Wereld in Perspectief november 2012
Click here to load reader
-
Upload
sns-securities -
Category
Documents
-
view
215 -
download
1
description
Transcript of Wereld in Perspectief november 2012
1
• Inleidende samenvatting • Economisch beeld is niet wat het moet zijn, maar er is hoop • Amerikaanse gezinnen durven weer te besteden • Herstel huizenmarkt VS gaat verder; Chinese economie bodemt • Recessie in Europa, maar export trekt aan • Bezuinigingen niet altijd de oplossing • IMF schrikt van eigen onderzoeksresultaten • Te vermijden: een begrotingsravijn • Uitgelicht! •
Een maandelijkse visie voor de cliënten van SNS Securities
Inleidende samenvatting Inleiding De donkere wolken aan de economische horizon zijn niet verdwenen, maar we zien gelukkig ook zilveren randjes die duiden op enige weersverbetering. Bezuinigingsbeleid van overheden kan echter schadelijk zijn voor de economie. Daar zullen we nader naar kijken. Uitgelicht! In ‘uitgelicht’ zoomen we in op de risicopremie voor Europese aandelen en concluderen we dat koersen al veel onzekerheid inprijzen. Met vriendelijke groet,
SNS Securities NV
Sep Van de Voort Cees Rijsdijk Macro-econoom en strateeg Macro-econoom en strateeg
p1 p2 p2 p3 p4 p5 p5 p6 p8
November 2012 14e editie De Wereld in perspectief
2
Economisch beeld is niet wat het moet zijn, maar er is hoop
De economieën wereldwijd laten geen goed beeld zien. Het
groeitempo van de Amerikaanse economie is sinds begin vorig jaar
nogal gematigd. Het blijft achter bij de periode daarvóór toen de
economie kwiek uit de recessie opveerde, daarbij geholpen door
Obama’s herstelprogramma. In China is de groei teruggevallen tot
het laagste peil in 3½ jaar, mede omdat de effecten van een
eerdere investeringsimpuls wegebben. Europa als geheel blijft intussen stevig in recessie.
Hierbij dient wel bedacht te worden dat het in de economie nooit in rechte lijnen gaat, maar veel
eerder in golfbewegingen. En er zijn enkele hoopgevende tekenen.
Amerikaanse gezinnen durven weer te besteden
Zo zitten in de VS consumenten beter in hun vel. Zij zijn de laatste jaren vooral bezig geweest
met het afbouwen van hun schulden en daar plukken ze nu de vruchten van; hun rente- en
aflossingsverplichtingen zijn aanzienlijk gedaald. En dat geeft financiële lucht. Aangemoedigd
door een nieuwe stimuleringsronde van de Federal
Reserve (stelsel van centrale banken) besteden
Amerikanen recentelijk aanmerkelijk meer. Eerder
vreesden we een terugval van de consumptie
vanwege de zware lastenverhogingen die per begin
2013 automatisch doorgevoerd dreigen te worden:
het zogenaamde ‘begrotingsravijn’ (ook bekend als
‘fiscal cliff’). Consumenten hebben in vijf jaar niet
zo’n positieve kijk op de toekomst gehad.
Bedrijven zijn heel wat meer onder de indruk van de genoemde ‘cliff’. Ze hebben hun
investeringen (buiten die in woningbouw) in het derde kwartaal teruggeschroefd en ze zijn ook
voorzichtig met inhuren van personeel. Er is hier echter ook een ‘upside’. De verwachting is dat
Amerikaanse politici het er niet op aan durven te laten komen en dat zij op het laatste moment de
‘cliff’ op z’n minst voor zich uit zullen schuiven voor 6 of 12 maanden. Bedrijven zouden dan
minder terughoudend kunnen worden. Bovendien verschaffen de beleidsmakers in Washington
zichzelf dan ruimte om te komen tot een geloofwaardig plan dat op middellange termijn de
tekorten terugbrengt. De CEO’s (topbestuurders) van een aantal grote bedrijven deden onlangs
hiertoe een dringende oproep. Met het beheersbaar maken van de overheidsfinanciën vermindert
de kans dat bedrijven onverhoeds met onaangename lastenverhogingen worden geconfronteerd.
Ook bevordert dit het consumentenvertrouwen. Dat zou de weg voor nieuwe
ondernemersinitiatieven pas echt vrijmaken. Verderop gaan we nader in op de ‘cliff’.
3
Herstel huizenmarkt VS gaat verder
Het beste nieuws komt
uit de huizenmarkt. De
verkoop van
nieuwbouwwoningen is
gestegen tot het
hoogste punt in 2½
jaar en de voorraad te
koop staande
woningen is nu
dermate laag dat
bouwers aan het
bouwen zijn geslagen.
De zogenaamde
‘housing starts’ zijn al
vijf kwartalen op rij
gestegen, waarbij de
groei afgelopen
kwartaal extra sterk
was. De huizenbouw is als percentage van de totale economie bescheiden, maar tal van andere
sectoren zijn er weer afhankelijk van en profiteren ook van een toenemende bouwactiviteit.
Chinese economie bodemt
De groei van de Chinese economie bedroeg in het derde kwartaal 7,4% jaar op jaar. Dat is een
erg hoog percentage, maar beleggers kijken vooral naar versnellingen of vertragingen en het was
al voor de zevende achtereenvolgende maal dat het groeitempo vertraagde. De laatst bekende
maandcijfers geven gelukkig aan dat de groeivertraging niet verder zal doorzetten. Vooral de
sterkere groei van de detailhandelsverkopen is gunstig.
Het suggereert dat de consumptie een sterkere
stuwfactor voor de economie wordt. Voor dit laatste is
ook alle ruimte want de inkomens stijgen al jaren
harder dan de bestedingen. Tot nog toe heeft het
gebrek aan sociale vangnetten en
oudedagvoorzieningen Chinezen altijd sterk
gestimuleerd te sparen, maar bij een hoger
welvaartspeil is het goed denkbaar dat de
spaargeneigdheid minder en daarmee het bestedingsniveau hoger wordt.
4
Recessie in Europa, maar export trekt aan
De Europese economie blijft intussen ernstig kwakkelen. Duitsland blijft veruit de sterkste
economie, maar minpunt is zwakke consumptie. De kans op een verbetering slinkt. Het is vooral
ongunstig dat de arbeidsmarkt niet verder verbetert. Het aantal vacatures daalt al enige tijd en
recent is voor het eerst ook het aantal banen gedaald. De bekende IFO conjunctuur-index is al 6
maanden op rij gezakt. Het conjunctuurbeeld voor Frankrijk verslechtert in nog sterkere mate. De
productie stagneert en ‘surveys’ als die van de centrale bank wijzen op een krimp in de komende
maanden. Bedrijven verkeren in een ongunstige concurrentiepositie als gevolg van de relatief
hoge lasten waaronder ze zuchten. Frankrijk is qua economische prestatie altijd een
middenmoter geweest binnen de zone, maar dreigt af te zakken. In de grote Zuid-Europese
landen blijft het onveranderd slecht gaan. Het bijzonder straffe bezuinigingsbeleid in Italië en
Spanje trekt een zware wissel op de bestedingen van burgers en bedrijven.
In Nederland - de zone’s vijfde economie’ - zijn de problemen minder groot, maar toch laat ook
hier de conjuncturele situatie sterk te wensen over. De particuliere consumptie is al 16 maanden
op rij gedaald en de koopbereidheid bevindt zich op bodemniveaus, zo meldde het CBS vorige
maand. Het is zeer de vraag of Nederlanders sindsdien een mindere sombere kijk hebben
gekregen, gezien de lawine aan pijnlijke maatregelen die het kabinet Rutte II in het vooruitzicht
stelt. Er is echter een lichtpunt dat te midden van al het sombere nieuws weinig aandacht heeft
gekregen. En dat is dat de export van de zone als geheel tot recordhoogte is gestegen. Deze
ontwikkeling kan mogelijk doorzetten. De concurrentiepositie is namelijk verbeterd dankzij de
euro. De handels gewogen koers van de eenheidsmunt is aanzienlijk lager dan in voorgaande
jaren en daardoor
zijn producten uit de
zone elders in de
wereld veelal
goedkoper
geworden. De export
legt vooralsnog
onvoldoende
gewicht in de schaal
om de economie uit
het slop te trekken,
maar dat kan
veranderen wanneer
de economieën in
andere delen van de
wereld weer wat aan
dynamiek winnen.
5
Bezuinigingen niet altijd de oplossing
Er is dus reden voor enig optimisme. Tegelijkertijd blijven de neerwaartse risico’s voor de
economie groot. En dat is niet in het minst door het begrotingsbeleid. Dat remt vooral in de
Eurozone en het Verenigd Koninkrijk de economie ernstig. Dat overheden aan het bezuinigingen
zijn, is op zich logisch. In de afgelopen jaren zijn tekorten en schulden hoog opgelopen en die
ontwikkeling moet gekeerd worden. Het is echter van groot belang om met verstand te
bezuinigingen. En dat begint met een juiste analyse. Het punt is dat de stijging van de
overheidsschulden niet de oorzaak maar het gevolg is van de economische en financiële crisis die zijn oorsprong vond in de VS, maar ook hier in Europa hard heeft toegeslagen. Eerder
leefden huishoudens in de VS en in grote delen van Europa (Verenigd Koninkrijk, Spanje, Ierland,
Griekenland) boven hun stand. Ze konden zich dat permitteren door veel te lenen, daartoe
geholpen of zelfs aangezet door ruimhartige banken. De lage rente vormde een extra stimulans.
De stijging van de huizenprijzen en de verwachting van verdere stijging vormden hierbij veelal
een centraal element.
In 2008/2009 barstten de luchtbellen en zagen overheden hun
belastinginkomsten teruglopen en hun uitgaven stijgen. Ook de redding
van banken en later de redding van een land als Griekenland kostte erg
veel geld. De private sector zette in reactie de tering naar de nering. Dat
betekent terughoudend bestedingsgedrag en dus een zwakke
economische groei in de westerse wereld. Beperking van de
kredietverstrekking door banken – mede vanwege hogere buffervereisten
– droeg er ook aan bij. Als dan overheden in reactie op hun hogere schulden ook nog budgettair
verkrappen, gaat de onvermijdelijke fase van zwakke economische groei over in een soms zware
recessie. Dat zien we in extreme mate in Zuid-Europa. Het wrange bijeffect daarvan is dat
ondanks de bezuinigingen de tekortdoelstellingen in de verste verte niet gehaald worden, omdat
het Bruto Binnenlands Product (BBP) daalt.
IMF schrikt van eigen onderzoeksresultaten
Het besef dat overheden met bezuinigingen zichzelf in de voet
kunnen schieten, wint terrein. In een recente studie komt het
Internationaal Monetaire Fonds (IMF) tot de conclusie dat
bezuinigingen vooral hard kunnen uitpakken indien landen geen
compenserende verruiming van de monetaire condities
doorvoeren. Dat geldt nu ook voor de eurozone waar de ECB wel
al een lage rente hanteert, maar niet de economie extra wil stimuleren door de geldhoeveelheid
te vergroten (i.t.t. de Fed, de Bank of England en de Bank of Japan). Bovendien hebben in het
Zuiden van Europa de landen geen ontsnappingsroute via een wisselkoersdevaluatie. Het IMF
komt tot de conclusie dat in Europa een reductie van het begrotingstekort van 1% geen 0,5%
economische groei kost zoals altijd gedacht, maar 0,9% á 1,7%. Deze veel groter dan gedachte
6
‘begrotingsmultiplier’ is voor het instituut reden te waarschuwen voor rigoureuze korte termijn
bezuinigingen en dat is opmerkelijk voor een organisatie die
altijd heeft gehamerd op een harde aanpak van excessieve
tekorten. Het accent verschuift naar een beleid dat gericht is
op een gestage gezondmaking van de overheidsfinanciën
over meerdere jaren. Daar zijn in het verleden veel
succesvollere ervaringen mee opgedaan, zo blijkt ook uit een
(andere) studie van het IMF.
De donorlanden in Noord-Europa willen daar echter nog niet aan. Ze houden vast aan het recept
van scherpe bezuinigingen in de probleemlanden. Het zal de oplossing echter niet gaan brengen,
vrezen wij. We blijven geloven in een stabiele muntunie, maar de weg er naar toe zit vol valkuilen
zo is zoetjes aan wel duidelijk.
Te vermijden: een begrotingsravijn
Bezuinigingen in extreme vorm dreigen in de VS. Bij ongewijzigd beleid worden per begin
volgend jaar de belastingen verhoogd en verlengde werkloosheidsuitkeringen stop gezet. Eén en
ander is het ongelukkige gevolg van het tegelijkertijd aflopen van een programma van
belastingverlichting van oud-president Bush en van het aflopen van Obama’s herstelprogramma.
Daarnaast zal de overheid de uitgaven automatisch verminderen (vooral defensie) als uitvloeisel
van het compromis dat verleden jaar augustus voorzag in verhoging van het schuldenplafond,
waardoor een direct faillissement van de overheid werd afgewend. Het totale bedrag van ‘fiscale
verkrapping’ van ongeveer $ 600 mrd (4½% van het BBP) is dermate groot dat het de economie
meteen in recessie zou brengen. We gaan ervan uit dat de
Amerikaanse politici dat niet voor hun verantwoordelijkheid willen
nemen en elkaar te elfder ure zullen vinden in een compromis dat het
onheilsmoment in elk geval vooruitschuift. Dat schept ruimte om
maatregelen te nemen die de overheidsfinanciën op het goede spoor
zetten. En dat is wel nodig. Het begrotingstekort was het afgelopen
fiscale jaar maar weinig lager dan het recordtekort twee jaar eerder. En
die tekorten moeten wel blijvend gefinancierd kunnen worden.
Om het vertrouwen van beleggers vast te houden, is een perspectief van structureel betere
overheidsfinanciën een vereiste. Een groot probleem is dat het grootste deel van de uitgaven
voortvloeit uit aanspraken op het gebied van sociale voorzieningen, pensioen en
gezondheidszorg. En die ‘verplichte’ uitgaven zullen de komende jaren bovendien veel harder
stijgen dan de zogenaamde ‘discretionaire’ (zie grafiek). Beperking van de aanspraken is
derhalve onontkoombaar. Vooral voor de Democraten is dat een hele zure appel. Daarnaast is
belastingverhoging onvermijdelijk. De totale inkomsten van de overheid bedragen 32% van het
BBP en dat is gezien de grootte van de tekorten onverantwoord laag. Ter vergelijking: het
7
gemiddelde voor de eurozone is 45%. Met hogere belastingen hebben Republikeinen hun eigen
zure appel. Voor beide partijen is een compromis niet leuk, maar het is wel beter dan met open
ogen het ‘begrotingsravijn’ in te rijden.
8
Risicopremie voor Europese aandelen
Zorgen genoeg voor beleggers. Moeten ze vanwege alle onzekerheden op ‘safe spelen’ en in het
algemeen risicovollere beleggingen als aandelen mijden? Dat hangt onder andere af van de
persoonlijke situatie, risicohouding, beleggingshorizon, maar ook van de vraag hoeveel risico
reeds door de markt ingeprijsd wordt ten opzichte van risiocovrije beleggingen. We hebben het
dan over de zogenaamde aandelenrisicopremie. Uit het dividend verdisconteringsmodel van
Gordon (een andere dan de Nederlandse artiest met die naam) kan worden afgeleid dat het
geëiste rendement op aandelen gelijk is aan het dividendrendement plus de lange termijn groei
van het dividend. Als we daar dan de risicovrije rente van af halen, weten we de
aandelenrisicopremie.
In bijgaande grafiek zijn twee varianten van de aandelenrisicopremie weergegeven.
Hierbij zijn we ervan uit gegaan dat de lange termijn groei van het dividend gelijk is aan de
potentiële groei van het BBP (als dat niet zo is stijgt of zakt de winstaandeel in het BBP
structureel en daar gaan we niet van uit). We nemen dan een percentage van 3,5%: 1,5% reële
9
BBP-groei (gelijk aan wat de OECD als jaargemiddelde hanteert voor de potentiële groei op
langere termijn) en een inflatie van 2% (de bovengrens van wat de ECB nog aanvaardbaar acht).
Bij de blauwe lijn hebben we als risicovrije rente de Duitse rente op Bunds (overheidsobligaties)
genomen. We zien dat die risicopremie bijzonder hoog staat. Het betekent dat er veel risico
ingeprijsd is. Criticasters zullen echter zeggen dat dit geen eerlijke voorstelling van zaken geeft.
Het probleem is namelijk dat de Duitse obligaties sinds het voorjaar van 2010 sterk in koers zijn
gestegen (en omgekeerd de rente gedaald) omdat beleggers vanwege de euroschuldencrisis hun
toevlucht in Bunds zochten. De Duitse rente staat derhalve dermate laag dat het de vraag is of
die nog wel representatief is voor de risicovrije rente. Vandaar dat we ook een
aandelenrisicopremie hebben afgebeeld op basis van de gemiddelde Europese rente. Het
verloop van deze rente wijkt sinds het voorjaar van 2010 – toen de eurocrisis met de Griekse
problemen begon - sterk af van de Duitse rente.
De oranje lijn in de grafiek toont de aandelenrisicopremie op basis van die gemiddelde Europese
rente. En we zien dat ook die risicopremie historisch nog erg hoog is. Alleen ten tijde van de grote
kredietcrisis in 2008/2009 was de premie duidelijk hoger. Met andere woorden: er is veel
narigheid ingeprijsd.
Zeker, er is weinig zeker, maar de hoge risicopremie geeft aan dat de grote onzekerheden
waarmee we te maken hebben niet automatisch betekenen dat de vooruitzichten voor de
aandelenmarkten slecht zijn. Het is maar even dat u het weet.
10
COLOFON SNS Securities NV Nieuwezijds Voorburgwal 162 1012 SJ Amsterdam Postbus 235 1000 AE Amsterdam T +31 (0)20 550 84 96 E [email protected] snssecurities.nl Editie 14, November ‘12
Disclaimer De in dit document aangeboden informatie is opgesteld door SNS Securities NV (SNS Securities). De in dit document aangeboden informatie is bedoeld als informatie in algemene zin en is niet toegespitst op uw persoonlijke situatie. De informatie mag daarom nadrukkelijk niet beschouwd worden als een advies of als een voorstel of aanbod tot 1) het aankopen of verhandelen van financiële instrumenten en/of 2) het afnemen van beleggingsdiensten noch als een beleggingsadvies. Beslissingen op basis van de informatie uit dit document zijn voor uw eigen rekening en risico. De informatie en de voorwaarden die van toepassing zijn op beleggingsdiensten verleend door SNS Securities kunt u vinden in de Voorwaarden Effectendienstverlening SNS Bank N.V. Hoewel SNS Securities tracht juiste, volledige en actuele informatie uit betrouwbaar geachte bronnen aan te bieden, verstrekt SNS Securities expliciet noch impliciet enige garantie dat de aangeboden informatie in dit document juist, volledig of actueel is. SNS Securities aanvaardt geen aansprakelijkheid voor druk- en zetfouten. De in dit document opgenomen informatie kan worden gewijzigd zonder voorafgaand bericht. SNS Securities is niet verplicht de hierin opgenomen informatie te actualiseren of te wijzigen. SNS Securities aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid ten aanzien van enige schade (met inbegrip van gederfde winst), die op enigerlei wijze voortvloeit uit de informatie die u in dit document wordt aangeboden of het gebruik daarvan. SNS Securities, of de rechthebbende, behoudt alle rechten (waaronder auteursrechten, merkrechten, octrooien en andere intellectuele eigendomsrechten) met betrekking tot alle in dit document aangeboden informatie (waaronder alle teksten, grafisch materiaal en logo’s). Het is toegestaan de informatie uit dit document te kopiëren of op enigerlei wijze openbaar te maken, te verspreiden of te vermenigvuldigen mits daarbij de bron (SNS Securities) wordt vermeld.