2008 - nr. 3

16

description

Evangelisatie De Emmaüs-cursus en gemeenteopbouw 13 IZB-toerusting helpt u missionair op weg 15 Zijn nieuwkomers uit de islam welkom in onze gemeenten? 16 2 Foto’s: GZB, Rufo Petri, Teunie van de Water e.a. Layout en opmaak: Hans van Eck Grafische Vormgeving, Boskoop Druk: De Bunschoter bv, Bunschoten Adreswijzigingen: Wijzigingen in adres of aantal bladen dienen aan het IZB-bureau te worden doorgegeven. MARJA BRAK Transmissie WINTER 2008 Bij de voorpagina: Christenen in Nepal

Transcript of 2008 - nr. 3

Het staat in een bericht van de Stichting Evangelie &Moslims: Jaarlijks worden er tientallen mensen met eenmoslimachtergrond gedoopt in onze gemeenten. In éénvan de Amersfoortse wijkgemeenten gebeurde het onlangsook en ik hoorde dat het zeer indrukwekkend is geweest.Waarom? Omdat een ex-moslim niet zelden zijn of haarfamilie kwijtraakt door de keuze voor het christelijkgeloof. Het is dus van enorm belang een nieuwe familievan christenbroeders en zusters te krijgen. Dat aspectkreeg in de genoemde kerkdienst nadrukkelijk aandacht:hier is je nieuwe familie! Dat opnemen van de nieuwegelovigen in een kring, waar men letterlijk en figuurlijkeen andere taal spreekt, gaat bepaald niet vanzelf. Wehebben nog heel wat te leren op dit punt en om onzeogen ervoor te openen is er in januari een studiedag overdit onderwerp.

Ook als het om autochtone nieuwe gelovigen gaat, is ereen kloof. Het is bijzonder dat er veel meer mensen daneen aantal jaren geleden bereikt worden met het evange-lie. Maar die laatste stap: naar Jezus Christus, naardoopvont en knielbank, die wordt vaak maar niet gezet.Zijn onze gemeenten te massaal, de preekstoel en dekerkbanken te hoog, de rijen kerkgangers te gesloten? Ofzijn er nog andere belemmeringen? Het is allemaal nogniet zo duidelijk. En daarom is het voor de IZB eenvraag waarop momenteel hard gestudeerd wordt.Volgend jaar hopen we hier een studiedag aan te wijden.

Wie met zending bezig is, blijft altijd vragen stellen. Aanzichzelf en aan elkaar. Moge de Geest ons verlichten!

MARJA BRAK

E-MAIL: [email protected]

2 Transmissie WINTER 2008

VAN DE REDACTIE INHOUDSOPGAVE

De kloof

KADERBLAD VOOR KERKENRADEN,ZENDINGS- EN EVANGELISATIE-COMMISSIES

Bij de voorpagina: Christenen in Nepal

Uitgave:Gereformeerde Zendings-bond (GZB)Postbus 283972 PP DriebergenTel. 0343 512444E-mail: [email protected]: www.gzb.orgING rek.nr. 28016

IZB - voor zending in NederlandJoh. van Oldenbarneveltlaan 102818 HB AmersfoortTel. 033 4611949E-mail: [email protected]: www.izb.nlING rek.nr. 980980

Redactie:Mw. M.E. Brak (eindred.)Ds. W. DekkerDs. S.J. van der Vlies

Van de redactieDe kloof 2

VergaderopeningenDe weg van de regen 3Waarom zou je geloven? 4

PreekschetsHeiland der volken 5

BezinningAan God zal het niet liggen 7

ZendingWaarom nog zending? 9Adoptieprogramma Deelgenoten:nut en noodzaak 11

EvangelisatieDe Emmaüs-cursus en gemeenteopbouw 13IZB-toerusting helpt u missionair op weg 15Zijn nieuwkomers uit de islam welkom in onze gemeenten? 16

Foto’s: GZB, Rufo Petri, Teunie van de Water e.a.Layout en opmaak: Hans van Eck Grafische Vormgeving, BoskoopDruk: De Bunschoter bv, BunschotenAdreswijzigingen: Wijzigingen in adres of aantal bladen dienen aan het IZB-bureau te worden doorgegeven.

‘Dabar’ gaat in eerste instantie helemaalniet over mensen. Het gaat over God. Er is iets bijzonders met Gods spreken.De buitengewoon bemoedigende enontzagwekkende betekenis van ‘dabar’vinden we beeldend uitgelegd in Jesaja55:10,11

Het gebeurtVolgen we met ons voorstellingsvermo-gen de weg van de regen: van boven valtregen en sneeuw op de aarde, het dringtin de grond. Later zal het, al dan nietafgevoerd via rivieren, als damp weerterugkeren in de lucht. Maar in degrond bewerkt het eerst vrucht, de zadenontkiemen, er ontstaat gewroet in deaarde. Er is groei. Koren wordt tot meelgemalen, mensen ontvangen brood omte eten. Wel, zo’n soort weg legt ‘dabar’ ook af,de weg naar ons hart! Van boven klinktGods stem, Zijn woorden doortrekkenons leven, er wordt gewroet in ons hart1.‘Dabar’ tekent Gods macht. ‘Dabar’gebéurt! Dat zegt God, het is niet mijnmening. Als dat waar is, en ik ben over-tuigd: het is waar, dan mogen we veelverwachten, dan hebben we hier ietsgeweldigs, wat een belofte! Waar Godspreekt, daar gebeurt iets. Weliswaareerst onzichtbaar2.Nee, ‘dabar’ betekent niet dat waar enwanneer je maar een bijbeltekst spreekt,dat er ‘dabar’ gebeurt. Nee, dan zoudenwe het in onze macht hebben. Maardaar waar gesproken wordt door toe-doen van de Heilige Geest, daar mag jevrucht verwachten, vroeger of later. Datvraagt dus, heel praktisch, afstemmingvan ons leven op de Here3, besef vanafhankelijkheid van Hem. Het komterop aan te wandelen met de Here.

Afstemming‘Dabar’ betekent ook niet dat je in hetmissionaire werk altijd alleen maar pre-cies een bijbeltekst moet citeren. ‘Dabar’is niet ingeperkt tot de woordkeuze vandestijds, en zeker niet ingeperkt tot deformuleringen van een bijbelvertaling.‘Bijbel’ en ‘dabar’ zijn onlosmakelijkverbonden, maar ze zijn niet elkaarsgelijke. Nee, wie is afgestemd op deHere en op de Bijbel, mag erop ver-trouwen dat God zelf ‘dabar’ laatgebeuren. Wat een voorrecht, wat eenverwondering, wat een rust. Daar hoortbij de vertolking, uitleg van de inhoudvan de Bijbel, die past bij tijd encultuur, met illustraties die begrepenworden door de mensen tegenover je.Het komt er op aan gedurig zelf door-trokken te worden van de Bijbel en devertolking daarvan (door bijbellezen,kringgesprek, studie, gebedsomgang metde Here, preek, catechese etc.). Hetkomt erop aan als een spons doordrenktte worden van het levende water en‘droppelen’ te laten vallen bij een ander.Want het Woord gebéurt, ‘dabar’gebéurt, in ons en door ons heen.‘Dabar’ is beweging, een stroming vanGod.

Jezus zelfTen slotte zien we nog een - voor mijalthans – ontroerend gebeuren in Jesaja55:10,11. De regen daalt neer vanboven, doortrekt de aarde, werkt vruchtuit, keert terug naar boven. Aan wie kunje denken? Ja, de Here Jezus. Hij is vleesgeworden ‘dabar’4. Hij daalde neer vanboven (Kerst). Hij ‘doortrok de aarde’ –fysiek. Zijn lichaam werd letterlijk doorde aarde heen getrokken. Kijk maar: Hijis gestorven en begraven en opgestaan enrekende zo af met onze zonde, zwakte enziekte5 (Goede Vrijdag). Zijn dood enopstanding bewerkte vrucht: verzoeningen verlossing en vernieuwing en hoop ennog zoveel meer (Pasen). En Hij keerdeweer terug naar boven (Hemelvaart). Envan daaruit begon nieuwe frisse berege-ning (Pinksteren). Het ontroert: Jezus zelf die de weg vande regen aflegt. Hij doet dat voor mij,voor u, voor ‘diegene’. Laten we deLevende lofzingen, want Hij is hetwaard!

DS. A.A. VAN KAMPEN IS MISSIONAIRPREDIKANT IN WIERINGERWAARD. E-MAIL: [email protected]

1 Hebreeën 4:12; 2 Marcus 4:27; 3 Efeze 5:18; 4 Johannes1:14; 5 Jesaja 53.

3Transmissie WINTER 2008

VERGADEROPENING

De weg van de regen

1. Welke vragen roept deze overdenking op?

2. Waarin zit voor u de bemoediging van Jesaja 55:10-11?Waarin de toepassing?

VERWERKING

A.A. VAN KAMPENJESAJA 55:10-11

Waar denkt u aan bij het woord ‘dabar’? Misschien hebt u wel eensgehoord dat het ‘woord en daad’ betekent. Dat we mensen moeten helpenmet het Woord en met de daad. Ja, daar zit wel een beetje waarheid in.Maar de essentie is anders.

Toen we met elkaar naar een antwoordzochten, lazen we Mattheüs 9:9-13. Watdaar staat fascineert me al jaren. Wekennen de geschiedenis. Jezus komtlangs een tolhuis. De Romeinen haddenIsraël bezet en de Joden moesten belas-ting aan de bezetter betalen. Dat gebeur-de in de tolhuizen langs de wegen. In die huizen werkten nogal eens volks-genoten. Die waren uiteraard onder deJoden niet langer in tel. Wie daar werk-te, deed dat dan ook meestal voor hetgeld. De bezettende macht wilde eenvast geldbedrag ontvangen. De tollenaarmocht gerust voor zichzelf veel vragen.

Het oude achterlatenBijzonder wordt het, als Jezus langs hettolhuis komt. Hij keert de tollenaar nietde rug toe. Jezus zegt zelfs: ‘Volg Mij’.Hij wil een tollenaar achter zich aanhebben. Ook deze mensen mogen inJezus’ gezelschap komen. Hij gaat zelfsbij de vrienden van Mattheüs eten. MaarHij zegt wel: ‘Volg mij’. Mattheüs, inhet Markus-evangelie heet hij nog Levi,moet het oude achterlaten. Jezus volgenis Hem nummer één laten zijn. Hemvoortaan voor ogen hebben en houden.Verrassend, dat Mattheüs zo opeens dattolhuis verlaat en Jezus volgt. Blijkbaarging hij in Jezus geloven. Waarom? DeBijbel meldt het niet precies. Soms vin-den we de Bijbel veel te dik. Dan weerhadden we meer willen lezen. Iemand inde groep zei: Misschien volgde MattheüsJezus, omdat hij al van Hem gehoordhad. Hoe bijzonder Jezus was. Dat Hijdingen kon, die mensen voor onmoge-lijk houden. Dat Hij openstond voorieder, zelfs voor tollenaren. Dat Jezus deMessias lijkt te zijn.

Dit kan vandaag ook ertoe leiden, datmensen gaan geloven. Ze hebben ietsover Jezus gelezen of gehoord. Misschieneen film over het leven van Jezus gezien.Gehoord, dat bij Hem hoop is. Dat Hijgrote dingen kan doen. Openstaat voorieder. Laten wij dus in elk geval zorgen,dat mensen van Jezus horen. Zo komenze er mogelijk toe Hem te gaan volgen.

Geld is niet allesEen ander dacht: misschien wasMattheüs uitgekeken op een leven datom geld draaide. De prijs, het stukgaanvan relaties, werd hem te hoog. Levenvoor geld maakte hem niet gelukkig.Misschien verlangde hij al een tijdje naareen heel ander bestaan, een ander doel. Gebeurde er maar eens wat. Kwam ermaar eens iemand langs, die mij hierweghaalt. En uitgerekend in die situatiekwam Jezus bij hem langs. Het doet denken aan de financiële eneconomische situatie in de wereld op ditmoment. Zekerheden wankelen. Levenvoor geld blijkt niet alles te zijn. Wateen reden om te gaan geloven. Eennieuw bestaan beginnen achter Jezus

aan. Een persoonlijke relatie krijgen inplaats van gericht zijn op materie.

Onvoorwaardelijk volgenHet gesprek kreeg een bijzondere wen-ding toen we gingen zien: het is Jezus,die riep. Wij kunnen denken en vragen:Waarom zou ik geloven? Onderwijl ofzonder dat we die vraag stellen komtJezus met Zijn roepstem ons leven bin-nen en beveelt, gezagvol, uitnodigend,op bijzondere wijze: ‘Volg mij!’ Je kuntniet onder de roep uit. Je volgt, nogzonder dat je precies weet waar hetheenleidt en wat het oplevert. Zo konJezus blijkbaar mensen roepen. Zo roept Hij toch nog? Hier blijkt ookdat machtige van Jezus. Met een enkelwoord herschept Hij mensenlevens:‘Volg mij!’ Fascinerend. Iets om overdoor te praten. Herkennen wij datgeroepen zijn door Hem? Het lijkt opGods roepen van Abraham. Niet voorniets heet Abraham de vader dergelovigen. Hij is de vader van allen, diein geloof Gods roepstem en opdrachtvolgen.

DS. M.J. TEKELENBURG IS PREDIKANT TE

IJSSELSTEIN EN BESTUURSLID VAN DE IZB.

E-MAIL: [email protected]

4 Transmissie WINTER 2008

VERGADEROPENING

Waarom zou je geloven?Onlangs wilde een groep jonge zoekende mensen praten over: Waaromzou je geloven? Het is vandaag de dag niet vanzelfsprekend om te geloven.Als je gelooft moet je erin investeren, zo denken mensen. En dan moet hetook wat opleveren; ik moet er wel baat bij hebben.

1. Hoort u om u heen de vraag: Waarom zou ik geloven? Vindt udat die vraag gesteld mag worden? Als mensen u die vraagstellen, wat antwoordt u dan?

2. Jezus roept blijkbaar mensen achter zich. Weet u zich doorHem geroepen om Hem te volgen? Hoe is dat gegaan?

VERWERKING

MATTHEÜS 9:9-13

M.J. TEKELENBURG

De onverwachte verschijning van dewijzen en hun vrijmoedige vraag – Waaris de geboren koning der Joden? -brengen grote onrust. Niemand in destad van David had het hart die vraag testellen met de hete adem van Herodes inzijn nek. Waar komen deze wijzen vandaan enhoe komen ze hier? Zijn het inderdaaddrie koningen, zoals de volkstraditie wil?Hoe zijn ze op het idee gekomen dat ereen koning is geboren? Ze zijn als eenmeteoor aan de hemel. Onverwacht ver-schijnen zij, even lichten ze fel en helderop en daarna verdwijnen ze in het don-ker van het heelal zonder zich ooit meerte vertonen (Noordmans). Mattheüsnoemt ze wijzen, in het Grieks: magiërs.Jongeren zullen associëren met HarryPotter. De adviseurs aan het hof van deBabylonische koning Nebukadnezarworden magiërs (Dan.2; zie de LXX)genoemd: droomuitleggers. Op Cyprusstuiten Paulus en Barnabas op eenmagiër die Barjezus heet, een valseprofeet (Hand.13:1-12). Hij zet hetevangelie de voet dwars en verlaat blindhet toneel.

Magiërs staan voor heidens verzet tegenhet Evangelie en afgodische praktijken

(zie ook Deut.18:10vv). Hoe komenzulke mensen bij de kribbe? Ze hebben,zeggen ze, zijn ster gezien in het oosten.Het woord oosten kun je vertalen met:opgaan, tevoorschijn komen. Blijkbaarwaren het sterrenkijkers. Aan de handvan de sterren werden gebeurtenissengeduid en de toekomst aangekondigd.Van de geboorte van Julius Caesar ver-tellen Romeinse priesters dat bij zijngeboorte eveneens een ster verscheen.Maar waarom is hun conclusie: er is eenJoodse koning geboren? Waarom reizenze niet af naar India of China?

Een aanwijzing vinden we in Numeri.Als Israël onder leiding van Mozes ophet punt staat Kanaän binnen te trek-ken, vinden ze Balak, de koning vanMoab, op hun weg. Die roept de hulpin van Bileam, een profeet uit Babel, omhet volk te vervloeken. Maar als Bileamzijn mond opent, kan hij alleen maarzegenen. En hij zegt dan: Ik zal hemzien, maar nu niet; ik aanschouw Hem,maar niet van nabij. Er zal een ster voort-komen uit Jakob, en er zal een scepter uitIsraël opkomen. Algemeen werd ditgezien als een messiaanse profetie uit demond van heidenen. In Joodse envroegchristelijke kring zag men hierin

bewijs dat de volken ondanks hun verzetten diepste wachten op Israëls Messias.De ster uit Jakob zal een scepter hebben,hij zal koning zijn.

In de bij Qumran teruggevonden boe-krollen speelt deze ster uit Jakob ookeen grote rol in de verwachting van deMessias. De leider van de tweede Joodseopstand, 135 na Chr., werd voor eenMessias gehouden en daarom BarKochba genoemd: zoon van de Ster. Enop hoeveel afbeeldingen en schilderijenvan de geboorte zie je de ster niet stra-lend boven Bethlehem staan?

Toch blijft het gissen. Eigenlijk wetenwe niet veel meer dan wat Mattheüsvertelt: Toen nu Jezus geboren was teBethlehem, in Judea, in de dagen vankoning Herodes, zie, wijzen uit het oostenkwamen in Jeruzalem aan, en zeiden:Waar is de pasgeboren Koning van deJoden? Want wij hebben Zijn ster in hetoosten gezien en zijn gekomen om Hem teaanbidden.

5Transmissie WINTER 2008

PREEKSCHETS

Mattheüs begint zijn evangelie met een geslachtsregister. Jezus is de zoon vanDavid, van Abraham, een echte zoon van Israël. Dat is geen beperking. Datblijkt uit het vervolg. Deze Zoon van Israël is de Heiland der volken. Dat is zijnmissie. De wijzen staan bij de kribbe als vertegenwoordigers van de volken, alsgetuigen van de wereldhistorische draagwijdte van deze geboorte. Wie bij hetlezen van deze geschiedenis zijn missionaire bril afzet, ontgaat de pointe. Detweede lezing uit Numeri is gebruikelijk bij Mattheüs 2. Deze preek is gehoudenop Driekoningen, in een dienst waarin ambtsdragers werden bevestigd.

Heiland der volken

UUiittlleegg

CCoonntteexxtt

H.C. MARCHAND

NUMERI 24:15-19

MATTHEÜS 2:1-12 (TEKST VS. 1 EN 2)

6 Transmissie WINTER 2008

PREEKSCHETS

AAaannwwiijjzziinnggeenn vvoooorr ddee pprreeddiikkiinngg

Als een meteoor aan de hemel…Raadselachtig als Melchizedek, koningvan Salem, die na Abrahams overwinningop de vijf koningen hem zegent in deNaam van de Allerhoogste. De schrijvervan de Hebreeënbrief zegt over hem:Zonder vader, zonder moeder, zonder stam-boom kent hij geen begin van dagen en ookgeen levenseinde (Heb.7:3). Zo is het ookmet deze wijzen. Eigenlijk vinden we hetjammer dat we zo weinig over hun her-komst weten. Als er één probleem is, datons als kerk bezighoudt, dan wel dezevraag: hoe krijgen we de buitenkerkelijkein de kerk? De belangstelling voor religieneemt toe, maar de kerkgang blijft afne-men. Allerlei bizarre vormen van heiden-dom lijken meer interesse op te wekkendan het Evangelie. Daar staan plots demagiërs voor de poorten van Jeruzalem.Over hoe ze daar komen, maaktMattheüs ons niet wijzer. Deed hij datwel, dan konden we een methode ont-wikkelen om de randbewoners over destreep te trekken. En toch kunnen we,juist daarom, hier veel uit leren.

1. Ze komen geleid door een ster, mis-schien met de profetie van Bileam alsverklaring, naar Jeruzalem. Daar isgeen herder, geen Jozef of Maria, geenSimeon of Anna, geen menselijkegetuige aan te pas gekomen. God diede Schepper is van mensen en sterren,heeft ze zelf gestuurd. Geloven we nogin Zijn leiding? Huldigen wij niet stie-kem de opvatting dat God van onsafhankelijk is? Hij heeft immers geengezag over sterren en mensen, tenzijwij als kerk er werk van maken? Hijdwaalt als een vreemdeling over deaarde en voelt Zich alleen in de kerkop zijn gemak? Wie getuige wordt vanJezus treedt in dienst van de Heilandder volken, die alle macht heeft inhemel en op aarde. De aarde en haarvolheid zijn des Heren koninklijkdomein. Dat is een eerste conclusie.

2. Hoe kan het dat wijzen uit het oostenop grond van één ster bereid zijn eenongewisse reis te maken naar een vagekoning der Joden? Als getuige kan devraag je verlammen: wat moet derandkerkelijke niet allemaal wetenvoor hij op weg gaat naar Jezus? Maarhier lezen we dat heidenen met eenzeer geringe kennis op weg gaan en deKoning ook vinden! Dat geeft onsmoed. Maar het roept ook een tegen-vraag op die bij ons haakt. Hoe kanhet dat schriftgeleerden en priesters,die dagelijks de wet en de profetenlezen en in de tempel verkeren, tochde Koning niet vinden? Hoe kun jezoveel informatie hebben en toch deweg naar Bethlehem niet gaan? Wijhebben zoveel informatie, maar heb-ben wij deze koning gevonden? Delaatsten zijn de eersten, de eersten zijnde laatsten.

3. Een volgende vraag: hoe kan het datdeze heidenen er naar verlangen dekoning der Joden te aanbidden, Hemhulde te bewijzen, Hem geschenkenaan te bieden en dat van de inwonersvan Jeruzalem niemand meegaat omhetzelfde te doen? Hoe vroom kan eenheiden zijn? Hoe goddeloos een kerk-mens! Met hun prikkelende vraag zet-ten de wijzen Jeruzalem op het juistespoor. Maar Jeruzalem komt niet vanzijn plaats. De wijzen hebben de bran-dende ijver om Jezus te aanbidden,maar hen ontbreekt de kennis omHem te vinden. In Jeruzalem hebbenze die kennis wel. Herodes’ adviesraadzegt: Bij Micha lezen we dat dekoning der Joden, de Messias vanIsraël geboren zal worden inBethlehem. De wijzen hebben de ken-nis van de schriftgeleerden nodig endie nemen ze zondermeer aan. MaarJeruzalem neemt niets aan van de wij-zen! Zelfs Herodes, die veinst dat hijhet kind wil aanbidden, zegt: Ga eerstmaar eens kijken en als je hem vindt,kom het me dan zeggen. Dan wil ik

hem ook aanbidden. Waarom gaat hijniet mee? Ach, dictators staan nu een-maal niet graag voor joker. Maar alsde wijzen niet terugkomen, voelt hijzich gekleineerd en slaat onmiddellijkaan het moorden. Je kunt alleen maarevangeliseren als je iets van de heide-nen wilt leren. Evangelisatie als een-richtingsverkeer is een doodlopendestraat.

Jezus blijkt de Heiland, de Redder dervolken. Dat is de diepste reden voor zen-ding en evangelisatie! Daarom vinden dewijzen Hem. Langs een wonderlijke enonmogelijke weg. Maar waar de heide-nen in het vizier komen, kondigt hetkruis zich aan. Jezus ontsnapt ternauwer-nood aan de kindermoord. ‘Koning derJoden’ komt bij Mattheüs maar tweekeer voor. Uit de mond van de wijzenuit het oosten en uit de mond van dedwaas uit het westen: Pilatus uit Rome,die het boven zijn hoofd aan het kruisbevestigt (citaat van J.M. Hasselaar). Inde haat van Herodes en de onwil vanJeruzalem kondigt zich het lijden aan.Maar daarin kondigt zich ook aan dathet evangelie naar de heidenen zal gaan.

Mogelijke liederenPsalm 99, gezang 157 (LvdK), gezang 168 (LvdK), psalm 146,psalm 121

Geraadpleegde literatuurErnst Lohmeyer, Das Evangelium des Matthaus, Krit-Ex.Kommentar von Meyer

Joachim Gnilka, Das Matthausevangelium, Herder’s Theol. Komm. zum NT

O. Noordmans, Verzameld Werk VIII, p.59vv

DRS.H.C. MARCHAND IS PREDIKANT TE

NIEUWERKERK A/D IJSSEL EN VOORMALIG

BESTUURSLID VAN DE IZB

Die kern ziet wijd (Miskotte). Hoe wijd? En hoe kom je theologisch vanuitde kern bij de rand? Als iemand mij de vraag stelt: Komt een hindoe in dehemel?, dan is mijn eerste reactie 1 Timoteüs 2:4. God wil niets liever dan dat alle mensen gered worden. Daar heeft Hij alles, zelfs zijn geliefdeZoon, voor over gehad (Joh. 3:16). Deverzoening dankzij Christus doortrekt de hele kosmos (Kol. 1:20).

Hartenwens van GodAls God zelf zo ruimhartig is, dan magde grondhouding van een christen nooitbenepen, zuur en enghartig zijn. Wemogen in ons antwoord niet direct door-rennen naar Johannes 14:6: ‘Niemandkomt tot de Vader dan door Hem.’ Datkon wel eens een gebrek aan kennis enbeleving van de rijkdom van Christus, deImmanuël, zijn. Wie werkelijk onder deindruk komt van Gods grote liefde in dieene Middelaar, die gunt het zalig wordenaan de hele wereld. Die wordt vanzelfzendeling of evangelist. In woord endaad willen wij uitdragen dat we nietsliever willen dan dat iedereen ditEvangelie hoort én gelooft. Wij bemoei-en ons positief met de wereld, omdatGod dit allereerst doet. Gods bemoei-enis gaat aan ons getuigenis vooraf (J.H.Bavinck). God heeft al wat met Hindoesvoor ik er wat mee krijg. Het is aardig met medechristenen te dis-cussiëren over waar we dat aanwezig zijnvan God in deze grote wereld op gron-den. Op de algemene goedheid of alge-mene genade van God die het laat rege-

nen over slechten en goeden? Op het feitdat we naar Gods beeld en gelijkenisgeschapen zijn? Op het feit dat God deZoon al bij de schepping betrokken was?Op het grote Licht (Joh.8:12) dat kleinelichtjes en vonkjes als sporen van Godnalaat? Op de incarnatie: het Woordwordt vlees in Jezus en daarna in de kerken de sacramenten?

Eén unieke NaamHeil en heling voor de volken is er nietomdat alle religieuze wegen wel bij deene top van de berg zullen uitkomen.Onze religieuze wegen zullen blijkendwaalwegen te zijn. En die top van deberg is ook niet de grootste gemene delervan wat alle godsdiensten bedoelen. Niet

een oerkrater waar alle religies uit voort-komen. De zuigkracht van syncretisme isgroot. Ook is de humaniteit naar wester-se snit niet de hoogste norm of wens. Er is maar één top: de ene, unieke Naamvan Jezus die redt en regeert. Aan Hemhebben wij elk spoor van God in dezewereld te danken. Dankzij Hem speurenwij naar tekenen van zijn Rijk dat komt.Zijn Koninkrijk dat nooit losgemaaktmag worden van de gerechtigheid. Nooitzullen we om het rechtvaardige oordeelvan onze barmhartige God heen kunnen.Wie Jezus als Redder heeft leren kennen,hoeft voor Hem als Rechter niet te vre-zen. De hemel is voor ons nooit los vanJezus verkrijgbaar. Het hiernamaals isgeen erfenis voor wie in het hiernumaals

7Transmissie WINTER 2008

BEZINNING

De zich snel verspreidende rela-tivering van de uniciteit van Jezusmag ons zorgen baren. De klassiekchristelijke dogma’s aangaande deDrie-enige God en Jezus Christus -God én mens - verdienen daaromopnieuw aandacht. Dat is namelijkde kern waarom het gaat in hetchristelijk geloof.

Aan God zal het niet liggenL.W. SMELT

8 Transmissie WINTER 2008

God niet willen gehoorzamen. De toe-komst staat of valt met het heden dergenade. Zo zwaar laat God onze verant-woordelijkheid nu wegen. En zij die denaam van Jezus niet aanroepen? Die wor-den rechtvaardig geoordeeld naar hetlicht dat zij ontvangen hebben en hetgoede wat zij gedaan hebben. God oor-deelt barmhartig en rechtvaardig tege-lijk. Ik vertrouw Hem dat volledig toe.Zolang Jezus nog niet terugkomt kan ikintussen niet zwijgen over de betekenisvan deze unieke Heer en Heiland. Pas alsalle hindoes het Evangelie hebbengehoord zal het Koninkrijk komen(Matth. 24:11-14).

Wil de hindoe wel?Gods genadige verkiezing, het verlos-singswerk van Christus en het voorberei-dende werk van de Heilige Geest staandus vooraan. Dat legt veel meer gewichtin de schaal dan mijn ijver voor de zen-ding of de respons die mensen zullengeven. Dat houdt mij op de been als dierespons uitblijft of als hoorders terugval-len in het heidendom. Zending gaat vanGod uit (‘missio Dei’) en Hij voltooitzijn werk. Alleen wie theocentrisch (Godin het middelpunt) denkt en gelooft,krijgt gegronde hoop voor deze werelden laat zich niet van de wijs brengendoor al dat religieus, antropocentrisch(mens-middelpuntig) geneuzel.Wie in de discussie geen valse startmaakt uit angst voor ‘goedkope genade’ -of nog erger zelf niet genoeg onder deindruk is van Gods genade in Christus -die maakt het eerste wat beleden moetworden echter niet graag los van hettweede: het gaat God er wel om dat diewereld het Evangelie hoort én gelooft.De waarheid leren kennen en erkennenis de tweede helft van de zin uit 1Timotheüs 2:4. Ook volgt op de procla-matie van de verzoening in en doorChristus het appèl om te blijven gelovenen hopen (Kol.1:23; 2 Kor. 5:19-20).Zo botsen we op tegen het onthutsendefeit dat Joden en heidenen ertoe geneigdzijn om deze bevrijdende God niet teeren en te dienen. Om de waarheid liever

in te wisselen voor de leugen. God in tewisselen voor de afgoden. Waarop Godsreactie is dat Hij ze dan maar uitlevertaan hun knuffels om zo te verloederen(Rom. 1: 16-32). Ongeneeslijk religieuzemensen spelen met God en zo met vuur.Ze zoeken naar God en vluchten voorHem weg. Joden en zij die opgevoed worden in dechristelijke traditie worden opgeroepenom een geloofsantwoord te geven op deopenbaring in Christus. Maar hoe komteen hindoe tot zo’n antwoord als hij hetWoord nog niet gehoord heeft? God wilwel dat de hindoe wordt gered, maar hetis zeer de vraag of de hindoe wel doordeze God gered wil worden. Hij isondergedompeld in de hindoecultuur,die wel verlangt naar God, maar ookvoor Hem wegkruipt. Hij reageert opGods bemoeienis, maar zondigt. Misthet doel dat God met zijn leven heeft.Alleen wanneer het Evangelie hem echtbereikt, geeft hij de adequate reactie opGods liefde en genade. Door de Geestovertuigd als medemensen van Christusgetuigen. Hoewel lang niet alle hindoeslaten zich overtuigen. Hoe kan dat nu?

Laten wij ons redden?Geduld hebben we met ongelovige hin-does naarmate we enige zelfkennis heb-ben. Hoe gaat het met hen van wie dewieg (toevallig?) in een Joods of christe-lijk gezin stond? Opvallend is het datJezus een welgemeend en scherp appèldoet op dat bevoorrechte volk van God.Hij spreekt over een nauwe poort. Overde onmogelijke mogelijkheid om geredte worden. Over eersten die de laatstenworden (Luk. 13:22-30). Daarom prijst

Hij het voorbeeldige geloof van heidenen(Matth.15:28; Luk.7:9). De rijke jonge-ling (Luk.18:18-30) wordt daarentegenstreng aangepakt. Kan ook een rijke zaligworden? luidt daarom de titel van eenboek van Coen Boerma. Deze vraagkomt ook veel dichter bij ons dan dievraag: Kan een hindoe zalig worden? Of:Kan een moslim zalig worden? Nog dich-terbij komt de vraag: Kan mijn niets-met-Jezus-bijbel-en-kerk-willende (klein)zoonzalig worden? Dat is de grootste pijn inhet hart van iemand die gelooft dat Godgraag wil redden. Maar als - vaak religi-euze - mensen zich niet willen laten red-den door Jezus en Hem niet willen vol-gen, wat is er dan aan de hand? Laten wedaarover verder samen doordenken.Duidelijk is dat afvallige Joden en chris-tenen een zwaarder oordeel ontvangen.Ik blijf in ieder geval voor die medemen-sen op omkeer hopen. Die God die ookmijn wil bevrijd heeft om te gaan willenwat Hij wil (Fil. 2:12-15) kan toch ookhen wél-willend maken?

DRS. L.W. SMELT IS PREDIKANT TE BODEGRAVEN

EN VOORMALIG ZENDINGSPREDIKANT VAN DE

GZB IN PERU. E-MAIL: [email protected]

1. ’Aan het eind zal alles goed komen’. Dat gevoel leeft breed omons heen. Herkent u dat? Ook bij uzelf? Waar zit de pijn als uvoelt dat mensen bewust aan God voorbij leven en in deredding door Christus niet geïnteresseerd zijn?

2. Wat is voor u de diepste drijfveer om met zending enevangelisatie bezig te zijn?

VERWERKING

BEZINNING

Volgens sommige religies is het leven een cirkelgang

Deze vragen komen bij mij, op het kan-toor van de GZB, maar ook bij zen-dingswerkers en bij leden van zendings-en thuisfrontcommissies. Is het vandaagde dag nog wel nodig om mensen op teleiden om in een heel andere cultuur tegaan werken. Wat kost dat allemaal aantijd en energie? Kunnen we niet gewoonin Nederland blijven? Hier is toch vol-doende zendingswerk te doen?

Waarom niet?Dergelijke zendingsvragen klinken mis-schien wel kritisch, maar ik neem zegraag serieus. Deze opmerkingen rich-ting de zending kunnen te maken heb-ben met betrokkenheid bij de plaats vande kerk in de wereld waarin wij leven.En daar ga ik nu vanuit. Veel mensen

lezen de Bijbel en de krant. Zij zien deontwikkelingen van de kerk in ons landen zijn op de hoogte van de groeiendekerken in het zuiden. Soms komt hetheel dicht bij als gemeenteleden voor dezending naar het buitenland vetrekken.Waarom doen we dat nog?Waarom zou zending niet meer nodigzijn? Vragenstellers reiken verschillendeargumenten aan. Ik noem er twee: (1) inhet buitenland groeit de kerk en (2) inNederland neemt het kerkbezoek juistaf. Daar ga ik eerst op in.

BuitenlandIn Afrika groeit de kerk met 2,4%, inAzië met 2,1% en in Latijns-Amerikamet 1,3%. Dat steekt schril af bij de cij-fers van Europa met een groei van het

aantal kerkleden van0,04%.1 Daarbij merkende vragenstellers op, datde GZB werkt in bijvoor-beeld Malawi waar 80%van de bevolking geregi-streerd staat als christen,in Mexico met zo’n 94%christenen waarvan welis-waar zo’n 90% rooms-katholiek is, maar toch.En daar voeg ik aan toe,dat die groei wereldwijdvoor een groot deel komtvoor rekening van charis-matische en evangelischekerken die qua theologiein ieder geval protestantszijn. Ook in een katholiekland als Mexico groeit het

protestantisme (met 5,4%) veel snellerdan het katholicisme (met 1,4%).Kortom, het aantal christenen in de ker-ken overzee groeit gestaag.

NederlandIn Nederland daarentegen staan nog welveel mensen als kerklid geregistreerd(ongeveer 50%), maar het aantal niet-gelovigen neemt behoorlijk toe (met2,4%), zeker in vergelijking met de groeiin de rest van de wereld (0,21%).Volgens Taskforce toekomst kerken krijgenin Nederland per jaar zo’n 60 à 70 kerk-gebouwen een andere bestemming ofworden gesloopt. Zo’n 5000 mensenverlaten per maand de Protestantse Kerkin Nederland en intussen verschijnen ermeer minaretten in het stadsbeeld.Kortom, de kerk in Nederland groeitniet, maar krimpt.

Of, om de tegenstelling wat concreter temaken, per dag trekken zo’n 7.600 wes-terlingen de kerkdeur achter zich dichten komen er zo’n 23.000 nieuwe chris-tenen in Afrika bij2. Dat is een grootverschil en volgens mij een deel van deachtergrond van de vraag: wat doen wedaar nog? Waarom buitenlandse zen-ding? Moeten we ons niet concentrerenop Nederland?

Waarom wel?De vraagstelling is helder en naar mijnidee begrijpelijk. Waarom nog buiten-landse zending? In antwoord op die vraagkan ik verwijzen naar het zendingsbevel,maar dat veronderstel ik als bekend enlaat ik hier met rust. Ik noem nu eentweetal redenen van een andere soort.Ten eerste wil ik die getallen wat relati-veren. Statistieken hebben altijd de nei-ging om een beetje te liegen. Met getallen

9Transmissie WINTER 2008

ZENDING

Het zijn regelmatig gestelde vragen: Is zending nog wel nodig? Waaromgaan we nog naar het buitenland? Is zending nog wel van deze tijd? Letop het woordje nog. Kennelijk zijn de tijden veranderd. Heeft het nogwel zin om mensen vanuit de kerk uit te zenden als werkers overzee?

Waarom nog zending? SIMON VAN DER VLIES

1 Statistische informatie is te vinden in publicaties van David B.Barrett en bijvoorbeeld op de sites www.operationworld.org ofwww.gordonconwell.edu.

2 Ton Bernts, Gerard Dekker, Joep de Hart: God in Nederland 1996 – 2006. Kampen, [ 2007].

kun je meestal twee kanten uit. We kun-nen niet om statistieken heen, want zebrengen trends aardig in beeld, maar hetis verstandig om ze te relativeren. Ik geefwat voorbeelden. Het is natuurlijkindrukwekkend om te lezen, dat China30 miljoen en India 24 miljoen christe-nen heeft. Dat zijn prachtige getallen.Toch is in beide landen nog geen 3% vande bevolking christen. Dat is de anderekant van hetzelfde getal. Werk genoeg,lijkt me.Een ander voorbeeld. De al eerdergenoemde website van Barrett deelt dewereld in drie groepen landen in: une-vangelized, evangelized en christian. Hetgaat me nu even om de uitersten. Met deunevangelized world (30% van dewereldbevolking) wordt bedoeld de lan-den waarvan de bevolking voor minderdan 50% met het evangelie is bereikt.Met de christian world (33% van dewereldbevolking) wordt bedoeld de lan-den die niet alleen met het evangelie zijnbereikt, maar die ook nog eens meer dan60% kerkleden hebben. Opmerkelijk isnu dat de unevangelized 2,4% van hettotale aantal buitenlandse zendingswer-kers telt en de christian world 73% vanhet totaal aantal zendingswerkers. Demeeste zendingswerkers werken dus in dechristelijke wereld. Uitzenden dus, maarwel naar de juiste regio. Daarbij komt, dat het in dergelijke tellin-gen gaat over geregistreerde kerkleden enniet over bijvoorbeeld het aantal kerkgan-gers en zeker niet het aantal gelovigen. Zokan het gebeuren, dat Nederland volgensde statistieken zo’n 8 miljoen (!) christe-nen telt. Kortom, statistieken en getallenalleen kunnen het beleid van de kerk ende zending niet bepalen. Ze laten wel eentrend zien: het christendom groeit in hetzuiden, maar grote delen van de wereldtellen zowel weinig christenen als weinig

zendingswerkers. De conclusie spreektvoor zichzelf.

Locaal en globaalDe vraag, of uitzendingen nog nodig zijn,heeft, ten tweede, ook te maken met hetglobale karakter van het leven en werkenvan mensen, bedrijven, kerken en organi-saties. Er is in Nederland een zekere (enselectieve!) hang naar de jaren ’50, naareen oud, vertrouwd en overzichtelijkHolland zonder buitenlanders. De globa-lisering roept kennelijk om een tegenbe-weging. Hoewel ik begrijp, dat de con-touren van een vertrouwde en overzichte-lijke samenleving vervagen, zie ik tegelij-kertijd dat Nederland er niet aan ont-komt en dat veel Nederlanders op veelmanieren en met plezier wereldburgerzijn. Velen gaan op vakantie in het bui-tenland, anderen werken bij multinatio-nals of kopen via internet gerust inAmerika. Ons voedsel wordt vanuit Aziëingevlogen of komt per schip uit Afrika.De recente kredietcrisis maakt nog eensduidelijk, hoe alles met alles op wereld-schaal samenhangt. Mensen kunnen daarmoeite mee hebben, maar iedereen doet

mee. Kijk maar naar uw muziekinstalla-tie, uw fototoestel of uw computer. Het zou wel heel merkwaardig zijn om inhet gewone leven wereldburger te zijn enwereldwijd te kopen en te verkopen endat in de kerk niet te doen. Nota bene:de kerk was al lang en per definitiewereldkerk, zelfs ver vóór de globalise-ring. In Nederland zijn we op de hoogtevan de problemen in Zimbabwe, horenwe van de vervolgingen van christenen inIrak en zien we de beelden van de ver-woeste kerken in India. We kunnen onzebroeders en zusters van hetzelfde lichaamvan Jezus Christus niet in de kou latenstaan. Zeker niet, als we de geschiedenisvan de wereldkerk een beetje kennen. Alséén lid lijdt, lijden alle leden. Bovendienworden we geroepen om samen missio-nair present te zijn in deze wereld. Dat isonze missie als kerk en als zendingsorga-nisatie. En dat vraagt nog steeds om uit-zendingen van mensen. Hoe precies?Daarop kom ik de volgende keer terug.

DRS. S.J. VAN DER VLIES IS STAFMEDEWERKER

STUDIE EN TOERUSTING BIJ DE GZB.

E-MAIL: [email protected].

10 Transmissie WINTER 2008

ZENDING

1. Op de kaart ziet u het zogenaamde 10/40 window. Dat komt neer op hetnoorden van Afrika, het Midden-Oosten en zuidoost Azië. In dit gebiedwoont het grootste aantal mensen dat het evangelie van Jezus Christus nietkent en werkt het kleinste aantal zendingswerkers uit het buitenland.a. Kunt u één of enkele verklaringen bedenken voor dit verschijnsel?b. Wat heeft dat ons te zeggen?

2. Stelling: Het is de plicht van elke gemeente om bij ten minste één uitzen-ding ergens in de wereld betrokken te zijn. Motiveer.

VERWERKING

Ad Verwijs geeft toerusting in Rwanda.

Opmerkingen van dit gehalte zet-ten ons aan het denken. ‘Kijk,’zei men,’als er uit de eigengemeente iemand uitgezonden is,dan is het niet zo moeilijk omconcreet bij het zendingswerkbetrokken te zijn, maar dat is bijons niet het geval.’Het GZB-adoptieprogrammaDeelgenoten is het antwoordgeworden. De GZB heeft zo’n 70zendingswerkers voor wie de organi-satie (deels) financieel verantwoorde-lijk is. Er zijn ruwweg zo’n 350gemeenten die het werk van de GZBsteunen. Als nu ieder zendingswerkereens verbonden zou worden met vijfverschillende gemeenten, dan zou elkegemeente een ‘eigen’ zendingswerkerhebben. Dat is zo’n beetje de gedachteachter het adoptieprogramma. Een uit-zendende gemeente blijft natuurlijk eenuitzendende gemeente, maar een aantalandere gemeenten kunnen ‘aanhaken’om ook betrokken te zijn bij het werkvan een zendingswerker. Inmiddels zijner al zo’n 120 gemeenten deelgenootgeworden van een zendingswerker. Zozijn er dus heel wat gemeenten concreetbij het werk van een zendingswerkerbetrokken.

Hoe werkt het?Via Deelgenoten kiest (adopteert) eenkerkelijke gemeente in Nederland éénvan de GZB-werkplekken (in overlegmet de GZB) om er - deels - financieelverantwoordelijk voor te zijn. De zen-dingscommissie van de gemeente kanallerlei activiteiten organiseren om aan

deze verantwoorde-lijkheid inhoud te geven. Een belangrijkaspect van de adoptie is de relatie met dewerker die verbonden is aan de gekozenwerkplek. Dankzij het contact met dezewerker krijgt zending in de gemeente eengezicht. En dat verhoogt de betrokken-heid op zendingswerk! De gemiddelde kosten die de GZB jaar-lijks per zendingswerker maakt, bedragen€ 55.000 (sinds 2007). Dit bedrag isnodig om het werk en het levensonder-houd van de zendingswerker mogelijk te

maken. Voor hetDeelgenoten-programma is dit bedragopgedeeld in 110 delen van € 500. Per werkplek zijn dus 110 delen van € 500 beschikbaar. Een gemeente die aanhet programma meedoet, adopteert éénof meer van deze delen. Stel, u bent lid van een zendingscommis-sie. Uw gemeente wil meedoen metDeelgenoten. In overleg met ons hebt ueen werkplek uitgekozen om financieelmedeverantwoordelijk voor te zijn. Hoebepaalt u vervolgens hoeveel delen van500 euro u kunt adopteren? Allereerst

11Transmissie WINTER 2008

ZENDING

AdoptieprogrammaDeelgenoten: nut en noodzaak

JAAP VAN DER HAM

Het is al weer enkele jaren geleden dat de medewerkers binnenland vande GZB frequent de vraag van zendingscommissies kregen: ‘Geef onsmeer handvatten waarmee wij het werk van de zending een gezichtkunnen geven! Het organiseren van een zendingsavond lukt ons wel, delandelijke collectes houden we ook en de kalenderboekjes brengen we rond, maar verder…’

kijkt u welk bedrag uw gemeente nu aljaarlijks – via bijvoorbeeld collecten endeurbussen – voor de GZB opbrengt.(Het inkomstenoverzicht, dat wij jaarlijksaan zendingscommissies toesturen, kanhierbij helpen.) Dit bedrag kan al danniet in zijn geheel in delen van 500 eurovia Deelgenoten worden ingezet. Uiter-aard stellen wij het op prijs als u besluitextra delen van 500 euro te adopteren,omdat u verwacht dat er door nieuweactiviteiten extra geld binnenkomt. Zo’nactiviteit kan bijvoorbeeld een zendings-avond met uw eigen geadopteerde zen-dingswerker zijn of een rommelmarkt.

Veel gehoorde vragen en opmerkingenOpmerking: Wij kunnen helaas niet mee-doen, want wij hebben geen extra geldvoor adoptie beschikbaar.Antwoord: U hoeft helemaal geen extrageld te gebruiken. U kunt gewoon hetgeld gebruiken dat u anders ook over-maakt naar de GZB. Het geld krijgtalleen een ander labeltje. U collecteertmet Pinksteren bijvoorbeeld niet meervoor de zending of voor de GZB, maarvoor het werk van de familie X in Y.Opmerking: Als gemeente zijn wij heelerg klein. Te klein om mee te doen.Antwoord: Geen enkele gemeente is teklein om betrokken te zijn. Uit uwgemeente komt jaarlijks toch zeker weleen bedrag van 500 euro? Er is vooriedereen plek.Vraag: Als wij meedoen met Deelgenotenkomt het dan vanzelf goed met het zen-dingsbewustzijn in onze gemeente?Antwoord: Nee, dat gaat niet vanzelf! Hetis belangrijk om te investeren inDeelgenoten. Dat geldt uiteraard voor‘uw’ zendingswerker, maar ook voor uwcommissie en gemeente. Om de adoptie-relatie te onderhouden en het zendings-bewustzijn in de gemeente te bevorderen,is gebed, betrokkenheid en inzet nodig!Daarbij is een goede communicatie twee-richtingsverkeer. Het adoptieprogrammawil rechtstreeks contact tussen eengemeente en een zendingswerker bevor-deren en aanmoedigen.Vraag: Hoe blijven wij op de hoogte van

de belevenissen en ontwikkelingen rond‘onze’ zendingswerker?Antwoord: U ontvangt de rondzendbrie-ven van de zendingswerker en wordt opde hoogte gehouden van bijvoorbeeldzijn/haar verlof of terugkeer. Sommigezendingswerkers sturen maandelijks eenupdate en/of gebedsbrief. Vraag: Heeft een zendingswerker eigen-lijk wel tijd om met een aantal gemeen-ten wat intensiever contacten te onder-houden. Hij of zij heeft toch wel watmeer te doen?Antwoord: Ja, onze zendingswerkers zijndoorgaans natuurlijk wel druk met hunwerk. Het contact met de achterban isechter zó belangrijk, dat we vinden dathiervoor tijd vrij gemaakt moet worden.Daarvoor hebben zij allerlei handvattentijdens hun opleiding meegekregen. Alswe niet op deze manier werken, wordthet contact steeds minder, neemt debetrokkenheid af, gaat de aandacht voorhet zendingswerk achteruit en kunnenwe steeds minder zendingswerkers uit-zenden. Ook zendingswerkers zelf vindenhet belangrijk dat er met hen meegeleefdwordt. Ze maken daar graag tijd voorbeschikbaar! Het is een onderdeel vanhun taak.

Ten slotteMet het adoptieprogramma Deelgenotenkrijgt u als commissie en gemeente heelveel en het kost u niets (extra). Een com-missie moet er natuurlijk wel in investe-ren. Het kost tijd, energie en aandacht.Een relatie opbouwen en onderhoudengaat niet vanzelf.Wilt u meer weten? De afdelingCommunicatie & Fondsenwerving vande GZB is graag bereid u te adviseren enverder te helpen. Neem voor meer infor-matie contact op met:- Jaap van der Ham (voor gemeenten uitzuid-west Nederland)- Harry Fikse (voor gemeenten uitnoord-oost Nederland)Telefoon: 0343-512444. E-mail: [email protected]. Kijk ook eens op www.gzb.nl

12 Transmissie WINTER 2008

ZENDING

‘Het contact met een zendings-werker bevordert dat mensenconcreet meeleven en bidden.Dat is heel belangrijk. Bij zendinggaat het niet alleen om geld,maar ook om meeleven engebed.’

(ZENDINGSCOMMISSIE HOEVELAKEN)

‘Deelgenoten verhoogt debetrokkenheid op zending en datis van grote waarde. Voor degemeenten komt de persoon enhet werk van een zendeling beterin beeld. Dat is zowel voor degemeente als voor de zendings-werker winst.’

(MARK VAN PELT, OUD-ZENDINGSWERKER IN PERU)

‘Gisterenavond zijn we inNieuwer Ter Aa geweest. Het waseen erg leuke en goede avond. Erwas een grote opkomst met ookveel jongeren. De dominee hadhet als alternatieve catechisatie-avond bestempeld. Erg veel leukeen meelevende reacties. Ik denkdat er wel een basis is gelegdvoor een langere samenwerking.’

(MAARTEN EN ARINE KOMMERS BIJ EEN

NIEUWE DEELGENOTENGEMEENTE NA EEN

GEMEENTEAVOND VÓÓR HUN UITZENDING)

REACTIES

13Transmissie WINTER 2008

Sinds 2005 werken we in onze gemeentein Nijkerk met de Emmaüs-cursus. Wezijn begonnen met een kleine groepmensen die niet in de kerk kwamen,maar wel meer over het christelijk geloofwilden weten. Gaandeweg merkten weals kringleiders dat we zelf door deEmmaüs-cursus ook nog het nodigekonden leren. We wilden dat graagdelen binnen de gemeente en beslotendaarom te starten met een Emmaüs-cursus voor gemeenteleden. Op ditmoment zijn er in onze gemeente zeshuiskringen die het Emmaüs-materiaal

(een aangepaste vorm van Op Weg endaarna Onderweg) doorlopen. Bij mijnstudie Godsdienst Pastoraal Werk zag ikverband tussen gemeenteopbouw en onsop weg en onderweg zijn met deEmmaüs-cursus. Graag wil ik u deel-genoot maken van de lijnen die ik zag.1

Gemeenteopbouw van binnen uitOmdat gemeenteopbouw nauw samen-hangt met geestelijke groei is het vanbelang dat we middelen zoeken waar-door deze groei bevorderd kan worden.Groei is een proces waar we maar ten

dele aan kunnen bijdragen (1 Kor. 3).Maar een proces van verandering kanwel een bepaalde structuur hebben, vol-gens herkenbare lijnen verlopen. Willenwe bijvoorbeeld in een gemeente eenstructuur van gastvrijheid bereiken, danmoeten we eerst zelf gastvrij zijn, dit uit-dragen naar de mensen om ons heen inde hoop dat zij ook gastvrij worden endit op hun beurt uitdragen. In dit ver-band kan de Emmaüscursus een middel(een structuur) zijn om geestelijke groei(als proces) te bevorderen, zodat eengemeente (in structuur) een levendlichaam kan zijn.Bij een levend lichaam is in de eersteplaats de relatie met het Hoofd vanbelang, daarnaast de onderlinge samen-werking van de lichaamsdelen en de wis-selwerking met de omgeving.Gemeenteopbouw is dan ook te verstaanals groei in de relatie met God, metelkaar in de gemeente en met de naastebuiten de gemeente. De relatie metelkaar - en vooral de relatie met de naas-te buiten de gemeente - staat niet losvan de cultuur waarin we leven. Het isvan belang dat we ons bezinnen op demanier waarop we uit het geloof levenen het geloof communiceren in dezecultuur.

Gemeente zijn in onze cultuurEr blijkt, vergeleken met enkele decen-nia geleden, meer behoefte aan spiritua-liteit te zijn, aan gesprek en ontmoeting,aan gemeenschap en geborgenheid.Mensen zijn op zoek naar ruimte omvragen te kunnen stellen. Bij het lerenuit Gods Woord sluit leren in relatie

EVANGELISATIE

De Emmaüs-cursus en gemeenteopbouw

TEUNIE VAN DE WATER

De Emmaüs-cursus, die bedoeld is voor het bereiken en laten ingroeienvan ‘nieuwkomers’, heeft een neveneffect. Emmaüs blijkt een goed mid-del voor gemeenteleden om weer verrast te worden door Gods Woord en(bekende) geloofswaarheden. Met als gevolg dat uitholling en afkalvingvan de gemeente worden voorkomen.

Emmaüs-kring in Nijkerk

1 In mijn afstudeerscriptie heb ik dezelijnen uitvoeriger beschreven en daarbijgebruik gemaakt van J. Hendriks –Gemeente als herberg (Kok, Kampen1999) en J. Hoek – Gemeente zijn(Boekencentrum, Zoetermeer 1999)

met (mede)gelovigen hierop aan. Er isdaarbij behoefte aan een eigen maniervan verwerken (beleven). We kunnenhierop aansluiten door, als aanvulling opde eredienst, in kleine groepen hetgeloofsgesprek te voeren en ons zo lateninspireren door praktische geloofsbele-ving. Het geloofsgesprek is bovendieneen middel om verband te leggen tussenhet geloof en het dagelijkse leven. DeEmmaüscursus stimuleert het geloofsge-sprek en sluit door verschillende werk-vormen en het gebruik van visualisatiesaan op de hiervoor genoemde behoeften.

GastvrijDoordat de Emmaüs-cursus ervan uit-gaat dat we allen reizigers (pelgrims) zijnen van elkaar en met elkaar van deMeester kunnen leren, is er aandachtvoor elkaar in gelijkwaardigheid. Weleren open en gastvrij te zijn, binnen eenklimaat van respect en aanvaarding vanmensen. Doordat er vragenderwijsgewerkt wordt, kan ieder tot zijn rechtkomen. Daarnaast worden door vraag-stelling en het geloofsgesprek verhalenen begrippen verankerd in het persoon-lijke geloofsleven. Dit vraagt actievebetrokkenheid van de groepsleden, zodatzij opgeroepen worden deelnemer en

navolger te zijn, ook degenen die meertoeschouwer waren. Als de leiding van een Emmaüs-kringeen dienende houding heeft en leeft uithet ‘volgeling van Jezus zijn’, kan zeinspireren en ondersteunen en zo bijdra-gen tot groei in navolging. Een groepkan dan samen met andere groepeninspirerend zijn voor het geheel van degemeente. En doordat er binnen eengroep groei plaats vindt in gastvrijheiden navolging kan de groep ook bijdra-gen aan getalsmatige groei van degemeente.

Gemeente zijn in de praktijkWat betreft gemeente zijn kunnen weverschillende aspecten onderscheiden:vieren, leren, zorg voor elkaar (pasto-raat), getuigen en dienen. Het vraagtvolharding om op al deze gebieden per-soonlijk en als gemeente te groeien.Omdat bij de Emmaüscursus gebed meten voor elkaar gestimuleerd wordt, krijgtmen meer oog voor elkaar op de kringen voor de naaste in de omgeving.Vreugde en moeite worden met elkaargedeeld en men kan elkaar tot een handen een voet zijn.In de Emmaüscursus worden geloofsbe-grippen op een eigentijdse manier ver-woord, waardoor men handvatten krijgtom het gesprek met andersdenkendenaan te gaan. Bovendien worden kring-leden gestimuleerd om manieren tebedenken om anderen te kunnen berei-ken. Omdat vragen stellen en een luiste-rende houding een grondhouding is,stimuleert de Emmaüs-cursus in eendienende houding. Als de sfeer in degroep een sfeer van betrouwbaarheid,onderlinge liefde en waardering is, zaldit ook naar buiten toe doorwerken. Misschien is het voorgaande wat idealis-tisch gesteld. In de praktijk is echtergebleken dat de Heilige Geest deEmmaüs-cursus wil gebruiken. Zij hetmisschien op kleine schaal, er zijn tochwonderen te zien. In enkele gemeentenwordt de nieuwe manier van leren (meten van elkaar) als een cultuuromslagervaren. Daarbij worden het stimuleren

van openheid, het stellen van vragen,inductief werken (met elkaar van elkaarleren) en de koppeling tussen geloof enpraktijk als duidelijke verschillengenoemd met het gangbare materiaal.

BewustwordingOpvallend is ook de groei in een getui-gende houding. Een kernwoord voor deEmmaüs-cursus is ‘bewustwording’. Hetgaat om de kern van ons bestaan, dat weniet zelf het middelpunt van ons denkenzijn, maar leren leven in afhankelijkheiden van daaruit in de praktijk van hetleven God dienen en de naaste.De Emmaüscursus vraagt een omslag inons denken. Een klacht van deelnemersis wel eens dat ze te weinig leren. Heeftdit ook niet te maken met het feit datwe vaak te consumptief ingesteld zijn,dat we liever ontvangen dan geven, datwe ons veiliger voelen op kennisniveauen minder op het bestaansniveau (wieben ik voor God en de naaste)? Hetmateriaal van de Emmaüs-cursus isvooral gericht op interactieniveau (waar-bij een levendige wisselwerking tussende deelnemers kan ontstaan) en bestaan-sniveau (waarbij ieder groepslid eeneigen plek mag hebben). Daarom is hetvan belang dat kringleiders gevormd entoegerust worden om behalve leiding tegeven op kennis- en procedureniveau,ook aandacht te hebben voor het inter-actie- en bestaansniveau. Jezus’ woorden horen en doen (Matt.7:24), Jezus navolgen: zo gij dan dezedingen weet, zalig zijt gij zo gij dezelvedoet (Joh. 13:27), dat vraagt een ‘nieu-we’ navolging en een nieuwe volharding.Ik hoop dat de Emmaüs-cursus hierinkan bijdragen.

Informatie Voor meer informatie over deEmmaüs-cursus zie: www.izb.nl (button: toerustingsaanbod, vervol-gens klikken op: emmaüs-pakket)

MEVR. T. VAN DE WATER-LUIJK IS LEIDER VAN

EEN EMMAÜS-KRING IN NIJKERK. E-MAIL:

[email protected]

14 Transmissie WINTER 2008

Teunie van de Water

EVENGELISATIE

Toerusting op maatOok plannen om ‘iets missionairs’ tegaan doen? Neem dan contact op metonze afdeling Toerusting en leg uw vraagof idee aan ons voor. Of maak eenafspraak om langs te komen voor eengratis adviesgesprek. Ontdek dat de IZBveel mogelijkheden biedt om ook in uwgemeente een missionair proces op gangte brengen. Te denken is aan het inzet-ten van één van de vele toerustingscur-sussen. Naast ‘Gunnend geloven’ zijn erbijvoorbeeld ‘Woorden vinden’ en‘Moeilijke vragen’. In beide staan hetgeloofsgesprek en de vragen die je daarintegenkomt centraal.

Advies en begeleidingNaast cursussen heeft de IZB zich steedsmeer gespecialiseerd in advisering enbegeleiding. Zo kunnen we voor u eenbezinningsdag met uw kerkenraad ver-zorgen. Of we stellen een traject samenwaarin we u een aantal avonden helpenom een beleidsplan samen te stellen ofhelpen bij het uitvoeren daarvan. Er isveel mogelijk. Uw vragen en wensen zijn

daarbij het uitgangspunt. Toerusting op maat, zodat uw gemeente zo goedmogelijk missionair op weg wordt geholpen.

Spreekbeurt of advies predikantZoals u weet is ds. W. Dekker aan deIZB verbonden als hoofd vorming &educatie. Hij is een veelgevraagd sprekeren auteur als het gaat om de relatiegeloof en cultuur. Wat is de boodschapdie wij hebben uit te dragen? Wat isgereformeerd? Hoe zit de mens vanvandaag in elkaar? Hoe is hij te benade-ren? Wat is een contextuele en missio-naire preek? Wat is een missionairedienst? Allemaal vragen, die u op eenclassis, in een werkverband van predi-kanten of kerkenraad aan de orde kuntstellen. Maar ook op een gemeente-avond. Ds. Dekker is beschikbaar omvoor u te spreken of u anderszins vanadvies te dienen. Via het IZB-bureau(tel. 033-4611949) kunt u contact met hem leggen.

Meer weten?Meer informatie over de cursussen vande IZB en andere mogelijkheden vindt uonder het kopje ‘Toerustingsaanbod’ opde site www.izb.nl. U vindt daar ook talvan ideeën voor het missionaire werk enachtergrondartikelen.

DRS. I.M. DEKKER IS MISSIONAIR TOERUSTER

BIJ DE IZB

Het nieuwe Areopagus-programmavoor predikanten – cursussen op hetgebied van contextuele en missionaireprediking – staat op de website vande IZB: www.izb.nl (klik op:Areopagus).Op vrijdag 27 maart 2009 is er eenstudiedag van Areopagus rond heteerste boek dat in de Areopagus-reeksverschijnt. Dat is ‘Ruimte om tehoren – preken en de psyche van deluisteraars’ van dr. Hanneke Schaap-Jonker. Ook hierover meer op dewebsite: www.izb.nl

15Transmissie WINTER 2008

EVANGELISATIE

IZB-toerusting helpt u missionair op weg

‘Woorden vinden’ is één van de toerustingscursussen.

‘Er is echt wat op gang gekomen!’Dat is een reactie die we als toe-rusters nog wel eens van eengemeente krijgen. Bijvoorbeeld naeen cursus ‘Gunnend geloven’ waarin gemeenteleden vier avondenlang intensief met elkaar optrekken,op zoek naar missionaire mogelijk-heden voor henzelf en in de gemeen-te. Vanzelfsprekend zijn we blij met zo’n reactie, want het is precies waarvoor we er willen zijn: gemeenten op weg helpen in hetmissionaire denken en doen.

IWAN DEKKER

Transmissie WINTER 200816

BEZINNING

De Stichting Evangelie & Moslims houdt opmaandagavond 26 januari 2009 samen metde IZB en het lectoraat gemeenteopbouw vande CHE een studieavond over deze vragen.Aanleiding is de nieuwe publicatie van de handvan Herman Takken, stafmedewerker vanEvangelie & Moslims: Welkom thuis! Pastoralezorg voor christenen met een moslimachter-grond. Medewerking verlenen: ds. Wim Dekker(IZB), dr. Stefan Paas (CHE), Jürjen tenBrinke (Hoop voor Noord), Herman Takken(E & M) en enkele gemeenteleden met eenmoslimachtergrond die zelf actief zijn in hetmissionaire werk.

Plaats: Bergkerk, Dr. A. Kuyperlaan 2, 3818 JC Amersfoort; op loopafstand van het station.

Aanvang: 19.30 uur.Kosten (incl. boek): € 14.

Wie zich vooraf opgeeft via www.evangelie-moslims.nl (uiterlijk 19 januari) krijgt het boektoegestuurd.

Het boek ‘Welkom thuis’ van HermanTakken is ook los te bestellen bij de IZB-boekhandel, via www.izb.nl/boekhandel of tel. 033-4613225. Prijs: € 8,50

Zijn nieuwkomers uit de islamwelkom in onze gemeente?

Jaarlijks worden er tientallen nieuwkomers met een moslimachtergrond gedoopt in onze gemeenten.Mensen die via christelijke buren of collega’s of via missionaire activiteiten zicht kregen op het evan-gelie. Hun integratie in de christelijke gemeente blijkt echter in de meeste gevallen net zo moeizaamte verlopen als de integratie van nieuwkomers in de samenleving. Zou je vanuit het evangelie nietmogen verwachten dat het anders zou zijn? Hoe kunnen we samen met hen groeien in het geloof enin het getuige van Christus zijn in een verdeelde samenleving? En hoe bemoedigen we deze jonge (inde zin van: nieuwe) christenen op de weg achter Jezus aan?