Werkt.

20
Werkt. februari 2013 1 werkt . Riek van Welderen is een van de ‘drie musketiers’ in het aractiepark GeoFort. Reportage: Designmarkt betaalt niet voor ‘zielig’ Jetta Klijnsma wordt ook niet blij van een quotum Dilemma: Opleiden voor een vak of voor werk DOSSIER: Het regeerak koord in de praktijk Kwartaalmagazine van Cedris, nummer 1 februari 2013 3e jaargang de brancheorganisatie van sociale werkvoorzieningsbedrijven

description

Nummer 1, februari 2013, 3e jaargang

Transcript of Werkt.

Page 1: Werkt.

Werkt. februari 2013 1

werkt.

Riek van Welderen is een van de ‘drie musketiers’ in het attractiepark GeoFort.

Reportage: Designmarkt betaalt niet voor ‘zielig’

Jetta Klijnsma wordt ook niet blij van eenquotum

Dilemma: Opleiden voor een vak of voor werk

DOssieR:

Het regeerak koord in de praktijk

Sectoral association for sheltered employment and labour reintegration

Kwartaalmagazine van Cedris, nummer 1 • februari 2013 • 3e jaargang de brancheorganisatie van

sociale werkvoorzieningsbedrijven

Page 2: Werkt.

2 Werkt. februari 2013

Medewerkster schoonmaak Riek van Welderen: “GeoFort is een mooi en groot attractiepark waar je allerlei leuke dingen kunt doen. Er is een vleermuis-speurtuin en een doolhof. Toen ik hier voor het eerst kwam, schrok ik me een hoedje, want de verbouwing was nog lang niet klaar. Ik dacht: hoe moeten we hier nu schoonmaken? Maar nu ziet het er fantastisch uit. Samen met de ande-re twee vrouwen houd ik de gebouwen schoon: de wc’s, de kantoren, het res-taurant, alles. We hebben de grootste lol onderling. We hebben veel vrijheid in hoe we ons werk doen. Zolang we maar zorgen dat alles schoon wordt, kunnen we onze gang gaan. Dus kijken we wat nodig is, en dat pakken we aan.Ik vind schoonmaken leuk werk, het is fijn om te zien als alles er weer netjes uit-ziet. En het is heerlijk om veel in de bui-tenlucht te kunnen zijn. Hiervoor werk-te ik in een fabriek, waar ik elastiekjes in bekertjes deed. Als ik thuiskwam, was ik altijd moe terwijl ik de hele dag op een

stoel kon zitten. Als ik nu thuiskom, ga ik lekker nog een half uur met de hond lopen.”

Locatiemanager Jacqueline Sijbring: “Wij noemen Riek en haar collega’s ‘de drie musketiers’. Ze zien uit zichzelf wat er gedaan moet worden. Voor ze begin-nen, lopen ze een rondje over het ter-rein om te kijken of er afval ligt of ande-re ongerechtigheden, en dat ruimen ze dan eerst op. Ze doen veel ‘verborgen werk’. Soms letterlijk verborgen, zoals binnen in het doolhof. De eerste maand zijn ze intensief begeleid door Avelingen, om een goede structuur te vinden voor het werk, dat was voor ons heel fijn. De begeleiding is inmiddels afgebouwd tot een keer in de twee tot drie weken een jobcoachgesprek.Net als de andere twee is Riek enorm betrokken. Ze staat altijd klaar en zal nooit weggaan als het werk nog niet af is. Een keer zijn de dames uit zichzelf een uur eerder gekomen omdat ze wisten dat

het die dag druk zou worden. Wij zijn een kleine onderneming met maar een paar vaste medewerkers, en bovendien zijn we een commercieel bedrijf, dus wij waarderen die inzet enorm. Andere mensen kunnen misschien snel-ler werken en hebben minder vaak een pauze nodig, of extra uitleg, maar de sub-sidie die wij krijgen compenseert dat. Daarbij: het is ontzettend fijn om men-sen bij wie in het leven iets is fout gegaan, de mogelijkheid te kunnen bieden om weer op de rails te komen.”

Op de COveR

In juni opende GeoFort, een educatieve attractie op een fort in de Nieuwe Hollandse Waterlinie op het gebied van cartografie en navigatie, zijn deuren. Riek van Welderen (50) is een van de ‘drie musketiers’ in de schoonmaak.

‘Aanpakken wat nodig is’

Bij GeoFort werken SW’ers van zowel de

Avelingen Groep als van Lander. In okto-

ber 2012 sloten de twee SW-bedrijven

een officiële samenwerkingsovereen-

komst, met afspraken voor de uitvoering

van het facilitair beheer, de schoonmaak

en het groenonderhoud op het GeoFort.

Auteur: Brigit Kooijman

Foto: Tessa Posthuma de Boer

Page 3: Werkt.

Werkt. juli 2011 3

de inhOuD

‘Als je elkaar maar kent’ Hans Driessen, gemeentesecretaris van Druten, over sociaal werkgeverschap.

Want wanneer je mensen leert kennen met een arbeidshandicap, verdwijnt het stigma. Als je elkaar maar kent, wordt iedereen ‘gewoon’ een collega.”

10 Jetta KlIJNsma

“Het kost te veel ‘wortelen’ om werk-gevers stappen te laten zetten.” Jetta Klijnsma over de Participatiewet, het quotum en de kansen op lokaal niveau.

12 Rutte II IN De pRaKtIJKDe voorstellen uit het Regeerakkoord zijn soms al praktijk. In het dossier de inzichten.

4 Het moment 5 Het getal | Lees! 6 Reportage: design en SW 9 Haagse zaken 16 Het dilemma: vak of baan18 Het antwoord: Uitzendbureau en SW-bedrijf20 Het feuilleton - echte ervaringen

uit het SW-bedrijf

‘D e drempel om mensen in gewone bedrijven te krij-gen, kan lager. Voor werkgevers,

zoals ik, door risico’s te verkleinen. Met goe-de begeleiding en voorwaarden wanneer iemand vaker ziek is, bijvoorbeeld. Maar ook voor werknemers. Want de overstap van de vertrouwde omgeving van het SW-bedrijf naar het gewone bedrijf, die is best lastig. Hardop moeten we dan ook zeggen dat de hoge cao mensen ‘binnen’ houdt. Die cao is niet te verkopen naar anderen die hetzelfde werk doen, en bovendien maakt hij mensen onbetaalbaar. Experi-menten zoals loondispensatie (pagina 15) vind ik heel goed. Maar de cao zelf moe-ten we ook herzien.Een vak leer je van collega’s. Ik vind dat SW-bedrijven vooral iemand ‘baanvaar-

dig’ moeten maken (pagina 16). Mensen zitten niet in de Wsw vanwege gebrek-kige vakkennis, maar vanwege fysieke, sociale of psychische belemmeringen. Daarbij helpen, dat is de toegevoegde waarde van de SW-bedrijven als collec-tieve voorziening.Bij onze gemeente werken zo’n 140 men-sen. Negen daarvan hebben een arbeids-handicap. Nu je het zegt: wij halen het quotum van vijf procent. Sommigen van hen zijn hier gede-tacheerd, anderen zijn gewoon in dienst. Daar is uiteinde-lijk iedereen bij gebaat.

Page 4: Werkt.

4 Werkt. februari 2013

Het mOmenT

‘We zijn nu eenmaal vakbroeders’

A l snel nadat hij begin 2009, afkomstig uit de afvalbranche, directeur werd van Weener Groep, besefte Sjoerd van het

Erve dat hij de schoonmaakactiviteiten van zijn SW-bedrijf wilde gaan uitbreiden. “We hadden destijds maar twintig mensen werken in de schoonmaak – doodzonde, want het is een werksoort die bij uitstek geschikt is voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Van het Erve voelde geen noodzaak om zelf een groot schoonmaakbedrijf op te zet-ten binnen Weener Groep, het ging hem er

alleen om meer SW’ers aan het werk te hel-pen. Hij ging in gesprek met de Diamant-groep uit Tilburg en de WSD-groep uit Boxtel, die beide weliswaar een stuk gro-ter waren als het ging om schoonmaak

(samen zo’n 500 voltijdsbanen) maar ook samenwerking zochten met andere partij-en om te kunnen uitbreiden.

nieRen“Ik heb ook andere mensen aan tafel gehad. Commerciële partijen en par-tijen uit de sfeer van de publiek-priva-te samenwerking. Maar ik had toch het beste gevoel bij de andere SW-bedrijven, en dat was wederzijds. Het klikte tussen mij en de andere twee directeuren, ook natuurlijk omdat wij vakbroeders waren. We hoefden elkaar niks uit te leggen. Ik

herinner me het moment dat we voor het eerst met zijn drieën bij elkaar zaten in Tilburg, op het kantoor van Robert Bool van de Diamant-groep. We proef-den elkaar de nieren. Om te weten te

komen hoe serieus iedereen was in zijn intentie om dit samen te gaan doen, stel-den we elkaar scherpe vragen. Dat was even nodig. Toen we uit elkaar gingen die middag, wist ik dat we ervoor gingen, alledrie. Dat was in november 2010.De schaalvergroting waar de samen-werking toe zal leiden – het streven is in 2015 zo’n 660 voltijdsbanen en werk voor 800 mensen – levert een aantal heel duidelijke voordelen op. We besparen uiteraard kosten omdat we grotere volu-mes kunnen inkopen en de overhead-kosten kunnen delen. Maar ook kunnen we grote gebouwen gaan schoonmaken, wat betekent dat we met grotere ploe-gen werken en dus ook meer mensen van een lager niveau kunnen inzetten, omdat ze samenwerken met meer zelfstandige collega’s. Dus nee, schaalvergroting bete-kent zeker niet per se dat voor de zwakste mensen geen plaats meer is. Eerder inte-gendeel.”

Tekst: Brigit Kooijman/Foto: De Beeldredaktie

sjoerd van het erve (38) algemeen directeur van Weener Groep in Den Bosch, besloot twee jaar geleden met twee sW-directeuren uit de regio de krachten te bundelen. Op 1 januari ging de schoonmaak Coöperatie van start. sjoerd van het erve: “Wij sW-directeuren

hoefden elkaar niks uit te leggen.”

‘In grotere ploegen kunnen meer mensen met lage niveaus werken’

Page 5: Werkt.

Werkt. februari 2013 5

Hoe kunnen bedrijven profiteren van samenwerking met de sociale werk-voorziening?

D eze brochure bevat voor-beelden van bedrijven die daar ervaringen mee opge-daan hebben. Deze verhalen

bieden inspiratie voor andere bedrij-ven die dit ook overwegen. Waarom is het werken met (medewerkers van) SW-bedrijven aantrekkelijk en wat levert dat de werkgevers precies op? In sommige bedrijven zorgen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt voor extra handen in piekperiodes. In andere bedrijven nemen ze routine-taken uit handen zodat andere mede-

werkers het werk doen waarvoor ze zijn opgeleid.

vuuROndernemers zijn vooral te spreken over de inzet van de SW-medewerkers. Zoals bijvoorbeeld bij modeketen Piet Zoomers waar zestien gedetacheerden het logistiek centrum runnen. “Onze gedetacheerden gaan voor ons door het vuur”, zegt directeur Richard van Roon in de brochure.De inzet van mensen met een arbeids-handicap is bovendien vaak financi-eel aantrekkelijk voor werkgevers. De SW-bedrijven kunnen werkgevers alle administratieve rompslomp, risico’s en begeleiding uit handen nemen.

% arbeidsgehandicapten als minimum voor bedrijven van 25 of meer werknemers.

D at is het quotum binnen de nieuwe participatie-wet. Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid schreef op 21

Bedrijven profiteren van SW

Lees!

5Het geTAL

ari 2015, waarna deze stapsgewijs in zes jaar wordt ingevoerd. Per jaar gaat dat dus volgens het Kabinet om ongeveer 17.000 mensen. Niet geheel duidelijk is hoe dit aantal van totaal 100.000 mensen zich ver-houdt tot de 5% van het quotum. Uit cijfers van het CBS blijkt dat alleen al bedrijven met meer dan vijftig werk-nemers totaal 5,3 miljoen werknemers hebben. Als het quotum 5% is, gaat het dan al om totaal 265.000 plaatsen voor arbeidsgehandicapten.Het regeerakkoord houdt er overigens ook al rekening mee dat het quotum niet zal worden gehaald: bij de ingeboekte structurele inkomsten van het quotum (340 miljoen euro) zitten ook de opge-legde boetes.

 Tekst: Rob Koorda/Foto: eljee Bergwerff

december in een brief aan de Tweede Kamer dat uiteindeli jk minimaal 100.000 mensen aan het werk moeten komen om het quotum volledig te vul-len. De quotumregeling start op 1 janu-

OnBePeRKT OnDeRnemen

De brochure ‘Onbeperkt Ondernemen’ is gemaakt door netwerkorganisatie De Normaalste Zaak en SW-branche-organisatie Cedris. De brochure is te lezen en te downloaden op cedris.nl (via > nieuws). Wilt u (gratis) een gedrukt exemplaar ontvangen? Geef uw bestelling door aan [email protected].

Page 6: Werkt.

6 Werkt. februari 2013

‘Zij het design, wij de rest’

‘D esigned in Seatle, responsibly handmade in Holland’ staat op de verpakkings-tape op de verzenddozen. Een idee van het Amerikaanse ontwerpersbureau

Graypants, dat bij IBN de designlampen van gegolfd karton laat produceren voor de Europese markt. Voor het ware Hollandgevoel is de tape voorzien van een Delftsblauw motiefje. Dat de productiehal van IBN in het Brabantse Veghel staat en niet in Delft is een miniem detail voor de Amerikaanse opdrachtgevers.Reusachtige foto’s aan de wanden van de produc-tiehal laten zien waar de lampen uiteindelijk terecht komen: in een hip restaurant, een luxe meubelwinkel en op uitgestrekte internationale beurzen. Sommige lampen zijn al even reusachtig. Eén lamp was zelfs zo groot dat hij in onderdelen naar Milaan vervoerd moest worden.IBN is dan ook trots op de geribbelde lampen en hoopt de lijn van designproducten in Veghel verder uit te bouwen. Behalve deze kartonnen exemplaren maken de medewerkers van IBN onder andere ook de lampen voor Moooi en andere designmerken. Dankzij deze ervaring bleek IBN een interessante partner om voor Graypants de wereldwijde lampen-productie buiten Amerika te verzorgen.

“We spreken hun taal”, verklaart marketingmanager Sandra van Groenestijn. “Ontwerpers weten vaak precies hoe je een mooie lamp bedenkt, maar hebben minder kennis van zaken hoe je een product efficiënt in productie neemt. Wij weten hoe je iets op een slimme manier monteert en nemen dat onze klanten graag uit handen. Ook zijn wij gewend productiepro-cessen op te delen in kleine handelingen, zodat onze medewerkers het goed uit kunnen voeren.”

‘Zij het ontwerp, wij de rest’ is daarom het motto van IBN. Terwijl in Amerika de lampen helemaal hand-matig in elkaar werden gezet, bedacht IBN Productie slimme manieren om tot snellere en grootschaliger productie te komen. Daarvoor heeft IBN zelf laser-snijders aangeschaft, die uiterst nauwkeurig cirkels snijden uit recycled karton.

RePORTAge jobcoach

Oogstrelende designlampen vormen het visitekaartje van IBN productie in Veghel, niet de mensen die het maken. “We willen dat onze klanten voor ons kiezen vanwege de kwaliteit”, zegt marketing- en communicatiemanager sandra van Groenestijn van IBN. “Dat we daarbij mensen inzetten met een afstand tot de arbeidsmarkt is voor onze klanten een toevallige mooie bijkomstigheid.”

De markt betaalt niet voor ‘zielig’

Designlampen met extra dosis vindingrijkheid bij IBN een

iBn Productie in veghel is erop gericht om in veel kleine stap-jes een tempo-versnelling in prestatieverbete-ring te realiseren. Dat gebeurt niet vanachter een bureau, maar op de werkvloer. iBn Productie is een onderdeel van iBn. via of bij iBn werken dagelijks zo’n 3.800 mensen.

Page 7: Werkt.

Werkt. februari 2013 7

Deze investering denkt IBN terug te verdienen, omdat de werkwijze van IBN goed lijkt te passen bij designproducten. De productie van deze ontwer-pen is namelijk vaak arbeidsintensief. “Designers willen bovendien de productie graag dicht bij huis om precies te kunnen zien wat er gebeurt”, zegt Van Groenestijn. “Ze komen niet voor de laagste prijs bij ons, wel vanwege de aandacht en kwaliteit die wij leveren.”

mAAKsTeRsBij de lampen die net geplakt zijn staan de naam-bordjes van de maaksters te lezen: Serife, Tanja, Fatima, Eveline en Bets. “Zo zien we gemakkelijk wie wat gedaan heeft”, zegt IBN-medewerker Tanja Rooijakkers, die vanaf het eerste moment bij de pro-

ductie betrokken is.Tanja kent de Amerikaanse ontwerpers persoonlijk en heeft samen met hen uitgezocht hoe ze de lam-pen het handigst in elkaar zetten. “Bij de eerste lam-pen moesten we alles uitpuzzelen”, vertelt ze. “Op de eerste Sun (de naam van een groot rond model, red.) stond ik twaalf uur te lijmen. Nu doe ik het in vier uur, omdat ik precies weet hoe het past.”De grote modellen gaan volledig met de hand, zoals de ‘drums’ van bijna één meter doorsnede. Tanja zet de lamp laag voor laag in elkaar. “Gewoon met hob-bylijm”, glimlacht ze. Eenmaal gedroogd voelt de kar-tonnen lamp oersterk aan. Voor de kleinere model-len heeft IBN zelf houten mallen ontwikkeld waar de kartonnen cirkels precies overheen vallen. “Dat ging een stuk sneller, dus onze werkwijze is nu ook in

RePORTAge jobcoach

Boven: Tanja Rooijakkers zocht samen met de Amerikaanse ontwer-pers uit hoe de design-lampen het beste gemonteerd worden. Rechts: iBn investeert zelf in lasersnijders. uiterst rechts: De lampen van geribbeld karton geven een bij-zonder lichteffect.

Page 8: Werkt.

8 Werkt. februari 2013

Amerika doorgevoerd”, zegt Tanja.Handmade of niet, bij de communicatie over de pro-ducten laat IBN zelf allereerst zien hoe mooi de lam-pen zijn. Dat de lampen geproduceerd worden door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt belicht IBN pas in tweede instantie. IBN wil zich onderschei-den met dienstverlening in productie, niet met sociale productie. In de verkoopbrochures is dan ook niets terug te zien over de achtergrond van de medewer-kers.Dat is een bewuste keuze, licht Van Groenestijn toe. “De maatschappelijk verantwoorde productie is voor ons geen verkoopargument, want de markt betaalt niet voor ‘zielig’. Onze producten moeten aan de nor-male eisen van de verschillende branches voldoen en de verwachtingen van onze klant liefst nog overtref-fen. Dat kan alleen met hoge kwaliteit.”

POTTenBAKKenOm die kwaliteit te bereiken levert IBN niet alleen handjes, maar ook een dosis extra vindingrijkheid. Zo worden de versneden snijstukken van het karton

gebruikt als opvulmateriaal bij de verzending. Op die manier wordt iedere snipper afvalkarton nogmaals opnieuw gebruikt.Ook hebben de medewerkers de ronde werktafels op een rijdend onderstel van een bureaustoel gemon-teerd, zodat de tafels gemakkelijk draaibaar zijn. Van enige afstand ziet het eruit alsof de medewerkers aan het pottenbakken zijn. Van een paar kartonrestanten hebben de medewerk-sters een eigen handspiegeltje beplakt met een gerib-belde rand. “Van het plakken krijg je zwarte handen, dus soms lopen we een veeg op in ons gezicht”, zegt Tanja. “Dan is zo’n spiegeltje wel handig. We zijn hier allemaal vrouwen, hè.”De medewerksters zijn apetrots op de eindproducten. “Het is creatief werk, omdat je het onder je handen ziet groeien,” vindt Tanja. “Ik vind het altijd jammer als een lamp klaar is. Zo’n stoere lamp wil ik ook graag in mijn eigen huis hebben. Maar dan als een vaas met een grote kunstbloem erin.”

Tekst: sigrid van Iersel/ Foto’s: IBN

Terwijl veel SW-bedrijven hun productiebedrijven afsto-ten of opdoeken, breidt IBN in Oost-Brabant de pro-ductie juist uit. Zo is recent een nieuwe productielocatie geopend in Malden, waar zo’n 6o medewerkers aan de slag gaan. Het liefst neemt IBN complete productiepro-cessen over, inclusief inkoop van onderdelen en logis-tiek. Daartoe behoort de hele productie van designlam-pen, onder meer voor labels als Graypants en Moooi. “We willen groter worden en meer verdienen, al spreken we niet van winst maar van maatschappelijk rende-ment”, zegt Sandra van Groenestijn (manager marke-ting en communicatie). “Volgens ons ligt de oplossing in de SW-sector niet alleen in verdere bezuinigingen of efficiënter werken, maar ook in omzetgroei en meer rendement. Daarom gedragen we ons als een commer-ciële partij op de markt. Dat betekent een volwaardige samenwerking met het regionale bedrijfsleven, inclusief de volwaardige inzet van onze medewerkers. Het gaat niet om zielige mensen met beperkingen maar om gemotiveerde, goed opgeleide mensen met mogelijk-heden.”

RePORTAge

‘Niet alleen handjes, ook vindingrijkheid’

IBN wil opdrachtgevers niet binnenhalen vanwege de laagste prijs, wel vanwege de aandacht en kwaliteit van de producten.

iBn breidt productie uit

Page 9: Werkt.

Werkt. februari 2013 9

hAAgse zaken

De hete hangijzers van de Participatiewet

De contouren van de nieuwe participatiewet zijn bekend. staatssecretaris Klijnsma heeft een brief naar de tweede Kamer gestuurd waarin ze de verschillen met het Wetsvoorstel werken naar vermogen van het vorige kabinet schetst. maar over de financiële kaders was de brief nog niet helemaal duidelijk.

Wat zijn de hete hangijzers?

1. heT geLDHet blijft onduidelijk hoeveel geld er overblijft voor begeleiding van mensen naar en op het werk. Die begeleiding is essentieel, want het gaat om mensen die het niet op eigen kracht lukt aan het werk te komen. De staatssecretaris gaat voor begeleiding uit van een gemiddeld bedrag van 5.500 euro per persoon. Dat lijkt aan de lage kant. Voor beschut werk kost begeleiding op dit moment zo’n 10.000 euro. De grote vraag is of het gemeenten gaat lukken om een voorziening te organise-ren voor beschut werk. Ze krijgen hier-voor geld van het rijk: 30.000 plaatsen op basis van het minimumloon. Maar het geld voor begeleiding moet komen uit het krappe participatiebudget. En er is natuurlijk ook geld nodig voor gemeenten om deze voorziening te gaan organiseren. Tegelijkertijd wordt er fors bezuinigd op de dagbesteding in de zorg en wordt in 2015 voor nieuwe geval-len de dagbesteding als onderdeel van de begeleiding afgeschaft. Dit verhoogt de druk op de voorziening voor beschut werk. Veel gemeenten maken zich inmiddels grote zorgen over de financië-le haalbaarheid van zo’n voorziening.

2. heT quOTumDe aankondiging van een quotum heeft tot veel commotie geleid. Staatssecre-taris Klijnsma wil dat grote werkge-vers vijf procent van hun personeelsbe-stand gaan invullen met arbeidsgehan-dicapten. VNO-NCW voelt niets voor dit quotum en wil het zo snel mogelijk

van tafel. Klijnsma houdt echter vast aan haar plannen. Maar ze laat wel een klein gaatje open voor de werkgevers: mochten werkgevers met een alternatief plan komen dat evenveel extra banen gaat opleveren voor mensen met een arbeidshandicap, dan wil de staatssecre-taris daar serieus naar kijken. De bal ligt nu dus bij de werkgevers. Cedris is in gesprek met de werkgevers om te kijken of we hierbij gezamenlijk kunnen optrekken. De SW-bedrijven vormen immers een prima infrastruc-tuur voor plannen om meer arbeids-gehandicapten aan de slag te helpen. Essentieel daarbij is dat de koek groter wordt, zoals hoogleraar Ton Wiltha-gen het verwoordde tijdens de onlangs gehouden Cedris-lezing. Het moet gaan

om nieuwe banen, anders gaat het nooit lukken om grote aantallen mensen bij gewone werkgevers aan de slag te krij-gen. Sociale innovatie is dus dringend gewenst.De contourennota i s te vinden op www.rijksoverheid.nl en op de website van Cedris. Eind januari praat de Tweede Kamer met de staatssecreta-ris over haar plannen. Het wetsvoorstel Participatiewet moet dit voorjaar bij de Tweede Kamer worden ingediend.

Zie ook het interview met Jetta Klijnsma op pagina 10.

Tekst: petra Klap/Foto: eljee Bergwerff

Page 10: Werkt.

10 Werkt. februari 2013

‘O m mensen met een handicap aan de slag te helpen is de medewerking van werkgevers noodzakelijk. Tot nu toe lukt dat onvoldoende. Een

van de nieuwe onderdelen van de Participatiewet is daarom een quotumregeling: bij grote werkgevers met 25 of meer werknemers moet in de toekomst 5% van het personeelsbestand bestaan uit mensen met een arbeidshandicap.

Waarom gaat een quotumregeling wel werken om werkgevers over de streep te trekken?“Ik word ook niet blij van een quotumregeling. Maar drie jaar geleden droeg ik als staatssecretaris met dezelfde portefeuille hetzelfde gedachtegoed uit. De werkgevers beleden met de mond dat ze mensen met een arbeidshandicap aan werk zouden helpen. Ze kenden in hun familie of hun vriendenkring zelf ook wel iemand met een beperking. Natúúrlijk verdiende die man of vrouw een goede plek op de arbeidsmarkt. Maar wat ze met de mond beleden, maakten ze in de praktijk niet waar. We hebben enorm veel wortelen nodig om werkgevers te ver-leiden toch die stappen te zetten. En zo nu en dan hebben we ook een stokje nodig. Ik heb liever een quotum waardoor bedrijven echt een bijdrage leve-ren dan geen quotum, waardoor de mensen thuis op de bank zitten.”

Het bedrijfsleven heeft veel kritiek.“Laatst had ik een overleg met Bernard Wientjes, de voorman van VNO-NCW. Don’t mention the Q-word, zei hij. Volgens mij vindt hij het echt erg. Maar het is wel goed voor de karaktervorming, denk ik dan bij mezelf. We voeren de regeling pas in 2015 in en werken in zes jaar toe naar het quotum van vijf procent. In landen waar de quotumregeling al bestaat, zoals in Duitsland, zijn de ervaringen posi-tief.

Met de quotumregeling in het vooruitzicht zie ik ook in eigen land dat werkgevers meer meedenken dan daarvoor. Ik doe de werkgevers diverse handrei-kingen: we zorgen voor begeleiding en geven aanvul-lingen op het loon. Maar de stok van de quotumre-geling blijft wel achter de deur staan.”

Wat moeten sociale werkvoorzieningsbedrijven komend jaar doen om zich goed voor te bereiden op de nieuwe situatie onder de participatiewet?“Mensen met een arbeidshandicap moeten wel begeleid worden bij werkgevers. Die expertise van de SW-bedrijven wil ik graag aanboren, want die is broodnodig om de Participatiewet vorm te geven en uit te voeren.”

Is er straks wel voldoende geld voor begelei-ding?“Dat geld hebben we niet één op één, daar ben ik eerlijk in. We overleggen hierover met de gemeen-ten, Divosa en Cedris. Ik kan het niet mooier maken, want er moet wel bezuinigd worden. Als voormalig gemeentebestuurder weet ik dat de financiële druk op gemeenten best heftig is. In verge-lijking met de regeling van het vorige kabinet biedt de Participatiewet daarom wel meer ademruimte om erin te groeien dan in de oude wet. We voeren de bezuiniging in zes jaar door in plaats van drie jaar. ”

ton Wilthagen (arbeidsmarktstudies) zegt dat de enige mogelijkheid om 500.000 mensen aan het werk te helpen het creëren van veel meer banen is. Ziet u daar mogelijkheden in?“Jazeker. Hoe meer werkplekken werkgevers voor deze mensen creëren, hoe beter het lukt om voor iedereen een passende baan te vinden. Laat SW-bedrijven ‘meetobben’ met werkgevers hoe die plekken gecreëerd kunnen worden. Ik was laatst op bezoek bij een vestiging van een Jumbo-

Jetta Klijnsma (1957) was van 1998 tot 2008 PvdA-wethouder in Den haag, eerst op het gebied van welzijn en volks-gezondheid, later van financiën en cultuur.van 2008 tot 2010 was ze staatssecretaris sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-Balkenende-Bos. na een periode als Tweede Kamerlid werd ze op 5 november 2012 benoemd in het kabinet-Rutte-Asscher, opnieuw als staats-secretaris van sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Tekst: sigrid

van Iersel

Foto: Hendriksen

Valk

Het inTeRvieW: sTAATsseCReTARis JeTTA KLiJnsmA

‘Laat SW-bedrijven meetobben met werkgevers’

Page 11: Werkt.

Werkt. februari 2013 11

Het inTeRvieW: sTAATsseCReTARis JeTTA KLiJnsmA

‘Laat SW-bedrijven meetobben met werkgevers’

supermarkt. Van de 136 personeelsleden waren er 38 medewerkers met een beperking. Eén van de mensen was stevig en kon heel veel dragen, maar niet lezen en schrijven. Naast haar zat een meneer in een rolstoel. Hij kon wel lezen en vertelde haar waar de pannenkoekenmix in het schap moest. Het was een prachtig koppel, dat samen één baan vervulde. Het barst van de bedrijven die dit ook kunnen doen, in ieder geval andere supermarktbedrijven. Eigenlijk is in ieder bedrijf wel iets te verzinnen voor werkne-mers met een beperking. Zelfs in de politiek.”

u stelt geld beschikbaar waarmee gemeenten 30.0000 beschutte werkplekken kunnen creëren. “Ja, want gemeentebestuurders willen dat het goed gaat met hun burgers. Dat is het mooie aan dat vak. Als gemeentebestuurder kijk je daarom nauwgezet naar de mogelijkheden om deze groep aan het werk te houden of te krijgen. Niet alleen met het aanbie-den van beschutte werkplekken, maar ook met ande-re voorzieningen, zoals aanvullend openbaar vervoer of een rolstoel. Dat kunnen gemeentebestuurders veel beter dan wij in Den Haag.”

Gaan gemeenten daarvoor eigen budget vrij maken? Ze zijn het niet verplicht en het kost gemeenten veel geld.“Ja, daar ben ik van overtuigd. Ze krijgen nog steeds veel geld van het Rijk om deze plekken te realiseren. Daarnaast weet ik als oud-wethouder van Financiën dat je aan de collegetafel heel goed geld uit de alge-mene middelen kunt toevoegen voor die mensen die het niet zo goed getroffen hebben in het leven. Al realiseer ik me natuurlijk wel dat gemeenten van-wege de crisis niet meer zoveel algemene middelen in kas hebben.”

‘Ik kan het niet mooier maken’

sW-bedrijven, gemeenten en bedrijven krijgen meer ruimte in de nieuwe participatiewet. Jetta Klijnsma (sociale Zaken en Werkgelegenheid): ‘Want gemeentebestuurders willen dat het goed gaat met hun burgers.’

Page 12: Werkt.

12 Werkt. februari 2013

Het DOssieR: Het regeerakkoord in de praktijk

eén participatiewet, een quotum voor grote bedrijven, doorgaan met loondispensatie. Het zijn drie maatregelen die opvallen in het regeerakkoord van het nieuwe kabinet. Op verschillende plaatsen in het land is de praktijk al verder dan deze plannen of laat de realiteit zien dat het allemaal nog niet zo eenvoudig ligt. Bijvoorbeeld met de doorstroming aan de uiterste onderkant van de werkladder. Drie praktijksituaties.

Tekst: anje Romein/Foto’s: De Beeldredaktie

Rutte II in de SW-praktijk

Lamme Textielbeheer nam in 2008 de

wasserij over van een sW-bedrijf. een

paar jaar later fuseerde dit met de

locatie op schiphol. De wasserij werkt

voor klanten in onder andere de lucht-

vaart, horeca en gezondheidszorg. De

mensen met een arbeidshandicap zijn

gedetacheerd vanuit de Am groep dat

gespecialiseerd is in de begeleiding

van arbeidsgehandicapten naar werk.

Daarnaast werkt het bedrijf ook met

uitzendkrachten en zijn er medewerkers

met een vast dienstverband.

Page 13: Werkt.

Werkt. februari 2013 13

e en quotum van 5 procent? In de wasserij van Lamme Textielbeheer op Schiphol- Noord lachen ze erom. Hier werken veertig werk-

nemers met een afstand tot de arbeids-markt. Dat kan door een lager tempo te accepteren, bedrijfsprocessen aan te pas-sen en dankzij goede begeleiding van-uit leerwerkbedrijf AM Groep. Direc-teur Jan Lamme heeft tips voor collega’s.

De BAAs“Ik snap dat er wat moet gebeuren. Het is niet goed dat mensen met een beperking thuis zitten. Zij horen erbij. Ik vind dat iedere ondernemer de maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft zijn steentje bij te dragen. In ieder bedrijf zijn plek-ken waar mensen die wat langzamer zijn kunnen werken. Zeker bij een productie-bedrijf, maar ook in winkels. Maar ik heb mijn twijfels over een verplicht quotum. Het werkt niet als de baas het zelf geen goed idee vindt. Je moet er als directeur open voor staan en een positieve hou-ding hebben.”

Rutte II ‘Er komt een quotum voor grotere

werkgevers. 5% van hun personeelsbestand

moet op termijn bestaan uit arbeidsgehandi-

capten’.

De houding van de baas

Directeur van Lamme haalt het quotum met gemak, en tipt anderen

Wees helder

“Wees helder in wat je van je medewerkers vraagt. Zorg dat zij zich ook aan jouw bedrijf aanpassen. Wees duidelijk over de werktijden en laat mensen zich eraan houden. Dat is zeker in het begin moeilijk, maar ze wennen snel aan het nieuwe stramien.”

leg de lat laag

“Leg, vooral in het begin, de lat niet te hoog. Wij hebben het werk opgesplitst in eenvoudige taken. Zoals het ‘ontslopen’ van vliegtuigkus-sentjes, sorteren van wasgoed, het vouwen van werkkleding. Mensen krijgen de tijd zich deze werkzaamheden eigen te maken. En we passen onze machines aan. Voor het strijkwerk hebben we bijvoorbeeld naast mangels met een hoge capaciteit ook kleinere mangels, die zijn langza-mer.”

Zorg voor goede begeleiding

“Mensen met een verstandelijke beperking zijn soms eerder van slag. Daarom komt er elke dag een consulent langs van de AM Groep. Deze neemt de menselijke, psychologische begeleiding op zich; onze pro-ductieleiders doen de zakelijke aansturing. Zij letten op competenties en vakvaardigheden. Zo zijn de taken goed verdeeld.”

Tip 3

Tip 2

Tip 1

Page 14: Werkt.

14 Werkt. februari 2013

Het DOssieR

H et Noord-Limburgse bedrijf INTOS zorgt al 51 jaar voor pas-send werk voor men-sen met een verstande-

lijke of psychische beperking. INTOS biedt zowel onderdak aan arbeidsmatige dagbesteding als een goedlopend SW-bedrijf. Voor veel cliënten zou het mak-kelijk zijn om te kunnen wisselen tussen beide voorzieningen. Bureaucratie staat een flexibele doorstroming in de weg.“Hé Wim, volgend jaar ga je met pensioen hè”. Een werknemer met het syndroom van Down spreekt directeur Wim le Clercq vrijmoedig aan op de werkvloer. Het klopt. Le Clercq gaat met pensioen. Het gaat hem aan het hart. “De doelgroep is geweldig, maar de bureaucratie... daarin zie ik geen verande-ring komen.”

geLDsTROmenINTOS huisvest zowel het eigen SW-bedrijf als Dichterbij, die dagbeste-ding verzorgt voor verstandelijk gehan-dicapten. Omdat het niveau van deze werknemers soms fluctueert, is dat een groot voordeel. Is het SW-bedrijf te hoog gegrepen, dan kan iemand naar de dagbe-steding. Heeft iemand meer in zijn mars, dan is doorstroming naar het SW-bedrijf mogelijk. Maar dat is makkelijker gezegd dan geregeld. “Personen in de dagbe-steding worden gefinancierd vanuit de AWBZ, op basis van een indicatie van het CIZ”, zegt Le Clercq. “Onze werknemers in het SW-bedrijf krijgen een functie-loon, op basis van een indicatie van het

UWV. Twee verschillende geldstromen en twee verschillende werelden. Voordat er een nieuwe indicatie is, ben je maan-den verder. In de tussentijd is onduidelijk hoe de betaling is geregeld.”

BRAnDgAngBij INTOS pakken ze het daarom prak-tisch aan. Symbolisch daarvoor is de brandgang tussen de twee ‘afdelingen’ die je simpelweg kunt oversteken. “Iemand kan vanuit de dagbesteding eerst op proef worden ingezet in de productielijn van het SW-bedrijf. Zonder officiële papie-ren, alleen een paar weken proberen. Dat gaat in goed vertrouwen met Dichterbij.

Lukt het, dan zetten we het papierwerk in gang.” De andere situatie komt ook voor. Mensen werken jarenlang voor functie-loon bij het SW-bedrijf. Na jaren gaat het niet meer, onder andere doordat mensen met een verstandelijke beperking soms eerder verouderen. Dagbesteding is dan passender. Maar ook dat gaat zomaar niet, niet alleen vanwege de nieuwe indi-catie en andere geldstroom. “Familie en bewindvoerders moeten flink aan dat idee wennen”, zegt Annemarie Rutten, re-integratieconsulent bij INTOS. “Zij

willen niet dat je hun familielid ontslaat, zodat hij geen loon meer krijgt. We moe-ten de omgeving vaak overtuigen van de noodzaak. Dat het echt beter is voor het welzijn. Bovendien houdt iemand onterecht een Wsw-plek bezet, waar een wachtlijst voor is.”In de kabinetsplannen vallen beide rege-lingen onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Dagbesteding komt onder de WMO en werken voor arbeids-gehandicapten onder de Participatiewet. Het gedoe met verschillende indicaties en geldstromen zal blijven, verwacht Le Clercq. Wat wel verandert is de invloed van de gemeente. “De gemeente krijgt er een aantal nieuwe taken bij”, zegt Rutten. “We moeten dus goed onze kracht laten zien. Dat is de nauwe samenwerking met Dichterbij, maar ook met de GGZ en praktijkscholen. Als Wsw niet kan, welke voorziening is wel passend? Om die vraag goed te beantwoorden moet je over je eigen schaduw heenstappen. Voor deze doelgroep ben je daar makkelijk toe bereid.”

‘citaat van een of twee regels’

Onderkant werkladder stroomt moeizaam door

Rutte II ‘Iedereen die begeleiding nodig heeft valt straks onder de verantwoorde-lijkheid van de gemeenten. Dagbesteding, een AWBZ-functie, valt onder de WMO. Gemeenten worden ook verantwoordelijk voor 30.000 beschutte werkplekken.’

‘Bureaucratie rond doorstroming blijft’

‘Dan zetten we het papierwerk in gang’

Page 15: Werkt.

Werkt. februari 2013 15

I n de gemeente Enschede loopt sinds maart 2011 een pilot met loondispensatie. Resultaat tot nu toe: 144 proefplaatsingen, waar-uit 133 contracten zijn voortge-

komen. Twintig kandidaten hebben zelfs een regulier contract gekregen bij hun nieuwe werkgever. Projectleider Coloma Ebbes legt uit: “Ons team stelt een diagnose en kijkt naar capaciteiten en werkervaring. Vervolgens zoeken we een geschikte werkgever. Kandidaten moe-

ten onder andere in staat zijn minstens twintig procent van het minimumloon te verdienen. Het gaat om een zeer diverse groep, zoals mensen met een verstandelij-ke beperking, psychiatrische problemen of een lichamelijke handicap.”

Zijn er voldoende werkgevers?“Dat blijft moeilijk, zeker nu. Toch lukt het nog steeds ons netwerk uit te breiden met nieuwe werkgevers, voornamelijk MKB. Een fietsenmaker, supermarkt, een tim-merman. Maar ook grotere productiebe-drijven voor bijvoorbeeld inpakwerk. Als gemeente geven we het goede voorbeeld; hier werken mensen via loondispensatie op bijvoorbeeld de financiële administratie en in groenbeheer.”

Waaruit verklaart u de goede cijfers in Enschede?“Allereerst uit de samenstelling van ons team: mensen die de doelgroep door en door kennen. Mensen die bij DCW, ons SW-bedrijf, hebben gewerkt en een goed netwerk van werkgevers hebben opge-bouwd. En er is politiek draagvlak: de voor-waarde voor succes. Ik hoor van gemeenten dat bestuurders soms hun vraagtekens zet-ten bij loondispensatie. Maar onze wethou-ders zijn erg betrokken.”

Kost het de gemeente veel extra?“Het is een kostbaar instrument. Niet van-wege de aanvulling van het loon, dat ver-vangt de uitkering. De kosten zitten in het plaatsingsteam, werkgevers zoeken, de loonwaarde vaststellen, enzovoort. Voor gemeenten biedt het voordeel op lange ter-

mijn. Onze kandidaten ontwikkelen zich bij de werkgever, waardoor hun loonwaar-de stijgt. Overigens stijgt die loonwaarde in Enschede meer dan het landelijk gemid-delde. Mogelijk komt dit door onze nazorg. We houden mensen goed in de gaten als ze bij een werkgever aan de slag zijn.”

Wat is het voordeel voor de werkge-ver?“Het is een aantrekkelijke manier om een maatschappelijk ondernemer te zijn. De kandidaat werkt eerst drie maanden op proef, en langer als nodig. Als dat goed gaat volgt een halfjaarcontract. Natuurlijk blijft er een risico. Al krijgt de werkgever loon-dispensatie, de werknemer krijgt wel een halfjaarcontract. Terugval is altijd moge-lijk. Maar zoals je aan onze cijfers kunt zien, gaat het meestal goed.”

Hoe voer je als gemeente loondis-pensatie succesvol in?“Ga werkgevers zoeken en wees niet voor-zichtig. Wacht niet af, maar ga eropaf! Natuurlijk ontmoet je werkgevers die geen belangstelling hebben. Dan ga je naar de volgende. Al is het lastiger dan een jaar gele-den, het lukt ons nog steeds nieuwe werk-gevers te vinden.”

Wat zou u zelf nog veranderd willen zien?“Loondispensatie is een complex instru-ment. Werkgevers willen graag meteen weten wat het ze precies gaat kosten, maar dat weten we pas na vaststelling van de loonwaarde, dat duurt vaak lang. Ook inge-wikkeld is de aanvulling tot ‘maximaal het minimumloon’. Niet iedereen krijgt aange-vuld tot het minimumloon, dat ligt aan de uitkeringsnorm. Dat is heel lastig uit te leg-gen. Tot slot wordt de loonwaarde om het half jaar opnieuw vastgesteld. Dat is te vaak, jaarlijks zou beter zijn.”

Conclusie?“Loondispensatie heeft veel potentie, al kan het instrument nog worden verbeterd. In Enschede gaan we er mee door. Ik ben benieuwd waar het ministerie verder mee komt. De nieuwe staatssecretaris is nu aan zet.”

Rutte II ‘Het kabinet houdt vast aan loondis-pensatie. De gemeente kan het loon aanvul-len van medewerkers die minder productief zijn tot maximaal het minimumloon.’

‘Wacht niet af, maar ga eropaf ’

Pilot loondispensatie in enschede

Page 16: Werkt.

Hand geven. Iemand aankijken als je tegen hem praat. Op tijd komen. Het lijken normale omgangsvormen die een werkgever van mede-werkers mag verwachten. Maar voor iemand die lang uit het arbeidsproces is geweest, zijn ze niet

vanzelfsprekend. Daarom krijgen ze deze werknemersvaardig-heden bij SW-bedrijf Patijnenburg in het Westland aangeleerd, om hen klaar te stomen voor de arbeidsmarkt.“Wij werken met mensen die in 9 van de 10 gevallen niet 100 procent passen in een vacature. Maar we proberen ze wel zover te krijgen dat ze kúnnen passen bij de vacature”, zegt Desiree van Yperen, directeur-bestuurder van Patijnenburg. Jobcarving noemt ze dat. En dat doet ze vooral voor mensen aan de onder-kant van de arbeidsmarkt. “Vraag werkgevers wat ze zoeken, en ze zeggen: gemotiveerde medewerkers. Wij moeten er dus voor zorgen dat ze gemotiveerd zijn én dat ze dat uitstralen.” “Goed luisteren is een van de vaardigheden waarmee je dat toont. Als mensen langdurig niet gewerkt hebben, vergeten ze dat er dingen van hen worden verwacht: zet je koptelefoon af tijdens het werk; houd je aan de pauzetijd. Dat zijn dingen waar de ondernemer op let. Zoals hij ook let op met welke tred je naar de voordeur loopt. En dat valt allemaal te trainen.”Voor Patijnenburg is het vooral belangrijk om te ontdekken hoe ontvankelijk (toekomstige) werknemers zijn voor instructies die zij krijgen. Van Yperen: “Als ze werknemersvaardigheden kunnen aanleren, dan kunnen ze ook vakvaardigheden aanle-ren.”Of ze die vakvaardigheden ook aanleren bij het SW-bedrijf? Van Yperen: “In principe niet. Kandidaten leren het vak bij de werkgever waar ze gaan werken. Het is als leren autorijden. Pas als je je rijbewijs hebt en alleen de weg op gaat, dan pas leer je

SW-bedrijven moeten werkzoekenden ook vakvaardigheden bijbrengen

Het DiLemmA

moeten sW-bedrijven ook vakvaardigheden bijbren-gen als ze mensen willen klaarstomen voor de reguliere arbeidsmarkt? Of zijn de vaardigheden om binnen een bedrijf normaal te functioneren genoeg en laat je de vaktechnische scholing over aan reguliere bedrijven? sW-directeuren Desiree van Yperen (patijnenburg) en Henk van der Zwaag (empatec) gaan in debat.

16 Werkt. februari 2013

TegenDesiRee vAn YPeRenDirecteur-bestuurder van sW-bedrijf patijnenburg in het Westland

‘Wij proberen medewerkers zover te krijgen dat ze kúnnen passen in een vacature.’

Page 17: Werkt.

Werkt. februari 2013 17

SW-bedrijven moeten werkzoekenden ook vakvaardigheden bijbrengen

rijden. Wij kunnen nooit de werksituatie creëren die recht doet aan de realiteit.”Bij SW-bedrijf Empatec in Sneek kiest directeur Henk van der Zwaag voor investeren op vakvaardigheden. “Natuurlijk is het belangrijk dat medewerkers op tijd komen, er netjes uitzien en geen last meer hebben van afleidende zaken als verslavin-gen. Als je dat niet op orde hebt, hoef je niet eens aan werk te denken.” Tegelijkertijd mogen ondernemers van toekomstige medewerkers verwachten dat ze wel íets kunnen, vindt Van der Zwaag. “Twitteren of omgaan met sociale media, MS Word, autorijden zijn vaardigheden die kansen op de arbeidsmarkt vergroten. En in mijn ogen zijn dat al vakvaardigheden.”Empatec stuurt op inhoud en op proces. Mensen die uit de Wsw en bijstand komen en richting reguliere arbeidsmarkt gaan, kunnen in onze werkbedrijven proefdraaien. “In eerste instantie gaat het dan om het trainen van werknemersvaardig-heden”, zegt Van der Zwaag. “Tegelijkertijd onderzoeken we wat ze willen en wat ze kunnen en proberen we ze in de ontwik-kelingsmodus te krijgen. Als iemand de capaciteiten ontwik-kelt om binnen het werkbedrijf een lasdiploma te halen, wil hij misschien ook wel een diploma bootonderhoud halen.”

ReinigingsDOeKJeIn de werkbedrijven van Empatec – onder meer een grafisch bedrijf, kwekerij, meubels, metaal en confectie – krijgen instro-mers op de arbeidsmarkt een aantal vakvaardigheden aange-leerd. “Zo kunnen wij ze van een zo hoog mogelijke toegevoeg-de waarde voorzien en vergroten wij hun kansen. Vakkennis en -diploma’s zijn een dikke pre op de arbeidsmarkt.”Het blijkt dat bij Patijnenburg in het Westland ook wel ruim-te is voor aanleren van vakvaardigheden. Desiree van Yperen: “Als je gaat werken, moet je sommige dingen gewoon weten. Bij groepsdetachering in schoonmaak leren medewerkers dat ze niet hetzelfde reinigingsdoekje moeten gebruiken voor de wc én het bureau. Bij hovenierswerk leren medewerkers snoeien.”Daarnaast is er ook voor mensen buiten de werkbedrijven ruimte om vakvaardigheden aan te leren. “We bieden maat-werk. Als een werkgever enthousiast is over een kandidaat, maar behoefte heeft aan vaktechnische scholing vooraf, dan bieden wij dat aan. Waar perspectief is in werk, investeren ook wij natuurlijk in vakkennis.”

Tekst: Robin Ouwerkerk/Foto’s: De Beeldredaktie

vOORhenK vAn DeR ZWAAgDirecteur van sW-bedrijf empatec in sneek

‘Vakkennis en -diploma’s zijn een dikke pre op de arbeidsmarkt.’

Page 18: Werkt.

18 Werkt. februari 2013

Het AnTWOORD

Aart van der Gaag, directeur van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) is op bezoek bij PostNL. Roger Luijten (links) en Martin Manders (rechts) vertellen hem over de samenwerking tussen uitzendbureau en SW-bedrijf.

a an het einde van de mid-dag komen ze binnenrij-den bij het sorteercen-trum in Den Bosch: de grote vrachtwagens van

PostNL. Zo’n 40.000 pakketten uit de regio worden hier binnengebracht, op een drukke avond 60.000. Om gesor-teerd te worden en later die nacht ‘uit-gereden’ naar hun bestemming in bin-nen- of buitenland. Met de toenemen-

de markt voor pakketpost, onder meer dankzij de groei van aankopen via internet, zit er toekomst in PostNL. Maar niet overal zie je gebeuren, wat er in Den Bosch wél gebeurt: hier sloegen SW-bedrijf Weener Groep en Tempo-Team Outsourcing de handen ineen en leveren gezamenlijk dagelijks tien-tallen mensen voor het sorteerwerk in de enorme hal, waar een lopende band doorlopend pakketjes ‘uitspuugt’. Op

deze drukke avond zijn er veertig man aan de slag, van wie 15 een WWB-ach-tergrond hebben. Genoeg reden voor ABU-directeur Aart van der Gaag om een kijkje te nemen en antwoord te krijgen op de vraag: werkt dat nou een beetje, uitzendkrachten en WWB’ers onder één dak? Hij wordt ontvangen door Roger Luijten, sales director van Tempo-Team Outsour-cing, en Martin Manders die teamleider

Hoe uitzendbureau en SW-bedrijf samenwerken

Page 19: Werkt.

Werkt. februari 2013 19

detachering is van de Weener Groep en van het werkgevers servicepunt van de gemeente Den Bosch. Beiden knikken zij hartstochtelijk van ja: dat werkt! “De kracht zit ‘m vooral in de wij-ze waarop we elkaar aanvullen”, legt Luijten uit. “Wij zijn goed in het snel leveren van flexibele arbeidskrach-ten, de Weener Groep is erg goed in het begeleiden van mensen die een extra steuntje in de rug nodig heb-ben.” De eerste stappen voor samenwer-king werden een jaar geleden gezet. In eerste instantie klopte PostNL aan bij de gemeente en het UWV in de hoop in zee te kunnen gaan met mensen met een uitkering. “Dat was de uitdrukkelijke wens van Post-NL”, aldus Manders. “Zij vinden het belangrijk om mensen uit de regio aan de slag te krijgen.” Via de Wee-ner Groep werkt nu een groep van 25 SW’ers in de ochtenduren op het sor-teercentrum. Ook worden er mensen met een WW/Wajong of bijstands-

achtergrond opgeleid om door te stro-men naar de avonduren, die Tempo-Team Outsourcing voor zijn rekening neemt. Manders: “Tempo-Team en Weener Groep hebben elkaar goed gevonden in dat proces.”Van der Gaag is benieuwd; vraagt Post-NL dit uit maatschappelijke betrok-kenheid of is het bedrijfsmatig interes-sant? “Allebei een beetje”, legt Luijten uit. “Natuurlijk profiteert PostNL van flexibele krachten uit de nabije omge-

ving. Maar het bedrijf kiest er heel bewust voor om te investeren in de toekomst van mensen. Ze hebben ons gevraagd hierover mee te denken.”Een aantal voorwaarden om te kun-nen slagen is er wel. “In de eerste plaats moet iedereen erachter staan. Je moet er namelijk niet vanuit gaan dat deze mensen hier tot hun 65ste werken. Je moet al blij zijn als je de weg effent naar betere kansen op de arbeidsmarkt. Daarnaast moet je niet

in elkaars vaarwater zitten, maar een aanvulling op elkaars werkzaamheden zijn. Tot slot moeten de kaders staan, er moeten duidelijke afspraken zijn. Een uitgangspunt is bijvoorbeeld dat wij WWB’ers niet anders behandelen, maar wel met meer aandacht.”En op de werkvloer? “Geen onder-werp van gesprek”, zegt Luijten. “De mensen zijn hier collega’s, of ze nu net uit de WWB komen of gewoon via het uitzendbureau.”

Tekst: Nienke ledegang

Foto’s: De Beeldredaktie

Werkt. Cedris is de brancheorganisatie van 90 sociale werkvoorzieningsbedrijven. SW-bedrijven ondersteunen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om aan de slag te komen. Op een beschutte werkplek, maar bij voorkeur bij een gewone werkgever. SW-bedrijven hebben ervaring met de doelgroep, kennen de regionale arbeidsmarkt en hebben de expertise om een goede match te maken met werkgevers. Ze kunnen werkgevers alle administratieve rompslomp, risico’s en begeleiding uit handen nemen. Werkt. is een uitgave van Cedris. Uitspraken in dit magazine vertegenwoordigen niet per se de mening van Cedris. Hoofdredacteur: Marleen Damen Eindredactie: Sabine Jimkes (Cedris), Marije van den Berg Redactionele ondersteuning Monique van der Eijk Artikelen: Afke van der Toolen, Anje Romein, Birgit Kooijman, Marije van den Berg, Robin Ouwerkerk, Sigrid van Iersel, Nienke Ledegang, Rob Koorda Beeld: Tessa Postuma de Boer, De Beeldredaktie, Eljee Bergwerff, IBN, Hendriksen Valk en Corien Bögels (illstr.) Bladconcept: Marije van den Berg Basisvormgeving: Studio Paul Pollmann Vormgeving: Vormix Druk: HSGB Tiel Exemplaren bestellen of een gratis abonnement? Mail [email protected]. Rechten van artikelen vallen onder de Creative Commonslicentie. Overname onder vermelding van Cedris en de naam van de auteur is toegestaan. Op www.cedris.nl staan alle edities en losse artikelen in PDF. Graag horen wij via [email protected] wanneer u artikelen overneemt.

‘helemaal nieuw voor me’

Aart van der Gaag (1949) is directeur van de Algemene Bond Uitzendondernemin-gen (ABU). “Wat ik hier zie spreekt me buitengewoon aan. De manier waar-op Tempo Team Outsourcing en de Weener Groep elkaar bij PostNL aan-vullen en hoe ze met elkaar samen-werken is helemaal nieuw voor me. Terwijl ik toch best veel gezien heb op dit gebied. Ik ben notabene 35 jaar gele-den begonnen als manager bij de koe-pelorganisatie Sociale Werkvoorziening. Ook ben ik lang commissaris geweest van UW-bedrijven, de sociale werkvoor-ziening Utrecht, en was ik onder meer algemeen directeur van het Arbeidsbu-reau Utrecht, van Start en van Vedior. Al in ‘mijn tijd’ bij de sociale werkvoorziening had de zogeheten test- en trainingsafde-ling plannen om mensen te laten werken met nog een tijdje behoud van uitkering. Daar werden toen soms ook al uitzendbu-reaus bij geroepen, omdat die nu eenmaal het commerciële talent hebben. Een tijd-

lang is dat samenwerken helemaal weg geweest. Het is mooi dat ik het nu weer steeds vaker hoor. Er zijn zelfs SW-bedrij-ven aangesloten bij de ABU! Dit is een trend die zal doorzetten. Met een con-structie als deze kweek je duurzame inzet. En het mooie is: de menselijke maat staat centraal. Want mijn ervaring is dat elke samenwerking stoelt op menselijk con-tact.”

‘Elke samenwerking stoelt op menselijk contact’

Page 20: Werkt.

20 Werkt. februari 2013

Verhalen uit SW-bedrijf De Ladder zijn gebaseerd op echte ervaringen, maar omwille van de privacy niet met naam en toenaam opgeschreven.

a llemaal zagen ze er extra net-jes uit. Haren mooi in gel-model, nieuwe bloesjes die nog moesten wennen aan

het echte leven. Ik glimlachte bij mezelf en wees ze hun plek op de voorste rij. Zelfs de grootste lefgozertjes waren onder de indruk.‘Helemaal vooraan? Klopt dat wel, meneer?’Ja hoor, knikte ik, het klopte. Ze had-den het verdiend, want vandaag kre-gen ze hun diploma. Vandaag konden ze zeggen dat ze Arbeidsmarkt gekwa-lificeerd Assistent waren, en dat ze een concreet vak hadden geleerd: postbe-zorging.Het was bijna tijd om te beginnen. Ik telde de koppies op de voorste rij. Iedereen was er... behalve één. Bennie. Degene op wie ik misschien wel het allertrotst was. Een heel stil-le jongen, die maar het liefst onopge-merkt bleef. Als het niet hoefde, zei hij niets - en van hemzelf hoefde het nooit.Toch was er één ding waarin hij zich onderscheidde: zijn liefde voor cijfers

en getallen. Mensen, daar kon hij niets mee, maar postcodes en huisnummers waren vanaf dag één zijn grootste vrien-den. Groot was dan ook zijn schrik toen bleek dat hij zich in de AKA-module ‘Goed werknemerschap’ moest oefenen in sociale vaardigheden.‘Stel nou dat je bij iemand moet aanbel-len, Bennie...’Het was duidelijk dat hij nooit verder had gedacht dan zo’n fijne brievenbus met huisnummer, die nergens anders om vroeg dan een poststuk met precies datzelfde nummer.

‘Maar stel dat je per ongeluk een brief verkeerd hebt bezorgd, dan moet je die toch terugvragen...’Bennies gezicht sprak boekdelen. Een brief verkeerd bezorgen? Dat zou hém nooit overkomen!‘Goed, maar wat als de brievenbus te klein is voor het poststuk?’

Bennie zei een tijdlang niets. Maar uit-eindelijk kwam het, heel zacht: ‘Dan bel ik aan.’Een groot spreker zou Bennie wel nooit worden. Maar hij leerde de basics. En de praktijkopleiding rondde hij met gemak af; hij was klaar om de wereld in te gaan.Tot hij hoorde van de diploma-uit-reiking. En begreep dat hij naar voren geroepen zou worden, terwijl tientallen ogen toekeken. Zijn gezicht betrok. Hij schudde zijn hoofd.‘Maar je wilt toch je diploma, Bennie?’Hij dacht even na. En klaarde ineens op: ‘Stuur maar op, meneer!’Het werd tijd om te beginnen, maar Bennie was er nog steeds niet. Verdik-keme, zou hij het dan toch laten afwe-ten? Toen klonk naast mij zijn stem, zacht en onzeker. ‘Helemaal vooraan, meneer?’ Opgelucht draaide ik me om. ‘Ja, Bennie. Dat heb je verdiend!’.

Tekst: afke van der toolenIllustratie: Corien Bögels

‘Dan bel ik aan’

Het FeuiLLeTOn

Stuur maar op!