HET PRINCIPE VAN JAKOB

15 En zie, Ik ben met u en Ik zal u behoeden overal waar gij gaat, en Ik zal u wederbrengen naar dit land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik u heb toegezegd.(Gen 28:15)

Groeps ActiviteitWilt u in uw groep Genesis 28: 15;

Genesis 31: 3 en 13 met elkaar vergelijken

DE VIJAND

Mens Kwade machten

Het was een eenzame, bergachtige streek, waar wilde dieren vertoefden en waar rovers en moordernaars zich schuilhielden. Eenzaam en onbeschermd boog Jakob zich in diepe ootmoed ter aarde. Het was middernacht. Al degenenen van wie hij hield, waren van hem verwijderd, blootgesteld aan dood en verderf. Het moeilijkste te verwerken was de gedachte dat zijn eigen zonde al deze gevaren over deze onschuldigen had gebracht. Met ernstig geroep en tranen legde hij zijn gebeden voor God. (E.G. White, Patriarchen en Profeten blz. 167-168).

Jakob had nu de zegen waarnaar zijn ziel had gesmacht. Zijn zonde als bedrieger en hielenlichter was vergeven. De crisis in zijn leven was voorbij. Twijfel, onzekerheid en zelfverwijt hadden zijn leven verbitterd; maar nu was alles veranderd; en rustgevend was de vrede door verzoening met God. (E.G. White Patriarchen en Profeten, blz 169).

Niet langer was Jakob bevreesd zijn broer te ontmoeten. God, die zijn zonde vergeven had, kon het hart van Esau ook bewegen om zijn ootmoed en berouw te aanvaarden. (E.G. White, Patriarchen en Profeten, blz. 169)

7 Als iemands wegen de HERE behagen, doet Hij zelfs diens vijanden vrede met hem maken.(Prov 16:7)