus) en groot

Page 42: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 41

zoogdier. Daarnaast is er van zowel schaap / geit als varken (Sus domesticus) één

skeletelement gedetermineerd (Tabel 7.2 & Tabel 7.3). De kleine hoeveelheid materiaal

is, afhankelijk van het fragment, matig tot goed geconserveerd en vrij gefragmenteerd

(bijlage 3). Het relatief hoge aantal grote zoogdierresten is veroorzaakt door de sterke

fragmentatie van een runderonderkaak (v.23); veel van de inmiddels onherkenbare en

niet passende stukken behoren vermoedelijk tot ditzelfde skeletelement.

De dierlijke resten zijn afkomstig uit vier verschillende vindplaatsen die dateren uit het

laat neolithicum tot de ijzertijd en de late middeleeuwen. De resultaten van het zoöar-

cheologisch onderzoek worden hieronder per vindplaats en periode besproken, waarbij

eventuele bijzonderheden zullen worden uitgelicht. Een nadeel is dat het slechts om

een handvol resten per vindplaats gaat, waardoor het enkel mogelijk is suggererende

opmerkingen te plaatsen over het dieet en de bestaanseconomie van de lokale

bewoners door de tijd heen.

Vindplaats 8 Op vindplaats 8 uit de vroege bronstijd zijn zes skeletelementen aangetroffen, deze

zijn afkomstig uit kuilen en (vondst)lagen. Enkele gebitselementen en pijpbeenderen

van rund zijn op soort gedetermineerd. De distale vergroeiing van een spaakbeen wijst

uit dat dit dier minstens 3½ jaar oud geworden is. Naast de runderbotten zijn er enkele

pijpbeenfragmenten gevonden die niet op soort gebracht konden worden.

Vindplaats 62 De 15 onderzochte dierlijke resten van deze vindplaatsen uit de periode late bronstijd-

ijzertijd behoren tot rund en varken. Daarnaast zijn er enkele kleine fragmenten die

niet op soort gedetermineerd zijn. De resten zijn afkomstig uit een paalkuil en diverse

(vondsten)lagen. De aangetroffen schouderbladen van rund en varken tonen aan

dat de dieren respectievelijk ouder zijn geworden dan 7 maanden en één jaar. Een

ander schouderbladfragment van rund (ZOO_ID: 19) vertoont vraatsporen van kleine

knaagdieren (mogelijk ter grootte van rat).

Klasse Soort Latijnse naamAantal

skeletelementen Aantal fragmentenGewicht

(g)Min. aantal individuen

Zoogdier Rund Bos taurus 29 48 672,5 3

Schaap / geit Ovies aries / Capra hircus 1 1 11,7 1

  Varken Sus domesticus 1 1 17,1 1

Groot zoogdier 24 25 43,3 Zoogdier 6 6 15,6  

Totaal     61 81 760,2 5

Tabel 7.2 Soortenoverzicht dierlijke botresten.

Skeletelement Rund Schaap / geit Varken Groot zoogdier Zoogdier Totaal  

Gebitselement bovenkaak 3       3 Dentes superior

Onderkaak 8   1   9 Mandibula

Gebitselement onderkaak 7         7 Dentes inferior

Gebitselement, onbekend 1     1   2  

              Schouderblad 5   1 1 1 8 Scapula

Opperarmbeen 1         1 Humerus

Spaakbeen 1         1 Radius

Middenhandsbeen 2         2 Metacarpus

            Bekken 1 1       2 Pelvis

  Pijpbeen, onbekend 1 2 3 Niet te determineren       20 3 23 Totaal 29 1 1 24 6 61  

Tabel 7.3 Overzicht van de skeletelementen per soort.

Page 43: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

42 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Vindplaats SterkenburgDe jongste grondsporen uit de late middeleeuwen bevatten de grootste hoeveelheid

dierlijk botmateriaal, uit een laat middeleeuwse greppel en kuil zijn 40 skeletelementen

afkomstig. Hiervan behoort een groot aantal tot rund en groot zoogdier. Uit de kuil

is ook een fragment van een bekken van schaap / geit afkomstig. Zoals hierboven al

is aangestipt behoord waarschijnlijk een deel van de niet op soort gedetermineerde

resten tot de runderonderkaak uit vondstnummer 23. De gefragmenteerde

gebitselementen uit de linker onderkaak komen sterk overeen qua slijtagepatroon en

lijken ook tot eenzelfde individu te behoren. Wanneer de bepaalde slijtagestadia aan

een leeftijd gekoppeld worden komt hieruit dat het individu in de klasse “zeer oud”

valt. Eén van de onderkaakfragmenten van rund (v.23, ZOO_ID: 39) bevatte lichte

sporen van kleine knaagdierenvraat. Deze sporen zijn echter kleiner en oppervlakkiger

van aard dan de sporen op het schouderblad, waardoor wordt verwacht dat de dader in

dit geval een dier ter grootte van een muis zal zijn geweest.

7.5.3 Conclusie

De lage aantallen dierlijke resten per vindplaats / periode bieden een beperkt inzicht

in het formuleren van de samenstelling van het dieet of de bestaanseconomie van

de prehistorische en laatmiddeleeuwse bewoners. De resultaten die hierboven zijn

beschreven bevestigen het beeld dat in elke periode runderen de hoofdcomponent van

de kudde vormden met in mindere mate varken en schaap / geit. Of de veehouderij

zich voornamelijk focuste op het produceren van vlees, melk of wol is uit het materiaal

echter niet af te leiden. De conservering van het materiaal op de verschillende

vindplaatsen is vergelijkbaar en goed genoeg om met meer materiaal interessante

uitspraken te kunnen doen over ontwikkelingen van de voedseleconomie in het gebied.

7.6 Metaal

In put 6 is een koperen gesp gevonden (v. 8) die afkomstig is uit de bouwvoor. De gesp

is industrieel gemaakt. Door de herkomst uit de bouwvoor en recente datering is de

informatiewaarde laag.

Page 44: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 43

Synthese

8.1 Conclusie

Tijdens het vooronderzoek zijn door middel van boringen en veldkarteringen

vondstlocaties of mogelijke vindplaatsen vastgesteld. Bij de aanleg van de

proefsleuven zijn niet op al deze locaties daadwerkelijk archeologische resten in de

ondergrond vastgesteld. Hierdoor zijn enkele vindplaatsen komen te vervallen: de

randzone van vindplaats 9, vindplaats 49, 50 en vindplaats 61. Omdat het niet om

vindplaatsen gaat, komen deze nummers ook niet in aanmerking voor waardering.

Uiteindelijk blijven drie vindplaatsen over voor waardering: vindplaats 8, vindplaats 62

en vindplaats Sterkenburg.

Op vindplaats 8 zijn meerdere sporen aangetroffen waaronder enkele mogelijke

spiekers. Op basis van een 14C datering gaat het om sporen uit de vroege bronstijd.

Deze zijn bij een eerder grootschalige en nabijgelegen opgraving nog niet

aangetroffen. Mogelijk bevind zich een grotere huisplattegrond op deze locatie.

Wanneer gekeken wordt naar de opgravingsresultaten van de grootschalige opgraving

kunnen het ook off-site structuren zijn. Hier zijn verder geen uitspraken over te doen

vanwege de vorm van het proefsleuvenonderzoek. Om de vindplaats te duiden en

waarderen was een ander puttenplan noodzakelijk geweest.

Ter hoogte van vindplaats 62 zijn meerdere sporen gevonden die duiden op late bron-

stijd-ijzertijdbewoning, waaronder een spieker.

Ter hoogte van de Prijsseweg (vindplaats Sterkenburg) zijn enkele greppels gevonden,

net als aardewerk fragmenten uit de volle middeleeuwen. Het lijkt er op dat in de buurt

of directe omgeving een vindplaats uit deze periode aanwezig is. Op basis van een

enkele proefsleuf is hier alleen geen uitspraak over te doen.

8.2 Waardering en advies

Archeologische vindplaatsen worden gewaardeerd aan de hand van richtlijnen van

de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA). Daarbij wordt aan de

hand van verschillende parameters een waardeoordeel gegeven over vindplaatsen,

namelijk of ze al dan niet behoudenswaardig zijn. In de eerste plaats wordt nagegaan

of vindplaatsen vanwege hun belevingswaarde, op basis van de criteria schoonheid of

herinnering (met een score van 1 tot 3 per criterium), als behoudenswaardig getypeerd

kunnen worden. De vindplaatsen worden vervolgens op hun fysieke kwaliteit

beoordeeld: in principe wordt een vindplaats als behoudenswaardig aangemerkt,

indien de criteria gaafheid en conservering samen bovengemiddeld (vijf of zes punten)

scoren. Bij een middelmatige tot lage score (vier punten of minder), wordt naar de

inhoudelijke kwaliteitscriteria gekeken om te bepalen of het terrein toch behoudens-

waardig is. Indien te verwachten is dat op een van de inhoudelijke criteria ‘hoog’ (7

punten of meer) wordt gescoord, wordt de vindplaats ook in principe behoudenswaar-

dig geacht. Dit ‘vangnet’ heeft tot doel te voorkomen dat terreinen die van beperkte

fysieke kwaliteit zijn, maar desondanks inhoudelijk van groot belang, niet behouden

worden.

Op basis van deze parameters en de bijbehorende criteria volgt nu per vindplaats een

waardering van de aangetroffen sporen en vondsten.

8

Page 45: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

44 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

8.2.1 Vindplaats 8

waarden criteria score

Beleving Schoonheid n.v.t.

Herinneringswaarde n.v.t.

Fysieke kwaliteit Gaafheid 2

Conservering 2

Inhoudelijke kwaliteit Zeldzaamheid 3

Informatiewaarde 3

Ensemblewaarde 2

Representativiteit 1

De aspecten schoonheid en herinneringswaarden hebben voornamelijk betrekking op

zichtbare monumenten en zijn zodoende niet van toepassing. De waarde zal daarom

moeten blijken uit de fysieke en inhoudelijke kwaliteit.

De vindplaats uit de vroege bronstijd scoort middelhoog op gaafheid (2 punten). De

aanwezigheid van sporen onder een intacte vegetatiehorizont wijzen op een goede

fysieke kwaliteit. Het is echter niet duidelijk of er een erf is aangesneden, of de

putten ter hoogte van een randzone van een erf liggen. Bovendien zijn er nauwelijks

mobilia in situ aangetroffen. Ook de conservering scoort middelhoog (2 punten).

De aanwezigheid van bot en hout wijst op een redelijke conservering van organisch

materiaal, maar er behalve één welpaal en zes botten is er geen enkel vondstmateriaal

aangetroffen. De totaalscore bedraagt 4 punten. Er wordt daarom naar de inhoudelijke

kwaliteitscriteria gekeken, om te bepalen of de vindplaats toch behoudenswaardig is.

142050

142050

142100

142100

4396

50

4396

50

4397

00

4397

00

N

25m0

Advies Archol omvang vindplaats 8

Figuur 8.1 Begrenzing van de behoudenswaardige vindplaats 8.

Tabel 8.1 Scoretabel waardering vindplaats 8.

Page 46: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 45

Vroege-bronstijdvindplaatsen met grondsporen en een intacte bodemlaag komen in

het rivierengebied maar zelden voor. De vindplaats scoort daarom hoog (3 punten op

zeldzaamheid). Juist omdat er maar weinig bekend is over huisplattegronden en erven

uit deze periode, terwijl vindplaats 8 een mogelijk erf betreft, is er ook sprake van

een hoge informatiewaarde (3 punten). De vindplaats scoort middelhoog (2 punten)

op ensemblewaarde. Slechts ca. 200 m ten westen van vindplaats 8 is vindplaats

6 opgegraven, waarbij ook vondsten uit de vroege bronstijd zijn gedaan21, maar

geen sporen zijn aangetroffen. Wel zijn nederzettingssporen uit jongere perioden

aangetroffen. Vindplaats 8 levert een interessante toevoeging aan de bewoningsge-

schiedenis van Parijsch-Zuid. Omdat er weinig vergelijkbare vindplaatsen van goede

kwaliteit uit de vroege bronstijd bekend zijn uit de regio, scoort de vindplaats laag (1

punt) op representativiteit.

Concluderend is de vindplaats op basis van inhoudelijke kwaliteit behoudenswaardig

(totaal van 9 punten).

Figuur 8.1 geeft de begrenzing van de behoudenswaardige vindplaats 8 weer. Hierbij

moet worden opgemerkt dat de begrenzing onzeker is, gezien de beperkte omvang

van het proefsleuvenonderzoek, waardoor er onduidelijkheid is over de aan- of

afwezigheid van grotere structuren.

8.2.2 Vindplaats 62

waarden criteria score

Beleving Schoonheid n.v.t.

Herinneringswaarde n.v.t.

Fysieke kwaliteit Gaafheid 3

Conservering 2

Inhoudelijke kwaliteit Zeldzaamheid

Informatiewaarde

Ensemblewaarde

Representativiteit

Ook voor deze vindplaats geldt dat de aspecten schoonheid en herinneringswaar-

den niet van toepassing zijn en de waarde daarom moet blijken uit de fysieke en

inhoudelijke kwaliteit.

In het zuidoostelijk deel van de vindplaats, ter hoogte van put 6 en 7 zijn sporen van

een erf uit de ijzertijd aangetroffen, die worden afgedekt door een vondstlaag. Op

basis hiervan scoort dit deel van de vindplaats hoog op gaafheid (3 punten). Verder

in het noorden van de vindplaats, in put 16, is daarnaast een spieker aangetroffen,

die als off site fenomeen wordt geïnterpreteerd. De vindplaats scoort middelhoog

op conservering (2 punten). Vondstmateriaal is aanwezig in zowel de afdekkende

bodemlaag als in de grondsporen, organisch vondstmateriaal is echter niet

aangetroffen. Gezien de totaalscore van 5 punten betreffende de fysieke kwaliteit,

wordt de vindplaats behoudenswaardig geacht. Dit geldt echter alleen voor het

zuidoostelijk deel van de vindplaats, rond de putten 6 t/m 8. Figuur 8.2 geeft de

begrenzing van de behoudenswaardige vindplaats 8 weer.

21 Verhelst, Porreij-Lyklema & Willemse 2015, 297.

Tabel 8.2 Scoretabel waardering vindplaats 62.

Page 47: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

46 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

8.2.3 Vindplaats Sterkenburg

waarden criteria score

Beleving Schoonheid n.v.t.

Herinneringswaarde n.v.t.

Fysieke kwaliteit Gaafheid 1

Conservering 2

Inhoudelijke kwaliteit Zeldzaamheid 1

Informatiewaarde 1

Ensemblewaarde 1

Representativiteit 1

Ook voor deze vindplaats geldt dat de aspecten schoonheid en herinneringswaar-

den niet van toepassing zijn en de waarde daarom moet blijken uit de fysieke en

inhoudelijke kwaliteit.

De vindplaats scoort laag op fysieke kwaliteit. De bodemopbouw is in principe intact

maar er zijn vrij weinig sporen aanwezig. Er zijn vrijwel alleen greppels gevonden,

waardoor de inhoudelijke kwaliteit ook laag is (minder dan 7 punten). Deze vindplaats

wordt dan ook niet behoudenswaardig geacht.

62

61

61

62

61

61

141300

141300

141400

141400

141500

14150043

9500

4395

00

4396

00

4396

00

N

50m0

vondstlocaties 61 en 62 uit vooronderzoek RAAP

advies Archol omvang vindplaats 62Figuur 8.2 Begrenzing van het behoudenswaardige deel van de vindplaats 62.

Tabel 8.3 Scoretabel waardering vindplaats Sterkenburg.

Page 48: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 47

8.3 Beantwoording onderzoeksvragen

1. Wat is aard, omvang/begrenzing, datering, functie en kwaliteit van de vindplaats(en)

en de ter plekke aangetroffen archeologische resten? Splits deze indien van toepassing

uit per individuele vindplaats.

Op vondstlocatie 8 uit het vooronderzoek bevindt zich een vroege-bronstijdvindplaats

(vindplaats 8) die van redelijk goede kwaliteit en conservering is. Vindplaats 62 (ter

hoogte van vondstlocaties 49, 50, 61 en 62) heeft bewoningssporen uit de late brons-

tijd-ijzertijd opgeleverd die afgedekt zijn door een vondstlaag. Langs de Prijsseweg is

geen behoudenswaardige vindplaatsen gevonden. De begrenzing van de vindplaatsen

zijn weergegeven in Figuur 8.1 & Figuur 8.2.

2. Wat zijn de gaafheid en de conserveringstoestand van de vindplaats, zowel qua

sporen, structuren en de diverse materiaalcategorieën? Wat is de aard van eventuele

verstoringen?

Verstoringen zijn niet aangetroffen. De vindplaatsen zijn goed geconserveerd,

botmateriaal is nog aanwezig en ook hout is nog geconserveerd. De grondsporen zijn

vrij intact en zijn afgedekt door de originele vegetatiehorizonten of zelfs vondstlagen.

3. Is er sprake van stratigrafisch gescheiden sporenniveaus? Wat is de aard en de

datering van de diverse sporenniveaus en wat is hun begrenzing in het verticale en

horizontale vlak?

Ter hoogte van vindplaats 8 is sprake van twee niveaus. onder de onderste vegetatie-

horizont bevinden zich sporen uit de vroege bronstijd. De bovenste vegetatiehorizont,

direct onder de bouwvoor, dateert waarschijnlijk uit de late bronstijd-ijzertijd maar dit

is niet met zekerheid vast te stellen.

4. Wat is de onderlinge relatie tussen de aangetroffen resten, de vastgestelde

stratigrafie, de bodemgesteldheid en het landschap (geomorfologie en reliëf)? Zo ja,

hoe is dat te verklaren en hoe is dit in de toekomst te herkennen?

zie vraag 5.

5. Is er een relatie tussen de landschappelijke ligging (geomorfologie, reliëf en bodem) en

de conservering van de archeologische resten?

De archeologische resten bevinden zich op een diep niveau waardoor deze niet

verstoord zijn. Ze zijn afgedekt door een cultuurlaag of een vegetatiehorizont.

Ook organisch materiaal is bewaard gebleven. Landschappelijk gezien liggen de

archeologische resten in een kleiig rivierengebeid waardoor deze conservering goed is

te noemen.

6. Wat zijn de verbanden van de hier aangetroffen sporen met vindplaatsen uit de

(naaste) omgeving? Tot welke (grotere) vindplaats behoren de aangetroffen sporen en

vondsten? Sluiten bepaalde vindplaatsen aan op reeds onderzochte vindplaatsen en

wat zou dit kunnen betekenen?

De sporen van vindplaats 8 en 62 sluiten aan op de naast gelegen vindplaats 45 die

door RAAP is onderzocht in 2012. Op deze vindplaats zijn indicaties gevonden voor

vroege bronstijd bewoning; dit is op vindplaats 8 definitief vastgesteld. Vindplaats

62 hoort waarschijnlijk bij de grotere ijzertijdvindplaats die zich waarschijnlijk heeft

uitgestrekt tot voorbij de visvijver.

Page 49: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

48 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

7. Waaruit bestaat de ondergrond en hoe zit de bodemopbouw in elkaar? Komt de

bodemopbouw overeen met de bestaande kennis?22 Zo nee, wat betekent dit en hoe is

dit te verklaren? Wat voegt (uitgebreid) onderzoek over de bodemopbouw nog toe aan

de bestaande kennis? Motiveer een duidelijk antwoord.

De ondergrond lijkt goed aan te sluiten zoals verwoord in het onderzoek van RAAP. Dit

onderzoek heeft geen aanvullende informatie opgeleverd.

8. Hoeveel relevante archeologische stratigrafische niveaus zijn er per ontdekte

vindplaats aanwezig en wat betekent dit voor het vervolgonderzoek?

Per vindplaats is 1 archeologisch niveau aangetroffen. Ter hoogte van vindplaat 8 zijn

wel twee vegetatiehorizonten aangetroffen, maar er zijn alleen archeologische resten

geassocieerd met het onderste niveau. Daarom is bij een vervolgonderzoek de aanleg

van één vlak waarschijnlijk voldoende.

9. Zijn er cultuurlagen aanwezig en hoe zit de verticale stratigrafie in elkaar? Wat is de

diepte en dikte van de cultuurlaag/cultuurlagen indien van toepassing?

Op vindplaats 62 is een cultuurlaag aanwezig die op een diepte van 45 cm –Mv. De laag

is ca. 20 cm dik. Deze bevindt zich direct onder de bouwvoor.

10. Wat voor informatie heeft dit proefsleuvenonderzoek opgeleverd over bewoning op/

langs de Schoonrewoerdse stroomgordel en/of crevasse van de Hennisdijk? Is dit

nieuwe informatie en/of geeft dit voldoende aanleiding tot het doen van uitgebreid

onderzoek bij een eventuele opgraving? Spits de relevante onderzoeksthematiek

toe op de vindplaatsen en geef aan wat bij eventueel vervolgonderzoek specifiek

onderzocht dient te worden.

De aanwezigheid van vooral nederzettingssporen uit de vroege bronstijd op vindplaats

8 en de ijzertijd bewoningssporen op vindplaats 62 betreffen nieuwe informatie. Ter

hoogte van vindplaats 62 werden geen ijzertijd-, maar Romeinse sporen verwacht.

Beide vindplaatsen komen in aanmerking voor vervolgonderzoek.

11. Wat zou van deze site(s) nader onderzocht moeten worden? Welke periode(n),

type vindplaats(en), materiaalcategorie(ën) verdienen nader onderzoek? Motiveer

uitgebreid het antwoord.

Vindplaats 8 en 62 komen in aanmerking voor vervolgonderzoek. Het gaat om een

vroege-bronstijdvindplaats en een late-bronstijd/ijzertijd vindplaats. Vanwege de hoge

conserveringsgraad is het verstandig alle materiaal categorieën te onderzoeken en een

vergelijking te maken met het grootschalige onderzoek van RAAP uit 2012.

22 Makaske 1998; paleogeografische informatie van Berendsen, Stouthamer en Cohen 2001-2012; en archeologisch veldonderzoek Odé & Haartsen 1997; Molenaar & Haartsen 2005; Verhelst 2012.

Page 50: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 49

Literatuur

Grant, A., 1982. The use of tooth wear as a guide to the age of domestic ungulates.

In: B. Wilson, C. Grigson en S. Payne (red), Ageing and Sexing Animal Bones from

Archaeological Sites, Oxford: Archaeopress, 223-250 (= BAR British Series 109).

Habermehl, K.-H., 1975. Die Altersbestimmung bei Haus- und Labortieren: 2.,

vollständig neubearbeitete Auflage. Berlin: Verlag Paul Parey.

Halstead, P., 1985. A Study of Mandibular Teeth from Romano-British Contexts at

Maxey. In: F. Pryor, C. French, D. Crowther, D. Gurney, G. Simpson en M. Taylor (red),

The Fenland Project, No. 1: Archaeology and Environment in the Lower Welland Valley,

Volume 1, Cambridge: Cambridgeshire Archaeological Committee, 1219-24 (= East

Anglian Archaeology 27).

Heunks, E. 2007, Archeologische Verwachtingskaart Gemeente Culemborg, RAAP-rapport

1438, Weesp

Lauwerier, R.C.G.M., 1997, Laboratorium protocol archeozoölogie – ROB. Amersfoort:

Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek.

Linden, B. A. van der 2007, Archeologische begeleiding, Parijsch te Culemborg,

Syntegra rapport P0502050, Doetinchem.

Makaske, B. 1998, Anastomosing Rivers, Forms, Processes and Sediments

(Netherlands Geographical Studies 249), Utrecht.

Mietes, E.K., 2014: Programma van Eisen Culemborg Parijsch-Zuid.

Molenaar, S. en A. Haartsen 2005: Plangebied Parijsch-Zuid, Gemeente Culemborg, een

cultuurhistorische effectrapportage (CHER), RAAP-rapport 1120, Weesp.

Odé, O. & A. Haartsen 1997, Gemeente Culemborg, Cultuurhistorische Effectrapportage

Plangebied Parijsch (inclusief Bijlage 1), RAAP-rapport 243, Amsterdam.

Payne, S., 1973. Kill-off Patterns in Sheep and Goats: The Mandibles of Aşvan Kale. In:

D. French (red), Aşvan 1968-1972: An Interim Report, London: The British Institute of

Archaeology at Ankara, 281-303 (= Anatolian Studies 23).

Roode, S. van, 2008: Archeologisch Beleidsplan Culemborg, Past2Present Rapportage

489, Woerden

Verhelst, E.M.P, 2011: Plangebied Parijsch-Zuid, Gemeente Culemborg, Archeologisch

vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven,

RAAP-rapport 2523, Weesp.

Verhelst, E.M.P., T.E. Porreij-Lyklema, T. E en N.W. Willemse, 2015: Prehistorie onder

de Prijs Bewoningssporen uit de vroege en midden ijzertijd te Culemborg-Hoge Prijs

Archeologisch onderzoek: een opgraving, Raap-rapport 2991, Weesp.

Page 51: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

50 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Verhoeven, A.A.A. 2011, Middeleeuws gebruiksaardewerk in Nederland (8ste-13de eeuw),

Amsterdam Archeologische Studies 3, Amsterdam.

Page 52: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 51

Lijst van figuren

Figuur 1.1 Ligging van het plangebied.

Figuur 1.2 Fasering van het plangebied met origineel puttenplan uit het programma

van eisen (Mietes 2014).

Figuur 3.1 Vastgestelde vindplaatsen op basis van de cultuurhistorische effect

rapportage.

Figuur 3.2 Putten geprojecteerd op de Topografisch Militaire Kaart van 1850.

Figuur 3.3 Tijdstabel.

Figuur 4.1 Putten geprojecteerd op de geomorfologische kaart.

Figuur 4.2 Putten geprojecteerd op de bodemkaart.

Figuur 4.3 Putten geprojecteerd op de AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland).

Figuur 5.1 Puttenkaart met nummers en beschreven profielen (p), in rood zijn de

vondstlocaties uit het RAAP-vooronderzoek weergegeven.

Figuur 6.1 Profiel 2.11 ter hoogte van vindplaats 8. Direct onder de bouwvoor is nog

net een donkere band zichtbaar, een restant van een vegetatiehorizont. Daaronder

een bruine kleilaag die licht zandig is. De donkere laag 20 cm daaronder is een tweede

vegetatiehorizont/laklaag en bevindt zich op 0,73 m +NAP. Onder deze laag bevonden

zich vroege- bronstijdsporen.

Figuur 6.2 Sporenoverzicht van vindplaats 8 met putnummers: in het midden bevindt

zich een waterkuil. De begrenzing van vondstlocatie 8 uit het RAAP-vooronderzoek is

eveneens geprojecteerd (rood).

Figuur 6.3 Eén van de spiekers op vindplaats 8 (put 3).

Figuur 6.4 Profiel in put 5.15, waarin de overgang van het fijnere silt naar het grovere

zand de overgang naar de oever markeert (foto richting het noorden).

Figuur 6.5 Sporenoverzicht put 1 & 5, met als achtergrond de Topografisch Militaire

Kaart van 1850.

Figuur 6.6 Profiel 6.20 met daarin de grijze gereduceerde vondstlaag.

Figuur 6.7 Profiel 9.28 met zware komachtige klei.

Figuur 6.8 Sporenoverzicht van vindplaats 62 met putnummering en de originele

vondstlocatienummers uit het RAAP-vooronderzoek (rood).

Figuur 6.9 Detail van vindplaats 62: de sporenconcentratie in put 6 en 7. In rood is

tevens de begrenzing van vondstlocatie 62 uit het RAAP-vooronderzoek weergegeven.

Figuur 6.10 Cluster kuil- en greppelsporen op vindplaats 62, in het oosten van put 6.

Mogelijk de resten van een gebouwplattegrond.

Figuur 6.11 Put 16 met sporen van vermoedelijk een vierpalige spieker in het midden.

In rood is tevens de begrenzing van vondstlocatie 50 uit het RAAP-vooronderzoek

weergegeven.

Figuur 6.12 Profiel 6.35 met komachtige afzettingen en onderin een vegetatiehorizont.

Figuur 6.13 Sporenoverzicht van vindplaats Sterkenburg met putnummering: in

de westelijke helft is een drainage met daaronder een mogelijke dierbegraving

aangetroffen.

Figuur 8.1 Begrenzing van de behoudenswaardige vindplaats 8.

Figuur 8.2 Begrenzing van het behoudenswaardige deel van de vindplaats 62.

Page 53: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

52 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Lijst van tabellen

Tabel 6.1 Structuren ter hoogte van vindplaats 8.

Tabel 7.1 Determinaties van het middeleeuwse aardewerk.

Tabel 7.2 Soortenoverzicht dierlijke botresten.

Tabel 7.3 Overzicht van de skeletelementen per soort.

Tabel 8.1 Scoretabel waardering vindplaats 8.

Tabel 8.2 Scoretabel waardering vindplaats 62.

Tabel 8.3 Scoretabel waardering vindplaats Sterkenburg

Page 54: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 53

VN

Rom

schr

ijvin

gaa

ntal

gew

icht

(g)

put

vlak

vak

spoo

rty

pe s

poor

date

ring

cont

ext

vulli

ngse

gmen

top

mer

king

1APH

Aar

dew

erk

preh

isto

risch

153

,21

5020

laag

laat

-neo

lithi

cum

/vro

ege

bron

stijd

verm

oede

lijk

acht

ergr

ondr

uis

vind

plaa

ts 8

1BO

TBo

t onb

epaa

ld3

18,7

150

20la

agla

at-n

eolit

hicu

m/v

roeg

e br

onst

ijdve

rmoe

delij

k ac

hter

gron

drui

s vi

ndpl

aats

8

2BO

TBo

t onb

epaa

ld10

66,9

11

5020

laat

-neo

lithi

cum

/vro

ege

bron

stijd

verm

oede

lijk

acht

ergr

ondr

uis

vind

plaa

ts 8

2APH

Aar

dew

erk

preh

isto

risch

217

,51

150

20(v

onds

t)la

agvr

oege

bro

nstij

dve

rmoe

delij

k er

f vin

dpla

ats

8

3BO

TBo

t onb

epaa

ld5

60,1

21

150

40(v

onds

t)la

agvr

oege

bro

nstij

dve

rmoe

delij

k er

f vin

dpla

ats

8

4BO

TBo

t onb

epaa

ld1

11,7

21

17ku

ilvr

oege

bro

nstij

dve

rmoe

delij

k er

f vin

dpla

ats

81

1

6BO

TBo

t onb

epaa

ld1

122,

22

119

kuil

vroe

ge b

rons

tijd

verm

oede

lijk

erf v

indp

laat

s 8

25BO

TBo

t onb

epaa

ld2

18,3

51

6000

late

bro

nstij

d/ijz

ertij

dve

rmoe

delij

k ac

hter

gron

drui

s IJ

T-vi

ndpl

aats

91

25A

PHA

arde

wer

k pr

ehis

toris

ch3

12,9

51

6000

1

25SX

XSt

een

onbe

paal

d1

2,5

51

6000

1

9APH

Aar

dew

erk

preh

isto

risch

114

,96

147

laag

late

bro

nstij

d/ijz

ertij

dvo

ndst

laag

erf

vp

621

10BO

TBo

t onb

epaa

ld3

116,

66

15

5035

(von

dst)

laag

vroe

ge/m

idde

n br

onst

ijdvo

ndst

laag

erf

vp

62

10A

PHA

arde

wer

k pr

ehis

toris

ch3

44,1

61

550

35(v

onds

t)la

agvr

oege

/mid

den

bron

stijd

vond

stla

ag e

rf v

p 62

11SX

XSt

een

onbe

paal

d1

52,7

61

650

grep

pel

late

bro

nstij

d/ijz

ertij

der

f vp

621

11A

PHA

arde

wer

k pr

ehis

toris

ch2

9,9

61

650

grep

pel

late

bro

nstij

d/ijz

ertij

der

f vp

621

12A

PHA

arde

wer

k pr

ehis

toris

ch1

16,6

61

950

35(v

onds

t)la

agvr

oege

/mid

den

bron

stijd

vond

stla

ag e

rf v

p 62

13A

PHA

arde

wer

k pr

ehis

toris

ch1

4,3

61

750

35(v

onds

t)la

agvr

oege

/mid

den

bron

stijd

vond

stla

ag e

rf v

p 62

13SX

XSt

een

onbe

paal

d1

146,

96

17

5035

(von

dst)

laag

vond

stla

ag e

rf v

p 62

13BO

TBo

t onb

epaa

ld3

29,3

61

750

35(v

onds

t)la

agvo

ndst

laag

erf

vp

62

14BO

TBo

t onb

epaa

ld1

17,2

71

171

paal

kuil

late

bro

nstij

d/ijz

ertij

der

f vp

621

15SX

XSt

een

onbe

paal

d1

65,6

71

69ku

illa

te b

rons

tijd/

ijzer

tijd

erf v

p 62

1

15A

PHA

arde

wer

k pr

ehis

toris

ch5

24,5

71

69ku

illa

te b

rons

tijd/

ijzer

tijd

erf v

p 62

1

16A

PHA

arde

wer

k pr

ehis

toris

ch1

15,5

71

73pa

alku

illa

te b

rons

tijd/

ijzer

tijd

erf v

p 62

1

17A

PHA

arde

wer

k pr

ehis

toris

ch1

17,8

993

5050

laag

late

bro

nstij

d/ijz

ertij

dvo

ndst

laag

erf

vp

621

18BO

TBo

t onb

epaa

ld1

4,3

91

550

40la

agla

te b

rons

tijd/

ijzer

tijd

vond

stla

ag e

rf v

p 62

19BO

TBo

t onb

epaa

ld8

125,

19

17

5040

laag

late

bro

nstij

d/ijz

ertij

dvo

ndst

laag

erf

vp

62

20A

ME

Aar

dew

erk

mid

dele

euw

en1

10,1

111

750

35la

te m

idde

leeu

wen

off s

ite v

p Pr

ijsse

Weg

21A

ME

Aar

dew

erk

mid

dele

euw

en7

9211

15

5035

late

mid

dele

euw

enof

f site

vp

Prijs

se W

eg

22BO

TBo

t onb

epaa

ld4

13,1

111

86gr

eppe

lla

te m

idde

leeu

wen

off s

ite v

p Pr

ijsse

Weg

11

22A

ME

Aar

dew

erk

mid

dele

euw

en3

3511

186

grep

pel

late

mid

dele

euw

enof

f site

vp

Prijs

se W

eg1

1

23BO

TBo

t onb

epaa

ld32

181,

112

189

kuil

late

mid

dele

euw

enof

f site

vp

Prijs

se W

eg1

24A

ME

Aar

dew

erk

mid

dele

euw

en2

78,2

121

5035

laag

late

mid

dele

euw

enof

f site

vp

Prijs

se W

eg1

ping

sdor

f

26A

ME

Aar

dew

erk

mid

dele

euw

en2

53,5

121

950

35la

te m

idde

leeu

wen

off s

ite v

p Pr

ijsse

Weg

Bijlage 1 Vondstenlijst

Page 55: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

54 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Page 56: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 55

put vlak spoor type contour gecoupeerd afgewerkt NAP (m) diepte (cm) datering structuur opmerking1 1 1 vlek scherp ja ja 101 1 2 kuil scherp ja nee 1,01 12 vermoedelijk toch depressie S50201 1 3 kuil scherp ja nee 0,93 8 vermoedelijk toch depressie S50201 1 4 staak scherp ja ja 0,97 141 1 5 staak scherp ja ja 0,96 101 1 6 staak scherp ja ja 1,00 61 1 7 staak scherp ja ja 0,96 41 1 8 staak scherp ja ja 0,96 91 1 9 staak scherp ja ja 0,94 161 1 10 staak scherp ja ja 0,99 41 1 11 staak scherp ja ja 0,98 7 nieuwe tijd bkasteenbrokje gevonden bij

afwerken 1 1 12 staak scherp ja ja 0,97 51 1 13 staak scherp ja ja 1,00 201 1 14 staak scherp ja ja 1,00 91 1 15 staak scherp ja ja 1,00 61 1 16 staak scherp ja ja 0,97 31 1 999 recent scherp nee nee 0,561 1 5020 laag scherp nee nee 1,092 1 17 kuil scherp ja nee 0,59 52 prehistorie2 1 18 paalkuil scherp nee nee 0,62 14 prehistorie2 1 19 kuil scherp nee nee 0,65 prehistorie2 1 20 paalkuil scherp nee nee 0,61 prehistorie2 1 21 waterkuil scherp ja nee 0,62 112 prehistorie2 1 22 paalkuil scherp nee nee 0,56 prehistorie 12 1 23 paalkuil scherp nee nee 0,59 prehistorie 12 1 24 paalkuil scherp nee nee 0,58 prehistorie 12 1 25 kuil scherp nee nee 0,62 prehistorie2 1 26 paalkuil scherp nee nee 0,55 prehistorie 12 1 27 sloot scherp nee nee 0,61 nieuwe tijd met glazen beugelfles2 1 28 paalkuil scherp nee nee 0,63 prehistorie2 1 29 paalkuil scherp nee nee 0,55 prehistorie 12 1 5040 laag scherp nee nee 0,643 1 27 sloot scherp nee nee 0,66 nieuwe tijd3 1 30 kuil scherp nee nee 0,64 prehistorie3 1 31 paalkuil scherp nee nee 0,68 prehistorie 23 1 32 paalkuil scherp nee nee 0,67 prehistorie 23 1 33 paalkuil scherp nee nee 0,76 prehistorie 23 1 34 paalkuil scherp nee nee 0,75 prehistorie 23 1 35 paalkuil scherp nee nee 0,74 prehistorie3 1 36 paalkuil scherp nee nee 0,75 prehistorie3 1 37 paalkuil scherp nee nee 0,80 prehistorie3 1 38 sloot scherp nee nee 0,82 nieuwe tijd C4 1 39 greppel scherp ja nee 0,64 36 prehistorie4 1 40 sloot scherp nee nee 0,52 nieuwe tijd C5 1 41 recent scherp nee nee 0,45 recent drain5 1 42 kuil scherp ja nee 0,65 2 nieuwe tijd scherp begrensde kuilen5 1 43 sloot scherp nee nee 0,73 nieuwe tijd5 1 44 greppel scherp ja nee 0,62 36 nieuwe tijd C5 1 45 sloot scherp nee nee 0,44 nieuwe tijd5 1 6000 laag scherp nee nee 0,796 1 46 paalkuil scherp ja nee 1,05 35 prehistorie6 1 47 laag scherp ja nee 1,13 116 1 48 greppel scherp nee nee 1,16 nieuwe tijd van hoogniveau al te zien6 1 49 sloot scherp ja nee 0,83 70 nieuwe tijd6 1 50 greppel scherp ja nee 0,86 11 prehistorie zeer slecht zichtbaar in coupe6 1 51 paalkuil scherp nee nee 0,68 prehistorie6 1 52 greppel scherp nee nee 0,63 nieuwe tijd6 1 53 kuil scherp nee nee 0,62 prehistorie6 1 54 paalkuil scherp nee nee 0,61 prehistorie6 1 55 kuil scherp nee nee 0,62 prehistorie6 1 59 kuil scherp nee nee 0,64 prehistorie6 1 60 paalkuil scherp nee nee 0,39 prehistorie 36 1 61 kuil scherp nee nee 0,64 prehistorie

Bijlage 2 Sporenlijst

Page 57: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

56 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

put vlak spoor type contour gecoupeerd afgewerkt NAP (m) diepte (cm) datering structuur opmerking6 1 62 greppel scherp nee nee 0,36 prehistorie 36 1 63 kuil scherp nee nee 0,24 prehistorie6 1 64 kuil scherp nee nee 0,39 prehistorie6 1 65 paalkuil scherp nee nee 0,13 prehistorie 36 1 66 paalkuil scherp nee nee 0,16 prehistorie6 1 5000 laag scherp nee nee6 1 5035 laag scherp nee nee 0,63 grijze laag met vondsten6 2 56 paalkuil scherp nee nee 0,23 prehistorie6 2 57 paalkuil scherp nee nee 0,21 prehistorie6 2 58 paalkuil scherp ja nee 0,22 22 prehistorie7 1 67 greppel scherp ja nee 1,14 35 prehistorie7 1 68 paalkuil scherp ja nee 1,09 60 prehistorie7 1 69 kuil scherp nee nee 1,18 0 prehistorie7 1 70 paalkuil scherp nee nee 1,12 prehistorie7 1 71 paalkuil scherp nee nee 1,03 prehistorie7 1 72 sloot scherp nee nee 1,04 nieuwe tijd7 1 73 paalkuil scherp nee nee 0,72 prehistorie7 1 74 sloot scherp nee nee 0,64 nieuwe tijd7 1 75 paalkuil scherp nee nee 0,55 prehistorie8 1 76 sloot scherp nee nee 0,77 nieuwe tijd8 1 77 sloot scherp nee nee 0,56 nieuwe tijd9 1 78 sloot scherp nee nee 0,58 nieuwe tijd9 1 79 sloot scherp nee nee 0,48 nieuwe tijd9 1 5040 laag scherp nee nee 0,009 93 5050 laag scherp nee nee10 1 80 greppel scherp ja nee 0,36 30 nieuwe tijd aansluitend op profiel 3010 1 81 greppel scherp ja nee 0,57 60 nieuwe tijd10 1 82 greppel scherp nee nee 0,58 nieuwe tijd10 1 83 sloot scherp nee nee 0,92 nieuwe tijd10 1 84 SG scherp nee nee nieuwe tijd11 1 84 greppel scherp ja nee 0,21 50 nieuwe tijd11 1 85 sloot scherp nee nee 0,0811 1 86 greppel scherp ja nee -0,00 1011 1 87 greppel scherp ja nee -0,11 1011 1 88 greppel scherp ja nee -0,15 1511 1 5035 laag scherp nee nee12 1 89 kuil scherp nee nee -0,02 middeleeuwen mogelijk dierbegraving, niet vast te

stellen door drain12 1 999 recent scherp nee nee 0,0612 1 5035 laag scherp nee nee13 1 90 plantenkuil scherp nee nee 1,24 nieuwe tijd13 1 91 greppel scherp ja nee 1,24 20 nieuwe tijd + baksteen spikkels13 1 92 greppel scherp nee nee 1,24 nieuwe tijd13 1 93 greppel scherp nee nee 1,20 nieuwe tijd13 1 94 greppel scherp nee nee 1,39 nieuwe tijd13 1 95 greppel scherp nee nee 1,42 nieuwe tijd14 1 96 greppel scherp nee nee 1,07 nieuwe tijd14 1 97 greppel scherp nee nee 1,04 nieuwe tijd14 1 98 greppel scherp nee nee 1,04 nieuwe tijd15 1 99 greppel scherp nee nee 0,87 nieuwe tijd15 1 100 greppel scherp nee nee 0,81 nieuwe tijd15 1 101 greppel scherp nee nee 0,79 nieuwe tijd16 1 102 greppel scherp nee nee 0,79 nieuwe tijd16 1 103 greppel scherp nee nee 0,83 middeleeuwen16 1 104 natuurlijke

verstoringscherp ja nee 0,80

16 1 105 paalkuil scherp nee nee 0,79 ijzertijd 416 1 106 paalkuil scherp ja nee 0,80 20 ijzertijd 416 1 107 paalkuil scherp ja nee 0,75 10 ijzertijd 416 1 108 greppel scherp nee nee 0,69 nieuwe tijd16 1 109 paalkuil scherp nee nee 0,75 ijzertijd 416 1 110 greppel scherp nee nee 0,58 nieuwe tijd17 1 111 greppel scherp nee nee 0,63 nieuwe tijd17 1 112 greppel scherp nee nee 0,52 nieuwe tijd

Page 58: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 57V

NR

ZOO

_ID

Klas

seD

iers

oort

Skel

etel

emen

tD

eel

Frag

men

tgr

oott

ePr

oxim

ale

verg

roei

ing

Dis

tale

ve

rgro

eiin

gO

riën

tati

eA

anta

lA

anta

l fr

agm

ente

nG

ewic

ht

(g)

Leef

tijd

Kenm

erk

Opm

erki

ngen

19

MA

Mgr

oot z

oogd

ier

inde

t.0

0-10

%N

iet b

eken

d (0

)N

iet b

eken

d (0

)O

nbek

end

11

11,9

18

MA

Mgr

oot z

oogd

ier

pijp

been

inde

t.3

0-10

%N

iet b

eken

d (0

)N

iet b

eken

d (0

)O

nbek

end

11

6,3

FE?

16

MA

MRu

ndde

ntes

infe

rior

750

-75%

N.V

.T.

N.V

.T.

Onb

eken

d1

215

,71

7M

AM

zoog

dier

, nie

t te

dete

rmin

eren

pijp

been

inde

t.3

0-10

%N

iet b

eken

d (0

)N

iet b

eken

d (0

)O

nbek

end

11

2,1

21

MA

MRu

ndhu

mer

us3

10-2

5%N

iet b

eken

d (0

)N

iet b

eken

d (0

)O

nbek

end

110

68,6

35

MA

MRu

ndm

etac

arpu

s3

25-5

0%N

iet b

eken

d (0

)N

iet b

eken

d (0

)O

nbek

end

15

59,3

410

MA

MRu

ndde

ntes

sup

erio

r7

50-7

5%N

.V.T

.N

.V.T

.O

nbek

end

11

11,6

62

MA

MRu

ndra

dius

510

-25%

Nie

t bek

end

(0)

Verg

roei

d (3

)Re

chts

11

118,

1>

3,5

jaar

103

MA

MRu

ndm

etac

arpu

s3

10-2

5%N

iet b

eken

d (0

)N

iet b

eken

d (0

)O

nbek

end

11

16,4

104

MA

MRu

ndpe

lvis

110

-25%

Nie

t bek

end

(0)

Nie

t bek

end

(0)

Rech

ts1

297

,913

18M

AM

Rund

scap

ula

510

-25%

N.V

.T.

Verg

roei

d (3

)Li

nks

12

27,3

> 7

maa

nden

1317

MA

Mzo

ogdi

er, n

iet t

e de

term

iner

enin

det.

00-

10%

Nie

t bek

end

(0)

Nie

t bek

end

(0)

Onb

eken

d1

11,

8

1416

MA

MVa

rken

scap

ula

425

-50%

N.V

.T.

Verg

roei

d (3

)Li

nks

11

17,1

> 1

jaar

1811

MA

Mzo

ogdi

er, n

iet t

e de

term

iner

enin

det.

00-

10%

Nie

t bek

end

(0)

Nie

t bek

end

(0)

Onb

eken

d1

14,

2

1921

MA

Mgr

oot z

oogd

ier

scap

ula

10-

10%

N.V

.T.

Nie

t bek

end

(0)

Onb

eken

d1

24,

519

19M

AM

Rund

scap

ula

110

-25%

N.V

.T.

Nie

t bek

end

(0)

Rech

ts1

133

,5Kl

eine

kna

agdi

ervr

aat o

p ve

ntra

le z

ijde

van

plat

dee

l19

22M

AM

Rund

scap

ula

310

-25%

N.V

.T.

Nie

t bek

end

(0)

Onb

eken

d2

338

,919

24M

AM

Rund

scap

ula

110

-25%

N.V

.T.

Nie

t bek

end

(0)

Link

s1

137

,119

20M

AM

zoog

dier

, nie

t te

dete

rmin

eren

inde

t.0

0-10

%N

iet b

eken

d (0

)N

iet b

eken

d (0

)O

nbek

end

11

1,9

1923

MA

Mzo

ogdi

er, n

iet t

e de

term

iner

ensc

apul

a3

0-10

%N

.V.T

.N

iet b

eken

d (0

)O

nbek

end

11

3,2

2212

MA

Mgr

oot z

oogd

ier

inde

t.0

0-10

%N

iet b

eken

d (0

)N

iet b

eken

d (0

)O

nbek

end

11

4,3

PE?

2213

MA

Mgr

oot z

oogd

ier

inde

t.0

0-10

%N

iet b

eken

d (0

)N

iet b

eken

d (0

)O

nbek

end

11

1,8

CO?

2215

MA

Mgr

oot z

oogd

ier

man

dibu

la5

0-10

%Ve

rgro

eid

(3)

Nie

t bek

end

(0)

Onb

eken

d1

14,

5Cf

. R.

2214

MA

Mzo

ogdi

er, n

iet t

e de

term

iner

enpi

jpbe

en in

det.

30-

10%

Nie

t bek

end

(0)

Nie

t bek

end

(0)

Onb

eken

d1

12,

4

2335

MA

Mgr

oot z

oogd

ier

dent

es0

10-2

5%N

.V.T

.N

.V.T

.O

nbek

end

11

0,7

2337

MA

Mgr

oot z

oogd

ier

inde

t.0

0-10

%N

iet b

eken

d (0

)N

iet b

eken

d (0

)O

nbek

end

1717

9,3

Waa

rsch

ijnlij

k fr

agm

ente

n va

n de

rund

eron

derk

aak.

2336

MA

MRu

ndde

ntes

010

-25%

N.V

.T.

N.V

.T.

Onb

eken

d1

11,

423

28M

AM

Rund

dent

es in

ferio

r7

50-7

5%N

.V.T

.N

.V.T

.O

nbek

end

13

5,5

2329

MA

MRu

ndde

ntes

infe

rior

750

-75%

N.V

.T.

N.V

.T.

Link

s1

15,

323

30M

AM

Rund

dent

es in

ferio

r7

75-1

00%

N.V

.T.

N.V

.T.

Link

s1

118

2331

MA

MRu

ndde

ntes

infe

rior

575

-100

%N

.V.T

.N

.V.T

.Li

nks

11

523

32M

AM

Rund

dent

es in

ferio

r2

50-7

5%N

.V.T

.N

.V.T

.Re

chts

11

1,1

2334

MA

MRu

ndde

ntes

infe

rior

575

-100

%N

.V.T

.N

.V.T

.Li

nks

11

1,4

2325

MA

MRu

ndde

ntes

sup

erio

r5

50-7

5%N

.V.T

.N

.V.T

.Li

nks

11

7,7

2326

MA

MRu

ndde

ntes

sup

erio

r7

50-7

5%N

.V.T

.N

.V.T

.Li

nks

11

23,5

2333

MA

MRu

ndm

andi

bula

210

-25%

Nie

t bek

end

(0)

Nie

t bek

end

(0)

Link

s1

144

,123

38M

AM

Rund

man

dibu

la3

0-10

%N

iet b

eken

d (0

)N

iet b

eken

d (0

)O

nbek

end

66

28,5

Mog

elijk

van

het

zelfd

e sk

elet

elem

ent.

2339

MA

MRu

ndm

andi

bula

30-

10%

Nie

t bek

end

(0)

Nie

t bek

end

(0)

Onb

eken

d1

16,

6Kl

eine

kna

agdi

ervr

aat o

p la

tera

l zijd

e co

rpus

2327

MA

MSc

haap

/Gei

tpe

lvis

110

-25%

Nie

t bek

end

(0)

Nie

t bek

end

(0)

Onb

eken

d1

111

,7

Bijlage 3 Determinatie dierlijk bot

Page 59: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

58 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Page 60: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 59

Profielbeschrijvingen

1

profiel: 1541-10beschrijver: SH, datum: 1-6-2015, X: 142.075, Y: 439.652, hoogte: 1,44, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,44 m +Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkergrijsbruin, stevigBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

30 cm -Mv / 1,14 m +Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, matig siltig, bruingrijsBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizontOpmerking: laklaag

36 cm -Mv / 1,08 m +Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, lichtbruingrijs, stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekkenOpmerking: s5010

54 cm -Mv / 0,90 m +Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijs, stevigBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekkenOpmerking: s5030

64 cm -Mv / 0,80 m +Lithologie: klei, sterk siltig, geelgrijs, matig stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5040

74 cm -Mv / 0,70 m +Lithologie: klei, sterk siltig, geelgrijs, matig stevigBodemkundig: C-horizont, veel Fe-vlekkenOpmerking: s5050

130 cm -Mv / 0,14 m +Lithologie: klei, sterk siltig, lichtgrijs, enkele zandlagen, matig stevigBodemkundig: C-horizont, Fe-concretiesOpmerking: s5060

145 cm -Mv / 0,01 m -Lithologie: klei, uiterst siltig, geelgrijs, enkele zandlagen, matig stevigBodemkundig: C-horizontOpmerking: s5070

175 cm -Mv / 0,31 m -Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, lichtgrijs, enkele zandlagen, spoor plantenrestenBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

225 cm -Mv / 0,81 m -Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, lichtgrijs, veel dunne zandlagen, spoor plantenrestenBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

Einde boring op 500 cm -Mv / 3,56 m -

Bijlage IV Profielbeschrijvingen

Page 61: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

60 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Profielbeschrijvingen

2

profiel: 1541-11beschrijver: SH, datum: 1-6-2015, X: 142.103, Y: 439.691, hoogte: 1,37, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,37 m +Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkergrijsbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

32 cm -Mv / 1,05 m +Lithologie: klei, sterk siltig, lichtgrijs, stevigBodemkundig: C-horizontOpmerking: s5020

54 cm -Mv / 0,83 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, stevigBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizontOpmerking: s5030, laklaag

64 cm -Mv / 0,73 m +Lithologie: klei, sterk siltig, lichtgrijs, stevigBodemkundig: C-horizontOpmerking: s5040

70 cm -Mv / 0,67 m +Lithologie: klei, sterk siltig, lichtgeelgrijs, matig stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekkenOpmerking: s5050

140 cm -Mv / 0,03 m -Lithologie: klei, sterk siltig, lichtgrijs, enkele zandlagen, matig stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekkenOpmerking: s5050

170 cm -Mv / 0,33 m -Lithologie: zand, sterk siltig, zwak humeus, lichtgrijs, enkele kleilagen, matig grofBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

200 cm -Mv / 0,63 m -Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, lichtgrijs, veel dunne zandlagen, spoor plantenrestenBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerdOpmerking: plantenresten zijn geband

Einde boring op 460 cm -Mv / 3,23 m -

Page 62: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 61

Profielbeschrijvingen

3

profiel: 1541-12beschrijver: SH, datum: 1-6-2015, X: 142.109, Y: 439.655, hoogte: 1,42, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,42 m +Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruingrijsBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, enkele Mn-vlekken, interpretatie: bouwvoorArcheologie: spikkels houtskoolOpmerking: s5000, waarschijnlijk incl 5030 laklaag

36 cm -Mv / 1,06 m +Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtbruingrijs, enkele zandlagen, matig stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekkenOpmerking: s6000

58 cm -Mv / 0,84 m +Lithologie: zand, uiterst siltig, lichtgrijs, enkele kleilagen, matig stevig, matig grofBodemkundig: C-horizont, veel Fe- en Mn-vlekkenOpmerking: s6010

70 cm -Mv / 0,72 m +Lithologie: zand, sterk siltig, grijs, enkele kleilagen, matig stevig, matig grofBodemkundig: C-horizont, veel Fe- en Mn-vlekkenOpmerking: s6010, schuin gelaagd pakket

135 cm -Mv / 0,07 m +Lithologie: klei, uiterst siltig, veel dunne zandlagenBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

210 cm -Mv / 0,68 m -Lithologie: klei, sterk siltig, lichtgrijs, veel dikke zandlagenBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

profiel: 1541-13beschrijver: SH, datum: 1-6-2015, X: 142.087, Y: 439.669, hoogte: 1,42, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,42 m +Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkergrijsbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

34 cm -Mv / 1,08 m +Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, lichtbruingrijsBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5020, basis ks3 verloop top ks2

65 cm -Mv / 0,77 m +Lithologie: klei, sterk siltig, donkerbruingrijs, stevigBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5030

82 cm -Mv / 0,60 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijsgeel, stevigBodemkundig: C-horizont, veel Fe- en Mn-vlekkenOpmerking: s5050

Einde boring op 150 cm -Mv / 0,08 m -

Page 63: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

62 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Profielbeschrijvingen

4

profiel: 1541-14beschrijver: SH, datum: 1-6-2015, X: 142.070, Y: 439.680, hoogte: 1,31, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,31 m +Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkergrijsbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

35 cm -Mv / 0,96 m +Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijsBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizontOpmerking: laklaag

43 cm -Mv / 0,88 m +Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijsBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5010

68 cm -Mv / 0,63 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijsbruin, stevigBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizontOpmerking: s5030

89 cm -Mv / 0,42 m +Lithologie: klei, matig siltig, geelgrijs, stevigBodemkundig: C-horizont, veel Fe-vlekkenOpmerking: s5040

122 cm -Mv / 0,09 m +Lithologie: klei, matig siltig, bruingrijs, matig slapBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5050

142 cm -Mv / 0,11 m -Lithologie: klei, matig siltig, geelgrijs, slapBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5080

Einde boring op 155 cm -Mv / 0,24 m -

Page 64: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 63

Profielbeschrijvingen

5

profiel: 1541-15beschrijver: SH, datum: 1-6-2015, X: 142.069, Y: 439.497, hoogte: 1,54, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,54 m +Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkergrijsbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

40 cm -Mv / 1,14 m +Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, matig siltig, donkergrijsBodemkundig: A-horizontOpmerking: s5030

46 cm -Mv / 1,08 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijsBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizont, enkele Fe-vlekkenArcheologie: enkele spikkel houtskool, enkel fragment verbrand botOpmerking: laklaag, s5040

58 cm -Mv / 0,96 m +Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtbruingrijs, stevigBodemkundig: C-horizont, veel Fe- en Mn-vlekkenArcheologie: enkele spikkel houtskoolOpmerking: s5050

86 cm -Mv / 0,68 m +Lithologie: zand, uiterst siltig, bruin, stevig, matig grofBodemkundig: C-horizont, enkele Mn-vlekkenOpmerking: s6010

98 cm -Mv / 0,56 m +Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, slap, matig grofBodemkundig: C-horizontOpmerking: s6020

Einde boring op 350 cm -Mv / 1,96 m -

Page 65: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

64 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Profielbeschrijvingen

6

profiel: 1541-16beschrijver: MG, datum: 2-6-2015, X: 142.089, Y: 439.503, hoogte: 1,23, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,23 m +Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, donkerbruin, zeer stevigBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

28 cm -Mv / 0,95 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, matig siltig, bruingrijs, zeer stevigBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizontOpmerking: s5010

42 cm -Mv / 0,81 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, matig siltig, donkergrijs, stevigBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5030

50 cm -Mv / 0,73 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, bruin, stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekkenOpmerking: s5040

70 cm -Mv / 0,53 m +Algemeen: aard ondergrens: diffuus (3-10 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, lichtbruingrijs, enkele zandlagenBodemkundig: C-horizont

118 cm -Mv / 0,05 m +Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtgrijs, enkele zandlagen, slap, interpretatie: geulafzettingenBodemkundig: C-horizontOpmerking: s5050

150 cm -Mv / 0,27 m -Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, lichtgrijs, enkele zandlagen, spoor plantenresten

270 cm -Mv / 1,47 m -Lithologie: zand, sterk siltig, zwak humeus, grijs, veel dunne kleilagen, matig grofBodemkundig: volledig gereduceerd

Page 66: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 65

Profielbeschrijvingen

7

profiel: 1541-17beschrijver: MG, datum: 2-6-2015, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -MvAlgemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, donkerbruingrijs, zeer stevigBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000, mogelijk laklaag in de bouwvoor

40 cm -MvAlgemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijs, zeer stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5010

50 cm -MvAlgemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, matig siltig, donkerbruingrijs, zeer stevigBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5030

60 cm -MvAlgemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, oranjegrijs, stevigBodemkundig: C-horizont, veel Fe-vlekkenOpmerking: s5040

80 cm -MvAlgemeen: aard ondergrens: diffuus (3-10 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, lichtbruingrijs, stevigBodemkundig: enkele Fe-vlekken

102 cm -MvAlgemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtgrijs, enkele zandlagen, slap, interpretatie: geulafzettingenBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5060

160 cm -MvAlgemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, grijsBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

185 cm -MvLithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, grijs, veel dikke zandlagenBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

290 cm -MvLithologie: zand, sterk siltig, zwak humeus, grijs, veel dunne kleilagen, matig grof, spoor plantenrestenBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerdOpmerking: plantenresten gelaagd

390 cm -MvLithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig grofBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerdOpmerking: vast zand

Einde boring op 430 cm -Mv

Page 67: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

66 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Profielbeschrijvingen

8

profiel: 1541-18beschrijver: SH, datum: 2-6-2015, X: 141.439, Y: 439.473, hoogte: 1,60, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,60 m +Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk zandig, zwak humeus, donkerbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, enkele Fe-vlekken, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

25 cm -Mv / 1,35 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, enkele Fe-vlekken, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5010

46 cm -Mv / 1,14 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk zandig, grijsbruinBodemkundig: C-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekken, volledig geoxideerdOpmerking: S5040

72 cm -Mv / 0,88 m +Lithologie: klei, sterk zandig, bruingrijsBodemkundig: C-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekken, volledig gereduceerdOpmerking: S5040

86 cm -Mv / 0,74 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, veel dunne zandlagen, matig slap, interpretatie: geulafzettingenBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken, volledig gereduceerdOpmerking: s6030

130 cm -Mv / 0,30 m +Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, slap, zeer grof, interpretatie: geulafzettingenBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken, volledig gereduceerdOpmerking: s6040

Einde boring op 170 cm -Mv / 0,10 m -

Page 68: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 67

Profielbeschrijvingen

9

profiel: 1541-19beschrijver: SH, datum: 2-6-2015, X: 141.453, Y: 439.467, hoogte: 1,50, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,50 m +Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

36 cm -Mv / 1,14 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, donkerbruingrijsBodemkundig: A-horizontArcheologie: enkele spikkel houtskoolOpmerking: s5010

51 cm -Mv / 0,99 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, matig slapBodemkundig: A-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekkenArcheologie: enkele spikkel houtskoolOpmerking: s5035, bioturbatie

80 cm -Mv / 0,70 m +Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, matig slapBodemkundig: A-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekkenArcheologie: enkele spikkel houtskoolOpmerking: s5035

108 cm -Mv / 0,42 m +Lithologie: klei, sterk siltig, geelgrijs, enkele zandlagen, slapBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken, oxidatie en reductie verschijnselenOpmerking: s5050

120 cm -Mv / 0,30 m +Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, grijs, enkele zandlagen, slap, spoor plantenrestenBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

150 cm -Mv / 0,00 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, enkele zandlagen, slapBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

170 cm -Mv / 0,20 m -Lithologie: zand, matig siltig, grijs, veel dunne kleilagen, matig grofBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

190 cm -Mv / 0,40 m -Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig grofBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

Einde boring op 370 cm -Mv / 2,20 m -

Page 69: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

68 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Profielbeschrijvingen

10

profiel: 1541-20beschrijver: SH, datum: 2-6-2015, X: 141.473, Y: 439.465, hoogte: 1,47, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,47 m +Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, donkerbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

40 cm -Mv / 1,07 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, donkerbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, enkele Fe-vlekken, interpretatie: bouwvoorArcheologie: enkele spikkel houtskoolOpmerking: geroerde laklaag, s5010

45 cm -Mv / 1,02 m +Lithologie: klei, uiterst siltig, donkergrijs, stevigBodemkundig: C-horizontArcheologie: spikkels houtskool, fragmenten verbrande klei/leem, fragmenten aardewerk, vlekken fosfaatOpmerking: basis cultuurlaag

52 cm -Mv / 0,95 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenArcheologie: enkele spikkel houtskool, enkel fragment aardewerk, veel vlekken fosfaat

74 cm -Mv / 0,73 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, matig stevigBodemkundig: C-horizont, veel Fe-vlekkenArcheologie: spikkels houtskool, veel vlekken fosfaatOpmerking: s5035

102 cm -Mv / 0,45 m +Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtgrijs, slapBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken, volledig gereduceerdOpmerking: s5050

140 cm -Mv / 0,07 m +Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijnBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

145 cm -Mv / 0,02 m +Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtbruingrijsBodemkundig: C-horizontArcheologie: enkele spikkel houtskool

155 cm -Mv / 0,08 m -Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgrijs, enkele kleilagen, matig grofBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

175 cm -Mv / 0,28 m -Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, matig grofBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

200 cm -Mv / 0,53 m -Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, zeer grof

230 cm -Mv / 0,83 m -Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, enkele kleilagen, matig grof

260 cm -Mv / 1,13 m -Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, matig grof

Einde boring op 390 cm -Mv / 2,43 m -

Page 70: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 69

Profielbeschrijvingen

11

profiel: 1541-21beschrijver: SH, datum: 2-6-2015, X: 141.470, Y: 439.531, hoogte: 1,66, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,66 m +Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, enkele Fe-vlekken, interpretatie: bouwvoorOpmerking: S5000

36 cm -Mv / 1,30 m +Lithologie: klei, sterk siltig, donkerbruingrijs, kalkloosBodemkundig: A-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: S5010

42 cm -Mv / 1,24 m +Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijs, stevig, schelpengruis, kalkconcretiesBodemkundig: C-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekkenOpmerking: S5040

64 cm -Mv / 1,02 m +Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtgrijs, enkele zandlagen, matig stevig, kalkrijkBodemkundig: C-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekkenOpmerking: S5040

76 cm -Mv / 0,90 m +Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, veel dunne zandlagen, matig stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken, volledig geoxideerdOpmerking: S5080

110 cm -Mv / 0,56 m +Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, bruingrijs, veel dunne zandlagen, matig slap, spoor plantenrestenBodemkundig: C-horizont, enkele Mn-vlekken, volledig gereduceerdOpmerking: S5080

135 cm -Mv / 0,31 m +Lithologie: zand, uiterst siltig, zwak humeus, grijs, enkele zandlagen, matig grofBodemkundig: C-horizont

165 cm -Mv / 0,01 m +Lithologie: klei, zwak zandig, grijs, enkele zandlagenBodemkundig: C-horizont

205 cm -Mv / 0,39 m -Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, matig grofBodemkundig: C-horizont

285 cm -Mv / 1,19 m -Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, enkele kleilagen, matig grofBodemkundig: C-horizont

Einde boring op 335 cm -Mv / 1,69 m -

Page 71: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

70 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Profielbeschrijvingen

12

profiel: 1541-22beschrijver: SH, datum: 2-6-2015, X: 141.486, Y: 439.525, hoogte: 1,43, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,43 m +Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, enkele Fe-vlekken, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

26 cm -Mv / 1,17 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijsBodemkundig: A-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5010

32 cm -Mv / 1,11 m +Lithologie: klei, sterk siltig, geelgrijs, stevig, kalkconcretiesBodemkundig: C-horizont, veel Fe- en Mn-vlekkenOpmerking: s5040

82 cm -Mv / 0,61 m +Lithologie: klei, matig siltig, grijs, enkele zandlagen, matig stevig, kalkrijkBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5050

107 cm -Mv / 0,36 m +Lithologie: klei, matig siltig, grijs, matig slapBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5050

124 cm -Mv / 0,19 m +Lithologie: klei, matig siltig, grijs, veel dunne kleilagen, matig slapBodemkundig: C-horizont, enkele Mn-vlekkenOpmerking: s5090, lagen liggen schuin, dicht gesedimenteerde geul

154 cm -Mv / 0,11 m -Lithologie: zand, sterk siltig, zwak humeus, grijs, veel dunne kleilagen, matig slap, matig fijnBodemkundig: C-horizont

234 cm -Mv / 0,91 m -Lithologie: zand, matig siltig, grijs, enkele kleilagen, matig slap, matig fijnBodemkundig: C-horizont

315 cm -Mv / 1,72 m -Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig slap, zeer grofBodemkundig: C-horizont

Page 72: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 71

Profielbeschrijvingen

13

profiel: 1541-23beschrijver: SH, datum: 2-6-2015, X: 141.501, Y: 439.519, hoogte: 1,41, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,41 m +Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, enkele Fe-vlekken, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

28 cm -Mv / 1,13 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, donkerbruingrijs, stevigBodemkundig: A-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5010

41 cm -Mv / 1,00 m +Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijs, stevig, kalkconcretiesBodemkundig: C-horizont, veel Fe-vlekkenArcheologie: spikkels houtskoolOpmerking: s5035

96 cm -Mv / 0,45 m +Lithologie: klei, sterk siltig, geelgrijs, matig slap, kalkrijkBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5035

120 cm -Mv / 0,21 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, enkele zandlagen, matig slapBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken, oxidatie en reductie verschijnselenOpmerking: s5050

180 cm -Mv / 0,39 m -Lithologie: zand, sterk siltig, grijs, veel dunne kleilagen, matig grofBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

230 cm -Mv / 0,89 m -Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, grijs, enkele kleilagen, matig fijnBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerdOpmerking: vast

Einde boring op 400 cm -Mv / 2,59 m -

Page 73: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

72 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Profielbeschrijvingen

14

profiel: 1541-24beschrijver: MG, datum: 3-6-2015, X: 141.504, Y: 439.594, hoogte: 1,46, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,46 m +Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

34 cm -Mv / 1,12 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruinBodemkundig: C-horizontOpmerking: s5010

42 cm -Mv / 1,04 m +Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, oranjebruin, zeer stevigBodemkundig: C-horizont, veel Fe-vlekkenOpmerking: s5040

74 cm -Mv / 0,72 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, oranjebruin, zeer stevigBodemkundig: C-horizont, Fe-concretiesOpmerking: s5040

86 cm -Mv / 0,60 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, oranjebruin, stevigBodemkundig: C-horizont, veel Fe-vlekkenOpmerking: s5040

104 cm -Mv / 0,42 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, grijsbruin, matig stevigBodemkundig: C-horizont, Fe-concretiesOpmerking: s5040

146 cm -Mv / 0,00 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs, slapBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5050

Einde boring op 156 cm -Mv / 0,10 m -

profiel: 1541-25beschrijver: SH, datum: 3-6-2015, X: 141.520, Y: 439.588, hoogte: 1,30, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,30 m +Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruingrijsBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

26 cm -Mv / 1,04 m +Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijs, stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken

50 cm -Mv / 0,80 m +Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijs, enkele zandlagen, stevigBodemkundig: C-horizont, veel Fe- en Mn-vlekken

84 cm -Mv / 0,46 m +Lithologie: klei, sterk siltig, oranjegrijs, enkele zandlagen, matig stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken

96 cm -Mv / 0,34 m +Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, enkele zandlagen, slapBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken

Einde boring op 148 cm -Mv / 0,18 m -

Page 74: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 73

Profielbeschrijvingen

15

profiel: 1541-26beschrijver: SH, datum: 3-6-2015, X: 141.537, Y: 439.581, hoogte: 1,43, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,43 m +Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruingrijsBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

26 cm -Mv / 1,17 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken

48 cm -Mv / 0,95 m +Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijs, matig stevig, kalkconcretiesBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken

72 cm -Mv / 0,71 m +Lithologie: klei, sterk siltig, oranjegrijs, enkele zandlagen, matig stevigBodemkundig: C-horizont, Fe- en Mn-concreties

84 cm -Mv / 0,59 m +Lithologie: klei, sterk siltig, lichtbruingrijs, enkele zandlagen, matig slapBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken

116 cm -Mv / 0,27 m +Lithologie: klei, sterk siltig, lichtgrijs, veel dunne zandlagen, slapBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerdArcheologie: enkele spikkel houtskool

Einde boring op 148 cm -Mv / 0,05 m -

profiel: 1541-27beschrijver: SH, datum: 3-6-2015, X: 141.547, Y: 439.676, hoogte: 1,25, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,25 m +Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruingrijsBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

32 cm -Mv / 0,93 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijs, stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenOpmerking: s5040

58 cm -Mv / 0,67 m +Lithologie: klei, sterk siltig, lichtbruingrijs, matig stevigBodemkundig: C-horizont, veel Fe- en Mn-vlekkenOpmerking: s5050

100 cm -Mv / 0,25 m +Lithologie: klei, sterk siltig, lichtgrijs, enkele zandlagen, slapBodemkundig: C-horizont, Fe-concreties

Einde boring op 140 cm -Mv / 0,15 m -

profiel: 1541-28beschrijver: SH, datum: 3-6-2015, X: 141.560, Y: 439.671, hoogte: 1,15, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,15 m +Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruingrijsBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, enkele Fe-vlekken, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

32 cm -Mv / 0,83 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenArcheologie: enkele spikkel houtskoolOpmerking: s5035

78 cm -Mv / 0,37 m +Lithologie: klei, matig siltig, grijs, matig slapBodemkundig: C-horizont, Fe-concretiesOpmerking: s5035

100 cm -Mv / 0,15 m +Lithologie: klei, matig siltig, lichtbruingrijs, slapBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken, oxidatie en reductie verschijnselen

Einde boring op 134 cm -Mv / 0,19 m -

Page 75: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

74 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Profielbeschrijvingen

16

profiel: 1541-29beschrijver: SH, datum: 3-6-2015, X: 141.587, Y: 439.662, hoogte: 1,34, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,34 m +Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruingrijsBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

36 cm -Mv / 0,98 m +Lithologie: klei, matig siltig, donkergrijs, zeer stevigBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekkenOpmerking: s5030

50 cm -Mv / 0,84 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken

74 cm -Mv / 0,60 m +Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijs, stevigBodemkundig: C-horizont, veel Fe-vlekkenArcheologie: enkele spikkel houtskool

97 cm -Mv / 0,37 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, enkele zandlagen, matig slapBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekkenArcheologie: enkele spikkel houtskool

110 cm -Mv / 0,24 m +Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, oranjegrijs, enkele zandlagen, matig slapBodemkundig: C-horizont, Fe-concreties

126 cm -Mv / 0,08 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtgrijs, slapBodemkundig: C-horizontArcheologie: enkele spikkel houtskool

Einde boring op 140 cm -Mv / 0,06 m -

profiel: 1541-30beschrijver: SH, datum: 3-6-2015, X: 141.327, Y: 439.507, hoogte: 1,19, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,19 m +Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruingrijsBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

44 cm -Mv / 0,75 m +Lithologie: klei, sterk siltig, donkergrijs, stevigBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizont

57 cm -Mv / 0,62 m +Lithologie: klei, matig siltig, grijs, stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekken

91 cm -Mv / 0,28 m +Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs, matig stevigBodemkundig: C-horizont, veel Fe- en Mn-vlekken

Einde boring op 140 cm -Mv / 0,21 m -

profiel: 1541-31beschrijver: SH, datum: 3-6-2015, X: 141.350, Y: 439.498, hoogte: 1,47, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,47 m +Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruingrijsBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

30 cm -Mv / 1,17 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijsbruin, stevigBodemkundig: C-horizont, veel Fe-vlekken

60 cm -Mv / 0,87 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, matig stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken

86 cm -Mv / 0,61 m +Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, enkele zandlagenBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken

111 cm -Mv / 0,36 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, veel dikke zandlagenBodemkundig: C-horizont

Einde boring op 140 cm -Mv / 0,07 m +

Page 76: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 75

Profielbeschrijvingen

17

profiel: 1541-32beschrijver: SH, datum: 3-6-2015, X: 141.365, Y: 439.491, hoogte: 1,56, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 1,56 m +Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruingrijsBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

38 cm -Mv / 1,18 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijsbruin, stevigBodemkundig: C-horizont, veel Fe-vlekkenOpmerking: s5040

70 cm -Mv / 0,86 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, matig stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken

100 cm -Mv / 0,56 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, enkele zandlagenBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken

120 cm -Mv / 0,36 m +Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, veel dikke zandlagen, matig slapBodemkundig: C-horizont, oxidatie en reductie verschijnselen

Einde boring op 165 cm -Mv / 0,09 m -

profiel: 1541-33beschrijver: SH, datum: 3-6-2015, X: 141.715, Y: 440.266, hoogte: 0,74, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 0,74 m +Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruingrijs, matig slapBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

29 cm -Mv / 0,45 m +Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijs, stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Mn-vlekken, volledig geoxideerd

65 cm -Mv / 0,09 m +Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, bruingrijs, matig slapBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken, oxidatie en reductie verschijnselen

110 cm -Mv / 0,36 m -Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, sterk humeus, bruinzwart, slap, veel plantenrestenBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizont, volledig gereduceerdOpmerking: humusrijk

120 cm -Mv / 0,46 m -Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, slapBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

140 cm -Mv / 0,66 m -Lithologie: veen, sterk kleiig, donkerbruin, rietveenBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

148 cm -Mv / 0,74 m -Lithologie: klei, matig siltig, zwak humeus, bruingrijs, spoor plantenrestenBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

159 cm -Mv / 0,85 m -Lithologie: veen, sterk kleiig, donkerbruin, rietveenBodemkundig: C-horizont

181 cm -Mv / 1,07 m -Lithologie: veen, zwak kleiig, donkerbruin, rietveenBodemkundig: C-horizont

191 cm -Mv / 1,17 m -Lithologie: veen, sterk kleiig, donkerbruin, rietveenBodemkundig: C-horizont

200 cm -Mv / 1,26 m -Lithologie: veen, zwak kleiig, donkerbruin, rietveenBodemkundig: C-horizont

240 cm -Mv / 1,66 m -Lithologie: veen, sterk kleiig, donkerbruin, rietveenBodemkundig: C-horizont

250 cm -Mv / 1,76 m -Lithologie: veen, zwak kleiig, donkerbruin, rietveenBodemkundig: C-horizont

Einde boring op 305 cm -Mv / 2,31 m -

Page 77: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

76 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid

Profielbeschrijvingen

18

profiel: 1541-34beschrijver: SH, datum: 3-6-2015, X: 141.759, Y: 440.258, hoogte: 0,80, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 0,80 m +Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruingrijsBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

22 cm -Mv / 0,58 m +Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijs, stevigBodemkundig: C-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekken

52 cm -Mv / 0,28 m +Lithologie: klei, sterk siltig, lichtbruingrijs, matig slapBodemkundig: C-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekken

77 cm -Mv / 0,03 m +Lithologie: klei, sterk siltig, lichtgrijs, matig slapBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken, volledig gereduceerd

98 cm -Mv / 0,18 m -Lithologie: klei, sterk siltig, donkergrijs, matig slapBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizont

110 cm -Mv / 0,30 m -Lithologie: veen, zwak kleiig, bruin, rietveenBodemkundig: C-horizont

Einde boring op 400 cm -Mv / 3,20 m -

Page 78: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

OnderzOeksgebied Parijsch-zuid 77

Profielbeschrijvingen

19

profiel: 1541-35beschrijver: SH, datum: 3-6-2015, X: 141.818, Y: 440.251, hoogte: 0,75, provincie: Gelderland, gemeente: Culemborg, opdrachtgever: Gemeente Culemborg, uitvoerder: Archol

0 cm -Mv / 0,75 m +Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, donkerbruingrijsBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorOpmerking: s5000

30 cm -Mv / 0,45 m +Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijsBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken

70 cm -Mv / 0,05 m +Lithologie: klei, matig siltig, grijsBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizont, enkele Fe-vlekken

88 cm -Mv / 0,13 m -Lithologie: klei, sterk siltig, bruingrijs, enkele zandlagen, matig slapBodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken

120 cm -Mv / 0,45 m -Lithologie: klei, matig siltig, grijsbruin, matig slapBodemkundig: laklaag/vegetatie-horizont

130 cm -Mv / 0,55 m -Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, slapBodemkundig: C-horizont

165 cm -Mv / 0,90 m -Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, bruingrijs, slap, spoor plantenrestenBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

200 cm -Mv / 1,25 m -Lithologie: veen, zwak kleiig, bruin, rietveenBodemkundig: C-horizont, volledig gereduceerd

Einde boring op 410 cm -Mv / 3,35 m -

Page 79: Prehistorische en middeleeuwse sporen in Parijsch · 2017. 2. 14. · Inventariserend proefsleuvenonderzoek in Culemborg, onderzoeksgebied Parijsch-Zuid Opdrachtgever: Commanditaire

78 OnderzOeksgebied Parijsch-zuid