Dementie in beweging
Transcript of Dementie in beweging
Dementie in beweging
De plaats van lichaamsbeweging in de revalidatie van dementie patiënten
Jeroen Demarteau, MSc
Dementie in beweging
• Naar school!
• Enkele (patho‐) fysiologische overwegingen
• Dementie en beweging
• Corticale vs. subcorticale beelden
• Faseringen in dementie
• Verschillende indelingen
• Functioneren bij dementie
• Mogelijke aangrijpingspunten en verrichtingen
• Interventies bij dementie
• Medicamenteuze en niet‐medicamenteuze preventie en behandeling
2
Naar School!
3
Gezonde hersenactiviteit
4
Spectraal analyse QEEG
Delta BètaThèta Alfa
5
70 jarige vrouw met cognitieve problemen:- desoriëntatie in tijd en plaats
6
Fp
PC F
7
Frontal pole
Parietal
complexiteit / alertheid
Cognitieve prestatie
Orde (geheugen) Wanorde (adaptatie)
Cognitieve prestatie & EEG
8
complexiteit / alertheid
prestatie
Orde (geheugen) Wanorde (adaptatie)
Cognitieve prestatie & interventies
?
9
Dementie en beweging
Corticale dementie:
• Vasculaire dementie• Lewy‐body dementie• Ziekte van Alzheimer• Frontotemporale dementie• Frontalekwabdementie• Primaire progressieve afasie• Posterior corticale atrofie• Langzaam progressieve apraxie• Ziekte van Creutzfeldt‐Jacob• Syndroom van Gerstmann‐Sträussler‐
Scheinker
Subcorticale dementie:
• Vasculaire dementie• Lewy‐body dementie• Normal pressure hydrocephalus• Parkinson dementie• Progressieve supranucleaire palsy• Dementia pugilistica• Ziekte van Huntington• Progressieve multifocale leuko‐
encefalopathie• HIV‐dementie• Neurolues• Toxische / metabole encefalopathie
10
Dementie en beweging
Corticale dementie:
• Vasculaire dementie• Lewy‐body dementie• Ziekte van Alzheimer• Frontotemporale dementie• Frontalekwabdementie• Primaire progressieve afasie• Posterior corticale atrofie• Langzaam progressieve apraxie• Ziekte van Creutzfeldt‐Jacob• Syndroom van Gerstmann‐Sträussler‐
Scheinker
Subcorticale dementie:
• Vasculaire dementie• Lewy‐body dementie• Normal pressure hydrocephalus• Parkinson dementie• Progressieve supranucleaire palsy• Dementia pugilistica• Ziekte van Huntington• Progressieve multifocale leuko‐
encefalopathie• HIV‐dementie• Neurolues• Toxische / metabole encefalopathie
11
Dementie en beweging
Corticale dementie:
• Vergeetachtigheid, m.n. inprentingstoornissen
• Gnostische stoornissen
• Fatische stoornissen
• Praktische stoornissen
Subcorticale dementie:
• Vergeetachtigheid, m.n. ‘geheugenophaal’ stoornissen, trage verwerking van informatie en reactie daarop
• Depressiviteit, inertie, apathie
• Bradykinesie, hypokinesie, rigiditeit
• Loop‐ en stabiliteitsstoornissen
• Hypofonie, dysartrie
12
Dementie en beweging
Corticale dementie:
• Vergeetachtigheid, m.n. inprentingstoornissen
• Gnostische stoornissen
• Fatische stoornissen
• Praktische stoornissen
Subcorticale dementie:
• Vergeetachtigheid, m.n. ‘geheugenophaal’ stoornissen, trage verwerking van informatie en reactie daarop
• Depressiviteit, inertie, apathie
• Bradykinesie, hypokinesie, rigiditeit
• Loop‐ en stabiliteitsstoornissen
• Hypofonie, dysartrie
13
Faseringen in dementie
• Global Deterioration Scale (Reisberg B. e.a., 1982)
• Clinical Dementia Rating scale (Morris JC., 1993)
• Diagnostic and Statistical Manual of Mental disorders‐3‐R (American Psychiatric Association, 1987)
• Belevinggerichte Zorg (Feil N., 1989)
14
Faseringen in dementie
GDS CDR DSM‐3 BGZ
Fase 1 Subjectively and objectively normal
0 Normal
Fase 2 Subjective complaints, objectively normal
Fase 3 Mild Cognitive Impairment 0,5 Very mild dementia
Fase 1 ‘Bedreigde ik’
Fase 4 Early dementia 1 Mild dementia 1 Lichte dementie
Fase 5 Moderate dementia 2 Matige dementie Fase 2 ‘Verdwaalde ik’
Fase 6 Moderately severe dementia
2 Moderate dementia
Fase 3 ‘Verborgen ik’
Fase 7 Severe dementia 3 Severe dementia 3 Ernstige dementie Fase 4 ‘Verzonken ik’
15
Faseringen in dementie
GDS CDR DSM‐3 BGZ
Fase 1 Subjectively and objectively normal
0 Normal
Fase 2 Subjective complaints, objectively normal
Fase 3 Mild Cognitive Impairment 0,5 Very mild dementia
Fase 1 ‘Bedreigde ik’
Fase 4 Early dementia 1 Mild dementia 1 Lichte dementie
Fase 5 Moderate dementia 2 Matige dementie Fase 2 ‘Verdwaalde ik’
Fase 6 Moderately severe dementia
2 Moderate dementia
Fase 3 ‘Verborgen ik’
Fase 7 Severe dementia 3 Severe dementia 3 Ernstige dementie Fase 4 ‘Verzonken ik’
16
Functioneren bij dementieInternational Classification of Functioning, disability and health (ICF), WHO 2001
17
Functioneren bij dementieInternational Classification of Functioning, disability and health (ICF), WHO 2001
18
Functioneren bij dementieInternational Classification of Functioning, disability and health (ICF), WHO 2001
19
Functioneren bij dementieInternational Classification of Functioning, disability and health (ICF), WHO 2001
20
Functioneren bij dementieInternational Classification of Functioning, disability and health (ICF), WHO 2001
21
Functioneren bij dementieInternational Classification of Functioning, disability and health (ICF), WHO 2001
22
Functioneren bij dementieInternational Classification of Functioning, disability and health (ICF), WHO 2001
23
Functioneren bij dementieInternational Classification of Functioning, disability and health (ICF), WHO 2001
• Functies
1. Mentale functies
2. Sensorische functies en pijn
3. Stem en spraak
4. Functies van hart en bloedvatenstelsel, hematologisch systeem, afweersysteem en ademhalingsstelsel
5. Functies van spijsverteringsstelsel, metabool stelsel en hormoonstelsel
6. Functies van urogenitaal stelsel en reproductieve functies
7. Functies van bewegingssysteem en aan beweging verwante functies
8. Functies van huid en verwante structuren
• Anatomische eigenschappen
1. Anatomische eigenschappen van zenuwstelsel
2. Anatomische eigenschappen van oog, oor en verwante structuren
3. Anatomische eigenschappen van structuren betrokken bij stem en spraak
4. Anatomische eigenschappen van hart en bloedvatenstelsel, afweersysteem en ademhalingsstelsel
5. Anatomische eigenschappen van spijsverteringsstelsel, metabool stelsel en hormoonstelsel
6. Anatomische eigenschappen van urogenitaal stelsel
7. Anatomische eigenschappen van structuren verwant aan beweging
8. Anatomische eigenschappen van huid en verwante structuren
• Activiteiten en participatie
1. Leren en toepassen van kennis
2. Algemene taken en eisen
3. Communicatie
4. Mobiliteit
5. Zelfverzorging
6. Huishouden
7. Tussenmenselijke interacties en relaties
8. Belangrijke levensgebieden
9. Maatschappelijk, sociaal en burgerlijk leven
24
Functioneren bij dementieInternational Classification of Functioning, disability and health (ICF), WHO 2001
• Functies
1. Mentale functies
2. Sensorische functies en pijn
3. Stem en spraak
4. Functies van hart en bloedvatenstelsel, hematologisch systeem, afweersysteem en ademhalingsstelsel
5. Functies van spijsverteringsstelsel, metabool stelsel en hormoonstelsel
6. Functies van urogenitaal stelsel en reproductieve functies
7. Functies van bewegingssysteem en aan beweging verwante functies
8. Functies van huid en verwante structuren
• Anatomische eigenschappen
1. Anatomische eigenschappen van zenuwstelsel
2. Anatomische eigenschappen van oog, oor en verwante structuren
3. Anatomische eigenschappen van structuren betrokken bij stem en spraak
4. Anatomische eigenschappen van hart en bloedvatenstelsel, afweersysteem en ademhalingsstelsel
5. Anatomische eigenschappen van spijsverteringsstelsel, metabool stelsel en hormoonstelsel
6. Anatomische eigenschappen van urogenitaal stelsel
7. Anatomische eigenschappen van structuren verwant aan beweging
8. Anatomische eigenschappen van huid en verwante structuren
• Activiteiten en participatie
1. Leren en toepassen van kennis
2. Algemene taken en eisen
3. Communicatie
4. Mobiliteit
5. Zelfverzorging
6. Huishouden
7. Tussenmenselijke interacties en relaties
8. Belangrijke levensgebieden
9. Maatschappelijk, sociaal en burgerlijk leven
25
Aangrijpingspunten (geriatrie‐) fysiotherapieInternational Classification of Functioning, disability and health (ICF), WHO 2001
• Functies1) Mentale functies
• Algemene mentale functies• Energie en driften
• Energieniveau: mate van kracht en uithoudingsvermogen
• Slaap
• Specifieke mentale functies• Aandacht
• Psychomotorische functies• Psychomotorisch controle
• Kwaliteit van psychomotorische functies
• Stemming
• Perceptie• Auditieve, visuele, geur, smaak, tactiele perceptie
• Bepalen sequentie bij complexe bewegingen
• Ervaren van zelf en tijd• Ervaren van zelf
• Lichaamsbeeld
26
Aangrijpingspunten (geriatrie‐) fysiotherapieInternational Classification of Functioning, disability and health (ICF), WHO 2001
2) Sensorische functies en pijn
• Hoorfuncties en vestibulaire functies
• Vestibulaire functies
• Positiegevoel
• Balans
• Bewegingsgevoel
• Andere sensorische functies
• Smaak
• Reuk
• Propriocepsis
• Tast
• Sensorische functies verwant aan tempratuur en andere stimuli
• Tempratuurwaarneming
• Waarnemning van druk
• Pijn
• Pijngewaarwording
27
Aangrijpingspunten (geriatrie‐) fysiotherapieInternational Classification of Functioning, disability and health (ICF), WHO 2001
4) Functies van hart en bloedvatenstelsel, haematologisch systeem, afweersysteem en ademhalingstelsel
• Functie van hart en bloedvatenstelsel
• Hartfuncties
• Functies van bloedvaten
• Bloeddruk
• Functie van ademhalingsstelsel
• Ademhaling
• Functies van ademhalingsspieren
• Andere functies en gewaarwordingen van hart en bloedvatenstelsel en ademhalingsstelsel
• Inspanningstolerantie
• Algemeen fysiek uithoudingsvermogen
• Aërobe capaciteit
• Vermoeibaarheid
28
Aangrijpingspunten (geriatrie‐) fysiotherapieInternational Classification of Functioning, disability and health (ICF), WHO 2001
7) Functies van bewegingssysteem en aan beweging verwante functies• Functies van gewrichten en botten
• Mobiliteit van gewrichten
• Stabiliteit van gewrichten
• Mobiliteit van botten
• Spierfuncties• Spiersterkte
• Spiertonus
• Spieruithoudingsvermogen
• Bewegingsfuncties• Motorische reflexfuncties
• Onwillekeurige bewegingsreacties
• Controle van willekeurige bewegingen
• Onwillekeurige bewegingen• Onwillekeurige spiercontracties
• Tremor
• Tics en maniërisme
• Stereotypieën en motorische perseveratie
• Gangpatroon
• Gewaarwordingen verband houdend met spieren en bewegingsfuncties
• Spierstijfheid
• Spierspasme
29
Aangrijpingspunten (geriatrie‐) fysiotherapieInternational Classification of Functioning, disability and health (ICF), WHO 2001
• Activiteiten en participatie• 4) Mobiliteit
• Veranderen en handhaven van lichaamshouding• Veranderen van basale lichaamshouding
• Handhaven van lichaamshouding
• Uitvoeren van transfers
• Dragen, verplaatsen en manipuleren van iets of iemand• Nauwkeurig gebruik van handen
• Gebruiken van hand en arm
• Lopen en zich verplaatsen• Lopen
• Zich verplaatsen
• Zich verplaatsen tussen verschillende locaties
• Zich verplaatsen met speciale middelen
• 7) Tussen menselijke interacties en relaties• Algemene tussenmenselijke interacties
• Basale tussen menselijke interacties
30
Fysiotherapeutische verrichtingenClassificatie Verrichtingen Paramedische Beroepen (CVPB), WCC 1995
• Het bevragen
• Paramedisch onderzoek
• Manuele verrichtingen
• Fysische therapie in engere zin
• Het sturen / oefenen
• Begeleiding
• Instrumentele verrichtingen
• Medicamenteuze verrichtingen
• Het voorzien in hulpmiddelen
• Overige verrichtingen
31
Fysiotherapeutische verrichtingenClassificatie Verrichtingen Paramedische Beroepen (CVPB), WCC 1995
• Het bevragen
• Paramedisch onderzoek
• Manuele verrichtingen
• Fysische therapie in engere zin
• Het sturen / oefenen
• Begeleiding
• Instrumentele verrichtingen
• Medicamenteuze verrichtingen
• Het voorzien in hulpmiddelen
• Overige verrichtingen
32
Fysiotherapeutische verrichtingenClassificatie Verrichtingen Paramedische Beroepen (CVPB), WCC 1995
• Manuele verrichtingen• Teweegbrengen van articulaire bewegingen
• Masseren
• Het sturen / oefenen• Individueel sturen / oefenen van functies
• Groepsgewijs sturen / oefenen van functies
• Individueel sturen / oefenen van vaardigheden
• Groepsgewijs sturen / oefenen van vaardigheden
• Begeleiding• Informeren / adviseren / motiveren / stimuleren
• Bieden van steun
• Het voorzien in hulpmiddelen• Ontwerpen van hulpmiddelen
• Maken / vervaardigen van hulpmiddelen
• Veranderen van hulpmiddelen
• Aanbrengen / aanleggen en verwijderen van hulpmiddelen
• Testen / meten / controleren van hulpmiddelen
33
Wat kunnen we aan dementie doen?
• Farmacologische behandeling:
• Inhiberend (GDS 3‐?)
• Palliatief (GDS 3‐7)
• Niet‐farmacologische behandeling
• Preventief (GDS 1‐2)
• Palliatief (GDS 3‐7)
34
Farmacologische behandelingGDS: 3‐?
• Inhiberend:
• Experimenteel:
• NSAID’s
• Vitaminen suplementen (C en E)
• Hormoonpreparaten (oestrogeen)
• Anti‐amyloïd behandelingen
• Antioxidantia
• Beschikbaar:
• Cholinesterase remmers
• Memantine
35
Farmacologische behandelingGDS: 3‐7
• Palliatief:
• Eerst niet‐medicamenteuze behandeling / zorg, dan pas medicamenteuze behandeling (CBO‐richtlijn Dementie, 2005)
• Gericht op nevensymptomen:• Agressie en agitatie
• Wanen en hallucinaties
• Apathie en onverschilligheid
• Depressie, dysforie en Emotionele labiliteit
• Prikkelbaarheid
• Angst
• Eetstoornissen
• Dwangmatigheid
• Slaapstoornissen / nachtelijke onrust
• Ontremming (opwindingstoestand)
• Ontremming (seksueel)
• Euforie
• Motorische onrust
36
Farmacologische behandelingGDS: 3‐7
• Palliatief:
• Eerst niet‐medicamenteuze behandeling / zorg, dan pas medicamenteuze behandeling (CBO‐richtlijn Dementie, 2005)
• Gericht op nevensymptomen:• Agressie en agitatie
• Wanen en hallucinaties
• Apathie en onverschilligheid
• Depressie, dysforie en Emotionele labiliteit
• Prikkelbaarheid
• Angst
• Eetstoornissen
• Dwangmatigheid
• Slaapstoornissen / nachtelijke onrust
• Ontremming (opwindingstoestand)
• Ontremming (seksueel)
• Euforie
• Motorische onrust
37
Niet‐farmacologische behandelingGDS: 1 en 2
• Determinanten & risicofactoren:
• Leeftijd
• Geslacht
• Erfelijke aanleg
• Overige familiaire factoren
• Risicofactoren voor hart‐ en vaatziekte
• Hoofdletsel
• Alcoholgebruik
• Opleidingsniveau
• Geneesmiddelen, hormonen en vitamines
• Overige factoren
38
Niet‐farmacologische behandelingGDS: 1 en 2
• Determinanten & risicofactoren:
• Leeftijd
• Geslacht
• Erfelijke aanleg
• Overige familiaire factoren
• Risicofactoren voor hart‐ en vaatziekte
• Hoofdletsel
• Alcoholgebruik
• Opleidingsniveau
• Geneesmiddelen, hormonen en vitamines
• Overige factoren
39
Niet‐farmacologische behandelingGDS: 1 en 2
• Preventief (Middleton L. e.a., 2009):• Beperken cardiovasculaire risicofactoren:
• bloeddruk
• cholesterol
• bloedsuikers
• gewicht,
• alcoholgebruik
• roken
• Cognitieve training (hersengymnastiek)
• Actieve leefstijl (lichaamsbeweging)
• Tijd doorbrengen met familie en vrienden
• Gezond eten: • meervoudig onverzadigde vetzuren (vis, granen en noten)
• antioxidanten (groenten, fruit, koffie en thee)
• Behandelen van depressie
40
Niet‐farmacologische behandelingGDS: 1 en 2
• Preventief (Middleton L. e.a., 2009):• Beperken cardiovasculaire risicofactoren:
• bloeddruk (Jonker C. e.a., 2009)
• cholesterol
• bloedsuikers
• gewicht,
• alcoholgebruik
• roken
• Cognitieve training (hersengymnastiek)
• Actieve leefstijl (lichaamsbeweging)
• Tijd doorbrengen met familie en vrienden
• Gezond eten: • meervoudig onverzadigde vetzuren (vis, granen en noten)
• antioxidanten (groenten, fruit, koffie en thee)
• Behandelen van depressie
41
Niet‐farmacologische behandelingGDS: 3‐7
• Palliatief:
• Psychosociale interventies:
• Cognitieve stimuleringsprogramma’s
• Emotie georiënteerde programma’s
• Zintuigstimuleringsprogramma’s
• Bewegingstimuleringsprogramma’s
• Stimuleren van (plezierige) activiteiten
• Psychotherapeutische interventies
• Fysieke interventies
• Stimuleren van actieve leefstijl (ook preventief)
• Trainen (ook preventief)
• Bewegingstimuleringsprogramma’s
• Passieve houdings‐ / bewegingsinterventies
42
Psychosociale interventiesGDS: 3‐7
• Gericht op de patiënt:• Cognitieve stimuleringsprogramma’s:
• Cognitieve stimulatie therapie / Cognitieve training
• Realiteitsoriënterende benaderingswijze (ROB)
• Emotiegeörienteerde programma’s:• Behaviour management
• Reminiscentie
• Validation therapy
• Warme zorg
• Animal Assisted Therapy (AAT)
• Zintuigstimuleringsprogramma’s:• Massage / touch therapies
• Muziektherapie
• Aromatherapie
• Lichttherapie
• Multisensorische stimulatie (Snoezelen)
• Environmental manipulation / omgevingsfactoren
43
Psychosociale interventiesGDS: 3‐7
• Bewegingstimuleringsprogramma’s:• Physical activity / Exercise
• Psychomotorische therapie / Bewegings Activerings Programma (BAP)
• Stimuleren van (plezierige) activiteiten:• Activiteitenbegeleiding
• Sociaal‐maatschappelijke interacties
• Psychotherapeutische interventies:• Gedragstherapie
• Ergotherapie
44
Psychosociale interventiesGDS: 3‐7
• Gericht op de mantelzorger:
• Psychotherapeutische interventies:• Informatie / psycho‐educatie
• Aanleren vaardigheden
• Vergroten sociale steun
• Gedragstherapie
• Ergotherapie
45
Psychosociale interventiesGDS: 3‐7
• Muziektherapie, massage / touch therapie en fysieke activiteit / lichamelijke oefening werden in een recente review effectief bevonden voor specifieke symptomen bij dementie (Hulme C. e.a., 2010)
• Voor bijna alle psychosociale interventies is in meer of mindere mate evidentie beschikbaar
• Accupunctuur en Counseling werden niet bewezen effectief bevonden
• Er wordt in de literatuur een sterke voorkeur uitgesproken voor psychosociale interventies gericht op zowel de patiënt als de mantelzorger, m.n. gedragstherapie en ergotherapie (Jonker C. e.a., 2009).
• Multidisciplinaire benadering:• Verpleging
• Fysiotherapie, ergotherapie en logopedie
• Activiteitenbegeleiding
• Mantelzorgers
46
Psychosociale interventiesGDS: 3‐7
• Mogelijke werking psychosociale interventies:• Belasting = belastbaarheid zowel
cognitief als fysiek• Gedrag: rustig• Tonus: ontspannen• Gemoedstoestand: neutraal,
opgewekt, open, toegankelijk etc.
• Belasting ≠ belastbaarheid zowel cognitief als fysiek
• Gedrag: onrustig• Tonus: gespannen• Gemoedstoestand: angstig,
emotioneel, geagiteerd, agressief, verward etc.
• Zowel bij over‐ als onderbelasting
47
Fysieke interventiesGDS: 1‐7
• Stimuleren van actieve leefstijl (GDS 1‐3)
• Trainen (GDS 1‐4)
• Bewegingstimuleringsprogramma’s (GDS 4‐5)
• Passieve houdings‐ / bewegingsinterventies (GDS 6‐7)
48
Stimuleren van actieve leefstijlGDS: 1, 2 en 3
• Nederlandse norm gezond bewegen voor ouderen:
• 30 min. matig intensief bewegen, 5 dagen per week
• Nederlandse fitnorm voor ouderen:
• 20 min. intensief bewegen, 3 dagen per week
• Sporten voor ouderen:
• 60 min. intensief bewegen, 3 dagen per week
49
Stimuleren van actieve leefstijl GDS: 1, 2 en 3
• Onderzoek ouderen:• Sofi F. e.a., 2011
• Meta‐analyse, 15 prospectieve cohort studies geïncludeerd
• Doelgroep: niet dementerende personen >65 jaar (totaal n=33.816)
• Tijdspanne: follow‐up 1‐12 jaar
• Outcome measures:• Cognitieve achteruitgang (10 studies MMSE, 5 studies anders): tijdens follow‐up 3210
gevallen van cognitieve achteruitgang
• Resultaat:
• Hoog niveau van fysieke activiteit: 38%minder kans op cognitive achteruitgang dan passieve personen
• Laag tot gemiddeld niveau van fysieke activiteit: 35%minder kans op cognitive achteruitgang dan passieve personen
50
Trainen GDS: 1, 2, 3 en 4
• Grondmotorische eigenschappen:• Kracht
• Uithoudingsvermogen
• Snelheid
• Lenigheid
• Coördinatie
• Toevoegingen:• Mobiliteit
• Sensibiliteit (proprioceptie)
• Balans
• Wendbaarheid
• Dubbel taken
• Functionele oefeningen
51
Trainen GDS: 1, 2, 3 en 4
• Grondmotorische eigenschappen:• Kracht
• Uithoudingsvermogen
• Snelheid
• Lenigheid
• Coördinatie
• Toevoegingen:• Mobiliteit
• Sensibiliteit (proprioceptie)
• Balans
• Wendbaarheid
• Dubbel taken
• Functionele oefeningen
52
TrainenGDS: 1, 2, 3 en 4
• Trainingsvariabelen bepalen trainingsprikkel
• Trainingsvariabelen:
• Intensiteit (zwaarte)
• Duur (tijd)
• Frequentie (aantal X per week)
• Omvang (duur X frequentie.)
• Dichtheid (verhouding arbeid / rust)
53
Training krachtGDS: 1, 2, 3 en 4
• Beweging maximaal 1‐30x uitvoerbaar = krachtprikkel
• Van Bemt e.a., 2001:• Bepalen 1RM (repetition maximum)
• Start tussen 30‐45% 1RM / 1‐3 series
• Opbouw 5% per week
• Trainen tussen 50‐80%
• 8‐10 oefeningen van grote spiergroepen b.v. circuit training
• 8‐12 herhalingen per serie
• 3‐5 series
• 2‐3x per week
• Minimaal 6 weken
• Voorkeur functionele oefenvormen (de Vreede P., 2006)
54
Voorbeelden circuit krachttrainingGDS: 1, 2, 3 en 4
55
Voorbeelden functionele krachttrainingGDS: 1, 2, 3 en 4
56
Training uithoudingsvermogenGDS: 1, 2, 3 en 4
• Beweging langdurig uitvoerbaar = UHV‐prikkel
• Van Bemt e.a., 2000:• HRR bepalen (Karvonen)
• Start 30‐45% HRR / 20 min.
• Elke 2 weken +5%HRR / +5 min.
• Trainen tussen 50‐70% HRR
• 30‐40 min. niet noodzakelijk aansluitend
• 3x per week
57
Voorbeelden cardiorespiratoire trainingGDS: 1, 2, 3 en 4
58
Trainen GDS: 1, 2 en 3
• Onderzoek geïnstitutionaliseerde kwetsbare ouderen:• Weening‐Dijksterhuis E. e.a., 2011
• Review, 27 studies geïncludeerd
• Doelgroep: geïnstitutionaliseerde kwetsbare ouderen (≥70 jaar)
• RCT’s: 12 hoge kwaliteit, 12 RCT gemiddelde kwaliteit en 3 lage kwaliteit (aDCA)
• Outcome measures gebaseerd op Effect Size: • Kracht: 4 studies sterk / erg sterk effect, 5 studies gemiddeld / beperkt effect
• Uithoudingsvermogen: 2 studies sterk / erg sterk effect, 1 studie beperkt effect
• Lenigheid: 2 studies gemiddeld effect
• Coördinatie: tegenovergesteld effect
• Balans: 1 studie sterk / erg sterk effect, 9 studies gemiddeld / beperkt effect
• Functionele prestatie: 4 studies sterk / erg sterk effect, 8 studies gemiddeld / beperkt effect
• ADL: 1 studie sterk / erg sterk effect, 5 studies gemiddeld / beperkt effect, 1 studie tegenovergesteld effect
• Kwaliteit van leven: 2 studies effect op depressie beperkt en algeheel welbevinden beperkt / sterk
• Resultaat: evidence‐based trainingsadviezen geformuleerd.59
Trainen GDS: 1, 2 en 3
• Evidence‐based trainingsadviezen:
• Kracht:• Type: progressieve weerstand training
• Intensiteit: 40‐80% van 1RM
• Volume: van 1 set / 8 herhalingen naar
3 sets / 8 herhalingen
• Frequentie: 3x per week
• Duur: 60 minuten
• Episode: minimaal 10 weken
• Uithoudingsvermogen:• Type: progressieve weerstand training
• Intensiteit: 80% van 1RM
• Volume: van 1 set / 8 herhalingen naar
3 sets / 8 herhalingen
• Frequentie: 3x per week
• Duur: 60 minuten
• Episode: 10 weken
• Lenigheid en Coördinatie:• Geen sterk bewezen effect daarvoor geen advies
• Balans:• Type: individuele behoefte en mogelijkheden
• Frequentie: 3x per week
• Duur: 60 minuten
• Episode: 3 maanden
• Functionele prestatie:• Type: progressieve weerstand training
• Intensiteit: 40‐80% van 1RM voor PWT
• Volume: van 1 set / 8 herhalingen naar 3 sets / 8 herhalingen
• Frequentie: 3x per week
• Duur: 60 minuten
• Episode: 10 weken
• Type: progressieve functionele training (lopen, steppen, sport en spel)
• Intensiteit: opbouwen naar individuele behoefte en mogelijkheden in de tijd voor PFT
60
Trainen GDS: 1, 2 en 3
• ADL prestatie:• Type: progressieve weerstand training
• Intensiteit: 40‐80% van 1RM voor PWT
• Volume: van 1 set / 8 herhalingen naar 3 sets / 8 herhalingen
• Frequentie: 3x per week
• Duur: 60 minuten
• Episode: 10 weken
• Kwaliteit van leven:• Type: weerstandstraining
• Volume: 2 sets / 8‐12 herhalingen
• Frequentie: 1x per week
• Duur: 60 minuten
• Episode: 6 maanden
• Type: functionele training middels spel
• Frequentie: 1x per week
• Duur: 60 minuten
• Episode: 6 maanden
61
TrainenGDS: 3 en 4
• Onderzoek dementerende ouderen:
• Blankevoort CG. e.a., 2010
• Review, 16 studies geïncludeerd
• Doelgroep: dementerende ouderen (≥70 jaar, MMSE ≤24/30)
• 10 RCT’s (niveau 2b), 6 Case series (niveau 4), gemiddelde kwaliteit
• Outcome measures gebaseerd op Effect Size:• Loopsnelheid (normaal): 6 studies gemiddel effect
• Loopsnelheid (snel): 2 studies beperkt effect
• Uithoudingsvermogen: 5 studies erg sterk effect
• Functionele mobiliteit: 6 studies gemiddeld effect
• Kracht onderste extremiteit: 7 studies erg sterk effect
• Balans: 5 studies erg sterk effect
• ADL: 4 studies sterk effect
• Haalbaarheid trainingsprogramma: ≥85% geschikt voor deelname, ≤20% dropout, geen tegenovergesteld effect gerapporteerd;
• Hogere MMSE, hogere uitval ;
• Resultaat: evidence‐based trainingsadviezen geformuleerd.62
TrainenGDS: 3 en 4
• Evidence‐based trainingsadviezen:
• Train in alle stadia van dementie binnen de behoefte en mogelijkheden van de persoon
• Gevonden effecten zijn vergelijkbaar met resultaten van ouderen zonder cognitieve beperkingen en geïnstitutionaliseerde ouderen zonder cognitieve beperkingen.
• Gebruik multi‐componenten interventies
• Duur: 45‐60 minuten per sessie
• Frequentie: mininimaal 3x per week
• Episode: 12 weken of langer
63
Bewegingstimuleringsprogramma’sGDS: 4 en 5
• Therapeutisch lopen o.b.v. Fysiotherapeut:
• Lopen met een rollator is voor personen ouder dan 75 jaar een activiteit met een gemiddelde tot hoge intensiteit waarbij het aerobe uithoudingsvermogen getraind wordt (Eggermont L. e.a., 2006)
• Groepsgym i.s.m. activiteitenbegeleiding gericht op sport, spel en ontspanning
• Bewegings Activerings Programma (BAP), Droes RM., 1987:• Psychomotorische groepstherapie voor dementerende ouderen
• Elementen van ROB / Validation
• Doel: verminderen of voorkomen van psychosociale problemen door beweging en aandacht voor lichaamsbeleving
• Drie aspecten:
1. (Re‐) activering
2. (Re‐) socialisering
3. Bevorderen van het affectief functioneren
• 59 bewegingsactiviteiten met vaste opbouw
• Duur:45 min.
• Frequentie: 2xp/w64
Passieve interventiesGDS: 6 en 7
• Passive Movement Therapy (PMT):
• Hobbelen H., 2010
• Doelgroep: dementerende ouderen met paratonie
• Defenitie paratonie:• Paratonie is een vorm van hypertonie met een onvrijwillige variabele weerstand tegen passief bewegen die
voorkomt bij dementie
• De uitingsvorm van paratonie kan veranderen met het vorderen van de dementie
• De mate van weerstand veranderd met de snelheid van bewegen
• De mate van paratonie neem toe als de behandelaar meer kracht gebruikt
• De ernst van de paratonie neemt toe met de progressie van de dementie
• De weerstand kan in elke bewegingsrichting voelbaar zijn (geen patroon)
• Er is geen sprake van een knipmesfenomeen
• Paratonia Assessment Instrument (PAI):• Een onvrijwillige variabele weerstand bij passief bewegen
• Er is geen sprake van een knipmesfenomeen
• De weerstand op passief bewegen is in elke bewegingsrichting voelbaar
• Weerstand is voelbaar in één lidmaat in twee richtingen of in twee ledematen
• De mate van weerstand correleert met de snelheid van bewegen
• Resultaat: op korte termijn effect, op lange termijn tegenovergesteld effect.
65
Passieve interventiesGDS: 6 en 7
• PDL:• Een complex van handelingen , maatregelen en voorzieningen die bijdragen aan
een optimale begeleiding, verzorging en verpleging van mensen bij wie zelfzorgtekorten niet meer zijn op te heffen.
• Aandachtsgebieden: liggen, zitten, gewassen worden, gekleed worden, verschoond worden, verplaatst worden en gevoed worden.
• Instruerende rol fysiotherapeut: spasme inhiberende technieken, vermijden ongewenst optredende reflexen, efficiënte transfers begeleiden, bieden van optimale houdingen en ondersteunende maatregelen.
• Methode van de Rakt:• Ontstaan foetale houding door perceptieprobleem als reactie op gebrek aan
stabiliteit en verminderde tactiele input waardoor men op zoek gaat naar interne input.
• Behandeling door verhogen tactiele input en stabiliteit door gebruik van ‘harde’matrassen en kussens.
66
Overzicht GDS: 1
Patiënt
• Cognitieve functie:• Geen cognitieve achteruitgang
• Psychosociale interventies:• Stimuleren actieve leefstijl
• Fysieke interventies:• Stimuleren actieve leefstijl
67
Overzicht GDS: 2
Patiënt
• Cognitieve functie:• Zeer lichte cognitieve achteruitgang
• Psychosociale interventies:• Stimuleren van actieve leefstijl
• Fysieke interventies:• Stimuleren van actieve leefstijl
• Trainen
Mantelzorger
• Psychosociale interventies:• Informatie / psycho‐educatie
68
Overzicht GDS: 3
Patiënt
• Cognitieve functie:• Lichte cognitieve achteruitgang
• Psychosociale interventies:• Cognitieve stimulatie therapie / Cognitieve
training
• Realiteitsoriënterende benaderingswijze
• Omgevingsfactoren
• Gedragstherapie
• Ergotherapie
• Fysieke interventies:• Stimuleren van actieve leefstijl
• Trainen
Mantelzorger
• Psychosociale interventies:• Informatie / psycho‐educatie
• Aanleren vaardigheden
• Vergroten sociale steun
• Gedragstherapie
• Ergotherapie
69
Overzicht GDS: 4
Patiënt
• Cognitieve functie:• Matige cognitieve achteruitgang
• Psychosociale interventies:• Realiteitsoriënterende benaderingswijze
• Reminiscentie
• Validation
• Omgevingsfactoren
• Warme zorg
• Gedragstherapie
• Ergotherapie
• Fysieke interventies:• Trainen
Mantelzorger
• Psychosociale interventies:• Informatie / psycho‐educatie
• Aanleren vaardigheden
• Vergroten sociale steun
• Gedragstherapie
• Ergotherapie
70
Overzicht GDS: 5
Patiënt
• Cognitieve functie:• Matig tot ernstige cognitieve
achteruitgang
• Psychosociale interventies:• Reminiscentie
• Validation
• Animal Assisted Therapie
• Muziektherapie
• Omgevingsfactoren
• Warme zorg
• Gedragstherapie
• Ergotherapie
• Fysieke interventies:• Psychomotorische therapie / Bewegings
Activerings Programma
Mantelzorger
• Psychosociale interventies:• Informatie / psycho‐educatie
• Aanleren vaardigheden
• Vergroten sociale steun
• Gedragstherapie
• Ergotherapie
71
Overzicht GDS: 6
Patiënt
• Cognitieve functie: • Ernstige cognitieve achteruitgang
• Psychosociale interventies:• Reminiscentie
• Validation
• Massage‐ / touch therapies
• Animal Assisted Therapie
• Muziektherapie
• Aromatherapie
• Lichttherapie
• Snoezelen
• Omgevingsfactoren
• Warme zorg
• Ergotherapie
• Fysiek interventies:• Passiviteiten dagelijks Leven (PDL)
Mantelzorger
• Psychosociale interventies:• Informatie / psycho‐educatie
• Aanleren vaardigheden
• Vergroten sociale steun
• Gedragstherapie
• Ergotherapie
72
Overzicht GDS: 7
Patiënt
• Cognitieve functie:• zeer ernstige cognitieve achteruitgang
• Psychosociale interventies:• Massage‐ / touch therapies
• Animal Assisted Therapie (AAT)
• Muziektherapie
• Aromatherapie
• Lichttherapie
• Snoezelen
• Omgevingsfactoren
• Warme zorg
• Ergotherapie
• Fysiek interventies:• Passiviteiten dagelijks Leven (PDL)
• Van de Rakt‐methode
Mantelzorger
• Psychosociale interventies:• Informatie / psycho‐educatie
• Aanleren vaardigheden
• Vergroten sociale steun
• Gedragstherapie
• Ergotherapie
73
Vragen?
74
“Slikken: een hoofdzaak?”Een onderzoek naar de haalbaarheid van zachte
manuele mobilisaties ter hoogte van de halswervelkolom bij dementerende ouderen met
slikstoornissen en de invloed hiervan op de slikmogelijkheden
J.S. DEMARTEAU, MSc
PromotorPROF. DR. I. BAUTMANSPROF. DR. T. METS
Rationale
Dementie(Stoornis in mentale functies)
Dysphagia(Stoornis in slikken)
Hoofdhouding afwijking(Stoornis in functies van bewegingssysteem en
beweging verwante functies)
Neurodegeneratieve veranderingen
Complicaties
Ertekin et al, 2001; Van de Rakt, 2001
Rationale
Dementie(Stoornis in mentale functies)
Dysphagia(Stoornis in slikken)
Hoofdhouding afwijking(Stoornis in functies van bewegingssysteem en
beweging verwante functies)
Neurodegeneratieve veranderingen
Complicaties
Ertekin et al, 2001; Van de Rakt, 2001
Richtlijnen
• Revalidatie (logopedie)
– Oefeningen voor kracht, coördinatie..
• Compensatie (multidisciplinair)
– Voeding:volume, smaak, consistentie…
– Houding
Logeman, 2000; Ritmeijer et al, 2001
Richtlijnen
• Revalidatie (logopedie)
– Oefeningen voor kracht, coördinatie..
• Compensatie (multidisciplinair)
– Voeding:volume, smaak, consistentie…
– Houding
Hoe wordt dit bereikt?
Manuele Therapie?
Logeman, 2000; Ritmeijer et al, 2001
Doelstellingen
• Haalbaarheid MT bij dementie
• Effect op slikfunctie bij dementiepatiënten met dysphagie
Hoofdhoudingtypologieën
Van de Rakt, 2001
Interventie / Controle
• Zachte manuele mobilisaties aan de halswervelkolom
– C0‐T4– Repositionering halswervelkolom
• Hoog cervicaal flexie• Mid cervicaal extensie• Laag cervicaal extensie• Lateroflexie & rotatie neutraal
– Dosering• Ontspannen zithouding• Traag ritme• Tot eindgevoel• Kleine amplitude• Hoog aantal herhalingen• Weinig kracht• 15 tot 20 minuten
• Praatje / aandacht
Deelnemers
• Inclusie
– Bewoners Geriatrisch Centrum Damiaan te Tremelo (n=460)
– > 65 jaar
– Dementie (MMSE < 24 punten)
– Gedocumenteerde dysphagie (logopedie)
– Afwijkende Hoofdhouding (screening door team van 2MT + 1PT)
• Exclusie
– Bedlegerigheid
Populatie
• 16 deelnemers
• ♀ 10 / ♂ 6
• Leeftijd 85 (± 6)
• MMSE 8 /30 (± 6)
Design
Re-evaluation
3 weeks
Re-evaluation
3 weeks
Baseline
1 session
Re-evaluation Re-evaluation
1 week
2 sessions
Re-evaluation
2 weeks
Washout control
Re-evaluation
Baseline Re-evaluation Re-evaluation
1 week
control
Re-evaluation
1 session 2 sessions
Re-evaluation
2 weeks
N=8
N=8 Washout
Outcome
• Haalbaarheid
– Verweer, vermoeidheid, cognitie.
• Dysphagie
– Bolusmaat in 1x doorgeslikt
– Slikfrequentie op bolusmaat 20ml
• Verklarende variabelen
– sEMG parameters
• Duur (sec.)
• Integraal (mate van spieractivatie)
• Peak to Peak (maximale amplitude in mV)
Resultaten haalbaarheid
• Haalbaarheid Cervicale mobilisaties
– 88% geslaagd (42/48)
– 12% niet geslaagd
• 6% verweer (3/48)
• 4% ziekte (2/48)
• 2% overlijden (1/48)
Effecten MT op Dysphagie
• Slikvolume MT <> Controle
– 1sessie p=0.025
• MT p=0.011 / Controle niet significant
– 1week p=0.116
• MT p=0.032 / Controle niet significant
• # slikken op 20ml MT <> Controle
– 1 sessie p=0.036
• MT niet significant / Controle p=0.027
– 1 week p=0.215
• MT niet significant / Controle niet significant
Effecten MT op Dysphagie
• Slikvolume MT <> Controle
– 1sessie p=0.025
• MT p=0.011 / Controle niet significant
– 1week p=0.116
• MT p=0.032 / Controle niet significant
• # slikken op 20ml MT <> Controle
– 1 sessie p=0.036
• MT niet significant / Controle p=0.027
– 1 week p=0.215
• MT niet significant / Controle niet significant
Effecten MT op Dysphagie
• Slikvolume MT <> Controle
– 1sessie p=0.025
• MT p=0.011 / Controle niet significant
– 1week p=0.116
• MT p=0.032 / Controle niet significant
• # slikken op 20ml MT <> Controle
– 1 sessie p=0.036
• MT niet significant / Controle p=0.027
– 1 week p=0.215
• MT niet significant / Controle niet significant
Klinische relevantie
• Norm: ≥20ml in 1x (<10sec.)
• Bolusmaat Interventie groep– 5,87ml → 8,87ml → 11,47ml
• Bolusmaat Controle groep– 10,33ml → 8,87ml → 10,80ml
• Slikfrequentie Interventie groep– 2,71 → 2,43 → 2,38
• Slikfrequentie Controle groep– 2,06 → 2,92 → 3,07
Klinische relevantie
• Norm: ≥20ml in 1x (<10sec.)
• Bolusmaat Interventie groep– 5,87ml → 8,87ml → 11,47ml
• Bolusmaat Controle groep– 10,33ml → 8,87ml → 10,80ml
• Slikfrequentie Interventie groep– 2,71 → 2,43 → 2,38
• Slikfrequentie Controle groep– 2,06 → 2,92 → 3,07
Klinische relevantie
• Norm: ≥20ml in 1x (<10sec.)
• Bolusmaat Interventie groep– 5,87ml → 8,87ml → 11,47ml
• Bolusmaat Controle groep– 10,33ml → 8,87ml → 10,80ml
• Slikfrequentie Interventie groep– 2,71 → 2,43 → 2,38
• Slikfrequentie Controle groep– 2,06 → 2,92 → 3,07
Klinische relevantie
• Norm: ≥20ml in 1x (<10sec.)
• Bolusmaat Interventie groep– 5,87ml → 8,87ml → 11,47ml
• Bolusmaat Controle groep– 10,33ml → 8,87ml → 10,80ml
• Slikfrequentie Interventie groep– 2,71 → 2,43 → 2,38
• Slikfrequentie Controle groep– 2,06 → 2,92 → 3,07
Discussie
• MT bij oudere dementiepatiënten met
dysphagie is haalbaar.
• Cervicale mobilisaties
– slikvolume na 1 sessie & na 1 week
– Stabilisatie # slikken op 20ml (dysphagia‐limit) na
1 sessie
• Geen verklaring uit sEMG
Hoe verder?
• Pilot studie
– Haalbaar
– Effecten
– Werkwijze
• Studie op grotere schaal
– Behandelingen hogere frequentie?
– sEMG te grove maat?
Literatuur
• Jonker C. et al, Handboek dementie, BSL 2009 (ISBN 9789031362288)
• Wolters E. et al, Neurologie, BSL 2001 (ISBN 903133474)
• van der Brugge F., Neurorevalidatie bij centraal neurologische aandoeningen, BSL 2008 (ISBN 9789031352722)
• de Morree J. et al, Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training, BSL 2006 (ISBN 9031343668)
• WHO, Internationale statistische classificatie van ziekten en met gezondheidverband houdende problemen, BSL 2010 (ISBN 9789031383924)
• APA, Diagnostic and statistical manual of mental disorders ‐ fourth edition – text revision, D&S Company 2000 (ISBN 9780890420249)
• WHO, Internationale classificatie van het menselijk functioneren, BSL 2001 (ISBN 903133913X)
• CBO, Richtlijn Diagnostiek en medicamenteuze behandeling van dementie, 2005 (ISBN 9085230934)
• NGR, Rapport Gezondheidsraad Dementie, 2002 (ISBN: 9055494178)
• Hobbelen J., Paratonia enlightened, Gildeprint 2010 (ISBN 9789461080950)
• RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2007:
http://www.nationaalkompas.nl /gezondheid‐en‐ziekte/ziekten‐en‐aandoeningen/psychische‐stoornissen/dementie/
97
Literatuur
• Weening‐Dijksterhuis et al. Frail institutionalized older persons: A comprehensive review on physical exercise, physical fitness, activities of daily living, and quality‐of‐life. American journal of physical medicine & rehabilitation / Association of Academic Physiatrists (2011) vol. 90 (2) pp. 156‐68
• Sofi et al. Physical activity and risk of cognitive decline: a meta‐analysis of prospective studies. Journal of Internal Medicine (2011) vol. 269 (1) pp. 107‐17
• Hulme et al. Non‐pharmacological approaches for dementia that informal carers might try or access: a systematic review. International Journal of Geriatric Psychiatry (2010) vol. 25 (7) pp. 756‐63
• Dual protection: 6 steps for preventing dementia. Harvard heart letter : from Harvard Medical School (2010) vol. 20 (8) pp. 6
• Blankevoort et al. Review of effects of physical activity on strength, balance, mobility and ADL performance in elderly subjects with dementia. Dementia and Geriatric Cognitive Disorders (2010) vol. 30 (5) pp. 392‐402
• Hogan et al. Diagnosis and treatment of dementia: 5. Nonpharmacologic and pharmacologic therapy for mild to moderate dementia. CMAJ : Canadian Medical Association journal = journal de l'Association medicale canadienne (2008) vol. 179 (10) pp. 1019‐26
98
Literatuur
• Eggermont et al. Walking with a rollator and the level of physical intensity in adults 75 years of age or older. Archives of Physical Medicine and Rehabilitation (2006) vol. 87 (5) pp. 733‐6
• Ferri et al. Global prevalence of dementia: a Delphi consensus study. Lancet (2005) vol. 366 (9503) pp. 2112‐7
• De prevalentie bij ouderen van de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie en dementie bij de ziekte van Parkinson; het ERGO‐onderzoek. (2005) pp. 1‐6
• Choi et al. Interchanging scores between clinical dementia rating scale and global deterioration scale. Alzheimer disease and associated disorders (2003) vol. 17 (2) pp. 98‐105
• van Bemt C. et al, De effectiviteit van trainingsprogramma’s voor ouderen ter verbetering van de spierkracht, Fysiotherapie & ouderenzorg (2001) pp. 5‐14
• Van Bemt C. et al, De effectiviteit van trainingsprogramma’s voor ouderen ter verbetering van het maximaal aeroob uithoudingsvermogen, Fysiotherapie & ouderenzorg (2000) pp. 9‐19
• Feil. Validation therapy. Geriatric nursing (New York, NY) (1992) vol. 13 (3) pp. 129‐33
99