2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

27
Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016 Handboek begeleiden en beoordelen van studenten in de Beroeps Praktijk Vorming Team MZ Niveau 4 fase 2

Transcript of 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Page 1: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

Handboek begeleiden en beoordelen van

studenten in de Beroeps Praktijk Vorming

Team MZ

Niveau 4

fase 2

Page 2: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

2 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

Inhoud

Gegevens student blz 3

Voorwoord blz 4

Inleiding blz 5

Opbouw Medewerker Maatschappelijke zorg blz 6

De werkwijze van de student blz 8

Begeleiden en beoordelen in de BPV blz 10

Afspraken rondom de BPV blz 15

BIJLAGE

- Beoordelen van Beroepsprestaties

- Wegwijzer STARRT methode

- Ongeoorloofd verzuim doorgeven

- Uren registratielijst

- Beoordelingsformulier werkhouding in de BPV - Formele gegevens

Page 3: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

3 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

Gegevens student:

Naam student: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoonnummer: E mailadres:

Gegevens contactpersoon:

Naam studieloopbaanbegeleider:

Emailadres SLB:

Gegevens opleiding:

Kellebeek College Opleiding Oostelijke Havendijk 1 4704GB Roosendaal Telefoonnummer: 0165-590800

Page 4: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

4 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

Voorwoord Aan de BPV begeleiders van onze studenten van de opleiding Maatschappelijke zorg. Voor u ligt het

handboek “Begeleiden en beoordelen van studenten in de Beroeps Praktijk Vorming’’, schooljaar

2016-2017. Het is bestemd voor de BPV begeleiders/beoordelaars van de studenten van het

Kellebeek College, afdeling MZVZ.

De student begeleidt een groep cliënten op sociaal en maatschappelijk gebied, stemt daarbij de

werkzaamheden af met de betrokkenen en evalueert de geboden zorg. De student ondersteunt het

sociale systeem. De student werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het

beroep. De student inventariseert de hulpvragen van de cliënt en ondersteunt de cliënt bij

persoonlijke verzorging, wonen en huishouden. De student schrijft een plan van aanpak .

Voor persoonlijk begeleider gehandicapten zorg geldt ook: De student voert verpleegtechnische

handelingen uit.

Voordat de student aan de kwalificerende onderdelen mag beginnen moet hij/zij bovenstaande

werkprocessen ontwikkelingsgericht laten zien.

Achtereenvolgens vindt u in dit handboek informatie over de opbouw van het onderwijs aanbod, de

organisatie en planning van de BPV en de begeleiding en het beoordelen van de studenten. In de

bijlagen zijn verschillende formulieren opgenomen die van belang kunnen zijn tijdens het

begeleidingsproces.

Wij hopen dat u met dit document een instrument in handen hebt, dat zorgt voor duidelijke

informatie , waardoor onze studenten de begeleiding krijgen die ze nodig hebben. Natuurlijk dient dit

alles één doel: studenten opleiden tot gekwalificeerde Medewerkers Maatschappelijke zorg.

Mocht u nog vragen hebben over de inhoud van dit handboek dan kunt u contact opnemen met

onderstaande persoon

Wij wensen u succes met het begeleiden van onze studenten.

Carin Damen Sterrolhouder BPV Afdeling MZVZ [email protected]

Page 5: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

5 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

1. Inleiding

Al een aantal jaren werkt het Kellebeek College volgens het praktijkgericht onderwijs. Dat wil zeggen

dat de studenten de competenties eigen dienen te maken, die nodig zijn om het beroep te kunnen

uitvoeren. Onder competenties verstaan we het totaal van kennis, vaardigheden en houding. Voor

een groot deel gebeurt dit door in de praktijk ervaring op te doen op een BPV adres.

We maken voor de opleidingen die vallen onder team MZVZ gebruik van de methode van de

Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg en Welzijn. Deze landelijke stichting, waarbij veel ROC’s

zijn aangesloten, heeft een methode ontwikkeld in samenspraak met de opleidingen en instellingen.

Bij de ontwikkeling van de deze methode is men uitgegaan van de het kwalificatiedossier van 2012. U

kunt deze vinden op website van http://www.s-bb.nl/ . In deze dossiers is vastgelegd aan welke

beroepseisen en kwalificatie-eisen de student moet voldoen wanneer hij start op de arbeidsmarkt.

Aan het begin van elke Beroeps Praktijk Vorming periode (hierna: BPV) zal de student er voor zorgen

dat u de juiste opdrachten en beoordelingslijsten ontvangt. Informatie over deze methode wordt ook

gegeven tijdens de werkveldbijeenkomsten op het Kellebeek College. U krijgt hiervoor een

uitnodiging via de mail.

Page 6: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

6 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

2 Opbouw opleiding Medewerker Maatschappelijke zorg

2.1 De opbouw weergeven in werkprocessen en competenties

De opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg is opgebouwd in drie fases. In deze fases staan

verschillende kerntaken en de daar bijhorende werkprocessen en competenties centraal .

Binnen deze fases zijn ook examenonderdelen opgenomen die worden getoetst in de BPV:

De kwalificerende beroepsprestaties

In de hierna volgende tabellen staan de kerntaken, werkprocessen en competenties vermeld.

De competenties staan uitgebreider omschreven in de beroepsprestaties. Een beroepsprestatie is

een praktijkopdracht die bestaat uit herkenbare werkzaamheden in het beroep.

Link naar de opdrachten in het Consortium: https://kellebeek.nl/mbo/werkvelden/belangrijke-

documenten

Page 7: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

7 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

Page 8: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

8 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

3 De werkwijze van de student

3.1 planning uitvoering beroepsprestaties

Ontwikkelingsgericht / Kwalificerend.

Week: 36 Start BPV

Week: 06 Ontwikkelingsgericht. Uiterlijk inleveren BP 2.2 en 2.3

Week: 22/23 Kwalificerend Uiterlijk inleveren Proeve en BP 2.1

3.2 Beroepsprestaties

Een beroepsprestatie is een praktijkopdracht die bestaat uit herkenbare werkzaamheden in het

beroep.

Het boekje waarin de beroepsprestatie staat beschreven bestaat uit vijf vaste onderdelen:

Omschrijving van de werkprocessen en de daar bijhorende competenties

Typering: Waar gaat de beroepsprestatie over

De opdracht: Wat moet de student gaan doen?

Het resultaat: Welke bewijstukken moet de student verzamelen?

Beoordelingslijst: Waaraan dient de student te voldoen?

3.3 De wegwijzer

Hoe werkt de student aan een beroepsprestatie? Dit doet hij steeds volgens de vijf stappen van de

Wegwijzer.

De student start met oriëntatie op de opdracht en in overleg met zijn BPV-begeleider maakt hij een

werkplanning. Wanneer de stappen 1 en 2, de voorbereidingsfase, bij de WABO-docent zijn

aangetoond, krijgt de student een ‘’GO’’, eerst van de WABO docent en daarna van de

werkbegeleidster. Pas daarna gaat de student verder met de uitvoering en de afronding.

Page 9: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

9 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

Fasen in procesmatig handelen

Stappen van de wegwijzer

GO/NO GO Begeleiding/ beoordeling

Voorbereiding 1. Oriënteren GO/ NO go Wabo-docent BPV-begeleider 2. plannen

Uitvoering 3. uitvoeren Goed/voldoende/onvoldoende Twee onafhankelijke beoordelaars binnen de BPV tekenen.

BPV-begeleider

4. controleren BPV-begeleider

Afronding 5. beoordeling van de uitvoering en de bewijstukken.

Stagebeleider kijkt naar waarheid en volledigheid. Onafhankelijke examinator op school kijkt de bewijsstukken na.

3.4 Leerdoel

Op basis van stap 1 van de wegwijzer formuleert de student leerdoelen in zijn persoonlijk wegwijzer

en/of stelt de leerdoelen bij (zie BIJLAGE 1).De beroepsprestatie is een basis voor het ontwikkelen

van de leerdoelen.

Op school en tijdens de BPV ontvangt de student feedback over zijn resultaten en het gedrag wat hij

laat zien. Daarnaast schrijft hij reflectieverslagen waaruit blijkt wat hij al dan niet geleerd heeft.

(BIJLAGE 2)

3.5 Plannen

Om de persoonlijke leerdoelen verder te ontwikkelen plant de student acties in. Deze acties noteert

hij in zijn persoonlijke wegwijzer (zie BIJLAGE 1)

Page 10: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

10 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

4 Begeleiden en beoordelen in de BPV

4.1 De studieloopbaanbegeleider vanuit school

De studieloopbaan begeleider (SLB’er) heeft vanuit school een sleutelrol in de

studieloopbaanplanning. De studieloopbaanbegeleider is de contactpersoon tussen de student en

het BPV adres.

Week: 36 Start BPV

Week: 39,40 BPV adres bellen 1ste keer

Week: 48 Beoordelingsformulier studiehouding op school

Week: 49 Leerlingbespreking

Week: 49 Eerste studieadvies

Week 3,4,5 BPV bezoek

Week: 13 Beoordelingsformulier werkhouding in de BPV

Week: 13 Beoordelingsformulier studiehouding op school

Week: 16 leerlingbespreking

Week: 16 Tweede studieadvies

Week: 25 Beoordelingsformulier werkhouding in de BPV

Week: 26 Laatste week BPV

Week: 26 BPV-uren

4.1.1 Zorgteam vanuit school

Ook kan het zijn dat een student hulp nodig heeft vanuit het zorgteam. De SLB’er van de student

verwijst student door naar het zorgteam.

4.2 De BPV-begeleider/ opleider vanuit het BPV-adres

De BPV-begeleider is als beroepskracht verbonden aan een instelling en heeft zich verplicht om de

student te begeleiden. De BPV- begeleider moet minimaal een afgeronde opleiding hebben op MBO-

niveau. De opleider moet zich kunnen identificeren met het beroep. Het begeleiden is alleen mogelijk

als de opleider een diploma heeft van hetzelfde niveau (of opleiding praktijkbegeleider heeft gevolgd

of hoger.

Daarnaast moet de BPV-begeleider minimaal 1 jaar werkzaam zijn binnen het beroepenveld. De

begeleiding is hoofdzakelijk gericht op het functioneren van de student als toekomstige

beroepskracht. De BPV-begeleider houdt zowel het belang van de doelgroep als die van de student in

het oog.

U ontvangt bij aanvang van de BPV via student kopieën van de beroepsprestaties.

Page 11: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

11 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

Taken van de BPV-begeleider:

Algemene taken:

Introduceert de student op zijn werkplek;

Helpt de student bij het opstellen van een leerplan voor de duur van zijn BPV;

Draagt vakkennis en vaardigheden over aan de student;

Draagt bij aan een passend leerklimaat in de BPV;

Geeft een student inzicht in hoeverre hij/hij de gewenste competenties beheerst;

Zet de student aan tot zelfontplooiing;

Optimaliseert de randvoorwaarden waarbinnen een student leert;

Houdt de eigen begeleidingsvaardigheden actueel;

Houdt de urenlijst bij van de student;

Geeft ongeoorloofd verzuim door aan de school (BIJLAGE 3)

De student ondersteunen bij het werken aan de beroepsprestaties

Begeleidt de student bij het maken van de vijf stappen van de Wegwijzer;

Begeleidt de student bij praktische zaken om tot een bewijs te komen;

Geeft feedback op de kwaliteit van gemaakte bewijzen;

Nagaan of de student een ‘’GO” heeft voor de beroepsprestatie

De student heeft van de WABO-docent en werkbegeleider een GO nodig voordat hij de

beroepsprestatie mag uitvoeren in de praktijk. Om deze ‘’GO’’ te krijgen moet de student de stappen

1 en 2 van de Wegwijzer voldoende hebben afgerond.

Het voeren van begeleidingsgesprekken met de student over de ontwikkeling van zijn

competenties

De BPV-begeleider heeft minimaal een keer in de veertien dagen een begeleidingsgesprek met de

student. Stimuleert de student door het uitspreken van wederzijdse verwachtingen en het bespreken

van de voortgang en de kwaliteit van het functioneren. De beroepsprestaties zijn daarbij belangrijk.

Het bijhouden van de BPV presentielijst

Voor de BPV is een minimaal aantal uren verplicht, 90% van het aantal uren dat met de student is

afgesproken bij de aanvang van de BPV. Dit wordt ingevuld op de BPV-presentielijst deze wordt twee

keer per BPV periode ondertekend door de BPV-begeleider en ingeleverd bij de SLB’er. Daarnaast

wordt deze opgenomen in het beoordelingsportfolio. De student moet aan de presentienorm

voldoen. (BIJLAGE 4)

Communicatie BPV-begeleider en studenten

Page 12: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

12 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

De student is in principe zelf verantwoordelijk voor het maken van afspraken en de planning van

leeractiviteiten.

Communicatie tussen BPV-begeleider en studieloopbaanbegeleider (SLB’er)

Tussentijds gesprek op de BPV;

Tussentijds telefonisch gesprek.

De SLB’er of de BPV-begeleider kunnen telefonisch of via de mail contact opnemen met elkaar als er

vragen zijn over het ontwikkelingsproces van de student.

4.3 De beoordelaar

De beoordelaar beoordeelt of de studenten de competenties, in relatie tot een werkproces, heeft

behaald. De beoordelaar geeft met de beoordeling aan hoe ver de student staat in zijn professionele

ontwikkeling.

Taken van de beoordelaar:

Algemene taken:

Beoordelen van de houding van student in de BPV, aan de hand van de beoordelingslijst

(BIJLAGE 5)

Afnemen en beoordelen van de examens (in de BPV);

Bereidt met anderen het afnemen van een examen voor;

Neemt examens in de BPV af;

Maakt een beoordeling van de examens;

Stelt de voorlopige resultaten daarvan vast;

Houdt de eigen beoordelingsvaardigheden actueel;

Het creëren van voorwaarden zodat de student de kwalificerende beroepsprestatie op de juiste

manier kan uitvoeren

Hierbij moet gelet worden op:

De complexiteit van de beroepssituatie waarin ze deze uitvoert;

De mate van begeleiding;

De verantwoordelijkheid tijdens de uitvoering.

Page 13: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

13 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

4.4 Het beoordelen van de beroepsprestaties

Twee (liefst onafhankelijke beoordelaars vanuit de praktijk)beoordelen de competenties die vermeld

staan in de beoordelingslijst.

Een onafhankelijke docent beoordeelt de specifieke bewijstukken.

De BPV-begeleider leest na om te zien of er geen zaken in staan die niet naar buiten mogen, zoals

namen van personen en of de informatie op waarheid berust. Ook kan er feedback gegeven worden

aan de student.

Een handtekening van de opleider geeft aan dat de opleider het bewijsstuk gezien heeft.

4.5 Het beoordelen van de houdingslijst

Voorbereiding

De SLB’er bespreekt met de student hoe de beoordeling van de BPV zal plaatsvinden. Deze

beoordeling is gebaseerd op de behaalde resultaten van BPV-opdrachten en de beoordeling van de

werkhouding van de student. De SLB’er bespreekt (het format van) de beoordelingslijst van de

werkhouding met de student, voorafgaande aan zijn BPV-periode. Aan het begin van de BPV

bespreekt de student dit met de praktijkopleider en maakt afspraken wanneer deze beoordelingslijst

ingevuld wordt. De beoordelingslijst wordt ook gebruikt als begeleidingsinstrument.

Het is belangrijk dat het voor alle betrokkenen duidelijk is hoe en wanneer de beoordeling van de

werkhouding tot stand komt en wat de consequenties zijn. In de beoordeling van de werkhouding

worden o.a. belangrijke aspecten, die opgenomen zijn in de praktijkovereenkomst (POK april 2013),

zo objectief mogelijk beoordeeld.

Bij het formuleren van een studieadvies is de beoordeling van de werkhouding in de BPV één van de

aspecten. De beoordeling van de werkhouding komt op die hieronder beschreven manier tot stand.

Tot stand komen van de beoordeling

Er is sprake van een tussenbeoordeling en een eindbeoordeling. De tussenbeoordeling vindt plaats

op het moment dat er een studieadviesgesprek (op school) plaats gaat vinden. De eindbeoordeling is

aan het eind van de BPV-periode. Voorafgaand aan een studentenbespreking of afsluiting van de

BPV-periode vraagt de student aan de praktijkopleider het beoordelingsformulier in te vullen. De

student vult het formulier zelf ook in en plant een gesprek met de praktijkopleider om de

Page 14: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

14 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

beoordeling van de werkhouding te bespreken. Per houdings- / gedragsaspect wordt een

beoordeling op basis van het waargenomen gedrag van de student gegeven. De praktijkopleider stelt

de definitieve beoordeling op en stuurt/mailt deze naar de SLB’er van de student. Alle vijf houdings- /

gedragsaspecten dienen aan het einde van de BPV-periode met een voldoende beoordeeld te zijn

voor een voldoende (totaal)beoordeling van de werkhouding.

Weging beoordeling werkhouding in studieadvies

De SLB’er inventariseert per student de behaalde beoordeling. Bij een onvoldoende werkhouding

volgt automatisch een oranje (negatief) studieadvies. Bij een oranje (negatief) studieadvies worden

er duidelijke afspraken gemaakt met betrekking tot de voortgang van de student. Hierin wordt

duidelijk aangegeven welke acties de student moet ondernemen en welke ondersteuning hierbij

wordt gegeven door de praktijkopleider en de studieloopbaanbegeleider.

Eindbeoordeling werkhouding van elke BPV-periode telt mee voor het diploma

Aan het einde van elke BPV-periode wordt een eindbeoordeling opgesteld van de werkhouding in de

BPV. Deze eindbeoordeling telt mee voor het behalen van het diploma. In de opleiding moet de

student alle BPV-periodes afgerond hebben met een voldoende werkhouding! Is de eindbeoordeling

aan het einde van een BPV-periode onvoldoende dan worden er afspraken gemaakt over eventuele

verlenging of herkansing van de BPV of aanvullende opdrachten. De student krijgt op deze manier de

kans om binnen een afgesproken tijd zijn onvoldoende in een voldoende om te zetten.

4.6 Inleveren van de bewijsstukken

De student zorgt er zelf voor dat de kwalificerende documenten in itslearning komen te hangen.

Omdat digitaal tekenen nog niet mogelijk is moet de student de kwalificerende stukken en de

driepuntschaal uitprinten en laten ondertekenen op de BPV en op school.

Page 15: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

15 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

5 Afspraken rondom de BPV

5.1 De BPV-overeenkomst (POK)

Voor aanvang van de BPV wordt er door school een overeenkomst aangemaakt. Deze overeenkomst

wordt ondertekend door de BPV-instelling, de school en door de student (en de ouders/verzorgers

als student nog geen 18 jaar is). De overeenkomst wordt aan elke partij aangereikt.

De overeenkomst kan alleen in de volgende gevallen vroegtijdig worden ontbonden:

De student heeft zijn diploma behaald;

Er is besloten dat verdere voortgang van de BPV niet meer mogelijk is. Dit besluit wordt

genomen door de opleider/BPV coördinator, de studieloopbaanbegeleider en de student.

5.2 Verklaring omtrent gedrag

Studenten moeten een verklaring omtrent gedrag inleveren op school en op het BPV adres, mocht

dit nodig zijn. De coördinatie ligt bij school, de school vraagt een VOG aan. De studenten gaan met

dit formulier naar de gemeente (in de eigen woonplaats). De studenten betalen zelf de kosten voor

de VOG. De VOG blijft gedurende twee jaar geldig.

5.3 Ziekte en verzuim

Verzuim van BPV-tijd dient uiteraard zoveel mogelijk voorkomen te worden.

Als de student door dringende redenen, niet naar het BPV-adres kan, moet de student dit op tijd

doorgeven aan de BPV-instelling en bij de administratie van school en doorgeven aan zijn SLB’er dat

de student niet naar stage kan.

Als de student ziek is, meldt hij dit voor aanvangstijd van zijn dienst op zijn BPV adres volgens de

regels van de instelling en op school. Beter melden moet zo snel mogelijk gebeuren in verband met

de planning van de BPV-instelling.

Uren die de student afwezig is geweest, moeten zoveel mogelijk worden ingehaald.

Indien een student zich niet ziek meldt/af meldt op het BPV-adres dan vragen wij of u de school wilt

informeren (Bijlage 2)

5.4 Invullen aanwezigheidslijst

In verband met het behalen van voldoende BPV-uren vult de student de aanwezigheidslijst in. Deze

wordt uitgelegd door de SLB’er bij de start van de BPV. De studenten lopen 7 uur of 8 uur per dag

stage.

Het werkrooster/planning wordt door de BPV-instelling gemaakt en besproken met de student.

Studenten die niet aan hun uren komen, door ziekte of afwezigheid, bespreken dit met hun SLB’er.

Samen wordt gekeken hoe dit opgelost kan worden. Op de BPV-overeenkomst kunt u zien hoeveel

Page 16: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

16 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

uren de studenten op het BPV-adres aanwezig moeten zijn. De studenten moeten 90% van de

afgesproken tijd aanwezig zijn op het BPV-adres.

Soms gebeurt het dat studenten een adres krijgen waar ze niet voldoende uren kunnen maken. In

dat geval wordt met de SLB’er bekeken hoe dit opgelost kan worden. Mogelijke oplossingen om aan

uren te komen zijn:

In vakanties werken(student hoeft niet gedurende elke vakantie elke dag stage te lopen,

hij/zij heeft ook recht op vrije dagen);

Aanwezig zijn bij extra activiteiten (b.v. opendagen)

5.5 Verzekering

De school sluit een aanvullende verzekering voor de student af tegen het financiële risico van

wettelijke aansprakelijkheid voor schade aan de praktijk biedende organisatie of derden, evenals het

financiële risico van ongevallen tijdens het werk- en reisuren (24 uurs verzekering).

Vrij vragen voor speciale activiteiten BPV adres

Soms vinden er op het BPV-adres activiteiten plaats die belangrijk kunnen zijn voor het leerproces

van de student. Wanneer die activiteiten plaatsvinden op een schooldag kan de student vrij vragen

op school. U kunt dan een formulier invullen. Dit formulier kunnen studenten op het Kellebeek, bij

het KIP halen. Dit formulier moet uiterlijk twee weken voor de activiteit ingeleverd worden bij de

SLB’er van school. Deze ondertekent het formulier voor akkoord. Hoe vaak dit mag/kan wordt

bepaald door de SLB’er en bij twijfel besproken in het team.

5.6 Avond- en weekenddiensten, werken in de schoolvakanties

Om een zo volledig mogelijk beeld van een werkveld te krijgen, wordt ervan uitgegaan, dat de

student zoveel mogelijk dezelfde werktijden aanhoudt als werknemers van de BPV-instelling. Ook

met betrekking met wisselende diensten zoals nachtdiensten. Meer informatie kan men vinden in de

cao. Voor studenten van 16 en 17 jaar geldt een speciale regeling m.b.t. werktijden nl.:

Dagelijkse rust tussen 22.00 uur en 06.00 uur of tussen 23.00 uur en 07.00 uur;

4 vrije zondagen per 13 weken, Indien er op zondag gewerkt wordt is de zaterdag vrij;

Werktijd per dienst van meer dan 4,5 uur: ½ uur pauze.

Werktijd per dienst van meer dan 8 uur: ¾ uur pauze waarvan ½ uur aaneengesloten.

Daarnaast is het mogelijk dat de studenten stage lopen tijdens schoolvakanties. De studenten

hebben recht op vrije dagen in de vakantie. De planning tijdens schoolvakanties gaat in overleg met

het stageadres (en eventueel met school).

5.7 Problemen op het BPV adres

Bij problemen of conflicten wordt contact opgenomen tussen de BPV-begeleider en de SLB’er van de

student. Deze drie partijen gaan zo snel mogelijk met elkaar in overleg

Page 17: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

17 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

5.8 Contact met studieloopbaanbegeleider

U ontvangt een formulier van de student met gegevens van de studieloopbaanbegeleider. U kunt

deze bereiken via zijn/haar emailadres. De studieloopbaanbegeleider mailt of belt dan binnen 2

werkdagen terug. Mocht dit niet gebeuren dan kunt u mailen naar de sterrolhouder BPV

Bijlage Beoordelen van Beroepsprestaties

Het is belangrijk dat je als BPV-begeleider weet wat je van de student mag verwachten op het gebied

van:

De mate van complexiteit van de beroepssituatie;

De mate van zelfsturing;

De mate van verantwoordelijkheid;

Bij ieder beoordelingslijst worden dan ook in eerste instantie de complexiteit van de beroepscontext

aangegeven. Dan zie je bijvoorbeeld het volgende:

We leggen de drie factoren hieronder verder uit:

Ad.1 De complexiteit van de beroepssituatie waarin deze prestatie wordt uitgevoerd:

Uitvoeren in een gesloten context wil zeggen dat de student feitenkennis kan toepassen in

concrete situaties en onder begeleiding;

Het uitvoeren in een open context veronderstelt dat de student zich zelfstandig kennis en

vaardigheden eigen kan maken en dat de student deze flexibel kan inzetten en afstemmen;

In de complexe situatie is de student in staat oplossingsgericht te handelen. De student zet

daarbij zijn totale kennis en handelingsbekwaamheid in. In deze situatie is de student ook in

staat om anderen aan te sturen.

Ad.2 De mate van zelfsturing:

De begeleiding gaat van geleid via begeleid naar zelfstandig.

Page 18: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

18 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

Ad. 3 De mate van verantwoordelijkheid:

Hierbij gaat het om de mate van verantwoordelijkheid waarop de student aanspreekbaar is. Zelfs bij

de meest eenvoudige handelingen is de student verantwoordelijk voor de eigen taakuitvoering. Later

strekt de verantwoordelijkheid zich uit over de meerdere gebieden: samenwerking en aansturing van

anderen tot het verantwoordelijk zijn voor de gehele zorg- of begeleidingscyclus.

In de beoordelingslijsten vindt u het begrip prestatie-indicatoren.

Prestatie-indicatoren de prestatie-indicatoren geven het concrete gedrag aan dat van een van een student bij een

bepaalde competentie verwacht wordt.

Normscore en ontwikkelscore In de beoordelingslijsten kom je de volgende twee begrippen tegen die van belang zijn voor de beoordeling van de competentiegroei:

Normscore, de normscore wil zeggen dat de student bij de beoordeling aan de vereiste norm

moet voldoen. De normscore wordt aangegeven met de hoofdletter R-P-T.

Ontwikkelscore, de ontwikkelscore wil zeggen dat de student bij de beoordeling laat zien dat

zijn in ontwikkeling is, de student hoeft nog niet aan de vereiste norm te voldoen. Hij groeit

in zijn ontwikkeling. De ontwikkelscore wordt aangegeven in met de kleine letter r-p-t.

De letters r-p-t / R-P-T staan voor de omschrijving van gedrag:

R/r= reproductief gedrag.

Dat wil zeggen dat student onder begeleiding een taak uitvoert. Dat gebeurt volgens de

voorschriften en standaardprocedures. Daarbij heeft hij vaak instructie of een rolmodel

nodig. De student ontwikkelt en kennis en vaardigheden en een passende beroepshouding.

P/p = productief gedrag.

Dit wil zeggen dat de student deels op eigen initiatief en taak uitvoert en creatief problemen

oplost. De student vraagt zelf advies voorkomende problemen, heeft minder structuur nodig

om zelfstandig activiteiten te ondernemen. Hij laat zien dat hij inzicht en kennis heeft en dat

hij die kennis en vaardigheden kan toepassen.

T/t = transfer gedrag.

Dit wil zeggen dat de student binnen uiteenlopende beroepssituaties zelfstandig de taken

kan uitvoeren. Hij is staat om kennis, vaardigheden en houding toe te passen in die

beroepssituaties. De student ziet verbanden en is creatief en proactief.

Page 19: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

Bijlage 1: Wegwijzer

Page 20: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

wegwijzer

Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) Persoonlijk Activiteiten Plan (PAP)

Plan van Aanpak

Persoonlijke gegevens

Naam student Datum

Beroepsprestatie Groep

Naam wabo-

docent

Naam

studieloopbaan-

begeleider

Naam instelling Praktijkopleider

POP en PAP

1. Beschrijving beroepsprestatie:

2. Beschrijving van het werkproces:

3. Beginsituatie van het werkproces:

4. Bewijsstukken:

Page 21: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

2 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

5. De leerdoelen die ik meeneem van mijn vorige leer- of beroepsprestaties zijn:

6. Mijn gedrag dat hoort bij de competentie ……………………….. wil ik ontwikkelen.

Deze competentie hoort bij werkproces…………………………………………………………..

POP : Mijn leerdoel hierbij is:

PAP : Mijn acties hierbij zijn:

Wat ik moet weten (kennis):

Wat ik moet kunnen (vaardigheid):

Wat moet ik uitstralen (houding):

De activiteiten die ik ga ondernemen (5W’s):

Het bijbehorende bewijsstuk:

De bronnen die ik ga raadplegen:

Bijzondere afspraken die ik ga maken met mijn begeleiders:

7. Mijn gedrag dat hoort bij de competentie ……………………….. wil ik ontwikkelen.

Deze competentie hoort bij werkproces…………………………………………………………..

POP : Mijn leerdoel hierbij is:

PAP : Mijn acties hierbij zijn:

Wat ik moet weten (kennis):

Wat ik moet kunnen (vaardigheid):

Wat moet ik uitstralen (houding):

De activiteiten die ik ga ondernemen:

Het bijbehorende bewijsstuk:

De bronnen die ik ga raadplegen:

Bijzondere afspraken die ik ga maken met mijn begeleiders:

Page 22: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

3 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

8. Mijn gedrag dat hoort bij de competentie ……………………….. wil ik ontwikkelen.

Deze competentie hoort bij werkproces…………………………………………………………..

POP : Mijn leerdoel hierbij is:

PAP : Mijn acties hierbij zijn:

Wat ik moet weten (kennis):

Wat ik moet kunnen (vaardigheid):

Wat moet ik uitstralen (houding):

De activiteiten die ik ga ondernemen:

Het bijbehorende bewijsstuk:

De bronnen die ik ga raadplegen:

Bijzondere afspraken die ik ga maken met mijn begeleiders:

9. Mijn gedrag dat hoort bij de competentie ……………………….. wil ik ontwikkelen.

Deze competentie hoort bij werkproces…………………………………………………………..

POP : Mijn leerdoel hierbij is:

PAP : Mijn acties hierbij zijn:

Wat ik moet weten (kennis):

Wat ik moet kunnen (vaardigheid):

Wat moet ik uitstralen (houding):

De activiteiten die ik ga ondernemen:

Het bijbehorende bewijsstuk:

De bronnen die ik ga raadplegen:

Bijzondere afspraken die ik ga maken met mijn begeleiders:

Page 23: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

4 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

10. Alle activiteiten heb ik gepland in bijgaand overzicht (PLANNING)

11. Bijzonderheden:

Bijlage 2 STARRT methode

Page 24: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

5 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

Bijlage 3 Ongeoorloofd verzuim doorgeven

Page 25: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

6 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

Bijlage 4 Uren registratielijst

Page 26: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

7 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

Bijlage 5 beoordelingsformulier werkhouding in de BPV

Beoordelingsformulier werkhouding in de BPV Student: Praktijkopleider: Tussenbeoordeling □ Leerperiode

Opleiding: SLB’er: Eindbeoordeling □

Houding/gedrag Dit betekent dat je: V O Toelichting Afspraken

1. Afspraken nakomen

afspraken nakomt

op tijd en helder communiceert over de redenen als dit niet lukt.

op tijd BPV-opdrachten laat beoordelen/ op tijd feedback vraagt

2. Werken volgens de regels en voorschriften van de instelling

volgens de regels van de praktijkinstelling werkt;

je aan de (kleding) voorschriften en aanwijzingen houdt van de instelling;

interesse toont voor het werk en de organisatie.

3. Communicatie

vriendelijk en beleefd bent;

een correct taalgebruik hebt;

naar anderen luistert;

een actieve, geïnteresseerde houding hebt;

op de juiste manier omgaat met feedback.

4. Geheimhouding zorgvuldig omgaat met informatie;

je houdt aan de geheimhoudingsplicht;

5. Samenwerken en overleggen

initiatief neemt en inzet toont;

advies aan collega’s en leidinggevende(n) vraagt;

bereid bent om taken op je te nemen en uit te voeren;

over je werk overlegt en afstemt met collega’s;

jouw collega’s informeert en leidinggevende(n) uit jezelf (proactief).

Totaal beoordeling

Alle houdingsaspecten moeten voldoende zijn voor een voldoende eindbeoordeling van de werkhouding aan het eind van de BPV-periode! Datum: Handtekening praktijkopleider: Voor gezien, handtekening student:

Page 27: 2017 bpv handboek MZ niveau 4 fase 2

Unit Dienstverlening

8 Handboek voor BPV opleiders MZ niveau 4 fase 2 2016

Bijlage 6 Formele gegevens

Formele gegevens

Gegevens deelnemer:

Naam: -------------------------------------------------------------------

Klas: -------------------------------------------------------------------

SLB’er: -------------------------------------------------------------------

Wabo- docent -------------------------------------------------------------------

Bereikbaarheid deelnemer:

Telefoonnummer thuis: -----------------------------------------------

Mobiele nummer: -----------------------------------------------

E-mailadres: -----------------------------------------------

Straat, postcode en woonplaats --------------------------------------------------

Gegevens praktijkadres:

Naam instelling -----------------------------------------------

Eventuele afdeling: -----------------------------------------------

Adres: -----------------------------------------------

Postcode/Plaats: -----------------------------------------------

Telefoonnummer: -----------------------------------------------

Gegevens praktijk opleid(st)er:

Naam: ------------------------------------------------

Eventueel privénummer: ------------------------------------------------

E-mailadres: ------------------------------------------------

Bereikbaarheid praktijk opleid(st)er:

Dag:

Tijdstip:

Voorkeurgesprekken op het praktijkadres:

Dag:

Tijdstip: