140424 cvo didactische werkvormen nederlands - versie voor deelnemers

13
CVO-VTI Brugge, vakdidactische week 2014 24/04/2014 [email protected] 1 Een carrousel van didactische werkvormen voor het vak Nederlands in het secundair onderwijs n.a.v. de vakdidactische week voor CVO-VTI Brugge door Evelien Theuninck op donderdag 24 april 2014 Kennismaken: interview 1. De ene leerling interviewt de andere over enkele specifieke eigenschappen. 2. Na de eerste ronde van vijf minuten geven de eerste interviewers een samenvatting aan de groep in maximaal één minuut. De geïnterviewden mogen corrigeren, maar geen aanvullingen geven. 3. In de tweede ronde wisselen de tweetallen van rol. Meer lezen in ‘Het gaat steeds beter!’ Nummer 54 - Interview Kennismaken: vingerafdruk 1. Laat elke leerling een vingerafdruk maken op papier. 2. Vergroot de afdruk 8 à 10 keer. 3. Laat de leerlingen woorden en zinnen over zichzelf schrijven langs de lijnen van hun vingerafdruk. Meer lezen op http://www.slo.nl/downloads/archief/activerende-werkvormen.pdf Kennismaken: mijn kamer 1. Deel de groep in tweetallen. (Deze koppels mogen elkaars woonsituatie niet kennen.) 2. Leerling A vraagt leerling B in 5 minuten zijn slaapkamer te beschrijven. Leerling B luistert, stelt vragen en mag alleen maar mentale beelden vormen van wat leerling A hierover vertelt. Pas na 5 minuten maakt leerling B een tekening van de kamer van leerling A. 3. Bespreek de uitkomsten: wat klopte, wat klopte niet en wat is de oorzaak van dat verschil. 4. Opnieuw uitvoeren in omgekeerde rollen. 5. Nabespreking Meer lezen in ‘Het gaat steeds beter!’ Nummer 1 - Aanname

description

 

Transcript of 140424 cvo didactische werkvormen nederlands - versie voor deelnemers

Page 1: 140424 cvo   didactische werkvormen nederlands - versie voor deelnemers

CVO-VTI Brugge, vakdidactische week 2014 24/04/2014

[email protected] 1

Een carrousel vandidactische werkvormen voor het vak Nederlands

in het secundair onderwijs

n.a.v. de vakdidactische week voor CVO-VTI Brugge

door Evelien Theuninckop donderdag 24 april 2014

Kennismaken: interview1. De ene leerling interviewt de andere over enkele specifieke

eigenschappen.2. Na de eerste ronde van vijf minuten geven de eerste

interviewers een samenvatting aan de groep in maximaal één minuut. De geïnterviewden mogen corrigeren, maar geen aanvullingen geven.

3. In de tweede ronde wisselen de tweetallen van rol.

Meer lezen in ‘Het gaat steeds beter!’ Nummer 54 - Interview

Kennismaken: vingerafdruk1. Laat elke leerling een vingerafdruk maken

op papier.2. Vergroot de afdruk 8 à 10 keer.3. Laat de leerlingen woorden en zinnen

over zichzelf schrijven langs de lijnen van hun vingerafdruk.

Meer lezen op http://www.slo.nl/downloads/archief/activerende-werkvormen.pdf

Kennismaken: mijn kamer1. Deel de groep in tweetallen. (Deze koppels mogen elkaars

woonsituatie niet kennen.)2. Leerling A vraagt leerling B in 5 minuten zijn slaapkamer te

beschrijven. Leerling B luistert, stelt vragen en mag alleen maar mentale beelden vormen van wat leerling A hierover vertelt. Pas na 5 minuten maakt leerling B een tekening van de kamer van leerling A.

3. Bespreek de uitkomsten: wat klopte, wat klopte niet en wat is de oorzaak van dat verschil.

4. Opnieuw uitvoeren in omgekeerde rollen.5. Nabespreking

Meer lezen in ‘Het gaat steeds beter!’ Nummer 1 - Aanname

Page 2: 140424 cvo   didactische werkvormen nederlands - versie voor deelnemers

CVO-VTI Brugge, vakdidactische week 2014 24/04/2014

[email protected] 2

Het

pro

gram

mab

oe

kje

1. Inleiding

2. Lezen

3. Schrijven

4. Aanzet tot literaire competentie

5. Spreken én luisteren

6. Taalbeschouwing

7. Evaluatie

8. Referenties1 INLEIDING

Zoemgroepen = buzz groupsLeerlingen houden kort (bv. 5 minuten) per groep eendiscussie. Ze houden daarbij hun stemvolume beperkt, zodatanderen niet worden gestoord. Een rapporteur (aangestelddoor leerkracht of leerlingen) brengt verslag uit van zijn groep.

Zelf een woordwolk maken op www.wordle.net http://ond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/Nederlands-2010-016.pdf

‘In taalopvoeding komt het erop aan kinderen

steeds nieuwe situaties met hun taal

te leren aanpakken en beheersen.’(Krachtlijnen Nederlands, VVKBAO, p. 42)

Page 3: 140424 cvo   didactische werkvormen nederlands - versie voor deelnemers

CVO-VTI Brugge, vakdidactische week 2014 24/04/2014

[email protected] 3

Woordspin met spionTer voorbereiding van een spreekopdracht1. Op het bord wordt een thema genoteerd. Leerlingen maken in groepjes

een woordweb. Ze voegen woorden toe die passen bij het centrale thema en duiden aan wat de relatie daarmee is (bv. zaken die met mekaar verband houden, worden in bepaalde kleur genoteerd). Alles wordt goed leesbaar genoteerd op een A3-vel.

2. Als de brainstorm verslapt, legt de begeleider de activiteit stil en voegt de rol ‘spion’ toe. De spion krijgt de opdracht te gaan kijken naar de resultaten van de andere groepen en daaruit over te nemen wat in de eigen groep ontbreekt. De groepen brainstormen intussen verder, de spion vult aan wat ontbreekt.Voorbeeld: leerlingen zoeken vijf argumenten voor en tegen de doodstraf. De leerlingen selecteren de twee beste pro’s en contra’s, stellen die voor aan de klas en verwoorden waarom ze die hebben gekozen.

Woordspin met spion

Een didactische werkvorm is een relatief stabiel patroon van

onderwijsactiviteiten en leeractiviteitendie in hun onderlinge samenhang

gericht zijn op het bevorderen van beoogde leerprocessen en leerresultaten.

(Lowyck, 1995) 2 LEZEN

Page 4: 140424 cvo   didactische werkvormen nederlands - versie voor deelnemers

CVO-VTI Brugge, vakdidactische week 2014 24/04/2014

[email protected] 4

In het leerplan ‘lezen’ gaan we zoveel mogelijk uit van boodschappen

(teksten) die, zoals in het echte leven, bestaan uit niet-talige elementen,

talige elementen en communicatieve elementen. Die mix vind je het best in

realistische, zinvolle contexten.(leerplan Nederlands, VVKSO, p. 11)

• Kies voor ‘normale’ en ‘functionele’ teksten.

• Actualiteit bevordert de motivatie.

• Laat leerlingen zelf iets kiezen, mee- of inbrengen.

• Maak werk van een goede inleiding en sterk slot.

• Varieer in tekstvorm (brief, reclame…) én verwerkende activiteit.

• Werk (inter)actief.

• …

Tips voor didactiek van lezen

Speeddaten1. De leerlingen krijgen een vraag, stelling,

probleem gebaseerd op het taal- ofcommunicatiemodel i.v.m. een gelezen tekst.Daarna gaan ze per twee samen zitten, met degezichten naar elkaar (in twee kringen: binnen-en buitencirkel). De duo’s delen info met elkaar,geven hun antwoorden op de vraag.

2. De buitenste cirkel schuift vervolgens een plaatsdoor, zodat ze een nieuwe partner hebben.Opnieuw wordt info gedeeld.

3. Zo tot de meeste vragen opgelost zijn.4. Eventueel kunnen hulpkaartjes worden

gemaakt met uitlokkende hulpvragen ofinfokaartjes.

Bijlage 1

De Jigsaw- en expertmethode1. Maak groepen van 4 à 5 leerlingen en verdeel het

tekstmateriaal.2. Zorg voor één tekst(deel) per groep. Laat de tekst in groep

verwerken.3. Stel vervolgens expertgroepen samen: de leerlingen

worden opnieuw verdeeld zodat telkens één leerling van de basisgroep in een nieuwe groep terechtkomt.

4. Laat de leerlingen om de beurt hun tekst bespreken en inzichten uitwisselen in de nieuwe groep.

5. Daarna keren de leerlingen terug naar hun basisgroep om wat ze geleerd hebben over de andere teksten te verwerken (in confrontatie met de eigen tekst).

Meer lezen op http://www.vanin.be/cms_master/pro-bso/default.asp?WebpageId=1495

3 SCHRIJVEN

Wie/wat ben ik?1. Elke leerling krijgt een sticker op zijn voorhoofd/rug met een

woord uit de woordenschatreeks. 2. Iedereen loopt rond en stelt aan diverse anderen telkens één

ja-nee-vraag om het begrip te achterhalen.3. Als de leerling het begrip heeft achterhaald, dan gaat hij

zitten.

Meer lezen op http://www.slo.nl/downloads/archief/activerende-werkvormen.pdf

Page 5: 140424 cvo   didactische werkvormen nederlands - versie voor deelnemers

CVO-VTI Brugge, vakdidactische week 2014 24/04/2014

[email protected] 5

Woordenspel1. Een leerling gooit met een dobbelsteen en trekt een kaart

met een woord (bv. sporttermen) op.2. Gooit hij 1 of 4, dan moet hij het woord uitleggen.

Gooit hij 2 of 5, dan moet hij het woord tekenen.Gooit hij 3 of 6, dan moet hij het woord uitbeelden.

3. De andere leerlingen raden over welk woord het gaat.4. De volgende beurt gaat naar degene die het woord raadt.

Kruiswoordraadselen1. Verdeel de groepen en geef iedere groep een flap/blad

(met ruitindeling) en een woordenschatreeks.2. Laat de groepen de woorden opzoeken in het

woordenboek en een eigen omschrijving van de gekozenbegrippen bedenken.

3. Laat de groepen het kruiswoordraadsel opbouwen. (Tip:begin met het langste woord horizontaal.)

4. Laat de groepen elkaars kruiswoordraadsels oplossen.

Meer lezen in ‘Het gaat steeds beter!’ Nummer 64 – Kruiswoordraadsel

Bingo1. Geef elke leerlingen een A4-tje waarop een lege tabel is

afgedrukt. Laat de leerlingen deze vakjes willekeurig invullen op basis van een woordenschatlijst. Vervolgens ruilt iedereen zijn blad met iemand anders.

2. De leerkracht beschrijft het woord of stelt een vraag met het woord als antwoord. De leerlingen strepen de goede antwoorden door op hun eigen kaart.

3. Wie het eerst een rij, kolom of volle kaart heeft, roept “bingo”.

Meer lezen op http://www.slo.nl/downloads/archief/activerende-werkvormen.pdf

Galgje1. Noteer evenveel streepjes als het woord (met moeilijke

schrijfwijze) lang is op het bord.2. Laat leerlingen telkens een letter aangeven. Als de letter in

het woord zit, vul je de letter aan op de streepjes. Als de letter niet in het woord zit, teken je een onderdeel van de galg.

3. Raden de leerlingen het woord voor de galg volledig getekend is?

Meer lezen op http://www.slo.nl/downloads/archief/activerende-werkvormen.pdf

BoodschapperdicteeDe tekst van een dictee (in een aantal exemplaren) hangt ophet bord. De ene leerling blijft zitten en schrijft, de andereleerling moet telkens naar het bord om het dictee tememoriseren en over te brengen.

Het Groot Kinderdictee 2011 op http://grootdictee.nps.nl/page/home

Spellingspoker1. De leerlingen zitten individueel of in tweetallen bij

elkaar. De docent dicteert een woord (uit eengevarieerd aanbod aan spellingsregels). Dedeelnemers schrijven het antwoord op.

2. Nadat de eerste reeks woorden zijn gedicteerd,worden de antwoorden besproken en eventueeltoegelicht. Voor elk goed antwoord ontvangt deleerling of tweetal een fiche.

3. De docent stelt opnieuw een vraag. Op basis van dekans op een goed antwoord zetten de deelnemers(maximaal drie) fiches in. Als het antwoord goed is,wordt de inzet in fiches verdubbeld. Als hetantwoord fout is, worden de fiches ingeleverd.

4. Nabespreking en fiches tellen.

Meer lezen in ‘Het gaat steeds beter!’ Nummer 94 – Quiz Het Groot Dictee 2011 op http://grootdictee.nps.nl/page/home

Page 6: 140424 cvo   didactische werkvormen nederlands - versie voor deelnemers

CVO-VTI Brugge, vakdidactische week 2014 24/04/2014

[email protected] 6

Taalspaarpot1. Introduceer de spaarpot.2. Laat leerlingen van elk moeilijk woord dat in de les opduikt

een blaadje opmaken met de correcte schrijfwijze enbetekenis van het woord dat je in de spaarpot dropt.

3. Aan het einde van het semester maak je een verwerkingsopdracht (domino, quiz, dictee…) met de woorden.

Op de grote stoffige zolder…1. Geef een korte introductie omtrent de opbouw van een

verhaal.2. Brainstorm rond het thema van het verhaal.

Bv. zolder3. Noteer een startzin op het bord.

Bv. “Op de grote zolder…”4. Laat de leerlingen de zin aanvullen (op een nieuw blad).5. Geef het blad telkens door aan de buur van de leerling (en

plooi een stuk van de tekst weg). Laat de leerlingen dezinnen aanvullen (maximum 2 regels per beurt).

6. Laat de leerlingen het verkregen verhaal (voor)lezen.7. Bespreek de resultaten.

Dingen om over te schrijven

Dingen om over te schrijven

• Leg het verstrijken van de tijd vast.• Besteed deze ruimte aan een interne monoloog.• Schrijf kritische opmerkingen neer…• Deze bladzijde is een sein, wat wil je dat het zegt?• Bladzijde voor goeie gedachten.• Schrijf een scene waarin het enige dialoog bestaat uit

“Uhm” en “Mmm, mmm”.• Je bent een astronaut. Beschrijf een perfecte dag.• Beschrijf een recent moment waarbij je met je mond vol

tanden stond.• Steek twee personen die elkaar haten 12 uur lang in een

kapotte lift. Wat gebeurt er?• …

De grote woordenfabriek

“Spreken is zilver, zwijgen isgoud… In het land van de grotewoordfabriek wordt er niet veelgesproken. Mensen moeten erwoorden kopen en ze voorzichtiginslikken om ze dan te kunnenuitspreken. Rijke mensen kunnenkopen wat ze willen. Armemensen zoeken soms naarweggegooide woorden (maardaar zit vaak roddel en kletskoektussen). Soms zijn erwoordkoopjes en heel af en toedwarrelen er woordjes door delucht.”

Page 7: 140424 cvo   didactische werkvormen nederlands - versie voor deelnemers

CVO-VTI Brugge, vakdidactische week 2014 24/04/2014

[email protected] 7

De grote woordenfabriek1. Laat leerlingen ‘mooie’ woorden op de briefjes van de

woordfabriek schrijven.2. Zorg tijdens een andere les voor een beloningssysteem

waarmee leerlingen woorden kunnen verdienen.3. Voorbeelden van mogelijke verwerkingsopdrachten:

• Leerlingen schrijven een brief naar iemand (die hen naaan het hart ligt) en gebruiken hiervoor de woorden dieze verdienden.

• Leerlingen schrijven korte sms-gedichten met minimum3 van de woorden die ze verdienden.

• …

De krantenmaker

Een inleidend filmpje…

Een youtube-filmpje opslaan op je computer via www.zamzar.com http://www.youtube.com/watch?v=qlQ_QSWx36w&feature=player_embedded

De krantenmaker

Aan de slag!

Meer info en downloads op www.krantenmaker.be

Contractwerk spelling1. Maak fiches op met verschillende spellingsoefeningen

volgens moeilijkheidsgraad.2. Bied leerlingen na een algemene spellingstest een

contractwerk op maat aan. Je kunt hierbij variëren tussen‘moet’- en ‘mag’taken.

3. Deze individuele leerling moet de opdrachten binnen eenformeel bepaalde periode afwerken. De leerling kan tijdensde contractwerktijd zelf beslissen over de duur en devolgorde van verwerking van de opdrachten.

4 AANZET TOT LITERAIRE COMPETENTIE

Het werkwoord lezen heeft een hekel aan de gebiedende wijs.

Thea Beckman

Meer citaten op http://www.citaten.net

Page 8: 140424 cvo   didactische werkvormen nederlands - versie voor deelnemers

CVO-VTI Brugge, vakdidactische week 2014 24/04/2014

[email protected] 8

Voorlezen1. Passie doet lezen.2. Taal doet lezen.3. Beeld doet lezen.4. Rust doet lezen.5. Lezen doet delen.6. Lezen doet spreken.7. Lezen doet spelen.8. Lezen doet beleven.9. Meer doet lezen en lezen doet meer…

Meer lezen op http://www.voorlezen.be/2010/voorleestips.htm

ik voel, ik aai, ik blader, geef ieder blad, een oor

© André Sollie, Het ijzelt in juni, Querido 1989 Meer lezen op http://www.poezie-leestafel.info/andre-sollie

PoëzietussendoortjesZorg ervoor dat leerlingen toegang hebben tot (goede)dichtbundels. Elke les (of elke week) brengt een andereleerling vrijwillig een gedicht mee. Deze leerling mag je lesonderbreken, als hij of zij dat noodzakelijk vindt, om hetgedicht te komen voordragen.

Hoe ga ik open als een boek?Ik wil mezelf eens lezen,

bladeren en kijkenhoeveel pagina’s ik tel.Of ik een sprookje benof meer een studieboek.

Zou ik mij kopen?Lenen bij de bieb?

Alleen stiekem lezenhoe ik afloop en zachtjesterugzetten in de kast?

Boekje openOpdracht1. Stel je voor dat je een boek

was. Welk boek zou je zijn?Waarover zou het gaan? Hoezou je eruitzien? Wie zou jelezen? Voor wie zou jegeschreven zijn?

2. In welke passende vorm kunje je tekst gieten?

Tentoonstelling

Ted van Lieshout, Van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen, Leopold 1986. Meer lezen op http://www.poezie-leestafel.info/lezen-en-boeken

Dit is een opdracht voor het vak Nederlands 2 in de bachelor LO van Vives, campus Brugge.

Poëzie, schilderen en muziek

http://www.klasse.be/tvklasse/12760-Creatief-in-de-les-Nederlands

Literair lezen: enkele ideeën1. Laat de leerlingen verhalen bewerken tot toneelstukjes of

filmscripts. De problemen die dat geeft maken spelenderwijs veel duidelijk over de kenmerken van fictie. (p. 230)

2. Leesclub. Maak met de klas een lijst van criteria waarmee een boek beoordeeld kan worden. Laat dan alle leerlingen hetzelfde boek lezen en beoordelen. Daarna bediscussiëren de leerlingen hun oordelen. (p. 234)

3. Verdeel de klas in ‘kopers’ en ‘verkopers ‘. De verkopers prijzen hun boeken aan. (p. 237)

4. Overweeg een luisterboek i.p.v. een leesboek.5. …

Meer lezen in ‘Nederlands voor de basisvorming’

Page 9: 140424 cvo   didactische werkvormen nederlands - versie voor deelnemers

CVO-VTI Brugge, vakdidactische week 2014 24/04/2014

[email protected] 9

Literair schrijven: enkele ideeën1. Laat de leerlingen verhalen bewerken tot strips, of

dagboeken. De problemen die dat geeft maken spelenderwijs veel duidelijk over de kenmerken van fictie. (p. 230)

2. Schrijf een opsporingsbericht over een personage in het verhaal.

3. Laat verschillende personages communiceren in een briefwisseling.

4. Laat leerlingen een voorpagina van een krant ontwerpen en schrijven omtrent de gebeurtenissen in het verhaal.

5. …

Boekgedicht

Een boekgedicht van Vitalski n.a.v. de Nacht van de poëzie (2 april 2011) op http://vimeo.com/16164225

Schrappen en dichten1. Voorbereiding: laat de leerlingen een kopie van een

fragment uit hun favoriete (literaire) tekst meebrengen.2. Opdracht

• Lees de tekst en markeer de opvallendste passages of woorden aan. Selecteer woorden of woordgroepen die iets bij je los maken: een gevoel, associatie of herinnering.

• Schrap alle saaie, droge tekst.• Gebruik de geselecteerde tekst als startpunt voor je

eigen gedicht: schrap, verschuif, verander, voeg toe, laat weg…

3. Laat de gedichten aan elkaar voorlezen.

Meer lezen in ‘Het gaat steeds beter!’ Nummer 45 – Gedichten maken Een fragment uit ‘Memoires van een luipaard’ van Peter Verhelst

Bijlage 2

5 SPREKEN ÉN LUISTEREN

Hoe hoe klinkt

Meer lezen in ‘Waarom een buitenboordmotor eenzaam is’

Page 10: 140424 cvo   didactische werkvormen nederlands - versie voor deelnemers

CVO-VTI Brugge, vakdidactische week 2014 24/04/2014

[email protected] 10

TongbrekersWarm vooraf samen met de leerlingen het spreekorgaan opdoor middel van tongbrekers.

voorbeeld“Als een potvis

in een pispot pist zit de pispot

vol met potvispis.”

Meer tongbrekers op http://nl.wikiquote.org/wiki/Tongbrekers

Het journaal

Het VRT-journaal in het dialect http://vimeo.com/32170278 Een youtube-filmpje opslaan op je computer via www.zamzar.com

Cliché

http://cedric-villain.info/cliche/index_cliche_fr.html Een youtube-filmpje opslaan op je computer via www.zamzar.com

Wegwijzer1. Geef alle leerlingen een plattegrond van de school of een

stadsplan en duid (verschillende) eindpunt(en) aan.2. Werk in duo’s en laat de ene leerling de andere de weg

wijzen. De ‘wegwijzer’ mag enkel verbale taal gebruiken. De leerling die de weg moet afleggen, mag enkel uitvoeren wat hem opgedragen wordt.

Zelf filmpjes maken1. Geef de leerlingen een interviewopdracht (bv. interview een

bekend persoon), bepaal de eisen en geef de tijdsindeling.2. Laat de leerlingen het interview filmen met hun

smartphone, digitale fotocamera, tablet, webcam…3. Toon de filmpjes in de klas.4. Leer de leerlingen aan elkaar feedback geven.

Meer lezen in ‘Het gaat steeds beter!’ Nummer 54 - Interview

Zeg eens ‘euh’1. Laat de leerlingen vooraf nadenken over iets spectaculair

dat ze al meemaakten. Ze kunnen hierbij enkele kernwoorden noteren.

2. De leerlingen vertellen één minuut over de gebeurtenis. Ze mogen hierbij geen ‘euh’ zeggen en letten op hun uitspraak. Wie ‘euh’ zegt valt af.

3. Verkies de vlotste verteller van de klas.4. Geef feedback i.v.m. de uitspraak en vertelstijl van de

leerlingen.

Page 11: 140424 cvo   didactische werkvormen nederlands - versie voor deelnemers

CVO-VTI Brugge, vakdidactische week 2014 24/04/2014

[email protected] 11

Debat1. Licht de (helder geformuleerde) uitgangspunten van het debat toe.2. Laat de groep rollen kiezen.

• Twee debaters per stelling.• Een scheidsrechter die bepaalt wat wel of niet is toegestaan.• Een jury van drie personen die de debaters beoordeelt op hun

prestaties en een winnaar aanwijst.• …• De overige personen fungeren als publiek (tribune).

3. Debat• Iedere stelling wordt kort toegelicht.• Iedere debater krijgt maximaal een minuut om zijn standpunt te

verdedigen, daarna is zijn opponent aan de beurt.• Maximum 4 keer herhalen.

4. Evaluatie

Meer lezen in ‘Het gaat steeds beter!’ Nummer 32 - Debat

Weerwolven (variant debat)

Meer lezen op http://www.999games.nl/spel/de+weerwolven+van+wakkerdam

6 TAALBESCHOUWING

“Op zo’n manier wil ik wel dat ze van mijn boeken leren, dat er

een herkenning is, dat er iets is dat hun wereld

breder maakt.”

Joke van Leeuwen

Cartoons1. Presenteer de cartoon(s) ter inleiding van de les.2. Stel gerichte vragen om de leerinhoud (hier: neven- en

onderschikking) op te bouwen.

Bijlage 3

Spreekwoorden

Meer lezen op http://www.tv5.org/cms/chaine-francophone/lf/p-11171-Les-expressions-imagees-d-Archibald.htm

Page 12: 140424 cvo   didactische werkvormen nederlands - versie voor deelnemers

CVO-VTI Brugge, vakdidactische week 2014 24/04/2014

[email protected] 12

Stellingenspel (inleiding)Bekijk (één van) de filmpjes met de leerlingen en bespreek ze kort.

Een youtube-filmpje opslaan op je computer via www.zamzar.com Gerrit Callewaert - http://www.youtube.com/watch?v=QE57zsos1AM

Obusios - http://www.youtube.com/watch?v=YWD3GqLOTgk Eigen kweek - http://www.een.be/programmas/eigen-kweek

Stellingenspel1. Iemand die het A.N. goed beheerst, zal het verder

schoppen dan iemand die het A.N. niet goed beheerst.2. We moeten stoppen met zeuren over de achteruitgang van

het Nederlands. Er is helemaal geen achteruitgang!3. A.N. hoort alleen thuis in de lessen Nederlands. Docenten

van andere vakken mogen gerust tussentaal of dialect gebruiken.

4. Het dialect zou moeten verdwijnen.5. Men zou geen dialect mogen spreken tegen kleine

kinderen.6. We moeten de invloed van het Engels op onze taal een halt

toeroepen.7. …

Stellingenspel: varianten• Stellingenspel. Deel de klas in twee delen: ‘akkoord’ en

‘niet akkoord’. Leerlingen zoeken een plaats op de lijn tussen akkoord en niet-akkoord en verduidelijken hun mening.

• Afsluitingsvariant. Maak gebruik van rode, gele en groene kaartjes die de leerlingen in de lucht moeten steken.

• Stillewanddiscussie. Zet op een aantal flappen een korte zin die aangevuld moet wordenof een stelling. Laat leerlingen kort en bondig hun reactie opschrijven. Organiseer een afsluitend klasgesprek en trek conclusies o.b.v. de flappen.

• Statistiek. Maak een staafdiagram van de meningen.• …

Meer lezen in ‘Het gaat steeds beter!’

7 EVALUATIE

12x121. Maak twaalf vragen waarbij elk antwoord bestaat uit één woord. De

beginletters van de antwoorden vormen, nadat ze in de goede volgordezijn gezet, een woord.

2. De groepen krijgen twaalf vragen op een A4-vel en proberen binnentwaalf minuten de antwoorden te vinden. Hierbij mag het leerboek ofde notities gebruikt worden.

3. Na twaalf minuten mogen de groepen om de beurt de plaats van eenletter vragen.

4. De groep die het eerst het woord raadt, krijgt drie punten. Daarnaastkrijgen de groepen een punt voor elk goed antwoord.

5. Na het inleveren van de formulieren worden de antwoorden op devragen besproken en zo nodig toegelicht.

Meer lezen in ‘Het gaat steeds beter!’ Nummer 119 – Twee voor twaalf

Page 13: 140424 cvo   didactische werkvormen nederlands - versie voor deelnemers

CVO-VTI Brugge, vakdidactische week 2014 24/04/2014

[email protected] 13

Leugendetector1. Laat de leerlingen individueel of in groep een verhaal voorbereiden over

de gelezen leerstof. Hierin wordt één fout verweven. De rest van hetverhaal klopt.

2. De aangewezen leerling vertelt zijn verhaal.3. Na afloop zeggen de andere leerlingen welke leugen zij ontdekt hebben.

Meer lezen in ‘Het gaat steeds beter!’ Nummer 68 - Leugendetector

Jubel- en klaagmuur1. Maak twee flappen: één met een

jubelmuur en één met een klaagmuuren hang ze op.

2. De leerlingen schrijven op post-its watze goed vonden en wat niet. Elk puntwordt op een aparte post-itgeschreven. Vervolgens worden allepost-its op de flap jubel- of klaagmuurgeplakt.

3. Je kunt de post-its eventueel op themasorteren.

Meer lezen in ‘Het gaat steeds beter!’ Nummer 59 – Jubelmuur en klaagmuur

Vragen? Deze powerpoint vind je terug op

http://www.slideshare.net/Evelien_Theuninck

8 Referenties

Bijkerk, L. & van der Heide, W. (2006). Het gaat steeds beter. Activerende werkvormen voor de opleidingspraktijk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Bonset, H., de Boer, M. & Ekens, T. (2000). Nederlands in de basisvorming: een praktische didactiek. Bussum: uitgeverij coutinho.

Buyneel, T. (2010). Een grabbelton vol didactische werkvormen in de les Nederlands. Brugge: KHBO.

Callebaut, I. (2003). Op de hoogte van hun Nederlands? Een grabbelton met voorstellen van zachte evaluatie taalonderwijs. Brussel: VVKBaO.

Van Coillie, J. (2007). Leesbeesten en boekenfeesten: hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken. Leuven: Davidsfonds/Infodok.

Van Leeuwen, J. (2004). Waarom een buitenboordmotor eenzaam is.Rekkem: Stichting Ons Erfdeel.

Vlaams Verbond van het Katholiek Onderwijs. (2010). Leerplan secundair onderwijs, Nederlands, eerste graad, A-stroom. Brussel: Licap.