Post on 09-Oct-2020
1 | Inspectie Jeugdzorg
De kwaliteit van de
tienermoederopvang van
Goodwillwerk Leger des
heils regio Den Haag
Locatie Zij aan Zij
Utrecht, december 2016
2 | Inspectie Jeugdzorg
Motto
Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp!
Missie
De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Veiligheid en
Justitie voeren het landelijk toezicht in het kader van de Jeugdwet uit. Als waren zij één inspectie
zien zij in het kader van de Jeugdwet toe op de kwaliteit van de jeugdhulp, de jeugdbescherming
en jeugdreclassering en de andere instellingen in het jeugddomein. Daarnaast zien zij toe op de
naleving van de wetgeving. Het landelijk toezicht jeugd stimuleert met haar toezicht de
voorzieningen tot goede en veilige verzorging, opvoeding en behandeling van kinderen in de
jeugdhulp en in de jeugdbescherming en jeugdreclassering en de ondersteuning van ouders en
verzorgers van die kinderen. Het landelijk toezicht jeugd draagt er aan bij dat de samenleving er
op kan vertrouwen dat kinderen en ouders op tijd en op maat de hulp en zorg krijgen van de
instellingen en de professionals. Het onafhankelijke oordeel van het landelijk toezicht jeugd over de
kwaliteit van de jeugdhulp, de jeugdbescherming en jeugdreclassering is relevant voor de
professional, de instelling en de overheid en helpt bij het verbeteren van die kwaliteit.
De foto op de voorkant betreft geen personen in de jeugdhulp en is uitsluitend ter illustratie.
De kwaliteit van de
tienermoederopvang van
Goodwillwerk Leger des
Heils regio Den Haag
Locatie Zij aan Zij
Samenvatting
In november 2016 heeft de Inspectie Jeugdzorg onderzoek gedaan bij de tienermoederopvang
locatie Zij aan Zij van Goodwillwerk Leger des Heils, regio Den Haag (hierna: GLD). Doel van het
onderzoek was om te bepalen in hoeverre GLD ervoor zorgt dat jonge moeders en hun kinderen op
de locatie Zij aan Zij verantwoorde hulp krijgen.
Zij aan Zij biedt opvang en begeleiding aan jonge (aanstaande) moeders. Doel van de opname is
het bieden van een veilige en stabiele basis aan de moeders van waaruit ze kunnen bouwen aan
hun toekomst. De jonge moeders komen uit een complexe situatie waarbij onvoldoende tot geen
ondersteunend netwerk is waarin de moeders begeleid kunnen worden naar zelfstandigheid. Er
kan sprake zijn van psychosociale gedragsproblematiek en/of van een licht verstandelijke
beperking. De jonge moeders hebben vaardigheidstekorten en kunnen begeleidingsvragen hebben
op de verschillende levensgebieden zoals wonen, leren, werken, financiën, sociale vaardigheden en
opvoedingsvaardigheden.
Het eindoordeel van de inspectie luidt dat de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdhulp van de
tienermoederopvang locatie Zij aan Zij van Goodwillwerk Leger des Heils, regio Den Haag
voldoende is.
De inspectie is positief over de werktoedeling van de mentor en de persoonlijk begeleider. De
mentor houdt de voortgang van de doelen in de gaten en rapporteert hierover aan de persoonlijk
begeleider. De persoonlijk begeleider voert individuele gesprekken met de jonge moeder over de
te behalen en eventueel bij te stellen doelen. Tevens is de inspectie positief over de mogelijkheid
tot vervolghulp die binnen GLD kan worden geboden. Indien een jonge moeder en haar kind(eren)
uitstromen naar een woning is het mogelijk dat de persoonlijk begeleider van de jonge moeder
ambulant in het gezin wordt ingezet als gezinscoach.
Het toezicht is uitgevoerd aan de hand van drie thema’s uit het toetsingskader Verantwoorde hulp
voor jeugd: uitvoering hulpverlening, veiligheid en leefklimaat. De tienermoederopvang Zij aan Zij
van Goodwillwerk Leger des Heils, regio Den Haag voldoet aan de tien beoordeelde verwachtingen
uit het toetsingskader.
Inhoudsopgave
1 Inleiding ...................................................................................................................... 4
2 Bevindingen ................................................................................................................. 6
2.1 Uitvoering hulpverlening ....................................................................................... 6
2.2 Veiligheid............................................................................................................ 6
2.3 Leefklimaat ......................................................................................................... 7
3 Eindoordeel ................................................................................................................. 8
Bijlage 1 - Toetsingskader Verantwoorde hulp voor jeugd ............................................... 9
Bijlage 2 - Verantwoording ............................................................................................ 13
4 | Inspectie Jeugdzorg
1 Inleiding
In november 2016 heeft de Inspectie Jeugdzorg onderzoek gedaan bij de tienermoederopvang Zij
aan Zij van Goodwillwerk Leger des Heils, regio Den Haag (hierna: GLD). Doel van het onderzoek
was om te bepalen in hoeverre GLD ervoor zorgt dat jonge moeders en hun kinderen
verantwoorde hulp krijgen.
Goodwillwerk Leger des Heils regio Den Haag
Goodwillwerk Leger des Heils biedt in de regio Den Haag verschillende vormen van zorg en
ondersteuning. Sinds 2014 biedt Zij aan Zij van GLD opvang en begeleiding aan jonge
(aanstaande) moeders onder de 23 jaar. Zij aan Zij richt zich met name op minderjarige
(aanstaande) jonge moeders. Zij aan Zij biedt opvang aan maximaal zeventien jonge moeders en
hun kinderen. De jonge moeders hebben samen met hun kind een eigen slaapkamer. Doel van de
opname is het bieden van een veilige en stabiele basis aan de moeders van waaruit ze kunnen
bouwen aan hun toekomst. De jonge moeders komen uit een complexe situatie waarbij weinig tot
geen ondersteunend netwerk is waarin de moeders begeleid kunnen worden naar zelfstandigheid.
Er kan sprake zijn van psychosociale gedragsproblematiek en/of van een licht verstandelijke
beperking. De jonge moeders hebben vaardigheidstekorten en kunnen begeleidingsvragen hebben
op de verschillende levensgebieden zoals wonen, leren, werken, financiën, sociale vaardigheden en
opvoedingsvaardigheden. De jonge moeders moeten gemotiveerd zijn of kunnen worden om goed
voor hun kind te willen zorgen en een nieuwe start te maken en de wens hebben om op termijn
zelfstandig te wonen.
De jonge moeders worden op Zij aan Zij begeleid aan de hand van de SRH-methodiek
(Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen). Zij aan Zij gelooft dat iedereen kan herstellen, dat
alle jonge moeders talenten hebben die (meer) gebruikt kunnen worden en dat de jonge moeders
meer eigen regie over hun leven kunnen en mogen nemen. Hiertoe wordt gewerkt met een
fasering in de begeleiding waarbij in de eerste fase de jonge moeder ruimte krijgt om te wennen
en zij en haar kind(eren) worden geobserveerd. In de tweede fase staat de opvoeding centraal en
wordt Video Home Training ingezet. Fase drie bestaat uit het opbouwen van de zelfstandigheid van
de jonge moeder. De jonge moeder laat zien dat zij, ondersteund door haar netwerk, zelfstandig
voor haar kind kan zorgen. Gedurende fase één tot en met drie verblijven de jonge moeders en
hun kinderen in het hoofdgebouw. In fase vier verblijven de jonge moeders en hun kinderen in een
bijgebouw, waar zij meer verantwoordelijkheden hebben en minder begeleiding ontvangen, ter
voorbereiding op zelfstandigheid. De bovenverdieping, inclusief de slaapkamers van het
hoofdgebouw zijn recent opgeknapt door Stichting Het Vergeten Kind. Binnenkort zal ook de
woonkamer een opknapbeurt krijgen. De slaapkamers en woonkamer van het bijgebouw zijn niet
opgeknapt. De inrichting is sober en weinig huiselijk. Het contrast tussen het hoofd- en het
bijgebouw is groot.
5 | Inspectie Jeugdzorg
Zij aan Zij gelooft in de kracht van gezamenlijk ouderschap en heeft zich ten doel gesteld de jonge
vaders en partners te betrekken bij de zorg van het kind. Daarom is GLD gestart met het project
“Zij en Hij”. Het project richt zich op het creëren van mogelijkheden voor de jonge (aanstaande)
vaders om tijdig hun vader identiteit te ontwikkelen. Zo leert de jonge vader om de moeder te
ondersteunen gedurende de zwangerschap en de bevalling, het ‘mee ervaren’ van de
zwangerschap en samen (leren) opvoeden.
Toetsingskader
Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van het toetsingskader Verantwoorde hulp voor jeugd.
Het toetsingskader bestaat uit vijf thema’s: uitvoering hulpverlening, veiligheid, leefklimaat,
cliëntenpositie en organisatie. In het huidige onderzoek zijn drie van de vijf thema’s getoetst,
namelijk uitvoering hulpverlening, veiligheid en leefklimaat. Het volledige toetsingskader is
opgenomen in bijlage 1.
6 | Inspectie Jeugdzorg
2 Bevindingen
In dit hoofdstuk geeft de Inspectie Jeugdzorg haar oordeel weer op de thema’s uitvoering
hulpverlening, veiligheid en leefklimaat. Ieder thema is uitgewerkt in een aantal criteria. Elke
paragraaf bevat de verwachting van de inspectie en een tabel met de oordelen van de inspectie
over elk criterium:
v voldoende
o onvoldoende
Alleen de criteria die als onvoldoende zijn beoordeeld, worden toegelicht aan de hand van de
bevindingen. In het toetsingskader dat is opgenomen in bijlage 1, staat beschreven wat de
inspectie moet hebben aangetroffen om tot het oordeel voldoende te komen.
2.1 Uitvoering hulpverlening
De inspectie verwacht dat kinderen die jeugdhulp krijgen, de hulp krijgen die zij nodig hebben om
zich onbedreigd te kunnen ontwikkelen.
Oordeel
1. Uitvoering hulpverlening
1.1 Professionals bieden passende hulp. V
1.2 Professionals bieden hulp van goede kwaliteit V
1.3 Professionals betrekken kinderen en ouders bij de hulp. V
1.4 Professionals stemmen af met de bij de kinderen en hun ouders betrokken instanties. V
2.2 Veiligheid
De inspectie verwacht dat kinderen die jeugdhulp krijgen, worden beschermd tegen gevaren die
hun ontwikkeling bedreigen.
Oordeel
2. Veiligheid
2.1 Professionals houden goed zicht op de veiligheid van kinderen. V
2.2 Professionals beperken de veiligheidsrisico’s voor kinderen. V
2.3 Professionals zorgen ervoor dat acuut onveilige situaties voor kinderen worden opgeheven. V
7 | Inspectie Jeugdzorg
2.3 Leefklimaat
De inspectie verwacht dat kinderen in de residentiële jeugdhulp, verblijven in een aandachtvolle
omgeving.
Oordeel
3. Leefklimaat
3.1 De fysieke leefomgeving is van goede kwaliteit. V
3.2 Het leefklimaat is passend bij de kinderen. V
3.3 Professionals hebben een respectvolle houding naar de kinderen. V
8 | Inspectie Jeugdzorg
3 Eindoordeel
Het eindoordeel van de inspectie luidt dat de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdhulp van de
tienermoederopvang locatie Zij aan Zij van Goodwillwerk Leger des Heils, regio Den Haag
voldoende is.
De inspectie is positief over de werktoedeling van de mentor en de persoonlijk begeleider. De
persoonlijk begeleider stelt samen met de jonge moeder een plan op. De mentor houdt de
voortgang van de doelen in de gaten en rapporteert hierover aan de persoonlijk begeleider. De
persoonlijk begeleider voert individuele gesprekken met de jonge moeder over de te behalen en
eventueel bij te stellen doelen. Bij het signaleren van (mogelijke) veiligheidsrisico’s wordt de
gedragswetenschapper ingeschakeld. De gedragswetenschapper bepaalt samen met de persoonlijk
begeleider, mentor en jonge moeder welke vervolgacties nodig zijn.
Binnen GLD kan vervolghulp worden geboden. Indien een jonge moeder en haar kind(eren)
uitstromen naar een woning is het mogelijk dat de persoonlijk begeleider van de jonge moeder
ambulant in het gezin wordt ingezet als gezinscoach. Dit vindt de inspectie positief. De jonge
moeders die bij Zij aan Zij verblijven zijn kwetsbaar, met name op het gebied van sociaal netwerk
en (nieuwe) partnerkeuze. Bij Zij aan Zij leggen de jonge moeders een basis voor een
maatschappelijke gezinstoekomst. De stap naar zelfstandig ouderschap in een eigen
woonomgeving is groot, mede ingegeven door de beschermde omgeving van de locatie Zij aan
Zij.
Het toezicht is uitgevoerd aan de hand van drie thema’s uit het toetsingskader Verantwoorde hulp
voor jeugd: uitvoering hulpverlening, veiligheid en leefklimaat. De tienermoederopvang locatie Zij
aan Zij van Goodwillwerk Leger des Heils, regio Den Haag voldoet aan de tien beoordeelde
verwachtingen uit het toetsingskader.
9 | Inspectie Jeugdzorg
Bijlage 1 - Toetsingskader Verantwoorde hulp voor
jeugd
Het toetsingskader bestaat uit de thema’s uitvoering hulpverlening, veiligheid, leefklimaat,
cliëntenpositie en organisatie. Ieder thema is uitgewerkt in een aantal criteria. Om van de
oordelen op de verschillende criteria te komen tot het eindoordeel, hanteert de inspectie de
onderstaande beslisregel. De inspectie wijkt alleen gemotiveerd van deze beslisregel af als op
inhoudelijke gronden hiervoor aanleiding bestaat.
Het eindoordeel is:
1. voldoende als 75 procent van de criteria of meer als een voldoende is beoordeeld;
2. matig als tussen de 65 en 75 procent van de criteria als een voldoende is beoordeeld;
3. onvoldoende als minder dan 65 procent van de criteria als een voldoende is beoordeeld, of als
een instelling op één of meerdere thema’s op alle criteria als onvoldoende is beoordeeld.
1. UITVOERING HULPVERLENING
Kinderen krijgen de hulp die zij nodig hebben om zich onbedreigd te kunnen ontwikkelen.
1.1 Professionals bieden passende hulp.
Verwachtingen:
Professionals bieden hulp die aansluit bij de relevante ontwikkelgebieden en de problematiek van
de kinderen.
Professionals bieden hulp die aansluit bij de achtergrond, eigen mogelijkheden en het
probleemoplossend vermogen van kinderen, hun ouders en hun netwerk.
Professionals zorgen ervoor dat kinderen contact kunnen (onder)houden met hun ouders en hun
netwerk.
1.2 Professionals bieden hulp van goede kwaliteit.
Verwachtingen:
Professionals werken volgens professionele standaarden.
Professionals zetten de hulp tijdig in.
Professionals nemen kernbeslissingen in multidisciplinair verband.
Professionals zorgen voor continuïteit van de hulp.
1.3 Professionals betrekken kinderen en ouders bij de hulp.
Verwachtingen:
Professionals werken met een plan dat door of in overleg met kinderen en hun ouders is
opgesteld.
Professionals bieden kinderen en hun ouders duidelijkheid over de inhoud en uitvoering van de
hulp.
Professionals bejegenen kinderen en hun ouders met respect en nemen hen serieus bij de
uitvoering van de hulp.
1.4 Professionals stemmen af met de bij de kinderen en hun ouders betrokken instanties.
Verwachtingen:
Professionals stemmen het plan af met de plannen van de overige betrokken instanties.
Professionals evalueren regelmatig het resultaat van de geboden hulp met de overige betrokken
instanties.
Professionals zorgen voor een tijdige en volledige overdracht naar de overige betrokken
instanties.
10 | Inspectie Jeugdzorg
2. VEILIGHEID
Kinderen worden beschermd tegen gevaren die hun ontwikkeling bedreigen.
2.1 Professionals houden goed zicht op de veiligheid van kinderen.
Verwachtingen:
Professionals hebben een actueel beeld van de veiligheid van kinderen.
Professionals schatten de veiligheid van kinderen in aan de hand van een gestandaardiseerd
risicotaxatie instrument.
Professionals beoordelen de veiligheid in multidisciplinair verband.
2.2 Professionals beperken de veiligheidsrisico’s voor kinderen.
Verwachtingen:
Professionals bepalen mede op basis van de veiligheidsrisico’s de in te zetten hulp.
Professionals bewaken de gemaakte afspraken over het beperken van de veiligheidsrisico’s.
Professionals stellen vast of de veiligheidsrisico’s zijn verminderd.
2.3 Professionals zorgen ervoor dat acuut onveilige situaties voor kinderen worden opgeheven.
Verwachtingen:
Professionals treden bij acute onveiligheid actief op.
Professionals bepalen multidisciplinair hoe bij acute onveiligheid van kinderen te handelen.
Professionals zijn toegerust om met acuut onveilige situaties voor kinderen om te kunnen gaan.
3. LEEFKLIMAAT1
Kinderen verblijven in een aandachtvolle omgeving.
3.1 De fysieke leefomgeving is van goede kwaliteit.
Verwachtingen:
Kinderen zijn tevreden over de fysieke leefomgeving.
De leefomgeving is schoon, passend en veilig.
Kinderen hebben invloed op de inrichting van de fysieke leefomgeving.
3.2 Het leefklimaat is passend bij de kinderen.
Verwachtingen:
Het leefklimaat past bij de leeftijd en de ontwikkelingsfase van de kinderen.
Kinderen kennen de dagelijkse routine en de regels binnen de instelling.
Kinderen leiden een voor hen zo gewoon mogelijk leven, inclusief onderwijs en vrijetijdsbesteding.
3.3 Professionals hebben een respectvolle houding naar de kinderen.
Verwachtingen:
Kinderen vertrouwen de professionals.
Professionals hebben tijd en aandacht voor de kinderen.
Professionals belonen positief gedrag van kinderen.
Professionals tonen voorbeeldgedrag.
1 Het thema leefklimaat wordt alleen getoetst in de residentiële jeugdhulp.
11 | Inspectie Jeugdzorg
4. CLIËNTENPOSITIE
Kinderen en hun ouders krijgen voldoende mogelijkheden om voor hun individuele en gemeenschappelijke
belangen op te komen.
4.1 De instelling geeft kinderen en hun ouders de mogelijkheid om voor hun individuele belangen op te
komen.
Verwachtingen:
De instelling onderneemt actie indien kinderen en/of hun ouders aangeven ontevreden te zijn over
de aan hen geboden hulp.
Kinderen en/of hun ouders kunnen gebruikmaken van een onafhankelijke vertrouwenspersoon.
Kinderen en/of hun ouders kunnen een klacht indienen bij een onafhankelijke klachtencommissie.
4.2 De instelling draagt zorg voor de behartiging van gemeenschappelijke belangen van kinderen en
hun ouders.
Verwachtingen:
De instelling beschikt over een representatieve cliëntenraad.
De instelling draagt er zorg voor dat de cliëntenraad naar behoren kan functioneren.
De instelling gebruikt de adviezen van de cliëntenraad.
De instelling informeert kinderen en hun ouders actief over de cliëntenraad en de wijze waarop de
medezeggenschap binnen de instelling is georganiseerd.
4.3 De instelling gaat zorgvuldig om met de gegevens van kinderen en hun ouders.
Verwachtingen:
De instelling waarborgt de privacy van kinderen en hun ouders.
De instelling zorgt voor waarheidsgetrouwe verslaglegging.
De instelling reageert adequaat op een inzage-, afschrift-, of wijzigingsverzoek van kinderen en/of
hun ouders.
12 | Inspectie Jeugdzorg
5. ORGANISATIE
De instelling voorziet in de voorwaarden om verantwoorde hulp te leveren.
5.1 De instelling voert systematisch kwaliteitsmanagement uit.
Verwachtingen:
De instelling heeft een visie op hoe zij verantwoorde hulp biedt.
De instelling verzamelt systematisch informatie over de kwaliteit van de hulp.
De instelling brengt op basis van de verzamelde informatie veranderingen aan om de kwaliteit van
de hulp te verbeteren.
5.2 De instelling zet gekwalificeerde professionals in.
Verwachtingen:
De instelling zorgt voor een verantwoorde werktoedeling.
De instelling zet professionals in die aantoonbaar zijn geschoold voor de functie die zij uitoefenen.
De instelling biedt medewerkers de mogelijkheid kennis en vaardigheden actueel te houden.
De instelling heeft richtlijnen en procedures vastgesteld voor het handelen van de professionals.
5.3 De instelling handelt conform de wet om haar doelen te bereiken.
Verwachtingen:
De instelling beschikt over actuele VOG’s van medewerkers die contact hebben met kinderen of
hun ouders.
De instelling handelt volgens een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
De instelling past vrijheidsbeperkende maatregelen toe conform de wettelijke kaders.
De instelling hanteert de wettelijke bewaartermijn voor dossiers.
5.4 De instelling zorgt voor jeugdhulp in samenhang met andere hulp.
Verwachtingen:
De instelling heeft samenwerkingsafspraken met haar ketenpartners vastgelegd.
De instelling stelt haar professionals in staat samen te werken met ketenpartners.
5.5 De instelling werkt volgens de Governancecode.
Verwachtingen:
De instelling beschikt over een Raad van Toezicht die intern toezicht houdt.
De instelling beschikt over een Raad van Toezicht die het externe toezicht regelt.
De instelling beschikt over een Raad van Toezicht die aan belanghebbenden verantwoording
aflegt.
13 | Inspectie Jeugdzorg
Bijlage 2 – Verantwoording
Bij de tienermoederopvang Zij aan Zij van Goodwillwerk Leger des Heils, regio Den Haag is het
toezicht onverwacht en onaangekondigd uitgevoerd op 24 november 2016. Op 30 november 2016
was het toezicht aangekondigd. Het toezicht bestond uit de volgende onderdelen:
1. Observaties.
2. Gestructureerde (groeps)interviews met:
Groepsleider;
Gedragswetenschapper;
Jonge moeders.
3. Gestructureerde interviews met een groepsleider en met een persoonlijk begeleider aan de
hand van dossiers van jonge moeders en hun kind(eren). De inspectie heeft zelf de dossiers
geselecteerd op basis van een aantal criteria. In totaal zijn twee dossiers bestudeerd.
4. De check van drie dossiers van jonge moeders en hun kind(eren), onder andere op de
aanwezigheid van een plan en risico-inschattingen en –beoordelingen. Hierbij was een
medewerker aanwezig. De inspectie heeft zelf de dossiers geselecteerd.
5. Check van ingevulde incidentenformulieren. De inspectie heeft zelf de incidenten geselecteerd
uit een overzicht van alle incidenten van 2016.
14 | Inspectie Jeugdzorg
15 | Inspectie Jeugdzorg
Wat is het landelijk toezicht jeugd?
Het landelijk toezicht jeugd bestaat uit de Inspectie Jeugdzorg (IJZ), de Inspectie voor de
Gezondheidszorg (IGZ) en de Inspectie Veiligheid en Justitie (IVenJ).
Wat zegt de wet over het landelijk toezicht jeugd?
De Jeugdwet geeft de inspecties die het landelijk toezicht jeugd vormen de volgende taken:
onderzoek doen naar de kwaliteit in algemene zin van de jeugdhulp, de gecertificeerde
instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering, de certificerende instelling, het
adviespunt huiselijk geweld en kindermishandeling, de Raad voor de Kinderbescherming en de
justitiële jeugdinrichtingen;
toezicht houden op de naleving van de kwaliteitseisen die in de wet staan;
voorstellen doen voor verbetering.
Het toezicht gebeurt uit eigen beweging of op verzoek van de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport en/of de minister van Veiligheid en Justitie. Het landelijk toezicht houdt bij de
vervulling van haar taak rekening met de behoeften van gemeenten.
Wat is toezicht?
Toezicht houden betekent dat de inspecties informatie verzamelen over de kwaliteit van de
instellingen die onder de Jeugdwet vallen, zich een onafhankelijk oordeel vormen en zo nodig
ingrijpen. Daarbij kijken zij of het beleid voor deze instellingen in de praktijk goed werkt. De
rapporten zijn in principe openbaar. De openbaar gemaakte rapporten staan op de website van de
inspecties.
Wat wil het landelijk toezicht jeugd bereiken?
Het landelijk toezicht jeugd wil met haar onderzoeken bijdragen aan:
het behouden en bevorderen van de kwaliteit van de jeugdhulp en de instellingen voor
jeugdbescherming en jeugdreclassering en de andere instellingen in het jeugddomein;
het versterken van de positie van jeugdigen en hun ouders of verzorgers (de cliënten);
de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het beleid.
Waarop houdt zij toezicht?
Er zijn vijf verschillende wetten en regelingen met toezichttaken en bevoegdheden voor de
inspecties die het landelijk toezicht jeugd vormen:
Jeugdwet;
Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;
Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie;
Wet Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met een trekkend/varend bestaan.
Op grond van die wetten en al dan niet in samenwerking met andere inspecties wordt er toezicht
gehouden op de volgende organisaties:
de jeugdhulpaanbieders (jeugdzorg, jeugd-GGZ en jeugd-LVB);
de certificerende instelling voor jeugdbescherming en jeugdreclassering;
de instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering;
Veilig Thuis: het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling;
de justitiële jeugdinrichtingen;
de vergunninghouders voor interlandelijke adoptie;
de opvangvoorzieningen voor (alleenstaande) minderjarige vreemdelingen;
de Raad voor de Kinderbescherming;
Halt;
de schippersinternaten.
16 | Inspectie Jeugdzorg
Inspectie Jeugdzorg
Postbus 483
3500 AL Utrecht
088-3700230
www.inspectiejeugdzorg.nl