PREHISTORIE TOETS Venus van Willendorf...
Transcript of PREHISTORIE TOETS Venus van Willendorf...
PREHISTORIE Jagers en verzamelaars
Venus van Willendorf
TOETS
257
BRON I
Dit beeldje is in 1908 door een archeoloog
bij Willendorf in der Wachau in Oostenrijk
gevonden. Het is ruim 11 centimeter groot en
kan niet zelfstandig staan, moet dus
vastgehouden worden. Het wordt gedateerd
tussen 24.000 en 22.000 voor Christus. Het
draagt de naam 'Venus van Willendorf',
hoewel er geen enkel verband gelegd kan
worden met de Romeinse godin Venus.
BRON II
Op de vindplaats van de 'Venus van Willendorf' (bron 1) zijn
ook onderstaande vondsten gedaan.
1 Ontleen aan de bronnen I en II wat het bestaansmiddel
was van de mensen, die de 'Venus van Willendorf'
gemaakt hebben. Leg je antwoord uit.
2 Archeologen hebben – in de vorm van hypotheses -
verschillende verklaringen proberen te geven voor de
'Venus van Willendorf'. Enkele daarvan zijn:
a De maakster was zelf zwanger en heeft het
beeldje, symbool van haar vruchtbaarheid,
gemaakt om zichzelf te kunnen zien.
b Het beeldje wijst op de succesvolle,
welvarende toestand van deze groep mensen.
Bepaal van beide hypotheses in hoeverre ze
door de bronnen I en II ondersteund worden.
PREHISTORIE Jagers
Samenlevingsvorm
TOETS
1378
BRON
Schilderij uit 1892 van de Franse schilder Emmanuel Benner, getiteld: 'Les hommes préhistoriques chassant
l'ours'. 'Ours' is Frans voor 'beer'.
1 Bepaal met twee aanwijzingen uit de bron of Benner prehistorische jagers of prehistorische boeren heeft
geschilderd.
2 Het is de vraag of je dit schilderij kunt gebruiken als bron voor kennis over de prehistorie. Noem één
aspect in dit schilderij dat niet overeenkomt met onze wetenschappelijke kennis van de prehistorie. Leg je
antwoord uit.
3 Je kunt stellen dat Benner ook elementen heeft toegevoegd om te romantiseren: ze zijn niet per definitie
onjuist, maar in de gegeven situatie eerder bedoeld om de kijker te boeien dan om de historische
werkelijkheid weer te geven. Noem twee van deze elementen en leg steeds je antwoord uit.
PREHISTORIE Neolithische revolutie
TOETS
277
BRON
Op scholen in de Verenigde Staten wordt met deze poster de overgang van de
samenleving van jagers en verzamelaars naar de agrarische samenleving in de
Nieuwe Steentijd (Neolithicum) uitgelegd.
1 Volgens de maker
van de poster
vormde de over-
gang van een
samenleving van
jagers en verzame-
laars naar een
samenleving van
boeren een revolu-
tionaire verande-
ring. Ontleen aan de
bron drie argumen-
ten die deze stelling
ondersteunen.
2 Het is duidelijk de
bedoeling van de
maker van de poster
geweest om de
'neolitische revolu-
tie' op een aan-
sprekende manier
uit te leggen. Toch
is er bij een der-
gelijke aanpak een
behoorlijke kans dat
de historische
werkelijkheid on-
juist of onvolledig
wordt weergegeven.
Noem (op basis van
je kennis van de
vroegste samenle-
vingen) een punt
van kritiek op de
poster. Leg je ant-
woord uit.
PREHISTORIE Reconstructie samenleving
TOETS
743
BRON
Reconstructietekening van menselijke activiteit tijdens de prehistorie; de plek heet Caer Drewyn en ligt in Wales.
1 Bepaal met drie verschillende aanwijzingen uit de bron of deze mensen in de tijd van de jagers of in de tijd
van de boeren leefden.
PREHISTORIE Samenlevingsvorm
TOETS
237
BRON
Een reconstructie van een groep mensen in de prehistorie, op basis van opgravingen in 1982 in Flag Flen in East-
Anglia.
1 Bepaal of in bovenstaande bron een samenleving van jagers en verzamelaars of van boeren wordt
weergegeven. Ondersteun je antwoord met drie verschillende gegevens uit de bron.
PREHISTORIE Landbouw
TOETS
176
BRON
Reconstructietekening van een groep mensen uit de prehistorie.
1 Toon met vier elementen uit de bron aan waarom hier niet langer sprake is van een samenleving van
jagers en verzamelaars.
PREHISTORIE Cultuur
Jagers/boeren
Vooruitgang
TOETS
1649
BRON
Afbeelding van vier door archeologen in Europa gevonden bronzen bijltjes.
1 Maak met behulp van de bron duidelijk wat we in het vak Geschiedenis onder 'cultuur' verstaan.
2 Bepaal of de mensen die de gereedschappen in de bron gebruikten jagers/verzamelaars of boeren waren.
Leg je antwoord uit.
3 De oorspronkelijke toelichting bij de bron stelde dat deze vier bijltjes "vier fases van verbetering" lieten
zien. Toon deze verbetering aan van ten minste twee van de vier afgebeelde bijltjes.
PREHISTORIE Begin landbouw
Invloed klimaatveranderingen
TOETS
1629
BRON
Kaart van de verspreiding van de landbouw over de wereld.
1 De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw wordt in de wetenschap vaak gekarakteriseerd als
een revolutie. Noem twee argumenten om deze stelling te ondersteunen.
2 Een gangbare theorie is dat de overgang naar de landbouw bepaald zou zijn door ingrijpende
klimatologische veranderingen. Welke gedachtengang zit er achter deze theorie?
3 Ga na of de kaart (bron) de theorie ondersteunt dat de overgang naar de landbouw een klimatologische
achtergrond heeft. Leg je antwoord uit.
PREHISTORIE Jagers en verzamelaars
TOETS
74
BRON
Reconstructietekening van het leven van een groep mensen in de prehistorie.
1 Bepaal of de mensen in de bron van de jacht of van de landbouw leefden. Ontleen aan de tekening twee
verschillende argumenten voor je keuze.
PREHISTORIE Landbouw
Godsdienst
TOETS
1398
BRON
Grotschildering in een grottencomplex in Tassili n'Ajjer, een hoogplateau in het huidige Algerije.
1 Bepaal of deze muurschildering
afkomstig is uit de tijd van jagers
en verzamelaars of uit de tijd van
de eerste boeren. Ontleen aan de
bron twee argumenten voor je
antwoord.
2 Hoe verklaren we het ontstaan van
een soort van godsdienst bij de
mensen in de prehistorie?
3 Grotschilderingen uit de prehistorie
worden vaak in verband gebracht
met godsdienstige gebruiken of
ceremonies. Ga na of bovenstaande
schildering een bevestiging van
deze veronderstelling vormt. Leg je
antwoord uit.
PREHISTORIE Gebruik vuursteen
Cultuur
TOETS
35
BRON
In Spiennes, in de huidige Belgische
provincie Henegouwen, is bij opgravingen
een vuursteenmijn uit de prehistorie
gevonden. Hieronder staat een reconstructie
van deze mijn.
1 Geef met drie verschillende voorbeelden aan
waarvoor de mensen in de prehistorie
vuursteen gebruikten.
2 Leg met behulp van een beschrijving van de
bron uit wat we in het vak geschiedenis onder
het begrip cultuur verstaan.
PREHISTORIE Jagers en verzamelaars
TOETS
86
BRON
Reconstructie (op basis van archeologische vondsten) van een 'valkendanser'. Deze traditie kwam in prehistorische
tijden voor bij indianenstammen in het gebied van de Mississippi.
1 Bepaal aan de hand van de bron of de indianen van het Mississippi-gebied als jagers of als landbouwers
leefden. Leg je antwoord uit.
PREHISTORIE Boeren-samenleving
TOETS
131
BRON
Reconstructietekening van de nederzetting van bandkeramiekers in Sittard, ca. 5000 v.Chr.
1 Ontleen aan bovenstaande bron drie argumenten om aan te tonen dat de bandkeramiekers van Sittard
niet langer leefden als jagers en verzamelaars.
PREHISTORIE Samenlevingsvorm
Cultuur
TOETS
247
BRON
Reconstructietekening van een groep mensen in de prehistorie.
1 Bepaal of de samenleving in bron 1 bestond uit jagers of uit boeren. Ontleen aan de bron twee
argumenten voor je antwoord.
2 Maak met behulp van bron 1 duidelijk dat we ook in de prehistorie al van 'cultuur' kunnen spreken.
PREHISTORIE Drenthe
Grafheuvel/hurkgraf
Geschreven bronnen
TOETS
1694
BRON
Ten oosten van Spier, in de nabijheid van een vernield hunebed, troffen archeologen in 1949 dit lijksilhouet aan
in een grafheuvel; de archeologen spreken in dit geval van een 'hurkgraf'. Het graf dateert uit de periode 2900-
2500 voor Christus.
1 Noem drie gegevens over het leven van de mensen in Drenthe circa 4500-5000 jaar geleden, die we uit
de vondst bij Spier kunnen afleiden.
2 Uit de tijd van circa 4500-5000 jaar geleden beschikken we niet over geschreven bronnen over de
mensen die toen in Drenthe leefden. Noem een aspect met betrekking tot het gevonden lijksilhouet,
waarom dat jammer is. Leg je antwoord uit.
PREHISTORIE Venus van Laussel
Jagers of boeren
Godsdienst
TOETS
1684
BRON
Deze zogenaamde 'Venus van Laussel' dateert van 22.000 jaar voor Christus en is gevonden in de ingang van een
grot in de Franse Dordogne, die zowel woonplaats als plek voor religieuze ceremonies was. In haar rechterhand
houdt zij de hoorn van een rund vast, die de wassende maan voorstelt.
1 Beredeneer of de mensen bij wie deze 'Venus van Laussel' gevonden is, jagers/verzamelaars of boeren waren.
Leg je antwoord uit.
2 Hoe verklaren wij dat de mensen in de prehistorie godsdienstige rituelen hadden?
3 Leg uit waarom de 'Venus van Laussel' een onderdeel van een soort godsdienstig ritueel geweest kan zijn.
PREHISTORIE Drenthe
Eerste landbouwers
Raatakkers
Gebruik moderne techniek
TOETS
2201
BRON I
In 2014 werd op het
Dwingelderveld een gebied met
zogenaamde 'raatakkers' ontdekt.
Dat was mogelijk door luchtfoto’s
te maken met behulp van lidar:
een techniek die met behulp van
laserpulsen de afstand tot de
grond meet en daardoor
hoogteverschillen zichtbaar maakt
die met het blote oog niet gezien
worden; bovendien kijkt lidar als
het ware dwars door begroeiing
heen. Op deze foto is te zien welk
deel van het Dwingelderveld met
behulp van lidar in beeld is
gebracht.
BRON II
Op basis van wetenschappelijk
onderzoek op een groot aantal
plaatsen hebben archeologen deze
reconstructietekening van raatakkers
gemaakt.
1 Bepaal aan de hand van bron II of hier een tekening van de samenleving van jagers en verzamelaars of
van die van de eerste boeren is gemaakt. Leg je antwoord uit.
2 Met behulp van de bronnen I en II kun je een omschrijving van een 'raatakker' maken. Schrijf die
omschrijving op en laat daarbij zien hoe je de bronnen I en II gebruikt hebt.
3 Bron I vormt een goede illustratie bij de stelling dat we in de toekomst waarschijnlijk nog veel meer te
weten komen over hoe de mensen in de prehistorie leefden. Beredeneer of deze stelling juist is.
PREHISTORIE Primaire/secundaire bronnen
Geschreven bronnen
Hypothese opstellen
Handel
TOETS
2148
BRON I
Restanten van een veenweg, opgegraven in het
hoogveengebied bij Nieuw-Dordrecht, in het
zuidoosten van Drenthe. De weg is aangelegd tussen
2600 en 2500 voor Christus.
BRON II
Op het landgoed De Eese bij Steenwijk werd bij het
uitbaggeren van een vijver dit wagenwiel gevonden.
Het heeft een doorsnede van 92 centimeter. Bij het
opbaggeren kwam ook een deel van de as van het wiel
tevoorschijn. Uit onderzoek is gebleken dat het wiel in
2075 voor Christus gemaakt is.
1 Leg van de bronnen I en II uit of het primaire of
secundaire bronnen zijn.
2 Uit de tijd waaruit deze bronnen afkomstig zijn
hebben we voor deze gebieden nog geen
geschreven bronnen. Leg ui waarom dat de
interpretatie van deze bronnen lastiger maakt.
3 Uit de vondst van de veenweg bij Nieuw-
Dordrecht (I) en van het wagenwiel bij Steenwijk
(II) kun je een hypothese opstellen met
betrekking tot de middelen van bestaan in
Drenthe en omstreken in de periode 2500 tot
2000 voor Christus. Beredeneer hoe die
hypothese luidt.
PREHISTORIE Venusbeeldje
Primaire/secundaire bron
Hypothese
Jagers en verzamelaars
Vruchtbaarheid vrouwen
TOETS
1842
1 Beredeneer of
dit beeldje een primaire
of een secundaire bron
is.
2 Een hypothese
met betrekking tot deze
bron luidt dat dit beeldje
(a) gemaakt is in de tijd
van de jagers en
verzamelaars en (b) een
godsdienstige functie
had met betrekking tot
de vruchtbaarheid van
vrouwen. Geef
de argumentatie voor
beide delen van de
hypothese.
BRON
Dit is de zogenaamde 'Venus van Lespugue', in 1922
gevonden in een grot in Frankrijk. Het beeldje is 14,7
centimeter hoog, ongeveer 25.000 jaar oud en
gesneden uit het ivoor van een slagtand.
1 Beredeneer of dit beeldje een primaire of een
secundaire bron is.
2 Een hypothese met betrekking tot deze bron
luidt dat dit beeldje (a) gemaakt is in de tijd van
de jagers en verzamelaars en (b) een
godsdienstige functie had met betrekking tot de
vruchtbaarheid van vrouwen. Geef de
argumentatie voor beide delen van de
hypothese.
PREHISTORIE Venus van Laussel
Cultuur
Nomaden
Vruchtbaarheidscultus
TOETS
1880
BRON
Dit is de zogenaamde 'Venus van Laussel', een ongeveer 20.000 jaar oud in kalksteen uitgehouwen reliëf; het is
ongeveer 45 centimeter hoog en gevonden in de ingang van een grot in de Dordogne (Frankrijk). In haar
rechterhand houdt de vrouwenfiguur de hoorn vast van een wisent (die de vorm van een halve maan heeft), met
daarop ingekerfd 13 streepjes. Met haar andere hand wijst zij naar haar baarmoederstreek.
1 Met deze 'Venus van Laussel' kun je uitleggen dat je bij de mensen die zo'n 20.000 jaar geleden in de
Dordogne leefden al van een cultuur kunt spreken. Maak dat duidelijk.
2 We gaan ervan uit dat de mensen die 20.000 jaar geleden leefden, nog een nomadisch bestaan leidden.
Beredeneer of de 'Venus van Laussel' dit uitgangspunt ondersteunt of juist weerlegt.
3 Met betrekking tot deze 'Venus van Laussel' is de hypothese opgesteld dat dit reliëf gemaakt is om de
vruchtbaarheid van vrouwen te beïnvloeden. Ondersteun deze hypothese door
- eerst uit te leggen waarom de vruchtbaarheid van vrouwen juist voor de mensen in de
prehistorie zo belangrijk was en
- vervolgens drie aanwijzingen aan de bron te ontlenen die deze vruchtbaarheidshypothese
kunnen ondersteunen.
PREHISTORIE Vroegste landbouw
Raatakkers
Archeologisch onderzoek
Moderne techniek
TOETS
2049
BRON I
Luchtfoto van een stuk van het
Noordsche Veld ten noorden van
Peest en Zeijen. Door een speciale
techniek worden hoogteverschillen
zichtbaar gemaakt.
BRON II
Foto van een deel van het Noordsche Veld, ten noorden van Zeijen en Peest.
BRON III
Fragment van een topografische militaire kaart uit de periode 1830-1850 van het gebied ten
noorden van Peest en Zeijen. Ten noorden van het 'hunnebed' staat: 'Legerplaats der Romeinen'.
1 Door archeologisch onderzoek weten we dat in de prehistorie op veel plaatsen in Noord-West
Europa zogenaamde 'raatakkers' (ten onrechte ook wel 'celtic fields' genoemd) werden aangelegd:
akkers van ongeveer 40 bij 40 meter, omgeven door aarden walletjes; een van deze plekken is het
Noordsche Veld. Deze walletjes zijn ontstaan doordat de boeren steeds na enige jaren de toplaag
van de akkers verwijderden. Leg uit
- met behulp van bron I waarom archeologen hiervoor de naam 'raatakkers' hebben bedacht;
- waarom de boeren de toplaag van de akkertjes steeds na een aantal jaren verwijderden en
- waarom de invoering van de ijzeren ploeg in de Vroege Middeleeuwen het einde betekende
van deze vorm van akkerbouw.
2 Maak met behulp van de bronnen II en III duidelijk hoe men in de achttiende eeuw de (restanten
van) aarden walletjes in het Noordsche Veld verklaarde.
3 Beredeneer dat je met bovenstaand bronnenmateriaal goed kunt illustreren dat het archeologisch
onderzoek van de prehistorie gebaat is bij technologische vooruitgang.
PREHISTORIE Halstatt-cultuur
Godsdienst
Techniek
Vaste woonplaatsen
TOETS
1056
BRON
In 1846 ontdekte de archeoloog Johann Georg Ramsauer bij Hallstatt in het huidige Oostenrijk een groot aantal
prehistorische graven. Hij gaf aan een plaatselijke kunstenaar opdracht een van de onderzochte graven te
documenteren; daarvoor gebruikte deze kunstenaar waterverf.
1 Naar aanleiding van de bron kom je tot de conclusie dat de mensen van de 'Hallstatt-cultuur' geloofden
in een hiernamaals. Leg uit hoe je tot deze conclusie komt.
2 Ga na of je in de bron aanwijzingen vindt om de volgende hypothese te onderbouwen: de 'Hallstatt-
cultuur' wordt gekenmerkt door vaste woonplaatsen en een vorm van techniek. Leg je antwoord uit.
PREHISTORIE Jagers en verzamelaars
Grafreconstructie
TOETS
733
BRON I
In 1986 werd in Dolni Vestonice in het huidige
Tsjechië een prehistorisch graf ontdekt, waarin drie
mensen begraven waren. De twee buitenste zijn
mannen, die in het midden is waarschijnlijk een
vrouw; alle drie waren ze ongeveer twintig jaar oud.
De vondst was spectaculair, zowel omdat er drie
mensen in één graf lagen, als door de ligging van de
drie lichamen ten opzichte van elkaar. Hieronder is
een foto afgebeeld van het graf, zoals het aangetroffen
is bij de opgraving.
BRON II
Reconstructie van het graf van Dolni Vestonice.
BRON III
Reconstructie van het graf van Dolni Vestonice.
1 Leg uit dat je met behulp van bron I kunt beredeneren dat het graf van Dolni Vestonice uit de tijd van
jagers en verzamelaars komt.
2 Vergelijk de twee reconstructies (bronnen II en III) met de situatie ten tijde van de opgraving (bron I).
Welke van de twee reconstructies is het meest geloofwaardig? Geef twee argumenten voor je keuze.
3 Een Tsjechische archeoloog stelde de volgende hypothese op met betrekking tot de gebeurtenis, die aan
deze begrafenis was voorafgegaan: gelet op de gevonden kleurresten droeg de man links een masker, een
aanwijzing dat hij een soort medicijnman was; de vrouw is gestorven bij de geboorte van haar kind, de
twee mannen zijn schuldig bevonden aan haar dood en daarom ook om het leven gebracht. Welke
elementen uit bron I ondersteunen deze hypothese?
PREHISTORIE Begrip cultuur
Steentijd
Hoogovens
TOETS
753
BRON I
Reconstructie naar aanleiding van archeologische vondsten in Beieren.
BRON II
Archeologische vondst.
1 Maak duidelijk dat
je met behulp van
elk van deze
bronnen uit de
prehistorie (I, II) het
historische begrip
'cultuur' kunt
uitleggen.
2 Zet de bronnen I en
II in de juiste
historische volg-
orde. Leg je
antwoord uit.
PREHISTORIE Eerste landbouwsamenlevingen
TOETS
249
BRON I
Kaart van de verspreiding van de landbouw over de wereld.
Courges: pompoenen
Haricots: bonen
Piments: Spaanse pepers Mils:
Riz: rijst
Ignames: yamswortels Palmiers à huile: olijfbomen
Blés: tarwe
Orge: gerst Sorghos: gierst
Tefs: teff
Horticulture: tuinbouw
BRON II
Kaart van de klimaatzones van de wereld.
1 Al voor 5.000 jaar
voor Christus
ontstaan de eerste
gebieden waar
landbouw beoe-
fend wordt, zie
daarvoor bron I.
Stel nu met behulp
van bron II een
hypothese op met
betrekking tot de
vraag waarom juist
in die gebieden als
eerste aan land-
bouw gedaan
werd. Leg je
antwoord uit.
PREHISTORIE Landbouwnederzetting
Historische reconstructie
TOETS
1569
BRON
Reconstructie van een prehistorische nederzetting in Orsett, in het oosten van Engeland.
1 Bepaal of bovenstaande nederzetting uit de prehistorie uit de tijd van de jagers en verzamelaars of uit de
tijd van de eerste boeren dateert. Voeg drie aan de bron ontleende argumenten toe.
2 Reconstructies van het leven in de prehistorie, zoals die in bovenstaande bron, worden gemaakt op basis
van het beschikbare bronnenmateriaal. Noem één probleem, waardoor de beschikbare prehistorische
bronnen niet altijd voldoende zijn om een nauwkeurige reconstructie te maken. Leg je antwoord uit.
PREHISTORIE Jagers/boeren
Nomaden/dorpsbewoners
TOETS
1639
BRON I
In 1991 werd in de Ötztaler Alpen, op de grens van Oostenrijk en
Italië, het stoffelijk overschot van een man gevonden, die de naam
'Ötzi de IJsmummie' kreeg. Onderzoek wees uit dat Ötzi ongeveer
3300 voor Christus geleefd moet hebben. Bij Ötzi werden onder meer
deze schoenen gevonden, gemaakt van beren- en hertenhuiden.
BRON II
Bijl met houten handvat en koperen blad, gevonden bij Ötzi de
IJsmummie.
1 Leg uit waardoor de eerste
mensen op aarde een
nomadisch bestaan geleid
moeten hebben.
2 Met betrekking tot Ötzi de
IJsmummie denken de
geleerden dat hij
waarschijnlijk al in een dorp
geleefd heeft. Welke van de
bronnen I en II vormt een
ondersteuning van deze
gedachte en welke maakt
deze gedachte juist weer
twijfelachtig? Twee
antwoorden dus, steeds met
een uitleg.
PREHISTORIE Begrip cultuur
Jagers of boeren
Feit of hypothese
TOETS
1750
BRON
Deze dolk van vuursteen en hout en de bijbehorende schede behoorden aan een man, die circa 3.300 voor
Christus geleefd moet hebben en als ijsmummie in de Ötztaler Alpen op de grens van Oostenrijk en Italië is
gevonden. Vandaar zijn naam: Ötzi de ijsmummie.
1 Leg uit dat je met deze twee vondsten het begrip 'cultuur' kunt uitleggen, zoals we dat in het vak
geschiedenis gebruiken.
2 Beredeneer op basis van de bron of Ötzi de ijsmummie nog van de jacht of al van de landbouw geleefd
moet hebben. Geef daarbij ook aan of je je antwoord als een feit of als een hypothese beschouwt. Leg je
antwoord uit.
PREHISTORIE Prehistorische graven
Hunebedden
Hypothese
TOETS
1934
BRON I
Johan Picardt (1600-1670) wordt met
zijn boek 'Antiquiteiten van Drenthe'
(1660) wel beschouwd als de eerste
geschiedschrijver van Drenthe. Over
de hunebedden en de in Drenthe
vereerde goden schreef hij het
volgende.
"Het zijn altezamen begrafenissen van
gruwzame, barbaarse en wrede reuzen,
huynen, giganten. Dit zijn mensen van
gruwelijke statuur, grote krachten en
beestachtige wreedheid. Zij vreesden
god noch mens. Sommigen reuzen
werden in vlakke grond begraven,
andere in ronde bergjes van aarde, die
men Hune-bergen of reuzen-bergen
genoemd heeft. Sommige dode reuzen
zijn ook wel op houtstapels
gecremeerd. De relikwieën van de
gebeenten werden in aardewerken
potten in de grond begraven (…)
Voorst zijn in deze landen geëerd
Lahra, Welda (. . .) Freja, Wodan: een
schoon gezelschap. Hoe moet satan in
zijn vuist gelachen hebben, als hij dit
vuile, snode gespuis hier en in de
omliggende landen heeft ingedrongen
om als hemelse goden en godinnen met
aanbidding, offeranden en
eerbiedigheid geëerd te worden. Velda
is geweest die vermaarde kol, die zich
met wichelarij, waarzeggen en
duivelsbezweringen en andere zwarte
kunsten een grote naam gemaakt
heeft."
BRON II
Afbeelding uit het boek 'Antiquiteiten van Drenthe' (1660) van Johan
Picardt .
1 Leg uit waarom prehistorische graven vaak belangrijke
bronnen zijn voor onze kennis van de oudste culturen op
aarde.
2 Picardt dacht dat Drenthe in de prehistorie bewoond werd
door geweldige reuzen, een gedachte die volstrekt onjuist is
gebleken. Toch is het leerzaam hoe in de zeventiende eeuw
met behulp van de kennis van toen een hypothese werd
opgesteld met betrekking tot de vraag wie de eerste bewoners
van Drenthe waren. Bepaal met behulp van de bronnen I en II
welke redenering Picardt gevolgd kan hebben om tot de
hypothese te komen dat Drenthe in de prehistorie door
geweldige reuzen bewoond werd..
3 Picardt was ook predikant, van de Luthers-Gereformeerde
gemeente in Coevorden. Beoordeel of dat zijn beeld van de
godsdienst van de vroegste bewoners van Drenthe, zoals blijkt
uit bron I, bepaald kan hebben.
PREHISTORIE Steentijd
Landbouwers
Grafgiften
Feit of hypothese
TOETS
2039
BRON I
Archeologen hebben in 2015 in Dalfsen (Overijssel) een zeer groot en
compleet grafveld ontdekt met daarin 120 graven met zeer bijzondere
grafgiften. Uit een van deze graven komen onderstaande voorwerpen.
1 Beredeneer dat de mensen die de
graven in het bij Dalfsen
ontdekte veld gemaakt hebben in
de tijd van de jagers of in de tijd
van de boeren geleefd moeten
hebben. Gebruik zowel bron 1
als bron 2 om je redenering op te
bouwen.
2 In prehistorische graven treffen
archeologen heel vaak allerlei
voorwerpen aan, zoals blijkt uit
de bronnen I en II. Leg uit
- welke verklaring weten-
schappers voor deze
grafgiften geformuleerd
hebben en
- of deze verklaring als een feit
of als een hypothese
beschouwd moet worden.
BRON II
Onderstaande kom is gevonden in
een graf in het veld dat in 2015 bij
Dalfsen ontdekt werd.
PREHISTORIE Eerste landbouwsamenlevingen
Steentijd/IJzertijd
Hypothese/feit
TOETS
2101
BRON I
In de omgeving van Kronach, in het noorden van
Beieren, is bij opgravingen een zevental stenen gevonden.
Op basis van de ligging van deze stenen hebben
archeologen vervolgens een sikkel gereconstrueerd.
BRON II
Seradina-Bedolina is een archeologisch park in Italië, vooral bekend door
de tekeningen die op rotsblokken zijn gekrast. Onderstaande afbeelding is
waarschijnlijk in de IJzertijd (laatste millennium voor Christus) gemaakt.
1 Bepaal van elk van beide
bronnen I en II afzonderlijk of
ze uit de tijd van jagers en
verzamelaars of uit de tijd van
de eerste boeren dateren. Leg
steeds je antwoord uit.
2 Bepaal de historische volgorde
van de twee bronnen I en II.
Leg je antwoord uit met
verwijzingen naar beide
bronnen.
3 Onze kennis van de prehistorie
bestaat meer uit hypotheses
dan uit harde feiten.
Beredeneer met verwijzingen
naar beide bronnen of de
informatie uit bron I of juist
die uit bron II een meer
feitelijk karakter heeft.