Zanders Magazine...Voorwoord In de vorige editie van dit magazine stond ik op deze pagina stil bij...
Transcript of Zanders Magazine...Voorwoord In de vorige editie van dit magazine stond ik op deze pagina stil bij...
Treasury in ontwikkeling: trends of hypes?
De wereld na Basel GlobalCollect met SWIFT
en Solvency naar standaardisering
T R E A S U R Y � R I S K � F I N A N C E
Zanders MagazineJAARGANG 9 � ZOMER 2014
14 18
22
2
Nieuw bij Zanders
Geboren: 30 januari 1988
Studie: Quantitative Finance
& Actuarial Sciences,
Tilburg University
Afgestudeerd: december 2013
Bij Zanders sinds: december 2013
Functie: Associate Consultant
“Het besef dat ik in een financiële
functie wilde werken, kwam pas in
mijn studietijd. Na de middelbare
school begon ik dan ook in een heel
andere richting, met de studie
Dierwetenschappen in Wageningen.
Vroeger heb ik veel paardgereden en
als ik met paarden bezig was, vond ik
het altijd erg interessant om te zien
hoe ze interacteerden.
Maar in de loop van het eerste jaar
kwam ik erachter dat ik die studie
niet wilde blijven doen. Ik zag mezelf
er later niet in werken, zeker niet toen ik ook dieren
moest ontleden. Bovendien miste ik de betavak-
ken. Daarom begon ik in mijn tweede studiejaar
aan de bachelor Econometrie. Een abstracte, maar
ook toepasbare studie; je hebt formules die je kunt
toepassen in de praktijk. Omdat de financiële kant
mij het meest interesseerde, koos ik als master-
opleiding voor Quantitative Finance & Actuarial
Sciences.
Sinds december werk ik bij Zanders, bij de valuation
desk, waar ik mij bezighoud met het waarderen
van financiële producten zoals derivaten en swaps,
voor zowel corporates als financiële en publieke
instellingen. En naast de valuation desk doe ik
rating advisory. Dat betreft onder andere de rating-
modellen EAGLE en FALCON. Daarnaast doen we
ook ‘customized’ analyses, zoals rating-rapporten
voor bedrijven met financieringsaanvragen, waar
we ook kwalitatieve variabelen aan toevoegen – de
kwaliteit van het management, bijvoorbeeld.
Wat mijn functie zo aantrekkelijk maakt, is de
combinatie van afwisseling, diepgang en complexe
uitdagingen. Ik zit nu bijvoorbeeld ook twee dagen
per week bij een van onze klanten. Binnen dit vak-
gebied wil ik me graag verder verdiepen.
Als wat voor dier ik zelf te typeren ben? Nee, niet
als paard. Ik ben geen kuddedier, trek mijn eigen
plan. Maar eigenwijs ben ik alleen als ik alle
informatie heb voor een gegronde mening. Ik pak
de specialistische kennis snel op en ben er zeker in
geïnteresseerd, maar ik wil vooral weten hoe het in
het grotere geheel past.”
Elske Leenaars Inhoud4
8
11
14
22
25
26
28
Zanders Magazine is een kwartaaluitgave van Zanders
Teksten: Niels Christern, Tim Neijs en Sander van Tol
Eindredactie: Niels Christern en Bija Knowles
Vertaling: Sharon Davis, Fluent in Finance,
Veronica LeRoux en Wilkens c.s.
Fotografie: De Beeldredaktie, Mirjam Dekker e.a.
Ontwerp/drukwerk: Dunnebier Print BV
Redactieteam: Jaco Boere, Hidde ten Brink, Niels Christern,
Annette Frijns, Rob van Heesch, Jeroen van der Heide,
Arn Knol, Sander van Tol en Bart-Jan Wittenberg
Redactieadres: Postbus 221, 1400 AE Bussum
Telefoon: +31 35 692 89 89
Website: www.zanders.eu
ISSN 1873-7455
Cliënt: Nexans
Expert Opinion: Paul Hilbers (DNB)
Visie: Funds transfer Pricing
Event: Risicomanagement Seminar
voor banken en verzekeraars
Cliënt: GlobalCollect
Trends: Treasury in ontwikkeling
Column: Laurens Tijdhof
Event: Seminar pensioenfondsen
20 jaar: Consultants over Zanders
Column: Koen Reijnders & Hendrik Pons
Agenda & Kort
18
30
31
Voorwoord
In de vorige editie van dit
magazine stond ik op deze
pagina stil bij het 20-jarig
lustrum van Zanders, achter-
omkijkend naar de ontwik-
kelingen die hebben geleid
tot het bedrijf dat wij nu zijn.
Voor het gevoel lijkt het dat
ontwikkelingen zich in de
huidige tijd veel sneller elkaar
opvolgen. In deze editie kijk
ik daarom met u vooruit, naar
de komende 20 jaar, waarin
zonder twijfel heel veel heel anders zal worden.
Eind mei kwam het Management Team van Zanders
bijeen voor de jaarlijkse off-site: drie intensieve
dagen op de symbolische hei om ons volledig te
kunnen focussen op de veranderingen in de markt
waar u opereert, en daaruit vervolgens te destil-
leren wat dit vraagt van onze positionering en
dienstverlening. Het waren inspirerende dagen en
wij zijn vol uitdagende plannen teruggekeerd om
deze tot nieuwe proposities uit te werken!
Welke grote veranderingen zien en verwachten wij
in de markt? De meest ingrijpende zijn, denken wij,
de verdere globalisering, de razendsnelle tech-
nologische ontwikkelingen, steeds uitgebreidere
regulering en de groei in het ontstaan van allerlei
communities waarin mensen samenwerken. De
combinatie van deze trends zal onherroepelijk
leiden tot verstoringen in de markt van zakelijke
dienstverlening. Deze verstoringen zijn echter niet
alleen negatief – het biedt ook grote kansen voor
ondernemingen die agile op deze veranderingen
reageren.
Laat ik op één ervan ingaan: binnen de techno-
logie zijn de ontwikkelingen nog steeds storm-
achtig. Misschien percipiëren we dit niet zo als
consument. Maar als we kijken naar een door
Raymond Kurzweil beschreven wetmatigheid, de
zogenaamde Law of Accelerating Returns – de
wet die beschrijft dat technologische verandering
exponentieel is – beseffen we pas welke verande-
ringen nog zullen komen. We staan aan het begin
van een periode van Big Data, het nieuwe goud.
Of, om in financiële termen te spreken: ‘data’ is de
nieuwe valuta. Zoals de ontdekking van goud in de
negentiende eeuw tot een gigantische bloei van
de Amerikaanse economie leidde, kunnen onder-
nemingen gouden tijden gaan beleven wanneer
ze waarde toevoegen aan het proces van zoeken,
bewaren en analyseren van data. Als Zanders zien
wij die waarde in het analyseren en interpreteren
van Big Data om bijvoorbeeld te komen tot betere
financiële risicobeheersing.
Voor geen enkele organisatie zal het op dezelfde
manier doorgaan volstaan om de komende 20
jaar succesvol te zijn. Ook van ons mag worden
verwacht dat wij onze business modellen blijven
doorontwikkelen, agile zijn en de veranderingen
benutten als nieuwe mogelijkheden voor nog be-
tere dienstverlening. Wij presenteren de komende
tijd graag aan u onze verdere plannen die inspelen
op de ontwikkeling van globalisering, regulering,
technologie en communities.
Sander van Tol
Big Data
3
4
Cliënt
Terwijl de gemiddelde auto al 3-5 km aan kabels
bevat, is dat in een vliegtuig meer dan 650 km. En
om een olieplatform goed te laten functioneren, is
zelfs meer dan 1.000 km kabel nodig. We hebben
daarnaast geen idee van de hoeveelheid energie-
kabels om ons heen. Al die kabels worden zodanig
vervaardigd dat zij bestand zijn tegen extreme
temperaturen, grote oceaandieptes en hoge lucht-
druk. Een vooraanstaande producent van speciale
energie-, telecommunicatie- en LAN-kabels is de
Franse multinational Nexans. Met 26.000 medewer-
kers behaalt Nexans Group een omzet van zo’n EUR
7 miljard per jaar. “Wij bedienen nieuwe markten
die van kabels voorzien moeten worden, maar ook
oude markten, zoals de VS, waar alle installaties
van 40 jaar geleden aan vervanging toe zijn”, vertelt
Thomas Wagner, Financial Manager bij Nexans.
“Al met al is de kabelsector een vrij volgroeide
markt. Een aanzienlijk deel van onze omzet komt uit
Europa.” In 2013 was Europa goed voor het meren-
deel (57%) van de omzet. En net als bij veel andere
bedrijven moest Nexans daar de afgelopen jaren
Stroomlijning van de bank-rekeningstructuur bij Nexans
De activiteitenportefeuille van Nexans is de afgelopen jaren sterk uitgebreid als
gevolg van diverse overnames en fusies in de opkomende landen. Het concern is
inmiddels wereldwijd in veertig landen actief. En niet alleen het bedrijf is gegroeid,
maar ook de treasury. Die heeft inmiddels het punt bereikt waar meer efficiency in
de bankrekeningstructuur vereist is.
“Het aantal verschillende bankrekeningen was te groot
voor een groep van onze omvang”
Een vliegtuig bevat meer
dan 650 km aan kabels.
onder moeilijke omstandigheden opereren, terwijl de
wereldwijde markt in een crisis verkeerde, de bank-
kosten toenamen, er allerlei treasury-instrumenten
bijkwamen en er ook nog eens aan meer regelgeving
moest worden voldaan.
Aanbesteding
In 2010 besloot Nexans Group om in het kader van
een wereldwijd project de kernstrategie voor de
treasury te definiëren. Wagner vertelt: “We begon-
nen met een wereldwijde enquête om te kijken waar
we onze bedrijfsvoering konden verbeteren. We
doen zaken met meer dan honderd bankgroepen
wereldwijd, dus de focus lag al snel op het gebied
van bankrelatiemanagement. Onze dochteronderne-
mingen beschikten over meer dan 900 verschillende
bankrekeningen. Dat aantal was te groot voor een
groep van onze omvang.”
De groep had als eerste doelstelling de bankrelaties
te stroomlijnen. Het bankselectieproces werd in
drie stappen uitgevoerd. Allereerst stelde Nexans
een cashmanagement-RfP (request for proposal)
op om de zien waartoe de verschillende banken in
staat waren. In een request for quotation ontving
Nexans gedetailleerde antwoorden van de banken en
analyseerde het of zij boden waar behoefte aan was.
“In die fase bouwde Zanders een customized matrix
met een scoremodel voor iedere bank”, vervolgt
Wagner. “Daarna stuurden wij onze aanvullende
vragen en opmerkingen naar de banken, die daarop
uitwerkingen op basis van de vorige RFP terugstuur-
den. Vervolgens kwamen we uit op een shortlist en
organiseerden we bijeenkomsten met de overblij-
vende banken. Tot slot ontwikkelden we samen met
Zanders, uitgaande van de geselecteerde banken,
een wereldwijde architectuur voor het cashmanage-
ment. Die werd vervolgens geïmplementeerd. Aan
de technologiekant was het binnen het projectteam
belangrijk om te controleren of de banken op SWIFT
konden overgaan. We wilden dat format namelijk
zoveel mogelijk standaardiseren en harmoniseren.”
RationalisatiecriteriaTijdens de bankrationalisatie werden de nieuwe
bankpartners op groepsniveau bepaald. “Dat bete-
kende dat we het aantal banken en het aantal bijbe-
horende bankrekeningen moesten reduceren”, licht
Wagner toe. “Voor een bank is een grotere rol in het
project aantrekkelijk, terwijl dat voor ons tot lagere
banktarieven leidt.” Het aantal banken werd echter
niet zomaar geminimaliseerd, ook het tegenpartij-
risico per bank moest worden beperkt.
Nexans hanteerde vier bankcriteria om voor samen-
werking in aanmerking te komen. Niet alleen waren
de kredietscores en tarieven van de bank belangrijk,
de groep hanteerde ook als voorwaarde dat de ban-
ken kernpartners zouden worden: niet alleen op het
gebied van cashmanagement, maar ook om, indien
nodig, krediet aan de groep te verstrekken. Voorts
was het voor Nexans belangrijk dat de banken aan
de technologische en dienstverleningseisen van de
groep konden voldoen. Op basis van al die criteria
kwam Nexans uit op een selectie van wereldwijd
opererende banken, na eerder – als gevolg van een
groeiproces op basis van een groot aantal fusies
en overnames – hoofdzakelijk met lokale banken te
hebben gewerkt.
“We moesten bovendien de structuur van de bank-
architectuur optimaliseren om de bankkosten op
groepsniveau te kunnen verminderen.” Hierbij lag de
nadruk vooral op de bankrelaties. “Vermindering van
de kosten vormde een belangrijke doelstelling, maar
het opbouwen van een sterke win-winrelatie met de
“Het opbouwen van een sterke win-winrelatie met de banken stond voorop”
5
Thomas Wagner
banken stond voorop. Daarom werd de bankselectie
niet alleen op basis van prijs uitgevoerd. We wilden
een bankbereik creëren, waarmee Nexans voor al
zijn toekomstige activiteiten uit de voeten kon”,
aldus Wagner.
Een van de doelstellingen was om het aantal bank-
relaties te laten afnemen van 100 naar 20 of 30
banken en het aantal rekeningen flink te beperken.
Naast bankrationalisatie had dit treasurystrategie-
project nog andere belangrijke doelstellingen, zoals
verbetering van de communicatie met de banken, de
opzet van een payment factory en een in-house bank
en het doorvoeren van noodzakelijke aanpassingen
in het huidige treasurymanagementsysteem. Wagner
voeg toe: “We wilden rond de 550 bankrekeningen
hebben. Gedurende het project sloten we dus zo’n
350 rekeningen. De bankrationalisatie vormde de
hoeksteen voor de rest van het project. Duidelijk was
dat de communicatie met onze banken beter moest
worden. In sommige landen moest de verouderde
communicatiewijze bovendien worden aangepast.
Met name in Europa, waar SEPA gerealiseerd wordt,
maakten we van de gelegenheid gebruik om nieuwe
technologie te implementeren.”
Eén munt per bankWat Nexans echt graag wilde afbouwen, met het oog
op het renteaspect, waren de betalingen in vreemde
valuta’s. De groep besloot een bankorganisatie op te
zetten waarmee het grensoverschrijdende betalings-
verkeer kon worden beperkt. “Anders hadden we
de payment factory niet kunnen implementeren. We
moeten optimaal gebruikmaken van de groep.” Hier
speelde ook een cultureel aspect een rol. Nexans
Group was opgebouwd door verspreid over de we-
reld allerlei bedrijfsonderdelen op te kopen, die alle-
maal hun eigen relaties en financiële cultuur hadden.
Technologisch gezien was het echter niet mogelijk
om het bedrijf op ieder detailniveau aan te sturen.
Daarom werd er voor de payment factory en de in-
house bank nieuwe technologie geïmplementeerd.
Wagner licht toe: “Een Nexans-onderdeel in Frankrijk
wilde bijvoorbeeld een leverancier in de VS betalen
in USD. Om deze betaling buiten Frankrijk te kunnen
uitvoeren, werd een rekening gebruikt die geopend
was in Parijs. Zodoende was dit een grensover-
schrijdende transactie, waaraan grofweg EUR 5-6
transactiekosten per betaling kleven. Maar zodra
dit bedrijfsonderdeel gebruik kan maken van een
rekening in New York, wordt dit een binnenlandse
transactie. Om dergelijke voordelen te benutten,
hadden we de hulp nodig van een adviseur die
verstand had van treasury en die kennis vonden we
bij Zanders. Hun consultants weten dat op basis van
nieuwe technologie het ene bedrijfsonderdeel van
de groep namens andere onderdelen kan betalen.
Zo’n payment factory stelt Nexans Services in staat
om in iedere munt/ieder land slechts één open
bankrekening aan te houden. De payment factory
biedt aan ieder bedrijfsonderdeel zijn diensten aan
en opent een rekening in de VS voor Amerikaanse
dollars, in Londen voor Britse ponden, enzovoort.
Uiteindelijk hebben we dan één saldo per munt.
Dus een dochtermaatschappij in Frankrijk die een
leverancier in de VS wil betalen, doet dat nu via de
payment factory. Zo drukken we de externe kosten
op deze betaalstromen. Intern zijn er alleen boe-
kingsstromen, maar geen financiële stromen tussen
6
Voor de payment factory en de in-house bank werd nieuwe technologie geïmplementeerd
7
de twee bedrijfsonderdelen. En omdat we ook een
cash pool aanhouden, besparen we rente die anders
aan banken verschuldigd zou zijn. Dankzij de nieuwe
bankarchitectuur zijn we inmiddels in staat om
namens onze bedrijfsonderdelen betalingen uit te
voeren. We zijn een wereldwijd opererende groep,
dus de banken moeten ons kunnen volgen waar we
ook zitten. Daarom hebben we besloten om steeds
één munt aan één bank toe te wijzen.”
Vanuit het standpunt van de treasurerInmiddels zijn de meeste banken actief. Rond 60
procent van de omzet van de groep is gedekt. Het
project werd in april 2011 gelanceerd en in augustus
koos Nexans zijn banken. Het implementatiegedeel-
te was echter veel gecompliceerder en duurde veel
langer. Wagner licht toe: “Het afsluitende gedeelte
duurt altijd het langst. Implementatie is een proces
dat nooit echt is afgelopen – we blijven ontdekken
dat er nieuwe veranderingen nodig zijn. In sommige
landen is het heel moeilijk om de implementatie te
doen. In dergelijke gevallen is het gemakkelijker om
het systeem aan te passen.”
Nexans is nu echter sterker in de relatie met zijn
banken. Die partnerbanken stellen zich flexibeler en
reactiever op. Wagner merkt hierover op: “Een van
de grote winstpunten van dit project was het feit dat
we grensoverschrijdende stromen konden omzetten
in boekingsstromen. Die investering levert al na vier
of vijf jaar een positief rendement op.”
Zanders-consultant Ruud Mullens stuurde een groot
deel van het project aan. Ook interpreteerde hij de
klantvereisten en zorgde hij na de implementatie
voor de structurering van de bankrelaties. “Het was
voor ons belangrijk om deskundige hulp te heb-
ben”, zegt Wagner. “We beschikten zelf niet over de
benodigde mensen en middelen. We hadden iemand
nodig die op bepaalde ontwikkelingen kon reageren
en met de overige betrokken partijen kon onderhan-
delen. Het team dat Zanders aan ons ter beschikking
stelde, was zeer pragmatisch, volgde een duidelijke
methodologie en wist vanuit het standpunt van de
treasurer naar het project te kijken. Om onze treasu-
ry-organisatie te verbeteren moest het wereldwijde
plaatje helder zijn en Zanders begreep heel goed dat
dat een vereiste was.”
Wilt u meer weten over dit soort
bankrationalisaties?
Neem dan contact op met
Ruud Mullens:
of +32 2 213 84 00.
Wat heeft Zanders voor Nexans gedaan?- Ondersteuning geboden bij het sturen van het
bankrationalisatieproces;
- Een gedetailleerd RfP-document opgesteld op
basis van specifieke vereisten van Nexans;
- Een evaluatiemodel geleverd waarmee de ant-
woorden van de banken tijdens het selectieproces
konden worden getoetst en beoordeeld;
- Ondersteuning geboden bij het analyseren en
beoordelen van de voorstellen van banken;
- De architectuur voor de rekeningen en de cash
pool ontwikkeld;
- De follow-up na de contractonderhandelingen
met de banken verzorgd;
- Geholpen de nieuwe bankinfrastructuur te
implementeren.
“Implementatie is een proces dat nooit echt is afgelopen”
Expert opinion
Hoe kan DNB als toezichthouder bijdragen aan het
winnen van vertrouwen?
“Het korte antwoord op die vraag is: goed toezicht-
houden. Om het vertrouwen te vergroten zijn we in
de afgelopen jaren druk bezig geweest het toezicht
te vernieuwen en aan te scherpen. Zo is het toe-
zicht meer vooruitblikkend geworden. We kijken
niet uitsluitend naar ontwikkelingen in kapitaal- en
liquiditeitsposities, die tot stand zijn gekomen door
beslissingen uit het verleden. We kijken ook grondig
naar de houdbaarheid van bedrijfsmodellen en de
strategie, die van invloed zijn op toekomstige kapi-
taal- en liquiditeitsposities. Risico’s die daarbij aan
het licht komen, moeten vanzelfsprekend worden
gemitigeerd.
Daarnaast hebben we samen met buitenlandse
collega-toezichthouders en andere beleidsmakers
gewerkt aan een nieuw regelgevingskader voor finan-
ciële instellingen. Met name de invoering van Basel
III, CRD IV (Capital Requirements Directive, red.) en
CRR (Capital Requirements Regulation, red.) maakt
het financiële stelsel veel robuuster dan voor de
crisis. Zo zijn de buffereisen voor banken fors aange-
scherpt, zowel in kwalitatieve als kwantitatieve zin.
8
Voor De Nederlandsche Bank (DNB) zijn
het nog steeds turbulente tijden. Sinds de
crisis is de regelgeving voor de financiële
sector fors aangescherpt. Het toezicht
van DNB is versterkt en is meer ‘bijtend’
en vooruitblikkend. Bovendien wordt het
toezicht op de grootste banken vanaf no-
vember onder eindverantwoordelijkheid
van de Europese Centrale Bank (ECB) uit-
gevoerd. Dit alles draagt bij aan een meer
robuuste en gezonde financiële sector,
maar is op zichzelf nog niet voldoende.
De sector zal ook moeten werken aan het
herwinnen van vertrouwen. DNB vindt dit
een van de belangrijkste thema’s voor
de komende jaren. ‘De crisis heeft een
maatschappelijk onbehagen losgemaakt
ten aanzien van de ontwikkelingen in de
financiële sector. Die staat voor de be-
langrijke uitdaging het vertrouwen van de
burger te herwinnen’, staat in de onlangs
verschenen DNB Visie op Toezicht 2014-
2018. Een goed moment om in gesprek te
gaan met Paul Hilbers, divisiedirecteur
Toezicht Beleid bij DNB.
Kwestie van vertrouwen
9
Dit moet ook bijdragen aan meer vertrouwen in de
sector. Uiteindelijk is het herstellen van vertrouwen
echter met name iets waar financiële instellingen zelf
aan moeten werken. In de Visie op Toezicht 2014-
2018 doen we dan ook een nadrukkelijke oproep aan
banken, verzekeraars en pensioenfondsen om dit
vertrouwen te herwinnen. Zo zullen instellingen moe-
ten werken aan een integere cultuur, een beheerst
beloningsbeleid en een duurzaam verdienmodel.
Ook kan meer transparantie over producten, maar
ook over de financiële situatie van een instelling zelf,
bijdragen aan herstel van vertrouwen. Overigens
is DNB zelf ook transparanter geworden dan voor
voorheen.”
Met Basel II moesten de banken al meer transparant
worden richting de regelgever en de markt. Nu moe-
ten ze nog meer informatie leveren aan de ECB via
het Single Supervisory Mechanism (SSM). Wie is er
nog in staat om al die informatie te verwerken?
“Het klopt dat het toezicht steeds data intensiever is
geworden in de loop der jaren. Dit is onder meer het
gevolg van de complexiteit en omvang van financiële
instellingen. Zo maken sinds Basel II steeds meer
banken gebruik van interne modellen om risico’s en
in sommige gevallen de bijbehorende kapitaaleis
te berekenen. Er worden hoge eisen gesteld aan
de kwaliteit en kwantiteit van de data waarop deze
modellen gebaseerd zijn om zeker te zijn dat de
uitkomsten de risico’s accuraat weergeven. Daar-
naast is kwalitatief goede data voor toezichthouders
essentieel om scherpe risicoanalyses te maken. Ook
het IMF heeft ons daarop onlangs nog eens gewezen.
In veel andere landen in Europa is de ‘data-intensi-
teit’ in het toezicht overigens nog veel groter. Het
is dan ook waarschijnlijk dat de overgang naar het
SSM eerder meer dan minder rapportageverplich-
tingen met zich mee zal brengen voor Nederlandse
banken. We zullen er echter wel op letten dat er geen
duplicatie of overlap gaat ontstaan, en ons daar ook
in Europa hard voor maken.”
Volgens de Visie moeten banken minder complex en
beter afwikkelbaar worden. Kunnen banken dan de
economie nog voldoende ondersteunen?
“De financiële crisis heeft geleerd dat banken te
groot waren om failliet te laten gaan – Too Big To
Fail. Als gevolg daarvan moesten overheden verschil-
lende malen inspringen om banken te redden. Na
de crisis is afgesproken dat dit anders moet en dat
aandeelhouders en andere crediteuren niet mogen
worden gered op kosten van de belastingbetaler.
Beleidsmakers willen daarom zowel de kans op een
faillissement van een grote instelling beperken,
bijvoorbeeld door hogere (systeem)buffers te eisen
als de impact van een faillissement beperken. Om de
impact te beperken moeten grote instellingen minder
complex en beter afwikkelbaar worden.
“Kwalitatief goede data zijn voor toezichthouders essentieel om scherpe
risicoanalyses te maken”
10
Dit betekent niet dat banken de economie niet meer
kunnen ondersteunen. Met name in Europa is de
bancaire sector erg belangrijk voor financiering van
de economie, en in het bijzonder het midden- en
kleinbedrijf. Ter vergelijking: in de Verenigde Staten
is kapitaalmarktfinanciering veel gebruikelijker. Het
is dus belangrijk dat banken in staat blijven hun
bankbedrijf uit te voeren. We realiseren ons dat dit
met alle nieuwe regelgeving uitdagender wordt. Des-
ondanks zijn we ervan overtuigd dat banken binnen
de nieuwe randvoorwaarden gewoon kunnen blijven
bankieren.”
Lopen we met alle nieuwe regelgeving niet het risico
dat er een soort ‘regulatory arbitrage’ plaatsvindt?
“Het verschuiven van risico’s als gevolg van aan-
passingen in regelgeving is altijd een gevaar waar
toezichthouders alert op moeten zijn. Dit staat ook
in internationaal verband hoog op de agenda. Zo
onderzoekt de Financial Stability Board (FSB) de
risico’s van het verschuiven van activiteiten naar de
schaduwbankensector.”
Met Basel III is ook voor het eerst een leverage ratio
geïntroduceerd. Internationaal gaat men uit van een
eis van 3%, maar in Nederland wil het kabinet voor
systeemrelevante banken 4% opleggen. Sommige
banken zeggen: we worden niet meer begrensd door
het risicogewogen kapitaal, maar door de harde
leverage ratio. Die zou er immers toe kunnen leiden
dat ze, op zoek naar rendement, juist risicovollere
activa op de balans krijgen. Hoe ziet u dat?
“De leverage ratio is bedoeld om te functioneren
als back-stop voor de risicogewogen eis en om de
leverage in het financiële systeem terug te dringen.
Wij vinden deze ongewogen kapitaaleis een goede
aanvulling op het bestaande regelgevingskader.
Desalniettemin vinden wij wel dat de risicogewogen
eis in beginsel – voor de meeste banken – leidend
moet zijn. Deze kapitaaleis doet meer recht aan het
risicoprofiel van een instelling. Een juiste kalibratie
van de leverage ratio ten opzichte van de risicogewo-
gen eisen is dan ook belangrijk. Als de leverage ratio
te hoog is, kunnen prikkels ontstaan om risico te
nemen, om een hoger rendement te halen.
Als de ratio te laag is vastgesteld, doet hij te weinig.
Een 4% leverage ratio voor systeemrelevante banken
vinden wij niet onredelijk, temeer omdat deze ban-
ken ook een hogere risicogebaseerde eis kennen.”
Ten slotte: hoe zit het met het ingroeimodel? De
hogere kapitaalbuffers worden geleidelijk ingevoerd,
terwijl de markt de nieuwe eisen nu al afdwingt.
“Het is onmiskenbaar zo dat financiële markten
van de grote instellingen verwachten dat zij sneller
aan de nieuwe reguliere eisen voldoen dan het
geleidelijke ingroeipad toe laat. Wel is het de
vraag in hoeverre markten dit ook verwachten voor
nationale eisen, zoals bijvoorbeeld een 4% leverage
ratio. Daar krijgen banken langer de tijd voor.
Het geleidelijke ingroeipad is echter met name van
waarde voor de kleinere instellingen. Dat kleinere
niet-systeemrelevante instellingen wat meer tijd
krijgen, lijkt mij redelijk.”
“Een 4% leverage ratio voor systeemrelevante banken vinden
wij niet onredelijk”
11
Visie
Binnen een bank hebben de verschillende verkoop-
afdelingen (hypotheken, sparen) zelf invloed op
hun resultaat via bijvoorbeeld de prijsstelling en
voorwaarden van de producten die zij aanbieden.
Het rente- en liquiditeitsrisico dat voorkomt uit deze
producten wordt echter vaak beheerd door een
centrale treasury. Het totaalresultaat is afhankelijk
van de prestaties van alle groepen tezamen. Voor
het effectief managen van een bank is inzicht in de
economische waardecreatie en risicocontributie per
afdeling of product cruciaal. Hiermee kan uiteindelijk
de balans verbeterd worden, zodat het bankkapitaal
optimaal ingezet wordt. Bovendien verlangt ook De
Nederlandsche Bank (DNB) dit inzicht als onderdeel
van de ILAAP (Internal Liquidity Adequacy Assess-
ment Process)-richtlijnen.
MargeDoor een overdrachtsprijs vast te stellen voor het
vermogen dat bankafdelingen ophalen en uitlenen,
draagt een FTP-raamwerk bij aan dit inzicht. Deze
prijs bestaat uit pure (risicovrije) rentekosten en
liquiditeitskosten. De treasury berekent deze vooraf
vastgestelde, vaste prijs door aan de afdelingen.
Hierna is de impact van veranderende marktomstan-
digheden geheel voor rekening van treasury. Op
deze manier is de productmarge direct inzichtelijk.
In combinatie met het resultaat van de looptijdtrans-
formatie door de treasury, is het mogelijk te bereke-
nen in hoeverre de verschillende afdelingen bijdra-
gen aan het totale resultaat van de bank. Figuur 2,
op pagina 12, geeft hier een voorbeeld van.
Het behalen van renteresultaat is een pijler van het bedrijfsmodel van een bank.
Het totale renteresultaat is makkelijk te meten, maar in hoeverre dragen de
afdelingen die geld ophalen en financieringen verstrekken daaraan bij?
Een Funds Transfer Pricing (FTP)-raamwerk kan helpen daarin inzicht te geven,
maar brengt ook een aantal uitdagingen met zich mee.
FTP: effectieve sturing naar inzichtelijkheid
De mogelijkheden en beperkingen van Funds Transfer Pricing
12
VoordelenFTP geeft een direct inzicht in de winstgevendheid
van producten, zowel voor het management als
voor de afdelingen. Doordat vooraf een prijs wordt
afgesproken, raakt het afdelingsresultaat niet
vertroebeld door veranderingen in de financierings-
kosten. Het raamwerk creëert bovendien een heldere
benchmark: het product is een verwachte verliespost
als de klantrente bij het afsluiten van een nieuw
product niet uitkomt boven de som van het FTP-tarief
en de verwachte overige kosten. Daarnaast is het
mogelijk om achteraf de gerealiseerde winst inzich-
telijk te maken door het resultaat met het FTP-tarief
te vergelijken.
Het raamwerk geeft ook de mogelijkheid de bank-
balans te sturen door de FTP-prijs aan te passen.
Door de FTP-prijs voor bepaalde producttypes en
looptijden met een op- of afslag aan te passen, is
het mogelijk bepaalde producten aantrekkelijker te
prijzen en zo de looptijden van activa en passiva met
elkaar in balans te brengen (zie kader hieronder).
FTP kan daarmee gelijktijdig dienen als sturing- en
monitoringgereedschap.
Een FTP-raamwerk is ook in staat afdelingen te
sturen op financiële ratio’s zoals de Liquidity
Coverage Ratio (LCR) en Net Stable Funding Ratio
(NSFR), door kosten en baten door te berekenen
door middel van op- en afslagen. Een robuuste
uitwerking hiervan is echter complex en valt bui-
ten het doel van dit artikel.
UitdagingenOm FTP effectief te implementeren moet een aantal
aspecten in het oog worden gehouden. Het FTP-
tarief wordt bijvoorbeeld vaak afgeleid van het tarief
waartegen de bank nieuwe schuldfinanciering kan
aantrekken via de financiële markten. Deze kos-
ten kunnen echter niet altijd eenvoudig voor alle
gewenste looptijden worden bepaald, zeker niet bij
bedrijven zonder publiek verhandelbare schulden.
Omdat de vaststelling van de kostprijs in een FTP-
raamwerk een grote en directe impact heeft op de
resultaten, hebben alle afdelingen een prikkel om
invloed uit te oefenen op de FTP-prijs. Daarom is het
belangrijk een helder beleid op te stellen omtrent
de wijze van FTP-vaststelling en de sturende op- en
afslagen. Hierbij moet zowel treasury als de raad van
bestuur bij betrokken worden.
Daarnaast moet het management zich bewust zijn
van impliciete prikkels die FTP met zich mee brengt.
Zelfs bij een FTP-curve zonder opslagen is er een
onbewust sturingseffect: zolang een product winst-
gevend is, worden afdelingen gestimuleerd zoveel
mogelijk te verkopen. Soms strookt dit niet met de
beleidsdoelen. Voor een efficiënte sturing moet een
FTP-raamwerk daarom gecombineerd worden met
balanslimieten.
Ten slotte brengt de technische implementatie de
nodige kosten met zich mee. Deze kosten hangen
voor een belangrijk deel af van de gekozen FTP-
methode. We kijken nu naar de voor- en nadelen van
de mogelijke methodes.
Keuze in uitwerkingVervroegde aflossingen zijn een belangrijke risico-
factor voor banken, onder andere bij hypotheken.
Omdat dit risico niet per definitie de verantwoorde-
lijkheid is van de treasury, kan het wenselijk zijn de
impact van onverwachte aflossingen aan de com-
merciële afdelingen door te berekenen. De geko-
zen verrekeningsmethode bepaalt in hoeverre dit
mogelijk is.
Bij de relatief eenvoudige product-FTP wordt per
product eenmalig een FTP-tarief bepaald op basis
van de verwachte kasstromen. Bij de geavanceer-
dere interne contracten-FTP sluiten de bankafde-
lingen interne financierings-contracten af bij de
centrale treasury, tegen vooraf vastgestelde prijzen.
Het voorbeeld in het kader hiernaast illustreert de
werking van beide methoden en de manier waarop
zij met vervroegde aflossingen omgaan.
Met interne contracten is FTP in staat om expliciet
en effectief de impact van vervroegde aflossingen te
verwerken. Zonder deze contracten zal standaard al-
Figuur 1: Opbouw
productresultaat
Hypotheken
In:
Hypotheekrente
Uit:
FTP
Bruto
rentemarge
Sparen
In:
FTP
Uit:
Spaarrente
Bruto
rentemarge
Totale
renteresutaat
Rentemarge
hypotheken
Rentemarge
spaargeld
Treasury
resultaat
100%
80%
60%
40%
20%
0%Figuur 2: Voorbeeld
resultaatsplitsing
13
leen het verlies aan (rente-)inkomsten meegenomen
worden bij de afdelingsresultaten. Voor de eerder
genoemde verliesmarge is er geen directe oplossing.
Deze blijft, indien er geen ad-hoc boete komt, bij
treasury liggen.
ConclusieEen FTP-raamwerk kan een helder inzicht bieden in
de resultaten van bancaire afdelingen. Bij het invoe-
ren ervan moet echter rekening worden gehouden
met de complexiteit van de implementatie en met de
prikkels die het systeem met zich meebrengt. Voor
de beste inzichten en resultaatbepaling achteraf
werkt een verrekenmethode met interne contracten
optimaal. Hierbij kan effectief worden bijgehouden
welke producten en afdelingen naar verwachting
winstgevend zijn en welke achteraf winstgevend zijn
geweest.
FTP maakt de totstandkoming van resultaten veel in-
zichtelijker en is daarom een waardevol gereedschap
voor sturing en monitoring.
Voorbeeld
Een bank geeft een 2-jaars lineaire hypotheek uit
van €100.000 met een jaarlijkse rentebetaling van
4%, waarbij de klant naar verwachting in beide
jaren de helft van de hoofdsom aflost. Er zijn geen
boetes voor extra aflossingen. Op basis van de
prijzen waartegen de bank geld kan ophalen en het
verwachte aflossingsgedrag van de klant zijn de FTP-
tarieven voor 1- en 2-jaars financiering vastgesteld
op respectievelijk 2% en 3%.1 De overige kosten
voor de afdeling bedragen 1% van de uitstaande
hoofdsom. Voor deze hypotheek wordt volgens het
‘matched funding’-principe de helft van het bedrag
2-jaars gefinancierd en de resterende helft 1-jaars.
Bij de bank met een FTP-raamwerk zonder interne
contracten wordt het FTP-tarief op productniveau
vastgesteld. Deze prijs wordt berekend als de
IRR (Internal Rate of Return) van de verwachte
kasstromen. Hierbij zijn de coupons berekend op
basis van de FTP-tarieven. In dit voorbeeld is dat
2,7%.2 Bij een bank met Interne-contracten-FTP
sluit de afdeling een 1- en een 2-jaars contract af
met de centrale treasury tegen eerdergenoemde
prijzen (zie figuur 3).
Hoewel de waarde van de hypotheek onder beide
methoden gelijk is, is de resultaatverdeling over de
tijd anders. Bij een normale rentecurve, zoals in dit
voorbeeld, blijven de rente-inkomsten (in %) gelijk,
terwijl de financieringskosten (in %) met de jaren
toeneemt. FTP met interne contracten is in staat dit
effect mee te nemen in de resultaten.
Stel nu dat in de markt de rentetarieven naar
beneden gaan. Het 1-jaars financieringstarief is
nu 1%. Door de lagere rente lost de klant na één
jaar 80% van de hoofdsom af, in plaats van de
verwachte 50%. Door de extra voortijdige aflossing
moet treasury €30.000 voor 1 jaar terugzetten in de
markt. Het rendement hierop is nu nog slechts 1%.
De bank heeft nu een verliesmarge van 1% over dat
bedrag (het werd immers aangetrokken tegen 2%).
Wie draait nu op voor dit verlies?
Het FTP-systeem met interne contracten heeft een
expliciete oplossing voor dit probleem: er wordt
een tegencontract met een waarde van -€30.000
afgesloten tussen de hypothekenafdeling en
treasury. Het simpelere FTP-systeem heeft geen
directe manier om met vervroegde aflossingen om
te gaan. In tabel 2 ziet u de verwerking van deze
aflossingen bij beide implementaties.
1 jaar 2 jaar
150
100
50
0
Uit
staa
nde
hoof
dsom
Hypotheken (FTP = 2,7%)
1 jaar 2 jaar
150
100
50
0
Uit
staa
nde
hoof
dsom
1-jaars FTP-contract (2,0%)
2-jaars FTP-contract (3,0%)
Figuur 3:
Product-FTP
versus Interne
contracten-FTP
Jaar
Rente-inkomsten
-/- FTP-kosten
-/- Overige kosten
Verwacht resultaat
1
4.0
-2.7
-1.0
0.3
1
4.0%
-2.7%
-1.0%
0.3%
2
4.0%
-2.7%
-1.0%
0.3%
2
2.0
-1.3
-0.5
0.2
Product-FTP(€ ‘000) (% uitst. hfdsom)
1
4.0
-2.5
-1.0
0.5
1
4.0%
-2.5%
-1.0%
0.5%
2
4.0%
-3.0%
-1.0%
0.0%
2
2.0
-1.5
-0.5
0.0
Interne contracten-FTP(€ ‘000) (% uitst. hfdsom)
Jaar
Rente-inkomsten
-/- FTP-kosten
-/- Overige kosten
Gerealiseerd res.
1
4.0
-2.7
-1.0
0.3
1
4.0%
-2.7%
-1.0%
0.3%
2
4.0%
-2.7%
-1.0%
0.3%
2
0.8
-0.5
-0.2
0.1
Product-FTP(€ ‘000) (% uitst. hfdsom)
1
4.0
-2.5
-1.0
0.5
1
4.0%
-2.5%
-1.0%
0.5%
2
4.0%
-6.0%
-1.0%
-3.0%
2
0.8
-1.2
-0.2
-0.6
Interne contracten-FTP(€ ‘000) (% uitst. hfdsom)
€ 50.000 * 3% - € 30.000 * 1% = 1.200 (=6% van € 20.000)
€ 50.000 * 3% + € 50.000 * 2% = 2.500 (=2.5% van € 100.000)
Tabel 1: Verwachte resultaten
Tabel 2: Gerealiseerde resultaten
Wilt u meer weten over FTP?
Neem dan contact op met
Tim Neijs via:
of +31 35 692 89 89.
1 In dit voorbeeld worden de kosten van de renteafhankelijkheid van vervroegde aflossingen niet expliciet vooraf berekend.
2 IRR is de oplossing van
14
Event
Een zorgfonds dat belegt in bedrijfskrediet van Rabo,
de ontwikkeling van crowdfunding, hypotheekver-
strekkende verzekeraars en pensioenfondsen en
leverage ratio’s die maar niet hoger willen worden.
Jaap Karelse, partner bij Zanders, somt de trends in
de financiële wereld op, die duiden op een sector die
volop in beweging is. De regelgeving van Basel en
Solvency moet waken voor een nieuwe crisis zoals
de laatste, ontstaan uit teveel complexiteit. Simpler
is minder complex, maar leidt het tot betere produc-
ten? Zijn smaller financiële instellingen wel beter
controleerbaar? En worden smarter producten niet
snel weer complex? Hoe kan de financiële sector
simpeler, kleiner en slimmer worden ingericht?
Verzekeren is metenNa de aftrap van Karelse betreedt Theo Berg, di-
recteur Groep Actuariaat en Risicomanagement bij
Delta Lloyd, als eerste spreker het podium. Hij begint
met een forse stap terug in de tijd, de oprichting
van zijn bedrijf in het jaar 1807, en vertelt dat Delta
Lloyd sinds drie dagen weer deel uitmaakt van de
AEX-index. In de jaren zestig van de afgelopen eeuw,
legden kapitaalbuffers al een basis voor het latere
succes van de verzekeraar. “Maar onze omgeving
is in de afgelopen decennia behoorlijk veranderd”,
vertelt Berg. De introductie van banksparen is goed
gedaan, maar tegelijk stond het resultaat van bij-
voorbeeld de WGA-ER-verzekeringen (voluit de wet
De wereld na Basel en SolvencySimpler, smaller, smarter. Is dat hoe de wereld er na Basel III en Solvency II uitziet?
Het was aan de vier sprekers van het Zanders Risicomanagement
Seminar voor banken en verzekeraars om daar invulling aan te geven.
Verslag van het Zanders Risicomanagement Seminar voor banken en verzekeraars
Jaap Karelse
opent het seminar.
15
Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten Eigen
Risico-verzekering) onder druk; de risico’s daarop
bleken niet goed geschat en veel geld werd ermee
verloren. Het geeft volgens Berg goed weer hoe be-
langrijk risicomanagement voor de organisatie is. Er
moet ook op de beleggingen goed worden verdiend,
maar ook daar gelden risico’s. Hoe gaat Delta Lloyd
dan om met garanties die ze decennia geleden heb-
ben afgegeven? “Onze uitdagingen zijn samen te vat-
ten in een keuze uit vier curves. Onze verzekerings-
verplichting is 80 tot 90 procent van de balans. De
verschillende bedrijfsonderdelen kun je waarderen
op de swapcurve, de ECB AAA-curve, de Collaterali-
zed AAA-curve of de Solvency II-curve. Dat is lastig
te managen.” Berg licht met enkele voorbeelden toe
voor welke overwegingen een verzekeraar staat:
“Wat er met de credit spreads gebeurt, bepaalt wat
er met je pricing voor je producten moet gebeuren.”
De crux is volgens Berg dat het bedrijf er steeds voor
moet zorgen dat het begrijpt wat het doet. “Dat moet
je dus meten. Het begint met gedrag”, licht hij toe,
zoals ook in het interview van de voorjaarseditie van
Zanders Magazine was te lezen.
Onvermijdelijk toezichtDe volgende spreker bekijkt het risicomanagement
vanuit een toezichthoudersperspectief. Het is Paul
Hilbers, divisiedirecteur Toezicht Beleid bij DNB.
“Een bankbiljet is gewoon papier, wat je als cen-
trale bank daaraan toevoegt is vertrouwen”, vertelt
hij. “Voor giraal geld geldt hetzelfde: u ziet op uw
computerscherm uw banksaldo. Toezicht zorgt
ervoor dat dit vertegenwoordigt wat u denkt dat het
vertegenwoordigt.” Vervolgens belicht hij wat met
de internationale hervormingsagenda is besloten
in de toezichtsfeer. Allereerst natuurlijk de opbouw
van buffers. “Het adagium ‘als je solvabel bent, ben
je ook liquide’ bleek in de crisis niet te kloppen. Het
was daarom nodig om met nieuwe liquiditeitsnormen
te komen, zoals de LCR (liquidity coverage ratio, red.)
en de NSFR (net stable funding ratio, red.)”
Het toezicht zal daarnaast meer vooruitblikkend zijn.
“Als je naar alle indicatoren kijkt, zie je in feite alleen
wat er in de afgelopen jaren is gebeurd. Je ziet niet
wat er op dit moment onderhuids bij de instellingen
wordt opgebouwd aan risico’s. Daar zijn we nu dus
erg op gericht”, licht hij toe. De versterking van het
macro-prudentieel toezicht, het volgende punt,
betreft een betere relatie binnen het systeem, tussen
de financiële markten, de financiële instellingen en
de macro-economie. “Die drie beïnvloeden elkaar
erg – kijk maar naar de vastgoedmarkt.”
Bij het laatste agendapunt, een effectief crisis-
instrumentarium vertelt Hilbers meer over DNB’s
nieuwe Visie op Toezicht. “Ondanks alles dat ik u
deze middag vertel, is er geen garantie dat we niet
een volgende crisis krijgen”, benadrukt hij.
Na een korte terugblik op Basel II (“Als je tien jaar
ergens over onderhandelt is het resultaat altijd
slapper dan hoe je begon”) loopt Hilbers door de
diverse elementen van Basel III. Dat het met Basel III
zoveel sneller gaat, heeft onder meer te maken met
transparantie, geleidelijkheid en de invloed van de
G20, denkt Hilbers. “Als mensen bij ons klagen over
“Je ziet niet wat er onderhuids wordt opgebouwd aan risico’s”
Theo Berg
Paul Hilbers
16
Pieter Emmen de regels en het strenge toezicht, zeg ik weleens:
‘Drie jaar te laat, een hoofdstad te noordelijk’.” Er
komt veel op de sector af, concludeert Hilbers. “We
doen een inhaalslag op het gebied van regulering en
daar hoort een aanscherping bij. Dat het meer wordt,
is onvermijdelijk. Maar we doen het wel geleidelijk.”
Zoeken naar een gorillaOok Pieter Emmen van de Rabobank gaat in op de
verscherpte wet- en regelgeving waar iedere interna-
tionaal opererende bank nu mee te maken heeft. In
zijn presentatie ‘Onder toezicht balanceren tussen
risico en rendement’ begint hij met een filmpje,
waarbij de aanwezigen het aantal passes met een
basketbal moeten tellen. Daardoor zien de meeste
niet dat er een ‘moonwalking bear’ tussendoor loopt.
De symbolische conclusie: ‘It’s easy to miss some-
thing you weren’t looking for’. Dan laat hij zien op
welke actuele thema’s de Rabobank zich nu richt.
Naast de benodigde kostenbesparingen, verdere
virtualisering van dienstverlening en het ‘terugver-
dienen van een goede reputatie’ na de betrokken-
heid in het Libor-schandaal, somt hij een hele lijst
regelgeving-gerelateerde uitdagingen op. Basel en
Glass steagall (de hervormingen in de Amerikaanse
Banking Act, bedoeld om onder meer te kunnen
controleren op speculatie) tellen steeds meer pa-
gina’s en worden steeds complexer. “In het Verenigd
Koninkrijk is het aantal toezichthouders ten opzichte
van het aantal mensen bij de bank enorm toegeno-
men.” Emmen laat vervolgens met een aantal sheets
zien hoe de reserves in het Nederlandse bankwezen
groeiden, hoe de nettowinst terugviel als gevolg
van lage rente en hoge kosten van kredietverliezen
en hoe de kapitaalratio’s fors groeiden. Interes-
sant is de sheet die de leverage ratio’s van grote
mondiaal opererende banken in 2006 laat zien,
waarbij onderscheid is gemaakt tussen banken die
de crisis daarna wel en niet overleefden. “Je ziet dat
de banken met een hogere leverage ratio, dus meer
kapitaal, de crisis hebben overleefd. In Amerika
bestond een leverage ratio amper en daar vielen
banken ook gewoon om. Mijn stelling is daarom: die
ratio is zeker goed, zolang die maar geen eis is van
de toezichthouder. Iedereen gaat ermee managen en
het onderscheidend vermogen van de leverage ratio
is weg.” Vervolgens laat Emmen zien hoeveel extra
kapitaal door de Nederlandse banken moet worden
aangehouden bij een leverage ratio van 3 (Basel
III, nauwelijks extra kapitaal), 4 (Dijselbloem, 5-25
miljard euro) en 10 procent (academici, ongeveer
175 miljard euro). “Wat je ook kan doen is je balans
reduceren. Als je 4% wilt halen, moet er ongeveer
600 miljard euro van de balans van de Nederlandse
banken af. Dat heeft al een grote impact op het ban-
caire systeem. En dan heb je nog de academici die
minimaal 10% willen hanteren, maar waarbij 1.800
miljard van de balans zou moeten worden afge-
bouwd.” Emmen gaat vervolgens in op het enorme
“papierwerk” van de Asset Quality Review (AQR) van
DNB en sluit af met een tweede filmpje, in lijn met
het eerste, waarbij meer gebeurt dan dat er alleen
een gorilla tussen de ballengooiende mensen loopt.
De pay-off geeft op metaforische wijze Emmen’s
visie op het huidige toezicht weer: ‘When you’re
looking for a gorilla, you often miss other unexpec-
ted events’.
Risico in een oververzekerd land“Jullie hebben een deerniswekkend beroep”, opent
de laatste spreker van de middag, journalist en tele-
visiepresentator Jort Kelder, zijn verhaal. “Ik wil even
terugkijken op de laatste kwart eeuw, waarin we be-
zig zijn geweest met het grote graaien en vervolgens
op de rem moesten gaan staan.”
Kelder wil de kennis van het publiek gebruiken om
tot boeiende discussies te komen. “Waarom waren
we in de Gouden Eeuw zo succesvol? Omdat we een
vertrouwenseconomie hadden waarin we op basis
“Het aantal toezichthouders per bankmedewerker
is enorm toegenomen”
17
van mondelinge afspraken heel ver kwamen. Doordat
het anoniemer en sneller is geworden, is dat zoek-
geraakt. Als je ooit terug naar dat vertrouwen zou
willen zou je eigenlijk eens goed onderuit moeten
gaan. Ik vraag me bij alle regels die ik vandaag heb
zien langskomen af of we in dit oververzekerde land
nog wel bereid zijn risico te nemen. Het ging eigenlijk
mis in de zeventiende eeuw, toen er te veel amb-
tenarij kwam. De belastinginner had een lucratief
beroep, maar liet vervolgens andere mannetjes het
geld innen, waardoor de transactiekosten steeds
hoger werden en het systeem steeds minder efficiënt
werd.” Na een aantal filmfragmenten die de hebzucht
van de mens (Wall Street) en de gedrevenheid van
ondernemers mooi in beeld brengen, schetst Kelder
een beeld van de besluitvorming in Europa en de
Nederlandse politiek. Hij legt de zaal enkele kritische
stellingen voor over het huidige toezicht, zoals: ‘De
consument heeft belang bij kleine, flexibele banken,
maar door de eisen van de toezichthouders hebben
we alleen nog maar grote banken die alleen maar een
systeemrisico inhouden’. “Door de regelgeving wordt
het businessmodel van de banken overal hetzelfde –
dat is een risico”, is een van de reacties. Kelder sluit
af met de wens dat de zaal veel vernieuwing tege-
moet zal komen met iets minder ambtenaren. “En
als je er echt niet uitkomt, ga dan gewoon naar een
vechteconomie buiten Nederland, waar de jungle nog
vol in bedrijf is.” De dag wordt afgesloten met een
borrel. En die toont aan dat de presentaties tot veel
gesprekstof leiden.
Jort Kelder
Switch naar standaardisering
In 1994 ontstond het huidige GlobalCollect als divisie
binnen het toenmalige TPG Post om ervoor te zorgen
dat het betalingsverkeer van de pakketbezorging
goed geregeld zou worden. Het draaide destijds nog
om offline betalingen, zoals rembours, maar toen de
digitalisering zich in hoog tempo voortzette, besloot
het postbedrijf online te gaan met haar payment ser-
vices. Inmiddels is GlobalCollect een hard groeiend
bedrijf dat, onafhankelijk van TPG Post, wereldwijd
de verwerking van online betalingen verzorgt voor
internationaal opererende retailers. De PSP biedt ze
één platform, waardoor ze niet te maken krijgen met
de complexiteit van diverse buitenlandse banken en
hun betaalsystemen.
Connecties en conversiesDe markt voor PSP’s professionaliseert in hoog
tempo, vertelt Michael Roos, vice president
merchant boarding bij GlobalCollect. “De industrie
is in de laatste tien jaar enorm ontwikkeld, ook in
wet- en regelgeving. We staan als financiële instel-
ling onder toezicht van De Nederlandsche Bank
De overstap naar een nieuw systeem is doorgaans een gecompliceerd en
tijdrovend proces. Dat geldt vooral voor een bedrijf als GlobalCollect, dat
dagelijks honderdduizenden online transacties bij banken over de hele
wereld verwerkt. Hoe pakte deze payment service provider (PSP) de
complexe uitdaging aan bij de keuze voor SWIFT als nieuw systeem?
Cliënt
GlobalCollect stapte over op SWIFT Alliance Lite 2 voor corporates18
19
en hebben te maken met de Directive on Payment
Services (PSD) van de EU. Bedrijven die buiten de
landsgrenzen willen ondernemen, zoals luchtvaart-
maatschappijen of webshops, willen ook in het
buitenland kunnen collecteren. Dat voegt de nodige
complexiteit toe, want het is dan een grote uitdaging
om al die verbindingen op te zetten. Je moet niet
alleen bij de lokale huisbankier, maar ook bij allerlei
buitenlandse banken gaan onderhandelen.” Een PSP
heeft echter alle benodigde lokale connecties en kan
de klant via één toegangspunt de diverse betaalme-
thoden aanbieden. “Als bedrijf heb je dan niet alleen
de lokale betaalmethode, zoals in Nederland bijvoor-
beeld iDeal, maar ook die van de andere landen waar
je klanten hebt.” Omdat GlobalCollect maandelijks
vele miljoenen transacties verwerkt, kan het boven-
dien in prijs concurreren – iets wat een enkel bedrijf
niet redt met enkele honderden transacties. Klanten
hebben hierdoor – ondanks het werken via een
intermediair – een gunstiger tarief dan bij de bank.
Naast het omgaan met complexiteit in de connecties
profiteren de klanten van GlobalCollect dus ook van
een schaalvoordeel en van aanvullende diensten,
zoals valutaconversie. “Het collecteren van vreemde
valuta kun je uitbesteden”, vult Roos aan.
“Wanneer je bijvoorbeeld krijgt uitbetaald in Bra-
ziliaanse Real, die niet vrij converteerbaar is, doen
wij de conversie. Zo hebben klanten veel sneller
beschikking over hun geld in eigen valuta.”
Nieuw voor corporatesIn de tijd dat GlobalCollect dat alles opbouwde,
begon het met enkele bankinterfaces. “Maar toen
we dat een jaar of vijftien deden, eindigden we met
meer dan vijftig interfaces in een verouderde infra-
structuur. Om deze infrastructuur een marktconfor-
me technologische standaard te geven, besloten we
dat SWIFT de beste oplossing was. Maar om ermee
aan de slag te kunnen gaan, ontbrak de combinatie
van benodigde kennis en mankracht. Toen zijn we
gaan kijken welke partijen er veel verstand van had-
den en kwamen we bij Zanders uit. Ik had zo’n drie,
vier jaar geleden al met Sander van Tol gesproken en
onthouden dat Zanders veel van SWIFT afwist. In het
voorjaar van 2012 ontmoette ik Jill Tosi en in oktober
ging het project van start.” Zanders leidde Global-
Collect op in de mogelijkheden én onmogelijkheden
van SWIFT. “En Zanders bleek de juiste keuze”,
aldus Roos. Van origine is SWIFT een connectivi-
teitskanaal voor banken, sinds het begin van het
millennium is het ook voor corporates beschikbaar.
Toen GlobalCollect ervoor koos om SWIFT Alliance
Lite2, de nieuwe cloud-based communicatietool van
SWIFT, in gebruik te nemen, was het echter nog bij
geen enkele corporate geïmplementeerd. Roos: “Wij
hebben dus met een compleet nieuw SWIFT-systeem
gewerkt, vooral de interfaces waren nieuw en on-
bekend.” De bedoeling van de aanschaf van SWIFT
was tweeledig voor GlobalCollect. Aan de technische
kant moest het aantal interfaces worden vermin-
Jill Tosi (Zanders, links)
& Michael Roos
(GlobalCollect)
“We eindigden met
meer dan vijftig bankinterfaces
in een verouderde infrastructuur”
20
derd. Daarnaast moest SWIFT de formaten en de
informatievoorziening standaardiseren. Roos: “Om
de systemen goed te kunnen gebruiken moesten we
goede informatie hebben. Goede informatie is in de
IT gestandaardiseerd en zo kwamen we bij SWIFT uit.
De wijze van uitwisseling van informatie met banken
moest zoveel mogelijk gestandaardiseerd. Daar zijn
we mee begonnen als kick-off van meerdere work-
flows.”
Volwassen toolDe uitdaging zat voor GlobalCollect vooral in de
verbinding met de banken. De oude interfaces moes-
ten worden vervangen voor enkele nieuwe. Waar
bij SWIFT alles is gestandaardiseerd, bleek dit bij
de banken niet het geval te zijn. Roos: “Banken die
willen connecten via SWIFT sturen ieder een eigen
technische implementatiebeschrijving; waar de één
een Excel-sheet vol technische details stuurt, krijgen
we van de ander een contract van twintig kantjes.”
Roos merkte dat SWIFT, banken en corporates nog
wat onwennig met elkaar omgingen. “Vooral buiten
de ontwikkelde markten zijn de banken nog niet zo
ver en heerst er nog willekeur. Dat maakt het heel
moeilijk om projectmatig te werken en doorloop-
tijden te schatten. We schrijven daarom een aantal
banken aan en kijken dan welke daarvan het snelst
en meest professioneel handelt, en daar beginnen
we mee. Dat is niet hoe je het normaal gesproken
zou doen. Ik denk dat we een goede start hebben
gemaakt, maar dat het migratiepad nog maanden
zal doorlopen.” De tijd die moet worden besteed aan
het testen van individuele connecties en de doorloop
van de testcases kan erg lang zijn. Roos: “SWIFT is
een heel volwassen tool en de partijen met wie zij
gewend zijn te werken, zijn grote financiële instel-
lingen. Voor ons als jonge, opkomende, dynamische
industrie moeten we behoorlijk switchen met de ban-
ken – een heel andere cultuur.”
FormaatveranderingMet de enorme hoeveelheid transacties is de over-
stap naar een ander systeem risicovol. “Daarom
lieten we de twee systemen gedurende de migratie
naast elkaar draaien”, licht Roos toe. “We hebben
we er ook bewust voor gekozen om eerst de grote
partijen aan te sluiten, waarbij we het legacy-sy-
steem lieten draaien terwijl we SWIFT in de orga-
nisatie integreerden.” Opmerkelijk is daarbij dat
het maken van een backup niet nodig is. “SWIFT is
een uniek systeem, met dermate veel redundancy
channels en herstelscenario’s, dat ze een unieke
verwerking kunnen garanderen.” Volgens Jill Tosi,
consultant bij Zanders, komt dat doordat SWIFT
eigendom is van de banken: “Zij hebben zoveel
vertrouwen in hun systeem dat ze de verantwoorde-
lijkheid voor de betalingen nemen.”SWIFT heeft zo’n
robuust systeem met een minimaal uitvalpercentage
“Vooral buiten de ontwikkelde markten
zijn de banken nog niet zo ver
en heerst er nog willekeur”
dat klanten volledig op het informatieproces kunnen
vertrouwen.” Op het moment van de overstap naar
het nieuwe systeem waren binnen GlobalCollect veel
IT-projecten gaande. De implementatie van SWIFT
was dan ook onderdeel van een veel groter project,
Process Excellence, waarbij meerdere systemen
vernieuwd moesten worden naar marktconforme
standaarden. “Er stond heel veel druk op de IT-afde-
ling van GlobalCollect”, vertelt Tosi. “De electroni-
sche banking-systemen waren allemaal stand-alone,
dus zonder integratie in de dagelijkse processen. Er
waren wel vijftig elektronische banking-systemen,
waarbij voor ieder systeem iemand met een aparte
token moest inloggen.” Met één of twee is dat goed
te doen, maar vijftig is dan erg veel. Roos: “Het
hele idee was door te gaan met significant minder
interfaces – het liefst één. En daar zijn we nu dus nog
steeds druk mee bezig.”
Terwijl GlobalCollect bezig was met de migratie naar
het nieuwe systeem zaten de banken midden in de
SEPA-migratie. “Dat had de introductie van nieuwe
formaten binnen SWIFT tot gevolg”, zegt Roos. “We
stonden daardoor steeds voor de keuze: ga je voor
de MT940, de oude standaard voor bankafschriften,
of stap je over op CAMT 053, de XML-opvolger van
de MT940? XML is het toekomstbestendige formaat,
maar wordt nog niet door alle banken aangeboden.
Als gevolg van SEPA moeten banken daardoor soms
twee keer migreren: eerst naar MT940 en daarna
van MT940 naar XML. Een interessante kanttekening
daarbij is dat waar SWIFT de 2.0-oplossing aanbiedt
bij corporates, veel banken juist nog niet klaar zijn
voor SWIFT-connectiviteit met corporates. Er zijn
grote, Angelsaksische banken die aangeven dat de
MT940-interfaces nog niet beschikbaar zijn voor een
directe connectie met corporates.”
Business as usualDe SWIFT-migratie naar de grote banken is achter de
rug, dit jaar worden de resterende banken gedaan.
Na de eerste drie banken stapte Zanders uit het pro-
ces. “Want het is nu meer business as usual”, zegt
Roos. “Zanders heeft niet alleen de implementatie
gedaan, maar ook gezorgd voor een opleidingscurve
binnen ons bedrijf. We zijn met betrekking tot SWIFT
zelfredzaam gemaakt.”
Na het SWIFT-project hielp Zanders GlobalCollect
ook nog bij de selectie en implementatie van een
nieuw treasury-managementsysteem (TMS) en een
reconciliation tool. “De berichten die beschikbaar
waren uit SWIFT konden we dus meteen uploaden
naar ons TMS”, vertelt Roos. “Hetzelfde geldt voor
ons reconciliatiesysteem. Als we de standaardisatie
van het SWIFT-systeem niet hadden, was dit veel
moeilijker geweest. In de bank-eigen technische
file-formaten zit wel een bepaalde mate van
standaardisatie, maar niet volledig. Het is voor ons
duidelijk dat het aan de praat krijgen van de
standaard functionaliteiten niet was gelukt zonder
een goede implementatie van SWIFT Alliance Lite 2.”
21
Wilt u meer weten over treasury-
systeemoplossingen of SWIFT?
Neem dan contact op met
Jill Tosi via [email protected]
of +31 35 692 89 89.
Michael Roos
“Als we de standaardisatie van het
SWIFT-systeem niet hadden,
was dit veel moeilijker geweest”
Om deze vraag te beantwoorden, is het goed te be-
ginnen met het definiëren van het begrip ‘trend’. Het
is vooral belangrijk een trend niet te verwarren met
een ‘hype’; een thema of onderwerp dat kortston-
dige interesse en aandacht heeft. Een trend is een
langetermijnbeweging die we waarnemen binnen
de maatschappij. Om die langetermijnbewegingen
binnen ons vakgebied goed waar te nemen in de tijd,
zullen we eerst moeten bepalen waar we vandaan
komen.
Interne en externe veranderingenIn de afgelopen jaren hebben we al verschillende
trends waargenomen. Echter, in deze trends zit
weinig echte innovatie. Uitgaande van de agenda’s
van de verschillende conferenties en publicaties in
vakbladen over de afgelopen vijf jaar zien we vaak
steeds dezelfde onderwerpen terugkomen als ‘nieu-
we trends’: cash visibility & kasstroommanagement,
veranderingen in regelgeving en het belang van
risicomanagement en financiering. Omdat dit altijd al
aandachtsgebieden van de treasurer waren, kunnen
we deze onderwerpen moeilijk als nieuwe trends blij-
ven betitelen. Hoogstens hebben deze onderwerpen
tijdelijk wat meer aandacht dan vroeger.
Welke langetermijnbewegingen zien we dan wel?
Naar onze mening duiden de trends binnen ons vak-
gebied op twee type veranderingen waar treasurers
mee worden geconfronteerd, namelijk interne en
externe veranderingen. De interne veranderingen
hebben te maken met de functie en verantwoorde-
lijkheden van de treasurer. Zijn werkgebied wordt
breder en is meer geïntegreerd in de business.
De externe veranderingen waaraan de treasurer de
afgelopen jaren is blootgesteld, betreffen met name
Treasury in ontwikkeling
Trends of hypes?Veel artikelen hebben de pretentie de laatste
trends binnen een vakgebied te beschrijven.
Binnen ons vakgebied verandert er veel en
lijkt de ene trend in de andere over te gaan.
Kunnen we met zo veel veranderingen echter
nog wel spreken van nieuwe trends of zijn
het allemaal ‘slechts’ hypes?
22
Trends
Het werkgebied van de treasurer wordt breder en is meer
geïntegreerd in de business
23
veranderingen in de regelgeving, lagere groei (of
zelfs krimp) in de reële economie en ontwikkelin-
gen op het gebied van ICT.
De functie van de treasurerIn de ontwikkeling van het werkgebied en de
verantwoordelijkheden van de treasury-functie is
op de lange termijn wel degelijk een trend waar
te nemen. De tijd dat de treasurer als specialist
vanuit zijn ivoren toren de ‘bankzaken’ regelde
ligt al lange tijd achter ons. Vandaag de dag wordt
van de treasurer verwacht dat hij zich als proac-
tieve sparringpartner en adviseur opstelt richting
de business, gebruikmakend van zijn kennis over
(het kwantificeren van) financiële risico’s en de
tijdswaarde van kasstromen.
Vanuit dit bredere en meer geïntegreerde taken-
pakket zien we dat treasurers naast het werkkapi-
taalmanagement ook verantwoordelijk zijn voor de
verzekeringsportefeuille, het actief bijdragen aan
investor relations, het managen van het commodi-
ty-prijsrisico (zoals transportkosten, energieprijzen
en grondstoffen voor het productieproces) en dat
ze deelnemen in tender-teams. De laatste trend
die wij waarnemen is dat de treasurer vaker een
bijdrage levert aan de kwantificering van financiële
risico’s bij de bepaling van een zogenaamde risico
gewogen winstmarge. In het ‘risk-adjusted return
on revenu’-denken corrigeert men de bruto winst-
marge met risicogerelateerde afslagen. Voor onder
andere het valutarisico, grondstofprijsrisico, kre-
dietrisico en werkkapitaalbeslag voortkomend uit
de omzet wordt een risicogewogen afslag bepaald
om tot een beter inzicht te komen in de daadwer-
kelijke risicogewogen winstgevendheid.
Ontwikkelingen in ICTOp het gebied van ICT is een langetermijnontwik-
keling gaande met de continue strijd tussen de ge-
specialiseerde, stand-alone Treasury Management
Systemen (TMS) en de geïntegreerde treasury-mo-
dules van ERP-systemen. Integratie gaat ten koste
van flexibiliteit. Op deze ontwikkelingen moeten
treasurers beter inspelen en daarom zien we een
beweging naar meer risicomanagement-gedreven
onderdelen in de TMS-systemen.
Een tweede trend binnen de ICT is ‘Big Data’. Het
onderzoeksbureau Gartner definieert Big Data
als ‘high volume, high velocity, and high variety
information assets’ – de zogenaamde 3 V’s van
Big Data. Het volume komt voort uit het groeiende
aantal databestanden dat wordt opgebouwd. De
variatie van data komt vanuit de bredere data-
bestanden, doordat men meer records opslaat bij
één transactie. De velocity zit in de snelheid waar-
mee data beschikbaar moeten zijn. De snellere be-
schikbaarheid is zowel intern gedreven (‘near real
time reporting’) als ook extern door regelgevers
die vaker en sneller rapportages willen ontvangen.
Binnen banken is een grote hoeveelheid aan data
beschikbaar over het betaalgedrag van klanten.
Banken doen op basis van analyse van de Big Data
aan profiling. Deze kennis is natuurlijk ook van
toegevoegde waarde voor de treasury vanuit een
cashflow-planning en risicomanagementperspec-
tief. Data-analyse en -profilering kan een onder-
scheidende propositie zijn voor banken naar hun
klanten.
Naast de grote voordelen van ICT-ontwikkelingen
zijn er ook gevaren, namelijk cyber crime. Dit raakt
niet alleen de treasurer, maar de onderneming op
veel niveaus. Voor treasurers heeft cyber crime
impact op de veiligheid van het betalingsverkeer.
Omdat de treasurer daar verantwoordelijk voor is,
is additionele dekking voor verzekeringen nood-
zaak.
Alternatieve financieringskanalenBij bijna alle treasurers staat het onderwerp van
‘toegang verkrijgen tot alternatieve financierings-
kanalen’ al sinds 2008 hoog op de agenda. Maar
is dit wel terecht? De laatste jaren hebben veel
ondernemingen het niveau van investeringen en
acquisities flink verminderd, waardoor ze een
Banken doen op basis van analyse van de Big Data aan profiling
lagere financieringsbehoefte kennen. Daarnaast is
de gevreesde hype van de ‘wall of refinancing’ niet
gekomen en zien we de negatieve gevolgen van
Basel III/CRD IV slechts partieel bij ondernemingen.
Met een goed functionerende openbare kapitaal-
markt, waar voldoende vraag is naar nieuwe schuld-
titels, en met banken die participeren in syndicated
loans tegen scherpe credit spreads, is het de vraag
of de zoektocht naar alternatieve financieringskana-
len nog wel een trend is.
Wij denken zelf van wel, want zodra de reële eco-
nomie aantrekt en de daaruit voortvloeiende vraag
naar nieuw kapitaal toeneemt, zal er meer druk op
financiering door banken onstaan. Echter, de banken
zullen de gevolgen van Basel III/CRD IV steeds meer
gaan voelen. En niet alleen bij het verstrekken van
bankfinanciering. Er komt meer druk op het verstrek-
ken van intraday- en overnight liquiditeit door ban-
ken, terwijl notional cash pooling-structuren onder
druk staan en ook derivatenhandel en trade finance
geraakt worden door de veranderde regelgeving.
Dit gehele pakket van Basel III-gevolgen zal leiden
tot hogere kosten voor liquiditeit bij ondernemingen
en dus de vraag naar alternatieve vormen van liqui-
diteit versterken. De alternatieven kunnen worden
gezocht in de vorm van het verkorten van de cash
conversion cycle, nieuwe hedge-strategieën en de
verwezenlijking van alternatieve financiering.
HerdefinitieConcluderend kunnen we stellen dat bepaalde on-
derwerpen altijd op de agenda van de treasurer zul-
len blijven staan, zoals beter inzicht in kasstromen,
effectief risicomanagement en het implementeren
van regelgeving. Bepaalde interne of externe ontwik-
kelingen kunnen ervoor zorgen dat deze onderwer-
pen tijdelijk meer aandacht krijgen. Dit zijn echter
geen echte trends in de definitie van veranderingen
van ons werkgebied. De langetermijnveranderingen
zitten, denken wij, met name in de herdefinitie van
de treasury-functie en hoe de treasurers gebruik-
maken van de ontwikkelingen in de technologie.
Pas over een paar jaar kunnen we concluderen of
deze onderwerpen slechts een hype waren of dat er
werkelijk structureel iets is veranderd.
24
Wilt u meer weten over de laatste
ontwikkelingen op het gebied van
treasury? Neem dan contact op
met Sander van Tol:
of +31 35 692 89 89.
Er komt meer druk op het verstrekken van intraday- en overnight-liquiditeit
door banken
25
Column Integratie van de treasury binnen de bedrijfsvoeringWil een treasury-organi-
satie effectief en efficiënt
opereren, dan is integratie
binnen de bredere bedrijfs-
voering een eerste vereiste.
Temeer omdat de inhoud en
reikwijdte van de treasury-
functie de afgelopen jaren
veranderd is: de treasurer
wordt inmiddels geacht veel meer een proactieve
financieel adviseur te zijn.
Van origine hield de treasury zich vooral met
‘effectief beheer van de kasstromen’ bezig. Het
afgelopen decennium is die functie echter uitge-
groeid tot een strategische partner binnen het
bedrijf. De treasurer wordt nu als expert gezien op
het gebied van de tijdswaarde en beschikbaarheid
van toekomstige kasstromen en van financiële
risicokwantificering. De specifieke kennis rond die
twee gebieden dienen bedrijven op geïntegreerde
wijze te benutten.
We kunnen talloze gebieden noemen, zoals het
kapitaalallocatieproces, waar dergelijke specifieke
kennis vereist is en waar die specifieke kennis
waarde toevoegt aan het bedrijfsproces. Bij de
besluitvorming rond complexe investeringen heeft
de treasury een vooraanstaande rol als adviseur
van de CFO, zodat ook rekening wordt gehouden
met onder meer landspecifieke risico’s, diversifi-
catie van de schuldportefeuille, projectspecifieke
WACC-berekeningen en belemmeringen als gevolg
van niet beschikbare kasposities.
Waar de treasury ook een belangrijke rol kan
spelen, is aan de commerciële kant; (verwachte)
verkopen kunnen beoordeeld worden op basis van
financiële risicofactoren. Bedrijven die bijvoor-
beeld de risk adjusted return on sales (RAROS, de
risicogewogen rentabiliteit op de omzet) meten,
kunnen meer inzicht krijgen in de daadwerkelijke
winstgevendheid van individuele projecten
en transacties.
Een dergelijke, meer geïntegreerde benadering
verbreedt het werkterrein van de treasury (en van
andere functies): van pensioenfonds-, werkkapi-
taal- en kredietrisicobeheer tot en met de verzeke-
rings- en inkoopfunctie. Inkoop vraagt de treasury
niet alleen om ondersteuning bij de inkoop van ver-
schillende grondstoffen en energie, maar ook bij
het beheer van de bijbehorende financiële risico’s.
Op het gebied van werkkapitaalbeheer kan de
treasury een leidende rol vervullen om financiering
en risicomanagement efficiënter binnen de supply
chain in te zetten. Zo kan het bedrijf met financieel
supply chain management niet alleen het werk-
kapitaalbeslag verminderen, maar ook de weer-
baarheid van de supply chain vergroten. Dat is
voor de meeste bedrijven belangrijk, omdat versto-
ringen in de supply chain veel geld kosten.
Tegen deze achtergrond zit de treasury niet stil,
temeer omdat voor de ‘traditionele’ treasury-taken
centralisatie en standaardisatie steeds belangrijker
worden. Bij bedrijven waar de treasury een actieve
rol vervult en nauw samenwerkt met de debiteu-
ren- en crediteurenafdelingen worden de betalin-
gen - en tot op zekere hoogte ook van de incas-
soprocessen – in toenemende mate aan een shared
service centre (SSC) uitbesteed. Door gebruik te
maken van een payment and collection factory en
van concepten zoals Payment on Behalf of (PoBo)
en Receivables on Behalf of (RoBo) kunnen bedrij-
ven de efficiency, de controle en de transparantie
aanzienlijk opvoeren. Nu de behoefte aan real-time
inzichtelijke en toegankelijke wereldwijde kas-
posities toeneemt, worden die concepten in de
markt als best practice gezien.
Al met al is de rol van de treasurer veranderd en
is zijn takenpakket uitgebreid. Dit biedt hem de
mogelijkheid om nieuwe kansen te benutten en
binnen de bedrijfsvoering waarde toe te voegen.
Laurens Tijdhof
26
De oorsprong van pensioenregelingen ligt ruim 130
jaar terug in de tijd, vertelt Zanders-partner Ger-
bert van Grootheest in zijn openingswoord. In 1881
richtte de Twenter machinefabrikant Stork het eerste
Nederlandse bedrijfspensioenfonds op. In Duitsland
werd in 1889 het eerste wettelijke staatspensioen-
fonds door Otto, Graf von Bismarck ingevoerd. “De
pensioengerechtigde leeftijd werd destijds gesteld
op 70 jaar. Voorwaarde voor een pensioen was dat
je het algemeen nut gediend had – dat geeft toch te
denken”, zegt Van Grootheest, waarna hij de meest
relevante mijlpalen in de pensioengeschiedenis
illustreert aan de hand van de ontwikkeling van de
beursindex en de renteontwikkelingen. Wanneer Van
Grootheest een aantal stellingen voorlegt, draait de
zaal snel warm voor een interactieve ochtend.
De vier gastsprekers benaderen het thema van de
ochtend – Focus! op de toekomst – ieder vanuit een
eigen invalshoek. Aangevuld met goede vragen uit
het publiek vormt het een inhoudelijk geheel.
Het spits wordt afgebeten door
Marc Simon Visser, oprichter
van Actuarial Advice die met
zijn presentatie alvast ingaat
op het aanstaande Financieel
Toetsingskader (FTK) voor een
nieuwe pensioenregeling. Het
FTK moet op 1 januari 2015 van kracht zijn en daarom
belicht Visser “de reis daarnaar toe”, met een prakti-
sche tip: “Claim nu alvast capaciteit bij je adviseurs,
anders sta je later dit jaar achteraan in de rij.” Het
wordt een uitdagend jaar met vele hordes, dat blijkt
ook uit de vragen vanuit de zaal. De verschillende
invalshoeken geven de complexiteit van een nieuwe
regeling – met administratieve voorbereiding, nieuw
beleggingsbeleid, juridische documenten, communi-
catie – goed weer. Naast de wettelijke eisen moet de
nieuwe pensioenregeling herkenbaar, uitvoerbaar en
uitlegbaar zijn. Met een glazen bol schetst Visser de
toekomst: een doorsneepremie, introductie van een
algemeen pensioenfonds (APF), een professioneler
pensioenbestuur, verdere verschuiving naar een
hybride spaarsysteem en defined contribution (DC)
pensioenregelingen.
De presentatie van
Visser legt een goede
basis voor Iris Sluiter,
afdelingshoofd Pensi-
oenbestuur en Orga-
nisatie bij De Neder-
landsche Bank (DNB).
Zij gaat tijdens haar presentatie in op de niet-finan-
ciële risico’s van pensioenfondsen: operationele
risico’s, governance, integriteit en compliance. Deze
Gefocust op de uitdagingenOp 27 maart 2014 organiseert Zanders voor de tweede keer een risicomanagement
seminar voor pensioenfondsen: FOCUS! op de toekomst. Vier presentaties benaderen
het onderwerp vanuit vier invalshoeken.
Event
Verslag van het Zanders Seminar Pensioenfondsen
risico’s zijn lastiger te kwantificeren dan financiële
risico’s en dienen in samenhang te worden bezien.
De recente crises en gevallen van vastgoedfraude
hebben aangetoond hoe belangrijk het is deze
risico’s te kennen en te beheersen. “Die beheersing
bereik je alleen met evenwichtige besluitvorming. En
dat vraagt om professionaliteit”, vertelt Sluiter. DNB
deelt de governance-wetgeving in naar mensen, mo-
dellen en medezeggenschap. Het pensioenbestuur
is verantwoordelijk voor gedrag en cultuur. Alleen
met evenwichtige besluitvorming worden de risico’s
op integriteitschending en uitbesteding beheerst.
De zaal doet actief mee; volgens Sluiter is dat ook
precies de manier om tot besluitvorming te komen.
“Juist bij dit soort nieuwe wetgeving moeten de ver-
schillende partijen met elkaar in gesprek blijven.”
Oscar van Angeren,
partner bij Houthoff
Buruma, belicht met zijn
presentatie vervolgens
het regulatory frame-
work van het AIFMD
(Alternative Investment
Fund Managers Direc-
tive) voor de uitbesteding van vermogensbeheer
en custody. “Er is in de afgelopen jaren een enorme
kentering geweest in hoe pensioenfondsen met hun
uitbestedingscontracten omgaan”, vertelt hij.
“The moral of the story van vandaag: er is voor
pensioenfondsen en andere vermogensbeheerders
veel meer te halen dan je denkt. De tijden zijn voorbij
dat je als pensioenfonds een vertrouwensrelatie
hebt met je vermogensbeheerder en je custodian.
Als het om fouten gaat, heb je een goed contract
nodig.” Van Angeren vermoedt dat bij veel pensi-
oenfondsen de uitbestedingsregels niet goed zijn
vastgelegd in de contracten, vooral in de oudere.
En volgens de pensioenwet is dat zelfs strafbaar!
Hij verwacht op dat vlak in de nabije toekomst een
grotere rol van DNB. In control zijn bij uitbesteding
van vermogensbeheer en custody vraagt om meer
aandachtspunten dan doorgaans wordt gedacht.
Bij de dagelijkse uitvoering van taken door een ver-
mogensbeheerder of custodian is bijvoorbeeld een
service level agreement (SLA) noodzakelijk.
“En daarin kun je beter weinig vastleggen dat wel
bindend is, dan veel vastleggen dat niet bindend is”,
aldus Van Angeren.
Pensioenfondsen steken daarnaast veel moeite in
het uitonderhandelen van een contract met hun ver-
mogensbeheerder, maar doorzien vaak niet wat het
effect is als ze vervolgens gaan beleggen via fondsen
voor gemene rekening (fiscaal transparant beleg-
gingsfonds, red.) waarvan de fondsvoorwaarden
leidend zijn boven het contract.
Met zijn presentatie Moving away from defined
benefit (DB) belicht Citi-director Jules Koekkoek
als laatste
spreker van
de ochtend
de financiële
kant van het
pensioen-
stelsel. In
onder meer
Engeland is de trend richting individuele DC al lang
gaande, vertelt Koekkoek. Hij vergelijkt de Neder-
landse situatie ook met Denemarken, waar het
systeem verschoof van een minimum gegarandeerde
uitkeringen (DB) naar DC zonder garanties. “Bij de
invulling die je uiteindelijk kiest, met verdeling van
risico en middelen over ‘jong’ en ‘oud’, speelt trans-
parantie een grote rol.” De vraag is wat de impact (in
financiële risico’s) is op asset allocatie bij de over-
gang van DB naar een collectieve of individuele vorm
van DC. “Het belangrijkste vraagstuk daarbij is het al
dan niet hedgen van de rente. Een van de grote pro-
blemen is nu dat de lange rente heel laag is, waar-
door we vanuit rendement nu moeilijk een duurzaam
pensioen kunnen genereren”, vertelt Koekkoek. Ook
toont hij dat het clearen van derivaten via gecentrali-
seerde tegenpartijen om meer liquiditeit vraagt voor
renteswaps dan voorheen. Pensioenfondsen zijn hier
nog van vrijgesteld, maar deze vrijstelling loopt bin-
nen enkele jaren af.
Met de door Van Grootheest voorgelegde stellingen
ontstaat in de zaal een levendige discussie. Hoewel
er nog veel uitdagingen liggen, eindigt het seminar
met een tevreden en geïnspireerde zaal.
De Zanders Pensioenfonds Desk focust op inte-
graal verplichtingen- en portefeuille-risicomanage-
ment, en rapportages. Daarnaast is deze Desk
gespecialiseerd in (OTC-) derivaten, waardering en
waardebepalingen van alternatieve assets.
Heeft u pensioenfonds-
gerelateerde vragen of wensen?
Neem dan contact op met
Jan Meulenbelt:
of +31 35 692 89 89.
27
28
20 jaar
Geert Deprez“Eind jaren tachtig ontmoette ik Chris
Zanders en Rob Naber al, toen ik
werkte voor Beyers & partners en zij
voor ABN Amro. Ik heb Zanders dus
zien ontstaan in 1994. Destijds werkte
ik bij XRT, dat later door SunGard werd
overgenomen. XRT en Zanders sloten
een partnership en zo ontmoette ik ook
Sander van Tol en Laurens Tijdhof. Vijf
jaar geleden ben ik zelf voor Zanders
komen werken. Ik zat steeds aan de
andere kant van de tafel, als software
consultant, en zag bij Zanders een
mooie niche-markt met de combinatie
van treasury, fi nance en ICT. De mix
van ervaring en jonge ambitie spreekt
me vooral erg aan. Er wordt intern
veel gecoacht, in een internationale
werkomgeving.”
Pragmatiek, ruimte In de twintig jaar van zijn bestaan is Zanders uitgegroeid tot een internationaal
opererend bureau met een brede expertise op het gebied van treasury, risk en
fi nance. Vanuit vier Europese vestigingen werken 130 consultants aan opdrachten
voor een mooie, diverse groep opdrachtgevers uit verschillende sectoren. Hoe zijn
deze consultants bij Zanders terechtgekomen? En waarom is het zo mooi om er te
werken? Vier consultants delen hun verhalen over de weg die naar Zanders leidde.
Mark van Ommen“Een jaar of tien geleden rondde ik
mijn studie aan de universiteit af en
ik was er op gefocust om mijn carrière
te starten als consultant in fi nance.
Ik bezocht daarom verschillende
grote consultancies, maar toen ik
voor een afspraak bij Zanders kwam
was ik direct overtuigd. Ik was onder
de indruk van de open sfeer, de
pragmatische hands-on benadering
van de projecten, en het kennisniveau
van de consultants. In de jaren daarna
heb ik de kans gekregen te werken
aan interessante projecten voor vele
indrukwekkende klanten, zowel in
Nederland als in het buitenland. In 2011
kreeg ik de kans om bij ons kantoor
in Londen aan de slag te gaan. Het
is, vind ik, fantastisch om deel uit te
maken van de internationale groei van
Zanders. Intussen geniet ik iedere dag
van de vrijheid en ruimte die hier is
voor initiatieven!”
29
en verantwoordelijkheid
Andrew Sloane “Ik werk vanaf april dit jaar bij Zanders,
maar we kennen elkaar al veel, veel
langer. Ongeveer zeven jaar geleden
werkte ik voor CEVA Logistics, dat
toen net was losgekoppeld van TNT en
verder ging als onafhankelijk bedrijf.
Het had daarom direct behoefte
aan hulp van treasury professionals
en zo kwam ik in contact met de
consultants van Zanders. Mijn indruk
was positief; ze werkten op een
professionele, pragmatische manier
en boden concrete oplossingen. Na
CEVA kwam er een andere uitdaging
op mijn carrièrepad, maar tijdens
treasury-bijeenkomsten ontmoette
ik steeds weer Zanders-consultants.
Ik heb in de afgelopen jaren met
veel consultants samengewerkt,
met diverse specialismen. Omdat ik
steeds aan de klantzijde werkte, ben
ik in staat geweest een goed beeld
te schetsen van de verschillende
consultancykantoren. En mijn conclusie
is dat Zanders zich binnen die wereld in
positieve zin onderscheidt van de rest.
Ik ben daarom blij daar nu deel van uit
te maken.”
Liam O’ Caoimh“Toen ik voor de eerste keer over
Zanders hoorde, waren ze een
concurrent. Mijn eerste gevoel bij
het bedrijf was dus niet erg goed.
Ik werkte destijds in een treasury-
consultancy-boutique en ontmoette bij
verschillende gelegenheden mensen
van Zanders, vooral tijdens tenders en
treasury-evenementen. In 2009 had
ik een meeting waar Sander van Tol
ook bij was en toen hoorden we dat
Zanders plannen had om een kantoor in
Zürich te gaan openen. In Zwitserland
is namelijk veel treasury aanwezig.
Tijdens de afspraken die daarna
volgden wisselden we steeds meer
ideeën met elkaar uit en al snel werden
dingen concreet. In 2010 kwam ik bij
Zanders werken. Wat ik hier vooral
mooi vind, is de ondernemersgeest
en het internationale karakter van het
bedrijf, met opdrachten voor een heel
diverse groep klanten. De vrijheid en
verantwoordelijkheid die ik hier krijg,
werkt motiverend en maakt het werken
bij Zanders erg plezierig.”
30
Column
Kengetallen in Gemeenteland
Kritische opinies in de
kranten, stringentere
regelgeving, strenger
toezicht: de publieke sector ligt onder een vergrootglas.
De directe aanleiding voor de extra aandacht was een
aantal debacles. In gemeenteland spitst de aandacht
zich in het bijzonder toe op grondposities en de risico’s
die eraan kleven. In 2013 heeft de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG) met de ontwikkeling
van een model voor houdbare overheidsfinanciën
extra aandacht gegeven aan de financiële positie van
gemeenten. Dit model geeft op basis van parameters
en scenario’s inzicht in de mogelijke ontwikkeling
van een aantal voor de VNG/Gemeenten belangrijke
kengetallen. Ook wij zijn voorstander van het gebruik
van een financieel rekenmodel voor goede inzichten in
de gevolgen van beslissingen.
Gemeenten hebben te maken met veranderende
tijden. Waar in het verleden vooral met een politieke
bril naar financiën gekeken werd – wel of geen actieve
grondpolitiek – verschuift de blik naar een visie op de
meerjarenbegroting. Idealiter reikt die visie verder dan
de gebruikelijke vier jaar. Uiteraard blijven politieke
beslissingen van belang, maar met een meerjarige
doorkijk als basis. Kengetallen spelen daarbij zowel
op balans- als op exploitatieniveau een steeds
belangrijkere rol. Kengetallen zullen de financiële
kaders aangeven, waarbinnen politieke keuzes gemaakt
kunnen worden.
De kengetallen, zoals onder andere gehanteerd door
de VNG, kunnen op hoofdlijnen onderverdeeld worden
in kengetallen voor ‘schuld’ en ‘kasstroom’. Schuld-
kengetallen worden gehanteerd om de ontwikkelingen
van de schuldpositie van een gemeente te beoordelen.
Hierbij is met name aandacht voor de waarde van
de bezittingen van de gemeente, afgezet tegen de
restschuld op de balans. Recente praktijkvoorbeelden
binnen de sector tonen aan dat de activa op de balans –
en in het bijzonder de waarde van grondposities – vaak
een te hoge waarde hebben, waardoor afboeking en/
of het treffen van voorzieningen onvermijdelijk is en het
eigen vermogen onder druk komt te staan. Kasstroom-
kengetallen worden gehanteerd om inzicht te krijgen in
de mate waarin de gemeente op jaarbasis in staat is uit
de beschikbare inkomsten, na aftrek van alle uitgaven,
de verplichtingen van haar leningenportefeuille (de
schuldpositie) te voldoen. Het kunnen terugbetalen
van de dienst van de lening is bij de beoordeling van
de kredietwaardigheid door geldverstrekkers in het
algemeen een zwaarwegende factor.
Kunnen gemeenten wel eeuwig op de
kredietwaardigheid van het Rijk blijven leunen?
De trend is dat de publieke sector verzelfstandigt.
We zien die trend al heel duidelijk in de zorg, bij de
woningcorporaties en in het onderwijs – waarom
zouden de gemeenten buiten schot blijven? Europa, en
daarmee Nederland, volgt op termijn wat in Amerika
gebeurt. Daar kon een grote stad als Detroit failliet
gaan. Het sturen op (of in dit geval binnen) ratio’s helpt
de gemeenten om hun kredietwaardigheid te bewaken
dan wel op te bouwen. Gemeenten die periodiek
aandacht schenken
aan kengetallen
op balans-,
exploitatie- en
kasstroomniveau, en
hun besluitvorming
mede laten afhangen
van de ontwikkeling
van deze relevante
kengetallen, hebben
de financiële
toekomst in eigen
handen.
Koen Reijnders en Hendrik Pons
Agenda
Omschrijving Locatie Datum
SAP Annual Conference 2014 Londen, UK 8-9 juli
Zanders Academy Treasury Transformation Londen, UK 25 september
EuroFinance 2014 Budapest, H 15-17 oktober
AFP 2014 Washington, USA 2-5 november
DACT 2014 Noordwijk, NL 13-14 november
Zanders Academy Boot Camp Corporate Treasury Amsterdam, NL 17-19 november
RiskMinds Banking 2014 Amsterdam, NL 8-12 december
Meer informatie over bovenstaande events vindt u op onze website: www.zanders.eu
31
De snelle veranderingen in technologie, regelgeving en
het financiële landschap hebben ervoor gezorgd dat
de rol en de inbreng van de corporate treasurer moest
worden herdefinieerd. Met ons seminar gaan wij daarom
in op het thema: ‘Treasury-transformatie – de treasurer
in staat stellen business partner te worden’.
In de afgelopen Jaren heeft Zanders zelf de invloed van
de treasury-transformatietrend ervaren bij wereldwijd
opererende treasuries. We zagen een elitegroep van
multinationals binnen hun finance- en treasury-organi-
saties op grote schaal meer efficiëntie, grotere zicht-
baarheid en lagere kosten nastreven.
Phil John, EMEA treasurer bij Mars, zal zijn visie geven
op treasury-transformatie en de veranderde rol van de
treasurer. Gavin O’Dowd, finance director Iberia bij BAT,
zal vertellen over het aansturen van een wereldwijd
treasury-transformatieproject en de overgang van een
treasury- naar een finance-rol. Laurens Tijdhof, partner
bij Zanders, zal de ervaringen van Zanders op het gebied
van treasury-transformatie belichten. Ten slotte zal er
een paneldiscussie worden gehouden.
Na ontvangst van onze gasten in de St. Paul kathedraal
vangt het seminar aan om 13.30 uur. Na afloop kan
tijdens een borrel worden nagepraat.
Phil John begon 25 jaar gelden bij Mars Inc. en is sinds
acht jaar verantwoordelijk voor de treasury in EMEA.
Eerder was hij werkzaam in diverse Europese financiële
functies. Naast het leiding geven aan de treasury in zijn
regio, stuurt hij wereldwijd de volgende onderdelen aan:
eigendom van de in-house bank, het intercompany-net-
werk, treasury IT-strategie, eBAM en supplier finance.
Gavin O’Dowd kwam in 2008 als corporate finance
manager bij British American Tobacco, waarbij hij zich
vooral bezighield met structural funding en risicoma-
nagement. In 2011 werd hij hoofd Treasury tijdens het
wereldwijde herstructureringsproject van BAT, TaO.
Vervolgens verhuisde hij naar Spanje, waar hij finance
director werd bij BAT Iberia.
Laurens Tijdhof is partner bij Zanders en verantwoor-
delijk voor de international kantoren in het verenigd
Koninkrijk, België en Zwitserland. Laurens is mede-
verantwoordelijk voor onze ‘global advisory services’ in
de corporate sector.
AgendaWanneer: 25 september 2014, van 13.00 tot 17.30 uur.
Waar: St Paul’s Cathedral, Londen, Verenigd Koninkrijk
Voor wie is dit seminar?Dit seminar is bedoeld voor group treasurers, CFO’s,
treasury-managers, assistant-treasurers en/of senior
finance executives.
RegistratieHet aantal beschikbare plaatsen is beperkt! Schrijft u
zich daarom alstublieft tijdig in via het registratie-
formulier op onze website: www.zanders.eu/events/tts
Treasury Transformation Seminar in Londen
Zanders
Sinds de oprichting in 1994 is Zanders uitgegroeid tot een
toonaangevende onderneming op de kennisgebieden
treasury-management, risicomanagement en corporate finance.
Met vestigingen in Nederland, België, Zwitserland en het Verenigd
Koninkrijk werken onze 130 professionals voor corporates,
financiële instellingen en organisaties in de publieke sector.
De toegevoegde waarde van Zanders ligt vooral in haar
gespecialiseerde kennis en haar onafhankelijkheid.
Wij werken uitsluitend voor en in opdracht van klanten,
waardoor belangenverstrengeling wordt voorkomen.
Binnen onze expertisegebieden volgen wij alle ontwikkelingen op
de voet, om deze vervolgens op innoverende wijze toe te passen.
Van idee tot implementatie:• Strategie & organisatie
• Processen & systemen
• Modellering & waarderingen
• Structureren & arrangeren
Onze expertisegebieden:• Treasury management
• Corporate finance
• Risicomanagement
Onze Services:• Advisory services
• Interim services
• Outsourcing services
• Transaction services
Klantgebieden:• Corporates
• Financiële instellingen
• Publieke sector
www.zanders.eu
Zanders NederlandBrinklaan 134
1404 GV Bussum
+31 35 692 89 89
Zanders BelgiëPlace de l’Albertine 2, B6
1000 Brussel
+32 2 213 84 00
PostadresPostbus 221
1400 AE Bussum
Nederland
Zanders Verenigd Koninkrijk26 Grosvenor Gardens
London, SW1W 0GT
+44 20 7730 2510
Zanders ZwitserlandGessnerallee 36
8001 Zürich
+41 44 577 70 10