Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode:...

17
Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1. Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van potscherven. Deze culturen zijn bijna nooit culturen van jagers en verzamelaars, maar vrijwel altijd van boeren. Ondersteun deze bewering door: - een reden te noemen waarom vaak potscherven gebruikt worden voor deze dateringen en - aan te geven dat het hierbij (vrijwel altijd) gaat om boerensamenlevingen 2. Bron 1 is een afbeelding van het prehistorisch monument in Stonehenge (Zuid- Engeland). Bekijk de bron en lees de toelichting. a. Geef commentaar op de volgende bewering (juist/onjuist + 2 verschillende argumenten: Stonehenge kan niet gebouwd zijn door jagers en verzamelaars, het moet door boeren gebouwd zijn” . b. Men neemt aan, dat dit monument een soort zonnewijzer is geweest: waarom is men daar niet zeker over? BRON 1 De zonnetempel Stonehenge in Engeland, een monument uit de prehistorie Toelichting De stenen die gebruikt zijn in Stonehenge wegen gemiddeld 40.000 kg en werden 250 kilometer over land en water vervoerd tot de plek waar zij nu staan.

Transcript of Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode:...

Page 1: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)

1. Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van potscherven. Deze culturen zijn bijna nooit culturen van jagers en verzamelaars, maar vrijwel altijd van boeren. Ondersteun deze bewering door: - een reden te noemen waarom vaak potscherven gebruikt worden voor deze dateringen en - aan te geven dat het hierbij (vrijwel altijd) gaat om boerensamenlevingen

2. Bron 1 is een afbeelding van het prehistorisch monument in Stonehenge (Zuid-

Engeland). Bekijk de bron en lees de toelichting. a. Geef commentaar op de volgende bewering (juist/onjuist + 2 verschillende

argumenten: ”Stonehenge kan niet gebouwd zijn door jagers en verzamelaars, het moet door boeren gebouwd zijn” .

b. Men neemt aan, dat dit monument een soort zonnewijzer is geweest: waarom is men daar niet zeker over?

BRON 1 De zonnetempel Stonehenge in Engeland, een monument uit de prehistorie

Toelichting De stenen die gebruikt zijn in Stonehenge wegen gemiddeld 40.000 kg en werden 250 kilometer over land en water vervoerd tot de plek waar zij nu staan.

Page 2: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

3. Gebruik bron 2 en 3 I In 1897 werd in de venen bij Yde het lijk van een ongeveer zestienjarig meisje

gevonden. Deze vondst gaf aanleiding tot twee voorlopige conclusies over de leefwijze van het volk waartoe dit meisje behoorde. Het volk dat leefde bij de venen in de buurt van Yde: (1) straft misdadigers door ze in het veen ter dood te brengen en (2) voert geen straf uit, maar offert mensen in het veen.

Geef voor elk van de beide conclusies een argument, dit argument moet je uit de bronnen halen. [2]

BRON 2

Het meisje van Yde. Dit veenlijk wordt in 1897 door veenarbeiders gevonden bij Yde in

Drenthe. Het gaat om een meisje van ongeveer 16 jaar dat leefde in de tijd tussen 54 voor

en 128 na Christus

Toelichting

Het meisje ligt onder een grote geweven wollen mantel, met kleurige banen. Om haar hals

zit een gevlochten wollen band met een schuifknoop (knoop die gebruikt werd om mensen

te wurgen).

BRON 3

In 98 na Christus schrijft de Romeinse schrijver Tacitus over de rechtspraak bij Germaanse

stammen in West-Europa

1Verraders en overlopers hangt men op aan bomen. Lafaards, deserteurs en ontaarde mensen

2 verdrinken ze in een modderige poel onder het gewicht van vlechtwerk (...) (of) duwen ze in

3 het zompige moeras en gooien er dan vlechtwerk overheen.

Page 3: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

.

4. Gebruik bron 4. Dit kleitablet kan niet afkomstig zijn uit een samenleving van jagers-verzamelaars. Geef daarvoor twee argumenten.

bron 4 Kleitablet van omstreeks 2100 voor Chr., gevonden in het archief van een opgegraven

tempel uit Mesopotamië in het tegenwoordige Irak

Toelichting Het tablet in spijkerschrift is afkomstig van de

administratie van de tempel. Het bevat een lijst van

arbeiders met de broodrantsoenen die zij voor hun

werk ontvangen hebben.

Page 4: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

Tijdvak 2: Grieken en Romeinen (periode: Oudheid) 5. Gebruik bron 5. Een bewering: Het gebruik van het kleroterion beschermt de democratie van Athene. Leg dit uit. bron 5 Een reconstructietekening en een foto van een kleroterion uit de Griekse stadstaat Athene:

Toelichting Een soortgelijk kleroterion wordt gebruikt om te bepalen welke burgers mochten deelnemen aan juryrechtbanken. In de gleufjes worden in willekeurige volgorde de naamplaatjes van Atheense burgers gestoken. Met een soort lottoballetjes wordt bepaald uit welke kolom van het kleroterion de naamplaatjes meedoen bij de keuze van de juryleden. Hierdoor is tot het laatste moment onbekend wie er jurylid wordt

Page 5: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

6. Gebruik bron 6. Uit deze bron valt op te maken wat de opvatting is van Cassius Dio over het romaniseringsproces en hoe dit het best zou kunnen verlopen. Leg dit uit door aan te geven:

wat het romaniseringsproces inhoudt en

welke tactiek bij de romanisering van veroverde volken volgens Cassius Dio het beste gevolgd kan worden en

waardoor het romaniseringsproces in Germanië volgens Cassius Dio mislukt.

bron 6 In 9 na Chr. leiden de legioenen van het Romeinse leger onder gouverneur Quintilius Varus in het Teutoburgerwoud een nederlaag tegen de Germaanse stam van de Cherusken. De Romeinse geschiedschrijver Cassius Dio schrijft in de derde eeuw over deze gebeurtenis in Germanië:

Romeinse soldaten waren daar in winterverblijven ondergebracht en men begon met de aanleg van steden. De plaatselijke barbaren pasten zich aan de nieuwe gebruiken aan, raakten gewend aan het houden van markten en ontmoetten elkaar in vreedzame bijeenkomsten. Toch waren zij nog niet hun oude gewoontes, hun traditionele gebruiken en hun vroegere ongebonden leven vergeten (…). Zolang ze deze gebruiken slechts geleidelijk en om zo te zeggen terloops onder nauwkeurig toezicht verleerden, werden ze niet gestoord door deze verandering van hun levenswijze en veranderden zij zonder zich daarvan bewust te zijn. Tot Quintilius Varus als gouverneur het opperbevel over Germanië overnam en hen te snel wilde hervormen. Doordat hij zich autoritair opstelde, doordat hij hun ook verordeningen oplegde en in het bijzonder de manier waarop hij belasting van hen verlangde (alsof zij onderdanen waren), kwam er een einde aan hun geduld. De aanvoerders probeerden hun vroegere heerschappij weer te bemachtigen en het volk wilde liever de oude vertrouwde toestand dan de vreemde tirannie.

7. Gebruik bron 7.

In deze bron wordt het opnemen van Gallische stamhoofden in de Romeinse Senaat aan de orde gesteld. Toon aan dat:

het opnemen van de Gallische stamhoofden in de Senaat een teken van romanisering van Gallië is en

de keizer een politiek en een economisch motief had voor zijn standpunt in deze kwestie.

bron 7 In 48 moet de Senaat (het hoogste bestuursorgaan) van Rome aangevuld worden met nieuwe leden. Een aantal Galliërs, stamhoofden die al sinds lang het Romeinse burgerschap bezitten, doet het verzoek te worden opgenomen in de Senaat. De Romeinse historicus Tacitus schrijft hierover: Er werd veel over dit onderwerp gedebatteerd en tegenstanders bekritiseerden het voorstel in felle bewoordingen ten overstaan van keizer Claudius. "Italië is niet zo zwak", beweerden zij, "dat het niet in staat is de hoofdstad te voorzien van een Senaat. Op iedere plek zal het krioelen van deze rijkaards, waarvan de voorvaders aan het hoofd van vijandige stammen onze legers te vuur en te zwaard bevochten, en de goddelijke Julius Caesar in Alesia (in Gallië) het hoofd boden." Deze en andere argumenten overtuigden de keizer niet. Hij kwam onmiddellijk

Page 6: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

met een antwoord: "Onze stichter Romulus was zo wijs dat hij soms op een en dezelfde dag volkeren bevocht en ze daarna als medeburgers verwelkomde. In zijn geheel, als we al onze oorlogen overzien, duurde een oorlog nooit korter dan die tegen de Galliërs. Daarna waren ze onafgebroken trouw en handhaafden de vrede. Nu zij met ons door manieren, opvoeding en huwelijken zijn verbonden, laat hen ons ook hun goud en rijkdom brengen in plaats van er alleen zelf van te profiteren." De toespraak van de keizer werd gevolgd door een decreet van de Senaat, en de Aedui (een Gallische stam) waren de eerste Galliërs die het recht verwierven senator te worden in Rome.

8. In 249 vaardigde de Romeinse keizer Gaius Decius een wet uit waarin hij zijn onderdanen verplichtte offers te brengen aan de goden. Iedereen die dit weigerde werd vervolgd. Deze wet werd in de volgende jaren telkens opnieuw afgekondigd. Je kunt dit zien als een bewijs voor de groei van het christendom. Leg uit welke redenering je daarbij volgt.

Page 7: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

Tijdvak 3 + 4: monniken en ridders / steden en staten

(periode: Vroege en Late Middeleeuwen)

9. In de zesde eeuw brak voor de eerste keer een pestepidemie uit in het Oost-Romeinse Rijk: er stierven miljoenen mensen en de samenleving raakte ontwricht. Hoewel in de zevende en achtste eeuw ook nog uitbraken van de pest voorkwamen, bleef de eerstvolgende grote, zeer dodelijke pestepidemie uit tot 1347. Verklaar met een kenmerkend aspect van de vroege middeleeuwen waardoor grote pestepidemieën in die periode bijna niet voorkwamen in West-Europa.

10 Gebruik bron 8. a. Geef aan welk voordeel elk van beide partijen van een dergelijke eed

heeft. b. Later in de middeleeuwen keurde de kerk af dat bisschoppen vazallen

werden van koningen. Geef hiervoor een verklaring.

bron 8 De Franse bisschop Hincmar van Laon (?-879) legt als leenman een eed af aan koning Karel de Kale (823-877): Ik Hincmar, bisschop van Laon, zal vanaf nu trouw zijn aan mijn heer Karel. Als een vazal ben ik gebonden aan mijn heer en een bisschop voor mijn koning. Als vazal zal ik gehoorzamen zoals een vazal dit hoort te doen. Als een bisschop van Christus zal ik de wil van God gehoorzamen en zorgen voor het geestelijk heil van de koning, zo veel als in mijn vermogen ligt.

11. Gebruik bron 9 en 10.

In het jaar 711 vallen islamitische veroveraars vanuit Noord-Afrika Spanje binnen. Spanje wordt in die tijd beheerst door de Visigoten, een Germaans volk. Binnen enkele jaren hebben de moslims het grootste gedeelte van het land onder controle. Ontleen aan elk van beide bronnen een verklaring voor het hoge tempo waarin de moslimlegers Spanje veroveren.

bron 9 In 713 wordt er een verdrag getekend tussen Abd al-Aziz ibn Musa, de aanvoerder van het moslimleger en Theodomir, koning van een deel van het Visigotische gebied in Spanje: Theodomir geeft zich over onder voorwaarde dat hij, noch zijn onderdanen, aan enige overheersing van buitenaf zullen worden onderworpen; dat zij niet gedood of gevangen gezet zullen worden en van elkaar zullen worden gescheiden; dat zij niet vanwege hun geloof zullen worden vervolgd en dat hun kerken niet worden verbrand. Theodomirs heerschappij zal hem niet worden ontnomen zolang hij trouw is en zich houdt aan hetgeen hij met ons (Abd al-Aziz ibn Musa) is overeengekomen. Het verdrag van overgave strekt zich uit over zeven steden, te weten: Orihuela, Valentila, Alicante, Mula, Bigastro, Eyyo en Lorca. Theodomir en de zijnen dienen elk jaar per persoon één dinar (een Arabische munt) te betalen en vier maten tarwe, vier maten gerst, vier kruiken stroop, vier kruiken azijn, twee kruiken honing en twee kruiken olie.

Page 8: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

bron 10 Een fragment uit een christelijke kroniek, geschreven omstreeks 754: In het jaar 711 maakte Roderik zich meester van het koningschap over de Visigoten op aansporing van de officieren van het paleis. Hij regeerde maar één jaar. Nadat hij zijn troepen had verzameld, trok hij op tegen de Arabieren en Moren, die al lange tijd het gebied teisterden dat hun door Musa (de moslimaanvoerder) was toegewezen en er de steden verwoestten. In het jaar 712 trok hij naar de bergen (in het zuiden van Spanje) om tegen hen te vechten. Hij sneuvelde in de strijd, waarbij het hele leger van de Visigoten op de vlucht sloeg. De Visigoten waren alleen meegekomen uit jaloezie en om hem te bedriegen, omdat zij het koningschap zelf ook nastreefden. Zo verloor hij de heerschappij en zijn vaderland, terwijl zijn rivalen ook omkwamen.

12. In de late middeleeuwen kwam het vaak voor dat een vorst, na zijn troonsbestijging, met een feestelijke intocht werd verwelkomd door de burgers van een stad in zijn rijk. Bij zulke intochten legden de burgers een eed van trouw af aan de vorst. Op zijn beurt beloofde de vorst plechtig de rechten en privileges van de burgers te zullen respecteren. Leg uit dat dit soort intochten passen bij twee kenmerkende aspecten uit de late middeleeuwen, maar ook aansluiten bij het feodalisme uit de vroege middeleeuwen.

13 Gebruik bron 11. Twee ontwikkelingen in de late middeleeuwen: 1 Er kwam een einde aan het autarkisch economische systeem en 2 de kruistochten naar het Midden-Oosten vonden plaats. 4p 7 Leg uit:

dat er een samenhang is tussen de eerste ontwikkeling en lokale markten en

waardoor de jaarmarkten profiteren van de kruistochten.

bron 11 De Franse monnik Humbert de Romans schrijft in 1270 over markten en jaarmarkten: Hoewel de termen markt en jaarmarkt vaak door elkaar heen worden gebruikt, is er wel degelijk verschil tussen beide. Op jaarmarkten worden dure zaken verkocht, ze vinden slechts één keer per jaar plaats en er komen mensen naartoe van heinde en verre. Gewone markten zijn voor de onbelangrijke dingen, de dagelijkse levensbehoeften, ze worden wekelijks gehouden en alleen bezocht door de mensen uit de streek.

Page 9: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

14 Gebruik bron 12. Filips de Goede laat deze miniatuur maken na de Vrede van Gavere om daarmee een politieke boodschap over te brengen. Leg met twee verwijzingen naar de bron uit, welke boodschap hij hiermee wil overbrengen.

15 Gebruik bron 12.

Geef aan welke twee kenmerkende aspecten uit de late middeleeuwen bij elkaar komen in deze gebeurtenis.

bron 12 Miniatuur omstreeks 1454 gemaakt in opdracht van hertog Filips de Goede:

Toelichting In 1451 komen de burgers van de stad Gent in opstand tegen hertog Filips de Goede als deze de stad nieuwe belastingen wil opleggen. Filips verslaat het leger van Gent, waarna de Vrede van Gavere wordt gesloten. Onderdeel van het vredesverdrag is dat de stad een deel van de privileges verliest, 350.000 goudstukken moet betalen en de banieren van de gilden (organisaties van de verschillende beroepsgroepen) moet overhandigen. De burgers van Gent moeten buiten de stad, geknield, in wit boetekleed, vergiffenis vragen aan de hertog.

Page 10: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

Tijdvak 5: Ontdekkers en Hervormers

(periode: Vroegmoderne geschiedenis)

16. In de zestiende eeuw begint de Europese expansie overzee en een nieuwe wetenschappelijke belangstelling. Beide ontwikkelingen hebben elkaar beïnvloed. Leg uit met telkens een voorbeeld: • waardoor de nieuwe wetenschappelijke belangstelling de Europese expansie mogelijk maakte en • dat de expansie de wetenschappelijke belangstelling bevorderde.

17 Gebruik bron 13. Deze prent van Leonardo da Vinci wordt vaak gebruikt om te laten zien dat de Middeleeuwen voorbij zijn. Leg dit uit, door: − eerst met de tekening uit te leggen dat deze tekening typerend is voor een geleerde uit de Renaissance en − daarna uit te leggen welke aanpak een middeleeuwse geleerde zou kiezen. bron 13 Anatomische tekening van een mens door Leonardo da Vinci (1452-1519), Italiaanse schilder, beeldhouwer, onderzoeker en geleerde

Page 11: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

18. Gebruik bron 14. Een interpretatie: Op grond van deze bron kun je stellen, dat de kritiek van Vasalius op de artsen uit zijn tijd beter past bij de Renaissance dan bij de middeleeuwen. 3p 6 Ondersteun deze interpretatie door aan te geven:

welke kritiek op de artsen Vasalius heeft en

waardoor deze kritiek beter past bij de Renaissance en

minder past bij de middeleeuwen.

Bron 14 In 1543 publiceert de arts Vasalius het boek De humani corporis fabrica (Over de bouw van het menselijk lichaam). Hierin beschrijft hij zijn kijk op de handelwijze van artsen: Zolang de artsen meenden dat enkel het genezen van inwendige ziekten tot hun domein behoorde, beschouwden ze de kennis van de ingewanden als voldoende. Zij verwaarloosden de structuur van de beenderen, de spieren, de zenuwen, de aders en slagaders die zich tussen de beenderen en spieren bevinden, alsof deze dingen hen niet aangingen. Aangezien deze zaken werden toevertrouwd aan chirurgijns1), verdween daardoor niet alleen de ware kennis van de ingewanden, maar ook hun eigen bekwaamheid in het uitvoeren van dissecties (operaties). Dit ging zover dat de artsen dit niet meer probeerden, terwijl de chirurgijns, aan wie deze kunst nu toekwam, te ongeletterd waren om de geschriften van de hoogleraren te begrijpen. (…) Deze laatsten schreeuwden als kauwen van hun hoge katheder over dingen die zij nog nooit hadden onderzocht, maar die zij overnamen uit boeken van anderen.

noot 1 Een chirurgijn houdt zich bezig met behandelingen waarbij bloed tevoorschijn komt, in tegenstelling tot universitair opgeleide artsen.

19. Gebruik bron 15 Het optreden van de Portugese kooplieden zoals dat in bron 4 naar voren komt, wordt vaak gebruikt om te laten zien dat rond 1500 de vroegmoderne tijd is aangebroken. Leg uit: − dat het optreden van de Portugese kooplieden kenmerkend is voor de vroegmoderne tijd en − waarom dit optreden verschilt van de middeleeuwen.

bron 15 De handel in specerijen uit Azië volgde tot ongeveer 1500 een landroute. Met karavanen werd de kostbare handelswaar naar de kust van de Middellandse Zee gebracht. Een koopman in Venetië (Italië) schrijft in 1508 in zijn dagboek 6 oktober 1508 (Het bericht van) de aankomst van de Portugese zeilschepen (in de havens van Portugal) deed de prijzen van allerlei soorten specerijen en van overige Oosterse koopwaren dalen. De Italiaanse kooplieden waren de wanhoop nabij. Zij wisten niet meer wat zij moesten doen. Enerzijds stuurden de Arabieren, om hun tussenhandel te begunstigen, valse berichten rond over zogenaamde Arabische overwinningen op de Portugezen. Anderzijds werd er uit Portugal gemeld dat Portugezen een Arabisch schip met een aantal rijke kooplieden aan boord, gekaapt hadden.

Page 12: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

20. De Spaanse koning Karel V besluit in 1543 wetten in te voeren die de slavernij van Indianen verbieden. Over dit verbod ontstaat discussie en daarom stelt Karel een commissie in om het conflict op te lossen. In 1550 roept deze commissie in Valladolid (Spanje) twee geleerden op: Juan de Sepulvéda en Bartolomé de las Casas.

Gebruik bron 16 + 17. Beide standpunten uit het debat van 1550 worden gesteund door Spanjaarden in Zuid-Amerika, maar Juan de Sepulvéda krijgt meer steun dan Bartolomé de las Casas. Geef hiervoor een verklaring. Doe dat door: − eerst het standpunt van Juan de Sepulvéda weer te geven, − daarna het standpunt van Bartolomé de las Casas en − daarmee uit te leggen waarom Juan de Sepulvéda meer steun van Spanjaarden in Zuid-Amerika krijgt dan Bartolomé de las Casas

21 Gebruik bron 16 en 17

Naar aanleiding van het debat kom je tot deze bewering: Het beleid van Karel V zoals dat hier naar voren komt, past − bij het beleid van veel vorsten aan het einde van de middeleeuwen en − bij de nieuwe manier van denken in deze periode. Leg dit uit voor beide punten van de bewering.

22. Door het verbod op de slavernij van de Indianen werd de exploitatie van de koloniën

in Zuid-Amerika moeilijker. Leg uit op welke manier dit probleem werd opgelost.

bron 16 Juan de Sepulvéda heeft geen bezwaar tegen de slavernij voor Indianen. Hij zegt in 1550 Hou jezelf niet voor de gek door te denken dat de Indianen in een idyllische wereld leefden voordat de Spanjaarden kwamen. Integendeel, ze voerden onophoudelijk wrede oorlogen tegen elkaar en maakten zich schuldig aan kannibalisme op de overwonnenen. Is er al met al overtuigender bewijs van de meerderwaardigheid van sommige mensen boven andere wat betreft intelligentie, geest en dapperheid, en het feit dat zulke mensen van nature slaven zijn? Het is waar dat sommigen aanleg hebben voor bepaalde ambachten, maar dat is geen bewijs voor hun menselijke intelligentie. We weten immers dat dieren, vogels en spinnen, bepaald werk kunnen doen dat geen enkel mens ze kan nadoen. Kortom, dit zijn de gewoonten van deze minderwaardige mensen, barbaars, onbeschaafd en onmenselijk, voordat de Spanjaarden arriveerden. En dan spreken we nog niet eens over hun heidense godsdienst en hun zondige offers waarin ze de duivel als hun god vereerden, in de overtuiging dat ze hem geen beter offer konden brengen dan de harten van mensen. Hoe kunnen we er aan twijfelen, dat deze volken, zo onbeschaafd, zo barbaars en zo aangetast door ontaarding en ondeugd, met recht zijn overwonnen door een natie die menselijk is en uitblinkt in zoveel deugden? bron 17 Bartolomé de las Casas is tegen de slavernij voor Indianen in 1550 Want alle volken, waar ook ter wereld, zijn mensen. En de omschrijving van ‘mens’, als onderdeel van een volk en afzonderlijk, is: het zijn rationele wezens. Allen bezitten verstand en wil, zijn gevormd naar het beeld en de gelijkenis van God; allen hebben het natuurlijk vermogen om te begrijpen en zich kennis eigen te maken. Allen houden van goedheid en verafschuwen kwaad. Alle mensen zijn gelijk geschapen. Niemand wordt ‘verlicht’ geboren. Uit dit alles volgt dat wij allen in het begin geleid en gesteund moeten worden door hen die eerder zijn geboren dan wij. En de onbeschaafde volken op de aarde kunnen worden vergeleken met woeste grond waarop veel soorten onkruid en onbruikbare doornstruiken groeien, maar die zulke natuurlijke kwaliteit heeft dat ze door werk en zorg gezonde en nuttige vruchten kan opleveren.

Page 13: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

23. Gebruik bron 18. Bij deze bron kun je twee uitspraken doen: 1 Karel V heeft een politiek motief om deze toespraak te houden. 2 Met deze toespraak draagt Karel V bij aan de splitsing binnen de christelijke kerk in de zestiende eeuw. Leg beide uitspraken uit.

bron 18 In Worms (Duitsland) vindt in 1521 een vergadering plaats waarbij de monnik Maarten Luther zijn stellingen tegen misstanden binnen de rooms-katholieke kerk verdedigt. Keizer Karel V zegt daarover tegen de aanwezige Duitse vorsten:

“Ge weet, dat ik afstam van de aller christelijkste keizers van de edele Duitse natie (…). Naar hun voorbeeld heb ik tot dusver steeds geleefd. Want het is zeker dat één enkele broeder dwaalt, als hij zich keert tegen de mening van de gehele christenheid, omdat die christenheid anders duizend jaar of nog langer gedwaald zou moeten hebben. Daarvoor ben ik ook vastbesloten mijn koninkrijken en heerlijkheden, vrienden, lichaam en bloed, leven en ziel, in te zetten. Want het zou een schande zijn voor ons en voor u, gij leden van de edele Duitse natie, als door onze nalatigheid ook maar een schijn van ketterij en aantasting van het christelijk geloof in de harten der mensen zou binnensluipen. Nadat we gisteren hier de rede van Luther hebben gehoord, zeg ik u dat ik het betreur zo lang te hebben geaarzeld tegen hem op te treden. Ik wil hem nooit meer horen. Hij moge zijn vrijgeleide hebben! Maar ik zal hem voortaan als notoire ketter beschouwen en hoop dat gij allen als goede christenen hetzelfde zult doen”

Page 14: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

24. Gebruik bron 19. Dit schilderij speelde een rol in de propaganda tijdens een conflict in de zestiende eeuw. Leg, telkens met het schilderij, uit: − over welk conflict het hier gaat en - Welke kant de schilder kiest in dit conflict en − dat het schilderij als propaganda kan worden gebruikt

bron 19 Schilderij van een onbekende meester uit de zestiende eeuw

Page 15: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

Algemene vaardigheden 25 Gebruik bron 20

Stel: je gebruikt de afbeelding op deze sarcofaag om de strijd tussen Romeinen en Goten te beschrijven. Leg uit waarom je twijfelt aan de betrouwbaarheid van de informatie uit deze bron.

bron 20 Een Romeinse sarcofaag (lijkkist) uit de derde eeuw na Chr.:

Toelichting De sarcofaag is gemaakt voor generaal Erennius Etruscus, die sneuvelt in de strijd tegen de Goten, in de veldslag bij Abritto in het huidige Bulgarije. 26 Perikles (495-429 v. Chr.) was een belangrijk staatsman in de Atheense

stadstaat. Hij stond bekend om zijn welsprekendheid en zijn democratische ideeën. Stel: je doet onderzoek naar de ideeën van Perikles en je vindt deze twee bronnen: 1 Het pamflet Over Themistokles, Thukydides en Perikles, geschreven door Stesimbrotus van Thasos (470-420 v. Chr.). Hierin werd Perikles ervan beschuldigd een affaire te hebben met zijn schoondochter. Tijdgenoten van Stesimbrotus noemen hem een roddelaar. 2 Het boek Parallelle Levens, geschreven door Plutarchus (46-120) waarin een biografie van Perikles is opgenomen. In dit boek worden de levens beschreven van beroemde Griekse en Romeinse personen. Plutarchus raadpleegde oude geschriften en inscripties die later verloren zijn gegaan. Geef telkens een argument voor en een argument tegen de betrouwbaarheid van elke bron voor je onderzoek.

Page 16: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

27 Gebruik bron 21.

Van keizer Caligula wordt gezegd dat hij een ziekelijke neiging tot sarren en pesten had. Philo van Alexandrië is één van de bronnen voor deze opvatting. Geef een reden waarom je bij de beoordeling van het karakter van Caligula

voorzichtig moet zijn met het gebruik van deze bron.

bron 21 In het jaar 38 wordt een joods gezantschap uit de Egyptische stad Alexandrië in Rome door keizer Caligula ontvangen. De leider van het gezantschap, Philo van Alexandrië, een bekende joodse filosoof, schrijft hierover Toen wij bij hem werden gebracht, bogen we naar de grond zodra we hem zagen, en

groetten hem met eerbied en respect, hem aansprekend als keizer. En hij beantwoordde

onze groet zo koel dat we niet alleen onze zaak maar ook ons leven opgaven. Want sarrend

en grijnzend zei hij: “Zijn jullie die godenhaters die menen dat ik geen god ben, terwijl ik door

alle anderen wel als god word aanbeden? En ik word door jullie niet zo aangesproken?” En

de handen ten hemel heffend deed hij een uitspraak die te erg was om aan te horen, laat

staan dat die woordelijk kan worden weergegeven.

Page 17: Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie)...Tijdvak 1: Jagers en Boeren (periode: Prehistorie) 1.Een bewering: Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van

Gebruik bron 4. Deze bron laat zien dat er rond 1508 een grote verschuiving plaatsvindt in de specerijenhandel. 3p 10 Beschrijf deze verschuiving, door − eerst (met de bron) aan te geven welke twee groepen kooplieden de specerijenhandel in handen hadden vóór 1508 en − daarna de reden te noemen waardoor deze groepen kooplieden tot die tijd de

specerijenhandel konden beheersen en − vervolgens (met de bron) aan te geven wat er rond 1508 verandert in de specerijenhandel.