Krachten optellen en ontbinden
description
Transcript of Krachten optellen en ontbinden
Krachten optellen en ontbindenKrachten optellen en ontbinden
3.3. Krachten optellen door constructie.
4.4. Krachten optellen na ontbinden van een kracht in zijn componenten.
6. Einde.6. Einde.
2.2. Krachten optellen die dezelfde werklijn hebben.
5. 5. Invulbladen.
1. 1. Vereiste voorkennis.
Krachten optellen en ontbindenKrachten optellen en ontbinden
3.3. Krachten optellen door constructie.Krachten optellen door constructie.
4.4. Krachten optellen na ontbinden van een kracht Krachten optellen na ontbinden van een kracht in zijn componenten.in zijn componenten.
6. Einde.6. Einde.
2.2. Krachten optellen die dezelfde werklijn hebben.Krachten optellen die dezelfde werklijn hebben.
5. 5. Invulbladen.Invulbladen.
1. 1. Vereiste voorkennis.Vereiste voorkennis.
0,5 = o/200,5 = o/20
Voorkennis (1)Voorkennis (1)1. 1. sinus, cosinus en tangens van een hoeksinus, cosinus en tangens van een hoek Ezelsbrug: sos, cas en toaEzelsbrug: sos, cas en toa
““a”a”
““o”o”““s”s”sschuine chuine
zijdezijdeaaanliggendanliggende rechthoek e rechthoek
zijdezijdeooverstaandverstaand
e e rechthoek rechthoek
zijdezijde
ssinin = = ccosos = = ttanan = =
Vb: Vb: = 30° en s = 20 cm, bereken o. = 30° en s = 20 cm, bereken o. Geg: Geg: en en ss, Gevr.: , Gevr.: oo Opl.:Opl.:
→ → o = 0,5 . 20 = 10 cmo = 0,5 . 20 = 10 cmsin30° = o/s = o/20sin30° = o/s = o/20
Geldt alleen Geldt alleen in een in een
rechthoekigrechthoekige driehoeke driehoek
oo//ssaa//ss
oo//aa
400 = a400 = a22 + 100 + 100
Voorkennis (2)Voorkennis (2)2. Stelling van Pythagoras2. Stelling van Pythagoras ss22 = “a” = “a”22 + o + o22
““a”a”
““o”o”““s”s”
Vb: Vb: = 30°, s = 20 cm en o = 10 cm = 30°, s = 20 cm en o = 10 cmGeg: Geg: s s enen o o, Gevr.: , Gevr.: “a”“a”Opl.:Opl.:
→ → a = √300 = 16 cma = √300 = 16 cm
ss22 = a = a22 + o + o2 2 → → 202022 = a = a22 + 10 + 1022
=2=20c0cmm
=1=10c0cmm
Een zijde a of s Een zijde a of s noemen is noemen is vragen om vragen om
moeilijkheden!moeilijkheden!
Voorkennis (3)Voorkennis (3)3. Parallellogram3. Parallellogram
Rode zijden zijn evenwijdig aan elkaar.Rode zijden zijn evenwijdig aan elkaar.
Maak het parallellogram af:Maak het parallellogram af:Blauwe zijden zijn evenwijdig aan elkaar.Blauwe zijden zijn evenwijdig aan elkaar.
menu
Krachten optellen en ontbindenKrachten optellen en ontbinden
3.3. Krachten optellen door constructie.Krachten optellen door constructie.
4.4. Krachten optellen na ontbinden van een kracht Krachten optellen na ontbinden van een kracht in zijn componenten.in zijn componenten.
6. Einde.6. Einde.
2.2. Krachten optellen die dezelfde werklijn hebben.Krachten optellen die dezelfde werklijn hebben.
5. 5. Invulbladen.Invulbladen.
1. Vereiste voorkennis.1. Vereiste voorkennis.
Krachten optellen die dezelfde werklijn Krachten optellen die dezelfde werklijn hebbenhebben
FFrr = =
FF11 = 50 N = 50 N
FF22 = 30 N = 30 N50 + 30 = 80 N50 + 30 = 80 N
FFrr = =
FF11 = 50 N = 50 N
FF22 = 30 N = 30 N
50 - 30 = 20 N 50 - 30 = 20 N
werklijwerklijnn
werklijwerklijnn
FF11 = 30 N = 30 N
FF22 = 20 N = 20 NFF33 = 50 N = 50 NFFrr = = 30 + 20 – 50 = 0 N30 + 20 – 50 = 0 N FFrr = 0 = 0 → evenwicht→ evenwicht
115°115°
Krachten optellen die niet dezelfde werklijn Krachten optellen die niet dezelfde werklijn hebben d.m.v. constructie met een hebben d.m.v. constructie met een parallellogram.parallellogram.
FF11 = 50 N = 50 N
FF22 = 30 N = 30 N2. Teken de krachten op schaal.2. Teken de krachten op schaal.
5 cm5 cm
3 cm3 cm
1. Kies een schaal, bijv. 10 N 1. Kies een schaal, bijv. 10 N 1 cm.1 cm.
3. Teken het parallellogram.3. Teken het parallellogram.
Fr = 45 NFr = 45 N
4. Teken 4. Teken de diagonaalde diagonaal..5. Meet de diagonaal op:5. Meet de diagonaal op:
FF11 = 50 N = 50 N 5 cm 5 cm
FF22 = 30 N = 30 N 3 cm 3 cm
4,5 cm 4,5 cm 45 N 45 N
FF11 FF22
FFzz
Samen een tas dragen.Samen een tas dragen.Geg.:FGeg.:F11 = 7,2 N = 7,2 N
FFzz = 10 N = 10 NFFzz = 5,0 cm = 5,0 cm
FF22 = 5,6 N = 5,6 N
4. Teken 4. Teken diagonaaldiagonaal
Teken FTeken F11 + F + F22
Teken FTeken Fzz
FF11 + F + F22
→ → 3,6 cm3,6 cm→ → 2,82,8 cm cm
1 cm → 2,0 N1 cm → 2,0 N
1. Krachten-1. Krachten-schaal kiezenschaal kiezen
2. Krachten-2. Krachten-tekenentekenen
3. Teken 3. Teken parallellograparallellogra
mm
EvenwichtEvenwicht dus Fdus Fzz is even is even
groot alsgroot als FF11 + F + F22
FF11 FF22
FFzz
Krachten in evenwicht: Samen een tas Krachten in evenwicht: Samen een tas dragen.dragen.
Geg.:FGeg.:Fzz = 10 N = 10 N
FF11 = 7,2 N = 7,2 NFF11 = 3,6 cm = 3,6 cm
1. Teken F1. Teken Fzz FF11 + F + F22
→ → 5 cm5 cm
1 cm → 2,0 N1 cm → 2,0 N
1. Krachten-1. Krachten-schaal kiezenschaal kiezen
2. Teken 2. Teken parallellograparallellogra
mmEvenwicht Evenwicht →→FF11 + F + F22 is iseven groot alseven groot alsFFzz maar maartegengesteld!tegengesteld!
1.1. TekenTeken FF11 + F + F22
FF22 = 5,6 N = 5,6 NFF22 = 2,8 cm = 2,8 cm
Opmeten:Opmeten:3. Krachten-3. Krachten-
tekenentekenen
FFzz = 500 N. Kies schaal 500N = 500 N. Kies schaal 500N 1 cm 1 cm
FFzzFF11
Meet op: FMeet op: F1 1 = 3,5 cm = 1750 N = 1,8 kN= 3,5 cm = 1750 N = 1,8 kNMeet op: FMeet op: F2 2 = 4,0 cm = 2000 N = 2,0 kN= 4,0 cm = 2000 N = 2,0 kN
FF22
Er is dus ook 500 N omhoog . . .Er is dus ook 500 N omhoog . . .Parallellogram . . .Parallellogram . . .
Twee Twee krachten van krachten van 1,8 kN en 2,0 1,8 kN en 2,0 kN om 0,500 kN om 0,500
kN te “tillen”!kN te “tillen”!
1. Kies 10 N 1. Kies 10 N 1 1 cm.cm.
FF11 = 50 N = 50 N3. Er is evenwicht dus3. Er is evenwicht dus2. F2. F11 = 50 N = 50 N 5 cm 5 cm
FF22 = 3 cm = 3 cm FF33 = 4 cm = 4 cm
ook ook 50 N50 N omhoog! omhoog!4. Parallellogram . . .4. Parallellogram . . .5. Meet 5. Meet FF2 2 enen FF3 3 op . . .op . . .
40 N40 N 30 N30 N
menu
Krachten optellen en ontbindenKrachten optellen en ontbinden
3.3. Krachten optellen door constructie.Krachten optellen door constructie.
4.4. Krachten optellen na ontbinden van een kracht Krachten optellen na ontbinden van een kracht in zijn componenten.in zijn componenten.
6. Einde.6. Einde.
2.2. Krachten optellen die dezelfde werklijn hebben.Krachten optellen die dezelfde werklijn hebben.
5. 5. Invulbladen.Invulbladen.
1. Vereiste voorkennis.1. Vereiste voorkennis.
1. Kies een x- en een y-as.1. Kies een x- en een y-as.
FF11 = 80 N = 80 N
FF22= 30 N= 30 N
2. Teken 2. Teken de x- en y-componentende x- en y-componenten
= 30°= 30°x-asx-as
y-asy-as
FF1x1x
FF1y1y
FF33= 10 N= 10 N
Krachten optellen na ontbinden in componentenKrachten optellen na ontbinden in componenten
= 69 N= 69 N
= 40 N= 40 N
FF1y1y
FF1x1x
= 30°= 30°
y-asy-as
x-asx-as
FF11 = 80 N = 80 N
FF22= 30 N= 30 N
FF22= 10 N= 10 N
3. Bereken de 3. Bereken de x- en y-componentenx- en y-componenten..
sin30°=sin30°=
cos30° =cos30° = FF1x1x = 80.cos 30° = = 80.cos 30° = 69 N69 N
FF1y1y = 80.sin 30° = = 80.sin 30° = 40 N40 N
FF1x1x /80 /80
FF1y 1y /80 /80
4. Tel de x-componenten op:4. Tel de x-componenten op: FFrx rx ==
5. Tel de y-componenten op:5. Tel de y-componenten op: FFry ry ==
69 – 30 = 69 – 30 = 39 N39 N
40 – 10 =40 – 10 = 30 N30 N
Totale Totale horizontale horizontale
krachtkrachtTotale Totale
vertikale vertikale krachtkracht
FF1y1y
FF1x1x
= 30°= 30°
y-asy-as
x-asx-as
FF11 = 80 N = 80 N
FF22= 30 N= 30 N
FF22= 10 N= 10 N = 69 N= 69 N
= 40 N= 40 N
6. Teken 6. Teken FFrr..
●● Pythagoras: FPythagoras: Frr22= F= Frxrx
22 + F+ F ry ry
22
● ● Richting (Richting (berekenen . . .berekenen . . . tantan = =
y-asy-as
FFryry = 30 N = 30 N
FFrxrx = 39 N = 39 N x-asx-as
FFrr
38°38°
= = 49 N49 N
30/39 30/39 3838°°
→→FFr r ==√2421=√2421= 49 N49 N FFrr22= 39= 3922
+ 30+ 3022 = = 24212421
7. Bereken F7. Bereken Frr (grootte en richting): (grootte en richting):
menu
Met sin of cos kan
het ook . . .
Krachten optellen en ontbindenKrachten optellen en ontbinden
3.3. Krachten optellen door constructie.Krachten optellen door constructie.
4.4. Krachten optellen na ontbinden van een kracht Krachten optellen na ontbinden van een kracht in zijn componenten.in zijn componenten.
6. Einde.6. Einde.
2.2. Krachten optellen die dezelfde werklijn hebben.Krachten optellen die dezelfde werklijn hebben.
5. 5. Invulbladen.Invulbladen.
1. Vereiste voorkennis.1. Vereiste voorkennis.
115°115°
Krachten optellen die Krachten optellen die nietniet dezelfde werklijn dezelfde werklijn hebben d.m.v. constructie met een hebben d.m.v. constructie met een parallellogram.parallellogram.
FF11 = 50 N = 50 N
FF22 = 30 N = 30 N2. Teken de krachten op schaal.
___ cm___ cm
___ cm___ cm
1. Kies een schaal, bijv. 10 N 1 cm..
3. Teken het parallellogram.
Fr = _______
4. Teken _______________5. Meet de diagonaal op: _______ cm = _______ N
FF11 FF22
FFzz
Vb. Krachten in evenwicht: Samen een tas dragen.Geg.:F1 = 7,2 N
Fz = _____
Fz = ____ cm
F2 = 5,6 N
●Teken F1 + F2
● Teken Fz
→ ___ cm→ ___ cm
1 cm → 2,0 N1 cm → 2,0 N
● Opmeten:
Construeer Fz
Fr = ____
= ____N
= ___ NF1y
F1x
y-as
x-as
F1 = 80 N
= 30°
F2= 10 N
F2= 30 N
Vb.: Geg: F1 en . Bereken Fr in de x- en in de y-richting..
sin30°=
cos30° = F1x = ____________ = _____ N
F1y = ____________ = ______ N__________
__________●● Horizontaal: Frx = ____________________ = _____ N● Vertikaal: Fry = ____________________ = _____ N
●Teken de x- en y componenten van F1 (F1x en F1y)
6. Teken Fr.
●● Pythagoras: Fr2= Frx
2 + F ry
2
● Richting (berekenen . . .
tan =y-as
Fry = 30 N
Frx = 39 N x-as
Fr
___°
= ____ N
_____ _____
Fr2= ________________ → Fr = ______
7. Bereken Fr (grootte en richting):