Post on 08-Jun-2015
ZORGEN VOOR PERSONEN MET DEMENTIE
AANDACHTSPUNTEN
AANBEVELINGEN
ZORGEN VOOR PERSONEN MET DEMENTIE
Inleiding
Goede zorg
Niet-farmacologische interventies
ZORGEN VOOR PERSONEN MET DEMENTIE
Inleiding dementieABCD
Subtypering
BPSD
Misopvattingen
DEMENTIE: ABCD
• A = affect > psychiatrische symptomen
• B = gedrag (“behaviour”)
• C = cognitie
• D = dagelijks functionerenc.sachem@telenet.be28/10/2011
DEMENTIE: SUBTYPERING
Afhankelijk van het type van dementie
treden symptomen
vroeger of later tijdens het ziekteproces
op de voorgrondc.sachem@telenet.be28/10/2011
DEMENTIE: SUBTYPERING
• Geheugen: ZvA
• Sociaal gedrag & persoonlijkheid: FvFTD
• Taal : TvFTD
• Mentale traagheid: ZvP, ZvH
c.sachem@telenet.be28/10/2011
FRONTO-TEMPORALE DEMENTIE
• Frontale variant– Progressieve verandering in persoonlijkheid en
gedrag
• Temporale variant– Progressieve achteruitgang in taalvaardigheden
• Semantische dementie• Progressieve niet-vloeiende afasie
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
FRONTALE VARIANT FTDMOEILIJKHEDEN VOOR DE OMGEVING
• Sociaal gedrag en persoonlijkheid– Afwezigheid empathie – Decorumverlies in gedrag en taal: verlies van normen en waarden– Versterking of juist verlies van karakteristieken– Verhoogde prikkelbaarheid en verlaagde frustratiedrempel
• Beoordelingsvermogen– Afwezigheid ziektebesef/inzicht: kunnen gedrag niet bijsturen– Gestoord inschattingsvermogen: gevaarsituaties, gevolgen gedrag,
risico’s nemen
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
FRONTALE VARIANT FTDMOEILIJKHEDEN VOOR DE OMGEVING
• Veranderingen in persoonlijke gewoontes– Zelfzorg en hygiëne– Afwezigheid verantwoordelijkheidsgevoel
• Regulatie gedrag: verandering in activiteit en onaangepast gedrag– Apathie, verlies van interesse en motivatie vs – Impulsief, ontremd gedrag, agitatie, doelloos repetitief gedrag– Onvoorspelbaarheid vs dwanghandelingen: nood aan een vast patroon
• Afleidbaarheid en concentratiemoeite, gebrek aan flexibiliteit en planning
• Jonge leeftijd en familiaal/genetisch
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
TEMPORALE VARIANT FTDMOEILIJKHEDEN VOOR DE OMGEVING
Semantische dementie
• Communicatie:– Progressief verlies woordenschat en spontane spraak– Verlies van kennis van de betekenis van woorden– Herkenning personen, objecten, feiten– Circumlocutie– Begripsprobleem (geschreven en gesproken taal)
• Discrepantie geheugenmogelijkheden: episodisch vs semantisch
• Later gedragsstoornis: dwang, rituelen
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
TEMPORALE VARIANT FTDMOEILIJKHEDEN VOOR DE OMGEVING
Progressieve niet-vloeiende afasie
• Communicatie: taalexpressie– Traag, moeizaam, aarzelend, telegramstijl– Woordvindingsproblemen, agrammatica– Ja zeggen als ze nee bedoelen en omgekeerd– Later: taalbegrip
• Later: – Cognitieve stoornis – Gedragsstoornis: apathie, verwaarlozing, egocentrisme
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
LEWY BODY DEMENTIEMOEILIJKHEDEN VOOR DE OMGEVING
• Aanvankelijk geen duidelijk dementieel beeld
• Schommelingen– Cognitief functioneren: aandacht (episodisch verward)– Parkinsonachtige symptomen
» Vertraagd, rigiditeit, zowel fysiek als cognitief» Beperkte gezichtsexpressie
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
LEWY BODY DEMENTIEMOEILIJKHEDEN VOOR DE OMGEVING
• Hallucinaties (visueel) en wanen
• Overdag in slaap vallen
• Ontremd gedrag
• Gevoeligheid geluid
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
PARKINSONDEMENTIEMOEILIJKHEDEN VOOR DE OMGEVING
• Rigiditeit, zowel fysiek als mentaal
• Sterk vertraagde informatieverwerking
• Schommelingen in mogelijkheden
• Obsessief gedrag
• Verminderde emotionele controle28/10/2011 c.sachem@telenet.be
ZIEKTE VAN HUNTINGTON MOEILIJKHEDEN VOOR DE OMGEVING
• Impulscontrole– Bewegingsstoornissen met zeer hoog valrisico– Stem– Repetitief gedrag (in herhaling vallen)
• Executieve problemen en gedragsstoornissen– Organiseren gedachten en handelingen: geen prioriteiten kunnen stellen,
niet kunnen starten, plannen, doorgaan, eindigen– Problemen met vooruit denken: kunnen niet anticiperen/wachten– Vertraagd, verlies mentale flexibiliteit en aandacht– Herkenning emoties
• Jonge leeftijd en erfelijkheid
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
DEMENTIE: SUBTYPERING
DOCH:– Vroege symptomen: vaak aspecifiek– Overlap op gedragsniveau > verschillen– 80-plussers (t.o.v. < 70-jarigen):
• Onderscheid vroege tekenen van dementie en leeftijdsgerelateerde veroudering moeilijker
• Meer atypische deficietprofielen
c.sachem@telenet.be28/10/2011
DEMENTIE: BPSD
• Veranderingen gedrag en persoonlijkheid en psychologische symptomen = BPSD
• Geheel van symptomen van gestoorde perceptie, ratio, affect, stemming, gedrag
• Belang: voorkomen:• Bij 90% van de personen met dementie• Steeds vaker naarmate ziekteproces vordert
c.sachem@telenet.be28/10/2011
DEMENTIE: BPSD
Verklarende modellen
• Achterliggende, onvervulde behoefte– Need Driven Dementia Compromised Behavior (Kolanowski, 2000)
• Toenemend verlies van adaptatie- en copingmechanismen
– Progessively Lowered Stress Thresshold (Hall, 1994; Dröes, 1991)
• Multifactorieel (Kitwood, 1997)
c.sachem@telenet.be28/10/2011
BPSD
Hersen-beschadiging
Persoonlijkheid en coping
Lichamelijke gezondheid
Levens-geschiedenis
Sociale en omgevings-
factoren
Multifactoriële model van Kitwood, 1997
DEMENTIE: BPSD
Veranderingen gedrag en persoonlijkheid
en de psychische symptomen
vaak meer belastend
dan de cognitieve stoornissen
c.sachem@telenet.be28/10/2011
DEMENTIE
Veranderingen
Cognitie-Gedrag-Psychisch
= UITDAGING
voor de zorgverleners
c.sachem@telenet.be28/10/2011
DEMENTIE
Geen gemakkelijke antwoorden
Geen pasklare oplossingen
Vaak trial & error
Zorg op maat
c.sachem@telenet.be28/10/2011
DEMENTIE: MISOPVATTINGEN
– Diagnose = volledig dement
– Elke persoon dementeert op dezelfde wijze
– Veranderingen in cognitie en gedrag
= bewust of manipulatief
c.sachem@telenet.be28/10/2011
DEMENTIE: MISOPVATTINGEN
• Heldere en minder heldere momenten wisselen zich af
• Elk gedrag, wat we doen en niet doen, vereist een goede werking van de hersenen in hun geheel
• Hersenen = netwerk
c.sachem@telenet.be28/10/2011
DEMENTIE: MISOPVATTINGEN
Hersenschade = oorzaak van symptomen
MAAR:voorkomen en ernst van cognitieve en gedragsveranderingen kunnen wel versterkt worden door externe factoren:
• Fysieke en/of mentale status pt• Sociale interactie en omgeving
c.sachem@telenet.be28/10/2011
ZORGEN VOOR PERSONEN MET DEMENTIE
Inleiding
Goede zorg
Niet-farmacologische interventies
ZORGEN VOOR PERSONEN MET DEMENTIE
Goede zorgVereisten
Richtlijn BPSD
GOEDE ZORG
Specifieke karakter van de aandoening heeft consequenties voor de zorg
zorg bij dementie > basiszorg
• Praktische hulp/verpleegkundig-technische zorg• Behandelen van psychiatrische symptomen• Emotioneel: het verlichten van het lijden• Bevorderen adaptatie- en copingproces• Familie: partner in de zorg
c.sachem@telenet.be28/10/2011
GOEDE ZORG: VEREISTEN
– Kennis van de hersenziekte
– Vaardigheidstraining, coaching, supervisie
– Openheid voor de specifieke en complexe problematiek
– Bewustzijn van bijzondere kwetsbaarheid van deze mensen
c.sachem@telenet.be28/10/2011
GOEDE ZORG: VEREISTEN
• Kennis en vaardigheid→ Beter begrip
→ Anticiperen
→ Aanvaarden wat je niet kan veranderen
→ Afspraken of aanpassingen maken
→ Voorkomen of beperken
c.sachem@telenet.be28/10/2011
GOEDE ZORG: VEREISTEN
• Openheid en bewustzijn→ Omgaan met zowel verschillend als veranderend gedrag
→ Mens- i.p.v. taakgericht» Warme, liefde- en respectvolle zorg» Beleving staat centraal» Focus op comfort en welbevinden
c.sachem@telenet.be28/10/2011
“UNTIL THERE’S A CURE,
THERE’S ONLY CARE”
J. Pollard
28/10/2011c.sachem@telenet.be
GOEDE ZORG: VEREISTEN
• Warme, liefdevolle benadering• Mededogen• Met glimlach en ontspannen bevragen• Aandacht verbaal en non-verbaal gedrag van pt
» Anticiperen (beter voorkomen dan genezen)
• Uitleggen en geruststellen• Breng niet in verlegenheid
» Compenseren voor cognitieve beperkingen en niet confronteren
» Respecteer als een volwassene
• Respecteer mogelijkheden» Voorkomen van overbelasting/vermoeidheid
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
GOEDE ZORG: BPSD
Richtlijn BPSD:– Potentiële medische oorzaak:
» Uitsluiten/behandelen– Ernstig:
» Farmacologisch en evt. niet-farmacologisch– Mild tot matig:
» Niet-farmacologische interventies
c.sachem@telenet.be28/10/2011
ZORGEN VOOR PERSONEN MET DEMENTIE
Inleiding
Goede zorg
Niet-farmacologische interventies
ZORGEN VOOR PERSONEN MET DEMENTIE
Niet-farmacologische interventiesOmgevingsinterventies
Gedragsinterventies
Psychosociale interventies
Communicatietips
NIET-FARMACOLOGISCHE INTERVENTIES
• Richtlijn: op maat van patiënt én mantelzorger» Steeds aanpassen:
• Noden en wensen• Individuele sterkten en zwakten• Evolutieve karakter van aandoening
» Steeds evalueren• Afname ervaren belasting• Al dan niet gewenste/ongewenste effecten• Aanvaardbaar niveau welbevinden pt en naaste
c.sachem@telenet.be28/10/2011
OMGEVINGSINTERVENTIES
• Rationale
Aanpassen van omgeving
aan de specifieke noden van de patiënt gezien
adaptatie- en copingmechanismen falen,
en dit om risico op BPSD te beperken
c.sachem@telenet.be28/10/2011
OMGEVINGSINTERVENTIES
• Fysieke omgeving
• Temporele omgeving
c.sachem@telenet.be28/10/2011
OMGEVINGSINTERVENTIES
• Fysieke omgeving– Architectuur– Interieurvormgeving: kleur, licht, geluid– Veranderingen vermijden
→ Huiselijkheid en gezelligheid
→ Veiligheid, comfort, gebruiksvriendelijkheid
c.sachem@telenet.be28/10/2011
OMGEVINGSINTERVENTIES
• Temporele omgeving– Routine, voorspelbaarheid, herkenbaarheid
• Vast dag- en weekschema• Dagdagelijkse activiteiten:
» Wat, waar wie en hoe» Vereenvoudigen, in stappen opdelen» Aangepast aan vertraagd tempo, mogelijkheden, wensen
• Geen verrassingen of abrupte veranderingen
c.sachem@telenet.be28/10/2011
OMGEVINGSINTERVENTIES
• Temporele omgeving– Dag-nachtritme respecteren en bevorderen
» Dutjes overdag beperken» Fysieke activiteit overdag stimuleren» Lichttherapie tegen ‘sundowning’» Duidelijk afbakenen van dag- en nachtactiviteiten via
tijdscues
– Medicatiebeleid: diuretica, anti-depressiva
c.sachem@telenet.be28/10/2011
GEDRAGSINTERVENTIES
• Rationale
door het analyseren van situaties waarin het gedrag voorkomt
achterliggende oorzaak achterhalen,
om zo storend gedrag te verminderen of te vermijden
c.sachem@telenet.be28/10/2011
GEDRAGSINTERVENTIES
• Doelgedrag BPSD– Identificeren– Info verzamelen– Uitlokkende factoren en gevolgen in kaart
brengen– Realistische doelen en plan opstellen – Continu evalueren en indien nodig bijsturen
• Steeds mantelzorger betrekkenc.sachem@telenet.be
28/10/2011
GEDRAGSINTERVENTIES
• Stappenmodel:
– Stap 1: Gedragsobservatie– Stap 2 en 3: Analyse– Stap 4: Doel – Stap 5: Acties– Stap 6: Evaluatie
c.sachem@telenet.be28/10/2011
GEDRAGSINTERVENTIES
• Stap 1: Wat zie je?
• Wat is het meest belastende probleemgedrag?• Hoe vaak komt het gedrag voor (3d/2weken)?• Voor wie is het gedrag een probleem?
c.sachem@telenet.be28/10/2011
GEDRAGSINTERVENTIES
• Stap 2: In welke situaties komt het gedrag voor?
• Waar, in welke ruimte?• Wanneer komt het gedrag voor?• Wie is er in de buurt?• Wat gebeurt er in de directe omgeving?• Wat ging er aan vooraf?
c.sachem@telenet.be28/10/2011
GEDRAGSINTERVENTIES
• Stap 3: Hoe komt het?
– Mogelijke oorzaken:• Lichamelijk:
– Pijn, infectie, honger, onvervulde behoefte, medicatie
• Omgeving:– Verandering, te veel of te weinig prikkels, overvraagd
• Levensgeschiedenis :– Life-events, persoonlijkheid, coping
• Ander
c.sachem@telenet.be28/10/2011
GEDRAGSINTERVENTIES
• Stap 4: Wat wil je bereiken?
• Doel concreet en specifiek omschrijven– Inzicht in gedragsproblematiek via monitoring– Opheffen, verminderen, leren omgaan, preventie– Ondersteunen van betrokkenen
• Is het bespreekbaar met de pt.?• Wat vindt de mantelzorger?
c.sachem@telenet.be28/10/2011
GEDRAGSINTERVENTIES
• Stap 5: Wat ga je er aan doen?
• Welke concrete interventie(s) in welke speficieke omstandigheden?
– Wat, waar, wanneer, hoe lang?– Evaluatiedatum
• Is het bespreekbaar met de patiënt?• Wat vindt de mantelzorger?
c.sachem@telenet.be28/10/2011
GEDRAGSINTERVENTIES
• Stap 6: Heeft het geholpen? Is het doel bereikt?
• Ja/nee• Indien nee: vervolgactie → Stap 1
c.sachem@telenet.be28/10/2011
PSYCHOSOCIALE INTERVENTIES
• Rationale
Risico op BPSD beperken
Adaptatie- en copingproces ondersteunen/bevorden
c.sachem@telenet.be28/10/2011
PSYCHOSOCIALEINTERVENTIES
• Recreatieve, bijkomende en sociale therapie
• Psychologische interventies en psycho-educatie
c.sachem@telenet.be28/10/2011
PSYCHOSOCIALEINTERVENTIES
• Recreatieve, bijkomende en sociale therapie
• Muziektherapie• Reminiscentie• Kunsttherapie• Bewegingsterapie• Huisdiertherapie
c.sachem@telenet.be28/10/2011
PSYCHOSOCIALEINTERVENTIES
• Psychologische interventies• Luisterend oor• Bekommernissen, zorgen ernstig nemen en zo
realistisch mogelijk behandelen (bv. financiën)• Informatie en advies• Effectieve copingmechanismen nastreven• Aanvaarden van rolverandering• Aandacht voor formele en informele steunkanalen
c.sachem@telenet.be28/10/2011
NIET-FARMACOLOGISCHE INTERVENTIES
Effectiviteit:• Situatiegebonden
• Persoonsgebonden: maatwerk
• Vaak een combinatie van verschillende interventies
c.sachem@telenet.be28/10/2011
NIET-FARMACOLOGISCHE INTERVENTIES
Vooral succesvol bij:• Depressie/apathie
• Wegloop- en doolgedrag
• Steeds hetzelfde vragen/repetitief gedrag
c.sachem@telenet.be28/10/2011
COMMUNICATIETIPS
• Aandacht trekken• Beperkte fysieke afstand• Interactie 1:1• Beperk info tot 1 boodschap• Routine, voorspelbaarheid, herkenbaarheid in
wijze van communicatie• Concreet, duidelijk en to-the-point• Belangrijke woorden eerst• Ondersteun verbale met non-verbale taal• Geef tijd om info te verwerken en herhaal frequent
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
COMMUNICATIETIPS
• Vermijd– Verveling en overbelasting (vaak bron van BPSD)– Drukte: snel praten en bewegen– “Neen”: wees creatief in antwoorden– In bijzijn over hem/haar praten of grapjes maken– Minimaliseren of negeren van emoties en problemen– Confronteren met beperkingen
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
COMMUNICATIETIPS
• Let op– Uw fysieke en mentale status– Uw non-verbaal gedrag: irritatie leidt tot irritatie– De aard en toon van communicatie
• Vriendelijk, beleefd en respectvol• Geduldig en zachtaardig
• Toon interesse voor persoon en zijn levens-geschiedenis
• Thema voor conversatie• Als afleiding bij “lastige” taken
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
BESLUIT
• BPSD bij dementie = onvermijdelijk. • Het is niet altijd mogelijk om het te doen
stoppen of verminderen• MAAR
• Het is wel mogelijk– Bewust te zijn van uitlokkende factoren– Ga nooit in discussie– Stel pt gerust en zorg voor veiligheid– Of laat pt alleen en poog later opnieuw
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
“UNTIL THERE’S A CURE,
THERE’S ONLY CARE”J. Pollard
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
“GENTLE CARE”
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
LITERATUUR• Dautzenberg, P. (2009). Het wordt steeds stiller. Praten met mensen
die aan dementie lijden.• Jonker, C. et al. (2001). Alzheimer en andere vormen van dementie.• IPA (2002). Behavioral and Psychological Symptoms of Dementia
(BPSD). Educational Pack.• Michigan Departement of Community Health (2000). Dementia Care
Series. Thougts & Suggestions for caring• Miesen, B. (2006). Liefde voor het leven. Zorg voor mensen met
dementie.• Pollard, J. (2000). A caregiver’s Handbook for Advanced-Stage
Huntington.• V&VN (2008). Richtlijn “Omgaan met gedragsproblemen bij
patiënten met dementie.”
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
LITERATUUR
• www.dementie.be• www.kenniscentrumouderenpsychiatrie.nl• www.pdsg.org.uk: Pick’s Disease Support Group• www.alzheimers.org.uk• www.helpquide.org• www.alzheimer-nederland.nl
28/10/2011 c.sachem@telenet.be
BEDANKT
Carine SachemKlinisch psycholoog-neuropsycholoog
c.sachem@telenet.be – carine.sachem@uzgent.be