· Web viewHoofdstuk 5: Aandacht en bewustzijn Mensen zijn beperkt in d hoeveelheid info die ze...

20
Hoofdstuk 5: Aandacht en bewustzijn Mensen zijn beperkt in d hoeveelheid info die ze kunnen verwerken beter geen situaties met tegenstrijdige signalen Aandachtspsychologen: onderzoeken de beperkingen van menselijke prestaties Selectieve aandacht = hoe goed personen zich op 1 informatiebron kunnen concentreren en afleiders negeren Verdeelde aandacht = hoe goed personen meerdere taken tegelijk kunnen uitvoeren Selectieve aandacht: hoe goed kunnen we ons concentreren? Voortdurende blootstelling aan meer stimuli dan we aankunnen (limiet aan wat we in ons hoofd kunnen houden Selecteren en bepaalde stimuli uitsluiten en waar we op kunnen reageren) Selectieve aandacht: 1 boodschap uit omgeving geselecteerd wordt voor bewuste verwerking, andere boodschappen worden onderdrukt. kritische rol in aspecten van de perceptie, cognitie en actie. Tichener: aandacht is een van de belangrijkste onderwerpen van de experimentele psychologie Mogelijkheid om aandacht te richten is al vanaf d geboorte aanwezig Mate v selectieve aandacht & mogelijkh aandacht te verdelen neemt toe gedurende kindertijd en af bij ouderdom Johnson & Proctor: capaciteit om aandacht te richten en verdelen is het grootst bij jongvolwassenen Modellen voor selectieve aandacht Colin Cherry: hoe mensen volgen zonder verward te raken door achtergrondgesprekken (= cocktailpartyfenomeen) Spraakschaduwen: koptelefoon, verschillende boodschap in elk oor, 1 herhalen en 1 negeren van negeerde boodschap werd weinig gehoord, wel niet-inhoudelijke veranderingen De filtertheorie Donald Broadbent: de filtertheorie filter tussen sensorische geheugen (gewaarwording stimuli) en korte termijn geheugen (bewuste waarneming en manipulatie v stimuli) Sensorische geheugen: onbeperkte capaciteit, houdt gedurende korte tijd alle informatie vast die d zintuigen bereikt. Informatie gaat verloren als die niet snel genoeg door h KTG verwerkt wordt. Korte termijn geheugen: selecteert een signaal uit h sensorische systeem voor verdere bewuste verwerking op basis van d behoefte aan info bij h individu op dat moment. Werkt op een seriële manier (op elk moment kan een individu slechts 1 informatiebron verwerken). Een theorie met late selectie en de attenuatietheorie Broadbent: concurrerende boodschappen worden op het niveau van de gewaarwordingen weg gefilterd nog voordat de

Transcript of  · Web viewHoofdstuk 5: Aandacht en bewustzijn Mensen zijn beperkt in d hoeveelheid info die ze...

Page 1:  · Web viewHoofdstuk 5: Aandacht en bewustzijn Mensen zijn beperkt in d hoeveelheid info die ze kunnen verwerken beter geen situaties met tegenstrijdige signalen Aandachtspsychologen:

Hoofdstuk 5: Aandacht en bewustzijn

Mensen zijn beperkt in d hoeveelheid info die ze kunnen verwerken beter geen situaties met tegenstrijdige signalenAandachtspsychologen: onderzoeken de beperkingen van menselijke prestaties Selectieve aandacht = hoe goed personen zich op 1 informatiebron kunnen concentreren en afleiders negeren Verdeelde aandacht = hoe goed personen meerdere taken tegelijk kunnen uitvoeren

Selectieve aandacht: hoe goed kunnen we ons concentreren?

Voortdurende blootstelling aan meer stimuli dan we aankunnen (limiet aan wat we in ons hoofd kunnen houden Selecteren en bepaalde stimuli uitsluiten en waar we op kunnen reageren)

Selectieve aandacht: 1 boodschap uit omgeving geselecteerd wordt voor bewuste verwerking, andere boodschappen worden onderdrukt. kritische rol in aspecten van de perceptie, cognitie en actie. Tichener: aandacht is een van de belangrijkste onderwerpen van de experimentele psychologieMogelijkheid om aandacht te richten is al vanaf d geboorte aanwezig Mate v selectieve aandacht & mogelijkh aandacht te verdelen neemt toe gedurende kindertijd en af bij ouderdomJohnson & Proctor: capaciteit om aandacht te richten en verdelen is het grootst bij jongvolwassenen

Modellen voor selectieve aandacht

Colin Cherry: hoe mensen volgen zonder verward te raken door achtergrondgesprekken (= cocktailpartyfenomeen)Spraakschaduwen: koptelefoon, verschillende boodschap in elk oor, 1 herhalen en 1 negeren van negeerde boodschap werd weinig gehoord, wel niet-inhoudelijke veranderingen

De filtertheorieDonald Broadbent: de filtertheorie filter tussen sensorische geheugen (gewaarwording stimuli) en korte termijn geheugen (bewuste waarneming en manipulatie v stimuli)Sensorische geheugen: onbeperkte capaciteit, houdt gedurende korte tijd alle informatie vast die d zintuigen bereikt. Informatie gaat verloren als die niet snel genoeg door h KTG verwerkt wordt.Korte termijn geheugen: selecteert een signaal uit h sensorische systeem voor verdere bewuste verwerking op basis van d behoefte aan info bij h individu op dat moment. Werkt op een seriële manier (op elk moment kan een individu slechts 1 informatiebron verwerken).

Een theorie met late selectie en de attenuatietheorieBroadbent: concurrerende boodschappen worden op het niveau van de gewaarwordingen weg gefilterd nog voordat de informatie verwerkt is = aandachtstheorie met vroege selectie Probleem met het feit dat mensen soms toch informatie uit het genegeerde signaal opnemen

Moray: genegeerde info wordt niet volledig onderdrukt ter hoogte van de gewaarwordingen. Een deel sijpelt door de filter en de betekenis wordt verwerkt. (vooral het beval bij de naam van de persoon)

Processen v selectieve aandacht worden terzijde geschoven bij het horen van je naam3 verklaringen om zo’n lekken te verklaren:- Broadbent: luisteraar verplaatst filter geregeld naar ander sensorisch kanaal om daar info op te doen. Als op zo’n

moment je naam genoemd wordt of als die dan nog aanwezig is in het sensorische geheugen wordt die opgemerkt.- Woorden uit een ander gesprek worden niet weg gefilterd op h sensorische niveau, maar onbewust waargenomen.

Belangrijke signalen dringen dan door in het bewustzijn omdat ze onbewust geïdentificeerd worden houdt in dat de info niet gefilterd wordt op het sensorische niveau, maar dat d aandacht op een later punt in de sequentie vd perceptuele processen ingrijpt = aandachtstheorie met late selectie (Deutsch & Deutsch)

Belangrijkste verschil vroege selectie en late selectie theorie: d plaats waar d selectie v info plaatsvindtTheorie met vroege selectie: info waar men zich niet op richt wordt geblokkeerd op h niveau vd gewaarwordingenTheorie met late selectie: alle info doorloopt d eerste stappen vd perceptie, d selectie gebeurt pas later. we nemen dus meer waar dan wat in ons bewustzijn terecht komt sommige signalen uit omgeving kunnen onbewust herkend w en ons G beïnvloeden

- Attenuatietheorie (Treisman): aandacht speelt een vroege rol bij d perceptuele verwerking maar d filter verzwakt d signalen alleen maar bij hun overgang vh sensorische naar het KT geheugen. (= wellicht beste verklaring)

Verschil in Attenuatie afhankelijk vd hoeveelheid aandacht die aan d verwerking vd geselecteerde stimulus besteed moet worden. Meer aandacht nodig voor geselecteerde stimulus minder aandacht resterend voor andere stimuli

Johnson & Proctor: visuele signalen worden beter weg gefilterd dan auditieve signalen Geluiden vaak geassocieerd met belangrijke en soms levensbedreigende gebeurtenissen

Page 2:  · Web viewHoofdstuk 5: Aandacht en bewustzijn Mensen zijn beperkt in d hoeveelheid info die ze kunnen verwerken beter geen situaties met tegenstrijdige signalen Aandachtspsychologen:

Wat doet de selectieve aandacht?

Effect selectieve aandacht begrijpen op zoek gaan naar wat aandacht precies doet met een stimulusTreisman & Gelade: feature-integration theory

Neisser: zoektocht naar 1 kenmerk = snel, amper beïnvloeding door aantal items in display Zoektocht naar conjunctie v kenmerken = trager, veel meer inspanning

Visuele perceptie verloopt in 2 stadia:- Detectie van kenmerken: gebeurt automatisch en parallel over het hele visuele veld

Wanneer een stimulus van alle andere stimuli verschilt obv 1 kenmerk dan zal die stimulus uitDe display springen, ongeacht waar hij zich bevindt. Pop-out effect veroorzaakt door een preattentief proces

- Verschillende kenmerken ve stimulus worden geïntegreerd tot een geheel. Vereist energie en Verloopt serieel + heeft selectieve aandacht nodig Vorm van verwerking waarbij selectieve aandacht nodig is om de kenmerken te binden.

Feature integration theory: selectieve aandacht is nodig om verschillende kenmerken van voorwerpenSamen te voegen tot een kenmerkenlijst die gebruikt wordt voor patroonherkenning. Elementen in hetVisuele veld die geen aandacht krijgen activeren alleen primitieve kenmerken.Kenmerken uit timulus gehaald tijdens 1e preattentief verwerkingsstadium reeks afzonderlijke mentale kaarten die het hele visuele veld bestrijken (1 kaart voor elke primitieve eigenschap)Om de kaarten met elkaar te combineren moet er een beroep gedaan worden op het 2e stadium.

Preattentieve systeem stuurt het aandachtssysteem naar plaatsen met relevante of veranderende infoZodat het aandachtssysteem zich op d belangrijke plaatsen kan richten, er de kenmerken kan combi-Neren en bijkomende details eruit kan extraheren. Kern theorie nooit ter discussie gesteld: onderscheid tussen kenmerdetectie en kenmerkintegratie

Discussie punten

Binnen onderzoek naar selectieve aandacht aantal discussie punten: vooral belangrijk op gebied v visuele aandacht

Selectieve aandacht als een zaklantaarn of als een zoomlens?- Zaklantaarn die je op verschillende plaatsen in je visuele veld kan richten- Sterke concentratie voorwerp ih visuele veld aandachtsbundel krimpt & w volledig gefocust op 1 voorwerp

Stimulusverwerking is makkelijk aandachtsbundel kan over groot deel vh visuele veld verdeeld worden & meerdere stimuli kunnen tegelijk verwerkt worden.

De filter-theorie van Broadbent

Theorie met late selectie

De attenuatie-theorie van Treisman

inpu

tin

put

inpu

t

Sensorisch geheugen

Sensorisch geheugen

Sensorisch geheugen

Selectievefilter

Attenuatie

Kortetermijn- geheugen

Kortetermijn- geheugen

Kortetermijn- geheugen

Beperktecapaciteit

Page 3:  · Web viewHoofdstuk 5: Aandacht en bewustzijn Mensen zijn beperkt in d hoeveelheid info die ze kunnen verwerken beter geen situaties met tegenstrijdige signalen Aandachtspsychologen:

Belangrijk element = beschikbare middelen: meer aandacht besteed aan taak, minder over voor andere stimuliLavie: doelletter geïsoleerd aangeboden sneller als afleider = doelletter (2e vakje)= aandachtstheorie met late selectieDoelstimulus in reeks v 6 verschil verkleinde (3e en 4e vakje)= aandacht moet meer gefocust worden op d stimulus in h minden vh schermWaardoor minder middelen overblijven om ook d afleider te verwerken

We kunnen onze aandacht verschuiven vd ene plaats naar d andere en we houdenMeestal nog wat aandacht over om andere stimuli in de omgeving te verwerken.+ vaststelling consistente interindividuele verschillen

Bottom-up vs top-down controle van de aandacht- Top-down (endogene) controle: onze geest bepaalt waar we onze aandacht op richten- Bottom-up (exogene) controle: onze aandacht wordt gevangen door een gebeurtenis in de omgeving

Bv. Een plots geluid oriëntatiereflexTheeuwes: pp meer tijd nodig besluit te nemen over oriëntatie lijnstuk als een cirkel een

andere kleur had. bottom-up effect bleef ook na uren oefening Exogene prikkels hebben voorang op endogene prikkels

MAAR Pashler: exogene prikkels hebben enkel de overhand wanneer hun eigen- Schappen overeen komen met eigenschappen waar de proefpersonen Naar op zoek zijn. Exogene prikkels trekken onwillekeurig de aandacht maar enkel wanneer dit in

Overeenstemming is met de doelen die de persoon op dat moment nastreeft.

Is selectieve aandacht plaatsgebonden of voorwerpsgebonden?Wanneer zich in d ruimte voorwerpen bevinden neiging onze aandacht van voorwerp naar voorwerp te richten, moeilijk om op de tussenliggende ruimte te focussen.Egly: reactietijden waren het snelst wanneer het vierkant verscheen op de plaats die aangeduid Werd door het waarschuwingssignaal. En het langst wanneer het vierkant verscheen in De andere rechthoek. Aandacht was dus niet enkel gericht op d plaats waar het Waarschuwingssignaal getoond werd, maar ook op het volledige aangeduide voorwerp. Aandacht is dus zowel plaatsgebonden als voorwerpgebonden

Aandacht en inhibitie

Onze aandacht wordt gericht op een bepaald gedeelte vd stimulatie die constant op ons afkomtEn die wordt bewust waargenomen. Andere stimuli kunnen tot op zekere hoogte verwerkt Worden, wanneer de aandacht niet volledig opgeëist wordt door d centrale stimulus. (deze Stimuli waar we onze aandacht niet op richten dringen doorgaans niet tot het bewustzijn door)

Negatieve primingSignalen waar we onze aandacht niet op richten maar die toch verwerkt worden, moeten actiefOnderdrukt worden om ons gedrag niet te beïnvloeden.Positieve priming = stimulus makkelijker verwerkt als voorafging door gerelateerde stimulusNegatieve priming = verwerking stimulus wordt moeilijker als voordien gerelateerde stimulus

aangeboden werd dan als voordien neutrale stimulus aangeboden werd.Fox: rode en groene stimulus te zien enkel groene plaatje benoemenIn beurt 1 wordt rode paddenstoel samen met groene vaatwasmachine verwerkt paddenstoel onderdrukt die inhibitie zorgt ervoor dat het moeilijker is om in beurt 2 paddenstoel te zeggen

TerugkeerinhibitieSelectieve aandacht bestaat niet enkel uit selecteren relevante stimulus, ook onderdrukken irrelevante stimuliTerugkeerinhibitie: omgeving begrijpen aandacht richten v ene voorwerp naar andere, belangrijk mechanisme te hebben dat mogelijk interessante plaatsen aanwijst + mechanisme dat bijhoudt waar we al geweest zijn: niet constant teruggaan naar d plaats met d hoogste aantrekkingskracht. Proefpersonen hebben meer moeite stimulus te detecteren als die aangeboden wordt op een plaats waar de

aandacht net vandaan komtSnyder & Kingstone: we kunnen tot 5 plaatsen ver onthouden waar we geweest zijn en dus niet weer naartoe moeten

Beperkingen ten gevolge van selectieve aandacht

Menselijke aandacht is beperkt nemen niet alles bewust waar wat op ons af komt, we moeten selecterenHet feit dat we moeten selecteren betekent ook dat we sommige dingen over het hoofd zullen zien

mvznskX

mvznskZ

zX

zZ

Page 4:  · Web viewHoofdstuk 5: Aandacht en bewustzijn Mensen zijn beperkt in d hoeveelheid info die ze kunnen verwerken beter geen situaties met tegenstrijdige signalen Aandachtspsychologen:

Blind voor veranderingFeit dat we niet alles uit onze omgeving bewust opnemen sommige aspecten merken we niet opVeranderingsblindheid: tijdens oogbewegingen (40msec) zijn we blind stimulus op computer scherm verandert veel van deze veranderingen werden niet opgemerktRensink: niet alleen bij oogbeweging ook bij korte flikkering tussen bovenste en onderste beeld en een filmcut1

Veranderingsblindheid = illustratie feit dat wij illusie hebben meer uit omgeving op te nemen dan we werkelijk doen

Verdeelde aandacht: hoe goed kunnen we twee taken tegelijk uitvoeren?

Verdeelde aandacht: situaties waarin we verschillende taken tegelijk uitvoerenDubbeltaak-studies mogelijkheid capaciteitslimieten individu te bestuderen + hoeveel energie nodig om van ene taak naar andere over te schakelen. interferentie vd 2e taak op d 1e afhankelijk van:- De gelijkheid vd 2 taken (stek gelijkende taken interfereren meer)- Of 2e taak beroep doet op ander zintuig (kunnen beter auditief en visueel samen doen dan twee keer visueel)- Aantal beschikbare middelen nodig om elke taak correct uit te voeren (makkelijker om 2e taak uit te voeren als 1e

taak niet veel middelen vergt. Meer aandacht 1e taak = groter interferentie-effect vd 2e taak)

Hoeveel aandacht heeft een taak nodig?

Mate v aandacht die taak nodig heeft bepaald door moeilijkheidsgraad en ervaring met die taakTaken die je elke dag uitvoert worden na een tijdje moeiteloos omdat d cognitieve processen op een efficiëntere manier georganiseerd kunnen worden.

Gecontroleerde vs automatische processenSchneider & Shiffrin: onderscheid tussen gecontroleerde en automatische processen:Gecontroleerde processen = onder bewuste controle, mentale inspanning, makkelijk onderbroken en relatief traag.Automatische processen = snel, zonder bewuste aandacht en moeilijk te onderbreken (makkelijk combineerbaar)

Veel taken in ons leven beginnen als gecontroleerde processen en worden automatisch na langdurige oefening

Logan: alle ervaringen in ons geheugen opgeslagen, hoe meer herinneringen we hebben over een bepaald proces, hoe vlugger we zo’n herinnering kunnen oproepen en gebruiken.

Norman & Shallice: schema’s voor vaak voorkomende taken uit geheugen opgeroepen automatische stereotiepe uitvoering taken + controle proces grijpt in als schema in conflict komt met ander schema geactiveerd door omgevingsinformatie en ook nodig om nieuwe schema’s te maken en verfijnen.

Telkens als controlesysteem tussenbeide moet komen hebben we te maken met een gecontroleerd proces.Oberauer & Kliegl: pp in begin veel meer last met dubbel taak na 24 dagen trainen is verschil zo goed als weg

De strooptaakRidley stroop: Stroptaak = meest gebruikte taak om te zien of een proces automatisch verloopt Ervaren lezers activeren automatisch de betekenis en uitspraak van geschreven woorden

Competitie tussen correcte antwoord groen en automatisch geactiveerde antwoord rood

La Heij: asymmetrische interferentie effect is kleiner als men de woorden hardop moet lezen Evidentie dat het lezen v woorden automatischer gaat dan het benoemen van kleurenBesner: wanneer maar 1 letter gekleurd is, is het makkelijker om de kleur te benoemen Het is mogelijk de selectieve aandacht op het niveau van de letters te richten en hierdoor de

betekenis vd woorden in grote mate af te zwakken.

Strooptaak = paradigma in psychologie: onder welke omstandigheden selectieve aandacht faalt

De kosten om naar een andere taak over te schakelen

Meerdere taken tegelijk bezig =/ tegelijk uitvoeren, soms vlugge overschakeling van een naar ander Omschakelingskosten: gedragsparameters nieuwe taak activeren + die van vorige onderdrukkenMeuter & Alport: 1e taal moet sterker onderdrukt w door sterkere inhibitie moeilijk 1e taak opnieuw te activerenBialystok: 2taligen over het algemeen minder grote omschakelingskosten dan 1talingen

1 Wanneer de camera van plaats verandert

Gecontroleerde processen Automatische processen

Levensloop

ROOD

GROEN

ROOD

GRIJS

GRIJS

BLAUW

GROEN

ROOD

BLAUW

GRIJS

Page 5:  · Web viewHoofdstuk 5: Aandacht en bewustzijn Mensen zijn beperkt in d hoeveelheid info die ze kunnen verwerken beter geen situaties met tegenstrijdige signalen Aandachtspsychologen:

Aandachtsstoornissen

Belang v aandacht voor functioneren ook geïllustreerd door te kijken wat er kan mislopen:- Ontwikkelingsstoornissen: de aandacht ontwikkelt zich niet normaal bv. ADHD- Verworven stoornissen: aandachtsproblemen ten gevolge van een trauma aan de hersenen

Aandachtsdeficiëntie bij kinderen (ADHD)

ADHD (attention-deficit hyperactivity disorder) = ontwikkelingsstoornis, frequentste kinderpsychiatische stoornis hyperactiviteit, aandachtstekort & impulsiviteit (2-4x meer bij jongens hyper&agressie niet tot uiting bij meisjes)De stoornis neemt meestal af bij het ouder worden maar blijft bestaan bij 1% vd volwassenen - Genetische component (30% vd ouders van ADHD kinderen leiden ook aan stoornis) - Omgevingsinvloeden (factoren tijdens d zwangerschap en geboorte)

Symptomen worden verergerd door allergieën en voedselintoleranties

Patiënten: moeilijkheden aandacht te besteden aan relevante signalen in omgeving+ aandacht lange tijd bij iets houden Overdreven agressief reageren, problemen om met andere kinderen te spelen (door hun impulsiviteit) Leerproblemen en gedrasstoornissen op school/ minder goede organisatie v werk en huishouden Woedebuien en sterk wisselende stemmingen

Diagnose soms bemoeilijkt omdat d conditie tijdelijk onderdrukt kan worden door veranderende omstandighedenZe kunnen normaal presteren op cognitieve taken maar dit niet lang volhoudenKlinische test worden meestal aangevuld met vragenlijsten over gedrag in 2 andere omgevingen Wegens de subjectiviteit vd diagnose discussie over d precieze criteria die gehanteerd moeten worden

Lijffijt: personen met ADHD blijken vooral last te hebben met het stop-paradigma Stoornis heeft vooral te maken met een tekort aan inhibitiecontrole (stoornis nog aanwezig op volwassen leeftijd)

Niet te veel energie MAAR: tekort aan controle over signalen die op hen afkomen (makkelijk afgeleid & impulsiefMeest voorgeschreven geneesmiddel = Ritalin (opwekkend middel) Verhoging energie niveau dus mogelijkheid selectiever te worden in de stimuli waarop ze reageren

Aandachtsproblemen na een hersenaandoening

Meest voorkomende aandoening: beroerte kan 2 oorzaken hebben- Herseninfarct: bloedvat in hersenen verstopt geraakt waardoor deel vd hersenen geen zuurstof meer krijgt (80%)- Hersenbloeding: bloedvat barst waardoor bloed in de hersenen terecht komt (20%)Andere oorzaken v hersentrauma’s: verkeersongevallen & degeneratieve aandoeningen (dementie) Aantal mensen met hersenaandoening is substantieel en neemt nog altijd toe

Aandachtsstoornis = meest voorkomende gevolg ve hersenaandoening Problemen met: Concentratie, aandacht verdelen, aandacht vol houden & soms met cognitieve controle

Vooral bij confrontatie met nieuwe situaties en men niet kan terugvallen op goed gekende schema’s

Ander fenomeen na beroerte: Hemineglect = geen aandacht meer besteedt aan stimuli uit d helft vd omgevingBij schade aan de pariëtale lob in de rechterhemisfeer. Gevolgen voor een hemineglectpatiënt:- Duidelijkste gevallen: patiënt veronachtzaamt alle stimuli aan d linkerkant - Patiënt veronachtzaamt de linkerhelft van elke stimulus ongeacht hoe die aangeboden wordt = extra evidentie dat aandacht niet alleen plaatsgebonden maar ook voorwerpgebonden is

Bewuste en onbewuste processen Wat is het bewustzijn?

Blackmore: Bewustzijn = subjectieve ervaring van een stimulus of interne toestandValentin: kenmerken van het bewustzijn:- Een bewuste ervaring is een privé-aangelegenheid- Die ervaring kan bestaan uit een combinatie van verschillende zintuigen- De ervaring bevat resultaten van denkprocessen, niet de processen zelf- De ervaring verandert voortdurend

Deel vd thalamus beschadigd: mensen verliezen hun bewustzijnMAAR: geen verlies bewustzijn als delen vd hersenschors beschadigd zijn (wel delen vd inhoud v hun bewustzijn)

Wat is het onbewuste?

Bewuste processen: slechts onderdeel vd informatieverwerking die in d hersenen plaatsvindtKunnen wel bewust nadenken over functies buiten h bewustzijn, maar ons denken beïnvloedt deze niet

Page 6:  · Web viewHoofdstuk 5: Aandacht en bewustzijn Mensen zijn beperkt in d hoeveelheid info die ze kunnen verwerken beter geen situaties met tegenstrijdige signalen Aandachtspsychologen:

Er zijn verschillende soorten onbewuste processen die op een continuüm liggen:- Niet-bewuste processen: fysiologische processen waar we ons helemaal niet bewust van kunnen worden- Onbewuste processen: moeilijk in het bewustzijn te brengen maar beïnvloeden wel de werking ervan

Lange tijd geassocieerd met Freud tegenwoordig vervangen door een neutrale, cognitieve visie- Het voorbewuste: gedachten en herinneringen waar we op een bepaald moment niet aan denken maar die we

gemakkelijk uit ons langetermijngeheugen in het bewustzijn kunnen oproepen. Informatie waar we ons niet bewust van zijn maar die wel gemakkelijk toegankelijk is.

Evidentie voor onbewuste processen

Subliminale perceptie = stimuli die het gedrag beïnvloeden zonder dat ze bewust waargenomen worden Perceptie onder de drempel van het bewustzijn

Proeven die aantonen dat we door stimuli beïnvloedt kunnen worden zonder hiervan bewust te zijn:Kunst-Wilson & Zajonc: onbewust veelhoeken aangeboden later aangeduid als ‘de mooiste’Murphy & Zajonc: chinese tekens voorgegaan door een stuurs gezicht als minder positief beoordeeldAnthony Marcel: lexicale beslissingstaak bij semantische priming snellere herkenning semantisch gerelateerd woord Onbewuste percepties mogelijk onder bepaalde omstandigheden

MAAR: moeilijk zeker te zijn dat d stimuli toch niet bewust waargenomen werden

Onbewuste perceptie onderzoeken: kijken naar mensen die bepaalde stimuli niet meer bewust kunnen waarnemenBlindsight patiënten: door hersenletsel in primaire visuele cortex niet meer in staat stimuli in groot deel vh visuele veld bewust waar te nemen. Ze hebben niet de indruk iets te zien in het aangetaste deel maar kunnen verbazend goed de plaats van een stimulus aanduiden als hun gevraagd wordt om ‘te gissen’.

De Gelder: patiënt met schade aan linker occipitale lob niet in staat bewust waar nemen in rechterhelft visuele veldIets getoond in rechter gezichtshelft juist in 66% van d gevallen

Split-brain patiënten: corpus callosum doorgesneden ter behandeling van epilepsie gescheiden hersenhelftenRoger Sperry: elke hemisfeer heeft haar eigen ervaringen en herinneringen ontoegankelijk voor andere hemisfeer

Michael Gazzaniga: visuele halfveldtechniek info rechts van fixatiepunt gaat naar linkerhemisfeerBij normale mensen: info snel over 2 helften verspreid via corpus callosum

Kunnen info benoemen als die in rechter visuele veld aangeboden wordt omdat die toegang geeft tot d linker hemisfeer met het spraakcentrum. Info in linker visuele veld kan niet benoemd worden maar wel geïdentificeerd met de linker hand (omdat de rechterhemisfeer die controleert)

Gazzaniga: naaktfoto in linker visuele veld split-brain patiënte lachte maar wist niet waarom Rechterhemisfeer v split-brain patiënten verwerkt info zonder dat patiënt zich daarvan bewust is. Wanneer om

uitleg gevraagd werd probeerden zij een aannemelijke verklaring te formuleren obv d reacties die ze bij zichzelf gepercipieerd hadden. De linker hemisfeer probeert het gedrag vd rechter hemisfeer te interpreteren zoals een buitenstaander verklaringen zoekt voor het gedrag van een ander.

De huidige kijk op bewuste en onbewuste processen

Bij de mens sommige onbewuste processen tot bewuste, subjectieve ervaring gevoel van eenheid geeft en gebruikt om over ervaringen na te denken en met anderen te communiceren. Hierbij is aandacht en een soort selectie nodig.

Het bewuste = nodig om eenheid te bewerkstelligen binnen een globale werkruimte bestaande uit losse processen. Info die bewuste binnendringt toegankelijk voor elk proces + toegang tot meer info in hersenen dan onbewuste info. Die info die buiten het bewustzijn valt blijft meestal binnen het domein waaruit de input kwam.

Hersenscans: subliminale visuele stimuli beetje activiteit occipitale en temporale lob (plaats waar voorwerp- herkenning plaatsvind) automatische bottom-up verwerking

Stimuli langer aangeboden (bewuste perceptie) activiteit over heel netwerk v gebieden in d hersenen ook gebieden in frontale cortex en pariëtale lob (betrokken bij werkgeheugen)

Gevoel unieke eenheid te zijn (zelf) prikkels waarneemt daar uit vrije wil op coherente, zinvolle manier mee omgaat.

Het Voorbewuste Niet-bewuste processenOnbewuste processen

Makkelijk naar bewustzijn Onmogelijk naar bewustzijnMoeilijk naar bewustzijn

Page 7:  · Web viewHoofdstuk 5: Aandacht en bewustzijn Mensen zijn beperkt in d hoeveelheid info die ze kunnen verwerken beter geen situaties met tegenstrijdige signalen Aandachtspsychologen:

Slapen en dromen

Waaktoestand is niet de enige bewustzijnstoestand 1/3 van de tijd brengen we slapend door

Lichaamsritmen

Verschillende processen in lichaam cyclisch verloop (meeste lichaamsritmen volgen een cyclus v 24u)= circadiaanse ritmen (dag-nacht ritmen)Normaal gezien zijn d verschillende circadiaanse ritmen synchroon met elkaarMAAR: onregelmatig slaap-waak ritme desynchonisatie ritmen veroorzaakt verminderde welzijnstoestand (Pati)Circadiaanse ritmen hebben gevolgen voor het psychisch functioneren (bv. Beste prestaties kort voor d middag)

Circadiaanse ritmen staan onder controle vd nucleus suprachiasmaticus= een kern uit hypothalamus die interne, biologische klok vormt (afwijking hoogstens paar min v natuurlijk) Invloed grotendeels gebaseerd op signalen die gestuurd w naar pijnappelklier. Die scheidt hormoon melatonine af in de bloedbaan kort voordat er geslapen moet worden. De biologische klok wordt beïnvloed door h licht.

Kenmerken van de slaap

Sinds wetenschappers de hersenactiviteit kunnen registreren is het duidelijker wat zich tijdens de slaap afspeelt

Vijf slaapstadiaNeuronale activiteit in hersenen kan geregistreerd worden door electroden op d schedel te plaatsen en d veranderingen in elektrische activiteit te meten = elektro-encefalogram (EEG)Meestal gecombineerd met een toestel dat de bewegingen van de oogbol registreert = elektro-oculogram (EOG)

Persoon alert & actief EEG signaal bestaat uit onregelmatige signalen met hoge frequentie & lage amplitude= Bèta golven (13-30Hz)

Persoon in rust golven beginnen te vertragen, worden regelmatiger en groter (rusttoestand neuronen vuren samen) = Alfa golven (8-12Hz)

Info verwerking: neuronen desynchroniseren (reageren op specifieke stimuli) en vuren niet meer samen met d andere neuronen om hen heen.

5 slaapstadia:- EEG bestaat uit Alfa golven waarin Thèta golven (3-7Hz) voorkomen. Deze

hebben een iets grotere amplitude. Persoon wordt doezelig en ogen vallen toe. De spierspanning en temperatuur verlagen en het hart gaat trager slaan.

- EEG onregelmatiger opeenvolging v Thèta golven, slaapspoelen en K-complexenSlaapspoelen = korte sequentie golven (12-14Hz) 2-5 keer per minuut voorkomen K-complexen = plotselinge grote golfbewegingen in elektrische activiteit. Gemiddeld 1 keer per minuut

- Persoon is diep in slaap. Er zijn Delta golven in het EEG = heel lage amplitude en frequentie (<3Hz)Ze geven aan dat veel cellen in de hersenen samen vuren

- Diepe slaap of slow-wave sleep bestaat grotendeels uit deltagolven- REM-slaap EEG verhoogde activiteit met thèta, alfa en bèta golven

+ ogen bewegen snel onder d oogleden & Geen activiteit meer in d lichaamsspieren= paradoxale slaap (moeilijk iemand te wekken terwijl hersenen zeer actief zijn)

De opeenvolging van de stadia tijdens de nachtVariatie tussen personen en nacht tot nacht, maar stadia volgen relatief voorspelbaar patroon.

Begin vd nacht: vlug v stadium 1 naar 2 en 3 (stadium 4 45min na in slaap gevallen) Tijdens stadium 4 zeer ontspannen, ademen traag en regelmatig, na tijd in 4e stadium door andere stadia cirkelen. 1e REM-slaap na 1,5u slaap als ze weer in stadium 1 zijn. Eerste REM periode is kortste en al terug naar andere stadia binnen paar minuten.

Slapers blijven hele nacht door verschillende stadia bewegen in cyclisch patroon, gemiddeld 4-5 REM periodes die progressief toenemen in duur en elkaar sneller opvolgen. Dit gaat samen met een afname van stadia 3 en 4.

Page 8:  · Web viewHoofdstuk 5: Aandacht en bewustzijn Mensen zijn beperkt in d hoeveelheid info die ze kunnen verwerken beter geen situaties met tegenstrijdige signalen Aandachtspsychologen:

Functies van de slaap

2 belangrijke redenen waarom op een bepaald punt in de evolutie, een neiging tot slapen is ontstaan:- Slaap heeft een herstellende functie

o Stoffen opnieuw aanvullen die we verbruikt hebben toen we wakker warenHobson: neuronen in aantal gebieden hersenstam scheiden overdag serotonine en noradrenaline af, maar niet tijdens REM slaap neuronen vullen dan voorraad neurotransmitters weer aan

o Consolidatie en verdere verwerking van informatieVooral tijdens REM slaap met verhoogde neurale activiteit nieuw gevormde connecties in de hersenen worden versterkt zodat de geheugensporen zich consolideren.Maquet: tijdens REM slaap verhoogde activiteit in gebieden die overdag ook grootste activiteit hadden bij het leren ve nieuwe oog-hand-coördinatietaak (aangeleerde vaardigheid nog eens extra geoefend)

- Evolutionair bepaald (afgeleid uit onderzoek naar slaappatronen v verschillende diersoortenEvolutie heeft individuen geselecteerd die zich konden stilhouden s’nachts. Nachten zijn koud en menselijke ogen zien slecht in het donker. Onze voorouders hadden dus een grotere overlevings en reproductie kans als ze thuis bleven en dicht bij elkaar sliepen.

Effecten van slaapdeprivatieLangdurige slaapdeprivatie interindividuele verschillen maar gevolgen over het algemeen beperkt+ relatief snel herstel (REM slaap & stadium 4 duurt langer tijdens herstel) mensen kunnen moeilijker REM slaap missen dan niet REM slaap

Rechtschaffen: onderzoek bij ratten einde 2e week verslechtert toestand: immuniteitssysteem verzwakt, energie regulatie mechanismen kapot, sterke vermagering ondanks overdadig etenNa ongeveer 4 weken stierven ze.

Vaakst voorkomende situatie is beperkt aantal uren slaap per nacht (Bv. Met een baby in huis) voortdurend vermoeid, concentratieproblemen, geïrriteerdheid, spanningshoofdpijn, depressiever, minder energiekVooral taken met volgehouden aandacht worden het vlugst en hardst getroffen

Hoeveel slaap hebben we nodig?Pasgeborene: 16 uur per dag, waarvan bijna de helft REM slaap isKripke: overlevingskansen zijn het hoogst voor volwassenen die 7 uur per dag slapen (meer of minder is slecht)Biologische eigenschappen v mensen dwingt meer te slapen en maakt vatbaarder voor voortijdige dood

SlaapstoornissenInsomnia of slapeloosheid: tekort aan slaap (= meest voorkomende klacht)Meestal nemen mensen dan slaappillen MAAR: 25% meer kans te sterven binnen de 6 jaarMensen met episodes van slapeloosheid die geen pillen slikken leven over het algemeen langerSlapeloosheid kan tijdelijk zijn, door onregelmatige slaappatronen of doordat persoon langer wil slapen dan nodig is

Narcolepsie: te makkelijk en te vaak in slaap vakken, onbedwingbare slaapaanvallenOorzaak: tekort aan neurotransmitter hypocretine in d hypothalamusGeneesmiddelen kunnen de frequentie verminderen maar de ziekte niet echt genezen

Slaapwandelen: meer bij kinderen dan bij volwassenen, vaag bewust van de buitenwereld, tijdens stadium 4 slaapKan zonder problemen wakker gemaakt worden, door de diepe slaap zal de persoon wel verward zijn.

Dromen

Tijdens REM slaap gebruiken onze hersenen even veel energie als tijdens de waaktoestandVroeger: geloof dat dromen contact met geestenwereld vormden en voorspellende waarde hadden20e eeuw: Freud dromen zijn een venster op het ware ikRecentelijk: REM slaapt zort voor geheugenconsolidatie en informatieverwerking

Freuds interpretatie van dromenDromen = wensvervullingen van verdrongen verlangens. Interpretatie = route naar onbewuste activiteiten vd geestManifeste inhoud: wat de persoon zich herinnertLatente inhoud: de wensvervulling waar het eigenlijk om gaat

Latente inhoud afleiden uit de manifeste inhoud door het vervormingsproces bloot te leggen:- Verplaatsing: element uit de droom wordt vervangen door een ander- Regressie: gedachten komen tot uiting in percepties (bv. Belang vd persoon vertaalt in zijn grootte)- Condensatie: beeld in de droom staat voor verschillende onbewuste elementen

Page 9:  · Web viewHoofdstuk 5: Aandacht en bewustzijn Mensen zijn beperkt in d hoeveelheid info die ze kunnen verwerken beter geen situaties met tegenstrijdige signalen Aandachtspsychologen:

Freudiaanse interpretatie lang populair omdat ze obv coherent denkkader binnen psychotherapie gebruikt kon wordenFreuds behandeling v dromen is tegenwoordig voor veel psychologen vooral van historisch belangMAAR: droominhouden kunnen wel goed vertrek punt voor een gesprek vormen omdat hun inhoud vaak verband houdt met onderwerpen die mensen overdag bezighouden.

De activatiesynthesetheorieAllan Hobson & Robert McCarley: dromen zijn slechts een bijproduct voor de behoefte aan REM slaapREM slaap is nodig voor d overleving en wordt veroorzaakt door activatie in de pons die resulteert in activatie vd cortex waar perceptuele en motorische circuits beginnen te vuren. activatie in de pons bestaat vooral tot ruis, dit geeft aanleiding tot ongeordende en conflicterende signalen in de cortex. Dromen= poging hogere hersencentra d toevallige & conflicterende signalen te interpreteren uit d lagere hersencentra

Dromen kunnen verband houden met ervaringen en bezorgdheden vd dag voordien maar dat is enkel om de toevallige signalen te structureren, ze zijn niet zelf de reden van het dromen.

REM slaap is nodig voor d ontwikkeling vd hersenen, niet voor het omgaan met verdrongen angstaanjagende fantasieën. Activatie vanuit de pons= verklaring voor fysiologische veranderingen tijdens de REM slaap

Probleem: dromen komen niet alleen voor in de REM slaap dromen zijn dan wel levendiger en emotioneler Dromen minder bizar en onsamenhangend: hersenen werken in dromen verder aan activiteiten van overdag

De evolutietheorieRevonsuo: slaap ontstaan uit evolutionaire selectie (droominhouden = bedreigende situaties)Organisme heeft overlevingsvoordeel als ‘s nachts vaardigheden oefent die belangrijk zijn voor functioneren overdagDromen: herhaald doorleven v moeilijke situaties beter gewapend als we er effectief mee geconfronteerd worden

Probleem: meeste droominhouden lijken echter niet te passen binnen dit referentiekader

Hypnose

Derde bewustzijnstoestand: toestand tussen slapen en wakenEnerzijds: indruk dat het bewustzijn en de vrije wil verloren zijnAnderzijds: persoon blijft in grotere mate met de omgeving interageren als tijdens de slaap

Hypnose definiëren

Vroeger: Hypnose = indiceren ve trance waarbij mensen instructies opvolgen die aan hen gegeven wordenNu: 2 tegenstrijdige visies over wat hypnose precies inhoudt: Neodissociatieve theorie: G bepaald door automatische subsystemen die stereotype gedragssequenties vertonen &

gecontroleerd w door executief ego = centrale controlestructuur die subsystemen activeert en gevolgen verifieert.o Hypnose: splitsing tussen automatische subsystemen en executieve ego. processen in subsystemen zijn

niet meer toegankelijk voor d bewust ervaren denkprocessen (Hilgard)o Hypnose: egocontrole over automatische subsystemen opgeheven vervangen door suggesties hypnotiseur

(Woody & Bovers)Evidentie voor dissociatie: fenomeen van de verborgen observator (Hilgard)Mensen onder hypnose: hand in ijskoud water terwijl ze automatisch schrijven beweerden geen pijn te voelen maar automatische geschrift ‘schreeuwde’ het uit van de pijn

= pijn wel geregistreerd maar dringt niet door tot bewustzijn: dissociatieEvidentie voor impliciete herinneringen in afwezigheid v bewuste herinneringen bij mensen onder hypnose die d opdracht kregen alles te vergeten wat tijdens de sessie gebeurd was

De Sociaal-cognitieve theorie: hypnotische sessie = sterke sociale situatie waarin mensen grote sociale druk ondervinden om bepaald G te vertonen. Voelen zich geroepen hypnotiseur ter wille te zijn en gebruiken fantasie strategieën om uit te voeren wat ze verondersteld worden te doen.

Evidentie: in veel situaties niet in staat onderscheid te maken tussen gehypnotiseerde en fakers

Elke visie bevat een stukje waarheid:- Sociaal-cognitieve theorie: moeilijk onderscheid tussen echte hypnotische toestand en mensen die veinzen- Neodissociatieve theorie: bewustzijn onder hypnose niet helemaal gelijk aan bewustzijn bij normale waaktoestand

Kan iedereen gehypnotiseerd worden?

Hypnotiseerbaarheid: gemeten ahv schaal met verschillende suggesties (Stanford Hypnotic Suggestibility Scale) Grote hertest betrouwbaarheid + resultaten blijven relatief stabiel over 25 jaarKirsch & Braffman: hypnotiseerbaarheidsschaal niet noodzakelijk evidentie voor hypnose als bewustzijnsverandering Kan wel beschouwd worden als maat voor hoe sterk mensen onderhevig zijn aan suggestie hoge score op hypnotiseerbaarheid = fantasierijk + hoge score op schaal bereidheid om op suggestie in te gaan

Page 10:  · Web viewHoofdstuk 5: Aandacht en bewustzijn Mensen zijn beperkt in d hoeveelheid info die ze kunnen verwerken beter geen situaties met tegenstrijdige signalen Aandachtspsychologen:

Kan hypnose pijn verminderen?

Patterson & Jensen: effect hypnose bij hypnotiseerbare personen afdoende bewezen in acute pijnsituaties Minder duidelijk bij chronische pijn problematiek is gecompliceerder dan pure pijnervaring Hypnose meer effect in combinatie met Gtherapie (andere manier met pijn leren omgaan)Pijn reducerend effect kan met beide theorieën verklaard worden- Neodissociatieve theorie: pijn nog geregistreerd maar dringt niet meer tot het bewuste door- Sociaal-cognitieve theorie: menen hebben zelf enige controle over d mate v pijn en kunnen die oefenen Sluiten aan bij poortcontole theorie: pijnervaring afhankelijk pijnsignaal ook mate waarin pijnpoort open is

Kan hypnose het geheugen verbeteren?

Vroeger: als men getuige onder hypnose in dezelfde situatie plaats zou die precies kunnen vertellen wat er gebeurtMAAR: Orne: er worden gewoon meer herinneringen gegeven waarvan de meeste verkeerd zijn+ onder hypnose verkeerde herinnering gegeven later meer overtuigd vd echtheid Hypnose verhoogt d kans op foute herinneringen en maakt het geheugen vd persoon onbetrouwbaar

Geiselman: gewelddadige misdaad op film 2 dagen later verhoord door ervaren politieofficieren- Standaardinterview: zo veel mogelijk herinneren in eigen woorden, daarna gerichte vragen over details- Hypnose interview: 4 stadia

o Zo veel mogelijk herinneren en dit in eigen woorden vertelleno Hypnose geïnduceerdo Zo veel mogelijk herinneren en dit in eigen woorden vertelleno Specifieke vragen stellen onder hypnose

- Cognitief interview: gebaseerd op geheugen bevorderende proceduresEerst misdaad in eigen woorden beschrijven, daarna 4 scenario’s:

o Roep de context weer op, probeer je een beeld te vormen van de omgeving waar het incident plaatsvondo Vertel alles, probeer niets weg te laten hoe onbelangrijk het ook mag lijkeno Herinner je de gebeurtenissen in een verschillende volgorde. Begin met wat het meest opvielo Verander het perspectief, hoe zag het eruit voor de andere betrokkenen

Principes vh cognitief interview zijn gebaseerd op:- Geheugensporen bestaan uit verschillende elementen- Geheugenaanwijzingen helpen om info op te roepen uit het geheugen- En geheugenspoor kan door verschillende aanwijzingen geactiveerd worden

(bepaalde info niet toegankelijk uit bepaalde aanwijzing, misschien wel vanuit andere)

Betere prestaties in hypnoseconditie niet dankzij hypnose maar door effectievere geheugen oproepingsstrategieën die door hypnotiseur gebruikt werden (ook gebruikt bij cognitief interview)

Hypnose leidt vaker tot neveneffecten voordelen wegen niet op tegen de nadelen!!Standaardinterviews minder goede resultaten omdat: - Zelden gepoogd goed contact te leggen met de getuige + niet genoeg uitgelegd dat hij alles mag zeggen- Te veel gesloten vragen gesteld en te vaak onderbroken

Psychoactieve middelen

Aantal stoffen: directe invloed op werking hersenen. + verandering in psychische toestand = psychoactieve middelen behandeling v ongemakken en mentale stoornissen Gaan gepaard met gewenning anderen zijn schadelijk voor h centrale zenuwstelsel en afhankelijkheid

Kalmerende middelen, opwekkende middelen en hallucinogenen

- Kalmerende middelen: aanleiding tot gevoelens van ontspanning en doezeligheid; sedatief effect- Opwekkende middelen: toestand v alertheid en kunnen mensen een groter zelfvertrouwen geven- Hallucinogenen: waanbeelden en hallucinaties, kunnen psychotische symptomen veroorzakenEffect omdat ze inwerken op d communicatie tussen neuronen. Sommige middelen verhogen impact neurotransmitter, andere verlagen die. Afhankelijk vd neurotransmitter krijgt men andere symptomen

Alcohol = bekendste kalmerende middelenKleine hoeveelheden: ontspannen, minder angstgevoelens en inhibities. Meer GABA en dopamine in hersenen.

GABA neurotransmitter = inhibitorische neurotransmitter (rol in slapen) dopamine = betrokken bij het beloningsgevoel.

Toenemende hoeveelheden: sedatieve effecten worden doorslaggevend

Page 11:  · Web viewHoofdstuk 5: Aandacht en bewustzijn Mensen zijn beperkt in d hoeveelheid info die ze kunnen verwerken beter geen situaties met tegenstrijdige signalen Aandachtspsychologen:

D ene na d andere functie valt weg tot een coma en zelfs de dood volgtOpiumderivaten (morfine, heroïne): kalmerende middelen maar brengen ook een roes teweeg Receptoren voor pijnstillende neurotransmitter endorfine wordt geactiveerd

Cafeïne en nicotine: bekendste opwekkende middelenAmfetamines: Captagon, Concerta, Provigil, Ritalin) prestaties verbeteren & behandeling ADHDCocaïne & Crack : opwekkende middelen

XTC : opwekkend maar ook hallucinogeen visuele hallucinatiesCannabis, bepaalde paddestoelen & LSD: hallucinogenen

Cannabis: piek in gebruik tussen 18 en 24 jaar en neemt daarna weer af. Gebruik v slaapmiddelen vooral bij mensen boven de 50 jaarAlcohol: piek tussen 18 en 24 jaar maar blijft relatief hoog tot aan de pensioengerechtigde leeftijdPsychoactieve middelen: meer bij jongeren met een lagere scholingMAAR: alcoholgebruik hoger bij studenten dan bij niet-studenten!!

Terugblik vanuit de 3 invalshoeken

Biologische Cognitieve Sociaal-cultureleAandacht en bewustzijn: afhankelijk v goed functionerend biologisch substraat.Hersenbeschadiging aandachtsproblemen(en blindsight en hemineglect)Schade aan thalamus verlies van het bewustzijn

Psychoactieve middelen: grijpen in op d neurotransmissie

Reeks circadiaanse ritmen in ons lichaam geërfd van onze voorouders.

Belang vd aandacht bij nagenoeg alles wat we doen.

Werking vh perceptuele systeem bepaalt of we op parallelle wijze op zoek kunnen gaan naar een kenmerk of dat we een combinatie van kenmerken serieel moeten checken

Mate van oefening bepaalt hoeveel aandacht we nodig hebben voor een taak en of we die kunnen combineren

En een groot deel van de cognitieve processen vindt plaats buiten het bewustzijn.

Sociaal-culturele factoren spelen een rol bij het gebruik v psychoactieve middelen.

In hoeverre houdt een cultuur rekening met de circadiaanse ritmen bv. Siësta kort na de middag