Bordjesmethode Vermenigvuldigen en optellen

Post on 21-Jun-2015

934 views 2 download

Transcript of Bordjesmethode Vermenigvuldigen en optellen

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.David en Jasper zijn bezig met het oplossen

van puzzels.

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.David en Jasper zijn bezig met het oplossen

van puzzels.

De eerste puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als ik bij dat getal 12 optel krijg ik 35. Wat is het getal dat ik zoek?”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.David en Jasper zijn bezig met het oplossen

van puzzels.

De eerste puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als ik bij dat getal 12 optel krijg ik 35. Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Dat is makkelijk, mijn getal is 23”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.David en Jasper zijn bezig met het oplossen

van puzzels.

De eerste puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als ik bij dat getal 12 optel krijg ik 35. Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Dat is makkelijk, mijn getal is 23”

David: “Ik noem mijn getal a, dan weet ik a + 12 =35.Ik leg een bord op de a, Ik krijg dan a + 12 =35.”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.David en Jasper zijn bezig met het oplossen

van puzzels.

De eerste puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als ik bij dat getal 12 optel krijg ik 35. Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Dat is makkelijk, mijn getal is 23”

David: “Ik noem mijn getal a, dan weet ik a + 12 =35.Ik leg een bord op de a, Ik krijg dan a + 12 =35.”

David : “ = 23 want 23 +12 = 35, de bordje stond in plaats van de a, dus a = 23.”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.

De tweede puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als ik van dat getal 34 afhaal krijg ik 62. Wat is het getal dat ik zoek?”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.

De tweede puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als ik van dat getal 34 afhaal krijg ik 62. Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Hmm, dat moet 96 zijn, want 96-34=62”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.

De tweede puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als ik van dat getal 34 afhaal krijg ik 62. Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Hmm, dat moet 96 zijn, want 96-34=62”

David: “Ik noem mijn getal a, dan weet ik a - 34 = 62.

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.

De tweede puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als ik van dat getal 34 afhaal krijg ik 62. Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Hmm, dat moet 96 zijn, want 96-34=62”

David: “Ik noem mijn getal a, dan weet ik a - 34 = 62.Ik leg een bord op de a, Ik krijg dan a - 34 = 62.”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.

De tweede puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als ik van dat getal 34 afhaal krijg ik 62. Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Hmm, dat moet 96 zijn, want 96-34=62”

David: “Ik noem mijn getal a, dan weet ik a - 34 = 62.Ik leg een bord op de a, Ik krijg dan a - 34 = 62.”

David : = 96 want 96 -34 = 62,

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.

De tweede puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als ik van dat getal 34 afhaal krijg ik 62. Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Hmm, dat moet 96 zijn, want 96-34=62”

David: “Ik noem mijn getal a, dan weet ik a - 34 = 62.Ik leg een bord op de a, Ik krijg dan a - 34 = 62.”

David : = 96 want 96 -34 = 62, de bordje stond in plaats van de a, dus a = 96.”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.

De tweede puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als ik van dat getal 34 afhaal krijg ik 62. Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Hmm, dat moet 96 zijn, want 96-34=62”

David: “Ik noem mijn getal a, dan weet ik a - 34 = 62.Ik leg een bord op de a, Ik krijg dan a - 34 = 62.”

David : = 96 want 96 -34 = 62, de bordje stond in plaats van de a, dus a = 96.”

Jasper: “Dat duurt toch te lang zo!”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.

De tweede puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als ik van dat getal 34 afhaal krijg ik 62. Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Hmm, dat moet 96 zijn, want 96-34=62”

David: “Ik noem mijn getal a, dan weet ik a - 34 = 62.Ik leg een bord op de a, Ik krijg dan a - 34 = 62.”

David : = 96 want 96 -34 = 62, de bordje stond in plaats van de a, dus a = 96.”

Jasper: “Dat duurt toch te lang zo!”

David: “Ja, dat klopt. Maar zo kun je ook lastige puzzels oplossen. “

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.

Jasper: “Oh ja, ik ben benieuwd. Maar laten we verder met de derde puzzel gaan.”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.

Jasper: “Oh ja, ik ben benieuwd. Maar laten we verder met de derde puzzel gaan.”

De derde puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als ik mijn getal met 2 vermenigvuldig en er 6 bij optel krijg ik 84. Wat is het getal dat ik zoek?”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.

Jasper: “Oh ja, ik ben benieuwd. Maar laten we verder met de derde puzzel gaan.”

De derde puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als ik mijn getal met 2 vermenigvuldig en er 6 bij optel krijg ik 84. Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Hmmm, die is niet zo makkelijk. Ik moet er even over nadenken.”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.

Jasper: “Oh ja, ik ben benieuwd. Maar laten we verder met de derde puzzel gaan.”

De derde puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als ik mijn getal met 2 vermenigvuldig en er 6 bij optel krijg ik 84. Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Hmmm, die is niet zo makkelijk. Ik moet er even over nadenken.”

David: “ Ik schrijf het eerst met letters, ik noem het getal dat ik zoek a. Dan weet ik dat 2· a +6 = 84.”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.Jasper: “ Dus 2a +6 = 84.”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.Jasper: “ Dus 2a +6 = 84.”

David: “Ja, dat klopt. Ik heb 2a + 6 = 84

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.Jasper: “ Dus 2a +6 = 84.”

David: “Ja, dat klopt. Ik heb 2a + 6 = 84, ik leg nu de bordje op de 2a. Ik krijg dan 2a + 6 = 84.”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.Jasper: “ Dus 2a +6 = 84.”

David: “Ja, dat klopt. Ik heb 2a + 6 = 84, ik leg nu de bordje op de 2a. Ik krijg dan 2a + 6 = 84.”

David : “ = 78, want 78+ 6 = 84. Bordje is gelijk aan 2a, dus 2a =78. Wat is mijn a dan?”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.Jasper: “ Dus 2a +6 = 84.”

David: “Ja, dat klopt. Ik heb 2a + 6 = 84, ik leg nu de bordje op de 2a. Ik krijg dan 2a + 6 = 84.”

David : “ = 78, want 78+ 6 = 84. Bordje is gelijk aan 2a, dus 2a =78. Wat is mijn a dan?”

Jasper: “a is 39, want 2 x39 = 78.”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.Jasper: “ Dus 2a +6 = 84.”

David: “Ja, dat klopt. Ik heb 2a + 6 = 84, ik leg nu de bordje op de 2a. Ik krijg dan 2a + 6 = 84.”

David : “ = 78, want 78+ 6 = 84. Bordje is gelijk aan 2a, dus 2a =78. Wat is mijn a dan?”

Jasper: “a is 39, want 2 x39 = 78.”

David: “Als controle kun je de a door 39 vervangen in 2a + 6.

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.Jasper: “ Dus 2a +6 = 84.”

David: “Ja, dat klopt. Ik heb 2a + 6 = 84, ik leg nu de bordje op de 2a. Ik krijg dan 2a + 6 = 84.”

David : “ = 78, want 78+ 6 = 84. Bordje is gelijk aan 2a, dus 2a =78. Wat is mijn a dan?”

Jasper: “a is 39, want 2 x39 = 78.”

David: “Als controle kun je de a door 39 vervangen in 2a + 6. Je krijgt dan: 2·39+6 =

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.Jasper: “ Dus 2a +6 = 84.”

David: “Ja, dat klopt. Ik heb 2a + 6 = 84, ik leg nu de bordje op de 2a. Ik krijg dan 2a + 6 = 84.”

David : “ = 78, want 78+ 6 = 84. Bordje is gelijk aan 2a, dus 2a =78. Wat is mijn a dan?”

Jasper: “a is 39, want 2 x39 = 78.”

David: “Als controle kun je de a door 39 vervangen in 2a + 6. Je krijgt dan: 2·39+6 =78 +6 =84

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.Jasper: “ Dus 2a +6 = 84.”

David: “Ja, dat klopt. Ik heb 2a + 6 = 84, ik leg nu de bordje op de 2a. Ik krijg dan 2a + 6 = 84.”

David : “ = 78, want 78+ 6 = 84. Bordje is gelijk aan 2a, dus 2a =78. Wat is mijn a dan?”

Jasper: “a is 39, want 2 x39 = 78.”

David: “Als controle kun je de a door 39 vervangen in 2a + 6. Je krijgt dan: 2·39+6 =78 +6 =84

David: “Het klopt”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.De vierde puzzel luidt: “Ik zoek een getal,

als ik mijn getal met 3 vermenigvuldig en er 5 van afhaal krijg ik 37 . Wat is het getal dat ik zoek?”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.De vierde puzzel luidt: “Ik zoek een getal,

als ik mijn getal met 3 vermenigvuldig en er 5 van afhaal krijg ik 37 . Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Ik zal het met het bordje proberen. Ik weet dat 3a – 5 = 37.

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.De vierde puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als

ik mijn getal met 3 vermenigvuldig en er 5 van afhaal krijg ik 37 . Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Ik zal het met het bordje proberen. Ik weet dat 3a – 5 = 37. Nu leg ik een bordje op de 3a, ik krijg dan3a – 5 = 37. “

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.De vierde puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als

ik mijn getal met 3 vermenigvuldig en er 5 van afhaal krijg ik 37 . Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Ik zal het met het bordje proberen. Ik weet dat 3a – 5 = 37. Nu leg ik een bordje op de 3a, ik krijg dan3a – 5 = 37. “

Jasper : “Dus = 42, want 42-5 =37. Bordje is gelijk aan 3a, dus 3a =42.

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.De vierde puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als

ik mijn getal met 3 vermenigvuldig en er 5 van afhaal krijg ik 37 . Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Ik zal het met het bordje proberen. Ik weet dat 3a – 5 = 37. Nu leg ik een bordje op de 3a, ik krijg dan3a – 5 = 37. “

Jasper : “Dus = 42, want 42-5 =37. Bordje is gelijk aan 3a, dus 3a =42. Hoe moet ik nu verder?”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.De vierde puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als

ik mijn getal met 3 vermenigvuldig en er 5 van afhaal krijg ik 37 . Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Ik zal het met het bordje proberen. Ik weet dat 3a – 5 = 37. Nu leg ik een bordje op de 3a, ik krijg dan3a – 5 = 37. “

Jasper : “Dus = 42, want 42-5 =37. Bordje is gelijk aan 3a, dus 3a =42. Hoe moet ik nu verder?”

David: “3a = 42, betekent 3 keer iets is 42, wat is die iets?”

De bordjesmethode. Vermenigvuldigen, optellen en aftrekken.De vierde puzzel luidt: “Ik zoek een getal, als

ik mijn getal met 3 vermenigvuldig en er 5 van afhaal krijg ik 37 . Wat is het getal dat ik zoek?”

Jasper: “Ik zal het met het bordje proberen. Ik weet dat 3a – 5 = 37. Nu leg ik een bordje op de 3a, ik krijg dan3a – 5 = 37. “

Jasper : “Dus = 42, want 42-5 =37. Bordje is gelijk aan 3a, dus 3a =42. Hoe moet ik nu verder?”

David: “3a = 42, betekent 3 keer iets is 42, wat is die iets?”

Jasper: “Dat moet 14 zijn want 3· 14 =42. Dus a =14”