Zone 2009 najaar

38
Duurzaam ondernemen TBI magazine NAJAAR 2009 zone

description

Duurzaam ondernemen

Transcript of Zone 2009 najaar

Page 1: Zone 2009 najaar

Duurzaam ondernemen

TBI magazine

NAJAAR 2009

zon

e

NA

JAA

R 2

00

9

Meer Zone op internet

WeblinksOp de themawebsite vindt u alle in deze Zone genoemde internetadressen, voor meer informatie over de onderwerpen in deze Zone.

PrijsvraagTest uw kennis met de ‘Duurzaam ondernemen’-quiz. Elke maand stellen wij nieuwe vragen. Onder de goede inzendingen verloten wij elke ronde een rit in een elektrische Lotus.

www.tbi.nl/duurzaamondernemen

Page 2: Zone 2009 najaar

Colofon

Zone XIVNajaar 2009Duurzaam ondernemen

RedactiecommissieElselinda Groot-D’hondtEd KorvingHenk Vahrmeijer

CopyAfdeling Communicatie TBI en Total IdentityJan Bom (9)Désanne van Brederode (24)Bas Heijne (22)Rob Heuperman (33)Daan Sperling (5)

OntwerpTotal Identity

ProductieAfdeling Communicatie TBI en Total Identity

FotografieANP (31)Freek van Arkel (1, 2- 4, 9, 12, 30 -31, 35, 36)Ad Beerens (27)Theo Berens (3)Marc Hendrix (26)Hollandse Hoogte (22, 28, 34)Carel Kramer ( I, 5, 10 -11, 13 -15, 21, 23, 29, 33)Bertus de Ruiter (8)Fred Sonnega (27)Irene Vijfvinkel (6 - 8)Levien Willemse (24, 32)Wolter & Dros (4, 26)Bart Zuidema (26)

IllustratieDPI Animation House (25) INDG (27)Frédérik Ruys (17- 20)Eyal Shmuel (25)

Druk en afwerkingThieme Media Services

Oplage22.000 exemplarenISSN 1574-7255

TBIWilhelminaplein 373072 DE RotterdamPostbus 231343001 KC RotterdamT 010 - 290 85 00F 010 - 486 57 88www.tbi.nl

TBI vastgoed

Hevowww.hevo.nl

Synchroonwww.synchroon.nl

TBI Vastgoedwww.tbi.nl

Veldhoen + Companywww.veldhoen.nl

TBI bouw

Aanneming MaatschappijJ.P. van Eesterenwww.jpvaneesteren.nl

ERA Contourwww.eracontour.nl

Hazenberg Bouwwww.hazenbergbouw.nl

Heijmerink Bouwwww.heijmerink.nl

Kanters Bouw en Vastgoedwww.kantersbouw.nl

Koopmans Bouwgroepwww.koopmans.nl

Korteweg Bouwwww.kortewegbouw.nl

MDBwww.mdb.nl

Voorbij Groep: - Voorbij Prefab Betonwww.voorbij-prefabbeton.nl

TBI Infra:- Mobiliswww.mobilis.nl

- Voorbij Betonsystemenwww.voorbij-betonsystemen.nl

- Voorbij Funderingstechniekwww.voorbijfunderingstechniek.nl

- Voorbij Spantechniek

TBI techniek

Acto Informatisering www.acto.nl

Alfenwww.alfen.nl

Baas Groepwww.baasbv.nl

Croon Elektrotechniekwww.croon.nl

Eekels Elektrotechniekwww.eekels.com

Fri-Jadowww.frijado.nl

HVLwww.hvl.nl

Wolter & Dros www.wolterendros.nl

WTH Vloerverwarmingwww.wth.nl

TBI is een vastgoed-, bouw- en techniekconcern

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,

microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder

voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Surf naar www.tbi.nl /duurzaamondernemenZonnepanelen op dak

Gemeentearchief, Rotterdam

Inhoud

2 INTERVIEW ‘Een duurzame stad is ook een sociaal sterke stad’

5 COLUMN Een kwestie van ethiek

6 VERBOUWING Rabobank doet het anders

9 OORDEEL Al Gore in honderdvoud

10 SIGNALEMENT Goed geld

12 EENVOUD Automatisch zuinig

13 RONDETAFELGESPREK Oude gebouwen, nieuwe bestemmingen

16 BAROMETER Hoe duurzaam is Nederland?

17 t/m 20 Duurzame technieken van TBI

21 DRIE Onzichtbaar duurzaam

22 DILEMMA Het dilemma van duurzaamheid

23 SIGNALEMENT Comfort beleven

24 LETTEREN Later leven

25 ESSENTIEEL Duurzaam ondernemerschap in de praktijk

28 TREND Tanken met stekkers

29 SIGNALEMENT Klaar voor de toekomst

30 REPORTAGE Schoner concurreren

32 MARKANT De waarde van onderhoud

33 COLUMN Prikkelen tot creativiteit

34 TEGENPOLEN Slimmer of minder

36 PORTFOLIO Een archetypisch huis van afval

Page 3: Zone 2009 najaar

1 | TBI

Zone is het ondernemings -

magazine van TBI en verschijnt

twee keer per jaar.

Zone wordt verspreid via

‘controlled circulation’.

zoneNAJAAR 2009

Ten geleide

We worden tegenwoordig veelvuldig geconfronteerd met feiten over duurzaamheid. Bijvoorbeeld: bij het opwekken van elektriciteit in energie- centrales gaat 60 procent verloren als restwarmte. Of: de laatste dertig jaar is het tropisch regenwoud wereldwijd met 25 procent afgenomen. En: een personenauto stoot gemiddeld 163 gram CO2 uit per kilometer. Onze wereld is niet meer vanzelfsprekend. Terwijl we vroeger nauwelijks oog hadden voor de gevolgen van onze consumptie, heeft dat tegen-woordig onze volle aandacht – alleen al omdat het onze portemonnee raakt. We moeten dus keuzen maken, met de mate van duurzaamheid als criterium. Gelukkig hebben de duurzame alternatieven een geweldige potentie tot meer efficiency en effectiviteit. Want het gebruik van minder grondstoffen betekent winst, net zoals lagere kosten tijdens het gebruik. Ook lagere kosten voor het verwijderen aan het einde van de levensduur leveren winst op. Duurzaamheid is in feite een winstmotor.

De ondernemer staat aan de basis van meer duurzaamheid; hij is degene die duurzame innovaties kan omzetten in producten en diensten voor een brede markt. Duurzaam ondernemen is vooral ondernémen – vindingrijk, gedreven en verantwoordelijk. De ondernemer die duurzaamheid tussen de oren heeft, wacht een gouden toekomst. Deze Zone belicht duurzaam ondernemen op een frisse, actieve en individuele manier: de mens en zijn ondernemend vermogen, het idee en het product, de aanleiding en het gevolg. Geen abstracte scenario’s of voornemens, maar concrete, doelgerichte en verrassende acties. Duurzaam ondernemen is al volop bezig. Welkom in deze Zone.

Duurzaam ondernemen

Eigen verantwoordelijkheid

Ondernemen is passie omzetten in

daadkracht. Dat geldt ook voor

duur zaam ondernemen: ook hier

manifesteert de ondernemer zich met

uitstekende producten en diensten.

Het verschil zit in de bredere focus die

de duurzame ondernemer hanteert.

Zijn product is niet klaar zodra het is

opgeleverd; dat is slechts het begin

van de levensduur en daar heeft de

duurzame ondernemer óók rekening

mee gehouden. Ook is zijn blik gericht

op een veel breder spectrum van

specialismen.

Bij TBI is het ondernemerschap laag in

de organisatie, aan de basis georgani-

seerd. De TBI bedrijven opereren met

een eigen verantwoordelijkheid en

met een grote vrijheid van handelen.

Voor het genereren van duurzame

oplossingen is er de nodige ruimte,

en per bedrijf is duurzaamheid een

thema voor de dagelijkse praktijk. Dat

is niet een vrijblijvende keus, maar een

noodzaak om door te groeien en te

ontwikkelen, in aansluiting op de maat-

schappelijke tendens naar een meer op

duurzaamheid gerichte samenleving.

Onze activiteiten hebben betekenis

voor de maatschappij. Maatschappelijk

verantwoord ondernemen, waarvan

duurzaamheid onderdeel uitmaakt en

dat balans brengt tussen mens, milieu

en winstgevendheid, is daarom

integraal onderdeel van ons onder-

nemingsbeleid.

ir. G.J. Woudenberg

Voorzitter Raad van Bestuur TBI

Page 4: Zone 2009 najaar

2 | TBI

‘ De stad Groningen is

in 2025 wat ons betreft

energieneutraal’

Page 5: Zone 2009 najaar

zoneNAJAAR 2009

Interview

3 | TBI

Groningen neemt als grootste noordelijke stad veel initiatieven om voornemens voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en duur­zaamheid in daden om te zetten. Burgemeester Jacques Wallage maakt zich sterk voor het uitdragen van dit duurzaamheids beleid: ‘Als we ons in Groningen iets voor nemen, gaan we er ook voor.’

Duurzaamheid is een breed begrip. Wat verstaat Groningen hieronder? Duurzaamheid is een snel opgekomen thema waar veel gemeenten zich mee bezighouden. Het gaat dan om maat-regelen waarmee we organisaties en bedrijven stimuleren om duurzame alternatieven toe te passen. Samen met marktpartijen brengen we de mogelijke (energie)winst in kaart in bijvoorbeeld de woningbouw, mobiliteit en leef-omgeving, en zetten we dit vervolgens om in allerlei activiteiten. Ons college plaatst het begrip ‘duurzame stad’ ook nadrukkelijk in een sociale context. Een duurzame stad is een sociaal sterke stad, die zich kan meten met de grote steden van Nederland. Met deze betekenis voor ogen zijn we vervolgens gekomen tot een breed integraal programma van initiatieven en activiteiten: het Jaarprogramma Duurzaamste Stad 2009.

De stad Groningen neemt niet alleen duurzame maatregelen, maar wil dus ook de beste worden. Waarom? Dat we ons meteen tot de duurzaamste stad van Nederland willen ontwikkelen, heeft te maken met onze Groningse volksaard: niet praten maar doen. Ofwel: we zijn geen mensen van grote woorden, maar wel robuust in onze

daden. Dat zit er diep in en komt volgens mij onder meer doordat we van oudsher gewend zijn om onze zaken helemaal zelf te doen. Dat komt natuurlijk door de geografische ligging, op enige afstand van andere grote steden. Die autonomie maakt deel uit van onze identiteit. We staan er alleen voor en als we ons dus iets voornemen, gaan we er ook voor en doen we geen concessies. Die mentaliteit is niet zonder succes. In 2004 werden we uitgeroepen tot de veiligste stad van Nederland, en in 2008 waren we de stad met de meest tevreden inwoners. Wat staat er op het programma? We hebben een grote hoeveelheid activiteiten in alle sectoren. Ze lopen van het stimuleren van Fairtrade-producten (waarbij de ‘eerlijke prijs’ is gebaseerd op de productiekosten – red.) en het terugdringen van restafval tot een fietsenplan, energieneutrale gebouwen en onderzoek naar de luchtkwaliteit. Alleen al voor nieuw duurzaamheids-beleid trekken we dit jaar ruim 6 miljoen euro uit, voor onder andere duurzame renovatie van woningen, nieuwbouw en uitbreiding van een aantal scholen en een groen gasproject op een nieuw bedrijventerrein.

Over duurzame energie gesproken: hoe kun je dat als stad stimuleren?We onderscheiden verschillende categorieën. Ten eerste het stimuleren van zaken die geen energie kosten. Fietsen kost bijvoorbeeld geen brand-stof; hieronder valt dus de aanleg van extra fietspaden en fietsbruggen. Dan maatregelen die leiden tot minder energieverbruik; denk aan allerlei isolatiemaatregelen in woningen.

Burgemeester Jacques Wallage* ‘ Een duurzame stad is ook een sociaal sterke stad’

Het Martini Ziekenhuis in Groningen heeft

een dubbele gevel, die zorgt voor extra

(geluids)isolatie. De bouwpartners waren o.a.

J.P. van Eesteren, Wolter & Dros en Croon.

* Jacques Wallage was burgemeester

van Groningen van 1 oktober 1998 tot

25 juni 2009.

Page 6: Zone 2009 najaar

4 | TBI

Vervolgens is er het stimuleren van duurzame energieproductie: onze winning van bio-ethanol bijvoorbeeld uit afvalresten is daarvan een prima voorbeeld. En bij het effectiever gebruik van fossiele brandstoffen hoort niet alleen voorlichting over energiebesparing thuis, maar ook compensatie van CO2-uitstoot door extra groenvoorziening, zoals vijftig extra bomen in de binnenstad. Al met al willen we in 2025 het energieverbruik in onze gemeente tot de helft hebben teruggebracht. Van de andere helft willen we dan de CO2-uitstoot gecompenseerd hebben. Kortom, de stad Groningen is in 2025 wat ons betreft energieneutraal.

Jullie plaatsen ook een schone stad in het duurzaamheidsplan. Waarom? Wij hadden al het programma Schoon, Heel en Veilig, bedoeld voor terug-dringing van stadsvervuiling, vernieling en criminaliteit. Dat gaat heel goed, onze stad wordt er schoner en veiliger door. Ofwel socialer. Juist door die sociale component past het uitstekend bij onze doelen voor een duurzame stad.

Het jaarprogramma heeft een allesomvattend karakter. Is dit ook de bestuurlijke ambitie, om dus tot meer integraal bestuur te komen? Duurzaamheid heeft inderdaad een heel integraal karakter, omdat het onderwerp in alle sectoren speelt. Het verbindt sociale doelen met economische doelen en brengt veiligheid, mobiliteit en leefbaarheid bij elkaar. Dat is prima, want ik denk dat de komende jaren in het teken staan van de bestrijding van de verzuiling, het hokjesdenken. Samenwerking en onderling duidelijk vastgestelde verantwoordelijkheden komen daarvoor in de plaats. Onze activiteiten voor een meer duurzame stad kunnen hier best een katalysator voor zijn.

Het binnenklimaat van het hoofdkantoor van Hanze Hogeschool Groningen is door

Wolter & Dros geoptimaliseerd met betere isolatie en ventilatie. Het gebouw,

waar ook colleges worden gegeven, bleef tijdens alle werkzaamheden operationeel.

De Groningse vestiging van Wolter & Dros is uitgerust met diverse energiebesparende en

CO2-reducerende technieken. Wolter & Dros Groningen is in 2007 verkozen tot Duurzaamste

Ondernemer van Groningen.

duurzaamstestad.groningen.nl

www.groningen.nl

www.croon.nl

www.jpvaneesteren.nl

www.wolterendros.nl

Page 7: Zone 2009 najaar

5 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Daan Sperling

ir. D.A. Sperling

Lid Raad van Bestuur TBI

www.tbi.nl

Een kwestie van ethiek

Sprekend over maatschappelijk verantwoord ondernemen, moet ik denken aan de uitspraak dat ondernemingen zullen moeten leren dat alles wat kan, niet altijd verantwoord is. Of anders gezegd: alles wat formeel-juridisch door de beugel kan, wordt niet altijd maat-schappelijk aanvaard. Tegen dat licht moet het maatschappelijk verantwoord onder-nemen van een bedrijf worden gehouden.En als je dat dan doet bij TBI, wat zie je dan? Dan zie je op het eerste gezicht een groep van bedrijven die bewust bezig zijn hun ondernemingsactiviteiten te sturen op de dimensies profit, people, planet. Profit wordt hier uitdrukkelijk als eerste genoemd omdat het de randvoorwaarde vormt voor de twee andere p’s. Onze zorg voor people proberen we niet alleen te laten gelden voor ons eigen personeel, maar ook voor de mensen daar buiten. Wij kennen goede arbeids-verhoudingen en hebben een stimulerend sociaal beleid dat ruimte biedt aan eigen inbreng en verantwoordelijkheid van onze werknemers. Daarnaast willen wij als bedrijf een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van onze samenleving als geheel.Sturen op de dimensie planet is voor een onderneming als de onze op het lijf geschreven. De zorg voor de natuurlijke leefomgeving vormt immers een wezenlijk onderdeel van onze bedrijfsvoering. Duurzaamheid is volledig geïncorporeerd in het doen van de TBI bedrijven.Energieneutrale gebouwen, CO2-reductie, zelf ‘voorzienende’ woonwijken, warmte-koude opslag, isolatie van gebouwen, we zijn er dagelijks mee bezig. Dankzij de unieke combinatie die de TBI bedrijven vormen – vastgoed, bouw en installatietechniek – beschikken wij in alle facetten over kennis en deskundigheid om duurzame concepten te ontwikkelen, te ontwerpen, te realiseren en te beheren.Je zou haast denken dat we bij TBI op het gebied van maatschappelijk verantwoord

ondernemen alles onder controle hebben en zeker op het gebied van duurzaamheid. Helaas is dat nog niet zo. Ons verantwoord ondernemen heeft ook nog veel van het ‘heilig moeten’, van het moeten voldoen aan regeltjes. Bij maatschappelijk verantwoord ondernemen komt er meer bij kijken dan ‘leven volgens de meest verantwoorde regeltjes’. Je bent pas echt maatschappelijk verantwoord bezig, indien het volledig in je genen is opgenomen. Wanneer het besef van verantwoordelijk zijn voor onze planeet zo normaal is geworden als ademhalen.In zijn dagelijks doen en laten zoekt de mens vaak grenzen op. Het grote gevaar hiervan is, en ik kan erover meepraten want niets menselijks is mij vreemd, dat er maar weinig hoeft te gebeuren of een zekere grens wordt overschreden. Je weet wat een bepaald voorschrift voorschrijft, maar je doet het toch net iets anders. En als je daar dan op wordt gewezen, kun je het gelukkig nog netjes terugdraaien voordat de inspectie is langs geweest.Wanneer die zoektocht naar de grenzen is verdwenen en er niet meer ‘by the book’ maar vanuit het hart wordt ondernomen en gewerkt, zitten we als TBI op de juiste weg. Op dat moment heeft een bedrijf het maat-schappelijk verantwoord ondernemen verankerd in zijn bedrijfsfilosofie. Wanneer we elkaar binnen de onderneming over en weer kunnen aanspreken op onze maat schappelijke verantwoordelijkheid als werk gever en werknemer, behoort het tot de bedrijfsethiek. En dat is ook precies de plek waar het thuis hoort.

Page 8: Zone 2009 najaar

6 | TBI

Rabobank Nederland breidt haar Bestuurscentrum uit, om straks alle activiteiten vanuit Utrecht te coördineren. Het gebouw, dat in de wandelgangen inmiddels al de naam De Verrekijker heeft mee gekregen, staat voor de nieuwe werkstijl van Rabobank – in al zijn aspecten.

Het kantoorcomplex aan de Croeselaan is een vertrouwd stadsbeeld voor de Utrechters. Voor het bekende pand met gevels van spiegelglas en de geknikte daklijnen zijn twee torens in aanbouw die de nieuwe opzet van het Bestuurs-centrum aankondigen: een Rabo Campus, gevormd door een tweetal bestaande gebouwen, een auditorium en de nieuwe hoogbouw. De nieuwbouw kan circa 3.000 medewerkers huisvesten. In totaal biedt het complex plaats aan ongeveer 6.500 medewerkers. De Rabo Campus wordt een plek voor aangenaam werken, ontmoeten en ontspannen. Het complex

zal aanvoelen als een stad, met pleinen, straten en wijken. ‘Mensen komen meer in direct contact met elkaar,’ aldus Vincent Lokin, directeur Facilities. ‘De gebouwen, bestaand en nieuw, worden functioneel zoveel mogelijk geïntegreerd.’

Gelukkig momentDe keus om het bestaande gebouw te handhaven, illustreert in feite al het adagium ‘Rabobank doet het anders’. ‘Als een bestuurscentrum te klein wordt, ligt een volledig nieuw pand voor de hand,’ aldus Lokin. ‘Maar dat zou verspilling zijn, en dus niet bepaald duurzaam, want het bestaande gebouw voldoet nog prima. We hebben daarom gekozen voor de sloop van een kleiner en gedateerd gebouw aan de voorzijde van het Bestuurscentrum, om op die plek een nieuw pand neer te zetten. Op die manier wordt de beschikbare ruimte volledig benut. Ook dat is een vorm van duurzaam denken.’

‘ Nieuwbouw komt op een goed moment’ Rabobank doet het anders

Page 9: Zone 2009 najaar

7 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Verbouwing

De term duurzaamheid vermijden de Rabobankiers overigens zoveel mogelijk. Lokin: ‘Duurzame oplossingen zijn voor ons standaard. Het is niet iets om te benadrukken. Voor ons staat vast dat we altijd verantwoord omgaan met energie-verbruik en dat we materialen gebruiken die voor de lange termijn geschikt zijn. En installaties dienen zoveel mogelijk toekomstvast te zijn. Dat betekent dus logischerwijs duurzame installaties.’ Wel spreekt de Rabobank graag over ‘anders’: anders denken, anders doen, anders bouwen en anders communiceren. ‘Dat is niet voor niets,’ aldus Fons de Haes, projectdirecteur Nieuwbouw & Renovatie. ‘Deze nieuwbouw komt op een goed moment. Rabobank Nederland is reeds actief met een programma om tot een andere werkstijl te komen. Dit wordt in de nieuwbouw volledig ingevoerd. De communicatie rond de nieuwbouw is dan een uitstekende manier om het nieuwe werken intern uit te dragen. De nieuwbouw is op die manier een katalysator voor een andere manier van werken.’

Nieuwe werkvormenRabobank Nederland is al een tijd bezig om via proef-projecten nieuwe werkvormen te verkennen, onder de titel Rabobank Unplugged. Dit staat voor een tijd- en plaats-onafhankelijke werkstijl met gebruik van nieuwe technieken zoals videoconferencing, draadloos internet en telewerken.

Medewerkers van Rabobank Nederland hebben straks geen vaste werkplek meer; men maakt dan gebruik van flex -plekken. De Haes: ‘In hele concrete getallen: in plaats van 25 m2 bruto vloer oppervlak (bvo) per medewerker kan het nieuwe Bestuurscentrum dadelijk toe met 17 m2 bvo per mede werker.’ Dit is meteen een van de belangrijkste factoren waardoor veel bespaard wordt.‘We gaan overigens niet helemaal tot het uiterste om een volledig duurzaam resultaat te bereiken,’ tekent Lokin daarbij aan. ‘Want duurzaamheid op zichzelf is niet ons doel, maar het reali seren van toekomstvaste oplossingen. Het comfort voor de medewerkers blijft heel zwaar wegen. Een gebouw moet voldoen aan de eisen van een organisatie, niet andersom.’ Daarbij komt dat met de nieuwbouw veel medewerkers hun huidige pand elders in Utrecht moeten inruilen voor de Rabo Campus. Lokin: ‘We houden er heel goed rekening mee dat er weer stand kan ontstaan bij zulke ingrijpende veranderingen van de werkomgeving. Wij willen daarom onze collega’s verleiden om naar de campus te komen, men moet hier willen komen, voor de faciliteiten, de ruimte, de sfeer en alle andere mogelijke voordelen. We verleiden hen met deze nieuwe werk omgeving, met veel licht, ruimte en voor zieningen. Dat we hier dichter bij elkaar komen te zitten, levert tal van nieuwe mogelijkheden voor ontmoetingen op. Ook dat heeft onmiskenbare voordelen.’

Feiten en cijfers nieuwbouw

- 105 meter hoog

- 25 verdiepingen

- 3.000 medewerkers

- 50.000 m3 beton

- 5.600 ton betonstaal

- 20.000 m2 geveloppervlak

- 56.000 m2 vloeroppervlak

- 8 miljoen zakelijke kilometers

besparing per jaar door samen -

voeging Utrechtse locaties

- Winnaar FD PropertyNL Vastgoed

Award voor meest innovatieve

eindgebruiker 2006

- Energieprestatiecoëfficient

(EPC) = 0,567; 43% lager dan

het genormeerde toelaatbare

energieverbruik

Duurzame oplossingen (selectie)

- Steenwolisolatie in plaats van

polystyreen op dak

- Projectcertificaat FSC-hout

- Bekistingolie op plantaardige basis

- Biologisch afbreekbare curing

compound, een chemische stof

voor het uitharden van beton

- Gesegmenteerde regeling van

buitenzonwering

- Eigen energiecentrale met warmte/

koude-opslag in combinatie met

warmtepompen

Page 10: Zone 2009 najaar

8 | TBI

De DomEen andere belangrijke factor waar Rabobank Nederland rekening mee houdt, zijn de omwonenden. De Haes: ‘De om wonenden moesten de Dom kunnen blijven zien. Daarom is het een transparant gebouw en is de Dom zichtbaar tussen de twee kernen in. Daar bevindt zich alleen doorzichtig glas.’ Gebouwen in het centrum van Utrecht mogen overigens nooit hoger worden dan de Dom. De nieuwbouw is daarom met zijn 105 meter ruim zeven meter lager dan deze hoogste kerk toren van Nederland. Bij de nieuwbouw zijn de TBI bedrijven J.P. van Eesteren (in een bouwcombinatie), Wolter & Dros (w-installaties) en Croon (e-installaties) bouw- en installatie partners. Zij zorgen ervoor dat de ambities van Rabobank Nederland worden waar-gemaakt. Mobilis, de civiele beton bouwer van TBI, is door de bouw combinatie ingeschakeld voor de realisatie van de vierlaagse ondergrondse parkeergarage. Huisvestings-adviseur Veldhoen + Company, ook een TBI bedrijf, was betrokken tijdens het beginstadium, bij Rabo Unplugged.

UniekOok al vermijdt men de term, duur zame oplossingen zijn standaard in het gebouw opgenomen. Wat dit aan milieu winst oplevert, is berekend volgens een internationaal rekenmodel: de zogenaamde GreenCalc+ score. De Haes: ‘Deze score houdt rekening met uiteenlopende factoren, zoals het materiaal-gebruik, het verbruik van energie en water en de milieu-belasting per medewerker.’ De score van de nieuw bouw van het Bestuurscentrum Rabobank Nederland valt dankzij de vele maatregelen onder het A-label voor de gebruikersindex en in categorie B voor de gebouwenindex. ‘Daarmee wordt het kantoor, gemeten naar omvang, een van de duurzaamste gebouwen in Nederland’. Een bijzondere innovatie is het gebruik van twinliften: per schacht bewegen twee liften boven elkaar. ‘Uniek in Nederland; we besparen hier veel energie en ruimte mee,’ aldus Lokin. Over energie gesproken: een andere belangrijke indicator is de energie prestatiecoëfficiënt; die is voor de nieuw bouw 0,567, ofwel 43% lager dan de norm. De maatregelen beperken zich overigens niet tot de nieuw-bouw zelf. Al bij de sloop van het gebouw dat week voor de nieuwbouw, is het andere denken van Rabobank Nederland van toepassing. Toen werden de materialen zorgvuldig gescheiden, zodat 98% geschikt is voor hergebruik. 19.000 ton puin is bijvoorbeeld in de fundering van wegen en als betongranulaat gebruikt, 100 ton glas, 200 ton hout en 275 ton metalen en ijzer werden hergebruikt. De oude waterpompinstallatie kreeg een tweede leven bij een technische school in Mali, in Afrika. ‘Ook hierin zijn we dus anders,’ concludeert Lokin.

Rabobank Groep

De Rabobank Groep bestaat uit 153 zelf-

standige lokale Rabobanken en hun centrale

organisatie Rabobank Nederland met

(internationale) dochterondernemingen.

De Rabobank Groep heeft ruim 61.000

medewerkers in 45 landen. Gemeten naar

kernvermogen behoort de Rabobank tot

de twintig grootste financiële instellingen

ter wereld.

www.rabobank.com/nieuwbouw

www.croon.nl

www.jpvaneesteren.nl

www.mobilis.nl

www.veldhoen.nl

www.wolterendros.nl

Page 11: Zone 2009 najaar

9 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Oordeel

Al Gore in honderdvoud

De ongemakkelijke waarheid was dat het kiezen van een Nederlandse Al Gore bij voorbaat niet kon. Er is maar één Al Gore, zoals ook maar één Gandhi zei: ‘Be the change that you want to see in the world.’ Zoek dan maar eens honderd Al Gores op in Nederland, zoals dagblad Trouw zichzelf tot doel had gesteld. En bepaal vervolgens maar eens wie het meest op de voormalige vicepresident van de Verenigde Staten lijkt, die in zijn documentaire ‘The Inconvenient Truth’ ons land onder water liet lopen vanwege de stijgende zeespiegel. Het telefoontje van Trouw ging ongeveer als volgt: ‘Kun je ons helpen met de namenlijst? Jij bent nogal goed thuis in de wereld van maatschappelijk verantwoord ondernemen.’ Ik heb inderdaad door mijn hoofdredacteur-schap van duurzaamheidstijdschrift P+ een enorme hoeveelheid visitekaartjes van duurzame ondernemers. Toen ik deze voorraad op een middag samen met de Trouw-redactrice overzag, realiseerde ook zij zich dat het samen-stellen van de lijst een bron van discussie zou worden.

We stelden een groslijst samen van ruim driehonderd kandidaten en kwamen als jury bijeen. Trouw had ons gevraagd aan te geven welke criteria het zwaarst moesten wegen. We waren unaniem over het eerste criterium: geen woorden, maar daden. Want wie wat bereikt, heeft persoonlijkheid, is innoverend en vernieuwend bezig, weet een goede balans tussen people, planet en profit aan te brengen, heeft de juiste contacten, heeft kennis van zaken en weet blijkbaar ook aan de benodigde financiering te komen. Ziedaar een lijst van zeven criteria in volgorde van belangrijkheid. We kozen vervolgens van de groslijst ieder onze persoonlijke vijftig favorieten; daaruit ontstond een lijst van honderd namen. Daar lieten we de criteria op los, waarbij daadkracht dus de zwaarste weging kreeg. Wat ik vooraf had voorspeld, gebeurde ook: Herman Wijffels kwam op nummer één terecht. Zeer terecht, want deze voormalige Rabobank-topman is de enige persoon in Nederland die morgen minister-president van Nederland zou

kunnen worden – als hij dat zou willen. Wijffels kan ons land volgens een duurzaam scenario in de richting van een groene en gezonde toekomst voor onze kleinkinderen sturen. Dat Pieter Winsemius op een gelijk aantal punten zou eindigen, had ik weer niet verwacht. Maar toch wel mooi, want de meest populaire minister van milieu ooit toont de laatste jaren steeds meer belangstelling voor de meer sociale aspecten van duurzaamheid. Op deze manier hebben wij Al Gore alsnog geperfectioneerd, door hem van honderd Nederlandse gezichten en aspecten te voorzien.

www.trouw.nl/groen/nieuws/

duurzamehonderd

Jan Bom is medesamensteller

van de Trouw Top 100 van meest

duurzame ondernemers in

Nederland.

Page 12: Zone 2009 najaar

10 | TBI

EducatieStichting Veldwerk Nederland

Stichting Veldwerk Nederland (SVN) is het Kennis- en Praktijk-centrum voor Natuureducatie. Het uitgangspunt is ‘leren door zelf te ontdekken’. Veldwerk Nederland ontwikkelt daar voor educatieve programma’s en activiteiten in de natuur. De inspiratie haalt Veldwerk Nederland uit wetenschappelijk onderzoek en de dagelijkse praktijk van haar eigen praktijk-centra. De verspreiding ervan gebeurt via intermediairs als scholen, kinderopvang, natuurorganisaties en centra voor natuur- en milieueducatie.

ProductieDrukkerij Pascal

Drukkerij Pascal is de eerste klant van de Triodos Bank. De drukkerij is sinds 1974 gevestigd in de oude binnenstad van Utrecht. Het bedrijf is FSC-gecertificeerd en partner van MVO Nederland, organisatie voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Uitgangspunten voor het bedrijf zijn het rekening houden met het milieu, zorgen voor een duurzame toekomst en aandacht voor de kwaliteit van de samenleving.

Kunst en cultuurCanvas International Art

Canvas International Art is opgericht in 1995 en presenteert het werk van jonge hedendaagse kunstenaars uit Azië, Latijns-Amerika en Australië, met tentoonstellingen in de eigen galerie of in samenwerking met musea of andere kunstinstituten. Op die manier wordt gewerkt aan wederzijdse kennismaking met andere culturen. Naast de galerie heeft Canvas een kunst -uitleen voor bedrijven en publiceert het instituut regelmatig boeken over het werk van de kunstenaars. Met meer dan 300 kunstenaars is Canvas inmiddels de grootste exposant van internationale kunst in Europa.

Goed geld

Triodos Bank is een onafhankelijke bank die zich volledig richt op investeren in duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Veel ondernemers met duurzame ambities krijgen kredieten voor investeringen. De bank, opgericht in 1980, heeft vestigingen in verschillende Europese landen en is actief in dertig ontwikkelingslanden. Een selectie van bedrijven en organisaties die met steun van Triodos duurzaam ondernemen.

Page 13: Zone 2009 najaar

11 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Signalement

Duurzame energieSpaarstekker

Steeds meer elektrische apparaten, zoals tv, audio-, dvd- en video-installatie, computer, oplader, mp3-speler en mobiele telefoons, gebruiken veel energie als ze op ‘standby’ staan. Op deze manier wordt maar liefst 15% van het elektriciteits-verbruik in een huishouden verspild. Met de ‘standby killers’ van het bedrijf Spaarstekker in Rotterdam kunnen energie en geld bespaard worden. Als eerste is een PC-versie op de markt gebracht, de EnergyKeeper-PC.

ZorgZorghotel Veghel

Zorghotel Veghel is een particuliere instelling voor een duur-zaam, integraal zorgaanbod tijdens korte verblijven om te herstellen na een ernstige ziekte of aandoening. Naast verpleeg kundigen en twee huisartsen verlenen twee zorg-managers de gewenste zorg. Een team fysiotherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten verzorgt paramedische ondersteuning. Het zorghotel huisvest ook een haarstudio en een schoonheids salon.

WinkelsKabouterdromen

Kabouterdromen is een speelgoedwinkel in Leiden voor houten en experimenteer speelgoed. Het speelgoed nodigt uit tot fantaseren en ontdekken. Uitgangspunt is dat het kind niet alleen plezier heeft in zijn spel, maar ook de ruimte krijgt om zijn fantasie te gebruiken en zich te ontwikkelen. Kabouterdromen verkoopt speelgoed voor alle leeftijds-groepen. De winkel is gestart in 2004 en werd uitgeroepen tot ‘Beste startende winkel van Leiden’.

Horeca / RecreatieBrasserie Harkema

Brasserie Harkema is gevestigd in een voormalig fabrieks -pand in de historische binnenstad van Amsterdam. Het etablissement beschikt over 228 zitplaatsen. In het interieur zijn veel natuurlijke materialen verwerkt. De maaltijden zijn een voudig, veelal van biologische afkomst en van hoge kwaliteit. Men bereidt de gerechten zo natuurlijk mogelijk. Daarnaast heeft de brasserie bewust een sfeer gecreëerd om sociaal contact te stimuleren.

www.triodos.nl

www.mijngeldgaatgoed.nl

Page 14: Zone 2009 najaar

12 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Eenvoud

Automatisch zuinig

Vervoer kost energie, ook in de scheep vaart. Anders dan voor verkeer op het land is voor de scheepvaart de meest economische weg niet per se de kortste weg. Stroming, wind en weerstand in ondiep water bepalen in hoge mate de beste route. Met slimme berekeningen kan het vervoer tegen de laagste kosten en minste milieuschade worden bepaald. Voor dat doel is een instrument ontwikkeld: de Tempomaat.

De Tempomaat begeleidt schepen tijds-efficiënt en brandstofbesparend naar hun eindbestemming. Daarvoor wordt de optimale verhouding berekend tussen vaarroute, scheepssnelheid en de gewenste aankomsttijd. Hiervoor maakt het systeem gebruik van gps, gekoppeld aan navigatiesoftware. Het zelflerend

vermogen van de Tempomaat maakt het mogelijk om de gebruiker van steeds nauwkeuriger informatie te voorzien naarmate meer vergelijkbare reizen worden gemaakt. De Tempomaat is ontwikkeld door Techno Fysica, onderdeel van TBI bedrijf Croon. Het systeem leidt tot een gemiddelde besparing op het brandstof-verbruik tot 12%.

PilootBrandstof is een grote kostenpost voor de scheepvaart, zodat het bespaarde bedrag flink kan oplopen. Een voorbeeld: een 2.200 kW sterk binnenvaartschip, met een brandstofprijs van C 0,40 per liter, maakt 4.000 vaaruren per jaar. Met de Tempomaat verbruikt dit schip 137.000 liter minder brandstof. Dat is een besparing van 8% ofwel een bedrag van C 55.000.- per jaar.

In milieutermen staat dit voor 361 ton minder CO2-uitstoot. De Tempomaat werkt heel eenvoudig. Voor de afvaart voert de kapitein alle basisgegevens in, zoals de lading, de diepgang en de gewenste aankomsttijd op de plaats van bestemming. Hij kan kiezen of hij gebruik maakt van de Tempomaat als automatische piloot – waarbij het systeem de motoren aanstuurt – of als adviseur; de kapitein kan dan zelf bepalen of hij van de aanwijzingen van de Tempomaat gebruik maakt. De Tempomaat adviseert vervolgens het gewenste vaartempo op elk afzonderlijk deel van het vaartraject om op de aangegeven aankomsttijd te kunnen arriveren.

www.technofysica.nlwww.croon.nl

Page 15: Zone 2009 najaar

13 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Rondetafelgesprek

Onze monumentenzorg richt zich nu vooral op restauratie en onderhoud, om objecten met historische waarde in stand te houden. Dit beleid moet volgens het kabinet op de schop; er moet meer ruimte komen om oude gebouwen nieuwe functies te laten vervullen. Vaker herbestemmen dus, maar wat is de noodzaak hierachter en zijn de plannen concreet genoeg? Een rondetafelgesprek met betrokkenen uit de politiek, wetenschap en bedrijfsleven biedt nieuwe inzichten. ‘Er zou een soort Raad voor de Herbestemming moeten komen, een multidisciplinair team dat plannen professioneel en provinciebreed toetst.’

Eind 2008 presenteerde minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de nota ‘Een lust, geen last’ over de modernisering van de monumentenzorg. Een van de kernpunten: vooral leegstaande gebouwen moeten zo snel mogelijk weer een gebruiksfunctie krijgen. Het gaat om duizenden kerken, industriecomplexen en andere gebouwen. Om de cultuurhistorische waarden hiervan voort te laten leven en als inspiratiebron te laten dienen, is het belangrijk om in het nieuwe stelsel herbestemming

te faciliteren. Minder leegstand en meer hergebruik leiden tot een mooier ingericht Nederland.

NoodkretenDe deelnemers aan het gesprek vertegenwoordigen de politiek, wetenschap en het bedrijfsleven en hebben allen in hun dagelijkse praktijk te maken met monumentenzorg en herbestemming van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen. Allereerst: wat is herbestemming? Roos: ‘Ik spreek liever over herontwikkelen. Hoe is een gebouw te exploiteren en hoe past het in het stedenbouwkundig plan? De antwoorden op een serie van dergelijke vragen vormen uiteindelijk de garantie voor een duurzame herbestemming.’ Nelissen stelt dat herbestemmen vooral gaat over het vinden van een nieuwe functie voor een gebouw. ‘Daarmee veranderen ook de typologie en de setting. Dat is prima zolang de nieuwe functie passend en respectvol is met betrekking tot de cultuurwaarde.’ Van Vroonhoven sluit zich daarbij aan en merkt op dat investeringen in herbestemming de economie versterken. ‘Nu we in een crisis zitten, halen we bouwprojecten naar voren en stimuleren we de bouwsector.’ Tot nu toe kon

Monumentenzorg 2.0Oude gebouwen, nieuwe bestemmingen

Van links naar rechts:

Nicolien van Vroonhoven – Tweede Kamerlid en cultuurwoordvoerder

voor het CDA, Job Roos – architect en partner bij Braaksma Roos

Architecten, Boudewijn de Bont – directeur van Nico de Bont, Bart van

Breukelen – directeur van Synchroon en Nico Nelissen – bestuurskundige.

Page 16: Zone 2009 najaar

Nicolien van Vroonhoven ‘De huidige subsidiestructuur is niet meer houdbaar’

slechts een fractie van de noodlijdende gebouwen nieuw leven worden ingeblazen. ‘Ik krijg dagelijks vele aanvragen binnen, hartenkreten beter gezegd. Die inzenders kunnen we nu simpelweg niet allemaal helpen. Veel gebouwen vallen buiten de huidige monumentensubsidie en verloederen. De ernst van die situatie is in politiek Den Haag nog niet doorgedrongen. De huidige subsidiestructuur, met name gericht op zorg, is niet meer houdbaar.’ Voor De Bont gaat herbestemmen over vormgeven aan een nieuwe levensfase. ‘Je mag dat best aan de buitenkant van een gebouw kunnen aflezen. Sterker nog: er zijn genoeg voorbeelden van gebouwen waarbij oud en nieuw elkaar versterken.’ Van Breukelen kan zich goed vinden in Roos’ definitie. ‘Herontwikkelen doe je in perspectief. In Ede is een kazerne herbestemd als woonwijk. Het is zaak om de consequenties van die gedroomde nieuwe functie in kaart te brengen. De gemeente zou er in één keer eenderde groter door worden, om maar een aspect te noemen.’

SamenhangDat nieuw beleid nodig is, heeft ook met een veranderde mentaliteit te maken. Nelissen: ‘Beleidsmakers praten nu veel genuanceerder over de toekomst van monumenten. Men ziet ze steeds vaker als drager van de ziel van een omgeving en niet als op zichzelf staand object dat louter restauratie en onderhoud vergt.’ Roos knikt. ‘Ik lees dat terug in de nota. De opstellers beseffen dat historische continuïteit staat of valt bij het scheppen van een goede samenhang tussen landschapsarchitectuur, project-

ontwikkeling, stedenbouw en restauratie. Tegelijkertijd huiver ik bij het voorstel om burgers meer invloed te geven in het toekomstige monumentenstelsel. Er is genoeg bewijs dat diezelfde burgers succesvolle herontwikkeling juist kunnen verhinderen.’ Men is het er dus over eens dat er een nieuw monumenten-zorgstelsel moet komen. Roos pleit voor een stelsel waarin deskundigheid de hoofdrol speelt. ‘Ik zie een soort Raad voor de Herbestemming voor me die de maatschappelijke functie van een gebouw of complex definieert. Specialisten die met een provinciebrede blik een plan kunnen toetsen en de monumentale eigenschappen ervan daadwerkelijk op waarde kunnen schatten. Herontwikkelen is een multidisciplinaire aangelegenheid, nodig om de enorme voorraad leegstaande monumenten te lijf te kunnen gaan.’ Over deskundigheid gesproken: de bedrijfsvoering van Nico de Bont is gericht op een continue aanwas van restaurateurs. ‘Restaureren is een vak dat een lange leertijd vraagt,’ stelt De Bont. ‘Ons persoonsgebonden driejaarlijkse scholingsprogramma voorziet in diverse opleidingen, waar veel animo voor is. Op landelijke schaal zie ik echter dat het aantal restaurateurs afneemt. Daar zal echt subsidie aan te pas moeten komen om de toekomstige restauratie-werkzaamheden het hoofd te kunnen bieden.’

IdentiteitsdragersIn de nota wordt de noodzaak van een structurele aanpak benadrukt. Hoe bewerkstellig je die? Van Vroonhoven: ‘Door allereerst een monumentenbeleid te voeren dat wordt

Nico Nelissen ‘Beleidsmakers praten nu veel genuanceerder over monumenten’

14 | TBI

Page 17: Zone 2009 najaar

Onzichtbaar duurzaam

www.vanbinnen.com

www.vanderwiel.info

zoneNAJAAR 2009

Drie

15 | TBI

16 | TBI

22 | TBI21 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Dilemma

Gebruik een woord te vaak en al snel is niet meer duidelijk wat het betekent. ‘Vrede’ is zo’n woord. ‘Vrijheid’ is er nog een. Vergeet ‘identiteit’ niet. En ‘veiligheid’. En cultuur, als in ‘onze cultuur’. Stuk voor stuk zijn het woorden die er toe doen. We willen er iets wezenlijks mee uitdrukken, iets dat ons raakt of wat we van het hoogste belang achten – juist daarom nemen we het te vaak in de mond, juist daarom gebruiken we het te pas en te onpas. Zulke woorden drukken de preoccupaties van onze tijd uit. Vrijheid, veiligheid, identiteit, cultuur: alle discussies en verhitte debatten die op dit moment in Nederland plaatsvinden, kun je tot deze vier woorden herleiden. Maar ze zijn er in de loop van de tijd niet helderder op geworden. Dat is nooit anders geweest. In de voorbije decennia had je andere

trefwoorden, die eveneens zowel heel krachtig als heel vaag waren. Neem ‘emancipatie’, of neem ‘racisme’.‘Duurzaamheid’ is ook zo’n woord geworden. Je komt het nu iedere dag minstens een paar keer tegen. Koop een huis of een auto, schaf een koelkast aan, loop door de supermarkt, lees de krant – het woord dringt zich van alle kanten aan je op. Duurzaamheid, duurzaamheid, duurzaamheid. Zo vaak heb je het inmiddels gehoord, en in zoveel verschillende situaties, in zoveel verschillende toepassingen, dat het steeds minder duidelijk is wat er mee bedoeld wordt. Fabrikanten van consumptiegoederen rusten niet voor ze iets gevonden hebben waardoor ze hun producten het stempel van duurzaamheid kunnen geven. Want het wordt tegenwoordig steeds gemakkelijker om duurzaam

te zijn: bij een vliegreis kun je de CO2-uitstoot eenvoudig compenseren met een klein bedrag waarmee het planten van bomen wordt bekostigd. Wie de fiets neemt in plaats van de auto, kan zeggen dat hij duurzaam bezig is. Wie de lampen uitdoet, kan zeggen dat hij bijdraagt aan een duurzame samenleving. Is dat erg? Alle beetjes helpen, tenslotte.Maar wanneer we het kleinste gebaar naar het milieu al duurzaam noemen, wordt het ons wel erg gemakkelijk gemaakt om onze ogen te sluiten voor de grote schade die niet direct door ons wordt aangericht. Dat is het duurzaamheidsdilemma. Het is prachtig als het besef dat we de wereld iets verschuldigd zijn in ons leven doordringt. Maar wanneer dat besef leidt tot zelfgenoegzaamheid, zijn we alleen maar verder van huis.

Het dilemma van duurzaamheid

Bas Heijne is schrijver, vertaler en

publicist. Hij is onder meer vaste

essayist bij NRC Handelsblad.

Zijn essaybundels De wijde

wereld en Onredelijkheid

werden in 2000 respectievelijk

2008 genomineerd voor de

AKO Literatuurprijs. In 2008

presenteerde Heijne het

tv-programma Zomergasten.

De nota ‘Een lust, geen last’ ‘Een lust, geen last’ is de visie van het kabinet op de modernisering

van de monumentenzorg. De nota telt vier pijlers:

- Cultuurhistorie moet een belangrijk element worden in de

procedures voor ruimtelijke ordening.

- De regeldruk moet worden verminderd.

- De bestaande monumenten moeten efficiënter worden beheerd

en gefinancierd.

- Herbestemming en herontwikkeling moeten worden gestimuleerd.

Belangrijk uitgangspunt voor de moderne monumentenzorg is dat

burgers betere participatiemogelijkheden krijgen. Daarnaast wordt

de monumentenzorg meer gebiedsgericht en ontwikkelingsgericht.

De vele positieve zaken van het huidige stelsel blijven bestaan of

worden verbeterd.

gedragen door alle betrokken ministeries. Daardoor weet je zeker dat een monument in een ruimtelijke, overkoepelende context wordt ingebed. Hoe levensvatbaarder je het maakt, hoe geïnteresseerder exploitanten raken.’ Roos: ‘Ik zou de structuur van het gebouw leidend willen laten zijn bij elk herontwikkelingsplan. Als je er zo in slaagt tot een iconografisch gebouw te komen, zijn de voorwaarden aanwezig voor een duurzame exploitatie. Maar dan moet je dus wel een werkend toetsingsinstrument hebben. Ik ontwerp nu mee aan de herontwikkeling van het Eindhovense Strijp S-terrein, inclusief een Philips-fabrieksensemble. Het zou een jaar duren om die gebouwen te slopen. Met duurzaam handelen sla je hier twee vliegen in één klap: je bespaart tijd en geld door niet te slopen én je hebt geweldige identiteits-dragers voor dat gebied.’ De Bont: ‘Exploitatie gaat over structurele financiering, het is nu te incidenteel en te veel versnipperd over het hele land. Door structurele financiering breng je letterlijk structuur in een restauratieplan. Je bespaart zo onderhoudskosten op korte termijn en je kunt samenhang brengen in restauratie-projecten die dicht bij elkaar staan, zoals in een historisch stadscentrum.’ Van Breukelen: ‘Alle projecten die we doen, zijn gestoeld op duurzaamheid. En dat behelst méér dan het gebruik van verantwoorde materialen. Duurzaam volgens Synchroon is: ontwikkelen voor de eeuwigheid. Omgevingen creëren die generaties lang blijven inspireren. Zonder onnodig beslag te leggen op grondstoffen, energie en ruimte. En door mensen actief te betrekken bij veranderingen in hun ruimte.’

www.braaksma-roos.nl

www.cda.nl

www.niconelissen.nl

www.nicodebont.nl

www.synchroon.nl

Job Roos ‘Voor enorme voorraad leegstaande monumenten is herontwikkeling nodig’Natuurlijke groei

Deze bijzettafel is gemaakt van bamboe,

een zeer duurzaam, natuurlijk hernieuwend

materiaal. Bamboe kan vijftien meter hoog

worden en krijgt voortdurend nieuwe scheuten,

zodat vrijwel elk jaar kan worden geoogst.

De plantages voor bamboe zijn vooral in

Indonesië te vinden.

Bamboe is een harde houtsoort en is daarom

geschikt voor vele toepassingen, waaronder

dus voor meubels. De hardheid maakt bamboe

ideaal voor de keuken, als keukenblad: het

neemt minder snel vocht op en er hopen zich

minder bacteriën op, die ook nog sneller worden

afgebroken dan bij andere houtsoorten.

Herbruikbaar materiaalDeze stoel is volledig recyclebaar. In plaats van

foam en stof voor de zitting en rugleuning is

een afbreekbare kunststof toegepast. Deze zorgt

onder andere voor een optimale drukverdeling,

zodat deze stoel ook ergonomisch verantwoord

is. De stoel heeft verschillende certificaten

gekregen voor duurzaamheid en ergonomie,

en heeft ook een belangrijke vormgevingsprijs

gewonnen.

Gecontroleerde productieDit bed is gefabriceerd van duurzaam hout.

Hout uit duurzaam beheerde bossen heeft het

zogeheten FSC-keurmerk, het keurmerk van de

Forest Stewardship Council. In duurzame bossen

wordt selectief gekapt. Er gelden ook strenge

richtlijnen over de ecologische functies van het

bos, het welzijn van de bosarbeiders en de lokale

gemeenschap, en de eigendoms- en gebruiks-

rechten van het bos. Ook het transport, de

verwerking en de handel worden gecontroleerd,

om te voorkomen dat het hout wordt vermengd

met ander hout.

Bron: CBS, LVNL, NS, Rijkswaterstaat, Schiphol, TeleGeography Inc.

0%

Volledig duurzaam

20%

Gedeeltelijk duurzaam

40%

Niet duurzaam

60% 80% 100%

Verenigd Koninkrijk

Oostenrijk

Zweden

Finland

Denemarken

Duitsland

Nederland

Oostenrijk

Zweden

Verenigd Koninkrijk

Denemarken

Nederland

Finland

Duitsland

Nederland

Zweden

Verenigd Koninkrijk

Finland

Denemarken

Oostenrijk

Duitsland

0%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

-10% -20% -30% -40% -50% -60%

Percentage van duurzame inkopen in euro’s

Percentage van duurzame inkopen in aantallen

CO2-reductie

Publieke en semi-publieke organisaties moeten zoveel mogelijk gebruik maken van goederen en diensten met een duurzame levens-loop. De Europese Unie heeft daarom in 2006 bepaald dat alle lidstaten in 2010 voor minimaal 50% duurzaam moeten inkopen. Een tussenstand voor Nederland ten opzichte van andere Europese landen.

Nederland legt de lat hoger dan in

Europa is afgesproken: in 2010 moet

het Rijk voor 100% duurzaam inkopen,

gemeenten voor 75% (2015: 100%) en

provincies en waterschappen voor 50%.

De universiteiten en hogescholen streven

naar 50% duurzame inkopen in 2012.

Bij dergelijke inkopen valt te denken

aan schoonmaakdiensten, elektriciteit,

catering, transport en van meubilair

tot kantoormiddelen en werkkleding.

Worden deze ambities waargemaakt?

Voor zeven Europese landen is in kaart

gebracht hoeveel er daadwerkelijk

duurzaam wordt ingekocht, uitgedrukt

in euro’s, CO2-reductie en het aantal

bestellingen. Tezamen biedt dit inzicht

in het inkoopbeleid per land.

Hoe duurzaam is Nederland?

Du

urzam

e techn

ieken van

TBI

Bron: MVO Nederland en Collection of statistical information on Green Public Procurement in the EU.

PriceWaterhouseCoopers, Significant, Ecofys (2008).

zoneNAJAAR 2009

Barometer

16 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Eenvoud

Page 18: Zone 2009 najaar

Onzichtbaar duurzaam

www.vanbinnen.com

www.vanderwiel.info

zoneNAJAAR 2009

Drie

15 | TBI

16 | TBI

22 | TBI21 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Dilemma

Gebruik een woord te vaak en al snel is niet meer duidelijk wat het betekent. ‘Vrede’ is zo’n woord. ‘Vrijheid’ is er nog een. Vergeet ‘identiteit’ niet. En ‘veiligheid’. En cultuur, als in ‘onze cultuur’. Stuk voor stuk zijn het woorden die er toe doen. We willen er iets wezenlijks mee uitdrukken, iets dat ons raakt of wat we van het hoogste belang achten – juist daarom nemen we het te vaak in de mond, juist daarom gebruiken we het te pas en te onpas. Zulke woorden drukken de preoccupaties van onze tijd uit. Vrijheid, veiligheid, identiteit, cultuur: alle discussies en verhitte debatten die op dit moment in Nederland plaatsvinden, kun je tot deze vier woorden herleiden. Maar ze zijn er in de loop van de tijd niet helderder op geworden. Dat is nooit anders geweest. In de voorbije decennia had je andere

trefwoorden, die eveneens zowel heel krachtig als heel vaag waren. Neem ‘emancipatie’, of neem ‘racisme’.‘Duurzaamheid’ is ook zo’n woord geworden. Je komt het nu iedere dag minstens een paar keer tegen. Koop een huis of een auto, schaf een koelkast aan, loop door de supermarkt, lees de krant – het woord dringt zich van alle kanten aan je op. Duurzaamheid, duurzaamheid, duurzaamheid. Zo vaak heb je het inmiddels gehoord, en in zoveel verschillende situaties, in zoveel verschillende toepassingen, dat het steeds minder duidelijk is wat er mee bedoeld wordt. Fabrikanten van consumptiegoederen rusten niet voor ze iets gevonden hebben waardoor ze hun producten het stempel van duurzaamheid kunnen geven. Want het wordt tegenwoordig steeds gemakkelijker om duurzaam

te zijn: bij een vliegreis kun je de CO2-uitstoot eenvoudig compenseren met een klein bedrag waarmee het planten van bomen wordt bekostigd. Wie de fiets neemt in plaats van de auto, kan zeggen dat hij duurzaam bezig is. Wie de lampen uitdoet, kan zeggen dat hij bijdraagt aan een duurzame samenleving. Is dat erg? Alle beetjes helpen, tenslotte.Maar wanneer we het kleinste gebaar naar het milieu al duurzaam noemen, wordt het ons wel erg gemakkelijk gemaakt om onze ogen te sluiten voor de grote schade die niet direct door ons wordt aangericht. Dat is het duurzaamheidsdilemma. Het is prachtig als het besef dat we de wereld iets verschuldigd zijn in ons leven doordringt. Maar wanneer dat besef leidt tot zelfgenoegzaamheid, zijn we alleen maar verder van huis.

Het dilemma van duurzaamheid

Bas Heijne is schrijver, vertaler en

publicist. Hij is onder meer vaste

essayist bij NRC Handelsblad.

Zijn essaybundels De wijde

wereld en Onredelijkheid

werden in 2000 respectievelijk

2008 genomineerd voor de

AKO Literatuurprijs. In 2008

presenteerde Heijne het

tv-programma Zomergasten.

De nota ‘Een lust, geen last’ ‘Een lust, geen last’ is de visie van het kabinet op de modernisering

van de monumentenzorg. De nota telt vier pijlers:

- Cultuurhistorie moet een belangrijk element worden in de

procedures voor ruimtelijke ordening.

- De regeldruk moet worden verminderd.

- De bestaande monumenten moeten efficiënter worden beheerd

en gefinancierd.

- Herbestemming en herontwikkeling moeten worden gestimuleerd.

Belangrijk uitgangspunt voor de moderne monumentenzorg is dat

burgers betere participatiemogelijkheden krijgen. Daarnaast wordt

de monumentenzorg meer gebiedsgericht en ontwikkelingsgericht.

De vele positieve zaken van het huidige stelsel blijven bestaan of

worden verbeterd.

gedragen door alle betrokken ministeries. Daardoor weet je zeker dat een monument in een ruimtelijke, overkoepelende context wordt ingebed. Hoe levensvatbaarder je het maakt, hoe geïnteresseerder exploitanten raken.’ Roos: ‘Ik zou de structuur van het gebouw leidend willen laten zijn bij elk herontwikkelingsplan. Als je er zo in slaagt tot een iconografisch gebouw te komen, zijn de voorwaarden aanwezig voor een duurzame exploitatie. Maar dan moet je dus wel een werkend toetsingsinstrument hebben. Ik ontwerp nu mee aan de herontwikkeling van het Eindhovense Strijp S-terrein, inclusief een Philips-fabrieksensemble. Het zou een jaar duren om die gebouwen te slopen. Met duurzaam handelen sla je hier twee vliegen in één klap: je bespaart tijd en geld door niet te slopen én je hebt geweldige identiteits-dragers voor dat gebied.’ De Bont: ‘Exploitatie gaat over structurele financiering, het is nu te incidenteel en te veel versnipperd over het hele land. Door structurele financiering breng je letterlijk structuur in een restauratieplan. Je bespaart zo onderhoudskosten op korte termijn en je kunt samenhang brengen in restauratie-projecten die dicht bij elkaar staan, zoals in een historisch stadscentrum.’ Van Breukelen: ‘Alle projecten die we doen, zijn gestoeld op duurzaamheid. En dat behelst méér dan het gebruik van verantwoorde materialen. Duurzaam volgens Synchroon is: ontwikkelen voor de eeuwigheid. Omgevingen creëren die generaties lang blijven inspireren. Zonder onnodig beslag te leggen op grondstoffen, energie en ruimte. En door mensen actief te betrekken bij veranderingen in hun ruimte.’

www.braaksma-roos.nl

www.cda.nl

www.niconelissen.nl

www.nicodebont.nl

www.synchroon.nl

Job Roos ‘Voor enorme voorraad leegstaande monumenten is herontwikkeling nodig’Natuurlijke groei

Deze bijzettafel is gemaakt van bamboe,

een zeer duurzaam, natuurlijk hernieuwend

materiaal. Bamboe kan vijftien meter hoog

worden en krijgt voortdurend nieuwe scheuten,

zodat vrijwel elk jaar kan worden geoogst.

De plantages voor bamboe zijn vooral in

Indonesië te vinden.

Bamboe is een harde houtsoort en is daarom

geschikt voor vele toepassingen, waaronder

dus voor meubels. De hardheid maakt bamboe

ideaal voor de keuken, als keukenblad: het

neemt minder snel vocht op en er hopen zich

minder bacteriën op, die ook nog sneller worden

afgebroken dan bij andere houtsoorten.

Herbruikbaar materiaalDeze stoel is volledig recyclebaar. In plaats van

foam en stof voor de zitting en rugleuning is

een afbreekbare kunststof toegepast. Deze zorgt

onder andere voor een optimale drukverdeling,

zodat deze stoel ook ergonomisch verantwoord

is. De stoel heeft verschillende certificaten

gekregen voor duurzaamheid en ergonomie,

en heeft ook een belangrijke vormgevingsprijs

gewonnen.

Gecontroleerde productieDit bed is gefabriceerd van duurzaam hout.

Hout uit duurzaam beheerde bossen heeft het

zogeheten FSC-keurmerk, het keurmerk van de

Forest Stewardship Council. In duurzame bossen

wordt selectief gekapt. Er gelden ook strenge

richtlijnen over de ecologische functies van het

bos, het welzijn van de bosarbeiders en de lokale

gemeenschap, en de eigendoms- en gebruiks-

rechten van het bos. Ook het transport, de

verwerking en de handel worden gecontroleerd,

om te voorkomen dat het hout wordt vermengd

met ander hout.

Bron: CBS, LVNL, NS, Rijkswaterstaat, Schiphol, TeleGeography Inc.

0%

Volledig duurzaam

20%

Gedeeltelijk duurzaam

40%

Niet duurzaam

60% 80% 100%

Verenigd Koninkrijk

Oostenrijk

Zweden

Finland

Denemarken

Duitsland

Nederland

Oostenrijk

Zweden

Verenigd Koninkrijk

Denemarken

Nederland

Finland

Duitsland

Nederland

Zweden

Verenigd Koninkrijk

Finland

Denemarken

Oostenrijk

Duitsland

0%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

-10% -20% -30% -40% -50% -60%

Percentage van duurzame inkopen in euro’s

Percentage van duurzame inkopen in aantallen

CO2-reductie

Publieke en semi-publieke organisaties moeten zoveel mogelijk gebruik maken van goederen en diensten met een duurzame levens-loop. De Europese Unie heeft daarom in 2006 bepaald dat alle lidstaten in 2010 voor minimaal 50% duurzaam moeten inkopen. Een tussenstand voor Nederland ten opzichte van andere Europese landen.

Nederland legt de lat hoger dan in

Europa is afgesproken: in 2010 moet

het Rijk voor 100% duurzaam inkopen,

gemeenten voor 75% (2015: 100%) en

provincies en waterschappen voor 50%.

De universiteiten en hogescholen streven

naar 50% duurzame inkopen in 2012.

Bij dergelijke inkopen valt te denken

aan schoonmaakdiensten, elektriciteit,

catering, transport en van meubilair

tot kantoormiddelen en werkkleding.

Worden deze ambities waargemaakt?

Voor zeven Europese landen is in kaart

gebracht hoeveel er daadwerkelijk

duurzaam wordt ingekocht, uitgedrukt

in euro’s, CO2-reductie en het aantal

bestellingen. Tezamen biedt dit inzicht

in het inkoopbeleid per land.

Hoe duurzaam is Nederland?

Du

urzam

e techn

ieken van

TBI

Bron: MVO Nederland en Collection of statistical information on Green Public Procurement in the EU.

PriceWaterhouseCoopers, Significant, Ecofys (2008).

zoneNAJAAR 2009

Barometer

16 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Eenvoud

Page 19: Zone 2009 najaar

Onzichtbaar duurzaam

www.vanbinnen.com

www.vanderwiel.info

zoneNAJAAR 2009

Drie

15 | TBI

16 | TBI

22 | TBI21 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Dilemma

Gebruik een woord te vaak en al snel is niet meer duidelijk wat het betekent. ‘Vrede’ is zo’n woord. ‘Vrijheid’ is er nog een. Vergeet ‘identiteit’ niet. En ‘veiligheid’. En cultuur, als in ‘onze cultuur’. Stuk voor stuk zijn het woorden die er toe doen. We willen er iets wezenlijks mee uitdrukken, iets dat ons raakt of wat we van het hoogste belang achten – juist daarom nemen we het te vaak in de mond, juist daarom gebruiken we het te pas en te onpas. Zulke woorden drukken de preoccupaties van onze tijd uit. Vrijheid, veiligheid, identiteit, cultuur: alle discussies en verhitte debatten die op dit moment in Nederland plaatsvinden, kun je tot deze vier woorden herleiden. Maar ze zijn er in de loop van de tijd niet helderder op geworden. Dat is nooit anders geweest. In de voorbije decennia had je andere

trefwoorden, die eveneens zowel heel krachtig als heel vaag waren. Neem ‘emancipatie’, of neem ‘racisme’.‘Duurzaamheid’ is ook zo’n woord geworden. Je komt het nu iedere dag minstens een paar keer tegen. Koop een huis of een auto, schaf een koelkast aan, loop door de supermarkt, lees de krant – het woord dringt zich van alle kanten aan je op. Duurzaamheid, duurzaamheid, duurzaamheid. Zo vaak heb je het inmiddels gehoord, en in zoveel verschillende situaties, in zoveel verschillende toepassingen, dat het steeds minder duidelijk is wat er mee bedoeld wordt. Fabrikanten van consumptiegoederen rusten niet voor ze iets gevonden hebben waardoor ze hun producten het stempel van duurzaamheid kunnen geven. Want het wordt tegenwoordig steeds gemakkelijker om duurzaam

te zijn: bij een vliegreis kun je de CO2-uitstoot eenvoudig compenseren met een klein bedrag waarmee het planten van bomen wordt bekostigd. Wie de fiets neemt in plaats van de auto, kan zeggen dat hij duurzaam bezig is. Wie de lampen uitdoet, kan zeggen dat hij bijdraagt aan een duurzame samenleving. Is dat erg? Alle beetjes helpen, tenslotte.Maar wanneer we het kleinste gebaar naar het milieu al duurzaam noemen, wordt het ons wel erg gemakkelijk gemaakt om onze ogen te sluiten voor de grote schade die niet direct door ons wordt aangericht. Dat is het duurzaamheidsdilemma. Het is prachtig als het besef dat we de wereld iets verschuldigd zijn in ons leven doordringt. Maar wanneer dat besef leidt tot zelfgenoegzaamheid, zijn we alleen maar verder van huis.

Het dilemma van duurzaamheid

Bas Heijne is schrijver, vertaler en

publicist. Hij is onder meer vaste

essayist bij NRC Handelsblad.

Zijn essaybundels De wijde

wereld en Onredelijkheid

werden in 2000 respectievelijk

2008 genomineerd voor de

AKO Literatuurprijs. In 2008

presenteerde Heijne het

tv-programma Zomergasten.

De nota ‘Een lust, geen last’ ‘Een lust, geen last’ is de visie van het kabinet op de modernisering

van de monumentenzorg. De nota telt vier pijlers:

- Cultuurhistorie moet een belangrijk element worden in de

procedures voor ruimtelijke ordening.

- De regeldruk moet worden verminderd.

- De bestaande monumenten moeten efficiënter worden beheerd

en gefinancierd.

- Herbestemming en herontwikkeling moeten worden gestimuleerd.

Belangrijk uitgangspunt voor de moderne monumentenzorg is dat

burgers betere participatiemogelijkheden krijgen. Daarnaast wordt

de monumentenzorg meer gebiedsgericht en ontwikkelingsgericht.

De vele positieve zaken van het huidige stelsel blijven bestaan of

worden verbeterd.

gedragen door alle betrokken ministeries. Daardoor weet je zeker dat een monument in een ruimtelijke, overkoepelende context wordt ingebed. Hoe levensvatbaarder je het maakt, hoe geïnteresseerder exploitanten raken.’ Roos: ‘Ik zou de structuur van het gebouw leidend willen laten zijn bij elk herontwikkelingsplan. Als je er zo in slaagt tot een iconografisch gebouw te komen, zijn de voorwaarden aanwezig voor een duurzame exploitatie. Maar dan moet je dus wel een werkend toetsingsinstrument hebben. Ik ontwerp nu mee aan de herontwikkeling van het Eindhovense Strijp S-terrein, inclusief een Philips-fabrieksensemble. Het zou een jaar duren om die gebouwen te slopen. Met duurzaam handelen sla je hier twee vliegen in één klap: je bespaart tijd en geld door niet te slopen én je hebt geweldige identiteits-dragers voor dat gebied.’ De Bont: ‘Exploitatie gaat over structurele financiering, het is nu te incidenteel en te veel versnipperd over het hele land. Door structurele financiering breng je letterlijk structuur in een restauratieplan. Je bespaart zo onderhoudskosten op korte termijn en je kunt samenhang brengen in restauratie-projecten die dicht bij elkaar staan, zoals in een historisch stadscentrum.’ Van Breukelen: ‘Alle projecten die we doen, zijn gestoeld op duurzaamheid. En dat behelst méér dan het gebruik van verantwoorde materialen. Duurzaam volgens Synchroon is: ontwikkelen voor de eeuwigheid. Omgevingen creëren die generaties lang blijven inspireren. Zonder onnodig beslag te leggen op grondstoffen, energie en ruimte. En door mensen actief te betrekken bij veranderingen in hun ruimte.’

www.braaksma-roos.nl

www.cda.nl

www.niconelissen.nl

www.nicodebont.nl

www.synchroon.nl

Job Roos ‘Voor enorme voorraad leegstaande monumenten is herontwikkeling nodig’Natuurlijke groei

Deze bijzettafel is gemaakt van bamboe,

een zeer duurzaam, natuurlijk hernieuwend

materiaal. Bamboe kan vijftien meter hoog

worden en krijgt voortdurend nieuwe scheuten,

zodat vrijwel elk jaar kan worden geoogst.

De plantages voor bamboe zijn vooral in

Indonesië te vinden.

Bamboe is een harde houtsoort en is daarom

geschikt voor vele toepassingen, waaronder

dus voor meubels. De hardheid maakt bamboe

ideaal voor de keuken, als keukenblad: het

neemt minder snel vocht op en er hopen zich

minder bacteriën op, die ook nog sneller worden

afgebroken dan bij andere houtsoorten.

Herbruikbaar materiaalDeze stoel is volledig recyclebaar. In plaats van

foam en stof voor de zitting en rugleuning is

een afbreekbare kunststof toegepast. Deze zorgt

onder andere voor een optimale drukverdeling,

zodat deze stoel ook ergonomisch verantwoord

is. De stoel heeft verschillende certificaten

gekregen voor duurzaamheid en ergonomie,

en heeft ook een belangrijke vormgevingsprijs

gewonnen.

Gecontroleerde productieDit bed is gefabriceerd van duurzaam hout.

Hout uit duurzaam beheerde bossen heeft het

zogeheten FSC-keurmerk, het keurmerk van de

Forest Stewardship Council. In duurzame bossen

wordt selectief gekapt. Er gelden ook strenge

richtlijnen over de ecologische functies van het

bos, het welzijn van de bosarbeiders en de lokale

gemeenschap, en de eigendoms- en gebruiks-

rechten van het bos. Ook het transport, de

verwerking en de handel worden gecontroleerd,

om te voorkomen dat het hout wordt vermengd

met ander hout.

Bron: CBS, LVNL, NS, Rijkswaterstaat, Schiphol, TeleGeography Inc.

0%

Volledig duurzaam

20%

Gedeeltelijk duurzaam

40%

Niet duurzaam

60% 80% 100%

Verenigd Koninkrijk

Oostenrijk

Zweden

Finland

Denemarken

Duitsland

Nederland

Oostenrijk

Zweden

Verenigd Koninkrijk

Denemarken

Nederland

Finland

Duitsland

Nederland

Zweden

Verenigd Koninkrijk

Finland

Denemarken

Oostenrijk

Duitsland

0%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

-10% -20% -30% -40% -50% -60%

Percentage van duurzame inkopen in euro’s

Percentage van duurzame inkopen in aantallen

CO2-reductie

Publieke en semi-publieke organisaties moeten zoveel mogelijk gebruik maken van goederen en diensten met een duurzame levens-loop. De Europese Unie heeft daarom in 2006 bepaald dat alle lidstaten in 2010 voor minimaal 50% duurzaam moeten inkopen. Een tussenstand voor Nederland ten opzichte van andere Europese landen.

Nederland legt de lat hoger dan in

Europa is afgesproken: in 2010 moet

het Rijk voor 100% duurzaam inkopen,

gemeenten voor 75% (2015: 100%) en

provincies en waterschappen voor 50%.

De universiteiten en hogescholen streven

naar 50% duurzame inkopen in 2012.

Bij dergelijke inkopen valt te denken

aan schoonmaakdiensten, elektriciteit,

catering, transport en van meubilair

tot kantoormiddelen en werkkleding.

Worden deze ambities waargemaakt?

Voor zeven Europese landen is in kaart

gebracht hoeveel er daadwerkelijk

duurzaam wordt ingekocht, uitgedrukt

in euro’s, CO2-reductie en het aantal

bestellingen. Tezamen biedt dit inzicht

in het inkoopbeleid per land.

Hoe duurzaam is Nederland?

Du

urzam

e techn

ieken van

TBI

Bron: MVO Nederland en Collection of statistical information on Green Public Procurement in the EU.

PriceWaterhouseCoopers, Significant, Ecofys (2008).

zoneNAJAAR 2009

Barometer

16 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Eenvoud

Page 20: Zone 2009 najaar

Luchtbehandeling met warmteterugwinning

Duurzame bouwmaterialen

Betonkernactivering

Warmte-wisselaar

1. Rotor draait onder invloed van de wind ca. 15-60 rondjes per minuut.

5. Kruimotor draait kop van de wind-molen recht op de wind.

2. Stand rotorbladenzorgt voor juisterotatiesnelheid

3. Tandwielkast brengtgenerator opoptimale toerental

4. Generator zetrotatie om inelektriciteit.

glas

anti-reflecterende coating

contactlaag

halfgeleider N-type

halfgeleider P-type

bodemlaag

Watertemperatuur20° C

Led-technologie is vanwege het energiezuinige karakter de toekomst voor milieubewuste luchthavens. De lampen branden ruim 100 keer langer dan conven-tionele halogeenlampen. Maastricht Aachen Airport is het eerste vliegveld dat zijn landingsbaan heeft voorzien van energiezuinige led-verlichting.

De afgelopen jaren is TBI betrokken geweest bij talrijke duurzame projecten. Een overzicht van enkele spraakmakende voorbeelden.

Zonnecellen worden steeds efficiënter. Zo wekt het distributiecentrum van TNT in Veenendaal meer energie op dan het verbruikt. Dat is mede dankzij de ruim 300 zonnepanelen die samen jaarlijks 55.000 kilowattuur opbrengen.

Veel gebouwen die wij tot het culturele erfgoed rekenen hebben hun oorspronkelijke functie verloren. Door deze kerken, kloosters en fabriekscomplexen een nieuwe functie te geven in plaats van af te breken worden materiaal en energie bespaard. Zo heeft het voormalig Bisschoppelijk Seminarie te Heemstede een herbestemming gekregen als appartementencomplex.

In een waterlaag diep in de grond wordt ’s zomers warmte opgeslagen, dat in de winter wordt gebruikt voor verwarming. ’s Winters gaat het afgekoelde water in de bodem, dat in de zomer als koeling functioneert. In Breda werd warmte/koude opslag toegepast in De Heinsiushof, een project met 154 woningen.

Stadsverwarming maakt handig gebruik van warmte die vrijkomt bij de opwekking van elektriciteit in elektriciteitscentrales. De vrijkomende restwarmte wordt gebruikt om het water in een distributienet te verwarmen. Met het distributienet wordt het warme water naar woningen en utiliteitsgebouwen getransporteerd.

Het Tempomaat-systeem vermindert het brandstof-verbruik van een schip door het meest economische vaarplan te berekenen. Het schip komt precies op tijd aan en besparingen tot 15% op brandstofverbruik zijn mogelijk.

HSB kenmerkt zich door een hoge eindsterkte en een snelle sterkte-ontwikkeling waardoor hoge bouw-snelheden kunnen worden gerealiseerd. HSB is een zeer dicht en duurzaam beton en voldoet aan de eisen voor de hoogste duurzaamheidklasse. Een ander belangrijk kenmerk van HSB is de grote slijtvastheid, wat het uitermate geschikt maakte voor toepassing in de Moerdijkbrug.

Niet alleen grondstoffen kunnen zorgen voor duurzame bouwmaterialen, ook de manier waarop materialen worden toegepast. Het Wartburgcollege in Dordrecht is gebouwd met zogenaamde Click-Brick stenen. De stenen worden in elkaar ‘geklikt’ waardoor geen specie nodig is. Een schonere manier van bouwen en de stenen kunnen gemakkelijk worden hergebruikt.

Door middel van een leidingsysteem dat is ingestort in de vloeren en plafonds worden ruimtes verwarmd of gekoeld. Anders dan bij vloerverwarming, liggen de leidingen niet in de afwerklaag maar in de kern van de betonconstructie. Hierdoor vindt de afgifte van warmte- en koude, zowel naar boven als naar beneden, geleidelijk plaats. Dit levert een behaaglijk binnen-klimaat op met een vrij continue binnentemperatuur. In combinatie met warmte/koudeopslag wordt flink bespaard op de energierekening.

Windenergie is één van de belangrijkste vormen van duurzame energie die grootschalig toegepast kan worden, en kan daarom in belangrijke mate bijdragen aan een duurzame energievoorziening. Zo produceert het Prinses Amalia Windpark voor de kust van IJmuiden voor 125.000 huishoudens stroom. Met deze duurzame opwekking wordt jaarlijks 225.000 ton CO2 uitstoot voorkomen.

Om te voorkomen dat bij aanvoer van verse buitenlucht de binnentemperatuur daalt, wordt de lucht in een warmtewisselaar opgewarmd met de warme binnenlucht.

In Waalwijk is een zeer duurzaam zwembad ontwikkeld met onder meer een luchtbehandelingssysteem met warmteterugwinning en zoutelektrolyse. De aanmaak van zuiver chloor door middel van zoutelektrolyse geeft niet de nadelen aan ogen, oren en luchtwegen van het gebruikelijke chloorbleekloog.

Stadsverwarming

Warmte/koude opslag in de bodem Brandstofregulering

Chloorvrij zwembad

Hoge sterkte beton (HSB)

Landingslichten

Cultureel erfgoed

Zonne-energie

kathodeanode

Duurzame oplossingen

WarmeBinnenlucht

Beton

Aanvoerverse luchtkathode anode

Zout water wordt onder stroom gezet Aan het positief

geladen deel ontstaat chloor

+-

Windenergie

Naar de woning

Buizen gaan100 meteronder de grond

Warmtewisselaar koelt ’s zomers het leidingwater met het koele grondwater

Stroom wordt langs draadje geleid...

...naar een half-geleider met een reflecterende opening

zoneNAJAAR 2009

Duurzame technieken van TBI

Page 21: Zone 2009 najaar

Luchtbehandeling met warmteterugwinning

Duurzame bouwmaterialen

Betonkernactivering

Warmte-wisselaar

1. Rotor draait onder invloed van de wind ca. 15-60 rondjes per minuut.

5. Kruimotor draait kop van de wind-molen recht op de wind.

2. Stand rotorbladenzorgt voor juisterotatiesnelheid

3. Tandwielkast brengtgenerator opoptimale toerental

4. Generator zetrotatie om inelektriciteit.

glas

anti-reflecterende coating

contactlaag

halfgeleider N-type

halfgeleider P-type

bodemlaag

Watertemperatuur20° C

Led-technologie is vanwege het energiezuinige karakter de toekomst voor milieubewuste luchthavens. De lampen branden ruim 100 keer langer dan conven-tionele halogeenlampen. Maastricht Aachen Airport is het eerste vliegveld dat zijn landingsbaan heeft voorzien van energiezuinige led-verlichting.

De afgelopen jaren is TBI betrokken geweest bij talrijke duurzame projecten. Een overzicht van enkele spraakmakende voorbeelden.

Zonnecellen worden steeds efficiënter. Zo wekt het distributiecentrum van TNT in Veenendaal meer energie op dan het verbruikt. Dat is mede dankzij de ruim 300 zonnepanelen die samen jaarlijks 55.000 kilowattuur opbrengen.

Veel gebouwen die wij tot het culturele erfgoed rekenen hebben hun oorspronkelijke functie verloren. Door deze kerken, kloosters en fabriekscomplexen een nieuwe functie te geven in plaats van af te breken worden materiaal en energie bespaard. Zo heeft het voormalig Bisschoppelijk Seminarie te Heemstede een herbestemming gekregen als appartementencomplex.

In een waterlaag diep in de grond wordt ’s zomers warmte opgeslagen, dat in de winter wordt gebruikt voor verwarming. ’s Winters gaat het afgekoelde water in de bodem, dat in de zomer als koeling functioneert. In Breda werd warmte/koude opslag toegepast in De Heinsiushof, een project met 154 woningen.

Stadsverwarming maakt handig gebruik van warmte die vrijkomt bij de opwekking van elektriciteit in elektriciteitscentrales. De vrijkomende restwarmte wordt gebruikt om het water in een distributienet te verwarmen. Met het distributienet wordt het warme water naar woningen en utiliteitsgebouwen getransporteerd.

Het Tempomaat-systeem vermindert het brandstof-verbruik van een schip door het meest economische vaarplan te berekenen. Het schip komt precies op tijd aan en besparingen tot 15% op brandstofverbruik zijn mogelijk.

HSB kenmerkt zich door een hoge eindsterkte en een snelle sterkte-ontwikkeling waardoor hoge bouw-snelheden kunnen worden gerealiseerd. HSB is een zeer dicht en duurzaam beton en voldoet aan de eisen voor de hoogste duurzaamheidklasse. Een ander belangrijk kenmerk van HSB is de grote slijtvastheid, wat het uitermate geschikt maakte voor toepassing in de Moerdijkbrug.

Niet alleen grondstoffen kunnen zorgen voor duurzame bouwmaterialen, ook de manier waarop materialen worden toegepast. Het Wartburgcollege in Dordrecht is gebouwd met zogenaamde Click-Brick stenen. De stenen worden in elkaar ‘geklikt’ waardoor geen specie nodig is. Een schonere manier van bouwen en de stenen kunnen gemakkelijk worden hergebruikt.

Door middel van een leidingsysteem dat is ingestort in de vloeren en plafonds worden ruimtes verwarmd of gekoeld. Anders dan bij vloerverwarming, liggen de leidingen niet in de afwerklaag maar in de kern van de betonconstructie. Hierdoor vindt de afgifte van warmte- en koude, zowel naar boven als naar beneden, geleidelijk plaats. Dit levert een behaaglijk binnen-klimaat op met een vrij continue binnentemperatuur. In combinatie met warmte/koudeopslag wordt flink bespaard op de energierekening.

Windenergie is één van de belangrijkste vormen van duurzame energie die grootschalig toegepast kan worden, en kan daarom in belangrijke mate bijdragen aan een duurzame energievoorziening. Zo produceert het Prinses Amalia Windpark voor de kust van IJmuiden voor 125.000 huishoudens stroom. Met deze duurzame opwekking wordt jaarlijks 225.000 ton CO2 uitstoot voorkomen.

Om te voorkomen dat bij aanvoer van verse buitenlucht de binnentemperatuur daalt, wordt de lucht in een warmtewisselaar opgewarmd met de warme binnenlucht.

In Waalwijk is een zeer duurzaam zwembad ontwikkeld met onder meer een luchtbehandelingssysteem met warmteterugwinning en zoutelektrolyse. De aanmaak van zuiver chloor door middel van zoutelektrolyse geeft niet de nadelen aan ogen, oren en luchtwegen van het gebruikelijke chloorbleekloog.

Stadsverwarming

Warmte/koude opslag in de bodem Brandstofregulering

Chloorvrij zwembad

Hoge sterkte beton (HSB)

Landingslichten

Cultureel erfgoed

Zonne-energie

kathodeanode

Duurzame oplossingen

WarmeBinnenlucht

Beton

Aanvoerverse luchtkathode anode

Zout water wordt onder stroom gezet Aan het positief

geladen deel ontstaat chloor

+-

Windenergie

Naar de woning

Buizen gaan100 meteronder de grond

Warmtewisselaar koelt ’s zomers het leidingwater met het koele grondwater

Stroom wordt langs draadje geleid...

...naar een half-geleider met een reflecterende opening

zoneNAJAAR 2009

Duurzame technieken van TBI

Page 22: Zone 2009 najaar

Onzichtbaar duurzaam

www.vanbinnen.com

www.vanderwiel.info

zoneNAJAAR 2009

Drie

15 | TBI

16 | TBI

22 | TBI21 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Dilemma

Gebruik een woord te vaak en al snel is niet meer duidelijk wat het betekent. ‘Vrede’ is zo’n woord. ‘Vrijheid’ is er nog een. Vergeet ‘identiteit’ niet. En ‘veiligheid’. En cultuur, als in ‘onze cultuur’. Stuk voor stuk zijn het woorden die er toe doen. We willen er iets wezenlijks mee uitdrukken, iets dat ons raakt of wat we van het hoogste belang achten – juist daarom nemen we het te vaak in de mond, juist daarom gebruiken we het te pas en te onpas. Zulke woorden drukken de preoccupaties van onze tijd uit. Vrijheid, veiligheid, identiteit, cultuur: alle discussies en verhitte debatten die op dit moment in Nederland plaatsvinden, kun je tot deze vier woorden herleiden. Maar ze zijn er in de loop van de tijd niet helderder op geworden. Dat is nooit anders geweest. In de voorbije decennia had je andere

trefwoorden, die eveneens zowel heel krachtig als heel vaag waren. Neem ‘emancipatie’, of neem ‘racisme’.‘Duurzaamheid’ is ook zo’n woord geworden. Je komt het nu iedere dag minstens een paar keer tegen. Koop een huis of een auto, schaf een koelkast aan, loop door de supermarkt, lees de krant – het woord dringt zich van alle kanten aan je op. Duurzaamheid, duurzaamheid, duurzaamheid. Zo vaak heb je het inmiddels gehoord, en in zoveel verschillende situaties, in zoveel verschillende toepassingen, dat het steeds minder duidelijk is wat er mee bedoeld wordt. Fabrikanten van consumptiegoederen rusten niet voor ze iets gevonden hebben waardoor ze hun producten het stempel van duurzaamheid kunnen geven. Want het wordt tegenwoordig steeds gemakkelijker om duurzaam

te zijn: bij een vliegreis kun je de CO2-uitstoot eenvoudig compenseren met een klein bedrag waarmee het planten van bomen wordt bekostigd. Wie de fiets neemt in plaats van de auto, kan zeggen dat hij duurzaam bezig is. Wie de lampen uitdoet, kan zeggen dat hij bijdraagt aan een duurzame samenleving. Is dat erg? Alle beetjes helpen, tenslotte.Maar wanneer we het kleinste gebaar naar het milieu al duurzaam noemen, wordt het ons wel erg gemakkelijk gemaakt om onze ogen te sluiten voor de grote schade die niet direct door ons wordt aangericht. Dat is het duurzaamheidsdilemma. Het is prachtig als het besef dat we de wereld iets verschuldigd zijn in ons leven doordringt. Maar wanneer dat besef leidt tot zelfgenoegzaamheid, zijn we alleen maar verder van huis.

Het dilemma van duurzaamheid

Bas Heijne is schrijver, vertaler en

publicist. Hij is onder meer vaste

essayist bij NRC Handelsblad.

Zijn essaybundels De wijde

wereld en Onredelijkheid

werden in 2000 respectievelijk

2008 genomineerd voor de

AKO Literatuurprijs. In 2008

presenteerde Heijne het

tv-programma Zomergasten.

De nota ‘Een lust, geen last’ ‘Een lust, geen last’ is de visie van het kabinet op de modernisering

van de monumentenzorg. De nota telt vier pijlers:

- Cultuurhistorie moet een belangrijk element worden in de

procedures voor ruimtelijke ordening.

- De regeldruk moet worden verminderd.

- De bestaande monumenten moeten efficiënter worden beheerd

en gefinancierd.

- Herbestemming en herontwikkeling moeten worden gestimuleerd.

Belangrijk uitgangspunt voor de moderne monumentenzorg is dat

burgers betere participatiemogelijkheden krijgen. Daarnaast wordt

de monumentenzorg meer gebiedsgericht en ontwikkelingsgericht.

De vele positieve zaken van het huidige stelsel blijven bestaan of

worden verbeterd.

gedragen door alle betrokken ministeries. Daardoor weet je zeker dat een monument in een ruimtelijke, overkoepelende context wordt ingebed. Hoe levensvatbaarder je het maakt, hoe geïnteresseerder exploitanten raken.’ Roos: ‘Ik zou de structuur van het gebouw leidend willen laten zijn bij elk herontwikkelingsplan. Als je er zo in slaagt tot een iconografisch gebouw te komen, zijn de voorwaarden aanwezig voor een duurzame exploitatie. Maar dan moet je dus wel een werkend toetsingsinstrument hebben. Ik ontwerp nu mee aan de herontwikkeling van het Eindhovense Strijp S-terrein, inclusief een Philips-fabrieksensemble. Het zou een jaar duren om die gebouwen te slopen. Met duurzaam handelen sla je hier twee vliegen in één klap: je bespaart tijd en geld door niet te slopen én je hebt geweldige identiteits-dragers voor dat gebied.’ De Bont: ‘Exploitatie gaat over structurele financiering, het is nu te incidenteel en te veel versnipperd over het hele land. Door structurele financiering breng je letterlijk structuur in een restauratieplan. Je bespaart zo onderhoudskosten op korte termijn en je kunt samenhang brengen in restauratie-projecten die dicht bij elkaar staan, zoals in een historisch stadscentrum.’ Van Breukelen: ‘Alle projecten die we doen, zijn gestoeld op duurzaamheid. En dat behelst méér dan het gebruik van verantwoorde materialen. Duurzaam volgens Synchroon is: ontwikkelen voor de eeuwigheid. Omgevingen creëren die generaties lang blijven inspireren. Zonder onnodig beslag te leggen op grondstoffen, energie en ruimte. En door mensen actief te betrekken bij veranderingen in hun ruimte.’

www.braaksma-roos.nl

www.cda.nl

www.niconelissen.nl

www.nicodebont.nl

www.synchroon.nl

Job Roos ‘Voor enorme voorraad leegstaande monumenten is herontwikkeling nodig’Natuurlijke groei

Deze bijzettafel is gemaakt van bamboe,

een zeer duurzaam, natuurlijk hernieuwend

materiaal. Bamboe kan vijftien meter hoog

worden en krijgt voortdurend nieuwe scheuten,

zodat vrijwel elk jaar kan worden geoogst.

De plantages voor bamboe zijn vooral in

Indonesië te vinden.

Bamboe is een harde houtsoort en is daarom

geschikt voor vele toepassingen, waaronder

dus voor meubels. De hardheid maakt bamboe

ideaal voor de keuken, als keukenblad: het

neemt minder snel vocht op en er hopen zich

minder bacteriën op, die ook nog sneller worden

afgebroken dan bij andere houtsoorten.

Herbruikbaar materiaalDeze stoel is volledig recyclebaar. In plaats van

foam en stof voor de zitting en rugleuning is

een afbreekbare kunststof toegepast. Deze zorgt

onder andere voor een optimale drukverdeling,

zodat deze stoel ook ergonomisch verantwoord

is. De stoel heeft verschillende certificaten

gekregen voor duurzaamheid en ergonomie,

en heeft ook een belangrijke vormgevingsprijs

gewonnen.

Gecontroleerde productieDit bed is gefabriceerd van duurzaam hout.

Hout uit duurzaam beheerde bossen heeft het

zogeheten FSC-keurmerk, het keurmerk van de

Forest Stewardship Council. In duurzame bossen

wordt selectief gekapt. Er gelden ook strenge

richtlijnen over de ecologische functies van het

bos, het welzijn van de bosarbeiders en de lokale

gemeenschap, en de eigendoms- en gebruiks-

rechten van het bos. Ook het transport, de

verwerking en de handel worden gecontroleerd,

om te voorkomen dat het hout wordt vermengd

met ander hout.

Bron: CBS, LVNL, NS, Rijkswaterstaat, Schiphol, TeleGeography Inc.

0%

Volledig duurzaam

20%

Gedeeltelijk duurzaam

40%

Niet duurzaam

60% 80% 100%

Verenigd Koninkrijk

Oostenrijk

Zweden

Finland

Denemarken

Duitsland

Nederland

Oostenrijk

Zweden

Verenigd Koninkrijk

Denemarken

Nederland

Finland

Duitsland

Nederland

Zweden

Verenigd Koninkrijk

Finland

Denemarken

Oostenrijk

Duitsland

0%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

-10% -20% -30% -40% -50% -60%

Percentage van duurzame inkopen in euro’s

Percentage van duurzame inkopen in aantallen

CO2-reductie

Publieke en semi-publieke organisaties moeten zoveel mogelijk gebruik maken van goederen en diensten met een duurzame levens-loop. De Europese Unie heeft daarom in 2006 bepaald dat alle lidstaten in 2010 voor minimaal 50% duurzaam moeten inkopen. Een tussenstand voor Nederland ten opzichte van andere Europese landen.

Nederland legt de lat hoger dan in

Europa is afgesproken: in 2010 moet

het Rijk voor 100% duurzaam inkopen,

gemeenten voor 75% (2015: 100%) en

provincies en waterschappen voor 50%.

De universiteiten en hogescholen streven

naar 50% duurzame inkopen in 2012.

Bij dergelijke inkopen valt te denken

aan schoonmaakdiensten, elektriciteit,

catering, transport en van meubilair

tot kantoormiddelen en werkkleding.

Worden deze ambities waargemaakt?

Voor zeven Europese landen is in kaart

gebracht hoeveel er daadwerkelijk

duurzaam wordt ingekocht, uitgedrukt

in euro’s, CO2-reductie en het aantal

bestellingen. Tezamen biedt dit inzicht

in het inkoopbeleid per land.

Hoe duurzaam is Nederland?

Du

urzam

e techn

ieken van

TBI

Bron: MVO Nederland en Collection of statistical information on Green Public Procurement in the EU.

PriceWaterhouseCoopers, Significant, Ecofys (2008).

zoneNAJAAR 2009

Barometer

16 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Eenvoud

Page 23: Zone 2009 najaar

23 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Signalement

Comfort belevenTechnologie is, als het goed is, onzichtbaar. Voor gebruikers is dat prettig, maar voor een technisch installatiebedrijf is het moeilijk om het werk op een ‘mooie’ manier te tonen. In het Belevingscentrum van TBI bedrijf Wolter & Dros in Amersfoort is dat gelukt. Hier is techniek op een subtiele manier zichtbaar gemaakt. Duurzame technieken voeren de boventoon. Het centrum is meer dan een etalage: het timmert ook zelf ondernemend aan de weg.

– de enkele technisch geïnteresseerde daargelaten.’ Het Belevingscentrum is vooral een centrum om techniek te tonen waarmee comfort kan worden gecreëerd. Ook is het een ontmoetings- en kennisuitwisse-lingsplek; er worden bijeenkomsten, vergaderingen en presentaties gehouden. De laatste stand der techniek is onder andere toegepast in geavanceerde klimaatregeling, nieuwe verlichtings-methoden en klimaatvloeren en -plafonds. Er vinden rondleidingen plaats om deze nieuwste technieken te tonen en te demonstreren. ‘Je ziet ze dan namelijk pas echt.’ Per ruimte wordt bijvoorbeeld met een rook injectieproef de bezoekers het specifieke lucht stroompatroon gedemonstreerd.

MiniconferentiesOmdat in nieuwe techiek duurzaamheid een basisvoorwaarde is geworden, is ook het Belevingscentrum allengs een duurzaamheidscentrum geworden. Er worden steeds meer bijeenkomsten en

workshops over dit thema in het centrum gehouden. De gemeente Amersfoort hield er een miniconferentie over duurzaam bouwen en voor de zorgsector worden jaarlijks speciaal de Belevingsdagen Zorg georganiseerd. Verder is een bezoek aan het centrum een vast onderdeel van de opleiding Facility Management van de Hanzehogeschool Groningen. Men kan hier op bezoek komen of een bijeen-komst organiseren, mits er overigens een link is met techniek, comfort of duurzaamheid. Hogendorf: ‘We geven elke groep een rondleiding, zodat men een compleet beeld heeft van de achtergrond van dit centrum.’ Het Belevingscentrum is daarmee ook zelf steeds meer een ondernemende organisatie aan het worden, met duurzaamheid als drijfveer.

www.beleefcomfort.nl

www.wolterendros.nl

De installaties waarmee wij onze ruimten verlichten, verwarmen en van energie voorzien, worden altijd vakkundig weg-gewerkt. Maar hoe toon je het achter-liggende technische vakmanschap? Het is niet aantrekkelijk om losse apparatuur of opengewerkte vloeren te tonen. ‘Bovendien gaat het daar niet om,’ aldus Marieke Hogendorf, manager van het Belevingscentrum. ‘Dan wordt in feite iets getoond wat we juist niet willen zien

Page 24: Zone 2009 najaar

24 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Letteren

Later leven

‘Je moet alles uit je studietijd halen wat er in zit – later kan het niet meer.’ Een bekend advies van vaders aan hun zonen, en misschien ook alweer jaren van moeders aan hun dochters. Ik herinner me dat studiegenoten de opmerking van hun ouders wel eens herhaalden, meestal na een nacht onbeschaamd doorhalen. ‘Later kan het niet meer’: het perfecte excuus om eens goed de bloemetjes buiten te zetten.Want ‘later’ zit je na een dag hard werken op de bank naast je geliefde naar een talkshow te kijken. ‘Later’ moet je ook in de weekends vroeg opstaan, om je kinderen naar hun sportclubjes te brengen. ‘Later’ boek je vakanties minstens driekwart jaar van tevoren, om zeker te zijn van een goed appartement op een mooie locatie. ‘Later’ heb je nog slechts kennissen en hooguit een paar oude, inmiddels net zo saai geworden vrienden – er volgen natuurlijk geen ingrijpende nieuwe ontmoetingen meer. En geen gevaarlijke reisavonturen, geen zware, met tranen besproeide gesprekken, geen melige stunts die kunnen resulteren in een nachtje politiecel. Ik heb de verheerlijking van de wilde studententijd altijd het toppunt van tuttigheid gevonden. Hoezo, ‘nu kan het nog’? Hoe intens is intens, als je die intensiteit eerst zelf regisseert en daarbij dan ook alvast bepaalt wanneer

het weer tijd is voor vlakke, grauwe, slaapverwekkende deugdzaamheid? Studenten die hun ouders nazeggen dat de studietijd de mooiste tijd van hun leven is, voegen zich in een beklemmend traditioneel patroon. Na de zoveelste kater, verbroken relatie of feest dat in een woeste knokpartij is ontaard, ontstaat een verlangen naar bestendigheid. Naar duurzaamheid. Dat verlangen ontstaat vanzelf. En dát weten ouders: duurzaamheid is vooral begerenswaardig dankzij emoties als onzekerheid, vertwijfeling, verwarring zelfs. Maar de ouders die de duurzaamheid op alle fronten hebben bereikt, kijken evenzeer met lichte weemoed naar de kinderen die het veilige nest verlaten. En ze benijden ze. ‘Later kan het niet meer’: dat zeggen al die in duurzaam-heid gevangen, geslaagde ouderen vooral tegen zichzelf, en ze idealiseren een periode die ver achter hen ligt. Een periode die ze destijds misschien wel hebben vervloekt. Wat zonde dat de meest ingrijpende momenten in een mensenleven niet duurzaam zijn. Kon die heerlijke tijd voorafgaand aan ‘later’ toch maar altijd duren. Duurzame onduurzaamheid. Dat wil een mens. Altijd.

Désanne van Brederode studeerde

filosofie en is schrijfster; haar debuut

‘Ave verum corpus’ dateert van 1994.

Daarnaast publiceert zij in De Groene

Amsterdammer en is zij een van de

vaste columnisten in het tv-programma

Buitenhof. Van Brederode won in 2007

de Seghers Literatuurprijs.

Page 25: Zone 2009 najaar

25 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Essentieel

Woningen in Zuidas-gebied | AmsterdamIn het Amsterdamse Zuidas-gebied ontwikkelt ERA Contour met Prospect Zuidas en Bouwfonds Ontwikkeling vier grote woonblokken die gebruik maken van aardwarmte, een duurzame techniek voor verwarming en koeling. De woningen zijn energieneutraal indien de bewoners kiezen voor groene stroom, waarbij dus geen fossiele brandstoffen worden gebruikt. De energievoorziening in de woningen is volledig elektrisch. Voor het toepassen van aardwarmte worden in de bodem bronnen geslagen, die op elkaar worden aangesloten. Zo ontstaat een netwerk van aanvoer- en retour leidingen waarop de warmtepompen van de woningen worden aangesloten. Deze warmtepompen verwarmen het water, dat door de aardwarmte al is opgewarmd tot circa 12 graden Celsius, verder naar de gewenste temperatuur. Met hetzelfde water kunnen de woningen in de zomer worden gekoeld met circa 5 graden ten opzichte van de buitentemperatuur. De vier woonblokken komen op twee parkeergarages te staan. Onder de parkeer-garage van twee van die blokken zijn 256 bronnen geboord tot 150 meter diepte.

www.royaalzuid.nl

www.milesbuilding.nl

www.eracontour.nl

www.wth.nl

Duurzaam ondernemerschap in de praktijkDuurzaamheid in de bouw komt in vele varianten voor. Het kan te maken hebben met de manier waarop er wordt gebouwd of met de materiaalkeuze. Of het bouwwerk zelf heeft een duurzaamheids­ functie, zoals een warmtekrachtcentrale. Een selectie van duurzame projecten, uitgevoerd door TBI bedrijven.

Waterschap Brabantse Delta | BredaHet nieuwe kantoor van Waterschap Brabantse Delta, ontstaan uit een fusie van vijf waterschappen, is gevestigd op het landgoed Bouvigne in Breda. Hevo is nauw betrokken bij de inpassing van het nieuwe hoofdkantoor in het historisch waardevolle gebied. In het gebouw zijn diverse duurzame technieken toegepast, waaronder betonkernactivering, een klimaatgevel en een mos-sedumdak: het dak is begroeid met mos en vetplantjes. Alle duurzame maatregelen zorgen ervoor dat het binnen het gebouw in de zomer koeler en in de winter warmer is. Ook wordt met de heraanleg van een historische gracht en een boomgaard de historische staat van het landschap hersteld. Het pand wordt begin 2010 opgeleverd.

www.brabantsedelta.nl

www.hevo.nl

Page 26: Zone 2009 najaar

26 | TBI

Fabriek voor bio-methanol | DelfzijlIn het Chemie Park Delfzijl (Groningen) wordt de grootste fabriek voor bio-methanol ter wereld gebouwd, BioMCN. Hier wordt door middel van een innovatief proces bio-methanol op industriële schaal gewonnen. Bio-methanol wordt gemaakt van de duurzame grondstof glycerine in plaats van aardgas. Het is geschikt als brandstof en als toevoeging aan reguliere brandstof, en verder als grondstof voor verf en kunststoffen. Bij de fabriek gaat het om de bouw van een zuiverings- en vergistingsunit met een capaciteit van 200.000 ton, waarin de glycerine wordt opgeslagen, gezuiverd en gedoseerd voor transport naar de fabriek, waar de bio-methanol wordt geproduceerd.Eekels Elektrotechniek verzorgt de complete uitvoering van het elektro-technische en instrumentatiedeel van de installatie. Onder andere omvat dit: middenspanning kastenbouw, kabeltracés, de elektrotechnische installatie en instrumentatie, verlichting en aarding.

www.chemiepark.nl

www.biomcn.nl

www.eekels.nl

Warmtekrachtcentrale Ypenburg | Den HaagDe opwekking van warmte in warmtekrachtcentrales leidt tot minder CO2-uitstoot en is daarmee duurzamer dan warmteopwekking met afzonderlijke verwarmings-ketels per woning. Eneco realiseerde in woonwijk Ypenburg in Den Haag een warmtekracht centrale, ontworpen door Timmer Architekten, die 11.000 woningen van warmte voorziet. Wolter & Dros heeft de hulpwarmtecentrale en de warmte-krachtcentrale geïnstalleerd. Tevens is er een datacenter gevestigd.Wolter & Dros was turn-key hoofdaannemer van de elektromechanische installaties. De elektrotechnische installaties zijn uitgevoerd door Croon.Tot het project behoort ook het onderhouden van de installaties van de centrale voor een periode van vijftien jaar.

www.eneco.nl

www.wolterendros.nl

www.croon.nl

Notox | Den BoschNotox is specialist in veiligheidsonderzoek voor geneesmiddelen, chemische stoffen en bestrijdingsmiddelen. Het bedrijf investeert in duurzaamheid bij het nieuwe hoofdkantoor in Den Bosch, met warmte / koude-opslag in de bodem, warmte-pompen en zogeheten vrije koeling: dankzij een ‘drycooler’ kan in de winter de benodigde koeling met buitenlucht worden verzorgd. Het afvoeren van overtollige warmte draagt bij aan de noodzakelijke balans in het systeem.HVL heeft een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd en de betreffende installaties gerealiseerd. Eerder verleende HVL al adviezen aan Notox, met als resultaat: 25% minder gasverbruik.

www.notox.nl

www.hvl.nl

Page 27: Zone 2009 najaar

27 | TBI

De Muzerije | Den BoschHerbestemming is een vorm van duurzaamheid aangezien het de levensduur van een gebouw, dat een andere bestemming krijgt, verlengt. De Muzerije in Den Bosch is een van de panden van een voormalig bankgebouw dat is gerestaureerd en verbouwd tot een dansschool. De gewelven en buitenmuren bleven gehandhaafd en zijn gerestaureerd. Verder is er een compleet nieuwe inbouw met een hoogwaardige afwerking gerealiseerd. De keldervloer is verlaagd, zodat de ruimten onder de gewelven ook functioneel zijn geworden. Er zijn drie dansstudio’s gerealiseerd. Dit project betreft de eerste fase van een bredere restauratie van De Muzerije en is uitgevoerd door Nico de Bont en Bouwbedrijf Hazenberg.

www.hazenberg.nl

www.nicodebont.nl

Jan Linders Supermarkten | ArnhemSupermarktketen Jan Linders investeert in duurzaamheid, onder meer door de vrijkomende warmte van de vrieskasten te gebruiken voor (vloer)verwarming van een aantal supermarkten. Nu wordt ook CO2 als koudemiddel gebruikt in de koel- en vriessystemen. Het is een heel efficiënt koudemiddel en geheel veilig. Bij twee vestigingen is CO2-koeling vrijwel volledig in de plaats gekomen van het milieubelastende freon, een koelmiddel dat overigens over enkele jaren verboden zal worden. Met de diverse duurzame maatregelen besparen de vestigingen van Linders in Arnhem en Herkenbosch fors op het energiegebruik. De koel- en vriessystemen die werken met CO2-koeling, zijn geïnstalleerd door Fri-Jado.

www.janlinders.nl

www.frijado.nl

TransPort | SchipholHet nieuwe hoofdkantoor van Transavia Airlines voldoet aan de hoogste eisen van duurzaamheid. Duurzame technieken zijn onder andere warmte/koude-opslag in de bodem, verwarming en koeling door betonkernactivering en 1.000 m2 aan zonnecellen op het dak, die in circa 30% van de totale energie behoefte voorzien. Op het dak van de laagbouw zorgt een gras-sedum vegetatiedak voor een extra isolatielaag; dit dak vormt ook een natuurlijke waterbuffer en neemt CO2 op. Er wordt 40% op het waterverbruik bespaard, onder andere door een grijswater-systeem: gerecycled water dat bijvoorbeeld voor de toiletten wordt gebruikt. De ligging en vorm van het gebouw, dat is ontworpen door Architectenbureau Paul de Ruiter, zijn bepaald met het oog op optimale daglichttoetreding. Speciale lamellen aan de zuidzijde houden de zonnewarmte tegen en laten tegelijkertijd ruim voldoende daglicht toe. Croon Elektrotechniek en Wolter & Dros realiseren de elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties.

www.transavia.com

www.paulderuiter.nl

www.croon.nl

www.wolterendros.nl

Page 28: Zone 2009 najaar

28 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Trend

www.alfen.nl

De elektrische auto komt er aan. De techniek is er klaar voor en nog dit jaar zullen de eerste oplaadpunten in het Nederlandse straatbeeld verschijnen. Maar ons stroomnet moet daar nog wel op worden aangepast, weet TBI bedrijf Alfen dat vooral met Enexis en Alliander, de van Essent en Nuon afgesplitste netwerkbedrijven, het elektriciteits­net onder handen neemt. ‘In 2012 staan er minimaal 10.000 oplaad­punten in Nederland.’

Op kleine schaal worden ze al gebouwd, maar binnenkort komen ook de grote automerken met elektrische modellen. ‘De accu’s zijn nu geschikt om er ongeveer 200 kilometer mee te rijden,’ vertelt directeur Ton Dalmeijer van Alfen. ‘Binnen enkele jaren is de volgende generatie klaar, waarmee men zo’n 400 tot 600 kilometer kan rijden. Bovendien zijn de batterijen dan zodanig verbeterd dat het opladen een stuk sneller gaat.’ Alfen is producent van elektriciteits-huisjes (transformator stations) in de woonwijken. Alfen werkt van oudsher samen met energie bedrijven. ‘We volgden altijd de specificaties van de energie-bedrijven, onze opdracht gevers. De laatste jaren kwam de focus steeds meer te liggen op technologie-ontwikkeling.’

LotusDe voordelen van de elektrische auto zijn onomstreden: geen enkele uitstoot tijdens het rijden, geen geluidsoverlast en – wellicht minder bekend – een zeer hoog koppel, de auto is zeer vlot op snelheid. Dalmeijer: ‘Aan elektrisch rijden kleeft nog een wat suf imago van zachtjes rijdende invalidenwagentjes. Dat beeld is geheel achterhaald.’ Om dit beeld te bestrijden, heeft Essent een elektrische Lotus laten bouwen, die zelfs sneller is dan de met een benzinemotor uitgeruste versie.

Smart gridTerug naar het net. De energie bedrijven onderzoeken wat de eventuele conse-quenties van een veel grotere belasting zijn. ‘Als iedereen om zeven uur ‘s avonds zijn auto thuis gaat opladen, gebeurt er natuurlijk wel wat,’ schetst Dalmeijer die toekomst. ‘Het huidige net is veelal oud. Zomaar zonder meer kan het net dat niet aan. Er zijn twee mogelijkheden: complete vervanging of verzwaring van het net, wat enorm veel geld zou kosten, of het slimmer maken van het net, er een zogeheten smart grid van maken.’ In een smart grid regelt het net onder andere de belasting, waardoor het flexibel aan de elektriciteitsvraag kan voldoen. Het dient bovendien twee-richtingsverkeer mogelijk te maken; dit hangt samen met de andere trend: stroomopwekking voor eigen gebruik. ‘Met eigen micro wkk units, zonne- en windenergie produceren consumenten in de toekomst steeds vaker energie voor eigen gebruik,’ licht Dalmeijer toe. ‘De te veel opgewekte energie wordt aan het net teruggeleverd. Die energie kan het netwerkbedrijf vervolgens elders laten verbruiken.’ Daarvoor moet het elektriciteitsnet wel optimaal zijn ingericht op dit tweerichtings verkeer en dat is nu niet het geval. Het transformator station is de plaats waar vormen van intelligentie nood-

zakelijk zijn voor het betrouwbaar opladen van elektrische auto’s en het decentraal opwekken van elektriciteit.

Reserve-accuMet elektrische auto’s ontstaat een geheel nieuwe dynamiek. Wat te denken van de mogelijkheid om de batterijen voor je elektrische auto te leasen bij het energiebedrijf? En dat die batterijen ook werken als buffer voor het energie-verbruik thuis, dus als reserve-accu? ‘Ons besef van ons energieverbruik zal sowieso sterker worden,’ zegt Dalmeijer. ‘Mensen worden zich veel bewuster van wat het betekent dat energie moet worden opgewekt. Bijvoorbeeld bij wind energie: als het gaat waaien, kan ik mooi de wasmachine aanzetten. Financiële prikkels in onze energie prijzen zullen dit gedrag gaan stimuleren.’ Het smart grid zal daarbij intelligentie krijgen ingebouwd: afhankelijk van het energie-aanbod wordt automatisch beslist wat de prioriteit krijgt. ‘Er verandert kortom nogal wat,’ besluit Dalmeijer. ‘Energie wordt niet meer vanzelfsprekend – maar wel leuker, wat mij betreft.’

Tanken met stekkers

Page 29: Zone 2009 najaar

29 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Signalement

Klaar voor de toekomst

TBI heeft een eigen duurzaamheids­centrum, Stichting Informatiecentrum Duurzame Energie Technieken (IDET). De vraag naar kennis op gebied van woningbouw en utiliteit groeit met de dag, constateert het centrum. IDET fungeert ook als intermediair voor de TBI bedrijven als het gaat om huidige en komende regelgeving. ‘Al in 2010 zal de landelijke overheid alleen nog duurzaam inkopen.’

De dagelijkse leiding van IDET is in handen van Martin Kleintunte. Hij is zeer goed thuis in duurzame concepten en technieken, dus de technische kant, maar weet ook dat kennis over regel-geving minstens zo belangrijk is. ‘Duurzame producten, materialen en processen worden de standaard. Kijk bijvoorbeeld naar de energieprestatie-coëfficiënt, de EPC. Voor de woning-bouw wordt die in 2011 verlaagd van 0,8 naar 0,6. Nieuwe woningen moeten

dan dus een stuk energiezuiniger zijn. In 2018 dienen woningen zelfs volledig energieneutraal te zijn.’ Voor de utiliteit geldt een vergelijkbaar scenario: van een EPC van 1,1 op dit moment naar een energieneutrale situatie in 2020. ‘De vraag naar kennis over hoe men dat dient te realiseren tegen aanvaardbare prijzen, is tegenwoordig enorm. Woningbouwcorporaties, vastgoed-beleggers, facilitymanagers, bouw- en installatiebedrijven: allemaal krijgen ze hiermee te maken, en ze weten vaak nauwelijks hoe ze dit moeten aanpakken.’ Werk aan de winkel dus voor IDET. Het centrum houdt onder andere workshops voor architecten en de zorgsector en organiseert bijeen-komsten over duurzaam inkopen voor de eigen TBI bedrijven.

NormenKleintunte waarschuwt: bedrijven die niet op de nieuwe duurzame toekomst

zijn voorbereid, kunnen over een paar jaar geen zaken meer doen met de overheid. ‘Bij de Rabobank is duurzaamheid nu al de werkelijkheid. Van de koffie en het briefpapier tot de auto’s en de kantoorgebouwen: voor alles worden duurzame maatstaven gehanteerd.’ Die normen gelden al snel ook voor de toeleveranciers. Die zullen zich moeten realiseren dat het voorrijden in een vervuilende auto door de klanten niet meer geaccepteerd wordt. Dat met niet-duurzame bedrijven dus geen zaken meer zullen worden gedaan.Duurzaamheidsinspanningen leveren in elk geval veel op, wijst recent onder-zoek uit: ‘Sinds de economische crisis uitbrak, presteren alle groene bedrijven beter dan andere ondernemingen.’

www.idet.nl

www.croon.nl

www.wolterendros.nl

Page 30: Zone 2009 najaar

30 | TBI

Duurzaam ondernemen vindt in alle sectoren plaats, maar de Nederlandse havens zijn wellicht niet de eerste plaatsen waar men aan denkt. Toch worden hier veel initiatieven ontplooid, waarbij het kabinet een actieve rol speelt. Een interview met staatssecretaris Tineke Huizinga van Verkeer en Waterstaat, die zich hard maakt voor duurzame zeehavens.

Ingezet wordt op het duurzaam maken van zeehavens. Wat is het doel hiervan? De logistieke en maritieme wereld verandert. Wij willen niet alleen meeveranderen, maar ook het voortouw nemen, zoals de Nederlandse logistieke sector dat van oudsher heeft gedaan. We willen voorop lopen in concurrentie-kracht en duurzaamheid. Bovendien liggen onze havens vaak in steden. Om ervoor te zorgen dat stedelingen prettig in de buurt van een haven kunnen wonen, hebben wij schone havens nodig.

Wat moeten we ons precies voorstellen bij een duurzame zeehaven, op welk moment kan een haven zich zo noemen? Een duurzame haven is geen einddoel; verduurzaming is een continu proces. Een haven die verduurzaamt, werkt aan efficiënt gebruik van het haventerrein, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en een optimale ‘modal split’, ofwel de keus voor de meest duurzame manieren van vervoer en transport.

Een instrument is een innovatie-programma. Zijn er nog niet voldoende bestaande technieken? Als wij voorop willen lopen in concurrentie kracht en duurzaamheid, moeten we blijven vernieuwen. We kunnen veel winst behalen met nieuwe technieken waarmee een haven minder vaak gebaggerd hoeft te worden, of met technieken die ons helpen om zuiniger om te gaan met energie. Voor bedrijven brengen dit soort investeringen kansen met zich

Schoner concurreren

mee, maar ook financiële risico’s. Voor een bedrijf wegen deze risico’s vaak te zwaar. Maar als de overheid hen een steuntje in de rug geeft, kan de hobbel toch genomen worden.

Wat is de rolverdeling tussen de over heid, bedrijfsleven en de haven-bedrijven? Het kabinet ondersteunt de verduur-zaming van zeehavens. Maar de sector moet het zelf doen! Als de bedrijven in de havens kansen zien, is het aan hen om deze te grijpen. Het havenbedrijf kan op zijn beurt financiële prikkels afgeven en aan duurzame bedrijven terreinconcessies verlenen. Havens kunnen onderling samenwerken en kennis uitwisselen. De bedrijven in de havens doen zelf al veel om duurzamer te gaan werken. De een houdt het bij initiatieven die nodig zijn om aan de wettelijke normen te voldoen. De ander heeft grote ambities en ontwikkelt zelf duurzame producten of diensten.

Page 31: Zone 2009 najaar

31 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Reportage

Staatssecretaris

Huizinga: ‘We moeten

blijven vernieuwen’

www.minvenw.nl

Wat zijn de belangrijkste punten uit de beleidsbrief Duurzame zeehavens? Wij helpen de sector om te blijven innoveren en om samenwerkingsrelaties te versterken. Daarom maken we de regels en procedures eenvoudiger. Verder investeren we in uitstekende achterlandverbindingen per spoor en via de binnenvaart. Ook zetten we ons in Europa en mondiaal in voor scherpe normen en gelijke spelregels voor iedereen. Onder mijn leiding lopen er innovatie-programma’s voor de binnenvaart en de zeevaart. Daarnaast ontwikkelt de sector zelf duurzame initiatieven, zoals meervoudig kadegebruik en verwerking van afval tot energie in Amsterdam, het gebruik van restwarmte van een energiecentrale voor het verwarmen van water voor garnalenkweek, en het gebruik van de rest-CO2 uit Rotterdam voor kasteelt van groenten.

Loopt Nederland hiermee voorop in de wereld of zijn er al duurzame havens die tot voorbeeld dienen? De Rotterdamse haven is een toon - beeld van duurzaamheid. Deze haven is koploper in het terugbrengen van CO2-uitstoot. Maar ook de overige

Nederlandse zeehavens timmeren flink aan de weg. Natuurlijk zijn wij in Nederland niet de enigen. Ook de havens van Los Angeles en het Zweedse Göteburg zijn goed bezig.

Zijn er wel voordelen voor de scheepvaart? Gaan bijvoorbeeld ‘vervuilende’ schepen uit duurzame havens geweerd worden?Het is belangrijk dat schepen duurzamer gaan varen. In internationaal verband stelt de International Maritime Organization de emissienormen voor de scheepvaart vast. Het weren van schepen uit havens heeft niet mijn voorkeur. Ik ondersteun liever de havens van Rotterdam en Amsterdam bij het ontwikkelen van een internationaal initiatief om schonere schepen financiële prikkels te geven.

Tineke Huizinga is sinds 2007

staatssecretaris van Verkeer en

Waterstaat in het vierde

Kabinet-Balkenende. In haar

portefeuille bevinden zich onder

meer de binnenvaart, zeescheep-

vaart en regionale zeehavens.

Page 32: Zone 2009 najaar

32 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Markant

De waarde van onderhoud

Het woord duurzaam omvat het al: het duurt voort en gaat over later. Ons handelen op dit moment heeft gevolgen voor de toekomst. Dat geldt ook als er een gebouw wordt opgeleverd; dat is het begin van het gebruik ervan. Jeroen Galesloot, jong talent bij TBI, ontdekte onder­houd als een essentieel onderdeel voor een daadwerkelijk duurzame installatie.

‘Als managementtrainee doorloop ik een trainingsprogramma bij verschilllende TBI bedrijven. Na Croon en J.P. van Eesteren ben ik nu werkzaam bij Wolter & Dros. Tijdens mijn studie – mbo-werktuigbouw en hbo-technische bedrijfskunde – kwam het niet zo aan de orde, maar nu ontdek ik steeds vaker de waarde van onder-houd. We worden opgeleid om projecten tot een goed einde te brengen, maar eigenlijk begint het voor de opdracht-gever dan pas. Dan wordt onderhoud de kernactiviteit rond de geleverde installatie. Ik raakte steeds meer geïnteresseerd in dit aspect. Een collega wees mij op de Jongerenboard van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. Daar ben ik lid van geworden en dat bevalt me goed. Het is het enige netwerk

waar jongeren uit alle sectoren bij elkaar komen om kennis over onderhoud te delen.’

Beleidsaspect ‘Een project gaat verder dan de oplevering. Het gaat ook over de vraag hoe het onderhoud geregeld moet worden; dat is een belangrijk onder - deel van het gebouwmanagement. De consequentie is dat je al bij het ontwerpen van installaties rekening moet houden met onderhoudsaspecten. Het duurzaamheidsdenken heeft dat duidelijk op de agenda gezet. Bouw- en installatiebedrijven, zeker die van TBI, gaan daar nu bewust mee om. Het is overigens een misverstand dat je technisch deskundig dient te zijn om over onderhoud te kunnen meepraten. Het is immers ook een beleidsaspect:

een duurzaam ontwerp bevat een optimale balans tussen investeringen in het plan en besparingen op toekomstig onderhoud. Bovendien komt in de markt heel duidelijk de vraag naar duurzame oplossingen op; het onderhoud maakt daar deel van uit. Uiteindelijk gaat het bij onderhoud vooral om het optimaal gebruiken van energie en materiaal. Duurzaamheid zit daar als het ware ingebakken. Hoe efficiënter het onderhoud, des te langer de levensduur. Het onderwerp heeft me kortom gegrepen.’

www.tbi.nl/acdmy

www.tbi.nl

Page 33: Zone 2009 najaar

33 | TBI

Duurzaam ondernemen is ondernemen met passie. Het is het verschil tussen je producten goed verkopen en die producten ook zelf bewust toepassen omdat je er in gelooft. Ons kantoor hier in Dordrecht is daarom met een A++ label een van de meest energiezuinige kantoren van Nederland. Ons wagenpark zijn we aan het vervangen door auto’s met maximaal energielabel B en in het parkeerterrein zijn zelfs asfalt-collectoren verwerkt, waarmee warmte uit door de zon opgewarmd asfalt gewonnen wordt. Dit zijn voor ons vanzelfsprekend-heden, duurzaamheid zit bij ons in de genen.

Vloerverwarming heeft twee voordelen boven reguliere verwarming: het is comfortabel en het bespaart energie. Op dit laatste leggen we bij WTH van het begin af aan – ons bedrijf is in 1986 opgericht – de nadruk. Het systeem van in de vloer verwerkte kunst-stofleidingen bleek zijn tijd vooruit, want tegenwoordig worden steeds meer kantoren en appartementen hiermee uitgerust – juist vanwege de energiebesparing. Het warme, respectievelijk koude water is veelal afkomstig uit de grond; daar wordt in de zomer warm water, en in de winter koud water opgeslagen, wat vervolgens op de gewenste momenten in het systeem gaat circuleren.Het gaat overigens niet alleen om verwarming, maar eigenlijk vooral om koeling: gemiddeld tweehonderd dagen per jaar wordt er gekoeld, tegen veertig dagen verwarming. Het systeem is dus ook het economische

alternatief voor airconditioning. Dit kosten-aspect is van groot belang in de ouderenzorg. De verwarming van verzorgingshuizen is voor ons een groeimarkt geworden. Het toepassen van duurzame energie is een volwassen tak van sport; de tijd van pionieren is voorbij. De overheid stimuleert het gebruik ervan, en doet dat nu heel effectief via een strengere EPC, de energieprestatiecoëfficiënt, voor woningen en utiliteitsprojecten.

Dat prikkelt bedrijven tot creativiteit: hoe kun je zo effectief mogelijk energie besparen. Het op die manier aanscherpen van het speelveld werkt beter dan het opleggen van allerlei geboden en verboden. Je ziet dus dat duurzaam ondernemen zelf ook energie genereert: je wordt voortdurend aangezet om apparaten te ontwikkelen die nog energie-zuiniger zijn en nog duurzamere materialen te gebruiken. Duurzaamheid is meer dan een commercieel interessant concept. Het is de drijfveer voor ons hele bedrijf.

Rob Heuperman is directeur van

WTH Vloerverwarming

www.wth.nl

Prikkelen tot creativiteit

zoneNAJAAR 2009

Rob Heuperman

Page 34: Zone 2009 najaar

34 | TBI

Slimmer of minder

Er zijn twee wegen naar minder energieverbruik: een tandje lager in onze consumptie – het zogeheten consuminderen – en zuiniger productie van onze consumptiegoederen. Wat is beter – of zijn beide lijnen prima te verenigen? Politiek leider Femke Halsema van GroenLinks en duurzaam ondernemer Ruud Koornstra, initiator van onder meer groene­energiebedrijf Oxxio, reageren op vier stellingen over de beste duurzame toekomst. De enige oplossing voor de energiecrisis ligt in lagere consumptieFH De consumptie van energie moet inderdaad flink omlaag. Dat kan ook, bijvoorbeeld met woningisolatie, zuiniger appa raten en elektrische auto’s. Maar behalve energie-besparing is het uiteraard ook belangrijk veel meer te investeren in duurzaam opgewekte energie: zon, wind en bio massa. Nederland bengelt onderaan de Europese lijst. Zonde, want groene investeringen kunnen ook veel werk opleveren. RK Bij zowat alle vormen van energieverbruik, of het nu verlichting is of vervoer, gaat veruit het grootste deel van de energie verloren. Vooral die verspilling moet stoppen, en dat gebeurt ook. Ik zie twee fasen: tijdens de eerste, ‘duur zaamheid 1.0’, gaat het om doorbraak van nieuwe technologie, zoals elektrische auto’s. De tweede fase, ‘duurzaamheid 2.0’, is die van zelfregulering. Mensen zullen zich afvragen: word ik nu echt blijer van die vliegvakanties of kiezen we dit jaar eens voor de fiets?

Alle vormen van consumptie moeten veel zwaarder worden belast FH Nee. Op dit moment doet zich de vreemde paradox voor dat schone en zuinige producten dikwijls een stuk duurder zijn dan reguliere producten, omdat de maatschappelijke kosten van de productie niet in de prijs tot uiting komen. Terwijl het uitgangspunt toch zou moeten zijn: de vervuiler betaalt. Wij willen minder belasting heffen op arbeid en meer op vervuiling en natuurlijke hulpbronnen. Vervuilende producten moeten zwaarder worden belast en schone producten minder zwaar. Dat kan via een vergroening van het belastingstelsel. RK We moeten ánders gaan belasten. Ondernemer Eckart Wintzen had daar een mooie uitdrukking voor: belasting op onttrokken waarde. Belast alles waarbij waarde van onze aarde wordt gebruikt veel zwaarder, grondstoffen en materialen dus, en schaf de belasting op diensten af.

Femke Halsema

‘ We moeten meer investeren in duurzaam opgewekte energie’

Page 35: Zone 2009 najaar

35 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Tegenpolen

Slimmer of minder

Het is toch vreemd dat een lease-auto na vier jaar niets meer waard is; die auto rijdt toch nog steeds? Maar door het huidige belastingstelsel zijn de arbeidskosten voor onder houd zo hoog dat aanschaf van een nieuw product, of het nu een auto is, een fiets of een nieuwe tv, voordeliger is.

Het ondernemerschap krijgt dankzij de duurzaamheids-trend een enorme impulsFH De aandacht voor de klimaatcrisis biedt ondernemers inderdaad veel kansen. Het ontbreekt ons land niet aan kennis en creativiteit. Toch blijven grote groene doorbraken uit, met name omdat de overheid de randvoorwaarden niet creëert. Radicale fiscale vergroening blijft uit, investeerders wordt te weinig zekerheid geboden en langetermijnprojecten blijven uit. En omdat milieunormen voor allerlei producten vrij slap blijven, is de uitdaging voor fabrikanten niet groot genoeg om een echte omslag te maken.RK Die impuls is er inderdaad, maar dan vooral voor het ondernemerschap van jonge, kleinere bedrijven. Grote gevestigde bedrijven zijn niet flexibel genoeg voor grote veranderingen en vele zullen zeker afhaken. Zo gaat het overigens altijd bij grote marktveranderingen. Platenwinkels gingen bijvoorbeeld failliet omdat ze niet erin slaagden om mee te gaan in de internetrevolutie.

De overheid moet vooral inzetten op gedrags-verandering, bewuster levenFH De overheid moet zich vooral richten op het creëren van omstandigheden die een duurzame levensstijl mogelijk en aantrekkelijk maken. Het is weinig zinvol een beroep te doen op mensen om bewuste keuzes te maken als zij via het kabinetsbeleid een andere boodschap krijgen. Het kabinet zendt dubbele boodschappen uit, terwijl ze via scherpe normen, goede alternatieven en het bewerkstelligen van reële prijzen voor milieubelastend gedrag heel veel mogelijkheden heeft mensen te helpen om tot bewuste keuzes te komen. RK De overheid moet vooral niet zo heel veel doen. Er zijn twee taken: het goede voorbeeld geven en zich echt in de materie verdiepen. De overheid is de grootste consument. Die moet het lef hebben om te kiezen voor duurzame producten en moet deze, heel concreet, bestellen, ook al zijn die bedrijven klein en onbekend. Die kansen hebben ze nodig. Verder is er nog steeds een hele sterke lobby van gevestigde bedrijven om vast te houden aan oude patronen. Die moet worden doorbroken; ambtenaren moeten veel meer kennis opdoen over wat allemaal mogelijk is en de moed hebben daar voor te kiezen.

Ruud Koornstra

‘ De overheid moet vooral niet zo heel veel doen’

Page 36: Zone 2009 najaar

36 | TBI

zoneNAJAAR 2009

Portfolio

Wie aan de achteringang van de beeldentuin van het Kröller Müller Museum een kaartje koopt, maakt daar op hetzelfde moment kennis met een werk van Piet Hein Eek.

Het vriendelijke, veelkleurige Huisje, met de

enorme, uitnodigende luifel, is Eeks antwoord

op het verzoek van directeur Evert van Straaten

om voor de tweede ingang van de beeldentuin

een werk met de functie van een portiershuisje

te maken.

Staand onder de luifel is een blik naar binnen

voldoende om te zien dat het om een niet-

alledaags huisje gaat. Zowel van binnen als

van buiten is het gemaakt van afvalmateriaal.

De vloer, de wanden, het plafond, de vaste en

losse onderdelen van het interieur, tot en met

de lampen en de scharnieren toe: het gehele

concept is consequent volgens dit principe

uitgevoerd. Het meeste is van hout, maar

waar de functie daar om vraagt, zijn ook

andere materialen gebruikt zoals roestvrij

staal, koper of (voor de scharnieren) het

metaal van oude buizen.

Eigen handschriftPiet Hein Eek, opgeleid aan de Design Academy

in Eindhoven, deed begin jaren negentig

zijn intrede in de Nederlandse designwereld

met meubels die zijn gemaakt van sloophout.

Door bij de uitvoering van zijn ontwerpen

zorgvuldig gebruik te maken van het toeval

dat afvalmateriaal hem biedt, vooral het

karakter van het hout en de aanwezige kleur,

ontwikkelde hij een eigen handschrift. Hij

introduceerde hiermee ook een maatschappij-

kritisch statement tegen de verzakelijking

van de designindustrie. ‘Huisje’ in de beelden-

tuin is een creatie in het verlengde hiervan.

Het berust niet op architectonische uitgangs-

punten, maar het is een object waarvoor

een pretentieloze vorm is gekozen: die van

een archetypisch huis. Eek schrijft in een brief

aan directeur Van Straaten: ‘Ik vind dat het

een echt object moet zijn. Dat is ook de reden

waarom het zo’n archetypisch huisje is. Maar

dan wel van afval. Het huisje is overigens

dubbelwandig en duurzaam.’

Bron: Toos van Kooten en Marente

Bloemheuvel (red.) – Beeldentuin Kröller-

Müller Museum. NAi uitgevers, Rotterdam.

www.kmm.nl

Een archetypisch huis van afval

KUNSTENAAR Piet Hein Eek (Purmerend, 1967)

TITEL Huisje

MATERIAAL Diverse materialen

FORMAAT 277 x 310 x 605 cm

JAAR 2002

VERWORVEN MET STEUN VAN De Mondriaan Stichting

Page 37: Zone 2009 najaar

Colofon

Zone XIVNajaar 2009Duurzaam ondernemen

RedactiecommissieElselinda Groot-D’hondtEd KorvingHenk Vahrmeijer

CopyAfdeling Communicatie TBI en Total IdentityJan Bom (9)Désanne van Brederode (24)Bas Heijne (22)Rob Heuperman (33)Daan Sperling (5)

OntwerpTotal Identity

ProductieAfdeling Communicatie TBI en Total Identity

FotografieANP (31)Freek van Arkel (1, 2- 4, 9, 12, 30 -31, 35, 36)Ad Beerens (27)Theo Berens (3)Marc Hendrix (26)Hollandse Hoogte (22, 28, 34)Carel Kramer ( I, 5, 10 -11, 13 -15, 21, 23, 29, 33)Bertus de Ruiter (8)Fred Sonnega (27)Irene Vijfvinkel (6 - 8)Levien Willemse (24, 32)Wolter & Dros (4, 26)Bart Zuidema (26)

IllustratieDPI Animation House (25) INDG (27)Frédérik Ruys (17- 20)Eyal Shmuel (25)

Druk en afwerkingThieme Media Services

Oplage22.000 exemplarenISSN 1574-7255

TBIWilhelminaplein 373072 DE RotterdamPostbus 231343001 KC RotterdamT 010 - 290 85 00F 010 - 486 57 88www.tbi.nl

TBI vastgoed

Hevowww.hevo.nl

Synchroonwww.synchroon.nl

TBI Vastgoedwww.tbi.nl

Veldhoen + Companywww.veldhoen.nl

TBI bouw

Aanneming MaatschappijJ.P. van Eesterenwww.jpvaneesteren.nl

ERA Contourwww.eracontour.nl

Hazenberg Bouwwww.hazenbergbouw.nl

Heijmerink Bouwwww.heijmerink.nl

Kanters Bouw en Vastgoedwww.kantersbouw.nl

Koopmans Bouwgroepwww.koopmans.nl

Korteweg Bouwwww.kortewegbouw.nl

MDBwww.mdb.nl

Voorbij Groep: - Voorbij Prefab Betonwww.voorbij-prefabbeton.nl

TBI Infra:- Mobiliswww.mobilis.nl

- Voorbij Betonsystemenwww.voorbij-betonsystemen.nl

- Voorbij Funderingstechniekwww.voorbijfunderingstechniek.nl

- Voorbij Spantechniek

TBI techniek

Acto Informatisering www.acto.nl

Alfenwww.alfen.nl

Baas Groepwww.baasbv.nl

Croon Elektrotechniekwww.croon.nl

Eekels Elektrotechniekwww.eekels.com

Fri-Jadowww.frijado.nl

HVLwww.hvl.nl

Wolter & Dros www.wolterendros.nl

WTH Vloerverwarmingwww.wth.nl

TBI is een vastgoed-, bouw- en techniekconcern

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,

microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder

voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Surf naar www.tbi.nl /duurzaamondernemenZonnepanelen op dak

Gemeentearchief, Rotterdam

Inhoud

2 INTERVIEW ‘Een duurzame stad is ook een sociaal sterke stad’

5 COLUMN Een kwestie van ethiek

6 VERBOUWING Rabobank doet het anders

9 OORDEEL Al Gore in honderdvoud

10 SIGNALEMENT Goed geld

12 EENVOUD Automatisch zuinig

13 RONDETAFELGESPREK Oude gebouwen, nieuwe bestemmingen

16 BAROMETER Hoe duurzaam is Nederland?

17 t/m 20 Duurzame technieken van TBI

21 DRIE Onzichtbaar duurzaam

22 DILEMMA Het dilemma van duurzaamheid

23 SIGNALEMENT Comfort beleven

24 LETTEREN Later leven

25 ESSENTIEEL Duurzaam ondernemerschap in de praktijk

28 TREND Tanken met stekkers

29 SIGNALEMENT Klaar voor de toekomst

30 REPORTAGE Schoner concurreren

32 MARKANT De waarde van onderhoud

33 COLUMN Prikkelen tot creativiteit

34 TEGENPOLEN Slimmer of minder

36 PORTFOLIO Een archetypisch huis van afval

Page 38: Zone 2009 najaar

Duurzaam ondernemen

TBI magazine

NAJAAR 2009

zon

e

NA

JAA

R 2

00

9

Meer Zone op internet

WeblinksOp de themawebsite vindt u alle in deze Zone genoemde internetadressen, voor meer informatie over de onderwerpen in deze Zone.

PrijsvraagTest uw kennis met de ‘Duurzaam ondernemen’-quiz. Elke maand stellen wij nieuwe vragen. Onder de goede inzendingen verloten wij elke ronde een rit in een elektrische Lotus.

www.tbi.nl/duurzaamondernemen