Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het...

29
Transect-rapport 661 Culemborg, Rietveldseweg (ong.) Gemeente Culemborg Archeologisch bureauonderzoek

Transcript of Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het...

Page 1: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

Transect-rapport 661

Culemborg, Rietveldseweg (ong.)

Gemeente Culemborg Archeologisch bureauonderzoek

Page 2: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op
Page 3: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

ISSN: 2211-7067

© Transect, Utrecht

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of

op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers.

Transect aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de

adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

Auteur Drs. T. Nales

Versie Concept 1.0

Projectcode Transect 15030034

Datum 21-05-2015

Opdrachtgever VABO Ontwikkeling b.v.

Anthonie van Diemenstraat 36

4104 AE Culemborg

Uitvoerder Transect

Australiëlaan 5-a

3526 AB Utrecht

Onderzoeksmelding 2683452100

Bevoegde overheid Gemeente Culemborg

Foto voorblad Ontwerp woning; VABO ontwikkeling

Autorisatie

Naam Datum Paraaf Drs. A.A. Kerkhoven (Senior archeoloog)

15-06-2015

Page 4: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

Samenvatting

In opdracht van VABO Ontwikkeling b.v. heeft Transect in mei 2015 een archeologisch vooronderzoek

uitgevoerd in een plangebied aan de Rietveldseweg 14 in Culemborg (gemeente Culemborg). De

aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de nieuwbouw van

een woning die plek.

Voor het plangebied geldt volgens het vigerende bestemmingsplan een archeologische waarde. Dit

betekent dat voor de voorgenomen bodemingrepen, in het kader van de aanvraag van een

omgevingsvergunning een archeologische waardestelling nodig kan zijn. Hiervoor is een archeologisch

vooronderzoek uitgevoerd.

Uit het archeologisch bureauonderzoek blijkt dat voor het plangebied een hoge archeologische

verwachting geldt op het aantreffen van (nederzettings)resten uit de periode Neolithicum –

Middeleeuwen. Deze verwachting is gebaseerd op de landschappelijke ligging van het plangebied op

een oude stroomrug en de aanwezigheid van diverse vondsten uit de directe omgeving van het

plangebied. Er bestaat daarentegen onzekerheid over de mate van intactheid van de bodem. Deze kan

ten dele zijn vergraven door de aanleg van de nieuwbouw, maar kan ook nog intact zijn. Een deel van

het plangebied is namelijk volledig onbebouwd.

Advies

In het plangebied bestaat op basis van de onderzoeksresultaten een hoge verwachting op de

aanwezigheid van archeologische resten. Geadviseerd wordt om daarom ter plaatse van het

plangebied een aanvullend inventariserend veldonderzoek uit te voeren, wanneer het oppervlak van

de woning groter is dan 100 m2. Dit ligt in lijn met de voorschriften van het bestemmingsplan. Doel van

dit onderzoek is dan om de bodemopbouw in het plangebied in beeld te brengen en vast te stellen in

hoeverre nog daadwerkelijk archeologische resten aanwezig zijn. Gezien de hoge verwachting en het

beperkte oppervlak van het plangebied zou een verkennend c.q. karterend booronderzoek als

onderzoeksmethode het meest voor de hand liggen.

Wanneer het oppervlak van de woning kleiner of gelijk is dan 100 m2, is aanvullend onderzoek in

overeenstemming met het bestemmingsplan niet noodzakelijk.

Bovenstaande vormt een advies. Op grond van de resultaten van het rapport en het advies zal het

bevoegd gezag (de gemeente Culemborg) een besluit nemen over de daadwerkelijke omgang met

eventueel aanwezige archeologische waarden binnen het plangebied.

Australiëlaan 5-a

3526 AB Utrecht

T: 030-7620705

F: 030-7620706

E: [email protected]

Page 5: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

Inhoud

1. Aanleiding 1

2. Aard en doel van het archeologisch vooronderzoek 2

3. Afbakening plan- en onderzoeksgebied, huidig gebruik 3

4. Planvorming en consequenties toekomstig gebruik 4

5. Beleidskader 5

6. Landschap, geomorfologie en bodem 6

7. Archeologische waarden 9

8. Historische achtergronden, situatie en bodemverstoringen 11

9. Gespecificeerde archeologische verwachting 16

10. Conclusie en advies 17

11. Geraadpleegde bronnen 18

Bijlage 1: Beleidskaart 19

Bijlage 2: Stroomruggenkaart 20

Bijlage 3: Geomorfologie 21

Bijlage 4: Hoogtekaart 22

Bijlage 5: Bodemkaart 23

Bijlage 6: Archeologische waarden 24

Page 6: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

1

1. Aanleiding

In opdracht van VABO Ontwikkeling b.v. heeft Transect in mei 2015 een archeologisch vooronderzoek

uitgevoerd in een plangebied aan de Rietveldseweg 14 in Culemborg (gemeente Culemborg). De

aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de nieuwbouw van

een woning die plek.

Voor het plangebied geldt volgens het vigerende bestemmingsplan een archeologische waarde. Dit

betekent dat voor de voorgenomen bodemingrepen, in het kader van de aanvraag van een

omgevingsvergunning een archeologische waardestelling nodig kan zijn. Hiervoor is een archeologisch

vooronderzoek uitgevoerd.

Page 7: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

2

2. Aard en doel van het archeologisch vooronderzoek

Om de archeologische waarde van het plangebied te kunnen bepalen is gekozen voor een

bureauonderzoek (BO). Het doel van het archeologisch bureauonderzoek is het specificeren van de

archeologische verwachting. Dat wil zeggen het aan de hand van beschikbare en nieuwe informatie

over de archeologie, cultuurhistorie, geomorfologie, bodemkunde en het grondgebruik definiëren van

de kans dat binnen het plangebied sprake is van archeologische resten.

Het resultaat van het archeologisch bureauonderzoek is een rapport met een conclusie voor wat

betreft het risico dat eventueel aanwezige archeologische waarden in het plangebied worden

verstoord als gevolg van de voorgenomen bodemingrepen. Aan de hand hiervan wordt een advies

voor eventuele vervolgstappen geformuleerd. Met het rapport kan de bevoegde overheid een

beslissing nemen in het kader van de vergunningverlening. Het rapport bevat waar mogelijk gegevens

over de aan- of afwezigheid, diepteligging, aard, omvang, ouderdom, gaafheid, conservering en

(relatieve) kwaliteit van archeologische waarden.

Het bureauonderzoek is uitgevoerd conform protocol 4002 van de Kwaliteitsnorm Nederlandse

Archeologie, versie 3.3 (KNA 3.3). In dit kader is onder andere het centraal Archeologisch

Informatiesysteem (ARCHIS) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) geraadpleegd, waarin

Archeologische MonumentenKaart (AMK) en de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) zijn

opgenomen. Aanvullende (cultuur)historische informatie is verkregen uit divers voorhanden historisch

kaartmateriaal. Om inzicht te krijgen in de opbouw en ontwikkeling van het landschap zijn onder

andere de bodemkaart en beschikbaar geomorfologisch kaartmateriaal geraadpleegd. Deze informatie

is aangevuld met relevante informatie uit achtergrondliteratuur.

Page 8: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

3

3. Afbakening plan- en onderzoeksgebied, huidig gebruik

Gemeente Culemborg

Plaats Culemborg

Toponiem Rietveldseweg (ong.)

Kaartblad 39A

Centrumcoördinaat 141.920 / 439.458

Binnen het archeologisch bureauonderzoek wordt onderscheid gemaakt in het plangebied en het

onderzoeksgebied. Het plangebied is het gebied waarin de geplande bodemingrepen zullen

plaatsvinden. Het onderzoeksgebied omvat het plangebied en een deel van het direct omringende

gebied en wordt bij het onderzoek betrokken om tot een beter inzicht te komen in de archeologische

en bodemkundige situatie in het plangebied. Het onderzoeksgebied beslaat het plangebied en het

omringende gebied, binnen een straal van circa 500 meter.

Het plangebied omvat het perceel naast de Rietveldseweg 14 in Culemborg (gemeente Culemborg).

Het omvat het toekomstige bouwvlak van een nieuwe vrijstaande woning op het terrein. De exacte

ligging van het plangebied is terug te vinden in figuur 1. In totaal heeft het plangebied een oppervlak

van circa 100 m2. Ten tijde van dit onderzoek is het plangebied niet bebouwd en in gebruik als

grasland.

Figuur 1: Ligging van het plangebied (rode lijnen en pijl).

Page 9: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

4

4. Planvorming en consequenties toekomstig gebruik

Kader Omgevingsvergunning

Planvorming Nieuwbouw vrijstaande woning

Bodemverstorende werkzaamheden Graafwerkzaamheden

De opdrachtgever is voornemens om een nieuwe woning te realiseren. Er zijn van het plan nog geen

concrete inrichtingstekeningen voorhanden. Voor het plan is een omgevingsvergunning nodig, waarbij

het toekomstig bouwvlak van de woning onderwerp van dit onderzoek is. Bodemingrepen zijn

namelijk uitsluitend in dit gebied gepland. Hier kunnen zodoende eventueel aanwezige archeologische

waarden worden aangetast.

Page 10: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

5

5. Beleidskader

Onderzoekskader Omgevingsvergunning

Beleidskader Bestemmingsplan

Vrijstellingsgrenzen onderzoek Groter dan 100 m2 en 30 cm –Mv

In 1992 heeft Nederland het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed

ondertekend; ook wel het Verdrag van Malta of Valletta genoemd, naar het eiland en de plaats waar

het is ondertekend. Het Verdrag is in 1998 geratificeerd en op 1 september 2007 via de Wet op de

Archeologische Monumentenzorg (Wamz) geïmplementeerd. De Wamz is een wijzigingswet en omvat

een wijziging van de Monumentenwet 1988, de Wet Milieubeheer, de Ontgrondingenwet en de

Woningwet. Vanuit de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) bestond al een verplichting om bij de

voorbereiding van bestemmingsplannen alle ter zake doende belangen mee te wegen. In feite is de

Wamz een concrete invulling en verdere verbreding van deze verplichting.

Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het

bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op de archeologische verwachtingen en -

beleidskaart van de gemeente (bijlage 1). Op deze kaart is per zone vastgelegd welke archeologische

verwachting een gebied heeft. Het plangebied maakt op deze kaart deel uit van een zone met een

hoge archeologische verwachting. Aan deze zone is in het bestemmingsplan aanvullend

vrijstellingscriteria geformuleerd. Er geldt dat initiatieven die kleiner of gelijk zijn dan 100 m2 en

waarbij bodemingrepen niet dieper reiken dan 30 cm –Mv worden vrijgesteld van archeologisch

onderzoek (Waarde – Archeologie 2). Omdat de voorgenomen ingreep de vrijstellingsgrenzen van het

gebied met een hoge verwachting overschrijdt, geldt op basis van het bestemmingsplan een

archeologische onderzoeksplicht.

Page 11: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

6

6. Landschap, geomorfologie en bodem

Archeoregio Midden Nederlands rivierengebied

Geomorfologie Bebouwd

Bodem Bebouwd

Maaiveld Circa 2,7 m +NAP

Grondwater Onbekend

Landschap

Het plangebied maakt deel uit van de Betuwe en ligt in het Midden-Nederlandse rivierengebied

(Berendsen, 2005). Dit gebied maakte in het midden van de laatste ijstijd (het Weichselien, vanaf

50.000 tot 15.000 jaar geleden) deel uit van een brede riviervlakte, waarbinnen de riviergeulen in een

verwilderd (‘vlechtend’) patroon verspreid lagen. Door deze geulen werd grof zand en grind afgezet,

dat geologisch gezien wordt gerekend tot de Formatie van Kreftenheye (De Mulder e.a., 2003). De

aanwezigheid van grof zand en grind wijst op hoge stroomsnelheden en sterke variaties in de

(piek)afvoer (als gevolg van grote hoeveelheden (smelt)water). Op andere momenten lag de bedding

van de riviervlakte langere perioden droog. Vanuit de drooggelegen vlakte kon fijner rivierzand door

sterke winden worden verstoven, dat vervolgens langs de randen van de riviervlakte tot afzetting

kwam. Daar ontstonden rivierduinen (Berendsen, 2000).

Vanaf 15.000 jaar geleden begon dit beeld enigszins te veranderen aangezien toen het klimaat

geleidelijk begon te verbeteren. In eerste instantie was sprake van enkele relatief kortdurende

warmere perioden (respectievelijk het Bølling- en Allerød-interstadiaal, 14.650 tot 14.000 BP en

13.900 tot 12.850 BP). Gedurende deze oplevingen nam de vegetatie toe en werd de afvoer van

rivierwater beter verdeeld. De riviergeulen begonnen te kronkelen (meanderen) en sneden zich in de

riviervlakte in, waardoor langzamerhand een rivierdal ontstond. In het dal werd tijdens

overstromingen zogenaamd ‘Hochflutlehm’ afgezet, ook wel bekend als het Laagpakket van Wijchen

(De Mulder e.a., 2003; Bennema en Pons, 1952). Pas vanaf 10.000 BP, in het Holoceen, zetten de

verbeterde klimaatomstandigheden definitief door, waardoor de toenemende vegetatie de

verstuivingen van rivierzand aan banden legde en de oevers van de rivieren door de alsmaar kleiner

wordende verschillen in afvoer zich stabiliseerden. Door de stabiele oevers traden de rivieren alleen

nog bij hoogwater buiten de oevers. De klei die bij hoogwater buiten de rivieren werd afgezet wordt

eveneens gerekend tot het Laagpakket van Wijchen.

De zich insnijdende meanderende rivieren gingen onder invloed van een voortdurend stijgende

zeespiegel in het Holoceen over in accumulerende meanderende rivieren, die meermalen hun loop

verlegden en daardoor verschillende stroomgordels ontwikkelden. Hierdoor vond in het grootste deel

van het rivierengebied afzetting plaats van zand (beddingafzettingen), zandige klei (oeverafzettingen)

en zware klei (komafzettingen), die werden afgewisseld door veen. Daarbij werden de oudere

afzettingen door jongere begraven. Het moment waarop dit optreedt, hangt af van de ligging van de

zogenaamde terrassenkruising (Berendsen & Stouthamer, 2001). De terrassenkruising is het punt

waarop de netto insnijding overgaat in een netto accumulatie van sediment (Berendsen, 2005). De

ligging van dit punt ligt niet vast maar is afhankelijk van het debiet, de sedimentlast van een rivier en

de stijging cq. daling van de zeespiegel. Berendsen en Stouthamer (2001) vermoeden dat de

terrassenkruising rond 6500 BP in de omgeving van Culemborg heeft gelegen. Daarna raakten de Laat-

Pleistocene en Vroeg-Holocene afzettingen afgedekt met holocene rivierafzettingen en kon het oude

rivierenlandschap verdrinken, wanneer ze verder van een rivier verwijderd lagen. Op die punten trad

door de aanhoudende stijging van het grondwater op grote schaal veenvorming op.

Page 12: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

7

Geomorfologie

De omgeving van het plangebied heeft vanaf het passeren van de terrassenkruising onder directe

invloed gestaan van de Schoonrewoerd stroomrug (Cohen e.a., 2012; Berendsen en Stouthamer, 2001;

bijlage 2). De Schoonrewoerd stroomrug is actief geworden tussen 3250 en 2100 v. Chr.. Als rivier

kenmerkt de stroomrug zich door een sterk vertakt, meergeulig stroomstelsel (een anastomoserend

systeem) genoemd. Daarbij komen langs de stroomrug veel crevasses voor. Het uiterlijk van deze rivier

hangt samen met een afnemende zeespiegelstijging, een toename in veenvorming en de ligging van de

terrassenkruising ter hoogte van Culemborg toen deze rivier ontstond. Dit leidde tot een verhoogde

frequentie van rivierverlegging (crevassevorming). De Schoonrewoerd stroomrug bestaat hierom uit

twee stroomruggen (bijlage 2). Eén ligt ten noorden van het plangebied en een ligt ter plaatse van het

plangebied. De activiteit van deze rivier liep gefaseerd, waarbij er twee stroomruggen zijn ontstaan.

Vermoedelijk betreft de stroomrug ter plaatse van het plangebied de oudste fase, die stroomafwaarts

aansluit op de Zijderveld stroomrug. Op de beleidskaart van de gemeente staat deze stroomrug

aangegeven als crevasse-afzetting (van Hennisdijk). De ligging van de stroomrug is aan de hand van het

Actueel Hoogtebestand Nederland ook waar te nemen door een relatief hogere ligging van het

maaiveld (AHN; bijlage 4).

De stroomrug bestaat uit een zandlichaam van enkele meters dikte (beddingafzettingen). Op basis van

de zanddieptegegevens en verhangcijfers uit Cohen e.a. (2012) van deze stroomrug, liggen de

beddingafzettingen op een diepte van circa 0,8 tot 1,8 m -NAP. Aan de hand van deze gegevens ligt

het beddingzand in het plangebied naar verwachting op 1,0 tot 1,5 m –Mv. Bovenop de

beddingafzettingen zijn naar verwachting oeverafzettingen aanwezig, die hoofdzakelijk bestaan uit

zandige klei. Oevers ontstaan direct aan een rivier en konden onder invloed van variaties in

waterstanden in de geul opslibben tot relatief hoger gelegen wallen. De oeverafzettingen zijn

vermoedelijk uiteindelijk begraven onder overstromingssediment van latere rivieren.

Archeologisch gezien vormen de oeverwallen van een rivier een aantrekkelijke vestigingsplaats voor

(pre-)historische samenlevingen. Dit heeft mede te maken met de relatief hogere ligging in het

landschap en de nabijheid van transportmogelijkheden en vis- en vers drinkwater. Ook op het moment

dat een rivier inactief geworden is, blijft deze als een hoger gelegen rug in het landschap achter. Dit

biedt eveneens mogelijkheden voor bewoning in het over het algemeen vochtig en laag gelegen

rivierenlandschap.

Bodem

Volgens de bodemkaart ligt het plangebied in een zone met poldervaaggronden (bijlage 4,

bodemkaartcode: Rn47C). Ze bestaan hier naar verwachting voornamelijk uit zware klei (matig siltige

klei). Poldervaaggronden zijn over het algemeen kleigronden met een grijze, door oxidatie rood-

gevlekte ondergrond, die niet slap is. Daarbij worden ze gekenmerkt door een grijze humusarme

bovengrond. Poldervaaggronden zijn wijd verbreid en komen over het algemeen veel in westelijk

Nederland voor (De Bakker, 1966). In een poldervaaggrond kunnen begraven bodemniveaus aanwezig

zijn – zogenaamde vegetatiehorizonten – die een indicatie vormen voor oudere bodemvorming. Een

dergelijk niveau heeft zich in het rivierengebied kunnen vormen op het moment dat er sprake was van

een verminderde afvoer en door een afgenomen opslibbing van sediment. Hierdoor trad begroeiing op

en kon zich een humeus niveau vormen. Op het moment dat er sprake was van een toename in

rivierafvoer raakte dit niveau begraven. Het kenmerkt zich door een licht tot matig humeuze kleilaag

in de bodem. Daarvan zijn er in de Betuwe verschillende van bekend (Modderman, 1955).

Grondwatertrap

De grondwatertrap in het plangebied is V. Dit betekent over het algemeen dat er sprake is van relatief

droge gronden, waarbij de gemiddeld hoogste grondwaterstand binnen 40 cm –Mv wordt

Page 13: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

8

aangetroffen en de gemiddeld laagste grondwaterstand zich beneden 120 cm –Mv kan bevinden.

Vanuit archeologisch oogpunt betekenen dergelijke grondwaterstanden dat zowel organische (zaken

als leer, hout) als anorganische resten goed in de bodem geconserveerd kunnen zijn gebleven. Voor

wat betreft (onverbrande) organische resten moet wel het voorbehoud worden gemaakt, dat door

schommelingen in de grondwaterstand en door oxidatie (als gevolg van de relatief hoge

grondwaterstand) deze enigszins kunnen zijn gedegradeerd, wanneer deze zich binnen 120 cm –Mv

bevinden.

Page 14: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

9

7. Archeologische waarden

Wettelijk beschermd monument Nee

AMK-terrein Ja

Verwachting gemeentelijke beleidskaart Hoog

Archeologische waarnemingen / vondstmeldingen

Nee

Het plangebied heeft volgens het centraal archeologisch informatiesysteem (Archis-2) van de

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) geen archeologisch wettelijk beschermde status. Het

plangebied is daarentegen wel opgenomen op de Archeologische MonumentenKaart (AMK). Het

betreft een terrein van hoge archeologische waarde, dat een groot deel van de omgeving van het

plangebied omvat (AMK terrein 15385). Daaromheen zijn diverse andere terreinen van waarde

aanwezig (bijlage 6). Binnen het betreffende terrein bevinden zich sporen van bewoning uit het Laat-

Neolithicum en Vroege Bronstijd. In het gebied is op plaatsen op een diepte van 35 tot 90 cm is een

cultuurlaag aangetroffen met aardewerk, vuursteen, bot, houtskool en verbrande leem. Ook aan het

oppervlak zijn vondsten gedaan. De cultuurlaag wordt gekenmerkt door hun hogere ligging en zijn te

onderscheiden door een relatief donkerdere bovengrond (Ode en Haartsen, 1997; Garrison & Herz,

2007). De terreinen eromheen omvatten resten die variëren uit de IJzertijd tot en met de Late

Middeleeuwen. Op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) is aan het plangebied een

hoge archeologische verwachting toegekend. Binnen de gemeentelijk archeologische

verwachtingskaart is deze verwachting eveneens van toepassing op het plangebied, hoewel op deze

kaart een hoge verwachting geldt voor de periode Late Bronstijd tot en met Late Middeleeuwen (zie

bijlage 1).

In het plangebied zijn voor zover bekend in het verleden geen archeologische waarnemingen gedaan

en heeft niet eerder archeologisch onderzoek plaatsgevonden. Daaromheen is dit wel het geval.

• Ten zuidoosten van het plangebied hebben diverse archeologische onderzoeken plaatsgevonden

(onderzoeksmelding 9893, 6512 en 57530). Al deze onderzoeken liggen ten zuiden van de

Rietveldseweg. In 1997 zijn hier tijdens archeologisch vooronderzoek fragmenten aardewerk en

verbrand graan in de boringen waargenomen (Archis waarnemingsnummer 45114). Recent heeft

hier proefsleuvenonderzoek plaatsgevonden, maar de resultaten ervan zijn vooralsnog niet

gepubliceerd (onderzoeksmelding 57530).

• Ten noorden van het plangebied is in het kader van woningbouw ook archeologisch

vooronderzoek uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn echter niet openbaar (onderzoeksmelding

59091).

• Ten noorden van het plangebied is in 1997 in het kader van het opstellen van een

cultuurhistorische effectrapportage onderzoek uitgevoerd. Op grond van dit onderzoek is de

omgeving van het plangebied als terrein van hoge waarde aangegeven (Ode en Haartsen, 1997,

onderzoeksmelding 2790). Op twee plaatsen zijn in het gebied cultuurlagen gevonden in

combinatie met fragmenten bewerkt vuursteen, fosfaat, houtskool en grof gemagerd aardewerk.

Het aardewerk is te dateren in het Laat-Neolithicum – Bronstijd (Archis waarnemingsnummer

• Ten westen van het plangebied – op een afstand van 150 m – is in 2012 een opgraving uitgevoerd

van nederzettingsresten uit de Bronstijd en IJzertijd (onderzoeksmelding 51849). Het opgegraven

gebied maakt deel uit van het terrein van archeologische waarde (AMK terrein 15382) en een

toegewezen vindplaats uit de Midden-IJzertijd uit het onderzoek van Ode en Haartsen (1997,

Archis-waarnemingsnummer 44.972).

Page 15: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

10

• Archis waarnemingsnummer 49458 betreft een vindplaats uit het onderzoek van Ode en

Haartsen (1997). Hier zijn tijdens het booronderzoek vondsten gedaan uit de Bronstijd

(vuursteen, aardewerk) en de Late Middeleeuwen.

Afleidend uit de onderzoeken kan gesteld worden dat in het plangebied sprake is van een hoge

archeologische verwachting, met name op resten uit het Neolithicum tot en met de IJzertijd.

Page 16: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

11

8. Historische achtergronden, situatie en bodemverstoringen

Landschapstype Midden-Nederlands rivierengebied

Historische bebouwing Nee

Historisch gebruik Grasland

Huidig gebruik Bebouwd

Bodemverstoringen Graafwerkzaamheden door nieuwbouw

Historische achtergronden

Het plangebied bevindt zich oorspronkelijk tussen de Rietveldseweg (met erlangs de Rietveldsche

wetering en de Parijssewetering in het oude cultuurlandschap ten westen van Culemborg. De zone

scheidt de oorspronkelijke polder Rietveld van Polder Hooge Prijs, die beide vermoedelijk in de 12e

eeuw zijn aangelegd (Haartsen e.a., 2012). Wat opvalt in beide polders is met name de

verkavelingspatronen. Er is in beide polders hoofdzakelijk sprake van lange opgestrekte kavels die over

het algemeen op zwaar te bewerken grond wijzen (zware klei of zelfs veen). Tussen de twee

weteringen in is langs de Rietveldseweg op historisch kaartmateriaal uit het begin van de 19e eeuw

reeds bebouwing te zien. Het cultuurlandschap is echter sporadisch en ter plaatse van het plangebied

is geen bebouwing aanwezig (figuur 3). Dit sluit echter bewoning uit perioden ervoor, zelfs tot in de

12e eeuw, niet uit. Deze situatie blijft onveranderd in de tweede helft van de 19e eeuw en eerste helft

van de 20e eeuw (tot 1957). Op topografisch kaartmateriaal vanaf 1966 is te zien dat de Wethouder

Schoutenweg als doorgaande weg parallel aan de Rietveldseweg wordt aangelegd. Het plangebied

blijft altijd onbebouwd. Op kaartmateriaal uit 1988 is te zien hoe rondom het plangebied geleidelijk

nieuwbouw verschijnt.

Huidig gebruik en bodemverstoringen

Het plangebied is altijd onbebouwd geweest en in gebruik als grasland. Er zijn geen verstoringen te

verwachten op de ligging van enkele kabels en leidingen na. De ligging ervan is weergegeven in figuur

8. Deze zullen in het kader van de herontwikkeling in het gebied worden verlegd.

Page 17: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

12

Figuur 2: Uitsnede van de kadastrale minuut uit 1811-1832. Het plangebied is met rode lijnen weergegeven.

Figuur 3: Uitsnede van een topografische kaart uit 1880. Het plangebied is met rode lijnen weergegeven.

Page 18: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

13

Figuur 4: Uitsnede van een topografische kaart uit 1918. Het plangebied is met rode lijnen weergegeven.

Figuur 5: Uitsnede van een topografische kaart uit 1966. Het plangebied is met rode lijnen weergegeven.

Page 19: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

14

Figuur 6: Uitsnede van een topografische kaart uit 1977. Het plangebied is met rode lijnen weergegeven.

Figuur 7: Uitsnede van een topografische kaart uit 1988. Het plangebied is met rode lijnen weergegeven.

Page 20: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

15

Figuur 8: ligging van kabels en leidingen. In zwart de bestaande situatie, in rood de nieuwe. Het plangebied is met blauwe lijnen weergegeven.

Page 21: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

16

9. Gespecificeerde archeologische verwachting

Kans op archeologische waarden Neolithicum – Late Middeleeuwen Hoog

Complextypen Nederzettingen en/of sporen van landgebruik

Stratigrafische positie In de top van de oeverafzettingen

Diepteligging Binnen 2,0 m –Mv

Aanwezigheid en dichtheid

Het plangebied ligt op de Schoonrewoerd stroomrug. Op de oevers van deze rivier is bewoning

mogelijk geweest in het Neolithicum, de periode van activiteit van deze rivier. Hoewel de rivier tegen

het eind van het Neolithicum inactief geworden is, heeft de stroomrug altijd een hoger deel van het

landschap gevormd en is daarmee aantrekkelijk voor bewoning geweest tot in de Late Middeleeuwen.

Daarbij ligt het plangebied binnen een archeologisch attentiegebied, waarbinnen resten van bewoning

aanwezig zijn. Vlak in de buurt zijn reeds waarnemingen gedaan van een cultuurlaag met daarin

fragmenten aardewerk, bot en vuursteen. De gevonden resten dateren in de periode Laat-Neolithicum

– Bronstijd en de IJzertijd en heeft zelfs een opgraving plaatsgevonden. Voor wat betreft de Late

Middeleeuwen is de ligging van het plangebied tussen twee 12e eeuwse polders interessant op het

voorkomen van nederzettingen uit die tijd. Derhalve is voor de periode Laat-Neolithicum tot en met de

Late Middeleeuwen de archeologische verwachting hoog.

Voor wat betreft de Nieuwe tijd geldt een lage archeologische verwachting. Er is geen historische

bebouwing aanwezig aan het begin van de 19e eeuw in het plangebied, waardoor de verwachting op

oudere bebouwing in het plangebied niet hoog is.

Stratigrafische positie

Het archeologisch relevante niveau ligt direct onder het maaiveld en wordt gevormd door de top van

de oeverafzettingen. Hierin kan een cultuurlaag aanwezig zijn, die indicatief is voor zowel de

aanwezigheid en diepteligging van archeologische resten als de mate van intactheid ervan.

Complextypen

In het plangebied worden nederzettingsterreinen, sporen van landgebruik en grafvelden verwacht.

Nederzettingsterreinen in het rivierengebied zouden zich kunnen kenmerken door een cultuurlaag of

dichte vondstenstrooiing, hetgeen met name te danken is aan de langdurigheid van bewoning op een

bepaalde plek. In een vochtige omgeving als die van het rivierengebied was de bewegingsruimte voor

nederzettingen namelijk niet al te groot, waardoor bewoning vaak geconcentreerd bleef op vaste

plekken. Daarentegen zullen sporen van landgebruik (waaronder ook grafvelden) zich juist kenmerken

door grondsporen en verkleuringen in de bodem en in veel mindere mate door de aanwezigheid van

vondstmateriaal. Derhalve kan over de aanwezigheid van laatstgenoemde complexen enkel uitspraken

gedaan worden op basis van de mate van intactheid van de bodem.

Page 22: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

17

10. Conclusie en advies

Uit het archeologisch bureauonderzoek blijkt dat voor het plangebied een hoge archeologische

verwachting geldt op het aantreffen van (nederzettings)resten uit de periode Neolithicum –

Middeleeuwen. Deze verwachting is gebaseerd op de landschappelijke ligging van het plangebied op

een oude stroomrug en de aanwezigheid van diverse vondsten uit de directe omgeving van het

plangebied. Ook is het plangebied nooit bebouwd geweest, waardoor het de verwachting is dat de

oorspronkelijke bodemopbouw volledig intact is gebleven.

Advies

In het plangebied bestaat op basis van de onderzoeksresultaten een hoge verwachting op de

aanwezigheid van archeologische resten. Geadviseerd wordt om daarom ter plaatse van het

plangebied een aanvullend inventariserend veldonderzoek uit te voeren, wanneer het oppervlak van

de woning groter is dan 100 m2. Dit ligt in lijn met de voorschriften van het bestemmingsplan. Doel van

dit onderzoek is dan om de bodemopbouw in het plangebied in beeld te brengen en vast te stellen in

hoeverre nog daadwerkelijk archeologische resten aanwezig zijn. Gezien de hoge verwachting en het

beperkte oppervlak van het plangebied zou een verkennend c.q. karterend booronderzoek als

onderzoeksmethode het meest voor de hand liggen.

Wanneer het oppervlak van de woning kleiner of gelijk is dan 100 m2, is aanvullend onderzoek in

overeenstemming met het bestemmingsplan niet noodzakelijk.

Bovenstaande vormt een advies. Op grond van de resultaten van het rapport en het advies zal het

bevoegd gezag (de gemeente Culemborg) een besluit nemen over de daadwerkelijke omgang met

eventueel aanwezige archeologische waarden binnen het plangebied.

Page 23: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

18

11. Geraadpleegde bronnen

Archeologische kaarten en databestanden:

• Archeologische Monumenten Kaart (AMK), Rijksdienst voor Cultureel erfgoed (RCE), Amersfoort,

2007.

• Archeologisch Informatie Systeem II (Archis2), Rijksdienst voor Cultureel erfgoed (RCE),

Amersfoort, 2007.

• Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden, 3e generatie, IKAW, Rijksdienst voor

Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB), Amersfoort, 2008.

• Beleids- en verwachtingskaart van de gemeente Giessenlanden

• www.ahn.nl

• www.ruimtelijkeplannen.nl

• www.watwaswaar.nl

• www.bodemloket.nl

• geodan.bagviewer.nl

• www.bodemdata.nl

Literatuur:

• Bakker, H. de, 1966. De subgroepen van het systeem voor bodemclassificatie voor Nederland. In:

Boor en Spade.

• Bakker, H. de en J. Schelling, 1989. Systeem van bodemclassificatie voor Nederland. De hogere

niveaus. Wageningen.

• Bennema, J. & L.J. Pons, 1952, Donken, fluviatiel Laagterras en Eemzee-afzettingen in het westelijk

gebied van de grote rivieren. Boor en Spade 5: 126-137.

• Berendsen, H.J.A., 2005. De vorming van het land. Assen (Fysische geografie van Nederland).

Vierde, geheel herziene druk.

• Berendsen, H.J.A./ E. Stouthamer (eds.), 2001. Palaeogeographical development of the Rhine-

Meuse delta, the Netherlands. Assen.

• Cohen, K.M., E. Stouthamer, H.J. Pierik, A.H. Geurts, 2012. Digitaal Basisbestand Paleogeografie

van de Rijn‐Maas Delta. Dept. Fysische Geografie. Universiteit Utrecht. Digitale Dataset.

• Garrison, E.G. & N. Herz, 2007. Geological Methods for Archaeology, Oxford University Press,

London

• Haartsen, A, B. Olde Meierink, S. van Ginkel-Meester, R. Stenvert, R. de Groot, 2012.

Cultuurhistorische waardenkaart van de gemeente Culemborg. Lantschapsstudies 125, Haaften.

• Odé, O & A.J. Haartsen, 1997. Gemeente Culemborg. Cultuurhistorische effectrapportage

Onderzoeksgebied Rietveld. RAAP-rapport 243, Stichting RAAP, Amsterdam.

• Van de Plassche, O, B. Makaske, W.Z. Hoek, M. Konert en J. Van der Plicht, 2010. Mid-Holocene

water-level changes in the lower Rhine-Meuse delta (western Netherlands): implications for the

reconstruction of relative mean sea-level rise, palaeoriver-gradients and coastal evolution.

Netherlands Journal of Geosciences / Volume 89 / issue 1.

• Mulder, E.F.J., M.C. Geluk, I.L. Ritsema, W.E. Westerhoff en T.E. Wong, 2003. De ondergrond van

Nederland. Houten.

Page 24: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

19

Bijlage 1: Beleidskaart

Page 25: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

20

Bijlage 2: Stroomruggenkaart

Page 26: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

21

Bijlage 3: Geomorfologie

Page 27: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

22

Bijlage 4: Hoogtekaart

Page 28: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

23

Bijlage 5: Bodemkaart

Page 29: Culemborg, Rietveldseweg (ong.)...Het archeologiebeleid van de gemeente Culemborg inzake het plangebied staat verwoord in het bestemmingsplan “Parijsch-Zuid” en is gebaseerd op

24

Bijlage 6: Archeologische waarden