Zin in Zorg (juni)
-
Upload
cynthia-lieshout -
Category
Documents
-
view
239 -
download
2
description
Transcript of Zin in Zorg (juni)
AANDACHT
2jaargang 14
juni 2012
Thema:
Klaartje Klaver: Aandacht als proces
Ron Berghmans: Zorg om aandacht
De Zorgrelatie tussen oncoloog en patiënt
En verder:
Gedicht ‘aandacht’ van Marinus van den Berg
Op locatie: impressie van een viering op Eckartdal
Interview met Enny Hoenselaar
DVD ‘THUISKOMEN’
Voor veel ouderen is de verhuizing
naar een verzorgingshuis een
schrikbeeld. Uit je vertrouwde
omgeving overgaan naar een instelling.
Nieuwe mensen, nieuwe verzorgers. Kun
je daar ooit een thuis vinden? Over dit
‘Thuiskomen’ gemaakt, die werd opge-
nomen in De Kopershorst in Amersfoort.
Wanneer Tom Hertog noodgedwongen
verhuist naar een verzorgingshuis heeft
hij een uitgesproken negatief beeld van
zijn medebewoners. Hij bekijkt zijn
nieuwe wereld van bingo, bloemschikken
en gezamenlijke maaltijden met grote
argwaan. Het liefst blijft hij op zijn
kamer met zijn eigen muziek, boeken en
computer. Elke toenadering van anderen
in het huis wijst hij af. Maar dan komt
er een moment dat hij niet anders kan
dan die anderen in zijn kamer en zijn
-
de gesprekshandleiding zijn in verpleeg-
en verzorgingshuizen te gebruiken. De
velen zeer herkenbaar. Zo raken bewo-
ners en personeel met elkaar in gesprek
over het ‘thuiskomen’ in de nieuwe om-
als voorbereiding op verhuizing naar een
verpleeg- of verzorgingshuis, en in de
opleidingen voor verzorgenden. De DVD
met gesprekshandleiding is te bestellen
voor 19,95 (exclusief btw) via de site
PROMOTIE HANS VAN DARTEL
Op woensdag 20 juni promoveerde
Hans van Dartel aan de Univer-
siteit Leiden. Hans van Dartel is
ethicus en verpleegkundige en werkt als
docent en onderzoeker ethiek bij het
Leids Universitair Medisch Centrum. Hij
verdedigde met succes zijn proefschrift:
‘Naar een handelingsgericht ethiekbe-
leid voor zorgorganisaties. Een norma-
tieve verkenning’. Deze studie gaat na
hoe een goed ethiekbeleid voor zorgor-
ganisaties er uit zou kunnen zien. Het is
een verkenning aan de hand van de
ethiek van de zorg die ook raakt aan
actuele politieke vragen over de inrich-
ting van de samenleving.
OPENING ACADEMISCHE WERK-
PLAATS ‘LEVEN MET EEN VER-
STANDELIJKE BEPERKING’
Op 12 april jl. werd de Academi-
sche Werkplaats Leven met een
Verstandelijke Beperking van
Professor Petri Embregts geopend met
een symposium. ‘Verbondenheid’ en
‘gedeelde verantwoordelijkheid’ waren
de centrale thema’s van de dag. Profes-
sor Tine van de Regenmortel (Universi-
teit Leuven en Lector aan de Fontys
Hogeschool in Eindhoven) ging in op de
vraag hoe de zorgpraktijk kwetsbare
burgers kan aanspreken op hun krachten
en tegelijkertijd erkenning kan geven
aan hun kwetsbaarheid. Onderzoek van
Professor Andrew Jahoda (Universiteit
Glasgow) heeft aangetoond dat mensen
met een verstandelijke beperking die
cognitieve gedragstherapie ontvangen
een luisterend oor en serieus genomen
worden het meest waarderen. In zijn
verhaal ging Jahoda in op het belang van
de interpersoonlijke relatie tussen de
cliënt en de therapeut. In de lezing van
dr. Carlo Leget (Universiteit Tilburg)
stond menslievende zorg centraal, als
benadering die opkomt voor de mense-
lijke maat in de zorg en een tegenwicht
probeert te bieden tegen de verzakelij-
king en controledwang. De dag werd
afgesloten met de uitreiking van de Anton
Došen scriptieprijs en een optreden van
sit-down comedian Jaap Bressers.
ETHIEK IN DE ZORGSECTOR WINT
NVBE-PRIJS 2012
De postacademische beroepsopleiding Ethiek in de Zorgsector heeft de
NVBE-prijs 2012 gewonnen. De Nederlandse Vereniging voor Bio-Ethiek
oordeelde dat het onderwijsprogramma zeer goed doordacht en uitste-
kend vormgegeven is. Het scoort sterk op het stimuleren van bio-ethiek in
Nederland en biedt tevens een uitstekende inleiding in de belangrijkste
ethische vragen waarmee zorgprofessionals geconfronteerd worden. Reliëf is
vanaf het begin bij de opleiding betrokken en beveelt deze van harte aan.
Het juryrapport en informatie over de opleiding Ethiek in de Zorgsector in 2013
zijn te downloaden via www.relief.nl/actueel.php
2 ZIN IN ZORG
BROCHURE: FINANCIERING
VAN GEESTELIJKE VERZORGING
VOOR OUDEREN.
Ouderen vinden aandacht voor
levensvragen belangrijk. De
verzorging staat echter onder druk.
Dat maakt het voor geestelijk verzor-
gers noodzakelijk om zich zichtbaar
en actief op te stellen en in gesprek te
gaan over nieuwe taken en verantwoor-
delijkheden. Het Expertisenetwerk
Levensvragen en Ouderen, waarin Reliëf
participeert, heeft een brochure doen
verschijnen waarin een weergave wordt
heden van geestelijke verzorging voor
ouderen in zowel de AWBZ, ZVW als
WMO. De mogelijkheden die de wetten
bieden doen een beroep op het onder-
nemerschap in zorg en welzijn. In de
brochure staan aanknopingspunten om
nieuwe wegen te verkennen. De bro-
chure is geschreven door Peterjan van
der Wal en Mariëlle Cuijpers, en richt
zich tot bestuurders en beleidsmakers in
zorg en welzijn, geestelijk verzorgers,
Wmo-ambtenaren en huisartsen. Gratis
te downloaden op de website:
www.netwerklevensvragen.nl
LENTE-AKKOORD DRAAIT
OPSLAG TERUG
De opslag van ongeveer 4,8 procent
op de tarieven van de gehandi-
captenzorg en ggz wordt per
1 januari 2013 teruggedraaid. Dat blijkt
uit het zogeheten ‘Lente-akkoord’.
Brancheorganisaties Vereniging
Gehandicaptenzorg Nederland (VGN)
en GGZ Nederland beraden zich op stap-
pen. Het verdwijnen van de zogenoem-
de ‘PVV-gelden’ kost de gehandicapten-
zorgsector 215 miljoen euro. In de ggz
gaat het om ongeveer 65 miljoen euro.
VGN laat weten kritisch in gesprek te
willen treden met het ministerie van
VWS over de consequenties.
OUDEREN VOOR OUDEREN
Op vrijdag 1 juni is in Amsterdam
in première gegaan. Deze docu-
mentaire is onderdeel van het door het
minsterie van VWS gesubsidieerde
project ‘Betrokken bij buurtbeleid’.
Dit project stimuleert en faciliteert de
lokale inzet van vitale ouderen voor
kwetsbare ouderen en wordt uitgevoerd
door de ouderenorganisaties PCOB, Unie
KBO, NOOM, door LOC Zeggenschap in
15 minuten in beeld hoe ouderen zich
inzetten voor andere ouderen. Vrijwil-
ligers en hun verhaal staan centraal.
vrijwilligerswerk wordt ook nadrukkelijk
gewezen op de zingeving en voldoening
gebruiken bij gesprek en discussie over
de inzet en betekenis van senioren in
hun eigen leefomgeving. De handreiking
behorende bij de DVD geeft goede tips
voor dit gesprek.
AANDACHTAandacht is een
variatie van liefde.
Ze is een geschenk
dat je ontvangt
en geven kunt.
Ze is niet alleen
op zichzelf gericht.
Ze ziet ook de ander.
Ze verspreidt licht.
Ze heeft fantasie
en is verrassend.
Ze haalt mensen
uit de schaduw.
Ze is attent
en creatief.
Ze denkt aan wie gemist wordt.
Ze kan stil zijn.
Maar ook stem geven
aan wat vergeten wordt.
Aandacht is voedsel
voor de ziel.
Onmisbaar als de liefde.
Marinus van den Berg
HANDREIKING ZORG ROND HET LEVENSEINDE
Er is een herziene Nederlandse
versie verschenen van de uitgave:
‘Zorg rond het levenseinde voor
mensen met de ziekte van Alzheimer
of een andere vorm van dementie. Een
handreiking voor familie en naasten.’
De handreiking is gebaseerd op de resul-
taten van een onderzoeksproject naar
de ervaringen van familie en naasten
in de laatste levensfase van mensen met
de ziekte van Alzheimer. Dit onderzoek
Society of Canada’ en resulteerde in de
oorspronkelijke, Canadese editie van
de handreiking. De eerste Nederlandse
versie van deze handreiking is door
zorgverleners en familieleden geëvalu-
eerd. Hun suggesties zijn meegenomen
in deze herziene versie van de handrei-
king. De evaluatie van de eerste Neder-
landse versie is verricht door het VU
medisch centrum, EMGO Instituut voor
onderzoek naar gezondheid en zorg,
afdeling verpleeghuisgeneeskunde. De
handreiking wil informeren over hoe
dementie zich in het algemeen naar het
einde toe ontwikkelt en meer inzicht
verschaffen in de mogelijke problemen
in de laatste levensfase. Er wordt infor-
matie gegeven over de behandelmoge-
lijkheden in deze fase, waarbij de
nadruk ligt op palliatieve zorg.
3april 2012
COLOFON
Zin in Zorg is een uitgave van Reliëf, christelijke
vereniging van zorgaanbieders. Bij Reliëf zijn
ca. 180 zorginstellingen aangesloten. De missie
van Reliëf is om vanuit christelijke inspiratie
invloed uit te oefenen op het maatschappelijk
debat en de inhoud, uitvoering en organisatie
van de zorg en aldus bij te dragen aan de
essentie van zorg. Vanuit de missie richt
Zin in Zorg zich op gezondheidszorg, ethiek en
levensbeschouwing in hun onderlinge relaties.
Zin in Zorg wordt uitgegeven in samenwerking
met de Stichting Cupertino, die zich inzet voor
aandacht voor ethiek en levensbeschouwing
in de zorg voor mensen met een verstandelijke
beperking.
Zin in Zorg verschijnt viermaal per jaar.
issn: 1389-6490 / jaargang 14 / nummer 2
Abonnementen
Lidinstellingen van Reliëf ontvangen twee
abonnementen; aanvullende abonnementen
voor € 17,50 per jaar. Particulier abonnementen
kosten € 26,75 per jaar. Losse nummers € 6,75
+ porto. Advertentietarieven op aanvraag.
Abonnementen kunnen ieder moment van
het jaar ingaan. Opzeggingen moeten voor
1 december gedaan worden.
Redactie
Dr. Carlo Leget (voorzitter)
Dr. Frits Mertens
Drs. Cynthia Lieshout (eindredactie)
Dr. Thijs Tromp
Wilma Altena-Niehof
Redactieadres: Reliëf, t.a.v. Anjo Oppelaar,
Neckardreef 6, 3562 CN Utrecht
Redactieadviesraad
Drs. Abeltje Hoogenkamp
Drs. Agnes van Balkom
Dr. Frans Kamsteeg
Drs. Marthijn Laterveer
Prof. dr. Herman Meininger
Drs. Elly van Reij-Pieterson
Daniëlle van der Eerden-Vollebrecht
Impulsar, Uitgeest
Uitgever
Uitgeverij Abdij van Berne
De redactie heeft getracht om alle recht-
hebbenden toestemming te vragen voor
publicatie .Indien u meent gepasseerd te zijn,
gelieve contact op te nemen met de redactie.
WWW.RELIEF.NL
6 DE KWESTIE
Aandacht als proces. Een ongrijpbaar
fenomeen ontrafeld.
Klaartje Klaver
8 DE VISIE
Zorg om aandacht
Ron Berghmans
10 DOORGELICHT
Interview met Enny Hoenselaar
Frits Mertens
12 OP LOCATIE
Voor allen!
Paula Irik
13 ZINNEBEELD
Tijdelijke halte
Frits Mertens
14 ETHISCH ELFTAL
Willens en wetens
Marije Stegenga en Theo de Zwart
15 PORTRET VAN DE
ETHISCHE COMMISSIE VAN...
AMSTA
16 GELEZEN
Menslievende zorg in de praktijk.
Berichten uit het St. Elisabeth
Ziekenhuis.
Frits de Lange
18 DE ZORGRELATIE
De relatie tussen Tineke Smilde
en de heer Ko van Krieken
19 GESPREK MET JACKY
Geheim
20 REPORTAGE
Zorg met aandacht –
aandacht met zorg
Bert Fockens
22 VERENIGINGSNIEUWS
23 COLUMN VAN HET
BESTUUR
4 ZIN IN ZORG
Aandacht is iets merkwaardigs. Sommige mensen hebben
er nooit genoeg van. U kent ze wel, ze verschijnen
voortdurend op TV en je vraagt je af waar die onstil-
bare honger toch vandaan komt. Andere mensen krijgen
te veel aandacht, zo vinden ze. Wie kinderen in de puberteit
heeft, weet dat aandacht en belangstelling door hen snel
als bemoeizucht opgevat worden.
In de zorg gaat het net zo. Mensen kunnen het gevoel hebben
dat ze niet gezien of gehoord worden. Een zorgverzekeraar
adverteert op dit moment met een poster waarop een dokter
met een stethoscoop op iemands borst luistert. De tekst die
erbij staat meldt dat er echt iets fout zit als dit de enige
manier is waarop de dokter naar je luistert.
Maar ook in de zorg kunnen mensen het idee hebben dat er
teveel aandacht op hen gericht is. Ongewenste aandacht, in
de gaten gehouden worden door een Big Brother. Er zijn vele
registratiesystemen die inbreuk doen op privacy en intimiteit.
Wie zorg nodig heeft kan soms te veel aandacht krijgen, maar
soms ook te weinig. De aandacht waar het hier dan om gaat is
die waarover Andries Baart heel mooi zegt: “ze is de kiem van
een relatie, en daaruit zal een mens opstaan.”
Maar er is nog een andere vorm van aandacht. De aandacht
die we nodig hebben om ons hoofd erbij te houden. De aan-
dacht die te maken heeft met concentratie. Ook die aandacht
staat nog al eens onder druk in onze tijd. Er is veel wat voort-
durend onze aandacht vraagt. Soms op een heel dwingende
manier. In een wereld waarin steeds meer ‘vermarkt’ wordt,
wordt gevochten om aandacht. Om maar niet te spreken over
de moderne media die voortdurend onrust brengen. Voor veel
mensen werkt het verslavend.
Aandacht is iets merkwaardigs. Maar in goede zorg komen
minstens twee soorten aandacht bij elkaar: de concentratie
en opmerkzaamheid aan de ene kant, en ‘iemand zien staan’
aan de andere kant. Een actueel thema dus, en genoeg reden
om een nummer van Zin in Zorg te wijden aan het grote goed
van de aandacht.
Ik wens u dan ook veel leesplezier, en natuurlijk…
volle aandacht.
Carlo Leget
redactioneel
column
Drieëntwintig seconden. Dat is het
gemiddeld aantal seconden waar-
na een arts een patiënt onder-
breekt tijdens de anamnese van een
eerste consult. Om u een idee te geven
hoe lang dat is, als u deze tekst hardop
zou lezen heeft u die 23 seconden
(eventuele dyslexie niet meegerekend)
al bereikt op dít moment. Ongetwijfeld
komt deze eerste onderbreking voort uit
ofwel de tijdsdruk die er veelal heerst
tijdens het spreekuur ofwel het feno-
meen dat ik de Quick Diagnosis Paradox
(QDP) noem. U zult het als zorgverlener
vast herkennen: al na drie zinnen meent
u toch wel te weten welk probleem
er speelt, wilt u het liefst doorgaan met
het (lichamelijk) onderzoek dat uw ver-
moeden gaat bevestigen en vervolgens
zelfgenoegzaam uzelf voorhouden dat
u inmiddels toch echt wel een goede
dokter bent.
Uiteraard heb ik zelf ook voorbeelden
van deze QDP gehad. Het moet zo’n
7 jaar geleden geweest zijn, mijn oplei-
ding tot gynaecoloog was net een jaar
bezig. Zo’n druk spreekuur aan het einde
van de week en een bericht van de poli-
assistente dat er “nog twee spoedjes
zijn bijgezet.” Intrinsiek nadeel van
dergelijke “spoedjes” zijn het moment
waarop u ze ziet (vaak aan het einde
van het spreekuur) en de voorbereiding
erop (vrijwel geen). Zo ook deze
mevrouw; een kleine week daarvoor was
zij geopereerd en ze presenteerde zich
dacht na een aantal zinnen van haar al
te weten wat er aan de hand was.
Aanvullend onderzoek was niet nodig
in mijn ogen; met mijn adequate kennis
had ik immers toch meteen de juiste
diagnose gesteld? Een aantal dagen
later kwam deze vrouw terug en helaas
werd toen pas duidelijk dat er een
vervelende complicatie was opgetreden,
waardoor het herstel met enkele maan-
den verlengd werd. Gelukkig hebben
we het nadien goed uit kunnen praten,
maar het nare gevoel bleef over hoe
dit had kunnen gebeuren.
Sindsdien realiseer ik me in toenemende
mate dat het in de zorg een kwestie van
geven en nemen is: aandacht geven
en de tijd nemen. Zal ik nooit meer een
diagnose verkeerd stellen of een com-
plicatie missen? Natuurlijk wel; niets
menselijks is mij vreemd. Maar ik neem
me stellig voor dat dat nooit meer
gebeurt onder invloed van tijdsdruk of
de Quick Diagnosis Paradox.
Bertho Nieboer
gynaecoloog in het UMC St Radboud
te Nijmegen
Twitter: @DokterBertho
GEVEN EN NEMEN
5april 2012
Iedereen heeft er associaties bij, maar we weten niet
goed wat het is en hoe het werkt. Klaartje Klaver doet
promotieonderzoek naar aandacht in de zorg. In dit
artikel laat zij zien hoe aandacht in de zorg begrepen
kan worden vanuit zorgethisch perspectief. Aandacht
krijgt in de zorg gestalte tussen mensen en daarom
is inzicht in de ervaringen van betrokkenen nodig om
erachter te komen hoe en wanneer aandacht positief
dan wel negatief uitpakt.
AANDACHTALS PROCESEEN ONGRIJPBAAR FENOMEEN ONTRAFELDKlaartje Klaver
Het begrip ‘aandacht’ komt veel-
vuldig voor in het domein van de
zorg. Het is te vinden in reclames
van zorginstellingen, namen van zorg-
organisaties en -consultancybureaus en
advertenties van zorgverzekeringsmaat-
schappijen. Vaak worden korte slogans
gebruikt om aan te duiden waar het om
gaat, zoals “zorg met aandacht”
(Havenziekenhuis) en “zorg voor aan-
dacht” (www.zorgvooraandacht.nl).
Ook in metingen van kwaliteit van zorg
wordt de factor aandacht vaak meege-
nomen. De impliciete aanname daarbij
is dat aandacht altijd iets positiefs is.
Zoals het woord aandacht in het dage-
lijks taalgebruik veel verschillende be-
tekenissen kan hebben (zoals zorgvul-
digheid, oplettendheid, belangstelling
en concentratie), zo wordt het ook door
wetenschappelijke disciplines op ver-
schillende manieren begrepen. Er zijn
wetenschappelijke vakgebieden die
ingaan op aandacht hebben; zoals de
-
gie. Daarnaast zijn er disciplines die
zich bezighouden met aandacht ontvan-
gen. Onderscheiden worden daarbij een
instrumentele betekenis, waarin het
gaat om aandacht die leidt tot een goed
begrip van wat er speelt (bijvoorbeeld
tot een goede diagnose) en een meer
inhoudelijk-immanente betekenis, die
tot uitdrukking kan komen in erkenning.
Hier komt ook de andere kant van aan-
dacht naar voren en wordt duidelijk dat
aandacht niet altijd als weldadig wordt
ervaren en soms zelfs gewelddadig is.
Een actueel voorbeeld hiervan is het
seksueel misbruik van kinderen in
de katholieke kerk.
Voor de zorg zijn beide perspectieven
relevant. Aandacht in de zorg moet
gelokaliseerd worden op het snijpunt
van aandacht als een cognitieve capaci-
teit en aandacht die iets van betekenis
uitdrukt. Het moet begrepen worden als
een sociaal fenomeen dat kan ontstaan
tussen mensen. Aandacht is in deze
van zorg dat vaak ontstaat op onver-
wachte momenten. Dit maakt dat het
niet in cijfers uit te drukken of te
meten is. Alleen door de ervaringen van
betrokkenen in ogenschouw te nemen kan
duidelijk worden wat de betekenis van
6 ZIN IN ZORG
EEN ZORGETHISCH
PERSPECTIEF OP AANDACHT
Aandacht hebben doe je door waar
te nemen en te interpreteren. Je ziet
of hoort iets en begrijpt dat op een
bepaalde manier. Het goede van aan-
dacht zit in de aandacht: in het waar-
nemen en interpreteren. Aandacht kan
zien en dat is nodig (voor goede zorg),
maar ook goed op zichzelf. Vanuit de
zorgethiek gaat de interesse vooral uit
naar ervaren aandacht. In die betekenis
heeft aandacht twee onmisbare actoren:
een gever en een ontvanger. Wat aan-
dacht is in de ogen van de zorgverlener
hoeft niet als aandacht ervaren te
worden door de zorgontvanger. Wat er
op dat snijvlak gebeurt, is een van de
vragen van mijn onderzoek.
Verder heeft aandacht vaak een object
of thema; het is meestal op iets gericht,
bijvoorbeeld op een wond, een infuus of
een bepaalde emotie. Daarbij kun je je
afvragen of het object van aandacht
van de zorgverlener en -ontvanger wel
overeenkomen of afwijken, en wat de
gevolgen daarvan zijn voor de ervaring
van aandacht. Heeft de zorgverlener
aandacht voor wat voor de zorgontvan-
ger op dat moment ook juist aandacht
behoeft? Daarnaast bestaat er ook aan-
dacht die ‘open’ is; die (nog) niet bezet
is door een object of thema. Soms is het
(potentiële) object van de aandacht heel
duidelijk: als er bloed uit een ader gutst,
weten zowel zorgverlener als patiënt snel
wat op dat moment het juiste object
van aandacht is. Maar in andere situaties
is het veel lastiger. Bijvoorbeeld wan-
neer het niet duidelijk is wat er precies
speelt voor iemand. In zulke gevallen
gaat het er om de interpretatie uit te
stellen. Of beter gezegd, het gaat erom
voortdurend te blijven interpreteren.
Interpreteren wordt dan opgevat als een
proces; iets wat niet statisch is, maar
in beweging. Open aandacht is een soort
wachten; een proces van leren, van tot
je laten komen.
Open aandacht hebben is ingewikkeld.
Want kun je wel aandacht hebben,
zonder dat je weet waarop je aandacht
gericht moet zijn? Het niet labelen van
wat je ziet en hoort, is ongemakkelijk.
Zorgverleners hebben, zoals iedereen,
bepaalde denkpatronen, vastgeroeste
beelden, ideeën, normen en waarden.
Daarbij bevinden zij zich in een bepaalde
beroepsrol en werken in een institutio-
nele context, wat hun waarnemen en
interpreteren beïnvloedt. Voor het
werkelijk hebben van aandacht gaat het
er echter om dat men zich telkens weer
leeg kan maken; zich ontdoen van die
institutionele en persoonlijke krachten.
Alleen dan kan de patiënt, of het feno-
meen of verhaal, tot iemand komen
zoals het zich toont.
DE JUISTE AANDACHT OP
HET JUISTE MOMENT
Mijn onderzoek richt zich op de zieken-
huiszorg. Daar kan aandacht verschijnen
in allerlei soorten en vormen en het kan
verschillende betekenissen en effecten
hebben. De aandacht voor de pijn van
een patiënt is een andere aandacht dan
die voor de patiënt die pijn heeft. De
oplettende aandacht die er moet zijn
om te zorgen dat patiënten hun medica-
tie innemen, is een andere dan de aan-
dacht die opmerkt dat diezelfde medi-
cijnen een paar uur later nog ongebruikt
op het nachtkastje liggen. Het in de
gaten houden van iemands medicijnge-
bruik teneinde schadelijke effecten op
de lange termijn te voorkomen, vereist
weer een ander soort aandacht.
Aandacht kan van grote betekenis zijn,
maar het is een moeilijk te vangen fe-
nomeen. Om een goed effect te hebben
voor patiënten, gaat het erom dat zorg-
verleners de juiste aandacht hebben
op het juiste moment. Door te onder-
zoeken waar aandacht in de ervaringen
van patiënten uit bestaat en wat er voor
nodig is om aandacht te kunnen geven,
kunnen we de veelzijdigheid van het
fenomeen ontrafelen. Alleen door de
complexiteit van aandacht te erkennen,
kan een vruchtbaar begrip van de
weldadige werking tot stand komen.
Klaartje Klaver is werkzaam bij de Vakgroep Zorgethiek van
de Universiteit van Tilburg, waar zij promotieonderzoek doet
naar aandacht in de ziekenhuiszorg.
aandacht voor de pijn
van een patiënt is
andere aandacht dan
die voor de patiënt die
pijn heeft.
7april 2012
In zijn zeer lezenswaardige boek
Kleine verhandeling over de grote
deugden (Olympus, 2001) bespreekt
André Comte-Sponville ‘grote deugden’
als compassie, barmhartigheid, zacht-
moedigheid en rechtvaardigheid. Hij
gaat echter niet in op wat ik een van de
grote deugden in het alledaagse leven
zou willen noemen: aandacht. Aandacht
geven en ontvangen maken onmisbaar
deel uit van het sociale leven. Zonder
aandacht zou het leven schraal, een-
zaam en troosteloos zijn. Mensen zou-
den dan slechts als in zichzelf gekeerde
atomen langs elkaar heen leven. Door
aandacht te geven raken mensen op
elkaar betrokken, betreden ze elkaars
blikveld en domein. Ze geven ermee
aan dat de ander ertoe doet, dat deze
bestaansrecht heeft. Aandacht krijgen
betekent gezien worden, in je zijn
erkend worden. En een blik of gebaar
kan dan al voldoende zijn.
Zonder aandacht komen mensen niet tot hun recht.
Ze willen als persoon waargenomen, herkend en erkend
worden. Vooral de ‘kleine aandacht’ is van grote
betekenis voor mensen die zorg ontvangen. Dat is
aandacht in de dagdagelijkse momenten, waarop
mensen elkaar laten merken dat ze elkaar als persoon
zien en zich om elkaar bekommeren. Ron Berghmans,
professional én ervaringsdeskundige, gaat in op het
belang van ‘kleine aandacht’.
OM AANDACHT
ZORGRon Berghmans
ZIN IN ZORG8
KLEINE AANDACHT
Aandacht staat tegenover onverschillig-
-
ling, ongevoeligheid en egocentrisch
navelstaren. Aandacht is vooral gericht
op zaken die buiten jezelf bestaan,
en dan vooral het bestaan van de ander.
Dit vereist opmerkzaamheid en veron-
derstelt een ontvankelijkheid om de
nood en het lijden van die ander te
herkennen. De nood aan aandacht bij
die ander kan in de gezondheidszorg
groot zijn. Schaalvergroting, een focus
op medisch-technische aspecten en
werkbelasting van zorgverleners zijn
enkele factoren die hierin een rol spelen.
Mijn persoonlijke ervaringen als kanker-
patiënt hebben me geleerd hoe onmis-
baar, vol betekenis en ondersteunend
aandacht is. Daarbij wil ik het vooral
hebben over wat ik ‘kleine aandacht’
wil noemen: de dagdagelijkse momen-
ten waarop mensen elkaar laten merken
dat ze elkaar als persoon zien en zich
om elkaar bekommeren. Als patiënt
verwacht je competente zorg van
bekwame zorgverleners. Maar als je
getroffen wordt door een ernstige ziekte
die bovendien levensbedreigend is, dan
komt er meer bij kijken. Je bent ten
slotte meer dan een kapotte motor waar
‘chemo in moet’ om deze weer
op gang te krijgen.
Door kanker kun je onmiddellijk in je
bestaan worden geraakt. Je leven staat
op het spel en veel van wat voorheen
vanzelfsprekend was, komt plotseling
in een heel ander licht te staan. Er komt
een hoop gedoe op je af en je dreigt
daardoor overspoeld te worden en zelf
als persoon uit beeld te verdwijnen.
Het zijn dan juist die momenten waarop
zorgverleners aandacht voor jou als
persoon (en niet als zieke, ziekte of
geval) hebben die buitengewoon
betekenisvol zijn. Aandacht is een
schaars goed in de zorg. Patiënten
genezen tenslotte niet van aandacht,
zo denkt men maar al te vaak. Dat kan
alleen door behandeling. Als het meezit
tenminste. Behandeling is groot. Aan-
dacht is klein. Maar je kunt als patiënt
echt niet zonder.
De behoefte aan begrip en troost kan
door aandacht van zorgverleners een-
voudig worden gelenigd. Een opmerk-
zaam woord of een groet, een knipoog,
een schouderklopje. Tijdens het opma-
ken van het bed even een vriendelijk
woord wisselen met de patiënt. Even
laten merken dat je begrijpt dat de
patiënt het moeilijk heeft. Een blik
die deernis uitdrukt. Veel meer hoeft
het niet te zijn. Je wordt, hoewel je
patiënt bent, als persoon opgemerkt,
herkend, je bent er voor de ander, deze
neemt je waar, heeft je even in het
vizier. Iemand loopt even letterlijk of
-
ling of begrip, vraagt naar hoe je je
vandaag voelt, neemt je lijden waar.
Het gaat daarbij om de oprechte be-
kommernis van de zorgverlener met de
ander die pech heeft gehad en in nood
verkeert. Deze aandacht kan nauwelijks
te veel worden of overdreven zijn,
behalve misschien als deze deel uit zou
gaan maken van protocollen. Want aan-
dacht valt niet te regelen, vast te
leggen, laat staan af te dwingen.
AANDACHTSTEKORTSTOORNIS
Het belang van aandacht is het grootst
bij mensen die te maken hebben met
chronische aandoeningen of beperkin-
gen. Die aandoeningen of beperkingen
vormen een onlosmakelijk deel van hun
leven en zijn niet van voorbijgaande
aard, zoals bij meer acute gezondheids-
problemen. Nogal eens verdwijnen
chronische patiënten uit beeld of drei-
gen zij aan onze aandacht te ontsnap-
pen. Ze zijn bijna ‘niks bijzonders’
meer omdat ze al zo lang bijzonder zijn
dat het niet of nauwelijks meer opvalt.
In bijvoorbeeld de geestelijke gezond-
heidszorg lopen chronisch psychiatrische
patiënten het gevaar over het hoofd te
worden gezien omdat ze zo vertrouwd
zijn. De zorg dreigt dan te gaan lijden
aan een aandachtstekortstoornis.
EEN KOSTBAAR GOED
In de gezondheidszorg is aandacht een
kostbaar goed. Kostbaar, zonder dat het
iets hoeft te kosten. Aandacht wordt
niet gedeclareerd en de ziektekosten-
verzekeraar vergoedt aandacht niet.
Maar voor patiënten is aandacht onbe-
taalbaar. Het geven van kleine aandacht
wil ik een grote deugd noemen, juist
omdat het hierbij gaat om het voedsel
dat het leven in moeilijke omstandig-
heden draaglijk kan maken. Zonder
kwijn je weg. Aandacht vereist perma-
nent aandacht. Kleine aandacht is een
grote deugd, ondanks dat, of juist
omdat deze vaak zo onopvallend,
terloops en ogenschijnlijk als vanzelf
wordt gegeven. Aandacht is de levens-
ader van de zorg.
Dr Ron Berghmans is psycholoog en
ethicus en werkt aan de Universiteit
van Maastricht bij de vakgroep Health,
Ethics & Society/Metamedica.
Het geven van kleine aandacht
is een grote deugd.
9april 2012
Waarom bent u hier gekomen en wat is uw uitdaging?
“Ik ben oorspronkelijk opgeleid tot verpleegkundige
in het Maasziekenhuis, waar zusters van Julie Postel
waren. Ik werd verpleegkundige in de Sint Maartens-
kliniek in Nijmegen en daarna achtereenvolgens teamleider,
afdelingshoofd, manager. Ik had organisatorisch talent, zo
bleek. Met management opleidingen achter de kiezen, koos
ik voor het uitslaan van mijn vleugels. De ouderensector vond
ik heel interessant. Ik werd directeur bij een grote organisatie
maar wilde dichter bij de mensen staan. In een kleinere
organisatie zelf bestuurder worden. Dat kon hier. Ik ben hier
bestuurder, directeur en manager ineen. Ik zit in het gebouw,
ik zie de mensen. Ik ben een mensen-mens en een zorg-mens.
Ik zie het als een bewoner niet happy is. Ik vind het leuk dat
we een organisatie hebben waar we er echt samen voor
de mensen zijn. Wij zijn mens gericht, en niet organisatie
gericht. We willen echt dat bewoners hier tevreden zijn.
Mijn drive is dat bewoners het heel goed naar de zin hebben.
En ik vind het erg belangrijk om het immateriële erfgoed,
de waarden, van de zusters door te geven. Zij hebben de
gezondheidszorg in Nederland mee gemaakt tot wat het nu is.
Daarom vind ik het ook belangrijk dat er straks nog een huis
van Julie Postel is waar menslievende zorg gegeven wordt.
Met mijn gaven en competenties, die ik heb meegekregen,
kan ik hier echt wat betekenen om het gewoon goed te
organiseren. Dat hier een huis staat zoals zij dat graag zien.
Mijn taak is het om te kijken hoe we meer verbonden kunnen
blijven met de congregatie. Nu wonen hier leden van
7 congregaties: Julie Postel, de Goddelijke Voorzienigheid,
redemptoristen, karmelieten, reparatricen, penitenten,
dominicanessen. In veel plaatsen in Nederland maken kloos-
terverzorgingshuizen zich los van de congregatie. Wij zijn
juist aan het kijken hoe we uniek verbonden kunnen blijven
met Julie Postel, door wie we zijn opgericht.”
Het is een komen en gaan van bewoners
die met bezoekers en vrijwilligers gaan
wandelen in de grote tuin rondom woon-
zorgcentrum Sint Anna in Boxmeer, in
de volksmond: ‘het kasteel’. Een statig
én sierlijk gebouw, waarin traditie en
moderne faciliteiten goed samengaan.
Frits Mertens, lid van de redactie van
Zin in Zorg, ging in gesprek met Enny
Hoenselaar, bestuurder van dit huis,
dat werd gesticht door zusters van
Julie Postel.
DE WAARDEN VAN DE ZUSTERS DOORGEVEN
10 ZIN IN ZORG
Hoe geeft u dat door?
“Ons devies is: ‘Gastvrij, Zorgzaan, Spiritueel’. Dat laatste
heeft met waarden te maken. Wij hebben het geluk dat wij
zoveel waarden van de zusters meekregen. Waarden van
solidariteit, van menslievendheid, van tekortkomingen echt
zien, van elkaar de hand reiken. Dat doen we hier in dit huis
door het solidariteitsprincipe overeind te houden én
Is het moeilijk om rekening te houden met de
diverse spirituele achtergronden van de verschillende
congregaties?
“Nee. Mijn mensvisie is dat mensen uniek zijn. En dat maakt
het alleen maar leuker. Het is leuk om meer van de achter-
grond te horen. Dat maakt het heel boeiend. Maar het maakt
het niet moeilijk. We zorgen wel dat nieuwe medewerkers
wat meer van die religieuze achtergrond van de congregaties
meekrijgen door een cursus ‘Roeping en Werken’. De verschil-
lende congregaties zijn ontzettend blij dat ze hier kunnen
wonen. Er is natuurlijk wel individueel leed, bijvoorbeeld in
het loslaten van hun werk of niet gekend zijn. Ik maak kennis
met alle nieuwe bewoners, en bezoek regelmatig alle afdelin-
gen. De meeste religieuzen praten graag over het verleden,
maar dat is niet anders dan bij lekenbewoners. De zusters zijn
wel bescheiden door wat ze in het leven hebben meegemaakt.
Ik wil graag iedereen gelijk behandelen en aandacht geven.
Dat waarderen de zusters enorm. Net als anderen.”
Kunt u zeggen dat u iets speciaals heeft met
religieuzen?
“Ik kreeg mijn eerste opleiding in het ziekenhuis waar zusters
van Julie Postel waren. Zij hebben mij geraakt. Ik heb iets
met mensen die ergens voor staan en die ergens voor gaan.
Je leven ergens voor geven, daar heb ik veel bewondering
voor. Je focussen op iets en een doel hebben in het leven.
Daarom bewonder ik zusters die een bepaald pad hebben
gekozen, en - wat er ook gebeurde - op dat pad bleven.
Misschien komt het ook omdat ik een vrouw ben. De zusters
kozen in die tijd voor iets waardoor zij zich als vrouw konden
ontwikkelen en inzetten in de maatschappij, bijvoorbeeld als
onderwijzeres of verpleegkundige. Ik heb iets met vrouwen
die van het gebaande pad afwijken. Het lijkt wel of de cirkel
rond is, nu ik terug ben bij zusters van Julie Postel.”
LEVENSMOTTO? Mijn lijfspreuk is:
‘pluk de dag’. Mijn beste
vriendin Sonja zei dit tegen me op
haar sterfbed. Haar sterven veranderde mijn leven. Het is mijn
spreuk gebleven. In mijn werk ben ik steeds bezig met planning.
Ik kijk zelf weinig terug. Leven in het moment is zo belangrijk.
Geniet van het moment. Leef in het hier en nu!
ZORGERVARING?
Ik ben slecht in het vragen én krijgen van zorg.
Ik ben wel echt een helper in mijn doen en laten.
Mijn kracht zit in het contact maken met mensen, dichtbij
mensen staan. Ik wil invloed hebben op die zorg.
VERONTWAARDIGING?
Dat mensen elkaar iets niet gunnen. Als mensen
ruzie maken, dan denk ik vaak: waar gáát het over?
Leven en laten leven. Als iemand iets wil en daarover niet in
gesprek kunnen gaan, de individualisering, jezelf op de voor-
grond plaatsen, het doen voor jezelf. En niet iets waarvoor
je staat, welke opdracht je hebt.
ZONDAGOCHTEND?
Hardlopen, om mijn hoofd leeg te maken en over
dingen na te denken. Daarvoor is dat hardlopen een
goede methode. Ik ben bij een hardloopclub. En dan daarna
een beetje mijmeren over de week en vooruitdenken aan
wat er komen gaat.
GELEZEN? Het boek Moederkerk, van Jos Palm. Het heeft
me meer begrip gegeven voor de ontwikkelingen
in de kerk, en ook het gesprek met mijn ouders is door
dit boek verdiept.
1
2
3
4
5
Mijn mensvisie is dat
mensen uniek zijn.
11april 2012
Jenny komt naast ons zitten, ern-
stig, met een enorme knaloranje
zonnebril op haar neus. “Ik ben
morgen jarig”, vertelt Jolanda trots,
“en ik mag zo de kaars aanmaken.”
Karin Seijdell werkt als geestelijk ver-
zorger bij Lunet zorg, locatie Eckartdal
in Eindhoven, een instelling voor men-
sen met een verstandelijke beperking.
Vanavond gaat ze voor in de kerkdienst.
“Onvoorwaardelijke acceptatie en ge-
meenschap.” Dat zijn voor Karin de
kernwoorden. “Dit is een unieke plek.
Alle niveaus en alle stoornissen ontmoe-
ten elkaar hier. De één pikt de sfeer
mee, de ander volgt het verhaal. Een
Wij voelen ons onmiddellijk in de kring
opgenomen. Bewoner Jan komt naar ons
toe en drukt ons vriendelijk en stevig
de hand: “Ik ben hier de directeur.
Welkom.” Precies, hier is iedereen
directeur. De voorganger is weloverwo-
gen en professioneel kwetsbaar.
“Je kunt niet buiten schot blijven”, legt
Karin uit, “je hebt geen autonomie.”
We zien het gebeuren. De liederen
hebben refreinen die de bewoners met
kracht meezingen. Bewoners gaan voor
in gebed en dekken de tafel. Als Karin
bidt, worden haar woorden regel voor
regel door de bewoners herhaald en met
eigen woorden uitgebreid. De voorbeden
zijn een koor van stemmen. “Wie van
jullie wil graag bidden. En voor wie?”
Met de microfoon loopt Karin alle bewo-
ners langs. “Voor mamma.” “Voor Ficus
en mij samen.” “Voor pappa in de hemel
die dood is.” “Ik wil ook voor jou bidden,
Karin, en voor je zoon thuis.” “En alle
mensen die hier wonen.”
LEF
Bijbeltekst en preek zijn het hart van
de dienst. Dat is hard werken. “Ik wil
het verhaal dicht bij de mensen bren-
gen”, legt Karin uit. “Dat ze op de één
of andere manier voelen dat het over
hen gaat. Daarom ben ik me gaan
bekwamen in theater. Om te leren: hoe
kom ik tot de kern van zo’n verhaal. Dat
vergt lef. Ik stel me kwetsbaar op. Zoals
bij de Griekse vrouw die wanhopig is,
maar door Jezus afgewezen wordt.”
Karin leest het Bijbelverhaal over Jezus
die zich terugtrekt in Tyrus en daar
verborgen wil blijven. Over de Griekse
vrouw die toch naar hem toe komt,
omdat haar dochtertje ziek is. En die
zich niet bij Jezus’ weigering neerlegt:
“Heer, ook de hondjes onder de tafel
eten van de kruimels van de tafel.”
Karin begint haar preek door met de
bewoners in gesprek te gaan.
“Wie heeft vroeger een hondje gehad?”
“Ja.” “Ja.” “Een hondje.” “Ik.”
Handen gaan omhoog.
“Wat at ie?”
“Brokken. Hondenbrokken!”
Het Bijbelverhaal is dichtbij gehaald.
Karin doet haar donkere gebedsmantel
uit en trekt een lichtkleurig gewaad aan.
SAMEN
Ze is de Griekse moeder geworden.
En neemt de bewoners mee in haar
verhaal. Ze delen in haar verdriet en in
haar gevoel er niet bij te horen. Maar
ook in haar vasthoudendheid.
“Ik moest Jezus er even aan herinneren.
Hij is voor alle mensen gekomen.” De
bewoners vallen Karin bij: “Voor allen!”
“Dus alle mensen horen er bij”,
reageert Karin, “jong of oud........”
“…oud of jong”, vult een bewoner aan.
En een ander roept: “…maakt niks uit.”
Het wordt door iedereen zingend beves-
tigd: “Alle mensen samen, niemand
meer alleen, rond de ene tafel, alle
mensen één.”
Paula Irik is geestelijk verzorger
bij Cordaan.
De kapel is hoog en licht. Bewoners druppelen naar
binnen en vrijwilligers begeleiden hen naar hun
plaatsen. De ruimte vult zich met geroezemoes.
Paula Irik neemt ons mee naar een kerkdienst bij
Lunet zorg, voor en met mensen met een
verstandelijke beperking.
VOOR ALLEN!
Voor een uitgebreide versie
van deze impressie kijk op
www.relief.nl/actueel.php
12 ZIN IN ZORG
Het Johannes Hospitium De Ronde
Venen in Wilnis biedt vanuit naas-
tenliefde professionele zorg aan
mensen die niet lang meer te leven
hebben. Het baseert zich op de christe-
lijke barmhartigheid in het geloof dat
ieder leven een unieke gave van God is.
De naam van het hospitium (Johannes)
komt oorspronkelijk van de inspirator
van de Johanniter Orde. Om het leven
zorgvuldig te kunnen afronden, onder-
steunt dit hospitium het sterven licha-
melijk, geestelijk, sociaal en spiritueel.
Bewoners kunnen dan op hun eigen wij-
ze hopelijk vredig en waardig sterven.
In de stilteruimte van het Johannes
Hospitium hangen drie glas-in-lood
ramen, die het beeld van de zon oproe-
pen. De zon komt altijd weer op en gaat
altijd weer onder, ze verdrijft het donker,
en maakt leven en groei mogelijk. De
zon symboliseert dat het leven rond
gaat, dat er in het midden altijd licht
is, dat er altijd nieuw leven is. Verschil-
lende religies en culturen kennen het
symbool van de zon. Indianen noemen
de zon grote levengever, en zichzelf
kinderen van de zon. De zon verbeeldt
ook het oog van Allah: het ziet en weet
alles. Rumi omschrijft de zon als het
waarmerk van God aan de hemel en
op aarde. De Inca’s deelden hun maat-
schappelijke, sociale en spirituele leven
in aan de hand van de bewegingen van
de zon. Volgens de kinderen van God
is de zon het symbool van God, of van
Christus die uit de doden opstaat, zoals
de zon het duister verdrijft.
Het Johannes Hospitium straalt met
deze glas-in-lood ramen uit dat een
stervende ook een metafoor is voor de
gelovige weg door het leven, waarin de
dood slechts een halte is. Omzien naar
een zieke of stervende, is dan omzien
naar het leven in al zijn aspecten:
als gave van God.
TIJDELIJKEFrits Mertens
HALTE
13april 2012
Meneer N. is nierpatiënt en wordt driemaal per week gedialyseerd
in het ziekenhuis. Op kunstmatige wijze wordt zijn bloed gezuiverd,
maar omdat dialyse maar een beperkt deel van de werking van de
nieren overneemt, zijn strikte leefregels noodzakelijk zoals dieet en vocht-
beperking. Meneer N. is hierin begeleid. Tijdens de dialyse nuttigt hij met
smaak vier (!) meegebrachte worstenbroodjes. Dit staat haaks op zijn dieet.
Ook het hanteren van vochtbeperking en het consequent innemen van medicij-
nen kost meneer veel moeite. In een gesprek hierover reageert meneer kortaf
en bot. Hij zegt op de hoogte te zijn van de consequenties, maar het is zijn
leven, zijn keus. Hoe om te gaan met intensieve dialysezorg als de patiënt
willens en wetens de leefregels aan zijn laars lapt?
Marije Stegenga: Deze problemen zien
we vaak, een rokende COPD patiënt,
een suikerpatiënt die zich niet aan de
medicatie en leefregels houdt, een pati-
ent met over gewicht die maar ongezond
blijft eten. Het is goed om ons te reali-
seren dat de leefregels die wij als hulp-
verleners aan patiënten meegeven in
veel gevallen niet worden nageleefd.
Het is voor de meeste mensen lastig om
een verandering aan te brengen in
bestaande leefpatronen.
Theo de Zwart: Ja inderdaad. We kunnen
een patiënt niet dwingen om therapie-
trouw te zijn: zich te houden aan leef-
regels en aan voorgeschreven medicatie.
Als rode draad door de intensieve dialyse-
behandeling loopt daarom ook het geven
van goede voorlichting over de medicij-
nen, hun werking, bijwer kingen en de
gevolgen van het niet slikken van deze
medicatie. Ook de noodzakelijkheid van
dieet en vochtbeperking wordt herhaal-
delijk benadrukt. Als meneer N. beschikt
over een intact vermogen om zelf
beslissingen te kunnen nemen, maar
therapieontrouw blijft, zal de behande-
lend specialist toch ook de risico’s
benoemen zoals breinschade.
MS: Vaak zijn deze situaties een doorn
in het oog van de hulpverleners. Immers
een belangrijk kernwaarde voor hen is
‘gezondheid’. De beroepshouding en de
handelingen zijn gericht op het behoud
van gezondheid of het in de gegeven
omstandigheden zo goed mogelijk in
stand houden van de gezondheid. Wan-
neer een patiënt dan zelf naar het
schijnt willens en wetens dit proces
tegenwerkt staat men voor een dilem-
ma. Het is daarom heel belangrijk om
in organisaties bij dit soort casuïstiek
stil te staan. Om de frustratie die dit
oproept te bespreken en met elkaar te
in deze situatie.
TdZ: Om het ‘goede’ met elkaar te
ontdekken is het belangrijk om aan
de weet te komen welke waarden en
opvattingen meneer N. erop na houdt.
Hij baseert zich niet enkel op de
Twee leden van het Ethisch Elftal reageren op een
moreel dilemma uit de zorgpraktijk van alledag. Deze
keer de situatie van een meneer die is aangewezen op
nierdialyse, maar erg veel moeite heeft zich aan de
voorgeschreven leefregels te houden. Moet dat conse-
quenties hebben voor de zorg die hij ontvangt? Marije
Stegenga, stafmedewerker van Reliëf, en Theo de Zwart,
ethicus van ziekenhuis Rijnstate, over leefregels,
therapietrouw en het belang van de zorgrelatie.
Redactie van deze rubriek wordt verzorgd door Madeleine Timmermann.
WILLENS EN WETENS
14 ZIN IN ZORG
informatie gegeven door de arts en/of
de dialyse-verpleegkundige, maar ook
op gevoelens en omgevingsargumenten.
Vaak gaan we er vanuit dat wij, hulp-
verleners, het weten en de patiënt
moet volgen. Is meneer N. voldoende
betrokken geweest bij de besluit-
vorming tot nu toe?
MS: Het lijkt me zeker goed om te
verkennen of alles is geprobeerd om
meneer op deze manier te helpen bij
zijn gedrags verandering
ZORGRELATIE STOPT NIET
TdZ: Vergeet niet dat we in een maat-
schappij leven van vrije keuzes. Meneer
N. mag zelf kiezen of hij te veel vocht
inneemt en zich wel of niet zal houden
aan de dieetvoorschriften. Maar… dan
moet hij zich wel realiseren dat hij zelf
verantwoordelijk is voor het niet slagen
van de dialyse. Echter ook dan stopt
de zorg niet.
MS: Omwille van de zorgrelatie met
meneer lijkt het me goed dat de zorg-
verleners in overleg met meneer een
beleid afspreken over hoe zij moeten
omgaan met het eten van de ongezonde
zaken tijdens de dialyse. Als meneer
aangeeft dat hij hier niet meer op aan-
gesproken wil worden dan zou ik daar
zeker mee ophouden. Daar bereik je
immers geen gedragsverandering mee.
TdZ: Dat blijkt ook uit de praktijk.
Aansluiting zoeken is erkennen dat het
een opgave is. Het is misschien beter
het aantal voorschriften te reduceren
dan strikt en streng te hameren op wat
niet mag en wel moet. Als we in het
belang van de heer N. zijn trouw aan
de therapie willen verhogen, moeten
we daar op inzetten. Wat is voor hem
de moeite waard?
MS: En met hem in gesprek blijven over
zijn manier van leven en de moeite die
meneer heeft met zijn ziek zijn en de
mentale arbeid die het van hem vraagt
om voortdurend zijn bakens in het leven
te verzetten.
TdZ: Ja, hij heeft onze steun en bemoe-
diging nodig.
Amsta is een zorgaanbieder in Amsterdam voor
ouderen, mensen met een verstandelijke beperking
en iedere andere Amsterdammer die behoefte heeft
aan een steuntje in de rug. Elske Cazemier, voorzitter,
vertelt over het werk van de Commissie Ethiek.
Opgetekend door drs. Theo de Zwart, Medisch Ethicus (Rijnstate, Arnhem)
5 VRAGEN AAN DE COMMISSIE ETHIEK VAN…
AMSTA
SINDS WANNEER -
leerd door de Raad van Bestuur. Amsta bestond toen 2½ jaar en we
wilden de initiatieven op het gebied van ethiek graag bundelen. We hadden ont-
dekt hoe waardevol het kan zijn om na te denken over wat goede zorg is, waren
bekend met Moreel Beraad en hadden een aantal contactpersonen, die gemoti-
veerd waren om de ethische bezinning binnen de organisatie te bevorderen.
SAMENSTELLING
In de commissie zitten een arts, een medewerker uit de dienst behande-
ling en begeleiding, een manager, drie medewerkers van de werkvloer,
een geestelijk verzorger en een lid op voordracht van de centrale cliëntenraad.
Er is secretariële ondersteuning. Om de commissie heen hebben we contact-
personen in elke locatie, waardoor het eenvoudiger is voor medewerkers om
hun ethische dilemma’s met iemand te bespreken.
TROTS OP
In november 2011 is er door de Commissie Ethiek een symposium voor
medewerkers georganiseerd met de titel: ‘Kostbare zorg’. Zowel de
kosten voor de zorg kwamen aan bod, als ook de inzet voor mensen die de zorg
nodig hebben tevens werden de spanningen die dit oproept besproken. Veel
mensen blijken bereid na te denken over knelpunten en dilemma’s en te zoeken
naar een manier om daarmee om te gaan.
KNELPUNT
Het is beleid van de Raad van Bestuur om ruimte te maken voor ethische
-
lijk gevoeld voor de uitvoering van dat beleid. Graag zouden we de leidingge-
venden en de medewerkers zelf deze verantwoordelijkheid geven. We hopen
dat ethische bezinning een normale zaak gaat worden binnen alle lagen van
onze organisatie. Daarbij kunnen wij dan een stimulerende en begeleidende
rol spelen.
TIPS Over het algemeen wordt ‘ethiek’ als vaag of moeilijk ervaren. Door onze
leden die in de directe zorg werken, door de contactpersonen en door
de Moreel Beraden vinden we als commissie voldoende bodem en voldoende
concrete dilemma’s om met mensen in gesprek te komen.
1
2
3
4
5
15april 2012
LIEF ZIEKENHUISDoor Frits de Lange, hoogleraar
Ethiek aan de Protestantse
Theologische Universiteit
Wil je een zorgethicus boos
krijgen, dan moet je zijn kijk
op ethiek verwarren met
zoiets als ‘ethiek van de (gezondheids)
zorg’. Zorgethiek (ethics of care) staat
immers niet voor de beroepsethiek van
zorgprofessionals, maar voor een
alternatieve kijk op de hele ethiek. Zij
wil niets minder dan de hele samenle-
ving anders doen kijken naar alle
menselijke betrekkingen. Zorgethiek
staat voor een relationeel mensbeeld,
voor compassie, voor contextgevoelig-
heid. Ethiek is voor haar meer dan het
vinden van rationele omgangsregels
voor het publieke verkeer. Aandacht,
kwetsbaarheid, afhankelijkheid,
lichamelijkheid – we hebben het van
huis uit, van de moederschoot af aan
meegekregen. Als we die kant van ons
mens zijn naar het licht keren, zegt de
zorgethiek, worden we er met zijn allen
beter mens van.
Geen wonder dat zorgethiek en de zorg
voor zieke mensen elkaar dan gemakke-
lijk vinden. Wie ziek wordt, is plots een
kwetsbaar lichaam geworden, afhanke-
lijk van de zorg van anderen. Maar toch,
de gezondheidszorg zelf lijkt dat nota
bene te vergeten. In een ziekenhuis
vechten het marktdenken en de
technologische imperatief met menslie-
vendheid om voorrang bij de zorgprofes-
sional.
De zorgethiek heeft zo’n kritische kijk
op de praktijk van de zorg, dat ze
VROEGCHRISTELIJKE
DENKERS EN HEDENDAAGSE
MORELE ZORGDILEMMA’S
Er zijn thema’s in de zorg waar
iedere tijd opnieuw mee
worstelt. In dit goed leesbare
boekje nemen Theo Boer en Stef
Groenewoud de lezer mee naar de
eerste vier eeuwen na Christus.
Ze laten zien hoe men tegen ziekte
en ziekenzorg aankeek, hoe patiënt-
zijn verbonden werd met de deugd
van het geduld (patientia) en de
dapperheid, hoe men aankeek tegen
de zelfgekozen dood, hoe nagedacht
werd over de grenzen aan behandeling
en ten slotte, het langste hoofdstuk,
over levensbeëindiging bij het
beginnende leven. De spiegel die
voorgehouden wordt is opgebouwd uit
veel citaten die dikwijls levendig en
concreet zijn. Ze doen beseffen dat
veel discussies al 2000 jaar gevoerd
worden en dat het verrijkend is om
naar levenservaring uit andere tijden
te luisteren.
Theo Boer en Stef Groenewoud,
ZonMw, 2011, 80 p. te downloaden
op www.zonmw.nl
BRUGGEN NAAR MORGEN.
Een inspiratieboek over aandacht en
zorg. Verschenen bij gelegenheid van
de 65e verjaardag van de auteur. “Ik
zoek elke dag naar woorden, naar verhalen
die een brug slaan naar morgen.” Marinus
van den Berg, neemt ons mee om over
bruggen te gaan. Bruggen om in verbinding
te komen met…, bruggen om hindernissen
te slechten…, bruggen om elkaar nabij te
zijn…Zoveel bruggen in allerlei soorten en
maten. Goede woorden, bemoediging en
troost worden aangeboden. Verhalen en
gedichten die ons kunnen raken en ons een
handvat geven om anderen tot steun te
zijn. De auteur laat zien dat er meer is
tussen hemel en aarde en dat wij daar deel
van uit maken. Dat we dat mogen aanvaar-
den als een kostbaar geschenk.
Marinus van den Berg, Ten Have, 2012,
€ 22,95
16 ZIN IN ZORG
doorgaans alleen als een counterstory
verteld kan worden, een kritisch
contrastverhaal. Dat mag soms zo zijn.
Maar dat hoeft niet zo te blijven. Er zijn
voorbeelden dat het beter, anders kan.
Best practices, waar andere instellingen
zich aan kunnen scherpen.
Het Tilburgse St. Elisabeth Ziekenhuis
besloot onder de provocerende titel
‘lief ziekenhuis’ te werken aan menslie-
vende zorg in de praktijk. In het
Programma Menslievende Zorg werken
verpleegkundigen, artsen, paramedici,
managers en zorgethici sinds 2009
samen om beter vorm te geven aan
waar het in zorgethiek werkelijk om
draait; om het bijstaan van patiënten in
hun lijden en onzekerheid en ze niet
verlaten. In de bundel Menslievende
zorg in de praktijk doen de meest
betrokkenen bij het project verslag van
hun zoektocht en de zorgethische
veronderstellingen daarachter.
Elk deel – Anders kijken, Anders doen,
Anders leren – begint met een theore-
tisch hoofdstuk. Deze hoofdstukken
vormen samen het zorgethische
geraamte van het programma. In elf
korte hoofdstukken wordt vervolgens
bericht uit de dagelijkse praktijk van
zorg en onderzoek, en krijgt het
programma vlees en bloed.
Het resultaat is een hoopgevend boek,
dat bewijst dat het – voor hetzelfde
geld – anders, beter kan. Van counter
story naar success story? Dat niet. De
wrijvingen worden niet weggemasseerd,
de moeiten niet ontkend. De zorgethi-
cus Frans Vosman ziet in de verpleeg-
kundige de voorhoede in een politieke
strijd, de zorgeenheid Heelkunde houdt
het bij een training klantgerichtheid
van de Efteling. Niet alle neuzen staan
altijd dezelfde kant op. Maar wat is er
ondertussen in Tilburg al veel neergezet
aan (bezinning op) zorg zoals zorg
bedoeld is. Wie volgt?
Gert Olthuis & Carlo Leget (red.),
Menslievende zorg in de praktijk.
Berichten uit het St. Elisabeth Zieken-
huis, Boom/Lemma, 2012, 126 p. €19,00
een hoopgevend boek
dat bewijst dat het
-voor hetzelfde geld-
anders, beter kan.
INTOUCHABLES
Les extremes se touchent - de
uitersten raken elkaar - zo luidt
een Frans spreekwoord. Het is
van toepassing op deze fantastische
paria’s van onze samenleving, elkaar
raken. De een is een sjacherende
Afrikaan, de ander is een tot zijn
nek verlamde miljonair met een
hoge dwarslaesie. Ze hebben elkaar
nodig; de een voor de zorg, de ander
voor het geld. Alle ingrediënten voor
een tranentrekker zijn er. Toch
wordt Intouchables nergens senti-
menselijke en soms harde humor.
Maar ook ontroering. Hij laat je op
een andere manier naar zorg kijken.
Als iets dat mensen gewoon doen
omdat het gebeuren moet. En van
daaruit kunnen ze elkaar zo diep
raken dat een vriendschap ontstaat.
Waar gebeurd, vorig jaar een grote
hit in Frankrijk, en inmiddels de
Nederlandse bioscopen.
Leo van Erp is voorzitter van de
Raad van Bestuur van een grote
organisatie voor verpleeg- en
verzorgingshuiszorg, welzijn en thuis-
zorg. Hij schreef een verhalenbundel
met 36 korte verhalen, fragmenten
waarin hij het dagelijks werk in de zorg
centraal wil stellen, daar waar cliënten
en zorgverleners elkaar ontmoeten.
Mooie, herkenbare, soms indringende en
ontroerende verhalen die stem en gezicht
geven aan de oudere mens die is aan -
gewezen op zorg, aan degenen die de
zorg verlenen, én aan de bestuurder die
zich realiseert dat van alle aspecten van
zorg er één centraal staat: de mens.
Leo van Erp, Het Tweede Gezicht,
2011, 135p. € 10,00
17april 2012
Meteen bij binnenkomst van het echtpaar Van Krieken
in de spreekkamer van dokter Smilde valt de gemoe-
delijke sfeer op. Ze tutoyeren elkaar, er worden
we in gesprek. Meneer Van Krieken vertelt: “In 2005 is bij mij
nierkanker geconstateerd. Mijn nier is verwijderd, ik heb
uitzaaiingen gekregen, ben vier keer geopereerd. De uitzaai-
ingen zijn niet weg te krijgen. Met pillen houden we ze onder
controle. Het blijft spannend. Meestal kan ik er goed mee
omgaan, maar ik heb ook wel een tijd gehad dat ik het
somber inzag, dat ik werkelijk dacht dat het afgelopen was.”
Dokter Smilde licht toe welke therapie de heer Van Krieken
momenteel krijgt: “het is een doelgerichte therapie. Het is
niet echt chemo, maar heeft wel degelijk ‘echte’ bijwerkin-
gen. Van Krieken is nogal een bikkel en verdraagt het gelukkig
wel, maar zeker in het begin moet je het goed in de gaten
houden.” Meneer en mevrouw Van Krieken knikken instem-
mend. “Dat heeft Tineke heel goed opgevangen,” vertelt
meneer: “in het begin zat ik elke week hier, ik moest er nog
vertrouwen in krijgen. Later durfde ik het wat meer los te
laten. Maar ik weet dat als er iets is, ik altijd kan bellen.
Dat geeft mij een heel goed gevoel.” Kijkend naar zijn vrouw
corrigeert de heer Van Krieken zichzelf: “dat geeft óns een
goed gevoel. Mijn vrouw komt altijd mee, het is ook een
onderdeel van haar leven.”
De band met dokter Smilde is goed. De arts vertelt:
“We hebben elkaar vaak gezien, ook op angstige momenten.
Nu gaat het goed, maar dat is ook wel heel anders geweest.
Het is een intensief contact. En daarnaast is het ook zo dat
je met sommige mensen gewoon een ‘klik’ hebt, je verstaat
elkaar. Het krachtige aan jullie”, zegt dokter Smilde richting
het echtpaar, “is dat jullie allebei het leven ten volle leven.
Dat gaat nu goed, maar er is natuurlijk wel degelijk ziekte,
die ook beperkingen met zich meebrengt en daar loop je soms
vol tegenaan. Dat is moeilijk. En mijn ervaring, ook mijn
eigen ervaring, is dat de buitenwereld dat toch slecht begrijpt.”
Tineke Smilde heeft een aantal jaren geleden zelf haar
echt genoot verloren aan kanker. “Het is niet erg als mensen
dat weten. Ik zal er niet mee koketteren, maar het is geen
geheim. Het maakt dat mensen soms eerder durven zeggen
De heer Van Krieken komt al jaren bij
dokter Smilde en vindt haar een ‘kei’
van een dokter. Cynthia Lieshout,
eindredacteur van Zin in Zorg, ging in
het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den
Bosch in gesprek met oncologe Tineke
Smilde en de heer en mevrouw Van
Krieken. Ze spraken over de bijzondere
verbondenheid tussen arts en patiënt.
Met sommige mensen heb je gewoon
een ‘klik’, je verstaat elkaar.
18 ZIN IN ZORG
wat er niet goed gaat, ook thuis. Ze weten dat ik zelf ook
de ellende ken. Zo heeft wat er in mijn eigen leven is gebeurd
me eigenlijk geholpen in het vak.” Mevrouw Van Krieken:
“Het maakt haar tot een heel menselijke dokter. Ze weet
dat er buiten de muren van het ziekenhuis nog veel meer
gebeurt.” Meneer Van Krieken vult aan: “bij Tineke voel
ik me geen dossier met een nummer.”
VERBONDENHEID
Op de vraag hoe zij de relatie met meneer en mevrouw Van
Krieken zou omschrijven antwoordt dokter Smilde: “Vriend-
schap is een woord dat niet past, daarvoor is het teveel een
professionele arts-patiënt-relatie. Ik noem het eerder
verbondenheid; een oprecht gevoel van verbondenheid, als
je zó lang met iemand de weg loopt. Dat is ook hoe ik mijn rol
zie. Zij moeten uiteindelijk de weg gaan, maar ik loop met
hen mee, kan hier en daar wat sturen. Mensen denken soms
dat mijn werk alleen maar zwaar is, maar het is ook heel
mooi. Juist die wederzijdse verbondenheid en waardering.
Dat wil ik ook benadrukken bij meneer en mevrouw Van
Krieken; zij laten zien dat ondanks wat er gebeurt, je het
leven kunt blijven leven. Met alle ups en downs, ze blijven
léven. Ik vind dat levenskunst. Niet woedend of verbitterd
raken, maar het leven nemen zoals het komt. Ik vind dat mooi
om te zien, ik krijg daar ook energie van, ben ook dankbaar
voor die wederzijdse relatie. Als ik een scan van meneer zie
die ‘goed’ is, dan ben ik oprecht blij. Elke keer weer.
Het verlengde van die verbondenheid is dat het mij ook niet
onberoerd laat als het niet goed gaat. Dat is de consequentie,
je gaat werkelijk een relatie aan. Het komt niet zó dicht bij
dat je beslissingen gaat nemen op basis van emoties, maar ik
héb ze wel en dat mogen mensen best zien.” “Nou,” reageert
meneer Van Krieken, “mij doet het echt goed om dat te
merken. Ik voel me als mens gezien. Al had ik hier natuurlijk
liever niet gezeten, want dan was ik nog gezond geweest.
Maar nu ik kanker heb, had ik geen betere dokter kunnen
treffen. Ik ben in goede handen!”
Een uitgebreider verslag van dit gesprek vindt u op onze
website: www.relief.nl/actueel.php
GESPREK MET
JACKYGEHEIMMichael Kolen & Jacky Martin
In de afgelopen weken bewoog Jacky zich als een
echte ‘Surelock Homes’ over Landpark Assisië. Sinds het
moment dat hij op een ochtend door een grote hei-
machine uit zijn bed werd gedreund, zocht hij antwoord
op de vraag wat er op het grote grasveld naast zijn pas
betrokken zolderkamer toch allemaal gaande was aan
bouwactiviteiten. Gek genoeg gaf niemand in zijn omge-
ving direct antwoord op die voor de hand liggende vraag.
Zijn begeleiding moest zich noodgedwongen op de vlakte
houden. Om onrust onder de bewoners te voorkomen was
door ‘de boven hen gestelde autoriteiten’ besloten het
nieuws van de aankomende verhuizingen voor bewoners
geheim te houden tot het moment dat de tijdelijke
woningen klaar waren en men kon laten zien waar de
verhuizing naartoe zou gaan. Een afweging die naar
sommige bewoners toe misschien ‘wijs’ is, maar een
ervaren Assisiaan als Jacky - hij woont binnenkort bijna
50 jaar onafgebroken op dit terrein - neemt natuurlijk
geen genoegen met zo’n doekje voor het bloeden.
Al snel had Jacky het geheim ontrafeld. Een kwestie van
heel veel ‘buurten’ met de werklui en goed luisteren naar
waar de begeleiding met elkaar over praat, vooral als ze
zachter gaan praten. “Er worden daar containers ge-
plaatst waar cliënten in komen te wonen. Ze gaan de oude
gebouwen slopen en andere moeten ze opknappen omdat
die versleten zijn. Over drie jaar is het klaar.” Natuurlijk
kwam daar al snel de door de begeleiding gevreesde vraag
achteraan. “Moet ik dan ook weer verhuizen?” De zorg-
zame omgeving van Jacky kon niet anders dan bevestigen
dat hij binnenkort voor de derde keer in anderhalf jaar
tijd moet verkassen. Als ‘troost’ is Jacky nu deelgenoot
gemaakt van het grote geheim. Door te beloven er
voorlopig niet met andere bewoners over te praten kreeg
Jacky de bevestiging van hetgeen hij inmiddels zelf al had
ontdekt, mét de belofte dat hij in de tijdelijke woonunit
een grotere kamer krijgt met eigen douche en toilet.
“Hoef ik dat niet meer met de anderen te delen.” Jacky
lijkt zijn aankomende derde verhuizing, in tegenstelling
tot wat zijn omgeving vreesde, niet zo’n probleem te
vinden, maar iedere keer als ik hem tegenkom zegt hij:
“Ik kan het geheim echt niet meer voor mij houden hoor,
ik moet het vertellen.”
19april 2012
Bert Fockens is geestelijk verzorger bij SOVAK, een orga-
nisatie die ondersteuning biedt aan mensen met een
verstandelijke beperking. Onlangs herijkte de organisatie
op deze visie en kernwaarden aan de hand van enkele
ervaringen uit de praktijk.
20
ZORG MET AANDACHT - AANDACHT MET ZORG
reportage
20 ZIN IN ZORG
Respectvol, verbondenheid,
professionaliteit en nieuwsgierig-
heid zijn prachtige woorden die
medewerkers dagelijks in praktijk
brengen, vaak ongemerkt en vanzelf-
sprekend. Nieuwsgierigheid betekent
aandacht hebben voor de mensen die
onze ondersteuning nodig hebben.
Daar gaat het om!
Maar is het hebben van aandacht wel
zo vanzelfsprekend? Jan en ik wandelen
samen door de wijk. Hij geniet in zijn
rolstoel. We koesteren ons in elkaars
warme aandacht. Plotseling worden we
gestoord door mijn telefoon. Het is een
privégesprek. Ik probeer het kort te
houden, maar dat lukt helaas niet.
Al bellend duw ik Jan verder. Onderweg
komen we een collega tegen. Verbaasd
en met een glimlach kijkt zij mij aan.
Ik voel mij door haar betrapt. Enige tijd
geleden hebben wij binnen haar team
een gesprek gehad over het ethische
dilemma ‘Hoe om te gaan met mobiele
telefoons tijdens je werk’. Mijn morele
pleidooi om daar zorgvuldig in te zijn,
krijgt opeens een verdacht kleurtje.
Werken met mensen met een verstan-
delijke beperking, vergt aandacht en
zorgvuldigheid. Het is een kunst die
veel werkers in de zorg meer dan goed
verstaan. Natuurlijk is er regelmatig
-
terwerk vraagt meer en meer tijd. Toch
zijn er pareltjes te zien en te beleven.
Ik geniet er telkens van als ik zie hoe
begeleiders aandachtig aanwezig zijn in
het leven van mensen met een verstan-
delijke beperking. Ze behandelen hen
als volwaardige en kleurrijke personen,
met respect en waardering. Op een
professionele manier sluiten zij aan
bij de wensen en de behoeften van
degenen die aan hun zorg zijn
toevertrouwd. Nieuwsgierig proberen
met een verstandelijke beperking zijn
doorgaans minder goed in staat hun
gevoelens en wensen te verwoorden.
Het vergt oefening om goed te kijken
en te luisteren wat iemand vraagt.
Wat vertelt deze mens met zijn gedrag
of met haar emoties? Vol aandacht
luisteren begeleiders en maken zij één
van de meest wezenlijke levensprincipes
waar: ‘Ik ben er voor jou en jij bent er
voor mij’.
Enige tijd geleden leidde ik Thijs Tromp,
directeur van Reliëf, rond in één van
onze dagactiviteitencentra. Vooraf
vraag ik netjes toestemming. Ik kom
wel vaker langs, maar toch voel ik me
telkens weer een storende factor.
Ik weet wel dat het hele leven door-
weven is met storende momenten. Dat
hoeft niet erg te zijn, wanneer daar op
een zorgvuldige manier mee omgegaan
wordt. Thijs en ik bezoeken een groep
waar cliënten met een ernstig meervou-
dige beperking samen de dag doorbren-
gen. We komen binnen op het moment
dat ze genieten van een heerlijk
schaaltje verse aardbeien. Er heerst op
dat moment een rustige, serene sfeer.
Op de achtergrond klinkt zachte
muziek. De aardbeien krijgen aandacht,
maar wij ook. Aardbeien eten en bezoek
ontvangen gaat blijkbaar prima samen.
Sommige deelnemers reageren enthou-
siast op ons. Er ontstaat een soort
verbon denheid. We krijgen allebei het
gevoel deel uit te maken van dat
geheel. Vanuit mijn ooghoek zie ik dat
een begeleider de aardbeien steeds bij
de neus van cliënt Els houdt. Zo kan
ze ook genieten van de aangename geur.
Zowel voor Thijs als voor mij is het een
ontroerend moment, dat ons beiden
diep raakt. Els glimlacht. Voorzichtig
raak ik een andere cliënt aan. De zachte
streling over zijn handen doet hem
zichtbaar goed. Het bevestigt mijn
ervaring dat op een prettige manier
aangeraakt worden, klaarblijkelijk
effect heeft op psychisch en lichamelijk
welbevinden. Naast gesproken woorden
is lichaamstaal de manier waarop
gecommuniceerd wordt in de wereld
van mensen met een verstandelijke
beperking. Natuurlijk moet deze manier
van ‘praten’ zorgvuldig gebeuren.
Grenzen moeten gerespecteerd worden,
maar deze cliënt vaart er zichtbaar wel
bij. Tenminste, zo interpreteer ik op dat
moment zijn enthousiaste glimlach.
ik dat hij het aangenaam vindt dat wij
er even zijn.
Telkens weer ben ik ervan onder de
indruk dat medewerkers in de zorg met
aandacht en respect aanwezig zijn in de
levens van mensen die voor dat moment
aan hen zijn toevertrouwd. Als ik de
ervaring van Thijs en mij deel met één
van de activiteitenbegeleiders, reageert
zij bijna schouderophalend. ‘Het is toch
vanzelfsprekend dat je de dingen met
aandacht en liefde doet? Dat is toch
normaal?’
Met aandacht luisteren
Bert Fockens
21april 2012
ALGEMENE LEDEN-
VERGADERING
Op 14 mei jl. vond de Algemene
Ledenvergadering plaats. De
leden keurden het jaarverslag en
de jaarrekening 2011 goed. Marije
Stegenga presenteerde het Reliëf
zorgconcept. Het zorg concept stoelt op
drie principes: werken vanuit waarden,
de zorgrelatie centraal en het ondersteu-
nen van bestaande netwerken van zorg.
Die principes geven richting aan vijf
bouwstenen van het concept: de bezielde
professional, waardegericht leiderschap,
betekenisvolle kwaliteit, de dienende
organisatie en de lerende gemeenschap.
Alles draait in het zorgconcept om het
ondersteunen van de gezondheid van de
zorgvrager, vanuit betekenisvolle
relaties. Het zorgconcept is gericht op
wat het voor de zorgvrager persoonlijk
betekent om van zorg afhankelijk te zijn
en hoe hij of zij zelf zijn of haar leven op
een zinvolle wijze wil leiden. De aanwe-
zigen gaven Reliëf waardevolle suggesties
om het zorgconcept geschikt te maken
voor implementatie in de praktijk. Reliëf
zal in de komende maanden met een of
meer zorgaanbieders in een pilot gaan
experimenteren met de implementatie
van het zorgconcept.
BELEID VAN HET BESTUUR
Op 6 juli a.s. hoopt het bestuur
zich te buigen over het meer-
jarenbeleidsplan 2013-2015.
Centraal in die bezinning staat de vraag
naar de wijze waarop Reliëf in de
toekomst een vitale vereniging kan
blijven. De steeds grotere rol van
Scholing & Advies zal ook onder de loep
genomen worden. Is verdere groei
wenselijk? In de constructie van de
vereniging, of liever in een afzonder-
lijke stichting? Welke rol speelt daarin
de verder ontwikkeling van het Reliëf
zorgconcept? Moet er naast het verlenen
van Scholing & Advies geïnvesteerd
worden in grotere projecten? Op welke
in het publiek debat? Het bestuur zal
de Raad van Advies vragen zich uit
te spreken over deze vragen, alvorens
zelf lijnen naar de toekomst uit te
zetten. In de Algemene Ledenvergade-
ring van 19 november hoopt het bestuur
het meerjarenbeleidsplan te presente-
ren aan de leden.
OPEN INSCHRIJVING ‘WERKEN
MET LEVENSVERHALEN’
In september biedt Reliëf een een-
daagse cursus met open inschrijving
aan, over Mijn leven in kaart. Deze
succesvolle methode is gericht op het
optekenen van levensverhalen met
ouderen. Veel zorgverleners en vrijwil-
ligers werken met deze methode.
Er zijn nog plaatsen beschikbaar. Bent u
geïnteresseerd, neemt u dan contact op
met Wout Huizing ([email protected]).
In overleg met de belangstellenden
wordt een datum vastgesteld. Kosten
voor leden: € 100,- incl. de methode
(winkelprijs € 34,95). Niet leden:
€ 125,-. Meer informatie over de
methode zie:
www.zorgvoorhetverhaal.nl
CURSUS
‘ETHIEK IN DE PRAKTIJK’
In het najaar wordt de succesvolle
cursus ‘Ethiek in de praktijk’
herhaald. In deze praktische cursus
doen de deelnemers kennis en vaardig-
heden op, waarmee zij in hun eigen
praktijk aan de slag kunnen met morele
bewustwording, ethiekbeleid en
ethische gesprekken. Deze cursus
bestaat uit twee dagen en wordt
gehouden op 25 september en
2 oktober. Locatie: Conferentiecentrum
Mennorode in Elspeet. De kosten voor
deelname bedragen € 600,- voor
deelnemers die werken bij lidinstellin-
gen van Reliëf en persoonlijke leden
en € 700,- voor niet-leden. Voor meer
informatie kunt u terecht bij Marije
Stegenga ([email protected])
ZORGEN VOOR ZIN BIJ
OUDEREN
In het najaar zijn er twee keuzemodu-
les van de cursus ‘Zorgen voor zin bij
ouderen’. Het betreft module 5 en 6.
Module 5 (op 19 september) gaat over
vieringen met verpleeghuisbewoners
in het algemeen en ouderen in verschil-
lende stadia van het dementieproces
in het bijzonder. De docent is Rieke
Mes. Module 6 (op 10 oktober) gaat over
kunst en zingeving in de zorg voor
ouderen. De docent is René Rosmolen.
Beide modules duren een dag en geven
de cursist een stevige theoretische
inleiding en op de praktijk gerichte
oefeningen. Locatie is conferentie-
centrum Mennorode in Elspeet.
Begeleiders zijn Wout Huizing en Tamar
Kopmels. Opgeven via [email protected]
MASTERCLASS OUDER WORDEN
IN PERSPECTIEF
In juni is de vijfde jaargang van de
Masterclass ‘Ouder worden in
perspectief’ afgesloten. De cursisten
beoordeelden de masterclass met hoge
cijfers. De combinatie van deskundige
sprekers van naam en de aandacht voor
de persoonlijke verwerking van de
inhoud is volgens de deelnemers ‘een
ijzersterke formule’. In de masterclass,
bedoeld voor professionals en beleid-
smakers in de ouderenzorg, komen
aspecten als zorg, beleid, ethiek en
levensvragen in de begeleiding van
ouderen aan bod. De masterclass staat
onder leiding van dr. Frits de Lange
en drs. Wout Huizing. Wilt u informatie
over de nieuwe serie, die start in
januari 2013, neem dan contact
op met [email protected]
MENTAAL WELBEVINDEN
IN DE ZORG THUIS
Na het goed ontvangen boek
‘Werken aan mentaal welbevin-
den’ uit 2010 heeft Actiz het
Expertisenetwerk Levensvragen en
Ouderen gevraagd een brochure te
zorg thuis. Wout Huizing en Tijs Tromp,
resp. stafmedewerker en directeur
van Reliëf,schreven deze brochure, die
ingaat op vragen als: wat is mentaal
welbevinden, hoe kun je eraan werken,
wie zijn daarbij betrokken? De antwoor-
de zorg thuis, je bent als zorgverlener/
-aanbieder te gast in het leven en in
22 ZIN IN ZORG
de buurt van de cliënt. Werken aan
mentaal welbevinden blijkt een
startpunt voor innovatie te zijn. Visie-
vorming op dit vlak draagt bij aan
ondernemerschap en identiteit van de
zorgorganisatie: welke rol spelen we
in de samenleving, wat kunnen we
betekenen voor onze cliënten en voor
onze partners, wat ondernemen wij en
met wie willen wij ons verbinden?
Eens te meer blijkt dat aandacht voor
mentaal welbevinden geen extraatje
is in de zorg; het is het hart van de
zorg. De brochure is te bestellen
GELOOF IN ZORG!
Op 5 en 6 oktober 2012 zal het
derde congres van ‘Geloof in
zorg’ plaatsvinden, met als titel:
‘Kies dan het leven!’ Christenen die
werken in de zorg kunnen luisteren naar
sprekers als Doeke Post, Bart Cusveller,
René van Leeuwen, Margriet van der
Kooi, Paul Lieverse en Marc Desmet.
Naast diverse workshops is er ruimte
voor zang en gebed, ter inspiratie en
bemoediging. Info en aanmelding:
VAN HET BESTUUR
OP ZOEK NAAR DE VITALE OUDERE
De gezondheidszorg is in een turbulente fase terechtgekomen. Het was
lange tijd vanzelfsprekend dat voor alle noden en ziekten een oplossing
voorhanden was, nu of toch minstens binnen afzienbare tijd. Een aantal
eindig blijken. Er worden vragen gesteld bij exclusieve zorg voor enkelen tegen
een hoge prijs, of bij het verstrekken van voorzieningen zonder voldoende
toetsing vooraf en achteraf.
Dat er een probleem is, blijkt onder andere uit het feit dat bij ongewijzigd
beleid over 5 jaar de gehele stijging van het Bruto Nationaal Product van Neder-
land besteed zal moeten worden aan de autonome stijging van de kosten van de
gezondheidszorg. Voor investeringen in onderwijs, cultuur, een betere leefbaar-
heid in de steden etc. is er geen geld beschikbaar! Dit is een moeilijk houdbaar
uitgangspunt.
De vraag is of het alleen een geldkwestie is. Naar mijn oordeel niet. Het abso-
lute en relatieve aantal ouderen neemt sterk toe en daarmee ook de behoefte
aan zorg. Het aantal mensen dat werkt in de zorg houdt daarmee absoluut geen
gelijke tred. Er ontstaat dus steeds meer discrepantie tussen vraag en aanbod.
genoeg verzorgenden, ontstaat er een groot probleem. Er zullen keuzes, ook
pijnlijke, gemaakt moeten worden, alle politiek opportunisme ten spijt.
Het gezonde deel van de generatie van de ouderen van nu en de aanstormende
golf van babyboomers zal aan deze problematiek niet meer kunnen ontkomen.
Achterover leunen en zich beroepen op rechten is een doodlopende weg.
De tijden zijn veranderd. De generatie ouderen van nu en morgen zal ook zelf
een bijdrage moeten leveren aan een gezonde samenleving. En de samenleving,
inclusief de politiek, zal daarom ook af moeten stappen van het ‘pamperen’
van de ouderen. Er zijn gewoonweg te weinig mantelzorgers en professionals .
Bovendien heeft de vitale oudere niet alleen mogelijkheden en kwaliteiten om
zelf bij te dragen, maar weten we ook dat mensen, dus ook ouderen zich beter
voelen als ze participeren en verantwoordelijkheid dragen.
Er zal niet langer een breuklijn moeten zijn tussen ouderen en niet-ouderen
maar veel meer een soort glijdende schaal van vitaal naar meer zorgbehoevend.
Een ieder die daartoe in staat is behoort verantwoordelijkheid te dragen. De
vele vitale vrijwilligers onder de ouderen kunnen het in de toekomst niet meer
alleen af. Er zal een soort ethische herbezinning nodig zijn bij ook de ouderen
die nu aan de kant staan.
Voor Reliëf zie ik een belangrijke taak weggelegd, niet alleen bij de discussies
over de morele kant van de te maken keuzes in de gezondheidszorg, maar ook
in het bevorderen van meer betrokkenheid van de ouderen zelf, zodat diegene
die echt afhankelijk is van zorg ook in de toekomst verzekerd blijft van goede
en persoonlijke zorg en aandacht..
LEO VAN HOUTEMBestuurslid van Reliëf
23april 2012
PIM VAN DIJK DESIGNS
www.pimvandijkdesigns.nl t: 0575-52 88 03 m: 06-50 26 86 38
Inrichten van ruimte
voor stilte en gebed
‘Spiritualiteit en Palliatieve Zorg’
Een korte cursus van vier middagen om te leren
bestaansvragen te herkennen in het leven van terminale
of geestelijk verzorger.
De cursus o.l.v. Arthur Polspoel staat open voor theologische
en niet-theologische professionals met tenminste
HBO-opleiding.
Campus De Uithof Utrecht
Start 12 september 2012
Voor meer informatie:
www.luce-crc.nl; 030-2531882 / 9051
Uitgeverij Abdij van Berne:
religie, spiritualiteit
en zin in zorg!
Basisboek ZorgethiekInge van Nistelrooy
(in opdracht van Reliëf)
Wegens grote vraag ernaar nu herdrukt!
Het Basisboek Zorgethiek is geschreven voor
verpleegkundigen, verzorgenden, commissies ethiek,
managementteams, artsen, leidinggevenden en geestelijk
van álle werkers in de zorg!
164 pagina’s
Prijs: € 22,50
Te bestellen bij Reliëf:
[email protected] of via
www.berneboek.com