Yunits Magazine Juni 2012

20
“Minder moeten, meer laten zien” Je organisatie klaarstomen voor social media Test, twitter en win het ‘Handboek Communities’ Wéér geen reacties 5 beginnersfouten en hoe je ze voor bent Praktisch tijdschrift over communities, kennisdelen en ontmoeten Introductie- nummer over de eerste stappen www.yard.nl NR.1 JUNI 2012 Yunits Magazine Maria Genova ontmoette Anita de Wit via Hyves “Zonder haar was mijn boek niet zo overtuigend”

description

Praktisch tijdschrift over communities, kennisdelen en ontmoeten. Yunits Magazine is een uitgave van Yard Internet en wordt verspreid onder klanten, relaties en andere geïnteresseerden.

Transcript of Yunits Magazine Juni 2012

Page 1: Yunits Magazine Juni 2012

“Minder moeten, meer laten zien”

Je organisatie klaarstomen voor social media

Test, twitter en win het ‘Handboek Communities’

Wéér geen reacties 5 beginnersfouten en

hoe je ze voor bent

Praktisch tijdschrift over communities, kennisdelen en ontmoeten

Introductie-nummer over

de eerste stappen

www.yard.nl

NR

.1 J

UN

I 2012

Yunits Magazine

Maria Genovaontmoette Anita de Wit via Hyves

“Zonder haar was mijn boek niet zo overtuigend”

Page 2: Yunits Magazine Juni 2012

Colofon Nummer 1, juni 2012

HoofdredactieValentijn van Esch, Yard Internet

Concept en eindredactieSuzanne Geurts, Het Bladenatelier

TekstenSanne Krijgsman, Yard Internet

VormgevingMichiel Meerdink, Yard Internet

BeeldArnaud Mooij, Echt Mooij Fotografie www.istockphoto.com

Met medewerking vanHuib Koeleman, Wit Communicatieadviseurs

In dit nummer

Heb je te maken met de inzet van communities en social media in je werk? Of ben je nog op zoek naar platforms waar collega’s, gelijkgestemden, vak- of lotgenoten kennis en ervaring kunnen delen? Dan is dit nieuwe magazine voor jou gemaakt. Waarom een magazine over communities? Omdat de vele com-munitymanagers en (web)redacteuren die ik spreek, allemaal hetzelfde willen: zo veel mogelijk uit hun community halen. Zoals voor alle sociale media geldt, kun je met een community ontzet-tend veel mensen snel bereiken, mits je het goed aanpakt. De mogelijkheden zijn eindeloos en de ontwikkelingen gaan razend snel. Te snel om bij te houden. Daar springen we met Yunits Magazine op in. Door richting te brengen in die overvloed aan informatie. We geven tips, bijvoorbeeld over het optuigen van een community, een social intranet of ledenplatform. En we laten zien waarom social media zo leuk zijn. Want Yunits Magazine gaat over strategie en praktijk, maar vooral over interactie tussen mensen. Yunits Magazine is vernoemd naar Yunits, de modulaire bouw-stenen die Yard Internet ontwikkelde. Na ruim een jaar hebben we er vijf succesvolle communities voor professionals mee opgezet. Die tellen ruim 10.000 deelnemers en de activiteitsgraad is ver bovengemiddeld. Een bewijs voor mijn stelling dat mensen graag

kennis en ervaring delen, mits je ze de juiste omgeving biedt. Hoe ziet zo’n omgeving er dan uit? Hoe houd

je hem interactief en levendig, met enthousiaste gebruikers? En hoe borg je de kwaliteit van de

inhoud op zo’n platform? Op die vragen geeft Yunits Magazine, dat 2 à 3 keer per jaar zal uitkomen, antwoord. Aan de hand van tips, interviews met experts en praktijkvoor-

beelden van communitymanagers, organisa-ties en gebruikers.

Deze editie heeft als thema ‘1’: het allereerste nummer, dat je alles vertelt over de eerste stap-

pen bij het opstarten van een community. Terug naar de basis. Hoe overtuig je je doelgroep en

directie van de meerwaarde van een community? Ga je voor open of besloten? En welke beginners-fouten moet je zien te vermijden? Ook vertellen we over Netwerkinbeweging, het eerste platform dat met Yunits gebouwd werd. Ik wens je veel plezier!

Valentijn van EschAlgemeen directeur, Yard Internet

PS We zijn benieuwd naar je reactie en ideeën. Stuur gerust een mail naar [email protected]

of tweet met #yunits naar @yardinternet.

Nr.1

Interview Expert Melle Gloerich: “Directies willen vaak een community om met de trend mee te doen. Maar zo trek je je doelgroep niet.”

06

Page 3: Yunits Magazine Juni 2012

DrukSenefelder Misset Doetinchem

Yunits Magazine is een uitgave van Yard Internet en wordt verspreid onder klanten, relaties en andere geïnteresseerden.

AbonnementenKosteloos, op aanvraag.

Dankaan iedereen die zijn me-dewerking heeft verleend aan de totstandkoming van deze uitgave.

Yard InternetVossegatselaan 32 3583 RT Utrecht Telefoon: 030 234 10 20 Fax: 030 259 92 58

[email protected] @yardinternet#yunits

Copyright © 2012 Yard internet bv

VormgevingMichiel Meerdink, Yard Internet

BeeldArnaud Mooij, Echt Mooij Fotografie www.istockphoto.com

Met medewerking vanHuib Koeleman, Wit Communicatieadviseurs

IN D

IT N

UM

ME

R

Juni 2012

03

Gastcolumn

Auteur en adviseur Huib Koeleman bekent dat hij “uit een medialand komt waar social media niet bestonden.”

Doe de test

Ontdek hoe socia(a)l jij bent en maak kans op een exemplaar van het ‘Handboek Communities’ van Erwin Blom.

In ’t kort

Op deze pagina halen we de krenten uit de pap. Nieuws, onder-zoek, statistieken, reviews, apps en tips. En altijd ff bellen met Melle.

10 18

15

04

Matchmaker

Een Hyves-berichtje leverde Maria Genova (schrijfster) en Anita de Wit (oprichtster Stop Loverboys NU) een wetsvoorstel én een vriendschap op.

09

Kwestie van kiezen

Een nieuw netwerk: open of liever ‘een slotje erop’? De dilemma’s van Revalidatie Nederland en Ambtenaar 2.0.

12

Oeps! 5 beginnersfouten

En veel tips over hoe je community wél een vliegende start maakt.

Benieuwd naar Yunits?

Op pagina 19 maak je kennis met Netwerkinbeweging: de eerste Yunits-community van Yard Internet, die nu 2400 deelnemers telt. Beheerder Karin Vrielink vertelt hoe dit werkt.

Page 4: Yunits Magazine Juni 2012

NIE

UW

S

In ’t

kor

t

ff bellen met Melle

Is het logisch dat community- managers zich vooral bezighouden met hun kerntaak, de community?

“Het verbaast me nogal dat minder dan de helft van de communitymanagers het als taak ziet om bedrijfsdoelstellingen te reali-seren. Dat is de plicht van elke medewerker in een bedrijf, of je nu secretaresse bent of manager. Je baan hangt er tenslotte vanaf!”

Hebben Nederlandse organisaties te weinig geld over voor communities?

“De onderzoekers noemen het gemiddelde budget laag; 42% heeft minder dan 50.000 euro te besteden. Maar ik vraag me af of ze rekening hebben gehouden met loonkos-ten. Die zijn namelijk aanzienlijk. Dat gaat

verder dan de salarissen voor de be-heerders zelf. De impact van reacties - van bijvoorbeeld consumenten of leden van een vereniging - op een community is enorm en organisaties moeten snel reageren. Daar-door zie je bij steeds meer organisaties dat medewerkers uit alle lagen actief zijn op de community om maar adequaat in te kunnen springen op die reactiestroom. Reken maar uit hoeveel tijd en dus geld dat kost. Zeker als je al die mensen ook nog wilt leren hoe ze goed kunnen reageren.”

Hoe verklaar je dat zo weinig - 1 op de 5 - communitymanagers bijleren via cursussen?

“Omdat het zo’n jong vakgebied is, is er nog amper aanbod. De meeste Neder-

landse cursussen komen niet verder dan dooddoeners als ‘wees persoonlijk’. Ze richten zich op tools in plaats van strategie en doelstellingen. Internationaal gezien is er meer. Ik vind de trainingen van Richard Millington van Feverbee bijvoorbeeld erg goed. Maar dan praat je wel over bijna 3.000 euro cursusgeld voor een online training. Verkoop dat maar eens aan je baas.”

Nederlands ziekenhuis koploper social media

In vergelijking met de rest van Europa zijn Nederlandse ziekenhuizen het meest actief op social media. Vooral met Twitter, LinkedIn en Youtube lopen onze ziekenhuizen voorop. Dit blijkt uit onderzoek van het Reshape & Innovation Centre van het Nijmeegse Radboud ziekenhuis.

Opvallend is de explosieve stijging van het gebruik van Twitter. In juli 2011 twitterde 56% van de Nederlandse ziekenhuizen, elf keer zoveel als in 2009. Het aantal follow-ers is nog bescheiden: gemiddeld 336 per account. Op Europees niveau zijn dit er met gemiddeld 271 followers nog minder. Op LinkedIn zijn acht op de tien Nederlandse ziekenhuizen aangesloten (gemiddeld is dit in Europa minder dan een op drie). Face-book wordt weinig gebruikt. Slechts 15% van de Nederlandse ziekenhuizen zet het medium in, tegenover een Europees gemid-delde van 67%.

“Bedrijfsdoelstellingen realiseren? Daar ben ik niet echt mee bezig.” 40% van de communitymanagers vindt dit. Dat blijkt onder meer uit onderzoek van de vakvereniging Community Management Nederland. Zitten communitymanagers op een eilandje? We belden Melle Gloerich, community-expert en onze vaste hulplijn voor social media-kwesties.

Zie www.communitymanagers.nl voor het volledige onderzoek.

Nog meer vragen aan Melle? Twitter naar @mgloerich. Lees ook het interview met hem op pagina 6.

1

23

Page 5: Yunits Magazine Juni 2012

96%van de Nederlandse vrouwen

die online zijn, is actief op

social networks. Bij mannen

ligt dat percentage op 92%.

Het meest actief zijn online

vrouwen tussen de 45 en 54

jaar. Maar liefst 98,5% van

hen begeeft zich op social

media.

Bron: comScore, december 2011

Wist je dat?1,2 miljard mensen zijn wereldwijd actief op social networks.14% van hun tijd online spenderen Nederlanders op social media.

94% van de Nederlandse internetgebruikers is actief op social media.

8,2 uur per maand spenderen Europese vrouwen op social networks. Dat is 30% meer dan mannen, die dit maar 6,3 uur per maand doen.

98,5% van de Nederlandse vrouwen tussen 45-54 jaar is actief op social networks.

8,4 miljoen Nederlanders zijn actief op Facebook. Daarmee is Facebook het populairste social network, gevolgd door Hyves (6,9 miljoen unieke bezoekers), Twitter (1 miljoen) en LinkedIn (3,3 miljoen).

Atos wil met de maatregel de werkomstandigheden verbeteren. Uit onderzoek bleek dat medewer-kers dagelijks meer dan honderd interne e-mails kre-gen, waarvan slechts 15% nuttig. Het kostte 15 tot 20 uur per week om die te verwerken. Het viel directeur Thierry Breton op dat veel jonge werknemers nog nooit met Outlook hadden gewerkt toen ze bij Atos begonnen. Ze gebruikten voor interne communicatie vooral instant messaging tools en social networks als Facebook. Een stuk effectiever, zag Breton.

NIE

UW

SIn ‘t kort

05

Review

The next big thingLéon Cozijnsen (@mobileon), operationeel di-recteur Yard Internet: “Pinterest is een soort social prikbord. Via de website en de gratis app kun je foto’s per rubriek bookmarken. Veelgebruikte rubrieken zijn mode en eten, maar ik verzamel zelf onder meer foto’s van Oud Utrecht. Op foto’s die je ‘pint’, kunnen anderen weer reageren. Pinterest groeit supersnel en is enorm populair. Bezoekers besteden hier meer tijd dan op Twitter: 80 minuten per bezoek tegenover 25. Ik verwacht hier heel veel van. Absoluut een blijvertje.”

Nuttig

Gebruiksvriendelijk

Inspirerend

Mooi

Grappig

www.pinterest.com

Vijfhonderd werknemers doen nu mee aan een pilot en gebruiken voor interne

communicatie alleen nog tools als social networks, microblogging en

document sharing, waarmee je geza-menlijk aan één document kunt

werken. “And they just love it”, zegt Breton. Sinds de pilot loopt, zijn werknemers be-

wuster en is het aantal interne mails al met 20% gedaald.

Atos wil interne e-mail voor februari 2014 volledig uitbannen. Voor externe communicatie blijft het concern gewoon e-mail gebruiken.

Atos bant e-mailIT-gigant wil binnen drie jaar e-mail voor intern gebruik afschaffen.

Page 6: Yunits Magazine Juni 2012

INT

ER

VIE

W

Mel

le G

loer

ich

Melle Gloerich studeerde Telematica aan de Universiteit Twente en Nieuwe Media en Digitale Cultuur aan de Uni-versiteit Utrecht. Hij maakt onderdeel uit van het team van www.communitymanagers.nl en heeft ruime ervaring als communitymanager en –strateeg. In Yunits Magazine heeft hij zijn eigen rubriek over actuele social media-kwesties, ‘ff bellen met Melle’ (pagina 4). Volg Melle op Twitter via @mgloerich.

Page 7: Yunits Magazine Juni 2012

social media succesvol introduceren Steeds meer organisaties starten (interne) social media op. Lang niet altijd met succes. Een goede voorberei-ding blijkt het halve werk. “Nieuwe middelen vragen om het loslaten van vertrouwde manieren. En dat is voor veel mensen moeilijk”, merkt com-munity-kenner Melle Gloerich.

”Jammer genoeg staren directies zich nogal eens blind op de wens om een com-munity op te zetten en verliezen ze uit het oog wat het eigenlijke doel is”, zegt Melle, deskundige op het gebied van communi-ties en manager van de NGN-community voor IT’ers. “Het voordeel voor de directie is vaak duidelijk: ze willen meedoen met de trend en dus moet er een community komen. Maar met die reden ga je je doel-groep echt niet trekken. Het moet wel duidelijk zijn wat het iemand persoonlijk oplevert om iets op de community te doen. Voordat je die introduceert, moet je dus

goed nadenken over het waarom. Alleen dan kan je overbrengen wat het voordeel voor gebruikers is.”

Voordelen laten zien

Dat weten ze bij het Taxatie Manage-ment Instituut (TMI). De stichting startte in november 2011 een Yammer, een soort ‘Twitter’ voor intern gebruik (www.yammer.com). Dit viel samen met de introductie van een uniform Taxatie Management Systeem (TMS) voor commercieel vastgoed. Het TMS is ontwikkeld om transparant taxeren te bevorderen. De doelgroep, commercieel vastgoedtaxateurs, staat er niet om bekend veel met social media te werken. “Er zijn er maar weinig met een Twitter-account”, vertelt arbeids - en organisatiepsycholoog Vera Beemster, die de Yammer beheert. Maar omdat deelnemende taxateurs voor hun vragen over het nieuwe systeem ner-gens anders terecht kunnen, móeten ze wel naar de Yammer komen. “Natuurlijk bellen of e-mailen sommige mensen liever, maar ik stuur ze consequent door naar de Yammer. Het helpt dat wij daar heel actief zijn. Als je te lang wacht met vragen beant-woorden, raak je mensen kwijt. Maar als ze zien dat dat binnen een paar uur gebeurt, worden ze enthousiast. Helemaal als ze merken dat er ook allerlei interessante documenten te vinden zijn.” Voordelen moet je laten zien, meent ook Melle. “Iets laten zien werkt altijd beter dan tegen mensen zeggen dat iets goed voor ze is of – erger nog – dat ze iets moeten. Een han-dige manier om dit te doen is werken met pilotgroepen, met kleine groepjes die je bij

INT

ER

VIE

W

Melle G

loerich

07

Page 8: Yunits Magazine Juni 2012

de hand neemt.Deze mensen moet je echt de tijd geven. Minimaal zes maanden, vind ik. Laat ze lekker experimenteren, later zie je wel of wat daaruit komt breder toepas-baar is voor de hele organisatie. Het voor-deel van pilotgroepen is dat mensen elkaar aan kunnen steken: succes plant zich voort. En als het mislukt? Dan is de schade be-perkt. Want maar een klein groepje is daar getuige van geweest en weet precies hoe het is gegaan.”

Extra begeleiding

Melle gelooft dat in elke organisatie vol-doende basis is voor een community. “Mensen communiceren per definitie met elkaar en helpen elkaar over het algemeen graag, in de hoop dat ze dat ook terugkrij-gen. Een community is één manier om dat te faciliteren. Het is een nieuw communi-catiemiddel en dat moeten mensen leren gebruiken. De introductie van nieuwe mid-delen vergt ook het loslaten van vertrouw-de manieren. En dat is voor veel mensen moeilijk, zelfs voor IT’ers”, merkt Melle. Bij het TMI geven ze de doelgroep face-to-face uitleg. Vera: “Taxateurs die zich bij ons aan-melden, volgen een cursus over het gebruik

van het taxatiesysteem. We geven dan meteen een Yammer-instructie. Dat doen we bijvoorbeeld ook tijdens een evenement voor social media dat we binnenkort orga-niseren. Voor veel mensen is Yammer nieuw, dus je moet echt veel aandacht besteden aan begeleiding.”

Klinkende munt

Er zijn ook directies die het nut van een community helemaal niet inzien. Dat maakt het moeilijk om de organisatie te overtui-gen. Toch kun je je organisatie wel degelijk klaarstomen voor een community, meent Melle. “Hoe je dat het beste kunt aanpak-ken, hangt erg af van het type organisatie. Bij commerciële organisaties is het ant-woord vrij eenvoudig: druk het resultaat uit in geld. Bijvoorbeeld door te meten of de verkoopresultaten zijn gestegen sinds de introductie van de community.” Bij non-profit instellingen ligt het uitdruk-ken van resultaten in euro’s minder voor de hand. “Je kunt hooguit proberen aan te tonen dat mensen effectiever werken dankzij een community en daardoor geld bespaard wordt. Maar dit is erg lastig te kwantificeren. Ik zou er eerder voor kiezen om succesgevallen te laten zien. Die zijn vaak niet zo moeilijk te vinden. Stel, er wordt binnen je organisatie al met Yammer gewerkt en iemand stelt de vraag waar hij bepaalde informatie kan vinden. Het levert een antwoord en – inderdaad – de gewen-ste informatie op. De betreffende persoon plaatst #yammerwerkt op Yammer. Op die manier ontstaat vanzelf een verzameling succesjes. Dan is het een kwestie van uit-printen en je baas onder de neus duwen.”

Voor (leden)communities, van bijvoorbeeld brancheverenigingen en stichtingen, zijn de interactie en het sociale aspect het belang-rijkst. “Het gevoel ‘dat het zin heeft’ is vaak al genoeg”, zegt Melle. Dat geldt ook voor de Yammer van TMI. “Het begon vooral als een helpdesk waarop nieuwe gebruikers vragen konden stellen of bugs melden”, vertelt Vera. “Maar we zien een overgang ontstaan naar een discussieplatform. Steeds meer gebruikers beginnen op elkaar te reageren en elkaars vragen te beant-woorden. De rol van de beheerders wordt daardoor vanzelf kleiner. Uiteindelijk willen we dat de Yammer volledig op de gebrui-kers draait.”

Financiële kansen

Toch bieden ook communities die niet in eerste instantie een commercieel doel die-nen, financiële mogelijkheden. Melle: “Een-voudige manieren voor verenigingen om geld te verdienen via een community zijn: betaald lidmaatschap, producten verkopen of adverteren. Maar denk ook aan construc-ties waarin particulieren gratis lid zijn, terwijl bedrijven daarvoor betalen. Een ledenbe-stand kan ontzettend interessant zijn voor bedrijven en dat hoeft elkaar niet te bijten. Informatie van deelnemers aan bedrijven aanbieden gaat natuurlijk te ver, maar er zijn ook opties die wel moreel verantwoord zijn. Zo kun je bedrijven tegen betaling een poll laten uitvoeren. Het is aan deelne-mers zelf of ze daar aan meedoen of niet. Natuurlijk hangt waar je voor kiest, sterk af van je community. Dat moet je als manager goed aanvoelen.”

INT

ER

VIE

W

Mel

le G

loer

ich

“Bij commerciële organisaties kun je het resultaat van social media in geld uitdruk-ken”

Page 9: Yunits Magazine Juni 2012

09

Maria GenovaAuteur van de boeken ‘Man is stoer, vrouw is hoer’ en ‘Vrouwen te koop’, over vrouwen-handel in Nederland. Blogt sinds april elke donderdag op www.estamagazine.nl.www.mariagenova.nl

@genova2

“Ik had net een boek over vrou-wenhandel geschreven, toen ik via Hyves in contact kwam met Anita van stichting Stop Loverboys NU. Een heel bevlogen vrouw die minderjarigen uit de prostitutie helpt ontsnappen. Pas na langdurig con-tact via Hyves en Twitter ontmoe-tten we elkaar. Via Anita leerde ik veel slachtoffers van loverboys ken-nen. Enkele schrijnende verhalen gebruikte ik met hun toestemming voor mijn tweede boek ‘Vrouwen te koop’. Ook gaven we samen inter-views voor een documentaire van Al Jazeera en voorlichting aan ouders.

Met de hulp van Anita, enkele slachtoffers en een advocate maakte ik een zwartboek vrouwen-handel. Dat heb ik aan de Tweede Kamer overhandigd, met als gevolg verschillende Kamervragen en veel druk op de minister van Justitie. Inmiddels heeft hij een wetsvoorstel ingediend om de maximumstraf voor pooiers te verhogen. Zonder Anita’s input was het zwartboek lang niet zo compleet en overtui-gend geworden. Inmiddels is op Twitter een groot netwerk ontstaan van mensen die zich met het onder-werp bezighouden. Onze bood-schap wordt enorm snel verspreid: een programmaatje rekende uit dat mijn laatste vijftig tweets 53.000 mensen bereikten!”

“Wat begon met een berichtje

via Hyves, eindigde met een wetsvoorstel voor

hogere straffen”

MAT

CH

MA

KE

R

Maria G

enovaOp pagina 14 lees je Anita’s kant van het verhaal. Heb jij dankzij social media een bijzonder persoon ontmoet en willen jullie daarover vertellen in de rubriek ‘Matchmaker’? Laat het ons weten. Mail [email protected] of Twitter naar @yardinternet.

Page 10: Yunits Magazine Juni 2012

10% van de Nederlanders grijpt ’s morgens in bed al naar zijn smartphone om Facebook of Twitter te checken. Ben jij al helemaal thuis in de social media? Of houd je je er juist verre van? Doe de test en ontdek of je een early adopter, een pragmaat of een non-conformist bent.

1. Je gaat met vakantie. Welke uitspraak is het meest op jou van toepassing?

a) Het hotel moet over een internetverbinding beschikken, desnoods in de lobby. b) Voor noodgevallen kan mijn familie me bellen, maar mijn mobiel blijft in mijn tas. c) Als er geen wifi is tot aan het zwembad, zoek ik verder.

2. Tijdens je vakantie heb je wat leuke kiekjes geschoten. Je foto’s…

a) … liggen een paar maanden te verstoffen in een hoek, totdat je ze op een druilerige zondagmiddag, gewapend met lijm en ruiten theedoek, inplakt in een fotoalbum en van tek- sten voorziet.b) … deel je nog tijdens je vakantie op Facebook of fotoweb- sites als Pinterest of Flickr.c) … zet je, om een sfeerimpressie te geven, voor een klein deel op Hyves of Facebook. Wel afgeschermd, want niet de hele wereld hoeft te weten hoe je eruitziet in bikini.d) …verwerk je in een online fotoalbum dat je laat afdrukken.

3. Je hebt een irritante kriebelhoest waar je maar niet vanaf lijkt te komen. Wat doe je?

a) Ik download een app die diagnoses stelt op basis van hoestherkenning.b) Ik struin alle fora af op internet. c) Ik stel mijn vragen via Twitter, bijvoorbeeld via #durftevragen.d) Ik ga naar de dokter.

4. Pats! De crisis slaat ook bij jou toe: bezuinigingen op je werk, reorganisatie, baan kwijt. Hoe pak je het aan?

a) Ik update mijn LinkedIn-profiel en overweeg actief deel te nemen aan discussiegroepen om meer op te vallen.b) Ik verstuur een aantal sollicitaties via e-mail.c) Ik twilliciteer me suf. Als de sollicitatieprocedure niet via Twitter verloopt, vraag ik me af of ik daar wel pas.d) Ik schrijf me in bij een uitzendbureau.

5. Je denkt erover om naast je baan als freelancer aan de slag te gaan. Wat doe je?

a) Ik ga naar de Kamer van Koophandel voor startersinformatie.b) Ik sluit me aan bij een community voor mensen die in mijn sector werken. c) Ik ga op zoek naar een app voor zzp’ers.

znon-conformist

Early adopter

pragmaat

Terug

TE

ST

H

oe s

oci(a

)al b

en ji

j?

Page 11: Yunits Magazine Juni 2012

6. Welke uitspraak is het meest op jou van toepassing?

a) “Ik twitter dus ik besta.”b) “Ik vind het leuk en nuttig om dingen online te delen, maar als ik op vakantie ben, mis ik het geen moment.”c) “Social media? Asocial media zul je bedoelen.”

7. Je bezoekt een beurs met een collega. Welk scenario volg je?

a) Zodra ik binnenkom, zet ik mijn telefoon uit en haal schrijfblok, pen en visitekaartjes tevoorschijn. Ready to go.b) Ik check direct in op Foursquare. Ik twitter doorlopend over de workshops en ‘gewoon voor de leuk’ knal ik nog wat foto’s op Facebook.c) Ik probeer zo veel mogelijk met mensen in gesprek te komen. Na afloop stuur ik een positieve tweet over een presentatie die ik bijwoon. De spreker zou me zake- lijk nog weleens van pas kunnen komen.

8. Wat is Foursquare?

a) Een populaire online muziekdienst op internet, waarmee je legaal gratis muziek kunt luisteren en tegen betaling kunt downloaden.b) Een sociale netwerksite, waar gebruikers ‘inchecken’ op plaatsen via een mobiele website, sms of app. c) Een meeting point waar je kunt werken en anderen kunt ontmoeten.

zTestuitslag Puntentelling

Vraag 1: a) 2 b) 1 c) 3Vraag 2: a) 1 b) 3 c) 2 d) 2Vraag 3: a) 3 b) 2 c) 3 d) 1Vraag 4: a) 2 b) 1 c) 3 d) 1Vraag 5: a) 1 b) 2 c) 3Vraag 6: a) 3 b) 2 c) 1Vraag 7: a) 1 b) 3 c) 2Vraag 8: a) 2 b) 3 c) 1

12 punten of minder? Je bent een non-conformistEen tijdje kon je je er nog wel voor afsluiten, maar nu lijken ze overal: social-media. Niks voor jou. Misschien behoor je zelfs nog wel tot de 1 op de 10 Nederlanders zonder internetaansluiting. Een smartphone komt er in elk geval niet in. Je weet niet eens wat het precies is, al erger je je wel kapot aan dat gestaar naar die schermpjes door bijna iedereen om je heen. Je snapt er eigenlijk gewoon niks van: vroeger gaven vrienden je een hand of omhelsden ze je bij wijze van begroeting. Tegen-woordig hebben ze in de ene hand een biertje en in de andere hun smartphone. Na ingecheckt te zijn op Foursquare natuurlijk.

Tussen de 13 en 18 punten? Je bent een pragmaat Waarschijnlijk check je net als 41% van de Nederlanders dagelijks je social media-status. Je weet dondersgoed dat 80% van de bedrijven social media inzet voor recruitment. Je zou wel gek zijn om daar niet actief te zijn als je een nieuwe baan zoekt. Hartstikke handig ook om collega’s of ant-woorden op werkgerelateerde vragen te vinden, bijvoorbeeld op een professionele community. En zien waar je vrienden mee bezig zijn op Facebook, dat is gewoon leuk. Tot op zekere hoogte. Je bent regelmatig actief op social media, maar ergert je weleens aan mensen die echt álles online gooien. Jij behoudt graag de controle. Net als 51% van de Nederlanders wil je niet dat persoonlijke informatie wordt “geshared” en vind je niets vervelender dan zonder jouw toestemming “getagd” worden in onflatteuze foto’s.

19 punten of meer? Je bent een early adopterJe vraagt je regelmatig af hoe je in hemelsnaam het tijdperk vóór Facebook en Twitter hebt overleefd. Jij bént social media. Inchecken, je status updaten, foto’s uploaden; het gaat de hele dag door bij jou. Of je nu in de trein zit, op je werk bent of op de operatietafel ligt. Zeer waarschijnlijk behoor je tot de 22% van de Nederlanders die zich ergert aan geen of langzame reacties op een vriendschapsverzoek en tot de 9% die zich sowieso opwindt over langzame response. Social media zijn gewoon de norm, vind je, en iedereen moet meedoen. Wie dat niet snapt, haal je nog wel over.

* Genoemde percentages zijn afkomstig uit onderzoek van Redshift Research in opdracht van Intel.

TE

ST

H

oe soci(a)al ben jij?

11

Deel de uitslag

met ons via

met #yunits en maak

kans op één van

de vijf exemplaren

van het Handboek

Communities van

Erwin Blom.

Page 12: Yunits Magazine Juni 2012

Of je voor open of besloten gaat, bijvoorbeeld met inlogcodes. Eén van de eerste dilemma’s die je bij de start van een community op je bord krijgt. Het antwoord hangt af van je doelgroep en het doel. Één goede keuze is er dan ook niet, wel veel zaken die het afwegen waard zijn.

Het beginDavied: “Wij zijn een platform met blogs, fora en werkgroepen begonnen omdat we ambtenaren bewust willen maken van de veranderingen door sociale media. Niet al-leen om ze te wijzen op de consequenties daarvan, maar juist ook om ze te laten zien hoe ze hun werk beter kunnen doen. Een platform is daar heel geschikt voor vanwege het enorme bereik. Laatst blogte iemand bijvoorbeeld over de vraag of het voor een gemeente nu wel of niet van belang is om een Facebook-pagina op te richten. Die vraag stel je nu in één keer aan 8.000 deelnemers. Dat levert natuurlijk veel meer op dan wanneer je het alleen kunt vragen aan degene die toevallig naast je zit.”Bianca: “Ook wij hadden al een tijd be-hoefte aan een centrale plek voor onze doelgroep, revalidatieprofessionals. Belang-rijk was dat ze hun grote hoeveelheid ken-nis en expertise over innovaties, die er op lokaal en regionaal niveau is, meer deelden.

Dankzij een subsidie van het ministerie van VWS konden we een online platform laten bouwen. Met drie kennisbanken en de mogelijkheid om in groepen samen te werken. En deelnemers worden met elkaar gematched op basis van gemeenschappe-lijke kennis en interesses. We zijn in januari gestart met een pilot, maar er zijn al meer mensen actief dan we hadden gedacht. In groepen samenwerken is erg populair.”

De keuzeDavied: “Ambtenaar 2.0 pleit voor een transparante overheid. Daarom heeft onze community een open karakter. Je moet wel toegelaten worden, maar dat is vooral om spam te weren. We hebben ook spelregels, maar in de praktijk hoef ik niet vaak in te grijpen. Het komt eigenlijk niet voor dat mensen beginnen te schelden of rare dingen zeggen.”

KW

ES

TIE

VA

N K

IEZ

EN

O

pen

vs b

eslo

ten

Davied van Berlo

Initiatiefnemer Ambtenaar 2.0,

een netwerk van mensen binnen en buiten de overheid

die samenwerken aan een transparante overheid.

Online platform: www.ambtenaar20.ning.com.

Aantal deelnemers sinds juni 2008: 8.000.

Gekozen voor open: iedereen kan zich

aanmelden; je moet wel toegelaten worden.

Page 13: Yunits Magazine Juni 2012

Bianca: “Wij hebben juist gekozen voor een besloten netwerk: het is alleen toe-gankelijk voor professionals in de revalida-tiesector. Een van de redenen is dat onze financiering specifiek is bedoeld voor onze doelgroep, revalidatiecentra en revalida-tieafdelingen van ziekenhuizen. Omdat we nog in een pilotfase zitten, kunnen we met een besloten netwerk ook makkelijker monitoren hoe de implementatie verloopt.”

NadelenBianca: “Sommige enthousiaste organisa-ties kunnen nu geen gebruikmaken van ons online netwerk. Dat is wel een nadeel van ons besloten karakter. Maar het is zeker niet ondenkbaar dat we in een later stadium overschakelen naar een open netwerk. Ik ben vooral blij om te merken dat daar belangstelling voor is.”Davied: “Dat beslotene hebben wij niet: iedereen kan deelnemen en alles lezen. Het nadeel is dat sommige gebruikers daar-door terughoudend zijn in wat ze delen. Zij vinden de openheid vervelend, ook omdat content bijvoorbeeld via Google vindbaar is. Toen de Nationale ombudsman een oproep aan ambtenaren deed om opener te zijn, ben ik daar een discussie over gestart op

de community. Maar er kwam weinig los. Dat zou wat mij betreft wel iets meer mo-gen. Onze doelgroep is blijkbaar toch bang om afgerekend te worden en vindt het lastig om een open manier van werken ´handen en voeten´ te geven.”

InteractieDavied: “We hebben 8.000 deelnemers - waaronder ook veel niet-ambtenaren - dus die houden elkaar wel bezig. Dagelijks zie ik dat mensen elkaars vragen beantwoorden. Dat maar een klein deel actief is en het overgrote deel ´lurkt´ (wel meeleest, maar niets post – red.) had ik wel verwacht. Maar voorbeelden van succesjes zouden wel meer benoemd mogen worden.”Bianca: “Ons platform is nog zo jong dat je over zulke grote groepen nog niet kunt spreken. Maar, in de groepen die er zijn, wordt al veel samengewerkt. Ik verwacht dat het aantal leden blijft groeien en het platform nog interactiever wordt. Het is namelijk zo gebouwd dat we allerlei toe-passingen kunnen toevoegen. Denk aan online vergaderen, webinars, mobiele apps, een datumprikker en een congresmodule.”

Bianca van Wesep

Programmacoördinator Innovatie

Revalidatie Nederland,

de branchevereniging van revalidatie-instellingen.

Online platform: www.revalidatiekennisnet.nl.

Aantal deelnemers sinds januari 2012: 400.

Gekozen voor besloten: alleen mensen

die werkzaam zijn bij revalidatiecentra en –afdelingen

van ziekenhuizen kunnen zich registreren.

KW

ES

TIE

VA

N K

IEZ

EN

O

pen vs besloten

13

Bedenk voordat je een community lanceert…… wat je doelgroep en het doel van je community is, want: hoe opener je netwerk, hoe meer bereik, maar ook: hoe minder privacy.… hoe je de community opzet: welke delen wil je openbaar maken en welke niet? … welke onderwerpen de doelgroep wil uitwisselen. Is een openbare community daar geschikt voor? Je zou ervoor kunnen kiezen om de doelgroep zelf te laten besluiten wat zij wel en niet openbaar wil delen.

Page 14: Yunits Magazine Juni 2012

“Ik bereik via social media heel veel slachtoffers. Loverboys helaas ook”

Anita de WitOprichtster stichting Stop Loverboys NU

www.stoploverboys.nu

@stoploverboysnu

“Nadat mijn dochter meerdere malen in handen van loverboys was gevallen en ik geconfronteerd was met falende hulpverlening, richtte ik de stichting Stop Lover-boys NU op. Voor slachtoffers en hun omgeving. Ik had gehoord over Maria Genova’s boek over vrou-wenhandel en wilde graag met haar samenwerken. Daarom stuurde ik haar een berichtje op Hyves. Na lang twitteren en hyven, ontmoetten we elkaar en daaruit volgde een nauwe samenwerking.

Dankzij Maria zijn de verhalen van de meiden die ik opvang naar buiten gekomen en hebben we de Tweede Kamer bereikt. Het heeft me ook een hechte vriendschap opgeleverd. Het is heel fijn iemand te kennen die deze moeilijke wereld begrijpt. Social media hebben voor mij twee kanten. Ze stellen ons in staat onze boodschap razendsnel te verspreiden en veel slachtoffers te bereiken. Tegelijkertijd schuilt er een groot gevaar in. Jongeren checken overal in en delen zonder na te denken allerlei informatie - tot hun telefoonnummer aan toe! - op Facebook en Twitter. Dat maakt het loverboys wel erg makkelijk ze te vinden.”

MAT

CH

MA

KE

R

Ani

ta d

e W

it

Op pagina 9 lees je hoe Maria de kennismaking met Anita beleefd heeft. Heb jij dankzij social media een bijzonder persoon ontmoet en willen jullie daarover vertellen in de rubriek ‘Matchmaker’? Mail [email protected] of Twitter naar @yardinternet.

Page 15: Yunits Magazine Juni 2012

TIP

S &

TR

ICK

S5 beginnersfouten

15

En hoe je ze

voorkomtEen forum, social intranet of

alles-erop-en-eraan-community starten is één ding. Maar dan: bezoekers trekken.

En vooral: die bezoekers prikkelen dat ze iets gaan doen. Want zonder actie geen reactie.

Helaas gaat het niet vanzelf - zeker niet in het begin. Het goede nieuws is dat je

als communitymanager veel, héél veel kunt doen.

Oeps! 5 beginners

fouten

Page 16: Yunits Magazine Juni 2012

1

Niet weten wat de doelgroep interessant vindtEen ramp voor een community-manager: niemand reageert, berichten hebben weinig clicks of nieuwe bezoekers blijven uit. De crux is ervoor te zorgen dat de inhoud aansluit op je bezoekers. Een ledensurvey kan inzichtelijk maken welke onderwerpen onder je doelgroep leven. De redactie van de NGN, een brancheverenig-ing voor IT-professionals, deed dat ook. Voor gewilde onderwerpen waar nog weinig over geschreven was, zochten ze – onder andere via LinkedIn – naar experts die ze vroegen iets te schrijven. Een sur-vey kun je in het begin uitvoeren, maar ook als je community al een tijdje draait.

2

Gebruikers niet waarderen Als je wilt dat bezoekers actief worden en blijven, zorg dan dat ze zich gewaardeerd voelen. Naast inzicht geven in het aantal keer dat een post gelezen wordt, is het effectief om functionaliteiten toe te voegen. Bijvoorbeeld een ‘like’-knopje of een ‘social media share-bar’ (waarmee posts in twee clicks worden doorgeplaatst naar Twitter en Facebook). Want hoe hoger de waardering, des te groter de kick voor de auteur. Trouwe bezoekers kun je af en toe in de schijnwer-pers zetten met een interviewtje. Communitymanager Jono Bacon van Ubuntu, een open source- besturingssysteem, beloont de top-3 meest actieven met een boek of dvd. Bij Yeon, een com-munity voor B2B-marketeers, hanteren ze een gamification-achtige module: door actief te zijn, kun je iets ‘winnen’. Bijvoorbeeld toegang tot speciale ‘premium’ content. Yeons principe is simpel: hoe meer iemand bijdraagt, hoe meer hij of zij ook kan halen op de community.

3 Zelf schrijvenEen community wordt pas aantrek-kelijk als-ie op regelmatige basis gevuld wordt. Maar: niet door jou! Het is tenslotte de bedoeling dat je doelgroep dit gaat doen. Om een community op zichzelf te laten staan, moet het punt van de kri-tieke massa bereikt worden waar-op minimaal 1 op de 10 bezoekers regelmatig post. Vrijwel geen enkele community haalt zo’n per-centage vanaf dag één. Daarom is de inzet van ‘early adopters’ of ‘ambassadeurs’ essentieel. Dit zijn mensen die de rol van voortrekker kunnen vervullen, met name in de beginfase. Je kunt dit stimuleren door actieve gebruikers een po- dium te bieden. Of mensen te benaderen van wie je weet dat ze graag gevolgd worden (en ze bijvoorbeeld te vragen wekelijks een blog te schrijven).

TIP

S &

TR

ICK

S

5 be

ginn

ners

fout

en

Page 17: Yunits Magazine Juni 2012

4

Niet aansluiten op bekende informatie, web-sites of toolsVooral in het begin, als je com-munity nog nieuw en onbekend is, voelen veel mensen misschien geen noodzaak om een bezoek te brengen. Wil je de traffic verho-gen, zorg dan dat je deze mensen triggert. Bijvoorbeeld door na te gaan welke bestaande tools of informatie voor hen onmisbaar zijn en die naar je community te verplaatsen. Denk bij tools aan een kalender die eerder op het intranet stond, of het verplaatsen van een bestaande vacaturebank. Daardoor zag GGD Nederland het aantal pageviews op hun platform GGD Kennisnet opeens enorm stijgen. Dat het overnemen van populaire informatie een flinke boost geeft, ontdekte Erik de Bos toen hij als applicatiebeheerder bij de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht werkte. “Op een bepaald moment vroegen docenten en stu-denten me of ik de collegesheets op onze digitale leeromgeving WebCT wilde zetten. Toen ik dat – na enige aarzeling – deed, logden na elk college bijna alle studenten in om de sheets te downloaden. Natuurlijk bleven ze dan hangen en maakten ze direct gebruik van de andere tools in WebCT, dat een stuk interactiever werd.”

5

De drempel te hoog makenMet een rankingmechanisme geven bezoekers aan of ze een bericht interessant of leuk vinden. Ranking kan stimuleren, maar ook afschrikken (“Wat als mijn blog door niemand wordt geliked?”). Veel bezoekers – zeker relatief nieuwe – vinden het sowieso al eng om te beginnen met schrijven. Ze hebben het gevoel dat ze een perfecte blog met kop en staart moeten opleveren, waardoor de drempel enorm hoog is. Daar moet je ze dus overheen helpen, weet ook Tessa Smits van Yeon: “Wij helpen deelnemers op weg met heel concrete vragen of op-drachten. Onlangs hadden we een item over de vraag wat een goede werkplek is. We vroegen gebrui-kers om een foto van hun werkplek te maken en die te uploaden. Een eenvoudige en leuke actie, met veel meer reacties dan normaal. Op die manier proberen we de schamele 1% die gemiddeld actief is, omhoog te trekken.”

Meer weten? Tijdens interne netwerksessies besteedt Yard Internet regelmatig aandacht aan de vraag: hoe blaas je je community leven in?

Bijwonen of meer info: [email protected]. Tips van ervarings-deskundigen vind je onder meer op www.communitymanagers.nl en www.frankwatching.nl.

TIP

S &

TR

ICK

S5 beginnnersfouten

17

Page 18: Yunits Magazine Juni 2012

[Immigrant]GA

ST

CO

LU

MN

Imm

igra

nt

Huib Koeleman (1960) is communicatieadviseur bij Wit Communicatieadviseurs in Amsterdam en auteur van onder andere ‘Twitteren op je werk; Social media voor interne communicatie’.

Meer weten? Check www.twitterenopjewerk.nl en volg Huib op Twitter via @huibkoeleman.

“Opeens was mijn feestleven voor al mijn vakgenoten te zien. Een wake-up call”

Ik meldde me aan bij Facebook, na een oproep van een congres van het tijdschrift voor Communicatie. Jaren terug. En daarna gebeurde er een hele tijd niets. Geen van mijn congresgenoten plaatste iets. Totdat bleek dat een van mijn vrienden mij ook volgde op Facebook en mij getagd had in een foto van een feest. Oeps! Opeens was mijn feestleven te zien voor al mijn vakgenoten. Althans, zo voelde dat. Mijn eerste kennismaking met de impact van social media (en de eerste keer dat ik de privacyinstellingen heb aangepast).

Een soort wake-up call. Het leek me belangrijk als communicatiead-viseur te weten hoe social media werkten. Daarom heb ik me op een paar media ingeschreven. En nu ben ik om. Ik ben enthousiast ge-bruiker van vooral Twitter en Facebook en in mindere mate LinkedIn. En binnen onze organisatie gebruiken we Yammer. Simpel en bruik-baar.

Social media zitten niet van nature in mijn systeem. Ik heb mijn af-studeerscriptie nog geschreven met een typemachine. Als ik op va-kantie ging naar het buitenland schreef ik briefkaarten. Internetcafés bestonden niet. Ik ben dus een digital immigrant, zoals dat ‘officieel’ heet. Iemand die enthousiast gebruikmaakt van social media. Maar afkomstig is uit een medialand waar social media niet bestonden.

Digital natives, daar ben ik jaloers op. De echte natives zijn natuurlijk de kids van 3 die zonder uitleg weten hoe een iPad werkt. En in mijn werkomgeving de jongeren die niet beter weten dan te communiceren via What’s-App, Facebook en Twitter. Die opgegroeid zijn met social media en mobiele systemen.

Die weten dat je overal altijd bereikbaar kan zijn. Die via Facebook kaartjes regelen voor een feest in Berlijn. Of een kennisvraag beant-woorden via Twitter. Die het normaal vinden kennis te delen met iedereen en weinig verschil maken tussen werk en privé.

Ik ben intussen ver genoeg om binnenkort een inburgeringsexamen te kunnen doen. Social media zijn niet meer weg te denken uit mijn werk- en privéleven. De titel van mijn nieuwe boek kwam uit de zestig suggesties uit een oproep van Twitter. Ik schrijf artikelen in co-creatie met vakgenoten die ik soms niet eens face-to-face heb ontmoet. Mijn reis naar Baku is deels geregeld via Facebook. Kortom, ik durf de test wel aan. En raadt vakgenoten aan de social media ook uit te proberen. Er gaat een wereld voor je open.

Page 19: Yunits Magazine Juni 2012

Meedoen

“In het begin moesten we zelf nog mensen vragen om een discus-sie te starten of blog te schrijven”, vertelt beheerder Karin Vrielink. “Nu gaat dat steeds meer vanzelf. Ons percentage actieve gebrui-kers is inmiddels gestegen naar 15%.” Een mooie score, als je bedenkt dat 9% minimaal is om een community op zichzelf te laten staan.“Voorheen reageerde bijna niemand op de vraag welke onder-werpen aan bod moesten komen op onze jaarlijkse ontmoetingsdag. Met de stemmodule worden we overladen met goede ideeën. Dat deelnemers op elkaars ideeën konden stemmen, gaf ons weer inzicht in hun behoefte.”

Kennisinstituten lopen er regelmatig tegenaan: veel lokale kennis, die weinig uitgewisseld wordt. Zonde. Ook NISB worstelde hiermee. De oplossing vonden ze in een Yunits-community, het eerste ‘Social Network for Professionals’ van Yard Internet.

Een vitale samenleving waarin iedereen actief is, daar streefthet kennisinstituut NISB (Nederlands Instituut voor Sport enBewegen) naar. De organisatie heeft geen vaste achterban, maar is kennispartner op het gebied van sporten en bewegen. De doelgroep is divers – van diëtisten, beleids- en leefstijladviseurs tot gemeenteambtenaren – en over heel Nederland verspreid.“Om te voorkomen dat steeds opnieuw het wiel uitgevonden wordt, wilden we dat lokaal opgedane kennis landelijk verspreid werd”, vertelt Nanette Hagedoorn, hoofd Communicatie NISB. “We hadden behoefte aan een overkoepelende community, die een brug slaat tussen mensen die werken in de sectoren gezondheid, welzijn, sport en bewegen. Aan een plek waar zij elkaar spontaan kunnen ontmoeten, samen-werken en kennis delen over hoe je mensen aanzet tot een gezonde en actieve leefstijl. En waar wij naar hen kunnen luisteren.”

Van blog tot stemmodule

En LinkedIn? Ze hebben het geprobeerd, maar het kwam niet echt van de grond. NISB wil kennisuitwisseling in het openbaar en rondom thema’s stimuleren, terwijl op LinkedIn uiteindelijk onbeheersbare losse groepjes ontstaan. Daarnaast is het niet mogelijk om docu-menten te delen. Daarom klopten ze in 2010 aan bij Yard Internet. Yard ontwikkelde Netwerkinbeweging, een Yunits-community waar professionals spontaan met elkaar in contact komen, elkaar helpen met vraagstukken, nieuws plaatsen, bloggen en samenwerken in werkgroepen. Met een stemmodule kunnen deelnemers mee beslissen over de invulling van congressen en seminars.

NISB bouwt bruggen met platform

Yunits is een door Yard Internet ontwikkelde set bouwstenen waarmee binnen enkele weken een kennisplatform-op-maat kan worden uitgerold. Het allereerste ‘Social Network for Professionals’ bouwde Yard voor NISB. Nieuwsgierig? Neem eens een kijkje op www.netwerkinbeweging.nl.

Meer weten over Yunits en de community-mogelijkheden voor jouw orga-nisatie? Kijk op www.yard.nl bij de klantcases of mail naar [email protected].

2400 deelnemers

3300 pageviews per dag

15% draagt actief bij

63% kwam terug na registratie

3 uur beheer per week

AD

VE

RT

OR

IAL

Netw

erkinbeweging

(Advertorial)

19

Page 20: Yunits Magazine Juni 2012

maria genova @genova2Vandaag interview en fotoshoot voor de cover van een nieuw tijdschrift. #yunits

huib koeleman @huibkoelemanWas even wennen, maar ik vrees dat #pinterest er een fan bij heeft. #verslaafd

gerna scholte @gernascholteDe activiteit op #yammer groeit. Leuk en goed. Ik blijf toch ook graag even bij collega’s binnenlopen. Face to face werkt ook!

www.yard.nl

Praat mee met ons via #yunits@yardinternet