Module Zuigeling KULeuven – 8-12-2007. Leerdoelen De zin en onzin en het belang van preventie...

Post on 13-May-2015

219 views 0 download

Transcript of Module Zuigeling KULeuven – 8-12-2007. Leerdoelen De zin en onzin en het belang van preventie...

Module Zuigeling

KULeuven – 8-12-2007

Leerdoelen De zin en onzin en het belang van

preventie onderkennen Begrippen zoals screening, toezicht,

gezondheidsonderzoek, evidence-based preventie-onderzoek kennen

De criteria van een goed screenings-onderzoek kunnen formuleren en het belang van leeftijdsgericht screenen kunnen duiden.

Screening en leeftijdgericht screenen Primaire, secundaire en tertiaire

preventie Criteria van Wilson en Jungner en

extra criteria Dysplastische heupontwikkeling

CasusTwee maanden geleden is mevrouw Jansen van een gezonde baby bevallen, een meisje van 3200 kg. Dit na een probleemloze zwangerschap, maar wel een partus met stuitligging. Ook postpartum geen problemen. Op de CB raadpleging ontdekt de arts dat de abductie van de heup links wat moeilijker is dan rechts. De Ortolani- en Barlow handgrepen kort na de bevalling waren negatief. Kan je dan gerust zijn ??

Dysplastische heupontwikkeling (DHO) of developmental dysplasia of the hip (DDH) Dislocatie Subluxatie Instabiliteit Inadequate ontwikkeling van

acetabulum (te steil acetabulum)

DDH screening Lange pre-klinische fase

- asymptomatisch - detecteerbaar

Vroege behandeling: effectief Meest voorkomende congenitale

defect bij zuigelingen (3 %) Late detectie: grotere morbiditeit

DDH : risico factoren Familiale voorgeschiedenis Stuitligging Voetafwijkingen Torticollis

10 % van alle zuigelingen hebben risicofactoren

DDH: klinisch onderzoek Ortolani Barlow Galeazzi Symmetrische abductie

Handgrepen van Ortolani (li) en Barlow (re)

Echografie diagnose

Screening van dysplastische heupontwikkeling Verschillende screeningsmethodes:

klinisch onderzoek, echografisch onderzoek

Bij pasgeborenen of bij zuigelingen gedurende eerste maanden ?

Bij iedereen of bij hoog risico ?

Opdracht Bereken voor elk

screeningsprogramma sensitiviteit, specificiteit, positieve LR, predictieve waarden

Predictieve waarden bij prevalentie van dysplastische heupontw. 1%, 5 %, 10%

Beoordeling van screeningsprogramma a/d hand van criteria van Wilson & Jungner

Diagnose : 2 x 2 tabel

Zieken Niet zieken

Uitslag + A B A+B

Uitslag - C D C+D

A+C B+D

Diagnostische waarden Sensitiviteit = A/A+C = het

percentage zieken dat als zodanig herkend wordt

Specificiteit = D/B+D = het percentage niet-zieken dat als zodanig herkend wordt

Diagnostische waarden Predictieve waarde van een

positieve test= A/A+B = posterior kans bij een positieve uitslag

Predictieve waarde van een negatieve test = D/C+D = posterior kans bij een negatieve uitslag

Onderscheidend vermogen Aannemelijkheidsquotiënt of

LikelihoodsratioKans op een bepaalde testuitslag bij zieken

Kans op een bepaalde testuitslag bij niet-zieken

LR += sensitiviteit / 1 – specificiteit LR - = 1 – sensitiviteit / specificiteit

Screening en diagnose Theorema van Bayes – sensitiviteit,

specificiteit – juiste concepten ? Contextual performance : testen

worden binnen een context toegepast

De belangrijke vraag in diagnose en screening: hoeveel bijkomende informatie- actiedrempel bereikt

Criteria van Wilson en Jungner (1): kennis van de ziekte

Relevant : De op te sporen ziekte moet tot een belangrijke gezondheidsprobleem behoren

Herkenbaar: Er moet een herkenbaar latent stadium bestaan wil opsporing de moeite lonen

Natuurlijk verloop: Het natuurlijk verloop van de op te sporen ziekte moet bekend zijn.

Criteria van Wilson en Jungner (2): kennis van de test

Opsporingsmethode: Er moet een bruikbare opsporingsmethode bestaan

Aanvaardbaarheid: De opsporingstest moet aanvaardbaar zijn voor de bevolking

Continuïteit: Het proces van opsporing dient continu te zijn.

Criteria van Wilson en Jungner (3): behandeling van de ziekte en kosten

Behandelbaar: De ziekte moet behandelbaar zijn met een algemeen aanvaarde behandelingsmethode

Voorzieningen: Er moeten voldoende voorzieningen voorhanden zijn om de diagnose en therapie uit te voeren

Wie is ziek? : Er moet overeenstemming bestaan over wie als ziek moet beschouwd worden en dus behandeld moet worden

Kosten-baten: De kosten dienen evenredig te zijn met de baten

DDH: echografie Hoge sensitiviteit

meer sensitief dan klinisch onderzoek(3-21 van normale heupen bij KO zijn abnormaal op echo) Negatieve echo: geen DDH

Lage specificiteit: “over-diagnosis” hoog aantal vals-positieven

DDH screening: Klinisch onderzoek: Handgrepen die

grijpen naast de ziekte Echografie bij

- positief klinisch onderzoek - risicofactoren

Nood aan verder onderzoek over het natuurlijk verloop, de beste screeningsstrategie en optimale behandeling

DDH – luxatie: behandeling < 6 maand: Pavlik > 6 maand : tractie, gesloten of

open reductie (narcose), cast >12 maand: botchirurgie

Pavlik

Cast voor heupdysplasie

Screening DDH Diagnose op “latere leeftijd”

morbiditeit stijgt Diagnose zo vroeg mogelijk !!

Prenatale en neonatale screening

Twee voorbeelden Welke criteria gebruiken we ? Discussie rond ethische aspecten Hoe in de praktijk

Prenatale screening naar aneuploïdie (trisomie 13,18,21) 3 à 5 % van baby’s wordt geboren met

afwijkingen Slechts beperkt aantal door genetische

afwijkingen Opsporing van aneuploïdie via

biochemische opsporing (PAPP-A , HCG) + echografie (nekplooi, os nasale)

Sensitiviteit 70 % à 90 % vals positieven 5 %

Prenatale screening

Neonatale screening Metabole massascreening naar

stofwisselingsziekten Wettelijke basis ( BS 16/07/97 en

1/01/2003) Opsporen van fenylketonurie,

congenitale hypothyreoïdie en congenitale bijnierhyperplasie

Fenylketonurie (PKU) of hyperfenylalaninemie

Belangrijk gezondheidsprobleem: jaarlijks 3 à 4 kinderen in Vlaanderen

Deficiënte enzymactiviteit van fenylalanine hydroxylase hersenbeschadiging, neurologische en psychiatrische afwijkingen, huidafwijkingen

Fenylketonurie (PKU) of hyperfenylalaninemie

Eenvoudige, betrouwbare test Hoge sensitiviteit 100 %;

specificiteit 99,98 % - - kleine risico op vals positieve resultaten

Behandeling is mogelijk mits tijdige diagnostiek

Nieuwe mogelijkheden Neonatele screening voor andere

metabole ziekten:biotinidasedeficiëntie - galactosemie - andere aminoacidopathiën - vetzuuroxidatiestoornissen + organische aciduriën

Genetisch screening voor astma, diabetes

Criteria ? Criteria van Wilson en Jungner Ethische reflectie: voordelen hoger

dan de nadelen ?

Ethische vragen Wordt neonatale screening uitsluitend

aangeboden voor het kind of voor de ouders? Wie heeft er belang bij?

Is het aanvaardbaar om ook te screenen op aandoeningen waarvoor (nog) geen goede behandeling mogelijk is?

Hoe is informed consent mogelijk bij screening op een groter aantal aandoeningen tegelijk (multiplex screening?)

Ethische vragen De plicht om te weten versus het

recht om te weten Zekerheid of angst Het kind kopen of krijgen Informed consent Perceptie van handicap