Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om...

56
Werk aan de winkel Inzichten vanuit de Benchmark in de Zorg 2012 en de Erasmus Innovatiemonitor Zorg

Transcript of Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om...

Page 1: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

2

Werk aan de winkel Inzichten vanuit de

Benchmark in de Zorg 2012 en de Erasmus Innovatiemonitor Zorg

Page 2: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

benchmarkin dezorgDeze brochure bevat de benchmarkuitkomsten 2012 op hoofdlijnen. Wie meer wil weten, kan een uitgebreide rapportage downloaden op www.actiz.nl.

Wilt u zich aanmelden voor deelname aan een van de volgende benchmarks? Ga dan naar www.benchmarkindezorg.nl.

Page 3: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

1

Vooraf

Op het moment waarop wij dit voorwoord schrijven, zijn de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 2012 achter de rug en volgen we met spanning de ontwikkelingen in de kabinetsformatie. Op 24 september jl. heeft ActiZ het Deltaplan Ouderenzorg gepresenteerd. Hierin stelt ActiZ voor om door maatwerk voor individuele cliënten en de afbraak van bureaucratie in de branche de kwaliteit hoog en de kosten beheersbaar te houden, om de zorg voor de groeiende groep ouderen ook in de toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden. Om dit Deltaplan te realiseren zullen we de komende tijd de handen uit de mouwen moeten steken om samen met andere partijen de zorg in een nieuwe context vorm te geven en de kwaliteit voor cliënten en medewerkers hoog te houden.

Daarom kunnen we de inzichten uit de Benchmark in de Zorg, die in zijn huidige vorm nu alweer voor het derde

jaar is gehouden, extra goed gebruiken. Inmiddels hebben alle leden van ActiZ de kans gekregen om aan de

benchmark deel te nemen en ruim 80% (is 90% van de totale omzet) heeft dat ook gedaan. Tegelijkertijd

beschikken we met de Benchmark over een scherp branchebeeld, dat helpt om ons helder te positioneren.

Net als in andere jaren laten we de positieve kanten zien, maar schromen we niet om ook verbeterpunten te

benoemen. Beter kan de bereidheid tot transparantie van de branche niet worden geïllustreerd.

Het thema voor dit jaar is ‘Werk aan de winkel’. Daarmee bedoelen we werk voor iedereen: bestuurders,

management, medewerkers, cliënten en hun sociale netwerk, maar ook stakeholders. ‘Werk aan de winkel’ is

met alle veranderingen voor de boeg wel een heel actueel thema. Vanwege dit thema besteden we dit jaar in

de benchmarkterugkoppeling extra veel aandacht aan de medewerkers. Er is goed nieuws te melden: de

veranderkracht neemt toe en een groot deel van de medewerkers wil graag verder opgeleid worden. Ook vindt

u in deze brochure de uitkomsten van de Innovatiemonitor Zorg, die de Erasmus Universiteit in opdracht van

ActiZ dit jaar voor het eerst in de branche heeft uitgezet.

Met het oog op de komende veranderingen presenteert ActiZ in de brochure ook toekomstgerichte analyses

van de financiële positie van de branche, met onderwerpen als liquiditeit en overheadkosten. Nieuw is de

integrale aandacht voor de grote steden: ook op dit punt willen en kunnen we transparant zijn.

Meer dan in vorige jaren vertellen we dit jaar het verhaal achter de cijfers. Dat doen we door gesprekken met

onze leden en door uitspraken van cliënten en medewerkers. ‘Kale’ cijfers zijn op deze manier beter te begrijpen

en te gebruiken. Dit principe past ActiZ ook toe in de nieuwe kwaliteitskoers 2.0. U gaat er de komende jaren,

ook via de Benchmark, meer van horen.

‘Werk aan de winkel’ krijgt zo op allerlei onderwerpen en niveaus inhoud. Werken aan kwalitatief

hoogwaardige zorg, nu en in de toekomst, doen we samen!

Guus van Montfort, voorzitter

Aad Koster, directeur

Page 4: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

De Benchmark in de Zorg bestaat in zijn huidige vorm nu drie jaar. Het eerste jaar stond het thema ‘Transitie naar toekomstbestendige zorg’ centraal. De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om te bereiken dat de cliënt weer de regie krijgt over zijn zorg. Het tweede jaar was het thema ‘Aandacht loont’, met onderwerpen als luisteren naar cliënten, loyaliteit van cliënten en kleinschaligheid. Dit derde jaar is het thema ‘Werk aan de winkel’. Daarom is in deze brochure een aantal pagina’s ingeruimd om meningen van en wetenswaardigheden over medewerkers te presenteren. Extra mooi is het dan om te kunnen melden dat er over de drie jaar gezien een stijgende lijn zit in de prestaties van de branche. Dat geldt ook voor de medewerkers: hun veranderkracht neemt toe en ze staan open voor scholing. Kortom: de branche heeft met zulke medewerkers goud in handen, en moet dat nu gaan verzilveren.

Zicht op ondernemen in zorg

2012

Page 5: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

3

Inhoud

Drie jaar Benchmark in de Zorg: prestaties vertonen stijgende lijn 4

De cliënt aan het woord: waardering en wensen 6

Beschikbaarheid van personeel: een vraagstuk met meerdere gezichten 8

Meer medewerkers in de zorg werkzaam 10

Wie zijn de medewerkers? 12

Het cliëntprofiel verandert 14

Veranderkracht medewerkers neemt toe 16

Management en werkvloer: een brug te bouwen 20

Boeien en binden via opleiding en scholing 22

Meer formatie door optimale inzet arbeidspotentieel 25

Sociale innovatie als weg naar succes 27

Bedrijfsvoering voor nu op orde 30

Kennis delen stimuleert verbetering 32

Zorgorganisatie in een grote stad: geen eenvoudige opgave 35

Kraamzorg investeert in zorg, medewerkers zijn ambassadeurs 37

Jeugdgezondheidszorg: inhaalslag van de medewerkers 42

Bijlage: brancheresultaten

De conceptbrochure is besproken met het QA (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit

vertegenwoordigers van ActiZ-leden. Hun opmerkingen zijn in de tekst verwerkt of als citaten toegevoegd.

Page 6: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

4

Drie jaar Benchmark in de Zorg: prestaties vertonen stijgende lijn

In november 2009 besloten de leden van ActiZ een meerjarig benchmarktraject in te gaan. De benchmark

2012 is alweer de derde ronde in dit traject. In mei van dit jaar hebben de leden het besluit genomen

opnieuw een traject van drie jaar in te gaan. Elk jaar neemt ongeveer een derde deel van de leden aan

de Benchmark deel.

Wat is nu het globale beeld na drie jaar benchmarken? Een vraag die alleen maar beantwoord kan worden als we door de oogharen kijken, want vanwege wijzigingen in de benchmarkonderdelen zijn niet alle cijfers over drie jaar exact vergelijkbaar. Maar het globale beeld is positief: de prestaties worden beter.

Dit jaar hebben 140 leden van ActiZ aan de Benchmark deelgenomen. De integrale analyses zijn gebaseerd

op de 97 leden die (ook) aan het onderdeel bedrijfsvoering hebben deelgenomen. Vorig jaar waren dat er

132 en het jaar daarvoor 99. In totaal heeft nu 80% van alle ActiZ-leden (90% van de omzet) gebruik

gemaakt van de mogelijkheden om deel te nemen.

Grootteklasse Omzet Aantal benchmarkdeelnemers 2012

I < € 10 mln 24

II > € 10 mln en < € 40 mln 28

III > € 40 mln en < € 100 mln 31

IV > 100 mln 14

Totaal 97

Type organisatie Aantal benchmarkdeelnemers 2012

Intramuraal 56

Gemengd 27

Extramuraal (inclusief 3 stand alone kraamzorgorganisaties) 14

Totaal 97

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Inmiddels zijn er twaalf organisaties die al twee maal hebben deelgenomen. Bijna alle organisaties

behaalden de tweede keer betere resultaten dan de eerste keer. Dat komt niet door het benchmark-

onderzoek op zichzelf. Immers, pas als de resultaten binnen zijn, begint voor de organisatie het echte werk:

verbetermaatregelen bedenken en implementeren. Maar het is wel een indicatie dat organisaties die serieus

bezig zijn met verbeteringen er ook werkelijk in slagen om hoger te scoren.

Page 7: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

5

We vroegen aan de medewerkers of zij er vertrouwen in hebben dat er iets gebeurt met de uitkomsten van de Benchmark. Op die vraag zegt 59%’ ja’. Dat percentage is voor verbetering vatbaar!

Maar ook (citaat uit de MedewerkerMonitor): ‘Ik vond het nuttig dat dit weer een keer gedaan wordt, dan weten jullie hoe de

mensen erover denken’.

Naar verhouding meer koplopers dan vorig jaar

Een benchmark is vooral bedoeld om de deelnemers handvatten te bieden voor interne verbetering, maar

een benchmark laat ook zien welke positie de deelnemers innemen. Er zijn dit jaar 12 koplopers. Dat zijn er

evenveel als vorig jaar, maar vorig jaar waren er meer deelnemers. Een organisatie wordt koploper als de

cliënten en medewerkers positief zijn en tegelijkertijd de bedrijfsvoering op orde is.

Dit jaar zijn er geen organisaties uit grootteklasse IV (> € 100 mln) en geen extramurale organisaties

koploper. Vorig jaar was dat wel het geval. De organisaties uit grootteklasse III zijn in opmars en ook de

gemengde organisaties scoren duidelijk beter dan vorig jaar.

Benchmarkpositie naar grootteklasse

Grootteklasse (bedragen x € 1 miljoen)

Positionering 2012I

< € 10II

€ 10 - € 40III

€ 40 - € 100IV

> € 100 Totaal

Koplopers 5 3 4 - 12

Achter de koplopers 4 7 4 - 15

Middengroep 7 11 12 6 36

Voor de staatgroep 2 5 4 2 13

Staartgroep - 1 1 - 2

Totaal 18 27 25 8 78

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2011 en 2012

Benchmarkpositie naar type organisatie

Type organisatie

Positionering 2012

Extramuraal: zorg thuis, kraamzorg,

JGZ en Wmo Gemengd Intramuraal Totaal

Koplopers - 5 7 12

Achter de koplopers 1 6 8 15

Middengroep 7 10 19 36

Voor de staatgroep 4 3 6 13

Staartgroep - - 2 2

Totaal 12 24 42 78

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2011 en 2012

20113

20112

20111

20119

20116

20111

20112

Page 8: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

1) Hier is de cliënt daadwerkelijk gevraagd om een rapportcijfer te geven.

6

De cliënt aan het woord: waardering en wensen

Kwaliteit van zorg staat voorop, daarom komt in de benchmarkrapportage eerst de cliënt aan het woord.

Dit keer allereerst aandacht voor de totaaluitkomst van de CQ (de landelijke meting van de cliëntervaringen).

2011

2012

N=150.941

8,4

8,2

8,0

7,8

7,6

7,4

TOTAALSCORE

ZORGTYPEVerpleging enverzorging

Psychogeriatrie Zorg thuis

8.3

8,2

7,6

7,8

8,28,2

7,8

7,0

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2011 en 2012

In 2012 zijn de intramurale cliënten verpleging en verzorging voor het eerst het meest positief van de

drie cliëntgroepen. De score is gestegen van 8,2 naar 8,3. De scores van de vertegenwoordigers van

psychogeriatrische cliënten en cliënten in de zorg thuis zijn gelijk gebleven: respectievelijk 7,8 en 8,2.

Let op: de scores zijn niet bedoeld als rapportcijfer, maar ten behoeve van de Benchmark zijn de vier- of

vijfpuntsschalen met de antwoorden van de cliënten omgerekend naar scores op een schaal van 1 tot 10.

Vorig jaar introduceerde ActiZ in de Benchmark het gebruik van de Net Promotor Score. Inmiddels is de

NPS breed erkend als methode om eenvoudig vast te stellen hoeveel klanten er echt ambassadeur van

de organisatie zijn. De NPS is vanaf de zomer van 2012 in de CQ opgenomen. In de Benchmark 2012 was

dat nog niet het geval. De NPS is te benaderen als het percentage cliënten dat de zorg een 9 of een 10

als rapportcijfer geeft 1). Dan ontstaat het volgende beeld.

Percentage cliënten dat een 9 of een 10 als rapportcijfer voor de zorg geeft

Cliëntgroep 2011 2012

Intramurale cliënten verpleging en verzorging 28,5% 28,3%

Vertegenwoordigers psychogeriatrische cliënten 23,9% 24,8%

Cliënten zorg thuis 42,1% 44,0%

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2011 en 2012

Het percentage cliënten dat een 9 of een 10 geeft, is in twee van de drie cliëntgroepen gestegen.

Opnieuw een groot compliment voor de medewerkers!

Page 9: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

7

Verschil in perceptie tussen cliënten en medewerkers

Hét inhoudelijke vraagstuk waar zorgorganisaties voor staan is: luisteren we voldoende naar de cliënt.

Zowel in de CQ als in de MedewerkerMonitor van de Benchmark worden vragen over dit thema gesteld.

Als de antwoorden met elkaar worden vergeleken, blijkt dat er een verschil bestaat tussen de mate waarin

de cliënten vinden dat er naar hen wordt geluisterd en de mate waarin medewerkers vinden dat ze dat doen.

Cliënt: kunt u meebeslissen overwat voor zorg of hulp u krijgt?

Medewerker: ik overleg metcliënten over wat er moet gebeuren.

Cliënt: staat de zorginstellingopen voor uw wensen?

Medewerker: ik luister goed naar dewensen en ideeën van cliënten.

Cliënten

Alle medewerkers

Uitvoerenden

30 40 50 60 70 80 90 PERCENTAGE ‘ALTIJD’

56,0

65,1

70,2

47,8

77,8

80,0

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012, n=150.941 clIënten en 53.985 meDewerkers

Het verschil in perceptie is vorig jaar voor het eerst benoemd en is dit jaar nagenoeg onveranderd gebleven.

Uitvoerende medewerkers in de zorg zijn nog iets positiever dan gemiddeld, zodat het verschil met de

cliënten nog iets groter is.

Waardoor ontstaat dit verschil en vooral: wat is eraan te doen? Deze vraag stelden we aan een aantal

organisaties of organisatieonderdelen waar het verschil klein is. Want die zijn er zeker ook.

Het geheim is simpel en doeltreffend: een directe dialoog tussen cliënten en medewerkers. Met elkaar

bespreken wat de wensen maar ook wat de mogelijkheden zijn. Dat brengt de verwachtingen bij elkaar.

Zolang het gesprek wordt aangegaan, hebben cliënten er ook begrip voor als de organisatie een keer niet

aan de verwachtingen kan voldoen.

‘Onze medewerkers in de thuiszorg hebben een grote eigen verantwoordelijkheid. Ze moeten het

bijvoorbeeld zelf meedelen en uitleggen als de planning verandert. Hoewel de medewerkers dit

misschien zien als iets negatiefs, omdat zij zich niet aan de planning kunnen houden en een

slechtnieuwsbericht moeten brengen, geeft het de cliënt een fijn gevoel, omdat hij uitleg krijgt.’

Stichting Schakelring, thuiszorg Elzenhoven

Page 10: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

8

ervaren beschikbaarheid van personeel: een vraagstuk met meerdere gezichten

Een van de onderwerpen die in de CQ aan de orde worden gesteld, is de vraag of er naar de ervaring van de

cliënten voldoende personeel beschikbaar is.

Ervaren beschikbaarheid van personeel

Cliëntgroep 2011 2012

Intramurale cliënten verpleging en verzorging 6,6 6,7

Vertegenwoordigers psychogeriatrische cliënten 6,5 6,5

Cliënten zorg thuis 7,8 7,7

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2011 en 2012

Vooral intramurale cliënten zijn niet zo positief over de ervaren beschikbaarheid. Ze vinden het echter een

belangrijk onderwerp en dus is er reden genoeg om dieper op dit vraagstuk in te gaan.

Bezien we de resultaten per zorgorganisatie, dan valt vooral de spreiding op. De scores van cliënten

verpleging en verzorging bijvoorbeeld variëren van 5,5 tot 8,5.

Koploper

Overig

9,0

8,5

8,0

7,5

7,0

6,5

6,0

5,5

5,0

4,5

4,0

SCORE

ZORGORGANISATIES

Sectorgemiddelde: 6,7

N=78

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Er zijn dus organisaties waar cliënten een hoge beschikbaarheid van personeel ervaren. De eerste gedachte

die bovenkomt, is dat deze organisaties misschien ook meer personeel hebben. Maar dat is in elk geval niet

het hele verhaal. Er is geen statistisch verband te vinden tussen de formatie uitvoerende medewerkers

(gecorrigeerd voor de zorgzwaarte) en de beschikbaarheid van personeel zoals die door cliënten wordt

ervaren.

Page 11: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

2) De cijfers zijn van de intramurale cliënten verpleging en verzorging, maar voor de andere cliëntgroepen is het beeld identiek

(N=150.941). 9

Zorg is geen volumebusiness

De figuur hieronder illustreert het: er is geen verband te zien tussen formatie en ervaren beschikbaarheid 2).

120

115

110

105

100

95

90

85

80

PERCENTAGE

ERVAREN BESCHIKBAARHEID PERSONEEL VV

5 96 7 8

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Ook voorgaande jaren was er geen verband tussen formatie en ervaren beschikbaarheid van personeel te

vinden. Het is dus nu hoog tijd om aan de slag te gaan met de andere factoren die maken dat een cliënt

meer of minder beschikbaarheid ervaart. Wat zijn dan die factoren? We vroegen het een aantal

zorgorganisaties die op dit onderdeel hoog scoren.

‘Wij bieden kleinschalig wonen binnen grootschaligheid. Dat brengt grote voordelen

op het gebied van beschikbaarheid van personeel met zich mee. In de woningen is

altijd een medewerker aanwezig. De medewerkers gaan op deze manier mee in het

ritme van de bewoners: dat biedt rust. Het is heel belangrijk dat medewerkers rust

uitstralen: wie gehaast is, is duidelijk niet beschikbaar. Je kunt je personeel zich hier

bewust van maken door middel van trainingen. En een vast team van medewerkers maakt

verzorgenden heel herkenbaar voor cliënten en familie.’ Stichting Azora locatie Den Esch

‘De cliënt ervaart een hoge beschikbaarheid van personeel als voldaan wordt aan de wens

van de cliënt hoe zijn of haar leven in te richten. Dit doen wij door afspraken na te komen,

flexibiliteit van medewerkers en organisatie te vragen en alle beschikbare middelen aan te

wenden voor handen aan het bed: lage overhead, laag ziekteverzuim en geen uitzendkrachten.’

De Lange Wei

‘Zorggroep Elde is een financieel gezond bedrijf met weinig overhead. Vanwege de rust die Elde

hierdoor uitstraalt is Elde bijzonder aantrekkelijk voor werknemers. Wij hebben dan ook een laag

verloop en weinig vacatures. Daarbij laten wij onze medewerkers zelf roosteren waardoor zij hun

werk-privébalans kunnen bewaken. De hoge score op de ervaren beschikbaarheid van personeel

verbaast ons niet: werknemers hebben rust en zijn beschikbaar voor de cliënt.’ Zorggroep Elde

De citaten illustreren het: zichtbaarheid en rust, nakomen van afspraken en luisteren naar de cliënt zijn

factoren die ervoor kunnen zorgen dat de cliënt ervaart dat er voldoende personeel is.

Page 12: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

3) Dit cijfer heeft betrekking op de gehele branche en niet alleen op de benchmarkdeelnemers. De bron is DigiMV.

10

meer medewerkers in de zorg werkzaam

De beschikbaarheid van medewerkers zoals cliënten die ervaren is, zoals uit de vorige pagina’s bleek, van

meer zaken afhankelijk dan van de personeelsformatie alleen. Maar formatie speelt wel een rol. Hoe staat

het eigenlijk met de formatie in de branche?

Uitstroom medewerkers neemt af

De uitstroom van medewerkers is gedaald en bovendien kleiner dan de instroom. De branche slaagt er

gemiddeld gezien dus in om vacatures op te vullen. Wel valt op dat de uitstroom in de grootste organisaties

aanzienlijk hoger is dan in de andere organisaties. Gelukkig is ook hier de instroom (20,1%) groter dan de

uitstroom (19,0%), maar grote organisaties hebben duidelijk een extra opgave als het gaat

om het binden van personeel.

In- en uitstroom medewerkers 2010 2011

Percentage instroom 18,5% 16,6%

Percentage uitstroom 16,4% 15,4%

Bron: DIgImV 2010 en 2011

Per saldo is de formatie gegroeid met 2.200 fte 3). Vermeldenswaard is dat 87% (1.900) van de groei is

gerealiseerd bij de uitvoerende medewerkers.

Overhead blijft dalen

Aandeel overhead

(% van de kosten)

% Leidinggevenden

15%

14%

13%

12%

12,2%

11,5%

11,0%

10,5%

10,0%

2009 2010 2011 2010 2011 2012

7,7

7,9

11,311,2

11,6

7,4

7,7

13,413,3

14,1

7,0

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2010-2012

Page 13: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

4) Bron: DigiMV 2011. In DigiMV is niet gevraagd naar het aantal uren dat vrijwilligers worden ingezet.

11

Dat het aantal handen aan het bed stijgt, heeft nog een andere oorzaak: de doorzettende daling van

de overhead. Het kostenaandeel is gedaald van 14,1% in 2009 tot 13,3% in 2011. Ook uit de

MedewerkerMonitor blijkt de daling: van alle medewerkers was in 2010 11,6% leidinggevende en in 2012

11,2%. In de zorg thuis is de dalende trend nog sterker. De opkomst van zelfsturende teams lijkt nu ook in

de cijfers zichtbaar te worden.

Intensiveringsmiddelen bestemd voor handen aan het bed en opleidingen

De cijfers over de personeelsformatie in de branche hebben betrekking op 2011. Dit betekent dat de

zorgorganisaties nog niet konden beschikken over de intensiveringsmiddelen voor 2012, beter bekend

als de middelen voor de 12.000 extra medewerkers in de intramurale langdurige zorg (in de VVT 8.500).

In de Benchmark is onderzocht hoe organisaties de toegekende intensiveringsmiddelen willen inzetten.

70,5% blijkt bedoeld te zijn voor extra handen aan het bed, 26,3% voor opleidingen en een klein

percentage (3,3%) voor overige projecten. Verderop in deze brochure komt nog aan de orde dat de

opleidingsbehoefte onder medewerkers groot is. Dus ook de middelen die voor opleidingen worden

ingezet, zijn bijzonder welkom.

Toegekende intensiveringsmiddelen per categorie

Handen aan het bed

Opleiding

Overig

VERDELING IN %

70,5

3,3

26,3

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Grotere organisaties bestemmen een groter aandeel van de intensiveringsmiddelen voor fte’s, kleinere

organisaties voor opleidingen. Dat is logisch: kleine organisaties hebben meer dan andere organisaties te

maken met een verschuiving in het cliëntprofiel door het verdwijnen van cliënten met een lagere ZZP uit

de intramurale zorg.

Effect vrijwilligers niet eenduidig vast te stellen

In de (intramurale) zorg zijn veel vrijwilligers werkzaam: gemiddeld 1,5 vrijwilliger op 1 fte intramuraal

personeel 4). In de Benchmark is onderzocht of het aantal vrijwilligers van invloed is op de door cliënten

ervaren beschikbaarheid van personeel of de door medewerkers ervaren werkdruk. Het blijkt dat een

eenduidige relatie niet te leggen is, net zomin als er een relatie is tussen de personeelsformatie en de

ervaren beschikbaarheid van personeel. Ook bij de inzet van vrijwilligers geldt dus: het gaat niet alleen om

de kwantiteit. Wel is een feit dat koplopers in de Benchmark relatief meer met vrijwilligers samenwerken

dan de overige benchmarkdeelnemers.

Page 14: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

De jonge medewerker

De middengroep

De oudere medewerker

12

wie zijn de medewerkers?

25 jaar of jonger

Omvat in 2012 8,0% van het aantal medewerkers

Het percentage loopt iets terug: in 2010 8,7%, in 2011 8,1%

Iets meer jongeren in kleine organisaties: in organisaties < 10 mln 11%

Positiever dan hun oudere collega’s over de mogelijkheden om te veranderen

Iets positiever over hun werk

Positiever over de mate waarin zij naar de cliënt luisteren -->

groter perceptieverschil met de cliënt

Het minst tevreden over het aantal uren dat men werkt: maar liefst 26% zou

meer uren willen werken

26-45 jaar

Omvat in 2012 36,4% van het aantal medewerkers: 13% 26-35 jaar, 23,4% 36–45 jaar

Percentage loopt terug: in 2010 40,6%, in 2011 38,8%

Voelt zich iets minder fit en energiek dan de andere leeftijdsgroepen

De groep van 26-35 jaar is het minst positief van alle medewerkers over de

mogelijkheden om te veranderen

46 jaar of ouder

Omvat 55,6% van het aantal medewerkers: 37,5% 46-55 jaar, 18% 56 jaar of ouder

Percentage loopt op: in 2010 50,6%, in 2011 53,2%

Iets meer oudere medewerkers in grote organisaties

Veranderkracht blijft zo goed als ongewijzigd

Iets minder hoge werkbeleving dan hun jongere collega’s

Het meest tevreden over het aantal uren dat men werkt

Medewerkers > 56 jaar hebben minder behoefte aan opleiding of scholing, maar de

(veel grotere groep) tussen 46 en 55 jaar heeft dat evenveel als jongeren

Page 15: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

13

Hardnekkig misverstand: oudere medewerkers veranderen niet zo gemakkelijk

De benchmarkcijfers laten het duidelijk zien: ouderen hebben niet meer of minder moeite met veranderen

dan jongeren. Als het gaat om de bereidheid tot veranderen, scoren ouderen met een 6,4 even hoog als de

jonge werknemers en maar 0,1 lager dan de middengroep. Als het gaat om de ervaren mogelijkheden tot

veranderen scoren ouderen met een 6,7 gelijk aan de middengroep en steken alleen de jongeren met een

6,9 daar enigszins bovenuit.

In 2012 meer leidinggevende vrouwen in de zorg

In de zorg is 78,4% van de leidinggevenden vrouw; van de niet-leidinggevenden 93,6%. Het aandeel

vrouwen in het management stijgt niet snel, maar wel gestaag: in 2010 74,4%, in 2011 75,8%.

Deskundigheidsmix medewerkers

Verpleegkundige HBO

Verzorgende

Zorghulp/cliëntgebonden HH

Welzijn/activiteitenbegeleiding

Verpleegkundige MBO

Leerling (BBL)

Helpende

Overig

VERDELING IN %

INTRAMURAAL EXTRAMURAAL AWBZ

2 7

48

2

2

6

39

41

655

4

10

2725

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Verzorgenden vormen de grootste groep, gevolgd door de zorghulpen en cliëntgebonden huishoudelijk

medewerkers.

Facilitair medewerkers minder positief over loopbaan, maar positiever over werkdruk

Facilitair medewerkers vormen na de zorgmedewerkers de grootste groep. Zij zijn over het algemeen niet

veel positiever of negatiever over hun werk dan hun zorgcollega’s, maar op een aantal punten is een

duidelijk verschil te zien: ze ervaren bijvoorbeeld minder loopbaanperspectief maar ook minder werkdruk.

Indicator Facilitair medewerkers Alle medewerkers

Voldoende mogelijkheden voor ontwikkeling en loopbaan 6,3 6,6

Aanvaardbaarheid van de werkdruk 7,0 6,7

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Beleid voor oudere medewerkers gevraagd: enkele citaten uit de MedewerkerMonitor

‘De organisatie zou meer perspectieven kunnen bieden aan personeel in de zorg ouder dan 55 jaar.

Het werk is lichamelijk zwaar.’

‘Ik ervaar dat de werkdruk voor oudere medewerkers soms te hoog is. Vooral door te veel ongunstige

diensten. Graag zou ik als oudere werknemer wat meer aanpassing van diensten willen. Het is

anders niet vol te houden.’

‘Ik mis beleid voor oudere medewerkers.’

Page 16: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

14

het cliëntprofiel verandert

Het cliëntprofiel verandert, de zorgzwaarte neemt toe. Dit is geen nieuwe bevinding, maar wel valt op

hoe groot de verschuiving in het cliëntprofiel is en hoe snel de verandering zich voltrekt.

In 2010 was het percentage cliënten met een ZZP 1 of 2 al met 22,1% gedaald, en in 2011 kwam daar nog

eens een daling met 22,8% bij. Het gevolg is dat de zorgzwaarte intramuraal verder is gestegen: van 4,47 in

2009 naar 4,63 in 2010 en 4,75 in 2011 5). Ook de zorgzwaarte extramuraal stijgt, en dan met name door de

steeds korter wordende ligduur in ziekenhuizen.

Toch zijn de cliënten met een ZZP 1 of 2 nog niet uit de intramurale zorg verdwenen. In de figuur hieronder

is het aandeel ultimo 2011 weergegeven. De kleinere zorgorganisaties (< € 40 mln) zijn donker gekleurd:

het aandeel cliënten met een ZZP 1 of 2 is daar gemiddeld 20,0%. In de grotere organisaties is het aandeel

14,7%. Het zijn dus vooral kleinere organisaties die nog een flinke transitie voor de boeg hebben.

Aandeel cliënten met ZZP 1-2 in 2011 bij kleinere organisaties nog het hoogst

Grootteklasse I en II

Grootteklasse III en IV

N=86

70

60

50

40

30

20

10

0

PERCENTAGE

CONCERNS

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Voor medewerkers betekent deze verschuiving dat de aard en de moeilijkheidsgraad van hun werk ook

verschuiven. Dat kan medewerkers mogelijkheden bieden voor ontwikkeling en loopbaanperspectief.

Voor de bedrijfsvoering betekent de verschuiving in het cliëntprofiel een niet te onderschatten opgave.

Zorgorganisaties die besluiten te extramuraliseren, zullen een oplossing moeten vinden voor hun vastgoed

en tegelijkertijd hun medewerkers moeten toerusten op extramuraal (wijkgericht) werken. Daarbij zullen

zorgorganisaties ook moeten besluiten of zij wel of niet actief gaan opereren in de coördinatie van zorg en

het aanbieden van activiteiten en servicediensten. Zorgorganisaties die zich willen richten op intramurale

cliënten met een hogere zorgzwaarte, ervaren dat dit niet altijd mogelijk is omdat de zorgverzekeraars

daar soms niet in meegaan. Als dat wel het geval is dan zijn investeringen in meer en hoger geschoolde

medewerkers en in het gebouw nodig, en moet worden geconcurreerd met wooneenheden buiten het

gebouw.

5) Berekend door aan een zorgzwaartepakket 1 de waarde 1 toe te kennen, aan een zorgzwaartepakket 2 de waarde

2 enzovoorts.

Page 17: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

15

Aandeel cliënten met ZZP 1 t/m 3 in 2011 bedraagt 27%

Aandeel ZZP 1 en 2

Aandeel ZZP 3

N=86

100

90

80

70

60

50

40

30

20

10

0

PERCENTAGE

CONCERNS

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

De discussie over de verschuiving in de intramurale cliëntprofielen stopt niet bij de ZZP’s 1 en 2. Er is sprake

van dat ook cliënten met een ZZP 3 met ingang van 1 januari 2013 niet meer voor verblijf geïndiceerd zullen

worden. Dat zou betekenen dat de intramurale branche gemiddeld 27% van zijn cliënten verliest. Maar dat is

een gemiddelde. Er zijn organisaties die in dat geval zelfs de helft van de cliënten of meer zullen verliezen.

ActiZ heeft in dit gegeven aanleiding gezien om een nader onderzoek te doen naar de consequenties

hiervan. De resultaten worden dit najaar verwacht.

‘Een verschuiving in zorgzwaarte binnen verzorgingshuizen betekent ook een verschuiving naar psychogeriatrie. Medewerkers moeten er dus goed over nadenken of ze dat kunnen en willen.’ QA-team

Vakkundigheid medewerkers gewaardeerd door cliënten

De toenemende zorgzwaarte vraagt van de medewerkers meer deskundigheid op het gebied van ziekte en

aandoeningen. Dan is het goed te weten dat er vanuit de cliënten een basis van vertrouwen ligt. Cliënten

waarderen de professionaliteit van medewerkers.

Ervaren professionaliteit van medewerkers

Intramurale cliënten verpleging en

verzorging

Vertegenwoordigers psychogeriatrische

cliëntenCliënten zorg thuis

8,6 7,9 8,6

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

De relatief hoge score geldt voor nagenoeg alle zorgorganisaties en alle organisatie-eenheden: er zijn bijna

geen lage scores. Er ligt dus een goed fundament om op dit onderdeel voort te bouwen aan een goede zorg

in dialoog met de cliënt.

Page 18: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

16

Veranderkracht medewerkers neemt toe

Zwaardere zorg, extramuralisering en cliënten die steeds vaker kiezen voor organisaties die rekening houden

met hun wensen. Dat vraagt van medewerkers andere competenties, een andere organisatie van het werk,

maar ook een andere cultuur. Gelukkig zijn steeds meer medewerkers er klaar voor.

Veranderkracht neemt toe

10

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0

Bereidheid om te veranderen

Sectorgemiddelde 2012: 6,8

Sect

orge

mid

deld

e 20

12: 6

,4

Medewerkers N=127.829

MOGELIJKHEDEN OMTE VERANDEREN

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

2010: 33,7%2011: 33,5%2012: 36,5%

2010: 33,2%2011: 34,2%2012: 30,8%

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2010-2012

De veranderkracht van medewerkers omvat twee dimensies: de bereidheid om te veranderen en het zien

van mogelijkheden om te veranderen. Ten opzichte van 2010 is in 2012 op beide dimensies de

veranderkracht toegenomen. Het aandeel medewerkers dat bereid is te veranderen en daar bovendien de

mogelijkheden toe ziet, is toegenomen van 33,7% in 2010 naar 36,5% in 2012. Dat lijkt misschien geen grote

stijging, maar het gaat toch om ruim 1.600 medewerkers die ieder ook weer anderen kunnen inspireren.

Een goed signaal is verder dat medewerkers dit jaar duidelijk positiever zijn over het borgen van

veranderingen in de organisatie. De score is met 5,9 nog steeds niet hoog, maar het is wel de indicator uit

de MedewerkerMonitor die het sterkst stijgt: van 5,6 naar 5,9. Het borgen van veranderingen is een

belangrijk element in de veranderpotentie: als medewerkers het gevoel hebben dat veranderingen niet echt

worden verankerd, tast dit hun motivatie om bij de volgende verandering weer mee te werken ernstig aan.

Oordeel medewerkers over hun werk blijft stabiel

Het oordeel van de medewerkers over hun werk is in de drie benchmarkjaren stabiel gebleven en biedt

daarmee een goede basis voor de toekomst (7,3). ActiZ is er trots op dat steeds meer medewerkers gebruik

maken van de MedewerkerMonitor om hun stem te laten horen. In totaal hebben nu 127.829 medewerkers

deelgenomen. De respons stijgt en bedroeg in de laatste ronde 42,1%, maar is in kleine organisaties bijna

twee maal zo hoog als in grote (64,3% versus 35,1%)

Page 19: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

17

Medewerkers van kleine organisaties zijn positiever dan medewerkers in grote organisaties (7,6 versus 7,2).

Een opvallend groot verschil is te zien in het oordeel over een gedragen visie en ambitie: 7,4 versus 6,5.

Het lijkt erop of medewerkers van grote organisaties hiermee een duidelijk signaal willen afgeven naar het

topmanagement om hen toch vooral meer mee te nemen in de kernwaarden en toekomstplannen van de

organisatie.

Veranderkracht hoger opgeleiden blijft achter

De veranderkracht neemt toe, maar geldt dit nu ook voor alle medewerkers? Dat is niet helemaal het geval.

Eerder in deze brochure (‘Wie zijn de medewerkers’) kwam naar voren dat leeftijd geen grote rol speelt:

ouderen doen in veranderkracht nauwelijks onder voor jongeren. Wat wel een rol blijkt te spelen is het

opleidingsniveau en het aantal jaren dat de medewerker werkzaam is in de branche.

Hoger opgeleiden blijven achter in veranderkracht. Dat komt vooral omdat zij minder mogelijkheden zien

om te veranderen.

Medici Paramedici

Verpleeg- kundige

hbo

Verpleeg- kundige

mboVer-

zorgende Zorghulp

Mogelijkheden zien om te veranderen 6,3 6,4 6,5 6,6 6,6 7,2

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Waardoor het komt dat hoger opgeleiden minder mogelijkheden zien om te veranderen, verdient nadere

verkenning. Het valt op dat hoger opgeleiden zich wel zelfstandiger en ondernemender voelen. Ook zien

hoger opgeleiden meer dan hun collega’s de noodzaak in om te veranderen.

De duur van het arbeidscontract speelt bij veranderkracht een duidelijke rol. Medewerkers die korter in

dienst zijn, zien meer mogelijkheden om te veranderen. Misschien geen verrassende uitkomst, maar wel

een aandachtspunt.

Aantal jaren werkzaam in de branche

< 1 jaar 1-3 jaar 3–10 jaar10 jaar of

langer

Mogelijkheden zien om te veranderen 7,3 7,1 6,8 6,7

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

‘De hoofdenstructuur werkt niet voor de vakgroep artsen.’

‘Wat werkt voor paramedici is een structuur met een leidinggevende die ook op

de werkvloer aanwezig is.’

‘Ik heb een baan op hbo-niveau, maar niemand maakt gebruik van mijn kennis.’

Citaten uit de MedewerkerMonitor

Page 20: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

18

Werkdruk niet alleen van formatie afhankelijk

Veranderkracht heeft te maken met werkdruk. Wie een hoge werkdruk ervaart, houdt minder energie over

om aan veranderingen te werken. De aanvaardbaarheid van de werkdruk blijft over de jaren heen ongeveer

stabiel: 6,7 in 2010, 6,6 in 2011 en opnieuw 6,7 in 2012. Maar wie de opmerkingen van medewerkers in de

MedewerkerMonitor doorneemt, ziet dat de werkdruk wel vaak als een probleem naar voren komt.

Werkdruk hangt statistisch gezien niet samen met de formatie (rekening houdend met de zorgzwaarte), zo

blijkt uit de benchmarkanalyses. Meer medewerkers is dus niet altijd de oplossing. Wat in elk geval ook blijkt

te werken, is het bespreekbaar maken van de werkdruk met collega’s en met de leidinggevenden.

Medewerkers die aangaven dat zij dit konden doen (73,9%), oordeelden positiever over de werkdruk dan

hun collega’s. Maar feit blijft wel dat ruim een kwart van de medewerkers vindt dat zij onvoldoende met hun

leidinggevende kunnen werken aan vermindering van de werkdruk.

Page 21: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

19

Page 22: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

20

management en werkvloer: een brug te bouwen

Dat top- en middenmanagers positiever denken over hun werk dan medewerkers op de werkvloer, is geen

nieuws. Maar het is minder onschuldig dan het lijkt. Om gemotiveerd te raken voor veranderingen, is het

essentieel dat medewerkers de visie en ambitie van de organisatie delen en dat zij begrijpen waar die

veranderingen toe dienen. Uit de Benchmark komt naar voren dat er op deze onderwerpen sprake is van een

fors verschil tussen medewerkers en managers, en dan vooral topmanagers. Het middenmanagement

neemt een tussenpositie in.

Gedragen visie en ambitie

Communicatie over veranderingen

Communicatie gerichtop samenwerking

Willen veranderen

Kunnen veranderen

Topmanagement

Middenkader

Uitvoerend

N=53.985

3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0

6,6

6,3

6,5

8,57,7

6,7

7,96,7

7,9

6,7

6,5

7,8

7,3

7,3

7,8

7,3

7,1

6,6

WAARDERINGBron: BenchmArk In De Zorg 2012

Het overbruggen van dit verschil is voor het management een opgave die de nodige energie zal kosten,

maar ook veel op kan leveren.

‘Als topmanagement je teams leren kennen, dat is wat we moeten doen. We vragen aan cliënten wat ze

nodig hebben, maar we vragen nooit aan onze teams wat ze nodig hebben.’ Icare

‘Een nieuwe strategie ontwikkelen wij samen met onze medewerkers. Dat kost tijd, maar het resultaat

is ernaar. De medewerkers blijken zich dezelfde dingen af te vragen als wij. Bijvoorbeeld: we zijn goed

in intramurale psychogeriatrische zorg, maar zijn we ook goed in het begeleiden van

psychogeriatrische cliënten thuis? Dan blijkt dat de medewerkers hele concrete ideeën hebben over

hoe we dat aan moeten pakken.’ QA-team

‘Wil je als manager communiceren over komende veranderingen, probeer je verhaal dan eens

uit bij een team op de werkvloer. Als ze na vijf minuten wegzakken, weet je genoeg. Dan moet

je een andere manier kiezen.’ Icare

Page 23: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

21

Ook managers willen en kunnen niet altijd veranderen

De meeste topmanagers, 80%, zijn bereid om te veranderen en zien daar ook mogelijkheden toe. Dat zal geen

verwondering wekken. topmanagers zijn immers degenen die de voorwaarden om te kunnen veranderen zelf

kunnen creëren. toch zijn er topmanagers die niet aan dit beeld voldoen. Zij zien bijvoorbeeld de noodzaak

van veranderen niet in, misschien omdat er net een verandertraject is afgesloten of omdat de organisatie op

alle fronten goed presteert. of zij voelen zich door externe stakeholders in hun veranderkracht beperkt.

Van het middenmanagement geeft 59% aan dat zij mogelijkheden zien om te veranderen én bereid zijn te

veranderen. een forse minderheid van 41% dus niet. Daar ligt nog een grote opgave voor het topmanagement.

Mogelijkheden tot veranderingen zien

Topmanagement Middenkader

Ja 80% 3% 59% 5%

Nee 13% 5% 22% 14%

Ja Nee Ja Nee

Willen veranderen Willen veranderen

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Actief leiderschap bepalend voor borgen veranderingen

‘Goed leiderschap is – van een aantal onderzochte factoren – de factor met de meeste invloed op het

borgen van veranderingen. Actief coachen en inspireren, interesse tonen in het werk op de werkvloer en

knopen doorhakken wanneer dat nodig is, zijn de belangrijkste ingrediënten.’

Marjon Peeters, lid Benchmarkteam (schreef haar afstudeerscriptie op basis van een nadere analyse van

de benchmarkdata).

‘Ons hoofd Welzijn en Zorg is zeer actief op de werkvloer aanwezig. Onze organisatie is plat,

de lijnen zijn kort en mensen worden als mensen gezien. Voor ons zijn dat succesfactoren.’

De Wijngaerd

Page 24: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

22

Boeien en binden via opleiding en scholing

Medewerkers in de zorg ervaren een grote verbondenheid aan de organisatie. Er zijn dan ook relatief

weinig medewerkers die van plan zijn om een andere baan te zoeken. In het licht van de vergrijzing en

de veranderende zorg is er echter werk aan de winkel om ervoor te zorgen dat dit zo blijft.

De vier belangrijkste redenen om bij de organisatie te blijven werken:

Invloed op binding aan de organisatie Score

1 Goede ontwikkelingen en loopbaan

2 Veel sfeer en plezier

3 Lage werkdruk

4 Gedragen visie en ambitie

Effect

Medewerker voelt zich meer verbonden aan de organisatie

++

Hoge impact

++++++

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Over de sfeer op het werk en het plezier in het werk zijn medewerkers positief (score 7,9). Analyse leert dat

87% van alle medewerkers met plezier naar het werk gaat. Over de andere drie factoren zijn de

medewerkers minder positief. Van die factoren zijn de werkdruk en de visie en ambitie eerder al aan de orde

gekomen. Daarom nu de focus op ontwikkeling en loopbaan.

Voor medewerkers is loopbaanperspectief essentieel om aan de organisatie gebonden te blijven. Met

loopbaanperspectief bedoelen ze lang niet allemaal dat ze hoger in de hiërarchie willen komen; het gaat

hen veel meer om perspectief op werk met meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid of werk waarin ze

nieuwe competenties in de praktijk kunnen brengen.

‘Medewerkers behouden voor je organisatie, zodat cliënten en medewerkers een band kunnen opbouwen. Dan werk je pas echt aan de kwaliteit van zorg.’ QA-team

60% van de medewerkers geeft aan een opleiding te willen volgen

Speciaal vanwege het thema van dit jaar is aan medewerkers gevraagd of zij behoefte hebben aan een

opleiding of scholing om verder te komen in hun vakgebied. Een meerderheid van de medewerkers, 60%,

zegt daar ‘ja’ op. De Benchmark laat zien dat medewerkers zich met het vooruitzicht op scholing meer

verbonden voelen aan de organisatie. Bovendien is te verwachten dat medewerkers zich zelfstandiger zullen

voelen en beter zijn toegerust op de dialoog met de cliënten en op het bieden van complexere zorg. Het mes

snijdt dus aan meerdere kanten. ActiZ ziet de opleidingsbereidheid daarom als een enorme kans.

6,6

6,7

7,9

6,8

Page 25: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

23

De opleidingsbereidheid is aanwezig bij alle leeftijdscategorieën. Wel hebben oudere medewerkers minder

behoefte aan scholing, maar toch wil nog steeds 34% graag verder geschoold worden. In de

MedewerkerMonitor vragen medewerkers uitdrukkelijk om ook te investeren in de opleidingen van ouderen.

Onder medewerkers met een contract tussen de 15 en 28 uur is de scholingsbehoefte het grootst.

Medewerkers met een kleiner contract voelen zich mogelijk minder aan de organisatie gebonden of hebben

naast hun contract nog een tweede baan. Medewerkers met een groter contract kunnen wellicht naast hun

werk onvoldoende tijd vinden voor een opleiding.

Medewerkers met hoog deskundigheidsniveau hebben de meeste behoefte aan scholing

Ja

Nee

N=53.985

Med

isch

Para

med

isch

Verp

leeg

kund

ige

HBO

Verp

leeg

kund

ige

MBO

Wel

zijn

/act

ivite

iten-

bege

leid

ing

Verz

orge

nde

Hel

pend

e

Zorg

hulp

/cl

iënt

gebo

nden

PERCENTAGE 100

90

80

70

60

50

40

30

20

10

0

29 17 31 36 34 47 48 56

71 83 69 64 66 53 52 44

FUNCTIES

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

De behoefte aan scholing wordt groter naarmate de medewerker hoger opgeleid is. In de medische

beroepsgroep bestaat bij 73% van de medewerkers een scholingsbehoefte (jaarlijkse nascholing is voor hen

ook verplicht), voor paramedici is dat zelfs 83%. Van de verzorgenden - de grootste groep medewerkers in de

zorg - heeft 53% behoefte aan scholing. Daarmee blijft deze groep wat achter, maar het percentage is nog

steeds hoog genoeg om te kunnen spreken van een goed perspectief. Bij de helpenden en zorghulpen/

cliëntgebonden huishoudelijke hulpen is weliswaar de behoefte aan scholing lager, maar voor degenen die

wel geschoold willen worden, is het ‘bindende’ effect het grootste. Zij vinden dat scholing motiveert om nog

zeker enkele jaren bij de organisatie te blijven werken.

Als medewerkers aangeven dat ze geen behoefte hebben aan een opleiding, wil dat niet zeggen dat ze niet

openstaan voor verdere ontwikkeling. Voor hen zijn korte cursussen of training-on-the-job misschien

geschikter. Uitspraken in de MedewerkerMonitor wijzen in die richting.

De opleidingen in de zorg zullen met deze ontwikkelingen rekening moeten houden, willen ze voldoende

deelnemers blijven trekken. Of is het misschien tijd voor een revival van de opleiding in eigen huis, om op

die manier jongeren voldoende vakmanschap te kunnen leren? In ieder geval is het belangrijk dat praktijk en

opleiding goed op elkaar aansluiten.

Page 26: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

24

‘Op een gegeven moment kwam bij ons personeel de vraag naar scholing in een nieuwe vaardigheid naar

voren. Bij nadere verkenning bleek het veel meer te gaan om coaching. De medewerkers zagen tegen de

nieuwe werkzaamheden op en wilden daar ondersteuning bij. Wees je er dus van bewust dat scholing niet

overal het antwoord op is.’ Icare

‘Je zou medewerkers elk hun eigen scholingsbudget moeten geven. Maak ze zelf verantwoordelijk voor

het behoud van hun bekwaamheid.’ QA-team

Jonge medewerkers willen zinvol werk, autonomie en vakbeheersing

‘De medewerkers van straks vinden andere dingen belangrijk dan de huidige medewerkers.

Jongeren hechten wat minder waarde aan sfeer en cultuur, maar willen vooral zinvol werk

doen waarin zij zelfstandig kunnen opereren en waarin zij hun vak beheersen. Goede

scholingsmogelijkheden zijn voor hen een voorwaarde.’ Prof. Dr. Gijs van Bussel (tot 2011

verantwoordelijk voor HR-zaken bij onder meer Philips en Novartis).

Page 27: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

25

meer formatie door optimale inzet arbeidspotentieel

Zuinig zijn op de formatie die er is. Dat is niet alleen een kwestie van boeien en binden, maar ook een

kwestie van gezonde medewerkers en een verstandig gebruik van het verborgen arbeidspotentieel.

Ziekteverzuim nagenoeg stabiel

Het ziekteverzuim is de laatste drie jaar weinig veranderd: 6,1% in 2009, 5,9% in 2010 en 6,0% in 2011. Het

verzuim in kleinere organisaties is lager dan in grotere, en het verschil neemt toe. In 2011 bedroeg het

verzuim in de kleinste organisaties 5,3% en in de grootste 6,3%. Positief is dat de organisaties in de grote

steden, waar het verzuim hoger was en is dan daarbuiten, het verzuim substantieel hebben weten terug te

dringen: van 7,1% naar 6,7%.

Ruime meerderheid medewerkers voelt zich fit en energiek

Met het oog op het thema ‘Werk aan de winkel’ hebben de medewerkers vragen beantwoord over de mate

waarin zij zich lichamelijk fit en geestelijk energiek voelen.

Antwoord Lichamelijk fitLichamelijk fit én

geestelijk energiek

Ja 83,6% 80,8%

Neutraal 15,7% 12,3%

Nee 4,1% 3,5%

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

‘We zijn vele uren kwijt om vervangers te bellen bij een ziekmelding.’

‘De werkomgeving is hier goed. Laten we dan blij zijn, niet zeuren, en niet meteen en altijd maar

ziekmelden!’

‘Mijn organisatie en leidinggevende hebben mij gesteund tijdens mijn ziekte en gemotiveerd om

weer aan het werk te gaan. Dat heb ik als fijn ervaren.’

‘Momenteel ben ik ziek en mijn leidinggevende is bijzonder attent, terwijl het voor haar toch

ook vervelend is.’

Citaten uit de MedewerkerMonitor

Page 28: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

26

Anders dan misschien verwacht, zijn het niet de oudere medewerkers die zich het minst fit en energiek

voelen, maar de leeftijdsgroep tussen 26 en 35 jaar. Mogelijk dat de combinatie van werk en gezin daar een

rol in speelt. Een aandachtspunt voor de organisatie in ieder geval.

‘Weet je wat pas echt energie kost? Niet de cliënten, maar het administratieve werk. En het steeds weer moeten werken met uitzendkrachten.’ Uitspraak in de MedewerkerMonitor

Verborgen arbeidspotentieel: 14% van de medewerkers wil meer uren werken

Veruit de meeste medewerkers, 84%, zijn tevreden met het aantal uren dat zij werken. 2% zou graag minder

willen werken en de overige 14% zou graag meer uren willen werken. Een interessant gegeven met het oog

op de toekomstige arbeidsmarkt.

Er zit wel een addertje onder het gras. Dat medewerkers meer uren willen werken, wil niet zeggen dat dit in

de praktijk ook gemakkelijk te realiseren is. Het is namelijk de vraag of de medewerkers ook ingezet kunnen

en willen worden op de momenten waarop dat werkelijk nodig is. Soms verzet de regelgeving zich daartegen

(gebroken diensten) maar vaak komen ook de preferenties van de medewerkers niet overeen met de tijden

waarop de cliënten geholpen willen worden.

Oudere medewerkers zijn het meest tevreden met het aantal uren dat ze werken, medewerkers jonger

dan 25 jaar willen juist meer werken (26%).

De animo om meer uren te werken, verschilt per functiegroep en neemt af bij medewerkers met een

hogere opleiding.

% met vast contractdat meer wil werken

N=53.985

20

18

16

14

12

10

8

6

4

2

PROCENTEN

Med

isch

Verz

orge

nde

Hel

pend

e

Zorg

hulp

Para

med

isch

verp

leeg

kund

ige

HBO

verp

leeg

kund

ige

MBO

Activ

iteite

n be

gele

idin

g

4,0

11,7

7,4

9,0 9,3

14,8

18,5 18,3

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

‘Er zijn instellingen die werken met een puntensysteem. Medewerkers die relatief vaak op impopulaire

uren werken, bouwen punten op waarmee zij op een gegeven moment voorrang krijgen bij het

invullen van het rooster.’ QA-team

‘De medewerkers zelf laten roosteren, dat is de oplossing. Als collega’s onder elkaar komen ze er

meestal wel uit en ze zijn er dan ook trots op. Zorg wel dat er een coach in de buurt is om in te

grijpen als medewerkers niet voor zichzelf op durven te komen.’ QA-team.

Page 29: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

27

sociale innovatie als weg naar succes

ActiZ heeft de Erasmus Universiteit gevraagd om in het kader van het thema ‘‘Werk aan de winkel’’

te onderzoeken hoe het staat met de sociale innovatie in de branche. Sociale innovatie is te definiëren als:

Het ontwikkelen van nieuwe managementvaardigheden, het hanteren van innovatieve organisatievormen, het realiseren van hoogwaardige arbeids- relaties en het creëren van samenwerking met stakeholders (waaronder cliënten) met het doel prestaties te verbeteren. 6)

De Erasmus Universiteit heeft voor het meten van sociale innovatie de Concurrentie en Innovatiemonitor

ontwikkeld. Deze is jarenlang toegepast in een groot aantal branches, vooral in de commerciële sector. Uit

de monitor is gebleken dat sociaal innovatieve bedrijven inderdaad een betere concurrentiepositie hebben

en beter presteren, zowel financieel als op het vlak van tevreden medewerkers.

Voor het onderzoek onder de ActiZ-leden is een speciale Innovatiemonitor Zorg ontwikkeld. De daarbij

behorende vragenlijst is ingevuld door managers en stafmedewerkers van 66 zorgorganisaties met 440

organisatie-eenheden.

Sociaal innovatieve zorgorganisaties innoveren meer en presteren beter

De bevindingen uit de andere branches bleken op hoofdlijnen ook van toepassing in de VVT/Kraamzorg/JGZ.

Sociaal innovatieve organisaties:

• ontwikkelen25%meernieuwezorgdienstenvoornieuwecliëntenenzorgmarkten;

• ontwikkelen21%meernieuwezorgdienstenvoorbestaandecliëntenenzorgmarkten;

• presteren6%beteralshetgaatomdeinnovatiekrachtenhetconcurrentievermogen;

• hebbenmeeroogvoordeeigenregieenzelfredzaamheidvanhuncliënten(7%hogerescore).

Grote organisaties zijn sociaal innovatiever dan kleinere.

Juiste mix van hefbomen hangt af van doel innovatie

Sociale innovatie kan aanzienlijk worden versterkt door de inzet van vier hefbomen: plat en flexibel

organiseren, inspirerend leiderschap, slimmer werken en cocreatie met cliënten en stakeholders.

Alle vier de hefbomen zijn nodig voor sociale innovatie. De mix van hefbomen is echter mede afhankelijk

van de doelstelling die een zorginstelling nastreeft.

6) Prof. dr. H. Volberda, o.a. in: Sociale innovatie: nu nog beter! Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor 2009 – 2010.

Page 30: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

28

Is dit de doelstelling… Leg dan het accent op…

Beter presterenCocreatie, met name het ontwikkelen van een gezamenlijke kennisbasis met cliënten

Meer regie en zelfredzaamheid van cliënten Slimmer werken, investeren in human capital (kennis, vaardigheden, ervaringen)

Meer nieuwe zorgdiensten ontwikkelenNieuwe managementvaardigheden, inspirerend leiderschap

Bron: erAsmus InnoVAtIemonItor Zorg 2012

‘Ons innovatietraject? Professionals hun vak teruggeven. Dus terug naar vijf prestatie-indicatoren in plaats van een lange lijst. Teams zelf laten sturen en heel vaak evalueren met een heel korte vragenlijst. Een succesfactor is een stabiel team zonder onzekerheid over reorganisaties en dergelijke. En een trekker in het team, die ownership neemt.’ Icare

Grote organisaties innoveren anders dan kleine

Contextuele factoren spelen een rol bij de wijze van innovatie. Denk aan de concurrentiedruk maar ook aan

de omvang van de organisatie. Kleinere zorgorganisaties die in willen zetten op slimmer werken hebben

vooral baat bij investeren in zorgmedewerkers, terwijl grotere organisaties die eveneens willen inzetten

op slimmer werken vooral baat hebben bij het stimuleren van sterke horizontale netwerken tussen

zorgmedewerkers. Ook de specifieke sector speelt een rol. Zo hebben managers in de kraamzorg over het

algemeen het vermogen om het volume van activiteiten snel aan te passen, maar hebben zij een beperkte

diversiteit aan vaardigheden om dat te realiseren. Door met dergelijke factoren rekening te houden, kunnen

de verbetermogelijkheden en te nemen maatregelen scherper worden bepaald.

Meer regels en procedures bemoeilijken multidisciplinair overleg

Een van de aspecten die in de Erasmus Innovatiemonitor Zorg is onderzocht, is het multidisciplinair overleg.

Multidisciplinair overleg (behorend bij de hefboom flexibel organiseren) heeft van alle onderdelen van deze

hefboom de meeste invloed op de (perceptie van) eigen regie en zelfredzaamheid van cliënten, het

ontwikkelen van nieuwe zorgdiensten en de prestaties van de organisatie. Uit het onderzoek kwam naar

voren dat organisaties die relatief hoog scoren op het aspect multidisciplinair overleg, relatief laag scoren op

het aspect formalisatie en andersom. Kennelijk leiden regels en procedures tot verkokering en bemoeilijken

ze horizontale afstemming. Meer in het algemeen kan formalisatie medewerkers ontmoedigen om kennis te

delen met anderen. Echter, om de relatie tussen formalisatie en multidisciplinair overleg scherper in kaart te

brengen zou nader onderzoek nodig zijn.

Samenhang tussen sociale innovatie en uitkomsten benchmark nog te ontginnen terrein

Het is interessant om na te gaan of sociaal innovatieve organisaties nu ook hoger scoren op de onderdelen

van de Benchmark. Daarbij moet echter worden bedacht dat de effecten van sociale innovatie soms pas ruim

na het introduceren ervan merkbaar zijn. Er is dus sprake van een vertragingseffect. In het begin neemt de

onzekerheid bij de medewerker toe. Gesprekken die zijn gevoerd met sociaal innovatieve organisaties

hebben dit vermoeden bevestigd.

Page 31: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

29

Dat is misschien ook de reden dat er nog niet veel verbanden bleken te zijn tussen de Erasmus

Innovatiemonitor Zorg en de Benchmark. Zo kon geen betekenisvolle relatie worden gelegd tussen de

uitkomsten van de Monitor en de CQ-scores of de kengetallen uit de bedrijfsvoering. Ook kon de hypothese

dat sociale innovatie samengaat met positievere medewerkers of grotere veranderkracht van medewerkers

niet worden bevestigd (maar ook niet ontkend).

Investeren in human capital werkt

In elk geval wél duidelijk is de relatie tussen werkbeleving/veranderpotentie en investeren in human capital.

Hoe beter organisaties investeren in human capital, hoe positiever de medewerkers en hoe groter hun

veranderkracht. Medewerkers zien meer mogelijkheden om te veranderen, zijn meer gericht op de toekomst

en vinden dat ze cliëntgerichter kunnen werken. Goed nieuws in het licht van de eerder besproken

opleidingsbehoefte. Ook meer in het algemeen zijn in organisaties die slimmer werken de medewerkers

positiever over hun werk.

‘In het label Espria hebben wij een aantal punten als meerwaarde, als maatschappelijke belofte, waar de

synergie van Espria in tot uiting komt en die taakstellend zijn naar de merken binnen Espria. Met andere

woorden, voor organisaties onder Espria geldt dat zij, naast het bijna vanzelfsprekende eigen huis op

orde, ook een taakstellende bijdrage bieden aan synergie en/of innovatie.’ Espria

‘Sociale innovatie gaat voor medewerkers gepaard met onzekerheden. En het duurt even

voordat het bij de medewerker komt. Wij reduceren de onzekerheid door nauw contact tussen

management en medewerker.’ De Wijngaerd.

Page 32: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

30

Bedrijfsvoering voor nu op orde

Opnieuw hebben de zorgorganisaties hun financiële prestaties weten te verbeteren.

Financiële positieBenchmark 2011 (boekjaar

2010)Benchmark 2012 (boekjaar

2011)

Nettomarge (rendement) 7) 2,0% 2,2%

Budgetratio 8) 18,4% 19,5%

Liquiditeit 0,8 1,0

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2010, 2011 en 2012

De verbetering van de financiële prestaties is nog opmerkelijker als wordt bedacht dat de tarieven

waartegen de zorgkantoren de zorg contracteren, zijn gedaald.

ContracteertarievenBenchmark 2011 (boekjaar

2010)Benchmark 2012 (boekjaar

2011)

ZZP’s 99,6% 99,0%

Zorg thuis 100,5% inclusief bonus 99,4%

Liquiditeit 0,8 1,0

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2011 en 2012

Nettomarge Zorg thuis en Hulp thuis stijgt verder

Voor het eerst is de nettomarge op zorg thuis (3,0%) hoger dan die op de ZZP’s (2,2%). De nettomarge op de

hulp thuis (Wmo) is nog steeds negatief, maar is opnieuw verbeterd. In 2009 bedroeg de marge -2,5%, in

2010 -2,0% en in 2011 -1,2%.

Wel leert een nadere analyse dat de organisaties met een positief rendement op zorg thuis en hulp thuis een

steeds positiever rendement behalen. Organisaties die een negatief rendement behalen, een steeds

negatiever. Vaak is in het laatste geval de zorg en hulp thuis binnen de organisatie een relatief klein product.

Blijkbaar is er focus en een zekere massa voor nodig om positievere rendementen te behalen.

Zorgresultaat ZZP niet hoger dan 0,7%

Voor het eerst in deze Benchmark is de nettomarge (op ZZP’s) geactualiseerd naar zorgresultaat,

huisvestingsresultaat en renteresultaat. Die uitsplitsing maakt het mogelijk om na te gaan hoe

toekomstbestendig het rendement is. Het blijkt dat twee derde van het rendement wordt behaald op

huisvesting en rente. Echter, door de introductie van de normatieve huisvestingscomponent (NHC) zal het

renteresultaat de komende jaren verdampen. Ook het huisvestingsresultaat komt onder druk te staan. Als

alleen het zorgresultaat zou overblijven, zou het huidige resultaat niet eens voldoende zijn om de inflatie te

compenseren, laat staan om het eigen vermogen aan te vullen ten behoeve van investeringen. Grote

organisaties maken op dit moment zelfs verlies op de zorg.

7) Bedoeld is het rendement van VVT, Kraamzorg en JGZ. Het rendement is exclusief bijzonder waardevermindering.

Inclusief waardevermindering is het rendement 1,9%.

8) Eigen vermogen als percentage van de bedrijfsopbrengsten.

Page 33: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

31

9) Een aantal organisaties met een liquiditeit van >3 valt buiten de schaal van de figuur.

Twee derde nettomarge ZZP bestaat uit rente- en huisvestingsresultaat

Renteresultaat ZZP

Huisvestingsresultaat ZZP

Zorgresultaat ZZP

N=72

5

4

3

2

1

0

-1

PROCENTEN

Tota

al Z

ZP

Groo

ttek

lass

e I

Groo

ttek

lass

e II

Groo

ttek

lass

e III

Groo

ttek

lass

e IV

0,7

2,3

0,91,3

-0,3

0,8

0,70,4

0,7

0,7

1,40,6

1,4

0,6

0,9

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Early warning voor 72% van de organisaties, 28% financieel duurzaam gezond 9)

3

2

1

0

NETTOMARGE

Financieel gezondN=97 Early warning op twee aandachtsgebieden

Early warning op één aandachtsgebied

LIQUIDITEIT(CURRENT RATIO)

Financieel niet duurzaam

-5% -4% -3% -2% -1% 0% 1% 3% 5% 7% 9% 10%2% 4% 6% 8%

Aandacht voor rendement en vermogen: 13%

Financieel niet duurzaam: 8%

Aandacht voor rendement: 13%

Aandacht voor liquiditeit en rendement: 18%

Aandacht voor liquiditeit en vermogen: 6%

Aandacht voor liquiditeit: 18%

Financieel gezond: 28%

Aandacht voor vermogen: 6%

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Eveneens voor het eerst, is bij het in kaart brengen van de financiële positie ook de liquiditeit betrokken.

Financiers blijken namelijk bij de beoordeling van de kredietwaardigheid aan deze parameter steeds meer

waarde te hechten. Worden de nettomarge, de liquiditeit en de budgetratio in samenhang beschouwd, dan

blijkt dat 72% van de organisaties op een of meer gebieden niet aan de eisen van de financiers voldoet. Dit

gegeven gecombineerd met de bezuinigingen die worden doorgevoerd, plaatst de verbeterde financiële

prestaties in een ander daglicht. De bedrijfsvoering is voor nu op orde, maar het is de vraag of dat zo blijft.

Page 34: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

32

kennis delen stimuleert verbetering

Benchmarken is vooral bedoeld als katalysator voor verbeteringen. Steeds weer blijkt dat organisaties die op

een bepaald gebied goed presteren, bereid zijn hun kennis te delen.

Koplopers presteren substantieel hoger

Wat valt er te leren van de koplopers in de Benchmark? Nadere analyse leert dat binnen de groep van twaalf

koplopers er een groep van zeven organisaties is, die opvallend consistent presteert. Zij scoren op een aantal

onderwerpen substantieel hoger. Zo weten zij bij de intramurale cliënten verpleging en verzorging veel

hoger dan gemiddeld te scoren op een aantal onderwerpen die cliënten belangrijk vinden:

• doorcliëntenervarenbeschikbaarheidvanpersoneel:7,8versus6,7,dus1,1punthoger;

• inspraakvanenoverlegmetdecliënt:8,5versus7,6,dus0,9punthoger;

• maaltijden:7,9versus7,1,dus0,8punthoger.

Ook vertegenwoordigers van psychogeriatrische cliënten zijn positiever over deze onderwerpen dan bij

niet-koplopers, maar de verschillen zijn minder groot.

Medewerkers zijn vooral veel positiever over de visie en ambitie van de organisatie, over de communicatie

en over het borgen van veranderingen. Blijkbaar zijn dat voor medewerkers sleutelfactoren.

Bij de bedrijfsvoering valt vooral het lagere ziekteverzuim op: 4,1% versus 6,0% landelijk. Ook het

personeelsverloop is kleiner. Mede daardoor zijn zowel de nettomarge als de budgetratio als de liquiditeit

substantieel hoger dan gemiddeld. Dit ondanks het feit dat de kasstroom -2,6% bedraagt als gevolg van het

plegen van investeringen, en ondanks het feit dat de huisvestingslasten hoger zijn dan gemiddeld (15,9%

versus 11,3%).

Topkoks en sfeer

Er zijn organisaties, koploper of geen koploper, die op een of meer gebieden excelleren. Neem bijvoorbeeld

de maaltijden. Intramurale cliënten verpleging en verzorging zijn daar in verhouding niet positief over (score

7,1), maar er zijn positieve uitzonderingen. Van hen kunnen andere organisaties leren. Hoge scores van

cliënten blijken op meerdere manieren te kunnen worden verdiend, maar rode draad is dat sfeer, presentatie

en gastvrijheid net zo belangrijk zijn als de maaltijden zelf.

‘Wij inventariseren van iedere nieuwe bewoner de wensen en houden daar rekening mee. Het hele jaar

door enquêteren wij cliënten over wat ze van het eten vinden en als ze een suggestie hebben,

proberen we die te volgen. Streekgerechten zijn een succes: bloedworst en balkenbrij. En er zijn elke

week frietjes. Ook een aanrader: de kok voegt aan standaardgerechten altijd zelf nog iets toe.

Tevens hebben we gastvrijheid met een correcte bejegening hoog in het vaandel staan. Met een

glimlach en vriendelijk woord smaakt alles beter!’ Proteion locatie De Kreppel

Page 35: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

‘Een eigen productiekeuken en veel aandacht voor de presentatie: cassis

in een wijnglas staat gezelliger. Het restaurantpersoneel draagt passende

kleding. En elke maand een thema-avond die we in de krant aankondigen

en waar iedereen welkom is.’ De Lange Wei

‘Wij maken gebruik van maaltijden, die elders worden bereid en vervolgens

worden gekoeld en bij ons weer verwarmd. Azora hecht veel belang aan de

maaltijd en dan met name ook de manier van uitserveren: het

restaurantpersoneel is vriendelijk, de tafel is netjes gedekt, er is aandacht voor

de cliënt. Cliënten eten samen. Belangrijk: het eten staat voor iedereen op

hetzelfde moment op tafel.’ Azora locatie Gertrudis

33

Grote organisaties hebben hun eigen best practice in huis

Aangrijpingspunt voor veranderingen is niet de organisatie als geheel, maar zijn de afzonderlijke

organisatie-eenheden. De Benchmark laat zien hoe groot de verschillen zijn tussen eenheden

binnen eenzelfde concern. Dat is een kans: eenheden kunnen binnen de eigen organisatie van

elkaar leren. Dat is gemakkelijker en bovendien zijn de randvoorwaarden voor alle organisatie-

eenheden beter vergelijkbaar. In dat verband een oproep aan alle benchmarkdeelnemers in de

komende jaren: als u voor de CQ en voor de MedewerkerMonitor dezelfde organisatie-eenheden

hanteert, kunnen de posities van de organisatie-eenheden nog scherper in beeld worden gebracht.

Dat is nu soms moeilijk, als de CQ-gegevens op een iets andere eenheid betrekking hebben dan de

gegevens uit de MedewerkerMonitor.

Eerste indicatie: regelvrije organisatie, positievere medewerkers

Een van de deelnemers aan het experiment regelarme instellingen heeft op drie afdelingen alle regels

afgeschaft. De organisatie als geheel heeft tegelijkertijd deelgenomen aan de Benchmark. Het blijkt dat de

medewerkers op de regelvrije afdelingen aanzienlijk positiever zijn over hun werk dan collega’s binnen de

gehele organisatie en in de branche. De verschillen zijn het grootst als het gaat om hun oordeel over het

verbeterklimaat en ondernemerschap, maar ook de zorg voor de cliënten wordt duidelijk positiever

beoordeeld. Een aandachtspunt lijkt de waardering door derden (een factor die van invloed is op de

motivatie van medewerkers). Op het gebied van ontwikkeling en loopbaan zijn er geen verschillen met

anderen.

‘In onze branche kunnen we zeggen: bij ons is de inhoud van het werk leuk, je krijgt de scholing die je nodig hebt, je kunt zelf bepalen hoeveel uur je werkt en je hebt een stem in je werktijden. Als we straks ook nog kunnen zeggen dat we regelarm zijn, dan kunnen we op de arbeidsmarkt toch de concurrentie met elke branche aan?’ QA-team

Page 36: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

34

Leren van initiatieven uit het hele land

‘Een van onze locaties, in Friesland, gaat werken volgens het principe ‘Leauwe yn freonskip’, ofwel

geloven in vriendschap. We willen een centralere plaats voor goede banden tussen bewoners

onderling en tussen bewoners en familie, vrijwilligers en medewerkers. We willen de

vriendschappen koesteren die daar ontstaan en bevorderen dat er vriendschap wordt gesloten.

De kracht benutten van warme banden. Het moet gaan om meer dan zorg alleen.’ QA-team

‘Vertalen van de visie en ambitie naar de werkvloer is een puzzel, laat staan vertaling naar

cliënten. Wij gebruiken sinds kort een heel simpel instrument. Onze belofte luidt: ’n Stee

woar’j thoes veul’n könt. En dat hebben we zichtbaar gemaakt in 100 foto’s. Met behulp

van deze foto’s spreken we met cliënten, familie, medewerkers, vrijwilligers. En al die

gesprekken leiden ertoe dat we steeds beter zien wat wel en wat niet overeenkomt met

onze belofte. En dat leidt weer tot acties waardoor we onze belofte en visie steeds beter

vertalen naar de praktijk.’ Zorggroep Sint Maarten

Page 37: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

35

Zorgorganisatie in een grote stad: geen eenvoudige opgave

Het Platform Zorginstellingen Grote Steden (PZGS) heeft twee jaar geleden te kennen gegeven dat de

zorgorganisaties in grote steden binnen de Benchmark graag een afzonderlijke referentiegroep wilden

vormen. Het PZGS wil de hypothese toetsen dat deze organisaties worden geconfronteerd met een

gemeenschappelijke grotestadsproblematiek, en dat een vergelijking met organisaties buiten de grote

steden daarom niet altijd opgaat. Zo is de ervaring van het PZGS dat cliënten in grote steden kritischer zijn,

de medewerkers minder binding met de organisatie hebben en de exploitatie lastiger rond te krijgen is.

Vorig jaar hebben elf organisaties aan de benchmark deelgenomen, dit jaar vier. Door de gegevens samen

te voegen, ontstaat een beeld dat voldoende representatief is. Het blijkt dat de aannames over het

algemeen terecht waren: op bijna alle aspecten verschillen de cijfers van zorgorganisaties in grote steden

van die in andere plaatsen. Meestal niet in het voordeel van de grote steden, maar er zijn lichtpunten.

Cliënten minder positief

Totaalscore CQ

Cliëntgroep Grote stad Niet-grote stad

Intramurale cliënten verpleging en verzorging 7,9 8,3

Vertegenwoordigers psychogeriatrische cliënten 7,5 7,8

Cliënten zorg thuis 7,9 8,2

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

De grootste verschillen zijn te zien op de volgende aspecten:

• Allecliëntgroepenindegrotestedenzijnminderpositiefoverdeervarenbeschikbaarheidvanpersoneel.

• Intramuralecliëntenzijnminderpositiefoverhetschoonmaken.

• Intramuralecliëntenverplegingenverzorgingzijnminderpositiefoverdemaaltijdenenover

inspraak en overleg.

• Vertegenwoordigersvanpsychogeriatrischecliëntenzijnminderpositiefoverdesfeer.

• Cliëntenzorgthuiszijnminderpositiefoverdesamenhangindezorgendeveiligheid.10)

‘Wij bieden onze cliënten elke dag de keuze uit drie maaltijden. Maar er zijn twintig nationaliteiten in huis. Dat betekent dat er altijd wel mensen zijn die een maaltijd krijgen die niet bij hun cultuur past.’ Citaat uit bijeenkomst grote steden.

10) Daarmee wordt bedoeld aandacht van de medewerkers voor het voorkomen van ongelukken in huis, aandacht voor

hulpmiddelen enzovoorts.

Page 38: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

36

Ook binnen zorgorganisaties in grote steden zijn er grote verschillen tussen organisatie-eenheden.

Organisaties kunnen dus intern leren. Een kleine rondvraag leerde wel dat eenheden met een duidelijk

hogere cliëntwaardering vaak de eenheden lijken te zijn die niet in de grote stad zelf zijn gevestigd, maar in

een randgemeente.

Een aantal zorgverzekeraars hanteert de CQ-score als criterium om een korting toe te passen op de tarieven.

Zorgorganisaties in grote steden worden hier dus vaker mee geconfronteerd.

Medewerkers minder positief, maar wil tot veranderen is aanwezigVoor de medewerkers geldt ongeveer hetzelfde als voor de cliënten: de werkbeleving en veranderkracht zijn

minder hoog dan die van collega’s buiten de grote steden. Toch past hier een belangrijke nuancering.

Medewerkers van zorgorganisaties in een grote stad zien namelijk wél de noodzaak tot veranderen. Zij zien

die zelfs sterker dan collega’s elders (score 6,7 versus 6,3). Ook op het aspect ondernemerschap scoren zij

hoger (6,8 versus 6,6).

Zorgzwaarte in grote steden hogerDe cliënten in grote steden hebben meer zorg nodig dan elders. De zorgzwaarte, buiten de grote steden

4,75, is in grote steden 4,86. Dat stelt hogere eisen aan de medewerkers.

Verzuim en verloop in grote steden hoger, maar verzuim daalt Het ziekteverzuim in grote steden is met 6,7% duidelijk hoger dan daarbuiten. Wel is het een goed teken dat

het verzuim ten opzichte van het voorgaande jaar (7,1%) is teruggebracht.

De in- en uitstroom van medewerkers ligt in grote steden veel hoger dan daarbuiten, maar is ten opzichte

van vorig jaar wel met 4 procentpunt gedaald. De in- en uitstroom houden elkaar in evenwicht. Ook dat is

goed nieuws.

Kengetal Grote stad Niet-grote stad

Instroom medewerkers 21,5% 15,8%

Uitstroom medewerkers 21,6% 14,4%

Openstaande vacatures 6,2% 5,1%

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012, Voor In- en uItstroom: DIgImV 2011

‘De kunst in grote steden is om de flexibiliteit van medewerkers te mobiliseren. Gebruik maken van de wens om meer uren te werken en tegelijkertijd dat zo organiseren dat medewerkers aanwezig zijn op de momenten waarop de cliënt hen nodig heeft. ‘ QA-team.

BedrijfsvoeringHet hogere verloop en verzuim in grote steden heeft zijn effect op de exploitatie. Zo is het aandeel

personeelskosten dat moet worden ingezet voor uitzendkrachten veel hoger dan elders: 7,7% versus 5%.

De huisvestingskosten zijn eveneens hoger: € 9,989,- per cliënt versus € 7.903,-. Wel zijn de reistijd en

reiskosten in grote steden lager.

Per saldo is de nettomarge lager. In grote steden bedraagt deze 1,0% tegen 2,4% in organisaties buiten de

grote steden.

Page 39: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

37

kraamzorg investeert in zorg, medewerkers als ambassadeurs

Dit jaar heeft opnieuw een aantal kraamzorgorganisaties aan de Benchmark deelgenomen.

Dat maakt het mogelijk om ook voor de kraamzorg nieuwe inzichten te genereren.

Benchmark 2010 Benchmark 2011 Benchmark 2012

Aantal deelnemers 7 6 8

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2010-2012

Van de 25 kraamzorgorganisaties die lid zijn van ActiZ, hebben er nu 21 aan de benchmark deelgenomen,

dat is 84%. De meeste organisaties leveren naast kraamzorg ook VVT/JGZ.

Om te voorkomen dat door de kleine aantallen deelnemers op landelijk niveau te snel een vertekend beeld

ontstaat, is in de benchmarkrapportage gekozen voor een dakpanconstructie. Elk jaar worden de gegevens

samengevoegd met die van het jaar daarvoor.

De CQ is dit jaar niet afgenomen in de kraamzorg, de conclusies van vorig jaar gelden ook nu nog integraal.

Cliënten zijn op alle fronten zeer positief over de zorg, met uitzondering van de organisatie van de zorg en

het aantal verschillende verzorgenden dat over de vloer komt.

Medewerkers kraamzorg positiever dan collega’s, maar het verschil wordt kleinerNet als vorig jaar blijkt ook nu weer dat medewerkers in de kraamzorg ambassadeurs van hun organisatie

zijn. In de MedewerkerMonitor konden medewerkers aangeven in hoeverre ze het eens waren met de

stelling ‘ik zou met een gerust hart mijn familie door mijn organisatie laten verzorgen’. De kraamzorg steekt

met kop en schouders boven de andere zorgtypen uit: 49% versus 7% gemiddeld. Wel moet worden bedacht

dat de kraamzorg wordt geassocieerd met positieve gebeurtenissen, terwijl dat voor de VVT minder het

geval is. Medewerkers in de VVT antwoorden mogelijk minder positief omdat zij alleen al het feit dat familie

zorg nodig zou hebben, ongewenst vinden. Dat doet niets af aan de prestatie van de kraamzorgorganisaties.

Het percentage ambassadeurs is zelfs nog groter dan vorig jaar (45%).

Ook uit de overige scores in de MedewerkerMonitor blijkt dat kraamzorgmedewerkers positiever oordelen.

Op bijna alle onderwerpen is de score hoger. Ten opzichte van vorig jaar is er echter wel sprake van een forse

daling in de scores van de kraamzorg. De verschillen met collega’s elders zijn nu een stuk kleiner geworden.

Over een aantal veranderaspecten – communicatie en borgen – zijn de kraamzorgmedewerkers nog wel veel

positiever. Daarentegen zien zij, evenals dat vorig jaar het geval was, minder noodzaak om te veranderen.

De scholingsbehoefte is met 54% enigszins kleiner dan in de VVT (60%).

Page 40: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

38

Rendement kraamzorg gedaald. De nettomarge van de kraamzorg is gedaald, en wel van 2,7% naar 2,0%. Dat lijkt op het eerste gezicht

misschien negatief, maar nadere analyse leert dat kraamzorgorganisaties erin zijn geslaagd om meer te

investeren in de directe zorg. De overhead is gedaald. Verder is ook het verzuim gedaald en het overwerk

teruggedrongen.

Het valt op dat het aandeel korte kraamverzorgingen, minder dan 24 uur, fors is: 19,8%.

Kraamzorgorganisaties trachten dit aandeel terug te dringen omdat in zo weinig tijd naar hun mening

onvoldoende kwaliteit kan worden geboden.

Page 41: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

39

Jeugdgezondheidszorg: inhaalslag van de medewerkers

Ook voor de JGZ geldt dat gegevens van twee jaar dakpansgewijs worden samengevoegd. Aan de

Benchmark 2010 namen 9 organisaties deel, aan de Benchmark 2011 ook 9 en aan de Benchmark 2012 8.

Alle organisaties bieden ook VVT en sommige ook kraamzorg.

Medewerkers duidelijk positiever dan voorgaande jarenMedewerkers in de JGZ oordelen over bijna alle aspecten van het werk minder positief dan collega’s elders,

maar de scores zijn ten opzichte van het voorgaande jaar duidelijk hoger. Daardoor zijn ook in de JGZ de

verschillen met collega’s kleiner geworden. Er lijkt sprake van een inhaalslag. Een rol kan spelen dat

gemeenten nu meer duidelijkheid hebben gegeven over taken die wel en niet meer worden bekostigd.

In de tabel hieronder worden de medewerkers in de JGZ vergeleken met die in de zorg thuis, omdat deze

twee zorgtypes het meest met elkaar verwant zijn. De tabel toont alleen de opvallendste uitkomsten. In de

bijlage bij deze brochure vindt u meer informatie.

Onderwerp Medewerkers JGZMedewerkers

zorg thuis

Benchmark 2010/2011

Benchmark 2011/2012

Benchmark 2012

Zelfstandigheid 6,8 7,1 7,2

Inspirerend leiderschap 6,4 6,7 6,8

Ontwikkeling en loopbaan 6,1 6,3 6,6

Visie en ambitie 6,2 6,6 6,8

Verbeterklimaat 6,2 6,4 6,6

Veerkracht 7,3 7,7 7,7

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2010-2012

Het zijn vooral de indicatoren voor de veranderkracht die substantieel verbeterd zijn.

Er is echter ook een aandachtspunt te vermelden. De medewerkers in de JGZ waardeerden de sfeer en het

plezier in het werk in 2010/2011 nog met een 8,2, maar in 2011 is dat gedaald tot een 7,9 (versus 8,0 voor

de medewerkers zorg thuis). Het is een trend die zich wel vaker af lijkt te tekenen, zie het hoofdstuk over

sociale innovatie: veranderen betekent onzekerheid, loslaten van vertrouwde dingen en dat kan – tijdelijk

– ten koste gaan van het plezier in het werk.

De scholingsbehoefte is in de JGZ hoger dan in de VVT (65% versus 60%).

Page 42: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

40

Financiële prestaties JGZ vrij stabiel, tijdsinvestering teruggelopen

In de JGZ zijn weliswaar de kosten per kind gestegen (van € 368,- naar € 375,-) maar ook de opbrengsten zijn

gestegen (van € 370,- naar € 381,-). De nettomarge is ongewijzigd 1,2% en daarmee nog wel duidelijk lager

dan die in de VVT. Daar staat tegenover dat die marge vrijwel geheel bestaat uit marge op de zorg, en dus

niet zoals in de VVT voor een groot deel uit - onder druk staande - marge op rente en huisvesting.

De tijdsinvestering per contactmoment is teruggelopen van 0,74 naar 0,59 uur. Een oorzaak kan zijn dat

gemeenten hun inkoopbeleid hebben gewijzigd, maar hoe dan ook is het zaak om de vinger aan de pols te

houden: komen de kwaliteit van zorg en de werkbelasting van medewerkers op termijn niet onder druk te

staan?

Het percentage no-shows is opgelopen van 6,8% naar 8,8% en dus een belangrijk aandachtspunt voor de

JGZ-organisaties.

Page 43: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

41

Page 44: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

42 42

Benchmark in de Zorg 2012: brancheresultaten Branchescorecard CQ-meting Verpleging, Verzorging en Zorg Thuis: klantervaring benchmarkjaar 2012

Intramurale cliënten verpleging en verzorging

Ervaren beschikaarheid personeel

Ervaren met maaltijden

Ervaren inspraak en overleg

Ervaringen op het gebied van mentaal welbevinden

Ervaren informatie

Ervaringen met schoonmaken

Ervaren sfeer

Ervaren zelfstandigheid/autonomie

Ervaringen met lichamelijke verzorging

Ervaren professionaliteit en veiligheid zorgverlenging

Ervaren bejegening

Ervaring met dagbesteding en participatie

Ervaringen met zorgleefplan en evaluatie

Ervaren veiligheid woon- en leefomgeving

Ervaren privacy (en woonruimte)

6.0N=20.892 6.5 7.0 7.5 8.0 8.5 9.0 9.5 10.0 SCORES

IND

ICAT

ORE

N V

V

6,7

7,1

7,6

7,8

8,0

8,1

8,4

8,4

8,5

8,6

8,6

8,8

9,3

9,4

9,7

Vertegenwoordigers psychogeriatrische cliënten

Ervaren beschikaarheid personeelErvaren veiligheid woon- en leefomgevingErvaren met dagbesteding en participatie

Ervaren sfeerErvaringen op het gebied van mentaal welbevinden

Ervaren inspraak en overlegErvaringen met schoonmaken

Ervaringen met lichamelijke verzorgingErvaren betrouwbaarheid zorgverleners

Ervaren professionaliteit en veiligheid zorgverlengingErvaren respecteringen rechten vrijheidsbeperkingen

Ervaren telefonische bereikbaarheidErvaren bejegening

Ervaringen met maaltijdenErvaren informatie

Ervaren privacy (en woonruimte)Ervaringen met zorgleefplan en evaluatie

6.0 6.5 7.0 7.5 8.0 8.5 9.0 9.5 10.0 SCORES

IND

ICAT

ORE

N P

G

6,56,6

6,87,1

7,47,4

7,57,5

7,77,9

8,18,2

8,5

8,58,78,7

9,5

N=16.362

Cliënten zorg thuis

Ervaring met dagbesteding en participatie

Ervaren inspraak en overleg

Ervaren samehang in zorg

Ervaren beschikbaarheid personeel

Ervaren veiligheid woon- en leefomgeving

Ervaren telefonisch bereikbaarheid

Ervaren informatie

Ervaringen op het gebied van mentaal welbevinden

Ervaren zelfstandigheid/autonomie

Ervaren professionaliteit en veiligheid zorgverlenging

Ervaringen met lichamelijke verzorging

Ervaren bejegening

Ervaren betrouwbaarheid zorgverleners

Ervaringen met zorgleefplan en evaluatie

6.0 6.5 7.0 7.5 8.0 8.5 9.0 9.5 10.0 SCORES

IND

ICAT

ORE

N Z

T

6,5

7,2

7,6

7,7

8,0

8,0

8,2

8,5

8,5

8,6

8,6

8,8 9,3

9,2

9,5

N=13.753

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg clIënten 2012

Page 45: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

43

Branchescorecard MedewerkerMonitor Verpleging, Verzorging en Zorg Thuis

Totaalscore werkbeleving 7,3

Cliëntgerichtheid 8,1

Zorg voor cliënten 7,4

Inspraak en overleg met cliënten 8,7

Aantrekkelijkheid van het werk 7,2

Sterke organisatiecultuur 7,3

Inspirerend leiderschap 6,9

Plezier in het werk 7,9

Duidelijkheid over de inhoud van het werk 8,4

Zelfstandigheid in de uitvoering van het werk 7,1

Communicatie gericht op samenwerking 6,6

Voldoende mogelijkheden voor ontwikkeling en loopbaan 6,6

Aanvaardbare werkdruk 6,7

Toekomstgerichtheid 7,3

Gedragen visie en ambitie 6,8

Ondernemerschap in het eigen werk 6,7

Hoge motivatie voor het werk 7,7

Voldoende veerkracht 7,7

Lage vertrekgeneigdheid 8,4

Klimaat gericht op verbetering 6,6

Veranderpotentie 6,6

Willen veranderen 6,4

Ervaren noodzaak 6,3

Gedragen visie en ambitie 6,8

Ervaringen met veranderingen in het verleden 5,9

Ondernemerschap in het eigen werk 6,7

Kunnen veranderen 6,8

Goed ervaren leiderschap top 7,4

Duidelijke communiceren over veranderingen 6,5

Klimaat gericht op verbetering 6,6

Aanvaardbare werkdruk 6,7

Voldoende veerkracht 7,7

Borgen van veranderingen 5,9

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Voor de CQ en MedewerkerMonitor geldt: de scores zijn niet bedoeld als rapportcijfer, maar ten behoeve

van de Benchmark zijn de vier- of vijfpuntsschalen met de antwoorden van de cliënten omgerekend naar

scores op een schaal van 1 tot 10.

Page 46: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

44

Branchescorecard bedrijfsvoering Verpleging, Verzorging en Zorg Thuis

Gemiddelde Kopgroep

Grootteklasse

Concern < € 10 mln.> € 10 en < €

40 mln.> € 40 en < €

100 mln. > € 100 mln.

Eigen vermogen

Budgetratio 19,7% 31,5% 30,4% 21,0% 24,0% 15,5%

Solvabiliteit 25,0% 35,1% 32,0% 24,8% 26,9% 22,8%

Rendement

Nettomarge (% van de opbrengsten) 2,0% 3,6% 2,3% 2,1% 2,0% 1,8%

Nettomarge Benchmark (% van de opbrengsten) 2,2% 3,4% 3,6% 2,3% 2,1% 2,0%

Aandeel overhead (% van de kosten) 13,3% 12,2% 16,0% 13,0% 13,6% 13,0%

Overige

ICT-kostenratio (in % van de kosten) 1,9% 1,5% 1,3% 1,8% 1,9% 2,0%

Ziekteverzuim 6,0% 5,2% 5,5% 5,6% 5,9% 6,3%

Percentage instroom 16,6% 10,5% 13,3% 13,5% 13,4% 20,1%

Percentage uitstroom 15,4% 9,9% 10,1% 11,5% 12,5% 19,0%

Kapitaalslasten

Kapitaalslastenratio - intramuraal 13,3% 14,4% 13,1% 14,1% 13,4% 13,0%

Werkelijke kapitaalslasten ZZP als % van normvergoeding kapitaalslasten 80,0% 80,3% 67,8% 75,0% 80,5% 82,7%

Bezettingsgraad (ZZP) 95,4% 96,6% 96,3% 97,5% 95,8% 94,0%

Aandeel kosten huur en leasing (in % van de totale kapitaalslasten ZZP) 38,3% 34,5% 39,0% 39,8% 33,3% 42,8%

Boekwaarde gebouwen in % van de aanschafwaarde van gebouwen 62,3% 61,4% 55,9% 66,7% 64,4% 58,4%

Aandeel WTZi-gebouwen jonger dan 10 jaar (in % van de totale gebouwen) 49,5% 52,7% 53,9% 51,2% 54,8% 42,3%

Investeringen in vastgoed komende 3 jaar (in % van de aanschafwaarde) 22,3% 17,5% 88,3% 33,4% 16,5% 21,1%

Treasury

Liquiditeit (current ratio) 1,01 1,42 2,20 1,05 1,09 0,87

Netto werkkapitaal (% van de opbrengsten) -1,6% 7,1% 21,9% 0,7% 0,6% -5,2%

Kasstroom (in % van de opbrengsten) 2,7% 2,6% 0,2% -0,7% 5,8% 1,5%

Interest coverage ratio 1,00 1,95 1,28 1,10 1,02 0,93

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012; Voor In- en uItstroom: DIgImV 2011

Page 47: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

45

Branchescorecard Grote steden CQ-meting Verpleging, Verzorging en Zorg Thuis(gesorteerd op verschil grote stad / niet-grote stad)

Intramurale cliënten verpleging en verzorging

Indicator Grote steden Niet-grote steden

Beschikbaarheid personeel 6,0 6,7

Maaltijden 6,5 7,1

Inspraak en overleg 6,9 7,5

Schoonmaken 7,5 8,1

Sfeer 8,0 8,4

Lichamelijke verzorging 8,1 8,5

Dagbesteding en participatie 8,5 8,8

Bejegening 8,3 8,6

Professionaliteit en veiligheid zorgverlening 8,3 8,6

Zelfstandigheid / autonomie 8,2 8,4

Veiligheid woon- en leefomgeving 9,2 9,4

Informatie 7,7 7,9

Mentaal welbevinden 7,6 7,8

Privacy en woonruimte 9,5 9,7

Zorgleefplan en evaluatie 9,1 9,2

Vertegenwoordigers psychogeriatrische cliënten

Indicator Grote steden Niet-grote steden

Schoonmaken 7,0 7,6

Sfeer 6,6 7,1

Betrouwbaarheid zorgverleners 7,2 7,7

Privacy en woonruimte 8,1 8,6

Dagbesteding en participatie 6,3 6,8

Beschikbaarheid personeel 6,1 6,5

Respectering rechten vrijheidsbeperking 7,7 8,1

Lichamelijke verzorging 7,2 7,6

Mentaal welbevinden 7,1 7,4

Inspraak en overleg 7,1 7,4

Professionaliteit en veiligheid zorgverlening 7,6 7,9

Telefonische bereikbaarheid 7,9 8,2

Maaltijden 8,3 8,6

Informatie 8,4 8,7

Veiligheid woon- en leefomgeving 6,4 6,6

Bejegening 8,3 8,5

Zorgleefplan en evaluatie 9,4 9,5

Page 48: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

46

Cliënten zorg thuis

Indicator Grote steden Niet-grote steden

Samenhang in zorg 7,1 7,6

Telefonische bereikbaarheid 7,5 8,0

Beschikbaarheid personeel 7,2 7,7

Inspraak en overleg 6,8 7,2

Veiligheid woon- en leefomgeving 7,6 8,0

Dagbesteding en participatie 6,1 6,5

Informatie 7,8 8,2

Professionaliteit en veiligheid zorgverlening 8,3 8,6

Bejegening 8,6 8,8

Lichamelijke verzorging 8,4 8,6

Betrouwbaarheid zorgverleners 9,0 9,2

Mentaal welbevinden 8,3 8,5

Zelfstandigheid / autonomie 8,4 8,5

Zorgleefplan en evaluatie 9,5 9,5

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2011 en 2012

Page 49: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

47

Branchescorecard Grote steden MedewerkerMonitor Verpleging, Verzorging en Zorg Thuis: indicatoren

Indicator Grote steden Niet-grote steden

Zorg voor cliënten 6,8 7,4

Inspraak en overleg met cliënten 8,6 8,7

Plezier in het werk 7,5 7,9

Duidelijkheid over de inhoud van het werk 8,2 8,4

Zelfstandigheid in de uitvoering van het werk 7,1 7,1

Communicatie gericht op samenwerking 6,2 6,6

Sterke organisatiecultuur 6,7 7,2

Inspirerend leiderschap 6,5 6,8

Voldoende mogelijkheden voor ontwikkeling en loopbaan

6,2 6,5

Aanvaardbare werkdruk 6,6 6,7

Gedragen visie en ambitie 6,3 6,7

Ondernemerschap in het eigen werk 6,8 6,6

Klimaat gericht op verbetering 6,3 6,6

Communicatie over veranderingen 5,9 6,5

Hoge motivatie voor het werk 7,7 7,7

Voldoende veerkracht 7,7 7,7

Lage vertrekgeneigdheid 8,0 8,3

Ervaringen met veranderingen in het verleden 5,3 5,9

Noodzaak tot veranderen 6,7 6,3

Borgen van veranderingen 5,5 5,9

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Branchescorecard Grote steden MedewerkerMonitor Verpleging, Verzorging en Zorg Thuis: thema’s

Thema’s Grote steden Niet-grote steden

Cliëntgerichtheid 7,7 8,1

Aantrekkelijkheid van het werk 6,9 7,2

Toekomstgerichtheid 7,1 7,3

Willen veranderen 6,3 6,4

Kunnen veranderen 6,4 6,7

Werkbeleving 7,1 7,3

Veranderpotentie 6,4 6,6

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Page 50: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

48

Branchescorecard Grote steden bedrijfsvoering Verpleging, Verzorging en Zorg Thuis

Grote steden Niet-grote steden

2010 2011 + 2010 2010 2011

Productiemix en financiering

Gemiddelde zorgzwaarte ZZP (excl. branchevreemd)

4,86 4,86 4,42 4,75

Aandeel ZZP 9 (revalidatie) 8,1% 8,2% 5,0% 6,6%

Vulpercentage zorg thuis 48,5% 48,7% 49,1% 50,3%

Personeel

Directe personeelkosten per FTE (VVT) € 43.479 € 43.281 € 41.501 € 43.233

- directe personeelkosten per FTE (ZZP) € 43.025 € 43.249 € 41.991 € 42.964

- directe personeelkosten per FTE (Zorg thuis) € 44.350 € 43.353 € 42.700 € 46.157

Aandeel kosten personeel niet in loondienst (in % van de totale personeelskosten)

8,2% 7,7% 4,6% 5,0%

Ziekteverzuim 7,1% 6,7% 5,9% 5,9%

Aandeel reistijd als % van het totaal aan betaaluren (Zorg Thuis)

6,4% 5,8% 6,8% 7,7%

Aandeel reiskosten als % van het toaal aan personeelkosten Zorg Thuis

2,3% 2,4% 3,8% 4,0%

Percentage instroom 25,9% 21,5% 17,4% 15,8%

Percentage instroom leerlingen 2,4% 1,9% 3,7% 2,6%

Percentage uitstroom 28,9% 21,6% 14,5% 14,4%

Openstaande vacatures einde verslagjaar (concern) in % van totale formatie

8,0% 6,2% 4,6% 5,1%

Openstaande vacatures einde verslagjaar (cliënt- en patiëntgebonden) in % van direct personeel

7,0% 4,4% 3,4% 4,4%

Externe opleidingskosten (% van de totale personeelskosten)

0,6% 0,7% 0,9% 0,9%

Kapitaallasten

Huisvestingskosten per cliënt (ZZP) € 10,583 € 9,989 € 8,787 € 7,903

Kapitaallastenratio (intramuraal) 14,5% 13,4% 15,0% 13,3%

Aandeel huurkosten in % van de totale kapitaallasten

50,9% 44,3% 38,7% 37,6%

Overige

Innovatiekostenratio (% van de totale kosten) 0,6% 0,6% 0,3% 0,4%

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012, DIgImV 2011 Voor In- en uItstroom

Page 51: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

49

Branchescorecard Kraamzorg: MedewerkerMonitor vergeleken met zorg thuis

Indicatoren Kraamzorg 2012 Extramurale

AWBZ-functies 2012

Zorg voor cliënten 7,5 7,4

Interactie met cliënten 8,9 8,9

Sfeer en plezier op het werk 7,9 8,0

Inhoud van het werk 8,6 8,3

Zelfstandigheid 7,3 7,2

Communicatie, informatievoorziening en kennisdelen

6,8 6,6

Cultuur 7,5 7,3

Leiderschap 7,1 6,8

Ontwikkeling en loopbaan 6,6 6,6

Werkdruk 6,9 6,9

Visie en ambitie 7,0 6,8

Ondernemerschap 6,6 6,7

Verbeterklimaat 6,7 6,6

Communicatie over veranderingen 6,9 6,5

Motivatie 7,8 7,7

Veerkracht 7,8 7,7

Vertrekgeneigdheid 8,5 8,4

Ervaringen met veranderingen in het verleden 6,0 5,8

Noodzaak tot veranderen 6,1 6,3

Borgen van veranderingen 6,2 5,9

Thema’s Kraamzorg 2012 Extramurale

AWBZ-functies 2012

Cliëntgericht werken 8,2 8,1

Aantrekkelijkheid van het werk 7,3 7,2

Toekomstgerichtheid 7,4 7,3

Willen veranderen 6,4 6,4

Kunnen veranderen 6,9 6,8

Werkbeleving 7,5 7,4

Veranderpotentie 6,7 6,6

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Page 52: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

50

Branchescorecard Kraamzorg: Bedrijfsvoering

Stuurvariabelen 2010-2009 2011-2010

Stuurvariabelen

Opbrengsten per kraamverzorging € 1.833 € 1.813

Totale kosten per kraamverzorging € 1.772 € 1.781

Nettomarge (% van de opbrengsten) 2,7% 2,0%

Verklaringsvariabelen 2010-2009 2011-2010

Kostenstructuur

Aandeel directe kosten (% van de kosten) 70,2% 73,2%

Aandeel direct toerekenbare kosten (% van de kosten)

9,1% 9,3%

Aandeel overhead (% van de kosten) 19,5% 14,7%

Aandeel kapitaallasten (% van de kosten) 1,3% 2,8%

Personeel

Directe personeelskosten per kraamverzorgingsuur

€ 31,15 € 33,26

Directe personeelskosten per FTE € 40.574 € 44.330

Inzetmix loondienst / ingehuurd / leerlingen 88,9% / 3,3% / 7,8% 93,5% / 2% / 4,5%

Gemiddelde contractduur kraamverzorgenden (in uren)

19,0 17,7

Aantal kraamverzorgingen per FTE 32,0 34,1

Productiviteit 67,7% 71,8%

Ziekteverzuim 7,4% 7,3%

Aantal overuren per FTE kraamverzorgende 173,0 86,6

Productmix en financiering

Percentage bevallingen thuis 23,7% 24,8%

Verhouding kraamverzorging / neventarieven / overig (€)

95,1% / 2,9% / 2% 88,2% / 5,4% / 6,4%

Overige

Indirecte kosten per kraamverzorgingsuur € 13,43 € 12,57

Reiskosten per kraamverzorgingsuur € 1,87 € 1,80

Opbrengst per kraamverzorgingsuur € 45,48 € 46,57

Percentage afboeking debiteuren tov opbrengsten

1,1% 0,3%

Gemiddelde verzorgingsduur (in uren) 40,4 38,9

Gemiddelde verzorgingsduur (< 24uur / 24-40uur / > 40uur)

8,7% / 33,6% / 57,7% 19,8% / 25,1% / 55,1%

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2010-2012

Page 53: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

51

Branchescorecard Jeugdgezondheidszorg: MedewerkerMonitor vergeleken met zorg thuis

Indicatoren JGZ Extramurale

AWBZ-functies

Zorg voor cliënten 7,2 7,4

Interactie met cliënten 8,8 8,9

Sfeer en plezier op het werk 7,9 8,0

Inhoud van het werk 8,4 8,3

Zelfstandigheid 7,1 7,2

Communicatie, informatievoorziening en kennisdelen

6,4 6,6

Cultuur 7,2 7,3

Leiderschap 6,7 6,8

Ontwikkeling en loopbaan 6,3 6,6

Werkdruk (hoe hoger hoe minder ervaren werkdruk)

6,8 6,9

Visie en ambitie 6,6 6,8

Ondernemerschap 6,4 6,7

Verbeterklimaat 6,4 6,6

Communicatie over veranderingen 6,7 6,5

Motivatie 7,7 7,7

Veerkracht 7,7 7,7

Vertrekgeneigdheid (hoe hoger hoe minder geneigd)

8,2 8,4

Ervaringen met veranderingen in het verleden 5,7 5,8

Noodzaak tot veranderen 6,2 6,3

Borgen van veranderingen 5,8 5,9

Thema’s JGZ Extramurale

AWBZ-functies

Cliëntgericht werken 8,0 8,1

Aantrekkelijkheid van het werk 7,1 7,2

Toekomstgerichtheid 7,2 7,3

Willen veranderen 6,3 6,4

Kunnen veranderen 6,7 6,8

Werkbeleving 7,3 7,4

Veranderpotentie 6,5 6,6

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2012

Page 54: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

52

Branchescorecard Jeugdgezondheidszorg: bedrijfsvoering

Stuurvariabelen 2010-2009 2011-2010

Stuurvariabelen

Opbrengsten per kind € 370 € 381

Totale kosten per kind € 368 € 375

Nettomarge (% van de opbrengsten) 1,2% 1,2%

Verklaringsvariabelen 2010-2009 2011-2010

Kostenstructuur

Aandeel directe kosten (% van de kosten) 56,4% 57,0%

Aandeel direct toerekenbare kosten (% van de kosten)

12,0% 14,4%

Aandeel overhead (% van de kosten) 24,3% 20,6%

Aandeel kapitaallasten (% van de kosten) 7,3% 8,0%

Personeel

Aantal kinderen per FTE 266 256

Directe personeelskosten per FTE € 53.606 € 54.303

Productiviteit 61,0% 59,0%

- Productiviteit in aantal FTE per 1,000 kinderen 3,8 3,9

Ziekteverzuim 4,6% 4,7%

Productmix en financiering

Verhouding contactmomenten CB / thuis / telefonisch

71,7% / 19,9% / 8,4% 78,5% / 13,5% / 8%

Verhouding kinderen in zorg 0-1 en 1-4 jaar 24,6% / 75,4% 24,1% / 75,9%

Verhouding opbrengsten uniform / maatwerk / aanvullend

83% / 7,1% / 8,4% 81,7% / 6,6% / 8%

Gemiddeld aantal consulten per kind in zorg 3,55 3,53

Overige

Huisvestingskosten (in % van de bedrijfskosten) 36,4% 37,4%

Percentage ‘no-shows’ 8,6% 8,8%

Uren per uniform contactmoment 0,74 0,59

Uren per uniform extra contactmoment 1,10 0,54

Bron: ActIZ BenchmArk In De Zorg 2010-2012

Page 55: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

Publicatienummer - 12.023

Oktober 2012

Ontwerp - Cascade - visuele communicatie, Amsterdam

Druk - Drukkerij Libertas, Bunnik

© ActiZ 2012

Deze uitgave mag zonder toestemming van ActiZ voor niet-commercieel

gebruik worden gedownload en verveelvoudigd. Voorts alle rechten

voorbehouden.

Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid en met gebruikmaking van de meest

actuele gegevens tot stand gekomen. Het is echter niet geheel uitgesloten dat

de informatie in deze uitgave onjuistheden en/of onvolkomenheden bevat.

ActiZ aanvaardt geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade

ontstaan door eventuele onjuistheden en/of onvolkomenheden. Aan de

inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.

Page 56: Werk aan de winkel - Zorgkennis.net...De schijnwerpers waren gericht op de transitie die nodig is om ... (Quality Assurance)-team. Het QA-team bestaat uit vertegenwoordigers van ActiZ-leden.

ActiZ, organisatie van zorgondernemersOudlaan 4

3515 GA Utrecht

Postbus 8258

3503 RG Utrecht

Telefoon (030) 273 93 93

Fax (030) 273 97 87

[email protected]

www.actiz.nl

Dit rapport is tot stand gekomen i.s.m.