Vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd
11
Vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd
description
Vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd. schaats schaatst schatsen schaatsen. De kinderen …………… op het Balatonmeer. kom komt komen koom. Jij ………….. uit Hongarije. heb heeft hebt hebben. Mijn vader ……… een nieuwe auto. leez leest lees les. Ik …….. een boek. eten - PowerPoint PPT Presentation
Transcript of Vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd
Vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd
De kinderen …………… op het Balatonmeer.
• schaats• schaatst• schatsen• schaatsen
Jij ………….. uit Hongarije.
• kom• komt• komen• koom
Mijn vader ……… een nieuwe auto.
• heb• heeft• hebt• hebben
Ik …….. een boek.
• leez• leest• lees• les
Jullie ……. soep in de kantine.
• eten• eeten• eet• et
……. je mee naar de bioscoop?
• Kom• Komt• Komen• Koom
…….. we samen naar school?
• Ga• Gaat• Gaan• Gaa
Joop en Jan ……. in Amsterdam.
• woont• woonen• wonen• woon
Jij ……. elke avond tv.
• kijken• kijk• kijkent• kijkt