Presentatie akkervogels Pajottenland, 18 oktober 2014 - Wouter Faveyts, Cinerea

Post on 02-Jul-2015

99 views 0 download

description

Presentatie akkervogels Pajottenland 18 oktober 2014 - Wouter Faveyts, Cinerea

Transcript of Presentatie akkervogels Pajottenland, 18 oktober 2014 - Wouter Faveyts, Cinerea

Telresultaten uit de streek van Galmaarden

Vogels die voor (deel van) hun overleving afhankelijk zijn van akkerland

niet zozeer van de akkers zelf, maar wel van hun structuur en/of de voedselbronnen

Geen netjes afgebakende groep diversiteit Konden ooit grote sprong voorwaarts maken

dankzij landbouw; nu sterke terugval in grote delen van Europa

Even voorstellen…

Eerst even uitzoomen op Vlaanderen

Laatste decennia sterke achteruitgang. Informatie in Vlaamse broedvogelatlas (periode tot en met

2000-2002): Zomertortel: > 70% Graspieper: > 75% Veldleeuwerik: > 95% Ringmus: > 75% Grauwe Gors: > 75% Geelgors: > 80%

Niet alleen verlies in %; ook een enorm verlies aan vogels: bvb. Veldleeuwerik: ca. 180.000 paar in jaren ‘60 9.000-11.000 paar aan begin 21ste eeuw = paar 100.000 Veldleeuweriken kwijt!

Bovenvermelde cijfers dateren inmiddels van ruim 10 jaar geleden; meeste soorten sindsdien verder afgenomen.

Periode 2007-2012 (gegevens ABV-project): Kievit: -20,3% Patrijs: -23,5% Graspieper: -39,1% Gele Kwikstaart: +12,2% Veldleeuwerik: -14,3% Ringmus: -25,7% Geelgors: +29,9%

Oorzaken van afname zijn divers: Schaalvergroting

Opkomst monoculturen

Intensiever grondgebruik, incl. verdwijnen restgronden en KLE’s

Uitbreiding maïsteelt

Verdwijnen wintervoedsel (graanstoppels)

Predatie

Meer en sterkere pesticiden

Inzoomen op de eigen regio

Ook hier sterke afname Eén soort al jaren verdwenen: Grauwe Gors Twee soorten recenter verdwenen:

Zomertortel en Graspieper Overige soorten: in slechte papieren, op Gele

Kwikstaart na en voorzichtige, zeer recente lichtpuntjes voor Geelgors

In vergelijking met andere delen van Vlaanderen gaat het hier echter iets beter of veeleer ‘iets minder slecht’

Sinds 2009: voorzien van wintervoedsel-akkers

Zie presentatie hiervoor van Koen en Frederik

Heel belangrijk: meten is weten! Ook van belang om effect van

maatregelen te kennen Belangrijk: gestandaardiseerde telwijze Vogelwerkgroep Cinerea (Denderstreek)

neemt telwerk voor haar rekening We weten al vrij veel maar nog lang niet

genoeg: dit zijn tussentijdse resultaten

Tellingen van

Broedvogels

Overwinteraars

Broedvogels: tellingen van bepaalde soorten, gebiedsdekkend of in bepaalde telgebieden

Overwinteraars: tellingen op percelen waar maatregelen worden getroffen

Zomertortel

2000-2002: 25 territoria geteld (gebiedsdekkend i.k.v. broedvogelatlas) schatting van 35-45 territoria.

2010: laatste territorium in regio

100 % afname sinds begin 21ste eeuw!

Tellen helaas niet langer nodig…

Telwerk heeft wel duidelijk aangetoond hoe groot achteruitgang is

Veldleeuwerik 2000-2002: 110 territoria geteld (gebiedsdekkend i.k.v.

broedvogelatlas) schatting van 110-150 territoria.

2010-2012: ca. 15 territoria bij weliswaar onvolledig tellingen, maar haalt wellicht niet meer de 50 territoria

Vanaf 2013: elke drie jaar tellingen in dezelfde afgebakende, kleine telgebieden▪ 4 gebieden van 53 – 156 ha (totaal 388 ha)

▪ 1,0 – 3,5 terr./100 ha

>50 % afname sinds begin 21ste eeuw, maar recent vrij stabiel

Kievit

Vanaf 2013: elke drie jaar tellingen in dezelfde afgebakende, kleine telgebieden

▪ 4 gebieden van 53 – 156 ha (totaal 388 ha)

▪ 1,8 – 5,3 terr./100 ha

afname sinds eind 20ste eeuw, maar lijkt recent enigszins stand te houden wel gevaar van ‘vergrijzing’ door gebrek aan of onvoldoende uitgevlogen jongen

Gele kwikstaart

Vanaf 2013: elke drie jaar tellingen in dezelfde afgebakende, kleine telgebieden

▪ 4 gebieden van 53 – 156 ha (totaal 388 ha)

▪ 3,1 – 5,8 terr./100 ha

Leek lang stand te houden, maar recent mogelijk toch afname

Speciaal: één van de enige Afrika-trekkers onder de akkervogels

Geelgors: best opgevolgde soort Minstens 1 keer in de 2 jaren streven we naar goede telinspanning

Alle gekende broedgebieden 1-2 keer grondig onderzoeken tijdens broedseizoen

Lukt ene jaar al wat beter dan het andere

Niettemin: goed zicht op huidige populatie:

Jaar Geteld Geschat

2000-2002 70 75-80

2010 46 50-60

2011 30 50-60

2012 53 55-65

2013 49 55-65

Conclusies broedvogelmonitoring Geelgors: Ca. 25% afname sinds begin 21ste eeuw, maar recent status

quo, met zelfs lokaal weer voorzichtige toename (maatregelen!)

2 kerngebieden in werkingsgebied vogelwerkgroep:▪ noordelijke kern: Oudenberg – Congoberg: 22-46 (schatting: 50

terr.)▪ zuidelijke kern: Bever: 4-9 territoria (schatting: 10 terr.)

Daarbuiten grotendeels afwezig, ook in geschikte gebieden

Clustering van territoria Broedvogelonderzoek maakt duidelijk hoe belangrijk het

behoud van kerngebieden is en hoe belangrijk de winterse maatregelen zijn voor een standvogel als geelgors!

November – maart 3-7 tellocaties (percelen met maatregelen) 2- tot 3-wekelijkse tellingen van alle

akkervogelpercelen op één (voormid)dag Noteren van alle vogels die gebruik maken

van de akkers: 23 soorten Per telling: 10-tallen tot vele 100-en vogels Piekaantallen vooral tijdens hartje winter Vooral aandacht voor ‘echte’ akkervogels en

dan in het bijzonder Geelgors

Ringmus Sterk wisselende aantallen

Beste winters:

▪ 09-10: dagmaximum 85 ex.

▪ 11-12: dagmaximum 45 ex.

▪ 12-13: dagmaximum 40 ex.

Recent een duidelijke

achteruitgang,

ook als broedvogel

Veldleeuwerik

Sterk wisselende aantallen

Beste winters:

▪ 09-10: dagmaximum 110 ex.

▪ 11-12: dagmaximum 130 ex.

Aantallen afhankelijk van ligging akkermaatregelen

Aantallen afhankelijk van weer: meer bij sneeuw

Geelgors: best opgevolgde soort Dagmaxima in laatste 5 winters:

Winter Dagmaximum Datum

2009-2010 144 19/12/2009

2010-2011 169 20/02/2010

2011-2012 335 29/01/2012

2012-2013 89 12/01/2013

2013-2014 75 25/01/2014

Geelgors: best opgevolgde soort Gemiddeld aantal per telling in laatste 5 winters:

Winter Aantaltelplaatsen

Aantalsimultanetellingen

GemiddeldaantalGeelgorzenper telling

2009-2010 3 9 68

2010-2011 3 5 105

2011-2012 4 10 167

2012-2013 4 9 46

2013-2014 6 6 50

Akkers trekken duidelijk veel akkervogels aan vermoedelijk zeer groot deel van de lokale broedpopulatie Geelgors

Het verschil in aantallen vogels met de andere delen van het akkerland is meestal heel frappant!

De oppervlakte aan maatregelen hoeft niet zeer groot te zijn: een paar hectare kunnen al veel betekenen

Weersomstandigheden spelen een rol Ligging akkers speelt een rol Grootte akkers speelt een rol Vooral graanakkers van belang voor

akkervogels en zeker voor Geelgorzen; wildakkers minder in trek

Akkers kunnen grote aantallen duiven en kraaien aantrekken, maar niet noodzakelijk, en dat lijkt niet nefast voor akkervogels

Meten is duidelijk weten Belangrijk: verder en nog beter tellen want we

weten nog altijd ontzettend weinig Ook zeer belangrijk: verder maatregelen nemen: Wintervoedsel voorzien

Maar ook broedgelegenheid beschermen en extra voorzien

Wellicht het grootste probleem: pesticiden. de oplossing daarvoor ligt ver boven het lokale niveau…

Het gaat om meer dan alleen ‘de vogeltjes’

Andere biodiversiteit

Landschapszorg

Toerisme

Wildbeheer

Gezonder voedsel

Akkervogelmaatregelen: perfecte aanleiding tot samenwerking tussen diverse groepen

Het is zeker nog niet te laat om het tij te keren!

Hartelijk dank voor uw aandacht!

Nog vragen?