Zanders Magazine 4-2014 NL
-
Upload
niels-christern -
Category
Documents
-
view
859 -
download
0
Transcript of Zanders Magazine 4-2014 NL
De meerwaarde van agile zijn
Van Lanschot: alle Gemeente Barneveld
energie in private banking kiest voor kengetallen
T R E A S U R Y � R I S K � F I N A N C E
Zanders MagazineJAARGANG 9 � WINTER 2014-2015
4 14
18
2
Werken bij Zanders
Geboren: 6 januari 1989
Studie: Finance, Antwerp
Management School
Afgestudeerd:Juni 2013
Bij Zanders sinds: September 2013
Functie: Associate Consultant
Treasury Management
“Tijdens mijn opleiding Toegepaste
Economische Wetenschappen wilde
ik mij aanvankelijk specialiseren in
logistiek. Maar al snel kwam ik tot de
conclusie dat ik de kas- en financie-
ringsstromen die achter het logistieke
proces schuil gaan veel interessanter
vond. Daarom besloot ik een mas-
teropleiding Finance te volgen, een
studie waarin dieper op financieel
management en risicobeheer werd
ingegaan en die tegelijk nauw aansluit
op de praktijk. Tijdens een lezing over
corporate finance leerde ik Zanders
kennen. Die kennismaking beviel me erg en ik be-
sloot te solliciteren.
Bij Zanders kom je in aanraking met verschillende
bedrijven, personen, processen en systemen,
waardoor je enorm veel leert. Je moet soms erg snel
schakelen. Dit is uitdagend, maar geeft voldoening.
Bovendien is de werksfeer fantastisch. Je moet
alleen wel houden van een no-nonsense aanpak
en initiatief willen nemen. Regelmatig word je
uitgedaagd om zelfstandig oplossingen te vinden,
maar zo nodig kun je altijd terugvallen op advies
en begeleiding van collega’s.
Vanuit het Belgische kantoor van Zanders ben ik nu
voornamelijk actief op de corporate market. In deze
markt focussen we ons onder andere op het verbe-
teren en implementeren van treasury-gerelateerde
processen en systemen. Momenteel werk ik met
een tiental collega’s samen aan het uitrollen van
een wereldwijde blauwdruk voor SAP voor een FSTE
100-organisatie in Londen. Een immens project dat
zich over meerdere jaren uitspreidt – erg leerzaam.
Na het werk probeer ik regelmatig te sporten en ac-
tief bezig te zijn. Daarnaast ben ik gefascineerd door
motoren en rijd ik zelf motor. Ook in mijn werk houd
ik van snelheid, vooral wanneer ik enthousiast aan
een bepaalde taak begin. Maar gelukkig leer ik hier
ook te werken met een gestructureerde aanpak.
Omwille van alle ontwikkelingen op het gebied van
regelgeving vind ik het ontzettend interessant om
actief te zijn in treasury. Op korte termijn wil ik dan
ook mijn kennis op het operationele niveau uitbrei-
den, om vervolgens meer op het strategische niveau
te kunnen adviseren. Organisaties helpen bij het
succesvol uitvoeren van een transformatieproject
lijkt me een prachtige uitdaging voor de toekomst.”
Pieter Sermeus Inhoud4
8
12
14
21
22
24
26
Zanders Magazine is een kwartaaluitgave van Zanders
Teksten: Niels Christern, Floris van Diest, Wouter Dikkers,
Tobias Schaad en Evert de Vries
Eindredactie: Niels Christern en Bija Knowles
Vertaling: Sharon Davis, Fluent in Finance, Veronica LeRoux
en Wilkens c.s.
Fotografi e: De Beeldredaktie, Ton Zonneveld e.a.
Ontwerp/drukwerk: Dunnebier Print BV
Redactieteam: Jaco Boere, Hidde ten Brink, Niels Christern,
Annette Frijns, Rob van Heesch, Arn Knol, Jelmer Lichthart,
Sander van Tol en Bart-Jan Wittenberg
Redactieadres: Postbus 221, 1400 AE Bussum
Telefoon: +31 35 692 89 89
Website: www.zanders.eu
ISSN 1873-7455
Cliënt: Van Lanschot
Visie: Credit portfolio management
Event: De IATA Conferentie
Cliënt: Gemeente Barneveld
20 jaar: Het MT blikt vooruit
Column: Charles Zondag
Visie: Spaargeldmodellering
Expertise: Virtuele rekeningen
Kort
Agenda & Kort
18
27
Voorwoord
Waar liggen de grenzen van
de technologie? Het ene
technologische hoogstandje
is maar nauwelijks op de
markt of de volgende dient
zich alweer aan. In de jaren
negentig overtrof een com-
puter voor de eerste keer
concreet een echte expert;
toen versloeg een schaak-
computer de toenmalige
wereldkampioen, Garri Kas-
parov in een tweekamp.
Ook sectoren en beroepen die weinig tot niets met de
technologische innovaties te maken leken te hebben,
ontkomen niet aan de almaar groeiende intelligentie
van de technologie. Zo publiceerde IT-gigant IBM dit
najaar een artikel over een opmerkelijke computer:
één die recepten maakt. Een gemiddelde chef-kok
componeert zorgvuldig met enkele ingrediënten
zijn recepten, maar supercomputer Watson kan nu
volgens de onderzoekers van IBM maar liefst een
quintiljoen – een 1 met 18 nullen! – verschillende
receptcombinaties bedenken. Het systeem analyseert
35.000 bestaande recepten en zo’n duizend chemi-
sche smaakstoffen, waarmee hij in staat is combina-
ties te vinden waar wij als mens van kunnen genieten.
“Creativity is the crowning achievement of human intelligence”, lichtte Steven Adams als director van de
Watson Group de nieuwe stap in automatisering toe.
Watson won overigens in 2011 al de tv-quiz Jeopardy,
waar kandidaten geld winnen als ze heel snel vragen
correct beantwoorden. Maar maakt zijn indrukwek-
kende veelzijdigheid van Watson ook een goede kok?
Het roept echter ook de vraag op of, en zo ja wan-
neer, wij in ons vakgebied door het beredenerende
en creatieve vermogen van een nieuwe Watson zullen
worden ingehaald. In ons dagelijkse werk zijn we
steeds afhankelijker geworden van computers, die
ons de mogelijkheid geven in korte tijd inzichtelijke
financiële modellen te maken. De beslissingen die we
vandaag de dag nemen met behulp van computers
zijn simpel en operationeel. We gebruiken allerlei
modellen – cashflow-forecastingmodellen, financiële
risicomodellen – met behulp van kwantitatieve data.
Toch is de interpretatie van de uitkomsten nog altijd
mensenwerk.
Stel je nu eens voor dat ook dat geautomatiseerd zou
worden, dus als we kwalitatieve aspecten mee zouden
nemen in beslissingen die de computer voor ons zou
nemen. Computermodellen die de complexiteit van
wallet distribution kunnen begrijpen, de optimale
fundingstrategie kunnen selecteren, op basis van de
resultaten van langetermijnbudgetten en cashflow-
modellen, door deze informatie te combineren met
actuele gegevens over de beschikbaarheid van liquide
middelen, de prijsvorming, de condities en voorwaar-
den op de verschillende markten... Over een paar jaar
zullen we het weten. En wie weet hebben ze tegen die
tijd ook software waarmee het perfecte voorwoord
voor ons magazine, op basis van de laatste ontwikke-
lingen en de interesses en behoeftes van onze lezers,
geschreven kan worden.
Sander van Tol
Geautomatiseerde beslissingen
3
4
Cliënt
Het jaar 2013 vormde een belangrijk kantelpunt in
de ontwikkeling van Van Lanschot. Aan de hand
van Karl Guha, de nieuwe CEO, voerde de bank voor
de komende vijf jaar een nieuwe strategie door,
gebouwd op drie pilaren: focus, vereenvoudiging en
groei. “Focus houdt in dat we ons richten op datgene
waar we echt goed in zijn, het behoud en de opbouw
van vermogen voor onze klanten”, vertelt Martijn
van Oort, directeur Financial Risk Management bij
Van Lanschot. “In de voorgaande jaren waren we
steeds meer een ‘kleine grootbank’ geworden, met
onder andere een business banking portefeuille. In
de consolidatieslag die plaatsvindt in de sector, ga je
dat op schaalgrootte verliezen. Als gespecialiseerde
en onafhankelijke wealth manager denken wij echt
onderscheidend te kunnen zijn voor onze klanten.”
Bij de klant ontstond daarnaast behoefte aan simpe-
lere en transparantere producten. “En die lijn willen
we ook binnen onze organisatie doortrekken,” ver-
telt van Oort, “in de IT-systemen en in de operations
– het moet simpeler en efficiënter. Dat betekent een
flinke verbouwing aan de binnenkant, om uiteindelijk
onze klanten optimaal te kunnen bedienen. De groei
die we nastreven, moet vooral plaatsvinden op het
gebied van vermogensbeheer.”
Synergie met KempenVan Lanschot en Kempen zijn sterke labels, waarmee
private banking, asset management en merchant
banking gecombineerd aangeboden kan worden.
Van Oort: “Dat biedt klanten grote voordelen –
zij kunnen nog gerichter worden bediend.”
Het veranderde serviceconcept is ‘aan de voorkant’
van de bank al goed te zien. Voor het personal
banking segment is Evi Van Lanschot een duidelijke
propositie die zich richt op de starters op de vermo-
gensmarkt. Met het idee dat er een private banking-
potentieel aanwezig is, ligt de instapdrempel voor
Evi een stuk lager. Van Oort: “Medisch specialisten
en business professionals hebben gedurende hun
professionele loopbaan wisselende behoeften, wij
kunnen ze gedurende de hele cyclus optimaal
bedienen. De Evi-propositie verloopt heel goed;
in Nederland en België staat de teller op circa een
miljard euro aan spaargelden en beheerd vermogen.”
Alle energie in private bankingMet ruim 275 jaar is Van Lanschot de oudste onafhankelijke private bank van
Nederland. Met het oog op de snel veranderende markt koos de bank er vorig
jaar voor haar strategie te wijzigen. Met Evi van Lanschot richt de oudste bank
zich met een jong gezicht op de vermogende klant van de toekomst.
Martijn van Oort
Daarnaast kunnen klanten die nu onder de perso-
nal bank vallen en behoefte hebben aan private
banking-diensten daar – tegen vergoeding – al voor
kiezen. Ten slotte heeft de bank een Private Office,
voor zeer vermogende klanten. “Ook zij profiteren
vanzelfsprekend van de synergie tussen Van Lan-
schot en Kempen,” zegt Van Oort.
Van een ander onderdeel van de bank – de corporate
banking-portefeuille, met onder meer ook commer-
cieel vastgoedfinancieringen – neemt Van Lanschot
dus afscheid. “We doen dat op een fatsoenlijke en
professionele manier. Door dit gedoseerd en met be-
houd van service af te bouwen, kunnen de verliezen
worden beperkt en hebben deze klanten voldoende
tijd om elders onderdak te vinden. De afbouw van
deze portefeuille verloopt conform planning. We
nemen afscheid van iets dat niet meer past in de
nieuwe strategie en steken veel energie in private
banking. Dat geeft richting en duidelijkheid voor al
onze stakeholders.
Kortere lijnenAlle onderdelen van de bank zijn druk bezig met
de aanpassingen. “Dat verloopt goed. Tijdens de
verbouwing blijft de winkel open en dus ook de
klantbeleving moet op het goede niveau blijven.
Ook met de balansratio’s die voor de bank belangrijk
zijn – solvabiliteit en liquiditeit – lopen we voor op
de meerjaren-targets die we voorzien hadden.”
De cultuur van de bank verandert mee: de traditio-
nele bank waar veranderingen weleens niet zo snel
leken te gaan, wordt jonger en moderner.
Van Oort: “De Evi-klant heeft behoefte aan transpa-
rante online dienstverlening met bij voorkeur ook
een handige, fancy app op zijn mobiel. Je ziet dat
de bank ook op dat front snel transformeert naar
een bank met een dynamische cultuur. Voor profes-
sionals die van verandering houden is het een erg
leuke en spannende tijd. We horen steeds vaker dat
mensen graag bij Van Lanschot willen werken omdat
er veel gebeurt en je hier dicht bij het vuur zit.
De lijnen zijn korter, je ideeën hebben impact. Dat
het goed gaat op HR-gebied is natuurlijk belangrijk.
Het zijn immers de mensen die de bank maken.”
Parallel aan de strategiewijziging investeert de bank
ook behoorlijk in de specialistische staffuncties.
“We horen steeds vaker dat mensen graag bij Van Lanschot willen werken”
5
Het ondergebracht
vermogen van
Evi van Lanschot,
de online spaar- en
beleggingspropositie
gericht op starters op
de vermogensmarkt,
is in Nederland en
België al circa
een miljard euro.
Vorig jaar werd al besloten het risicomanagement
van de bank te herzien; sinds maart 2013 geeft Van
Oort leiding aan de nieuwe afdeling Financial Risk
Management. Het creëren van deze afdeling, feitelijk
een samenvoeging van diverse teams, was een
eerste stap in het verder professionaliseren van het
risicomanagement. “Deze 2e-lijns afdeling is verant-
woordelijk voor het geconsolideerde financieel
risicomanagement binnen de bank”, vertelt hij.
“Naast het bepalen van limieten en het integraal
monitoren van de risicopositie van de bank, is deze
afdeling ook gesprekspartner en adviseur van het
Senior Management van de bank.” De afdeling
bestaat uit een jonge en zeer hoog opgeleide groep
professionals, die sterk kwantitatief gedreven is.
Van Oort: “De recente verhuizing van Den Bosch
naar Amsterdam en onze talent-traineeships dragen
enorm bij aan een goede instroom en de dynamiek.”
ForecastingBelangrijk is dat de bank nu goed in staat is vooruit
te kijken naar toekomstige ontwikkelingen, aan de
hand van forecasting tools. “De klassieke risico-
managementfunctie van monitoren, rapporteren en
eventueel bijsturen van de risico’s kunnen we goed
aan de hand van modellen en systemen, maar de
wereld verandert snel – dat is een grote uitdaging”,
zegt Van Oort. “Bovendien hebben we een enorme
berg aan regelgeving die op ons af blijft komen en
het speelveld behoorlijk beïnvloedt. Als bank moet
je steeds kritischer kijken naar de samenstelling van
de balans. Mede door de lage rentes draait het om
basispunten en is het essentieel om in scenario’s
vooruit te kunnen kijken en de impact op de balans-
ratio’s en het resultaat goed in kaart te brengen.”
Het basismodel dat Van Lanschot daarvoor gebruikte
moest verder worden ontwikkeld, niet in het laatst
door de implementatie van Basel III. Daarom werd
vanaf 2013 gestart met de ontwikkeling van een
nieuwe forecasting tool die op basis van verwachte
balansontwikkelingen een geïntegreerde kapitaals-
en een liquiditeitsforecast genereert. “Zanders heeft
hieraan een belangrijke bijdrage geleverd. Het mooie
van Zanders is dat het echte specialisten zijn, met
een goede focus en veel praktijkkennis. Maar ook
de pragmatische aanpak is mij goed bevallen.
Het heeft geresulteerd in een tool waarmee we de
verwachte ontwikkeling van de kernratio’s goed in
kaart kunnen brengen en de impact van mitigerende
maatregelen op deze ratio’s eenvoudig en snel kun-
nen evalueren”, aldus Van Oort. “De goede basis die
er nu staat gaan we de komende tijd wel verder ver-
fijnen; door continu backtests te doen, kijken we of
de voorspellingen voldoende aansluiten. Daar waar
nodig, passen we de tool aan. Vervolgens willen we
de tool verder integreren met onze ALM-systemen.”
6
“De kwaliteit van de buffers is niet eerder zo hoog geweest”
Jelmer Lichthart en
Martijn van Oort
Complexer speelveldVan Lanschot is beursgenoteerd, maar een aan-
zienlijk deel van de aandelen is in handen van grote
financiële instellingen. “We zijn actief op de kapi-
taalmarkt en rating agencies kijken kritisch naar hoe
onze ratio’s zich ontwikkelen en hoe we met risico-
management omgaan. Het speelveld is complexer
geworden en de toezichthouder is nadrukkelijker
aanwezig. Ook aandeelhouders zijn uiteraard kritisch
en kijken anders naar onze cijfers dan voorheen.”
Het is de vraag of de snel veranderende regelgeving
niet op bepaalde punten doorschiet, aldus Van Oort.
“Dat zie je in de huidige kredietverlening; de vereiste
groei van de kapitaalbuffers remt de mogelijkheden
voor kredietverlening af. Daar moet nog een nieuw
evenwicht in worden gevonden. Meer regelgeving
was noodzakelijk, maar de hoeveelheid en com-
plexiteit van de regelgeving zorgt voor hoge kosten.
De buffers van banken zijn enorm gestegen en ook
de kwaliteit van die buffers is niet eerder zo hoog
geweest. De AQR (Asset Quality Review, red.) heeft
bevestigd dat het merendeel van de banken er op
dat vlak goed voorstaat. Vorig jaar bleek al dat dit
ook voor Van Lanschot geldt.”
De rating agencies hebben de rating van
Van Lanschot recentelijk herbevestigd, waarbij S&P
de ‘negative outlook’ heeft opgehoogd naar ‘stable’.
Een duidelijk teken dat Van Lanschot op de goede
weg is. “Wel blijven ze de executie van de strategie
kritisch volgen, waarbij met name de winstgevend-
heid een belangrijke factor zal zijn. De wealth ma-
nagement strategie impliceert dat het rentebedrijf in
belang afneemt gecompenseerd door groeiende pro-
visiebaten. Intussen dienen we de goede kapitaal- en
liquiditeitspositie te handhaven. De komende jaren
zullen we moeten bewijzen dat de nieuwe strategie
succesvol is.”
ExcellentIn het nieuwe bankenlandschap focust Van Lanschot
met de nieuwe strategie nadrukkelijker dan ooit op
de klant. “Het klantbelang staat bovenaan, het is een
zeer competitieve omgeving en voor onze bank is het
dus noodzaak excellent te zijn in dienstverlening en
klantwaarde te bieden. De strategie die we hebben
neergezet geeft een duidelijk antwoord op hoe wij
onszelf in de toekomst zien.”
Binnen het werkterrein van risicomanagement en
ALM zoeken we professionals die zich thuis voelen
bij een specialistische en dynamische private bank.
De toegevoegde waarde van onze afdeling is veel
meer om sparringpartner en adviseur te zijn voor
de bank, waarbij we wel de kritische risk-pet op
hebben. Dat is een rol die via deze weg steeds
meer vorm krijgt. Met alle vernieuwingen hebben
we een mooie en uitdagende tijd voor ons.”
7
Wilt u meer weten over
forecasting tools?
Neem dan contact op met
Jelmer Lichthart
of +31 6 692 89 89.
“De strategie die we hebben neergezet geeft een duidelijk antwoord op
hoe wij onszelf in de toekomst zien”
Naast de verzwakte kredietwaardigheid van onder-
nemingen hangen de hoge debiteurenverliezen ook
samen met de disintermediatie van banken die de
laatste jaren is ingezet. Deze ontwikkeling houdt
mede verband met zwaardere balanseisen voor
banken, ook door het aanstaande Basel III-akkoord.
De reële sector is zichzelf hierdoor meer gaan
financieren, waardoor het werkkapitaal bij veel
ondernemingen feitelijk op een hoger niveau ligt ten
opzichte van een aantal jaren geleden. Als gevolg
daarvan nemen debiteurenrisico’s toe. Een verdere
professionalisering van het credit risk management
is daarom van groot belang.
Hobbelig landschapDe financiële continuïteit van een onderneming wordt
bepaald door haar winstgevendheid, solvabiliteit en
liquiditeit. Een consistent en transparant credit risk
management dat de sales proactief ondersteunt is
daarvoor van wezenlijk belang. Vaak is het risicoma-
nagement echter nog reactief en vooral gericht op
het innen van uitstaande vorderingen – uiteraard is
dit uitermate belangrijk, maar nog te weinig proactief
gericht op het werven van solide, gezonde afnemers.
Het implementeren en goed gebruiken van credit
ratings is de eerste stap op weg naar een effectief
credit portfolio management. Hierbij moet allereerst
worden gedacht aan het koppelen van krediet-
limieten aan credit ratings van individuele bedrijven.
Op portefeuilleniveau kan onder meer gestuurd
worden op concentratierisico’s per ratingklasse,
industrie en land.
In zijn algemeenheid geldt dat het landschap vrij
hobbelig is: heterogeen qua stadium, industrie en
land, en dat er met verschillende snelheden wordt
gereden. De uitvoering vindt daarbij plaats bij veelal
uiteenlopende afdelingen: treasury, lokale business
units, working capital, finance, credit risk etcetera.
Wel is er een algehele tendens zichtbaar naar
meer centrale aansturing.
Het gereedschapGoed kredietbeheer vereist goede tools. Bij steeds
meer grote corporates worden kredietrisico’s geme-
ten aan de hand van ratingmodellen. Een ratingmodel
is meestal gebaseerd op een financiële analyse en
een bedrijfsanalyse. De financiële analyse richt zich
op kwantitatieve variabelen met betrekking tot de
8
De corporate road naar credit portfolio management
In 2013 werd in Europa volgens Intrum Justitia ruim EUR 350 miljard afgeschreven op
debiteuren, zo’n drie procent van alle uitstaande transacties. Intern onderzoek naar
Nederlandse bedrijven met debiteurenportefeuilles van meer dan EUR 250 miljoen
laat zien dat er ondernemingen zijn die soms tot tien procent van hun nettoresultaat
hebben moeten afschrijven op hun afnemers. Volgens sommige schattingen gaat
circa 25% van de bedrijven louter door debiteurenverliezen zélf failliet.
Niet voor niets wordt in veel jaarverslagen vermeld dat kredietrisico’s vaak het
grootste risico vormen voor de continuïteit van de onderneming.
In dit artikel belichten we onze visie op credit risk management voor corporates.
Visie
9
bedrijfsactiviteiten, de liquiditeit, de vermogens-
structuur en schuldendienst van de klant.
De waarden van de financiële ratio’s worden daarbij
vaak vergeleken met die van de bedrijfstak waarin
deze opereert. De bedrijfsanalyse kan bestaan uit
verschillende kwalitatieve factoren, zoals de kwaliteit
van het management, track record, accounting-risico,
industrievooruitzichten, etcetera. Scoringmodellen
behelzen, anders dan bij ratingmodellen, louter een
basic financiële analyse.
De resulterende rating is direct gekoppeld aan een
PD (Probability of Default): de kans op wanbetaling
gemeten in procenten, ofwel de kans dat een krediet-
nemer binnen een periode van een jaar in gebreke zal
zijn. Wanneer bij de analyse ook de EAD (Exposure at
Default; het verwachte uitstaande bedrag bij wan-
betaling) en LGD (Loss Given Default; het verwachte
verlies als percentage van de EAD ingeval het bedrijf
in gebreke is, mede afhankelijk van eventuele condi-
ties en zekerheden) worden gebruikt, spreken we van
een ‘best-in-class’-benadering.
De Expected Loss op een uitstaande debiteuren-
positie is dan het product van deze drie parameters;
zie voorbeeld 1 in het kader hiernaast. De toepassing
van deze tools en parameters wordt in de volgende
paragraaf toegelicht.
Figuur 1
Het samenspel Belangrijkste voorwaarde is een effectief samenspel
tussen sales en risk. Dit kan worden weergegeven
aan de hand van de credit cycle (zie figuur 2) . In dit
samenspel kunnen credit ratings op allerlei manieren
worden toegepast ter bevordering van duurzame
sales, een gezonde debiteurenportefeuille en een
verbetering van het werkkapitaal.
Figuur 2
AA A1 A2 A3 BBB1 BBB2 BBB3 BB1 BB2 BB3 B1 B2 B3 C
Go Yes, but No, provided
25%
20%
15%
10%
5%
0%
Counterparties
Defaults
Credit cycle
OriginationCollection
Product Planning
AccountMaintenance
Credit Ratings&
Credit RiskManagement
ProvisionsRecovery
RedemptionImpairment
RAROSRisk Adjusted
Return onSales
� � � �
Voorbeeld 1: Een debiteur met een rating van BBB3 heeft een
PD van 0.44% op de Zanders PD-rating schaal.
Indien de EAD-inschatting EUR 500 duizend is
en er geen zekerheden zijn gesteld (dus LGD is
100%), dan is de Expected Loss EUR 2.200.
Voorbeeld 2: In land ‘X’ is het maximale exposure EUR 100
miljoen, voor industrie ‘Y’ EUR 20 miljoen, en
voor ratingklasse ‘BB’ EUR 5 miljoen.
Voorbeeld 3: Figuur 1 illustreert hoe een van onze relaties
ratings hanteert in het salesproces. Het gaat hier
om een portefeuille van ruim 60.000 bedrijven,
waarvan de ratings regelmatig worden ververst.
De horizontale as toont de ratings van zeer sterk
(AA) tot zeer zwak (C). De verticale as toont de
procentuele verdeling van klanten, inclusief
defaults (donkergroene balken) per ratingklasse,
over deze ratingklassen. De bovenste balk geeft
de richting aan van de besluitvorming (‘Go’, ‘Yes,
but’ en ‘No, provided’). Bij een rating van B1 of
zwakker kunnen er, alleen dankzij zekerheden
(garanties, kredietverzekeringen) en condities
(kortingen, betalingstermijnen), toch nog limieten
in beeld komen. Bij betere ratings worden zeker-
heden en condities versoepeld, dan wel verlaten.
Zwakke bedrijven worden op de voet gevolgd.
Het gaat hier om een efficiënt en transparant
samenspel tussen sales en risicomanagement.
10
Product planningAllereerst kunnen ratings worden gebruikt bij de
lancering van nieuwe producten. Er wordt dan bijvoor-
beeld vooraf vastgelegd welke kredietlimieten in de
credit cycle zullen worden gehanteerd per land, indus-
trie en ratingklasse; zie voorbeeld 2 in het kader op
pagina 9. In een productprogramma staat nauwkeurig
vastgelegd op welke wijze het risicomanagement de
sales ondersteunt in elke fase van de cyclus.
Origination Bij het aantrekken van nieuwe klanten fungeren
credit ratings als een prospect filter. Selectie aan de
poort is van belang om een gezond debiteurenboek
op te bouwen. Accountmanagers gaan met vooraf
vastgestelde kredietlimieten op salesbezoek.
Dat komt de efficiency ten goede. Met het stellen van
zekerheden en condities, zoals betalingstermijnen,
ook afhankelijk van wat in de branche gebruikelijk is,
kunnen eventuele risico’s vooraf worden ingedamd;
zie voorbeeld 3 in het kader op pagina 9.
Een geavanceerde benadering is om, naast het
kwantificeren van kredietrisico, bij het prospect
filter ook andere financiële risico’s mee te nemen.
Een voorbeeld is RaRoS – Risk adjusted Return on
Sales – waarbij voor alle financiële risicocategorieën
een impliciete prijs wordt berekend en met COGS
(Cost Of Goods Sold) meegenomen om zo tot een
voor risico’s geschoonde winstmarge te komen.
Account maintenanceDankzij een jaarlijkse verversing van ratings kan
vervolgens de bestaande debiteurenportefeuille strak
worden gevolgd en gemanaged. Negatieve ratingmi-
graties fungeren daarbij als early warnings. Krediet-
limieten kunnen tijdig neerwaarts worden bijgesteld
en eventueel kunnen zekerheden en condities worden
aangescherpt. Anderzijds kan een verbetering aanlei-
ding geven limieten te verhogen. Ook is het mogelijk
concentratielimieten te hanteren, die indien nodig
bijgesteld kunnen worden voor bepaalde industrieën
of landen. Een portfoliomanagement-dashboard stelt
de onderneming in staat om tijdig bij te sturen.
11
Heeft u vragen of wilt u meer weten over
credit ratings en portfolio management?
Neem dan contact op met Evert de Vries
of +31 35 692 89 89.
CollectionBij collections kunnen ratings onder andere richting
geven aan het tempo en wijze van het incassobeleid
per debiteur en ook per industrie. Nu gebeurt dit
vaak op basis van aging-criteria. Verdere analyse op
basis van Expected Loss ondersteunt de priorisering
en draagt uiteindelijk bij aan lagere debiteuren-
verliezen. Ook kan deze parameter worden mee-
genomen in de keuze en ‘prijs’ bij een eventuele
overdracht naar een incassobureau.
Nieuwe spelregelsDe komende jaren zal IFRS 9, na goedkeuring door
de Europese Unie, naar verwachting gefaseerd in
werking treden voor banken en alle beursgenoteerde
ondernemingen in Europa. Dit betekent dat voorzie-
ningen voor debiteuren vanaf die datum gebaseerd
moeten zijn op het hiervoor genoemde Expected
Loss-model in plaats van het bestaande Incurred
Loss-model. Bij het laatste komen debiteuren-
verliezen vaak te weinig en te laat aan het licht, zo
heeft ook de kredietcrisis geleerd. Implementatie van
het nieuwe model zal een grote impact hebben, ook
op balansverhoudingen. Het zal daarnaast overigens
bijdragen aan een betere aansluiting tussen risk en
finance. De jaarcijfers zullen straks een getrouwer
beeld gaan geven van de onderliggende risico’s.
Het is noodzakelijk om tijdig te anticiperen op de
nieuwe spelregels in een ander landschap.
PerformanceImplementatie en gebruik van credit ratings is een
eerste stap op de weg naar credit portfolio manage-
ment. Een andere, niet minder belangrijke stap, is of
de ratingmodellen ook doen wat er van mag worden
verwacht. Zeker als er sprake is van grote aantallen
klanten is het noodzakelijk – en ook rendabel – om
modellen jaarlijks te valideren op hun daadwerkelijke
performance. Een analyse gebaseerd op het back-
testen van ratings met werkelijk opgetreden defaults
levert essentiële informatie waardoor het model
beter kan presteren. Statistische tests kunnen zich
onder andere richten op het onderscheidende ver-
mogen (is er voldoende granularity; worden klanten
met een lage kredietwaardigheid eruit gepikt?) en op
de kalibratie: liggen de gerealiseerde defaults (RDs)
dicht bij de verwachte PDs? Een betrouwbaar model
draagt bij aan een goede samenwerking tussen sales
en risk.
Het einddoelDe implementatie van een credit portfolio manage-
ment framework draagt bij tot een vermindering van
debiteurenverliezen, meer consistentie en transpa-
rantie tussen sales en risk, meer snelheid en accura-
tesse in de bedrijfsprocessen, een gezondere omzet,
vermindering van operationele kosten, verbetering
van het werkkapitaal en – uiteindelijk – verbetering
van de continuïteit van de onderneming.
Zanders Rating AdvisoryZanders Rating Advisory richt zich op financiële instel-
lingen, corporates en de publieke sector. De volgende
diensten worden geleverd:
• Corporate rating model EAGLE, in samenwerking met
Bureau van Dijk, gekoppeld aan financiële database
met meer dan 130 miljoen bedrijven wereldwijd.
Scoring tool FALCON, eveneens ontwikkeld met
Bureau van Dijk.
• Implementatie van diverse types rating modellen
voor het raten van onder andere MKB, handels- en
goederenfinanciering, project financiering, etc.
• Transparante rating rapporten, met peer- en scena-
rioanalyses, betreffende de rating van een onderne-
ming, bank, ziekenhuis, woningcorporatie, etc.
De rapporten worden onder andere gebruikt bij
financieringsaanvragen.
• Validatie van rating modellen.
• Portfoliomanagement dashboard.
• Implementatie van rating systemen en processen.
12
Het teleurstellende rendement op het geïnvesteerde
vermogen was met name het gevolg van de structurele
negatieve vermogensposities waarmee luchtvaartmaat-
schappijen in het tijdperk van strikte regulering werden
opgezadeld. Daarnaast
hebben budgetmaat-
schappijen de sector
volledig op zijn kop ge-
zet. De snelle opkomst
van nieuwe spelers uit
het Midden-Oosten en
de torenhoge brand-
stofprijzen vormen de
jongste uitdagingen
waar de sector mee
geconfronteerd wordt.
Onlangs heeft
Zanders samen met
de International Air
Transport Associati-
on (IATA) een bench-
markstudie verricht
die specifiek aandacht besteedde aan het gebruik
van treasury-technologie binnen deze sector.
Onderzocht werd hoe technologie – van groot belang
voor een efficiënte treasury – binnen de treasury-
afdelingen van luchtvaartmaatschappijen wordt toe-
gepast om de uitdagingen van die sector het hoofd te
bieden. We keken in deze studie met name of de trend
om technologie binnen de gehele treasury-organisatie
in te zetten – een trend die in veel andere sectoren
opgang doet – ook binnen de luchtvaartsector zichtbaar
is. Het grote voordeel is dat het IT-landschap zodanig
gestroomlijnd en vereenvoudigd kan worden, dat maxi-
male integratie mogelijk is. In totaal namen 56 lucht-
vaartmaatschappijen deel aan het onderzoek. Deze
steekproef bood een goede diversiteit qua geografische
verdeling en grootte van luchtvaartmaatschappijen.
De voornaamste bevindingen werden door Zanders op
het World Financial Symposium van de IATA gepresen-
teerd aan de luchtvaartmaatschappijen en hun zakelijke
partners. De zeer uitdagende marktomstandigheden
bleken directe gevolgen te hebben voor de dagelijkse
treasury-werkzaamheden bij luchtvaartmaatschappijen.
Zanders presenteerde een benchmarkstudie op het World Financial Symposium van de IATA in Abu Dhabi
Treasury-technologie is nog geen hoogvlieger in de luchtvaartsector
Sir Richard Branson zei eens: “Wie miljonair wil worden, moet met een miljard dollar
beginnen en dan een nieuwe luchtvaartmaatschappij oprichten.” Dat is wellicht wat
overdreven gesteld, maar feit is wel dat de luchtvaartsector de afgelopen jaren een
voortdurend gevecht heeft moeten leveren om financieel gezond te worden.
Het vliegverkeer is de afgelopen decennia weliswaar indrukwekkend gegroeid, maar
luchtvaartmaatschappijen zijn er – gemiddeld genomen – niet in geslaagd om zelfs
maar hun kapitaalkosten terug te verdienen.
Events Zanders presenteerde een benchmarkstudie op het World Financial Symposium van de IATA in Abu Dhabi
13
Alles draait om cashVan de luchtvaartmaatschappijen gaf 47% aan niet
over een speciaal treasury-managementsysteem
(TMS) te beschikken. Het meest gebruikte TMS is in
de luchtvaartsector nog steeds MS Excel: dat betekent
dat luchtvaartmaatschappijen zich met inefficiënte en
foutgevoelige, handmatige processen behelpen.
De maatschappijen die wel over een systeem beschik-
ken, maken vooral gebruik van de treasury-modules van
ERP-aanbieders, zoals SAP en Oracle/Peoplesoft (aan-
deel 38%). Onder de hoogwaardige gespecialiseerde
systemen is SunGard de grootste partij in de lucht-
vaartsector met een aandeel van 16% van het totaal.
Geen enkele systeemaanbieder heeft een marktaandeel
groter dan 8%, waaruit blijkt dat het systeemlandschap
ondanks de recente consolidatie nog steeds relatief
versnipperd is.
Het onderzoek besteedde vervolgens aandacht aan
diverse kernprocessen binnen de treasury. In de
luchtvaartsector draait alles om cash; cashmanagement
staat zeer hoog op de agenda van iedere treasurer.
Op meerdere gebieden zijn er echter verbeteringen
mogelijk. Zo worden cashpoolstructuren – gebruikt
door 59% van de luchtvaartmaatschappijen in het
onderzoek – veelal door de bank beheerd. Dat betekent
dat berekeningen vaak handmatig plaatsvinden en dat
de luchtvaartmaatschappij, als klant, daarop weinig
controle kan uitoefenen. Daarnaast houdt 89% van de
ondervraagde luchtvaartmaatschappijen zich bezig met
kasstroomprognoses, maar integreert slechts 17% van
hen dit proces in hun bestaande ERP-treasury-module
of TMS. Een grote meerderheid (74%) maakt nog steeds
gebruik van MS Excel als voornaamste instrument voor
kasstroomprognoses. Uitgaande betalingen – of die nu
vanuit de operationele bedrijfsvoering of vanuit de
treasury plaatsvinden – worden in
slechts 47% van de gevallen via de ERP-
treasury-module of het TMS beheerd.
De meest vooraanstaande treasury-
afdelingen binnen de luchtvaartsector
trachten echter wel om alle boven-
genoemde cash- en liquiditeitsmanage-
mentprocessen binnen hun bestaande
TMS- of ERP-omgeving te integreren om
een maximale automatisering met mini-
male interfaces mogelijk te maken.
RisicobeheerDe eisen aan het risicobeheer liggen in
de luchtvaartsector hoger dan in andere
sectoren. Dat is met name het gevolg
van het feit dat luchtvaartmaat-
schappijen gewoonlijk in veel landen
en regio’s actief zijn en daardoor een
complexe vreemdevalutaportefeuille te beheren
hebben. Daarnaast drukt het risico van fluctuerende
grondstofprijzen – dat bij luchtvaartmaatschappijen
met name op brandstofkosten betrekking heeft – op wel
40% van de operationele kosten. Bovendien hebben de
financieringsstructuren over het algemeen een lang-
lopend karakter. Daarom moet het renterisico strikter
beheerd worden. Uit het onderzoek bleek dat deze
financiële risico’s veelal buiten de bestaande TMS- of
ERP-omgeving beheerd worden. Bij de luchtvaartmaat-
schappijen die het risico van fluctuerende grondstof-
prijzen trachten te beheersen, beschikt 54% over geen
enkel ondersteunend systeem, of wordt gebruik-
gemaakt van MS Excel. Slechts 14% van hen beheert
deze risico’s binnen hun bestaande ERP-treasury-modu-
le of TMS, terwijl de rest van gespecialiseerde stand-
alone-systemen gebruikmaakt. Hieruit blijkt ook dat de
bestaande ERP- of TMS-omgevingen niet geheel aan
de complexe risicobeheerbehoeften van de luchtvaart-
maatschappijen tegemoetkomen.
Beperkt gebruik van technologieCorporate finance, een ander kernproces op de treasury-
afdelingen van luchtvaartmaatschappijen, is in termen
van treasury-technologie het minst relevant.
Activiteiten als het aantrekken van balansfinanciering via
de kapitaalmarkt of de supply chain vallen namelijk min-
der goed te automatiseren. De technologie beperkt zich
veelal tot ondersteuning van backofficetaken, zoals de
berekening van convenantlimieten en dispositieruimtes.
Qua bankconnectiviteit is de technologie de afgelopen
jaren veel geavanceerder en toegankelijker geworden.
Toch bleek uit het onderzoek dat minder dan 10% van de
luchtvaartmaatschappijen van SWIFT gebruikmaakt, ter-
wijl dat toch als best practice-systeem wordt beschouwd:
via één bankonafhankelijk systeem wordt een verbinding
met alle bankpartners gelegd.
Om de treasury-activiteiten gereed te maken voor de
toekomst, vormt een solide en robuuste treasury-
technologie een belangrijk vereiste. Deze benchmark-
studie heeft aangetoond dat de luchtvaartmaatschappij-
en het volledige potentieel van de treasury-technologie
nog niet hebben aangesproken. Het is dan ook zeer waar-
schijnlijk dat zij daarin blijven investeren, in een poging
om efficiënter te worden en de uitdagingen in de bedrijfs-
voering beter het hoofd te kunnen bieden. Hopelijk zal
later blijken dat Sir Richard Branson er toch naast zat.
Wilt u meer te weten komen over benchmarkstudies? Neem dan contact op met Christoph Feddern: [email protected] of +41 44 577 70 10.
14
Centraal in het land, in de denkbeeldige ruit tussen
Amersfoort, Apeldoorn, Nijkerk en Ede ligt een
van de Nederlandse groeigemeenten. Gemeente
Barneveld beslaat 17.600 hectare, telt ruim 55.000
inwoners, één groot industrieterrein en bestaat uit
negen kernen, waarvan Barneveld en Voorthuizen de
grootste twee zijn.
De gemeente is veel meer dan kippen en kerk, vindt
wethouder Gerard van den Hengel. “Barneveld is een
echt pluriforme samenleving, een moderne plaats. De
Barnevelder is een harde werker, dat zag je ook in de
crisis. Het verantwoordelijkheidsgevoel is hier hoog.
Bij de werkgevers zie je dat ook; men betaalt niet
onnodig dividend, heeft een goede auto en een goed
huis – maar dat is ook genoeg. Doe maar gewoon,
dan doe je al gek genoeg – dat hoort ook bij de
protestants-christelijke cultuur.”
Food ValleyHoewel diverse bedrijven het in de afgelopen jaren
zwaar hebben gehad, gaat het over het algemeen
goed met het bedrijfsleven in de gemeente.
Cliënt
Ten zuidoosten van
Barneveld is de wijk
Veller in aanbouw,
bestaande uit zo’n
1200 woningen.
De ambities van groeiende gemeente Barneveld
Kiezen voor kengetallen en kennisdeling
Veel Nederlandse gemeenten staan voor stevige
fi nanciële uitdagingen. Zo heeft gemeente Barneveld
een hoge schuldquote en een lage solvabiliteit
als gevolg van actief grondbeleid in de periode
voor 2009. Met een constructieve aanpak, waarin
kennisdeling, samenwerking en het betrekken van
fi nancieringskengetallen een grote rol spelen, wordt
deze schuldpositie aangepakt.
15
In 2030 verwacht de gemeente naar zo’n 70.000 inwoners te zijn gegroeid
“De bedrijven hier zijn vooral familiebedrijven”,
vertelt Van den Hengel. “Veel mkb-bedrijven met één
tot vijftig werknemers, nauwelijks beursgenoteerde
bedrijven. Eén op de tien inwoners van de gemeente
is ondernemer. Afgelopen maand werd bekend dat
wij op één gemeente na de hoogste zzp-dichtheid
hebben.”
Het Barneveldse bedrijfsleven heeft een hoog
exporterend gehalte, met veel innovatieve
maakindustrie. De grootste windmolenbouwer van
Nederland, met honderden miljoenen omzet, is
bijvoorbeeld ook in Barneveld gevestigd.
Belangrijk voor de regio is daarnaast food & feed; de
voedingsmiddelen- en diervoederindustrie. Samen
met zeven andere gemeenten vormt Barneveld de
Nederlandse Food Valley. Van den Hengel: “Dat is
veel meer dan een regionale samenwerking. We zitten
vlakbij Wageningen University & Research centre, een
gerenomeerde universiteit waar allerlei onderzoeken
worden gedaan. Ons mkb is volop bezig aansluiting
te creëren en dat kan het bedrijfsleven nog sterker
maken. Voor de foodindustrie is dit dus een erg
aantrekkelijke omgeving om zich te vestigen.”
Groei en schuldenDe economische activiteiten leiden ertoe dat
de gemeente groeit. Het CBS verwacht dat er
in de periode tot 2040 een groei van meer dan
10% van het aantal Barneveldse huishoudens
zal zijn. De gemeente zelf verwacht in 2030 naar
zo’n 70.000 inwoners te zijn gegroeid. Die groei
heeft consequenties. De afgelopen jaren hebben
gemeenten te maken gekregen met financiële
uitdagingen en aangepaste wetgeving, zoals
het schatkistbankieren en de Wet Houdbare
overheidsfinanciën (Wet Hof), die een aantal
begrotingsregels voor de decentrale overheden
bevat. “Van het schatkistbankieren hebben wij niet
zo’n last”, zegt Van den Hengel. “Wij hebben een
behoorlijk hoge schuldenlast.” De schuldpositie
van de gemeente ontstond vooral in de periode
voor 2009, als gevolg van een actief grondbeleid
met actieve grondverwerving. “We hebben veel
strategische grondvoorraden. De afgelopen jaren
hebben we jaarlijks 400 woningen gebouwd, dit jaar
zelfs bijna 500. Die groei vraagt om financiering. Ook
bij ons verklaart dat voor een belangrijk deel de grote
schuldenlast. En omdat we intensief beheer nodig
hebben in de financiering van deze gemeente zijn we
met Zanders in zee gegaan. Maar ook om te spiegelen
waar we mee bezig zijn en daar advies bij te krijgen.”
Kritische rolHans Bosch is sinds 2007 afdelingshoofd van de
afdeling Finance & Control bij Gemeente Barneveld.
“Binnen onze gemeente is treasury erg belangrijk,
omdat we veel geld lenen. Daarom is het goed alle
kennis te delen, geen onnodige risico’s te nemen en
van te voren ook kaders af te spreken. Dat is waarom
we met Zanders zijn begonnen in een klankbordgroep,
de treasury-commissie. Ze doen dat ook voor andere
gemeentes, waardoor je een efficiencyslag maakt
in kennis en ervaring. Zo hebben we de treasury de
afgelopen jaren samen naar een hoger niveau getild.”
Naast Bosch is Strategisch financieel adviseur Jan
Willem Duifhuis een van de mensen die op het gebied
van treasury regelmatig met Zanders van gedachten
wisselt. “De samenwerking met Zanders is niet een
project, maar een proces. Het gaat om het continu
delen van kennis op het gebied van treasury, met
gelijkwaardige sparringpartners”, vertelt Duifhuis.
“Maar het prettige van deze samenwerking vind ik
juist ook dat ze kritisch zijn”, vult Van den Hengel aan.
“De feiten worden niet afgetopt, waardoor we echt
met de boodschap geconfronteerd worden om er iets
beters uit te halen. Zanders heeft eerst geadviseerd
hoe je meerjarige kasstromenoverzichten kunt maken
en de schuldenlast met behulp van kengetallen kunt
beoordelen en beheersen. En daar hebben ze een heel
goed kritische rol gespeeld. Ik adviseer mijn collega’s
hetzelfde te doen.” Van den Hengel: “De afdeling
Finance & Control kan de rapportages niet alleen
opstellen. Het hele proces van de vakafdelingen
die daarin meegenomen worden, heeft niet alleen
veel betere cijfers opgeleverd, maar ook een enorm
bewustzijn op de afdelingen. Het proces gaat dus
verder dan alleen het afstemmen met Zanders.”
Van links naar
rechts: Jan-Willem
Duifhuis, Gerard
van den Hengel
en Hans Bosch.
16
KengetallenIn het verleden werd bij de beoordeling van de
gemeentefinanciën vooral gekeken of de begroting
sluitend was en in hoeverre de weerstandscapaciteit
voldoende was om ingeschatte risico’s te
kunnen opvangen. Het meer bedrijfsmatig
beoordelen van de gemeentefinanciën, door ook
de financieringskengetallen hierbij te betrekken,
was voorheen niet aan de orde. Kengetallen zijn
echter een steeds nadrukkelijker rol gaan spelen.
Ook de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG)
vindt het steeds belangrijker dat gemeenten
focussen op de kengetallen bij het beoordelen
van de gemeentefinanciën, om de cashflow en
balansverhoudingen goed in kaart te brengen. Van
den Hengel: “In de ratio’s van de VNG zit echter niets
van terugverdienmogelijkheden. Het zou goed zijn
als de VNG over dit soort zaken met Zanders zou
sparren.”
Gemeente Barneveld kijkt al langer naar kasstromen,
kengetallen en financieringsbehoefte, om de
schulden in 2020 op een acceptabeler niveau te
krijgen. Van den Hengel: “Als je overall naar onze
huidige financiële situatie kijkt, dan hebben wij het
geluk dat we sterk gelieerd zijn aan food, een sterke
maakindustrie en een heel hoog exporterend gehalte
hebben. Dat heeft ons met relatief lage werkloosheid
door de crisis heengesleept. Hier zitten we meer
in de secundaire dan in de quartaire sector en dat
heeft ons in de crisis stabiliteit geboden. Dat geeft
ook een ander profiel als het gaat om aanwending
van gronden. De ontwikkeling waar wij in zitten,
rechtvaardigt de schuld die we hebben. Tegenover de
schulden staat een verdienmodel. Het rapport over de
schuldennotitie, dat we samen met Zanders hebben
opgesteld, heeft ook direct geleid tot passages in het
coalitieakkoord.”
BehoedzaamVoor gemeente Barneveld is het volgens Van den
Hengel belangrijk dat er een dynamiek tot stand
komt. “We groeien enorm en dat betekent ook dat
je banen moet creëren, voldoende en kwalitatief
goed onderwijs moet hebben. En het is de taak van
het politieke bestuur om die ontwikkelingen goed te
faciliteren. De schuld is hoog en we hebben ons beleid
op bepaalde punten ook omgebogen. Zo zijn we van
een zeer actief naar een behoedzaam grondbeleid
gegaan, waarbij we alleen nog aanvullend kopen wat
we direct nodig hebben.”
Het terugbrengen van de schulden is een landelijke
uitdaging, zegt Bosch. “Veel gemeenten zijn er nog
niet mee bezig, wij heel nadrukkelijk. Het is lastig om
ze terug te brengen, maar hoe eerder je begint hoe
“Wij hebben het geluk dat we sterk gelieerd zijn aan food, een sterke maakindustrie en een
heel hoog exporterend gehalte hebben”
Het oude raad-
huis, midden in
het centrum
van Barneveld.
groter de kans dat het lukt.” De schuldenafbouw zal
in eerste instantie gebeuren door grond te verkopen
voor woningbouw en bedrijventerreinen. “We gaan
ervan uit dat dat in ieder geval stevig doorzet. Er is
daarnaast niet-strategisch vastgoed dat we kunnen
afstoten. Daarmee moet de netto schuldquote weer
gaan dalen.”
KennisdelingVolgens Bosch biedt de mix van bestuurlijke en
ambtelijke organisatie in Barneveld een goede basis.
“De risico’s worden kritisch afgewogen, terwijl we
de ambities niet laten varen en ook niet teveel op de
teneur blijven zitten dat het geen geld mag kosten.”
Van den Hengel: “Zeven jaar geleden hebben we al
goed gekeken naar het terugdringen van onze risico’s
en naar ons treasurymanagement. We hebben stevig
ingezet op de planning- en controlcyclus, om tijdig
over adequate informatie te kunnen beschikken.
Kennis was vroeger macht, kennisdeling is vandaag
macht. Je brengt elkaar in een opgaande ontwikkeling
door informatie te delen. Een voorbeeld is het seminar
over de planning- en controlcyclus, dat we voor andere
gemeenten hebben georganiseerd. Op dat vlak loopt
onze Finance & Control voorop in het land – bijna in de
pas van het moderne bedrijfsleven. Ook op het niet-
financiële vlak hebben we een aantal jaar geleden straf
ingezet op lean management, dat zie je ook op veel
plekken samenkomen met het zakengericht werken op
het gebied van projecten. Om in eiertermen te spreken:
dat levert ons bepaald geen windeieren op. Maar, om
het iedere dag beter te kunnen doen, moeten we wel
kritisch naar elkaar blijven.”
Sociale cohesieBarneveld wil graag een ondernemende gemeente
zijn. Van den Hengel: “Als we geen ondernemers zijn,
waar moeten we dan met zijn allen onze welvaart aan
ontlenen? Maar ook op sociaal beleid zetten we sterk
in. Met de drie decentralisaties op het gebied van
zorg, jeugd en werk – een heel intensieve operatie
– gaan ook de nodige bezuinigingen gepaard. De
gemeenteraad heeft daarbij de kaders meegegeven
om te voorkomen dat er mensen tussen wal en schip
geraken. Er is sprake van een sterke sociale cohesie
bij onze bevolking. Daar ligt ook een verband met
de economie, want we proberen zoveel mogelijk
kansen te creëren om mensen naar vermogen te
kunnen laten werken. Onze gemeente ligt daarin op
schema en heeft de geest van de wetgeving goed
opgepakt. Voor een gemeente is het van belang een
plaats te ontwikkelen waar de volgende tien, twingtig
jaar van wordt geprofiteerd. Waar je prettig kunt
werken en prettig kunt wonen. We hebben het in huis
om dit soort dingen goed op te pakken. Ik wil niet
opscheppen, maar trots ben ik wel.”
17
Wilt u meer weten over
treasuryvraagstukken bij
gemeentes?
Neem dan contact op met
Hendrik Pons
of Koen Reijnders
via +31 35 692 89 89.
“Veel gemeenten zijn nog niet bezig met het terugbrengen van de schulden,
wij heel nadrukkelijk”
Duifhuis, Van den
Hengel en Bosch,
geflankeerd door
Zanders-consultants
Hendrik Pons (links)
en Koen Reijnders.
Op de achtergrond
staat het ‘Gouden ei’,
een kunstwerk van
Guido Geelen dat
diervoedingsbedrijf
De Heus in 2013
de gemeente
cadeau deed.
18
Een vooruitblik met het managementteam
Dit jaar bestaat Zanders twintig jaar. In de afgelopen drie
edities van dit jaar keken we daarom terug op de jaren waarin
het bedrijf zich ontwikkelde tot de toonaangevende
adviesonderneming met brede fi nanciële expertise die het nu is.
Namens de onderneming blikt managing partner Sander van Tol in deze editie vooruit.
20 jaar
We blijven de komende jaren werken in een
dynamische omgeving. Dynamiek, ambitie en
strategie liggen bij ons heel dicht bij elkaar. Op
basis van je ambitie definieer je je strategie. Maar
strategie is ook terugkijken in hoeverre de eerdere
ambities zijn verwezenlijkt. In de dienstverlening is
vijf jaar een erg lange termijn voor de strategie. Het
verleden heeft aangetoond dat de veranderingen in
de markt te onvoorspelbaar zijn om verder vooruit
op te beredeneren. Met dynamische ambitie kun je
de uitdagingen goed beantwoorden.
Als je kijkt naar de komende vijf jaar, gaan we uit
van een aantal duidelijke elementen en
ontwikkelingen waar we op in zullen moeten
spelen – in algemene zin en specifiek in de
zakelijke dienstverlening en
treasury- en risk-consultancy.
Allereerst technologie. Big data biedt ons
kansen, want de grote hoeveelheid data
waar organisaties mee te maken hebben
moeten worden geanalyseerd. En dat is
onze toegevoegde waarde; met die
analyses kunnen wij de interpretatie
van die data laten zien.
Content leverageTegelijk weten we dat de snelle ontwikkeling van
technologie ook een gevaar kan vormen op de
arbeidsmarkt. The Economist deed recentelijk
onderzoek naar de impact van automatisering voor
bepaalde beroepsgroepen. Voor telemarketeers zal
de impact bijvoorbeeld hoog zijn, zeker als je het
vergelijkt met een tandarts. Het vak van consultant
blijft mensenwerk, maar ook onze markt is wat
technologische impact betreft moeilijk voorspelbaar.
In de financiële sector moet je er dan
ook rekening mee houden dat je te
maken kunt krijgen met
‘verstorende technologie’.
Als je daardoor moet opereren in
een discontinue, onvoorspelbare
omgeving moet je daar ook je
businessmodel op aanpassen.
De meerwaarde van agile zijn
“Met dynamische ambitie kun je de uitdagingen goed beantwoorden”
“
Bart-Jan Wittenberg Judith van Paassen
19
Het is daarom goed onderscheid te maken
tussen content leverage en human leverage.
Content leverage krijg je door goede analyses te
maken van je data om zo toegevoegde waarde te
kunnen genereren waarmee je snel weet waar de
veranderingen plaatsvinden en daar op een flexibele,
innovatieve manier mee om kunt gaan. Met andere
woorden: de kennis die we hebben, gaan we beter
ordenen, analyseren en beschikbaar stellen. In ons
werkgebied moeten we niet inzetten op human
leverage voor gestandardiseerde processen,
waarbij het werk bijvoorbeeld naar lagelonenlanden
verplaatst.
Communities van kennisDaarnaast zullen communities, denken wij, een
steeds grotere rol spelen. Mensen zoeken naar
flexibele vormen van samenwerking. De generatie Z,
soms ook iGeneration genoemd, denkt meer in
services als geheel dan in merknamen.
Het is de generatie die nu nog op school zit en een
digitale verbinding gebruikt bij alles wat ze doet.
De manier waarop mensen samenwerken
verandert en ook binnen Zanders is dat te zien;
op verschillende manieren delen we onze kennis
door in eigen communities samen te werken.
Met de Zanders Academy bijvoorbeeld, waar we
nu, met alle kennis die we op de verschillende
vakgebieden hebben, een volwaardig
trainingsprogramma gaan geven. We worden steeds
meer een professionele kennisorganisatie, waar niet
alleen onze eigen klanten maar ook andere relaties
kennis kunnen opdoen. Een ander actueel voorbeeld
van het gangbaar maken van kennis zijn onze
benchmarkstudies. We hebben veel best-in-class-inzichten in wat bedrijven doen en zouden moeten
doen.
Die community-gedachte zie je ook in de
samenwerking, want door agile te zijn kunnen we
inspelen op de flexibiliteit die van ons gevraagd
wordt – ter optimalisatie van projecten. Daar horen
bijvoorbeeld ook flexibele werktijden en -plekken
bij. Misschien zit er wat dat betreft wel iets in het
gedachtegoed van Ricardo Semler, de Braziliaanse
goeroe die als CEO van Semco ‘The Semco Way’
introduceerde; management dat gebaseerd is op een
open geest en een open managementstijl, met veel
minder hiërarchische bedrijfsstructuren.
In plaats daarvan worden bedrijven in
plaats van merken meer samenwerkende
individuen binnen communities.
“We hebben veel best-in-class-inzichten in wat bedrijven doen en zouden moeten doen”
Gerbert van Grootheest Laurens Tijdhof Jaap Karelse
20
Internationale stappenEn dat heeft weer te maken met een ander element:
globalisering. De wereld is economisch steeds meer
verbonden. Van onze omzet in 2013 kwam ongeveer
40% uit internationale projecten. Vanuit corporate
opdrachtgevers was dit zelfs bijna 70%. Dergelijke
projecten vragen om flexibiliteit – in verschillende
tijdzones, met continue beschikbaarheid van
consultants. We hebben een duidelijke strategie om
ook buiten Europa verder te groeien. In de afgelopen
jaren hebben we gewacht tot we internationaal
voldoende substance hadden, maar inmiddels
doen we veel internationale projecten – ook
buiten Europa. Onze kantoren in Brussel, Londen
en Zürich zijn in de afgelopen tijd doorgegroeid.
De stappen die we maken zouden dus ook buiten
Europa gezet kunnen worden. Want ook daar is
in de afgelopen jaren veel gebeurd. Dat geldt ten
slotte ook de veranderingen in regelgeving. Ook dat
is voor ons een belangrijke factor, omdat al onze
opdrachtgevers daar op in moeten spelen.
Uniek partnershipDe kracht van onze groei is dat we altijd een
sustainable growth-model hebben gebruikt;
het juiste groeitempo voor onze organisatie.
Je kunt groeien, maar moet niet exploderen.
Steeds meer mensen aannemen, werkt eerder
in je nadeel dan in je voordeel wanneer je die
niet goed kunt begeleiden.
Waar wij ons in onderscheiden – naast de
gezamenlijke ambitie en strategie – is dat ons
partnership erg hecht is. Ons management team
bestaat uit mensen die al vijftien tot twintig jaar
met elkaar samenwerken. Je weet dus dat die
samenwerking een beproefd concept is.
Zo’n sterk en duurzaam partnership
is best uniek in onze business.
“De stappen die we maken zouden dus ook buiten Europa gezet kunnen worden”
”
Rob Naber
Sander van Tol
Column
Charles Zondag
Gemeentelijke transities, doordenken vereist
De gemeentelijke transities
behelzen de overheveling
in 2015 van de uitvoer van
een aantal WMO-gerela-
teerde wetten, waaronder
Jeugdzorg en AWBZ, naar
gemeenten. Het achter-
liggende idee is dat burgers
meer zelf of samen kun-
nen doen, met een kleiner
beroep op overheden. Ge-
meenten staan dichter bij
de burger en zouden daar-
door beter en efficiënter
invulling kunnen geven aan
de uitvoer van deze wetten.
Deze transitie gaat gepaard
met een forse korting
op het budget. Als ik de
maatschappelijke discussie van een afstand volg,
constateer ik de nodige commotie. De status bij
gemeenten varieert erg, van “De keuzes zijn gemaakt en de financiële consequenties gaan we in de komende jaren bezien” tot “Alvorens een be-roep op gemeentelijke zorg te kunnen doen, moet eerst het eigen pensioen worden opgegeten”.
Wat mij als buitenstaander opvalt, is dat betrok-
kenen veelal redeneren vanuit de rechten van de
burger. De aandacht gaat uit naar het opvolgen van
de wet en de inhoudelijke en de emotionele kant
van het recht op zorg. Daarbij lijkt de aandacht
voor de financiële consequenties te ontbreken.
Gemeenten gaan zorgdragen voor de invulling,
moeten keuzes maken, aanbesteding regelen en
daarbij alternatieven zowel politiek, sociaal-maat-
schappelijk maar ook financieel afwegen.
En dit alles binnen wettelijke kaders en op tijd.
Bepaald geen sinecure, zelfs los van het financiële
plaatje. En juist in dit laatste aspect, die financiële
restrictie, zit het venijn.
Nu ik op verzoek van gemeenten dit complexe on-
derwerp probeer te vatten in een rekenmodel, stuit
ik op opmerkelijke dingen. Meten is weten, maar
veel gegevens blijken bij gemeenten onbekend,
inaccuraat, niet te bestaan of mogen uit hoofde
van de Wet persoonsbescherming niet worden
gedeeld. Ook blijkt de invloed van zorgverleners op
het vaststellen van zorgindicaties niet altijd even
transparant, terwijl moeilijk inzicht te verkrijgen is
in de kosten van de zorg. Dit maakt besturen lastig.
Dankzij de hulp van deskundigen, bestuurlijk en uit
‘het veld’, wordt de complexe dynamiek mij enigs-
zins duidelijk. Beperkingen in de ene vorm van
zorg leiden veelal tot overloop naar andere zorg.
Ontwikkelingen in de loop van de tijd kennen een
eigen dynamiek. Voor een modelleur zijn dergelijke
complexe afhankelijkheden om van te smullen,
resulterend in alternatieve beleidsscenario’s. Als
ik die vervolgens presenteer, lopen de reacties
uiteen, van zeer instemmend tot groot onbegrip.
Maar waar het mij om gaat, is inzicht in de dyna-
miek van het financiële plaatje. Ofwel, hoeveel
middelen staan de gemeenten tot hun beschikking,
wat is de ontwikkeling in de vraag naar zorg, wat is
de prijs van die zorg en hoe kan dit geheel worden
beïnvloed? Daarbij is een rekenmodel niet zalig-
makend – wees beducht op modeloverspanning,
blijf kritisch nadenken – maar het maakt de com-
plexe dynamiek in financiële consequenties veel
duidelijker. Dat financiële inzicht stemt niet altijd
even vrolijk, maar het biedt wel de benodigde dui-
delijkheid over de keuzes die bestuurders hebben.
Aldus kan beter worden afgewogen hoe je
beperkte beschikbare middelen het slimste inzet,
wat de financiële consequenties zijn van alterna-
tieven en of er voldoende middelen zijn om aan
specifieke wensen tegemoet te komen.
Voorspellen is onmogelijk, maar financieel goed
voorbereid zijn, kan wel. Daar is iedereen mee
gediend, de gemeente én de burger.
21
22
Visie
Bij kapitaalmarktfinanciering, zoals obligatiefinancie-
ring, is de aflossing bekend en staat de rentecoupon
voor een langere tijd vast. Variabel spaargeld wijkt
daar op twee punten van af: de klant mag het geld op
elk gewenst moment opnemen, terwijl de bank het
recht heeft de rente aan te passen wanneer zij dat
wil. Een essentiële vraag is: waarom zou een bank
spaargeldfinanciering verkiezen boven andere finan-
cieringsbronnen? Het antwoord op deze vraag is niet
eenvoudig, maar kan worden gevonden in de verhou-
ding tussen risico en rendement.
RendementHoe bepaal je het rendement van spaargeld? Om een
zo accuraat mogelijke rendementsinschatting van een
balansproduct te maken, wordt het klantentarief van
een product vaak vergeleken met de zogenaamde
interne benchmarkprijs, die ook wel de ‘funds transfer
price’ (FTP) wordt genoemd. Voor spaargeld vertegen-
woordigt de FTP de theoretische opbrengsten voor het
beleggen ervan. Het verschil tussen de theoretische
opbrengsten en de daadwerkelijke kosten (waar dan
naast spaarrentekosten ook bijvoorbeeld operatio-
nele/IT-kosten onderdeel van zijn) kan gezien worden
als het rendement van het spaargeld. Het berekenen
van deze theoretische opbrengsten is echter niet
eenvoudig. Vaak zijn deze gebaseerd op een fictieve
beleggingsportefeuille, met dezelfde rente- en liqui-
diteitslooptijden als het spaargeld. Deze looptijden
weerspiegelen de rente- en liquiditeitseigenschappen
van het spaargeld.
MargerisicoNu is de vraag: wat zijn voor een bank de aan spaar-
geld gerelateerde risico’s? Veranderende marktrentes
zijn van invloed op zowel de opbrengsten vanuit de
beleggingen als de rentekosten van het spaargeld.
Waarom is modellering essentieel?
Voor banken is variabel spaargeld als
fi nancieringsbron wezenlijk anders dan
‘professionele’ fi nancieringsbronnen.
Welke risico’s komen erbij kijken en
hoe bepaal je het rendement ervan?
Spaargeld als financieringsbron
23
Hoewel de bank het recht heeft zelf de rente te be-
palen, is er sprake van grote afhankelijkheid omdat
banken vaak de spaarrente van de markt (lees:
concurrenten) volgen om het spaarvolume te behou-
den. Er wordt dan ook margerisico gelopen wanneer
de inkomsten uit de beleggingen niet met de geboden
spaarrente meebewegen.
Van dergelijke bewegingen in de markt van de spaar-
rente is de risicovrije rente vaak de grootste driver.
De afhankelijkheid tussen de spaarrente en risicovrije
rente wordt aangegeven door middel van de (inge-
schatte) rentelooptijd. Met deze informatie kan het
margerisico op twee manieren worden gemitigeerd.
De rentelooptijd van de beleggingsportefeuille kan
worden opgelijnd met het spaargeld, waardoor deze
inkomsten in gelijke mate op de risicovrije rente
reageren als de kosten vanuit de spaarrente. Daar-
naast is het mogelijk renteswaps aan te gaan om de
rentelooptijd van de beleggingen te beïnvloeden.
LiquiditeitsrisicoHet liquiditeitsrisico van spaargeld uit zich als klanten
hun geld weghalen, terwijl de bank onvoldoende
beschikt over cash/liquide beleggingen om hierin te
voorzien. Door de verwachte uitstroom van spaargeld
samen te laten vallen met de verwachte instroom
gerelateerd aan beleggingen, wordt ook in de toe-
komst aan de liquiditeitsbehoefte voldaan.
Hierdoor zal een bank minder snel gedwongen wor-
den om in crisissituaties financiering aan te trekken
of illiquide beleggingen te moeten verkopen.
Voor de liquiditeitsbehoefte op de korte termijn houdt
een bank daarnaast liquiditeitsbuffers aan, wat ook
wordt opgelegd vanuit de toezichthouder door middel
van de LCR (Liquidity Coverage Ratio)-eis.
Aangezien het aanhouden van liquiditeitsbuffers
duur is, streeft een bank naar een prudente, maar
zo laag mogelijke liquiditeitsbuffer. De bepaling van
de liquiditeitslooptijd (hoe lang spaargeld op de
rekening van een klant blijft staan) is dan ook van
essentieel belang voor een bank. Enerzijds om het
liquiditeitsrisico te beheersen, anderzijds om het
juiste niveau van cashbuffers te kunnen bepalen,
waarmee het rendement wordt verbeterd.
Spaargeldmodellering een mustOm het juiste inzicht in spaargeld te krijgen – en
daarop te sturen – is het essentieel om zowel de
rente- als de liquiditeitslooptijd ervan te bepalen.
Alleen met die informatie krijgt het management
inzicht in hoe het rendement van spaargeld zich ver-
houdt tot het marge- en het liquiditeitsrisico.
Daarnaast groeit de druk vanuit de toezichthouder
om als bank beter inzicht te hebben in het spaargeld.
In het renterisicomanagement eist DNB bijvoorbeeld
een goede onderbouwing voor het renterisico van het
spaargeld. Ook vanuit liquiditeitsrisicomanagement
is hier steeds meer aandacht voor, bijvoorbeeld als
onderdeel van het ILAAP (Internal Liquidity Adequacy
Assessment Process). Voor banken is modellering
van het spaargeld daarom een must.
Bancaire interesse in spaargeldEind 2012 was de totale Nederlandse bankenbalans
van ca. EUR 2,7 mrd voor ongeveer EUR 950 mln
gefinancierd met particulier spaargeld. EUR 545 mln
hiervan is afkomstig van binnenlandse huishoudens
en ondernemingen. Gegeven de kredietverlening
aan deze sector van EUR 997 mln is de zogenaamde
Nederlandse funding gap, op de Ierse na, de hoogste
van alle eurolanden.
Sinds de uitbraak van de financiële crisis in 2008
hebben twee ontwikkelingen bijgedragen aan
de gestegen bancaire interesse in spaargeld.
Allereerst moesten banken na het instorten van de
(interbancaire) geld- en kapitaalmarkten op zoek
naar een alternatieve stabiele bron van financiering.
Ten tweede heeft spaargeld ten opzichte van andere
financieringsvormen een relatief gunstige positie
verkregen in de liquiditeitsregelgeving van Basel III.
Dit mondde in 2010 uit in een prijzenoorlog op de
spaarmarkt.
Dit is het eerste artikel in een reeks
over spaargeld. In de volgende
artikelen gaan we verder in op de
modellering van de rentelooptijd
en de liquiditeitslooptijd van het
spaargeld. Wilt u nu al meer weten
over spaargeld?
Neem dan contact op met
Wouter Dikkers
of Floris van Diest
via +31 35 698 92 92.
24
Zanders heeft al veel bedrijven geholpen bij
strategische treasury-projecten die op de crediteu-renkant gericht waren. Waarom is pas vrij recent een groter aantal ondernemingen gaan kijken hoe zij ook de debiteurenkant kunnen stroomlijnen? En waar passen virtuele rekeningen in dat plaatje?
“Centralisatie van inkomende kasstromen is complexer.
Je hebt eenvoudigweg minder controle over waar en wan-
neer je geld ontvangt, dan bij een rekening die je
betaalt. Ondernemingen beschikken inmiddels wel over
de nodige ervaring en over best practices op het gebied
van crediteurenreconciliatie en centralisatie van uitgaan-
de stromen. Aan de inkomende kant worden de klant-
relaties gewoonlijk echter door de lokale organisaties
beheerd. Die boeken voor welke openstaande debiteur er
geld binnenkomt. Zo komt het dat ondernemingen vaak
wel over gecentraliseerde uitgaande betalingen via een
beperkt aantal treasury-rekeningen beschikken, maar
vorderingen nog steeds via een verspreid aantal lokale
rekeningen geïnd worden. Zeker, ‘cash is king’, maar dan
moet je wel snel over je geld kunnen beschikken. Waarom
werken we dan niet met één bankrekening voor alle innin-
gen van betalingen? De complexiteit schuilt in de boeking
naar openstaande debiteuren. Zouden alle klanten op
dezelfde rekening betalen, dan zou een geautomatiseerd
boekingsproces in hoge mate afhankelijk zijn van het
betalingskenmerk om de posten op het rekeningoverzicht
met de openstaande debiteuren te kunnen matchen. Het
betalingskenmerk is echter een ‘vrij’ veld zonder voorge-
schreven formaat, waarbij de betalende partij voor een
correcte invoer moet zorgen. Ook kan dat betalingsken-
merk op zijn weg langs afwikkelings- en clearingsystemen
(gedeeltelijk) wegvallen. Om een betaling te doen, is
een correct rekeningnummer wél een vereiste, maar een
correct betalingskenmerk niet. Hier komen virtuele reke-
ningen om de hoek kijken. Die verhogen de informatie-
waarde van het verplichte IBAN in grote mate en vormen
een aanvulling op het vrije betalingskenmerk. Virtuele
bankrekeningen werken als brievenbussen: als een beta-
ling naar een virtuele rekening wordt gestuurd, gaat het
geld direct door en wordt het verzameld op een centrale
’echte’ bankrekening. Op een virtuele bankrekening staat
dus geen saldo; die vormt alleen een rekening in het
grootboek van de bank. Omdat virtuele rekeningen fictief
van aard zijn, kunnen zij op grote schaal door banken
gecreëerd worden, zonder dat daar extra administratieve
handelingen of verplichte controlewerkzaamheden aan
verbonden zijn – wat bij gewone bankrekeningen wel het
geval is. Ondernemingen kunnen zo virtuele rekeningen
gebruiken voor het grootschalig innen van betalingen.
Expertise
Het stroomlijnen van inningen met virtuele rekeningen
Met virtuele rekeningen is een snellere cashpooling en een
efficiëntere debiteurenreconciliatie mogelijk. Het innen van beta-
lingen kunnen zij zodoende aanzienlijk doelmatiger laten verlopen.
Vooral grote Europese multinationals met gedecentraliseerde
debiteurenadministraties kunnen van deze innovatieve cashmanage-
mentstructuur profiteren. Consultant Tobias Schaad legt uit waarom.
We zien daarbij twee modellen: virtuele rekeningen die
de echte bankrekeningen van dochtermaatschappijen
vervangen en virtuele rekeningen op klantbasis.”
Ondernemingen zijn al jaren bezig om het aantal bank-rekeningen te verminderen. Waar liggen dan de grote voordelen van een dergelijke structuur, met het openen van nieuwe virtuele rekeningen per dochtermaatschap-pij of zelfs per klant? En wat zijn de voornaamste eisen?
“Het is vooral in de opkomende markten moeilijk om
de reconciliatieprocessen te automatiseren. Juist daar
bestaan virtuele rekeningen al een tijdje – zij het vooral
op binnenlandse schaal. Nu er in Europa gestandaardi-
seerde betalingsformaten en rekeningnummers gebruikt
worden, heeft een dergelijke nieuwe structuur ook in
Europa een efficiënte schaal bereikt. Vooraanstaande
banken bieden virtuele rekeningen aan om zich binnen
het volledig gestandaardiseerde cashmanagement-
gebied van de concurrentie te onderscheiden. Grote
ondernemingen hebben al fors in treasury-technologie
geïnvesteerd om interne overboekingen binnen een in-
house bankstructuur te kunnen virtualiseren. De markt
is er dus klaar voor en de constante drang naar innova-
ties in cashmanagement heeft in Europa al tot de eerste
virtuele rekeningstructuren geleid.
Een payment factory met ‘payments on-behalf-of’-struc-
tuur (POBO) maakt voor uitgaande stromen centralisatie
van onderliggende bankrekeningstructuren mogelijk,
terwijl het betalings- en reconciliatieproces gedecen-
traliseerd kan blijven. Virtuele rekeningen bieden een
soortgelijke structuur voor ‘collections on-behalf-of’
(COBO).
Ondernemingen die per dochtermaatschappij echte
rekeningen door virtuele rekeningen vervangen, versnel-
len de inkomende kant van de interne financiële supply
chain: er vindt direct cashpooling plaats, terwijl de kos-
ten voor het aanhouden van lokale rekeningen afnemen.
In dit tijdperk van geïntegreerde treasury-technologie en
big data vormt de hoeveelheid te verwerken gegevens
niet langer een barrière om het innen van betalingen
te kunnen centraliseren en stroomlijnen. Om virtuele
rekeningen op klantbasis te kunnen toepassen, zijn
wellicht duizenden virtuele rekeningen nodig – en toch
is daarmee een ongekende automatiseringsslag in het
debiteurenreconciliatieproces mogelijk. Een snellere
debiteurenreconciliatie stelt bovendien eerder klant-
kredietruimte beschikbaar, wat het verkooppotentieel
vervolgens weer vergroot.
Er is een COBO-structuur nodig om op een treasury-
bankrekening gelden te ontvangen die in juridische
zin eigendom zijn van een dochtermaatschappij. Het
ERP-systeem of het TMS dient deze architectuur te
ondersteunen. De inkomende rekeningoverzichten van
de treasury-rekening dienen daartoe te worden gefilterd
op basis van virtuele rekeningidentificatiecodes, terwijl
de desbetreffende in-house bankrekeningen gecredi-
teerd moeten worden. Voor de implementatie is voorts
een communicatieplan richting klanten vereist; aan de
klantkant moet immers het bankrekeningnummer van
de leverancier aangepast worden.”
Welke stappen raad je treasurymanagers aan?
“Treasury-managers hebben bij payment factory-
projecten een voortrekkersrol vervuld die vaak leidde
tot nauwere banden tussen de treasury en de credi-
teurenafdelingen. Ik zie in de toekomst soortgelijke
mogelijkheden bij inningen: een nauwere samenwerking
tussen de treasury en de debiteurenafdelingen.
Wie de voordelen van een virtuele rekeningstructuur
wil onderzoeken, raad ik aan te beginnen met een
analyse van de huidige cashmanagementstructuur en
debiteurenprocessen. Definieer de reikwijdte van de
ideale rekeningstructuur, definieer het gewenste model
– per dochtermaatschappij of per klant – en stel vast
wat de gevolgen aan de technologie-kant zijn. Stel een
financiële business case op voor een opzet met virtuele
rekeningen op basis van verschillende modellen en sce-
nario’s. Zet vervolgens voor de gedefinieerde reikwijdte
een RFP-proces bij banken in gang om uw bankpartner
voor virtuele rekeningen te selecteren. Bepalende fac-
toren zijn de lokale mogelijkheden die banken bieden,
intraday inzicht in rekeningen, virtueel IBAN-beheer, het
tariefmodel, etcetera.
Tot slot vormt de implementatie van virtuele rekenin-
gen ook een technisch treasury-technologieproject.
Zanders kan uw organisatie helpen de mogelijkheden
van virtuele rekeningen optimaal te benutten – vanaf de
aanvankelijke analyse en de business case tot en met de
implementatie in uw treasury-technologieomgeving.”
25
Wilt u meer weten over virtuele rekeningen?
Neem dan contact op met Tobias Schaad:
[email protected] of +41 44 577 70 10.
Kort
Zanders zet(veel) stappenVoor iedereen met een baan als consultant is het
een bekend fenomeen: elke doordeweekse dag stap
je vol goede moed in je auto richting het kantoor
waar je werkzaam bent en de acht uren die je daar
per dag doorbrengt zijn goed besteed. De opdrach-
ten zijn uitdagend en leuk, gecombineerd met
andere positieve aspecten van een kantoorbaan,
zoals omgang met collega’s en een salaris aan het
einde van de maand.
Helaas kent een baan in consultancy ook keerzijden.
Zo beweeg je weinig, staar je een groot deel van de
dag naar een beeldscherm, is je zithouding vaak
niet optimaal en soms kunnen deadlines of andere
factoren zelfs stress veroorzaken. Wanneer deze
‘keerzijden’ te lang duren of te veel voorkomen,
dan kan dat leiden tot serieuze fysieke of
psychologische klachten.
Binnen Zanders wordt daarom steeds meer aan-
dacht besteed aan het voorkomen van dit soort
klachten. Een van de manieren om dit te doen, is
door mensen bewuster te maken van de gevaren en
hen alerter te maken op de waarschuwingssignalen.
Een goed initiatief, maar een aantal collega’s vond
dit niet voldoende en wilde er een schepje bovenop
doen. Dit resulteerde in de Zanders Step Challenge.
Deze Challenge houdt in dat 110 Zanders-medewer-
kers, nationaal en internationaal, zes weken lang
een stappenteller (FitBit) bij zich dragen en dagelijks
bijhouden hoeveel stappen ze zetten.
Het is algemeen bekend dat bewegen belangrijk is
voor de lichamelijke gezondheid. Dat bewegen ook
erg belangrijk is voor de psychische gezondheid is
echter minder bekend en wordt daarom vaak onder-
schat. Regelmatige beweging draagt zelfs bij aan
het voorkomen van burn-outs.
SpelregelsIn vier verschillende landen tellen de 110 deelne-
mers, onderverdeeld in tien teams van elf man, hun
dagelijkse stappen. Elk team heeft een captain die
verantwoordelijk is voor het tijdig registreren van de
stappen, waarmee de teamscore wordt berekend.
De Challenge duurt in totaal zes weken en elke week
voert iedereen zijn of haar weektotaal online in.
Wekelijks wordt er een tussenstand gegeven en
aan het einde van de rit wordt duidelijk wie en welk
team de meeste stappen heeft gezet. De deelne-
mers strijden om prijzen voor het beste team, de
beste individuele prestatie en voor de persoon die
die meeste vooruitgang heeft geboekt gedurende
de Challenge.
Daarnaast wordt er vanuit Zanders een donatie
gedaan aan de stichting Spieren voor Spieren.
De hoogte van deze donatie is afhankelijk van het
aantal stappen van alle teams samen. Kortom,
iedere deelnemer heeft genoeg incentives om
zoveel mogelijk stappen per dag te zetten!
Het doelAl met al zijn er meerdere positieve resultaten te
behalen door deze Challenge. Allereerst wordt
iedereen bewuster van de beweging (of het gebrek
daar aan) die hij of zij dagelijks levert, wat hopelijk
een positief effect heeft op de langere termijn.
Daarnaast heeft de Challenge een positief team-
building-effect vanwege de internationale
samenstelling van de teams en het goede doel
dat gesteund wordt.
Als organisatie zijn wij in ieder geval blij verrast door
het enthousiasme van iedereen en de hoeveelheid
aanmeldingen. Wij hopen dat de positieve effecten,
op fysiek en psychologisch vlak, langer aanhouden
dan de zes weken van de Challenge.
26
Agenda
Omschrijving Locatie Datum
ACT Cash Management Conference 2015 London, UK 11-12 februari
ACT Europe Conference Düsseldorf, DE 5 maart
BootCamp Corporate Treasury Amsterdam, NL 20-22 april
Zanders Risicomanagement Seminar Amsterdam, NL 9 april
ACT Annual Conference 2015 Manchester, UK 20-22 mei
EuroFinance 2015 Kopenhagen, DK 23-25 september
AFP Annual Conference 2015 Denver, USA 18-20 oktober
Meer informatie over bovenstaande events vindt u op onze website: www.zanders.eu
27
Save the date! Op donderdag 9 april 2015 orga-
niseert Zanders voor de zevende keer het Risico-
management Seminar voor banken, verzekeraars,
pensioenfondsen en assetmanagers. Het thema is:
De toegevoegde waarde van risico-management.
Ook deze editie vindt plaats in Amsterdam en ook
dit jaar staan er gerenommeerde sprekers op het
programma: Wilfred Nagel (Chief Risk Officer ING
Group), Jos Heuvelman (Divisiedirecteur Toezicht
Banken DNB) en Monique Donders (Chief Risk
Officer Robeco) zullen hun visies delen op het
gebied van financieel risicomanagement.
Nadere details over de locatie en tijden vindt
u op onze website: zanders.eu/events.
Zanders Risicomanagement Seminar 2015
Hoe stelt treasury-transformatie treasurers in staat
om ware businesspartners te worden? Dat was de
centrale vraag tijdens het Treasury Transformatie Se-
minar dat Zanders dit najaar in Londen organiseerde.
Na de opening door Zanders-partner Laurens Tijdhof
vertelden Phil John en Gavin O’Dowd – resp. treasury
director bij Mars en finance director bij British Ame-
rican Tobacco – over de meest ingrijpende uitdagin-
gen waar zij op dit gebied tegenaan liepen. Twee
systeemleveranciers, Reval en SunGard, deelden hun
ervaringen op het technologische vlak. Ter afsluiting
schoven ook John Murray, hoofd cash product sales
bij Citi, en Carlo Nazareno, product head Europe PCM
bij HSBC, aan bij de paneldiscussie onder leiding van
consultant Hugh Davies. De vraag die daarbij cen-
traal stond, was de rol die banken kunnen vervullen
om het transformatieproces voor corporate treasu-
ries te vergemakkelijken. De conclusie was duidelijk:
de snelle veranderingen in technologie, regel-
geving en het financiële landschap hebben geleid tot
herdefiniëring van de rol van de corporate treasurer.
In de komende jaren zal de behoefte aan treasury-
transformatieprojecten blijven groeien.
Verslag: Treasury Transformatie Seminar
Zanders
Sinds de oprichting in 1994 is Zanders uitgegroeid tot een
toonaangevende onderneming op de kennisgebieden
treasury-management, risicomanagement en corporate finance.
Met vestigingen in Nederland, België, Zwitserland en het Verenigd
Koninkrijk werken onze 130 professionals voor corporates,
financiële instellingen en organisaties in de publieke sector.
De toegevoegde waarde van Zanders ligt vooral in haar
gespecialiseerde kennis en haar onafhankelijkheid.
Wij werken uitsluitend voor en in opdracht van klanten,
waardoor belangenverstrengeling wordt voorkomen.
Binnen onze expertisegebieden volgen wij alle ontwikkelingen op
de voet, om deze vervolgens op innoverende wijze toe te passen.
Van idee tot implementatie:• Strategie & organisatie
• Processen & systemen
• Modellering & waarderingen
• Structureren & arrangeren
Onze expertisegebieden:• Treasury management
• Corporate finance
• Risicomanagement
Onze Services:• Advisory services
• Interim services
• Outsourcing services
• Transaction services
Klantgebieden:• Corporates
• Financiële instellingen
• Publieke sector
www.zanders.eu
Zanders NederlandBrinklaan 134
1404 GV Bussum
+31 35 692 89 89
Zanders BelgiëPlace de l’Albertine 2, B6
1000 Brussel
+32 2 213 84 00
PostadresPostbus 221
1400 AE Bussum
Nederland
Zanders Verenigd Koninkrijk26 Grosvenor Gardens
London, SW1W 0GT
+44 20 7730 2510
Zanders ZwitserlandGessnerallee 36
8001 Zürich
+41 44 577 70 10