Materiële cultuur op de Friese zeilende binnenvaart 1811-1920...De aanwezigheid van koffie- en...

Post on 09-Mar-2021

7 views 0 download

Transcript of Materiële cultuur op de Friese zeilende binnenvaart 1811-1920...De aanwezigheid van koffie- en...

Materiële cultuur op de Friese zeilende binnenvaart

1811-1920

Inleiding

De Friese scheepvaart in de negentiende eeuw

Bronnen en methode

Het inventarisonderzoek

Auslander: objecten kunnen soms beter antwoord geven op historische vraagstukken, ze zijn actief aanwezig en ze zijn een manier voor mensen om zich te uiten

Schuurman – Materiële cultuur en levensstijl

Analyse honderden inventarissen

Meer huiselijkheid

Meer vertrekken

Minder traditionele nijverheid

Binnenvaart Andere

ontwikkeling?

“Hadden schippersfamilies op de Friese zeilende binnenvaart in de periode 1811-1920 een eigen materiële cultuur, en zo ja, hoe ontwikkelde die zich?”

Personenvervoer (trekschuit), beurtvaart, vrije vaart

Ongeveer 2.000 schepen met mogelijk bewoonbare roef, ±12-20 meter

Turf

Terpaarde

Diversen

Hektjalk Dek-/Roeftjalk Skûtsje

Model ijzeren skûtsje, collectie Fries Scheepvaartmuseum

Gezinsbewoning

Van Holk: ook al in 17e eeuw, intensivering na 1850

Commissie 1911: 2.170 Friese schippers, 88% woonde met gezin aan boord

Bron: Frits Jansen en Klaas Jansma, Troch de Wyn, 2012

Spitse praam ‘Familietrouw’, Veenkoloniaal Museum

Vergelijking Groninger boeren, Friese middenstanders en Friese schippers

Verhalen van oud-schippers

Boedelinventaris van een turfschip uit 1826

Vuurpot

Kachel na ±1850

‘s Zomers aan de wal, later op petroleumstellen

Wrak ‘ventjager’, 1710Roef skûtsje ‘Oeral Thús’

Object Schippers voor 1850

Schippers na1850

Niet-schippers voor 1850

Niet-schippers na 1850

Haardvuur 58 10 50 50

Kachel 0 70 0 80

Lantaarn, kaars, olielampje, petroleum

Patentglazen, lichtkap

Dekglazen walvisvaarder Charles W. MorganSnotneus Petroleumlamp

Eerst nog vaak vaste banken

Toename tafels en stoelen

Lage stoelen

Klaptafels

Ingebouwde kasten

Klaptafel uit skûtsje Twee Gebroeders, 1897, Skûtsjemuseum

Stoelen uit Groninger tjalk ‘De Zeehond’, vergaan in 1886

Sober

Boekweitdoppen

Strozak

De ‘durk’ in het voorschip. Tekening door Peter Dorleijn

Slaapplaats achterin de lage roef van de ijzeren tjalk Anna, schipper De Jong, 1958.

Inventarissen: weinig

Tafelkleed

Mat

Gordijnen

Roef van de ‘Oeral Thús’, schipper Tjitze Zwierstra. Jaren ‘30

Schilderijtjes

Klok (schippertje)

‘Kooi met vinkje’

Geen ‘bloemvoorwerpen’

Spiegel

Pistool

Poeskat

Schippertje (hond)

Een ‘schippertje’

Klokje van de boeier ‘Stavo’ Collectie Fries Scheepvaartmuseum

‘Schippertje’

Naairing

Schaar

Vingerhoed

Naaimachine, 1892

Schippers: ijzerwerk, koperen ketels

Niet-schippers: aardewerk & porselein

Bestek: schippers minder messen en vorken vóór 1850

Schippers: Geen koffiekan

Schippers: weinig glaswerk

Object Percentage

1850<

Percentage

1850>

Totaal % Percentage

Land 1850<

Percentage

Land 1850>

Koffiekan - - - 60 60

Koffieketel/p

ot

8 - 5 20 20

De aanwezigheid van koffie- en theevoorwerpen in de Friese binnenvaart in vergelijking met Friese middenstanders. Percentages.

Boedelinventarissen tot ±1850

Karpoetsmuts, pij-jekker, ondergoed

Fragment schilderij Jan Binnerts TingaCollectie Fries Scheepvaartmuseum

Hindelooper jongen, schilderij Christoffel BisschopCollectie Fries Scheepvaartmuseum

Oorring

Oorijzer

SchippersoorringenCollectie Fries Scheepvaartmuseum

Fragment portret schippersechtpaarCollectie Fries Scheepvaartmuseum

Meer ruimte, goedkopere producten

Roef huiselijker, verschillen met niet-schippers werden kleiner

Roef van een skûtsje. Pentekening van Peter Dorleijn