Spelling Werkwoorden

35
S P E L L I N G W E R K W O O R D E N .

Transcript of Spelling Werkwoorden

Page 1: Spelling Werkwoorden

S P E L L I N G W E R K W O O R D E N

.

Page 2: Spelling Werkwoorden

I N H O U D S O P G A V E

1.1 Spelling van de werkwoorden 2

1.2 De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd 2 - 3

1.3 De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd: 3werkwoorden van Engelse afkomst

1.4 De persoonsvorm in de verleden tijd 4

1.5 De persoonsvorm in de verleden tijd: 5werkwoorden van Engelse afkomst

1.6 Het voltooid deelwoord, regelmatig 6

1.7 Het voltooid deelwoord, regelmatig: 7werkwoorden van Engelse afkomst

1.8 Het voltooid deelwoord, regelmatig: bijvoeglijk gebruikt 8

1.9 Het voltooid deelwoord, onregelmatig 9

1.10 De infinitief 10

1.11 Het onvoltooid deelwoord 11

1.12 Schema van de werkwoordtijden 12

1.13 Oefeningen 13 - 18

1.14 Antwoorden bij de oefeningen 19 - 25

1

Page 3: Spelling Werkwoorden

1.1 SPELLING VAN DE WERKWOORDEN

Wie aan twee voorwaarden voldoet, zal werkwoordsvormen steeds foutloos schrijven:

a bepaal met welke hoofdvorm van het werkwoord je te maken hebt

b pas daarna de goede regel toe

Een werkwoord heeft de volgende hoofdvormen:

-infinitief (of hele werkwoord)

-persoonsvorm (tegenwoordige tijd of verleden tijd)

-voltooid deelwoord

-onvoltooid deelwoord

Het allerbelangrijkste element bij het toepassen van de regels is het bepalen van de stam van het werkwoord.

De stam is het deel van de infinitief zonder de uitgang -en of –n.

ploffen → stam: plof vrezen → stam: vrez roven → stam: rov crashen → stam: crash kruisen → stam: kruis lobbyen → stam: lobby

1.2 DE PERSOONSVORM IN DE TEGENWOORDIGE TIJD

Uitgangspunt voor de juiste spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd is de ik-vorm.

GEWONE WOORDSCHIKKING

ik → ik-vorm ik kruis ik hoor ik raad jij / je → ik-vorm + t jij kruist jij hoort jij raadt

hij → ik"vorm + t hij kruist hij hoor hij raadt wij/jullie/zij → hele werkwoord wij kruisen wij horen wij raden

VRAGENDE WOORDSCHIKKING

ik-vorm ← ik kruis ik hoor ik raad ikik-vorm ← jij/je kruis jij hoor jij raad jijik-vorm + t ← hij kruist hij hoort hij raadt hij

Een persoonsvorm kan alleen maar op -d of -dt eindigen, als het hele werkwoord op -den

eindigt. Dus bij werkwoorden als vinden, landen, bieden.

2

Page 4: Spelling Werkwoorden

De persoonsvormen in vind jij en jij vindt klinken hetzelfde: je hoort aan het eind een t. Je kunt dus niet op je gehoor afgaan; pas de regel toe.

Als je toch twijfelt, controleer dan met het werkwoord luisteren. Je kunt dan wel horen of er achter de ik-vorm een t moet komen.

In de gebiedende wijs gebruik je altijd de ik-vorm:

Blijf kalm. Antwoord heel rustig.

▲ Let op

Wordt je broer volgend jaar aanvoerder? Er staat wel je achter de persoonsvorm, maar het onderwerp is je broer = hij, dus wordt met dt.

Controlemiddel: je is alleen onderwerp als je het kunt vervangen door jij.

1.3 DE PERSOONSVORM IN DE TEGENWOORDIGE TIJD: WERKWOORDEN VAN ENGELSE AFKOMST

Ook voor de werkwoorden die uit het Engels zijn overgenomen, is de ik-vorm het uitgangspunt voor de spelling:

Ik surf ik delete ik jog ik recycle ik lobbyjij surft jij delete jij jogt jij recyclet jij lobbythij surft hij deletet hij jogt hij recyclet hij lobbytwij surfen wij deleten wij joggen wij recyclen wij lobbyensurf jij delete jij jog jij recycle jij lobby jij

In het Engels hebben bepaalde werkwoorden in de ik-vorm een dubbele medeklinker: crossen (I cross). Als die werkwoorden helemaal een Nederlandse uitspraak hebben gekregen, vervalt in de ik-vorm de dubbele medeklinker: ik cros, ik gril, ik tos.

Maar: werkwoorden die nog wel de Engelse uitspraak hebben, houden de dubbele medeklinker: passen: ik pass.

De slot-e in de ik-vorm van werkwoorden van Engelse oorsprong wordt alleen geschreven, als er misverstand kan ontstaan over de Néderlandse uitspraak.

ik delete ik recycle ik race ik bridge ik barbecue

3

Page 5: Spelling Werkwoorden

1.4 DE PERSOONSVORM IN DE VERLEDEN TIJD

Een regelmatig werkwoord krijgt in de verleden tijd -te of –ten achter de ik-vorm, als de stam eindigt op een medeklinker uit KOFSCHIP TAXI.

haten roken boffen kruisen juichen slopen

ik haatte ik rookte ik bofte ik kruiste ik juichte ik sloopte

In alle andere gevallen is de uitgang -de of -den.

doden horen durven vrezen zagen dubben

ik doodde ik hoorde ik durfde ik vreesde ik zaagde ik dubde

▲ Let op

Onregelmatige werkwoorden leveren in de verleden tijd geen spelling problemen op, omdat er sprake is van klinker- verandering. Je hóórt wat je schrijven moet:

lezen → las, lazen krimpen → kromp, krompen

Je kunt niet horen of je moet schrijven lachte of lachtte, wachte of wachtte. Hardop proberen heeft dus geen zin. Kijk naar het hele werkwoord.

In de verleden tijd schrijf je alleen tt of dd, als het hele werkwoord op -ten of - den eindigt. Dus:

lachen → lachte

maar:

wachten → wachtte

4

Page 6: Spelling Werkwoorden

1.5 DE PERSOONSVORM IN DE VERLEDEN TIJD: WERKWOORDEN VAN ENGELSE AFKOMST

Werkwoorden die uit het Engels zijn overgenomen, krijgen in de verleden tijd -te of -ten achter de ik-vorm, als de stam eindigt op een Engelse sisklank of een medeklinker uit KOFSCHIP TAXI.

crashen brunchen coachen faxen surfen darten

ik crashte ik brunchte ik coachte ik faxte ik surfte ik dartte

Deze regel geldt ook als de ik-vorm op het eind met een (niet uitgesproken) e wordt geschreven.

racen shaken deleten tapen

ik race ik shake ik delete ik tapeik racete ik shakete ik deletete ik tapete

In alle andere gevallen is de uitgang -de of –den

joggen loaden bridgen recyclen lobbyen fonduen

ik jog ik load ik bridge ik recycle ik lobby ik fonduik jogde ik loadde ik bridgede ik recyclede ik lobbyde ik fonduede

▲ Let op

De regel leidt tot vreemde woordbeelden (hij bridgede, jij savede), maar wordt consequent toegepast.

5

Page 7: Spelling Werkwoorden

1.6 HET VOLTOOID DEELWOORD, REGELMATIG

Het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord eindigt op - t, als de stam eindigt op een medeklinker uit KOFSCHIP TAXI.

haten roken boffen kruisen juichen slopen

gehaat gerookt geboft gekruist gejuicht gesloopt

In alle andere gevallen is de uitgang –do

doden horen durven vrezen zagen dubben

Gedood gehoord gedurfd gevreesd gezaagd gedubd

Je kunt achter het voltooid deelwoord ook een e zetten, dan hoor je of het eindigt op -t of –do

gesloopte huizen → gesloopt een gedurfde sprong → gedurfd

Het voltooid deelwoord krijgt vaak het voorvoegsel ge - (of tussenvoegsel -ge-), maar bij werkwoorden die beginnen met be-, er-, ge-, her-, on- en ver - is dat niet het geval.

Je kunt dan niet horen of je met een voltooid deelwoord of een persoonsvorm tegenwoordige tijd te maken hebt. Vaak twijfel je in die gevallen tussen -t, -d of -dt.

Bepaal dus altijd eerst of het wel een voltooid deelwoord is, voor je de regel toepast.

Persoonsvorm Voltooid deelwoord

Wat je belooft, moet je doen. Wat je beloofd hebt, moet je doen.

Ik wil niet dat zoiets weer gebeurt. Ik weet niet of het wel echt gebeurd is.

Het is nodig dat je die les herhaalt. Jij beslist zelf of die les herhaald wordt.

Hij wil dat de regering de schade vergoedt. Hij is blij dat de hele schade wordt vergoed.

6

Page 8: Spelling Werkwoorden

1.7 HET VOLTOOID DEELWOORD, REGELMATIG: WERKWOORDEN VAN ENGELSE AFKOMST

Het voltooid deelwoord van werkwoorden die uit het Engels zijn overgenomen, eindigt op een -t, als de stam eindigt op een Engelse sisklank of een medeklinker uit KOFSCHIP TAXI.

crashen brunchen coachen faxen darten surfen

gecrasht gebruncht gecoacht gefaxt gedart gesurft

Deze regel geldt ook als de ik-vorm op het eind met een (niet uitgesproken) e wordt geschreven.

racen shaken deleten tapen

ik race ik shake ik delete ik tapegeracet geshaket gedeletet getapet

In alle andere gevallen is de uitgang - do

joggen loaden bridgen recyclen lobbyen fonduen

ik jog ik load ik bridge ik recycle ik lobby ik fonduegejogd geload gebridged gerecycled gelobbyd gefondued

▲ Let op

De regel leidt tot vreemde woordbeelden (gebridged, gesaved), maar wordt consequent toegepast.

7

Page 9: Spelling Werkwoorden

1.8 HET VOLTOOID DEELWOORD, REGELMATIG: BIJVOEGLIJK GEBRUIKT

Het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord eindigt op -d of -t.

Als het bijvoeglijk gebruikt wordt, komt er in de verbogen vorm alleen een e achter, net als bij bijvoeglijke naamwoorden: blauw ~ blauwe; kort ~ korte.

roken gerookt gerookte paling

kruisen gekruist gekruiste vingers

durven gedurfd gedurfde poging

vrezen gevreesd gevreesde ziekte

zagen gezaagd gezaagde planken

▲ Let op

Als het hele werkwoord eindigt op -ten of -den, ontstaat er vaak verwarring met de persoonsvorm verleden tijd. Vooral als het werkwoord begint met het voorvoegsel be-, er-, ge-, her-, ont-, ver-.

Schrijf je verlichtte wegen of verlichte wegen? De regel is duidelijk. Het is verlichte wegen: voltooid deelwoord verlicht + e, net als lichte wegen.

Wouter vergoedde de schade. de vergoede schade

Tim beantwoordde de vraag. de beantwoorde vraag

Ook in andere gevallen pas je de spellingregels toe van het gewone bijvoeglijk naamwoord.

breed → brede wegendus ook: verbreed → verbrede wegen (en niet: verbreedde wegen)

groot → grote prijzendus ook: verloot → verlote prijzen (en niet: verlootte prijzen)

laat → late bezoekersdus ook: gehaat → gehate leiders (en niet: gehaatte leiders)

rot → rotte appelsdus ook: verrot→ verrotte appels ( en niet: verrote appels)

wit ~ witte klerendus ook: verhit → verhitte discussies (en niet: verhite discussies)

8

Page 10: Spelling Werkwoorden

Enkele voltooide deelwoorden van onregelmatige werkwoorden op -n hebben ook een verbogen vorm op –e.

gezien ~ geziene gasten gedaan ~ gedane zaken

Voor bijvoeglijk gebruikte voltooide deelwoorden van werk- woorden die uit het Engels zijn overgenomen, geldt dezelfde regel als voor Nederlandse werkwoorden.

crashen gecrasht gecrashte auto's

faxen gefaxt gefaxte brieven

tapen getapet getapete enkels

saven gesaved gesavede bestanden

recyclen gerecycled gerecyclede kunststof

1.9 HET VOLTOOID DEELWOORD, ONREGELMATIG

Het voltooid deelwoord van een onregelmatig werkwoord eindigt doorgaans op -en. Vaak is er ook sprake van klinkerwisseling.

laten meten houden hijsen gelden

gelaten gemeten gehouden gehesen gegolden

Sommige werkwoorden hebben wel een onregelmatig vervoegd voltooid deelwoord, maar de verleden tijd is regelmatig (-te of –de).

weven barsten raden zouten heten

hij weefde hij barstte hij raadde hij zoutte hij heette

geweven gebarsten geraden gezouten geheten

Als het werkwoord begint met het voorvoegsel be-, er-, ge-, her-, ont-, ver-, krijgt het voltooid deelwoord niet het voor- voegsel ge-.

bederven genieten ontluiken vergelden

heeft bedorven heeft genoten is ontloken heeft vergolden

9

Page 11: Spelling Werkwoorden

Een voltooid deelwoord dat eindigt op -en is onveranderlijk dus ook als het bijvoeglijk gebruikt wordt.

Het vlees is gezouten. → het gezouten vlees

Het hert is aangeschoten. → het aangeschoten hert

Het geheim is verraden. → het verraden geheim

Het paard was weggegleden. → het weggegleden paard

1.10 DE INFINITIEF

De infinitief kan op verschillende manieren in een zin voorkomen, maar heeft slechts één vorm: het hele werkwoord.

In een gezegde samen met een ander werkwoord:De dief kan niet meer vluchten.

Voorafgegaan door te, in een gezegde:Pim besloot de kaart te verloten.

Voorafgegaan door te, als bijvoeglijke bepaling: De te verloten prijs was gestolen.

Als gebod:Hé jij, opschieten!

▲ Let op

De bijvoeglijk gebruikte infinitief wordt nog al eens verward met het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord.

de verlote prijzen (bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord;

de te verloten prijzen (bijvoeglijk gebruikte infinitief).

De werkwoordsvorm na te is altijd een infinitief.

10

Page 12: Spelling Werkwoorden

1.11 HET ONVOLTOOID DEELWOORD

Het onvoltooid deelwoord heeft twee vormen: infinitief + d en infinitief + de.

Emmy heeft altijd een luisterend oor.

Badend in het zweet werd hij wakker.

Japan is het land van de rijzende zon.

Al doende leert men.

11

Page 13: Spelling Werkwoorden

1.12 SCHEMA WERKWOORDTIJDEN

12

Is het een persoonsvorm

Verledentijd

Onregelmatig w.w.: geen regel’t kofschip: stam + te(n)Valse f/s: stam + de(n)Overige: stam + de(n)

Voltooid deelwoord

Onregelmatig: ...enl’t kofschip: …tValse f/s: …dOverige: …d

Bijvoeglijknaamwoord

Tegenwoordig deelwoord

Gebiedendewijs

Aanvoegendewijs

Zo kort mogelijk

Infinitief + d(e)

stamna u stam + tmeervoud: stam + t

Infinitief zonder n

Tegen-woordige tijd

ik = stamje / jij erachter = stamoverig enkelvoud = stam + tmeervoud = infinitief

Ja

Nee

Page 14: Spelling Werkwoorden

1.13 OEFENINGEN

Oefening 1aZet de gecursiveerde werkwoorden in onderstaande zinnen in de tegenwoordige tijd.

1. Na de pauze (presenteren) het managementteam het ondernemingsplan.

2. De organisatie (kiezen) ervoor de bestuurlijke structuur te wijzigen.

3. Daarom (behouden) ik mij het recht voor op mijn beslissing terug te komen.

4. Met ingang van 1 januari (wijzigen) de bestuursstructuur.

5. De afdeling personeel en organisatie (worden) in de nieuwe setting de afdelinghumanresourcesmanagement (HRM).

6. De projectcoördinator (houden) iedereen op de hoogte van de voortgang van het project.

7. De ingevulde formulieren (zenden) je retour naar onderstaand adres.

8. De brochure (vermelden) nog het oude adres.

9. Zaterdag (organiseren) het centrum een informatiebijeenkomst voor buurtgenoten en andere belangstellenden.

10. Vervolgens (zenden) je leidinggevende het persoonlijke scholingsplan naar de afdeling Personeelszaken.

11. Fomotel (bieden) je het meest aantrekkelijke aanbod met de laagste gesprekskosten!

12. In bepaalde situaties (zijn) het van belang dat een werkgever resoluut (optreden).

13. Daarentegen (bedienen) Novitex de kleinzakelijke markt met een nieuwe productielijn.

14. Als ondernemer (vinden) u een betrouwbare energievoorziening van het grootste belang.

15. De afdeling (besteden) te veel tijd aan de administratieve afhandeling.

13

Page 15: Spelling Werkwoorden

Oefening 1bZet de gecursiveerde werkwoorden in onderstaande samengestelde zinnen in de tegenwoordige tijd.

1. Wanneer de werknemer (instemmen) met het verslag, (ondertekenen) hij het.

2. Hij (verwijzen) u graag naar de aanvullende informatie die u bij deze mailing (vinden).

3. Uw nieuwe maatschappij (verzorgen) een vlekkeloze overgang, wanneer u de bijgevoegde antwoordkaart volledig (invullen) en (ondertekenen).

4. Het enige wat u (betalen) (zijn) de lage gesprekskosten.

5. Voor iedereen (gelden), wie het eerst (komen), het eerst (malen).

6. Als je aan een chronische ziekte (lijden) en bedlegerig (raken), (worden) je wereld snel klein.

7. Wanneer je niet binnen de afgesproken tijd reacties (krijgen), (zenden) je je bericht cc. naar de teamleider.

8. Als iemand de klacht (behandelen), (berichten) hij dat aan de klagende partij zodat deze op de hoogte is.

9. Deze patiënten hebben een stofwisseling die te weinig calorieën (verbranden) en afvalstoffen (achterlaten).

10. Een moderne overheid (besteden) voortdurend aandacht aan de verbetering van de dienstverlening, dat (zijn) zij aan zichzelf en de burgers verplicht.

11. Men (verwachten) dat een team van de Europese politiedienst Europol morgen (zich vervoegen) bij het korps in de hoofdstad.

12. Nieuwe wetgeving (bieden) nieuwe kansen, maar het (creëren) ook nieuwe verplichtingen.

14

Page 16: Spelling Werkwoorden

Oefening 1c

Zet de cursieve werkwoorden in de verleden tijd.

1. Tijdens de stage blijken dat hij zich te veel met zijn pupillen vereenzelvigen, zijn collega-stagiair houden meer afstand maar zijn toch betrokken.

2. Mevrouw Lalmohamed verkeren een nacht in levensgevaar, daarna zich herstellen de hartslag en bloeddruk.

2 In hoeverre vertrouwen de groepsleider de jongeren op hun woord; overschrijden hij daarmee niet de grens van het toelaatbare?

3 Hij bedoelen het goed, maar het resultaat achterblijven.

4 De wethouder zijn niet te spreken over die onregelmatigheden, hij gelasten een diepgaand onderzoek.

5 Toen de supporters blijven gooien, overwegen hij tot arrestatie over te gaan.

6 Hij rapporteren het voorval voor zijn collega’s uitgebreid in zijn avondrapport.

7 De geüpdatete versies verspreiden men dan weer over de hele afdeling.

8 Hij beheren in de overgangsperiode het hele netwerk.

9 Het bureau met bijpassend ladenblok bevallen haar direct, maar zij wennen maar niet aan de nieuwe bureaustoel.

10 De tellingen laten aanvankelijk een ander beeld zien, later worden de verschillen kleiner, tot er eindelijk weer een normaal beeld optreden.

11 Toen ik de auto verkopen, verkeren hij nog in goede staat.

12 Hij durven verder niets aan te merken.

13 Comitex verhuizen naar het oosten van het land, het callcenter gaan van Ierland naar India.

14 Medewerkers in India ondergaan een strenge selectieprocedure, waarbij men vooral aandacht besteden aan het accent (Brits of Amerikaans), het juist interpreteren van de vraag en de klantvriendelijkheid.

15

Page 17: Spelling Werkwoorden

Oefening 2Maak zelf zinnen met de volgende woorden:1 behandelt – behandeld 16 verwaarloost - verwaarloosd 2 veroordeelt – veroordeeld 17 beschuldigt - beschuldigd3 bezorgt – bezorgd 18 verwisselt - verwisseld

4 ontkent – ontkend 19 beantwoordt - beantwoord5 bevestigt – bevestigd 20 verandert - veranderd6 beïnvloedt – beïnvloed 21 benadert - benaderd7 gebeurt – gebeurd 22 verlamt - verlamd8 overmeestert - overmeesterd 23 beoordeelt - beoordeeld9 mishandelt – mishandeld 24 overlegt - overlegd10 veroordeelt – veroordeeld 25 beëindigt - beëindigd11 bevordert – bevorderd 26 doorgrondt - doorgrond12 herenigt – herenigd 27 verdient - verdiend13 bewaart – bewaard 28 bedoelt - bedoeld14 ontstemt – ontstemd 29 erkent - erkend15 misrekent – misrekend 30 beschadigt – beschadigd

Oefening 3Zet de cursieve woorden in de juiste vorm.1. Zou je duidelijker kunnen aangeven wat je met deze opmerkingen (bedoelen)?

2. De leidinggevende (bevestigen) desgevraagd dat de werknemer vooraf geen toestemming heeft gevraagd.

3. Bij een hoge temperatuur (worden) het materiaal zachter en raakt het product

(misvormen).

4. Ook dialecten of buitenlandse accenten moeten door spraakgestuurde systemen (herkennen) kunnen worden.

5. De mondelinge presentatie is goed (voorbereiden); tijdens de uitvoering heeft hij te veel (steunen) op de hulp van een ander en niet zelf de apparatuur (bedienen).

6. Hoe (zich verhouden) dat tot de eerder gedane toezeggingen?

7. Hij heeft namelijk (beloven) dat hij de directie een voorstel zou doen.

8. Het leek een onhoudbare zaak, omdat beide verklaringen (weerleggen) konden worden.

9. Tijdens de proef raakt het filter door toevoeging van diverse deels stroperige vloeistoffen sneller (verzadigen).

10. Hij heeft pas op het laatst iemand als zijn opvolger (benoemen).

11. De olie werd nauwkeurig (meten) en regelmatig (verversen).

16

Page 18: Spelling Werkwoorden

Oefening 4

Zet de zin in de juiste tijd.

1. De economie (belanden) in de jaren negentig van de vorige eeuw, na een periode van forse groei, in een recessie en veel beleggers (zien) hun koers winsten in korte tijd (verdampen).

2. De vorige staking (plaatsvinden) drie maanden geleden, de werknemers (eisen) toen loonsverhoging en behoud van het aantal vakantiedagen.

3. Op het moment dat de ramp (zich voltrekken), (verbleven) hij niet in zijn woonplaats.

4. Ze is uiteindelijk in september (afstuderen), ze (hebben) het voorlaatste jaar een enorme studievertraging (oplopen) en (moeten) een nieuwe planning (maken), waarin ze de zomer (benutten) voor haar studie. Ze (voorbereiden) haar afstudeerscriptie en (afronden) haar stage.

5. In die periode (vervalsen) men in Rusland op grote schaal diverse diploma's; de controle op de echtheid van dergelijke documenten (worden) als gevolg hiervan (aanscherpen).

6. De randvoorwaarden (zijn) (vastleggen) in een convenant, dat in werking (treden) wanneer deelnemende partijen (samenwerken).

7. De bedoeling (zijn) dat de maatschappelijke onrust (afnemen), het tegendeel (worden)

(bereiken).

8. De ene helft (worden) in die periode direct (overmaken), de andere helft (spreiden) (uitkeren).

9. Het scenarioteam (hebben) een samenstelling die (afhangen) van plaats en de aard en de omvang van de zedenzaak.

10. Uit deze proef (kunnen) de grootte en de hoeveelheid (afleiden) (worden), hiervan (zijn)

foto's (maken) die in de volgende paragraaf (bespreken) (worden).

11. Zonder donaties (zullen) we het werk wat we doen onmogelijk kunnen (verrichten).

12. Hij (willen) de kwestie niet zomaar (laten) (passeren), hij (eisen) excuses van zijn collega.

13. Na enige aarzeling (aanvaarden) de directeur de oplossing die door het personeel (zijn) (voorstellen).

14. Uit onafhankelijk onderzoek (blijken) dat hij de Poolse arbeiders veel te zwaar (belasten).

15. Hij (hebben) niet op tijd bij zijn groep (zich vervoegen).

17

Page 19: Spelling Werkwoorden

Oefening 5

Vervoeg de gecursiveerde werkwoorden volgens de aanwijzingen.

1. Uit recent onderzoek is gebleken dat mensen die in hun jeugd eindeloos (verl tijd gamen), op latere leeftijd goed terecht zijn gekomen en tegen alle verwachting in een goed sociaal leven hebben.

2. Zorg dat je de vergaderdata een beetje handig (teg tijd plannen).

3. Een enkelblessure werd vaak (volt deelw intapen).

4. Het hangt af van de instellingen of (volt deelw bijv gebruikt deleten) mails definitief worden verwijderd.

5. Mijn buurman van 86 jaar is behoorlijk bij de tijd, hij (teg tijd faxen), (mailen), (sms'en) en (internetten); alleen een eigen website ontbreekt.

6. Zij had de wijzigingen tussentijds niet (volt deelw saven); deze zijn nu onherroepelijk verloren gegaan.

7. Het is vrij normaal dat een jongere wanneer hij (teg tijd chatten) anders communiceert dan bij een face-to-facecontact.

8. Ze heeft wel eens met iemand (volt deelw daten) die ze via internet ontmoet had.

9. Ze (teg tijd enk overrulen) hiermee haar direct leidinggevende.

10. Het komt steeds vaker voor dat iemand als beroep bij de EU (teg tijd lobbyen).

11. Bij de start van haar nieuwe positie als manager, waarbij ze twee samengevoegde units (teg tijd managen), is zij een korte periode vrij intensief (volt deelw coachen).

12. Ik (teg tijd labelen) dat als pubergedrag en besteed er niet zoveel aandacht aan.

13. Zij (teg tijd stressen) in elke tentamenperiode, ze maakt ook nooit een studieplanning.

14. Toen hij hoorde dat hij na de pauze moest speechen, schoot hij onmiddellijk in de stress.

15. De sfeer op de afdeling was al ronduit slecht te noemen, maar gisteren is het pas (volt deelw clashen).

18

Page 20: Spelling Werkwoorden

1.14 ANTWOORDEN

Antwoorden oefening 1a

1. Na de pauze presenteert het managementteam het ondernemingsplan.

2. De organisatie kiest ervoor de bestuurlijke structuur te wijzigen.

3. Daarom behoud ik mij het recht voor op mijn beslissing terug te komen.

4. Met ingang van 1 januari wijzigt de bestuursstructuur.

5. De afdeling personeel en organisatie wordt inde nieuwe setting de afdeling humanresourcesmanagement (HRM).

6. De projectcoördinator houdt iedereen op de hoogte van de voortgang van het project. (houden: houd + t)

7. De ingevulde formulieren zend je retour naar onderstaand adres. (je = (te vervangen door jij) onderwerp)

8. De brochure vermeldt nog het oude adres.(vermelden: vermeld = t)

9. Zaterdag organiseert het centrum een informatiebijeenkomst voor buurtge- noten en andere belangstellenden.

10. Vervolgens zendt je leidinggevende het persoonlijke scholingsplan naar de afdeling Personeelszaken. (je (te vervangen door jouw) leidinggevende = onderwerp (en niet je/jij))

11. Fomotel biedt je het meest aantrekkelijke aanbod met de laagste gesprekskosten! (Fomotel = onderwerp; je te vervangen door jou, aan jou)

12. In bepaalde situaties is het van belang dat een werkgever resoluut optreedt. (hoofdzin en bijzin, twee persoonsvormen; optreden: optreed + t)

13. Daarentegen bedient Novitex de kleinzakelijke markt met een nieuwe productielijn.

14. Als ondernemer vindt u een betrouwbare energievoorziening van het grootste belang.

(vinden: vind + t)

15. De afdeling besteedt te veel tijd aan de administratieve afhandeling.

(besteden: besteed + t)

19

Page 21: Spelling Werkwoorden

Antwoorden oefening 1b

1. Wanneer de werknemer instemt met het verslag, ondertekent hij het.

2. Hij verwijst u graag naar de aanvullende informatie die u bij deze mailing vindt.

3. Uw nieuwe maatschappij verzorgt een vlekkeloze overgang, wanneer u de bijgevoegde

antwoordkaart volledig invult en ondertekent.

4. Het enige wat u betaalt zijn de lage gesprekskosten.Het is niet: 'betaald zijn', maar 'betaalt' staat in de ene zin, en 'zijn' in de andere (dus twee persoonsvormen!)

5. Voor iedereen geldt, wie het eerst komt, het eerst maalt. Indien 'gelden': iedereen =

enkelvoud.

6. Als je aan een chronische ziekte lijdt en bedlegerig raakt, wordt je wereld snel klein. Indien 'word': het onderwerp is niet je, maar je (= jouw) wereld.

7. Wanneer je niet binnen de afgesproken tijd reacties krijgt, zend je je bericht cc.

naar de teamleider.

8. Als iemand de klacht behandelt, bericht hij dat aan de klagende partij zodat deze op de

hoogte is.

9. Deze patiënten hebben een stofwisseling die te weinig calorieën verbrandt en afvalstoffen achterlaat. Indien 'verbrand': 'hebben' hoort bij de hoofdzin en 'verbrandt' is de persoonsvorm tegenwoordige tijd van de bijzin die begint met 'die'.

10. Een moderne overheid besteedt voortdurend aandacht aan de verbetering van de

dienstverlening, dat is zij aan zichzelf en de burgers verplicht. Indien 'zijn': zij verwijst

naar de overheid en dat is enkelvoud.

11. Men verwacht dat een team van de Europese politiedienst Europol zich morgen vervoegt

bij het korps in de hoofdstad.

12. Nieuwe wetgeving biedt nieuwe kansen, maar creëert ook nieuwe verplichtingen.

20

Page 22: Spelling Werkwoorden

Antwoorden oefening 1c

1. Tijdens de stage bleek dat hij zich te veel met zijn pupillen vereenzelvigde, zijn collega-stagiair hield meer afstand maar was toch betrokken.

2. Mevrouw Lalmohamed verkeerde die nacht in levensgevaar, daarna herstelden de hartslag en bloeddruk zich.

3. In hoeverre vertrouwde de groepsleider de jongeren op hun woord, overschreed hij daarmee niet de grens van het toelaatbare?

4. Hij bedoelde het goed, maar het resultaat bleef achter.

5. De wethouder was niet te spreken over die onregelmatigheden, hij gelastte een diepgaand onderzoek.

6. Toen de supporters bleven gooien, overwoog hij tot arrestatie over te gaan.

7. Hij rapporteerde het voorval voor zijn collega’s uitgebreid in zijn avondrapport.

8. De geüpdatete versies verspreidde men dan weer over de hele afdeling.

9. Hij beheerde in de overgangsperiode het hele netwerk.

10. Het bureau met bijpassend ladenblok beviel haar direct, maar zij wende maar niet aan de nieuwe bureaustoel.

11. De tellingen lieten aanvankelijk een ander beeld zien, later werden de verschillen kleiner, tot er uiteindelijk weer een normaal beeld optrad.

12. Toen ik de auto verkocht, verkeerde hij nog in goede staat.

13. Hij durfde verder niets aan te merken.

14. Comitex verhuisde naar het oosten van het land, het callcenter ging van Ierland naar India.

15. Medewerkers in India ondergingen een strenge selectieprocedure, waarbij men vooral aandacht besteedde aan het accent (Brits of Amerikaans), het juist interpreteren van de vraag en de klantvriendelijkheid.

21

Page 23: Spelling Werkwoorden

Antwoorden oefening 2

1. Hij behandelt het oppervlak met olie. Hij heeft het oppervlak met olie behandeld.

2. De rechter veroordeelt hem tot levenslang. Hij is tot levenslang veroordeeld.3. Die winkelketen bezorgt aan huis. Hij is bezorgd over de toekomst.4. Hij ontkent zijn schuld. We hebben alle betrokkenheid ontkend.5. Hij bevestigt de geruchten. We hebben de handgrepen stevig

bevestigd.6. Hij beïnvloedt het stemgedrag. Zij heeft hem niet beïnvloed. ..7. Het gebeurt regelmatig dat iemand daar Dat is nog niet eerder gebeurd.

verkeerd rijdt.8. Op dat moment overmeestert hij de dader. Hij is door vijf agenten overmeesterd.9. Hij mishandelt zijn ex regelmatig. De kinderen zijn lange tijd mishandeld.10. Hij veroordeelt de aanslag. Die handelwijze is scherp veroordeeld.11. Dat bevordert de bloedsomloop. Hij is bevorderd tot afdelingshoofd.

12. Het Rode Kruis herenigt menige familie. Na twee jaar werd de tweeling herenigd.13. De bank bewaart uw aandelen. Hij heeft dit voor deze gelegenheid

bewaard.14. Het besluit ontstemt de ondernemingsraad. Hij raakte daardoor zeer ontstemd.15. Hij misrekent zich in de fusiepartners. Hij hoopte op doorgang van de fusie,

maar hij had zich misrekend. 16. Zij verwaarloost haar auto. Zij heeft haar auto verwaarloosd.17. Zij beschuldigt hem van diefstal. Hij is beschuldigd van winkeldiefstal.18. Hij verwisselt de printers. De printers zijn verwisseld.19. Hij beantwoordt de vragen. Ik beantwoord die vraag. Of: Ik heb de

vraag beantwoord..20. Het is goed als je de code verandert. Hij is van werkgever veranderd.21. Hij benadert zijn leidinggevende met Hij is benaderd voor het ministerschap.

dit verzoek.22. Het uitbreken van de oorlog verlamt de markt. De staking heeft het openbare leven

verlamd.23. Hij beoordeelt de fusie positief. De fusie wordt positief beoordeeld.

24. Hij overlegt dit even met een collega. Dat was niet overlegd.25. Hij beëindigt de samenwerking. De bijeenkomst is vrij laat beëindigd.

26. Hij doorgrondt de beweegredenen van zijn Hij heeft die maatregelen onvoldoende

tegenstander. doorgrond27. Met die baan verdient hij minder. Dat heb ik niet verdiend.28. Wat bedoelt u met die opmerking? Voor wie is de regeling bedoeld?29. Hij erkent zijn fout. Het nieuwe bewind werd niet erkend.30. Haarverf van dat merk beschadigt haar De naam van het bedrijf is beschadigd. en

hoofdhuid.

22

Page 24: Spelling Werkwoorden

Antwoorden oefening 3

1. Zou je duidelijker kunnen aangeven wat je met deze opmerkingen bedoelt (of: bedoelde)? (= pv)

2. De leidinggevende bevestigt (of: bevestigde) (= pv) desgevraagd dat de werknemer vooraf geen toestemming heeft gevraagd.

3. Bij een hoge temperatuur wordt (of: werd) (= pv) het materiaal zachter en raakt het product misvormd (= volt deelw, hulpww = raakt).

4. Ook dialecten of buitenlandse accenten moeten door spraakgestuurde systemen herkend (= volt (passief) deelw, hulpww = worden) kunnen worden.

5. De mondelinge presentatie is goed voorbereid (= volt deelw, hulpww = is); tijdens de uitvoering heeft hij te veel gesteund (= voltooid deelw, hulpww = heeft) op de hulp van een ander en niet zelf de apparatuur bediend '= volt deelw, hulpww = heeft).

6. Hoe verhoudt (= pv) zich dat tot de eerder gedane toezeggingen?

7. Hij heeft namelijk beloofd (= volt deelw, hulpww = heeft) dat hij de directie een voorstel zou doen.

8. Het leek een onhoudbare zaak, omdat beide verklaringen weerlegd (= volt (passief) deelw, hulpww = worden) konden worden.

9. Tijdens de proef raakt het filter door toevoeging van diverse deels stroperige vloeistoffen sneller verzadigd (= volt deelw, hulpww = raakt).

10. Hij heeft pas op het laatst iemand als zijn opvolger benoemd (= volt deelw, hulpww = heeft).

11. De olie werd nauwkeurig gemeten (= volt (passief) deelw, hulpww = werd) en regelmatig ververst '= volt (passief) deelw, hulpww = werd, 's' zit in ’t kofschip, dus ‘t’).

23

Page 25: Spelling Werkwoorden

Antwoorden oefening 4

1. De economie belandde in de jaren negentig van de vorige eeuw, na een periode van forse groei, in een recessie en veel beleggers zagen hun koerswinsten in korte tijd verdampen.

2. De vorige staking vond drie maanden geleden plaats, de werknemers eisten toen loonsverhoging en behoud van het aantal vakantiedagen.

3. Op het moment dat de ramp zich voltrok, verbleef hij niet in zijn woonplaats.

4. Ze is uiteindelijk in september afgestudeerd, ze had het voorlaatste jaar een enorme studievertraging opgelopen en moest een nieuwe planning maken, waarin ze de zomer benutte voor haar studie. Ze bereidde haar afstudeerscriptie voor en rondde haar stage af.

5. In die periode vervalste men in Rusland op grote schaal diverse diploma’s; de controle op de echtheid van dergelijke documenten werd als gevolg hiervan aangescherpt.

6. De randvoorwaarden waren vastgelegd in een convenant, dat in werking trad wanneer deelnemende partijen samenwerkten.

7. De bedoeling was dat de maatschappelijke onrust afnam, het tegendeel werd bereikt.

8. De ene helft werd in die periode direct overgemaakt, de andere helft gespreid uitgekeerd.

9. Het scenarioteam had een samenstelling die afhing van plaats en de aard en de omvang van de zedenzaak.

10. Uit deze proef kon de grootte en de hoeveelheid afgeleid worden, hiervan waren foto's gemaakt die in de volgende paragraaf besproken werden.

11. Zonder donaties zouden we het werk wat we doen onmogelijk kunnen verrichten.

12. Hij wilde de kwestie niet zomaar laten passeren, hij eiste excuses van zijn collega.

13. Na enige aarzeling aanvaardde de directeur de oplossing die door het personeel was voorgesteld.

14. Uit onafhankelijk onderzoek bleek dat hij de Poolse arbeiders veel te zwaar belastte.

15. Hij had zich niet op tijd bij zijn groep vervoegd.

24

Page 26: Spelling Werkwoorden

Antwoorden oefening 5

1. Uit recent onderzoek is gebleken dat mensen die in hun jeugd eindeloos gameden, op latere leeftijd goed terecht zijn gekomen en tegen alle verwachting in een goed sociaal leven hebben.

2. Zorg dat je de vergaderdata een beetje handig plant.

3. Een enkelblessure werd vaak ingetapet.

4. Het hangt af van de instellingen of gedeletete mails definitief worden verwijderd.

5. Mijn buurman van 86 jaar is behoorlijk bij de tijd, hij faxt, mailt, sms't en internet; alleen een eigen website ontbreekt.

6. Zij had de wijzigingen tussentijds niet gesaved; deze zijn nu onherroepelijk verloren gegaan.

7. Het is vrij normaal dat een jongere wanneer hij chat anders communiceert dan bij een face-to-facecontact.

8. Ze heeft wel eens met iemand gedatet die ze via internet ontmoet had.

9. Ze overrulet hiermee haar direct leidinggevende.

10. Het komt steeds vaker voor dat iemand als beroep bij de EU lobbyt.

11. Bij de start van haar nieuwe positie als manager, waarbij ze twee samengevoegde units managet, is zij een korte periode vrij intensief gecoacht.

12. Ik label dat als pubergedrag en besteed er niet zoveel aandacht aan.

13. Zij strest in elke tentamenperiode, ze maakt ook nooit een studieplanning.

14. Toen hij hoorde dat hij na de pauze moest speechen, schoot hij onmiddellijk in de stress.

15. De sfeer op de afdeling was al ronduit slecht te noemen, maar gisteren is het pas echt geclasht.

25