StageAnna Hogenhuis DBKV jaar 217/01/2015

Inhoudsopgave

Inleiding blz.3Stage plan blz.4 t/m 6Competentielogboek blz.7 t/m 12Videocompilatie blz. 13Feedback blz. 14 t/m 24Onderzoek rapportage blz. 25 t/m 27Terugblik en vooruitblik blz. 28 t/m 32

Inleiding

Ik heb dit jaar stage gelopen op het RSG Magister Alvinus in Sneek. Het is een grote middelbare school met alle niveaus. Van vmbo tot gymnasium. De school is snel gegroeid in de laatste jaren daarom hebben ze nu niet alleen het hoofd gebouw maar ook een bijgebouw Malta verderop in de straat waar de eerste klassen veel les hebben. De school heeft 3 verdiepingen en ontelbaar veel lokalen. Het hoofdgebouw bestaat uit en oud en een nieuw gedeelte. Het is een school met een goede en vriendelijke sfeer.

VisieRSG wil leerlingen uitdagen met afwisselend en kwalitatief goed onderwijs, waardoor elke leerling gestimuleerd wordt optimaal te presteren en zijn talenten te ontwikkelen. RSG wil een hechte gemeenschap vormen met een lerende, professionele cultuur, waarin leerlingen en medewerkers verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van het eigen functioneren en zich committeren aan de waarden van onze school. RSG staat midden in de samenleving en helpt mee de wereld beter te maken door vanuit de openbare identiteit een actieve invulling te geven aan democratisch burgerschap, sociale integratie en duurzaamheid. De leerlingbegeleiding is gericht op het welbevinden van de leerlingen, zodat leerlingen optimaal kunnen presteren in een veilige leeromgeving. RSG zorgt voor een efficiënte organisatie en een stimulerende werkomgeving met een goede interne en externe communicatie. RSG biedt een breed aanbod van onderwijsmogelijkheden aan, zodat zij als brede scholengemeenschap van meerwaarde is voor de leerlingen, ouders en medewerkers.

http://www.rsg-sneek.nl/index.php/algemeen.html

Ik ga stagelopen bij 2 coaches. Op woensdag bij Ryanne Zwiers en op donderdag bij Marjolein van der Meer. Marjolein gaat na de vakantie met zwangerschapsverlof dan ga ik bij Jorieke Wessels meelopen.

StageplanPersoonlijke gegevens

Naam student : Anna Richtje HogenhuisAdres : Oudebildtdijk 876 9079NG Sintjacopiparochie

Telefoonnummer :0626818090 Vak:DBKVE-mail adres :Hoge1303@student.nhl.nl

Naam stageplek : Magister AlvinusAdres : RSG Magister Alvinus Almastraat 58601 EW SNEEK

Tel.nr. hoofdlocatie : Tel 0515- 429760Eventueel locatie :

Naam coach : Ryanne ZwiersAdres :Telefoonnummer :Email-adres : R.zwiers@rsg-sneek.nl

Eventuele 2e coach : Marjolein van der Meer

Naam instituutsbegeleider: Tel.nr. stage-coördinator dBKV: 06-40408910Email-adres :

POPBetere lessen geven.Specifiek: Waar ik aan wil werken is betere lessen geven dan vorig jaar. Ik heb vorig jaar geen eigen lessen gegeven omdat daar weinig ruimte voor was. Ik wil lessen gaan geven waarbij ik rekening houd met het niveau van de leerling, een les die origineel is en niet uit een boekje komt en een les die binnen de kerndoelen van de school passen.Meetbaar: Wanneer ik mijn doel heb bereikt heb ik aan het einde van mijn stage lessen gegeven die goed zijn gekeurd door mijn stage coach. En goed zijn uitgevoerd.Activerend: Om dit doel te bereiken ga ik met mijn coach in gesprek om te bespreken welke klassen in les mag geven en wat de kerndoelen van de school zijn en waar de lessen aan moeten voldoen. Dan maak ik een lesformulier voor mijn les en kaat ik deze door mijn stagecoach keuren. Als deze goed is ga ik een prezi maken die bij de les past. Deze laat ik ook keuren door mijn coach en als dat allemaal goed is ga ik de les geven.Realistisch: Ik denk dat dit doel zeker haalbaar is voor mij omdat op deze stage word verwacht dat je zelf lessen gaat geven en ik denk dat mijn coach me daar ruimte voor geeft. Ik zal veel om feedback vragen om mijn lessen beter te ontwikkelen. Ook zal ik leerlingen vragen wat ze er van vonden zodat ik dit ook in de lessen kan verwerken.Tijdsplanning: Deze stageperiodecompetentie: 13.2 , 14.1 en 14.2Hoe houd ik rekening met de verschillen tussen leerlingen.Specifiek: Wat ik graag wil ontwikkelen is dat ik de individueel behandel en dat ik rekening kan houden met de verschillen tussen de leerlingen. Meetbaar: Mijn doel is bereikt wanneer ik rekening kan houden met de verschillen tussen leerlingen en ze kan helpen of lesgeven of motiveren op een manier die bij hun past. Zo word er ook aan hun behoeftes voldaan. Activerend: Om dit doel te bereiken ga ik aan het begin van mijn nieuwe stage periode aan mijn stage coach aan geven dat dit een leerpunt voor mij is en of zij tijdens de stageperiode hierop wil letten en ook feedback wil geven met tips. Aan het begin van mijn stage periode ga ik dan beschrijven en bespreken met mijn stagecoach hoe ik de leerlingen motiveer en enthousiast kan maken op een manier die bij elke leerling past en sommige leerlingen nodig hebben. Realistisch: Door ervaring op te doen en feedback te ontvangen is dit doel zeker haalbaar. De middelen die ik hier voor nodig ben is een stagecoach die mij feedback kan geven op dit leerpunt en ik de mogelijkheden krijg om hier ervaring mee op te doen. Ik ga aan het begin van mijn stage periode hier bewust mee om. Wanneer ik feedback heb ontvangen wordt er een reflecterende houding van mij verwacht.Tijdsplanning: Dit ga ik tijdens mijn stageperiode uitvoeren.

Competentie 9 en 10

PlanningWeek 47 voor het eerst naar mijn stage adres. Gesprek met mijn stage coach. Vragen stellen over de regels van de school.week 48 observeren van de klas en de lessen die de leerlingen krijgen. Observeren hoe coach omgaat met de leerlingen. Opzet voor lesontwerp maken, werken aan zelf bedachte lessen.week 49 Maken van een lesontwerp en bespreken met mijn stage coach, feedback vragen en de opdracht bijstellen. Helpen in de klas. Een les geven.week 50 Lesontwerp definitief maken en bespreken met stage coach. Afspraak maken wanneer ik het kan uitvoeren. Helpen in de klas. Les geven.week 51 Uitvoeren van het lesontwerp. Feedback vragen van de stage klas, mijn stage coach en mijn stagebegeleiders.week 2 Uitvoeren van het lesontwerp. Feedback vragen van de stage klas, mijn stage coach en mijn stagebegeleiders.week 3 Mijn opdracht afronden en bespreken met mijn stage coach en stage klas hoe het ging wat ze er van vonden en wat beter kan.

Competentielogboek

Bijlage 3 : Competenties project 6 stage dBKV periode 2 met de indicatoren op hoofdfase niveau 2

1. Artistiek competent

De kunstvakdocent kan als kunstenaar met een eigen visie artistiek werk creëren en het artistieke proces inclusief een breed scala aan ambachtelijke kennis en instrumentele vaardigheden toepassen in onderwijs waardoor lerenden de betekenis van kunst ervaren, geïnspireerd raken en een eigen artistiek proces doorlopen.

Creëren

De beginnend kunstvakdocent:4. Gebruikt vakinhoud en didactische kennis en vaardigheden, in samenhang met onderwijsdoelen, om een creatief proces bij lerenden te realiseren. Dit heb ik gedaan door lessen te geven. De leerlingen werken met thema’s uit het boek arti. Bij dit thema heb ik opdrachten bedacht en gekoppeld aan leerdoelen. Ik heb er lesformulieren van gemaakt en ik heb er prezi’s bij gemaakt. Dit heb ik laten zien aan mijn stage coach, aangepast waar het nodig was en de lessen aan de leerlingen gegeven.2. Pedagogisch-didactisch competent

De kunstvakdocent beschikt als docent over de juiste pedagogische en didactische kennis en vaardigheden om op professionele wijze voor de individuele lerenden en voor groepen lerenden waarmee hij werkt, een veilige en krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin hij hen begeleidt hun mogelijkheden en ambities te ontdekken en ontwikkelen.

Pedagogisch

De beginnend kunstvakdocent:9. Houdt rekening met verschillen tussen leerlingen m.b.t. persoonlijkheid, leervermogen, motivatie en/of culturele en sociale achtergrondIn veel klassen zijn leerlingen die niet goed leren en mee werken in de klas. Ik heb aan het begin van mijn stage geobserveerd. Ik heb kenmerken van bepaalde leerlingen opgescreven en met mijn stagecoach besproken. Daaruit bleek dat sommige leerlingen moeilijk leren maar dat er ook leerlingen zijn die moeite hebben met de samenstelling van hun klas. Dit is zo ook met BK1B een moeilijke klas met drukke leerlingen. De leerlingen zijn meer met elkaar bezig dan met hun opdrachten. Ze zijn constant bezig met op elkaar reageren. Daarom heb ik tijdens een les leerlingen uit elkaar gezet of leerlingen extra hulp aangeboden en dit werkt goed. Het verbeterd het leren en de werksfeer.

10. Bereidt met behulp van een lesformulier een les voor en voert deze uit, waarbij hij rekening houdt met zaken als sfeer, organisatie, opdrachten, materialen en de inrichting van de ruimte.(lesformulier)

De beginnend docent beeldende kunst en   vormgeving: 9.1. houdt rekening met de persoonlijke kenmerken en achtergronden van de lerende

In veel klassen zijn leerlingen die niet goed leren en mee werken in de klas. Ik heb aan het begin van mijn stage geobserveerd. Ik heb kenmerken van bepaalde leerlingen opgescreven en met mijn stagecoach besproken. Daaruit bleek dat sommige leerlingen moeilijk leren maar dat er ook leerlingen zijn die moeite hebben met de samenstelling van hun klas. Dit is zo ook met BK1B een moeilijke klas met drukke leerlingen. De leerlingen zijn meer met elkaar bezig dan met hun opdrachten. Ze zijn constant bezig met op elkaar reageren. Daarom heb ik tijdens een les leerlingen uit elkaar gezet of leerlingen extra hulp aangeboden en dit werkt goed. Het verbeterd het leren en de werksfeer.

10.1(&2). Kan kenmerken van een activerende leeromgeving benoemen en kan enkele activerende werkvormen inzetten in zijn lessen om zelfstandigheid en/of samenwerking tussen leerlingen te bevorderen.Ik heb op mijn stage gewerkt aan samenwerkend leren. Hierbij wou ik onderzoeken of samenwerkend leren invloed heeft op de sociale ontwikkeling van de leerlingen. Dit heb ik gedaan door verschillende methodes toe te passen van samenwerkend leren zoals check in duo’s of genummerde hoofden. Dit zijn vormen die goed en makkelijk toe te passen zijn in lessen en waarbij de leerlingen werken aan sociale vaardigheden.

10.3. Kent de basiseisen van een veilige en optimale leer-/werkomgeving en kan deze toepassen tijdens binnen een les. de leerlingen moeten een goed en veilig gevoel hebben in het lokaal. De leerlingen moeten normaal met elkaar omgaan en elkaar niet van het werk afhouden. Dit vind ik erg belangrijk in mijn lessen en ik zorg er ook voor dat dit gebeurt. Mijn stage coaches zijn ook mentors van klassen en bij mentor uren heb ik ook gezeten. Deze lessen gingen over pesten en welke rol heb je daar in en over hoe ga je met elkaar om. Dit vond ik erg leerzaam om te zien hoe leerlingen daar over denken.

Didactisch

De beginnend kunstvakdocent:13. Formuleert lesdoelen en past deze toe in een les(senreeks) (Lesformulier)

14. Biedt eenvoudige organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen aan die de leerdoelen en leeractiviteiten van onderwijs in kunstvakken ondersteunen.Ik maak voor de les altijd een lesformulier met de lesverloop en lesdoelen. Ook maak ik altijd een prezi die laat ik zien in de les. Daarin zet ik wat we deze les gaan doen en hoelang ze overal voor hebben. Daarna schrijf ik het corvee op het bord. Zo weten ze leerlingen precies wat ze moeten doen en wat ze kunnen verwachten.

De beginnend docent beeldende kunst en   vormgeving: 13.1. Ontwerpt lesdoelen voor eenvoudige vaklessen of cursussen die zijn afgestemd op de overkoepelende doelen zoals die worden gehanteerd door de school of educatieve instelling.Deze school werkt met het boek ARTI, van dit boek gebruiken ze de thema’s maar bedenken binnen de thema’s zelf opdrachten. Dit moest ik dus ook doen. Er was een klas

bezig met architectuur. Een klas laat een kametje maken van hout ik kubistische stijl en met de andere klas ga ik 2 puntperspectief tekenen.

14.1. ontwerpt, plant en voert lesopdrachten uit met behulp van vooraf gestelde lesdoelen. Dit staat allemaal in mijn les formulier. Ik bedenk een opdracht die ik wil doen. Zet ik in een lesformulier en voor de aanvulling maak ik een prezi waar alle informatie voor de leerlingen instaat.

(lesformulier)

14.2. Ontwerpt en gebruikt eenvoudig didactisch en methodisch materiaal vanuit kennis over het schoolvak.Er word gebruik gemaakt van het boek ARTI en de lessen worden zelf bedacht. Er word wel rekening mee gehouden of de leerlingen met verschillende materialen hebben gewerkt. Dit word goed afgewisseld. De ene opdracht word er met klei gewerkt, in de andere opdracht met ijzerdraad of er word getekend. Handvaardigheid en tekenen word afgewisseld.3. Interpersoonlijk competent

De kunstvakdocent heeft als docent en kunstenaar het vermogen een prettig leer- en werkklimaat te creëren waarin hij oog heeft voor persoonlijke relaties en waarin op een coöperatieve en constructieve manier door betrokkenen wordt gecommuniceerd en samengewerkt.

Communicatief

De beginnend kunstvakdocent:17. herkent groepsdynamische processen binnen een lessituatie en kan deze analyseren en hierop reflecteren.Ik heb verschillende klassen, veel klassen zijn leuk met elkaar en luisteren en werken goed. Ik heb ook 2 klassen waarbij de leerlingen meer met elkaar bezig zijn dan met de les. In deze klassen is het verstandig sommige leerlingen uit elkaar te zetten of leerlingen eruit te sturen. Dit zorgt voor rust.

18. Communiceert op passende wijze met lerenden en past stem- en taalgebruik aan op het niveau en de achtergronden van de doelgroep. Communiceert op respectvolle wijze met collega’s en werkveld. Ik ben gewend dat leerlingen netjes naar de docent luisteren en als de docent om aandacht vraagt dat je gewoon je mond houd. Dit was bij mij op stage anders. Ik was in het begin erg voorzichtig met het verheffen van mijn stem maar ik heb hier geleerd dat je duidelijk moet praten en niet bang moet zijn je stem te verheffen.

Ook heb ik geleerd dat je niet elke klas of leerling hetzelfde kunt behandelen. Sommige klassen hebben meer aandacht nodig en moet je op een andere manier benaderen. Bij sommige klassen moet je even een praatje maken met de leerlingen, zodat de leerlingen even zijn verhaal kwijt kan en daarna weer rustig verder kan werken.20. Kan zijn eigen interesse voor kunst en cultuur onder woorden brengen en overbrengen op lerenden. Dit laat ik bij elke les die ik maak. Ik bedenk zelf de les en bedenk hoe ik het aan de leerlingen over wil brengen. Hierbij laat ik mijn eigen interesse in kunst ook zien. Ik bedenk lessen met dingen die ik zelf ook leuk vind. Zo heb ik leerlingen portretjes laten

maken van verschillende kunst stromingen en heb ik daar ook zelf uitleg over gegeven. Dit is mijn eigen interesse en dit wil ik op hun overbrengen.

Samenwerken

De beginnend kunstvakdocent:21/22. Werkt constructief samen met anderen binnen een educatieve setting.Ik heb over mijn lessen veel contact met mijn stagecoach. Ik bedenk zelf de lessen en leg het aan mijn coach voor zij kijkt of het geschikt is en of er nog wat moet veranderen. En dan mag ik de les geven. Ook het ik het met Anne vaak over stage. Over dingen die opvielen of vragen die we aan elkaar hebben.

23. Heeft een onderzoekende houding ten aanzien van de eigen kwaliteiten, beperkingen en rol in een samenwerking en vraagt anderen om feedback over het eigen functioneren.Ik vind lesgeven erg leuk en ben erg nieuwsgierig naar verschillende manieren van lesgeven. Soms zie ik dingen waarvan ik denk dat die handig zijn en pas ik dat toe in mijn eigen les. Ik krijg elke les feedback van mijn coach. Dit bespreken we samen en verwerk ik de feedback van mijn stagecoach en verbeter mijn les elke keer weer.

4. Omgevingsgericht competent

De kunstvakdocent kan als docent en cultureel ondernemer relevante ontwikkelingen in de samenleving signaleren en onderzoeken en ziet daarin de kansen en mogelijkheden om op een zakelijke en georganiseerde wijze de verbinding te leggen met zijn leer- en werkomgeving.

Omgevingsgericht

De beginnend kunstvakdocent:

24. Weet hoe de organisatiestructuur van de school of educatieve instelling eruit ziet en welke rol hij daarin zelf speelt.Aan het begin van de stage heb ik een korte uitleg gekregen van de school en hoe deze school werkt. Van mijn stage coach heb ik nog uitleg gekregen over de kunst lessen en hoe ze te werk gaan.

26. Ontwerpt lessen waarin kunstbeschouwelijke en/of kunsthistorische elementen zitten.De lessen op mijn stage adres worden bedacht aan de hand van thema’s uit het boek ARTI. De lessen worden zelf bedacht door de kunst docenten. Dit moest ik dus ook doen. Ik heb het thema architectuur toegewezen gekregen. De leerlingen moesten van mij een kamer maken en daar meubels in plaatsen. Deze meubels moesten kubistisch zijn omdat ze ook een verslag over kubisme moesten inleveren. In mijn prezi heb ik informatie over het kubisme verwerkt wat de leerlingen weer konden gebruiken voor hun verslag.Cultureel ondernemen

De beginnend kunstvakdocent:27. Neemt initiatief om contact met het werkveld te leggen en benut mogelijkheden om eenvoudige producten, activiteiten of diensten voor de onderwijsmarkt te ontwikkelen.

Ik mocht op stage zelf aangeven wanneer ik lessen wou geven. Dit was best spannend omdat ik nu hele lessen zelf moest gaan bedenken. Het is erg goed gegaan en de leerlingen vonden de lessen ook erg leuk.Ook was er een kerstmarkt op mijn stage coach en ik mocht helpen. De leerlingen moesten zelf dingen maken wat ze dan weer op de kerstmarkt verkochten. Dit was een groot succes en het was ook ontzettend leuk om te doen en om mee te helpen.

29. Levert een actieve bijdrage aan een gezamenlijk project of product en staat open voor andere ideeën en inbreng.Hiervoor wil ik de kerstmarkt gebruiken. De leerlingen moesten zelf dingen maken die ze op de kerstmarkt weer verkochten. Er waren verschillende groepjes met leerlingen en ik heb verschillende groepjes geholpen met het maken van dingen. Dit was erg leuk om te doen en leuk om te zien hoe leerlingen zelf hun idee bedachten en uitwerkten en later verkochten. De leerlingen waren trots op hunzelf als ze zagen wat ze uiteindelijk hadden verdient.5. Kritisch-reflectief competent

De kunstvakdocent heeft als startbekwaam beroepsbeoefenaar een kritische en onderzoekende houding richting zijn eigen (kunst)pedagogische en artistieke handelen, beroepsopvattingen en persoonlijke concepten en kan deze systematisch bijstellen ten bate van zijn persoonlijke en professionele ontwikkeling.

Reflectief

De beginnend kunstvakdocent:30. Kan enkele reflectiemiddelen hanteren (KBS, reflectiecyclus/ui-model Korthagen, STARR) om terug te blikken op het eigen handelen en op de eigen competentieontwikkeling. Kan een SWOT-analyse maken ten aanzien van de eigen professionele ontwikkeling en zet deze in ten behoeve van de eigen competentieontwikkeling.

(sterkte zwakte analyse)

31. Gebruikt verschillende methodieken (bv. intervisie, evaluatie, feedback) om te reflecteren op zijn eigen handelen en koppelt de uitkomsten aan de eigen competentieontwikkeling. Ik probeer zoveel mogelijk te reflecteren op mijn stage. veel doe ik dat met mijn stage coach. Ook doe ik dat met Anne die ook stageloopt op het Magister Alvinus. Ook ga ik naar intervisie maar daarvoor heb ik met klasgenoten en ook critical friends situaties besproken.De beginnend docent beeldende kunst en vormgeving:31.1. Kan zelfstandig een eenvoudig ontwikkelingstraject beschrijven (POP) en grotendeels zelfstandig uitvoeren en monitoren.

(pop)

31.2. Kan met behulp van feedback van anderen verschillende beroepsopvattingen herkennen en deze betrekken op het eigen handelen. Kan onder begeleiding en met behulp van feedback van anderen het eigen handelen in de beroepspraktijk beoordelen op (kunst)pedagogische waarde en effectiviteit.Na mijn feedback weet ik dat docentschap iets is wat mij vrij natuurlijk afgaat. Ik ben niet bang om voor een klas te staan. ik vind het erg leuk om te doen. Ik vind het leuk om leerlingen nieuwe dingen te leren maar ook om met leerlingen te werken. Na feedback heb ik ook geleerd dat ik nog wel aan mezelf moet werken en dat ik er nog niet ben. Ik moet aan mijn mimiek werken. Dit ga ik ook zeker doen de komende stage periodes.

Groei en vernieuwing

De beginnend kunstvakdocent:32. Heeft een kritische en onderzoekende houding gericht op vakinhoudelijke vernieuwing en doorgroei.Ik ben mezelf bewust van mij goede kwaliteiten. Ik kan goed en duidelijk uitleggen ik kan goed orde houden en ik kan prima lesgeven. Ik weet daarentegen ook waar het mis gaat en waar ik zeker nog aan moet gaan werken. Ik moet goed letten op mijn mimiek en hoe ik op leerlingen overkom. Dit heb ik in lessen verwerkt en aan gewerkt maar dit zal ik verder ontwikkelen.

34.1. kan op methodische wijze en met behulp van een onderzoeksplan een eenvoudig ontwerponderzoek uitvoeren.Dit vond ik moeilijk. Ik vond het moeilijk om de juiste lessen hiervoor te ontwerpen omdat samenwerken weinig voor beeldende vakken word gebruikt. Ik heb uiteindelijk een les ontworpen en aan een aantal klassen gegeven en hier mijn onderzoek mee gedaan. Dit is me gelukt maar ik zou er nog aan willen werken omdat het in de komende jaren weer terug komt.

34.2: Kan over de resultaten van een eenvoudig ontwerponderzoek rapporteren en op deze resultaten reflecteren.Dit heb ik in mijn ontwerp onderzoek gedaan. Het beginnen van het onderzoek was moeilijk. Reflecteren op de resultaten was voor mij een stuk makkelijker omdat die er gewoon waren en ik na mijn verwachtingen kon gaan reflecteren. Ik vind het onderzoek geslaagd. Het had beter gekund maar ik heb voor zover in heb kunnen onderzoeken ondervonden dat samenwerkend leren stimuleert tot sociale ontwikkeling. Ik heb ook ondervonden dat mijn rol van docent is veranderd bij dit onderzoek en dat resultaat vind ik nog veel interessanter dan het resultaat van het samenwerkend leren.

Videocompilatie

Ik heb me laten filmen door Anne omdat ik feedback had gekregen dat ik op mijn mimiek moest letten. Ik kijk van mezelf heel serieus en dat kan invloed hebben op de leerlingen. Ik probeer mijn mimiek zo vriendelijk te houden en leerlingen positief te motiveren. Ik moet vaak om de aandacht vragen bij deze klas dus mijn geduld op de proef gesteld maar dat laat ik niet merken.

Feedback

Feedback Ryanne

Als de klas stil is begin je.Je vraagt aan de klas of ze weten wat perspectief is. En dat de leerlingen een tekening gaan maken in 2pnt perspectief. Aan de hand van een afb. op de beamer leg je uit hoe de leerlingen dit moeten doen.Je laat je eigen gemaakte voorbeeld zien, je maakt de leerlingen enthousiast hiermee.Je corrigeert een aantal meiden, met een waarschuwing.

Wat gaan we doen> samen oefenen. Jij op bord ll. in dummy. Daarna gaan de ll. het in het groot maken. Wat hebben ze nodig. De ll. hebben tijd om hun spullen te pakken. Er zijn te weinig linialen. Dit heeft even tijd nodig. De leerlingen zijn een beetje onrustig. Je wil graag dat ook de leerlingen achterin goed meedoen.De leerlingen moeten naar het bord kijken. Uitleg wat is horizon, daarna tekenen de leerlingen de horizon. Je zet een leerling aan een andere tafel. De verdwijnpunten worden getekend ect…. Je loopt langs de tafels om te kijken of het goed gaat en helpt waar het moet. Sommige ll. vinden het lastig. Wat moet blijven en wat gum je nou uit? Hoe teken je nou precies het andere gebouw? Welke lijnen teken je, waarheen?Je komt erachter dat veel leerlingen dezelfde vraag hebben. Je legt het nog een keer klassikaal uit. Nog steeds vinden een paar leerlingen het moeilijk. En hebben nog extra uitleg nodig. 2e lesuur> je gaat verder. Je wil vingers zien die hulp nodig heeft. Je doet nog 1 gebouw voor op het bord. De leerlingen die het begrijpen mogen verder in de dummy, en ev. Nog 1 maken. Maar het moet wel stil zijn. Het wordt niet echt heel stil. Je helpt de leerlingen die meer hulp nodig hebben.Om 12.08 uur vraag je aan de klas hoe ze de les vonden. De leerlingen vinden het leuk en ook wel moeilijk. Een leerlingen vond het op het end een beetje saai. Je legt uit wat ze de volgende week gaan doen. Je geeft de leerlingen een complimentje dat er goed gewerkt is en dat ze goed geluisterd hebben. De ll. moeten hun eigen spulletjes en linialen zelf opruimen.

Feedback Marjolein en Anne

Feedback Josien

Lesevaluatieformulier

Naam lesgever: Anna Richtje Hogenhuis

Ingevuld door: Josien Buiter

Datum:7 januari 2015

Observatie & beoordeling beroepsrollen: (GZ = gezien, NG = niet gezien, A = aandacht, V = voldoende, G = goed, ZG = zeer goed)

Gastheer GZ

NG

A V G ZG Opmerkingen - Aanvullingen

- is op tijd in het lokaal V je had aan het begin van de les een wat strenge uitstraling. In je rol als gastheer is een open en positieve manier wenselijk, omdat je dan ook nog informeel wat praatjes kunt maken met de leerlingen. Je was door je strenge blik minder benaderbaar. Je organisatie was goed, prezi stond klaar, bord was klaar etc...

- begroet en maakt contact met lln

V

- is open en zelfverzekerd V

- laat leerlingen stoom afblazen

V

- heeft vriendelijke mimiek V

- corrigeert lln op plezierige manier

V

- benadert leerlingen positief V

- is organisatorisch klaar V

Presentator GZ

NG

A V G ZG Opmerkingen - Aanvullingen

- heeft pakkende openingzin V Je pakt heel goed de aandacht, heb teen duidelijke stem, praat in een goed tempo. Je zegt:”Ik wil dat het stil is”. Goed dat je de ik-boodschap gebruikt. Wel kan je de boodschap wat persoonlijker maken, omdat deze nu niet aan iemand gericht is en ook niet duidelijk is wat ze moeten doen. “Ik wil dat iedereen nu z’n mond dichtdoet, z’n spullen neerlegt en mij aankijkt” is duidelijker.

.

- heeft oogcontact met leerlingen

V

- neemt de leiding V

- spreekt duidelijk V

- heeft de aandacht van leerlingen

V

- heeft en gebruikt humor V

- komt zelfverzekerd over V

Didacticus GZ

NG

A V G ZG Opmerkingen - Aanvullingen

- geeft de leerdoelen aan V Je geeft een geleide instructie bij het modeltekenen. Dat doe je goed, al denk ik dat je iets meer tempo had kunnen aanhouden. Nu ontstond er veel geroezemoes tussendoor, waarna je weer moest manen tot stilte. Je had ook iets beter aan kunnen geven waarom ze deze

- geeft complete en duidelijke instructie

V

- betrekt leerlingen bij de instructie

V

- laat instructie herhalen V

opdracht moesten doen. Waarom is het handig als je perspectief kunt tekenen?

In de inleiding had je ook kunnen beginnen met beelden waarin perspectieftekenen is toegepast. Je kunt

- activeert leerlingen V

- stapt op leerlingen af en controleert

V

- houdt rekening met leerstijlen

V

Vakdidacticus GZ

NG

A V G ZG Opmerkingen - Aanvullingen

- begeleidt en stimuleert interactie en groepsdynamische processen

V V Deze opdracht was individueel en voor een groot deel geleid door de instructie. De meeste leerlingen (eigenlijk alle) deden goed mee.

- hanteert gesprekstechnieken V

- stelt vragen en vraagt door V

- zorgt voor variatie in werkvormen

V

- kan werken in de hier-en-nu-situatie

V

- reageert authentiek V

Pedagoog GZ

NG

A V G ZG Opmerkingen - Aanvullingen

- houdt oogcontact met leerlingen

V Je houding en mimiek tijdens individuele begeleiding zijn zachter en meer benaderbaar dan tijdens de klassikale momenten. Wees je goed bewust van je houding en reflecteer daar op. Het is voor jou interessant om je eens te laten filmen, bijvoorbeeld door Anne. Let daarbij op je lichaamshouding.

Je corrigeert gedrag heel makkelijk en bent daarin duidelijk en consequent. Je bent niet bang om op te treden, daar heb je veel aan. Je waarschuwt en voegt bij de volgende overtreding de daad bij het woord.

- luistert naar wat leerlingen zeggen

V

- praat ontspannen en rustig V

- spreekt leerlingen aan bij naam

V

- spreekt waardering uit naar leerlingen

V

- stimuleert samenwerking V

- benoemt wenselijk gedrag V

- corrigeert op gedrag V V

De afsluiter GZ

NG

A V G ZG Opmerkingen - Aanvullingen

- evalueert met de leerlingen V je afsluiting is een duidelijk onderbreek moment in de les, dat doe je goed. Je complimenteert de leerlingen met hun werkhouding. Je zou nog wel meer kunnen doen met de evaluatie. Je vraagt wel wat ze er van vonden, dat is heel goed.

- stelt vragen of laat vragen stellen

V

- geeft huiswerk op V

- benoemt regels voor opruimen

V

- bedankt leerlingen voor hun inzet

V

Algemene opmerkingen:

Mooi om te zien hoe jij duidelijk de docentenrol op je neemt voor de klas. Je bent niet bang om op te treden, spreekt rustig en duidelijk, legt helder uit. Aandachtspunt voor jou is de relatie en wijze waarop je kunt overkomen op leerlingen.

Bijlage 4 : tussen-(zelf)evaluatieformulier

Naam lesgever: AnnaHogenhuis

Ingevuld door coach: R. Zwiers

Datum: 16/1/15

Observatie & beoordeling beroepsrollen:

datum:

(GZ = gezien, NG = niet gezien, A = aandacht, V = voldoende, G = goed, ZG = zeer goed)

Gastheer GZ NG A V G ZG Opmerkingen - Aanvullingen

- is op tijd in het lokaal V

- begroet en maakt contact met lln V

- is open en zelfverzekerd V

- laat leerlingen stoom afblazen V

- heeft vriendelijke mimiek V

- corrigeert lln op plezierige manier V

- benadert leerlingen positief V

- is organisatorisch klaar V

Presentator GZ NG A V G ZG Opmerkingen - Aanvullingen

- heeft pakkende openingzin V

- heeft oogcontact met leerlingen V

- neemt de leiding V

- spreekt duidelijk V

- heeft de aandacht van leerlingen V

- heeft en gebruikt humor V

- komt zelfverzekerd over V

Didacticus GZ NG A V G ZG Opmerkingen - Aanvullingen

- geeft de leerdoelen aan V

- geeft complete en duidelijke instructie

V

- betrekt leerlingen bij de instructie V

- laat instructie herhalen V

- activeert leerlingen V

- stapt op leerlingen af en controleert V

- houdt rekening met leerstijlen V

Vakdidacticus GZ NG A V G ZG Opmerkingen - Aanvullingen

- begeleidt en stimuleert interactie en groepsdynamische processen

V

- hanteert gesprekstechnieken V

- stelt vragen en vraagt door V

- zorgt voor variatie in werkvormen V

- kan werken in de hier-en-nu-situatie V

- reageert authentiek V

Pedagoog GZ NG A V G ZG Opmerkingen - Aanvullingen

- houdt oogcontact met leerlingen V

Dit ivm korte tijd van de klassen

- luistert naar wat leerlingen zeggen V

- praat ontspannen en rustig V

- spreekt leerlingen aan bij naam V

- spreekt waardering uit naar leerlingen

V

- stimuleert samenwerking V

- benoemt wenselijk gedrag V

- corrigeert op gedrag V

De afsluiter GZ NG A V G ZG Opmerkingen - Aanvullingen

- evalueert met de leerlingen V

- stelt vragen of laat vragen stellen V

- geeft huiswerk op V

- benoemt regels voor opruimen V

- bedankt leerlingen voor hun inzet V

Algemene opmerkingen:

Bijlage 5 : Eindbeoordeling Stageproject jaar 2 door de coach

Naam student: Anna Hogenhuis Handtekening: Opleiding:

Naam coach: R. Zwiers Handtekening: R. Zwiers Datum: 16/1/15

Artistiek Competent

onvoldoende * voldoende goed

De student maakt onvoldoende gebruik van eigen artistieke kennis en vaardigheden om lesdoelen te behalen.

De student maakt gebruik van eigen artistieke kennis en vaardigheden om de lesdoelen te behalen.

De student maakt gebruik van eigen artistieke kennis en vaardigheden in samenhang met een passende didactiek, om leerlingen te enthousiasmeren voor beeldende vakken en de lesdoelen te behalen.

De kunstvakdocent kan als kunstenaar met een eigen visie artistiek werk creëren en het artistieke proces inclusief een breed scala aan ambachtelijke kennis en instrumentele vaardigheden toepassen in onderwijs waardoor lerenden de betekenis van kunst ervaren, geïnspireerd raken en een eigen artistiek proces doorlopen.

Toelichting:

Tijdens het maken van een toets die ik al eerder opgegeven had heb jij goed meegeholpen als de ll. een vraag hadden.

Je gebruikte je egen kennis.

Pedagogisch-didactisch competent

onvoldoende * voldoende goed

De student ontwerpt en geeft lessen zonder duidelijke opbouw en zonder duidelijke doelen te formuleren. De student houdt onvoldoende rekening met de kenmerken van de doelgroep.

De student sluit met zijn instructie en lesinhoud aan bij de doelgroep.

De student houdt rekening met persoonlijke kenmerken en verschillen tussen leerlingen.

De student ontwerpt inhoudelijk betekenisvolle activiteiten in samenhang met de doelstellingen van de school of educatieve instelling.

De student sluit met zijn instructie en lesinhoud aan bij de doelgroep en houdt rekening met het niveau en de belevingswereld van de lerenden bij de lesvoorbereiding.

De student houdt rekening met persoonlijke kenmerken en verschillen tussen leerlingen en houdt in zijn lesvoorbereiding rekening met groepsdynamica.

De student ontwerpt inhoudelijk betekenisvolle activiteiten in samenhang met de doelstellingen

van de school of educatieve instelling en houdt hierbij rekening met randvoorwaarden voor een beeldende les.

De kunstvakdocent beschikt als docent over de juiste pedagogische en didactische kennis en vaardigheden om op professionele wijze voor de individuele lerenden en voor groepen lerenden waarmee hij werkt, een veilige en krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin hij hen begeleidt hun mogelijkheden en ambities te ontdekken en ontwikkelen.

Toelichting: De tattoo opdracht sloot goed aan bij de 2e klassers.

De inspireerde de ll. door hun afbeeldingen en voorbeelden te laten zien.

Tijdens de uitleg wilde je dat alle ll. meededen. Daardoor zette je soms ll. even apart neer, Om rust te krijgen.

Aandachtspuntje; sommige ll. vinden het prettig als er iets meer tempo zit in de uitleg. Hierdoor verlies je soms de aandacht van aan aantal ll.

Interpersoonlijk competent

onvoldoende * voldoende goed

De student maakt onvoldoende contact met de leerlingen en laat te weinig interesse voor het vak zien. De student komt afspraken niet na en staat onvoldoende open voor feedback op het functioneren in een samenwerking.

De student communiceert op passende wijze met verschillende doelgroepen en kan zijn eigen interesse voor kunst en cultuur onder woorden brengen.

De student kan de elementen van een prettig leer- en werkklimaat benoemen en werkt constructief samen met anderen binnen een educatieve setting . De student staat binnen een samenwerking open voor feedback van anderen.

De student herkent groepsdynamische processen binnen een klas en kan op passende wijze met verschillende doelgroepen en collega’s communiceren. De student kan zij eigen interesse voor kunst en cultuur met passie overbrengen op lerenden en een prettig leer- en werkklimaat creëren.

De student werkt constructief samen met anderen binnen een educatieve setting en staat hierbinnen open voor zowel het geven als het ontvangen van feedback.

De kunstvakdocent heeft als docent en kunstenaar het vermogen een prettig leer- en werkklimaat

te creëren waarin hij oog heeft voor persoonlijke relaties en waarin op een coöperatieve en constructieve manier door betrokkenen wordt

gecommuniceerd en samengewerkt.

Toelichting:

Aandachtspuntje: je mimiek. Bij de lessen die ik gezien heb kwam je streng over, en dat is op zich goed maar probeer de ll. ook enthousiast te maken voor je vak en of opdracht. En daar veranderd denk ik ook je gezichtsuitdrukking bij.

Omgevingsgericht competent

onvoldoende * voldoende goed

De student neemt geen initiatief om zich te verdiepen in de school of instelling als groter geheel. De student heeft een passieve en afwachtende houding en neemt onvoldoende initiatief binnen een gezamenlijk project of product.

De student heeft kennis van de organisatiestructuur van zijn school of instelling en maakt binnen zijn lessen een koppeling tussen de lesdoelen en de (actuele) beeldende kunst en/of actuele maatschappelijke thema’s.

De student staat open voor contacten met het werkveld en levert een actieve bijdrage aan een gezamenlijk project of product.

De student heeft kennis van de organisatiestructuur van de school of instelling en doet mee met activiteiten buiten lesverband (ouderavonden, vakoverstijgende projecten).

De student maakt binnen zijn lessen een koppeling tussen de lesdoelen en de (actuele) beeldende kunst en/of actuele maatschappelijke thema’s.

De student neemt initiatief en benut kansen die zich binnen het werkveld voordoen en levert een actieve bijdrage aan een gezamenlijk project of product.

De kunstvakdocent kan als docent en cultureel ondernemer relevante ontwikkelingen in de samenleving signaleren en onderzoeken en ziet daarin de kansen en mogelijkheden om op een zakelijke en georganiseerde wijze de verbinding te leggen met zijn leer- en werkomgeving.

Toelichting:

Je heb meegelopen met 2 docenten. Daardoor heb je een goed beeld ervan gekregen hoe het gaat op de RSG.

Ook in de kleine pauzes zitten we als vakdocenten vaak bij elkaar en dan krijg je ook vanalles mee hoe het hier gaat.

Daarnaast heb je de hele dag goed geholpen met de kerstmarkt voor de 1e klassen.

Kritisch-reflectief competent

onvoldoende * voldoende goed

De student reflecteert niet naar behoren op het eigen gedrag in en buiten de klas en laat geen ontwikkeling zien.

De student kan enkele reflectiemiddelen hanteren om terug te blikken op het eigen handelen en de eigen competentieontwikkeling.

De student kan een SWOT analyse en een POP maken op basis van eigen ervaringen en feedback van anderen.

De student kan op methodische wijze met behulp van een onderzoeksplan een eenvoudig ontwerponderzoek uitvoeren en hierover rapporteren

De student kan diverse reflectiemiddelen hanteren om terug te blikken op het eigen handelen en de eigen competentieontwikkeling en hierbij voor hemzelf essentiele aspecten benoemen.

De student kan een SWOT analyse en een POP maken en deze tussendoor bijstellen op basis van eigen ervaringen en feedback van anderen.

De student kan op methodische wijze met behulp van een onderzoeksplan een eenvoudig ontwerponderzoek uitvoeren en hierover rapporteren en op het proces reflecteren.

De kunstvakdocent heeft als startbekwaam beroepsbeoefenaar een kritische en onderzoekende houding richting zijn eigen (kunst)pedagogische en artistieke handelen, beroepsopvattingen en persoonlijke concepten en kan deze systematisch bijstellen ten bate van zijn persoonlijke en professionele ontwikkeling.

Toelichting:

Anna heeft aan het begin gezegd dat ze graag lesmateriaal wil ontwikkelen.

Je hebt een faceboekje opdracht, een tattoo opdracht en een perspectief opdracht bedacht. Daarbij liet je (zelfgemaakte) voorbeelden zien.

Wat dat betreft is dat goed gelukt.

Van pinterest kun je vaak leuke ideeen opdoen.

Opmerkingen: Ik vind het knap hoe je hebt lesgegeven. Je stond zelfverzekerd voor de klas. Je weet al goed wat wel en niet kan tijdens de les.

Je hebt nieuwe opdrachten bedacht wat je graag wilde. Dit is goed gelukt.

Succes met je volgende stage.

Je eindbeoordeling is een voldoende.

Datum: 16/1 15

Paraaf: R. Zwiers

Reactie op feedbackIk ben het eens met mijn feedback. Wat er vooral naar voren komt is dat ik geduldiger moet zijn dus wachten tot het echt stil is en dat ik moet letten op mijn mimiek. Dit klopt wel en ik heb er de laatste lessen nog aan gewerkt. Wat me opviel is dat het ook echt werkt als ik zelf vrolijk kijk en vrolijker voor de klas sta. Leerlingen vragen je sneller dingen en ze gaan met meer plezier aan het werk. Ik wil hier wel aan blijven werken omdat het een gewoonte moet worden, ik moet er niet meer over na denken het moet automatisch gaan. Ik vond de feedback van leerlingen ook leuk. Ze vonden de lessen erg leuk en leerzaam. Soms vonden ze het wat moeilijk, maar ik maakte er meer een uitdaging van. Hierdoor gingen de leerlingen goed aan het werk en luisterden erg goed.

Advies aan mezelfEen belangrijk advies voor mezelf is dat ik bij mezelf moet blijven. Ik moet werken aan mijn mimiek maar wel op zo’n manier dat het goed bij mezelf past. Ik

moet ook voor mezelf bedenken op welke manier ik leerlingen kan enthousiasmeren op een manier waar ik me ook prettig bij voel. Ook moet ik er om denken dat ik geduldig blijf voor de klas. Ik moet me niet haasten om de les door te komen. Dit kan ik leren door veel te doen en me soms ook in leerlingen te verplaatsen.

Onderzoek rapportage

Theoretische ontwerpeisen

De samenwerkingsvormen moeten kunnen worden toegepast in beeldende lessen maar zijn niet allemaal geschikt. Voor theorie en praktijk kunnen de samenwerkingsvormen worden toegepast. Zo is de manier ‘denken-delen-uitwisselen’ waarschijnlijk een zeer geschikte vorm voor het inleiden van een nieuw onderwerp. Als je bijvoorbeeld uitleg wilt geven over de houtverbindingstechnieken activeer je voorkennis bij de leerlingen, want ze weten waarschijnlijk allemaal wel iets van deze techniek af. Bij het bespreken van lesstof van kunst geschiedenis kan check in duo’s goed worden toegepast. De leerlingen maken eerst zelf de opdracht, daarna vergelijken ze de antwoorden met hun buurman of buurvrouw, en moeten tot hetzelfde antwoord komen. Komen de leerlingen er als duo’s nog niet uit worden de antwoorden vergeleken met de van de klas. Bij het onderzoek doen naar verschillende kunststromingen kun je de ‘expert’-vorm geschikt inzetten, je maakt bijvoorbeeld groepjes van drie waarbij één persoon onderzoek doet naar impressionisme, de ander naar realisme en de laatste naar expressionisme. Hierbij geef je ze een paar richtlijnen waar het onderzoek aan moet voldoen. Daarna wisselen ze deze informatie met elkaar uit en weet iedereen wat te vertellen over de kunststromingen.

Belangrijk in de lessen is dat er bepaalde gedragsregels zijn opgesteld voor de samenwerking. Het lijkt heel sturend maar versterkt de samenwerking en de productiviteit van de leerling want de regels remmen storend en ongewenst gedrag wat afleidend kan werken. De leraar is in deze situatie meer een coach.

ook moeten de groepen zo worden samengesteld dat ze op een productieve manier samenwerken. Docenten kunnen dit vaak al goed inschatten en weten wie wel en niet bij elkaar in de groep kunnen. Daarnaast moeten er duidelijke doelen en subdoelen worden gegeven zodat de leerlingen weten welke opdrachten ze moeten uitvoeren en hoe ze dat moeten doen.

Bij samenwerkend leren is het belangrijk dat de leerlingen hun eigen handelen beoordelen. Ze moeten zichzelf evalueren en de groep. Dit heeft invloed op de regulatie van de leeractiviteit.Samenwerkend leren kan veel opleveren omdat het een strategie is die zich goed leent om aan het actief leren van leerlingen te werken.

Hier boven in de informatie staat in een conclusie wat samenwerkend leren is en waarvoor je het kan gebruiken. Hiermee kan ik de deelvraag: Wat kan ik realiseren met de opbrengst van samenwerken leren? Beantwoorden.

Praktische ontwerpeisen

Ik wil een les geven aan een 2e klas waarbij ze in groepjes een opdracht krijgen. De leerlingen moeten wederzijds afhankelijk van elkaar zijn dus ze hebben elkaar nodig. Maar ze moeten ook individueel aanspreekbaar zijn zodat ze niet op elkaar gaan leunen. Ook moeten er regels zijn waar de leerlingen zich aan moeten houden.

Eerste opzet lesontwerp

(lesformulier)Ik heb gekozen voor een opdracht waarin de leerlingen bezig gaan met het onderwerp portret. Ik geef een uitleg van 4 stromingen van kunst. De leerlingen maken groepjes van 4 of 5. Dan krijgen de leerlingen per groepje een vel papier met een stroming. Alle groepjes krijgen een andere stroming. Op dit vel staan de kenmerken van de stroming, plaatjes al voorbeelden en welke materialen ze mogen gebruiken. Dan krijgen de leerlingen een groot vel papier met een hoofd erop. Dit vel is in 4 vakken verdeelt. Elke leerling uit het groepje is verantwoordelijk voor zijn eigen stuk. De leerlingen moeten ervoor zorgen dan ze duidelijk de kunst stroming laten zien. Dat ze netjes werken op hun eigen stuk van het papier, maar ook dat het op elkaar aansluit. De lijnen en vormen van de het hoofd moet aansluiten. Hiervoor moeten ze goed samenwerken en elkaar aanspreken als het mis gaat. Hierbij word rekening gehouden met individuele aanspreekbaarheid maar ook met wederzijdse afhankelijkheid.

Definitief lesontwerp(lesvoorbereidingsformulier)Evaluatie lesontwerp

Het is een duidelijke les. Er is een prezi bij gemaakt voor de verduidelijking en voor plaatjes en voorbeelden. De les is qua tijd ook goed ingedeeld. De leerlingen weten precies wat ze moeten doen en kunnen aan het werk.

Reflectie lesontwerp

Ik vond het voor mezelf in het begin moeilijk om te beginnen met het bedenken van een les waar samenwerkend leren in naar voren kwam. Veel leerlingen waren met andere opdrachten bezig die afgerond moesten worden. In deze klassen heb ik veel gekeken en geholpen en vooral gelet op hoe er nu word samen gewerkt. Er word vooral in 2 tallen gewerkt. Bij sommige leerlingen verhoogt het de sociale ontwikkeling en bij een kleine groep niet. Ik heb een les bedacht waar leerlingen in een grotere groep moeten samenwerken. Hierbij heb ik gelet op wederzijdse afhankelijkheid en individuele aanspreekbaarheid. Dit is nodig om op een sociale manier met elkaar om te gaan. Je moet op elkaar kunnen vertrouwen maar je moet elkaar ook op een goede manier kunnen

aanspreken op het gedrag. Ik heb gemerkt dat leerlingen weinig samenwerken op een goede manier en het doel ook niet goed snappen. Leerlingen zien het snel als een manier om met elkaar te gaan ouwehoeren. Als je ze positief motiveert om goed met hun opdracht bezig te gaan en er soms een wedstrijdje van maakt dat leerlingen veel beter met elkaar willen samenwerken om dat ene doel te gaan behalen.

Mijn rol in dit onderzoek was vooral iemand die de leerlingen iets wil leren maar vooral om de leerlingen te gaan motiveren om te doen. Ik word meer een coach als een docent die hun helpt dat doel te behalen. Voor mij was het positief motiveren erg moeilijk omdat ik snel de neiging heb om alleen te corrigeren. Uiteindelijk na oefenen is dit wel gelukt.

Dit onderzoek heeft me qua informatie iets opgeleverd. Samenwerkend leren kan de sociale ontwikkeling stimuleren. Ik denk dat deze stage periode te kort was om volledig tot een goed antwoord op mijn onderzoek te komen. Ik heb veel verschillende klassen gehad en ik heb ook van mijn coaches advies gekregen om aan sommige klassen geen les te geven. daarom heb ik dit onderzoek niet bij heel veel klassen kunnen uitvoeren. Wat ik heb gezien bevestigd wel dat het de sociale ontwikkeling stimuleert. De leerlingen moeten op elkaar aan kunnen en moeten elkaar ook aanspreken en verbeteren en overleggen dit zijn sociale vaardigheden waar ze aan werken. wat dit onderzoek mij vooral heeft opgeleverd is mijn rol als docent. Ik ben van mezelf iemand die snel corrigeert. Ik zag mezelf als iemand die gezag moet houden bij klassen. Wat dit onderzoek mij heeft laten zien is dat ik niet alleen orde moet houden en leerlingen dingen moet leren. Ik moet ook de leerlingen positief stimuleren om bezig te gaan met de les. Dit was in het begin moeilijk maar ik zie veel resultaat als ik de leerlingen positief stimuleer. Ze willen graag meewerken in plaats van je tegen werken en het bevordert de werksfeer en leerlingen waarderen je meer als docent.

Terugblik en vooruitblik

Ik had mezelf de doelen gesteld dat ik betere lessen wou geven en rekening wou houden met de verschillen tussen leerlingen.Het eerste doel heb ik zeker gehaald omdat ik nu zelf lessen heb bedacht en opgezet. Dit heb ik vorig jaar niet gedaan. Dit vond ik erg leuk en leerzaam. Ik vond het niet moeilijk om de lesformulieren in te vullen en een leuke presentatie erbij te maken. Wel vond ik het soms moeilijk om het niveau te bepalen. Uiteindelijk moet ik het niet te makkelijk voor de leerlingen maken want ze kunnen meer dan ze denken alleen moet je het makkelijker verwoorden. Ik vind dat mijn lessen erg geslaagd zijn en de leerlingen vonden het erg leuk om te doen.

Mijn andere doel om rekening te houden met verschillende leerlingen en verschillen tussen leerlingen is gelukt. Ik heb daarvoor wel aan mezelf moeten werken. Ik heb deze stage de feedback gekregen dat ik rekening met mijn mimiek moet houden. Ik kijk van mezelf erg serieus en ik moet wat vrolijker kijken. Dit kan de leerlingen ook enthousiasmeren. Aan de ene kant heb ik mijn doel behaalt want ik heb wel rekening gehouden met verschillende leerlingen maar ik vind dat het beter kan en ik wil dit nog verder ontwikkelen. Ik wil graag leren met wat voor hulp middelen ik leerlingen kan helpen en enthousiasmeren.

Sterkte zwakte analyse

ArtistiekIk heb op stage mijn eigen lessen ontwikkeld. Hierbij heb ik rekening proberen te houden met wat leerlingen zouden weten en kunnen. Ik heb thema’s gebruikt uit het boek ARTI en daar een les bij ontworpen waarvan ik denk dat leerlingen dat leuk zouden vinden. De lesformulieren en de prezi’s heb ik aan mijn stage coach

laten zien. Na feedback heb ik ze aangepast waar dat nodig was en de lessen aan de leerlingen gegeven.

OmgevingsgerichtAan het begin van mijn stage zijn Anne en ik naar het RSG Magister Alvinus en Sneek geweest voor een kennismaking gesprek. We hebben een rondleiding door de school gekregen en hebben ons stage coaches ontmoet. We kregen kort de regels van de school uitgelegd en we hebben een paar lessen mee gekeken. De rest van de regels zijn we op stage zelf tegen gekomen. Door het observeren krijg je al snel te zien wat wel en niet mag.(24) De lessen op mijn stage adres worden bedacht aan de hand van thema’s uit het boek ARTI. De lessen worden zelf bedacht door de kunst docenten. Dit moest ik dus ook doen. Ik heb het thema architectuur toegewezen gekregen. De leerlingen moesten van mij een kamer maken en daar meubels in plaatsen. Deze meubels moesten kubistisch zijn omdat ze ook een verslag over kubisme moesten inleveren. In mijn prezi heb ik informatie over het kubisme verwerkt wat de leerlingen weer konden gebruiken voor hun verslag.(26)

Kritisch reflectiefIk ben op stage mezelf bewust van mij goede kwaliteiten. Ik kan goed en duidelijk uitleggen ik kan goed orde houden en ik kan prima lesgeven. Ik weet daarentegen ook waar het mis gaat en waar ik zeker nog aan moet gaan werken. Ik moet goed letten op mijn mimiek en hoe ik op leerlingen overkom. Dit heb ik in lessen verwerkt en aan gewerkt maar dit zal ik verder ontwikkelen.(32)Ik vond het best moeilijk om te beginnen met mijn ontwerponderzoek en het uit te voeren. Ik vond het moeilijk om de juiste lessen hiervoor te ontwerpen omdat samenwerken weinig voor beeldende vakken word gebruikt. Ik heb uiteindelijk een les ontworpen en aan een aantal klassen gegeven en hier mijn onderzoek mee gedaan. Dit is me gelukt maar ik zou er nog aan willen werken omdat het in de komende jaren weer terug komt.(34.1)Het beginnen van het onderzoek was moeilijk. Reflecteren op de resultaten was voor mij een stuk makkelijker omdat die er gewoon waren en ik na mijn verwachtingen kon gaan reflecteren. Ik vind het onderzoek geslaagd. Het had beter gekund maar ik heb voor zover in heb kunnen onderzoeken ondervonden dat samenwerkend leren stimuleert tot sociale ontwikkeling. Ik heb ook ondervonden dat mijn rol van docent is veranderd bij dit onderzoek en dat resultaat vind ik nog veel interessanter dan het resultaat van het samenwerkend leren.(34.2)

Interpersoonlijk competentIk heb verschillende klassen veel klassen heb ik van te voren geobserveerd en heb ik gekeken naar het gedrag van de leerlingen en hoe ze met elkaar om gaan. Veel klassen zijn leuk met elkaar en luisteren en werken goed. Ik heb ook 2 klassen waarbij de leerlingen meer met elkaar bezig zijn dan met de les. In deze klassen is het verstandig sommige leerlingen uit elkaar te zetten of leerlingen eruit te sturen. Dit zorgt voor rust voor de leerling zelf maar ook voor de andere leerlingen in de klas. Om hier goed mee om te gaan blijf ik veel om me heen

kijken en let ik goed op het gedrag van de leerlingen.(17)Ik ben gewend dat leerlingen netjes naar de docent luisteren en als de docent om aandacht vraagt dat je gewoon je mond houd. Dit was bij mij op stage anders. Ik was in het begin erg voorzichtig met het verheffen van mijn stem maar ik heb hier geleerd dat je duidelijk moet praten en niet bang moet zijn je stem te verheffen. Dit beheers ik nu goed en ik heb geen moeite om de aandacht te krijgen. Wat is nog wel eens vergeet is dat leerlingen niet alle vakjargon snappen. Daarom moet ik goed op mijn taalgebruik letten in de klas. Ook heb ik geleerd dat je niet elke klas of leerling hetzelfde kunt behandelen. Sommige klassen hebben meer aandacht nodig en moet je op een andere manier benaderen. Bij sommige klassen moet je even een praatje maken met de leerlingen, zodat de leerlingen even zijn verhaal kwijt kan en daarna weer rustig verder kan werken. Met mijn stage coach kan ik goed praten en overleggen. Ik heb goede feedback gesprekken met mijn coaches.(18)Dit laat ik bij elke les die ik maak. Ik bedenk zelf de les en bedenk hoe ik het aan de leerlingen over wil brengen. Hierbij laat ik mijn eigen interesse in kunst ook zien. Ik bedenk lessen met dingen die ik zelf ook leuk vind. Zo heb ik leerlingen portretjes laten maken van verschillende kunst stromingen en heb ik daar ook zelf uitleg over gegeven. Dit is mijn eigen interesse en dit wil ik op hun overbrengen.(20)

Pedagogisch-didactisch competentIn veel klassen zijn leerlingen die niet goed leren en mee werken in de klas. Ik heb aan het begin van mijn stage geobserveerd. Ik heb kenmerken van bepaalde leerlingen opgeschreven en met mijn stagecoach besproken. Daaruit bleek dat sommige leerlingen moeilijk leren maar dat er ook leerlingen zijn die moeite hebben met de samenstelling van hun klas. Dit is zo ook met BK1B een moeilijke klas met drukke leerlingen. De leerlingen zijn meer met elkaar bezig dan met hun opdrachten. Ze zijn constant bezig met op elkaar reageren. Daarom heb ik tijdens een les leerlingen uit elkaar gezet of leerlingen extra hulp aangeboden en dit werkt goed. Het verbeterd het leren en de werksfeer.(9)Dit is nog wel een competentie waar ik aan wil werken omdat ik het erg belangrijk vind om goed rekening te houden met de behoeftes van verschillende leerlingen.Ik heb op mijn stage gewerkt aan samenwerkend leren. Hierbij wou ik onderzoeken of samenwerkend leren invloed heeft op de sociale ontwikkeling van de leerlingen. Dit heb ik gedaan door verschillende methodes toe te passen van samenwerkend leren zoals check in duo’s of genummerde hoofden. Dit zijn vormen die goed en makkelijk toe te passen zijn in lessen en waarbij de leerlingen werken aan sociale vaardigheden.(10.1 10.2)De leerlingen moeten een goed en veilig gevoel hebben in het lokaal. De leerlingen moeten normaal met elkaar omgaan en elkaar niet van het werk afhouden. Dit vind ik erg belangrijk in mijn lessen en ik zorg er ook voor dat dit gebeurt. Mijn stage coaches zijn ook mentors van klassen en bij mentor uren heb ik ook gezeten. Deze lessen gingen over pesten en welke rol heb je daar in en over hoe ga je met elkaar om. Dit vond ik erg leerzaam om te zien hoe leerlingen daar over denken.(10.3)

DidactischIk maak voor de les altijd een lesformulier met de lesverloop en lesdoelen. Ook maak ik altijd een prezi die laat ik zien in de les. Daarin zet ik wat we deze les gaan doen en hoelang ze overal voor hebben. Daarna schrijf ik het corvee op het bord. Zo weten ze leerlingen precies wat ze moeten doen en wat ze kunnen verwachten. Leerlingen vinden dit een duidelijke manier en hebben hierdoor ook rust omdat ze precies weten wat ze moeten doen.(13 14) Deze school werkt met het boek ARTI, van dit boek gebruiken ze de thema’s maar bedenken binnen de thema’s zelf opdrachten. Dit moest ik dus ook doen. Er was een klas bezig met architectuur. Een klas laat een kametje maken van hout ik kubistische stijl en met de andere klas ga ik 2 puntperspectief tekenen. Ik houd wel rekening met welke materialen er al zijn gewerkt en met welke materialen er al zijn gewerkt zodat alle materialen een keer aan bod komen. Ook word tekenen en handvaardigheid veel afgewisseld. (13.1 14.1 14.2)

Mijn reactie op stageIk vond het een leuke stage. Het was voor mij wel wennen om op zo’n grote school les te geven met zoveel verschillende klassen. De niveaus waren ook nieuw voor mij van Basis kader tot havo. Ik had verwacht dat de niveaus basis kader en gemengd theoretisch hele vervelende klassen zouden zijn die niet goed zouden luisteren. Ik had een havo klas en daar keek ik naar uit ik had verwacht dat die juist goed zouden luisteren en zouden werken. Uiteindelijk zijn die verwachtingen niet uitgekomen. De havo klas was een vervelende ongemotiveerde klas en de basis kader en gemengd theoretisch klassen waren erg leuk om mee te werken.Ik heb op deze school duidelijke verschillen gezien tussen de leerlingen en ik heb goed gemerkt wat het inhoud om docent te zijn. Ik denk dat ik geschikt ben als lerares ik vind het leuk om les te geven en om met leerlingen te werken. Ik doe dat dan ook met veel plezier. Ik vind het ook leuk om lessen te bedenken en te maken voor de leerlingen. Ik moet wel aan een aantal dingen werken maar voor mijn gevoel gaat het erg goed op de stages en gaat het me makkelijk af. Ik heb ook als feedback gekregen dat het erg natuurlijk gaat zoals ik les geef en dat vind ik fijn om te horen want zo voelt het ook. Wel ben ik nieuwsgierig naar andere scholen en andere niveaus en wat je nog meer kunt met deze opleiding. Daarom wil ik graag daar naar kijken en dat ontdekken en ontwikkelen.

POPIk heb voor mezelf 3 punten opgesteld waar in aan wil gaan werken.Hoe is mijn houding in de klasSpecifiek: Wat ik graag wil ontwikkelen, is een zekere vrolijke gemoedelijke open houding richting de leerlingen. Recht op staan, een duidelijke stem, een vriendelijke blik maar vooral ook mezelf zijn en daarnaast is het heel belangrijk om aan de leerlingen mijn passie voor het vak over te brengen.

Meetbaar: Wanneer ik mijn doel bereikt heb is dat ik bij de volgende stage periode een open en vriendelijke houding heb. Mijn passie voor kunst maar ook voor docentschap goed kan overdragen.Tijdens en na mijn uitleg letten op de mimiek van mijn gezicht ook als ik rondloop door de klas. Maar vooral mezelf blijven.

Activerend: Om dit doel te kunnen bereiken ga ik gelijk aan het begin van mijn nieuwe stage periode mijn leerdoel voorleggen en bespreken met mijn stage -coach zodat ik hierop feedback kan krijgen. Daarnaast zal ik er zelf op letten hoe mijn mimiek is tijdens het lesgeven. Ik zal hier bewust aan denken wanneer ik uitleg geef en wanneer de leerlingen zelfstandig aan het werk zijn regelmatig de klas doorlopen om ze te coachen. Zelf actief blijven reflecteren op mijn handelen in de klas.

Realistisch: Ik denk dat dit doel zeker haalbaar is voor mij doordat ik steeds meer ervaring krijg tijdens mijn stages en doordat je er feedback op krijgt van mijn stagecoach. De middelen die ik hier voor nodig ben zijn een goede planning in mijn volgende stage periode, zodat ik mijn stage coach er gelijk over kan informeren en aangeven waarop gelet moet worden. En dat ik duidelijk aangeef dat ik hier graag feedback op wil ontvangen met tips en tops.

Tijdsplanning: De eerstvolgende stageperiode en wanneer ik tijdens andere projecten bijvoorbeeld een presentatie moet houden.

Hoe begeleid ik de leerlingen wanneer ze zelfstandig aan het werk zijn?Specifiek: Wat ik graag wil ontwikkelen is dat ik de leerlingen tijdens de zelfstandige momenten kan motiveren, begeleiden en enthousiasmeren.

Meetbaar: Mijn doel is bereikt wanneer leerlingen er niet alles uit halen en ik ze wel op dat punt kan krijgen door de juiste ondersteuning te geven zodat ze weer een uitdaging zien en ze zo weer enthousiast te maken voor de opdracht/ kunstvak

Activerend: Om dit doel te bereiken ga ik aan het begin van mijn nieuwe stage periode aan mijn stage coach aan geven dat dit een leerpunt voor mij is en of zij tijdens de stageperiode hierop wil letten en ook feedback wil geven met tips en tops. Aan het begin van mijn stage periode ga ik dan beschrijven en bespreken met mijn stagecoach hoe ik de leerlingen motiveer en enthousiast kan maken.

Realistisch: Door ervaring op te doen en feedback te ontvangen is dit doel zeker haalbaar. De middelen die ik hier voor nodig ben is een stagecoach die mij feedback kan geven op dit leerpunt en ik de mogelijkheden krijg om hier ervaring mee op te doen. Ik ga aan het begin van mijn stage periode hier bewust mee om. Wanneer ik feedback heb ontvangen wordt er een reflecterende houding van mij verwacht.

Tijdsplanning: Dit ga ik tijdens mijn stageperiode uitvoeren.

Ook kan ik hier ervaring mee op doen wanneer ik bijvoorbeeld klasgenoten moet helpen tijdens een project of andere les. Hier kan ik opletten wanneer een klasgenoot mij bijvoorbeeld om hulp vraagt.

Hoe pak ik onrust op en zorg ik dat het rustig blijft in de klas en de aandacht erbij houd. Specifiek: Wat ik graag wil ontwikkelen is de klas vroegtijdig te attenderen op de onrust en daarnaast is het erg belangrijk om de aandacht te geven waar dat nodig is. Onrust oplossen met goed voorbeeldgedrag te benoemen.

Meetbaar: Mijn doel is bereikt wanneer ik onrust vroegtijdig kan oplossen en de aandacht bewaar. De leerlingen respectvol benaderen maar dat je dat ook terug verwacht. Ik wil niet streng maar wel rechtvaardig les geven en dat ik niet alles ga herhalen. Een eigen bewustwording en zelfstandigheid van de leerling is hierbij erg belangrijk.

Activerend: Om dit doel te bereiken ga ik bij mijn stage coach aangeven dat ik hier graag feedback op wil en dat dit een leerdoel is en dat ze hier goed op gaat letten tijdens mijn stage periode. Daarna ga ik reflecteren hoe ik onrust kan oplossen en schrijf ik dit op. Hiervoor zal ik feedback vragen aan mijn stage coach. Dit zal ik dan gaan uitvoeren en ik ga hier dan ook op reflecteren of ik mijn doel bereikt heb of niet en wat er eventueel anders ingezet moet worden.

Realistisch: Dit doel is zeker haalbaar wanneer ik dit kan uitvoeren tijdens mijn stageperiode en ik met mijn stagecoach hier over kan praten en feedback op kan krijgen. De middelen die ik hier voor nodig heb is feedback van mijn stagecoach. Daarnaast gebruik ik alle kansen om zelf onrust op te lossen zonder dat de stagecoach in moet grijpen. Ik moet hierin een activerende rol uitoefenen en het zelf oplossen. Ook is zelfreflectie erg belangrijk.

Wanneer het niet goed gaat kan mijn stagecoach ingrijpen maar dat zal van mij een kritische houding vragen om van de fouten te leren. Veel ervaring opdoen met lesgeven blijft belangrijk.

Tijdsplanning: Wanneer ik dit ga uitvoeren is tijdens mijn volgende stage periode.