Werkwoorden

70
Werkwoorden Tegenwoordige tijd

description

Werkwoorden. Tegenwoordige tijd. Werkwoorden. Regelmatige werkwoorden Onregelmatige werkwoorden. Regelmatige werkwoorden. De meeste werkwoorden gaan als het werkwoord: wohnen. Regelmatige werkwoorden. Wat zijn ook alweer de uitgangen van het werkwoord wohnen ?. Regelmatige werkwoorden. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Werkwoorden

Page 1: Werkwoorden

Werkwoorden

Tegenwoordige tijd

Page 2: Werkwoorden

Werkwoorden

• Regelmatige werkwoorden

• Onregelmatige werkwoorden

Page 3: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• De meeste werkwoorden gaan als het werkwoord:

wohnen

Page 4: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• Wat zijn ook alweer de uitgangen van het werkwoord wohnen?

Page 5: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• ich ?

Page 6: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• ich wohne

Page 7: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• du ?

Page 8: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• du wohnst

Page 9: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• er/es/sie ?

Page 10: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• er/es/sie wohnt

Page 11: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• wir ?

Page 12: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• wir wohnen

Page 13: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• ihr ?

Page 14: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• ihr wohnt

Page 15: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• sie / Sie ?

Page 16: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• sie / Sie wohnen

Page 17: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

Wohnen (wonen)ich wohnedu wohnster/es/sie wohntwir wohnenihr wohntsie / Sie wohnen

Page 18: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• Enkele werkwoorden gaan anders

• Welke zijn dit ook alweer?

Page 19: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• heißen

• arbeiten

Page 20: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• heißen:

• anders = du

Page 21: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• -t

• du heißt

Page 22: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• arbeiten:

• anders = du

er/es/sie

ihr

Page 23: Werkwoorden

Regelmatige werkwoorden

• - e

• du arbeitest

• er/es/sie arbeitet

• ihr arbeitet

Page 24: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• Ook wel bijzondere werkwoorden

• Kenmerkend: afwijkende vormen

Page 25: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• Welke onregelmatige werkwoorden kennen we al?

• Welke hebben we in hoofdstuk 1 en 2 geleerd?

Page 26: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• Sein(zijn)

• Haben (hebben)

Page 27: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• Welke onregelmatige werkwoorden hebben we in hoofdstuk 3 geleerd?

Page 28: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• Wissen (weten)

Page 29: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• Wat zijn ook alweer de uitgangen van het werkwoord sein ?

Page 30: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• ich ?

Page 31: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• ich bin

Page 32: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• du ?

Page 33: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• du bist

Page 34: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• er/es/sie ?

Page 35: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• er/es/sie ist

Page 36: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• wir ?

Page 37: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• wir sind

Page 38: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• ihr ?

Page 39: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• ihr seid

Page 40: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• sie / Sie ?

Page 41: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• sie / Sie sind

Page 42: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

Sein (zijn)ich bindu bister/es/sie istwir sindihr seidsie / Sie sind

Page 43: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• Wat zijn ook alweer de uitgangen van het werkwoord haben ?

Page 44: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• ich ?

Page 45: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• ich habe

Page 46: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• du ?

Page 47: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• du hast

Page 48: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• er/es/sie ?

Page 49: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• er/es/sie hat

Page 50: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• wir ?

Page 51: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• wir haben

Page 52: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• ihr ?

Page 53: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• ihr habt

Page 54: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• sie / Sie

Page 55: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• sie / Sie haben

Page 56: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

Haben (hebben)ich habedu haster/es/sie hatwir habenihr habtsie / Sie haben

Page 57: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• Wat zijn ook alweer de uitgangen van het werkwoord wissen ?

Page 58: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• ich ?

Page 59: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• ich weiß

Page 60: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• du ?

Page 61: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• du weißt

Page 62: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• er/es/sie ?

Page 63: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• er/es/sie weiß

Page 64: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• wir ?

Page 65: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• wir wissen

Page 66: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• ihr ?

Page 67: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• ihr wisst

Page 68: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• sie /Sie ?

Page 69: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

• sie /Sie wissen

Page 70: Werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

wissen (weten)ich weißdu weißter/es/sie weißwir wissenihr wisstsie / Sie wissen