LEERKRACHTENHANDLEIDING - europarl.europa.eu · Module 3: Jouw stem in Europa Module 4: Laat van je...

Post on 23-Jun-2020

17 views 0 download

Transcript of LEERKRACHTENHANDLEIDING - europarl.europa.eu · Module 3: Jouw stem in Europa Module 4: Laat van je...

1Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

INHOUD

Over ‘28 in 1 – Actieve lessen over de EU’

Woord vooraf 2

Concept: wat is ‘28 in 1’? 2

Doelstellingen 4

Module 1: Kennismaking met de EU 6

Concept 6

Onderdelen en timing 6

Doelstellingen en competenties 7

Module 1: stap voor stap 7

Inleiding: EU? 7

Play to learn: drie kennismakingsspelen 7

Presentatie: overlopen van opgedane kennis 15

Module 2: In de huid van een EUROPARLEMENTSLID 18

Concept 18

Onderdelen en timing 19

Doelstellingen en competenties 19

Module 2: stap voor stap 20

Inleiding 20

Simulatieoefening: In de huid van een Europarlementslid 20

Nabespreking oefening: gelijkenissen en verschillen met de werkelijkheid 27

Presentatie: de instellingen en het besluitvormingsproces 28

Module 3: Jouw stem in de EU 34

Concept 34

Onderdelen en timing 34

Doelstellingen en competenties 35

Module 3: stap voor stap 35

Inleiding: verkiezingen in klas 35

Internetopdrachten 39

Module 4: Laat van je horen 42

Bronnen 44

LEERKRACHTENHANDLEIDING

2Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Woord vooraf

Wij zijn trots om je dit nieuw en vernieuwend educatief pakket

’28 in 1 – Actieve lessen over de EU’ voor te stellen.

Meer dan ooit maakt Europa deel uit van ons dagelijks leven.

De kennis over de Europese Unie bij jongeren versterken

en hen bovendien rechtstreeks betrekken bij de Europese

democratie, vormen een uitdaging. Wij hopen op deze uitdaging

te antwoorden met dit pakket. Actieve werkvormen, kant-en-

klare presentaties, actieve spelen over de EU, internetoefeningen,

simulatieoefeningen en lesfiches voor de leerlingen vormen de

ingrediënten voor je lessen. Er zijn veel keuzemogelijkheden voor

de leraar, de vier modules kunnen apart gebruikt worden.

Voor dit leerpakket zijn wij in zee gegaan met Ryckevelde vzw,

die op dit gebied reeds ruimschoots haar sporen heeft verdiend.

’28 in 1’ is het resultaat van de uitwerking van een ambitieus

concept door Ryckevelde vzw, die daarbij kon terugvallen op de

hulp en goede raad van onze enthousiaste medewerkers en op

de praktijkervaring van leerkrachten in een speciaal daartoe

opgezette werkgroep.

Dit pakket zal regelmatig worden geüpdatet en we zullen je

daarover op de hoogte houden. Met je reacties en suggesties kun

je steeds bij ons terecht via epbrussels-edu@ep.europa.eu

Wij vertrouwen erop dat dit pakket je op weg zal helpen om van

onze jongeren bewuste en hopelijk ook overtuigde Europeanen te

maken!

Sjerp Van der Vaart

Informatiebureau van het Europees Parlement in België

OVER ‘28 in 1 - ACTIEVE LESSEN OVER DE EU’

Realisatie van in opdracht van

Europa in beweging

Europa in beweging

Europa in beweging

Europa in beweging

3Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Concept: Wat is ‘28 in 1’?

Het educatief materiaal ’28 in 1 – Actieve lessen over de EU’ is ontwikkeld voor leerlingen uit de derde graad secundair onderwijs in België. Het heeft als doel om ten eerste de kennis van de leerlingen te versterken over de EU in het algemeen en het Europees Parlement in het bijzonder en ten tweede hun democratische vaardigheden (zoals debatteren en argumenteren, compromissen sluiten, participeren) aan te scherpen.

Het thema ‘EU’ is opgenomen in de vakoverschrijdende eindtermen en kan behandeld worden in vakken als Geschiedenis, PAV, Cultuurwetenschappen, Aardrijkskunde, Economie, Nederlands en Frans (dit materiaal bestaat ook in het Frans), Levensbeschouwelijke vakken.

Het materiaal bestaat uit 4 modules die op elkaar voortbouwen, maar die je ook elk op zich kan gebruiken. Als leerkracht kies je zelf welke module(s) je het best vindt passen bij je leerlingen en bij je leerplan. Ook binnen elke module kan je als leerkracht keuzes maken:

Module 1: Play to learn: Kennismaking met de EU

Module 2: In de huid van een Europarlementslid

Module 3: Jouw stem in Europa

Module 4: Laat van je horen

In de eerste module komt het brede kader van de Europese Unie aan bod via drie actieve spelen over de historiek, de EU lidstaten en de EU-bevoegdheden. ‘In de huid van een Europarlementslid’ gaat via een simulatieoefening dieper in op de werking van het Europees Parlement. Bovendien ontdekken de leerlingen een breed spectrum aan actuele thema’s waarrond het Parlement werkt en hoe de Europese besluitvorming werkt. In de derde module ontdekken de leerlingen via ‘verkiezingen in klas’ en een reeks internetopdrachten hoe zij hun stem kunnen laten horen in Europa. De laatste module is een actieve opdracht voor de leerlingen.

Door de keuze voor actieve en praktische werkvormen is dit niet enkel een pakket dat de leerlingen enthousiast maakt over het thema ‘Europa’, maar hen er ook heel wat over bijbrengt. Uit onderzoek blijkt immers dat ervaringsgericht leren een beklijvende leerstrategie is, met een grote impact.

Alle materiaal van het pakket kan je gratis downloaden op www.europarl.be/28in1.

Ryckevelde werkte dit materiaal uit in opdracht van en in samenspraak met het Informatiebureau van het Europees Parlement in België en ontwikkelde ’28 in 1’ volgens enkele belangrijke educatieve principes. Deze garanderen boeiend en degelijk educatief materiaal, met een reële impact:

• Op maat van de doelgroep: ’28 in 1’ is ontwikkeld voor Belgische leerlingen in de derde graad secundair onderwijs. Dit is een brede doelgroep, vandaar de keuze voor een modulaire aanpak: de leerkracht kiest de opdrachten die het beste aansluiten op de leernoden van zijn/haar leerlingen.

• Kant-en-klaar: het materiaal is meteen bruikbaar in de klas en is gebruiksvriendelijk.

• Werken vanuit de ervaring en leernoden van de doelgroep: bij de ontwikkeling van dit materiaal raadpleegden we een werkgroep van leerkrachten en stakeholders. Een grote dank gaat uit naar Catherine Bughin, Jeroen Jochems, Claire Jouve, Ryan Lippens, Jan Moulaert en Paul Vandamme voor hun boeiende inbreng en kritische blik.

• Kwaliteit: het educatief materiaal dat Ryckevelde maakt, heeft het Trusty-label.

Het Trusty-label staat voor kwaliteitsvolle informatie op maat van kinderen en jongeren. Het geeft aan dat de informatiedrager op maat van de doelgroep ontwikkeld werd en de inhoud op een eenvoudige, didactische manier uitgewerkt.

Zie ook http://juistejeugdinfo.be.

4Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

• Eigentijds: ’28 in 1’ maakt gebruik van eigentijdse media en zit in een modern kleedje.

• Neutraal: de informatie wordt op een neutrale manier gegeven. Op basis daarvan kunnen de jongeren zich een eigen mening vormen.

• Creatief en enthousiasmerend: ’28 in 1’ maakt gebruik van actieve en moderne werkvormen, die zowel leerkrachten als leerlingen enthousiast maken om met het thema ‘Europa’ aan de slag te gaan.

Realisatie van in opdracht van

Europa in beweging

Europa in beweging

Europa in beweging

Europa in beweging

Kennismaking met de EU

3 actieve spelen over de EU

• Hoe is de EU ontstaan?

• Lidstaten

• Wat doet de EU?

Jouw stem in de EU

De Europese verkiezingen

• De Europese verkiezingen

• Hoe zoek ik informatie op?

• Hoe laat ik mijn stem horen in de EU?

In de huid van een EuroparlementslidActieve simulatie- oefening

• De instellingen

• De Europese besluitvorming

• 10 actuele thema’s

Laat van je horen

Stel je vragen aan de Europarlements- leden

Europese Commissie 28 commissarissenvergelijkbaar met de regering van een land

Europees Parlement751 parlementsledenwetgevende macht

vertegenwoordigen de burgers

Raad van Ministers28 ministers

wetgevende machtvertegenwoordigen de landen

2

1

3

4

MODULE 1

MODULE 3

MODULE 2

MODULE 4

2 lesuren

1 lesuur

2 lesuren

thuis-opdracht

5Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Doelstellingen

Dit educatief materiaal heeft doelstellingen naar kennis, vaardigheden en attitude.

Een eerste doelstelling is dat de leerlingen kennis verwerven:MODULE 1:

- Leerlingen weten hoe, wanneer en waarom de Europese samenwerking is gestart. Ze weten ook hoe de EU verder is gegroeid.

- Leerlingen weten welke landen deel uitmaken van de EU en hoe Europa ook in de breedte is gegroeid.

- Wat doet de EU concreet? Leerlingen kennen enkele concrete Europese verwezenlijkingen.

MODULE 2:- De leerlingen kennen en begrijpen (een vereenvoudigde versie van) het

besluitvormingsproces in de EU. - De leerlingen begrijpen de concrete rol van het Europees Parlement daarbinnen. - De leerlingen weten dat het Europees Parlement werkt rond concrete zaken die een

impact hebben op hun dagelijks leven en dat de Europarlementsleden mensen van vlees en bloed zijn die de beslissingen nemen.

- De leerlingen weten meer over de Europese thema’s die aan bod komen, zoals consumentenbescherming, asiel- of milieubeleid.

MODULE 3:- De leerlingen weten hoe zij hun vertegenwoordigers in het Europees Parlement kiezen

en kennen de verschillende politieke fracties in het Europees Parlement en welke politieke partijen tot welke fracties behoren.

- De leerlingen leren enkele mogelijkheden/instrumenten kennen om hun stem te laten horen op EU-niveau.

- De leerlingen zijn zich bewust van de rol die zij kunnen spelen in de democratie.

Een tweede doelstelling gaat over vaardigheden:MODULE 2:

- Doorheen de oefening versterken de leerlingen hun democratische vaardigheden: ze leren rekening houden met de mening van derden, ze leren een eigen mening formuleren, ze leren overleggen en een compromis sluiten.

- De leerlingen leren hun voorstel te presenteren en te spreken voor een groep.MODULE 3:

- Door hen actief aan de slag laten gaan met die instrumenten, ontwikkelen ze de vaardigheid om hun mening te laten horen op Europees niveau.

Ten derde wil dit educatief materiaal ook werken aan de attitude van de leerlingen: MODULE 1:

- De interesse van leerlingen in Europa is gewekt.

- Leerlingen zijn zich bewust van hoe belangrijk de EU is in hun (dagelijks) leven. MODULE 2:

- De oefening verhoogt de betrokkenheid van de leerlingen bij het Europees besluitvormingsproces.

MODULE 3:- De leerlingen zien het belang in van stemmen voor de Europese verkiezingen en van

participatie in het algemeen.

6Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Concept

De eerste module is een uitgebreide inleiding op de EU en is zeer laagdrempelig en actief uitgewerkt. De module bestaat ten eerste uit drie spelen die de basiskennis van de leerlingen over de EU in het algemeen versterken. De eerste twee spelen gebeuren in deelgroepjes, het laatste gebeurt klassikaal.

Na afloop volgt een klassikaal gedeelte waarin alle opgedane kennis op een rij gezet wordt. De leerkracht maakt hierbij gebruik van een heldere Prezi-presentatie.

Ten slotte voorzien we ook een lesfiche voor de leerlingen. Deze lesfiche vat alle opgedane kennis samen en volgt de structuur van de presentatie. Je kan deze als ondersteuning voor de leerlingen meegeven, eventueel als leerstof. Het is niet de bedoeling deze lesfiche in de klas te overlopen.

Onderdelen en timing

In een korte versie behandel je deze module in twee lesuren, die best aansluitend zijn, of niet te ver uiteen liggen. Als je alle spelen volledig uitvoert, zit je al gauw aan 3 lesuren.

Werkvorm Duur Wat Materiaal

Leerling-vraaggesprek

5 min Inleiding: Wat begrijpen jullie onder ‘de Europese Unie?’

/

Educatief spel ‘EU-weetjes’

20 min Play to learn: EU-weetjes Vraag- en antwoordspel over EU-historiek en algemene feiten over de EU.

- chronometer per deelgroep (eventueel op smartphones van leerlingen)

- set kaartjes ‘EU-weetjes’ per deelgroep

Interactieve lezing 20 min Presentatie: Samenvatting van de opgedane kennis.

Educatief spel ‘Kraak de code’

15 min Teaser: EU-lidstaten‘Kraak de code’ spel waarbij leerlingen in groepjes tegen elkaar spelen en om ter snelst de code ontcijferen.

- set kaartjes ‘EU-lidstaten’ per deelgroep

- kaart van Europa per deelgroep- werkblad met ‘decoder’ per

deelgroep

Interactieve lezing 10 min Presentatie: Samenvatting van de opgedane kennis.

- computer + beamer - prezi presentatie Module 1

Educatief spel ‘Afvallingsrace’

15 min Play to learn: Wat doet de EU?Afvallingsrace tussen individuele leerlingen, waarbij het klaslokaal in twee hoeken of helften wordt ingedeeld.

- deze leerkrachtenhandleiding

Interactieve lezing 15 min Presentatie: Samenvatting van de opgedane kennis

- computer + beamer- prezi presentatie Module 1

Enkele tips:- Het is belangrijk om na het tweede spel over de lidstaten meteen de leerstof te overlopen, omdat dit

tweede spel een teaser is, waarna de leerlingen openstaan om te weten te komen welke landen deel uitmaken van de EU. Deze twee onderdelen splits je dus best niet op tussen twee lesuren. Je kan er eventueel voor kiezen om eerst het spel van de lidstaten te doen, in plaats van het spel over de EU-weetjes.

- Je kan er ook voor kiezen om achtereenvolgens spel 1 en 2 en dan pas de samenvatting van de leerstof te doen. Zo blijven de leerlingen meteen in hun zelfde deelgroepjes zitten.

MODULE 1Kennismaking met de EU

7Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Doelstellingen en competenties

Een eerste doelstelling is dat de leerlingen kennis verwerven:- Leerlingen weten hoe, wanneer en waarom de Europese samenwerking is gestart.

Ze weten ook hoe de EU verder is gegroeid. - Leerlingen weten welke landen deel uitmaken van de EU en hoe Europa ook in de

breedte is gegroeid. - Wat doet de EU concreet? Leerlingen kennen enkele concrete Europese

verwezenlijkingen.

Een tweede doelstelling is attitude: - Leerlingen zijn zich bewust van hoe belangrijk de EU is in hun (dagelijks) leven. - De interesse van leerlingen in Europa is gewekt.

Module 1: stap voor stap

Inleiding: EU?

SettingDe leerlingen zitten in klas, het gaat om een inleidend leerling-vraaggesprek.

VerloopJe stelt een inleidende vraag aan de leerlingen: “Wat komt er in jullie op als jullie horen over ‘de Europese Unie’?” De leerlingen antwoorden intuïtief, als leerkracht noteer je eventueel vooraan wat ze zeggen (op bord of op een flipchart). Probeer de antwoorden te clusteren. Mogelijke antwoorden zijn: een samenwerking tussen landen, geografisch ‘Europa’, wetten, …

MateriaalEventueel: Bord/flipchart + krijt/stift

Enkele tips• Geef nog niet te veel info over wanneer de EU ontstaan is, waarom, enzovoort. Dit komt allemaal aan

bod in de kennismakingsronde. De bedoeling is dat je hier enkel luistert en noteert wat de leerlingen zeggen.

• Probeer bij te houden wat je vooraan noteerde, je kan hier terug naar verwijzen tijdens de presentatie, na de kennismakingsspelen.

Play to learn: drie kennismakingsspelen

1. EU-weetjes (20 min)

Dit eerste spel gebruikt het principe van ‘vraag en antwoord’. De vragen gaan over de historiek van de Europese Unie en over de EU in het algemeen. De leerlingen zullen op voorhand de meeste antwoorden niet weten. De methodiek zorgt ervoor dat de leerlingen tijdens het spel de antwoorden memoriseren en zo kennis opdoen.

SettingDe leerlingen spelen in deelgroepen van een even aantal leerlingen, minimum (en bij voorkeur) vier leerlingen. Een groep van 6 leerlingen kan ook. Elke deelgroep speelt parallel met, maar volledig los van de andere groepen in de klas. Binnen hun deelgroepen vormen de leeerlingen teams van twee personen. Bij een oneven aantal kan de leerkracht meespelen. De teams zitten tegenover elkaar, zoals in de afbeelding:

8Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Verloop De groep krijgt een set kaarten, met daarop telkens een vraag en een antwoord. Een iemand begint (persoon 1A) en houdt de set kaarten vast. Hij stelt een vraag aan zijn teamlid tegenover hem (persoon 1B). Is het antwoord correct, dan houdt dat team het kaartje bij en leest persoon 1A de volgende vraag. Is het antwoord fout, dan steekt persoon 1A het kaartje met de fout beantwoorde vraag terug onderaan de stapel kaartjes en stelt de volgende vraag. Dit team speelt verder tot de chronometer aangeeft dat de tijd om is. Een beurt duurt 30 seconden. Aan het einde van een beurt geeft de speler de set kaarten door aan zijn linkerbuur (persoon 2A). Die stelt binnen hun beurt vragen aan zijn teamgenoot, persoon 2B. Daarna gaat de set kaartjes naar persoon 1B, daarna naar persoon 2B, enzovoort, totdat alle kaartjes op zijn. Het team dat niet aan de beurt is, houdt de tijd bij.

Bij dit spel komt elk groepslid vaak aan beurt, soms als vraagsteller, soms als antwoordgever binnen het team. Op die manier zien alle spelers de vragen én de antwoorden, waardoor ze bijleren.

De bedoeling is om als team zoveel mogelijk vragen juist te beantwoorden en dus zoveel mogelijk kaarten te verzamelen. Als alle kaarten uitgespeeld zijn, tellen beide teams hun veroverde kaartjes op. Het team dat de meeste vragen juist beantwoordde en dus de meeste kaartjes overhield, wint.

De spelregels nog eens op een rij:- Een beurt duurt 30 seconden. Binnen die 30 seconden beantwoordt een team zoveel

mogelijk vragen juist.- Je mag maar 1x antwoorden op een vraag. Is het antwoord fout, dan steekt de

vraagsteller dit kaartje onderaan de stapel en gaat over naar de volgende vraag. De antwoordgever mag zichzelf dus niet corrigeren.

- Weet een speler het antwoord niet, dan zegt hij ‘pas’. De vraagsteller steekt dit kaartje onderaan de stapel en gaat over naar de volgende vraag.

- Wat tussen haakjes staat bij het antwoord is extra informatie en moeten de spelers niet zeggen om het antwoord juist te hebben. Soms zijn meerdere formuleringen van het antwoord mogelijk, dan staan er schuine strepen tussen de mogelijkheden. Een van de antwoorden is dan voldoende.

Materiaal • Per deelgroep een chronometer. Veel smartphones hebben standaard een chronometer. Vraag

eventueel aan de leerlingen om dit te gebruiken. • Per deelgroep de set kaartjes ‘EU-weetjes’. In totaal zijn er 35 kaartjes. Je knipt deze zelf op voorhand

uit en maakt een selectie.• Een voldoende ruim lokaal waar de leerlingen in deelgroepjes kunnen zitten.

Enkele tips• Leg het spel uit aan de hand van een voorbeeld.• Je maakt best een selectie van rond de 15 à 20 vragen uit de 35 kaartjes, zo kan je de vragen aanpassen

aan je leerlingen en duurt het spel ook minder lang. Hieronder vind je de vragen en antwoorden waaruit je kan selecteren, met in de linkerkolom telkens de moeilijkheid van de vragen aangegeven.

9Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

MOEILIJKHEID VRAAG ANTWOORD

✶Hoeveel landen zijn op dit moment lid van de Europese Unie?

28

✶ ✶Met hoeveel landen is de Europese samenwerking gestart?

6

✶Na welke tragische gebeurtenis kwam de Europese samenwerking in de jaren ’50 tot stand?

Na WOII (Tweede Wereldoorlog)

✶Voor welke Europese instelling trekken de Europese burgers om de 5 jaar naar de stembus? (rechtstreekse verkiezingen)

Het Europees Parlement

✶ ✶ ✶Hoeveel parlementsleden zijn er in het Europees Parlement ?

750 + 1 voorzitter (dus: 751)

✶ ✶ ✶Om een oorlog in de toekomst te vermijden, richtten de eerste landen in 1951 de Europese Gemeenschap voor … en … op.

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)

✶ ✶ ✶Robert Schuman was een van de stichters van de Europese samenwerking. Wat was zijn nationaliteit?

Fransman

✶Welke Europese stad is de hoofdplaats van de meeste Europese instellingen en wordt vaak de ‘hoofdstad van Europa’ genoemd?

Brussel

✶Welke muur viel in 1989, en maakte zo een einde aan de splitsing tussen West- en Oost-Europa?

De Berlijnse muur

✶ ✶ ✶Hoe heette de dictator die Spanje in de greep hield tussen 1939 en 1975?

(Francisco) Franco

✶ Hoeveel sterren telt de Europese vlag? 12

✶ ✶

In welke taal spreken de EU-parlementsleden in het Europees Parlement?

Iedereen mag in zijn eigen taal (een van de 24 officiële EU- talen) spreken. Ze mogen natuurlijk ook kiezen om in het Frans, Duits of Engels te spreken.

✶ ✶ Hoeveel inwoners telt de EU? 500 miljoen (ongeveer)

✶Welke land kwam in 2013 als laatste bij de EU en is daarmee de jongste lidstaat?

Kroatië

✶Met welke munt betaal je in de meeste Europese landen?

De euro

✶ ✶ ✶Hoe heet het Europese petitierecht, waarbij je een wetsvoorstel op de Europese agenda kan zetten?

Het (Europees) burgerinitiatief

✶ ✶Op welke dag vieren we jaarlijks de ‘dag van Europa’?

9 mei

✶ ✶Hoe heet het Europese programma waarbij studenten even in een ander Europees land kunnen studeren?

Het Erasmus programma (of: Erasmus, of: Erasmus+)

✶ ✶ ✶Wie is de huidige voorzitter van de Europese Raad, ook wel bekend als de ‘president’ van de EU? (2014-2019)

(Donald) Tusk

✶ ✶ ✶Wie is de huidige voorzitter van de Europese Commissie? (2014-2019)

(Jean-Claude) Juncker

✶ ✶Je kan de Europese Commissie vergelijken met de … van een land, want zij besturen de EU.

Regering

10Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

✶ ✶Welke bank werd opgericht om de euro te beheren?

De Europese Centrale Bank (ECB)

✶ ✶Welke twee landen waren vroeger aartsvijanden, en waren toch stichtende landen van de huidige EU?

Frankrijk en Duitsland

✶ ✶Hoe heet de Europese zone waarbinnen je vrij kan reizen, zonder identiteitscontrole aan de grenzen?

De Schengen zone / Schengen

✶Wat is het Europese noodnummer dat je in de hele EU kan bellen als je de hulpdiensten nodig hebt?

112

✶ ✶Elk land mag een Commissaris sturen naar de Europese Commissie. Wie is de huidige Belgische eurocommissaris? (2014-2019)

Marianne Thyssen

✶ ✶Welke belangrijke prijs kreeg de EU in het najaar van 2012?

De Nobelprijs voor de vrede

✶In welk jaar werden de eerste euromunten en –biljetten in omloop gebracht?

2002

✶ Welke EU-lidstaat heeft de meeste inwoners? Duitsland (ongeveer 82 miljoen)

✶Welke EU-lidstaat heeft het minst aantal inwoners en is het kleinste land van de EU?

Malta (ongeveer 450.000)

✶ ✶Welke stad is de officiële zetel van het Europees Parlement?

Straatsburg

✶Welk land is de grootste EU-lidstaat in oppervlakte?

Frankrijk

✶Van welk Europees land heeft de hoofdstad dezelfde naam als het land zelf?

Luxemburg

✶ ✶In welke Europese stad vind je het standbeeld van de kleine zeemeermin?

Kopenhagen (Denemarken)

✶ ✶ ✶In welk land hebben de inwoners in een referendum 2 keer tegen de toetreding tot de EU gestemd?

Noorwegen

2. Lidstaten (15 min)

Het tweede spel gaat over de lidstaten van de Europese Unie. Doorheen het spel leren de leerlingen welke landen deel uit maken van de Europese Unie.

SettingDe spelgroep bestaat uit 2 tot 4 leerlingen. Elke groep vormt samen 1 team en speelt tegen de andere groepen in de klas. De leerlingen blijven eventueel zitten in dezelfde groepjes als bij spel 1. Groepen van 6 splits je dan op in 2 groepen van 3.

VerloopJe herhaalt de vraag uit het eerste spel, namelijk: ‘Hoeveel lidstaten telt de EU nu weer?’. Na het antwoord vertel je de leerlingen dat ze nu zelf moeten uitzoeken om welke 28 landen het nu precies gaat. Elke groep krijgt een set van 40 kaartjes met daarop contouren en namen van landen, waaronder de 28 EU-lidstaten en 12 niet EU-landen. Ook krijgt elke groep een kaart van Europa, met daarop de namen van de landen. De opdracht voor de leerlingen is: “Selecteer uit deze 40 kaartjes zo snel mogelijk de 28 landen die lid zijn van de Europese Unie.” Op elk kaartje van een land staat een letter. Samen vormen deze letters een ‘code’. Als een groep aangeeft dat ze de selectie maakten tussen ‘wel’ en ‘niet’ EU-land, geef je als leerkracht het werkblad met de ‘decoder’ en vermeld je dat de code, de oplossing, een zin in het Engels is. De groep die als eerste

11Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

‘de code kraakt’, gaat rechtstaan. Na controle door de leerkracht of het antwoord correct is, is er een winnaar in de klas. Daarna laat je de andere groepen nog verder zoeken tot ook zij de code kraakten.

Opmerking: Hoe meer fouten de leerlingen maakten in hun selectie van EU-lidstaten, hoe moeilijker het wordt om de oplossing te vinden. Het is op zich niet erg dat de leerlingen niet meteen alles juist hebben. Het belangrijkste is dat ze over elk land nadenken: ‘Is dit land nu lid van de EU of niet?’. Zo zijn ze nadien veel nieuwsgieriger naar welke landen ze nu ‘juist’ hadden wanneer je de lidstaten overloopt en blijft dit beter hangen.

Materiaal• Per spelgroep de set van kaartjes ‘EU-lidstaten’. In totaal zijn er 40 kaartjes. Je knipt deze zelf op

voorhand uit en zorgt dat ze goed door elkaar geschud zijn.• Per spelgroep een kaart van Europa.• Per spelgroep een werkblad met ‘decoder’ voor de leerlingen. • Een voldoende ruim lokaal waar de leerlingen in deelgroepjes kunnen zitten.

Enkele tips• Het is de bedoeling dat de leerlingen intuïtief zoeken wat ze met de ‘decoder’ op het werkblad moeten

doen. Het enige wat je vertelt, is dat de oplossing een zin in het Engels is. Voor zwakkere groepen kan je wel uitleggen hoe ze aan de slag moeten met de decoder: Ze omcirkelen alle letters die ze vinden op de kaartjes met de namen van EU-lidstaten. Dan kunnen ze de ‘code’ van links naar rechts en zo naar onder, gemakkelijk aflezen.

• De oplossing telt 28 letters, voor elk land een letter. Dat wil zeggen dat er soms dubbele letters inzitten: Er zijn 6 ‘E’s, 5 ‘O’s, 3 ‘T’s enzovoort. Als de leerlingen 1 ‘E’ hebben gevonden, wil dat dus impliciet zeggen dat alle andere landen met de code ‘E’ ook juist zijn. Ze kunnen ze dan ook meteen allemaal omcirkelen als ze dat willen. Ze kunnen ook voor elk kaartje apart de code, de letter, omcirkelen. Hoe dan ook is het resultaat hetzelfde. Je zegt dit best niet meteen, maar soms vragen de leerlingen ernaar.

• Het zal de leerlingen niet opvallen, maar de letters in de oplossing volgen de volgorde van toetreding van de landen. Zo hoort de eerste ‘C’ bij België en de laatste ‘R’ bij Kroatië.

OPLOSSING: COME ON EUROPE, LET’S WORK TOGETHER

12Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

3. Wat doet de EU? (15 min)

Deze bouwsteen gaat over de bevoegdheden van de Europese Unie. Om duidelijk te maken in welke mate de EU verschilt van de andere beleidsniveaus in België zijn enkele concrete cases uitgewerkt waarbij de leerlingen de verschillen tussen de beleidsniveaus ontdekken.

SettingTijdens de korte inleiding zitten de leerlingen gewoon neer. Na de speluitleg gaan alle leerlingen rechtstaan. Elke leerling speelt individueel. In het klaslokaal worden twee hoeken (of helften) benoemd: de ene hoek is de “EU” hoek, de andere is “niet-EU”.

> Niet-EU: gemeentes, provincies, federaal (België) en gewesten/gemeenschappen (Vlaanderen / Wallonië-Brussel)

> EU: Europees niveau

VerloopInleiding: vooraleer je van start gaat, is het belangrijk dat de leerlingen weten dat de EU een beleidsniveau is dat boven de andere beleidsniveaus staat. Je zoomt in op de afbeelding met de beleidsniveaus van België in de Prezi presentatie:

Daarna leg je uit dat zowel de gemeentes, provincies, federale staat, gewesten en gemeenschappen, als de EU over bepaalde zaken wel en niet kunnen beslissen. Wel is het zo dat Europese wetten altijd voorrang hebben: stel dat vb. het federale niveau een wet maakt die in strijd is met de EU-regels, dan wordt die geschrapt. Hierbij kan je ook aangeven dat de federale staat op gelijke voet staat met de gewesten en gemeenschappen: de verdeling van bevoegdheden tussen deze beleidsniveaus is gebaseerd op afspraken. Daarna ga je over tot het spel.

Speluitleg: Het gaat om een afvallingsrace tussen de leerlingen. De leerkracht geeft telkens een voorbeeld van een maatregel, wet, bevoegdheid. De leerlingen moeten vervolgens kiezen of het het Europees niveau is dat hierover de beslissingen neemt, of niet. Ze doen dit door ofwel in de ‘EU-hoek’ te gaan staan, ofwel in de ‘niet-EU-hoek’. De leerkracht geeft onmiddellijk het juiste antwoord na de keuze en licht het kort toe. De leerlingen die de juiste keuze maakten, blijven staan voor de volgende vraag. De anderen vallen af en gaan terug op hun plaats zitten. Je stopt bij voorkeur als er nog een 3-tal leerlingen overblijven (of 1 – hangt af van de sfeer in klas, keuze van de leerkracht). Je kan eventueel een paar keer herbeginnen (vb. als alle leerlingen na 3 rondes al zijn afgevallen). Bedoeling is dat je een tiental voorbeelden afwerkt.

Europese Unie

10 provincies

589 gemeenten

3 gewestenFederaleStaatBelgië

3 gemeenschappenHet Vlaamse GewestHet Waalse GewestHet Brusselese Hoofdstedelijke Gewest

De Vlaamse GemeenschapDe Franse GemeenschapDe Duitstalige Gemeenschap

13Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Materiaal• Deze leerkrachtenhandleiding met de bevoegdheden en wat uitleg (zie onder).• Een voldoende ruim lokaal, waar de leerlingen in twee hoeken kunnen rechtstaan.• De prezi presentatie van Module 1.• Computer en beamer.

Enkele tips• Geef na elk voorbeeld kort wat uitleg (zie derde kolom)• Bij ‘niet-EU’: specifieer achteraf of het nu de gemeente of provincie is, of om een federale of

gemeenschap/gewestbevoegdheid gaat.

De oefening zelf

VRAAG AAN DE LEERLINGEN OPLOSSING UITLEG

1. Wie beslist hoe snel je mag rijden op de autostrade/snelweg?

Niet-EU: federaal Verkeersregels: nationaal bepaald (vb. in het VK rijden ze links van de weg). De wegcode wordt wel Europees op elkaar afgestemd en we hebben een Europees rijbewijs dat geldt voor de hele EU.

2. Wie bepaalt hoeveel jaar garantie je minimum krijgt op een televisietoestel?

EU niveau Consumentenbescherming: Europa heeft bepaald dat je minstens 2 jaar garantie krijgt op aankoop van alle elektro toestellen: smartphones, printers, laptops, stofzuigers, elektronische tandenborstels…

3. Wie beslist er wanneer het huisvuil wordt opgehaald?

Niet-EU: gemeentes

Het zijn de gemeentes die hierover beslissen, wat ook logisch is: op die manier kunnen ze rekening houden met vb. markt-dagen en grote gemeentes in zones opsplitsen. Het zou enkel voor chaos zorgen mocht vb. de EU dit moeten bepalen, want de EU kent de noden van de individuele gemeentes niet.

4. Wie bepaalt er welke informatie moet staan op een blikje cola: ingrediënten, calorieën, contactgegevens van de producent?

EU niveau De EU vindt dat consumenten recht hebben op correcte en voldoende informatie. Daarom verplicht ze voedselproducenten, maar ook cosmeticaproducenten, om heel wat informatie te zetten op het etiket van de producten. Zeker eens naar kijken straks in de pauze.

5. Welk niveau beslist over de veiligheidsnormen waaraan een smartphone moet voldoen?

EU niveau EU: interne markt en consumentenbescherming. De EU bepaalt de veiligheidsnormen van alle producten die in de EU worden verkocht.

6. Welk niveau beslist er over wat je moet kennen aan het einde van het schooljaar, welke vakken je verplicht krijgt, enz.?

Niet-EU: gemeenschappen

Het zijn de gemeenschappen die mogen beslissen over hoe het onderwijs wordt georganiseerd en de inhoud er van. De eindtermen zijn dus verschillend tussen vb. Vlaanderen en de Franse Gemeenschap/Federatie Wallonië-Brussel en zeker ook tussen de verschillende landen van de EU.

7. Welk niveau kan beslissen over bepaalde verkeersvrije zones in een stad? (In welke straten vb. geen auto’s mogen rijden enz.)

Niet-EU: gemeentes

Gemeentes beslissen hierover zelf, uiteraard onder controle van toezichthoudende instanties, namelijk de federale staat, de gemeenschappen, de gewesten en de provincies

8. Welk niveau heeft de eindbeslissing over het al dan niet uitsturen van het leger naar vb. Syrië, Irak, … ?

Niet-EU: federaal Het leger is een nationale bevoegdheid. Hier is het België die de eindbeslissing heeft. Er wordt wel overlegd met de andere Europese landen, in NAVO-verband.

14Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

9. Welk niveau beslist over het minimum aantal vakantiedagen van een werknemer?

EU niveau Een minimum: je mag altijd beter doen als sector, als land. De EU beslist niet zoveel op ‘sociaal vlak’, dit is een van de weinige maatregelen. De meeste zaken rond sociaal beleid worden nationaal bepaald.

10. Welk beleidsniveau beslist hoeveel CO² je nieuwe wagen maximaal mag uitstoten?

EU niveau EU: klimaatverandering

11. Welk beleidsniveau bepaalt de voorwaarden voor je rijopleiding en waaraan je moet voldoen voor je rijexamen?

Niet-EU: gewest Het zijn de gewesten die dit bepalen. Je rijbewijs is wel meteen geldig in de hele EU én heeft een Europees format.

12. Welk beleidsniveau bepaalt hoeveel kabeljauw onze vissers maximaal mogen vangen?

EU niveau Visserijbeleid & milieu: De EU legt per vissoort een maximum aantal kilo’s op dat jaarlijks mag gevangen worden. Dat zijn de visquota. Daarmee wil het ervoor zorgen dat bedreigde vissoorten een kans krijgen om weer aan te groeien en wil het voorkomen dat onze zeeën volledig leeggevist worden.

13. Welk beleidsniveau bepaalt er hoeveel van onze energie (gas/elektriciteit) er minstens moet komen van hernieuwbare energiebronnen zoals zonne- of windenergie?

EU niveau EU: klimaatverandering: In het huidige 20-20-20 plan van de EU staat dat alle lidstaten samen tegen 2020 minstens 20% van hun energie uit hernieuwbare bronnen moeten halen. Per land is dit anders, afhankelijk van de situatie van dat land. vb. voor België is dit minstens 13%, andere landen moeten dan weer minstens 40% halen. Het nieuwe energieplan (tegen 2030) stelt een nog groter aandeel voorop.

14. Welk beleidsniveau beslist er over de bouwvergunning van je huis?

Niet-EU: gemeentes

Het zijn de gemeentes die bouwvergunningen afgeven voor privé-woningen.

15. Aan welk beleidsniveau betaal je rechtstreeks belastingen?

Niet-EU Wij betalen belastingen aan de federale staat België, en ook aan de provincie en gemeente betaal je belastingen. Het bedrag van deze laatste verschilt per gemeente en per provincie. België betaalt jaarlijks een som aan de Europese Unie, als bijdrage aan het Europees budget. Maar de EU int dus geen rechtstreekse belastingen van zijn burgers.

16. Welk niveau beslist er over onze wettelijke feestdagen: welke (wanneer) en hoeveel

Niet-EU: federaal Het federale niveau (België) beslist hierover.

17. Welk niveau bepaalt hoeveel fijn stof er maximaal mag zijn in de lucht?

EU niveau EU: veel milieuregelgeving – zo ook de waterkwaliteit van rivieren, meren, zeeën

18. Waar moet je je huwelijk registreren?

Niet-EU: gemeentes

De gemeentes staan in voor het bijhouden van het bevolkingsregister en de burgerlijke stand. Het is ook daar dat je de geboorte van een kind of een overlijden aangeeft, je rijbewijs afhaalt en je identiteitskaart vernieuwt.

15Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Presentatie: overlopen van opgedane kennis

SettingDe leerlingen zitten zo dat ze de presentatie gemakkelijk kunnen zien. Dit kan in gewone klasopstelling bijvoorbeeld, of de leerlingen kunnen in hun groepjes blijven zitten, zo lang ze maar zicht hebben op de presentatie.

VerloopDe inhoud van de presentatie komt overeen met de inhoud van de lesfiche voor de leerlingen. Gebruik deze lesfiche voor jezelf als basis bij het overlopen van de Prezi presentatie. Het is niet de bedoeling dat de leerlingen tegelijk hun lesfiche bij de hand hebben. Meer uitleg over het werken met een Prezi presentatie vind je hieronder bij ‘enkele tips’.

Ontstaan van de Europese Unie: een groeiende samenwerking

1. Uitleg na spel 1: Van kolen en staal tot een gezamenlijke euro

Vraag aan de leerlingen: “Wanneer startte de Europese samenwerking, die intussen is uitgegroeid tot de Europese Unie?” Het antwoord hierop kennen ze uit het eerste spel. ‘jaren ‘50’ of ‘na WOII’ zijn goede antwoorden. Pas na het antwoord op deze vraag ga je naar de volgende stap in het pad die afbeeldingen toont van WOII. Bij de afbeeldingen van

hoe Europa er bijlag na WOII leg je uit dat er hongersnood was, dat velen vrienden en familieleden hadden verloren in die oorlog, en dat veel van onze infrastructuur was vernield. Vraag aan de leerlingen hoe lang geleden het einde van WOII is. Daarna kan je besluiten dat dit nog geen mensenleven geleden is, en toch al zo veraf lijkt. Ook de vrede waarin we nu leven, lijkt vanzelfsprekend, maar is dat nog helemaal niet zo lang. Volg verder het pad van de presentatie en geef de uitleg zoals die in de leerlingenfiches staat. Het gaat om dezelfde tijdslijn.

Enkele extra’s:- Jean Monnet en Robert Schuman zijn belangrijke ‘founding fathers’ van de huidige EU. Het is in feite

Jean Monnet die een concreet samenwerkingsidee aanbrengt bij Schuman. Schuman, als minister van Buitenlandse Zaken van Frankrijk op dat moment, voegt de daad bij het woord en geeft zijn bekende ‘Schumanspeech’.

- De puur chronologische volgorde zoals in de lesfiche wordt in deze presentatie soms niet gevolgd. Zo neemt de presentatie bijvoorbeeld alle verdragen tot en met Lissabon samen, en gaat pas dan naar de invoering van de euro, die daarvoor al kwam. Het verhaal komt zo beter over.

- Je kan er voor kiezen om niet bij alle stappen in deze tijdslijn stil te staan. Zo kan je bijvoorbeeld alle verdragen overslaan en enkel focussen op het begin, de EEG, het openen van de grenzen voor de interne markt, de invoering van de euro en de daaropvolgende crisis. Hiermee toon je vooral aan hoe de Europese samenwerking evolueerde van enkel Kolen en Staal, naar een uitgebreide economische samenwerking met politieke aspecten. Je kan ook even stilstaan bij de Nobelprijs voor de vrede die de EU in het najaar van 2012 mocht ontvangen. We kregen die omdat de EU de aangesloten landen een zeer lange periode van vrede heeft gebracht, wat een ommekeer betekende met de geschiedenis van conflicten in Europa.

16Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

2. Uitleg na spel 2: Van 6 naar 28 landen

De eerste stap in het pad leid je hier naar een overzicht van de 28 huidige lidstaten. Je kan ze hier al overlopen, de leerlingen zullen hier nieuwsgierig naar zijn na het spel over de lidstaten. Daarna gaat de presentatie verder naar de onderste tijdslijn, die aangeeft hoe de Europese Unie is gegroeid van de eerste 6 landen tot de huidige 28 lidstaten. Ook hier volg je het pad in de presentatie en geef je de uitleg zoals die beknopt bij de tijdslijn in de lesfiche voor de leerlingen staat. Je kan er ook voor kiezen om enkel de huidige lidstaten te tonen en niet de groei.

3. Uitleg na spel 3: Wat doet de EU?

In de inleiding van dit spel toonde je al de afbeelding met de verschillende beleidsniveaus in België. Pas daarna leidt het pad in de presentatie je naar ‘enkele voorbeelden’. De meeste daarvan kwamen al aan bod in de oefening en zijn dus een herhaling.

1. Enkele voorbeelden

Overloop kort de voorbeelden zoals die ook zijn uitgewerkt in de lesfiche van de leerlingen. Volg het pad in de presentatie, die kort op elk voorbeeld inzoomt.

2. Enkele grote veranderingen

Volg ook hier het pad in de presentatie en leg zo uit wat de interne markt is, wat Schengen is, en tot slot de euro. Je vindt alle uitleg in de lesfiche voor de leerlingen.

3. Waarover beslist de EU?

Dit begint opnieuw met de afbeelding van de verschillende beleidsniveaus in België. Daarna geef je in grote lijnen weer waarover de EU voornamelijk mag beslissen (=bevoegdheden).

4. Waaraan besteedt de EU geld?

Aan de hand van de presentatie en de lesfiche overloop je de belangrijkste elementen van de begroting van de EU.

Conclusie

Wat is de EU nu eigenlijk? Aan de hand van de inleiding in de lesfiche voor de leerlingen vat je nog eens kort enkele belangrijke bevindingen over de EU samen.

17Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Materiaal• Computer en beamer• Prezi presentatie Module 1• Lesfiche voor de leerlingen (enkel voor jezelf als leerkracht, als achtergrondinformatie bij de thema’s)

Enkele tips• Deze presentatie is zeer uitgebreid. Je maakt als leerkracht zelf de keuze welke elementen je wel en

niet bespreekt. • Werken met Prezi: de presentaties zijn gemaakt met het programma ‘Prezi’. Prezi werkt erg intuïtief.

Er zit een ‘pad’ in de presentatie dat je stap voor stap door de presentatie leidt. Je kan op elk moment van het pad afwijken door op een onderdeel te klikken, waarop de presentatie dan inzoomt. Klik hier voor een instructievideo over hoe je navigeert doorheen een Prezi presentatie (in het Engels). Andere instructievideo’s van Prezi vind je op https://prezi.com/support.

Offline presenteren: hoe download je een kopie?Je hebt geen speciale software nodig om offline te presenteren, omdat je de presentatie als een soort PDF kan downloaden. Je klikt op ‘downloaden’, waarna je een hele ZIP-map downloadt. Je ‘pakt’ dit bestand daarna ‘uit’ op een locatie waar je gemakkelijk aan kan, vb. ‘mijn documenten’ of op je bureaublad. In deze uitgepakte map klik je vervolgens op het derde bestand, met het Prezi-logo om de presentatie te openen. Het bestand opent als een PDF.

Belangrijk: je hebt wel alle elementen van deze uitgepakte map nodig om de Prezi-presentatie te kunnen openen. Als je deze dus op een USB stick wil overzetten, moet je er goed op letten dat je er de hele map (28-in-1-…) op zet. Vaak gaat dit trouwens vrij traag, omdat dit erg grote bestanden zijn. Je kan ook online presenteren, dan heb je enkel de link nodig.

Realisatie van in opdracht van

Europa in beweging

Europa in beweging

Europa in beweging

Europa in beweging

18Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Concept

De tweede module gaat dieper in op de werking van het Europees Parlement en haar taak als medewetgever. Ook de andere instellingen en het besluitvormingsproces komen aan bod.

De module begint met een simulatieoefening, waarbij de leerlingen zich verplaatsen in de huid van een Europarlementslid. Ten eerste werken de leerlingen in deelgroepjes hun eigen wetsontwerp uit, op basis van een voorstel van de Europese Commissie en aan de hand van een spelbord met thematische kaartjes. Elke deelgroep vormt zo een thematische commissie. Bij het maken van hun eigen wet moeten ze rekening houden met het standpunt van de Raad van Ministers en belanghebbenden. De leerkracht maakt op voorhand een keuze uit 10 uitgewerkte thema’s, gaande van eenvoudige tot complexe EU-onderwerpen. Ten tweede stelt elke deelgroep zijn wetsontwerp voor aan de rest van de klas, waarop er klassikaal gestemd wordt: keuren de klasgenoten – in de hoedanigheid van het plenaire halfrond van het Europees Parlement – deze wet goed of af?

Na de simulatieoefening volgt een nabespreking van de simulatieoefening: Wat zijn de gelijkenissen en de verschillen met de werkelijkheid? De leerkracht overloopt dit aan de hand van de Prezi-presentatie, de leerlingen geven input.

Tot slot volgt een interactieve lezing, waarbij de leerkracht het Europees besluitvormingsproces overloopt en stilstaat bij de belangrijkste EU-instellingen.

Ook bij deze module hoort een lesfiche voor de leerlingen die alle opgedane kennis samenvat. Je kan deze als ondersteuning voor de leerlingen meegeven, eventueel als leerstof. Het is niet de bedoeling de lesfiche in de klas te overlopen.

Disclaimer: Voor dit pakket werden de werkelijke procedures vereenvoudigd en werden realistische, doch niet steeds door de EU behandelde wetsvoorstellen opgenomen. Daarom zijn noch de vorm, noch de inhoud van deze simulatieoefening een volledig correcte weerspiegeling van de werkelijkheid en geven ze niet het werkelijke standpunt van het Europees Parlement, de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie weer. Deze simulatieoefening heeft een educatief doeleinde, dit is de enige ware grond voor bepaalde gemaakte keuzes. Dit wordt ook geduid in de evaluatie van de oefening.

MODULE 2In de huid van een Europarlementslid

19Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Onderdelen en timing

In totaal duurt de tweede module 2 lesuren, die idealiter op elkaar volgen: simulatieoefening + evaluatie: 70 minuten; presentatie met achtergrondinformatie: 30 minuten.

Werkvorm Duur Wat Materiaal

Informatie 5 min Inleiding: praktische inleiding tot de simulatieoefening

Simulatieoefening in deelgroepen

25 min In de huid van een Europarlementslid: de leerlingen werken in deelgroepjes hun eigen wetsontwerp uit, op basis van een voorstel van de Europese Commissie.

- spelbord per deelgroep- set kaartjes volgens gekozen

thema, per deelgroep- werkblad leerlingen volgens

gekozen thema, per deelgroep- voldoende ruim lokaal om in

deelgroepen te werken.

Simulatieoefening klassikaal

15 min Plenair debat en stemming: de groep overloopt de gemaakte wetsontwerpen en stemt hier klassikaal over.

- bord/flipchart + krijt/stift- het ingevulde werkblad per

deelgroep.

Simulatieoefening klassikaal

25 min Nabespreking simulatieoefening: aan de hand van de Prezi presentatie en de input van de leerlingen overloop je als leerkracht de gelijkenissen en verschillen met de werkelijkheid en de thematische stand van zaken.

- computer en beamer- Prezi presentatie Module 2

Simulatieoefening klassikaal

30 min Presentatie: overlopen van het besluitvormingsproces van de EU en de belangrijkste instellingen.

- computer en beamer- Prezi presentatie Module 2

Doelstellingen en competenties

Een eerste doelstelling van Module 2 is de leerlingen kennis bij te brengen:- De leerlingen kennen en begrijpen (een vereenvoudigde versie van) het

besluitvormingsproces in de EU. - De leerlingen begrijpen de concrete rol van het Europees Parlement daarbinnen. - De leerlingen weten dat het Europees Parlement werkt rond concrete zaken die een

impact hebben op hun dagelijks leven en dat de Europarlementsleden mensen van vlees en bloed zijn die de beslissingen nemen.

- De leerlingen weten meer over de thema’s die aan bod komen, zoals consumentenbescherming, asiel- of milieubeleid.

Een tweede doelstelling gaat over vaardigheden: - Doorheen de oefening versterken de leerlingen hun democratische vaardigheden:

ze leren rekening houden met de mening van derden, ze leren een eigen mening formuleren, ze leren overleggen en een compromis sluiten.

- De leerlingen leren hun voorstel te presenteren en te spreken voor een groep.

Een derde doelstelling werkt aan de attitude van de leerlingen:- De oefening verhoogt de betrokkenheid van de leerlingen bij het Europees

besluitvormingsproces.

20Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Module 2: stap voor stap

Inleiding Idealiter staat het klaslokaal al klaar voor de simulatieoefening wanneer de leerlingen binnenkomen (zie verder). Vertel kort aan je leerlingen dat zij vanaf nu in de huid zitten van een Europarlementslid en dat ze in die hoedanigheid zelf een wet zullen maken. Vertel hen ook dat ze hun wet zullen moeten voorstellen aan de rest van de klas, en dat er dan gestemd zal worden. Je kan de leerlingen ofwel laten kiezen in welke thematische commissie ze willen werken, het lot laten beslissen, of hen zelf toewijzen aan een bepaalde commissie.

Simulatieoefening: In de huid van een Europarlementslid

1. Werken in thematische commissies

SettingDe klasgroep is ingedeeld in groepjes van 4 tot 6 leerlingen. Elke groep krijgt een eigen thema waarrond ze zal werken. Je zet best het lokaal op voorhand al klaar (zie ‘materiaal’).

VerloopDe leerlingen ontvangen een thematisch werkblad, waarop een wetsvoorstel van de Europese Commissie staat. Ook ligt er op tafel een spelbord met de bijhorende kaartjes van dat thema. Op het spelbord liggen de kaartjes met de blanco kant naar boven. Deze kaartjes zijn genummerd. De groep begint bij nummer ‘1’: Eén leerling van de groep draait het kaartje om en leest hardop voor wat er staat. De groep voert vervolgens de opdrachten van dit kaartje uit. Daarna gaan ze door naar kaartje ‘2’ en daarna kaartjes ‘3’ en ‘4’. Ze noteren op hun werkblad.

De kaartjes bevatten ofwel een opdracht, ofwel extra informatie in de vorm van het standpunt van de Ministerraad, lobbygroepen of andere stakeholders. Stap voor stap komen de leerlingen tot hun eigen ‘Europese wet’ over dat thema. Als laatste opdracht bereiden ze een korte presentatie voor over hun ‘Europese wet’ voor de hele klas.

De oefening gaat uit van de zelfstandigheid van de leerlingen: ze werken in deelgroepjes samen aan een ‘Europese wet’ op basis van de input die ze in de loop van de oefening krijgen. De timing staat ook op de kaartjes aangegeven.

Materiaal• Voldoende ruim lokaal om in deelgroepen te werken, met de tafels al in deelgroepen opgesteld met

voldoende stoelen errond.• Werkblad leerlingen volgens gekozen thema, per deelgroep. In totaal zijn er 10 thema’s. Die hebben elk

een eigen werkblad. Dit werkblad leg je best al klaar op de tafels waar de groepen gaan zitten. • Spelbord per deelgroep. Dit spelbord is voor alle thema’s gelijk en geeft een vereenvoudigde versie van

het besluitvormingsproces weer. • Set kaartjes volgens gekozen thema, per deelgroep. In totaal zijn er 10 thema’s waaruit je kan kiezen.

Voor elk thema knip je de kaartjes op voorhand uit. Je legt deze best ook al klaar op het spelbord met de blanco kant naar boven en de hoekjes met nummers en symbolen al omgevouwen.

21Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Een klaargelegd thema ziet er als volgt uit:

Noot: Op de afbeelding hierboven ligt het thema ‘roken’ klaar. Dat bevat minder kaartjes dan sommige andere thema’s, vandaar dat het middenste vak van de linkerkolom niet bedekt is met een kaartje. Voor sommige andere thema’s ligt daar wel een kaartje.

Enkele tips• Print het werkblad voor de leerlingen enkelzijdig af. Zo moeten ze niet de hele tijd het blad omdraaien

om het oorspronkelijk wetsvoorstel van de Commissie te zien.• Ga langs bij de deelgroepen en stuur eventueel bij als ze vastzitten.• De bedoeling is dat elke groep rond een ander thema werkt. Zo kan elke groep een volledig ander

wetsontwerp voorstellen aan de rest van de klas. Je kan er als leerkracht echter ook voor kiezen om alle groepen parallel rond hetzelfde thema te laten werken, of om twee groepen per thema te zetten, enzovoort. Jij kent je leerlingen het best en kan best inschatten wat er voor hen zal werken.

22Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

2. Klassikale voorstelling en stemmen

SettingDe leerlingen blijven zitten in hun thematische commissies. Vooraan heb je op het bord of op een flipchart een raster getekend dat er als volgt uitziet:

THEMA STEMMEN VOOR STEMMEN TEGEN ONTHOUDINGEN

Vb. ‘roken’

Vb. ‘vluchtelingen’

Je vult op voorhand al de aanwezige thema’s in, vb. ‘roken’ of ‘vluchtelingen in Europa’.

VerloopElke thematische groep krijgt maximum 2 minuten om haar wet voor te stellen. De groep doet dit aan de hand van het ingevulde werkblad. Daarna is er kort tijd voor de rest van de klas om uitleg te vragen. Daarna ga je meteen over tot de stemming over de wet van die thematische commissie. De stemming verloopt met handopsteking. De leerlingen die in de thematische commissie zelf zaten, mogen ook meestemmen. Je stelt als leerkracht volgende vragen:

- “Wie gaat akkoord met dit wetsontwerp? Steek je hand op.” Je schrijft dit aantal op in de kolom ‘stemmen voor’ bij het betreffende thema.

- “Wie gaat niet akkoord met dit wetsontwerp? Steek je hand op.” Je schrijft dit aantal op in de kolom ‘stemmen tegen’ bij het betreffende thema.

- “Wie onthoudt zich bij deze stemming? Steek je hand op.” Je schrijft dit aantal op in de kolom ‘onthoudingen’ bij het betreffende thema.

Na een stemming besluit je met ofwel “Dit voorstel is (met grote meerderheid) aangenomen, proficiat” OF “Dit voorstel is (met grote meerderheid) afgekeurd”. Een meerderheid heb je van zodra je de helft + 1 van de uitgebrachte stemmen hebt, onthoudingen tellen daarbij niet mee. Bij een gelijk aantal stemmen, stel je als leerkracht dat de stemming wordt opgeschort. Op die manier laat je het dus onbeslist.

Je herhaalt dit voor elke thematische commissie.

Materiaal• Bord/flipchart + krijt/stift met daarop best op voorhand al het rooster (zie setting).• Het ingevulde werkblad per deelgroep.

Enkele tips• Hoe meer thematische commissies in de klas, hoe langer dit deel zal duren. Een tegenargument voor

weinig thematische commissies is dan weer: hoe kleiner de deelgroepen, hoe hoger de betrokkenheid van elke individuele leerling. Hou hiermee rekening bij de beslissing over in hoeveel groepen je de klas indeelt.

• Deze video legt in iets minder dan 6 minuten de werking van het Europees Parlement uit: http://www.europarltv.europa.eu/nl/player.aspx?pid=d556059d-cd4b-40fa-84b6-a3d300b52bde (in het Engels met NL ondertitels). Je kan bij voldoende tijd na de oefening dit filmpje tonen, om daarna met de leerlingen de verschillen en de gelijkenissen tussen hun oefening en de werkelijkheid te duiden.

23Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

3. De thema’s

Er zijn meerdere thema’s waaruit je als leerkracht op voorhand een keuze maakt. De thema’s zijn geordend van eenvoudig tot complex, zowel qua inhoud als qua uitwerking. Hieronder zie je de thema’s en de wetsvoorstellen van de Commissie. Voor de volledige uitwerking van de thema’s, bekijk je de themakaartjes.

Disclaimer: Voor dit pakket werden de werkelijke procedures vereenvoudigd en werden realistische, doch niet steeds door de EU behandelde wetsvoorstellen opgenomen. Daarom zijn noch de vorm, noch de inhoud van deze simulatieoefening een volledig correcte weerspiegeling van de werkelijkheid en geven ze niet het werkelijke standpunt van het Europees Parlement, de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie weer. Deze simulatieoefening heeft een educatief doeleinde, dit is de enige ware grond voor bepaalde gemaakte keuzes. Dit wordt ook geduid in de evaluatie van de oefening.

MOEILIJKHEIDSGRAAD ✶ CONCRETE TOPIC ALGEMEEN THEMA WETSVOORSTEL COMMISSIE

Roken volksgezondheid, welzijn, consumen-tenbescherming

Om te voorkomen dat jongeren beginnen met roken, stelt de Europese Commissie voor dat:Artikel 1: …de waarschuwingen op pakjes sigaretten behouden blijven, zoals beslist in vorige EU-wetten. Artikel 2: …de vormgeving van de pakjes niet langer mag verschillen van fabrikant tot fabrikant. Alle verpakkingen moeten wit zijn en de fabrikant en het merk in eenzelfde lettertype vermelden. Er staat dus geen logo meer op de verpakking.Artikel 3: …de verkoop van tabaksproducten aan mensen onder de 18 jaar in de gehele EU wordt verboden.

Volume van draagbare muziekspelers

volksgezondheid, welzijn, consumen-tenbescherming

Om te voorkomen dat miljoenen Europeanen gehoorschade oplopen, stelt de Europese Commissie voor dat:Artikel 1: … het maximumvolume van alle persoonlijke muziekspelers (zoals iPod) en mobiele telefoons standaard maar 80 decibel* mag zijn. Dit geldt voor alle nieuw verkochte toestellen in de Europese Unie.Artikel 2: … gebruikers kunnen op eigen risico hun muziekspeler toch harder zetten. Als ze dat doen komt er een waarschuwing op het scherm: ‘muziek te luid beluisteren kan permanente gehoorschade veroorzaken’.* Decibelschaal (decibel = dB)

• 30 dB = stil (vb. gefluister)

• Vanaf 70-75 dB = matig (vb. stofzuiger)

• Vanaf 85-90 dB = Heel luid, kans op beschadiging (vb. hard geschreeuw)

• Vanaf 110-120 dB = Hinderlijk, kans op beschadiging (vb. discotheek)

• Vanaf 170 dB = Pijnlijk, schadelijk (vb. sirene)

Een verhoging met 10 decibel betekent dat het geluid tien keer luider wordt.

24Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

MOEILIJKHEIDSGRAAD ✶ CONCRETE TOPIC ALGEMEEN THEMA WETSVOORSTEL COMMISSIE

Maatregelen om de Europese democratie te bevorderen

Europese democratie

Om de burgers van de Europese Unie meer te betrekken bij de EU; en om te zorgen voor een juister beeld van de EU, stelt de Europese Commissie voor dat:Artikel 1: …de landen stemplicht invoeren in plaats van stemrecht voor de Europese Parlementsverkiezingen. Zo zijn alle burgers verplicht om na te denken over wie ze verkiezen als hun vertegenwoordigers in het Europees Parlement. Artikel 2: …er een agentschap wordt opgericht dat onjuiste informatie over de EU - met als doel twijfel te zaaien en de EU te verzwakken - opspoort, uit het nieuws haalt en indien mogelijk de verspreiders ervan bestraft.

MOEILIJKHEIDSGRAAD ✶✶ CONCRETE TOPIC ALGEMEEN THEMA WETSVOORSTEL COMMISSIE

Bescherming van proefdieren

Dierenwelzijn vs volksgezondheid

Om onnodig leed bij dieren te voorkomen, stelt de Europese Commissie voor datArtikel 1: …Proeven op dieren zijn toegestaan voor het ontwikkelen en testen van medicijnen. Onnodige proeven of extra proefdieren worden hierbij altijd vermeden. Artikel 2: …Dierproeven altijd verboden worden voor het testen van cosmetica*, alsook voor hun afzonderlijke ingrediënten.Artikel 3: Het verboden is om cosmeticaproducten die in andere landen zijn getest op dieren te importeren in de EU.

*Cosmetica: bad- en doucheproducten, make-up, deodorant, parfum, haarproducten, huidverzorging, mondverzorging, nagelverzorging, scheerproducten, zeep en zonneproducten.

Werken in een ander EU-land

Vrij verkeer van personen

Om elke burger in de EU gelijke rechten te geven, en om de eenheid van de Europese economie te bevorderen, stelt de Europese Commissie voor dat:Artikel 1: Elke EU-burger mag werken in gelijk welk ander EU-land, zonder arbeidsvergunning.

Artikel 2: Elke EU-burger die in een andere lidstaat werkt, eenzelfde loons- en arbeidsvoorwaarden heeft als de ‘eigen’ burgers van dat land.

Artikel 3: Een EU-burger die in een ander land werkt dan zijn eigen land, belastingen betaalt aan zijn gastland.

Een Europees leger Buitenlands beleid Om de EU meer macht te geven in de wereldpolitiek, stelt de Europese Commissie voor om: Artikel 1: Een Europees leger op te richtenArtikel 2: Dit leger wordt ingezet bij humanitaire rampen zoals droogtes en overstromingen, en kan ook tussenkomen in landen buiten de EU, zoals bijvoorbeeld in Syrië.

25Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

MOEILIJKHEIDSGRAAD ✶✶✶ CONCRETE TOPIC ALGEMEEN THEMA WETSVOORSTEL COMMISSIE

Klimaatopwarming Energie en klimaat Om de klimaatopwarming te beperken tot minder dan 2° opwarming, stelt de Europese Commissie voor dat:Artikel 1: …de EU een voortrekkersrol speelt in internationale klimaatconferenties en andere landen in de wereld overhaalt om ernstige maatregelen te nemen.Artikel 2: …de EU zelf het goede voorbeeld toont door tegen 2030 voor minstens 50% energie te halen uit hernieuwbare energiebronnen. Tegen 2050 moet dit 100% zijn.Artikel 3: ….fabrikanten van elektronische toestellen moeten zorgen dat hun producten zo energiezuinig mogelijk zijn. De ‘stand-by’ modus wordt verboden.

Vluchtelingen in Europa

Asiel en migratie Om het menselijk leed bij asielzoekers zo veel mogelijk te voorkomen; en om te zorgen voor een eerlijke verdeling van de kosten, stelt de Europese Commissie voor dat: Om het menselijk leed bij asielzoekers zo veel mogelijk te voorkomen; en om te zorgen voor een eerlijke verdeling van de kosten, stelt de Europese Commissie voor dat: Artikel 1: …elk EU-land asielzoekers volgens Europese minimumvereisten moet opvangen: Elke asielzoeker heeft recht op voedsel, onderdak, onderwijs, gezondheidszorg en toegang tot werk, tot zijn dossier is behandeld. Artikel 2: …er een algemeen spreidingsplan komt voor de opvang van asielzoekers over de gehele EU, zodat elk land evenveel inspanningen levert. Artikel 3: De bepaling van het aantal asielzoekers per land zal gebeuren op basis van een aantal criteria:

• het bruto nationaal product (BNP) van dat land• het bevolkingsaantal• de werkloosheidscijfers• al geleverde inspanningen inzake opvang van

asielzoekers en hervestiging van vluchtelingen uit oorlogsgebieden

Artikel 4: …er een grootschalige Europese reddingsmissie komt voor het onderscheppen van vluchtelingen op de Middellandse Zee, om zoveel mogelijke nieuwe doden te voorkomen. Elk EU-land draagt hiertoe bij volgens zijn BNP.

26Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

MOEILIJKHEIDSGRAAD ✶✶✶✶ CONCRETE TOPIC ALGEMEEN THEMA WETSVOORSTEL COMMISSIE

Kinderarbeid Buitenlandse handel / mensenrechten

Om de waarden van de EU zoals respect voor de mensenrechten ook buiten de Unie uit te dragen; en om de concurrentie met landen buiten de EU eerlijker te maken, stelt de Europese Commissie voor dat:Artikel 1: de herkomst van producten en van de onderdelen van producten die verkocht worden in de EU, altijd duidelijk moet zijn (=transparantie van de productieketen). Artikel 1: producten waar kinderen aan hebben gewerkt, zij het aan de afwerking, zij het aan de grondstoffen, niet binnen mogen op de EU-markt. Artikel 1: de EU een orgaan opricht dat de hele productieketen ter plaatse controleert op kinderarbeid. Slechts importeurs die voldoen, mogen hun producten verkopen op de EU-markt.

Online privacy Consumenten- bescherming vs veiligheid en economie

Om de online privacy van burgers beter te beschermen, stelt de Europese Commissie voor dat:Artikel 1: …de gebruiksvoorwaarden (waaronder ook instellingen over privacy) van webapplicaties zoals bijvoorbeeld Facebook of WhatsApp in heldere taal omschreven moeten worden en dat in maximaal 1000 woorden.Artikel 2: … webapplicaties altijd toestemming moeten vragen vooraleer ze gegevens (foto’s, surfgedrag, persoonsgegevens, …) van gebruikers doorverkopen aan andere bedrijven. Artikel 3: … De producent gebruikers niet mag uitsluiten van de webapplicatie als deze de toestemming voor doorverkoop van gegevens weigeren.Artikel 4: …gebruikers hun volledige profiel en alle gegevens, of delen van hun profiel of bepaalde gegevens moeten kunnen wissen. Dit moet volledig van de webapplicatie worden verwijderd en niet in een archief worden bijgehouden. Het gaat om ‘het recht om vergeten te worden’.

Uitgebreide handelsakkoorden

Extern handelsbeleid

Om de positie van grootste handelsblok in de wereld te behouden; en om te zorgen voor meer werkgelegenheid en economische groei in de EU, stelt de Europese Commissie voor dat: Artikel 1: …de Europese Commissie handelsakkoorden kan onderhandelen met landen buiten de Europese Unie, in naam van alle lidstaten van de Europese Unie en in naam van de Europese instellingen. Artikel 2: …tijdens de onderhandelingen mag de Europese Commissie beslissen om de Europese markt open te stellen voor dat land en om handelsbelemmeringen weg te werken. Dit kan gaan over douanetarieven, maar ook over de bestaande Europese regels waaraan producten moeten voldoen, zoals bijvoorbeeld regels over voedselveiligheid, consumenten- en milieubescherming. Artikel 3: …eens er een handelsakkoord is, moeten enkel nog de Ministerraad en het Europees Parlement hun goedkeuring geven. De lidstaten kunnen zich hier niet meer over uitspreken.

27Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Nabespreking oefening: gelijkenissen en verschillen met de werkelijkheid

SettingOfwel blijven de leerlingen in hun deelgroepjes zitten, ofwel laat je de leerlingen in rijen zitten. Het belangrijkste is dat elke leerling zicht heeft op de presentatie.

VerloopAan de hand van het eerste onderdeel van de Prezi Presentatie van Module 2 overloop je de gelijkenissen en verschillen van wat de leerlingen net deden met hoe het er in werkelijkheid aan toe gaat. Eerst en vooral peil je naar hun ervaringen: “Hoe was het om even in de schoenen van een Europarlementslid te staan?” Leerlingen kunnen hier bijvoorbeeld aangeven dat ze het moeilijk vonden om beslissingen te nemen als er zoveel verschillende belangen zijn, of dat ze het fijn vonden om een bepaalde macht te hebben om te beslissen, enzovoort. Peil naar tegengestelde ervaringen, of net gelijkaardige (“Wie vindt dit ook zo? Wie vindt dit net niet zo?”)

Daarna ga je over tot de inhoudelijke nabespreking aan de hand van de Prezi Presentatie.

Eerst en vooral duid je de context: Je vertelt de leerlingen dat wat zij net deden uiteraard niet helemaal strookt met hoe het er echt aan toe gaat. Je legt uit dat er zowel qua vorm als qua inhoud een aantal verschillen zijn. Uiteraard zijn er ook een heel aantal zaken wel gelijkaardig. In de Prezi presentatie wordt dit weergegeven aan de hand van een rooster:

Een eerste vraag aan de leerlingen kan zijn: “Wat is er volgens jullie gelijkaardig, naar vorm of naar inhoud?”. Daarna overloop je ten eerste alle gelijkenissen, volgens wat de leerlingen aangeven. Je vult aan wat ze niet aangeven. Daarna vraag je: “Wat is er volgens jullie in werkelijkheid verschillend?” Hierop overloop je de belangrijkste verschillen, volgens wat de leerlingen aangeven. Je vult opnieuw aan wat ze niet aangeven. Je zoomt hierbij zelf in op de besproken onderdelen in de Prezi Presentatie. Er is geen vast pad dat je doorheen dit onderdeel van de presentatie leidt.

28Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

GELIJKENISSEN VERSCHILLEN

Inhoud Argumenten: De argumenten die naar boven kwamen, komen overeen met wat je oppikt in de Europese debatten.

Complexer:- De thema’s zijn vaak technischer. Zo kan

het bijvoorbeeld gaan over de grootte van de gaten in visnetten. Hierbij komen dan allerlei onderzoeken van wetenschappers kijken over welke vis je met welke netten best vangt, enzovoort.

- De voorstellen waar het parlement over stemt zijn veel gedetailleerder. Elk detail wordt besproken en eventueel mee aangepast.

Vorm Opsplitsing in thematische commissies: het parlement houdt zich met zeer diverse thema’s bezig. Daarom is het beter dat de Europarlementsleden zich specialiseren in enkele thema’s. Net zoals jullie opgedeeld waren in inhoudelijke groepen, heeft ook het Europees Parlement 20 vaste thematische commissies. In die commissies bekijken en bespreken ze eerst het thema, waarna ze het voorstellen aan de rest van het parlement, net zoals jullie deden. Naast de vaste commissies kunnen er ook ad hoc commissies zijn.

Belangengroepen: parlementsleden worden, net zoals jullie, vaak benaderd door allerlei belangengroepen.

Stemmen met handopsteking: het stemmen over wetsvoorstellen gebeurt in het parlement meestal met handopsteking, omdat dit over het algemeen veel sneller gaat. Soms wordt er ook elektronisch gestemd (=hoofdelijke stemming), bijvoorbeeld wanneer het parlement zeer verdeeld is en de uitslag van de stemming dus niet in een oogopslag duidelijk is. Een politieke fractie kan ook (vooraf) vragen om elektronisch te stemmen en de eindstemming over een verslag is meestal ook een hoofdelijke stemming. Op die manier wordt bijgehouden welke parlementsleden voor / tegen stemden of zich onthielden.

Opsplitsing in politieke fracties: jullie hadden in deze oefening geen politieke kleur. In werkelijkheid zijn er in het Europees Parlement diverse politieke fracties. De parlementsleden zitten in de plenaire vergadering samen per politieke familie, van links naar rechts. Elke fractie wordt geleid door een fractievoorzitter. Guy Verhofstadt bijvoorbeeld is fractieleider van de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa (ALDE). (Zie verder bij de presentatie over de instellingen.)

Gedeelde wetgevende macht: de oefening zou kunnen de indruk wekken dat het enkel het Europees Parlement is die de wetgevende macht heeft en dus de beslissingen neemt. In werkelijkheid moet het Europees Parlement samen met de Raad van Ministers tot een compromis komen. Een Commissievoorstel gaat eerst naar het Europees Parlement, dan naar de Raad van Ministers en dan eventueel opnieuw naar het Parlement en de Raad van Ministers. (Zie verder bij de presentatie over de instellingen en hoe een Europese wet tot stand komt.)

Complexer: - In deze oefening waren we met een

beperkte groep. In het Europees Parlement debatteren en stemmen ze met 751 parlementsleden.

- Hier debatteerden we allemaal in dezelfde taal. In het Parlement mag iedereen zijn of haar eigen taal spreken. Alle debatten in het halfrond worden naar de 24 officiële EU-talen vertaald.

29Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Tot slot staat er 1 item bij zowel de verschillen als de gelijkenissen: De thema’s zelf:• Het gaat om een gelijkenis want dit zijn allemaal thema’s waarover het

Europees Parlement zich buigt of in het verleden gebogen heeft. • Het gaat om een verschil want in werkelijkheid zijn of waren de voorstellen

en standpunten van de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van Ministers enigszins anders.

Hierna zoom je als leerkracht in op de thema’s die in klas aan bod kwamen. Met behulp van de lesfiche van de leerlingen en de informatie in de Prezi presentatie van Module 2, bespreek je kort de huidige stand van zaken en de rol van de EU binnen dat thema. (In deze lesfiche staat per thema een korte stand van zaken, dit gebruik je als leerkracht bij het duiden van de thema’s. Dit kan zonder dat de leerlingen zelf al de lesfiche in handen hebben.) Het is erg belangrijk om de werkelijkheid te duiden van het thema waar ze mee bezig zijn geweest, zodat de leerlingen met een correct beeld van de werkelijkheid de klas verlaten.

Materiaal• Computer en beamer• Prezi presentatie Module 2• Lesfiche voor de leerlingen (enkel voor jezelf als leerkracht, als achtergrondinformatie bij de thema’s)

Enkele tipsWerken met Prezi:De presentaties zijn gemaakt met het programma ‘Prezi’. Prezi werkt erg intuïtief. Er zit een ‘pad’ in de presentatie dat je stap voor stap door de presentatie leidt. Je kan op elk moment van het pad afwijken door op een onderdeel te klikken, waarop de presentatie dan inzoomt. Klik hier voor een instructievideo over hoe je navigeert doorheen een Prezi presentatie (in het Engels). Andere instructievideo’s van Prezi vind je op https://prezi.com/support.

Offline presenteren: hoe download je een kopie?Je hebt geen speciale software nodig om offline te presenteren, omdat je de presentatie als een soort PDF kan downloaden. Je klikt op ‘downloaden’, waarna je een hele ZIP-map downloadt. Je ‘pakt’ dit bestand daarna ‘uit’ op een locatie waar je gemakkelijk aan kan, vb. ‘mijn documenten’ of op je bureaublad. In deze uitgepakte map klik je vervolgens op het derde bestand, met het Prezi-logo om de presentatie te openen. Het bestand opent als een PDF.

Belangrijk: je hebt wel alle elementen van deze uitgepakte map nodig om de Prezi-presentatie te kunnen openen. Als je deze dus op een USB stick wil overzetten, moet je er goed op letten dat je er de hele map (28-in-1-…) op zet. Vaak gaat dit trouwens vrij traag, omdat dit erg grote bestanden zijn. Je kan ook online presenteren, dan heb je enkel de link nodig.

30Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Presentatie: de instellingen en het besluitvormingsproces

SettingVoor deze presentatie blijven de leerlingen ofwel zitten zoals bij de evaluatie van de simulatieoefening, ofwel gaan ze terug naar hun plaats. In elk geval is het de bedoeling dat de leerlingen naar voor gericht zitten, zodat ze de presentatie gemakkelijk kunnen volgen.

VerloopIn dit onderdeel overloop je aan de hand van de Prezi presentatie eerst de instellingen, om te eindigen met het besluitvormingsproces.

Alle informatie die je geeft tijdens deze presentatie staat in de lesfiche voor de leerlingen, je neemt deze dus best bij de hand bij het overlopen van de instellingen. Let wel: - Het is niet de bedoeling dat de leerlingen de lesfiche op dat moment ook voor zich hebben liggen, het is

nu vooral als achtergrond voor de leerkracht. - Omwille van educatieve redenen is veel van de informatie over de instellingen en zeker over het

besluitvormingsproces vereenvoudigd. Enkel de ‘kern’ wordt uitgelegd. In deze leerkrachtenhandleiding bieden we wat meer achtergrondinformatie om eventueel dieper in te gaan op het besluitvormingsproces.

1. De instellingen van de EU

> Inleiding: OverzichtEerst leg je uit dat er erg veel organen, agentschappen of raden zijn binnen de EU, maar dat enkele instellingen wel erg belangrijk zijn voor het functioneren van de Europese Unie. Je duidt de instellingen die je zal bespreken kort aan: De Europese Raad, de Raad van de Europese Unie of Raad van Ministers, de Europese Commissie, het Europees Parlement, het Europees Hof van Justitie en de Europese Centrale Bank (ECB). Elk van deze instellingen heeft een eigen bestaansreden en een eigen manier van werken.

> Stap 1: De Europese RaadGeef de uitleg zoals in de lesfiche voor de leerlingen. Vraag de leerlingen wie wij dan sturen als België en duid onze premier ook aan op de ‘familiefoto’. Vraag de leerlingen of zij weten welke bekende Belg de allereerste vaste voorzitter was, voor Donald Tusk (Herman Van Rompuy).

Na de ‘wie’, ‘taken’ en ‘werking’ vraag je de leerlingen waar de Europese Raad volgens hen bijeenkomt, in welke stad van welk land. Daarna toon je de hoofdzetel van de Europese Raad in Brussel, het ‘Europagebouw’. Dit gebouw wordt pas eind 2016 in gebruik genomen en werd bij de start van de bouw ervan soms lachend het ‘ei van Van Rompuy’ of ‘de urne’ genoemd, omwille van de vorm. Helaas heeft Herman Van Rompuy er geen enkele Top in kunnen voorzitten, omdat het gebouw niet op tijd af raakte. Voorlopig komt de Europese Raad nog bijeen in de hoofdzetel van de Raad van de EU of Raad van Ministers (zie volgende).

> Stap 2: De Raad van de EU of de Raad van MinistersGeef de uitleg zoals in de lesfiche voor de leerlingen. Bij het onderdeel ‘wie’, vraag je of de leerlingen weten wie België stuurt naar de Raad van Ministers. Daarna leg je uit dat in België sommige beleidsdomeinen, zoals onderwijs, tot de bevoegdheid van de deelstaten behoren. Geef de verdere uitleg uit de lesfiche van de leerlingen bij ‘wist je dat’. Je kan je leerlingen er extra op wijzen dat ook deelstaat-ministers en federale ministers dus af en toe aan de Europese onderhandelingstafel zitten om er mee te beslissen over nieuwe wetten en regels (bij ‘taken’).

Na de ‘wie’, ‘taken’ en ‘werking’ vraag je de leerlingen waar de Raad van Ministers volgens hen bijeenkomt, in welke stad van welk land. Daarna toon je de hoofdzetel van de Raad van Ministers, het Justus Lipsius gebouw in Brussel. Wanneer het ‘Europagebouw’ af is, zal ook de hoofdzetel van de Raad van Ministers daar naartoe verhuizen. De Raad van Ministers en de Europese Raad of Top delen dus hetzelfde gebouw.

31Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

EXTRA: De Europese Raad ≠ de Raad van de EU ≠ De Raad van EuropaVeel raden in Europa, zoveel is duidelijk. Hoewel de verschillen in naam klein zijn, gaat het wel telkens om een andere instelling of organisatie. Zo zijn de Europese Raad en de Raad van de EU (=Raad van Ministers) instellingen van de Europese Unie, zoals hierboven beschreven. De Raad van Europa daarentegen is een aparte internationale organisatie waar 47 Europese landen lid van zijn. De Raad van Europa is gevestigd in Straatsburg, Frankrijk, en houdt zich vooral bezig met de bescherming van de mensenrechten en het bevorderen van een Europese identiteit. De Raad van Europa is ook de moederorganisatie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (zie opmerking bij het Europees Hof van Justitie). Meer informatie over de Raad van Europa vind je op http://www.coe.int/.

> Stap 3: De Europese CommissieGeef de uitleg zoals in de lesfiche voor de leerlingen. Bij het onderdeel ‘wie’ vermeld je duidelijk de Belgische Commissaris Marianne Thyssen. Vraag de leerlingen of zij weten waarvoor zij bevoegd is en geef daarna het antwoord. Sta ook even stil bij de voorzitter, Juncker. Vraag de leerlingen wie al gehoord had van Juncker en vraag eventueel of zij zijn nationaliteit kennen. Je kan eventueel even het pad verlaten en inzoomen op de groepsfoto van de huidige Europese Commissie. Je vertelt de leerlingen dat dit eigenlijk de ‘regering’ is van de EU. Dit is dan meteen de overgang naar de volgende stap in het pad, namelijk ‘taken’.

Na de ‘wie’, ‘taken’ en ‘werking’ vraag je de leerlingen waar de Europese Commissie volgens hen zetelt, in welke stad van welk land. Daarna toon je de hoofdzetel van de Europese Commissie, het Berlaymont gebouw in Brussel.

> Stap 4: Het Europees ParlementGeef de uitleg zoals in de lesfiche voor de leerlingen. Bij het onderdeel ‘wie’ leidt de presentatie je naar de 21 Belgische verkozenen. Sta even stil bij de 12 verkozenen van het Nederlands kiescollege en overloop met de leerlingen: wie van deze mensen kennen ze? Doe hetzelfde met de verkozenen van het Frans en Duitstalig kiescollege.

Bij ‘werking’ sta je eerst even stil bij de opsplitsing in thematische parlementaire commissies. Vertel je leerlingen, als ze de oefening deden, dat ook zij hebben gewerkt in kleine thematische groepen. Wat zij in de oefening niet hadden, was een politieke kleur.

Daarna zoom je in op de fractieverdeling in het Europees Parlement. De afbeelding toont de zetelverdeling tussen de verschillende politieke fracties in het Europees Parlement op basis van de verkiezingsuitslag van 2014.Vertel je leerlingen dat de verkozenen in het Europees Parlement zich niet per nationaliteit, maar per politieke voorkeur groeperen in Europese fracties. In totaal zijn er momenteel 8 politieke fracties in het Europees Parlement, waarin meer dan 100 nationale partijen van over de hele EU zijn vertegenwoordigd. Overloop de Europese fracties van groot naar klein. Het aantal (en ook de inhoudelijke aard van de) fracties is geen vaststaand gegeven. Zo werd de fractie van ‘Europa van Naties en Vrijheid’, waar onder andere het Vlaams Belang (België, NL) en Front National (Frankrijk) in zetelen, pas in 2015 boven de doopvont gehouden. Sommige Europarlementsleden zijn van geen enkele fractie lid en in dat geval maken zij deel uit van de ‘niet-ingeschrevenen’.De opdeling in fracties zorgt voor een efficiëntere werking van het Europees Parlement. Zo wordt over elk onderwerp per fractie vergaderd, vooraleer er gestemd wordt. Daar wordt op voorhand al het fractiestandpunt bepaald: is een fractie voor of tegen een bepaald voorstel? Belangrijk om weten is dat een Europarlementslid niet gedwongen wordt om het standpunt van zijn of haar fractie te volgen. Bij plenaire stemmingen gebeurt het zelfs regelmatig dat er ook binnen een fractie verdeeldheid is en sommige leden voor, en andere dan weer tegen een voorstel stemmen.

Het belang van fracties in het Europees Parlement:- De fractie krijgt een budget zodat ze extra personeel in dienst kunnen nemen. - Enkel Europarlementsleden die tot een fractie behoren kunnen een belangrijke functie krijgen in

één van de parlementaire commissies. Om bijvoorbeeld rapporteur te worden van een commissie (de verantwoordelijkheid krijgen over een bepaald wetgevend rapport) moet je tot een fractie behoren.

- De fracties hebben hun zeg in het bepalen van de agenda van vergaderingen.- Grotere fracties krijgen meer en belangrijkere functies toegewezen en krijgen ook meer spreektijd in

het Europees Parlement.

32Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Om een fractie te vormen in het Europees Parlement moet je aan deze voorwaarden voldoen:- Er zijn 25 leden nodig om een fractie te vormen. - In een fractie moet minimaal een vierde van de lidstaten vertegenwoordigd zijn (momenteel dus leden

uit minstens 7 landen). - Een parlementslid mag slechts tot één fractie behoren.

Meer informatie over de werking van het parlement vind je op http://www.europarl.europa.eu/aboutparliament/nl/20150201PVL00010/Organisatie-en-werkzaamheden

Na de ‘wie’, ‘taken’ en ‘werking’ vraag je de leerlingen waar het Europees Parlement volgens hen bijeenkomt, in welke stad van welk land. Daarna ga je naar de afbeelding van het halfrond van het Europees Parlement en vertel je hen dat de officiële zetel in Straatsburg, Frankrijk, ligt, maar dat de parlementsleden ook bijeen komen in Brussel, en dat het secretariaat gevestigd is in Luxemburg. De kwestie van ‘de verhuis’, waarbij de parlementsleden 1 week per maand voltallig verhuizen naar Straatsburg en voor de rest in Brussel werken, is al jaren erg omstreden. De meeste Europarlementsleden willen niets liever dan dat er slechts 1 zetel is, en dat die bovendien in Brussel ligt, zodat ze gemakkelijk kunnen samenwerken met de andere instellingen. Er is echter een verdragswijziging nodig om de zetel van een instelling te veranderen. Voor zo’n verdragswijziging is unanimiteit van stemmen nodig van alle lidstaten.

TER INFORMATIE: een gezamenlijke campagne van 6 Europese fracties in het Europees Parlement ijvert voor 1 zetel voor het Europees Parlement: www.singleseat.eu (in het Engels). Hier vind je ook een aantal ‘facts & figures’ over deze verhuis.

> Stap 5: Het Europees Hof van JustitieGeef de uitleg zoals in de lesfiche voor de leerlingen. Sta even stil bij Koen Lenaerts, de Belgische rechter in het Hof. Hij werd in 2015 door de andere rechters verkozen tot president van het Europees Hof van Justitie. Bij de ‘taken’ geef je aan dat dit de scheidsrechter is tussen lidstaten en instellingen van de Europese Unie. Het Europees Hof van Justitie speelt ook een belangrijke rol in de interpretatie van de Europese regels. Op die manier zijn zij ook een belangrijke schakel in het Europees besluitvormingsproces.

Na de ‘wie’ en de ‘taken’ vraag je de leerlingen waar het Europees Hof van Justitie volgens hen is gevestigd, in welke stad van welk land. Daarna toon je het gebouw van het Europees Hof van Justitie in Luxemburg.

EXTRA: Verwar het Europees Hof van Justitie niet met het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Deze laatste internationale instelling is GEEN instelling van de Europese Unie en is gevestigd in Straatsburg, Frankrijk. Wel zijn alle EU-landen ook lid van de Raad van Europa, de moederorganisatie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Individuen, groepen, organisaties en landen kunnen een klacht indienen tegen een lidstaat van deze Raad van Europa bij een mogelijke schending van het Europees Verdrag voor de rechten van de mensen en de fundamentele vrijheden (EVRM). Meer informatie over het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vind je op http://justitie.belgium.be/nl/themas_en_dossiers/internationaal/internationale_instellingen/europees_hof_voor_de_rechten_van_de_mens/.

> Stap 6: De Europese Centrale BankGeef de uitleg zoals in de lesfiche voor de leerlingen. Na de ‘wie’, ‘taken’ en ‘werking’ vraag je de leerlingen waar de ECB volgens hen is gevestigd, in welke stad van welk land. Daarna toon je de ‘Eurotower’ in Frankfurt, Duitsland. Voor Duitsland, dat zijn sterke Duitse Mark inruilde voor de euro, was het erg belangrijk dat de euro goed beheerd zou worden. Als tegemoetkoming aan de Duitse bezorgdheid kreeg de ECB zijn zetel in Duitsland. Op de website van de ECB vind je onder het luik ‘voor het onderwijs’ heel wat educatief materiaal en filmpjes om eventueel dieper in te gaan op deze instelling: http://www.ecb.europa.eu/ecb/educational/html/index.nl.html.

33Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

2. Hoe een wet tot stand komt

> Vereenvoudigd:In de lesfiche voor de leerlingen staat een vereenvoudigde versie van de ‘gewone besluitvormingsprocedure’ (op pagina 9). Hierbij doet de Europese Commissie wetsvoorstellen (initiatiefrecht) en hebben de Raad van Ministers en het Europees Parlement de wetgevende macht. Deze laatste twee delen deze wetgevende macht op een gelijkwaardige manier. Zowel de Raad van Ministers als het Europees Parlement kan met andere woorden een wetsvoorstel een halt toeroepen. Pas als beide instellingen het eens geraken over een compromis, is een wet of regel aangenomen.

> Het volledige plaatje:De gewone wetgevingsprocedure is in realiteit iets ingewikkelder, met eerste, tweede en eventueel derde ‘lezingen’ van het Europees Parlement en de Raad van Ministers. Een visueel overzicht en degelijke uitleg hierover vind je op http://www.europarl.europa.eu/aboutparliament/nl/20150201PVL00004/Bevoegdheden-en-procedures.

Naast de ‘gewone besluitvormingsprocedure’, die in de meerderheid van de gevallen wordt gebruikt, zijn er nog ‘bijzondere wetgevingsprocedures’. Dit is eigenlijk een verzamelnaam voor alle wetgevende procedures die niet onder de gewone vallen. De Europese verdragen vermelden voor welke beleidsterreinen een bijzondere wetgevingsprocedure geldt. Bij elke bijzondere wetgevingsprocedure wordt aangegeven welke rol de verschillende Europese instellingen hebben in de besluitvorming; wie voorstellen mogen doen, wie er over mogen meebeslissen en hoe er over voorstellen gestemd wordt.

Materiaal- computer en beamer- Prezi presentatie Module 2- Lesfiche voor de leerlingen (enkel voor jezelf als leerkracht, als achtergrondinformatie bij de instellingen en het besluitvormingsproces)

Enkele tipsWerken met Prezi:De presentaties zijn gemaakt met het programma ‘Prezi’. Prezi werkt erg intuïtief. Er zit een ‘pad’ in de presentatie dat je stap voor stap door de presentatie leidt. Je kan op elk moment van het pad afwijken door op een onderdeel te klikken, waarop de presentatie dan inzoomt. Klik hier voor een instructievideo over hoe je navigeert doorheen een Prezi presentatie (in het Engels). Andere instructievideo’s van Prezi vind je op https://prezi.com/support.

Offline presenteren: hoe download je een kopie?Je hebt geen speciale software nodig om offline te presenteren, omdat je de presentatie als een soort PDF kan downloaden. Je klikt op ‘downloaden’, waarna je een hele ZIP-map downloadt. Je ‘pakt’ dit bestand daarna ‘uit’ op een locatie waar je gemakkelijk aan kan, vb. ‘mijn documenten’ of op je bureaublad. In deze uitgepakte map klik je vervolgens op het derde bestand, met het Prezi-logo om de presentatie te openen. Het bestand opent als een PDF.

Belangrijk: je hebt wel alle elementen van deze uitgepakte map nodig om de Prezi-presentatie te kunnen openen. Als je deze dus op een USB stick wil overzetten, moet je er goed op letten dat je er de hele map (28-in-1-…) op zet. Vaak gaat dit trouwens vrij traag, omdat dit erg grote bestanden zijn. Je kan ook online presenteren, dan heb je enkel de link nodig.

Realisatie van in opdracht van

Europa in beweging

Europa in beweging

Europa in beweging

Europa in beweging

34Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Concept

De derde module gaat dieper in op hoe de leerlingen als burger van de EU actief kunnen participeren en hun stem laten horen. Let wel: voor deze derde module heb je voldoende hardware (laptops, tablets of pc‘s) en – bij voorkeur ook draadloos – internet nodig.

De derde module start klassikaal. Door middel van de online tool ‘Mentimeter’ stemmen de leerlingen op de politieke partij van hun voorkeur. Het stemmen verloopt anoniem en de resultaten zijn meteen vooraan zichtbaar. Dat geeft de leerkracht de mogelijkheid het stemgedrag van de klas te extrapoleren naar het stemgedrag van het eigen kiescollege en dat van de hele EU.

Na de klassikale uitleg wordt de klas verdeeld in groepen van twee à drie leerlingen. Elke groep voert een reeks internetopdrachten uit over hoe ze hun stem kunnen laten horen op het Europese niveau. Deze opdrachten staan online. Na afloop van de opdrachten komen de leerlingen klassikaal samen en worden de resultaten van hun opzoekwerk besproken.

Ook hier voorzien we een lesfiche voor de leerlingen. Deze geeft een overzicht van de opgedane kennis en kan als leerstof gebruikt worden. Het is niet de bedoeling de lesfiche nog eens in de klas te overlopen.

Onderdelen en timing

De derde module past net binnen 1 lesuur. Voor de hele module zijn voldoende tablets/laptops/pc’s met internetaansluiting nodig.

Werkvorm Duur Wat Materiaal

Online stemmen 7 min Verkiezingen in klas, waarbij de leerlingen anoniem online stemmen voor de partij van hun keuze.

- draadloos internet- smartphones van leerlingen- voldoende extra tablets / laptops

/ pc’s voor leerlingen zonder smartphone

- een eigen online kopie van de Mentimeter tool

Extrapolatie klasuitslag naar werkelijkheid

8 min Verkiezingen in klas: Extrapolatie van de uitslag van de verkiezingen in de klas, naar de werkelijke verkiezingsuitslag op niveau van het kiescollege en op EU-niveau.

- Prezi-presentatie Module 3- computer en beamer- verkiezingsuitslag van de klas

Internet- opdrachten

25 min Jouw stem in de EU: De leerlingen ontdekken aan de hand van internetopdrachten in groepjes van 2 à 3 enkele participatiemogelijkheden in de EU.

- voldoende tablets / pc’s met internetaansluiting

- internetopdrachten leerlingen- werkblad leerlingen

Klasgesprek 10 min Klassikaal overlopen van de (belangrijkste) antwoorden van de leerlingen.

- ingevuld werkblad van de leerlingen

- oplossingen in deze leerkrachtenhandleiding

MODULE 3Jouw stem in de EU

35Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Doelstellingen en competenties

Ten eerste wil Module 3 de leerlingen bewust maken en hen kennis bijbrengen: - De leerlingen weten hoe zij hun vertegenwoordigers in het Europees Parlement

kiezen en kennen de verschillende politieke fracties in het Europees Parlement en welke politieke partijen tot welke fracties behoren.

- De leerlingen leren enkele mogelijkheden/instrumenten kennen om hun stem te laten horen op EU-niveau.

- De leerlingen zijn zich bewust van de rol die zij kunnen spelen in de democratie.

De derde module werkt ook aan de vaardigheden van de leerlingen:- Door hen actief aan de slag laten gaan met die instrumenten, ontwikkelen ze de

vaardigheid om hun mening te laten horen op Europees niveau.

Tot slot werkt de derde module ook aan hun attitude:- De leerlingen zien het belang in van stemmen voor de Europese verkiezingen en van

participatie in het algemeen.

Module 3: stap voor stap

Inleiding: verkiezingen in klas

1. Stemmen met Mentimeter

SettingElke leerling in de klas beschikt over een persoonlijk hardware toestel dat op internet kan. Dit kan gaan om een smartphone, tablet, laptop of vaste pc. Vooraan is de poll van Mentimeter geprojecteerd. Alle leerlingen kunnen de projectie zien.

VerloopINLEIDING: Vertel de leerlingen dat er om de 5 jaar verkiezingen zijn voor het Europees Parlement, waarbij alle Europeanen boven de 18 mogen stemmen (in Oostenrijk vanaf de 16 jaar). De vorige verkiezingen waren in mei 2014. Vertel hen dat wij eerst op onze nationale politieke partijen stemmen, en zo een aantal vertegenwoordigers sturen naar het Europees Parlement. In het Europees Parlement zitten de verkozenen dan volgens grote Europese politieke families of fracties. Toon hen daarna de online Mentimeter tool (zie ‘materiaal’) en vertel hen dat zij nu ook in de klas mogen stemmen voor de partij van hun keuze. De partijen die weergegeven worden in de keuzelijst, zijn de partijen die bij de laatste verkiezingen voor het Europees Parlement zijn opgekomen. Bij voorkeur geef je per politieke partij kort aan waarvoor de partijen staan (vb. op de as links-rechts, ideologie op vlak van economie, milieu, sociale bescherming,…). Ga dan over tot de stemming.

Zorg ervoor dat de stemming anoniem verloopt door de resultaten in eerste instantie te verbergen (zie ‘enkele tips’). De leerlingen kunnen stemmen door te surfen naar www.govote.at. Daar geven ze de code in die bovenaan jouw presentatie staat. Dit is een unieke code, enkel voor jouw leerlingen. In de rechterbenedenhoek zie je het aantal uitgebrachte stemmen. Zo kan je nagaan of elke leerling in de klas al stemde. Eens alle leerlingen hun stem uitbrachten, toon je de resultaten van de verkiezingen in klas. Welke partij haalde de bovenhand?

36Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Materiaal• Computer en beamer • Mentimeter van jouw kiescollege (Nederlands, Frans of Duitstalig). Hiervoor ga je eerst naar www.

mentimeter.com. Je maakt een eigen account aan (je maakt een eigen login + eigen paswoord aan). Dit is gratis. Dan kopieer je de Mentimeter van jouw kiescollege naar jouw persoonlijke account:

- NL kiescollege: ga naar https://www.mentimeter.com/s/925f5bd11669ecbc33d7a42e1c122379/969ed9a715b8 en klik vervolgens op ‘copy this event’.

- FR kiescollege: https://www.mentimeter.com/s/6b56aecd3ecf1a2c299421158f0ac8fa/980038428de8 en klik vervolgens op ‘copy this event’

- Duitstalig kiescollege: https://www.mentimeter.com/s/51d9066c975bd442d1aa755bb85ba7f6/ee06c1252427 en klik vervolgens op ‘copy this event’

- Brussel: zowel NL als FR partijen zijn hier een optie. In dit geval toon je zowel het NL als het FR kiescollege. Je leerlingen kiezen dan eerst het kiescollege van hun voorkeur door te kiezen voor de desbetreffende code bij Mentimeter. Er zullen dus twee codes zijn die je afwisselend toont, je wisselt tussen de twee schermen. Je doet hetzelfde voor de resultaten.

LET OP: Gebruik NIET de voorgemaakte Mentimeters waar hierboven naar wordt verwezen. Gebruik deze ENKEL om een eigen kopie op een eigen account van te maken. Eens je de voorgemaakte Mentimeter hebt gekopieerd, kan je die zelf beheren en de instellingen aanpassen zoals je wil. Je kan ook later nog de antwoorden herbekijken of deze al dan niet wissen.

Enkele tips• Mentimeter biedt de mogelijkheid om de resultaten te verbergen totdat iedereen zijn stem uitbracht. Dit

is ten zeerste aan te raden, want dit verhoogt de anonimiteit van het stemmen. Je kiest deze optie in de ‘present’ modus, in de linkerkolom: ‘hide results’. Wanneer je aan de teller ziet

dat alle leerlingen stemden, klik je op ‘show results’. Dan komt de verkiezingsuitslag tevoorschijn (zie afbeelding).

37Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

• Test jouw kopie van de Mentimeter thuis al eens uit en breng je stem uit met een tweede toestel, dat niet in de presentatie modus staat (een smartphone, tablet, pc…). Je kan dan alle stemmen weer wissen, voor je het in de klas toont. Het is belangrijk dat je als leerkracht zelf weet hoe dit werkt. In de afbeelding zie je waar je de uitgebrachte stemmen kan wissen (bij ‘more’ en dan ‘delete result’ in de presentatie modus).

2. Extrapolatie naar de werkelijkheid

SettingDe leerlingen blijven zitten na de stemming en kijken naar de projectie van de presentatie.

VerloopNu leg je in drie stappen de resultaten van de verkiezingen in klas naast die van de laatste verkiezingen in 2014.

1. Als eerste stap probeer je na te gaan hoeveel zetels elke partij volgens de verkiezingen in klas zou krijgen:

• Nederlands kiescollege: Vertel dat hier 12 zetels te verdelen zijn voor het Europees Parlement. Probeer zo goed en zo kwaad als dat kan te berekenen hoeveel zetels de partijen volgens jullie verkiezingsuitslag zouden halen (vb. 24 leerlingen in klas: 2 stemmen nodig per partij voor 1 zetel).

• Frans kiescollege: Vertel dat hier 8 zetels te verdelen zijn voor het Europees Parlement. Probeer zo goed en zo kwaad als dat kan te berekenen hoeveel zetels de partijen volgens jullie verkiezingsuitslag zouden halen (vb. 24 leerlingen in klas: 3 stemmen nodig per partij voor 1 zetel)

• Duitstalig kiescollege: Vertel dat hier maar 1 zetel kan gehaald worden: de partij met de meeste stemmen, heeft de zetel.

2. Als tweede stap ga je kijken naar de verkiezingsuitslag van jouw kiescollege in 2014. Zoom hiervoor in op jouw kiescollege in de Prezi presentatie van Module 3. Vergelijk het klasresultaat met deze uitslag. Is het gelijkaardig of net niet? Overloop de werkelijke zetelverdeling van jouw kiescollege. Hierbij toon je aan welke nationale partij bij welke Europese politieke fractie is aangesloten.

3. Als derde stap overloop je de uiteindelijke zetelverdeling in het Europees Parlement sinds de verkiezingen van 2014. Gebruik hiervoor de Prezi presentatie van Module 3. Overloop de Europese fracties van groot naar klein. Vertel de leerlingen dat er in principe 751 parlementsleden zijn (750 + 1 voorzitter), maar dat dit aantal tijdelijk kan wijzigen, vb. bij het ontslag van een parlementslid. Door de extrapolatie is het ook duidelijk dat de verkozenen in het Europees Parlement zich niet

38Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

per nationaliteit, maar per politieke voorkeur groeperen. In totaal zijn er momenteel 8 politieke fracties in het Europees Parlement, waarin meer dan 100 nationale partijen van over de hele EU zijn vertegenwoordigd. Het aantal (en ook de inhoudelijke aard van) fracties kan wijzigen. Zo is de fractie van ‘Europa van Naties en Vrijheid’, waar onder andere het Vlaams Belang (België, NL) en Front National (Frankrijk) in zetelen, pas in 2015 boven de doopvont gehouden. Sommige Europarlementsleden zijn van geen enkele fractie lid en in dat geval maken zij deel uit van de ‘niet-ingeschrevenen’.De opdeling in fracties zorgt voor een efficiëntere werking van het Europees Parlement. Zo wordt over elk onderwerp per fractie vergaderd, vooraleer er gestemd wordt. Daar wordt op voorhand al het fractiestandpunt bepaald: is een fractie voor of tegen een bepaald voorstel? Belangrijk om weten is dat een Europarlementslid niet gedwongen wordt om het standpunt van zijn of haar fractie te volgen. Bij plenaire stemmingen gebeurt het zelfs regelmatig dat er ook binnen een fractie verdeeldheid is en sommige leden voor, en andere dan weer tegen een voorstel stemmen.

Het belang van fracties in het Europees Parlement:- De fractie krijgt een budget zodat ze extra personeel in dienst kunnen nemen. - Enkel Europarlementsleden die tot een fractie behoren kunnen een belangrijke functie krijgen in

één van de parlementaire commissies. Om bijvoorbeeld rapporteur te worden van een commissie (de verantwoordelijkheid krijgen over een bepaald wetgevend rapport) moet je tot een fractie behoren.

- De fracties hebben hun zeg in het bepalen van de agenda van vergaderingen.- Grotere fracties krijgen meer en belangrijkere functies toegewezen en krijgen ook meer spreektijd

in het Europees Parlement.

Om een fractie te vormen in het Europees Parlement moet je aan deze voorwaarden voldoen:- Er zijn 25 leden nodig om een fractie te vormen. - In een fractie moet minimaal een vierde van de lidstaten vertegenwoordigd zijn (momenteel dus

leden uit minstens 7 landen). - Een parlementslid mag slechts tot één fractie behoren.

Meer informatie over de werking van (fracties in) het Europees Parlement vind je op (NL) http://www.europarltv.europa.eu/nl/player.aspx?pid=3a1e2a02-a84c-40c7-8274-a34100d982ac. Je kan dit filmpje eventueel ook tonen in de klas in plaats van zelf de uitleg te doen. Je vindt de link naar het filmpje in de Prezi presentatie onder de titel ‘werking van fracties in het Europees Parlement. Let wel, op het moment van opname van dit filmpje (2014) waren er maar 7 fracties, intussen zijn dat er al 8.

Materiaal• Mentimeter met de verkiezingsuitslag van de klas (zie vorig onderdeel)• Prezi presentatie van Module 3• Lesfiche voor de leerlingen (als achtergrondinformatie voor jezelf)

Enkele tips• Het filmpje over de werking van fracties in het Europees Parlement: Je kan de ondertitels in elke

officiële EU-taal zetten door dit aan te passen in de linkerbenedenhoek van het filmpje (zie afbeelding).

39Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

• Werken met Prezi: De presentaties zijn gemaakt met het programma ‘Prezi’. Prezi werkt erg intuïtief. Er zit een ‘pad’ in de presentatie dat je stap voor stap door de presentatie leidt. Je kan op elk moment van het pad afwijken door op een onderdeel te klikken, waarop de presentatie dan inzoomt. Klik hier voor een instructievideo over hoe je navigeert doorheen een Prezi presentatie (in het Engels). Andere instructievideo’s van Prezi vind je op https://prezi.com/support.

Offline presenteren: hoe download je een kopie? Je hebt geen speciale software nodig om offline te presenteren, omdat je de presentatie als een soort

PDF kan downloaden. Je klikt op ‘downloaden’, waarna je een hele ZIP-map downloadt. Je ‘pakt’ dit bestand daarna ‘uit’ op een locatie waar je gemakkelijk aan kan, vb. ‘mijn documenten’ of op je bureaublad. In deze uitgepakte map klik je vervolgens op het derde bestand, met het Prezi-logo om de presentatie te openen. Het bestand opent als een PDF.

Belangrijk: je hebt wel alle elementen van deze uitgepakte map nodig om de Prezi-presentatie te kunnen openen. Als je deze dus op een USB stick wil overzetten, moet je er goed op letten dat je er de hele map (28-in-1-…) op zet. Vaak gaat dit trouwens vrij traag, omdat dit erg grote bestanden zijn. Je kan ook online presenteren, dan heb je enkel de link nodig.

Internetopdrachten

1. De opdrachten

SettingDe leerlingen zitten in groepjes van 2, maximum 3 aan een computer. Dit kan een tablet, een laptop of vaste computer zijn. Alle toestellen hebben toegang tot het internet. Elk groepje leerlingen krijgt een werkblad om de antwoorden van de internetopdrachten op te noteren.

VerloopOp alle hardware staat bij voorkeur al de webpagina met de internetopdrachten open. In een korte inleiding vermeld je dat de leerlingen nu zelf enkele participatiemogelijkheden zullen ontdekken en dat ze hiervoor de opdrachten van op de webpagina moeten uitvoeren. De antwoorden noteren ze op het werkblad.

Materiaal• Per deelgroep in de klas: werkblad 3 voor de leerlingen• De webpagina met internetopdrachten: http://tiny.cc/28in1

Enkele tips• Bij voorkeur voer je deze opdrachten op voorhand zelf uit.• Je kan eventueel zelf op voorhand een selectie maken uit de opdrachten. Duid deze aan op het werkblad

van de leerlingen, zodat ze weten welke opdrachten ze moeten uitvoeren. • Hou de timing in de gaten. Informeer de leerlingen dat ze hiervoor maximum 25 minuten hebben. • Enkele filmpjes in de internetopdrachten lijken in sommige browsers moeilijker te openen. Gebruik bij

voorkeur Google Chrome.

40Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

2. Klassikaal overlopen

SettingHou de leerlingen in hun deelgroepjes. Probeer er voor te zorgen dat de leerlingen elkaar kunnen zien, zodat het klasgesprek vlot kan verlopen.

VerloopOverloop kort klassikaal de antwoorden, zodat alles voor alle leerlingen duidelijk is. Geef aan het einde van het lesuur de lesfiche voor de leerlingen mee.

Materiaal• Ingevulde werkbladen van de leerlingen• Lesfiche voor de leerlingen

Enkele tips• Sta vooral stil bij de eigen ervaringen van leerlingen en ga snel over de ‘concrete’ antwoorden. Vooral

de allerlaatste opdracht, opdracht 5, is goed om te overlopen. Op die manier krijgen leerlingen concrete voorbeelden van wat zo’n burgeracties allemaal kunnen inhouden. Er zijn bewust geen voorbeelden gegeven vanuit dit pakket om geen bepaalde visies naar voor te schuiven.

Oplossingen van de online opdrachten

1. Het Europees Parlement: jij kiest mee

Opdracht 1: Wie gaat stemmen?- 42,6%- Nee, er is een neerwaartse trend. Enkel tussen 2009 en 2014 blijft de opkomst stabiel.

Opdracht 2: Waarom stemmen ?Mogelijke argumenten kunnen zijn:- omdat de EU over hel veel zaken beslist en het dus belangrijk is- omdat ik mijn stem wil laten horen- omdat enkel zo de stem van élke Europeaan kan vertegenwoordigd zijn- omdat onze democratie belangrijk is, we moeten gebruik maken van ons stemrecht

Opdracht 3: Verkozenen- Duitsland: 96 parlementsleden- Luxemburg: 6 parlementsleden- Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa

Opdracht 4: Volg de Europarlementsleden opParlementslid: naar keuze- afhankelijk van keuze- afhankelijk van keuze: mogelijke antwoorden zijn: stemt (niet) erg loyaal ten opzichte van het

fractiestandpunt; is vaak of niet vaak aanwezig tijdens de zittingen, …

2. Informatie zoeken over Europese thema’s

Opdracht 1. Informatie vanuit het Europees Parlement- Mensen laten betalen voor plastic zakjes; onderscheid met lichte zakjes; Tegen 2020 wil het Europees

Parlement zo -80% gebruik van plastic zakjes. - 1. eigen keuze 2. eigen keuze- je hebt 14 dagen bedenktijd na een aankoop online (of ook: de verkoper mag de consument niet

hinderen in juridische stappen)- eigen inbreng, maar waarschijnlijk Facebook, Instagram.

Opdracht 2. Actua sites over de EU- hangt af van de actualiteit

41Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

3. De EU: doe mee

Opdracht 1. Het Europees burgerinitiatief- het Europees burgerinitiatief geeft de EU burgers de kans om zelf wetsvoorstellen in te dienen. Je hebt

minstens 1 miljoen handtekeningen uit 7 verschillende EU-landen nodig.- eigen keuze- 3 (mid 2015; dit kan veranderen)

Opdracht 2. Debating Europe- eigen keuze

Opdracht 3. Contacteer onze Europarlementsleden rechtstreeks- voornaam.naam@europarl.europa.eu- afhankelijk van het moment

Opdracht 4. Lobbyen via (jeugd-)organisaties- De werkgroep ondersteunt het beleids- en advieswerk van de Vlaamse Jeugdraad door zelf het EU-

beleid op te volgen en hierover standpunten te formuleren

Opdracht 5. Actie voeren- eigen inbreng

Realisatie van in opdracht van

Europa in beweging

Europa in beweging

Europa in beweging

Europa in beweging

42Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

MODULE 4Laat van je horen

De 21 Belgen in het Europees Parlement

De laatste module is een opdracht voor de leerlingen. Ze kunnen deze als huistaak uitvoeren, of de leerkracht kan kiezen om deze opdracht in klas te doen. De leerlingen kunnen deze opdracht klassikaal doen, of in kleine groepjes.

De opdracht Maak een korte video waarin jullie een vraag stellen over de EU of over een Europees thema. Stuur dit filmpje op naar het Informatiebureau van het Europees Parlement in België. Het Informatiebureau verzamelt alle filmpjes en zorgt dat een van de 21 Belgische Europarlementsleden jullie vraag beantwoordt, ook in een videoboodschap.

PraktischJe stuurt je video via https://www.wetransfer.com/ naar epbrussels-edu@europarl.europa.eu. Het informatiebureau van het Europees Parlement in België plaatst de video en het antwoord van een Europarlementslid op hun website http://www.europarl.be/nl/, hun Youtube-kanaal https://www.youtube.com/EPinBelgium, hun Facebook-pagina https://www.facebook.com/epbelgium en Twitter-account https://twitter.com/EP_Belgium.

43Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

De video ‘Het Europees Parlement, Jouw stem in Europa’

YouTube: https://www.youtube.com/watch?list=PLgezdHGCzD_7BpbXFIE0nWlndQQY_d8EO&v=6hNYBGeNHnI)

Je kan deze opdracht laten voorafgaan door het bekijken van de video ‘Het Europees Parlement, jouw stem in Europa’. Deze video vat kort samen waarom en wanneer de EU begon, geeft enkele voorbeelden van wat de EU doet en geeft ook een beeld van het Europees Parlement. Het kan een mooie samenvatting zijn van voorgaande modules, vooraleer de opdracht aan de leerlingen te formuleren.

LET WEL: - Deze video werd afgewerkt in het voorjaar van 2015. Toen waren er nog maar 7 politieke fracties in

het Europees Parlement. Intussen zijn het er 8, met de nieuwe eurosceptische fractie van ‘Europa van Vrijheid en Naties’ waarin de verkozene van Vlaams Belang zetelt.

- De video vermeldt dat 80% van onze wetten vanuit de EU komt. Dit is een globaal cijfer om aan te geven dat veel van onze wetten bepaald worden vanuit het EU-niveau. Dit is echter erg moeilijk om te meten en ook is er een groot verschil tussen de beleidsdomeinen. Voor bijvoorbeeld het beleidsdomein ‘landbouw’ zal dit cijfer ongeveer kloppen, maar voor bijvoorbeeld ‘onderwijs’ helemaal niet.

Meer informatie Alle informatie over deze actie vind je op http://www.europarl.be/nl/ep_teachers/edu-activities/21_belges.html.

Realisatie van in opdracht van

Europa in beweging

Europa in beweging

Europa in beweging

Europa in beweging

44Educatief pakket ‘28 in 1’. www.europarl.be/28in1

Algemeen

• Website van het Europees Parlement: http://www.europarl.europa.eu/portal/nl • Infografieken van het Europees Parlement: http://www.europarl.europa.eu/news/nl/news-room/infographics • Officiële website van de Europese Unie: http://europa.eu/index_nl.htm • Website van de Europese Commissie: http://ec.europa.eu • Europa Nu: http://www.europa-nu.nl/

Module 1

• “Europa, in balans?”, educatief pakket in opdracht van Europe Direct West-Vlaanderen, door Ryckevelde vzw: http://www.ryckevelde.be/nl/europa_begrijpen/educatief_materiaal/volwassenen/europa_in_balans-332.html

• Sterckx, D. et al, “Zo werkt Europa na Lissabon”, UGA Continuga nv, 2010

Module 2

• http://www.quindo.be/hoe-meer-je-jongeren-iets-verbiedt-hoe-liever-ze-het-willen/• http://tweakers.net/nieuws/62753/eu-wil-standaardvolume-van-80db-voor-mp3-spelers.html • http://www.zdnet.be/article/108199/maximumvolume-voor-mp3-spelers/• http://www.bbc.com/news/health-21294537• http://www.cm.be/gezond-leven/lichaam/oren/decibelschaal.jsp• http://eoswetenschap.eu/artikel/tijdelijk-oorsuizen-bij-driekwart-vlaamse-jongeren• http://www.vib.be/nl/biotech-basics/Pages/Dierproeven-en-ethiek.aspx• http://www.clingendael.nl/page/waarom-zou-europa-28-legers-hebben• http://www.globalissues.org/article/75/world-military-spending#WorldMilitarySpending• http://www.eda.europa.eu/info-hub/audio-visual/photos• https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_countries_by_military_expenditures• http://www.ipsnews.be/artikel/olielobby-haalt-mosterd-bij-tabaksindustrie• http://ec.europa.eu/clima/citizens/eu/index_nl.htm• http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/1.2337994• http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/grafiek/infografiek/1.2311977• http://www.unicef.nl/wat-doet-unicef/ons-werk-wereldwijd/onze-vier-prioriteiten/bescherming/kinderarbeid/• http://www.knack.be/nieuws/wereld/10-schokkende-feiten-over-kinderarbeid/article-normal-116442.html• http://www.demorgen.be/buitenland/boliviaanse-kinderen-willen-kinderarbeid-zelf-behouden-a1764492/• http://www.11.be/item/de-wereldhandelsorganisatie-wto• http://www.mensenrechten.be/index.php/site/nieuwsberichten/juryprijs_big_brother_awards_2014_de_smartphone• https://ec.europa.eu/digital-agenda/en/news/internet-usage-individuals-2014• http://wearesocial.net/blog/2015/01/digital-social-mobile-worldwide-2015/• http://siriuslegaladvocaten.be/europees-parlement-keurt-privacyverordening-goed/• http://www.europa-nu.nl/id/vjqlqfk8uvi0/trans_atlantisch_vrijhandels_en

Module 3

• http://www.europarl.europa.eu/meps/nl/map.html• http://www.votewatch.eu/• http://ec.europa.eu/citizens-initiative/public/welcome?lg=nl• http://www.debatingeurope.eu/• http://www.europarl.be/brussels/nl/les_membres_belges_du_pe.eu• http://www.hallopolitici.be/• https://vlaamsejeugdraad.be/

BRONNEN

Realisatie van in opdracht van

Europa in beweging

Europa in beweging

Europa in beweging

Europa in beweging