Absolutisme en parlementarisme

Post on 17-Dec-2014

1.436 views 3 download

description

 

Transcript of Absolutisme en parlementarisme

PAR 1. DE VERLICHTINGKA: RATIONEEL OPTIMISME EN “VERLICHT DENKEN”DAT WERD TOEGEPAST OP ALLE

TERREINEN VAN DE SAMENLEVING (GODSDIENST, POLITIEK, ECONOMIE EN SOCIALE VERHOUDINGEN)

VERLICHTING: alles verklaren via de rede (= verstand = ratio) meer vrijheid, gelijkwaardigheid en verdraagzaamheid. Ontstaan uit wetenschappelijke revolutie.

VOLTAIRE: voorstander van godsdienstvrijheid en tolerantie

tegenstander van democratie

Voltaire

JOHN LOCKE: regeringen moeten de rechten van de mens garanderen: recht op vrijheid, leven en bezit. Burgers mochten regeringen afzetten

John Locke

MONTESQUIEU: trias politica = scheiding van de drie staatsmachten: wetgevend, uitvoerend en rechterlijke .

Wetgevend: volksvertegenwoordiging

Uitvoerend: regering (ministers)

Rechterlijke: onafhankelijke rechters controleren wetten

Montesquieu

JEAN-JACQUES ROUSSEAU:voorstander van democratie.Burgers dragen macht over aan volksvertegenwoordiging. Mens is van nature goed.

Jean-Jacques Rousseau

ADAM SMITH: de economie moet zich in alle vrijheid kunnen ontwikkelen, geen inmenging van de overheid welvaart voor iedereen.

PAR. 2. HET ANCIEN REGIME (= de oude manier van regeren= het absolutisme)

KA: VOORTBESTAAN VAN HET ABSOLUTISME,WAARBIJ MEN PROBEERT DIT AAN TE PASSEN AAN DE TIJD.

FRANKRIJK IN DE 18E EEUW:

Koning heeft alle macht Adel belangrijk in bestuur en leger, geen belastingen Geestelijken o.a. grondbezit betaalden geen

belastingen Gewone volk (> 80% leefde van landbouw) betaalde

belasting en ‘heerlijke rechten’ Handel en nijverheid groeide, burgers werden rijker,

maar geen politieke macht Door de uitgaven van de overheid (o.a. oorlogen)

steeg de staatsschuld enorm

Frankrijk in de 18e eeuw

PRUISEN, RUSLAND EN OOSTENRIJK 18E EEUW Vorst zet zich in voor betere leefomstandigheden,

maar houdt wel de macht verlicht absolutisme = alles voor het volk, niets door

het volk Afschaffing censuur, invoering vrijheden: van

meningsuiting, godsdienst, onafhankelijke rechtspraak

PAR 3. DE DEMOCRATISCHE REVOLUTIES

KA: de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap)

DE AMERIKAANSE REVOLUTIE: (VRIJHEIDSOORLOG)

Kolonisten: ‘no taxation without representation’

n

kolonisten komen in opstand en roepen in 1776 onafhankelijkheid uit. Onafhankelijkheidsverklaring gebaseerd op Montesquieu en Locke (zie hoofdstuk 6)

1783: Engeland erkent de onafhankelijkheid en USA krijgen een grondwet

DE FRANSE REVOLUTIE Onvrede over hoge belastingen, staatsschuld,

privileges voor adel en geestelijkheid

1788: koning roept Staten-Generaal bijeen. Doel: geld krijgen. Alleen voor invloed wilde 3e stand meedoen

de levensomstandigheden van de derde stand

derde stand: alleen stemmen per hoofd, niet per stand

14 juli 1789: bestorming van de Bastille (=symbool absolutisme

Nationale Vergadering (3e stand) neemt de ‘Verklaring van de rechten van de mens en de burger’aan mensen zijn vrij en gelijk. Staat moet hun rechten beschermen.

Onteigening kerkelijk bezit

Frankrijk werd een constitutionele monarchie (koning moet zich houden aan de grondwet)

De Koning vlucht oorlog met Oostenrijk en Pruisen 1793: koning wordt ter dood veroordeeld

Frankrijk wordt een Republiek

Iedereen in Frankrijk is voortaan ‘citoyen’(=burger):

VRIJHEID, GELIJKHID EN BROEDERSCHAP

TERREUR (Robespierre): ‘de revolutie verslond haar eigen kinderen’!

De guillotine

1799: Napoleon komt aan de macht

6.4. KA. UITBOUW VAN DE EUROPESE OVERHEERSING, MET NAME IN DE VORM VAN PLANTAGEKOLONIEN EN DE DAARMEE VERBONDEN TRANS-ATLANTISCHE SLAVENHANDEL EN DE OPKOMST VAN HET ABOLUTIONISME

b

In de Oudheid al slavernij, in de Middeleeuwen verdwenen uit Europa

Na 1500 Transatlantische slavenhandel. Indianen minder geschikt. Afrikanen minderwaardig.

Driehoekshandel : Slaven kopen en betalen met Europese producten, in Amerika slaven verkopen en de producten van de plantages kopen en verkopen in Europa

Slaven behandeld als beesten

Rond 1700: door christendom en Verlichting kritiek op slavernij: in strijd met natuurlijke gelijkheid

Adam Smith: mensen worden door loon meer geprikkeld dan door dwang

ABOLITIONISME: ontstond rond 1800 in Engeland. Beweging voor afschaffing slavenhandel en slavernij.

1807: afschaffing slavenhandel

1833: afschaffing slavernij in Engeland

1863: afschaffing slavernij in USA