PREHISTORIE TOETS Venus van Willendorf...

33
PREHISTORIE Jagers en verzamelaars Venus van Willendorf TOETS 257 BRON I Dit beeldje is in 1908 door een archeoloog bij Willendorf in der Wachau in Oostenrijk gevonden. Het is ruim 11 centimeter groot en kan niet zelfstandig staan, moet dus vastgehouden worden. Het wordt gedateerd tussen 24.000 en 22.000 voor Christus. Het draagt de naam 'Venus van Willendorf', hoewel er geen enkel verband gelegd kan worden met de Romeinse godin Venus. BRON II Op de vindplaats van de 'Venus van Willendorf' (bron 1) zijn ook onderstaande vondsten gedaan. 1 Ontleen aan de bronnen I en II wat het bestaansmiddel was van de mensen, die de 'Venus van Willendorf' gemaakt hebben. Leg je antwoord uit. 2 Archeologen hebben in de vorm van hypotheses - verschillende verklaringen proberen te geven voor de 'Venus van Willendorf'. Enkele daarvan zijn: a De maakster was zelf zwanger en heeft het beeldje, symbool van haar vruchtbaarheid, gemaakt om zichzelf te kunnen zien. b Het beeldje wijst op de succesvolle, welvarende toestand van deze groep mensen. Bepaal van beide hypotheses in hoeverre ze door de bronnen I en II ondersteund worden.

Transcript of PREHISTORIE TOETS Venus van Willendorf...

PREHISTORIE Jagers en verzamelaars

Venus van Willendorf

TOETS

257

BRON I

Dit beeldje is in 1908 door een archeoloog

bij Willendorf in der Wachau in Oostenrijk

gevonden. Het is ruim 11 centimeter groot en

kan niet zelfstandig staan, moet dus

vastgehouden worden. Het wordt gedateerd

tussen 24.000 en 22.000 voor Christus. Het

draagt de naam 'Venus van Willendorf',

hoewel er geen enkel verband gelegd kan

worden met de Romeinse godin Venus.

BRON II

Op de vindplaats van de 'Venus van Willendorf' (bron 1) zijn

ook onderstaande vondsten gedaan.

1 Ontleen aan de bronnen I en II wat het bestaansmiddel

was van de mensen, die de 'Venus van Willendorf'

gemaakt hebben. Leg je antwoord uit.

2 Archeologen hebben – in de vorm van hypotheses -

verschillende verklaringen proberen te geven voor de

'Venus van Willendorf'. Enkele daarvan zijn:

a De maakster was zelf zwanger en heeft het

beeldje, symbool van haar vruchtbaarheid,

gemaakt om zichzelf te kunnen zien.

b Het beeldje wijst op de succesvolle,

welvarende toestand van deze groep mensen.

Bepaal van beide hypotheses in hoeverre ze

door de bronnen I en II ondersteund worden.

PREHISTORIE Jagers

Samenlevingsvorm

TOETS

1378

BRON

Schilderij uit 1892 van de Franse schilder Emmanuel Benner, getiteld: 'Les hommes préhistoriques chassant

l'ours'. 'Ours' is Frans voor 'beer'.

1 Bepaal met twee aanwijzingen uit de bron of Benner prehistorische jagers of prehistorische boeren heeft

geschilderd.

2 Het is de vraag of je dit schilderij kunt gebruiken als bron voor kennis over de prehistorie. Noem één

aspect in dit schilderij dat niet overeenkomt met onze wetenschappelijke kennis van de prehistorie. Leg je

antwoord uit.

3 Je kunt stellen dat Benner ook elementen heeft toegevoegd om te romantiseren: ze zijn niet per definitie

onjuist, maar in de gegeven situatie eerder bedoeld om de kijker te boeien dan om de historische

werkelijkheid weer te geven. Noem twee van deze elementen en leg steeds je antwoord uit.

PREHISTORIE Neolithische revolutie

TOETS

277

BRON

Op scholen in de Verenigde Staten wordt met deze poster de overgang van de

samenleving van jagers en verzamelaars naar de agrarische samenleving in de

Nieuwe Steentijd (Neolithicum) uitgelegd.

1 Volgens de maker

van de poster

vormde de over-

gang van een

samenleving van

jagers en verzame-

laars naar een

samenleving van

boeren een revolu-

tionaire verande-

ring. Ontleen aan de

bron drie argumen-

ten die deze stelling

ondersteunen.

2 Het is duidelijk de

bedoeling van de

maker van de poster

geweest om de

'neolitische revolu-

tie' op een aan-

sprekende manier

uit te leggen. Toch

is er bij een der-

gelijke aanpak een

behoorlijke kans dat

de historische

werkelijkheid on-

juist of onvolledig

wordt weergegeven.

Noem (op basis van

je kennis van de

vroegste samenle-

vingen) een punt

van kritiek op de

poster. Leg je ant-

woord uit.

PREHISTORIE Reconstructie samenleving

TOETS

743

BRON

Reconstructietekening van menselijke activiteit tijdens de prehistorie; de plek heet Caer Drewyn en ligt in Wales.

1 Bepaal met drie verschillende aanwijzingen uit de bron of deze mensen in de tijd van de jagers of in de tijd

van de boeren leefden.

PREHISTORIE Samenlevingsvorm

TOETS

237

BRON

Een reconstructie van een groep mensen in de prehistorie, op basis van opgravingen in 1982 in Flag Flen in East-

Anglia.

1 Bepaal of in bovenstaande bron een samenleving van jagers en verzamelaars of van boeren wordt

weergegeven. Ondersteun je antwoord met drie verschillende gegevens uit de bron.

PREHISTORIE Landbouw

TOETS

176

BRON

Reconstructietekening van een groep mensen uit de prehistorie.

1 Toon met vier elementen uit de bron aan waarom hier niet langer sprake is van een samenleving van

jagers en verzamelaars.

PREHISTORIE Cultuur

Jagers/boeren

Vooruitgang

TOETS

1649

BRON

Afbeelding van vier door archeologen in Europa gevonden bronzen bijltjes.

1 Maak met behulp van de bron duidelijk wat we in het vak Geschiedenis onder 'cultuur' verstaan.

2 Bepaal of de mensen die de gereedschappen in de bron gebruikten jagers/verzamelaars of boeren waren.

Leg je antwoord uit.

3 De oorspronkelijke toelichting bij de bron stelde dat deze vier bijltjes "vier fases van verbetering" lieten

zien. Toon deze verbetering aan van ten minste twee van de vier afgebeelde bijltjes.

PREHISTORIE Begin landbouw

Invloed klimaatveranderingen

TOETS

1629

BRON

Kaart van de verspreiding van de landbouw over de wereld.

1 De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw wordt in de wetenschap vaak gekarakteriseerd als

een revolutie. Noem twee argumenten om deze stelling te ondersteunen.

2 Een gangbare theorie is dat de overgang naar de landbouw bepaald zou zijn door ingrijpende

klimatologische veranderingen. Welke gedachtengang zit er achter deze theorie?

3 Ga na of de kaart (bron) de theorie ondersteunt dat de overgang naar de landbouw een klimatologische

achtergrond heeft. Leg je antwoord uit.

PREHISTORIE Jagers en verzamelaars

TOETS

74

BRON

Reconstructietekening van het leven van een groep mensen in de prehistorie.

1 Bepaal of de mensen in de bron van de jacht of van de landbouw leefden. Ontleen aan de tekening twee

verschillende argumenten voor je keuze.

PREHISTORIE Landbouw

Godsdienst

TOETS

1398

BRON

Grotschildering in een grottencomplex in Tassili n'Ajjer, een hoogplateau in het huidige Algerije.

1 Bepaal of deze muurschildering

afkomstig is uit de tijd van jagers

en verzamelaars of uit de tijd van

de eerste boeren. Ontleen aan de

bron twee argumenten voor je

antwoord.

2 Hoe verklaren we het ontstaan van

een soort van godsdienst bij de

mensen in de prehistorie?

3 Grotschilderingen uit de prehistorie

worden vaak in verband gebracht

met godsdienstige gebruiken of

ceremonies. Ga na of bovenstaande

schildering een bevestiging van

deze veronderstelling vormt. Leg je

antwoord uit.

PREHISTORIE Gebruik vuursteen

Cultuur

TOETS

35

BRON

In Spiennes, in de huidige Belgische

provincie Henegouwen, is bij opgravingen

een vuursteenmijn uit de prehistorie

gevonden. Hieronder staat een reconstructie

van deze mijn.

1 Geef met drie verschillende voorbeelden aan

waarvoor de mensen in de prehistorie

vuursteen gebruikten.

2 Leg met behulp van een beschrijving van de

bron uit wat we in het vak geschiedenis onder

het begrip cultuur verstaan.

PREHISTORIE Jagers en verzamelaars

TOETS

86

BRON

Reconstructie (op basis van archeologische vondsten) van een 'valkendanser'. Deze traditie kwam in prehistorische

tijden voor bij indianenstammen in het gebied van de Mississippi.

1 Bepaal aan de hand van de bron of de indianen van het Mississippi-gebied als jagers of als landbouwers

leefden. Leg je antwoord uit.

PREHISTORIE Boeren-samenleving

TOETS

131

BRON

Reconstructietekening van de nederzetting van bandkeramiekers in Sittard, ca. 5000 v.Chr.

1 Ontleen aan bovenstaande bron drie argumenten om aan te tonen dat de bandkeramiekers van Sittard

niet langer leefden als jagers en verzamelaars.

PREHISTORIE Samenlevingsvorm

Cultuur

TOETS

247

BRON

Reconstructietekening van een groep mensen in de prehistorie.

1 Bepaal of de samenleving in bron 1 bestond uit jagers of uit boeren. Ontleen aan de bron twee

argumenten voor je antwoord.

2 Maak met behulp van bron 1 duidelijk dat we ook in de prehistorie al van 'cultuur' kunnen spreken.

PREHISTORIE Drenthe

Grafheuvel/hurkgraf

Geschreven bronnen

TOETS

1694

BRON

Ten oosten van Spier, in de nabijheid van een vernield hunebed, troffen archeologen in 1949 dit lijksilhouet aan

in een grafheuvel; de archeologen spreken in dit geval van een 'hurkgraf'. Het graf dateert uit de periode 2900-

2500 voor Christus.

1 Noem drie gegevens over het leven van de mensen in Drenthe circa 4500-5000 jaar geleden, die we uit

de vondst bij Spier kunnen afleiden.

2 Uit de tijd van circa 4500-5000 jaar geleden beschikken we niet over geschreven bronnen over de

mensen die toen in Drenthe leefden. Noem een aspect met betrekking tot het gevonden lijksilhouet,

waarom dat jammer is. Leg je antwoord uit.

PREHISTORIE Venus van Laussel

Jagers of boeren

Godsdienst

TOETS

1684

BRON

Deze zogenaamde 'Venus van Laussel' dateert van 22.000 jaar voor Christus en is gevonden in de ingang van een

grot in de Franse Dordogne, die zowel woonplaats als plek voor religieuze ceremonies was. In haar rechterhand

houdt zij de hoorn van een rund vast, die de wassende maan voorstelt.

1 Beredeneer of de mensen bij wie deze 'Venus van Laussel' gevonden is, jagers/verzamelaars of boeren waren.

Leg je antwoord uit.

2 Hoe verklaren wij dat de mensen in de prehistorie godsdienstige rituelen hadden?

3 Leg uit waarom de 'Venus van Laussel' een onderdeel van een soort godsdienstig ritueel geweest kan zijn.

PREHISTORIE Drenthe

Eerste landbouwers

Raatakkers

Gebruik moderne techniek

TOETS

2201

BRON I

In 2014 werd op het

Dwingelderveld een gebied met

zogenaamde 'raatakkers' ontdekt.

Dat was mogelijk door luchtfoto’s

te maken met behulp van lidar:

een techniek die met behulp van

laserpulsen de afstand tot de

grond meet en daardoor

hoogteverschillen zichtbaar maakt

die met het blote oog niet gezien

worden; bovendien kijkt lidar als

het ware dwars door begroeiing

heen. Op deze foto is te zien welk

deel van het Dwingelderveld met

behulp van lidar in beeld is

gebracht.

BRON II

Op basis van wetenschappelijk

onderzoek op een groot aantal

plaatsen hebben archeologen deze

reconstructietekening van raatakkers

gemaakt.

1 Bepaal aan de hand van bron II of hier een tekening van de samenleving van jagers en verzamelaars of

van die van de eerste boeren is gemaakt. Leg je antwoord uit.

2 Met behulp van de bronnen I en II kun je een omschrijving van een 'raatakker' maken. Schrijf die

omschrijving op en laat daarbij zien hoe je de bronnen I en II gebruikt hebt.

3 Bron I vormt een goede illustratie bij de stelling dat we in de toekomst waarschijnlijk nog veel meer te

weten komen over hoe de mensen in de prehistorie leefden. Beredeneer of deze stelling juist is.

PREHISTORIE Primaire/secundaire bronnen

Geschreven bronnen

Hypothese opstellen

Handel

TOETS

2148

BRON I

Restanten van een veenweg, opgegraven in het

hoogveengebied bij Nieuw-Dordrecht, in het

zuidoosten van Drenthe. De weg is aangelegd tussen

2600 en 2500 voor Christus.

BRON II

Op het landgoed De Eese bij Steenwijk werd bij het

uitbaggeren van een vijver dit wagenwiel gevonden.

Het heeft een doorsnede van 92 centimeter. Bij het

opbaggeren kwam ook een deel van de as van het wiel

tevoorschijn. Uit onderzoek is gebleken dat het wiel in

2075 voor Christus gemaakt is.

1 Leg van de bronnen I en II uit of het primaire of

secundaire bronnen zijn.

2 Uit de tijd waaruit deze bronnen afkomstig zijn

hebben we voor deze gebieden nog geen

geschreven bronnen. Leg ui waarom dat de

interpretatie van deze bronnen lastiger maakt.

3 Uit de vondst van de veenweg bij Nieuw-

Dordrecht (I) en van het wagenwiel bij Steenwijk

(II) kun je een hypothese opstellen met

betrekking tot de middelen van bestaan in

Drenthe en omstreken in de periode 2500 tot

2000 voor Christus. Beredeneer hoe die

hypothese luidt.

PREHISTORIE Venusbeeldje

Primaire/secundaire bron

Hypothese

Jagers en verzamelaars

Vruchtbaarheid vrouwen

TOETS

1842

1 Beredeneer of

dit beeldje een primaire

of een secundaire bron

is.

2 Een hypothese

met betrekking tot deze

bron luidt dat dit beeldje

(a) gemaakt is in de tijd

van de jagers en

verzamelaars en (b) een

godsdienstige functie

had met betrekking tot

de vruchtbaarheid van

vrouwen. Geef

de argumentatie voor

beide delen van de

hypothese.

BRON

Dit is de zogenaamde 'Venus van Lespugue', in 1922

gevonden in een grot in Frankrijk. Het beeldje is 14,7

centimeter hoog, ongeveer 25.000 jaar oud en

gesneden uit het ivoor van een slagtand.

1 Beredeneer of dit beeldje een primaire of een

secundaire bron is.

2 Een hypothese met betrekking tot deze bron

luidt dat dit beeldje (a) gemaakt is in de tijd van

de jagers en verzamelaars en (b) een

godsdienstige functie had met betrekking tot de

vruchtbaarheid van vrouwen. Geef de

argumentatie voor beide delen van de

hypothese.

PREHISTORIE Venus van Laussel

Cultuur

Nomaden

Vruchtbaarheidscultus

TOETS

1880

BRON

Dit is de zogenaamde 'Venus van Laussel', een ongeveer 20.000 jaar oud in kalksteen uitgehouwen reliëf; het is

ongeveer 45 centimeter hoog en gevonden in de ingang van een grot in de Dordogne (Frankrijk). In haar

rechterhand houdt de vrouwenfiguur de hoorn vast van een wisent (die de vorm van een halve maan heeft), met

daarop ingekerfd 13 streepjes. Met haar andere hand wijst zij naar haar baarmoederstreek.

1 Met deze 'Venus van Laussel' kun je uitleggen dat je bij de mensen die zo'n 20.000 jaar geleden in de

Dordogne leefden al van een cultuur kunt spreken. Maak dat duidelijk.

2 We gaan ervan uit dat de mensen die 20.000 jaar geleden leefden, nog een nomadisch bestaan leidden.

Beredeneer of de 'Venus van Laussel' dit uitgangspunt ondersteunt of juist weerlegt.

3 Met betrekking tot deze 'Venus van Laussel' is de hypothese opgesteld dat dit reliëf gemaakt is om de

vruchtbaarheid van vrouwen te beïnvloeden. Ondersteun deze hypothese door

- eerst uit te leggen waarom de vruchtbaarheid van vrouwen juist voor de mensen in de

prehistorie zo belangrijk was en

- vervolgens drie aanwijzingen aan de bron te ontlenen die deze vruchtbaarheidshypothese

kunnen ondersteunen.

PREHISTORIE Vroegste landbouw

Raatakkers

Archeologisch onderzoek

Moderne techniek

TOETS

2049

BRON I

Luchtfoto van een stuk van het

Noordsche Veld ten noorden van

Peest en Zeijen. Door een speciale

techniek worden hoogteverschillen

zichtbaar gemaakt.

BRON II

Foto van een deel van het Noordsche Veld, ten noorden van Zeijen en Peest.

BRON III

Fragment van een topografische militaire kaart uit de periode 1830-1850 van het gebied ten

noorden van Peest en Zeijen. Ten noorden van het 'hunnebed' staat: 'Legerplaats der Romeinen'.

1 Door archeologisch onderzoek weten we dat in de prehistorie op veel plaatsen in Noord-West

Europa zogenaamde 'raatakkers' (ten onrechte ook wel 'celtic fields' genoemd) werden aangelegd:

akkers van ongeveer 40 bij 40 meter, omgeven door aarden walletjes; een van deze plekken is het

Noordsche Veld. Deze walletjes zijn ontstaan doordat de boeren steeds na enige jaren de toplaag

van de akkers verwijderden. Leg uit

- met behulp van bron I waarom archeologen hiervoor de naam 'raatakkers' hebben bedacht;

- waarom de boeren de toplaag van de akkertjes steeds na een aantal jaren verwijderden en

- waarom de invoering van de ijzeren ploeg in de Vroege Middeleeuwen het einde betekende

van deze vorm van akkerbouw.

2 Maak met behulp van de bronnen II en III duidelijk hoe men in de achttiende eeuw de (restanten

van) aarden walletjes in het Noordsche Veld verklaarde.

3 Beredeneer dat je met bovenstaand bronnenmateriaal goed kunt illustreren dat het archeologisch

onderzoek van de prehistorie gebaat is bij technologische vooruitgang.

PREHISTORIE Halstatt-cultuur

Godsdienst

Techniek

Vaste woonplaatsen

TOETS

1056

BRON

In 1846 ontdekte de archeoloog Johann Georg Ramsauer bij Hallstatt in het huidige Oostenrijk een groot aantal

prehistorische graven. Hij gaf aan een plaatselijke kunstenaar opdracht een van de onderzochte graven te

documenteren; daarvoor gebruikte deze kunstenaar waterverf.

1 Naar aanleiding van de bron kom je tot de conclusie dat de mensen van de 'Hallstatt-cultuur' geloofden

in een hiernamaals. Leg uit hoe je tot deze conclusie komt.

2 Ga na of je in de bron aanwijzingen vindt om de volgende hypothese te onderbouwen: de 'Hallstatt-

cultuur' wordt gekenmerkt door vaste woonplaatsen en een vorm van techniek. Leg je antwoord uit.

PREHISTORIE Jagers en verzamelaars

Grafreconstructie

TOETS

733

BRON I

In 1986 werd in Dolni Vestonice in het huidige

Tsjechië een prehistorisch graf ontdekt, waarin drie

mensen begraven waren. De twee buitenste zijn

mannen, die in het midden is waarschijnlijk een

vrouw; alle drie waren ze ongeveer twintig jaar oud.

De vondst was spectaculair, zowel omdat er drie

mensen in één graf lagen, als door de ligging van de

drie lichamen ten opzichte van elkaar. Hieronder is

een foto afgebeeld van het graf, zoals het aangetroffen

is bij de opgraving.

BRON II

Reconstructie van het graf van Dolni Vestonice.

BRON III

Reconstructie van het graf van Dolni Vestonice.

1 Leg uit dat je met behulp van bron I kunt beredeneren dat het graf van Dolni Vestonice uit de tijd van

jagers en verzamelaars komt.

2 Vergelijk de twee reconstructies (bronnen II en III) met de situatie ten tijde van de opgraving (bron I).

Welke van de twee reconstructies is het meest geloofwaardig? Geef twee argumenten voor je keuze.

3 Een Tsjechische archeoloog stelde de volgende hypothese op met betrekking tot de gebeurtenis, die aan

deze begrafenis was voorafgegaan: gelet op de gevonden kleurresten droeg de man links een masker, een

aanwijzing dat hij een soort medicijnman was; de vrouw is gestorven bij de geboorte van haar kind, de

twee mannen zijn schuldig bevonden aan haar dood en daarom ook om het leven gebracht. Welke

elementen uit bron I ondersteunen deze hypothese?

PREHISTORIE Begrip cultuur

Steentijd

Hoogovens

TOETS

753

BRON I

Reconstructie naar aanleiding van archeologische vondsten in Beieren.

BRON II

Archeologische vondst.

1 Maak duidelijk dat

je met behulp van

elk van deze

bronnen uit de

prehistorie (I, II) het

historische begrip

'cultuur' kunt

uitleggen.

2 Zet de bronnen I en

II in de juiste

historische volg-

orde. Leg je

antwoord uit.

PREHISTORIE Eerste landbouwsamenlevingen

TOETS

249

BRON I

Kaart van de verspreiding van de landbouw over de wereld.

Courges: pompoenen

Haricots: bonen

Piments: Spaanse pepers Mils:

Riz: rijst

Ignames: yamswortels Palmiers à huile: olijfbomen

Blés: tarwe

Orge: gerst Sorghos: gierst

Tefs: teff

Horticulture: tuinbouw

BRON II

Kaart van de klimaatzones van de wereld.

1 Al voor 5.000 jaar

voor Christus

ontstaan de eerste

gebieden waar

landbouw beoe-

fend wordt, zie

daarvoor bron I.

Stel nu met behulp

van bron II een

hypothese op met

betrekking tot de

vraag waarom juist

in die gebieden als

eerste aan land-

bouw gedaan

werd. Leg je

antwoord uit.

PREHISTORIE Landbouwnederzetting

Historische reconstructie

TOETS

1569

BRON

Reconstructie van een prehistorische nederzetting in Orsett, in het oosten van Engeland.

1 Bepaal of bovenstaande nederzetting uit de prehistorie uit de tijd van de jagers en verzamelaars of uit de

tijd van de eerste boeren dateert. Voeg drie aan de bron ontleende argumenten toe.

2 Reconstructies van het leven in de prehistorie, zoals die in bovenstaande bron, worden gemaakt op basis

van het beschikbare bronnenmateriaal. Noem één probleem, waardoor de beschikbare prehistorische

bronnen niet altijd voldoende zijn om een nauwkeurige reconstructie te maken. Leg je antwoord uit.

PREHISTORIE Jagers/boeren

Nomaden/dorpsbewoners

TOETS

1639

BRON I

In 1991 werd in de Ötztaler Alpen, op de grens van Oostenrijk en

Italië, het stoffelijk overschot van een man gevonden, die de naam

'Ötzi de IJsmummie' kreeg. Onderzoek wees uit dat Ötzi ongeveer

3300 voor Christus geleefd moet hebben. Bij Ötzi werden onder meer

deze schoenen gevonden, gemaakt van beren- en hertenhuiden.

BRON II

Bijl met houten handvat en koperen blad, gevonden bij Ötzi de

IJsmummie.

1 Leg uit waardoor de eerste

mensen op aarde een

nomadisch bestaan geleid

moeten hebben.

2 Met betrekking tot Ötzi de

IJsmummie denken de

geleerden dat hij

waarschijnlijk al in een dorp

geleefd heeft. Welke van de

bronnen I en II vormt een

ondersteuning van deze

gedachte en welke maakt

deze gedachte juist weer

twijfelachtig? Twee

antwoorden dus, steeds met

een uitleg.

PREHISTORIE Begrip cultuur

Jagers of boeren

Feit of hypothese

TOETS

1750

BRON

Deze dolk van vuursteen en hout en de bijbehorende schede behoorden aan een man, die circa 3.300 voor

Christus geleefd moet hebben en als ijsmummie in de Ötztaler Alpen op de grens van Oostenrijk en Italië is

gevonden. Vandaar zijn naam: Ötzi de ijsmummie.

1 Leg uit dat je met deze twee vondsten het begrip 'cultuur' kunt uitleggen, zoals we dat in het vak

geschiedenis gebruiken.

2 Beredeneer op basis van de bron of Ötzi de ijsmummie nog van de jacht of al van de landbouw geleefd

moet hebben. Geef daarbij ook aan of je je antwoord als een feit of als een hypothese beschouwt. Leg je

antwoord uit.

PREHISTORIE Prehistorische graven

Hunebedden

Hypothese

TOETS

1934

BRON I

Johan Picardt (1600-1670) wordt met

zijn boek 'Antiquiteiten van Drenthe'

(1660) wel beschouwd als de eerste

geschiedschrijver van Drenthe. Over

de hunebedden en de in Drenthe

vereerde goden schreef hij het

volgende.

"Het zijn altezamen begrafenissen van

gruwzame, barbaarse en wrede reuzen,

huynen, giganten. Dit zijn mensen van

gruwelijke statuur, grote krachten en

beestachtige wreedheid. Zij vreesden

god noch mens. Sommigen reuzen

werden in vlakke grond begraven,

andere in ronde bergjes van aarde, die

men Hune-bergen of reuzen-bergen

genoemd heeft. Sommige dode reuzen

zijn ook wel op houtstapels

gecremeerd. De relikwieën van de

gebeenten werden in aardewerken

potten in de grond begraven (…)

Voorst zijn in deze landen geëerd

Lahra, Welda (. . .) Freja, Wodan: een

schoon gezelschap. Hoe moet satan in

zijn vuist gelachen hebben, als hij dit

vuile, snode gespuis hier en in de

omliggende landen heeft ingedrongen

om als hemelse goden en godinnen met

aanbidding, offeranden en

eerbiedigheid geëerd te worden. Velda

is geweest die vermaarde kol, die zich

met wichelarij, waarzeggen en

duivelsbezweringen en andere zwarte

kunsten een grote naam gemaakt

heeft."

BRON II

Afbeelding uit het boek 'Antiquiteiten van Drenthe' (1660) van Johan

Picardt .

1 Leg uit waarom prehistorische graven vaak belangrijke

bronnen zijn voor onze kennis van de oudste culturen op

aarde.

2 Picardt dacht dat Drenthe in de prehistorie bewoond werd

door geweldige reuzen, een gedachte die volstrekt onjuist is

gebleken. Toch is het leerzaam hoe in de zeventiende eeuw

met behulp van de kennis van toen een hypothese werd

opgesteld met betrekking tot de vraag wie de eerste bewoners

van Drenthe waren. Bepaal met behulp van de bronnen I en II

welke redenering Picardt gevolgd kan hebben om tot de

hypothese te komen dat Drenthe in de prehistorie door

geweldige reuzen bewoond werd..

3 Picardt was ook predikant, van de Luthers-Gereformeerde

gemeente in Coevorden. Beoordeel of dat zijn beeld van de

godsdienst van de vroegste bewoners van Drenthe, zoals blijkt

uit bron I, bepaald kan hebben.

PREHISTORIE Steentijd

Landbouwers

Grafgiften

Feit of hypothese

TOETS

2039

BRON I

Archeologen hebben in 2015 in Dalfsen (Overijssel) een zeer groot en

compleet grafveld ontdekt met daarin 120 graven met zeer bijzondere

grafgiften. Uit een van deze graven komen onderstaande voorwerpen.

1 Beredeneer dat de mensen die de

graven in het bij Dalfsen

ontdekte veld gemaakt hebben in

de tijd van de jagers of in de tijd

van de boeren geleefd moeten

hebben. Gebruik zowel bron 1

als bron 2 om je redenering op te

bouwen.

2 In prehistorische graven treffen

archeologen heel vaak allerlei

voorwerpen aan, zoals blijkt uit

de bronnen I en II. Leg uit

- welke verklaring weten-

schappers voor deze

grafgiften geformuleerd

hebben en

- of deze verklaring als een feit

of als een hypothese

beschouwd moet worden.

BRON II

Onderstaande kom is gevonden in

een graf in het veld dat in 2015 bij

Dalfsen ontdekt werd.

PREHISTORIE Eerste landbouwsamenlevingen

Steentijd/IJzertijd

Hypothese/feit

TOETS

2101

BRON I

In de omgeving van Kronach, in het noorden van

Beieren, is bij opgravingen een zevental stenen gevonden.

Op basis van de ligging van deze stenen hebben

archeologen vervolgens een sikkel gereconstrueerd.

BRON II

Seradina-Bedolina is een archeologisch park in Italië, vooral bekend door

de tekeningen die op rotsblokken zijn gekrast. Onderstaande afbeelding is

waarschijnlijk in de IJzertijd (laatste millennium voor Christus) gemaakt.

1 Bepaal van elk van beide

bronnen I en II afzonderlijk of

ze uit de tijd van jagers en

verzamelaars of uit de tijd van

de eerste boeren dateren. Leg

steeds je antwoord uit.

2 Bepaal de historische volgorde

van de twee bronnen I en II.

Leg je antwoord uit met

verwijzingen naar beide

bronnen.

3 Onze kennis van de prehistorie

bestaat meer uit hypotheses

dan uit harde feiten.

Beredeneer met verwijzingen

naar beide bronnen of de

informatie uit bron I of juist

die uit bron II een meer

feitelijk karakter heeft.